COLOFON LC Courant is een uitgave van het Liemers College. Redactie Anja Jansen, Wilbert Landman, Corinne Muizelaar en Babette van Weelden. Productie De Reus’ Communicatie & Publiciteit. Fotografie Voermans van Bree en anderen. Drukwerk Advadi Drukkerij. Oplage 3300 exemplaren. Reacties? Vragen? Suggesties? Neem contact op met de redactie. Dat kan via
[email protected].
Postbus 412 6900 AK Zevenaar Telefoon: 0316 - 58 38 00 www.liemerscollege.nl
Locatie Didam Dijksestraat 12 6942 GC Didam Locatie Heerenmäten Heerenmäten 6 6904 GZ Zevenaar Locatie Vestersbos Vestersbos 4 6901 BV Zevenaar Locatie Zonegge Zonegge 07-09 6903 EP Zevenaar
LC COURANT Nr Samenspel tussen leerling, ouders en school Een aantal mentoren van het Liemers College oefent dit jaar mentorgesprekken. Ze krijgen daarbij hulp van leerlingen, die als trainingsacteurs allerlei gesprekssituaties naspelen en feedback geven. Was het een prettig overleg? Hebben ze kunnen vertellen wat ze wilden? De gesprekstraining is onderdeel van een belangrijk communicatieplan van school. Dit plan wordt dit schooljaar verder uitgewerkt en de komende jaren vertaald naar de praktijk. Het Liemers College wil investeren in het contact met de leerlingen en het thuisfront. Er zijn al belangrijke stappen gezet, zoals het leerling-/ouderweb waarop schoolresultaten altijd inzichtelijk zijn. Toch valt er nog veel winst te behalen en draait het natuurlijk niet alleen om cijfers. Ouders willen graag weten wat er op school gebeurt en andersom stelt de school het op prijs als ze goed contact hebben met de leerlingen en hun ouders. Er wordt over veel zaken nagedacht: moeten we vasthouden aan de ouderavondgesprekken of kan het anders? En hoe houden wij contact met ouders van leerlingen met wie het goed gaat? Daarnaast is het belangrijk dat op de diverse locaties op dezelfde wijze wordt gecommuniceerd. Uit de tevredenheidenquête blijkt dat ouders verschillen ervaren in informatieverstrekking en het leggen van contact. Wanneer de school een
Het Liemers College is actief op Twitter en Facebook
De Kleine Prins: ‘Jammer dat ze bijna allemaal van school gaan’ ‘Kale koppen, niet te stoppen’ voor school in Roemenië
eenheid wil zijn, is op dezelfde manier communiceren essentieel. Een voorbeeld is dat de brieven van alle locaties worden gestandaardiseerd. Dit zorgt voor herkenbaarheid. Het uitgangspunt van het communicatieplan is de dynamische driehoek, waarbij de drie partijen - leerling, ouders en school - ieder een belangrijke rol hebben. Op elke hoek staat een partij. De lijnen die de hoeken met elkaar verbinden, staan voor contact- en communicatielijnen. Het gebied middenin stelt de groeiruimte voor van de leerling. In de ideale situatie zijn het vloeiende lijnen. Wanneer dit niet zo is, heeft dit gevolgen voor de ontwikkeling van een kind. Bij het onderhouden van een goed contact, heeft elke partij een belangrijke rol. Zo vindt de school het prettig dat leerlingen meegaan naar gesprekken die om hen draaien. Docenten en ouders praten dan mét de leerling in plaats van óver de leerling. Natuurlijk moet hierbij de ontwikkeling van een kind in de gaten worden gehouden. Van een brugklasser kun je niet hetzelfde te verwachten als van een examenleerling. De wijze van communiceren en ieders aandeel daarin moeten meegroeien met de leerlingen. Alleen dan blijft de driehoek mooi intact. Het draait uiteindelijk om de persoonlijke groei van de leerlingen. Hiervoor is een positief samenspel tussen ouders, leerlingen en school nodig. Goede communicatie betekent dat we wederzijdse verwachtingen uitspreken, luisteren naar elkaar en elkaar op de hoogte houden. Dit is een mooie taak en een flinke uitdaging voor leerlingen, ouders en school.
LC COURANT PAGINA 1
3 Jaargang 15 April 2011
‘Plannen, plannen en nog eens plannen, dat zou ons naar het examen helpen.’ Meester Frank den Ouden en zijn V456D. Pagina 5 ‘Je ziet de meeste leerlingen als onzekere en bibberende dwergen binnenkomen...’ Roy Cobussen was zelf ook erg verlegen. Pagina 4 ’Ik voel geen weemoed als ik terugdenk aan toen.’ Astrid Rikken zat op de Anne Frank-school. Pagina 2
WAAR ZIJN ZE GEBLEVEN?
ASTRID RIKKEN [1983 -1987]
‘Ik voel geen weemoed als ik aan toen denk’
LC COURANT PAGINA 2
Astrid Rikken zat van 1983 tot en met 1987 op de Anne Frank-school, een voorloper van het Liemers College. Tegenwoordig heet ze Astrid van Gerder-Rikken en heeft ze twee kinderen [zoon Kelan van 5 jaar en dochter Dalin van 3 jaar]. In het dagelijks leven runt ze haar eigen schoonheidssalon Bonne Ambiance in hartje Pannerden. In het kader van Waar zijn ze gebleven zocht de LC Courant haar op. “Ik ben geboren en getogen in Pannerden. Ik woon er nu nog, hoewel ik zeven jaar in Zevenaar heb gewoond. In 1999 ben ik teruggegaan. Zevenaar is gezellig, maar in Pannerden ken ik iedereen. Ik ben 40 jaar oud. Daar heb ik geen moeite mee. Toen ik een kind was, vond ik dat heel oud, maar nu voelt het helemaal niet zo.”
“De Anne Frank-school was in Zevenaar. We fietsten altijd met een hele groep. We verzamelden ‘s ochtends op een vaste plek aan de Hoogeweg. Het was een LHNO-school [Lager Huishoud- en Nijverheidsonderwijs, red.]. Ik dacht wel eens dat ik er niet helemaal thuishoorde. Ik was niet zo’n raddraaier, veel klasgenoten wel. Die konden echt brutaal
Zelf een filmmiddag in het Filmhuis organiseren Zes leerlingen van havo-5 hebben in het kader van ckv [cultureel-kunstzinnige vorming] een filmmiddag - op 5 februari in het Filmhuis Zevenaar georganiseerd. Vooraf vonden ze het Filmhuis “niet iets waarbij je meteen staat te springen”, maar daar denken ze nu anders over. Ze hebben wel een paar tips voor het Filmhuis. De zes havo-leerlingen zijn Manana Asoian, Annemaree Rosendaal, Laura Roelofs, Layla Allakhverdieva, Lisanne Gertsen en Robin Lendering. Het organiseren van een filmmiddag voor ckv betekende dat ze ook echt alles moesten regelen. Dus een begroting opstellen, kassa- en bardiensten draaien, reclame maken en natuurlijk het vertonen van de [35 mm-]film. Manana, Annemaree, Laura, Layla, Lisanne en Robin kenden heel goed het vooroordeel dat er over het Filmhuis bestaat: daar worden moeilijke en saaie films gedraaid. Door te kiezen voor een film die jongeren aanspreekt, wilden ze laten zien dat het anders kan. Daarmee is meteen ook hun belangrijkste tip voor het Filmhuis genoemd: draai wat vaker hedendaagse films. Overigens gebeurt dat al wel. “Als je zo af en toe eens op de site van het Filmhuis kijkt, dan zul je zien dat er echt ook wat leuks bij zit”, schrijven de zes in hun evaluatie. De film die ze gekozen hadden, was Taken, met Liam Neeson en Famke Janssen. De film gaat over vrouwenhandel en dat is inderdaad een actueel thema. De bezoekers zijn volgens Manana, Annemaree, Laura, Layla, Lisanne en Robin naar huis
zijn, dat was niet meer leuk. Sommige leraren hadden geen grip op de klas. Ik heb me niet laten meevoeren. Daar was ik het type niet voor. Maar dit is niet het beeld dat overheerst in mijn herinnering. Het was ook een leuke tijd. Ik had laatst een reünie van de basisschool. Daar denk ik met weemoed aan terug. Dat heb ik bij de Anne Frank-school niet. Ik heb ook geen contact meer met klasgenoten van toen.” “Ik ging naar de Anne Frank-school, omdat ik kapster wilde worden. Dat kon met het LHNO-diploma. Daar ging het mij om. Ik hoefde geen hogere opleiding. Het kappers-
gegaan met een beter beeld van vrouwenhandel. “Het geeft je een idee hoe zoiets is en hoe machteloos jij en je familie staan als een dierbare in zo’n situatie terecht komt.” De leerlingen kregen zelf een beter beeld van wat er allemaal komt kijken bij het runnen van het Filmhuis. Ze leerden bijvoorbeeld dat op tijd beginnen, alles goed voorbereiden en duidelijke afspraken maken erg belangrijk zijn. “De dag zelf vonden we erg leuk, alleen de voorbereidingen waren wat minder, omdat er behoorlijk wat tijd in gaat zitten voor dat je alles geregeld hebt.” Ze kregen veel ondersteuning van de vrijwilligers van het Filmhuis. Die waren erg vriendelijk maar ook af en toe iets té behulpzaam. “We hebben één kleine tip voor ze: wat minder controleren tijdens de middag zelf. Het is fijn dat ze op je letten zodat je niets fout doet, maar we zijn oud genoeg om te weten wanneer we iets moeten vragen. Maar het was ook voor hen de eerste keer.” Het aantal bezoekers viel wat tegen. Dat had volgens Manana, Annemaree, Laura, Layla, Lisanne en Robin te maken met het tijdstip: op zaterdagmiddag als veel jongen sporten of een baantje hebben. De zes havo-leerlngen hebben hun mening over het Filmhuis bijgesteld. Het is een wat kleiner maar ook goedkoper alternatief voor jongeren die wat minder te besteden hebben. En de films zijn helemaal niet per se moeilijk en saai. “We raden iedereen aan om eens een kijkje te nemen, dat is het zeker waard.”
vak zit bij ons in de familie. Ik ben inderdaad kapster geworden. Dat was een vierjarige opleiding na de Anne Frank-school, met één dag per week naar school en vier dagen leren in een kapsalon. De eerste die ik knipte, was mijn moeder. Dat wilde ze graag, want ze had een feestavond. Ik heb haar nog gewaarschuwd, maar ze wist zeker dat ik dat wel kon. Ik zei: ‘Als jij dat per se wilt, dan knip ik je wel’. Laten we zeggen dat het erg kort is geworden. ‘s Avonds kreeg ze te horen dat haar kapsel wel eens beter had gezeten.” “Ik heb lang als kapster gewerkt bij Palestra in Braamt. Toen ben ik ook de opleiding voor schoonheidsspecialiste gaan volgen. Kapster zijn is leuk, maar het blijft bij knippen, kleuren en krullen. Ik wilde mij verder ontwikkelen. Om schoonheidsspecialiste te worden, moet je een pittige opleiding doen. Je moet veel weten van het menselijk lichaam. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je rekening houdt met medicatie. Ik werk met hele kleine naaldjes om oneffenheden weg te werken. Dat kan gevaarlijk zijn als de cliënt bloedverdunners gebruikt. Zo zijn er veel meer voorbeelden.” “Ik wil graag met mensen werken. Dat kan in een administratief beroep ook, maar dit is anders. Het klopt dat ik mensen graag aanraak. Dat zei mijn man laatst ook. Toen ik nog bij Palestra werkte, begon ik na te denken over voor mijzelf beginnen. Dat kwam in een stroomversnelling toen mijn tandarts zijn stoel te koop zette. Ik reageerde te laat, maar de volgende kans heb ik wel gegrepen. Eerst had ik een praktijk aan huis, maar dat werd al snel te veel. In 2003 heb ik de knoop doorgehakt en ben ik in dit pand aan de Kerkstraat getrokken. Het gaat uitstekend. Mijn klanten komen niet alleen uit Pannerden, maar van het hele Gelders Eiland, eigenlijk uit het hele gebied tussen Arnhem en Doetinchem. Ik ben tevreden met hoe het nu gaat.” “Zoals ik al zei, heb ik geen contact meer met oud-klasgenoten van de Anne Frank-school. De leraren herinner ik mij nog wel. Bijvoorbeeld Truus van de Pol. Zij gaf typen en steno. Ze was het laatste jaar mijn mentor. Een heel aardige vrouw. Ik kom haar nog wel eens tegen als ik in Zevenaar ben. Dan maken we een praatje. Bij Piet van Breukelen, die Engels gaf, had ik altijd hoofdpijn. Maar dat lag niet aan hem maar aan het lokaal. Als ik eerlijk ben, moet ik zeggen dat ik niet heel vaak terugdenk aan mijn middelbareschooltijd.”
‘Walking on sunshine’ in Didam De leerlingen van gt-4 met muziek in hun eindexamenpakket hebben vrijdag 1 april tijdens het jaarlijkse Concert van je leven het praktische gedeelte van hun muziekexamen afgerond. De bezoekers in de aula van de locatie Didam genoten met volle teugen. Het thema was dit jaar Walking on sunshine. Naast liedjes van Lady Gaga, Adele, Jordan Sparks en Jason Mraz werden ook speelstukken met verve uitgevoerd. Het openingsnummer was The Entertainer dat op boomwhackers [plastic buizen met verschillende toonhoogtes] werd uitgevoerd. In het tweede deel van het concert werd duidelijk waarom er allemaal kliko’s in de zaal stonden. Hiermee werd een muziekstrijd uitgevochten tussen de jongens en de meisjes. De leerlingen lieten zo zien dat je ook op andere manieren muziek kunt maken. Duidelijk was ook dat ze zelf - ondanks de zenuwen - net zozeer genoten van het musiceren. Alle examenkandidaten traden op als bandlid en als solist. Iedereen bespeelde diverse instrumenten. De organisatie was in handen van leerlingen van gt-3 met muziek in hun examenpakket. Ook konden zij met twee optredens al wat podiumervaring opdoen. Aan het eind van het concert had muziekdocente Femke Kelderman nog een bijzondere verrassing voor haar leerlingen. Zij zong een lied waarin alle kandidaten even in het zonnetje gezet werden. Dat dit lied door gt-4 werd gewaardeerd, was duidelijk te horen bij het applaus.
RECENSIE
‘Jammer dat ze bijna allemaal van school gaan’ DOOR KAREN OOSTERINK
Een aantal spelers van de theaterklas van het Liemers College speelt dit jaar De Kleine Prins. Deze voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek van Antoine de Saint-Exupéry. Het stuk gaat over waarden en wat écht belangrijk is in het leven. De Kleine Prins werd van 1 tot en met 4 maart uitgevoerd. Overdag kwamen basisscholen op bezoek en ‘s avonds het eigen publiek. Regisseur Karen Oosterink vroeg leerlingen van de basisscholen naar hun mening.
op het eind, en toen wilde ik wel gaan wiebelen maar je moest stil zitten. De bellenblaas was net toveren. Het was dus echt heel leuk en we willen het wel vaker zien.” De voorstelling werd gespeeld door vijf leerlingen uit theaterklas 2 en 3 en docent Koen Janssen. Deze gevorderde groep theaterklasleerlingen bleek in staat het verhaal op een heel eigen manier vorm te geven. We vinden
Dagje skiën in Winterberg voor de sdv’ers DOOR BECCA LANGENHOF [VS3B]
De zestig leerlingen van de afdeling sdv [sport, dienstverlening & veiligheid] van 3- en 4-vmbo bb/kb hebben woensdag 2 maart de jaarlijkse skidag gehad. Ze gingen met de bus naar Winterberg in het Sauerland [Duitsland]. Becca Langenhof uit VS3B heeft haar ervaringen voor de LC Courant op papier gezet. We moesten om zes uur ‘s ochtends verzamelen bij school. Ik was een half uur te vroeg, waardoor ik in de kou stond. Toen de rest een half uur later arriveerde en de hoofden waren geteld, konden we de bus in. Eenmaal in de bus was het lachen, gieren, brullen. Toch gingen een paar mensen slapen, hoewel dat nooit lang geduurd kan hebben. Het uitzicht op de bergen was namelijk prachtig. Toen we in Winterberg aankwamen, wilde iedereen eerst even de benen strekken. Het weer was fantastisch, met veel zon en geen wolkje te zien. Onze skispullen stonden in een klein huisje. Iedereen deed de lange latten onder, waarna we van meneer Nengerman in een cirkel moesten gaan staan voor de warming-up [springen met vreselijke schoenen, zes keer de bult op lopen, zes keer uitglijden en noem maar op]. Na de warming-up konden we eindelijk gaan skiën. Tenminste, dat dachten we... Maar skiën is niet zo makkelijk als wij dachten. We werden ingedeeld in groepjes en we kregen les van klasgenoten die al wel konden skiën. Dat ging, vond ik, erg goed. Er werd goed naar elkaar geluisterd en iedereen werd goed op weg geholpen. Na een tijdje skiën hadden we een pauze, waarin je wat lekkers kon halen, zoals een broodje bockworst. Na de pauze mochten we meteen met de skilift. Dat gaf spectaculaire beelden die ik eigenlijk had moeten filmen [zoals een valpartij toen iemand stoer wilde doen]. Na afloop van het skiën hebben we de ski’s teruggezet en uitgerust in de zon. Tijdens de terugreis lag de ene helft te slapen en was de andere helft hyper. Terug in Zevenaar was ik toe aan een warme douche en een lekker warm bed. Het was een intensieve maar leuke dag.
het dan ook heel jammer dat ze bijna allemaal in vwo-6 zitten en dus van school gaan, maar dat hoort erbij op een school. Volgend jaar gaan we weer fris verder met jong bloed.
Eindoordeel
LC COURANT PAGINA 3
Op dinsdag 1 maart stroomde de locatie Heerenmäten vol met kinderen uit groep 4, 5 en 6 van basisschool De Wissel uit Zevenaar. Zij mochten de eerste uitvoering van de voorstelling De Kleine Prins bekijken. Dit bekende filosofische sprookje kun je op veel niveaus volgen, en is daardoor geschikt voor kinderen, jongeren én volwassenen. Daarom vonden we het leuk om, naast de ‘gewone’ voorstellingen, de basisscholen uit te nodigen. Dat is heel succesvol verlopen. Er zijn zeven basisscholen op bezoek geweest. Dit zeiden Demi Bolder, Tieme Polman en Indy Teunissen van basisschool De Berkhaag na afloop: “Het was heel leuk. Ze speelden het heel echt en je geloofde het ook heel echt. Maar die slang was niet echt. Dat kon je meteen zien, maar dat was waarschijnlijk ook niet de bedoeling. Het verhaal was soms een beetje verdrietig en soms blij en je kon goed meeleven met de Prins en de Piloot. De kostuums waren heel mooi en het decor ook. En dat het steeds anders werd was leuk. Soms was het even een beetje moeilijk te snappen, vooral
NOW WE’RE TALKING!
Sdv-examenkandidaten sluiten af met meesterproef DOOR SASKIA SCHOESTER [DOCENTE SDV EN BIOLOGIE]
Op het moment dat deze LC Courant wordt verspreid, zijn de leerlingen van de examenklas sdv [sport, dienstverlening & veiligheid] net klaar met hun meesterproef. Met deze praktische opdracht moeten ze laten zien wat ze na twee jaar opleiding kunnen.
Wie is Roy Cobussen? Leraar tekenen en handvaardigheid, is 33 jaar maar voelt zich 27, vindt zichzelf een sociale, meestal relaxte en creatieve jongeman, die met beide benen op de grond staat.
LC COURANT PAGINA 4
Uit welke stad/streek kom jij en wat merken wij daar nog van? Ik ben opgegroeid in Ewijk en Beuningen [bij Nijmegen]. Soms hoor je nog wel eens Nijmeegs accentje voorbijkomen. Verder merk je niet zoveel van mijn afkomst. Verliefd, verloofd, getrouwd? Ik ben al weer negen jaar samen met mijn lieve vriendin Sylvia. De eerste nakomeling is in de maak en daarom zijn we ook net getrouwd. Dus is 2011 een jaar van grote veranderingen voor ons, maar die gaan we samen vol vertrouwen tegemoet. Wat zou Man bijt hond bij jou willen filmen? Als ze langs zouden komen, zouden ze vooral de motor in de keuken filmen. De motor [en het knutselen eraan] is een van mijn passies, maar ons schuurtje is te koud en staat te vol, dus... Wat misschien een beetje apart aan mij is, is de combinatie van activiteiten waarmee ik mij bezighoudt. Ik heb allerlei creatieve bezigheden, zoals tekenen, [muur-]schilderen en de motor verbouwen. Dat doe ik met veel geduld en precisie. Aan de andere kant besteed ik mijn vrije uren ook aan kickboksen, motorrijden en [soms] snowboarden. Dan gaat het er juist niet bepaald delicaat aan toe. In die tegenstelling is wel weer een overeenkomst te vinden, namelijk de passie voor de dingen die ik doe. Wat doe je op het Liemers College en hoe lang al? Ik geef al zo’n zeven jaar tekenen en handvaardigheid op het Liemers College. De laatste zes jaar werk ik vooral op de locatie Didam. Ik ben ook mentor van klas 1G, ik begeleid stagiaires en ik doe allerlei taken die ook bij het werken op het Liemers College horen. Waarom het onderwijs en waarom deze vakken? Ik ben aan de opleiding tot tekendocent begonnen, omdat ik op die manier van mijn hobby - tekenen en schilderen mijn werk kon maken. Verder zijn pubers leuke, levenslustige wezens met veel humor. Dat past prima bij hoe ik in het leven wil staan. Die twee zaken hebben ervoor gezorgd dat ik aan de andere kant van de klas beland ben. Het ‘echt docent zijn’ is dus wat later gekomen. Voor een groep staan en die dan van alles uitleggen en voordoen is iets dat ik echt heb moeten leren. Als kind stond ik niet graag in het middelpunt. Ik was zelfs erg verlegen. Hoe reageren jouw jeugdvrienden daarop? Jeugdvrienden vinden het over het algemeen erg leuk dat ik tekendocent ben geworden. Tekenen deed ik altijd al en het was voor hen dan ook geen verrassing dat ik daar ’iets’ mee ging doen. Wat heb jij met brugklassers? Ik ben al weer heel wat jaartjes brugklasmentor en ik vind de bruggers schattig! Het is leuk dat je ze zo ziet verande-
ren. De meeste leerlingen komen als het ware als onzekere en bibberende dwergen binnen, maar lijken aan het einde van het eerste jaar al weer bij het meubilair te horen. Het is mooi dat je als mentor deel kunt uitmaken van die enorme transformatie en dat je de leerlingen kunt begeleiden bij het begin van hun weg door de school.
De meesterproef was in de middeleeuwen een werkstuk waarmee een ambachtsman toegelaten kon worden tot een gilde. Dat was heel belangrijk, want wie geen lid was van een gilde mocht zijn beroep niet uitoefenen. De sdv-examenkandidaten van het Liemers College hopen met hun meesterproef toegang tot het mbo te krijgen. Sdv-meesterproeven kunnen heel verschillende opdrachten zijn. Voorbeelden zijn een piratenmiddag voor een basisschool, een ‘aangeklede’ jeu-de-bouleswedstrijd voor docenten, een sportcircuit op zes verschillende plekken, een spel- en beweegdag voor mensen met een beperking of een floorballtoernooi [een soort hockey] met inschrijving voor eersteklassers. De nadruk ligt op de organisatie, begeleiding en veiligheid. Iedere doelgroep of activiteit stelt uiteraard andere eisen en heeft ook een andere voorbereiding nodig. De sdv- examenkandidaten werken in groepen van drie tot en met zes personen. Ze zijn op 11 februari met hun meesterproef begonnen en ze hadden de tijd tot 22 april. De leerlingen hebben geleerd de opdracht steeds meer zelf vorm te geven. Aan het begin van klas 3 was het nog vooral het uitvoeren van een heel gestructureerde opdracht [bijvoorbeeld: regel de verdeling van de koffie tijdens een ouderavond]. Nu bedenken ze zelf de opdracht, de uitvoering en de afsluiting. Het bedenken en uitvoeren van een opdracht verloopt volgens bepaalde lijnen die ook telkens gecontroleerd worden. De leerlingen gaan eerst brainstormen: wat zouden we kunnen doen en waarmee moeten we rekening houden? Vervolgens komt er een plan van aanpak en daarna de uitvoering volgens een gedetailleerd draaiboek. Uiteindelijk wordt teruggeblikt: wat ging goed en wat ging mis? In acht weken tijd moeten de leerlingen de gehele organisatie rond zien te krijgen en dat alles naast hun normale schoolwerk.
Leuker dan de oudere leerlingen van 16 à 17 jaar? Iedere klas/jaarlaag heeft zijn charme. Bruggers zijn niet leuker dan vierdeklassers of andersom, maar ze verschillen natuurlijk wel heel erg. Jouw definitie van de perfecte leerling? De perfecte leerling is een puber die lekker zichzelf is, maar die wel de grens weet van wat wel of niet kan en zich daar dan ook naar gedraagt. Ik ben niet van de hokjesgeest, dus ik heb ook geen ideaalbeeld of zo. In hoeverre was jij die perfecte leerling? Ik paste wel in het net beschreven ideaalbeeld, maar of de docenten mij ook zo ideaal vonden... Ik ben slecht te motiveren voor dingen die me niet zo veel interesseren. En er moesten vroeger op school toch wel heel veel dingen gebeuren waarvan ik het nut niet zo in zag. Maar ik ben nooit blijven zitten en voor de leuke/interessante vakken deed ik wel mijn best. Herinner jij je brugklasmentor nog? Ja, dat was mevrouw Van de Water, een hele lieve en betrokken vrouw. Hoe wil jij herinnerd worden door je klas? Als een betrokken mentor, geïnteresseerd in de leerling, iemand die voor een gezellige en werkzame sfeer zorgt. Vertel eens over je ergste onderwijsblunder? Dat zijn er vast vele, maar ik heb een jaar techniek gegeven. Ik had toch niet zo veel met het vak en dat maakte het er niet makkelijker op. Dat ervaar ik als mijn minst succesvolle schoolsituatie. Wat zou vandaag nog anders moeten op het Liemers College? Mijn administratieve vaardigheden zijn niet geweldig en dat is nu juist iets waar vaak een beroep op wordt gedaan. Van mij mag de [digitale] papiermolen afgeschaft worden. Welke dagdroom zou je het liefst laten uitkomen? Ik probeer elke dag mijn droom te leven en dat lukt aardig. Met wie op het Liemers College zou je wel eens willen ruilen? Met niemand, al zou ik wel eens willen weten wat er dagelijks zoal op bestuurlijk niveau gebeurt. Als ik één miljoen euro win, dan... Dan ga ik door met wat ik nu doe. Tenslotte: vertel één geheim dat nog [bijna] niemand weet? Ik ben een open boek.
Dé oplossing voor hardnekkige telaatkomers Sommige fenomenen zijn van alle tijden en de leerling die standaard spullen niet op tijd inlevert en hardnekkig te laat komt, is er daar één van. Docent Engels Jan van den Heuij weet daar wel een oplossing voor: gewoon donderdag om vijf uur ‘s ochtends laten melden voor een duurloop in het park bij de locatie Heerenmäten. Onlangs voegde Jan de daad bij het woord - hoewel [nog] niet om vijf uur ‘s ochtends. Paul van de Berg uit klas HV4C was de klos.
Leerlingen doen mee aan Burgernet Ruim honderd leerlingen van het Liemers College hebben zich aangemeld voor Burgernet. Ze deden dit nadat ze tijdens mentoruren voorlichting hadden gekregen van de politie. Het gaat om leerlingen van havo-4 en vwo-4. Burgernet is een telefonisch netwerk dat de politie in opsporingssituaties duizenden extra ogen verschaft. De politie kan de deelnemers bijvoorbeeld vragen om uit te kijken naar een verdachte. Ze worden dan vooraf telefonisch geïnformeerd. Het succes van Burgernet is uiteraard afhankelijk van het aantal deelnemers. De gemeenten Zevenaar en Rijnwaarden tellen respectievelijke ruim 2700 en 900 deelnemers. Door scholen in te schakelen, hoopt de politie ook jongeren bij Burgernet te betrekken. Dat is op het Liemers College zeker gelukt, want 42 procent van de leerlingen van havo-4 en vwo-4 schreef zich spontaan in. Projectmanager Izak Mauritz van Burgernet hoopt dat dit percentage nog toeneemt doordat leerlingen zich alsnog aanmelden of thuis reclame maken.
De klas over de klas
Meester Frank en zijn V456D In deze LC Courant staan een heel bijzondere mentor en klas centraal: Frank den Ouden en zijn klas V6D. Frank is op 25 december 2010 overleden. In Topklasse vertellen de leerlingen over dit bijzondere mentoraat en hun ‘meester Frank’. Frank begeleidde hen als mentor in 4-, 5- en 6-vwo. De klas is het eens over het moment dat het meest is bijgebleven: hun overwinning tijdens de activiteitendag in de vijfde klas. “Als een kind stond hij te glunderen, zo trots was hij dat we gewonnen hadden. Een beetje opscheppen tegen de collega’s over zijn klas hoorde daar natuurlijk bij.” Door het T-
Van meester Frank heb ik geleerd [behalve natuurkunde]... Kaylee Ferrier: “Het opvoeden van leraren duurt heel lang. Je moet ze telkens blijven wijzen op hun fouten. En het plannen natuurlijk.” Floor Stroink: “Een uitspraak waar hij in onze klas erg om bekend stond, was het plannen.” Vera Köning: “Dat plannen erg belangrijk is en dat je veel inzet moet tonen en hebben om je diploma te behalen. Het is daarnaast ook belangrijk dat je op tijd ontspant.” Koen Polman: “Dat je overal natuurkunde in kunt zien. Zo vertelde hij over zijn vakanties waar hij zijn natuurkunde goed kon toepassen.” Jarno Sloot: “Dat je goed moet plannen. Als je dat niet hebt geleerd, zat je niet in zijn mentorklas.” Marloes Polman: “Qua school dat we veel moeten plannen. Beter te vroeg dan te laat. En ik heb geleerd dat het belangrijk is om andere mensen te helpen. Je moet je niet uit het veld laten slaan als er veel negatieve dingen gebeuren.” Chien Nguyen: “Plannen!” Jorien Berendsen: “Voor jezelf opkomen. Hij vroeg ons altijd na een slotweek of alles wel gegaan was zoals het moest. Hij leerde ons de weg naar de examencommissie kennen. Ook stimuleerde hij me om toch nog een extra vak erbij te nemen.” Mike van Vuuren: “Blijf niet met problemen zitten.” Iris van Marwijk: “Ik heb geleerd hoe je bepaalde dingen moet aanpakken. Hij kreeg toch steeds dingen voor elkaar waarvan ik me wel eens heb afgevraagd hoe dat kon.”
shirt dat Frank voor zijn klas had laten bedrukken, was de klas bij activiteiten goed te herkennen. In vwo-4 hoorde de klas dat hun mentor ongeneeslijk ziek was. Dat maakte grote indruk en iedereen was er stil van. Frank vertelde dat hij het er niet bij liet zitten. Dat bewees hij in de periode tot zijn overlijden. Frank was ziek, maar zijn betrokkenheid bij de leerlingen werd niet minder. Zelfs in het hospice gedroeg hij zich nog steeds als ‘meester Frank’. “Hij vroeg ons meteen hoe het op school ging en of we wel ons best deden. Zelfs in de laatste maanden kwam hij op school om bijles natuurkunde te geven.” Kaylee Ferrier draagt een bijzondere persoonlijke herinnering met zich mee: “In september 2008 overleed mijn vader en in december kreeg Frank te horen dat hij nog zes tot negen maanden had. Aan het eind van die negen maanden is hij, terwijl hij zelf heel ziek was, bij ons langsgekomen met een grote bos zonnebloemen.” Een ander punt waar de mentorleerlingen het over eens zijn, is dat ze van hun mentor hebben leren plannen. In elke mentorles werd deze vaardigheid uitgebreid besproken. Collin Janwarin: “Iedere keer dat wij een slotweek hadden, zei hij ‘Jongens, jullie kunnen het allemaal. Je moet gewoon goed plannen.’ Plannen, plannen en nog eens plannen, dat zou ons naar het examen helpen. Ik moet zeggen: het heeft geholpen, want in mei doe ik examen.” Nu Frank er niet meer is, ervaren de leerlingen het klassengevoel toch anders. Ze missen de mailtjes van Frank na een slotweek en zijn motivatie om met de klas dingen te ondernemen. Ze hebben veel respect voor de collega’s die het mentoraat hebben overgenomen: Emmy Vliegen en Robbert Roodsant. Charlotte van Teunenbroek: “Ze hebben allebei nog een eigen mentorklas en moeten daar ook veel voor regelen. Ik vind het fijn dat zij ook voor ons klaarstaan, ondanks dat het gevoel toch anders is.” Doordat ze al langer het mentorschap met Frank deelden, was de overgang minder groot. De leerlingen konden al wennen met Frank erbij. Nu is het gezellig, alleen vindt de klas het jammer dat ze voor klassenactiviteiten altijd een andere docent moeten vragen. Ondanks dat het diploma nog niet op zak is, kijken de leerlingen van V6D veelal met plezier terug op hun schooltijd. Anke Gasseling en Floor Stroink gingen naar Zuid-Afrika en hebben daar een geweldige ervaring opgedaan. De meesten vonden hun schooltijd heel snel gaan. Er zijn veel herinneringen en terugkijkend zien ze hun persoonlijke ontwikkeling van brugklasser tot eindexamenleerling. Joost Kummeling: “Ik heb veel genoten, maar ook veel gestrest. Achteraf blijkt alles dan toch heel simpel.”
Jarno Sloot: “Speciaal, mede door Frank den Ouden. Het is een klas die voor je klaarstaat als je dat nodig hebt.” Anke Gasseling: “Het is een bijzondere klas met veel verschillende soorten mensen met allemaal andere interesses. Iedereen is aardig tegen elkaar. Het is niet echt één klas, maar meer een aantal kleine groepen die goed met elkaar omgaan.” Charlotte van Teunenbroek: “Ik vind en vond het altijd heel leuk om in deze klas te zitten. We hadden elke periode wel een leuke activiteit waar iedereen aan meedeed. Nu meneer Den Ouden er niet meer is, is het klassengevoel wel minder geworden. Het was altijd leuk om juist met hem activiteiten te doen.” Colling Janwarin: “V6D is een klas met allemaal verschillende leerlingen. We hebben echte studiebollen [no offence] en we hebben mensen die er een beetje met de pet naar gooien [‘Het komt allemaal wel goed’]. Al met al is het een mooie groep bij elkaar.” Jorien Berendsen: “V6D is een heel fijne en loyale klas. We zijn volgens mij de meest hechte club van onze jaarlaag. Dit komt door onze - ex wil ik eigenlijk niet zeggen, hij is het nog steeds - mentor.” Joost Kummeling: “V6D is een klas die door andere klassen wordt gezien als de klas die per se moet winnen bij activiteiten. Dat vind ik wel humor hebben. Het brein daarachter is natuurlijk meneer Den Ouden.” Iris van Marwijk: “Ik vind onze klas toch wel bijzonder. Zoals in elke klas zijn er bij ons ook groepjes ontstaan, maar als we iets samen moeten doen, gaat dat goed. Het is gezellig.” Peter Bartels: “Het is een superleuke klas. Het is fantastisch om Frank den Ouden als mentor te hebben gehad. De hele klas werd enthousiast en op de klassendag moesten en zouden we winnen. Er hangt een leuke sfeer en ik zou niet in een andere V6-klas willen zitten.”
Klas V6D over 15 jaar Marloes Polman: “Ik ben van plan om de studie pedagogische wetenschappen te gaan doen. Daarmee hoop ik over vijftien jaar wat te kunnen betekenen voor kinderen in Nederland en Afrika.” Rik Sweers: “Om eerlijk te zijn heb ik hier geen beeld van. Klaar met mijn scheikundestudie, eventueel aan het promoveren... Een baan?” Jarno Sloot: “Dan ben ik een hardwerkende zakenman, die goed plant [immers geleerd van mijn mentor] en goed voor zijn familie zorgt.” Kaylee Ferrier: “Dan werk ik als apotheker in mijn eigen bedrijf in Suriname. In Suriname wil ik dan ook nog een keer een periode het binnenland in om mensen te helpen.” Vera Köning: “Ik hoop dat ik dan de studie voeding en gezondheid in Wageningen heb afgerond en een leuke en goede baan heb gevonden.” Anke Gasseling: “Over vijftien jaar zie ik mezelf als lerares wiskunde. Ik heb van jongs af aan gezegd dat ik ‘juf’ wilde worden. Eerst wilde ik lesgeven op de basisschool, maar nu vind ik dat zonde van mijn gymnasiumdiploma.” Chien Nguyen: “Hmm, in een mooi strandhuisje met mijn lieve vrouwtje en een goed betaalde baan ergens in het buitenland.” Mike van Vuuren: “Dan ben ik accountant of belastingadviseur.” Sandra Wardle: “Een goed betaalde baan, samen met mijn partner en af en toe op vakantie [met of zonder kinderen].” Joost Kummeling: “Het klinkt misschien naïef, maar dan heb ik net een gezinnetje gesticht met Sandra. Ik kan niet anders willen of geloven dan dat ik met haar oud word en erg gelukkig zal zijn. Ik heb geen goede baan of een mooi landhuis nodig, want ik heb haar.”
V.l.n.r.: Charlotte van Teunenbroek, Kaylee Ferrier, Jorien Berendsen, Marloes Polman, Nody Hourmus, Floor Stroink, Anke Gasseling, Vera Köning, Collin Janwarin, Mike van Vuuren, Chien Nguyen, Jarno Sloot, Peter Bartels, Iris van Marwijk, Sandra Wardle, Joost Kummeling, Rik Sweers en Koen Polman.
LC COURANT PAGINA 5
TOPKLASSE!
Dennis Scheers bekijkt een kunstwerk .
Docente Anouk Mulders geeft uitleg bij een schilderij van Anselm Kiefer.
Tekenexcursie naar Den Haag De leerlingen van havo-5 en vwo-6 met tekenen in hun examenpakket zijn op excursie geweest naar Den Haag. Daar bezochten zij onder andere het Gemeentemuseum en Panorama Mesdag. Het Gemeentemuseum heeft een examentour, die de leerlingen in twee groepen hebben bekeken, onder begeleiding van de docenten Vincent Baake en Anouk Mulders. Na afloop ging een aantal leerlingen de binnenstad verkennen. Anderen bezochten de Tweede Kamer. Enkele leerlingen schreven een impressie voor de LC Courant.
LC COURANT PAGINA 6
Het Gemeentemuseum was het eerste half uurtje leuk. Daarna werd het best wel saai. We waren bezig met lange vragen. Die waren op zich zeer interessant, maar het was te veel van het goede. Bovendien raakte de helft van de leerlingen de
groep kwijt, omdat niet iedereen de vragen even snel invulde. Daarna gingen we naar Panorama Mesdag. Dat was indrukwekkend. Het was erg interessant om te zien hoe deze kunstenaar een impressie van de kustlijn heeft weten te verwezenlij-
BeatsNbits: muziekmethode op internet DOOR FEMKE KELDERMAN [MUZIEKDOCENT]
Een mooi voorbeeld van het steeds digitaler worden van het onderwijs is beatsNbits, een muziekmethode die gebruikmaakt van internet. Muziekdocent Femke Kelderman is enthousiast over beatsNbits. Dat geldt ook voor haar leerlingen.
Liemers College op Twitter en Facebook Het Liemers College zit sinds kort op Twitter en Facebook. De bedoeling is om met deze social media de betrokkenheid bij de school te vergroten en leerlingen, ouders en medewerkers beter te informeren over van wat er allemaal gebeurt op het Liemers College. Dan gaat het niet alleen om de vele activiteiten binnen en buiten het lesprogramma, maar ook om onderwijskundige ontwikkelingen. Activiteiten worden nu vaak alleen aangekondigd in de media. Hoe het is afgelopen, haalt maar zelden de krant. Twitter en Facebook bieden veel meer mogelijkheden om iedereen die bij de school betrokken is, of zich betrokken voelt, op de hoogte te houden. Bij Twitter gaat het om korte mededelingen en sfeerbeschrijvingen, terwijl op Facebook ook foto’s en filmpjes kunnen worden geplaatst. Uiteraard kunnen volgers ook reageren. Daardoor komt de school sneller te weten hoe er over bepaalde activiteiten en onderwerpen wordt gedacht. Door de lage drempel wordt de betrokkenheid bij het Liemers College vergroot. Twitter is voor iedereen toegankelijk. Facebook is aan Twitter gekoppeld, maar is wel iets exclusiever. Voorlopig worden alleen [oud-]leerlingen, ouders en medewerkers als vrienden geaccepteerd. De website www.liemerscollege.nl blijft in de lucht, maar krijgt meer het karakter van een officieel visitekaartje van de school. Website: www.liemerscollege.nl. Twitter: twitter.com/liemerscollege. Facebook: google met ‘facebook’ en ‘liemers college’.
Eén van die leerlingen vertelt: “Wanneer we een nieuw stuk krijgen, ga ik vaak naast Lise zitten, achter het keyboard. Zij kan echt heel goed spelen. Ik vind noten lezen moeilijk en dacht in het begin dat ik dus niet goed was in muziek. We hebben geleerd dat je met beatsNbits op verschillende manieren kunt leren. Lise print altijd de bladmuziek van een moeilijke partij uit. Ik hou het bij partij 1, die is makkelijker en als ik de noten niet kan volgen, dan kan ik op het filmpje zien waar ik mijn vingers moet neerzetten.” BeatsNbits is een internetmuziekmethode, maar dat wil niet zeggen dat de leerlingen alleen maar achter de computer zitten. Luisteren, spelen, zingen en componeren zijn belangrijke onderdelen tijdens de lessen. De leerling leert vooral door dingen te doen, en zelf of samen met anderen op onderzoek uit te gaan.
ken in een 360 graden kunstwerk. De schildering heeft een gigantisch oppervlak en meer dan honderd mensen hebben eraan gewerkt. Na Panorama Mesdag was er gelegenheid om nog even de stad in te gaan. Dat was erg gezellig. We zijn in kledingwinkels geweest en we hebben gezellig vertoefd bij de alom bekende fastfoodketen met de kindvriendelijke rode clown [die altijd je wisselgeld wil hebben, maar aan wie je het bijna nooit geeft]. Het eten was heerlijk. De retournerende busreis was leuk, maar iedereen had de knollen wel op, dus was het lekker rustig. Groetjes, Dennis Scheers en Babs Klutman.
Yeeeh! Was een superleuke en leerzame dag! Kies tekenen! Greetz, Kevin Kok.
“Ik vind de luistertoetsen moeilijk, maar omdat je zelf mag weten wanneer je de toets maakt en hoelang je erover doet, haal ik toch goede cijfers.” “Als ik de training heb gemaakt, krijg ik meteen het cijfer en de goede antwoorden te zien. Je kunt net zo vaak oefenen als je wilt.” “Als je iets niet weet, kun je het snel en makkelijk opzoeken.” Een internetmethode is ook meer dan een digitale les. Vaak zit je als docent boordevol ideeën, maar ontbreekt het je aan de juiste ICT-vaardigheden. BeatsNbits is een methode met professioneel materiaal, heldere leerlijnen en een duidelijke structuur. Musiceermateriaal en opdrachten zijn aantrekkelijk voor leerlingen, omdat ze inspelen op verschillende niveaus en leerstijlen. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de speelstukken: er zijn makkelijke en moeilijke partijen, partijen voor verschillende instrumenten, spelen met behulp van bladmuziek, geluidsfragmenten of videofilmpjes. Leerlingen die goed voorbereid willen zijn, maken binnen twee minuten de trainer. Ze zien dan meteen hoe hoog ze scoren op muziektheorie. De leerling bepaalt zelf de route en het tempo.
COLUMN
Mooiboys!
Nog niet zo heel lang geleden was een school trots op een computerlokaal. Tegenwoordig is zo’n lokaal heel normaal en het is de bedoeling dat alle leerlingen van het Liemers College in 2015 een laptop hebben. Het onderwijs wordt dus steeds digitaler. De projectgroep LC 2.0 verdiept zich in de mogelijkheden én de valkuilen. Hoeveel stroom verbruiken 3000 laptops op jaarbasis? Waar kunnen de leerlingen straks hun laptop opladen? Wat is er al aan digitaal lesmateriaal? Hoe kunnen docenten hun eigen lessen digitaal maken? En hoe ver gaan we met het digitaliseren van het onderwijs? Dit zijn vragen waarmee de projectgroep LC 2.0 zich op het Liemers College bezighoudt. De bedoeling is dat alle leerlingen op het Liemers College in 2015 beschikken over een laptop. Dit biedt veel nieuwe mogelijkheden, maar het vraagt ook om veranderingen; van de faciliteiten in de school tot de wijze waarop lesstof wordt aangeboden. Daarom hebben vier onderwijsteams de taak uit te zoeken wat digitalisering van het onderwijs te bieden heeft en hoe we dit op het Liemers College kunnen vormgeven. Docenten en onderwijsassistenten van het derdeklasteam van Heerenmäten, het sdv-team van Vestersbos en het gt1team en bb/kb1-team uit Didam zijn lid van de projectgroep. Zij krijgen les in het maken van digitaal lesmateriaal. Ook zoeken zij voor hun eigen vak uit wat er al is en of dit van goede kwaliteit is. Vervolgens kijken ze hoe ze dit in het lesprogramma van hun vak kunnen verwerken.
HELPERS WEG!
In kleinere groepen verdiepen zij zich in alle zaken die van belang zijn: optimaal gebruikmaken van TeleTOP, het hanteren van een digitaal portfolio van de leerling, hoe breng je in de opdrachten verschillen aan in leerstijlen, hoe moeten de werkplekken eruitzien [arbo-eisen], welke regels stellen we voor het gebruik van laptops op school enzovoorts. Een belangrijke gedachte in het hele project is dat de laptop een middel is en niet het doel. Het is een middel om leerlingen meer maatwerk te leveren. Een groot voordeel van het digitale lesmateriaal is dat je leerlingen op verschillende manieren de lesstof kunt aanbieden [passend bij hun leerstijl]. Hierdoor hoeven niet alle leerlingen de lesstof op dezelfde wijze te verwerken. Iemand die de lesstof goed begrijpt, bewandelt een ander digitaal pad dan iemand die het minder goed begrijpt. De docent houdt zo meer tijd over voor leerlingen die meer uitleg nodig hebben, terwijl de rest van de klas in hun eigen tempo verder werkt. In mei van dit schooljaar wordt besloten of we klaar zijn om in augustus in een aantal klassen te starten met het project voor het schooljaar 2011-2012. We moeten niet alleen onderwijskundig klaar zijn, maar ook de ICT-infrastructuur moet in orde zijn. Als het nog niet verantwoord is, beginnen we later. Het doel is dat we via dit project leerlingen onderwijs bieden waarmee zij het beste uit zichzelf kunnen halen. Dat kan alleen als de basis goed is.
BABETTE VAN WEELDEN [docente Nederlands]
Helpers weg! is de discussierubriek van de LC Courant. Deze keer bespreken Rachel Janwarin en Cody Wegen de stelling dat het Liemers College niets te zoeken heeft op Twitter.
Twitteren? Dat hoort een school niet te doen... Oneens
Eens
RACHEL JANWARIN [H4VD]
CODY WEGEN [HV4D]
“Ik vind het goed dat het Liemers College twittert. Net als Hyves en Facebook wordt Twitter steeds meer gebruikt. Het zou vreemd zijn om dan te zeggen dat twitteren niet mag. Misschien is Twitter wat persoonlijker, maar je kiest er zelf voor om een account aan te maken. Bovendien weet je precies wat je plaatst; als je vindt dat het te persoonlijk wordt, plaats je het gewoon niet. Verder is het een ideaal tijdverdrijf tijdens loze tussenuurtjes. Ook als je eruit bent gestuurd, is het leuker om ophef te maken op Twitter dan een beetje voor je uit te staren. Soms gaan berichten natuurlijk te ver, maar met één druk op de knop is het bericht gewist. Voordeel voor de leraar is dat hij kan zien wat zijn leerlingen doen, bijvoorbeeld als iemand zo stom is om te spijbelen en dit op Twitter te zetten. Ook voor de schoolresultaten is het positief: door de snelheid en openheid weet iedereen meteen wie van welk vak een samenvatting heeft. Zo kan iedereen profiteren van extra steun bij het leren. Als laatste is Twitter ideaal om contact te houden met vrienden. De meeste twitteraars kijken er regelmatig op. Hierdoor worden berichten veel sneller gelezen dan wanneer er gemaild wordt. Houden dus, Twitter op het Liemers College!”
“Ik vind het niet goed dat het Liemers College twittert, want dan zijn ook mensen die niet van Twitter houden verplicht om een account te nemen. Twitter wordt dan immers een belangrijke bron van informatie. Bovendien moeten scholieren nu veel meer nadenken bij wat ze twitteren. Je plaatst bijvoorbeeld minder snel tweets over drank als je weet dat leraren meelezen. Soms is het ook beter dat niet iedereen weet wat iemand twittert. Grappen over docenten of medeleerlingen kunnen leiden tot ruzies en mensen met minder zelfvertrouwen. Als Twitter steeds populairder wordt, gaan scholieren ook onder de les twitteren. Dan gaan de cijfers dalen. Scholieren zonder internet op hun mobiel hebben ook een probleem. Zij kunnen alleen thuis twitteren [als ze daar een computer hebben] en worden minder populair omdat ze minder op de hoogte zijn. Hierdoor krijg je een soort piramide binnen de school met bovenin de mensen mét internet op hun mobiel, daaronder de mensen zónder internet op hun mobiel, en weer daaronder de mensen die op hun mobiel en thuis op de computer geen internet hebben. De optimisten over dit idee zijn dus eigenlijk gewoon slecht geïnformeerde pessimisten.”
LC COURANT PAGINA 7
ICT als bouwsteen voor beter onderwijs
Werp een blik in onze school en je weet in één oogopslag wat de jeugd anno 2011 draagt. De jongens: gympen, jeans, T-shirt en sweater. De haren staan niet al te uitgesproken in een voorzichtig kuifje omhoog en de broek hangt op bouwvakkerstand, zodat je wel móet kijken naar de felgekleurde onderbroek met testbeeldprint. Ook bij de meiden is er weinig variatie. Wel hebben ze iets meer keuze: pumps naast gympen en een rokje naast de jeans. Maar waar zijn de punkers, hardrockers, kakkers, skaters, hippies en alto’s gebleven? Je ziet ze niet meer. Kennelijk is de zoektocht naar een eigen identiteit minder uitgesproken terug te zien in de kleding. Ik vind dat jammer. Gelukkig wezen leerlingen me onlangs op de ‘mooiboy’. Die ziet er als volgt uit: gympen, jeans [enorm afgezakt, inclusief gekleurde onderbroek], geruite blouse [belangrijk detail: bovenste knoopje dicht], twee oorbellen met grote diamantachtige stenen [u leest het goed] en tot slot, de banden van de rugzak maximaal opgetrokken zodat de rugzak een comfortabel pakketje bovenop de schouders wordt. Maar voorlopig staat de mooiboy er alleen voor. Hebben jongeren dan minder behoefte om zich te onderscheiden dan pak ’m beet tien jaar terug? Misschien doen ze het wel anders. Via Hyves en Facebook kun je laten je zien wie je bent door je keuze aan muziekfragmenten en foto’s, je wie-wat-waars, je favoriete merken enzovoorts. Je kunt je ‘ik’ gemakkelijk opleuken en je mening over iets met een druk op de knop kenbaar maken [mits geformuleerd in maximaal 140 tekens]. Of jongeren door deze sociale media minder behoefte hebben om zich te onderscheiden in het niet-digitale leven, vind ik een interessante hypothese. Ik betreur de eenheidsworst en daarom doe ik de volgende oproep. Druk de groene zeep van je moeder achterover, ga een jaar niet naar de kapper en probeer alle mogelijke kapsels. Vermijd de winkels van bekende, grote kledingketens en ga uitzoeken wat jij werkelijk mooi vindt. Varieer, probeer en beleef. Maar vooral: loop niet achteloos achter de meute aan.
LC Courant is een uitgave van het Liemers College. Redactie Anja Jansen, Wilbert Landman, Corinne Muizelaar en Babette van Weelden. Productie De Reus’ Communicatie & Publiciteit. Fotografie Voermans van Bree en anderen. Drukwerk Advadi Drukkerij. Oplage 3300 exemplaren. Reacties? Vragen? Suggesties? Neem contact op met de redactie. Dat kan via
[email protected].
Samenspel tussen leerling, ouders en school Postbus 412 6900 AK Zevenaar Telefoon: 0316 - 58 38 00 www.liemerscollege.nl
Locatie Didam Dijksestraat 12 6942 GC Didam Locatie Heerenmäten Heerenmäten 6 6904 GZ Zevenaar Locatie Vestersbos Vestersbos 4 6901 BV Zevenaar Locatie Zonegge Zonegge 07-09 6903 EP Zevenaar
Een aantal mentoren van het Liemers College oefent dit jaar mentorgesprekken. Ze krijgen daarbij hulp van leerlingen, die als trainingsacteurs allerlei gesprekssituaties naspelen en feedback geven. Was het een prettig overleg? Hebben ze kunnen vertellen wat ze wilden? De gesprekstraining is onderdeel van een belangrijk communicatieplan van school. Dit plan wordt dit schooljaar verder uitgewerkt en de komende jaren vertaald naar de praktijk. Het Liemers College wil investeren in het contact met de leerlingen en het thuisfront. Er zijn al belangrijke stappen gezet, zoals het leerling-/ouderweb waarop schoolresultaten altijd inzichtelijk zijn. Toch valt er nog veel winst te behalen en draait het natuurlijk niet alleen om cijfers. Ouders willen graag weten wat er op school gebeurt en andersom stelt de school het op prijs als ze goed contact hebben met de leerlingen en hun ouders. Er wordt over veel zaken nagedacht: moeten we vasthouden aan de ouderavondgesprekken of kan het anders? En hoe houden wij contact met ouders van leerlingen met wie het goed gaat? Daarnaast is het belangrijk dat op de diverse locaties op dezelfde wijze wordt gecommuniceerd. Uit de tevredenheidenquête blijkt dat ouders verschillen ervaren in informatieverstrekking en het leggen van contact. Wanneer de school een
eenheid wil zijn, is op dezelfde manier communiceren essentieel. Een voorbeeld is dat de brieven van alle locaties worden gestandaardiseerd. Dit zorgt voor herkenbaarheid. Het uitgangspunt van het communicatieplan is de dynamische driehoek, waarbij de drie partijen - leerling, ouders en school - ieder een belangrijke rol hebben. Op elke hoek staat een partij. De lijnen die de hoeken met elkaar verbinden, staan voor contact- en communicatielijnen. Het gebied middenin stelt de groeiruimte voor van de leerling. In de ideale situatie zijn het vloeiende lijnen. Wanneer dit niet zo is, heeft dit gevolgen voor de ontwikkeling van een kind. Bij het onderhouden van een goed contact, heeft elke partij een belangrijke rol. Zo vindt de school het prettig dat leerlingen meegaan naar gesprekken die om hen draaien. Docenten en ouders praten dan mét de leerling in plaats van óver de leerling. Natuurlijk moet hierbij de ontwikkeling van een kind in de gaten worden gehouden. Van een brugklasser kun je niet hetzelfde te verwachten als van een examenleerling. De wijze van communiceren en ieders aandeel daarin moeten meegroeien met de leerlingen. Alleen dan blijft de driehoek mooi intact. Het draait uiteindelijk om de persoonlijke groei van de leerlingen. Hiervoor is een positief samenspel tussen ouders, leerlingen en school nodig. Goede communicatie betekent dat we wederzijdse verwachtingen uitspreken, luisteren naar elkaar en elkaar op de hoogte houden. Dit is een mooie taak en een flinke uitdaging voor leerlingen, ouders en school.
LC COURANT PAGINA 1
‘Kale koppen, niet te stoppen’ voor school in Roemenië
De Kleine Prins: ‘Jammer dat ze bijna allemaal van school gaan’
Het Liemers College is actief op Twitter en Facebook
Jaargang 15 April 2011
3
LC COURANT Nr
‘Plannen, plannen en nog eens plannen, dat zou ons naar het examen helpen.’ Meester Frank den Ouden en zijn V456D. Pagina 5 ‘Je ziet de meeste leerlingen als onzekere en bibberende dwergen binnenkomen...’ Roy Cobussen was zelf ook erg verlegen. Pagina 4 ’Ik voel geen weemoed als ik terugdenk aan toen.’ Astrid Rikken zat op de Anne Frank-school. Pagina 2
COLOFON