Leer- en werkwijzer OK-assistenten en anesthesiemedewerkers
Verpleegafdeling Orthopedie UMC.St Radboud Route 363 Tel. 024 3614490
z065031 HdB
Pagina 1
19-1-2007
Inleiding leer en werkwijzer verpleegafdeling orthopedie.......................................................... 5 HOOFDSTUK 1.............................................................................................................................. 6 Afdelingsvisie................................................................................................................................... 6 Visie op verpleegkundig handelen UMC St Radboud ................................................................. 6 Inleiding .............................................................................................................................................. 6 Mensbeeld............................................................................................................................................ 6 Gezondheid.......................................................................................................................................... 6 Literatuur ............................................................................................................................................ 7 Algemene informatie afdeling orthopedie .................................................................................... 8 Afdelingsorganisatie............................................................................................................................ 8 Verpleegafdeling orthopedie:.............................................................................................................. 8 De toegepaste verpleegvorm: .............................................................................................................. 8 De afdelingsmedewerkers: .................................................................................................................. 8 De hoofdverpleegkundige: .............................................................................................................. 8 De seniorverpleegkundigen:............................................................................................................ 9 Seniorverpleegkundige “werkbegeleiding en coaching”................................................................. 9 Dagcoördinatoren : .......................................................................................................................... 9 De verpleegkundigen:.................................................................................................................... 10 Verpleegassistenten ....................................................................................................................... 10 De secretaresse: ............................................................................................................................. 10 De verpleeghulp: ........................................................................................................................... 10 De voedingsassistenten: ................................................................................................................ 10 Categorie patiënten ........................................................................................................................... 11 Overige disciplines ............................................................................................................................ 12 Overlegsituaties van en voor verpleegkundigen......................................................................... 13 Patiëntenbespreking:......................................................................................................................... 13 Studentenbespreking.......................................................................................................................... 13 Werkbegeleidersoverleg .................................................................................................................... 13 Afdelingsvergadering: ....................................................................................................................... 13 Bijscholing en klinische lessen: .................................................................................................... 14 Bijscholing: ................................................................................................................................... 14 Klinische lessen:............................................................................................................................ 14 Scholing vanuit Dienst Opleidingen:............................................................................................. 14 Dienstindeling en werkzaamheden.............................................................................................. 14 Dienstcodes: ...................................................................................................................................... 14 Indeling van de pauzes: ............................................................................................................. 15 Dagdienst: (=1).......................................................................................................................... 15 Avonddienst: (=3)...................................................................................................................... 16 z065031 HdB
Pagina 2
19-1-2007
Nachtdienst (=4) ........................................................................................................................ 18 Dienstrooster en vakantieaanvragen........................................................................................... 19 HOOFDSTUK 2............................................................................................................................ 20 DE AFDELINGSGERICHTE VOORBEREIDING............................................................................ 20 Diagnostische test verpleegafdeling orthopedie ............................................................................... 21 HOOFSTUK 3............................................................................................................................... 29 INTRODUCTIEPROGRAMMA VERPLEEGAFDELING ORTHOPEDIE....................................... 29
z065031 HdB
Pagina 3
19-1-2007
Welkom Allereerst willen wij je van harte welkom heten op onze afdeling! Om je alvast een beeld te geven van de afdeling hebben wij deze leer en werkwijzer samengesteld. Mocht je na het doornemen van deze leer en werkwijzer nog vragen hebben dan kun je deze stellen aan je werkbegeleider of de seniorverpleegkundige.
We wensen je een fijne en leerzame tijd toe op de afdeling!
Het team van verpleegafdeling orthopedie.
z065031 HdB
Pagina 4
19-1-2007
Inleiding leer en werkwijzer verpleegafdeling orthopedie. Beste student, Voor je ligt de leer en werkwijzer van verpleegafdeling orthopedie. In deze map is alle informatie opgenomen die je nodig hebt om je goed te kunnen voorbereiden op, en te starten met, je BPV periode. De informatie die je hierin vindt is specifiek voor de afdeling waar je je BPV periode gaat doorbrengen. Het kader waarin de informatie is geplaatst is ziekenhuisbreed hetzelfde. Voor je verder gaat in deze leer en werkwijzer is het volgende uitgangspunt heel belangrijk: Op elke afdeling moet je bij de basis beginnen. Dat is belangrijk in je eerste BPV periode, maar ook als je begint aan je laatste leerperiode. Om goed aan de slag te kunnen met je leerdoelen of opdrachten is het nodig dat je eerst duidelijk hebt welke zorg er op een afdeling verleend wordt en wat daarin te leren is. Je werkbegeleiders verwachten van je dat je vanaf het begin jezelf hierop goed oriënteert en geven je hiervoor de ruimte. Vanuit deze basis kun je verder bouwen. Om op een goede manier te kunnen beginnen op de afdeling is het gebruik van deze leer en werkwijzer van belang. Maak dus gebruik van de informatie die we je hierbij aanbieden, van de informatie die je op de afdeling kunt vinden en van de ruimte die je krijgt om je te oriënteren en te leren op de afdeling. In dit document zijn de volgende hoofdstukken opgenomen: ● Algemene afdelingsinformatie ● Afdelingsgebonden diagnostische toets en uit te werken patiëntensituatie ● Lijst met meest voorkomende instrumenteel technische vaardigheden ● Afdelingsverwachtingen en inzetcriteria ● Een checklist voor je oriëntatieperiode Er is bewust voor gekozen om deze informatie als één geheel aan te bieden. Op deze manier verwachten we dat het eenvoudig is om de specifieke afdelingsinformatie op te zoeken. Daarnaast is gebleken dat er, voorafgaand aan en in het begin van een nieuwe leerperiode, bij veel studenten behoefte is aan duidelijkheid en structuur. ● Voor meer informatie over de afdeling, regels en protocollen verwijzen we je naar Kwint, het kwaliteitshandboek van het UMCN op intranet ● www.orthopedie.nl.nu , een website gemaakt door en voor verpleegkundigen van de afdeling. Om bepaalde documenten binnen het net te bereiken waar je als student normaal niet bij kunt, log je op deze site onder het kopje “leerlingendeel” in: gebruikersnaam: leerling orthopedie wachtwoord: D10363 toegang krijgen Voor vragen, aanmerkingen en opmerkingen m.b.t. deze leer en werkwijzer kun je bij de seniorverpleegkundige ‘werkbegeleiding en coaching’ of werkbegeleider terecht. Met een van beiden kun je bovendien contact opnemen als je meer wil weten over de taak en functieomschrijving van de werkbegeleider en de seniorverpleegkundigen. We wensen je veel succes tijdens je BPV periode en we hopen dat deze leer en werkwijzer je hierbij kunnen helpen. z065031 HdB
Pagina 5
19-1-2007
Seniorverpleegkundige ‘werkbegeleiding en coaching’ verpleegafdeling orthopedie. HOOFDSTUK 1. Afdelingsvisie De verpleegkundigen van verpleegafdeling orthopedie onderschrijven de visie op verplegen zoals die door het Universitair Medisch Centrum St. Radboud is geformuleerd. De specifieke speerpunten van de afdeling vind je op KWINT onder “visie en missie verpleegafdeling orthopedie”. Visie op verpleegkundig handelen UMC St Radboud Inleiding Het UMC St Radboud is een academisch zorgcentrum met opleidings- en onderzoekstaken en dient het menselijk welzijn. Het ziet zijn patiënten als zelfstandige medeburgers uit de maatschappij die zich door omstandigheden als patiënt moeten aandienen. Patiënten en bezoekers verdienen een benadering die zich kenmerkt als uitnodigend, respectvol, verantwoordelijk, loyaal en toegewijd (1). De patiënt is immers 'de klant' en bovendien ervaringsdeskundige. Patiënten bepalen in overleg met de zorgverleners welke zorg zij 'afnemen'. Vraaggestuurde zorg moet gekoppeld zijn aan solidariteit, keuzevrijheid en behoud van de persoonlijke autonomie (2). Vanuit een algemeen mensbeeld en een beschrijving van het begrip gezondheid wordt onderstaand het begrip “verplegen” nader beschreven in de context van het UMC St Radboud. Mensbeeld De mens is een uniek, autonoom individu met eigen denkkracht, wil en emotie. Er is sprake van een wisselwerking tussen de lichamelijke, psychische, sociale en spirituele aspecten en dimensies van het menszijn. De patiënt maakt deel uit van een sociaal netwerk en leeft in een fysische omgeving en het heden van de zorgvrager staat niet los van het verleden. Hiermee wordt in de zorgverlening rekening gehouden (3). Gezondheid De Word Health Organization definieert gezondheid als “een toestand van volledig lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek”. Bestaans- of gezondheidsproblemen zijn verstoringen in de fundamentele levensverrichtingen, beperkingen of handicaps die worden veroorzaakt door ziekten, stoornissen, de behandeling of therapie. Handhaving, herstel of aanpassing van de relatie tussen draagkracht en draaglast is het uitgangspunt voor de zorgverlening (4). Verplegen Verplegen is een onderdeel van de gemeenschappelijke doelstellingen van de gezondheidszorg nl; het bevorderen en instandhouden van gezondheid, voorkomen van ziekte en handicap, bijdragen aan genezing en herstel van ziekte, verlichten van lijden en ongemak (3). In het UMC St Radboud is gekozen voor een integrale visie op patiëntenzorg; z065031 HdB
Pagina 6
19-1-2007
“de samenhangende benadering van patiënten, ongeacht de op enig moment bestaande behoefte aan medische, verpleegkundige, paramedische en/of psychosociale zorg” (5). De verpleegkundige richt zich daarbij op het ondersteunen en beïnvloeden van de vermogens van de zorgvrager bij feitelijke of potentiële reacties op gezondheids- en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen en op behandeling of therapie, om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen (4). De verpleging in het UMC St Radboud levert een bijdrage aan de kerntaken van het ziekenhuis (patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek) en staat borg voor professionele en organisatorische kwaliteit van zorg. Binnen het zorgbeleid zijn 4 doelstellingen geformuleerd. ● De patiënt ontvangt zorg op maat ● De patiënt ontvangt zorg op basis van de meest actuele professionele standaarden ● De bedrijfsvoering is efficiënt ● De verpleegkundige discipline geeft invulling aan academische profilering Methodisch handelen en verpleegkundig onderzoek vormen de middelen voor het handhaven en ontwikkelen van de professionele kwaliteit. Een efficiënt en transparant zorgproces wordt bereikt door methodisch te handelen waarbij de verpleegkundige verantwoordelijk is voor het vaststellen (diagnosen), plannen (interventies en beoogde resultaten), uitvoeren (interventies) en evalueren van zorg. Daar waar mogelijk is de zorg gebaseerd op wetenschappelijke kennis en inzichten (Evidence Based Practice) en vormt de praktijk uitgangspunt voor het ontwikkelen van kennis op basis van onderzoek. Tot slot zijn er de professie- en organisatiegebonden taken zoals professionalisering, deskundigheidsbevordering en beleids- en beheersbijdragen aan het UMC St Radboud.(3).
Literatuur StrategieCommissie UMC St Radboud. Koers op Kennis - Kennis op Koers. 2001. NP/CF. Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie. 2001. Leistra E, Liefhebber S, Geomini M, Hens H. Beroepsprofiel van de verpleegkundige. Maarssen: Elsevier / De Tijdstroom, 1999. Nationale Raad voor de Volksgezondheid. Verpleegkundig beroepsprofiel. Zoetermeer: NRV, 1988. Managers Zorg UMC St Radboud, Directeur Staf Zorg. Basis voor Topzorg; zorgbeleid AZN 1997 - 2002. 1997. UMC St Radboud Nijmegen, Interne publicatie.
z065031 HdB
Pagina 7
19-1-2007
Algemene informatie afdeling orthopedie Afdelingsorganisatie Verpleegafdeling orthopedie: Verpleegafdeling orthopedie heeft een verpleegcapaciteit voor 32 patiënten. De afdeling is opgesplitst in twee groepen: respectievelijk team "oost”, ook wel D12 genoemd en team "west”, tevens bekend als D11. Elke groep heeft een vast team van seniorverpleegkundigen, gediplomeerd verpleegkundigen, verpleegassistenten en een aantal leerling verpleegkundigen en stagiaires. Dagelijks is één van de (senior)verpleegkundigen dagcoördinator. Als leerling en stagiaire krijg je binnen het team waarin je geplaatst wordt één of twee vaste werkbegeleider(st)er(s) die verantwoordelijk zijn voor de directe begeleiding en beoordeling. Uiteraard kun je ook bij de rest van het team terecht met je vragen. Beide teams beschikken over een aparte ruimte waar de patiëntenoverdracht, patiëntenbesprekingen en - rapportage en het teamoverleg en de leerlingenbespreking plaatsvindt. De toegepaste verpleegvorm: Op de afdeling wordt met teamverpleging als organisatievorm gewerkt. Binnen teamverpleging wordt patiëntgericht verpleegd. Voor deze vorm is gekozen, ten eerste om een meer op het individu gerichte zorg aan de patiënt te kunnen verlenen en ten tweede om meer ontplooiingsmogelijkheden te kunnen bieden aan de verpleegkundigen van de afdeling. Binnen het systeem van teamverpleging wordt ernaar gestreefd, dat één verpleegkundige verantwoordelijk is voor de totale zorg rondom de patiënt. De verpleegkundigen verlenen zorg op basis van verpleegproblemen en (medische) diagnose met de daaruit voortvloeiende behandelmogelijkheden. De patiëntentoewijzing vindt plaats per dienst en daarnaast wordt geprobeerd het aantal verschillende verpleegkundigen rondom de patiënt zoveel mogelijk te beperken. Daarom wordt ernaar gestreefd, dat je meerdere dagen achter elkaar dezelfde diensten draait. De volgende punten worden binnen beide teams als belangrijk ervaren: o zelfstandig werken binnen het team o optimale informatie voorziening aan de patiënt en diens naasten o openheid en directheid binnen het team o inbreng van nieuwe ideeën en verbeteren van de kwaliteit van zorg
De afdelingsmedewerkers:
De hoofdverpleegkundige: Is eindverantwoordelijk voor de afdeling en de patiëntenzorg. Zij is vnl. belast met organisatorische taken zoals: ● toezicht op de roosterplanning ● personeelsbeleid ● scholingsbeleid ● implementatie nieuwe ontwikkelingen
z065031 HdB
Pagina 8
19-1-2007
De seniorverpleegkundigen: Zij zijn verantwoordelijk voor het signaleren van knelpunten en verbeterpunten in de patiëntenzorg. Zij dragen zorg voor het ontwikkelen van procedures en methoden om de zorg van de patiënt te optimaliseren. Momenteel zijn er 4 seniorverpleegkundigen met elk een of meerdere resultaatgebieden. Zij werken deels aan taken van hun resultaatgebied en deels in de directe patiëntenzorg. De resultaatgebieden zijn: ● Deskundigheidsbevordering ● Beleid en kwaliteitszorg ● Organisatie en coördinatie van zorg ● Preventie en GVO ● Planning en uitvoering zorgtaken ● Opleiding en onderzoek ● Beheer ● Werkbegeleiding en coaching
Seniorverpleegkundige “werkbegeleiding en coaching” Deze senior heeft de volgende taken t.a.v. de directe begeleiding van studenten en stagiaires op de afdeling. ● introductie van de student/stagiaire op de afdeling ● keuze van werkbegeleiders voor alle studenten ● inlichten van werkbegeleiders over de komst van de student ● planning en realisatie van begeleidingsgesprekken ● ondersteuning van de student bij het opstellen van het BPV-plan ● beoordeling van de stage/praktijkperiode, werkstukken, klinische lessen en verslagen van de studenten en stagiaires samen met de werkbegeleider, ● bewaking van het leerproces en leermogelijkheden op de afdeling voor verschillende studenten ● ondersteunen en coachen van de werkbegeleider in de begeleiding van de student/stagiaire ● bemiddeling bij problemen die door de werkbegeleider en/of de student/stagiaire worden aangegeven. ● onderhouden van contacten met opleidingsinstituten De seniorverpleegkundige voor verpleegafdeling orthopedie is Helga de Bie. Zij werkt 32 uur per week waarbij een deel van haar tijd beschikbaar is voor studentgebonden taken. Ongeveer de helft van haar tijd is zij als verpleegkundige in alle diensten werkzaam op de afdeling
Dagcoördinatoren : Zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse patiëntenzorg en personele bezetting binnen hun team en i.p. volledig inzetbaar op de werkvloer. ● zij wijzen ‘s ochtends de patiënten toe en streven hierbij naar continuïteit ● zij verdelen de pauzes i.o.m. de verpleegkundigen ● zij overleggen na de verpleegkundige overdracht met de zaalarts over urgente z065031 HdB
Pagina 9
19-1-2007
patiëntenproblemen. ● lopen mee met artsenvisites van stagiaires en studenten ● zien er op toe dat opdrachten worden uitgewerkt en uitgevoerd ● zien erop toe dat de patiëntenbespreking doelmatig verloopt ● nemen tijdens diens afwezigheid het afdelingshoofd waar. Kwintdocument :Taken dagcoördinator verpleegafdeling Orthopedie
De verpleegkundigen: Werken in twee teams t.b.v. elk 16 patiënten. Elk team bestaat uit: ● een dagcoördinator ● verpleegkundigen ● leerlingverpleegkundigen en stagiaires ● verpleegassistenten De verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse toegewezen patiëntenzorg. Bovendien geven ze sturing, begeleiding en instructie aan stagiaires en studenten. Ze werken samen met de verpleegassistenten in de directe zorg. Zij nemen deel aan intercollegiale en interdisciplinaire overlegvormen m.b.t. de patiënten zorg. Zij verzorgen waar nodig schriftelijke overdrachten binnen het ziekenhuis en naar instanties buiten het ziekenhuis.
Verpleegassistenten De verpleegassistenten ondersteunen de verpleegkundigen bij de uitvoering van hun taken m.b.t. de ADL-zorg van patiënten. Daarnaast dragen ze zorg voor een aantal huishoudelijke taken. Kwintdocument: “Werkafspraken tussen verpleegkundigen en verpleegassistenten”
De secretaresse: Op dit moment werken er vier parttime secretaressen. Zij werken van maandag t/m vrijdag van 08.00 - 16.30 uur. Zij houden zich bezig met de administratie, en regelen de opnameplanning van de patiënten, aan de hand van een wachtlijst en in overleg met de chef de clinique. Zij zijn de centrale vraagbaak van de afdeling en hebben verder nog een ondersteunende functie naar het afdelingsmanagement.
De verpleeghulp: Zij werkt van maandag t/m vrijdag van 07.30 - 11.30 uur. m.u.v. de di.ochtend. Zij heeft een uitgebreid takenpakket o.a. ● het doen van de bestellingen. ● draagt zorg voor evt. uit te voeren reparaties. ● biedt secretariële ondersteuning. Kwintdocument: “Taken verpleeghulp verpleegafdeling Orthopedie”
De voedingsassistenten: Werken van maandag t/m vrijdag en zaterdag- en zondagochtend. Zij hebben de totale zorg en verantwoording rondom alle maaltijden en drankrondes. Verder z065031 HdB
Pagina 10
19-1-2007
verzorgen zij in de middag het bijvullen van het linnengoed op de patiëntenkamers en zalen. Van verpleegkundigen, leerling verpleegkundigen en stagiaires wordt verwacht dat zij wanneer dit nodig is, "bijspringen” in de werkzaamheden van de voedingsassistenten. In het weekend worden de middag- en avond taken door de verpleegkundigen overgenomen.
Categorie patiënten Op de afdeling orthopedie worden patiënten verpleegd met aandoeningen aan het steun- en bewegingsapparaat. Dit kan te maken hebben met: ● verkeerde stand van steunapparaat: operatie: correcties (osteotomiën = standsveranderingsoperaties) ● overbeweeglijkheid van het gewricht: operatie: repareren van het "bandapparaat" bijv. enkel- en kniebandplastieken, het vastzetten van gewrichten (arthrodese) bijv. van wervels en de enkel. Knieschijfoperaties (trochlea-osteotomie) en schouderoperaties (cuffrepair/neerplastiek) ● gewrichtsslijtage en pijn: operatie: implantatie van prothese, veel voorkomend zijn de heup- en knieprothese. ● traumapatiënten: meest voorkomend zijn de fractuur, contusie en de dwarslaesie: operatie: stabilisatie van de breuk. ● slecht doorbloedde ledematen: (soms a.g.v trauma of infectie) operatie: amputatie ● oncologie: patiënten met bot of weke delentumoren of metastasen in de botten behandeling: uitgebreide diagnostiek en zo mogelijk operatie en aanvullende therapie. ● Infectie: infecties t.g.v. trauma of als reactie op een gewrichtsvervanging Behandeling: langdurige antibioticabehandeling, vacuümpompbehandeling e.d. Het aantal oncologische patiënten op de afdeling neemt toe. Dit komt omdat het UMC St.Radboud één van de vier oncologische centra voor bottumoren is in Nederland. Patiënten van elders worden daarom doorverwezen naar onze afdeling. De oncologie is een speerpunt van de afdeling. Een belangrijk accent van de zorg voor de orthopedische patiënt, ligt op de revalidatie. Om het herstel van de patiënt na een operatie te bevorderen kan gebruik worden gemaakt van specifieke hulpmiddelen. Bijv. speciale bedden, beensteun, Kinetec® (motorslede) en tractiemateriaal. Je werkbegeleider zal je hier meer over vertellen. Verderop in dit boekwerk vind je specifiekere omschrijvingen hiervan.
z065031 HdB
Pagina 11
19-1-2007
Buiten de verpleegkundige en verpleegtechnische vaardigheden komen bij patiënten ook psychosociale begeleiding en ondersteuning aan bod. Gewrichtsvervangende ingrepen, standscorrecties en dergelijke worden vrijwel routinematig uitgevoerd maar kunnen voor de patiënt zeer ingrijpende gebeurtenissen zijn. Patiënten die door een infectie langdurig met antibiotica moeten worden behandeld hebben zo ook hun specifieke behoeften Als hulpmiddel bij het verpleegkundig handelen wordt er op de afdeling gewerkt met Standaard en Individuele Verpleeg Plannen (S.V.P. en I.V.P). Het doel hiervan is het benoemen, vaststellen, ontwikkelen en toetsen van de verpleegkundige zorg. Deze plannen worden opgesteld a.d.h.v. de P.E.S.-structuur. De opnameduur van patiënten kan variëren van 1 dag tot een aantal weken. Wanneer de patiënt voldoende is hersteld van de operatie kan hij naar huis (soms met thuiszorg). Wanneer dit niet haalbaar is, om wat voor reden dan ook, bestaat de mogelijkheid om naar een zgn. TOPkamer te gaan, dit zijn kamers in verzorgingshuizen die voor de duur van max. 6 weken beschikbaar worden gesteld aan ouderen die zich nog niet zelfstandig kunnen redden. Bedlegerige patiënten of patiënten die geestelijk en/of lichamelijk niet meer in staat zijn zelfstandig te functioneren komen in aanmerking voor een verpleeghuisbed. Wanneer patiënten thuiszorg, verzorging of verpleging nodig hebben wordt een indicatieformulier vanuit de afdeling via het Transferpunt van het ziekenhuis naar de betreffende instelling gestuurd. Het Centraal Indicatieorgaan Zorg is hierna verantwoordelijk voor indiceren van de zorg. Overige disciplines De verpleegkundigen op onze afdeling werken nauw samen met andere disciplines. De disciplines die dagelijks op de afdeling aanwezig zijn: ● zaalarts(elk team een), ● fysiotherapeuten ● voedingsassistenten ● medewerkers huishoudelijke dienst verder kun je tegenkomen ● ergotherapeut ● pastoraal werker ● maatschappelijk werker ● co-assistenten ● leerkrachten van de Radboudschool (deze geven les aan de nog schoolgaande patiënten op de afdeling) ● medewerkers van de bibliotheek ● medewerkers van Patientline (tv.aansluiting) ● consulentartsen ● orthopedisch instrumentmaker ● medewerkers van het VRM (Verpleegartikelen Roulatie Magazijn) ● medewerkers van patiënten- en goederentransport ● gipsmeester ● revalidatiearts ● transferverpleegkundige bij complexe nazorg z065031 HdB
Pagina 12
19-1-2007
Overlegsituaties van en voor verpleegkundigen. Kwintdocument: Overlegvormen verpleegafdeling Orthopedie Patiëntenbespreking: Dagelijks tussen 13.30 uur en 14.00 uur: De doelstellingen van deze bespreking zijn de volgende: ● Zorgplannen opstellen, evalueren en bijstellen aan de hand van verpleegproblemen, diagnoses, volgens een uniforme methodische aanpak. ● Subdoelen hierbij kunnen zijn: ● Uitwisselen van kennis en bij weinig bekende aandoeningen/ operaties vergroten van kennis (door bijv. uitleg van de fysiotherapeut, zaalarts, het bekijken van röntgenfoto’s en elkaar bevragen op kennis). ● Bespreken van het gehele traject dat de patiënt heeft doorlopen van opname tot ontslag. ● Evalueren van de werkdruk. ● Bespreken van verpleegkundig en persoonlijk handelen. Elkaar hierin feedback geven en vragen Kwint: Richtlijn verpleegkundige patiëntenbespreking verpleegafdeling Orthopedie Studentenbespreking Wordt 2x per maand gehouden op woensdag van 13:30-14:00uur en vervangt dan de patiëntenbespreking. Doel: ● Het bewaken van de kwaliteit van de leerlingenbegeleiding en zorg dragen voor continuïteit en uniformiteit in de begeleiding op de afdeling ● Student/ stagiaire stimuleren zichzelf te presenteren en leren omgaan met feedback Kwint: Richtlijn studentenbespreking verpleegafdeling Orthopedie Werkbegeleidersoverleg Wordt een keer maand gevoerd voorafgaand aan de afdelingsvergadering. Tijdens het overleg worden knelpunten in de begeleiding van studenten besproken. Tevens wordt aandacht besteed aan uniformiteit in de begeleiding. Verder worden werkbegeleiders op de hoogte gebracht van nieuwe ontwikkelingen in de opleidingen Kwint: Richtlijn werkbegeleidersoverleg verpleegafdeling Orthopedie Afdelingsvergadering: In principe wordt op de eerste woensdag van de maand van 16:00u tot 18:00u een afdelingsvergadering gehouden in de colloquiumkamer in de kelder. M.n. in de vakantieperiode komt het wel eens voor dat de stafvergadering t.g.v. een te minieme agenda geen doorgang vindt ( juli en augustus). De afdelingsvergadering is een beleidsvergadering voor de stafverpleegkundigen van de afdeling. z065031 HdB
Pagina 13
19-1-2007
De vergadering wordt voorbereid en voorgezeten door het afdelingshoofd of een interim-voorzitter. Besproken worden: ● beleidszaken ● voortgang van projecten ● rondvraag en mededelingen Leerlingen kunnen bij de vergadering aanwezig zijn maar hebben geen stemrecht.
Bijscholing en klinische lessen: Op de afdeling zijn verschillende vormen van scholing:
Bijscholing: 1 x per jaar wordt een scholingsdag van 8 uur georganiseerd. Medewerkers kunnen zelf onderwerpen indienen die ze graag besproken willen hebben. Deze dag wordt door verpleegkundigen van de afdeling georganiseerd.
Klinische lessen: De artsen van afdeling orthopedie geven 1x per 2 weken op woensdag van13:3014:00uur een klinische les. Onderwerpen worden vooraf bekend gemaakt middels een lijst in de koffiekamer. Een keer per maand wordt een klinische les in de afdelingsvergadering gegeven door een van de verpleegkundigen van de afdeling. Als student kun je zelf een les verzorgen of samen met een verpleegkundige iets presenteren. Je kunt je onderwerp kenbaar maken aan de seniorverpleegkundige. Onderwerpen moeten 6 weken voor de presentatie bekend gemaakt worden middels de lijst in de koffiekamer Kwint: Het geven van een klinische les verpleegafdeling Orthopedie
Scholing vanuit Dienst Opleidingen: Jaarlijks komt er een boekje uit met een breed scala aan onderwerpen. Hierop kan, in overleg met de HV ingeschreven worden. Hierbij zal gekeken worden naar het nut van het onderwerp voor de medewerker en/of de afdeling. Dienstindeling en werkzaamheden. Kwintdocument: Dagindeling verpleegafdeling orthopedie Dienstcodes: dienst 1: van 07.30 uur tot 16.00 uur. dienst 2: van 09.00 uur tot 17.45 uur. dienst 3: van 15.30 uur tot 23.30 uur. dienst 4: van 23.15 uur tot 07.45 uur. dienst 0: normale vrije dag. dienst V: vakantiedag. dienst B: bijzonder verlofdag. dienst P: praktijk leren. dienst A: studieverlof. dienst F: bestemmingsverlof. z065031 HdB
Pagina 14
19-1-2007
dienst Z: ziektedag. dienst S: scholing. dienst G: zwangerschapsverlof. De werkzaamheden in dag-, avond- en nachtdienst staan niet op zichzelf maar zijn een deel van het hele verpleegproces. Sommige werkzaamheden zijn niet specifiek verpleegkundig, maar worden wel door ons gedaan omdat er (op sommige momenten) niet voldoende of geen andere disciplines aanwezig zijn.
Indeling van de pauzes: eerste groep:
9.45 uur tot 10.15 uur koffiepauze 12.00 uur tot 12.30 uur lunchpauze tweede groep: 10.30 uur tot 11:00 uur koffiepauze 12.45 uur tot 13.15 uur lunchpauze Op woensdag wordt in team West de koffie pauze om 9.30 gestart i.v.m. de start van de grote visite om 11.00u. Dagdienst: (=1) 7.30 uur ● werkindeling door de dagcoördinator en verdeling van de pauzes. ● doornemen van de verpleegkundige dossiers. ● nachtdienst geeft eventuele bijzonderheden door. 7.45 uur ● patiënten naar de operatiekamer brengen. ● bij de patiënt de volgende controles uitvoeren en noteren op het metingenblad: o pols/temp o ontlasting o drains o in- output o controles operatiepatiënten ( RR en saturatie) Het metingenblad zit in de rode klapper aan het bed van de patiënt. ● delen van wasbakken en bekkentjes voor de dagelijkse verzorging van de patiënt, ● zonodig de patiënt ondersteunen in zijn A.D.L. behoeften onder de douche of aan de wastafel. ● bloedafname vlgs. voorschrift arts ● opmaken en zonodig verschonen van het bed. ● kamers c.q. zaal opruimen. ● het starten van eventuele oefenschema's. ● wondverzorging. 8.15 uur ● Artsenvisite. De verpleegkundige loopt visite samen met de arts. Studenten worden bij de visite ondersteund door de werkbegeleider of dagcoördinator. Afspraken gemaakt tijdens de visite worden genoteerd op het afsprakenblad, geparafeerd door de arts en direct of op een later tijdstip uitgewerkt in de planning/realisatie
z065031 HdB
Pagina 15
19-1-2007
10.45 uur ● medicijnen delen. ● op zondag de vuile dienst opruimen. ● opnemen van nieuwe patiënten, secretaresse meldt de komst van de patiënt, de verpleegkundige stelt zich voor en maakt een afspraak betreffende tijdstip van het opnamegesprek. ● patiënten in stoel of bed helpen voor het gebruik van de warme maaltijd. 12.00 uur ● warme maaltijd patiënten. 13.00 uur tot 14.00 uur ● rustuur voor patiënten. ● tijdens het rustuur schrijven de verpleegkundigen zo mogelijk de rapportage en werken de opnames uit. 13.30 uur tot 14.00 uur patiëntenbespreking/ studentenbespreking dan wel klinische les artsen 14.00 uur tot 15.50 uur ● polsen en tempen ,gegevens direct op het metingen blad als curve noteren. ● ophalen van O.K. patiënten en O.K. patiënten controleren. ● begeleiden patiënten bij oefenschema's. ● uitwerken van de visite. ● medicijnen delen op eigen zaal. ● in het weekend delen de verpleegkundigen zelf drank in de middag, daar er dan geen voedingsassistente aanwezig is. 15.50 uur tot 16.00 uur ● vragen van avonddienst worden beantwoord, tevens kunnen laatste bijzonderheden worden doorgegeven. ● eventuele gebrachte bestellingen worden opgeruimd. 16.00 uur ● einde dagdienst
Avonddienst: (=3) 15.30 uur tot 15.50 uur ● lezen van de verpleegkundige dossiers. 15.50 uur tot 16.00 uur ● verpleegkundige van de dagdienst geven eventuele bijzonderheden door en beantwoorden resterende vragen. ● werkzaamheden van de dagdienst worden z.n.overgedragen. 16.00 uur tot 18.30 uur ● patiënten controleren, zo nodig laatste O.K. patiënten van de verkoever halen.
z065031 HdB
Pagina 16
19-1-2007
● patiënten in stoel of bed helpen in verband met het gebruik van de avondmaaltijd, deze wordt rond 17.00 uur geserveerd. Indien je werkzaamheden het toelaten, helpen met het delen van de broodmaaltijd. ● etensbladen afhalen ● overleg met het andere team of zij hulp nodig hebben. ● overleg met de arts over bijzonderheden n.a.v. de revuebespreking. ● medische dossiers en röntgenmappen van OK-patiënten voor de volgende dag verzamelen in de assistentenkamer en in de steriele dienst klaarzetten. ● n.a.v. de anesthesielijst z.n. infusor ,PCA-pomp e.d. klaarzetten c.q. bestellen bij het VRM. 18.30 uur ● zelf eten ● koffie en thee zetten voor de ronde van 19.30 uur. 19.45. uur ● delen van drinken. ● tussenmaaltijden delen 20.00 uur tot 21.30 uur ● einde bezoektijd. ● ronde per zaal: ● O.K. patiënten controleren ● prullenbakken en afvalzakjes van de nachtkastjes legen. ● bekkentjes delen voor tanden te poetsen en/of gebittenbakjes ● bedlegerige patiënten anti-decubitus verzorging geven. ● indien nodig hulp bieden aan het andere team. 21.30 uur ● rapportage schrijven. 22.00 uur ● ronde per zaal: - medicijnen delen. ● incidentele slaapmedicatie en /of warme melk aanbieden. ● reserve infuuszakken klaarhangen ● po's delen en urinaals legen, catheterzakken legen. ● O.K. patiënten controleren. ● patiënten in goede houding leggen voor de nacht. ● bij het verlaten van de zaal, de grote lichten uitmaken. ● po-spoelers leeghalen i.v.m. herrie in de nacht. ● keuken opruimen. 23.25 uur ● eventuele bijzonderheden doorgeven aan de nachtdienst. 23.30 uur ● einde avonddienst
z065031 HdB
Pagina 17
19-1-2007
Nachtdienst (=4) 23.15 uur tot 23.30 uur ● doorlezen van de verpleegkundige dossiers. ● avonddienst geeft de laatste bijzonderheden door. 23.30 uur tot 05.30 uur ● rondes lopen bij de patiënten en O.K. patiënten z.n. controleren. ● eventuele werkzaamheden van de avonddienst die zijn blijven liggen afmaken. ● indien nog nodig rapportage van dag- en avonddienst doornemen. ● medicijnen uitzetten voor de hele dag, controleren van medicatie die collega heeft uitgezet voor ronde van 7:00uur ● lab. briefjes klaarleggen bij afwezigheid van verpleeghulp ● medicijnkar bijvullen en zo nodig schoonmaken. ● opiaten controleren en bijvullen. ● opnames voor die dag noteren en briefje op teamklappers bevestigen. 05.30 uur tot 06.00 uur ● nachtrapportage schrijven. 06.00 uur tot 07.00 uur ● koffie en thee zetten. ● medicijnen delen. ● patiënten die als eerste op de O.K. moeten zijn, verzoeken om zich te douchen. (meestal een half uur van te voren in verband met de pré-medicatie die men moet innemen). ● het bed van deze patiënten verschonen en als "O.K. bed" opmaken indien het een grote OK betreft. ● ontbijtbladen klaarzetten. ● eventuele po's delen of urinaals legen. 07.00 uur tot 07.40 uur ● keukenassistente hulp bieden bij ontbijt en drinken delen. 07.40 uur tot 07.45 uur ● eventuele bijzonderheden doorgeven aan de dagdienst. 07.45 uur ● einde dienst Kwintdocument: nevenwerkzaamheden nachtdienst.
z065031 HdB
Pagina 18
19-1-2007
Dienstrooster en vakantieaanvragen. Aanvragen diensten: Wanneer je diensten aan wilt vragen, dan moet je dit minimaal één maand van te voren aangeven op de aanvraagdienstlijst. Wanneer dit tijdstip afwijkt zal dit via het prikbord in de koffiekamer kenbaar worden gemaakt. Hier hangt ook de aanvraaglijst. Voor de leerling is het raadzaam om het aanvragen van diensten te overleggen met zijn werkbegeleidster, zodat een ruim aantal diensten parallel lopen (minimaal 8 per maand). Je bent zelf medeverantwoordelijk voor de continuïteit van je werkbegeleiding. Bij een dienstverband van 32 uur kan een medewerker 6 diensten met ster ( *) aanvragen die i.p. gehonoreerd zullen worden. Bij een kleiner dienstverband is het aantal (*)-aanvragen naar verhouding. Bij overige aanvragen is er geen garantie dat je de diensten krijgt die je aanvraagt. Naast persoonlijke belangen zijn er ook afdelingsbelangen zijn, waarmee rekening moet worden gehouden bij het maken van de dienstlijst. Wil je een dienst ruilen, dan kan dat alleen in overleg met een van de seniorverpleegkundigen. Kwintdocument: Afspraken aanvragen dienstrooster verpleegafdeling Orthopedie Vakantieaanvragen verpleegafdeling Orthopedie
z065031 HdB
Pagina 19
19-1-2007
HOOFDSTUK 2. DE AFDELINGSGERICHTE VOORBEREIDING. In dit hoofdstuk vind je een diagnostische test die je mag gebruiken om je voor te bereiden op het leren op de afdeling en die je met name kan ondersteunen in het verzamelen van voldoende basiskennis. De diagnostische test omvat een aantal korte vragen aan de hand waarvan jij je basiskennis van de afdeling en het specialisme kunt testen voor aanvang van jeverpleegstage. Zoals het woord “diagnostisch” al aangeeft, is de bedoelding van de test dat je bij je zelf op die manier bekijkt of de kennis die je hebt voldoende is
z065031 HdB
Pagina 20
19-1-2007
Diagnostische test verpleegafdeling orthopedie 1. Benoem de botstructuren (schrijf het nummer bij de juiste pijl): 1. metatarsale 2. metacarpale 3. femur 4. tibia 5. pelvis 6. fibula 7. phalanx 8. lumbale wervelkolom 9. cervicale wervelkolom 10. thoracale wervelkolom 11. ulna 12. radius 13. humerus 14. calcaneus 15. sternum 16. costa 17. collum 18. clavicula
2. Een traumapatiënt wiens tensie daalt als gevolg van een bloeding in de buikholte heeft waarschijnlijk een: 1. peritonitis 2. leverruptuur 3. miltruptuur a. 1 en 2 b. 1 en 3 c. 2 en 3 d. 1, 2, en 3 3. Een gecompliceerde fractuur is een fractuur waarbij er a. een open verbinding met de buitenwereld is b. een beschadiging is van bloedvaten en zenuwen c. verscheidenden botfragmenten zijn d. wondinfectie is opgetreden
z065031 HdB
Pagina 21
19-1-2007
4. Een tibiaplateaufractuur is ernstig omdat: a. de bloedvoorziening ter plaatste slecht is b. de fractuur door een gewricht loopt c. door immobilisatie knieverstijving optreed 5. Bij een fractuur van …… bestaat er een groot gevaar voor het ontwikkelen van een shock door groot bloedverlies. a. de humerus b. de tibia c. de ulna d. het femur 6. Een pneumothorax wordt behandeld met: a. wonddrain b. pneumectomie c. zuigdrainage d. steriel afdekken 7. Een kinitec wordt gebruikt voor….. a. actieve oefening van de knie/arm b. passieve oefening van de knie/arm c. hulpmiddel bij mobiliseren 8. Wat zijn de belangrijkste neurologische controles? a. wekbaarheid b. pupilreactie c. knijpkracht d. alle bovenstaande antwoorden 9. Hoe ontstaan blaren naast een verse operatiewond? a. door infectie b. door voedingstekort c. door trekkrachten van van pleisters in combinatie met post-operatieve zwelling d. door krabben t.g.v. de jeuk 10.Benoem de 5 symptomen van een ontsteking: 11. Een arthrodese is……….. a. het vastzetten van een gewricht b. het rechtzetten van een gewricht c. het vernieuwen van een gewricht 12. Wat zijn packed cells? a. concentraat aan witte bloedlichaampjes b. concentraat aan erythrocyten c. alleen plasma d. concentraat aan thrombocyten
z065031 HdB
Pagina 22
19-1-2007
13.Bij een draaiende beweging van bijv. de rug spreekt men van: a. torsie b. flexie c. adductie d. pronatie 14. Wat is de belangrijkste reden dat een patiënt nuchter moet zijn voor een operatie? a. misselijkheid na de operatie b. kans op aspireren tijdens de intubatie van de patiënt c. door de narcose werken de darmen tijdelijk niet d. dit is achterhaald, patiënten mogen gewoon eten voor een operatie 15. Reken uit hoeveel druppels per minuut een infuus moet lopen als het voorschrift van de arts 2500 ml/ 24 uur is. a. 24 tot 26 druppels per minuut b. 34 tot 36 c. 20 tot 22 d. 40 tot 42 16. Welke invloed heeft bedrust op de darmfunctie? a. een verhoogde terugresorptie van vocht uit de darmen b. vermindering van de darmperistaltiek c. verwijding van de darm 17. Decubitus wordt direct veroorzaakt door: a. atrofie van weefsel b. doorbloedingsstoornissen c. uitdroging 18. 1 een decubituswond ontstaat altijd van buiten naar binnen 2 decubitus wordt mede veroorzaakt door schuifkrachten a. 1 en 2 zijn juist b. alleen 1 is juist c. alleen 2 is juist d. 1 en 2 zijn niet juist 19. Wat is het voordeel van intermitterend katheteriseren ten opzichte van een verblijfskatheter? a. er bestaat minder kans op infectie b. het is makkelijker voor de patiënt c. het versterkt de blaasbodem 20. De eerste 24 uur na het verwijderen van een blaaskatheter moet men verdacht zijn op: a. koorts b. retentie c. oedeem
z065031 HdB
Pagina 23
19-1-2007
21. Een gangreneuze wond is mede herkenbaar aan: a. een onaangename reuk b. rood weefsel c. zwart weefsel 22. Welke drie verschijnselen vindt men tegelijkertijd bij een patiënt in shock? a. langzame pols, snelle ademhaling, lage bloeddruk b. snelle polsslag, langzame ademhaling, lage bloeddruk c. snelle polsslag, snelle ademhaling, hoge bloeddruk d.snelle polsslag, snelle ademhaling, lage bloeddruk
z065031 HdB
Pagina 24
19-1-2007
Antwoordsleutel DIAGNOSTISCHE TEST verpleegafdeling orthopedie
18 9 15 13 16
10 8
5
11 12 2 7
17 3
4 6 14 1
2. Zoek de volgend botstructuren en plaats de nummers bij de juiste pijl. 19. metatarsale 20. metacarpale 21. femur 22. tibia 23. pelvis 24. fibula 25. phalanx 26. lumbale wervelkolom 27. cervicale wervelkolom 28. thoracale wervelkolom 29. ulna 30. radius 31. humerus 32. calcaneus 33. sternum 34. costa 35. collum 36. clavicula
2. Een traumapatiënt wiens tensie daalt als gevolg van een bloeding in de buikholte heeft waarschijnlijk een: 1. peritonitis 2. leverruptuur 3. miltruptuur a. 1 en 2 b. 1 en 3 c. 2 en 3 d. 1, 2, en 3 3. Een gecompliceerde fractuur is een fractuur waarbij er a. een open verbinding met de buitenwereld is b. een beschadiging is van bloedvaten en zenuwen c. verscheidenden botfragmenten zijn d. wondinfectie is opgetreden
4. Een tibiaplateaufractuur is ernstig omdat: a. de bloedvoorziening ter plaatste slecht is z065031 HdB
Pagina 25
19-1-2007
b. de fractuur door een gewricht loopt c. door immobilisatie knieverstijving optreed 5. Bij een fractuur van …… bestaat er een groot gevaar voor het ontwikkelen van een shock door groot bloedverlies. a. de humerus b. de tibia c. de ulna d. het femur 6. Een pneumothorax wordt behandeld met: a. wonddrain b. pneumectomie c. zuigdrainage d. steriel afdekken 7. Een kinitec wordt gebruikt voor….. a. actieve oefening van de knie/arm b. passieve oefening van de knie/arm c. hulpmiddel bij mobiliseren 8. Wat zijn de belangrijkste neurologische controles? a. wekbaarheid b. pupilreactie c. knijpkracht d. alle bovenstaande antwoorden 9. Hoe ontstaan blaren naast een verse operatiewond? a. door infectie b. door voedingstekort c. door trekkrachten van van pleisters in combinatie met post-operatieve zwelling d. door krabben t.g.v. de jeuk 10.Benoem de 5 symptomen van een ontsteking: 11. Een arthrodese is……….. a. het vastzetten van een gewricht b. het rechtzetten van een gewricht c. het vernieuwen van een gewricht 12. Wat zijn packed cells? a. concentraat aan witte bloedlichaampjes b. concentraat aan erythrocyten c. alleen plasma d. concentraat aan thrombocyten 13.Bij een draaiende beweging van bijv. de rug spreekt men van: a. torsie b. flexie c. adductie d. pronatie z065031 HdB
Pagina 26
19-1-2007
14. Wat is de belangrijkste reden dat een patiënt nuchter moet zijn voor een operatie? a.misselijkheid na de operatie b. kans op aspireren tijdens de intubatie van de patiënt c. door de narcose werken de darmen tijdelijk niet d. dit is achterhaald, patiënten mogen gewoon eten voor een operatie 15. Reken uit hoeveel druppels per minuut een infuus moet lopen als het voorschrift van de arts 2500 ml/ 24 uur is. a. 24 tot 26 druppels per minuut b. 34 tot 36 c. 20 tot 22 d. 40 tot 42 16. Welke invloed heeft bedrust op de darmfunctie? a. een verhoogde terugresorptie van vocht uit de darmen b. vermindering van de darmperistaltiek c. verwijding van de darm 17. Decubitus wordt direct veroorzaakt door: a. atrofie van weefsel b. doorbloedingsstoornissen c. uitdroging 18. 1 een decubituswond ontstaat altijd van buiten naar binnen 2 decubitus wordt mede veroorzaakt door schuifkrachten a. 1 en 2 zijn juist b. alleen 1 is juist c. alleen 2 is juist d. 1 en 2 zijn niet juist 19. Wat is het voordeel van intermitterend katheteriseren ten opzichte van een verblijfskatheter? a. er bestaat minder kans op infectie b. het is makkelijker voor de patiënt c. het versterkt de blaasbodem
z065031 HdB
Pagina 27
19-1-2007
20. De eerste 24 uur na het verwijderen van een blaaskatheter moet men verdacht zijn op: a. koorts b. retentie c. oedeem 21. Een gangreneuze wond is mede herkenbaar aan: a. een onaangename reuk b. rood weefsel c. zwart weefsel 22. Welke drie verschijnselen vindt men tegelijkertijd bij een patiënt in shock? a. langzame pols, snelle ademhaling, lage bloeddruk b. snelle polsslag, langzame ademhaling, lage bloeddruk c. snelle polsslag, snelle ademhaling, hoge bloeddruk d.snelle polsslag, snelle ademhaling, lage bloeddruk
z065031 HdB
Pagina 28
19-1-2007
HOOFSTUK 3. INTRODUCTIEPROGRAMMA VERPLEEGAFDELING ORTHOPEDIE Inleiding: Het programma bestaat uit een aantal activiteiten die jij je eerste dag op de verpleegafdeling met je werkbegeleider uitvoert. Daarnaast zijn er een aantal activiteiten opgenomen die in de eerste twee weken va de stageperiode kunnen plaatsvinden. Samen met de jou toegewezen werkbegeleider maak je een selectie uit de onderwerpen en zaken die voor jou van belang zijn tijdens de stageperiode. In het algemeen geldt dat je zelf bijhoudt welke activiteiten je al verricht hebt. Wanneer je niet met de vaste werkbegeleider werkt kan je aan de vervangende werkbegeleider aangeven welke onderdelen uit het programma nog aan bod moeten komen
De eerste dag: Je start de eerste dag op de afgesproken tijd op de afdeling (meestal 10 uur). Door de werkbegeleider wordt je voorgesteld aan: - aanwezige collega's - leden van andere disciplines ( bijv. arts, fysiotherapeut) - secretaresse - verpleeghulp - voedingsassistenten - interieurverzorger/ster Daarnaast krijgt je in de eerste dagen een rondleiding door het gebouw: Onderwerp
Paraaf
-
Indeling verpleegafdeling
-
Patiëntenoproepsysteem, noodbel, reanimatiemateriaal en reanimatiemelding
-
Brandblusapparatuur Brandmelding en vluchtwegen/brandtrappen
-
Garderobe en kastje
-
Operatiekamer en verkoeverkamer
-
Secretariaat orthopedie
-
Bibliotheek
-
Colloquiumkamer
-
Magazijn OV (verpleegartikelen en bedden)
Zorg ervoor dat je telefoonnummer die eerste dag genoteerd wordt! z065031 HdB
Pagina 29
19-1-2007
z065031 HdB
Pagina 30
19-1-2007