Ledenlijst WO=MEN Voorwoord
4 7
1. 1.1 1.2
WO=MEN als matchmaker Visie en missie Netwerk en actoren
9 9 9
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Lobby Algemene lobby Nederland Actualiteiten lobby Internationale lobby Het gender meer partijen initiatief
11 11 11 12 16
3. 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.4
Kennis Kennisplatform Thema’s Gender in conflictgebieden en VN Resolutie 1325 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Overige thema’s Midden Oosten en Noord Afrika (MENA)
18 18 19 19 22 26 28
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Voorlichting Ledencommunicatie Media en opiniemakers Jaarlijks evenement Website en sociale media Member updates en magazine
32 32 33 34 34 35
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
Organisatie Leden en werkgroepen Algemene ledenvergadering Planning Bestuur en Bureau
37 37 38 38 38
6.
Financieel Begroting WO=MEN
41 42
Afkortingen
2
48
3
INstItutIONELE LEdEN
INdIVIduELE LEdEN
ActionAid African Sky Arabische Lente Forum Atria AMREF Flying Doctors BDO Cordaid Defensie Vrouwen Netwerk ENERGIA Eritrea Vrouwenvereniging Fair Wear Foundation Faraasha Middle East Training & Advisory FIAN Nederland Hivos ICCO IFOR/WPP IKV Pax Christi Ileia Impunity Watch Mama Cash Mind Mukomeze Multicultural Women’s Peacemakers Network Oxfam Novib Partos Platform Vrouwen & Duurzame Vrede Rights4Change Rutgers WPF Schone Kleren Campagne Simavi Stichting Pamoja Kenia Stichting VOND Support Trust for African Development TIE-Netherlands Tosangana Vereniging van Zuid-Soedanese Gemeenschap WECF WGNRR Wilde Ganzen Yente
Rinske Bijl Tekst & Redactie Ana Arauz Ledezma Anita Mátray Anne Lay Anneke Wensing Annemarie Westendorp Anouka van Eerdewijk Bas van Bergeijk Bernadette Jansen Blanca Mendez Carin Vijfhuizen Carolien Kernkamp Cécile Fassaert Christine Verheijden Claudia Zwart Clementine Klijberg Corine Otte Cornelie Quist Dorine Plantenga Doris Alfafara Ellen Stam Ellettha Schoustra Els Rijke Elske van Erkelens Emma Jansen Esther Goedendorp Gea Meijers Gerard Wieffer Gerdien van de Vreede Gisela Dütting Godelieve van Heteren Hadewijch Klaasen Han Verhoeven Ilse van der Caaij Ina Keuper Inemarie Dekker Jan Reynders Jennifer Bushee Jens van Tricht Jitske Both
4
Joke Manders Joke Oranje Joke Hartmans Jolanda Buter Jos Hoenen Josette Dijkhuizen Julia Chatelain Karin Verbaken Kitty Bentvelsen Koos Kingma Kosta Skliris Leonie van Gils Leontine Bijleveld Lida Zuidberg Liesbeth van der Hoogte Lilian Peters Lily Hutjes-Boelaars Lin McDevitt-Pugh Loes Schenk Sandbergen Lucy Hall Lucy Maarse Maitrayee Mukhopadhyay Marc Nelissen Margot Klute Margriet de Vries Marguerite Appel Marianne Nugteren Marie-Anne van Reijen Mariël van Kempen Mariette Spigt Marija Scheeve Marike Smilde Marina de Regt Marjan van Es Matilda Rizopulos Merel Baracs Milou van der Hoek Miriam Langeveld Natashe Lemos Dekker Nikki de Zwaan
Noortje Verhart Ozden Yalim Pamela Lawson Patricia Muñoz Cabrera Reina Hekman Ruud Tevreden Saeed Mashair Sanne Holtslag Sarah de Beurs Saskia Vossenberg Saskia Ivens Selma Scheewe Sieth Delhaas Soesma Radja Steven Schoofs Suman Korenhof-Taneja Tamara Kool Tessa Roorda Thera van Osch Thirza Bronner Trudy van Ommeren Vanessa Hoen Verona Groverman Wieke Vink Zairah Khan
WO=MEN kijkt terug op een turbulent 2012. Een jaar vol politieke verrassingen en onverwachte kansen. Zo viel het kabinet Rutte I in het voorjaar. De leden van WO=MEN reageerden snel met een doeltreffende lobbyactie. Ook vond in de zomer de lancering van Gender Meer Partijen Initiatief plaats. Negen politieke partijen toonden hiermee hun politieke betrokkenheid om gender op de politieke agenda te houden. Het thema ‘vrouwen in conflictgebieden’ breidde zich verder uit in 2012. Zo werd er een start gemaakt met de coördinatie van de uitvoering van de opvolger van het Nationaal Actie Plan (NAP). NAP II richt zich met name op vrouwelijk leiderschap en participatie in conflictgebieden en transitielanden. Zes landengroepen werden in het leven geroepen, met een focus op Afghanistan, Burundi, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Soedan en Zuid-Soedan, en de MENA-regio. In 2012 verdiepte de samenwerking tussen WO=MEN en het ministerie Defensie. In september vond de militaire oefening ‘Peregrine Sword’ plaats, waarbij 7000 militairen onder meer getraind werden op een verandering in hun mindset ten aanzien van de rol van vrouwen in oorlogsgebieden. Ter voorbereiding schreef WO=MEN verschillende verhaallijnen waarin de het perspectief van vrouwen op verschillende wijze aan bod kwam. Op internationaal niveau, daarentegen, stond de rechtspositie van vrouwen in 2012 flink onder de druk. Dat bleek uit de jaarlijkse sessie van de VN Commission on the Status of Women (CSW) waar conservatieve krachten zich voor het eerst hadden verenigd. Een goed gecoördineerde ‘reactieve lobby’ van het Vaticaan, enkele conservatieve Europese landen en islamitische staten resulteerde in de blokkering van gender issues op de politieke agenda. Met als gevolg dat in 2012 op de CSW geen slotovereenkomst kon worden getekend. Een indicatie dat gendergelijkheid steeds verder politiseert en polariseert. Tot slot was 2012 ook belangrijk jaar voor het kantoor van WO=MEN. Met een gesloten beurs verhuisde het bureau naar een ruimere locatie aan de Korte Poten 9B. Het nieuwe pand ligt op steenworp afstand van hartje politiek Den Haag en zal in de aankomende jaren fungeren als een laagdrempelige netwerklocatie voor de leden en politieke contacten. Iedereen is welkom om binnen te lopen, even bij te kletsen of een kop koffie te drinken. Gewoon doen!
Elisabeth van der Steenhoven Directeur WO=MEN
Wangari Maathai
WO=MEN is een netwerk. Alle activiteiten die door het bureau worden uitgevoerd zijn erop gericht het netwerk verder op te bouwen en te versterken. Het WO=MEN bureau is een spin in het web. Via het bureau, de activiteiten en de contacten ontmoeten mensen elkaar, wisselen informatie uit en enthousiasmeren elkaar. WO=MEN heeft de kennis in huis om de vraag aan informatie vanuit diverse onderdelen van de samenleving te beantwoorden en op basis van die kennis initiatieven met elkaar te verbinden. Dat heet matchmaking. De belangrijkste functie van het leggen van nieuwe verbintenissen en contacten is om daarmee de impact van het netwerk op het beleid en de praktijk van mondiale genderrechtvaardigheid te vergroten. Een aantal voorbeelden van verschillende types matchmaking door WO=MEN in 2012: • Evert Vermeer Stichting en WO=MEN lid en mede oprichter Hivos over een gender-case in het kader van coherentie van beleid; • WECF, BothEnds en genderconsultant Saskia Ivens op het gebied van gender en water; • Minister van Bijsterveldt (OCW) in contact met de Wereldomroep tijdens de CSW; • Gary Barker van MenEngage gelinked aan de Globaliseringslezing, Rutgers WPF, Women’s Peacemakers Program (WPP); • Informeren consultant Artsen zonder Grenzen over kennis en beleid omtrent het omgaan met mannelijke slachtoffers van seksueel geweld; • Contact met Rusland medewerker Buitenlandse Zaken in verband met FREE Pussy Riot; • Meedenken over een Nederlands/Turkse expertbijeenkomst in Turkije over geweld tegen vrouwen.
De missie van WO=MEN die hieruit volgt is: door het bevorderen van bewustzijn, kennis, samenwerking en beleidsbeïnvloeding draagt WO=MEN bij aan gender mainstreaming, empowerment van vrouwen en het betrekken van mannen bij het definiëren en realiseren van genderrechtvaardigheid.
1.2 NEtWERK EN ACtOREN Het WO=MEN netwerk is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Eind 2012 telt WO=MEN 134 leden (zie tevens hoofdstuk 5). De vraag die we onszelf voortdurend stellen is: Wat kun je als individu of organisatie alleen niet bereiken, maar samen wel? WO=MEN speelt een belangrijke rol in het samenbrengen van een grote diversiteit aan spelers die de visie van WO=MEN delen en zich hiervoor willen inzetten. Steeds vaker weten geïnteresseerden WO=MEN te vinden met vragen over internationale samenwerking, gender (on)gelijkheid, emancipatie, en de rollen die vrouwen en mannen hierin spelen. WO=MEN heeft de kennis en expertise om deze vragen te beantwoorden of door te verwijzen naar derden. Voor de periode 2012-2015 heeft WO=MEN drie interventie strategieën geformuleerd: lobby, kennis en voorlichting.
1.1 VIsIE EN MIssIE De visie van WO=MEN is: Mondiale genderrechtvaardigheid - een wereld waarin mensen van alle seksen en genders vrij zijn in hun keuzes en gelijk zijn in hun rechten en kansen, en daarnaar handelen en behandeld worden.
8
9
2.1 ALGEMENE LOBBy NEdERLANd
Farida van Bommel, Multicultural Women Peacemakers Network
“Het begon in 2011. Vanuit het platform ‘vrouwen en duurzame vrede’ organiseerden we een bijeenkomst over de rol van vrouwen in vredesprocessen. Ik vertelde over wat wij op de Molukken doen. Andere diasporavrouwen vertelden hun verhalen. Onze ervaringen bleken nauw aan te sluiten bij de doelstellingen van ‘NAP 1325’. Via Annemiek de Los santos van Buitenlandse Zaken werden we uitgenodigd op het ministerie om te praten over wat wij doen aan ‘resolutie 1325’. sindsdien worden we regelmatig betrokken bij overleggen, zoals bij de landenvoorstellen voor NAP II. deze erkenning hebben we onder andere te danken aan de lobby van WO=MEN richting de beleidsmakers. WO=MEN heeft afgelopen jaar maatschappelijke organisaties bij elkaar gebracht in de Werkgroep 1325, de landengroepen en de NAP bijeenkomsten.
Het duizelde ons soms: er is de werkgroep 1325, dan de focus werkgroepen, dan weer de NAP-bijeenkomsten. Bovendien lag het tempo in de vergaderingen erg hoog, ik moest me enorm concentreren. dat hoorde ik ook van andere vrouwen om me heen. Wij – de diasporavrouwen - wilden overal aan mee doen, maar intussen zijn we ook druk zijn met onze eigen organisaties. We zijn allemaal vrijwilligers, dus het komt bovenop onze ‘gewone’ werkzaamheden. Het was een uiterst intensief jaar.”
Lobbygroep WO=MEN heeft een hele actieve lobbygroep die veel samenwerkt met het bureau. Deze groep bestaat onder andere uit lobbyisten van lidorganisaties die genderlobby meenemen in hun normale lobbywerk. Binnen de lobbygroep worden de activiteiten op elkaar afgestemd, zodat Kamerleden (of anderen) niet simultaan van twee verschillende kanten worden benaderd voor hetzelfde onderwerp. Dankzij de lobbygroep blijven de leden betrokken bij het onderwerp gender en bij de verschillende activiteiten die worden ontplooid. WO=MEN blijft zich op haar beurt verdiepen in activiteiten van de leden. Hoewel de genderlobby de wind in de rug lijkt te hebben, staat ontwikkelingssamenwerking als geheel steeds meer onder druk. Door de (dreigende en geplande) bezuinigingen op het budget van Ontwikkelingssamenwerking moest er in 2012 omzichtiger worden geopereerd dan voorheen. Voortdurend werd afgewogen in welke mate er ruimte was voor de genderlobby. Output: • Formele en informele gesprekken met Tweede Kamerleden, politiek assistenten en de top van het ministerie van Buitenlandse Zaken; • Internationaal: samenbrengen civil society voor CSW lobby; • Politieke agenda en ontwikkelingen worden aangeboden aan de leden via de Member Updates; • Lobby training diaspora-organisaties; • Lobby tijdens verkiezingen met als doel het beïnvloeden van verkiezingsprogramma’s genderbriefings nieuwe Tweede Kamerleden (CDA, PvdA, D66); • Brieven, nota’s en presentaties. Resultaten: • Realisatie Gender Meerpartijen Initiatief om gender in buitenlandperspectief blijvend op de politieke agenda te houden; • Verbeterd contact met nog zittende Tweede Kamerleden met ontwikkelingssamenwerking in portefeuille;
10
• Contact gestart met nieuwe Tweede Kamerleden met ontwikkelingssamenwerking in portefeuille; • Gender opgenomen in groot aantal verkiezingsprogramma’s (PvdA, CDA, D66, ChristenUnie, Groenlinks, Partij voor de Dieren); • Genderbudget: 2012 € 45 miljoen (inclusief verdwenen € 3 miljoen) en exclusief op de valreep toegezegde € 2 miljoen voor UN-women. Het budget komt in 2013 op 52,5 miljoen (inclusief tien miljoen toegezegd voor FLOW-fonds); • Motie Ferrier over bedrijfsleveninstrumentarium aangenomen; • Gender benoemd in mensenrechtenbeleid; • Goed lopende lobbygroep nationaal en samenwerking voor internationale lobby.
2.2 ACtuALItEItEN LOBBy Soms dienen zich onverwacht kansen aan om aandacht voor gender te vragen, of zetten negatieve gebeurtenissen verworvenheden op het gebied van gendergelijkheid onder druk. In 2012 waren dat onder andere de val van het kabinet met de daaropvolgende verkiezingen. Val kabinet en verkiezingen De val van het kabinet in april 2012 zette het geplande (tweesporen)beleid van WO=MEN tijdelijk in de wacht. Tijdens de verkiezingscampagne die volgde, ging het vooral over de thema’s economie, Europa en zorg. Toch lukte het de leden van WO=MEN om genderrechtvaardigheid op de agenda te houden. WO=MEN had in 2010 al ervaring opgedaan met een vallend kabinet en kon op deze ervaring teruggrijpen. Het was nu dan ook belangrijk om nieuwe woordvoerders te informeren op het gebied van gender en tegelijk de betrokkenheid en kennis van de zittende woordvoerders niet te verliezen. WO=MEN organiseerde daarom, zowel tijdens als na de verkiezingen, zogeheten gender briefings: bijeenkomsten van ongeveer een uur waarbij leden van het WO=MEN netwerk worden ingezet om woordvoerders bij te praten over het belang van gender. CDA Kamerlid Raymond Knops bijvoorbeeld was een van de eersten die een briefing kreeg. Knops werd
11
bijgepraat door iemand van de politie die betrokken was bij een trainingsmissie naar Afghanistan. In de briefings is ook het onderwerp ‘Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten’ (SRGR) regelmatig aan de orde gekomen. In de aanloop van de verkiezingen hebben leden van WO=MEN zich georganiseerd om in de verkiezingsprogramma’s van de verschillende partijen gender aan de orde te laten komen. In veel programma’s is dat gelukt. In het brede politieke spectrum is er overeenstemming dat er geïnvesteerd moet worden in vrouwen. Hoe dat dan precies moet, daar wordt door politieke partijen verschillend over gedacht. Na de verkiezingen zijn nieuwe Kamerleden door WO=MEN op de hoogte gebracht van de voornemens van hun voorgangers. Met verschillende parlementariërs zijn introducerende gesprekken gevoerd. Voor de politici zelf hadden deze gesprekken het voordeel dat ze via WO=MEN in contact kunnen komen met een brede dwarsdoorsnede van het werkveld. Pussy Riot flashmob De opgebouwde interesse in gendervraagstukken bij diverse Kamerleden bleek ook uit hun betrokkenheid bij de flashmob die WO=MEN op 31 augustus organiseerde naar aanleiding van de arrestatie van bandleden van punkband Pussy Riot in Moskou na een optreden waarin zij de banden tussen Poetin en de patriarch van de Orthodoxe kerk ter discussie stelden. Op 17 augustus zijn de drie veroordeeld tot twee jaar werkkamp. De demonstratie die WO=MEN organiseerde was geheel in Pussy Riot-stijl met vlaggen, korte rokjes, bivakmutsen, toeters en hardcore punkmuziek. Verschillende Kamerleden deden mee met de actie, waaronder Klaas Dijkhoff (VVD), Harry van Bommel (SP) Desiree Bonis en Astrid Oosenburg (PvdA). Klaas Dijkhoff, Desiree Bonis en Harry van Bommel namen het woord tijdens de actie. Er waren verschillende vertegenwoordigers van de pers aanwezig. Zo besteedde Powned aandacht aan het onderwerp en deed het ANP verslag. Ook werden de foto’s van de flashmob bij verschillende artikelen geplaatst in een paar landelijke kranten en tientallen lokale dag/weekbladen. De actie heeft er helaas (vooralsnog) niet toe geleid dat Poetin de veroordeling van Pussy Riot heeft teruggedraaid.
12
2.3 INtERNAtIONALE LOBBy Conservatieve lobby Internationaal staat de rechtspositie van vrouwen onder druk. De afspraken waaraan de lidstaten zich committeerden tijdens de vierde Wereldvrouwenconferentie van de VN in Beijing (1995) zijn niet meer vanzelfsprekend. De vooruitgang stagneert. De laatste jaren is er steeds meer sprake van een ‘reactieve lobby’ om zaken op het gebied van genderrechtvaardigheid van de agenda af te voeren. Die lobby wordt vanuit diverse kringen gevoerd: vanuit de Arabische wereld, vanuit verschillende Afrikaanse landen en vooral ook vanuit het Vaticaan. Deze “unholy alliance” bestaat uit voorvechters van traditionele man/vrouw rolverdelingen. Hun angst is vooral dat door het bespreken van gender-issues, ook zaken als de rechten van seksuele minderheden en het homohuwelijk op de agenda komen. Een duidelijke indicator dat conservatieve krachten op dit gebied actief zijn is dat tijdens de jaarlijkse VN Commission on the Status of Women (CSW) in 2012 geen slotovereenkomst is gesloten. Men kon het niet eens worden over gebruik van eerder in VN-kringen geaccepteerde begrippen als gendergelijkheid en seksuele en reproductieve rechten. De Europese vertegenwoordigers wilden geen goedkeuring verlenen aan een tekst waarin deze onderwerpen ondergesneeuwd zouden zijn. Een ander voorbeeld van de weerstand die er is tegen “gender” kwam tijdens de Rio+20 onderhandelingen, in Rio de Janeiro in juni 2012. In het slotdocument over duurzaamheid en groene economie is, tot teleurstelling van velen, de gendercomponent vrijwel verdwenen. Duidelijk is dat gender gelijkheid zich ontwikkeld heeft tot een politiek issue van de hoogste orde. Het politieke spel wordt hard tegen hard gespeeld. Commission on the Status of Women (CSW) Eind 2011 is WO=MEN begonnen met het in kaart brengen van de conservatieve lobby bij de VN, met name bij de CSW. De inhoudelijke agenda van onder andere het Vaticaan, verschillende islamitische staten, en conservatieve Europese landen (Malta,
Polen, Ierland) is in kaart gebracht. Ook is een overzicht gemaakt van de organisaties die tegen gender en SRGR lobbyen. Deze studie is gedeeld met leden en andere geïnteresseerden. Vanwege de gevoeligheid van de informatie is deze overigens niet op de WO=MEN website terug te vinden. Ook is in kaart gebracht welke progressieve en gematigde organisaties actief zijn bij de CSW. Deze zijn benaderd om de onderlinge afstemming in de lobby te verbeteren. WO=MEN afgevaardigden naar de CSW hebben verschillende skypecalls en voorbereidende briefings opgezet, onder andere met leden van progressieve regeringsdelegaties. Uit reacties blijkt dat WO=MEN gewaardeerd wordt om haar coördinerende rol voor, tijdens en na de CSW. De afgevaardigde van WO=MEN coördineerde de contacten tussen de regeringsdelegatie en het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld in het mobiliseren voor een lunchbijeenkomst met de Nederlandse minister van OCW. Tijdens de CSW hield WO=MEN een goed gelezen blog bij (http://womenin newyork.blogspot.nl/) waarop dagelijks relevante ontwikkelingen met de achterban werden gedeeld. Jaarlijks organiseert WO=MEN samen met E-Quality (sinds medio 2012 Aletta-E-Quality, tegenwoordig genaamd Atria) en de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) een voorbereidende bijeenkomst over de aankomende CSW. In 2012 was het hoofdthema van de CSW ‘empowerment van rurale vrouwen’. Op 6 december 2012 werd het hoofdthema van de CSW in 2013 besproken: ‘geweld tegen vrouwen’. Er is een stijgende lijn te zien: waren er in december 2011 nog 25 aanwezigen bij de consultatie, in december 2012 waren dit er 40. Bovendien geven elk jaar Nederlandse organisaties op het gebied van gender de regeringsdelegatie die Nederland vertegenwoordigt in de CSW aanbevelingen mee. In 2012 leek een groot succes te zijn behaald doordat een door WO=MEN en E-Quality aangeleverde tekst over vrouwenrechten werd overgenomen door de Europese delegatie en vervolgens werd aangenomen door de CSW. Helaas eindigde de CSW zoals bekend zonder overeenkomst en werd dit succes dus niet verzilverd. Tijdens de voorbereidende bijeenkomsten konden de
aanwezigen ook kennismaken met de nieuwe Nederlandse VN Vrouwenvertegenwoordigers Anke Vervoord (2012) en Josette Dijkhuizen (2013). Outputs: • Meer dan 40 deelnemende organisaties en personen aan de maatschappelijk middenveld consultatie; • 1 mapping studie over de conservatieve lobby, agenda en actoren, en een mapping van de gelijkgestemde pro-gender actoren; • 1 gezamenlijk NGO statement en aanbevelingen betreffende het hoofdthema; • Voorlichting achterban via mailings en intensief gebruik social media, zoals blog http://womeninnewyork.blogspot.com, facebook en twitter; • Stijging van ruim 40% in twitter-volgers en tot 170 blog-pageviews per dag, van over de hele wereld. Resultaten: • Mede bijgedragen aan het tegenhouden van reactionaire lobby. • Toename belangstelling voor de CSW; inzicht dat behoud van gemaakte afspraken van Beijing 1995 intensieve samenwerking van pro-gender actoren vereist. Verder kijken: na 2015 Internationaal wordt 2015 een belangrijk jaar: de Millennium Development Goals (MDG’s), acht doelen die beogen de levens van de armsten in de wereld te verbeteren, lopen in dat jaar af. Op dit moment wordt onderhandeld over een nieuw internationaal kader voor ontwikkeling en duurzaamheid als opvolging voor de huidige MDG’s. Het zal nog een hele strijd worden om te waarborgen dat vrouwenrechten, gendergelijkheid en -rechtvaardigheid hierin goed verankerd zullen worden. Internationale vrouwenrechtenorganisaties verenigingen zich, maar het is nog zeer onduidelijk hoe het proces rondom de nieuwe internationale agenda zal worden vormgegeven. Post-2015 agenda Dinsdag 11 december nam WO=MEN samen met Rutgers WPF, Share-Net en WECF de lead in een consultatie van het maatschappelijk middenveld over
13
dewi suralaga, Beleidsadviseur Cordaid
“WO=MEN is heel goed in het samenbrengen van alle verschillende stemmen tot één gezamenlijk standpunt. dat is bijvoorbeeld gebeurd rondom de discussie voor het genderbudget en rond de lobby voor het tweesporen genderbeleid. dat is echt de toegevoegde waarde van het genderplatform. Er is nog één ding wat beter kan en dat is de communicatie naar buiten. Elk netwerk, inclusief WO=MEN heeft een uitdaging op communicatie gebied, namelijk: worden we gezien als een netwerk of als een enkele organisatie? WO=MEN is een netwerk en geen organisatie op zichzelf. Ze vertegenwoordigt de stem van haar leden, maar in sommige gevallen merk je dat dit niet duidelijk was. Ik kwam terug van New york afgelopen week waar de Commission on the status of Women bij elkaar kwam. WO=MEN werd geprezen vanwege de geslaagde
lobby voor een verhoogd genderbudget. Gelukkig werd uitgelegd dat het om een netwerk gaat en niet om WO=MEN alleen. Het is ook niet de fout van WO=MEN dat alle krediet naar hen gaat. Het is gewoon een blijvend punt van aandacht in de communicatie, waarin steeds moet worden benadrukt dat het de Nederlandse ngo’s lukt om zichzelf te organiseren in een succesvol gender platform. dáár zit de kracht van WO=MEN. In een gezamenlijke stem.”
n Daar zit de krWacOhtMvaEN 14
‘de post 2015 agenda’. Een gevarieerd gezelschap van veertig organisaties/individuen werd geïnformeerd over de verschillende processen die er spelen rond de nieuw te vormen agenda voor internationale samenwerking (zoals de International Conference of Population and Development (ICPD), de evaluatie van de MDG’s, de nieuwe Sustainable Development Goals (SDG’s) en het Beijing+20 proces in 2015). Op grond van deze informatie en de bij de deelnemers aanwezige expertise werd er gebrainstormd over aanbevelingen op het gebied van gender gelijkheid, mensenrechten, SRGR en duurzaamheid. Deze aanbevelingen worden begin 2013 aan het ministerie van Buitenlandse Zaken aangeboden en besproken. Daarbij wordt aangestuurd op afstemming tussen verschillende departementen van het ministerie en betrokkenen binnen het maatschappelijk middenveld. 2015 is ook het jaar van een eventuele volgende Wereldvrouwenconferentie, twintig jaar na Beijing. Het idee voor ‘Beijing+20’ is gelanceerd door de Secretaris-Generaal van de VN, Ban Ki-moon en de voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN, Nassir Abdulaziz Al-Nasser. Met het gegeven van de unholy alliance lobby in het achterhoofd, is niet iedereen voorstander van Beijing+20. Mogelijk zal zo’n conferentie leiden tot een verdere afbraak van de vooruitgang die sinds 1995 behaald is. Aan de andere kant is er behoefte aan vernieuwde aandacht voor man-vrouw verhoudingen en gendergelijkheid. Op 21 juni ontmoetten, op initiatief van WO=MEN, zo’n veertig vrouwen vanuit verschillende organisaties elkaar om de uitdagingen en risico’s van Beijing+20 te bespreken. Onder andere discussieerden zij over de positie die de Nederlandse regering tijdens zo’n internationale top zou moeten innemen. Er werden aanbevelingen geformuleerd die aan het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn aangeboden. Er hebben een aantal vervolggesprekken plaatsgevonden en WO=MEN heeft mogelijke alternatieve modellen voor de viering van Beijing+20 uitgewerkt. Eind 2012 was er nog niet duidelijk of Beijing+20 doorgang zal vinden. Outputs • 1 consultatiebijeenkomst over Beijing+20 met ongeveer 40 deelnemende organisaties;
• 1 briefing paper met aanbevelingen + 1 briefing paper met alternatieve modellen voor “viering” Beijing+20; • 2 strategiesessies met MinBuZa en ongeveer 10 afgevaardigden van maatschappelijk middenveld; • 1 consultatie met ongeveer 40 deelnemende organisaties over Post-2015 en de Nederlandse inzet voor mensenrechten, gender equality en SRGR; • 1 briefing paper met aanbevelingen over de Nederlandse inzet bij Post-2015. Resultaten • Agendering van gender in het Post-2015 traject. • Versterkte afstemming (visieontwikkeling) binnen Departmenten op het Ministerie over de inzet voor gender equality en SRGR bij Post-2015. Committee on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW) WO=MEN is lid van de ‘binnenring’ van het Netwerk VN Vrouwenverdrag. Via de website en digitale member updates deelt WO=MEN informatie en nieuws over CEDAW. Op 13 september organiseerde het netwerk een voorlichtingsbijeenkomst over hoe Nederlandse NGO’s met partners in het Zuiden een rol kunnen spelen bij het indienen van een klacht bij CEDAW tegen een van de Zuidelijke landen. Op 29 november kwam CEDAW-rapporteur Violeta Neubauer op uitnodiging van het netwerk naar Nederland om te reageren op de tussenrapportage van de regering over geweld tegen vrouwen en mensenhandel. Europa WO=MEN was aangesloten bij Women in Development Europe (WIDE), een Europees netwerk van vrouwenorganisaties, ontwikkelingsorganisaties, genderspecialisten en actvisten voor vrouwenrechten. In 2012 is WIDE opgeheven. WO=MEN heeft met steun van Hivos geprobeerd om het netwerk nieuw leven in te blazen. Het opzetten van een formele structuur lukte uiteindelijk niet. Momenteel is de Europese lobby op het gebied van gender in Europa ernstig verzwakt. Onder andere om dit gat te dichten heeft WO=MEN het afgelopen jaar een start gemaakt met het in kaart brengen van wat de behoeftes zijn op het gebied van lobby richting de Europese Unie
15
en wie de relevante spelers zijn in “Brussel”. Ook is WO=MEN ad-hoc ingesprongen op een aantal lobbykansen en behoeften op Europees niveau. Bij verschillende bijeenkomsten van het Europees Parlement hebben WO=MEN leden vrouwen uit de MENA-regio (waaronder Hoda Badran en Hibaaq Osman) begeleid, zodat zij het belang van vrouwenrechten in conflictsituaties konden overbrengen. Ook heeft WO=MEN met succes gelobbied om gender beter verankerd te krijgen in de subsidiekaders voor projecten in de MENA-regio. De Raad van Europa heeft samen met Europese Commissie 4,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor projecten in en rondom Europa, verbonden aan de ‘neighbourhood policy’, dit zijn de relaties van de EU met haar ‘buren’. Het is de vraag of dit geld ook ingezet gaat worden om vrouwenrechten in de buurlanden van de EU te promoten. WO=MEN lid Anje Wiersinga bereidde in 2012 verschillende moties voor om vrouwenrechten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika in het Europarlement aan te kaarten. In 2012 inventariseerde zij bovendien de behoeften van vrouwen in de MENA-regio. Begin 2013 worden de resultaten van deze inventarisatie, bestaande uit een beschrijving van de situatie van vrouwen per land gebaseerd op hun eigen beleving, bij de Raad van Europa gepresenteerd. Outputs: • Start mapping studie Europarlementariërs en eerste contacten met hen; • Mapping studie door WO=MEN lid over vrouwenrechten in de MENA. Resultaten: • Aandacht voor gender in EU MENA-beleid. • Aantal Europarlementariërs geprikkeld voor vrouwenrechten, breed en met name in de MENA.
2.4 HEt GENdER MEER PARtijEN INItIAtIEF
zogenoemde Gender Meer Partijen Initiatief (GMPI) toonden negen politieke partijen (VVD, CDA, Groen Links, D66, PvdA, CU, SP, Partij voor de Dieren en de 50plus Partij) in de Tweede Kamer hun commitment aan gender. WO=MEN had voordat het kabinet sneuvelde veel tijd gestoken in zogenaamde gender briefings. In deze briefings brachten WO=MEN woordvoerders ontwikkelingssamenwerking van verschillende partijen op de hoogte van ontwikkeling op het gebied van gender. Na de val van het kabinet stimuleerde WO=MEN de verankering van de kennis van Kamerleden op het gebied van gender. Enkele maanden later tekenden de nieuwe Kamerleden het Gender Meer Partijen Initiatief (GMPI).
Doelstellingen GMPI: • Nederland heeft oog voor de positie en kansen van vrouwen wereldwijd; • Nederland erkent de rol van vrouwen in conflictgebieden en transitielanden en stimuleert hun participatie in democratische processen; • Nederland zet zich in voor de economische zelfstandigheid van vrouwen; • Nederland ondersteunt vrouwen in de landbouw; • Nederland is trots op haar inzet en expertise op het gebied van gender en vrouwenrechten en draagt dat uit.
Het belang van het GMPI is dat betrokken politici en hun partijen blijvend aangesproken kunnen worden op hun commitment: ze hebben ervoor getekend. Voor WO=MEN is hiermee een belangrijke doelstellingen bereikt, namelijk dat het onderwerp gender regelmatig op de politieke agenda van de Tweede Kamer verschijnt en daardoor onder de aandacht blijft. VVD-Kamerlid Ingrid de Caluwé deelt het voorzitterschap met Margriet van der Linden, hoofdredacteur van Opzij. Tweede Kamerleden Marit Maij (PvdA) en Sjoerd Sjoerdsma (D66) zijn beiden vice-voorzitter. WO=MEN zal de griffie en de Tweede Kamer ondersteunen bij het organiseren van verdiepingsbijeenkomsten. De eerste daarvan zal gaan over vrouwen in conflictgebieden en VN resolutie 1325. Het secretariaat van het GMPI volgt de buitenlandagenda en informeert alle deelnemers over relevante overleggen en evenementen, het secretariaat doet voorstellen voor bijeenkomsten, en informeert de Tweede Kamer over gender. Bovendien benadert het secretariaat de pers, over de politieke ontwikkelingen op het gebied van gender. Het is niet de taak van het GMPIsecretariaat te lobbyen voor moties en amendementen.
De val van kabinet Rutte I leidde onverwachts tot een geslaagde lobbyactie voor WO=MEN. Met het
16
17
3.1 KENNIsPLAtFORM Gender actie-leertraject In 2012 werd een anderhalf jaar durend leertraject over gender succesvol afgerond. Dit traject werd gecoördineerd door het WO=MEN bureau in samenwerking met PSO. Doel was het genderbeleid en de genderpraktijk van de organisaties die aan het traject deelnamen, te versterken. De oplossingen voor de dilemma’s die bij organisaties speelden, bleken voor elke organisatie verschillend en vroegen dus om maatwerk. Daarnaast zijn er ook gedeelde lessen gevonden. IICD, Transnational Information Exchange (TIE), Multicultural Women Peace Makers Network (MWPN), Civicus, Justitia et Pax en Dorcas, namen deel aan het traject. Elke organisatie stelde een eigen leervraag op, die betrekking had op de samenwerking met een specifieke partnerorganisatie en diende daar een voorstel voor in. De leervragen vormden de rode draad in het actie-onderzoek waar iedere deelnemer vervolgens mee aan de slag ging. In deze vorm van onderzoek analyseren en verbeteren organisaties via een leercyclus hun eigen beleid en praktijk. Naast deze individuele trajecten werden bovendien centrale leervragen geformuleerd. Wat willen we als organisaties bereiken op het gebied van gender, en hoe vertalen we dat concreet naar de praktijk? Wat is de rol van de partnerorganisatie en welke rol heeft de donor? Tessa Roorda, beleidsadviseur bij PSO en Sophie Kesselaar en Joni van de Sand, beleidsmedewerkers bij WO=MEN namen de coördinatie van het traject voor hun rekening. Bovendien coachten zij de organisaties bij formuleren van hun vragen en het zoeken naar antwoorden. Zij werden hierbij inhoudelijk ondersteund door Anouka van Eerdewijk van de Katholieke Universiteit Nijmegen en Annemarie van Westendorp, senior docent op het gebied van gender aan (onder andere) de Universiteit Wageningen. Een algemene les waarvan iedereen tijdens het traject overtuigd raakte, was het belang om gender en genderbeleid zo concreet mogelijk te formuleren.
18
Gender is niet alleen een buzzword maar ook een fuzzword. Vaak is niet duidelijk wat er precies mee bedoeld wordt. Elke context, programma en organisatie zien er echter weer anders uit en worden ook door andere krachten gedreven. Het is dus van belang de visie op gender en gendergelijkheid, terug te brengen naar concrete doelen binnen een bepaald programma in een bepaalde regio. Als je concrete doelen kunt stellen, ben je beter in staat deze te bereiken. De door de projectgroep geschreven publicatie ‘Moving beyond checklists’ ging vooral in op de dilemma’s en struikelblokken in stap van beleid naar praktijk. Juist de praktijkvoorbeelden en het leren van specifieke voorbeelden, maakten inzichtelijk hoe je doelstellingen op het gebied van gendergelijkheid in de praktijk het beste kunt aanpakken. Er is niet een one size fits all genderbeleid. Voor elke organisatie spelen andere kwesties, maar het leren van elkaar vergroot ieders capaciteit om de betreffende situatie een passende oplossing te vinden. De eerste exemplaren van ‘Moving beyond checklists’ zijn overhandigd aan de medewerkers van Dorcas Aid International en hun Roemeense medewerkster, en aan het hoofd van de gender-unit van Buitenlandse Zaken, Irma van Dueren. De gehele publicatie is op http://issuu.com/dutchgenderplatform/docs/pso_mo ving_beyond_checklists te lezen. Hoewel het leertraject afgerond is, bleek er bij de deelnemende organisaties nog veel interesse om het leren van elkaar te continueren. PSO is inmiddels opgeheven en WO=MEN onderzoekt de mogelijkheden om het leertraject samen met de deelnemende organisaties voort te zetten. Output: • Publicatie ‘Moving beyond Checklists’ is positief ontvangen bij verschillende leden, betrokkenen en deelnemers van het traject en hun achterban en is 193 keer gedownload (eind december 2012); • De deelnemers hebben een gender-leervoorstel geformuleerd en uitgevoerd; • 11 leerbijeenkomsten gedurende het traject; • Er zijn gastsprekers uitgenodigd om hun genderpraktijk toe te lichten;
• 3 intervisie-sessies tijdens de leerbijeenkomsten • 2 ‘kritische vrienden’ van wetenschappelijke instellingen hebben het leerproces met feedback en input ondersteund; • De deelnemers schreven twee reflectierapporten waarin ze hun ervaringen en inzichten deelden; • Individuele coaching van deelnemers door de procescoordinatoren; • Slotevent bezocht door 50 belangstellenden; • Doelgerichte actieplannen voor de deelnemende organisaties ten aanzien van hun genderbeleid en -praktijk in de toekomst. Resultaten: • Kennisgebied over hoe je genderbeleid in je praktijk verankerd is vergroot; • 6 deelnemende organisaties hebben hun genderbeleid en -praktijk verbeterd.
3.2. tHEMA’s 3.2.1 Gender in conflictgebieden en VN Resolutie 1325 Vrouwen in conflictgebieden vormen een belangrijk thema in het werk van WO=MEN. Vrouwen spelen een cruciale rol in het oplossen van conflicten. In resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties wordt deze positie van vrouwen in de voorkoming en oplossing van conflicten erkend evenals de noodzaak om ze daar dan ook in gelijke mate bij te betrekken. De resolutie – in oktober 2000 unaniem aangenomen door de leden van de Veiligheidsraad – onderschrijft het belang van genderaspecten in vredesoperaties. De resolutie vraagt lidstaten om een grotere vertegenwoordiging van vrouwen op alle beslissingsniveaus en op zichtbare posities, om erkenning van de behoeften en de mogelijkheden van vrouwen en meisjes in conflicten en om het respecteren van hun rechten. Verschillende werkgroepen van het WO=MEN netwerk houden zich bezig met de resolutie, waarvan de VNVR (Verenigde Naties Vredes Resolutie) werkgroep de belangrijkste is. Om de resolutie 1325 uit te voeren, is in 2008 in Nederland een eerste nationaal actieplan (NAP 20082011) ontwikkeld waarin de Nederlandse overheid
en maatschappelijke organisaties gezamenlijk optrekken. Rapport over uitvoering 1325 De Werkgroep 1325 richt zich op het controleren en beïnvloeden van het beleid van de Nederlandse overheid met betrekking tot resolutie 1325. Het is bovendien een plek waar organisaties ervaringen kunnen uitwisselen. De werkgroep is in 2012 vier keer samen gekomen. Ze werkte onder andere samen met het Global Network of Women Peacebuilders (GNWP). Dit netwerk lobbyt bij de VN voor gender en vraagt lokale NGO’s elk jaar een schaduwrapport te schrijven over de uitvoering van resolutie 1325 door hun overheid. Deze rapporten worden gepresenteerd aan de VN. De VNVR 1325 werkgroep schreef in 2012 zo’n rapport over de activiteiten van de Nederlandse overheid met betrekking tot resolutie 1325. Resolutie 1325 vraagt om het toepassen van de aanbevelingen uit de resolutie in alle conflictgebieden, dus niet alleen in de focuslanden van het Nationaal Actie Plan dat Nederland ten behoeve van resolutie 1325 heeft ontwikkeld. In landen die niet in het NAP vallen zoals Irak, Mali, Angola, Sierra Leone en de Filipijnen is de resolutie ook van toepassing is en is de overheid verplicht 1325 uit te voeren. Ook hebben inspanningen van de Werkgroep 1325 ertoe geleid dat de overheid aan de Tweede Kamer verantwoording aflegt over de Nederlandse implementatie van de resolutie 1325 middels een periodieke Stand van Zaken brief. Enkel het plan van de Werkgroep om gender en 1325 te laten verankeren in de plannen en rapportages van ambassades is nog niet gelukt. In 2013 zal die inspanning worden voortgezet zodat Nederlandse resultaten goed gemonitored kunnen worden. Coördinatie NAP 1325 Eind 2011 werd, gecoördineerd door WO=MEN, het tweede actieplan (NAP II) opgesteld voor de periode 2012-2015. NAP II focust op vrouwelijk leiderschap en participatie. De activiteiten zijn geconcentreerd in de landen Afghanistan, Burundi, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Soedan, Zuid-Soedan en de MENA regio. Voor de uitvoering van NAP II in de
19
focuslanden heeft de regering twee miljoen euro miljoen uitgetrokken. Daarnaast is twee miljoen euro begroot voor activiteiten in de MENA regio. NAP II is ondertekend door 39 grote en kleine organisaties zoals (naast WO=MEN) diverse migranten en vrouwen-vredesorganisaties, de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, Instituut Clingendael, de Rijksuniversiteit Utrecht, Oxfam Novib, Cordaid, ICCO, IKV Pax Christi, en de Nederlandse Vrouwen Raad. De ondertekenaars hebben afgesproken dat zij zullen samenwerken en in al hun beleid rond conflictgebieden Resolutie 1325 zullen betrekken, en genderanalyses zullen opstellen om ongelijkheid tegen te gaan. In 2012 begon WO=MEN met het coördineren van de uitvoering van NAP II. Afgelopen jaar zijn zes landengroepen actief geworden. De landengroepen, waarin de deelnemende organisaties in wisselende samenstelling participeren, schreven voorstellen voor het gezamenlijk uitvoeren van projecten in de conflictlanden. De meeste voorstellen zijn door het ministerie goedgekeurd. Samenwerking Defensie Ook binnen Defensie, een belangrijke speler als het gaat om vrouwen in conflictgebieden, wordt gender steeds belangrijker. Zo is er sinds april 2011 een genderadviseur aangesteld bij Defensie. Op dit moment is dat Luitenant Kolonel Lon Cramers. Ook worden genderadviseurs in de missies zelf opgenomen, zoals in de missie naar Afghanistan. Om de kennis op dit gebied verder uit te breiden, werkte Defensie in 2012 samen met WO=MEN en de andere NAP-ondertekenaars. Deze samenwerking was gericht op het integreren van het actieplan in de voorbereiding en uitvoering van operaties. NGO’s hebben een heel andere kijk op conflicten, hebben vaak nauw contact met lokale vrouwen en vrouwenbewegingen en kunnen missies versterken. Daarom werkte het WO=MEN netwerk met Defensie samen bij de voorbereiding van oefening ‘Peregrine Sword.’ Oefening ‘Peregrine Sword’ Peregrine Sword, één van de grootste civiel/militaire oefeningen van de laatste jaren, waaraan zevenduizend militairen en leden van maatschappelijke
20
organisaties (zoals de VN, IOM, WFP, het Rode Kruis en IKV Pax Christi) deelnamen, vond plaats in september. De oefening speelde in het fictieve land Tytan. Ter voorbereiding schreven de leden van WO=MEN, samen met andere NAP ondertekenaars verschillende verhaallijnen voor de militairen. In die verhalen kwam het perspectief van vrouwen veelvuldig aan de orde. De schrijvers baseerden de verhalen op hun eigen ervaring en die van partnerorganisaties in conflictgebieden. Zowel bij Defensie als bij maatschappelijke organisaties is een toenemend besef dat samenwerking noodzakelijk is. NGO’s kunnen Defensie helpen bij een goede lokale analyse: ze brengen het perspectief in van de lokale bevolking, van lokale organisaties, zoals vrouwen- en vredesorganisaties en van lokale gemeentelijke structuren. NGO’s kunnen leren van de manier van werken van militairen: meer gestructureerd, gedisciplineerd en doelgericht. Naast het geven van praktische adviezen, zoals het aanstellen van vrouwen op zichtbare posities en lokale vertalers inzetten om vrouwen uit de bevolking te spreken, was de samenwerking ook gericht op het veranderen van de mindset van militairen over vrouwen in oorlogsgebieden: vrouwen zijn niet alleen slachtoffers, ze kunnen ook actief betrokken worden bij de missie. De samenwerking met Defensie beviel goed en leverde veel op. Eind 2012 werd daarom in het kader van het NAP 1325 de ‘projectgroep 1325 in operaties’ opgericht. Deze groep bestaande uit mensen van Defensie, migrantenorganisaties, individuele WO=MEN leden, Buitenlandse Zaken en IKV Pax Christi, heeft als doel om gender een integraal onderdeel te laten zijn van (de voorbereiding van) operaties. Eind 2014 moet dit doel gerealiseerd zijn.
stella Huguf, African sky
“Afgelopen jaar deed ik mee aan Peregrine Sword, een militaire oefening waar ook maatschappelijke organisaties bij betrokken waren. We speelden verschillende scenario’s in een fictief oorlogsgebied. de scenario’s hadden te maken met genderverhoudingen. Ik speelde een vrouw in een boerka, die verkracht was en haar kind niet wilde houden. In mijn rol ging ik naar een legerplaats om mijn kind daar af te geven. de soldaten stuurden me weg. dat was natuurlijk niet de gewenste reactie, dus we hebben de situatie nog eens overgespeeld en toen luisterden ze naar mijn probleem en probeerden mee te denken over een oplossing. Het was leuk en spannend om het te spelen.
de militairen hadden geweren en ik merkte dat ik dat toch een beetje eng vond. Het was een spel, maar de wapens waren echt! Ik denk dat diaspora veel kan betekenen in dit soort oefeningen. We zijn immers ervaringsdeskundigen. de volgende keer doe ik weer graag mee. Ik zou dan graag willen meeschrijven aan de scenario’s. Ik weet als geen ander hoe het leven in een vluchtelingenkamp is en hoe het is om te vluchten. dit perspectief was in de scenario’s nog te weinig uitgewerkt vond ik.”
Communicatie en publieke acties De leden van WO=MEN werkten met andere NAP ondertekenaars samen in een voorlichtingswerkgroep om de positie van vrouwen in conflictgebieden in een breeder publiek aan de orde te stellen. Deze werkgroep organiseerde op 11 december in het Haagse Paard van Troje het event Women in Warzones. Meer dan 250 aanwezigen – studenten, leden van migrantenorganisaties, vertegenwoordigers van NGO’s,
21
militairen, migrantenorganisaties en ambtenaren – namen precies een jaar na de ondertekening ervan het NAP II onder de loep. Het NAP werd overwegend positief gewaardeerd. De aanwezigen die het actieplan uitvoeren, kregen bovendien waardevolle adviezen om de plannen tot een goed resultaat te brengen.
•
• •
Het blad Vice Versa, vakblad voor ontwikkelingssamenwerking, bracht in december 2012 een special uit over vrouwen in conflictgebieden. Het blad heeft binnen de sector ontwikkelingssamenwerking een breed bereik. Bovendien is in het najaar van 2012 de website www.nap1325.nl vernieuwd en verfrist. Op de website is al het nieuws rond 1325 in een oogopslag te lezen en is bovendien te zien wat er op twitter over dit onderwerp gedeeld wordt. Output: • Start tweede NAP1325, samenwerking en intentieverklaring tussen diverse 39 organisaties; • 6 landengroepen opgericht waarin diverse NAPondertekenaars samenwerken; • 4 goedgekeurde landengroepvoorstellen om in conflictgebieden vrouwelijk leiderschap te bevorderen; • Organisatie van het event Women in Warzones met ruim 250 aanwezigen waaronder enkele politici; • Tijdens Women in Warzones vier nieuwe aanmeldingen voor NAP II; • Site www.nap1325.nl is vernieuwd; • Special over 1325 in vakblad Vice Versa met interviews met diverse WO=MEN leden en partnersorganisaties; • Meeschrijven aan script voor NAVO oefening • Genderbriefing aan ruim tachtig officieren (waaronder vijf generaals) uit verschillende landen; • Bilateraal gesprek met generaal van Loon over belang van gender in vredesoperaties en voorbereidingen daarvan; • 4 bijeenkomsten van werkgroep 1325; • 5 MENA bijeenkomsten. Resultaten: • Bewustwording over gender-issues en resolutie 1325 bij het Nederlands-Duitse corps en deel-
22
•
• •
nemende brigades tijdens oefening Peregrine Sword; Voorbereiding en uitvoering militaire operaties beter toegerust op NAP 1325 en gender door de start van projectgroep 1325; Georganiseerd lobbyverband voor vrouwen in de MENA-regio door start MENA werkgroep; GNWP 1325 monitoringrapport over resolutie 1325 op de agenda bij de Verenigde Naties; Toezegging door staatssecretaris Knapen van een jaarlijkse brief over de stand van zaken met betrekking tot NAP1325; Vrouwelijk leiderschap en participatie vergroot door goedgekeurde NAP 1325 landenvoorstellen; Publieke bewustwording door special ‘Vrouwen in conflictgebieden’ door Vice Versa, vakblad voor ontwikkelingssamenwerking.
3.2.2 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) betekent dat bedrijven zich niet alleen richten op economisch profijt, maar ook sociale en ecologische factoren meenemen in hun bedrijfsvoering. MVO impliceert daarmee ook genderjust ondernemen. Vandaar dat MVO een positieve invloed kan hebben op vrouwenrechten en gendergelijkheid, zowel binnen bedrijven in Nederland als bij hun activiteiten in het buitenland. WO=MEN heeft zich in 2012 hard gemaakt voor het versterken van de positie van vrouwen in bedrijven en productieprocessen. Werkgroep MVO Naar aanleiding van het verzoek van een van de leden om binnen het netwerk van WO=MEN samen te werken op de lobby voor een sterkere positie van vrouwen in het bedrijfsleven, richtte WO=MEN in 2012 de werkgroep MVO op. Stichting Yente, Hivos, het KIT, ActionAid, FIRA en andere kennisinstellingen, NGO’s en consultants reageerden enthousiast op dit initiatief. In totaal bleken meer dan vijftig organisaties en leden geïnteresseerd. WO=MEN organiseerde daarom twee ‘heidagen’ om de missie en visie van de groep gezamenlijk te bepalen.
23
24
25
De werkgroep identificeert initiatieven op het gebied van MVO waar leden op kunnen inhaken. Het WO=MEN bureau verbindt, faciliteert en ondersteunt de werkgroep bij het vertalen van kennis naar actie. Daarnaast lobbyt de werkgroep bij Tweede Kamerleden, ambtenaren en bedrijven om het genderperspectief in handels- en productieketens te versterken. Naast deze taakomschrijving werden de twee speerpunten van de werkgroep vastgesteld, namelijk het stimuleren van vrouwelijk ondernemerschap en het opnemen van vrouwen in bedrijven en de productieketen. Twee debatten in de Tweede Kamer boden een uitgelezen kans om te lobbyen voor vrouwenrechten in het bedrijfsleven. De werkgroep produceerde een gezamenlijk paper om de Kamerleden te wijzen op het belang van een genderperspectief op ondernemen. Later volgde een tweede paper om de Kamer stof tot nadenken te geven in hun voorbereiding op een Kamerdebat over het zogenoemde bedrijfsleveninstrumentarium. CDA-Kamerlid Ferrier diende tijdens een debat in december 2012 een motie in om de toegang van vrouwen tot het bedrijfsleveninstrumentarium te bevorderen. Deze motie werd aangenomen. Agentschap NL, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken kent fondsen toe aan ondernemers om hen te stimuleren in ontwikkelingslanden een bedrijf te starten of met lokale ondernemers samen te werken. Uit analyse van Agentschap NL bleek dat slechts 1 tot 2% van de aanvragers vrouw is. Bovendien is onbekend in hoeverre vrouwen profiteren van de door het agentschap gesubsidieerde ondernemingen in ontwikkelingslanden, en of de rechten van de vrouwen door het bedrijf wel worden beschermd. Het agentschap vroeg de MVO werkgroep om advies over de mogelijkheden om de instrumentaria meer gendersensitief te maken. Verkenning Female Investment Fund De MVO werkgroep identificeerde op basis van de gesprekken met Agentschap NL en de Kamerdebatten een lacune voor vrouwelijk ondernemers om gebruik te maken van bestaande subsidies en te
26
ondernemen in het Zuiden. Daarom startte WO=MEN samen met een van haar leden en in samenwerking met Hivos een haalbaarheidsonderzoek naar een Female Investment Fund. Zo’n fonds zou deze lacune kunnen dichten.
Elise Kant, Gender- en mense nrechtenspecialist , ICCO
Het voornemen om zuidelijke onderneemsters aan Nederlandse Business Angels te koppelen is niet verder uitgewerkt omdat er reeds diverse soortgelijke netwerken bestonden. Output: • Start van de werkgroep MVO met ruim 50 belangstellenden van diverse organisaties. De werkgroep is zeven keer bijeen gekomen, met 10-15 deelnemers per keer; • Lobby gestart op de noodzaak voor een genderjust internationaal MVO-beleid door de overheid; • Lobby gestart met betrekking tot de obstakels voor vrouwelijke ondernemers en gebrek aan gendercriteria binnen het bedrijfsleveninstrumentarium; • Verkenning van de haalbaarheid van een Female Investment Fund; • Minicongres in Haagse Hogeschool met 50 studenten (deels internationaal) over vrouwelijk ondernemerschap; • 2 intensieve heisessies waarin de doelstellingen van de werkgroep zijn gedefineerd. Resultaten: • 50 organisaties zetten zich in voor vrouwenrechten binnen MVO; • Politici zien in dat gender een essentieel onderdeel is van MVO; • Motie om toegang van vrouwen tot het bedrijfsleveninstrumentarium te verbeteren is aangenomen.
“Het afgelopen jaar ben ik behoorlijk actief geweest voor WO=MEN. Ik ben voorzitter van de werkgroep 1325 en lid van de Werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. daarnaast heb ik WO=MEN ook geadviseerd en ondersteund in het strategisch nadenken over haar positie. WO=MEN is een netwerk en heeft met de daarbij behorende dilemma’s te kampen. Welke zaken moet ze oppakken en welke juist niet? Ik denk dat het belangrijk is dat WO=MEN die dingen doet waar ze als netwerk verschil kan maken, die van meerwaarde zijn voor de deelnemende organisaties en die zij alleen niet zo snel kunnen oppakken. Lastig in een netwerk blijft altijd de botsing tussen de drang tot effectief samen-
werken en de wens om zelf te profileren. WO=MEN is naast een lobby-organisatie ook een uitstekend informatie- en verbindingspunt voor de verschillende organisaties. Het secretariaat is inhoudelijk sterker geworden. dat is belangrijk voor zo’n divers netwerk. de uitdaging ligt nu nog in het maken van goede keuzes over welke onderwerpen opgepikt moeten worden.”
3.3 OVERIGE tHEMA’s Duurzame ontwikkeling & Landbouw Omdat het WO=MEN bureau slechts beperkte menskracht heeft, is besloten geen aparte werkgroep landbouw en gender in te stellen. Het onderwerp wordt deels ondergebracht bij de werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, waarbij productie van landbouwproducten en duurzaamheid regelmatig aan
Zo’n divers netwerk 27
de orde komen. Er is follow-up gegeven aan initiatieven in 2011 gestart, door ‘light’ lobby activiteiten. Het periodieke rapport van de Wereldvoedselorganisatie FAO, State of Food and Agriculture, was in 2012 toegespitst op de rol van gender in landbouw. 80% van het voedsel in Sub-Sahara Arika wordt geproduceerd door vrouwen. Als vrouwen dezelfde toegang als mannen zouden krijgen tot productiemiddelen zoals zaden en mest, zouden zij hun productie met 20-30% kunnen verhogen. Daarmee zou de honger in de wereld met 12-17% kunnen afnemen. Investeringen in de landbouw zouden beter gericht moeten zijn op de rol van vrouwen in het verzekeren van voedselzekerheid. Dat vinden we niet altijd terug in het Nederlandse beleid. Eind 2011 schreef WO=MEN hierover het lobbystuk Boerin verdient opwaardering. In het Algemeen Overleg van de Tweede Kamer over Landbouw in Ontwikkelingslanden werden daarop verschillende moties aangenomen. Onder andere werd vastgelegd dat Nederlands geld besteed aan voedselzekerheid ten goede moet komen aan kleine boeren, van wie het grootste deel bestaat uit vrouwen. In 2012 heeft de Nederlandse regering toezeggingen gedaan1 om de positie van kleine boeren en boerinnen te versterken. In een verklaring van de minister staat dat “kleine producenten uitdrukkelijk doelgroep zijn van de op productieverhoging gerichte programma’s en dat gendergelijkheid een belangrijke doelstelling is.” Ook stelt het ministerie dat “in principe in alle programma’s ter bevordering van de voedselzekerheid en in de programma’s voor private sector ontwikkeling wordt gestreefd naar verbetering van inkomen en zelfredzaamheid van arme bevolkingsgroepen. Hierbinnen is altijd aandacht voor de positie van vrouwen.” Uit ervaringen van leden blijkt echter dat doorvertaling van deze beleidsvoornemens naar de praktijk nog te wensen over laat. Daarom heeft WO=MEN bij verschillende debatten in 2012 Kamervragen geïnitieerd, bijvoorbeeld over het opstellen van gender-criteria voor samenwerking met het bedrijfsleven aan voedselzekerheid en over be-
stedingen aan kleinschalige landbouw waarin juist vrouwen actief zijn. Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) WO=MEN heeft geen aparte werkgroep SRGR, maar werkt samen met de SRGR Alliantie, waarvan de meeste partners actief lid zijn van WO=MEN, zoals Rutgers WPF, Amref Flying Doctors en Simavi. In de algemene lobby benadrukt WO=MEN de internationale voortrekkersrol van Nederland op het gebied van vrouwenrechten en SRGR. Partners van leden geven aan dat Nederlandse organisaties vaak de enigen zijn die gevoelige onderwerpen zoals seksualiteit en gezondheid en autonomie van vrouwen durven aan te kaarten. Deze goede reputatie moeten we behouden. Verder ondersteunen WO=MEN leden de Nederlandse inzet voor gender en SRGR bij internationale fora, zoals de Commission on the Status of Women (CSW), de Commission on Population and Development (CPD) en tijdens Rio+20. Hier is zoals eerder gesteld een conservatieve lobby gaande die zich juist richt tegen SRGR (zie paragraaf 2.3). Mannen in Genderongelijkheid WO=MEN leden Jan Reynders, Jens van Tricht en Joni van de Sand gaven op 25 september een lezing bij studentenvereniging SOL over het onderwerp ‘Mannen in Genderongelijkheid’. Tijdens het genderleertraject in samenwerking met PSO kozen verschillende deelnemende organisaties voor leervragen over hoe ze mannen bij hun werk kunnen betrekken. Dit heeft een aantal geleerde lessen opgeleverd die zijn verwerkt in de publicatie ‘Moving Beyond Checklists’. Breder zien we de trend dat er steeds meer aandacht is voor het betrekken van mannen bij gendergelijkheid.
3.4 MIddEN OOstEN EN NOORd AFRIKA (MENA) Leden van WO=MEN werken al jarenlang intensief samen met organisaties uit de MENA regio. Dit loopt uiteen van vakbondsactivistes in Tunesie en Egypte
Bron: Kamerbrief over voortgang speerpunten ontwikkelingssamenwerking. MinBuZa (02-11-2012) http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/11/02/kamerbrief-over-voortgang-speerpuntenontwikkelingssamenwerking.html
1
28
tot mensenrechten- en vrouwenrechtenverdedigsters uit Syrie, Irak en Jemen. Het merendeel van de contacten in deze regio verloopt discreet. Eind 2010 sloeg de vlam in de pan. Het begon in Tunesië, in december 2010, toen een straatverkoper zichzelf in brand stak uit wanhoop om het geweld van politie en het wanbestuur en de corruptie van de Tunesische overheid. De onlusten die vervolgens uitbraken sloegen over naar Algerije, Egypte en Libië en later naar Jemen en Syrië. In mei 2011 was WO=MEN aanwezig bij de regionale bijeenkomst georganiseerd door de Egyptische vrouwenorganisatie Karama. Karama strijdt tegen geweld tegen vrouwen en heeft parnerorganisaties in veel landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. De omwentelingen in de regio bieden kansen voor vrouwen om in de nieuwe machtsverhoudingen beter genderbeleid voor elkaar te krijgen. Maar tegelijkertijd is er ook het risico van toenemend moslimfundamentalisme met bijbehorende onderdrukking van vrouwen. De vertegenwoordiger van WO=MEN kwam tijdens de bijeenkomst van Karama in contact met vrouweninitiatieven uit Jemen, Syrië, Libië, Tunesië, Palestina, Marokko, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. Voor vrouwen in deze regio was het vooral belangrijk om een platform te vormen van waaruit ervaringen kunnen worden gedeeld: precies die functie die WO=MEN in Nederland heeft. WO=MEN kon de eigen ervaring delen met de vrouwen daar. In de landen waar grote omwentelingen plaatsvinden is het vooral van belang om in een zo vroeg mogelijk stadium na te denken over wat te doen na de revolutie. Bijvoorbeeld over het instellen van sharia-wetgeving. Binnen de islamitische wetgeving verdient, bijvoorbeeld, het familierecht bijzondere aandacht. In sommige landen zijn vrouwen uitgesloten van het erfrecht. Het is belangrijk dat daar aandacht voor komt. Vrouwen moeten kunnen meepraten over de toekomst van hun land. In 2012 heeft WO=MEN-lid en tevens Raad van Europa vertegenwoordiger Anje Wiersinga toegang geeist tot het Political Affairs Committee (het hoogste orgaan van de Raad van Europa). Dat is haar gelukt, waarna het Political Affairs Committee het MENA beleid heeft
gewijzigd. WO=MEN leden hebben vervolgens herhaaldelijk partners uit onder andere Egypte de assemblee laten toespreken. Het contact met Karama is ook in 2012 intensief geweest. Ook heeft het bureau zich ingespannen om de rol van vrouwen in de MENA-regio binnen de NAVO aan te kaarten. Met succes: Nederlandse NAVO vertegenwoordigers hebben gehamerd op het belang van vrouwenparticipatie en gendergelijkheid. Resultaat: besluit van NAVO om in kader van resolutie 1325 meer in te zetten op gelijke rechten mannen en vrouwen. Nederland is EU-contactland in Tunesië. Bij bezoeken van Nederlandse vertegenwoordigers aan Tunesië heeft WO=MEN gezorgd dat zij ter plekke contact konden leggen met lokale vrouwengroepen en individuele vrouwen, zoals Ikram Bensaid, één van de leiders van de Tunesische vrouwenbeweging. Traditioneel zijn er sterke vrouwenorganisaties in Tunesië. Dit land krijgt financiële steun uit de EU het is van belang dat de EU als voorwaarde voor deze steun bepaalde zekerheiden eist met betrekking tot de rol van gender in het opbouwen van een nieuwe samenleving. In Libië kon WO=MEN contacten leggen tussen plaatselijke vrouwengroepen en de Nederlandse ambassade. Voor lokale organisaties is het vaak van belang om zichtbaar te maken dat ze internationale contacten hebben, dat beschermt ze in zekere mate tegen intimidatie en politieke willekeur. Tijdens en na de revolutie stonden vrouwen in dit land vaak voor de keuze of ze zich moesten inzetten voor de rechten van vrouwen of voor de belangen van hun clan. Vooral tijdens Khadaffi zijn de clans van Libië steeds slim tegen elkaar uitgespeeld. Khadaffi beheerste de politiek van verdeel en heers als geen ander. Bij veel mensen heerste de overtuiging: na de revolutie komt alles goed. Dat was het argument voor velen om niet al te veel aandacht te besteden aan vrouwenrechten. Vrouwengroepen hebben desondanks in de periode na de omwentelingen ervoor gezorgd dat er in de nationale Kieswet belangrijke bepalingen staan om de rol van vrouwen te versterken. Onder andere is bepaald dat 20 procent van de zetels in het parlement is gereserveerd voor vrouwen. Opmerkelijk
29
Joke Florax, Projectmanager G ender bij de Landelijke Ee nheid van de Nationale Poli tie
“In 2011 en 2012 was ik op missie naar Afghanistan. Mijn taak was het versterken van de capaciteiten en de positie van lokale politievrouwen. In de praktijk kwam dat neer op zaken als het oprichten van een netwerk van vrouwelijke agenten tot het zorgen voor uniformen en het verbeteren van de opleiding en instroom van agentes. die ervaring maakte dat ik vind ik dat de politie in haar missies structureel aandacht moet besteden aan politievrouwen. dit heeft gehoor gevonden bij de politie en ik ben nu een jaar vrijgemaakt om dit uit te werken. Vanuit die hoedanigheid werk ik samen met WO=MEN. WO=MEN heeft me ‘ingewijd’ in resolutie 1325 en het Nationaal Actie Plan. Ik ben naar veel bijeenkomsten geweest waar ondersteuning van vrouwen in conflictgebieden centraal stond. Via WO=MEN doe ik belangrijke contacten op, bijvoorbeeld bij het ministerie van defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zo kan ik ook mijn netwerk opbouwen en meewerken aan de uitvoering van de resolutie.
de vertaalslag van ‘1325’ gaat wat mij betreft nog te veel over slachtofferschap. Mijn ervaring met de vrouwen die ik heb begeleid, is dat ze juist heel sterk en krachtig zijn. Het versterken van de positie van lokale politievrouwen is daarmee een enorme winst voor veiligheid in een land. En WO=MEN is voor mij de gouden link naar een groter netwerk van partners en medestanders.”
Via WO=MEN doe ik belangrijke contacten op 30
hierbij is dat de nieuwe teksten voor de Kieswet zijn geschreven op basis van een wereldwijde consultatie via facebook. In een groot aantal landen ter wereld zijn door talloze vrouwen, mannen en organisaties elementen aangedragen om de vrouwen in Libië hierbij bij te staan. In Nederland hebben WO=MEN en aangesloten organisaties een belangrijke bijdrage hieraan geleverd. Het gevolg is een goede Kieswet, een goede verankering van het familierecht en een beperking van sharia-wetgeving. Zeker ook door de traditioneel hoge organisatiegraad van vrouwen in Libië hebben fundamentalistische moslims (salafisten) in dit land vooralsnog nauwelijks een voet aan de grond gekregen. Onder invloed van de Moslimbroederschap is in Egypte regelgeving veranderd waardoor het nauwelijks nog mogelijk is om vanuit Europa geld over te maken naar groepen in Egypte. Als gevolg daarvan kwam de partnerorganisatie Karama steeds meer klem te zitten. Dat is opgelost door met één van de leiders van Karama, Hibaaq Osman, een Europese/ Belgische NGO op te richten. Als in België geregistreerde organisatie zou het mogelijk moeten zijn een bankrekening te openen waar organisaties hun donaties kunnen overmaken. Belgische banken bleken echter huiverig om de nieuwe organisatie als klant aan te nemen. Via een snelle twitteractie
ingezet door WO=MEN, waar Nederlandse parlementariërs ook aan hebben meegedaan, heeft zich uiteindelijk toch een directeur van een Belgische bank gemeld die geen problemen had met het aanvaarden van de nieuwe organisatie als klant. Het MATRA-Zuid programma Met het programma MATRA-Zuid ondersteunt het ministerie van Buitenlandse Zaken activiteiten om de democratische ontwikkelingen in de Arabische regio te stimuleren. Het programma is in 2012 operationeel geworden. Om MATRA-Zuid fondsen te oormerken voor gender heeft WO=MEN gesprekken gevoerd met ambtenaren van Buitenlandse Zaken en met Nederlandse politici. WO=MEN vond het belangrijk dat geld niet alleen zou terechtkomen bij de usual suspects (dat zijn vooral mannen en organisaties geleid door mannen). In EU-verband is geregeld dat, als voorwaarde voor financiële steunpakketten, Tunesië vooruitgang moet boeken in het verzekeren van gelijke rechten voor vrouwen. Op zich is de positie van vrouwen in de Tunesische grondwet van oudsher vrij goed geregeld. Het is zaak dat dit in de nieuwe omstandigheden niet verslechtert. WO=MEN heeft met Europarlementariërs gesproken dat dit ook binnen het bespreken van bilaterale akkoorden aan de orde komt.
31
4.1 LEdENCOMMuNICAtIE De communicatie naar de leden ziet WO=MEN als haar belangrijkste taak. Het secretariaat informeert en verbindt leden; een kennishub waar informatie samenkomt en wordt gedeeld. Dat betreft bijvoorbeeld informatie over de agenda van internationale instellingen, of de situatie van vrouwen in conflictlanden. Ook volgt WO=MEN politieke ontwikkelingen die relevant zijn voor de leden en speelt informatie daarover door. Via WO=MEN bereiken zij een breed geïnteresseerd netwerk. Hiermee vergroot WO=MEN het bereik en de zichtbaarheid van de aangesloten organisaties. De leden ontvangen van WO=MEN een maandelijkse digitale update. Deze update verschijnt sinds begin 2012 iedere maand. De website is een belangrijk middel om informatie te delen. Zie meer hierover in de paragraaf ‘website en sociale media’. Bijeenkomsten voor leden In 2012 heeft WO=MEN tientallen ledenbijeenkomsten georganiseerd en gefaciliteerd over uiteenlopende onderwerpen als resolutie 1325, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en handel, over en met diasporavrouwen et cetera. Meer informatie hierover treft u aan bij de paragrafen over deze onderwerpen. Ook niet-leden zijn meestal welkom op deze bijeenkomsten. WO=MEN mobiliseert de leden, nodigt uit, bereidt de bijeenkomsten inhoudelijk voor en faciliteert. Het voorzitterschap wordt bij voorkeur vervuld door iemand uit het netwerk. Diaspora- en migrantenvrouwen Samen met coördinator Stella Ismail van African Sky organiseerde WO=MEN een reeks trainingen voor diaspora- en migrantenvrouwen. De kennis en ervaring van diaspora- en migrantenvrouwen wordt niet altijd gehoord in de sector van Internationale Samenwerking. Met behulp van deze trainingen werden ervaringen en tips uitgewisseld om de stap van naar gevestigde organisaties beter te kunnen zetten. In totaal zijn er 5 trainings-bijeenkomsten geweest met elk tussen de 15 en 20 deelnemers. Anne-Floor Dekker, van Vluchtelingen Organisaties Nederland, lichtte toe welke beleidsafspraken er zijn
32
gemaakt op Nederlands en Europees niveau over de rol van migranten(vrouwen) in internationale ontwikkelingssamenwerking. Zij deed onderzoek bij grote donor-ontwikkelingsorganisaties in Nederland: wanneer vinden zij dat migrantenorganisaties een legitieme partner zijn? Dat blijkt geen vanzelfsprekendheid. Sanne Meijer en Elisabeth van der Steenhoven van het WO=MEN bureau gaven een snelcursus in de fijne kneepjes van het lobby-vak. Hoe werkt besluitvorming in de Tweede Kamer? Waar vind je Kamerbrieven en de Kameragenda? Hoe schrijf je een lobby-tekst? Hoe zorg je ervoor dat amendementen en moties op de agenda komen? Wie kun je waarvoor aanspreken en hoe doe je dat? Reina Hekman, van Spreken met Impact (www.sprekenmetimpact.nl), hielp de deelnemers hoe zij door houding en stemgebruik zelfverzekerd kunnen overkomen. Vervolgens werd de stap gemaakt naar het presenteren van het werk voor de gemeenschap en de organisatie: hoe kun je dat doen op een unieke, aansprekende manier, die de aandacht trekt van de aanwezigen. Inemarie Dekker, van Svikaworks, gaf een training over fondsenwerving en projectvoorstellen schrijven. Zij schreef hierover twee blogs: 7 tips for fundraising en 58 ways of finding resources for development projects. Kinderrechten en gender Op 13 juni faciliteerde WO=MEN samen met Rights for Change een verkennende ronde-tafelbijeenkomst over kinderrechten en gender. Aanwezige experts van onder andere EduKans, Plan Nederland, Terres des Hommes, Defence for Children, Youth Coalition, Patiëntenorganisatie Stichting Transvisie (P.O.S.T.) en de Stichting Yojana signaleerden dat er weliswaar aandacht is voor kinderrechten, maar dat het genderperspectief hierbij niet vanzelfsprekend is. Een genderanalyse kan helpen om de positie van meisjes in het bredere kader van het patriarchaat en ongelijke machtsverhoudingen te plaatsen. Gender is zowel een manier van kijken en een manier van doen: als het doel gelijke rechten voor mannen en vrouwen is, hoe ziet dat er dan nu uit, en wat hebben we nodig om dat te bereiken? De ervaring leert dat als je beleid
voor kinderen maakt, je niet om de verschillende impact op meisjes en jongens heen kunt. De aanwezigen besloten geen Kinderen & Gender themagroep te beginnen, maar een informele contactenlijst op te stellen waarbinnen de leden informatie en ervaringen uitwisselen. Bijeenkomsten voor aangesloten consultants Het WO=MEN platform telt een brede groep consultants (veelal zelfstandig ondernemers) met een schat aan kennis en expertise. Deze consultants kunnen een belangrijke rol spelen in het omzetten van nieuw (gender)beleid in concrete maatregelen en de uitvoering daarvan. Consultants hebben echter door de economische crisis veel moeite om opdrachten binnen te halen. Dat is verrassend gezien de vele positieve beleidsontwikkelingen voor gendergelijkheid en vrouwenrechten in de afgelopen maanden, waarin toezeggingen zijn gedaan voor activiteiten die op dit moment moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd. Op 10 juli organiseerde WO=MEN een bijeenkomst bestemd voor aangesloten consultants om overzicht te krijgen van de mogelijkheden om gender-consultancy werk te verrichten en om strategieën te bespreken over hoe opdrachten binnen dit werkveld te verwerven. Een follow-up bijeenkomst, op 27 september 2012, was vooral bedoeld om van elkaar te leren, de mogelijkheden te onderzoeken om samen te werken en om aansluiting te vinden bij organisaties, het bedrijfsleven en ministeries. AWID Forum Van 19-22 april 2012 organiseerde de Association for Women’s Rights in Development (AWID) in Istanbul haar 12de Internationale Forum. Het is zowel een conferentie als een oproep tot actie, waar vrouwen en (een paar) mannen van over de hele wereld bij elkaar komen om strategieen te bespreken, te netwerken, leren en vieren. Op 5 april organiseerde WO=MEN een voorbereidende bijeenkomst voor leden. Tijdens het Forum hield WO=MEN een blog (http://wo-meninistanbul.blogspot.nl/) bij om de achterban op de hoogte te houden van interessante ontwikkelingen tijdens het Forum. In totaal werden er 18 berichten geplaatst, waarvan een aantal ingezonden door WO=MEN leden.
Outputs: • 1 ledenbijeenkomst; • Blog met 18 berichten. Resultaten • WO=MEN leden op de hoogte van relevante ontwikkelingen en interessante nieuwtjes; • Zichtbaarheid WO=MEN netwerk tijdens Forum vergroot en versterkte samenwerkings-verbanden met internationale organisaties.
4.2 MEdIA EN OPINIEMAKERs Verzoeken aan WO=MEN van DWDD, VARA, NOS, NRC, de Volkskrant, Man Bijt Hond en PowNews in 2012 gaven aan dat de interesse van de media toeneemt voor (internationale) genderissues. Zo besteedden vorig jaar alle grote nationale kranten, maar ook een groot aantal regionale dagbladen aandacht aan de WO=MEN’s actie Free Pussy Riot die op 9 juni 2012 plaatsvond. Globaliseringslezing De centrale stelling tijdens de Globaliseringslezing, gehouden op 7 maart, de vooravond van wereldvrouwendag, was dat vrouwen de macht over hun leven niet krijgen door mannen de macht over hun leven af te nemen. De lezing werd gehouden door Gary Barker die, onder andere in Rio de Janeiro, mannen betrekt bij het emancipatieproces. Zonder over te gaan op ‘premature self-congratulation’ meent Barker dat het vooral de positieve voorbeelden zijn die inspireren. Ida Mels (http://dezesdeclan.wordpress.com/) las na afloop van de lezing door Barker een column voor. Zij benoemde daarin hét obstakel dat, volgens haar, mannen weerhoudt actief deel te nemen aan feminisme: maatschappelijke bevoorrechting van mannen. Hierbij zette ze schertsend de houding van (Nederlandse) mannen neer: For them, feminism is right there with menstruation and menopause. Something women have, and it’s awkward, icky, even a bit scary. As a man you keep your distance and say once in a while ‘are you all right, dear? You know I love you! De lezing kreeg ruime aandacht, onder andere in de Volkskrant en in het blad One World. Ook werd Barker geïnterviewd door
33
Daphne Bunskoek voor het televisieprogramma Gesprek op 2.
4.3 JAARLijKs EVENEMENt Nieuwjaarsborrel en Voice of Women awards De Nieuwjaarsborrel van WO=MEN was een groot succes: een grote opkomst waarbij ook diverse politici en journalisten aanwezig waren. Tijdens de borrel werden verscheidene Voice of Women awards uitgereikt. De belangrijkste prijs ging naar de Egyptische activiste Hibaaq Osman. Via skype liet Osman in haar dankwoord weten dat ‘to me, the Voice of Women award is for daring to dream and have an imagination in the face of narrowing perspectives and definitions.’ Ook staatssecretaris Ben Knapen viel in de prijzen. Knapen heeft zich niet alleen in debatten in de Tweede Kamer, maar ook in bilaterale overleggen en werkbezoeken hard gemaakt voor vrouwenrechten. Hij stelde dat het belang van aandacht voor vrouwen in het ontwikkelingsbeleid een open deur lijkt, maar dit zeker niet is, en onderkende dat er op dit punt nog veel te behalen valt. Daarnaast waren er prijzen voor de woordvoerders van een aantal politieke partijen. Wassila Hachchi (D66) twitterde na de uitreiking dat haar inzet voor gender beloond is met een ‘Voice of Women’ award en vroeg daarna aandacht voor de vele mannen wereldwijd die ook de stem van vrouwen vertolken en zo een verschil maken. Kathleen Ferrier (CDA) sprak haar trots uit voor het ontvangen van een prijs en deelde haar zojuist gewonnen award ruimhartig met alle mensen die zich inzetten en uitspreken voor vrouwenrechten. Ingrid de Caluwé (VVD) benadrukte de krachtige vrouwen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en gaf aan te geloven dat zij nóg veel meer het verschil gaan maken. Jeroen de Lange (PvdA) ontving de ‘stem van vrouwen’ aanmoedigings-award in de vorm van een roze megafoon. Hij gebruikte hem direct door aan alle aanwezigen te vertellen hoe hij zelf in de praktijk heeft ervaren dat een IS-beleid zonder aandacht voor vrouwen niet werkt.
34
4.4 WEBsItE EN sOCIALE MEdIA De website van WO=MEN (www.wo-men.nl) in 2011 geheel vernieuwd, speelt een belangrijke rol als platform voor de leden, om informatie te verspreiden, en als communicatiemiddel naar en tussen de leden onderling. Op de site staan nieuwsberichten, verslagen van bijeenkomsten en columns. Ook staat er uitleg over het belang van gender en gendergelijkheid en wat die begrippen precies inhouden. Daarnaast biedt de site achtergrondinformatie over de belangrijkste aandachtspunten van WO=MEN, zoals resolutie 1325, landbouw en gender, de diaspora, mannen en gender, kinderrechten en gender, internationale lobby enzovoorts. In 2012 publiceerde WO=MEN 125 nieuwsberichten op de site, variërend van internationaal nieuws tot berichten over of door leden. Via de website worden ook activiteiten en bijeenkomsten van leden aangekondigd. In totaal werden 110 items in de agenda geplaatst. De column op de site wordt meestal verzorgd door de leden zelf. Met deze column worden prikkelende nieuwe ideeën en opinies gelanceerd. In 2012 werden tien columns geplaatst, waarvan een aantal werden gevuld door berichten op de blogs bij het AWID Forum en de CSW. Het bedrijf Edelman deed een in-kind bijdrage aan het WO=MEN netwerk door een sociale media cursus te organiseren voor het bureau. Gezamenlijk is gekeken naar het type berichten dat het goed doet en waar het netwerk behoefte aan heeft. Daar is de sociale media strategie vervolgens op aangepast, bijvoorbeeld door meer berichten op facebook te plaatsen over ontwikkelingen van WO=MEN zelf, en gebruik te maken van prikkelend beeldmateriaal. Facebook De WO=MEN Facebook pagina (te vinden als ‘wo=men’) heeft eind 2012 rond de 525 likes, bijna een verdubbeling ten opzichte van eind 2011. Op de pagina zijn bijvoorbeeld fotoalbums van door WO=MEN georganiseerde events te vinden. Facebook is onder andere ingezet in het kader van de protesten
tegen de arrestatie van de meiden-punkgroep Pussy Riot in Rusland. Een flashmob bij de Russische ambassade in Den Haag resulteerde in relatief veel media-aandacht, waaronder interviews met Elisabeth van der Steenhoven bij FunX en Radio 5 en berichten in de Volkskrant en op de Elsevier website. Twitter Het WO=MEN bureau twittert internationaal nieuws en nieuws van leden via de account @genderplatform. Eind 2012 waren er bijna 700 volgers, een ruime verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast twitteren leden van het bureau vanuit hun persoonlijke accounts, en worden leden regelmatig gericht gevraagd om nieuws te verspreiden of bijvoorbeeld politici aan te spreken. Op deze manier wordt een kleine buzz gecreëerd voor gendergelijkheid. LinkedIn De WO=MEN groep op LinkedIn heeft in 2012 een impuls gekregen en telt inmiddels 71 leden. Zij plaatsen berichten om vragen aan andere leden te stellen, een discussie te voeren of een publicatie of event onder de aandacht te brengen. Output: • 125 nieuwsberichten op de website; • 110 aankondigingen van evenementen op de website; • Gemiddeld 1200 websitebezoekers per maand, waarvan 60% nieuwe bezoekers en 40% terugkerende bezoekers; • 700 volgers op twitter; • 525 “likes” op facebook; • Nieuwe LinkedIn groep met meer dan 70 leden. • Stijging van ruim 40% in twitter-volgers. • Tot 170 blog-pageviews womeninnewyork. blogspot.org per dag, van over de hele wereld.
4.5 MEMBER uPdAtEs EN MAGAZINE Member updates WO=MEN stuurde ook dit jaar maandelijks een digitale nieuwsbrief aan al haar leden. In deze zogeheten Member Updates wordt verslag gedaan van de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten op het gebied van lobby. Zo is het maandelijkse overzicht van de politieke agenda met alle belangrijke bijeenkomsten in de Tweede Kamer een vast onderdeel van de Member Update. Ook kunnen leden zelf informatie aandragen zoals relevante aankondigingen, vacatures of interessante evenementen. In 2012 zijn de nieuwsbrieven geprofessionaliseerd: ze zijn korter, bondiger en toegankelijker geworden. WO=MEN huurde voor het maken van de nieuwsbrieven in toenemende mate anderen in, zodat het werk en de resultaten van WO=MEN vanuit een frisse blik werden beschreven. Magazine In 2012 zijn er geen magazines geproduceerd. De reden hiervoor was dat andere publicaties, waaronder de booklet Moving Beyond Checklists en de publicatie rondom de verhuizing voorrang kregen, waardoor de ontwikkeling van de magazines naar 2013 door zijn geschoven.
Resultaten: • Brede verspreiding van informatie onder de leden van het netwerk en andere website bezoekers over relevant nieuws en evenementen; • Profilering van leden middels columns, nieuwsberichten en aankondigingen in de agenda.
35
5.1 LEdEN EN WERKGROEPEN
Manuela Monteiro, directeur Hivos
“In 2008 werd het Vrouwenberaad Ontwikkelingssamenwerking opgeheven. Ik vond dat erg zonde en heb me altijd uitgesproken voor een nieuwe versie van deze raad. Met WO=MEN is dat zeker het geval. Het platform heeft zich het afgelopen jaar opnieuw ingezet voor een tweesporenbeleid, met vrouwenorganisaties in de voorhoede èn gender als geheel als cross-cutting issue. dit tweesporenbeleid is in ere hersteld en verankerd. dat is grote winst. Een ander succes was het handhaven van het budget van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor vrouwenrechten, de hoogte van het budget stond namelijk onder druk door de geplande bezuinigingen. En uiteraard het Gender Meer Partijen Initiatief. dat was nooit van de grond gekomen zonder
de inzet van WO=MEN. Hivos en WO=MEN trekken samen op als het gaat om vrouwen in de MENA-regio. We hebben het afgelopen jaar heel prettig samengewerkt met WO=MEN en ik heb de organisatie een stuk beter leren kennen. WO=MEN vertegenwoordigt een heel palet aan organisaties en individuen. WO=MEN’s kracht zit in deze samenwerking gecombineerd met een specifieke deskundigheid.”
Het WO=MEN netwerk groeide het afgelopen jaar op diverse punten. Het netwerk was al een cruciale speler in het debat over gender en in het veld van internationale samenwerking. In 2012 werd deze positie verder verankerd. Het aantal leden groeide opnieuw en ook de diversiteit van het netwerk is toegenomen. Met dit diverse en uitgebreide netwerk is gewerkt aan verdieping van de inhoudelijke thematiek. Vooral de bestaande werkgroepen waren productief en effectief. Verbeterde procedures voor de werkgroepen hebben hieraan bijgedragen (zie later). De verhoogde effectiviteit van de werkgroepen bracht de discussie over gender en het adresseren van genderissues naar een hoger niveau. Er is nog op veel punten winst te behalen voor genderrechtvaardigheid. WO=MEN heeft deze punten nu helder in kaart. Een genderjust veiligheidsbeleid, bijvoorbeeld. Wat ontbreekt nog op dit moment in de missies naar conflictgebieden en wat moet worden verbeterd? Zulke vragen kan het netwerk steeds specifieker beantwoorden. Aantal leden Eind 2012 telde WO=MEN 37 institutionele en 97 individuele leden. Daarmee is het ledenaantal het afgelopen jaar met ruim 10% en 17% toegenomen. Het ledennetwerk is bovendien meer divers geworden. Er zijn migrantenorganisaties lid geworden. De samenwerking met Defensie heeft gezorgd voor lidmaatschap van het Defensie Vrouwen Netwerk. Er zijn meer ondernemers toegetreden. Bovendien hebben betrokken jongeren WO=MEN meer dan voorheen weten te vinden. Groei: • Leden: van 72 in 2009 naar ruim 130 in 2012. • Budget: van 240.000 in 2008 naar 570.000 in 2012.
36
2009
2010
2011
2012
Individuele leden
51
57
82
97
Institutionele leden
21
21
33
37
tOtAAL
72
78
115
134
Andere werkvorm werkgroepen Het afgelopen jaar ontstond de behoefte van leden aan een andere werkvorm. Vooral werknemers van ontwikkelingsorganisaties kampen met een voortdurend gebrek aan tijd. Tegelijkertijd neemt de betrokkenheid van veel toe. Die betrokkenheid vertaalt zich niet altijd in een langdurige inzet. Soms kiezen leden voor een tijdelijke, specifieke bijdrage. WO=MEN heeft de werkgroepen daarom meer op een ubuntu manier ingericht. De ubuntugedachte gaat ervan uit dat kennis gedeeld wordt en dus niet aan één bron is toe te schrijven. Niet de individuele bijdrage staat voorop, maar de gezamenlijke inspanning. Mensen hebben daarmee de mogelijkheid hebben om af en aan te vliegen en zo samen te werken. Er is op deze manier meer flexibiliteit in het samenwerken, bijvoorbeeld door digitaal overleg en werken in steeds veranderende samenstellingen en op wisselende tijden. Duurzaamheid De bezetting van het WO=MEN bureau is het afgelopen jaar verduurzaamd. Tot voor kort wisselde de samenstelling van het bureau regelmatig. Maar WO=MEN is een kennisnetwerk. Het is belangrijk om deze kennis te consolideren in mensen. Vandaar dat medewerkers nu langer in dienst blijven. Omdat de locatie van WO=MEN op het Plein in Den Haag een hoge huur betekende, is WO=MEN verhuisd naar een etage aan de Korte Poten, vlakbij het Plein, maar veel voordeliger. Alle meubilair en andere spullen voor het bureau zijn gedoneerd. Ook in andere zin staat duurzaamheid hoog in het vaandel: WO=MEN probeert in haar dagelijks werk zo veel mogelijk rekening te houden met het milieu.
37
5.2 ALGEMENE LEdENVERGAdERING
5.4 BEstuuR EN BuREAu
De Algemene Ledenvergadering (ALV) is in 2012 twee keer bij elkaar gekomen. Naast formaliteiten zoals aanname van nieuwe bestuursleden en jaarplan/jaarverslag, is de ALV een belangrijk moment voor WO=MEN leden om elkaar te ontmoeten en informatie uit te wisselen. Verschillende leden geven presentaties over wat WO=MEN doet, zoals over de werkgroepen. In april was er speciale aandacht voor presentatie door de leden. Leden konden oefenen op elevator pitches: hoe presenteer je het onderwerp gender in dertig seconden? De ALV die in oktober plaatsvond was inhoudelijker van karakter. In kleinere groepen bespraken de leden onderwerpen als resolutie 1325, MVO, lobby. De tweede helft van de ALV stond ook open voor niet-leden. Tijdens dat deel werd onder andere verder doorgepraat over de Post-2015 agenda. In 2015 eindigen de zogenaamde Millenniumdoelen. De vraag wordt steeds actueler over hoe verder na 2015. Er is een nieuw raamwerk nodig om verder te bouwen aan een gelijkwaardige, duurzame en humane toekomst. Lydia Alpízar Durán, directeur van de Association for Women’s Rights in Development (AWID), gaf een lezing over de noodzaak om gendergelijkheid en vrouwenrechten een plaats te geven in het nieuwe denken over ontwikkeling.
Bestuur Het bestuur van WO=MEN speelde in 2012 een belangrijke rol in het functioneren van de organisatie. Het bestuur stelde de koers voor WO=MEN mede vast en het ondersteunde het bureau. WO=MEN kon in 2012 twee nieuwe bestuursleden verwelkomen: Thirza Bronner, beleidsadviseur bij Amref Flying Doctors, werd gekozen door de leden vanwege haar expertise en grote netwerk binnen het speelveld van internationale samenwerking. Ook Christine Hoefnagels werd bestuurslid. Zij is zelfstandig ondernemer en vanuit die frisse invalshoek zeer betrokken bij genderkwesties.
5.3 PLANNING WO=MEN behaalde de meeste doelen in 2012 die beschreven stonden in het meerjarenplan voor 20122015. Dit meerjarenplan was in 2011 opgesteld. Dit gold voor de communicatie met de leden, de groei van het netwerk en de doelen op het gebied van resolutie 1325. WO=MEN had zich ook voorgenomen om de diaspora-organisaties een platform te bieden op het gebied van gender en richtte hiertoe een werkgroep op. Echter vanwege de wisselende agenda’s van de leden van deze werkgroep, lukte het niet om regelmatig samen te komen. Op verzoek van de diaspora-organisaties werden de trainingen aan deze groep leden vooral ’s avonds en in het weekend gegeven.
38
Het bestuur bestond eind 2012 uit de volgende leden: • Joan de Jong, voorzitter; • Bas van Bergeijk: voorzitter en penningmeester; • Alide Roerink, secretaris; • Godelieve van Heeteren, algemeen bestuurslid; • Kosta Skliris, algemeen bestuurslid; • Thirza Bronner, algemeen bestuurslid; • Christine Hoefnagels, algemeen bestuurslid. Professionalisering netwerk Twee organisaties, Schiphol Groep en Puur Advies (onderdeel van KPMG) hebben WO=MEN gratis begeleid in de professionalisering op een aantal terreinen: • De taakverdeling binnen het bureau zelf en tussen het bureau en de leden; • Het brengen van meer helderheid en soliditeit in de financiën; • Het doen ontstaan van meer duidelijkheid en effectiviteit in de tijdsverdeling. Medewerkers Het bureau bestond eind 2012 uit de volgende medewerkers: • Elisabeth van der Steenhoven, coordinator; • Joni van de Sand, beleidsmedewerker (taken: beleidsontwikkeling, argumentatie gender en internationale samenwerking, betrekken van
•
• •
•
•
mannen, CSW/UN Women, Post-2015, WIDE/ Europa, website); Sophie Kesselaar, beleidsmedewerker (taken: NAP 1325, PSO leerprogramma gender, maatschappelijk verantwoord ondernemen); Sanne Meijer, beleidsmedewerker (taken: lobby, migratie en diaspora, sociale media, ALV); Alexander Bulthuis, medewerker fondsenwerving en communicatie (taken: onderhouden contact leden, uitsturen member updates, website beheer en fondsenwerving); Jolet Koster, financieel administratief medewerker (taken: financiële administratie en office management); In 2012 versterkte Erik Theunissen het team als beleidsmedewerker politiek.
De verhuizing In november verhuisde WO=MEN naar een nieuw onderkomen. Hemelsbreed bedroeg de verhuizing niet meer dan een paar honderd meter, maar het nieuwe onderkomen biedt grote voordelen: meer ruimte voor minder geld, en een aparte zaal geschikt voor bijeenkomsten. Met een succesvolle ‘Wanted campagne’, zorgde WO=MEN voor de aankleding van het nieuwe onderkomen. De bureau’s zijn gedoneerd door DAS rechtsbijstand, de stoelen door Schiphol Groep, evenals de vergadertafel. Hivos doneerde andere stoelen. Een vetplant kwam van één van de leden. Ingrid de Caluwé, VVD-Kamerlid, doneerde een koffiezetapparaat en CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier een televisie. Ook de inrichting van het kantoor is zo een afspiegeling van het netwerk van WO=MEN geworden.
Ingrid de Caluwé @IngriddeCaluwe, 5 december Met de laatste voorbereidingen bezig voor de start van het Vrouwen Meerpartijeninitiatief morgen. 9 partijen doen mee! #GenderMPI Kathleen Ferrier @KGFerrier, 18 april 11 ElisabethvdSteenhoven (wo=men): “Ja! Er is sprake van n Arabische lente maar voor de bloemen daar, moeten we nog heel hard werken” Geretweet door WO=MEN en 4 anderen Marit Maij @MaritMaij, 6 december 9 Dutch MP’s launch Gender Multi Party Initiative. Women crucial for peace, development and democracy. #GenderMPI @IngriddeCaluwe #tK Marit Maij @MaritMaij, 6 december “@Esteenhoven: Geweldige start Gender MPI! Dank VVD, PvdA, D’66, SP, CDA, GL, CU, PvDD, 50+. Zie foto #GenderMPI pic.twitter.com/RKe8muzq” Marit Maij, @MaritMaij,17 december Zie hier mijn blogje over het meerpartijen initiatief Gender http://www.pvda.nl/berichten/2012/12/ Meerpartijen+Initiatief+Gender+van+start … #GenderMPI Geretweet door Irma van Dueren en 3 anderen Anke Vervoord @AnkeVervoord, 4 april 12 Ja zeker! Ik ken het. Prima reactie. “@ArinaNoel: #Vrouwenrechten http://www.vrouwenbelangen.nl/ internationaal/index.htm … Iets voor jou / jullie @AnkeVervoord @WO=MEN ?” Petra stienen @petra_stienen, 15 december 11 goede invalshoek van @wo=men “@VakbladVV: Toekomst van ontwikkelingsorganisaties: Waar is de einzelgänger? http://tinyurl.com/73l96p9”
sjoerd W. sjoerdsma @swsjoerdsma, 6 december Bij de oprichting van het #gendermpi. Steun voor vrouwen die wereldwijd belangrijke bijdrage leveren aan ontwikkeling, vrede & democratie
Petra stienen @petra_stienen, 5 juli Ook voor na de verkiezingen! Grote meerderheid Tweede Kamer kiest voor vrouwen http://www. wo-men.nl/news/vrouwen-binden-politiek-den-haagzeven-partijen-tekenen-vrouwen-initiatief … via @genderplatform @opzijredactie
39
Verantwoording financiën WO=MEN kreeg in 2012 opnieuw financiering van contracten die al in 2011 waren afgesloten en in 2012 doorliepen. Dit betroffen de contracten met Oxfam Novib, ICCO, met Hivos en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast had WO=MEN twee projectsubsidies. Eén van PSO voor de gedeelde coördinatie van het leerprogramma Gender. De andere van het ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschap voor de werkzaamheden van WO=MEN rond de Nederlandse afvaardiging naar de Commission Status of Women in New York.
Anne M. Lay. Voorzitter defensie Vrouwen Netwerk
Inkomsten In 2012 ontving WO=MEN subsidies uit de meerjarencontracten welke in 2011 zijn afgesloten met Hivos en het ministerie van BZ. In 2012 zijn nog meerjarencontracten afgesloten, onder meer met Oxfam Novib en ICCO. “de netwerkfunctie van WO=MEN is voor ons het meest belangrijk. de organisatie werkt bijvoorbeeld samen met het Global Women Peacemakers Netwerk, maar ook met allerlei verschillende organisaties rond NAP 1325. die netwerkfunctie werkt twee kanten op. Kennis van het NAP 1325 (Gender/culturele awareness) bij defensiepersoneel vergroot het begrip voor de impact van de vredesmissies op de verschillende bevolkingsgroepen (vrouwen, mannen en kinderen). daarnaast verhoogt de resolutie 1325 de effectiviteit van de missie en de veiligheid van onze eigen mensen. dat geldt overigens niet alleen voor vrouwen. Aan de andere kant komen wij op plekken waar ngo’s (nog) niet
geweest zijn. door de samenwerking met WO=MEN rond NAP 1325 weten we nu beter hoe we misstanden kunnen signaleren, zoals structureel geweld tegen vrouwen. daar kunnen wij zelf als defensie ons niet mee bemoeien, maar we weten nu wel met welke lokale ngo’s we moeten gaan praten om dit aan te kaarten. Zij pakken het dan op.”
Projectsubsidies kwamen van PSO voor de uitvoering van het thematisch leerprogramma en voor de organisatie van een slotevent in september 2012. Het ministerie van OCW steunde de WO=MEN werkzaamheden van de Nederlandse afvaardiging naar de CSW in New York met een projectsubsidie. Verder is nog projectsubsidie ontvangen voor het succesvolle NAP event in december 2012, voor het coördineren van de CRS/MVO werkgroep en de extra werkzaamheden in verband met de verkiezingen. De werkgroep NAP 1325 heeft in december 2012 het interactieve event ‘Women in Warzones: Peace Lords for Change’ georganiseerd. Voor dit event is additionele financiering gevonden. De werkgroep Emancipatie van mannen & Masculinities heeft in 2011 de basis gelegd voor de organisatie van de Globaliseringslezing “Leve de man!” welke in 2012 heeft plaatsgevonden in het kader van een Jaarlijks Event. Voor de uitvoering van deze activiteit was een bestemmingsreserve opgenomen.
financiële bijdrage uitbetaald en heeft de monitoring & evaluatie plaatsgevonden, waarvoor nog een bestemmingsreserve was opgenomen. De inkomsten uit contributies van leden zijn gestegen als gevolg van een stijging in het aantal institutionele leden en individuele leden in 2012. Uitgaven WO=MEN heeft ook in 2012 geïnvesteerd in de website en social media. De website is verder omwikkeld en uitgebreid. In de praktijk is gebleken dat voorlichting een belangrijk onderdeel vormt van diverse activiteiten van WO=MEN. De kosten van voorlichting zijn derhalve opgenomen in de kosten van deze activiteiten. In 2012 hebben twee Algemene Leden Vergaderingen (ALV) plaatsgevonden. Onderdeel van de ALV zijn de werkzaamheden voor het Jaarverslag 2011, 2012 en het Jaarplan voor 2013. De personeelskosten zijn in 2012 gestegen. Eind 2012 bestond het team van WO=MEN uit 1 directeur 1fte, 4 beleidsmedewerkers 3.64fte, een medewerker Communicatie & Marketing 0.88 fte en een financieel-administratief medewerker 0.8 fte. In 2013 en de daaropvolgende jaren zal het budget voor ontwikkelingssamenwerking onder druk blijven staan. WO=MEN is bezig haar financiële basis te verbreden, maar houdt ook rekening met gedwongen bezuinigingen. Vandaar dat WO=MEN een bestemmingsreserve personeel opneemt. Ook in 2012 is gebleken dat met name fondsenwerving en de daarbij behorende rapportages steeds belangrijker worden. In fondsenwerving zijn daarom extra uren geïnvesteerd.
Het project Small Seeds Fund is door WO=MEN, samen met de werkgroep Diaspora en Migratie, in 2011 grotendeels uitgevoerd. In 2012 is de laatste
40
41
BEGROtING WO=MEN
INKOMstEN
BudGEt
REALIsAtIE
AFWijKING
OxfamNovib
50.000
60.000
10.000
Cordaid
70.000
53.000
-17.000
ICCO
30.000
30.000
0
Hivos
80.000
83.000
3.000
(Ontwikkelings)organisaties
32.500
19.092
-13.408
Overheid
150.000
214.863
64.863
Buitenlandse fondsen/andere thema’s: MENA & CSR
27.500
39.487
11.987
Bedrijven/anderen: PSO
24.000
97.445
73.445
subsidies totaal
464.000
596.887
132.887
Institutioneel
26.000
23.014
-2.986
Individueel
4.000
2.265
-1.735
Ledenbijdrage totaal
30.000
25.279
-4.721
Lobbyactiviteiten
16.671
16.671
Voorlichting
16.671
16.671
Mannenemancipatie
10.000
10.000
Small seeds fund
2.000
2.000
Personeel
1.492
1.492
Subsidies
Ledenbijdrage
Bestemmingsreserves/fondsen
Bestemmingsreserves/fondsen totaal
0
46.834
46.834
totaal inkomsten
494.000
669.000
175.000
42
43
uItGAVEN
BudGEt
REALIsAtIE
AFWijKING
dutch Gender Platform Matchmaking
20.000
16.882
-3.118
Organisatie ALV
25.000
42.126
17.126
PM&E
11.000
15.387
4.387
55.000
130.665
75.665
Fondsenwerving
10.000
18.541
8.541
Organisatie totaal
101.000
206.719
105.719
totaal uitgaven
494.000
669.000
175.000
REsuLtAAt 2012
0
0
0
Bestuur en bureaukosten Huisvestingskosten
27.129
Accountantskosten+ salarisadministratie
10.628
strategieën
Automatiseringskosten
7.986
Lobby
Drukwerk
5.138
Algemene lobby Nederland
40.000
69.869
29.869
Verzekeringen
2.975
Thematische lobby
28.000
22.676
-5.324
Bestuurskosten
2.575
Politieke mapping
10.000
2.374
-7.626
Niet declarabele uren
50.675
Overige bureaukosten (telefoon, contributies, porto etc.)
23.559
Subtotaal
130.665
dutch Gender Platform totaal
20.000
16.882
-3.118
Actualiteiten
30.000
13.202
-16.798
EU
10.000
6.035
-3.965
VN
10.000
81.821
71.821
Kennisplatform
10.000
2.485
-7.515
Gender action learning trajectory
30.000
95.006
65.006
Kennis
Thema’s
0
VNVR 1325
30.000
25.783
-4.217
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
10.000
20.175
10.175
Duurzame ontwikkeling en landbouw
5.000
321
-4.679
Opkomende thema’s
20.000
11.218
-8.782
Contactmomenten leden
5.000
2.230
-2.770
Media & opinie makers
11.000
3.724
-7.276
Jaarlijks evenement
25.000
15.142
-9.858
Website
40.000
12.589
-27.411
Sociale media
32.000
11.470
-20.530
Member updates
10.000
6.157
-3.843
Nieuwsbrief
17.000
1.330
-15.670
NAP Event
0
41.792
41.792
strategieën totaal
373.000
445.399
72.399
Voorlichting
44
45
Lin Mcdevitt-Pugh, consultant gender en netwerk-expertise
“Al jaren ben ik lid van WO=MEN, eerst via de vrouwenorganisatie ALEttA – dat heet nu AtRIA – en sinds drie jaar individueel. Als zelfstandig consultant is betrokkenheid bij een platform als WO=MEN belangrijk omdat je de omgeving waarin je opereert goed leert kennen. Je kunt een opdrachtgever ook meer bieden als er een heel netwerk achter je staat. Bij WO=MEN zijn verschillende organisaties op verschillende manieren betrokken. Een zzp-er zit anders in een werkgroep dan bijvoorbeeld een werknemer van een maatschappelijke organisatie. Een zelfstandige kijkt met een ondernemersblik: wie kan ik voor mijn project gebruiken en in welk project kan ik mijn kennis inbrengen? Een vertegenwoordiger van een grote organisatie denkt eerder aan de aansluiting binnen haar doelstelling op het gebied van – bijvoorbeeld armoedebestrijding. Met die verschillen is niks mis,
46
maar je moet ze wel onderkennen. In de werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen deden we daarom een strategische verkenning. We begonnen bij onszelf: wie zijn we en waarom zitten we hier? dat bleek een belangrijke exercitie want geen van ons bleek echt te weten waarom de anderen er zaten. We waren eigenlijk wel benieuwd naar elkaar. Nu weten we van elkaar welke kennis en expertise ieder met zich meebrengt. We kunnen nu veel beter met elkaar samenwerken.”
47
ALV AO AWId BPfA BuZa BiZa CEdAW CsR CsW dGIs dGPZ Eu EVs EVd EZ ICPd ICt IFI Is LGBtQ MdG’s MENA MEP MKB Mt Mu MVO NAP NGO OCW Os PA PM&E PV sRGR toC uN VN VNVR WG WIdE WO=MEN ZZP’er
48
algemene ledenvergadering Algemeen Overleg Association for Women’s Rights in Development Beijing Platform for Action Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women corporate social responsibility Commission on the Status of Women Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking Directeur Generaal Politieke Zaken Europese Unie Eenheid Veiligheid en Stabiliteit Economische Voorlichtingsdienst Ministerie van Economische Zaken International Conference on Population and Development informatie en communicatie technologie internationale financiële instelling internationale samenwerking Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender & Questioning Millenium Development Goals Midden-Oosten en Noord-Afrika Members of European Parliament midden- en kleinbedrijf management team Member Update maatschappelijk verantwoord ondernemen nationaal actieplan non-gouvernementele organisatie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ontwikkelingssamenwerking politiek assistent planning, monitoring en evaluation permanente vertegenwoordiger Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten Theory of Change United Nations Verenigde Naties VN-Veiligheidsraad Resolutie werkgroep Women in Development Europe Women Equals Men Zelfstandige Zonder Personeel
49
50