Le Brouhaha december 2006
Een uitgave van de opleiding Frans van de UvA
Redactioneel Van de Redactie
En wie is de redactie?
Le Brouhaha is in het verleden al meerdere keren overleden en met het vertrek van Brouhaha-goeroe Olivier van Beemen leek het definitieve einde nabij. Maar op een regenachtige middag na college stonden we met vier studenten Frans onder het afdak van het P.C. Hoofthuis te filosoferen hoe we de opleiding Frans zouden kunnen opleuken. We verzonnen toen het keuzevak Frans koken en Franse sport maar wegens de alom bekende bezuinigingen zou zo’n vak er waarschijnlijk nooit komen. Waarom dan geen heroprichting van le Brouhaha voor wat vertier tussen de colleges door en wat meer kennis over mede-studenten en allerlei serieuze en minder serieuze zaken. Niet getreurd, het culinaire aspect komt tot uiting in de receptuur van Joost. Verder is er een sport en spelpagina, een Vluggertje met… en in dit nummer aandacht voor Franse politiek, identiteit en muziek.
Maartje Bartman, 22 jaar, woonachtig in Amsterdam, houdt van stokbrood, kantklossen en Edith Piaf. 2e jaars Frans met ambities op grammaticaal vlak. Hevig verliefd op een lange blonde god die niks van Frans kan. Joost Overwater, 19 jaar, woonachtig bij zijn oom en tante, houdt van hoeden, vogels en Bob Marley. Joost kan niet zonder zijn telescoop en zijn doel met le Brouhaha is: Het opstellen van een petitie om het woord le merle in te voeren in Le mot qu’il faut. Martine Sourbag, 23 jaar, meestal woonachtig in Leiden, houdt van hobbies, boomstructuren en eten. Blinkt uit in rodelen. Verlaat ons in september voor een serieuze poging tot een master in la douce France.
We hopen dat le Brouhaha een lang gelukkig leven is beschonken en we wensen jullie veel leesplezier! Joost, Martine en Maartje
2
Travail d’été Pendant un mois de l’été précédent, j’ai travaillé en France. Avant, j’ai cherché de l’information sur le travail en France et sur plusieurs types de travail que l’on peut faire pendant l’été. Je donne cidessous quelques adresses Internet que j’ai trouvé. C’est pas encore l’été, mais ne commencez pas juste avant l’été à chercher du travail, sinon c’est trop tard. Commencez quelques mois avant l’été de chercher de l’information. Moi, j’ai travaillé à la Fondation John Bost pendant le mois d’août. La Fondation John Bost est une organisation dans la Dordogne qui accueille des personnes handicapées (surtout mentales) et des personnes âgées. Ces gens dans les 20 pavillons de la Fondation, qui sont surtout situés à La Force. On aide ces personnes dans leur vie quotidienne. Tous les mois d’été, de juin à septembre, la Fondation organise un chantier social. Pendant un mois, des bénévoles travaillent dans un des pavillons pour découvrir ce que c’est que la maladie mentale. Moi, j’ai travaillé dans un pavillon qui s’appelle Patmos, où habitent trente résidents authistes. J’ai travaillé avec dix d’entre eux. C’était intéressant de découvrir comment ils vivent, mais c’était dur aussi de travailler avec eux : il est difficile d’entrer en contact avec eux. Ils vivent dans leur propre monde et parlent pas beaucoup, ou même pas du tout. Il est difficile de comprendre ce qu’ils veulent dire. Pourtant on peut eux parler, ou sourire à eux. J’ai surtout aidé dans leur vie quotidienne: mettre les tables, faire la vaisselle, les accompagner aux sorties, où juste être là. J’ai aussi joué de la guitare et chanter pour mes résidents. Il est difficile d’apercevoir s’ils l’ont aimé, mais de
quelques-uns d’entre eux, je l’ai aperçu : ils riaient, chantaient un peu aussi et il y avait même une femme qui a essayé de jouer la guitare en tirant les cordes ! On y travaille comme bénévole, mais on est nourri, hébergé et blanchi gratuitement. Le voyage est pour une grande partie remboursé. En plus, il y a beaucoup d’activités organisées auxquelles les bénévoles peuvent participer: par exemple les sorties hebdomadaires en Dordogne tous les mercredis. On est hébergé dans un camp qui s’appelle Mamré avec tous les autres bénévoles. Pendant le mois d’août, il y avait presque 50 bénévoles ! Ils viennent de dix différents pays. J’ai donc fait la connaissance de beaucoup de gens français et d’autres pays d’Europe. On a fait beaucoup de choses ensemble, c’était très sympa ! Je conseille ce travail à tous ceux qui veulent améliorer leur expression orale de français et qui veulent faire la connaissance des Français et des personnes d’autres nationalités. Si vous êtes intéressés, n’hésitez pas de me demander plus d’information ! Mon adresse email est:
[email protected] J’ai aussi quelques dépliants de la Fondation, mais vous pouvez aussi regarder le site web de la Fondation et demander de la documentation:
3
www.johnbost.org , et surtout : www.johnbost.org/pages_formation/volontariat_ete.php Quelques autres adresses Internet si vous cherchez du travail en France pour l’été (surtout du bénévolat) : www.travelactive.nl www.rempart.com www.adera.asso.fr/ www.archea.net www.cham.asso.fr www.apare-gec.org www.go-europe.nl www.jeunesse-sports.gouv.fr www.guidecasa.com www.campingfrance.com/ Etske Ooijevaar
Est-ce que vous êtes branchés?? Il n’y a pas beaucoup d’étudiants qui font des études de français. On a l’impression qu’on a retourné au lycée quand on voit les petites classes. Avec un tel petit groupe il faut être branché. Cela stimule le contact entre les étudiants. Voilà ci-dessous quelques faits intéressants qui donnent des informations sur les professeurs et les étudiants. C’était notre version française de Joop van Tellingen qui a tout découvert. Avez-vous su que : -
Maartje fume Une histoire d’amour est en train de se développer. Pendant le cours du lexique français on voit de petits gestes et de grands sourires….. Monsieur le Loup et Madame Chatot font un couple Le frère d’Etske a participé au championnat de patinage Le copain de Stéphanie a même participé aux jeux Olympiques pour le patinage Madame Sleeman s’est teint les cheveux (suspicion) Madame Chatot n’a pas le droit de voter aux Pays-Bas, malgré le fait qu’elle y habite depuis 20 ans Monsieur Boulanger a été au Canada pendant son sabbatique Madame Verheugd joue au tennis Joost a changé de chapeau Bertine aime se reposer à Schuim Madame van Wesemael a participé à une émission de tv-makelaar
4
Interview In de categorie ‘Fransen/Nederlanders geven hun leven in het thuisland op om in Nederland/Frankrijk te gaan wonen’ een interview met Frédéric Wieser die verliefd werd op een Nederlandse uitwisselingsstudente en in 1989 naar Nederland kwam. Frédéric woont nog steeds met zijn liefde van toen en inmiddels ook met 2 kinderen Basil (8) en Sandrine (6) in de Baarsjes. Maartje ging op visite! Het interview was op verzoek van Frédéric in het Nederlands, wat hij heel goed spreekt. We hebben voor het idee van een Fransman die Nederlands spreekt wat bijzondere constructies niet veranderd.
Hoe was het om in Straatsburg te wonen? Dat was heel leuk. Tot m’n 18e had ik in een klein dorpje gewoond, buiten de school en het voetbal dus het was wel een beetje stil daar en er waren ook niet zoveel kinderen van mijn leeftijd. In Strasbourg waren veel leuke mensen en bioscopen en je kon er uitgaan. Ik heb daar ook Dieneke ontmoet. Zou je een Nederlandse student aanraden om daar een tijdje te gaan studeren? Ja, het is een leuke stad, maar ik heb niet in een andere stad in Frankrijk gewoond dus ik kan niet zeggen of het leuker is dan een andere stad. Het is niet heel groot, zoiets als Utrecht, en er zijn relatief veel studenten. Ik heb mij niet verveeld moet ik zeggen!
Waar kom je vandaan? Waar ben je geboren? Ik ben in Thionville geboren, dat is een klein stad in Frankrijk aan de grens met Luxembourg. Het is de eerste stad die je tegenkomt als je richting het zuiden rijdt, bij die hoogovens. Vanaf m’n 3e heb ik in Zwitserland gewoond omdat mijn vader daar een andere baan had gevonden. Om naar de middelbare school te gaan moest ik twee keer per dag de grens over, want de school waar ik heenging stond in Frankrijk. Toen ik 18 ben ging ik naar Strasbourg, naar de Universiteit. Ik ging economie studeren want tja, ik vond wiskunde een beetje leuk, geschiedenis een beetje leuk en economie een beetje leuk. Ik ben daar 5 jaar gebleven en dan ben ik 1 jaar in dienst geweest. En dan heb ik 1 jaar wéér gestudeerd.
En je kwam Dieneke tegen, waar gebeurde dat? Dieneke studeerde Europese Studies aan de UvA en had de mogelijkheid om een jaar naar Frankrijk te gaan (1988) omdat ze iets met Frans deed. Ze deed in Frankrijk een soort post-doctorale studie. Ik werkte in Basel toen ik haar ontmoette, ik had een stage met uitzicht op werk maar toen ik haar had ontmoet heb ik besloten om terug te gaan naar Strasbourg. Ik heb haar ontmoet in een café, toen zijn we samen naar een feest gegaan van mijn zus en toen hebben wij voor de eerste keer echt gesproken. Dieneke’s ouders woonden in NoordHolland, ik ben later op de fiets naar haar ouders gegaan om haar ten huwelijk te vragen, echt Nederlands!
Was dat verplicht, in dienst gaan? Ja dat was toen nog verplicht. Ik denk dat dat ongeveer 10 jaar geleden is afgeschaft. Het was in Metz, in de buurt waar ik ben geboren. In 1988 was ik klaar met de studie en dienst en toen dacht ik ‘ik moet maar beginnen te werken’
Ben je meteen met haar naar Nederland gekomen? In feite wel ja. In oktober 1989 ben ik naar Nederland gegaan. Toen gingen we
5
in Amsterdam wonen. Dieneke woonde in een appartement met andere studenten en daar was nog een plek over voor ehm, voor een man haha. Daar ben ik een paar maanden gebleven en daarna heb ik iets moeten zoeken. Eerst woonde ik drie maanden in onderhuur op de Zeeburgerdijk. En daarna via via heb ik kennis gemaakt van een Française die werkt op de Maison Descartes. Zij was eigenares van een woonboot, die vaak verhuurd werd aan Franse stagiaires die bij Maison Descartes werkten. En die woonboot was dus vrij, maar het was echt geen luxe! Het was alleen aangesloten op water, verder niets. Maar het was wel romantisch. Hij lag op de Lijnbaansgracht, bij de Lindengracht.
hoofd moet leren) Iedereen was in een deuk toen ik die zinnen las, ze begonnen heel vaak met ‘Mijn schoonmoeder…’ Toen ik hier kwam wilde ik snel leren dus ik heb privé-les gehad. Maar ik heb de indruk als je vanaf nul begint is dat heel motiverend, vanaf niets kom je snel op iets. Je hebt het idee dat het heel veel is. Ik vond dat Nederland lezen makkelijker te begrijpen was, als mensen spraken begreep ik er niks van. Ik kon wel een beetje de krant lezen. Het moeilijkste vond ik dat als je je mondeling ongeveer kon redden en dan de stap naar schrijven te maken. Goed schrijven is bijna onmogelijk als het niet je moedertaal is. Voel je je thuis in Nederland? Ja, in Amsterdam wel. Maar ik ben niet helemaal thuis, zelfs als je de taal goed spreekt, wordt het nooit je moedertaal. Ik heb ook vrij snel begonnen met mijn grote passie; voetbal, bij een oudstudentenclub.
Hoe was het om naar Nederland te komen? Was je al eerder in Nederland geweest? Ja ik was één keer eerder een week geweest, toen ben ik tijdens de studie van Dieneke met haar een week naar hier gekomen. Maar als ik Dieneke niet had ontmoet denk ik niet dat ik naar Nederland was gekomen. Ik wist bijna niets van Nederland. Het is sowieso een taal waar ik helemaal niets van begreep, het was echt groot onbekend.
Wat miste je toen je hier kwam, van Frankrijk? Wat ik mis, en dat is nog steeds zo, dat je je moedertaal niet altijd kan spreken. Ik vind het leuk om een andere taal te leren maar het is ook fijn als je af en toe je moedertaal kan spreken. Ik heb altijd een kleine handicap met reageren, als mensen praten ben ik altijd een fractie later dan normaal met reageren en de discussie is dan iets minder vlot. En familie. Maar vaak als wij naar Frankrijk of Zwitserland gaan gaan wij naar familie. Mijn vrienden komen ook af en toe naar Amsterdam, maar volgens mij vindt iedereen het leuk om naar Amsterdam te gaan.
Weet je nog iets van de eerste indrukken die je had toen je hier kwam? Een van de eerste dagen gingen we eten in een eetcafé, dat vond ik leuk die cafécultuur in Amsterdam en dat je ook daar kon eten. In feite kende ik de rest van Nederland niet zo goed, alleen Amsterdam. Ik vind dat Amsterdam de voordelen heeft van een hoofdstad, omdat er veel is op cultureel gebied, maar dat je niet de nadelen hebt. Het is niet te groot, het is toch vrij menselijk.
Zou je iets kunnen bedenken, typisch Frans, wat je hier niet hebt? Als ik generaliseer, in Nederland gebeuren de dingen vaak volgens afspraakjes. Dus bijvoorbeeld een verjaardag vier je op een bepaalde manier of als mensen komen voor koffie ofzo. In Frankrijk is dat spontaner. Ik vind dan ook de slechte kant van Frankrijk dat het vaak minder goed georganiseerd is dan in Nederland. Op
Hoe heb je de Nederlandse taal geleerd? Ik heb, voordat ik naar Nederland kwam, gewoon met een boek geleerd, met een Franse methode, Assimil (Bekend om de typische standaard zinnen die je uit je
6
werkgebied vind ik werken in Nederland prettiger, de hiërarchie is minder strikt dan in Frankrijk.
vaak dat ze het met alleen Engels wel redden. In Frankrijk spreken niet veel mensen Engels maar het wordt toch wel meer in vergelijking met vroeger. Mensen denken toch dat er nog een oorlog is tussen Engeland en Frankrijk en ja als het echt om die oorlog gaat is die voor het Frans niet te winnen. Maar je moet de taal niet als tegenstand zien maar als een verrijking.
Wat kan je zeggen over de mensen uit Nederland? Oh dat vind ik moeilijk. Bijvoorbeeld de politiek, toen ik hier kwam was de klimaat veel beter, ook voor de minderheden. Ik vind dat de politiek in Nederland nu echt op de politiek in Frankrijk lijkt, vroeger was dat niet zo. Echt populisme heb je veel in de Franse politiek en dat heb je nu ook in Nederland. Iemand als Rita Verdonk is echt iemand die probeert stemmen te winnen en dingen te roepen die mensen graag willen horen. En de mensen lopen ook een beetje mee, de samenleving is verhard sinds 1989. En de tolerantie hier, ik weet niet of het echte tolerantie is. Het is een moeilijk woord: je mag doen wat je wil als je mij niet stoort, het is ook een beetje onverschilligheid. Op het werk zijn de mensen in Nederland iets meer ontspannen. Dat komt misschien door wat ik zei over dat de relaties hier losser zijn. En er is minder werkloosheid hier, je kan makkelijker iets anders zoeken als het werk je niet bevalt. In Frankrijk moet je langer op dezelfde plek blijven.
Voeden jullie Sandrine en Basil echt helemaal tweetalig op? We hebben een heel makkelijk systeem. Dieneke praat helemaal Nederlands met de kinderen en ik alleen maar Frans. De kinderen spreken natuurlijk meer Nederlands maar ze begrijpen heel goed Frans en ze spreken het vloeiend. Ze maken natuurlijk fouten maar in Frankrijk met hun neven en nichten gaat het heel goed. Basil gaat nu met afstandles beginnen. Le Centre Nationale d’Education à Distance is een officiële onderwijsinstelling van het Franse Ministerie van Onderwijs en Basile gaat zo Frans leren. Hij is ingeschreven voor groep 3 in Frankrijk zeg maar, leren schrijven enzo. Sandrine gaat dat ook doen op den duur, maar nu nog niet want zij is nog in de fase dat zij Nederlands aan het leren is. De klanken zijn toch anders hè, OU in het Nederlands spreken ze anders uit dan in het Frans bijvoorbeeld. Ze moet eerst goed de Nederlandse klanken kennen.
Wat staat je tegen in Nederland? Niet veel eigenlijk. Ik kan moeilijk zeggen dat ik graag wil dat iedereen Frans spreekt natuurlijk haha. Wat ik wel mis is een beetje reliëf in het landschap. Ik vind het wel leuk om dicht bij de zee te zijn, waar ik in Frankrijk woonde was de zee 800km ver weg.
Is er iets Frans in hun ten opzichte van Nederlandse kinderen? In de omgeving zijn veel kinderen met buitenlandse ouders en die twee talen spreken, Sandrine en Basil zien zichzelf iets rijker dan die ‘arme’ kinderen die maar één taal spreken, haha!
Valt het je tegen hoeveel mensen hier Frans spreken? Nou het stoort mij persoonlijk niet maar ik vind het wel jammer voor de mensen zelf want je het is toch een groot voordeel als je naast Engels nog een andere taal spreekt. Op mijn werk hebben we ook contact met België en dan zijn er mensen nodig die Frans spreken en die zijn heel moeilijk te vinden. Ik heb de indruk dat steeds minder mensen Frans spreken, mensen denken
7
Qui ben ik? Le 2 août 1982, un lundi matin, je suis née à Haarlem en Hollande, d’une mère d’origine française et d’un père hollandais. Alors je me demande: ‘Qui suis-je?’. Je suis hollandaise parce que je suis née en Hollande, ou est- ce que je suis française? Les deux, peut- être? Pour trouver la réponse j’essaye de me souvenir des mémoires les plus anciennes dont je peut me rappeler.
on prenait la route pour la Hollande. En Hollande, après les vacances j’allais à la ‘crèche’ en tant que ‘Caroline, la jeune française’. Et je me souviens que je ne comprenais pas ce que me disaient les autres enfants. Je me rappelle de penser qu’ils étaient tous débiles. Quand ma mère venait me chercher en fin d’après-midi, j’étais en sanglots car je n’avais personne à m’amuser avec. Mais après quelques temps je ne pleurais plus, je jouais avec tout le monde, parfois j’utilisais des mots hollandais et parfois des mots français, mais tout le monde me comprenait. Les petits enfants, ça apprend tellement vite une autre langue et ils s’adaptent si facilement à de nouvelles situations.
Toutes les vacances que je passais en France, c’était la même chose. Je passais mes vacances dans le sud-ouest de la France, où tout le monde me connaissait en tant que ‘Caroline, la jeune hollandaise’. Je me souviens du tout petit bout qui allait à la plage, qui allait au boulanger le matin pour chercher la baguette, les pains au chocolat et les croissants. Et partout où j’allais, avec un grand sourire les gens me disait bonjour, et alors racontaient aux autres que je parlais tellement bien le français, qu’on dirait que j’étais une vraie française. Si jeune, je ne savais pas de quoi ils parlaient. Etre une vraie française était un compliment dont j’étais fière, mais dont je ne savais pas ce que cela voulait dire.
N’empêche pas que je me suis sentie déchirée entre les deux identités, car j’avais un passeport hollandais, mais aussi un passeport français. Les gens me demandent tout le temps ta préférence, ou si tu n’aimerais pas habiter en France. La réponse est, et restera toujours : ‘Je suis les deux !’. Comme un petit bébé qui vient au monde et qui ressemble au père et la mère, moi aussi je ressemble à mes parents. J’aime le fromage hollandais, le Gouda, mais j’aime aussi un bon bout de brie. J’aime la passion et le chauvinisme français, mais aussi l’esprit réaliste des hollandais. J’aime dire ‘shit’, mais j’aime autant dire ‘merde’. Ce sont deux pays tellement près l’un de l’autre, mais tellement différent en tout. Comment peut-on choisir? Et bien, j’ai décidé de ne pas choisir et d’accueillir avec enthousiasme les caractéristiques des deux pays. Quand j’entend mon père dire ‘le maison’ au lieu de ‘la maison’, je souris et ne dis rien. Comme quand ma mère dit ‘die huis’ avec le ‘h muet’, je souris et je me réjouis de pouvoir comprendre les deux. Etre français ou hollandais, n’a
Tout les mois de juillet et d’août je passais mes journées à parler français et de vivre une vie à la française avec ma mère et ma famille française. Ma mère voulait que je puisse communiquer avec ma famille française, alors elle décidait avec mon père d’élever leurs enfants bilingues. ‘Avec la famille on ne doit pas parler en Anglais!Cela ne se fait pas.’, était la réponse que je recevais plus tard. Alors voilà, je jouais avec mes cousins et cousines, avec les enfants sur la plage, sans savoir que ma sœur et moi étaient différentes des autres. Mais les vacances finissaient quand même un jour, on se disait ‘au revoir’, on faisait les bagages et
8
rien à avoir avec être complètement l’un ou l’autre, mais de voir que les grandes différences disparaissent quand on décide à ne plus les voir.
Peut-être un jour, je n’aurais plus ce problème et tout le monde sera européen et je serais européenne moi aussi. Pour l’instant je chanterai la ‘Marseillaise’ avec autant de cœur que le ‘Wilhelmus’. Alors, ne me demandez plus de choisir entre l’équipe hollandaise de foot et Les Bleues, je ne choisirai jamais!
Maintenant je suis adulte, et je vis à Amsterdam, je fais mes études ici. Mais peut-être un jour j’irai vivre en France, dans le sud-ouest, là ou se trouvent tous mes souvenirs d’enfance, Dieu le sait.
Caroline van Dijl.
Les jeux sont faits !
Une activité pour les vacances de Noël Bon, vous faites les études de français. Mais est-ce que vous connaissez les jeux les plus populaires en France? On va vous aider. On commence par le puzzle typiquement français : le Sudoku !!! Le but du jeu est de remplir chaque carré par les chiffres de 1 à 9 de telle manière qu’aucun n’apparaisse deux fois dans la même ligne ou colonne. Si vous nous envoyez la complète solution,
vous pouvez gagner une baguette!! N’hésitez pas à participer !
[email protected]
Copyright 2005 M. Feenstra, Den Haag
9
Le vent du gauche Voor zover ik mij kan herinneren heeft Frankrijk slechts één president gekend. Daarmee bedoel ik dat ik voor die tijd absoluut geen besef van politiek had. Al die jaren ben ik door die man gecharmeerd geweest. Met zijn vriendelijke gezicht, mooie manier van spreken is hij de rust zelve. Als een ramp zich voltrokken had zou hij zijn volk wel even geruststellen. Langzaam sprekend weet hij exact de juiste woorden naar boven te brengen waardoor een ieder vervolgens in een overweldigende hypnose aan de kijkbuis gekluisterd zit. Jacques Chirac. Toch vroegen veel mensen zich af of hij zijn ambtstermijn zou volmaken of dat hij voor die tijd het pad al zou ruimen. Hij bleef…
ambitieuze vrouw. Bovendien zal de werkende middenklasse zeer tevreden zijn met aanstormende socialistische veranderingen in Frankrijk. Waarschijnlijk heeft zij zelfs les immigrants achter zich staan aangezien zij de monstertocht ParisDakar achterstevoren heeft afgelegd. Een pittige tante dus. Het duurt helaas nog even voordat we weten of al haar goede voornemens in 2007 bewerkstelligd kunnen worden. Gelukkig duurt het ook nog even voordat er een afscheid zal plaatsvinden van Monsieur le Président. Het moment dat die dag nadert zal ik overspoeld worden met een zacht-treurige gemoedsstemming. Het is niet anders. Hoe je het ook wendt of keert, Frankrijk is toe aan verandering. Daarom zeg ik; laat die linkse wind maar waaien!
Maar… Zij is opgestaan. Een nieuwe, frisse kijk op Frankrijk anno nu. Zij die veel wil veranderen. Zij die het linkse kamp weer van zich wil doen laten spreken. Zij is Ségolène Royal. Haar populistische maatregelen moeten voorkomen dat de, voor de Parti Socialiste, desastreuze verkiezingen van 2002 geen vervolg zullen krijgen. Een vrouw aan de macht in het o zo machtige Frankrijk. Een dame die er voor moet zorgen dat er in Frankrijk wél een linkse lente zal komen. Madame Royal beschikt over alle eigenschappen die ervoor moeten zorgen dat een groot deel van de Fransen straks zijn stem op haar zal uitbrengen. Veel mensen kunnen zich met haar identificeren. Zij is getrouwd en bovendien een hard werkende moeder van vier adorabele kinderen. Vele vrouwen zullen haar bewonderen om haar doorzettingsvermogen. De mannelijke intellectueel zou zich geen geschiktere partner kunnen wensen, zonder de aanwezige kinderen natuurlijk, dan deze
Annemiek Verhoeven
10
Een vluggertje met... Els Verheugd grappig Weet u het eerste couplet van La Marseillaise? (Mevrouw Verheugd zet meteen in, de eerste 2 regels zitten gebakken maar de rest is twijfelachtig. De melodie gaat daarentegen zeer soepel!)
Hoelang bent u al bij de UvA? Sinds 1984 Wat zijn uw hobby’s? Zeilen, zeilboten maken, schaatsen
tennis
Wat vindt u van foie gras? Kan dat? Nee dat kan niet echt, het is trouwens ook niet echt heel lekker. Ik vind het eigenlijk heel dieronvriendelijk, maar zo zijn er wel meer dubieuze gerechten. Ik vind dat er genoeg andere lekkere dingen zijn!
en
Wie was uw jeugdliefde? Dat is mijn man, maar die is overleden Voor welk tv-programma thuis? Inspector Frost
blijft
Voelt u zich Frans of Nederlands? Nederlands
u
Als u iemand uit de Franse geschiedenis mocht zijn, wie kiest u dan? Nou, misschien wel iemand als Marie Curie (alhoewel hetgeen echte Française was): vrouw, als eerste aan de Sorbonne gestu deerd,natuurwetenschappen nog wel, en dan ook nog een Nobelprijs winnen
Wat is uw lievelingskleur? Blauw Hoe eet u uw eitje ’s ochtends? Halfzacht, maar ik eet zelden een ei ’s ochtends
Boxer, slip, string of wol? Huh? Boxer? (ja de vragen waren eigenlijk voor Tom de Wolf in de planning) Nee dan gewoon slip
Gérard Dépardieu of Patrick Bruel? Gérard Dépardieu, die is lekker lelijk. Het is zijn uitstraling die telt! Als u de president van Frankrijk was, wat zou er dan veranderen? Het immigratiebeleid Naar welke kapper gaat u? Sinds kort naar Stadskappers Roermond
in
Wat is uw lievelingswoord? Ik vind een woord als “florilège” een mooi woord voor wat betreft de vormkant (hoewel natuurlijk heel erg savant) En een woordje als “zut” vind ik heel
11
Het Boomsyndroom Sinds dit semester lijd ik aan een nieuw syndroom… het zogenaamde boomsyndroom. Bij het vak Taal & Structuur leer je boomstructuren maken. Door dergelijke structuren kun je de incorrectheid van een zin aantonen en de functie van woorden aflezen (je kan bijvoorbeeld zien of een woord de functie van onderwerp of lijdend voorwerp heeft).
leed aan het boomsyndroom. In het begin hield ik het stil. Wie gaat er nou in zijn dromen zinnen analyseren?? Ik bleek echter niet de enige. Het boomsyndroom bleek een maladie contagieuse want alle studenten die het vak volgden bleken ermee besmet. Twee dames biechtten op dat ook zij zinanalyserende dromen hadden gehad. Het vak is in december afgelopen. Nooit meer die trots, nooit meer die passie. Nooit meer die intellectuele dromen. Het zal wel een schok worden als de boomstructuur ineens uit de dagelijkse beslommeringen verdwijnt. Om het leed wat te verzachten heb ik voor mijzelf en mijn lotgenoten een afkickprogramma opgezet in de vorm van een 4-stappenplan.
Bij het doorbladeren van de syllabus werd bij mij oud zeer opgerakeld. De boomstructuren zagen eruit als scheikundige formules!! Ik werd plots herinnerd aan de dikke 2 die ik voor scheikunde, wiskunde en al dat soort wreedheden had gehaald. Men probeerde me ervan te overtuigen dat er niks engs aan was. Het zou allemaal heel logisch in elkaar steken. Bovendien werd ik ervan verzekerd dat het met scheikunde niets van doen had. Het heeft even geduurd voordat ik me over mijn vooroordelen heen kon zetten. Een trauma schuif je niet zo één, twee, drie aan de kant.
Stap 1 verzin je eigen kerstwens (– of gedachte) Stap 2 pak een vel papier waarop je deze wens kunt uiten Stap 3 teken een boomstructuur van deze wens in de vorm van een kerstboom Stap 4 stuur het resultaat als kerstkaart naar vrienden en familie
Ik merkte echter elk college opnieuw dat de boomstructuur mij steeds nader aan het hart ging staan. Toen bleek dat ook ik dit soort scheikundig uitziende noteringen kon produceren, voelde ik zelfs een moment van trots! Op dat punt had het moeten stoppen.
Bon courage et joyeuses fêtes ! Martine Sourbag
Maar de boomstructuur had zijn wortels al verspreid. Hij was ineens overal! Alle studenten spraken onderling over dit fenomeen dat uitgroeide tot een ware hype. Het werd alarmerend toen hij me zelfs ‘s nachts bleef achtervolgen. In een droom was ik Frans aan het praten. En vervolgens zette ik mijn zinnen om in structuren. De diagnose was gesteld; ik
12
Comptes rendus Corneille – Les marchands de rêves
Les rêves selon Michel Gondry
Corneille (29) est un chanteur d’origine rwandaise qui vit maintenant à Québec. Il est ambassadeur pour l’Unicef et de cette manière il lutte contre le sida en Afrique. ‘Les marchands de rêves’ est son deuxième album. C’est un album ‘relax’, la musique est une sorte de R&B francophone. Ce disque est un peu plus sobre que le premier, avec plus de musique acoustique, ce qui le fait un disque pour des soirées intimes.
Le metteur en scène français Michel Gondry a obtenu le respect mondial pour sa collaboration avec le scénariste Charlie Kaufman dans: ‘The eternal sunshine of the spotless mind’. Un film qui mélange d’une façon magnifique l’absurdité visuelle et le drame amoureux. Maintenant il nous présente son projet à lui seul, dans lequel il traite un sujet qui offre encore plus d’espace à l’absurdité : La Science des Rêves (The Science of sleep).
Les chansons s’agissent de choses diverses. Quelques chansons racontent l’histoire de Rwanda avec ses génocides. Par exemple ‘réposez en paix’, une chanson écrite pour ses parents qui sont morts dans la guerre à Rwanda et ‘sur la tombe de mes gens’, dans laquelle le chanteur exprime ses idées et ses craintes pour revenir à Rwanda. Il chante une chanson pour sa petite soeur, ‘petite soeur’ et il chante une chanson politique ‘lettre à la Maison Blanche’. Quelques chansons sont un peu ennuyeuses, ou n’ont pas de vrai ‘esprit’ dedans, comme ‘Le bon Dieu est une femme’, ‘A vie’, ‘ça arrive’ ,mais la beauté vaut d’autres chansons valent vraiment la peine d’acheter ce disque!
Le point de départ est comparable à celui du prédécesseur : Un jeune homme isolé (Stéphane joué par Gael García Bernal) tombe amoureux d’une fille excentrique (Stéphanie joué par Charlotte Gainsbourg). La relation entre ces deux ne se développe pas facilement parce que Stéphane est ‘spécial’. Il ne sent pas la différence entre la réalité et ses rêves et c’est cette donnée-là qui détermine le film. Le récit a un rôle assez inférieur : Stéphane (peintre et inventeur) arrive en France, chez sa mère, après la mort de son père en Mexique. On voit comment Stéphane trouve un boulot (ses collègues sont un facteur comique merveilleux), réoccupe l’appartement de son enfance et fait la connaissance de sa voisine Stéphanie qui est une artiste de textile.
Corneille veut encore faire un album en anglais (dommage!) et un autre dans sa langue maternelle, le kinyarwanda. En Hollande, les disques de Corneille se vendent entre autres chez ‘the music store’.
Comme j’ai beaucoup aimé The eternal sunshine… et je connais aussi quelque vidéoclips très forts de Gondry (e.a. pour Björk et The White Stripes), j’étais déjà très enthousiaste avant que j’eusse même vu le film. Je n’ai pas été déçue : c’est un nouvel échantillon d’un style unique. Tout en restant léger et humoristique, le film est un spectacle de l’émotion humaine. Les acteurs et le metteur en scène ont, à mon avis, bien réussi à montrer la vie en rêvant.
Ciska Gijsbers
13
L’expérience de voir La Science des rêves peut quand-même mener à la confusion. Pour Stéphane, le monde peut être ce que le public voit comme ‘réel’ mais le plus souvent ce sont les rêves qui dominent sa vie. Sans annonce, le spectateur est mis ‘dans’ ou ‘dehors’ la tête de Stéphane, et c’est pourquoi on n’a jamais prise sur ce qu’on voit. Par exemple, tout d’un coup, toute la scène peut être faite de carton ou de textile. De la même façon, un rasoir électrique devient vivant, de l’eau devient cellophane et des mains deviennent énormes. Personnellement, je suis un
fan de ce genre d’absurdité, et la manque de logique ne me dérange pas du tout. Mais il est probable que pour ceux qui aiment un récit clair, ce film soit ennuyant et chaotique. Il y a une seule raison pour laquelle je voudrais finalement vous conseiller d’aller voir ce film tout de même : les images. Les décors et les trucages sont d’une telle créativité et originalité qu’il serait vraiment dommage de les rater. Tinka van Leeuwen
14
Plat de résistance de Noël Il y a aujourd’hui quelques années que j’ai découvert l’art de faire la cuisine et surtout faire la cuisine à la française. Beaucoup d’entre vous pensez peut-être que cette cuisine traditionnelle raffinée est difficile à préparer. Moi, je voudrais vous montrer le contraire. Dans cette édition du Brouhaha je voudrais préparer un menu de Noël. Quand vous invitez des amis ou la famille pour le Noël, ils ne partiront pas sans avoir te remercié pour le dîner merveilleux: Pot-au-feu et pommes de terre gratinées avec une ratatouille de légumes grillés Pot-au-feu 800g. bœuf 200g. carottes 125g. navets 100g. poireaux 60g. panais 1 branche céleri 3 l. d’eau 30 g sel Mettre dans une marmite la viande avec les os, le sel. Recouvrir avec l’eau chaude. Faire bouillir et laisser cuire pendant 15 minutes. Ecumer. A ce moment, mettre les légumes épluchés, lavés et attachés ensemble. Faire bouillir, puis laisser mijoter à petit feu pendant trois heures. Pommes de terre grillés - 1 kilo de pommes de terre (eigenheimers ou sorte pareille) - 4 branches de romarin Réchauffer le four a 200 C°. Faire cuire les pommes de terre coupés en parties pareilles, 10 minutes à l’eau bouillante. Après, mettre les pommes de terre dans le four avec un peu d’huile d’olive, du sel et du poivre et 4 branches de romarin. Faire chauffer pendant 30 minutes. Ratatouille des légumes grillés - 4 parties d’ail écossées partager en deux parties. - deux oignions coupées en petites parties - 2 poivrons rouges - 2 branches de romarin - 4 branches de thym - 1 aubergine en grandes parties - 2 petits courgettes en grandes parties Graisser un plaque de four avec l’huile d’olive extra vierge. Mettre les légumes avec les herbes et l’ail dans un plat de four. Ajouter un peu de sel et de poivre. Asperger de nouveau l’huile d’olive au-dessus. Griller pendants les légumes 30 minutes au four. Remuer de temps en temps. Bon appétit, Joost Overwater
15
Activités La Maison Descartes Fondée en 1933 par Gustave Cohen, professeur à la Sorbonne, la Maison Descartes est le plus ancien institut étranger présent à Amsterdam. De son origine elle garde une vocation littéraire et universitaire très marquée au service non seulement de la diffusion de la culture française mais du dialogue franco-néerlandais, incarné par le nom de Descartes et la personnalité de son fondateur, spécialiste de littérature néerlandaise. La salle cinéma est fermé à cause de travaux. Pour renseignements sur les autres activités de la Maison Descartes comme le médiathèque ou des cours linguistiques: voir. www.maisondescartes.com
de la « Collectie Nederland », et sont en grande partie rassemblées à partir de collections privées pendant la première moitié du 20ème siècle. L’exposition Franse Passie montre combien les PaysBas sont intéressés par les artistes français du 19ème siècle, et tente d’expliquer comment cette passion est née. Centraal museum, Nicolaaskerkhof 10, Utrecht – 030 236 2362 Horaires d’ouverture : du mardi au dimanche de 12h00 à 17h00, le vendredi de 12h00 à 21h00 / fermé le 25 décembre et le 1er janvier Le Théâtre Royal de la Haye présente trois pièces courtes de Samuel Beckett interprétées par le Théâtre des Bouffes du Nord et mises en scène par Michael Lonsdale : Comédie, Catastrophe et Pas. Comédie est une parodie du théâtre de boulevard, jouée par un homme et deux femmes. Seules leurs têtes sont visibles, et uniquement lorsque l’un d’entre eux parle. Il devient rapidement évident qu’il s’agit d’un ménage à trois. Catastrophe est une des dernières pièces écrites par Beckett. Un metteur en scène et son assistant discutent du rôle principal lors d’une répétition de la dernière scène d’une pièce de théâtre. L’interaction entre les différents personnages et leurs idées forment le thème central. Pas : Revêtue de chiffons, May marche de long en large sur la scène. Nous suivons la conversation qu’elle a avec sa mère. Les voix s’entremêlent de plus en plus. Au fur et à mesure que la pièce avance, May ralentit le pas pour disparaître complètement à la fin. Avec Michael Lonsdale, Eleonere Hirt et Laurence Bourdill. Pièces en français, surtitrées en néerlandais. Mardi 19 décembre 2006, 20h15 au Théâtre Royal de la Haye (Korte Voorhout 3).Renseignements et réservations : www.ks.nl
« Living room 2 », Matali Crasset, Petra Mrzyk et Jean-Francois Moriceau, Maison Descartes, Amsterdam Il y a une exposition permanente, la Maison invite le public à découvrir la nouvelle ambiance lounge et fantasque déployée dans ses locaux, à travers l’installation « Living room 2 » (du 27 novembre au 22 décembre) réalisée par la célèbre designer Matali Crasset en collaboration avec les artistes Petra Mrzyk et Jean-François Moriceau. Du 27 novembre au 22 décembre. Du lundi au vendredi, 10h00 - 18h00 (17h00 le vendredi). Entrée gratuite. Rens. Artistes : www.matalicrasset.com, www.airdeparis.com. Franse passie Courbet, Daubigny, Monet en andere schilders – Centraal Museum, Utrecht Du 11 novembre 2006 au 11 mars 2007, vous pouvez venir voir l’exposition Franse Passie au Centraal Museum, avec des chefs d’œuvre de Monet, Daubigny et Cézanne, ainsi qu’une sélection d’autres peintres. Toutes les œuvres font partie
16
Colofon Le Brouhaha is het blad van de Opleiding Franse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, en verschijnt in principe vier keer per jaar in een oplage van 150 stuks, bestemd voor studenten, docenten en geinteresseerden. Redactie Maartje Bartman Joost Overwater Martine Sourbag Layout Rodelbahn BV Medewerkers Etske Ooijevaar Caroline van Dijl Annemiek Verhoeven Ciska Gijsbers Tinka van Leeuwen Kaft Georgien Overwater
Kopij
is van harte welkom op
[email protected]
Deadline 1 maart 2007