Le Brouhaha Juni 2007
Een uitgave van de opleiding Frans van de UvA
Redactioneel Van de Redactie
En wie is de redactie?
Lieve lezers,
Maartje Bartman, 22 jaar, woonachtig in Amsterdam, houdt van stokbrood, kantklossen en Edith Piaf. 2e jaars Frans met ambities op grammaticaal vlak. Hevig verliefd op een lange blonde god die niks van Frans kan.
Na een uitputtende sollicitatieronde hebben we vanaf heden een nieuw redactielid: Tinka van Leeuwen!!! Zij is vanaf heden onze officiële filmkenner en zorgt voor extra creatieve input…. Voordat we jullie verlaten voor de vakantie willen we jullie nog wat inspiratie voor de toekomst meegeven, want het vooruitzicht van oud & dik worden is niet zo plezant. Vandaar dat we het thema ‘toekomst’ aan dit nummer hebben gelieerd. Hoe vaak wordt niet gevraagd wat je nou eigenlijk kan worden na een talenstudie? Om te kijken wat de mogelijkheden zijn hebben we twee afgestudeerde heren hun verhaal laten vertellen. Dit nummer hebben we sowieso veel inbreng van onze mannelijke collega’s gehad. Hulde! Van Toussaint tot een stoere mannen-column, er zit van alles tussen! Verder zal het jullie niet ontgaan zijn dat we een enquête hebben gehouden. Wat vinden jullie nou eigenlijk van de opleiding? Waarover is er tevredenheid en wat kan er worden verbeterd? Natuurlijk is er ook aandacht voor politiek zo vlak na de présidentielles. En last but not least, het vluggertje met Tom de Wolf!!!! We willen iedereen weer bedanken voor alle inzet! Succes met alle tentamens, veel leesplezier en vergeet niet om je goed in te smeren op het strand!!!
Joost Overwater, 19 jaar, woonachtig bij zijn oom en tante, houdt van hoeden, vogels en Bob Marley. Joost kan niet zonder zijn telescoop en zijn doel met le Brouhaha is: Het opstellen van een petitie om het woord le merle in te voeren in Le mot qu’il faut. Martine Sourbag, 23 jaar, meestal woonachtig in Leiden, houdt van hobbies, boomstructuren en eten. Blinkt uit in rodelen. Gaat vanaf heden bij een innovatieve & francofiele kapsalon werken om de Franse haarmarkt veroveren…. Tinka van Leeuwen, 21 jaar, Utrechts finest en dol op films kijken, wat met haar hippe bril heel goed gaat. Doet ook Europese studies en is dus de Eurofiel van de bende.
Bisous van de redactie Joost, Tinka, Martine en Maartje
3
De mening van de student de uitslag van de enquête
De redactie vroeg zich bij een van de laatste vergaderingen af wat we zouden kunnen doen om de opleiding beter te maken en hoe we gehoor konden geven aan eventuele kritiek van de studenten. We kunnen zelf wel onze mening geven maar we vonden het belangrijk de ideeën van alle studenten in kaart te brengen. Een bescheiden poging is inmiddels dus gedaan: Een deel van jullie heeft onlangs een enquête ingevuld (nogmaals bedankt, trouwens) over hoe tevreden je bent over het vakkenpakket dat de bachelor Franse taal en cultuur biedt. 26 enquêtes zijn weer bij ons ingeleverd en de resultaten logen er niet om. Een kort overzicht van de antwoorden:
Daarbij zijn er ook veel studenten die meer aandacht voor de taalverwerving zouden willen zien en dan met name spreekvaardigheid. “Meer spreken en vertalen, want uitspraak vraagt veel tijd en heeft echt meer aandacht nodig, als je na twee jaar nog steeds “-schon” i.p.v. “-tion” zegt...” “Ik vind dat er elk semester spreekvaardigheid moet zijn, anders leer je nooit Frans spreken.” Er kwamen zelfs hele praktische tips binnen: “Er moeten systematisch bepaalde spreekvaardigheidproblemen geoefend worden, zoals dat ook gebeurt bij schrijfvaardigheid.” Ook vroegen we of er disciplines waren die beknopter onderwezen konden worden. Opvallend was dat veel studenten hier helemaal niets hebben aangevinkt. Er is dus meer tekort dan overschot volgens veel van jullie. Toch gaven een aanzienlijk aantal mensen aan dat de taalkundige vakken wat veel zijn. “Ik vind taalkunde best interessant, maar hierdoor verlies ik een beetje mijn zicht op het praktische nut van de studie. Iets dat door alle taalkunde misschien een beetje te weinig naar voren komt.” “Taalkunde maakt de studie natuurlijk academischer maar draagt niet veel bij aan een algemene taalvaardigheid.” “Ik vind dat deze vakken veel te specialistisch zijn om in een bachelor in deze mate te onderwijzen. Het zou beter zijn als dit meer in de keuzeruimte valt, of in een master.”
Allereerst zijn er weinig studenten die iets anders van de studie hadden verwacht. Bij de vraag “Komt het vakkenpakket overeen met de verwachtingen die je had?” waren er maar drie mensen die niet bevestigend antwoordden. De populairste vakken zijn cultuurkunde en vertalen. “Omdat cultuurkunde veel “maatschappij” behandelde en ik daar het meest over Frankrijk heb geleerd, wat heel nuttig blijkt te zijn en op de meest rare momenten van pas komt!” Bij de vraag welke aspecten er meer aan bod mochten komen, kregen we van praktisch alle studenten te horen: de Franse maatschappij. “Daar is te weinig tijd voor omdat we zoveel algemene vakken (taalwetenschap, literatuurwetenschap etc.) hebben en zoveel taalkunde. Waar blijft de cultuur van de studie Franse taal en cultuur?”. “Ik wil meer over Frankrijk te weten komen!”. “Cultuurkunde gaat alleen over vroeger. Meer aandacht voor actuele politiek zou goed zijn om het beter te begrijpen.”
Over het niveau van de taalverwerving was men veelal neutraal of positief. Dat wil dus zeggen dat de meeste studenten niet ontevreden zijn over de vooruitgang die ze hebben geboekt bij deze vakken, maar zoals blijkt uit de antwoorden op andere vragen kan meer taalverwerving
4
absoluut geen kwaad. “In het eerste semester zou er wel twee uur per week (i.p.v. één uur) aan grammatica besteed mogen worden!”
Toch waren er heel veel mensen die bij deze vraag de opleiding juist prezen: “Het is kleinschalig en heel persoonlijk. Dat aspect mist bij heel veel andere opleidingen.” “Je leert goed de franse taal beheersen en daarnaast krijg je ook nog veel andere interessante vakken die met het Frans te maken hebben.” “Ondanks de kritiek die ik op dit blaadje heb geuit, heb ik geen spijt van mijn studiekeuze en vind ik Frans een interessante opleiding met gedreven docenten.” “Ook al is de aanpak van het vak taalverwerving erg schools; hij werkt wel!” Volgens de meeste studenten valt er een boel te verbeteren, iedereen had wel iets op of aan te merken. De grootste consensus ligt bij het gebrek aan maatschappelijke vakken en spreekvaardigheid. De vraag is nu dus of wij, de studenten, hier iets aan zouden kunnen veranderen. Waar moet je aankloppen als je het studieprogramma wil aanpassen? Kán het wel aangepast worden? De Brouhaha-redactie gaat het bekijken. Tot het volgende nummer!
Bij de laatste vraag van de enquête verzochten we jullie om je (on)tevredenheid in één zin uit te drukken. Veel mensen verwezen hierbij nogmaals naar een gebrek aan maatschappelijke vakken en spreekvaardigheid: “Ik zou meer spreekvaardigheid willen terugzien, gericht op specifieke onderwerpen. Bijvoorbeeld: in combinatie met een vak over de hedendaagse maatschappij van Frankrijk.” Ook werden er wat vraagtekens bij de organisatie gezet, net als bij het toekomstperspectief: “Deze studie is veel te weinig op de praktijk (de arbeidsmarkt) gericht.”
Van de redactie
5
Et maintenant, c’est à Sarko ! Depuis le 16 mai 2007, la France a un nouveau président. Ce jour-là, l’ancien président de la République, Jacques Chirac, a cédé son fauteuil à Nicolas Sarkozy. Dans ce texte, on vous donnera quelques informations sur le mandat de Jacques Chirac, les élections présidentielles et le nouveau président, Nicolas Sarkozy.
Royal, 19% pour François Bayrou, et 10% pour Jean-Marie le Pen. Au second tour, qui opposait Sarkozy à Royal, le premier a gagné, ayant obtenu plus de 53% des votes. Cependant, si on ne compte que les votes exprimés aux Pays-Bas, Ségolène Royal aurait remporté la victoire ! Il y avait 10055 inscrits, dont 4165 personnes ont voté, soit un taux de participation de 41,4%. Ségolène Royal a obtenu environ 60% des votes, Nicolas Sarkozy en a eu 40%.
Le mandat de Jacques Chirac Jacques Chirac est né le 29 novembre 1932 à Paris. Il y a 40 ans, il a commencé sa carrière politique. Il a été entre autre maire de Paris et premier ministre, avant d’être élu président de la République il y a 12 ans. Evidemment, il y a eu bien des événements pendant ces 12 ans-là ; voilà un petit bilan. Quant au chômage, son pic s’élevait à 12,2% en 1997. Depuis cette année, le taux de chômage a décru, jusqu’à 8,6% en décembre 2006. A la fin du mandat de Chirac, en 2006, la croissance économique était de 2%. Un autre point important est la sécurité intérieure. D’un côté le nombre de crimes et de délits a été en baisse continue. De l’autre, les violences ont montré une augmentation. Ce sera donc à Sarkozy de s’occuper de ce bilan contrasté. Le référendum concernant la constitution européenne est considéré comme le plus grand échec de la période Chirac par beaucoup de monde. C’est que les Français ont, malgré l’opinion de leur président, rejeté en masse le traité constitutionnel.
Nicolas Sarkozy Le 28 janvier 1955 est né Nicolas Paul Stéphane Sarközy de Nagy-Bocsa d’un père hongrois et d’une mère française. Il a eu une formation d’avocat. En 2007, à l’âge de 52 ans, il atteint son objectif primaire, c’est-à-dire le titre de président de la République française. Jusqu’au moment où il a été élu président, Nicolas Sarkozy était ministre de l’Intérieur et de l’Aménagement du territoire. Pour terminer, voici deux faits intéressants sur le nouveau président : • Sarkozy a reçu en 2003 le Prix de la Tolérance pour son action contre le racisme et l’antisémitisme. • Il a aussi son propre personnage de cire au musée Grévin à Paris. Dernier message pour tous : même si Nicolas Sarkozy n’était pas votre candidat préféré, ensemble tout devient possible !
Les élections présidentielles Le 22 avril 2007 a eu lieu le premier tour des élections. Aucun des candidats n’a obtenu alors une majorité absolue. Suivent les résultats approximatifs des plus importants candidats : 31% pour Nicolas Sarkozy, 26% pour Ségolène
Janitha den Ouden en Huib Kouwenhoven
6
Abréviations (abrev.) Pendant les cours, on doit parfois écrire très vite. Il est donc pratique de connaître quelques abréviations. Voici quelques abréviations que les Français emploient. Mais Quand Que Même
ms qd q m (avec un accent circonflex au-dessus)
Dans Quelqu’un Quelque chose Souvent Maintenant S’il vous plaît C’est-à-dire Par exemple Vous Nous Politique L’homme Philosophie
ds qqn qqch svt mtnt svp c-a-d par ex. vs ns Ф H φie
Etske Ooievaar
7
10 vragen voor Le Brouhaha-goeroe Olivier van Beemen Olivier van Beemen heeft een grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van le Brouhaha. Tegenwoordig heeft hij zijn eigen weblog op www.parijsblog.nl, waar alles te lezen valt over de Franse actualiteiten. Olivier is freelance journalist en woonachtig in Parijs. Op de website van de UvA kun je lezen hoe zijn carrière is verlopen na onze geliefde studie Franse Taal en Cultuur te hebben afgerond. Kijk op www.studeren.uva/frans onder het kopje interviews van alumni!!!
alweer de parlementsverkiezingen.
1. In hoeverre heeft Le Brouhaha bijgedragen aan je succes? Een ding is zeker: in Le Brouhaha kon ik ieder stuk kwijt dat ik wilde. Soms werd het een beetje gênant, als ik het blad zelf voor de helft vol schreef. Ik leerde – met wisselend succes – medestudenten te motiveren om te schrijven, ik leerde te redigeren, de opmaak te verzorgen en plaatjes te zoeken. Uiteindelijk vond de masteropleiding journalistiek het voldoende om me aan te nemen.
4. Wat heeft Frankrijk nodig om uit het dal te komen? Denk je dat Sarkozy dat kan bieden? Frankrijk moet grondig hervormd worden. De arbeidsmarkt moet flexibeler en Fransen moeten langer doorwerken dan tot maximaal hun zestigste, zoals nu het geval is. In Frankrijk is het zo lastig iemand te ontslaan, dat veel werkgevers van de weeromstuit niemand meer aannemen. Het liefst wil iedereen ambtenaar worden, dan hoef je je de rest van je leven geen zorgen meer te maken. Daardoor zit alles muurvast en krijgen jongeren geen kans. Ik denk dat Sarkozy meer kans maakt deze noodzakelijke hervormingen door te voeren dan Royal. Zij was erg vaag en zou haar plannen baseren op gesprekken met de vakbonden. Het probleem van de vakbonden in Frankrijk is dat zij oerconservatief zijn – ze zijn tegen iedere verandering – en slechts 8 procent van de werkgevers vertegenwoordigen. Sarkozy wil ook proberen de vakbeweging te hervormen, zodat die representatiever zou worden. Dat lijkt me een goed plan. In bredere zin is links op dit moment conservatief in Frankrijk, terwijl rechts wil veranderen. Daarom noem ik in mijn verhalen rechts nooit de ‘conservatieven’. In Nederland (en in Frankrijk) denken
3. Ben je mee gaan feesten voor Sarkozy? Ik was op Place de la Concorde, waar de Sarkofans samenkwamen om verslag te doen. Even daarvoor was ik aan de andere kant van de Seine geweest, bij het hoofdkwartier van de aanhangers van Ségolène Royal. Daar was de sfeer uiteraard iets minder. Hoewel ik Sarkozy de betere kandidaat vind, had ik tijd noch zin om mee te feesten.
2. Hoe heb je je beziggehouden met de verkiezingen? Heb je stukken moeten schrijven? Ik heb me de afgelopen weken helemaal rot gewerkt. Soms dag en nacht. Rond de verkiezingen willen mijn beide grote opdrachtgevers, de regionale dagbladen (GPD) en Elsevier veel verhalen, die uiteraard goed en snel geschreven moeten worden. Ondertussen wilde ik ook mijn blog bijhouden, want dat is juist nu interessant. Ik racete op mijn fiets door Parijs, ging naar partijbijeenkomsten, volgde de debatten. Het was erg druk de laatste tijd. Ik ben ook echt aan vakantie toe, waarschijnlijk een paar dagen Ierland. Maar ik moet snel weer terug zijn, want in juni volgen
8
velen dat Sarko eng is, dat hij te veel op de extremist Jean-Marie Le Pen lijkt. Ik vind hem niet echt een fijn mannetje, een tikje te populistisch, maar ik denk niet dat hij een bedreiging vormt voor de democratie.
7. Wat adviseer jij de huidige student om te doen aan CV-building? Schrijf Le Brouhaha vol en het komt allemaal goed. 8. Op de Uva-site kan men lezen dat jouw carrière na de studie Frans goed van de grond gekomen is. Ken je andere mensen die Frans hebben gestudeerd en een coole carrière hebben opgebouwd? Ik ken twee meisjes die bij het Institut Néerlandais werken, het Nederlandse culturele instituut in Parijs, een ander doet interessante kunstprojecten in Franstalig West-Afrika. Behoorlijk cool!
5. Leiden de rellen in de banlieues tot angst onder de Parijse bevolking of merk je er niet zo veel van? In Parijs denken veel bewoners dat er onbegaanbare stedelijke jungles om de stad liggen, waar je je leven niet veilig bent. Ik denk dat er veel te veel negatieve aandacht aan de slechte buurten is besteed. Ik kom er vaak en het is in de praktijk heel anders dan het beeld dat geschetst wordt.
9. Merk je verschil tussen Franse en Nederlandse werkgevers? Ik heb zelf geen Franse werkgevers, maar merk wel dat Nederlander opener is, minder hiërarchisch. Veel Fransen die ik kom interviewen verbazen zich dat ik zo jong ben: ze kunnen zich niet voorstellen dat je al vroeg een goede en interessante baan kunt vinden. Sarkozy (52) en Royal (53) worden hier beschouwd als jonge honden. 10. Wat is je warmste herinnering aan je Uva-tijd? Bij Frans vond ik het eerste jaar het gezelligst, toen er nog vrij veel studenten waren en we altijd veel leuke avondjes organiseerden, mooie films keken en veel dronken in café het Kremlin. Martine Sourbag
6. Ben je van plan om voor de rest van je leven in Frankrijk te blijven wonen of verlang je terug naar onze grijze luchten en de Bijenkorf? Ik heb nog geen heimwee naar het vlakke land, maar ik zou het ook niet erg vinden om terug te komen. Het liefst zou ik na Parijs correspondent worden in New York, Berlijn of Londen.
9
‘La Vie en Rose’ Le samedi 19 mai, j’ai vu le film « la Vie en Rose », un film sur la vie d’Edith Piaf. – Edith Piaf, n’est-ce pas une vieille chanteuse du début du siècle dernier? En effet, tu as raison ! C’était probablement la raison pour laquelle j’étais la plus jeune spectatrice. Je crois que ma présence a fort diminué la moyenne d’âge des spectateurs. Au contraire de tous ces vieillards, je n’avais la moindre idée qui était Edith Piaf. Bien sûr, je connais son nom, mais c’est tout. Après avoir vu le film, je sais tout de sa vie. Et bien que cela paraisse très ennuyeux, ce n’était pas du tout le cas. Le film commence au moment de l’effondrement d’Edith sur scène. Suivi d’images de sa jeunesse, alternées avec des images d’Edith au sommet de sa gloire. Normalement, je n’aime pas les films à l’ordre chronologique, mais dans ce casci, ce n’était pas grave. Puisqu’on pouvait toujours voir quel âge Edith avait à un certain moment. Du moins, pas toujours : à la fin de sa vie, elle semble avoir plus de 80 ans, mais quel choc : elle n’avait que 47 ans! Mais cela n’est pas si étonnant quand on voit qu’elle buvait comme un trou et qu’elle se droguait. Et cela n’est pas étonnant à son tour, quand on voit se rend compte des événements tristes de sa vie: abandonnée par sa mère, grandi chez les prostituées, élevée en partie par son père qui était alcoolique. Puis la mort de son imprésario (dont elle était jugée complice) et puis la mort tragique de son amant dans un accident... Non, la vie d’Edith n’était pas du tout une « vie en rose ». Bien que dans les différents comptes rendus les avis soient partagés, moi, je trouve que ce film est très intéressant. L’histoire est claire et filmé d’une manière spéciale. Bien qu’on puisse débattre de l’utilité des retours en arrière, je ne les trouvais pas
dérangeant. L’ambiance dans ce film est assez authentique, on peut s’imaginer de vivre au début du 20e siècle. Et, quoique la musique soit un peu différente de la musique contemporaine (ces chansons ne sont pas faites pour le « jumpstyle ») c’est quand même pas infernale. Donc : si tu ne sais pas quoi faire, je te recommande ce film. Il te « plonge » dans la culture française, ce que tu aimes sans doute, puisque tu fais des études de français. Tanja Metselaar
10
À la vidéothèque Voici deux suggestions pour les soirées d’été où il ne fait pas assez beau pour sortir :
cet été ! Dans ce film, Mme Souza doit aller au secours de son petit-fils Champion, un cycliste doué qui a été kidnappé par des bandits mystérieux. Pendant sa quête, elle rencontre le groupe musical « Les triplettes de Belleville ». Ce trio bizarre vient à l’aide de Mme Souza et la lutte contre une organisation criminelle et obscure peut commencer. Bon, l’histoire est simple comme toutes les animations mais le style est merveilleux. C’est un mélange idéel d’un monde surréel et le monde que l’on connaît. Contrairement aux œuvres des Disney et Dreamworks, les dessins de Les Triplettes ne sont pas léchés, on n’évite pas la laideur ou l’imperfection, on les met plutôt au service de l’effet comique. Puis, on surprend le spectateur sans cesse. Tout est différent de ce à quoi l’on est habitué. Par exemple : il n’y a pas de vrai dialogue. Tout est son et musique. Les Triplettes est un film tellement unique, que je ne peux pas vraiment expliquer l’effet. La meilleure chose est simplement de le voir.
Le temps qui reste (2005) François Ozon (8 femmes, Sous le sable) montre la vie de Romain, un jeune homme qui apprend qu’il a un cancer terminal. Il est photographe de mode et sa vie sociale a l’air d’être plutôt superficielle. Cette nouvelle connaissance rend sa vie alors très difficile. Sa grand-mère est la seule personne à qu’il se confie. Petit à petit, on voit comment il change. Il essaie, même si c’est un peu maladroitement, d’exprimer ses émotions à ceux qu’il aime et de donner un certain sens à ses derniers jours. Le film n’explique pas trop ce qu’on voit, mais présente de façon honnête et sobre comment quelqu’un qui a toujours réprimé ses sentiments se trouve obligé de changer. Je n’avais pas encore vu l’acteur qui joue Romain mais son jeu m’a beaucoup impressionné. Par exemple : une des scènes les plus touchantes est une compilation d’images de Romain qui est seule à la maison et qui essaie de tuer le temps. Pour ceux qui cherchent l’amusement léger, le film n’est peut-être pas le meilleur choix mais personnellement, j’ai trouvé que le style calme et détaillé de ce portrait est une variation bienfaisante dans l’offre cinématique des derniers temps.
Scénario et mise en scène : Sylvain Chomet. Tinka van Leeuwen
Avec : Melvil Poupaud, Jeanne Moreau, Valeria Bruni-Tedeschi Les Triplettes de Belleville (2003) De tous les films animés que j’ai jamais vus, celui-ci est sans doute le plus original et le plus comique. En fait, j’espère que vous le connaissez déjà. Ci cela n’est pas le cas : il faut absolument aller le louer (ou télécharger pour les plus modernes)
11
Interview In de reeks van Fransen in Nederland en Nederlanders in Frankrijk is Annemieke Franke de laatste, zij vertelt wat ze te zoeken heeft in de rimboe in de buurt van Vichy..
samen hier een bedrijf opgericht waarin we bouwprojecten organiseren. Had je voor je vertrek iets met Frankrijk/het Frans? Ik had niets met Frankrijk behalve dat ik er als kind een aantal malen op vakantie was geweest. Maar dat waren van die kampeervakanties op drukke plekken langs de kust. Ook had ik vrienden die regelmatig met hun kinderen gingen fietsen in Frankrijk dus ik vermoedde wel dat er meer onder de zon moest zijn in dat grote land.
Waar kom je vandaan? Ik kom uit Bussum. Via Schoevers en een PR- opleiding ben ik terecht gekomen in organisatorische functies in de promotionele sector en de audiovisuele sector. Waar in Frankrijk ben je naartoe vertrokken, wanneer en waarom? De streek waar ik nu woon ligt aan het begin van het Massif Central, ten zuidoosten van Vichy in de bergen op ongeveer 750 meter hoogte. Ik ben daar tijdens een fietsvakantie terecht gekomen. De bewoners vroegen zich af wat een dame van het platteland hier in de bergen deed op een fiets en vermeldden tijdens het “Fête de l’année” - waar we gezellig met het hele dorp aan tafel zaten- trots dat er nog een gepassioneerde fietser in het dorp woonde…En hij was de moeite waard… Nadat we drie jaar een relatie hadden en we constant op en neer reden tussen Nederland en Frankrijk besloot ik mijn huis te verkopen en mij hier te vestigen. Eenmaal hier op de berg bleek mijn lieve fransman een grondige bindingsangst te hebben. Ten einde raad heb ik gekozen mijn eigen weg te gaan en heb ik een grote (te renoveren) boerderij gekocht. Ik was direct weer veel vrolijker en ben aan de slag gegaan met het renoveren van de boerderij. Na een jaar kwam een goede vriend uit Nederland (die ik al veertig jaar kende!) kijken waar ik toch zo druk mee was en we werden verliefd. Opnieuw had ik een vriend in het buitenland! Toch wilde ik graag doorgaan met mijn project en zodoende verblijf ik veel tijd in Frankrijk. Wij hebben tevens
Hoe bevalt het leven je daar? Ik woon hier vrij geïsoleerd en midden in de natuur. En het is de natuur die mij hier zo aantrekt. Weinig materiele afleiding. Een buitenleven. Helemaal met jezelf in die overweldigende stilte, dat vind ik heerlijk. Paradijselijk mooi als er in de winter sneeuw ligt. Een explosie van kleur en klank in het voorjaar. Saaier maar lekker warm in de zomer en in de herfst vaak ook hartverwarmend qua kleur. Mensen zijn hier meestal bezig met essentiële zaken. De groentes uit de tuin, paddestoelen zoeken als die er zijn, lekker eten, hout voor de winter. Voor Nederlanders lijken dat onbelangrijke zaken omdat we verder van de natuur zijn komen te staan. Maar dit alles haalt de vaart uit het leven en brengt aandacht voor de dingen en elkaar, en dat is verrijkend. Omdat wij hier ook werken zie ik behalve het huiselijke leven ook de professionele kant van de fransen. Ik vind het niet gemakkelijk om met fransen te werken. Je moet ze drie keer bellen voor ze één keer iets doen. Maar wanneer je je best doet om te begrijpen waarom ze functioneren zoals ze dat doen en wanneer je je aanpast aan die uitgangspunten, dan levert dat veel op. Ook al kost daardoor alles veel moeite hebben wij bevredigende contacten,
12
verbazen we ons regelmatig en zien we hoe het franse leven in elkaar steekt.
met gemeenteraden durf ik zelfs grappen te maken! Maar als de fransen eenmaal onderling flink van jetje gaan dan moet ik me wel erg inspannen het te blijven begrijpen.
Zou je kunnen zeggen dat je aan het verfransen bent? of is dat niet 100% mogelijk? De streek waar ik verblijf ligt op 900 km van Nederland. Dat lijkt een kleine afstand waarop niet veel verschil mogelijk is. Maar de Fransen hier ( ik weet natuurlijk niet het in andere streken is) zijn een compleet ander volk dan de Nederlanders en hebben hun eigen cultuur. Ik heb niet het idee dat ik me ooit zo zal willen en kunnen aanpassen dat ik volledig verfrans. Ik probeer wel zoveel mogelijk wat ik als prettige eigenschappen beschouw in mijn eigen leven te integreren. Fransen nemen de tijd voor zaken en zijn, alhoewel dat in eerste instantie niet blijkt, wel socialer.
Zou je je hele leven in frankrijk kunnen blijven wonen? Of liever ooit terug naar Nederland/ naar een ander land/ of naar een andere plek in Frankrijk? Het zou kunnen. Ik kan overal wel aarden. Ik heb geen duidelijke voorkeuren. Mijn huidige vriend heeft kinderen in Nederland en ook nog een bedrijf dus we willen graag de binding houden. Ik geniet nu van wat ik hier heb opgebouwd. En waar het leven ons in de toekomst brengt…hopelijk ook weer op mooie plekken Kom je nog wel eens in Nederland? En hoe ervaar je dat? Ik kom nog regelmatig in Nederland en ik vind het daar erg druk. Iedereen is bezig met consumeren.
Hoe reageerden de fransen op je komst? Deze streek is lang achtergebleven geweest vanwege het bergachtige karakter. De meeste mensen hier zijn achterdochtig, gierig en bang van verandering. Ik zeg wel eens - als ik dat uitleg aan mensendat de mensen hier in feite een bang hart hebben. In de eerste drie jaren van mijn relatie met die fransman heeft mijn schoonfamilie nog niet één vraag in mijn richting gesteld… om maar een voorbeeld te geven Maar als je eenmaal het vertrouwen van de mensen hier hebt, dan heb je échte vrienden. Die je soms op simpele wijze ineens kunnen ontroeren door een gebaar van vriendschap.
Als je Frankrijk vergelijkt met Nederland wat valt jou dan op? Nederland is een efficiënt land. Mensen zijn vaak veeleisend en tonen onderling weinig respect. Het is wel een creatief land met veel mogelijkheden. Het nadeel van Frankrjjk vind ik dat door het sociale systeem er maar erg weinig mensen zijn overgebleven met een gezond verantwoordelijkheidsgevoel. Dat blokkeert dit land en haar bevolking in hoge mate. Ik vind het soms pijnlijk om te zien dat een prachtig land met veel potentie door die houding heel veel laat liggen. Wie iets wil hier moet van goede huize komen want om creativiteit en/of de wens iets voor zichzelf te doen om te zetten in leuke projecten krijgt het nooit voor niks. De Franse administratie is een dikke grijze soep waarin je lang moet roeren.
Hoe gaat de taal je af? Had je al kennis van het Frans voordat je vertrok? Ben je snel in de taal ‘geïntegreerd?’ Met de fransman met wie ik een relatie had vluchtte ik geregeld in het engels. Pas toen ik er alleen voor stond, mijn project van de grond moest zien te krijgen, moest bellen en regelen, toen ging ik als een speer vooruit. Dan blijkt vier jaar schoolfrans toch een heel goede basis. Ook met betrekking tot het werk gaat de taal me goed af. Tijdens vergaderingen
Wat zou je willen importeren vanuit Nederland? Hollandse gezelligheid, Amsterdam en de Friese meren
13
La Vallade
Manger à la fortune du pot -
allergieën of voorkeuren kunnen van te voren worden aangegeven, maar een alternatief is niet altijd voorradig. Dit versterkt wel het huiskamergevoel; eten wat de pot schaft!
brood met olijfolie voorgerecht tussengerecht(salade) hoofdgerecht kaasplank dessert
Prijs: Eten: Service: Decor:
De eerste gang zet meteen al de toon: een ruime porseleinen terrine met romige courgettesoep, gelardeerd met mosterd en bieslook, zelf op te scheppen met een grote soeplepel. Er is genoeg voor iedereen!
30 euro (exclusief drank) 8 7,5 8
Natuurlijk kun je als student met een zure blik naar je portemonnee kijken, besluiten naar de mensa te gaan, alleen een hoofdgerecht te nemen, en heel eventueel nog een toetje. Maar een zelfrespecterende bon vivant vindt zijn weg naar het charmante buurtrestaurantje La Vallade, aan de Ringdijk in Watergraafsmeer. Wij proberen voor jullie een antwoord te vinden op de vraag of het de moeite waard is om in dit restaurant een (toch wel groot) deel van je stufi te spenderen.
Wijn wordt geschonken in drie soorten: wit, rood en rosé. De rosé hebben we niet geproefd, maar de witte en rode wijn zijn prima en heel betaalbaar. Het karafje water hoeven we niet te bestellen, maar komt vanzelf op tafel. Dit is zeer verrassend voor een restaurant in Nederland. De frisse salade vormt een mooie tussengang, maar is niet erg origineel. We leggen ons bestek weer netjes op ons bord, maar de bediening laat ons weten dat we het tot en met de hoofdgang moeten houden. Het pièce de résistance is een heerlijk gegrilde zwaardvisfilet, en op ons verzoek bereidt de keuken ook een stukje kalfsvlees voor de nietvisliefhebber.
Officieel is de keuken niet Frans, maar Mediterraans, zoals de kok van de avond, Pieter Lequentre, zelf zegt. Toch hangt er in het restaurant een authentieke Franse sfeer. De kwaliteit van het eten blijkt uit het feit dat het restaurantje een trouwe klantenkring van vrijwel alleen Amsterdammers uit de buurt heeft, waardoor het avond aan avond vol zit. Het restaurant draait daarom twee shifts: van zes uur tot acht uur en van acht uur tot sluitingstijd. Natuurlijk kiezen wij voor de tweede shift, zodat we nog genoeg tijd over houden om na te kunnen tafelen.
We hebben het zo gezellig dat het al wat laat begint te worden. Het wordt wat rustiger en het laatste hoofdgerecht heeft de keuken verlaten. Plotseling beseffen we dat we nog geen enkele Franse chanson hebben gehoord. In plaats daarvan wordt de afwas gedaan onder het genot van Duitse housemuziek. Eigen schuld, blijkt later: we zitten in het niet-roken gedeelte en daar hoort geen Franse muziek bij. Daarom verhuizen we snel naar de andere kant, waar het vaste publiek van La Vallade heeft plaatsgenomen. Hier nemen wij plaats voor onze volgende gang, namelijk, de nog resterende kaasplank en
Het concept van La Vallade garandeert kwaliteit en de versheid van het eten: iedere dag stelt de kok een vast menu samen, waarna hij de benodigde ingrediënten zelf inkoopt. Eventuele
14
chocoladetaart. De taart is zo lekker dat de tijd lijkt stil te staan. Iedereen verliest zich in nostalgische gedachten over die ene oma met haar baktalent. Daar hebben wij geen madeleine voor nodig!
een) doorgebracht in het restaurant en gingen we voldaan en zwaar aangeschoten terug naar huis. Verwacht geen culinaire uitdaging, maar wel een gegarandeerd vers en lekker menu. Ons advies: alles eten en gewoon lekker genieten. In La Vallade moet je je aanpassen aan hen en zij niet aan jou. Typisch Frans!
Ondanks dat we zijn verhuisd van nietroken naar roken, horen wij nog steeds geen Franse muziek. Wij gaan op onderzoek uit en krijgen al snel antwoord van kok Pieter: “Praat me niet van chansons! We worden er strontziek van. Op elke Franse cd staan dezelfde liedjes”. Deze openheid is kenmerkend voor het gehele personeel. We leerden dat de Duitse house bij Ron (“van de salades en de afwas”) hoorde, wat serveerster Mandy in haar vrije tijd doet en dat kelner Floris al vier jaar nadenkt over een scriptieonderwerp. Theo, Ben en Job, de stamgasten, vragen of wij alsjeblieft mild willen oordelen over het restaurant. Deze smeekbede is echter niet nodig, want wij zijn erg enthousiast.
Jacco Leeuwerink en Koen Gijzel
De schade van 45 euro de man valt hoger uit dan de prijs van een hoofdgerecht in de studenten mensa, maar al met al hebben wij de hele avond (van half acht tot half
15
Arbeidsperspectief... voor UNICEF naar Tsjaad Wat kan je doen na een studie Franse Taal & Cultuur? Om een indicatie te geven van de mogelijkheden vroegen we Pieter Smidt van Gelder (de broer van Mirjam en Nadia) om te vertellen over zijn carrièremoves.
baan heb ik zien staan op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik ben JPO, ‘junior professional officer’, wat betekent dat de Nederlandse overheid mijn baan betaalt. Voor jonge academici is het een gelegenheid werkervaring op te doen binnen de Verenigde Naties. Ik heb rechten en Frans gestudeerd in Groningen, en na mijn studie voor het Openbaar Ministerie gewerkt. Ook heb ik een jaartje Engelse les gegeven in Colombia.
Als ik eind 2005 voor het eerst in Tsjaad kom, zijn mijn indrukken niet bijster positief. Het land ziet er stoffig uit, warm en arm, erg arm. In N’Djamena, de hoofdstad, wonen evenveel mensen als in Amsterdam, maar daarmee houden de overeenkomsten op. Er zijn niet meer dan tien geasfalteerde wegen en het electriciteitsnet is berekend op 70.000 mensen. Electriciteit (en trouwens ook water) vallen dan ook voortdurend uit. Er zijn veel mensen, ook kinderen, die op straat leven. De meeste huizen hebben geen wc zoals wij die kennen, maar latrines. Of helemaal niets, vandaar dat veel mensen hun behoefte ook gewoon op straat doen.
UNICEF, het fonds van de VN voor kinderen, houdt zich bezig met gezondheidszorg, onderwijs en rechtsbescherming voor kinderen in ruim 160 landen. Maar dat betekent niet, al zou je dat misschien denken (ik dacht het in ieder geval wel) dat UNICEF al deze dingen zelf doet. UNICEF is een fonds en dat betekent in de praktijk vooral het verdelen van geld. We halen geld op in rijke landen en verdelen het in arme landen. Veel uitvoering gebeurt niet door ons, maar direct door internationale en lokale NietGouvernementele Organisaties (NGO’s). Leidraad daarbij zijn de Millennium Development Goals (MDGs), een achttal doestellingen die regeringsleiders en staatshoofden van bijna alle landen van de wereld met elkaar afspraken in 2000. De belangrijkste zijn: het halveren van extreme armoede, het garanderen van basisonderwijs voor iedereen (ook de meisjes) en het terugdringen van ziektes als AIDS en malaria. Dit alles voor 2015.
Tsjaad was een kolonie van Frankrijk en is sinds 1960 onafhankelijk. De officiële talen zijn Frans en Arabisch. Net als de buurlanden Nigeria en Soudan valt Tsjaad uiteen in een noordelijk islamitisch deel en een zuidelijk christelijk (animistisch) deel. Het zuiden werd door Frankrijk ‘le Tchad utile’ genoemd, omdat er meer landbouw mogelijk was dan in het woestijnachtige, droge noorden. De onderwijsinspanningen richten zich vooral op het zuiden. Nu echter zijn de noorderlingen aan de macht, wat de nodige spanningen met zich meebrengt. Er zijn ruim 120 stammen en evenzovele talen en dialecten. Het land is twee keer zo groot als Frankrijk, maar er wonen nog geen tien miljoen inwoners.
Ikzelf werk vooral voor straatkinderen, kinderen in de gevangenis en vluchtelingen. Samen met een aantal lokale organisaties bieden we kinderen onderdak en leren ze een beroep. Bij rechters en politieagenten spijkeren we de kennis over mensen- en kinderrechten bij. We zijn ook betrokken bij demobilisatie van kindsoldaten. De
Ik heb een contract getekend met UNICEF voor drie jaar. De advertentie voor de
16
lokale organisaties steunen we bij het schrijven van hun projetvoorstellen, eindverslagen en evaluaties. En ook bij de feitelijke uitvoering van hun werk. ‘Appui technique’ heet dat. Het werk is leuk, uitdagend, maar ook vaak moeilijk en soms frustrerend. De armoede is wijdverbreid en er lijken soms te veel problemen om tegelijkertijd aan te pakken. Tsjaad is een van de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld. Slechts de helft van de kinderen gaat naar school en veel zijn niet ingeënt tegen veel voorkomende ziektes. Veel zaken doen we samen met de overheid, maar de ambtenaren staken vaak en zijn in de regel niet erg gemotiveerd. Ik moet erbij zeggen dat ze ook slecht betaald worden. Als ze al betaald worden. In theorie gloort er hoop, omdat Tsjaad sinds 2003 in een project met de Wereldbank en Exxon olie exploiteert. De opbrengsten moeten volgens de overeenkomst vooral ten goede komen aan onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en een fonds voor ‘toekomstige generaties’. Vooralsnog is het de vraag of hier in de praktijk veel van terecht komt.
Frankrijk speelt nog altijd een belangrijke rol op de achtergrond. Er zijn duizend Franse militairen gelegerd in Tsjaad en er is een militaire overeenkomst met de president. De Fransen steunen Deby vooralsnog, omdat ze vinden dat hij de enige is die het land stabiliteit brengt. In feite is de hele regio onrustig. De Centraal Afrikaanse Republiek (CAR), Tsjaads zuiderbuur, heeft een bijzonder onrustige noordelijke zone waar veel rebellen actief zijn. In het zuiden van Tsjaad worden 50.000 vluchtelingen uit de CAR opgevangen door VN vluchtelingenorganisatie UNHCR. Ook veel Tsjadies zijn op de vlucht; zij worden Internally Displaced People (IDP’s) genoemd. Maar de grootste onrust komt vanuit Soedan, Tsjaads oosterbuur, waar 220.000 Darfoeris het geweld ontvlucht zijn en een veilig onderkomen hebben gezocht in Tsjaad. Tsjaad en Soedan leven in grote spanning met elkaar en beschuldigen elkaar voortdurend van het steunen van rebellenbewegingen aan gene zijde van de grens. Werken in zo’n omgeving brengt spanningen met zich mee. De vluchtelingen en ontheemden zijn aangewezen op onze hulp voor water, gezondheidszorg en scholing. De politieke situatie kan van de ene op de andere dag veranderen. Als het geweld verergert, worden we geëvacueerd. Ontwikkelingswerk is een uitdaging, je leert er veel van. Er zijn momenten van succes en voldoening, maar ook van frustratie en moeilijkheden. Kortom, ontwikkelingswerk in een ontwikkelingsland is spannend maar niet altijd gemakkelijk. Het is een kwestie van de lange adem.
Politiek is Tsjaad niet bepaald rustig. Sinds ik er woon is er een keer een serieuze poging tot een straatsgreep geweest. Op 13 april 2006 vielen rebellen N’Djamena binnen; ik werd wakker van kanonschoten. Gelukkig nam het geweld in de loop van de dag af. Uiteindelijk mislukte de coup. Eind november van datzelfde jaar viel een (andere) rebellengroep Abeche, de belangrijkste stad in het oosten, aan. Ook dit liep uiteindelijk met een sisser af. Sinds de onafhankelijkheid heeft Tsjaad nooit een wreedzame machtswisseling gehad. De huidige president, Deby, is in 1990 via een (door de Fransen gesteunde) coup aan de macht gekomen. En hoewel hij er al zestien jaar zit, denkt hij voorlopig niet aan aftreden en heeft hij vorig jaar de verkiezingen voor een nieuwe termijn gewonnen. Hoewel verkiezingen? De niet-gewapende oppositie heeft de verkiezingen geboycot en serieuze tegenkandidaten waren er niet.
Pieter Smidt van Gelder
17
De ‘stoerejongenscolumn’ Dat Frans een damesstudie is moge duidelijk zijn. Al jarenlang is de mannelijke wederhelft van de samenleving ernstig ondervertegenwoordigd. Dit resulteert in situaties als de volgende: Christiaan zetelt zich tijdens een enerverend college taalverwerving achterin naast Joost en een stevig gesprek vangt aan over net zo stevige mannenonderwerpen (bij voorkeur monstertrucks, pitpoezen en de bokswedstrijd op Eurosport van afgelopen avond). Weldra wordt er door diverse dames verschrikt omgekeken. Onthutst wordt uitgeroepen: “Oei, dat is schrikken, ik dacht al dat ik een tweede mannenstem hoorde!” Dergelijke typerende situaties doen zich wekelijks, zoniet dagelijks, voor. Om als mannen een voet aan de grond te houden in een vrouwenbastion, hebben Joost en Christiaan deze column geïnitieerd. Met enige regelmaat zullen ze verslag doen van manonterende praktijken en zo de emancipatie van de masculiene Fransstuderenden scherp in het oog houden. Op zijn minst dient het, laten we zeggen enigszins ‘softe’ beeld van de mannelijke student Frans flink gerelativeerd te worden. Daarom smijten we er meteen een anekdote tegenaan: Joost en Christiaan staan in de lift. Joost: “Damn, kijk m’n lippen nou, de vellen hangen erbij na al die zon. Maarja, als man ga je je lippen ook niet even insmeren met labello” Christiaan: “Klopt, echte mannen gebruiken geen labello, die smeren hun lippen in met reuzel.” Joost: “Of motorolie” Beide: *Wisselen een mannelijke blik van verstandhouding*
de sexeverdeling van de studie Frans. Volstrekt objectief doen zij vanuit hun persoonlijke expertise verslag van de dikwijls schrikbarend onrechtvaardige wereld waarin zij als mannelijke studenten Frans leven. CHRISTIAAN: Als je de manonvriendelijke feiten die Joost hiernaast opsomt bekijkt, blijkt al in wat een lastig parket wij ons als mannen bevinden. Probeer maar eens door alle vooroordelen heen te breken. Om de studie Frans te overleven, is blokvorming als man onvermijdelijk, vandaar de krachtenbundeling van Joost en mij. Het is ons beiden niet ontgaan dat we meermaals als buitenbeentjes binnen de studie worden gezien. Als je als man Frans studeert moet je wel een feminiene schaduwzijde hebben. Toch waag ik hier een poging om het prevalerende halfzachte beeld van de talenstuderende man te relativeren. Om onze situatie het beste onder woorden te kunnen brengen, maak ik gebruik van een kleurrijke metafoor: M&M’s. Mannelijke talenstudenten zijn als M&M’s. Om hun zacht-zoete chocolade binnenste te beschermen tegen al het vrouwelijk geweld, is een bikkelharde buitenkant nodig. Maar dames, vers je niet: de kern wordt nog immer gevormd door die rotsvaste, o zo masculiene pinda. Ons absolute binnenste, waar het auto’s, voetbal en bier zijn die de klok slaan, het kloppend hart van heel ons mannelijk wezen. Tuurlijk, iedere man heeft zo’n zacht chocolade tussenlaagje, ik houd ook van koken en speel zelfs piano, maar dit krijgt nooit de overhand. Het is een kleine dissonant in mijn verder volstrekt manwaardig leven.
De kritieke situatie behoeft geen verdere uitleg, we gaan over naar het beeld dat beide ‘emancipatoren’ hebben van
18
Na deze korte blik in de mannelijke psyche, is hopelijk gebleken dat wij, hoewel het uiterlijk wellicht anders doet vermoeden, wel degelijk stoere jongens zijn. Ik draag nu de fakkel over aan Joost, die in een stevig, door keiharde feiten ondersteund betoog, uiteen zal zetten hoe de opleiding Frans reilt en zeilt op het gebied van de man-vrouwverdeling. Ik zeg tot ziens, tot de volgende Brouhaha met daarin meer mannelijke verwikkelingen en emancipatorisch onrecht. Ik houd u op de hoogte!
Wij willen hier geen spetterend betoog houden over gender, noch onze goede betrekkingen met de vrouw op het spel zetten. Wij willen slechts een ander geluid ten gehore brengen en laten zien dat de man zich niet laat ondersneeuwen. Voetbal en bier zijn nou eenmaal genetische bepaald en daarom zeg ik: ‘Chris, we nemen er nog een, Santé!’ Christiaan Seemann en Joost Overwater
JOOST: Wezenlijk in deze discussie is het noemen van de man - vrouw verdeling op de UvA. Deze is, faculteitsbreed, 88% tegen 12%. Helaas ontbreken bij ons de actuele gegevens van de opleiding Frans maar dit zal hier absoluut niet voor onder doen. Het is dan ook geen uitzondering als er tijdens een college Vertalen twintig vrouwen, twintig ‘betere’ vertaling beargumenteren. Inderdaad, het chocolade laagje smelt dan even…Gelukkig maar dat die steenharde pindarots er nog altijd in opgesloten zit en dat is maar goed ook. Slechts op deze manier houdt de masculiene Fransstuderende zijn profielzool aan de grond. Aan de andere kant biedt de talrijk vertegenwoordigde vrouw op de opleiding juist een mogelijk tot ontplooiing van onze masculiniteit. Immers, zoals Christiaan al zei, hebben wij als mannelijke Frans studenten ook onze zachte, gevoelige, tedere, ‘vrouwelijke kanten’ zoals de gastronomie en de muziek. Zouden wij gedropt worden in een echte stoeremannenomgeving zoals menig werkgroep notarieel recht of werktuigbouwkunde, dan zijn er ongetwijfeld nog grotere rotsvaste pinda’s. Nee, het is juist in de genoeglijke omgeving van de studie Frans dat wij onze eigen mannelijke identiteit ontdekken, en deze optimaal tot bloei kunnen brengen.
19
Julien je t’aime! Als een hyperactieve puber komt mijn vader mijn kamer binnenhollen: “Floor! We gaan naar Julien Clerc! Ik heb twee kaartjes bemachtigd, vijftig euro per stuk!”. “Een kaartje voor mij? Mon dieu! Wat moet ik in godsnaam bij dat concert?”. “Je studeert toch Frans!” Oja.
Julien een waar genot voor het oor. Naast gezellige meezingers zong onze Julien ook enkele gevoelige ballades. Tijdens het concert kwam het geregeld voor dat een dame naar het podium liep om “haar idool” eigenhandig een bloemetje te overhandigen. Tijdens de finale, bij het ruige nummer Coeur de rocker, ging het publiek voor het podium en in de gangpaden dansen. Paps en ik deden gezellig mee, we gingen helemaal los! Ondanks zijn “hoge leeftijd” is Julien nog steeds een bourreau des coeurs!
Voor degenen die Julien Clerc niet kennen (foei!): Julien, inmiddels zestig, is en was een grote vedette in Frankrijk (en in de rest van de wereld) Hij begon zijn carrière in de franse vertolking van de musical Hair. In Nederland werd hij vooral bekend door zijn nummers: ‘Si on chantait’, ‘Ce n’est rien’ en ‘This melody.’
Floor Ruygrok
De weken voor het concert ben ik me druk aan het “inluisteren” en goed voorbereid treed ik Carré binnen. Kom maar op met je chansons, Julien! Je les connais par coeur! Op het eerste gezicht bestaat het publiek voornamelijk uit “grachtengordels”. Decadente figuren die heel ongedwongen op het balkon van Carré staan met een heerlijke vin rouge. Op ditzelfde balkon spotte ik Ivo Niehe, francofiel in hart en nieren en ooit (in een ver verleden) student Frans aan de UvA. In de zaal viel mijn oog gelijk op de twee hoogblonde zwaar opgemaakte dames. Op het moment dat Julien het podium betrad schreeuwden ze met een prachtig Amsterdams/Frans accent: “Bonjoooooouuuur, Julien! Je t’aime!” Waarna ze hun mobieltjes tevoorschijn haalden om vervolgens het hele concert duizenden foto’s te maken. Mijn avond kon niet meer stuk. Julien werd tijdens zijn concert begeleid door twee musici, die beide vele instrumenten speelden. In combinatie met de het pianospel en de stem van
20
Een vluggertje met…. Tom de Wolf
Sinds wanneer werkt u aan de UvA? Sinds 1980, ik ben begonnen te werken op arbeidscontracten. Tot aan de jaren ’90 kwamen er steeds meer studenten Frans, we hadden zo’n 200 à 300 studenten begin jaren ’90. Er waren toen veel meer collega’s, we overlegden veel en hadden ook meer borrels en dat soort dingen. Het was toen dus gezelliger dan nu.
Kunt u La Marseillaise zingen? Nee, dat interesseert me echt niet. Via de Marseillaise komen we terecht bij Ségolène Royal. Zou ze meer kans hebben gehad als ze een man was geweest? Dat weet ik niet, als man was ze natuurlijk heel anders geweest. Het is moeilijk voor Frankrijk om zich te laten leiden door een vrouw. Maar het is mogelijk, kijk maar naar Duitsland. Ik had liever gehad dat Royal had gewonnen, Sarkozy spreekt me als type niet aan. Het is een machtswellusteling.
Wie was uw jeugdliefde? Die had ik niet. Op de lagere school had ik nog geen interesse voor meisjes. Ja, op de middelbare school wel maar dat was onschuldig. Dat meisje ging uiteindelijk naar het buitenland en ik heb toen heel wat bierviltjes verscheurd om haar te kunnen vergeten. Dat was ik zelf vergeten hoor maar dat is mij later verteld.
Waar koopt u uw bloesjes? In Amsterdam, vaak in de uitverkoop. Mijn beruchte bloemetjesbloes heb ik gekocht bij Magna Plaza. Vroeger kocht ik vaak bij Agnès B., nu ook bij H&M.
Waarom is grammatica uw passie? Grammatica is niet perse een passie, maar het is een systeem dat klopt. Ik vind het leuk om dat aan iemand te leren. Vertalen vind ik heel leuk om te doen, maar is onzekerder. Een vertaling kan altijd verbeterd worden terwijl je bij grammatica vaak een eenduidig antwoord kan geven.
Wat zijn uw hobbies? Ik houd erg van kunst en van tekenen. Toen ik jong was heb ik twee omslagen voor le Brouhaha gemaakt. Nu ben ik oud, ik kan geen rechte lijn meer tekenen haha! Ik houd van de werken van bijv. Markus Lupertz, Kieffer en Bram van Velde, werken met een flinke penseelstreek waar je ook de materie voelt. Landschappen en vrouwen zijn fijn om naar te kijken. Ik zit nu op modeltekenen maar ik moet nog veel leren, het lijkt nergens op. Of die modellen kleren aanhebben? Natuurlijk niet! Later wil ik misschien landschappen gaan schilderen. Of vrouwtjeshonden!
Gaat u vaak naar Frankrijk? En zo ja, heeft u een vaste stek? Ik ga een aantal keer per jaar naar Frankrijk, vaak naar familie in Normandië. In de zomer ga ik naar Zuid-Frankrijk. Maar ik ben ook dol op Schotland en ZuidEngeland. Naar welke kapper gaat u? Naar Cosmo op de Tesselschadestraat (Joost constateert glunderend dat hij naar dezelfde kapper gaat red.). Ik ben ook wel eens verkeerd geknipt dus ik vraag meestal naar de baas. Wat er verkeerd was gegaan? Er was te weinig af waardoor ik heel snel weer terugmoest of ik had een matje of iets dergelijks.
Hoe eet u uw eitje ’s morgens? Ik eet geen eitje. Ik ben dol op eieren maar niet ’s morgens. Nou vooruit, gebakken. er was helaas geen foto beschikbaar...(red)
21
Als een zoutzak op de canapé In het teken van de 50e verjaardag van Jean-Philippe Toussaint(einde van dit jaar) werkt le Brouhaha zich door zijn oeuvre: in dit nummer een bespreking van La Télévision uit 1997.
Tijdens deze kunstmatige toestand is er geen enkel contact tussen werkelijkheid en de kijker meer. “Jamais le moindre échange ne s’opère entre notre esprit et les images de la télévision, la moindre projection de nousmêmes vers le monde qu’elle propose, ce qui fait que, sans le concours de notre coeur, privées de notre sensibilité et de notre réflexion, les images de la télévision ne renvoient à aucun rêve, ni à aucune horreur, à aucun cauchemar, ni à aucun bonheur, ne suscitent aucun élan, ni aucune envolée, et se contentent, en favorisant notre somnolence et en flattant nos graisses, à nous tranquilliser.”
Dat La télévision van Jean-Philippe Toussaint –het verhaal van Toussaint die in Berlijn werkt aan zijn onderzoek over de ontmoeting tussen de schilder Titien Vecellio en koning Charles V -een regelrechte afrekening met de televisie is, blijkt wel uit de reden die hij op wil geven voor zijn besluit niet langer naar de televisie te kijken: “Fuck You!” In de intiem geschreven roman die zich in dagboekvorm onder de literatuur van het mentir vrai schaart, heeft Toussaint geen goed woord over voor de televisie. Als hij televisie keek, was dat altijd vanuit een slechte dronkenschap: hij dacht niet na, maar liet werktuigelijk de beelden aan zich voorbij flitsen. Weliswaar met de afstandbediening in de hand, kiest de kijker niet: aan zijn ogen gaat een leeg variété voorbij, een continue schakeling van beelden in een blinde stroom die op de gezichten van de lome kijkers flikkeren, aan wie ze gericht zijn: maar tegelijkertijd is het enorme golventapijt aan niemand gericht. De kijker zapt mechanisch op zoek naar direct plezier, in de veronderstelling dat wat er op tv gebeurt, boeiender is dan iets dat zich in hun leven voor zou kunnen doen.
Toussaint doorspekt zijn tekst met spannende, af en toe wat gewild filosofisch of natuurkundige opmerkingen over het fenomeen tv “La télévision offre le spectacle, non pas de la réalité, quoiuqu’elle en ait toutes les apparences.” De tweedimensionale kleurenrepresentatie van de televisie geeft de realiteit volgens hem helemaal niet op neutralere, authentiekere en betrouwbaardere wijze weer dan dat in de kunst gebeurt. Mocht dat in eerste instantie wel zo lijken, dan meent hij dat de misschien wel veel indirectere werkwijze van de kunstenaar ook veel geraffineerder is en een veel beter beeld van de werkelijkheid verschaft. “Mais si les artistes représentent la réalité dans leurs oeuvres, c’est afin d’embrasser le monde et d’en saisir l’essence, tandis que la télévision, si elle la représente, c’est en-soi, par mégarde, pourrait-on dire , par simple déterminisme technique, par incontinence.”
Maar Toussaint beschrijft zichzelf dan, na een paginalange opsomming van een aaneenschakeling van televisiebeelden die zodoende in een absurde relatie tot elkaar komen te staan, als een zoutzak op de canapé. Het werkt ontmaskerend: televisie werkt geestdodend en houdt ons alleen maar in een kunstmatige toestand van waken.
De roman van Toussaint is dan ook een voorbeeld van de verfijndere,
22
geraffineerdere afbeelding van de realiteit en presenteert zich als een pamflet voor de kunst, en tegen de televisie. De illusie die de penseel van de kunstenaar creëert, met al zijn persoonlijke complexen, zijn gebreken en zwakten, met zijn geschiedenis, zijn blik en fijngevoeligheid, is in hoge mate superieur aan de illusie die de televisie ons biedt als simpel, mechanisch resultaat van een technisch foefje. Toussaint presenteert zichzelf als de kunstenaar met de fijne neus en het talent tot het in de punt beschrijven van de werkelijkheid. Het is een kunstenaar met tal van zwakke hebbelijkheden die zich door teksten en momenten van inspiratieloosheid heen werkt.
legt wanneer hij met zijn spons bij het werkeloze televisieapparaat aankomt: in de druppels sop en stof die van het scherm afdruipen, als het residu van oude afleveringen, ziet hij stront of bloed. Het ook op de omslag afgebeelde, oude apparaat, met een overduidelijke en dreigende aanwezigheid, heeft een symbolische waarde: Toussaint ziet zichzelf in de bolle fisheye-camera spiegeling op het beeldscherm bij de pakken neerzitten. “Je reconnais ma silhouette sombre immobile dans le canapé” Zo heeft hij jarenlang gezeten tegenover de nutteloze beeldenstroom, en zo zitten ook wij, als lezers, vaak achter de tv. “Foei!” zegt hij tegen zichzelf en tegen ons.
Toussaint neemt ons aan de hand zodat we alle strubbelingen en oneffenheden van het werk van de kunstenaar zien, die we van dichtbij als een mens van vlees en bloed leren kennen. Tot het kiezen van de naam (want hoe heette le Titien nu eigenlijk echt?) en de problemen met het beginnen (op komische wijze probeert het personage Toussaint aan de op bezoek gekomen Cees Nootenboom te verbloemen dat hij in feite niet aan het werk is) volgen we Toussaint die zijn tijd in Berlijn vooral verdoet met zonnen op het gras van het park van Halensee en zwemmen. Dat de zwangerschap van zijn vrouw Delon, die zonder hem op vakantie is, parallel loopt met het verblijf in Berlijn van de eveneens zwangere Toussaint (maar dan van zijn roman) onderstreept de schoonheid van het kunstwerk dat gelijk is aan het leven en buit zodoende de metafoor tussen een kind baren en een boek schrijven volledig uit. Het schrijven aan zijn onderzoek, wat de reden is voor zijn verblijf in Berlijn, valt hem zwaar. Het boek ademt dan ook de sfeer van een afkickende man –Toussaint geeft tussen de regels door toe dat hij de televisie mist. We zien continu een in zijn appartement rondscharrelende man die tijdens het schoonmaken plots een overdreven fanatisme aan de dag
De reflectie in het televisiebeeldscherm komt ook later nog een keer terug. Toussaint gaat voor zijn onderzoek naar een museum en kijkt naar een documentaire over Charles V. Hij ziet dan zijn eigen gezicht over dat van de oude koning vallen en kijkt door het toestel heen, de diepte van de monitor in. Ook op een ander moment spiegelt Toussaint zich aan Charles V: om de historische ontmoeting tussen Titien en Charles V goed te begrijpen, speelt
23
Toussaint de scène na met zijn zoon in de rol van Charles V. We begrijpen dat in het verhaal de verschillende personages Toussaints spiegelbeeld zijn: Charles V, de planten van bovenburen Derscher (die droogstaan zoals Toussaint geen tv meer kijkt), zijn vrouw Delon, zijn zoon, le Titien (die net als Toussaint kunstenaar is), zijn nog ongeboren dochter (die zwemt in vruchtwater zoals Toussaint in het zwembad). In het verhaal symboliseren de personages elkaar continu –juist Toussaints oog voor parallellen maken zijn boek de moeite waard. Toussaint kritiseert ook de inhoud van de programma’s. Terwijl hij merkt dat het onderzoek waar hij mee bezig is niet zo lekker loopt, meent hij dat dit de schuld is van de tv: wanneer er teveel plezier is in de aankondiging van iets wat je gaat doen, blijft daarna alleen het harde labeur maar over, en dit is nu juist wat op de televisie gebeurt, in de gesprekken waarin schrijvers en kunstenaars worden uitgenodigd om te komen praten over hun toekomstige werken. Hier lijkt hij af en toe op een wat oude, te dikke grijsaard die graag zeurt op een modern fenomeen en doorschiet in de verbanden die hij ziet. Toch visualiseert hij, door te wijzen op het steeds groeiende aantal pagina’s dat de programmering van de televisie beslaat in de kranten, de toenemende macht –hier uitgedrukt in beslagen ruimte –die de televisie heeft op onze collectieve geest. Hij bewijst daar dan weer het gelijk van de oude zeurkous mee. La télévision leest als een trein of beter misschien als een sprint: even rap als die van de Oezbeekse wielrenner Abdoejaparov die de laatste etappe van de Tour de France 1995 won: het laatste televisiespektakel waar Jean-Philippe Toussaint naar keek. Thomas Rietstra
24
Vakantietips Hoeraaaaaaa!!! Bijna vakantie!!! Maar waar gaat de reis naartoe? Geen paniek, de Brouhaha-redactie geeft tips ter inspiratie.
Vakantietip van Joost: Frankrijk op de fiets!
ontdek
De ideale vakantie in Frankrijk beleef ik op mijn fiets. Peddelend door oneindige graanvelden of ploeterend bergop, vanaf de fiets heb je het idee dat je het land overwint. Bij elke heuveltop, bij elke bocht, zie je het landschap veranderen. De weinige auto’s die je op de weg tegen komt, passeren je met een respectabele boog. Zo heb ik vorige zomer heb ik door de prachtige Ariège gefietst en ook deze zomer staat dit weer op mijn programma om te eindigen aan het drukke strand van Biarritz. Twee uitersten. Twee totaal verschillende soorten Frankrijk maar allebei met hun eigen charme. Goed voorbereid zijn is voor een fietsvakantie essentieel. Zo bedacht ik me pas op de fiets dat het dragen van een helm absoluut geen overbodige luxe is wanneer je met 65km/u bergaf crosst en dus heb ik die toen ook maar snel aan mijn fietsarsenaal toegevoegd…net als een fietspomp en een bandenplakset om eventuele fietspech snel te verhelpen. Kortom, de eenzame fietser speler is af en toe erg leuk maar wat is het dan weer fijn om na een lange dag op de pedalen tussen de mensen te zijn!
Vakantietip van Martine: kamperen in les Landes Denk aan surfdudes, hoge golven, dennenbossen, lekker eten en gitaarmuziekjes à la plage…. De zomers die ik in Les Landes heb doorgebracht waren stuk voor stuk fantastisch. Mimizan en Biarritz zijn de grote trekpleisters van de omgeving, daar heb je zelfs casino’s ( waar je trouwens voor weinig geld heel goed kan eten). Voor de actieve mensen onder ons is er genoeg te doen: fietsen, paardrijden, kanoën en surfen. Als je wil paardrijden ga dan vooral naar ferme Kerdoën, de manege in St. Julien waar ik heb gewerkt. Ook chille bazen komen in Les Landes aan hun trekken. Stranden als Contis en St Girons zijn niet overvol dus je kan er rustig een hele dag relaxen, begeleid door een muziekje en indien gewenst heel veel wiet. ’S Nachts zijn er vaak kampvuren waarbij je het cumbaya-gevoel krijgt. Mocht je onverhoeds brokken maken, wees niet getreurd. L’hôpital de Dax biedt 3 gangenmenu’s. Ik heb er zelf 10 dagen vertoefd.
Vakantietip van Maartje: 2 zeer verschillende steden om heen te racen met de TGV. Allereerst ga je genieten van al het alcoholisch goud uit de Elzas in Straatsburg, waar je een lekker stukje flammenkuchen bij neemt want eten is per slot van rekening niet alleen een hobby van de Fransen. In de binnenstad van Straatsburg waan je je een beetje in een eftelingland met een vleugje EUvibe. Bezoek- en beklim de kathedraal en vergeet als europees burger niet het
25
parlement te gaan bekijken! Enfin, onderschat noordoost Frankrijk niet want een bezoekje aan Straatsburg is het waard! Mocht het dan toch naar jouw mening erg veel regenen dan ga je richting Nice, grote kans op zon. Ik vond Nice lekker decadent met de grote boulevard langs zee, de nostalgische hotels en ik was zelfs getuige van een filmopname van een heuse franse hunk. Geniet van de kleine straatjes in de oude stad van Nice, neem een duik in de Middellandse zee en laat je niet flessen/rollen/ontvoeren op de markt.
paklijst, alsmede een EHBO-kit, slippers, je lievelingsboek en een foto van je moeder. Wil je een Fransman aan de haak slaan, neem dan ten alle tijde een jeu-de-boulessetje mee. Je bent onweerstaanbaar voor een Fransoos als je een soepele worp beheerst. Heb je liever een wat directere aanpak, bied hem (of haar) dan een vuurtje aan. Dit staat synoniem voor de vraag “ Voulez-vous coucher avec moi ce soir?” We zijn erg benieuwd naar al jullie avonturen, dus schroom niet een schimmig internetcafé in te duiken om ons verslag te doen!!!
Vakantietip van Tinka: interrailen door la douce Interrailen, dat is mijn plan voor deze zomer. Op de bonnefooi Frankrijk verkennen met een vriendin die nog geen twee woorden Frans spreekt. Waarheen? Beginnen in Parijs, eindigen in Marseille en hopen (of juist niet) dat er nog geld is om weer naar les Pays-Bas te komen. Interrailen is altijd goed als je voor veel variatie wil gaan en niet heel veel te besteden hebt.
Mail naar
[email protected]
Wat de bestemming ook mag worden, denk goed na over je reisequipement: als je een backpack prefereert, zorg dan dat je niet ten val komt. Eenmaal op de grond kom je, net als een schaapje, niet meer overeind. Ga je voor de rolkoffer, bedenk dan alvast een plan hoe je je door de smalle metropoortjes gaat manoeuvreren… (Parijse mannen zijn gelukkig vaak erg behulpzaam) Een zakmes hoort ten alle tijden op de
26
Uw Brouhaha-redactie
Tinka
Martine
Joost
Maartje
27
Menu d’été Apres avoir mangé beaucoup d’œufs ce printemps…, je voudrais vous offrir cette fois-ci un menu un plus varié qui va bien en été Salade avec Bleu d’Auvergne – Pour 4 personnes Facile, mais une formule formidable. 6 cuillerées d’huile d’olive extra vierge 2 cuillerées de vinaigre de vin blanc 1 petite cuillerée de moutarde (Dijon) sel et poivre(du moulin) une baguette précuite 50 gr de noix 200gr de fromage bleu (Bleu d’Auvergne, Fourme d’Ambert) 75 gr de mâche 1 cuillerée de câpres Préchauffer le gril. Mélanger l’huile, le vinaigre et la moutarde dans un saladier pour en faire une vinaigrette. Ajouter le sel et le poivre à votre goût. Couper le pain en 12 tranches et les griller sous le gril. Hacher les noix. Tourner les tranches de pain sous le gril. Garnir les tranches avec le Bleu. Diviser la mâche sur 4 assiettes et mettre les noix y dessus. Verser la vinaigrette sur la mâche et les noix. Mettre les tranches de pain de fromage bleu entre les feuilles de mâche et diviser les câpres sur les tranches de pain. Rouget aux tomates – Pour 4 personnes Le rouget est un poisson qui est facile à préparer. En outre, il n’est pas cher et en vente dans toute poissonnerie. 1 kilo 250 de rougets 2 oignons 4 gousses d’ail 2 échalotes 2 (petites) carottes sel et poivre persil 500gr de tomates 2dl de vin blanc sec 60 gr de beurre 30 gr de farine jus d’un citron Faire cuire dans le beurre, les oignions hachés, ainsi que les tomates coupées en morceaux. Mettre les poissons préparés et coupés en morceaux. Assaisonner avec le sel, le poivre, les carottes, l’ail et les échalotes. Mouiller avec le vin blanc et faire cuire pendant 30 minutes. Lier le jus de cuisson avec 30 grammes de farine ; ajouter du persil haché et le jus du citron. Servir les poissons coupés en morceaux dans la
28
sauce. Servir éventuellement avec du riz ou des pommes de terre. ClafoutisLimousin – Pour 6 personnes Le clafoutis est un dessert français classique. Ca prend plus de temps à préparer qu’un simple bol de yaourt ou de ‘vla’ néerlandais, mais le résultat serait satisfaisant! 500g de cerises dénoyautées ou d’un pot (350g) 2 ½ dl de lait 75g de farine 3 œufs 1 sachet de sucre vanillé sel sucre glace 50 gr de beurre. un moule à tarte rond avec un diamètre de 24cm, environ. (Éventuellement une cuillerée de Kirsch) Préchauffer le four à 200 ˚C et beurrer le moule à tarte. Mélanger la farine avec les œufs et le sel. Ajouter un peu de lait. Bien travailler la pâte pour la rendre légère. Incorporer peu à peu le reste du lait. La pâte doit avoir la consistance de la pâte à crêpes. Ajouter les cerises et le kirsch. Verser la pâte dans le moule et faire cuire à four chaud pendant 35 minutes. Saupoudrer de sucre. Servir froid.
Joost Overwater
29
Colofon Le Brouhaha is het blad van de Opleiding Franse Taal en Cultuur aan de Universiteit van AMsterdam, en verschijnt in principe vier keer per jaar in een oplage van 150 stuks, voor studenten, docenten en geinteresseerden. Redactie Maartje Bartman Tinka van Leeuwen Josst Overwater Martine Sourbag Layout Martine Sourbag i.s.m. Rodelbahn BV Medewerkers Janitha den Ouden Huib Kouwenhoven Tanja Metselaar Etske Ooievaar Jacco Leeuwerink Koen Gijzel Thomas Rietstra Floor Ruygrok Christiaan Seemann Pieter Smidt van Gelder Maddy Viets Kaft Georgien Overwater Kopij is van harte welkom op
[email protected]
30