t rans fe r
4
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
mbo & hbo
Samen naar China
Latijns-Amerika: continent vol talent
interview
Dave Blank (UT) over reputatie en rankings internationalisation@home
‘Landschapsmodel’ Haagse Hogeschool maakt leeruitkomsten expliciet
april 2016
inhoud
2
3
focus
Latijns-Amerika Latijns-Amerika heeft een grote, jonge bevolking en barst van het talent. De overheid investeert in beurzenprogramma’s en universiteiten zijn op zoek naar internationale partners. Hét moment om te investeren in contacten met dit continent.
18 Dave Blank, chief scientific ambassador Universiteitshoogleraar Dave Blank (@DaveBnano) wil de reputatie van de UT verbeteren door het aantrekken van
internationaal toptalent. “Dat hoeft niet eens zoveel geld te kosten.”
22
Hoeveel studenten uit
Latijns-Amerika studeren in het buitenland? En hoeveel van die studenten kiezen voor Nederland?
08
Hbo & mbo samen in het bamboebos Ecotoerisme in Liyang en social entrepreneurship in
21
Liverpool: twee voorbeelden van stageprojecten voor
studenten uit hbo én mbo. Waarom trekken hbo en mbo niet veel vaker samen op?
In business
campus overzee 10
partnerschappen
einde niche 16
12
STC-Group uit Rotterdam werkt
Elf Nederlandse universiteiten en zes
De Niche-projecten in Guatemala en
uit Barranquilla, Colombia. Een joint
met Chileense onderwijsinstellingen.
geacht beter te zijn dan de zuidelijke
samen met de Universidad del Norte venture, gericht op verdere groei in de regio.
hogescholen hebben een partnerschap Maar waar blijven de Chilenen?
Marije Staman, tax partner Deloitte Nederland: “Hoe
langer je bij ons in dienst bent, hoe langer je naar het buitenland kunt. Als een vooruitgeschoven post.”
Colombia lopen dit jaar af. “Wij worden partners, maar je leert ook veel van hen.”
rubrieken
6 — studentenpanel Is het leven een beetje te betalen als student in Nederland? 21 — in business Marije Staman, tax partner Deloitte 30 — sorry? pardon! “Soms was een tweedeling voelbaar” 31 — on the move Nieuwe functies, benoemingen en vertrek.
Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic. Hoofdredactie — Cathalijne Boland Redactie — Els Heuts, Dorien Vrieling, Annelieke Zandvliet Eindredactie — Martine Postma Aan dit nummer werkten mee — Elleke Bal, Katja Keuchenius, Sang-Ah Yoo Redactieraad — Ries Agterberg (DUB), Tim Buiting (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Zuyd Hogeschool), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam), Erwin Ploeger (UNESCOIHE) Vormgeving en lay-out — Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk — Drukkerij Verloop, Alblasserdam Abonnementen — aanmelden (gratis), opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/transfer Overname artikelen — het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie Contact met de redactie — via
[email protected] of www.epnuffic.nl/transfer Cover: fotografie Daniel M. Ernst/Shutterstock, beeld Christina Schürmann (www.makingwaves.nl)
27 internationalisation@home
“Sommige collega’s dachten dat internationalisering in
hun werk niet belangrijk was. Ineens bleek dat iedereen een rol had.”
kort
5
Ambassades willen meer met Holland alumni Nederlandse ambassades gaan meer investeren in contact met
Foto: Remo Wormmeester
Holland alumni in het land waar zij hun standplaats hebben.
yufei leert drijven
Yufei Wang (24) uit Binnen-Mongolië studeert sinds 2013 Animal Sciences in Wageningen. Als studentenraadslid voor Sustainability & Internationalisation nam ze het initiatief voor een cursus zwemmen voor internationale studenten. “Ik heb van heel veel studenten uit allerlei landen gehoord dat ze ook niet konden zwemmen. Ik wil het leren omdat ik na mijn afstuderen in Nederland wil blijven werken. Zwemmen is hier a basic survival skill.” Haar medecursisten komen uit Colombia, Costa Rica én uit Nederland.
Kwartbeurs voor student uit Zuid- of Oost-Europa
Het project waarbij ambassades gedeeltelijk toegang krijgen tot een database met gegevens van 55.000 alumni wordt uitgebreid. Zes ambassades in Azië konden al drie maanden lang gebruikmaken van de database. Dat was te kort om conclusies te kunnen trekken uit de pilot. In Pakistan trok een alumni-bijeenkomst in die periode wel bijna vier keer zoveel bezoekers als gebruikelijk. Tijdens een seminar eind januari stond meer samenwerking tussen Buitenlandse Zaken en hogeronderwijsinstellingen centraal. Alumniexpert Andrew Shaindlin vertelde daar dat Nederland een voordeel heeft ten
Universiteit Twente ‘kwartbeurzen’ verstrekken, meldt UT nieuws. De universiteit kent naast hele al halve beurzen voor buitenlandse studenten. Het verstrekken van een deel daarvan is nu formeel nog niet mogelijk. Het college van bestuur, dat graag de internationale instroom wil vergroten, brengt daar nu verandering in. Daarmee wordt vooral een wens van de faculteiten Technische Natuurwetenschappen en Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica vervuld, zegt UT-voorzitter Victor van der Chijs. Die faculteiten zijn actief op de Zuid- en Oost-Europese markt en merken dat daar behoefte is aan kleine beurzen. “Zonder ondersteuning kunnen zij een verblijf in
Nederland niet rondbreien. Met een kwartbeurs kunnen ze het verschil tussen het niveau van levensonderhoud thuis en hier overbruggen.” De chief scientific ambassador van de UT, Dave Blank, wil ook graag studenten in die landen werven. Voor studenten uit Zuid-Europa is Nederland aantrekkelijk vanwege betere kansen op werk, zegt hij in dit nummer van Transfer (vanaf pagina 18). Balkanlanden hebben volgens Blank vaak een heel goed onderwijssysteem, maar bieden minder mogelijkheden voor het doen van practica of experimenten. (AZ)
Dit aantal Nederlanders begon dit studiejaar voor het eerst aan een opleiding in Vlaanderen; een toename van 142 ten opzichte van 2015. De Vlaamse politiek vreesde een massale toestroom van Nederlandse studenten door de invoering van het leenstelsel, maar die is dus uitgebleven. Bij de zuiderburen betalen zij nog niet de helft van het collegegeldtarief in Nederland.
Relationship status, comparing mobile and non-mobile alumni (in %)
40%
36%
Studeren in Nederland is vaak net iets te duur voor studenten uit Oost- en Zuid-Europa. Maar een volledige beurs hebben zij niet nodig. Om deze groep tegemoet te komen, gaat de
opzichte van de Verenigde Staten: hier is een nationaal beleid mogelijk. Vooral in Azië kan dat van belang zijn. Onderzoek lijkt uit te wijzen dat Aziatische alumni zich meer verbonden voelen met het land waar ze gestudeerd hebben, dan met de specifieke onderwijsinstelling. Shaindlin adviseerde om buitenlandse studenten al voor te bereiden op de alumni-fase als zij nog op de universiteit of hogeschool rondlopen. Elke instelling zou volgens hem een strategie voor één tot drie jaar moeten bepalen. Op basis van de verschillende strategieën stelt EP-Nuffic in het Holland Alumni Programma een breder beleid vast. (AZ)
2.060
60%
Are you currently in a relationship?
yes
erasmus mobile
64%
mobile
60%
non-mobile
40%
Are you currently in a relationship?
no
erasmus mobile
mobile
non-mobile
europese commissie - the erasmus impact study (2014)
april 2016 | transfer
april 2016 | transfer
Infographic: Making Waves
4
6
kort
7
TU Delft trekt wereldwijd project erkenning MOOC’s
For a country that wants to recruit talented, productive immigrants, it is hard to think of a better sifting process than a university education. Welcoming foreign students is a policy that costs less than nothing in the short term and brings huge rewards in the long term. Hence the bafflement of James Dyson, a billionaire inventor, who summed up Britain’s policy thus:
Foto: Siraphob Tatiyarat/Shutterstock
“Train ’em up. Kick ’em out. It’s a bit shortsighted, isn’t it?” The Economist
el
stud
te np
an
en
‘De meeste dingen zijn hier duurder dan thuis’ Hoe vinden buitenlandse studenten het om in Nederland te studeren? In elke Transfer gaan drie studenten in op één aspect daarvan. Deze keer: is hun leven als student hier een beetje te betalen?
nadine holldorf (22)
Bachelor environmental science and sustainable energies and technologies
rita orozco (31)
master creative industries radboud universiteit nijmegen
Vergelijkbaar met ECTS Een eerste stap zal zijn om te bekijken in hoeverre onderdelen van MOOC’s van de andere deelnemers aansluiten bij de curricula van de eigen opleidingen. Daarnaast moet een systeem worden ontwikkeld vergelijkbaar met het European Credit Transfer System, inclusief een manier om het niveau van elk vak aan te duiden. Omdat de collegegelden voor de deelnemende instellingen enorm variëren, verwacht Mulder dat zij met gesloten beurzen gaan werken. MOOC ‘The future of food’
De TU Delft neemt het voortouw bij het opzetten van een systeem om studiepunten voor een MOOC van een andere instelling te erkennen. Ook vijf universiteiten uit Australië, Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten doen mee aan het project dat later dit jaar met een pilot begint. Hun studenten moeten uiteindelijk studiepunten voor een online vak van een van de andere deelnemende instellingen kunnen laten meetellen voor hun diploma. Met 25 MOOC’s bereikt de TU Delft nu 700.000 mensen, vertelde Anka Mulder aan The PIE News, maar toch blijven er bepaalde doelgroepen buiten bereik. De studenten van de TU Delft zelf horen daar ook bij, zegt Mulder, omdat zij geen studiepunten kunnen krijgen voor de online vakken van hun universiteit. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat de MOOC’s niet zijn opgezet als onderdeel van een curriculum.
zhu yourong (22)
master food technology wageningen universiteit
Foto’s (vlnr): Robert van den Berge/De Beeldredaktie; Piroschka van de Wouw; Guy Ackermans
avans hogeschool
“De meeste dingen zijn hier duurder dan in
“Naast mijn studie werk ik acht uur bij het
“Als enig kind ben ik, net als veel Chinezen,
Duitsland. Studeren kost in Duitsland een
studententeam dat internationale studenten
een beetje verwend. Soms spreek ik andere
paar honderd euro per semester, inclusief
werft voor de universiteit. Ik zou best meer
buitenlandse studenten, die een beurs heb-
gratis openbaar vervoer – hier moet ik voor
willen werken, maar dan houd ik niet genoeg
ben. Als zij niet binnen twee jaar afstuderen
trein en bus helaas gewoon betalen. Een
tijd over voor mijn studie.
moeten ze die terugbetalen, en dat kunnen
abonnement op de sportschool kost bijna
Bij de bank in Mexico heb ik een speciale stu-
ze vaak niet opbrengen. Mijn ouders beta-
drie keer zo veel. Shampoo en deodorant
dentenlening, naast mijn Holland Scholarship
len mijn studie, daar heb ik geluk mee.
koop ik in Duitsland, dat scheelt de helft.
van eenmalig 5.000 euro. Gelukkig zijn de
Ik geef niet veel uit. Van de maandelijkse
Maar er zijn ook dingen die in Nederland
voorwaarden gunstig, ik heb na mijn studie
toelage die ik van mijn ouders krijg, geef ik
juist voordeliger zijn. Als ik hier een avond
tien jaar de tijd om de lening af te betalen.
zo’n 450 euro uit aan huur en boodschap-
wil gaan dansen kan dat gratis: in de mees-
Studeren in het buitenland kost veel geld,
pen, de rest spaar ik op. Eten kost hier onge-
te clubs hoef je geen entree te betalen. En
maar dat is het dubbel en dwars waard.
veer hetzelfde als in China, maar wonen is
je hebt hier erg veel tweedehandswinkels.
Mocht het me niet lukken om een baan te
veel duurder: in China betaalde ik voor mijn
In Duitsland zijn dat vaak muffe zaakjes,
vinden in Nederland, dan biedt deze master
kamer op de campus maar 100 euro per
waar je je suf zoekt naar iets leuks, hier
me in Mexico veel mogelijkheden. Daar krijg
jaar, hier ben ik 300 euro per maand kwijt.”
vind ik er regelmatig mooie kleren.”
je nu eenmaal veel meer kansen als je in het buitenland gestudeerd hebt.”
april 2016 | transfer
Primeur: MOOC met studiepunten Wageningen UR biedt vanaf april een MOOC aan die studiepunten oplevert. Masterstudenten van die universiteit kunnen het keuzevak ‘The future of food: environmental sustainability’ meteen vanaf 1 april online gaan volgen, of zich pas enkele weken voor het examen inschrijven. Dat examen moeten ze overigens wel op de campus afleggen. Voor studenten van andere universiteiten is deze MOOC pas vanaf juli beschikbaar via het platform edX. Zij kunnen er geen studiepunten mee verdienen, wel een certificaat.
Resource Universiteitsblad Resource sprak over deze primeur met Ulrike Wild, directeur distance learning bij de WUR. Zij vertelde dat de universiteiten in gesprek zijn met het ministerie van Onderwijs over de mogelijkheid om studiepunten te verbinden aan MOOC’s van andere universiteiten. Dat zal eenvoudiger zijn dan het erkennen van studiepunten voor een online vak van een buitenlandse onderwijs instelling. (AZ)
enda ag
datum
organisator
evenement
locatie
meer informatie
14 april
EP-Nuffic
COSPA-dag
Utrecht
www.epnuffic.nl/cospa
21 april
Vereniging Hogescholen
Jaarcongres, ‘Grenze(n)loos opleiden’
Rotterdam
www.vereniginghogescholen.nl
29 mei 3 juni
NAFSA
Annual Conference & Expo: Building Capacity for Global Learning
Denver
www.nafsa.org
16 en 17 juni
UO, Studielink, SURF
HO-link conferentie
Noordwijkerhout
www.surfsites.nl/ho-link
april 2016 | transfer
8
focus: latijns-amerika
9
Focus: Latijns-Amerika Latijns-Amerika heeft in de afgelopen tien jaar een snelle en stabiele economische groei doorgemaakt. Het aantal studenten dat hoger onderwijs volgt is enorm (zie infographic), en daarmee ook het aantal studenten dat zich oriënteert op studeren in het buitenland.
aantal inwoners
brazilië
204.259.377
15–24 jaar Studenten in hoger onderwijs Gross enrolment ratio hoger onderwijs Uitgaande studenten, degree & credit mobility Waarvan naar Nederland Overheidsuitgaven aan tertiair onderwijs als % van het bruto binnenlands product (Nederland: 1,58%)
38.509
mexico
122.332.399
1. ‘Handen
schudden!’ Persoonlijk contact is erg belangrijk 2. Hoofdsteden zijn belangrijk, maar houd ook de andere steden in de gaten 3. Bied algemene informatie ook aan in het Spaans 4. Maak gebruik van testimonials 5. Blijf aanwezig: jaarlijks op bezoek/ lokale vertegenwoordiger 6. Maak gebruik van het Neso Latinoamérica webinar-platform 7. Gebruik social networks, zo mogelijk gemodificeerd door studenten 8. Je alumni zijn je beste ambassadeurs
colombia
48.321.405
ecuador
15.737.878
peru
30.375.603
chili
17.619.708
argentinië
41.446.246
16,50%
18,36%
17,88%
18,18%
18,74%
16,50%
16,33%
7.282.230
3.138.814
1.417.531
560.989
782.970
843.759
1.793.096
36,07%
29,21%
50,10%
40,48%
40,51%
83,82%
79,99%
877
30.276
1,03%
500
31.619
0,93%
Nuffic Neso-kantoor
Brasília
Mexico-Stad
bronnen:
(unesco 2013, bron brazilië: wereldbank 2013)
(unesco 2013)
april 2016 | transfer
Verover de markt in Latijns-Amerika: 8 tips
Infographic: Making Waves
Meerdere Latijns-Amerikaanse landen zien internationalisering als noodzakelijk om de kwaliteit van hun hoger onderwijs te vergroten. Niet alleen Brazilië en Mexico, maar ook Colombia, Chili, Peru en Ecuador investeren in beurzenprogramma’s waarmee hun studenten ervaring op kunnen doen in het buitenland. Instellingen op het hele continent zijn op zoek naar samenwerking met andere universiteiten en hogescholen. Europa staat hierbij bovenaan hun prioriteitenlijst. Hét moment om ook als Nederlandse hogeronderwijsinstelling contacten te leggen én voort te zetten op dit continent. Lees op de volgende pagina’s over ervaringen van collega’s.
275
0,96%
(unesco 2013)
14.886
102
21.734
1,11%
(unesco 2013, bron brazilië: wereldbank)
96
11.259
0,53%
(oecd 2011)
82
0,96%
11.605
55
1,02%
(ind 2013)
april 2016 | transfer
10
focus: latijns-amerika
11
joint venture: nederlands-colombiaanse opleidingen over havens, transport en logistiek
Vanuit Barranquilla de boer op in Latijns-Amerika De Rotterdamse STC-Group zette samen met de Universidad
48.321.405 17,88% 1.417.531 50,10%
31.619
275
del Norte in Barranquilla een Colombiaanse vestiging op: het Haven, Transport en Logistiek Centre of Excellence. Dit instituut biedt korte en langere cursussen in Colombia en landen daaromheen. En er zijn plannen voor uitgebreidere opleidingen, bijvoorbeeld op masterniveau.
Solide onderwijspartner Op zoek naar een solide onderwijspartner in Colombia kwam de Rotterdamse instelling een paar jaar geleden in contact met de Universidad del Norte. Deze universiteit, gevestigd in de havenstad Barranquilla, is gespecialiseerd in logistiek management, havenbeheer, transport en waterkennis. De twee besloten hun krachten te bundelen in een joint venture en op basis van hun bestaande onderwijsprogramma’s een aangepast curriculum op te zetten voor Colombia en andere Latijns-Amerikaanse landen. Daarbij kregen ze hulp van de Nederlandse ambassade in Colombia en de
april 2016 | transfer
Cartagena, de andere grote havenstad in Colombia.
Colombiaanse binnenvaart
0,96% Internationale vestigingen zijn voor de STC-Group niets nieuws. De Rotterdamse onderwijs- en kennis instelling met opleidingen van vmbo- tot masterniveau heeft vestigingen in Oman, Vietnam, Zuid-Afrika, op de Filipijnen en in Brazilië. Een nieuwe vestiging in Latijns-Amerika was interessant, vanwege de sterke economische groei die de regio doormaakt. De keuze viel al gauw op Colombia. Silvina Pereira Marques, area manager Latin America bij STC-Group: “Het land is relatief stabiel, de sociale onrust is beperkt. Colombia heeft een geschikte ligging, ook om bijvoorbeeld onderwijsprogramma’s te draaien in Nicaragua, wat we al doen. Bovendien valt er in de sectoren waarop STC-Group zich richt – scheepvaart, transport en havenindustrie – in Colombia veel te verbeteren met goede kennisoverdracht.”
Foto: Gary C. Tognoni/Shutterstock.com
colombia
Colombiaanse ambassade in Nederland en financiële steun van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die een fonds heeft voor kennisuitwisseling. Het Centre of Excellence ging afgelopen september van start.
Kennis verdiepen Julián Arellana geeft er diverse vakken op het gebied van transport en logistiek. Volgens hem zijn de opleidingen een waardevolle toevoeging in Colombia. “We combineren lokale praktijkkennis met de brede ervaring van de Nederlanders van STC-Group op dit vakgebied. De internationale kennis wordt aangepast op de plaatselijke omstandigheden.” Elk vak wordt deels gegeven door een internationale docent, bijvoorbeeld een Nederlander, en deels door een plaatselijke, Spaanssprekende docent. Met de opleidingen wordt bovendien een nieuwe doelgroep bediend, zegt Arellana. “Veel mensen die aan het Centre of Excellence studeren, zijn al werkzaam in de havens, de transport of de logistiek. Ze hebben vaak geen opleiding gehad, maar voelen wel de behoefte om hun kennis te verdiepen. Daarnaast zijn er pas afgestudeerden van de Universidad del Norte die juist graag praktijkkennis willen opdoen.” De studenten aan het Centre of Excellence komen niet alleen uit Colombia, maar ook uit andere LatijnsAmerikaanse landen zoals Chili, Nicaragua en Guatemala. Het Centre biedt af en toe ook opleidingen in die landen zelf aan.
Ook Harrie de Leijer geeft les aan het Centre of Excellence. Hij was eerder onder meer betrokken bij de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s op het gebied van binnenvaart. Onlangs nog werkte hij mee aan een programma voor inspecties in de Colombiaanse binnenvaart. “Voor waterway inspections kent Colombia slechts beperkt richtlijnen. Ons programma levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling daarvan.” De opleidingen van het Centre of Excellence zijn vanwege hun korte(re) duur niet goed vergelijkbaar met volledige Nederlandse hbo- of mbo-opleidingen. Het Centre biedt cursussen aan op drie niveaus: praktisch (supervisory, mbo-niveau), tactisch (low/middle management, mbo+) en strategisch (high management, mbo+/hbo). Sommige programma’s duren vier maanden, maar er zijn ook korte cursussen die drie weken duren, en afzonderlijke diploma’s opleveren. Hoe meer diploma’s een student verwerft, hoe hoger de status van de combinatie. Behaalde diploma’s worden overigens afgegeven door de Universidad del Norte en de STC-Group samen. Pereira Marques: “Dat is nieuw. Een partnerschap dat gezamenlijke diploma’s biedt, dat bestond in Colombia nog niet.”
Masterprogramma Behalve onderwijs bieden, doet het Centre of Excellence ook onderzoeks- en advieswerk voor bedrijven en overheden. Dat werk brengt geld in het laatje, zegt Pereira Marques, dat vervolgens weer geïnvesteerd wordt in nieuwe programma’s. “De consul-
tancy die we doen is interessant voor de middellange en lange termijn, maar is niet ons kerndoel. De STC-Group is een stichting, de Universidad del Norte ook. We willen verder investeren, zodat we bijvoorbeeld een masterprogramma kunnen starten en de kennis in de regio verder kunnen opbouwen. Het gaat om groeien, en daarvoor is Colombia door de ligging een heel goede uitvalsbasis.” STC-Group heeft de smaak te pakken in Colombia, en ook andere Nederlandse onderwijsinstellingen tonen zich geïnteresseerd. “We worden regelmatig benaderd door andere instituten, die met ons willen samenwerken”, zegt Pereira Marques. “Kennis- en onderwijsinstituut Deltares in Delft is bijvoorbeeld net als wij erg actief in Colombia. Deltares gaat samen met ons opleidingen in het Centre of Excellence implementeren.” Buitenlandse concurrentie is er volgens Pereira Marques vooral – in beperkte mate – uit Spanje. “Het voordeel van Spanjaarden is dat al hun experts de taal spreken, en dat ze goedkoper zijn dan Nederlanders.” Pereira Marques ziet bij de Colombiaanse studenten interesse voor het Nederlandse onderwijs. Die was er overigens al voor de start van het Centre, zegt ze: “Toen EP-Nuffic in 2011 een evenement bij STC-Group organiseerde, was er al een grote groep Colombianen aanwezig die op dat moment in Nederland studeerde.” STC-Group wil in de toekomst uitwisselingen tussen Nederlandse en Colombiaanse studenten gaan organiseren. Ook zijn er plannen voor masterprogramma’s in Colombia.
dorien vrieling
april 2016 | transfer
12
focus: latijns-amerika
13
nederland-chili: 17 institutionele partnerschappen
Voor wie verder durft dan Spanje
Rijksuniversiteit Groningen gaat daarin stevig aan de leiding: de RUG heeft maar liefst zestien beurzen voor Chilenen in de aanbieding. De Universiteit Twente doet het met acht beurzen ook goed. Sinds het onderzoek is afgerond, steekt de ambassade de handen verder uit de mouwen. “Wij zien onderwijs als een belangrijke manier om onze Nederlandse kennis en kunde te promoten”, zegt De Ly. “Studenten die in Nederland hebben gestudeerd, komen terug als echte ambassadeurs. Daarom zien wij het als onze taak om het Nederlandse onderwijs in Chili meer te promoten. We willen vooral aangeven dat veel hoger onderwijs in Nederland in het Engels wordt gegeven. Ook maken we duidelijk welke financieringsmogelijkheden er zijn als je in Nederland wilt studeren.” Daarnaast is de ambassade in gesprek met het Chileense ministerie van onderwijs over een plan van aanpak om meer Chileense studenten naar Nederland te krijgen. Daarbij wil de ambassade vooral studies promoten die aansluiten bij de topsectoren die voor Chili het meest relevant zijn: agro-food, water en havens/logistiek.
Chileense uitwisselingsstudenten weten Nederland nog niet goed te vinden. Terwijl er wél samenwerkingsverbanden bestaan tussen hogeronderwijsinstellingen in beide landen. Reden voor de Nederlandse ambassade in Chili om deze partnerschappen in kaart te brengen, en het Nederlandse onderwijs verder te gaan promoten.
chili
17.619.708
Willemijn Sterk is Groningen daarbij gekomen. Maastricht University alweer een tijd terug en de Rijksuniversiteit Groningen hebben de meeste in Nederland. De Chileense partners. studente Communicatie “De meeste uitwisselingsprogramma’s werken met wetenschappen werkte tot gesloten beurzen”, zegt Lieselotte de Ly, medewerker juli 2015 op de Nederlandse Cultuur van de Nederlandse ambassade in Santiago. ambassade in Santiago. In “Dat betekent dat het aantal inkomende studenten de Chileense hoofdstad gelijk moet zijn aan het aantal studenten dat naar het pluisde ze de samenwerbuitenland gaat.” kingsverbanden tussen Helaas gebeurt dat bijna nooit. In de praktijk gaan er hogeronderwijsinstellingen meer Nederlandse studenten naar Chili, dan dat er in Nederland en Chili uit. studenten uit Chili hierheen komen. In 2015 was bij De ambassade begon veel Nederlandse onderwijsinstellingen zelfs geen het onderzoek omdat enkele Chileen in de collegebanken te vinden. Dat zou Nederlandse uitwisselingsstudenten steeds vaker vooral komen door de hoge kosten voor levensonderhoud in Nederland. Ook de taal is een hindernis; weinig kwamen vragen op welke Chileense universiteiten ze Chilenen spreken goed Engels [zie welke programma’s konden volgen. kaders]. “Daar was toen weinig informatie “Wij willen vooral duidelijk Wanneer de aantallen niet in evenover beschikbaar”, zegt Sterk. wicht zijn, kunnen de Chileense maken dat veel hoger Verder was er geen overzicht van onderwijs in Nederland in instellingen overwegen de contracten het aantal Chileense studenten dat het Engels wordt gegeven” te beëindigen. In dat geval mogen jaarlijks richting Nederland vertrok, studenten die op dat moment al in en andersom. En daar was het team Chili zijn, hun semester gewoon van Nuffic Neso Latinoamérica weer afmaken zonder dat ze daar collegenieuwsgierig naar. Kortom: genoeg geld hoeven te betalen. De ambassade heeft overigens aanleiding voor de ambassade om een en ander op een niet onderzocht of er in de afgelopen periode contracten rij te zetten. zijn opgezegd.
sang-ah yoo Geïnteresseerd in het onderzoek van Willemijn Sterk? Stuur een e-mail naar de ambassade in Santiago:
[email protected].
Top 5 Hoe bepaalt een student uit Latijns-Amerika zijn keuze voor een instelling? 1. Reputatie 2. 3.
4. 5.
van de instelling op een specifiek vakgebied Algehele reputatie van de instelling Employability Beschikbaarheid van beurzen Locatie
Bron: QS World Grad School Tour Applicant Survey 2015
Steeds meer Latijns-Amerikaanse studenten naar Nederland
16,50%
843.759
1000
83,82%
800
82
0,96%
april 2016 | transfer
Sterk maakte een overzicht van alle beurzen die Nederlandse hogescholen en universiteiten voor Chileense studenten beschikbaar hebben. De
275 200
2006
2007
2008
2009 bi om Co l
ad Ec u
Pe ru
or
a
2010
2011
2012
2013
M ex i (N co es oka nt Br oo az r) ili (N ë es oka nt oo r)
2005 ië
0
102 96 82 55
ili
Beurzen voor Chileense studenten
400
Ch
Elf Nederlandse universiteiten en zes hogescholen hebben een partnerschap met Chileense onderwijs instellingen, blijkt uit de inventarisatie van Willemijn Sterk. Eind vorig jaar is de Hanzehogeschool
500
Infographic: Making Waves
Geen Chileen
600
Ar ge nt in
11.259
877
Bron: IND 2013, studentenvisa's (degree & credit mobility)
april 2016 | transfer
14
focus: latijns-amerika
15
‘Studenten zouden in Chili Engelstalig onderwijs moeten kunnen volgen’
‘Visum voor Nederland is veel te duur’ Núria Domínguez is coördinator van het Erasmus-programma aan de Radboud Universiteit Nijmegen, die onder meer samenwerkt met de Universidad Católica Cardenal Silva Henríquez in Santiago.
“Veel te duur; in Duitsland is dat ongeveer de helft.”
“Het is een politiek stabiel land. Daarom kiezen onze
“Onze studenten popelen om naar Zuid-Amerika te
bij ons vaak hbo. Dat maakt het soms lastig om vak-
De cijfers spreken voor zich. Dit collegejaar zijn vijf
studenten voor Chili en minder voor Colombia of
gaan”, zegt Domínguez. “De vijf plekken die we per
ken op elkaar te laten aansluiten.” Ook kent Chili een
HZ-studenten op uitwisseling in Chili; nul Chilenen
Mexico.”
jaar beschikbaar hebben, zijn altijd bezet.” Andersom
ander systeem voor de uitwisseling van docenten. “Ze
komen in hun plaats naar Nederland. “Na gesprek-
Tevreden is de programmacoördinator over de
is het minder. In 2015 studeerde geen enkele Chileen
schrijven daar een soort wedstrijd uit voor degenen
ken met Chileense collega’s werd me duidelijk dat
manier waarop de Universidad Mayor ‘haar’
aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In het stu-
die naar Nederland willen komen. Het sturen van
een van de oorzaken daarvan de financiën zijn”, zegt
studenten ontvangt. “De universiteit zoekt actief
diejaar 2013–2014 kwamen er drie, het jaar daarvoor
docenten loopt daardoor wat trager.”
Van Wanrooij over het teleurstellende aantal. Toch
mee naar woonruimte en biedt een mooi intro
twee.
Toch verloopt de samenwerking met de Chileense
mag de hogeschool niet klagen. “Zeker niet over onze
ductieprogramma.” Toch zou Van Wanrooij naast
Vooral de kosten en de taal blijken hindernissen te
partneruniversiteit over het algemeen goed – al
Delta Academy. Wij zijn gespecialiseerd in water
deze ene instelling graag meer Chileense part-
vormen. “Een basisbeurs in Chili bestaat niet”, zegt de
vijftien jaar. “Ook wij zijn van oorsprong een katho-
management. Buitenlandse studenten weten die
ners willen vinden. “Maar dan moeten we eerst
Erasmus-coördinator. “Openbare universiteiten ver-
lieke universiteit, dat maakte het makkelijker om
goed te vinden.”
weten welke potentiële partners er zijn, welke
strekken wel beurzen, maar onze Chileense partner
een contract te sluiten.” Nieuwe contracten sluiten
Studenten die voor Chili kiezen, volgen met name de
programma’s ze bieden en of die aansluiten bij de
is een privé-universiteit – die doet dat weer niet.” In
met andere Chileense universiteiten is volgens
opleiding International Business and Languages – met
behoeften van onze studenten. We moeten ook zelf
Chili zijn er wel bankinstellingen die beurzen aanbie-
Domínguez moeilijk, vanwege de afstand en de hië-
Spaans als een van de specialisaties. “Het zou mooi
initiatieven nemen om contacten te leggen.” (SAY)
den, en ook de katholieke kerk doet dat. Maar over
rarchie. “Nieuwe overeenkomsten worden op univer-
zijn als het nog gemakkelijker werd gemaakt om ook
het algemeen moeten studenten die naar Nederland
siteitsniveau afgesloten, niet op opleidingsniveau. In
Engelstalig onderwijs te volgen in Chili. Dan zouden
komen, alles zelf betalen. “En dat kan niet iedereen.”
Europa gaat het allemaal makkelijker.” (SAY)
Johannetta van Wanrooij is Exchange Programmes Coordinator bij HZ University of Applied Sciences. De hogeschool in Vlissingen heeft een partnerschap met de Universidad Mayor in Santiago.
ook studenten die niet vloeiend Spaans spreken, in dit prachtige land kunnen gaan studeren.” Zuid-Amerika is voor de avonturiers, denkt Van Wanrooij, voor studenten die verder willen dan Spanje. “Maar Chili is wel veilig”, benadrukt ze.
Domínguez vindt dat Europese regeringen visumkosten gelijk zouden moeten trekken. En er kunnen volgens haar wel meer dingen beter. Zo zijn de verschillen tussen universiteiten en hogescholen in Chili minder zichtbaar. “Wat daar wo is, is
Zo kost een visum voor Nederland ruim 300 euro.
‘Geen drugsdealer gezien’ Rogier Gout (22) studeert International Business and Languages aan HZ University of Applied Sciences. Hij volgde in 2015 een semester Commerciële Economie aan de Universidad Mayor in Santiago.
iedereen op straat drugs dealt.” In werkelijkheid heeft Gout geen enkele drugsdealer gezien. “En wapens zag ik alleen op het vliegveld.” Het onderwijs in Chili was een mengeling van theorie en praktijk. De praktijkvakken vond Gout het interessantst. “Die richten zich op hedendaagse problemen
‘Verliefd op Nederland’ Carla Iglesias (30) is docente Engels. In 2009 zat ze in de collegebanken van de Radboud Universiteit Nijmegen voor een masterspecialisatie Literatures and Cultures of North America in an International Perspective.
en Zweden, en in die landen kon ik het vak wel volgen.” Het werd Nederland: “Ik was nieuwsgierig naar het land dat bij ons bekend staat om de kaas, de koeien en de lange mensen. In Zweden is het bovendien kouder.” Iglesias kreeg een beurs van de Banco Santander.
Santiago is de mooiste stad van de wereld, vindt
in het land. Wat kun je als bedrijf doen aan overge-
“Het was mijn allereerste keer in een vliegtuig”,
Voor haar vormden financiën geen probleem. “In
Gout. "Bergen, waar je ook kijkt. En het klimaat is er
wicht, wat is jouw corporate social responsibility daar-
vertelt Iglesias. “Studeren in Nederland was voor mij
2009 waren de kosten voor levensonderhoud in
een stuk beter dan in Nederland. Zelfs op winterse
in?” Volgens Gout kampt ongeveer 70 procent van de
een goede kans om mijn Engels te verbeteren en
Nederland misschien hoger dan hier in Santiago,
dagen is het er 25 graden.”
arme bevolking in Chili met overgewicht. Hij vindt het
om Europese mensen te ontmoeten.” De Chileense
maar nu is het niveau ongeveer hetzelfde.” Ook op
Van tevoren had hij geen duidelijk beeld van Chili.
mooi dat de universiteit zich richt op relevante maat-
volgde in 2009 een opleiding tot docent Engels. Goed
kamers wonen ging haar makkelijk af. “In Chili woon-
“Ik dacht alleen: het land is minder ontwikkeld dan
schappelijke kwesties.
Engels spreken was voor haar een must. “In Chili
de ik nog bij mijn ouders, maar ze werkten allebei.
Nederland. Er heerst grote armoede.” Maar dat viel
Hij weet nu al dat de ervaring in Chili hem altijd bij
spreken mensen geen Engels. Wie het Engels wel
Daardoor was ik al zelfstandig.”
in de praktijk mee. “Wel is in Chili het verschil tussen
zal blijven. “Je daagt jezelf uit. Ik besefte in Chili ook
goed beheerst, kan betere banen krijgen.”
Nu ze weer terug is in Chili, mist ze Nederland. “Ik
arm en rijk gigantisch. Rijke Chilenen zijn meteen
dat we het in Nederland helemaal niet slecht hebben.
De keuze voor Nederland was snel gemaakt. “Het
kreeg er een soort rust over me. Nijmegen is plea-
extréém rijk.” Van familie en vrienden kreeg hij goed-
Hier kan iedereen naar school. Als je geen baan hebt,
programma dat ik wilde volgen, werd niet aangebo-
sant, peaceful. En het typisch vlakke landschap van
bedoelde waarschuwingen mee. “Ze dachten dat
krijg je een uitkering. In Chili niet. Je mag in je hand-
den in bijvoorbeeld Groot-Brittannië of Ierland. Mijn
Nederland, zelfs dat mis ik soms. Ik was verliefd op
iedereen in Zuid-Amerika wapens op zak heeft, en dat
jes knijpen als je in Nederland geboren bent.” (SAY)
universiteit had wel partnerschappen met Nederland
Nederland.” (SAY)
april 2016 | transfer
april 2016 | transfer
16
focus: latijns-amerika
17
niche-projecten in colombia en guatemala lopen af
Nederlanders willen Latijns-Amerika nog niet verlaten De Niche-projecten waar Ans Voordouw en Anna Bon
guatemala
15.468.203 20,44% – 18,33%
9.767
vinden zij. Ze zijn niet van plan om de samenwerking met
verdere samenwerking met Colombiaanse instellingen aantrekkelijk, vindt Bon. Ze snapt wel dat Colombia niet meer een van de allerarmste landen is en dus niet meer voor Niche-projecten in aanmerking komt. “Maar als je het hebt over leren van elkaar, is Colombia juist interessant. Het opent je blik en geeft je gelegenheid om op je eigen werk te reflecteren.”
Colombia en Guatemala de rug toe te keren.
Zwak bestuur
in Latijns-Amerika aan meewerkten, zijn eind dit jaar allemaal afgelopen en krijgen geen vervolg. Zonde,
Volgens Voordouw is dat de intrinsieke meerwaarde van samenwerking tussen verschillende instellingen: dat je je eigen waarden in nieuwe contexten kunt plaatsen. “In Colombia is het onderwijsniveau bovendien heel hoog. Dat maakt het voor Nederlandse instellingen leuk. Je kunt op een gelijkwaardige manier samenwerken en veel vernieuwing brengen.” De verhouding met Guatemala is veel minder gelijkwaardig. Voordouw vindt het slecht dat de Nederlandse ambassade uit dat land is verdwenen en dat straks ook alle Niche-projecten aflopen. “Guatemala heeft, na Haïti, het zwakste bestuur in de regio. Een 36-jarige burgeroorlog is net twintig jaar geleden afgelopen. Het land heeft meer capaciteitsversterking nodig. Op het gebied van watermanagement kun je voor financiering misschien nog terecht bij particulieren. Maar voor
16
Ans Voordouw zag het natuurlijk wel aankomen. moest geven over mediation, een nog onbekend begrip De Niche-projecten waar ze aan meewerkte, hadden in het land. “Dan moet je creatief en innovatief onderwijs geven.” De Nederlandse vroeg haar cursisten om een einddatum. Toch wil ze zich nog lang niet terugtrekken uit Zuid-Amerika. Met haar bedrijf Voordouw zelf casussen te maken voor een rollenspel. “Heel slim. Consultancy hielp ze in Colombia bijvoorbeeld bij de Zo zie je waar politieagenten lokaal tegenaan lopen.” reïntegratie van Farc-dissidenten en ex-paramilitairen. Mails in kapitalen Ook ondersteunde ze verschillende universiteiten met Je leert altijd van samenwerking, zegt ook Anna Bon. het uitwerken van het onderwerp gender. In Guatemala Zij leidde als projectmanager van de Vrije Universiteit versterkte Voordouw de opleiding tot forensisch onderzoeker en hielp ze de politie met het opzetten van ‘Life Amsterdam een project om het onderwijs van de Long Learning’. “Agenten gaan daar na een basisopleiColombiaanse universiteit ESAP te digitaliseren. “De ding aan het werk en komen nooit meer met onderwijs Nederlandse ambassade en – destijds – de Nuffic kozen in aanraking”, zegt ze. “Maar juist in dat soort beroepen ESAP uit omdat het instituut een enorm bereik heeft, is het belangrijk om mensen bij te niet alleen in de hoofdstad Bogotá, scholen, bijvoorbeeld over mensenmaar ook in de arme delen van rechten of geweld tegen vrouwen.” “Als je het hebt over leren Colombia.” van elkaar, zijn projecten Het zijn projecten waarmee In workshops onderzocht de VU de in Latijns-Amerika juist Nederland inmiddels veel expertise organisatiecultuur van ESAP. “Zo interessant” en ook een goede naam heeft opgeontdekten we tijdens een rollenbouwd in de regio. Voortzetting van spel dat veel problemen via de mail het werk is daarom belangrijk, zegt werden uitgevochten”, zegt Bon. Voordouw, ook al verschillen de “Collega’s werden soms heel bot en precieze redenen daarvoor per land. De projecten in typten met hoofdletters. Dat gebeurde in het echt ook, beide landen hebben in elk geval met elkaar gemeen dat vertelden ze. Het kwam doordat ze geen tijd kregen alle betrokken partijen er telkens iets van leren. “Wij voor overleg of doordat ze op verschillende locaties worden geacht beter te zijn dan de zuidelijke partners, zaten.” maar je leert ook veel van hen.” Collega’s die elkaar wel persoonlijk zagen, gingen juist opvallend warm met elkaar om. “Ze zijn ontzettend Als voorbeeld noemt Voordouw een Nederlandse amicaal.” Daar kon de VU dan weer een voorbeeld aan docente die politieagenten in Guatemala een training nemen. Juist deze wederzijdse leermomenten maken april 2016 | transfer
Foto: Luis Echeverria Xinhua/Hollandse Hoogte
0,38%
Politieagenten in Guatemala kregen via Niche een training in mediation.
veiligheid en milieu is echt geen geld te vinden.” Ook voor Nederland is het volgens haar niet goed dat de contacten met Guatemala verdwijnen. “We krijgen in Latijns-Amerika een steeds kleinere naam en een kleinere rol.” Dankzij Niche heeft de Guatemalteekse politie nu een virtueel platform waarmee een leidinggevende op een politiepost elke week één tot twee uur les kan geven over een actueel onderwerp. Dat is mooi, vindt Voordouw, maar niet genoeg. Eind vorig jaar liep het project af en trok Nederland zijn handen ervan af. “De échte implementatie wordt nu door Amerikanen gedaan”, zegt ze. “Resultaten worden nu niet meer gelinkt aan Nederlandse input, hoewel we er wel veel in hebben geïnvesteerd.”
Innovatiepotje Dat Nederland zijn gezicht verliest in de regio, vindt Voordouw zonde van alle expertise. Nederland is volgens haar ervaren in milieu en watermanagement, maar ook in veiligheid, rechtspraak en vernieuwingen, zoals het aansluiten van het hbo op het beroepsveld. “Hoger onderwijs in Latijns-Amerika is vooral veel praten en weinig doen. Nederland kan daar verandering in brengen. Wij bereiden studenten beter voor op het bedrijfsleven, met stageprojecten bijvoorbeeld. Daarvan kunnen Nederlandse bedrijven ter plaatse ook weer profiteren. Bij lokaal personeel dat zij willen aannemen, missen ze vaak de juiste technische vaardigheden en professionele attitude: proactief zijn, reflecteren op jezelf, goed kunnen communiceren.” Bon en Voordouw bekijken mogelijkheden en schrijven voorstellen om te kunnen blijven samenwerken met Colombiaanse en Guatemalteekse onderwijsinstellingen. Concrete plannen zijn er nog niet, ook niet op financieel gebied. Voordouw vindt eigenlijk dat er een innovatiepotje moet komen om nieuwe projecten op te zetten in Colombia. In Guatemala wordt samenwerken, zonder ondersteuning van een ambassade, lastiger. Voordouw denkt aan externe fondsen, zoals Horizon 2020 of Erasmus+. Maar, zo is haar ervaring: slechts weinig instellingen in ontwikkelingslanden dienen een verzoek in samen met westerse instellingen. “Het gevoel heerst dat we niet als gelijkwaardige partners een onderzoeksproject kunnen doen. Dat vind ik heel jammer.”
katja keuchenius april 2016 | transfer
18
interview
19
dave blank, chief scientific ambassador universiteit twente
‘Uitwisseling van studenten vind ik het mooiste’ Sinds september heeft de Universiteit Twente een chief scientific ambassador. Universiteitshoogleraar Dave Blank (op Twitter bekend als DaveBnano) wil de reputatie van de instelling verbeteren door internationale topwetenschappers en studenten aan te trekken. “Ik denk dat het niet eens zoveel geld hoeft te kosten.” sadeur van de nanotechnologie. Daar is deze functie min of meer een verlengstuk van. Allerlei nevenfunc“Ha – het is een heel nieuwe functie, die volgens mij ties vormen er ingrediënten voor. Zo ben ik Captain nergens anders bestaat. We kwamen op het idee toen of Science van het topteam High Tech Systems en ik nadacht over een volgende stap, Materialen binnen het topsectorenbeleid. En lid van de Adviesraad na twee termijnen als wetenschappelijk directeur van Mesa+. Het was “BRIC-landen worden vast voor Wetenschap, Technologie en moe van al die mensen die Innovatie. Ik word vaak uitgenodigd ons gelukt om dat instituut [voor alleen iets komen halen” nanotechnologie, AZ] internatiovoor lezingen. Dan geef ik meteen naal op de kaart te zetten. Dat wilde een presentatie over de universiteit ik ook doen voor de universiteit. en ga ik bij studenten op bezoek, of Maar dan wel als wetenschapper, bij international offices.” want dat ben ik. Ik heb geen achtergrond in marketing U heeft zich tot nu toe vooral uitgelaten over of communicatie. de reputatie van de Universiteit Twente en het Ik ken de Universiteit Twente heel goed. Ik werk er effect daarvan op rankings. al sinds 1982, geloof ik. Eerst als werkstudent, daarna “Wil je zorgen dat studenten uit bijvoorbeeld India en ben ik gaan promoveren. Vervolgens ben ik naar China naar Nederland komen, dan moet de reputatie Cambridge gegaan en in 1998 naar Stanford, als visiting scientist met een nuluren-aanstelling in Twente. uitstekend zijn. De Universiteit Twente heeft voor- en Dus ik ben eigenlijk altijd hier gebleven, maar ook nadelen. We zijn hartstikke jong en daardoor minder vaak de wijde wereld ingetrokken.” bekend. Maar daardoor zijn we ook flexibel, met een relatief jonge staf. Je kent elkaar hier zó, je raakt niet Hoe ziet het werk van een chief scientific verdwaald op de campus. Er is een soort geborgenambassador eruit? heid waardoor sommige mensen graag voor Twente “Het doel is de universiteit meer bekendheid te kiezen. Bij de rankings valt op dat het aantal publicaties bij ons erg hoog is. Net als het aantal citaties, geven en internationale studenten te trekken. Andere van vakbroeders die met je samenwerken. Maar ga je aspecten zijn verdere internationalisering, de mogelijkheden van fundraising bekijken en het bedrijfskijken naar de algemene reputatie, dan wordt Twente leven betrekken. Mijn werkzaamheden zijn niet niet als eerste genoemd. In zo’n geval kun je heel veel ineens helemaal veranderd. Ik was al een soort ambasdingen doen. Ik vind dat je een aantal hotshots moet
april 2016 | transfer
Foto: Eric Brinkhorst/Hollandse Hoogte
Chief scientific ambassador – ik had nog nooit van die functie gehoord. Hoe word je dat?
“Ik vind dat je een aantal hotshots moet hebben die een soort ambassadeurs zijn voor de Universiteit Twente.”
hebben die een soort ambassadeurs zijn. Zij zullen weer promovendi en studenten trekken. Op die manier wil ik de universiteit wat zichtbaarder maken en daardoor de reputatie verbeteren.”
Dus uw eerste wapenfeit als chief scientific ambassador wordt het aantrekken van topwetenschappers? “Ja, dat ga ik proberen. Ook wil ik meer beurzen krijgen, zodat je studenten uit ‘nieuwe’ landen hier naartoe kunt halen. Uitwisseling van studenten vind ik eigenlijk het mooiste onderwerp dat er is. Ik zie drie soorten studenten die je naar Twente wilt halen. Een deel komt hier vanwege bijzondere opleidingen, zoals Advanced Technology of Creative
Technology. En ons university college combineert humanities, science en technology, ook vrij uniek. Dan heb je studenten uit Zuid-Europa en ook Engeland, die weg willen uit hun eigen omgeving, vooral voor onderzoekstraining. Zij vinden Nederland aantrekkelijk omdat we Engels spreken en zien hier meer mogelijkheden voor werk. Een interessante categorie vind ik studenten uit landen in ontwikkeling: de Balkan, Brazilië, Chili, Mexico en dergelijke. Daar is het onderwijssysteem vaak erg goed, maar ontbreekt de infrastructuur voor het doen van practica of experimenten met hoogwaardige apparatuur. Die hebben wij wel. Als studenten met zulke geweldige theoretische kennis hier verder studeren, vooral ook leren onderzoeken,
april 2016 | transfer
20
in business
De BRIC-landen zijn toch een vijver waarin heel veel wordt gevist? “Ja, [denkt even na] maar mijn boodschap voor die landen is: ik kom niet alleen studenten halen, ik wil daar ook wat tegenover stellen. Dát is pas uitwisseling. Bijvoorbeeld dat er mensen naar Brazilië gaan die hier in Nederland een spin-offbedrijf hebben, of veel ervaring met het in de markt zetten van een bedrijf. Zodat kennis en kunde van hier meteen daar worden toegepast. Dan gaan Brazilianen anders naar je kijken. Ze worden vast moe van al die mensen die alleen maar iets komen halen. Daarnaast wil ik onze studenten de boodschap meegeven: ga juist ook naar een land waar de infrastructuur nog niet zo goed is. Daar zit een mooie educatieve kant aan. Bij ons zijn de mogelijkheden zo groot, dat wij niet altijd heel goed nadenken welke proeven we gaan doen. Daar kom je erachter dat het verstandig is eerst een zorgvuldige afweging te maken. Je kunt wel degelijk van elkaar leren. Het hoeft geen eenrichtingsverkeer te zijn. Als we langs die lijn kunnen uitwisselen, zou dat heel mooi zijn.”
Meer beurzen, dat kost geld. En voor het aantrekken van een topwetenschapper rekent u volgens UT nieuws ook 4 miljoen euro. “Ja, ongeveer een miljoen per jaar.”
Dat geld is er? “Nou, dat moet je vrijmaken. Je zou bedrijven moeten interesseren voor studenten die hier afstuderen, zodat zij beurzen beschikbaar stellen. Een aantal blijft, een aantal gaat terug en zorgt voor business in een land waar je dan connecties mee hebt. Verder moet je kijken of je de 300 miljoen op de begroting van de universiteit kunt herschikken. Het is bijvoorbeeld bijna een automatisme om een leerstoel te behouden als een hoogleraar vertrekt. Terwijl met de persoon vaak ook eigenlijk het vakgebied verdwijnt. Zo komt er ruimte vrij om een topper aan te stellen die een heel eigen vakgebied meeneemt. En dan heb je ineens een veel grotere vijver waaruit je kunt vissen. Het ETH in Zürich doet dat ook –
april 2016 | transfer
Mensen uit het bedrijfsleven over de waarde van buitenlandse studie-ervaring.
Ook Radboud Universiteit wil betere reputatie Ook de Radboud Universiteit Nijmegen probeert haar reputatie te versterken door internationale top wetenschappers aan te trekken. In 2013 werd daartoe het Radboud Excellence Initiative in het leven geroepen, met een jaarlijks budget van 2 miljoen euro uit een private stichting. Radboud-onderzoekers die een prijs hebben gewonnen of lid zijn van een gerenommeerde internationale organisatie, kunnen veelbelovende of topwetenschappers voordragen voor respectievelijk een van de twintig fellowships en zes professoraten per jaar. (AZ)
marije staman
tax partner bij deloitte
[grappend] met als bijkomend voordeel dat daar geen Balkenende-norm geldt. Maar dan moet de opbouw van een leerstoel heel anders worden.”
Toch wilt u dit jaar al de eerste namen bekendmaken van topwetenschappers die u heeft aangetrokken.
‘Ga naar het buitenland wanneer je nog jong bent’
“Kijk, we bestaan 55 jaar. Dus ik wil graag bij de dies, in november, zeggen: we hebben die twee toppers. Of: we werken aan die twee. Dat is heel erg ambitieus, want er gaat een jaar overheen voordat iemand komt. Maar zo breng je de discussie op gang. Er gaan hoogleraren weg, dus er is ruimte. Al moet ik nog wel wat masseren.”
Met buitenlandse studie-ervaring op je cv vind je sneller een baan. Hoe denkt het bedrijfsleven zelf over dat idee? Marije Staman is tax partner bij Deloitte.
Hoeveel jaar denkt u dat het kost om de achterstand in reputatie weg te werken? [lachend] “Oe … dat kost tijd en inspanning – ik denk dat het niet eens zoveel geld hoeft te kosten. We moeten hoe dan ook keuzes maken. Vroeger was dit de Technische Hogeschool Twente, nu noemen we ons Universiteit Twente. Want we zijn niet alleen technisch, we doen ook aan gedragswetenschappen. Zo hebben we wel ons technische profiel afgezwakt, terwijl ons algemene profiel altijd een achterstand zal hebben ten opzichte van algemene universiteiten. Ik denk dat de focus zou moeten zijn: een technische universiteit met een goede humanities-poot. Caltech [California Institute of Technology, AZ] heeft dat ook. Dán maak je een keuze, dát maakt je interessant.”
Wanneer beschouwt u uw missie als geslaagd? “Als andere universiteiten ook zo’n functie gaan creëren.”
annelieke zandvliet
Foto: Ronald Tillemans
kunnen ze daarna heel snel de thuissituatie omhoog tillen. Ik ben ook wel realist genoeg om te weten dat het nu helemaal niet goed gaat met Brazilië, überhaupt met de BRIC-landen. Maar komt er straks een stijgende lijn, dan zitten we er als Nederland wél bij. Als je dan pas begint met al je activiteiten, ben je te laat.”
“Buitenlandervaring kan in elke levensfase heel nuttig zijn, het is dé manier om jezelf te leren kennen, los van de veiligheid van het thuisfront. In het algemeen geldt wel: hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de drempel om voor een periode naar het buitenland te gaan. Er zijn immers zoveel meer factoren, privé vooral, waar je dan rekening mee moet houden. Ik raad dus aan: doe het in elk geval wanneer je nog jong bent en gemakkelijk in een nieuw avontuur kunt stappen. Tijdens de sollicitatie zeggen veel jonge mensen dat ze graag naar het buitenland willen, maar de groep die daar daadwerkelijk initiatief voor neemt is veel kleiner. We hebben eens onderzocht waar dat aan ligt. Het bleek dat mensen die eenmaal een
baan hebben, hun plek in het team willen vasthouden omdat ze zich willen bewijzen. Maar wij vinden het zonde als mensen hun hele carrière op één plek blijven hangen. Mobiliteit wordt namelijk steeds belangrijker. Bedrijven werken meer en meer internationaal samen. Ook inhoudelijk verandert het werk snel. We hebben geen idee wat de mensen die we nu aannemen over vijftien jaar precies gaan doen. Daarom moeten ze flexibel zijn. Hoe breder ze zich nu ontwikkelen, hoe gemakkelijker ze steeds weer een nieuwe plek zullen vinden. Een tijdje naar het buitenland gaan helpt enorm bij die ontwikkeling. Op mijn afdeling, Tax & Legal, werken tweehonderd ‘prejobbers’, die tijdens hun afstuderen al voor ons werken. De besten krijgen de kans om een ‘global internship’ te doen bij een buitenlandse Deloitte-vestiging. Tegelijkertijd lopen er buitenlandse studenten stage bij ons. Zo zien onze eigen jonge medewerkers ook dat ze
deel uitmaken van een internationale, dynamische organisatie. De starters beginnen bij ons met een traject van drie perioden. Na acht maanden wisselen ze van afdeling en van vakgebied. De hoogvliegers mogen in de derde periode naar het buitenland. Op elke nieuwe plek moeten ze weer bepalen: wat wil ik hier leren en wat kan ik hier toevoegen? Hoe beter iemand zichzelf kent en weet wat hij kan, hoe groter zijn waarde voor het bedrijf. In het algemeen geldt: hoe langer je in dienst bent bij Deloitte, hoe langer je naar het buitenland kunt. Werk je er al wat langer, dan speelt niet alleen je eigen ontwikkeling mee, maar ook het belang van het bedrijf. Dan ben je een vooruitgeschoven post. Juist ook op hogere niveaus kan een buitenland ervaring een boost geven aan je carrière en echt iets toevoegen aan je functie en focus.”
dorien vrieling
april 2016 | transfer
22
achtergrond
23
samenwerking mbo-hbo stimuleert doorlopende leerlijn
Als je elkaar niet kent, is het lastig schakelen Mbo’s en hbo’s werken nog weinig samen in internationaliseringsprojecten. Dat is jammer, want het staat de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn in de weg. Maar er zijn ook succesverhalen. Wat is hun geheim? En wat houdt anderen tegen om ook samen op pad te gaan? “Het hbo heeft lang niet altijd door hoever het mbo zich al ontwikkeld heeft op
Zo soepel mogelijk
Dat is wel het idee achter de doorlopende leerlijn, waar EP-Nuffic groot voorstander van is als het gaat om de internationalisering van het curriculum. Een doorlopende leerlijn – ‘van 4 tot 24 jaar' – houdt in dat er niet alleen logica zit in het curriculum van een school of opleiding, maar dat ook de overgang van het ene naar het andere onderwijsniveau zo soepel mogelijk verloopt. Dus zonder lacunes of juist doublures in het lesprogramma. Samenwerking tussen sectoren, zoals bijvoorbeeld tussen primair en voortgezet onderwijs, maar ook tussen middelbaar en hoger beroepsonderwijs, is een manier om zo’n doorlopende leerlijn te ontwikkelen.
Duitsland dichterbij dan Delft Op het Zwolse roc is internationalisering diep ingebed. “We moeten wel”, zegt Zwinselman. “De werkgelegen-
april 2016 | transfer
Foto: Korrie Hoekstra
gebied van internationalisering.” Een gigantische vliegtuigmotor wordt binnen gereden bij vliegtuigmotorenfabrikant MTU, in het Duitse Hannover. Onder grote belangstelling van vier Nederlandse studenten wordt de motor uit elkaar gehaald en vervolgens weer in elkaar gezet. Vier keer per jaar loopt een groep mbo-leerlingen luchtvaarttechniek van het Deltion College uit Zwolle stage bij de Duitsers. Omgekeerd komen studenten van het leerwerkbedrijf van MTU naar Nederland, voor stages bij vliegtuigonderhoudsbedrijf General Enterprises op vliegveld Eelde of bij IAS op Teuge; allebei partners van Deltion. “We hebben altijd meer aanmeldingen dan stageplekken”, zegt docent Luchtvaarttechniek Hendri Zwinselman van Deltion. Het uitwisselingsproject bestaat al ongeveer twaalf jaar. Het begon ooit als BAND-project, een gezamenlijk initiatief van onder meer de ministeries van onderwijs in Nederland en Duitsland om mbo-studenten stage te laten lopen in het buurland. Dat programma bestaat niet meer, maar Deltion bouwt er met zijn uitwisselingsproject succesvol op voort.
sche techniek. Ook zijn andere steden in Ethiopië erbij niveau een samenwerking aan te gaan met deze buitenlandse partners? Deltion heeft het nooit onderzocht. betrokken geraakt. “Er was gedegen vooronderzoek Zwinselman: “Delft en Amsterdam liggen te ver weg nodig naar de mogelijkheden van pluim- en melkveehouderijen in het land”, zegt Jan Gundelach, projectom goed gezamenlijke activiteiten te kunnen opzetten. manager Europe & Africa van Groenhorst en trekker Om die reden hebben we nooit toenadering gezocht.” van het Ethiopië-project. “Die onderzoeken zijn gedaan Bovendien kent de docent niemand persoonlijk op door hbo-studenten. Op basis van hun rapporten een van die hogescholen. “En dat is het belangrijkste: hebben wij projectvoorstellen geschreven voor de persoonlijk contact. Ken je iemand uit de directie, of Nederlandse ambassade, Edukans van de administratie van je collegaen EP-Nuffic, om in aanmerking te instelling? En zie je elkaar regelmatig? Dan is het makkelijker om “Mbo’ers die een komen voor beurzen en subsidies. buitenlandse stage hebben Uit diezelfde onderzoeken haalde de samen op te trekken.” gedaan, kiezen sneller voor Aeres Groep data voor nieuwe voorZwinselman zegt erbij dat samenwerking met hbo-instellingen niet stellen voor samenwerking met het een vervolgstudie in het hoog op de agenda staat. “Onze bedrijfsleven in Ethiopië.” hbo” opleiding groeit. We hebben tijd en De hbo’ers kwamen van de mensen nodig om zulke samenwerChristelijke Agrarische Hogeschool kingsverbanden op te starten, en die in Dronten en de STOAS Hogeschool hebben we gewoonweg niet. Het is al lastig om op één in Wageningen, allebei onderdeel van de Aeres Groep. lijn te komen met de vijf landelijke roc’s die een oplei“Wij zijn in de gelukkige positie dat we binnen de ding Luchtvaarttechniek aanbieden. Laat staan dat je je Aeres Groep zowel vmbo-, mbo- als hbo-instellingen programma’s inhoudelijk moet stroomlijnen met hbohebben, dat is gemakkelijk schakelen”, zegt Gundelach. instellingen.” Hij begrijpt dat dat voor instellingen die niet onder één noemer vallen, veel lastiger is.
Studenten van het Nordwin College (mbo) en van Van Hall Larenstein (hbo) samen op stage in het Garden Valley Resort, Liyang, China.
heid voor techneuten is groot in Duitsland, ons achterland. De Duitse economie groeit, er liggen kansen voor onze studenten. Wij moeten verder kijken dan alleen Nederland.” Misschien worden nog niet alle kansen om verder te kijken benut. Zwinselman vertelt bijvoorbeeld dat studenten van Deltion na hun mbo-opleiding regelmatig doorstromen naar het hbo: Inholland in Delft, of de Hogeschool van Amsterdam. De opleiding Luchtvaarttechnologie van Inholland heeft partners in onder meer Oostenrijk en China. Zou het niet mogelijk zijn om, via contacten met Inholland, ook op mbo-
De Aeres Groep is daar verder mee. Deze onderwijsinstelling biedt agrarische opleidingen op vmbo-, mbo- en hbo-niveau. Onder de Aeres Groep vallen onder meer de zeven ‘Groenhorst’-mbo-scholen, die contacten hebben in de Ethiopische stad Debre Zeit. Elk jaar gaan daar vijftien Groenhorst-studenten naartoe om mee te bouwen aan kippen- en koeienstallen voor lokale boerenbedrijven. Ook is er een expertisecentrum neergezet waar Ethiopische jongeren pluimvee trainingen kunnen volgen, gegeven door Nederlandse docenten en een Ethiopische collega. Lesprogramma’s zijn ontwikkeld met Nederlandse en Ethiopische bedrijven, overheidsinstellingen en universiteiten. Behalve mbo’ers leveren ook hbo-studenten belangrijke input aan het initiatief, dat inmiddels is uitgebreid naar andere sectoren zoals pluimvee, melkvee en agrari-
Wereldburgers Dat hbo en mbo weinig met elkaar optrekken in internationale projecten, komt volgens Gundelach ook doordat hbo-instellingen niet altijd door hebben hoever het mbo al is op het gebied van internationalisering. “Het mbo is echt aan het ontwaken als het gaat om mogelijkheden via EP-Nuffic, en de beurzenprogramma’s en subsidies die worden aangeboden. Dat is mede te danken aan het programma Erasmus+.” Internationalisering op het mbo is volgens Gundelach belangrijk voor de instroom in het hbo. Hij wijst erop dat mbo-leerlingen die stage hebben gelopen in het buitenland, er vaker voor kiezen om verder te studeren in het hbo. “Ze zijn door hun ervaringen sterker geworden. Ze spreken beter Engels, zijn zelfredzamer. Wij leveren wereldburgers af, met een verbreed blikveld. Zulke jongeren kiezen sneller voor een vervolgstudie.” Veel mensen denken volgens Gundelach dat vooral studenten van het hbo en wo de wereld intrekken. “Maar dat verandert. Tien procent van de mbo-leerlingen van Groenhorst Barneveld gaat naar het buitenland, naar de meest bijzondere plekken. Dat doet geen hogeschool ons na.” De Aeres Groep won met zijn internationaliserings initiatief in Ethiopië vorig jaar al de Orange Carpet Award van EP-Nuffic voor de sector mbo.
sang-ah yoo
april 2016 | transfer
24
25
Ecotoerisme in China
Europees succes voor Fries mbo-hbo-project
Wie: Nordwin College en Hogeschool Van Hall
ristische activiteiten, en hoe de tuin aantrekkelijker
Wie: Friesland College en NHL Hogeschool
Dat gaat beter als je studenten en
Larenstein
kon worden gemaakt.
Wat: project Social Entrepeneurship
opleidingen met elkaar in contact
Waar: onder meer Groot-Brittannië, Litouwen, Turkije
brengt.”
en Finland
Schoonhoven noemt nog een
Wat: Project Water Lilies and Tree Tops Waar: Liyang, China
Rijdende trein
Foto: Korrie Hoekstra
Andringa, ook mee op de reis, klopte meteen bij
voordeel van de samenwerking:
haar VHL-collega’s aan: “Zou het niet leuk zijn als
Goud heeft Friesland College in handen, met zijn
“Voor onze studenten wordt het
wij meededen aan jullie opdracht?” VHL reageerde
mentorprogramma. De mbo-instelling vraagt onderne-
hierdoor veel duidelijker waar we
enthousiast. De twee instellingen zijn geen vreem-
mers en hbo-studenten in de provincie om een mbo’er
ze voor opleiden. Samenwerken
den voor elkaar. “Nordwin College en Hogeschool Van
te begeleiden bij het uitstippelen van zijn levenspad.
met mbo’ers bereidt hbo’ers voor
Hall Larenstein werken goed samen”, vertelt Korrie
“Friesland is een krimpgebied. De meeste jonge men-
op praktijksituaties waarin ze
Hoekstra, docent Communicatie en Innovatie bij VHL.
sen willen in de eigen regio blijven wonen, terwijl de
later terecht zullen komen. In
“Het zijn de enige twee groene instellingen in de
werkgelegenheid daalt. Het mentorprogramma helpt
het bedrijfsleven moeten ze ook
regio, we zijn allebei relatief kleinschalig vergeleken
ze kijken naar nieuwe mogelijkheden”, zegt Betty
omgaan met mensen van verschil-
met scholen in de Randstad en we delen hetzelfde
Bijvoets, projectmanager Special Projects bij Friesland
lende vooropleidingen, niveaus en culturen.” Bijvoets
gebouw. Verder werken we al met het Nordwin
College. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de
beaamt dat: “Het hbo was voorheen gericht op theorie,
College samen in onder meer de Dairy Campus, het
mogelijkheden voor een vervolgstudie, een buitenland-
en op samenwerking met universiteiten, méér dan op
centrum voor onderzoek en educatie op het gebied
se stage of het beginnen van een eigen bedrijf.
de praktijk en op samenwerking met het mbo. Maar
van melkveehouderij.” Het project in China kan er
Andere Europese landen vonden dit initiatief zo inte-
dat is veranderd. Bovendien: wie moet de manager
dan ook nog wel bij. “Wij zijn eigenlijk op een rijden-
ressant, dat het over de grenzen is uitgewaaierd in het
managen? Als wij er niet zijn, kan de hbo’er weinig
de trein gestapt”, zegt Andringa.
SESAME-project. Dit Europese initiatief wil, net als de
kanten op.”
Studenten van het Friesland College (mbo) en van NHL (hbo) samen op stage in Liverpool.
Friese variant, sociaal ondernemerschap en mentorHbo’ers hebben meer geld
schap in de regio stimuleren. Mbo-scholen, overheden
Gescheiden financieringsstromen
Natuurlijk zijn er verschillen tussen de mbo- en de
en ondernemers werken daartoe samen in Litouwen,
Het project loopt over het algemeen gesmeerd. Wat
hbo-studenten. Zo is de portemonnee van de hbo’ers
Turkije, Spanje, Groot-Brittannië, Finland en Nederland.
de samenwerking soms wat stroever maakt, zijn de
Een bijzondere naam, Water Lilies and Tree Tops. Hij
over het algemeen wat gevulder dan die van de
Nederlandse partners zijn Friesland College, ROC Friese
verschillende financieringsstromen voor mbo en hbo.
verwijst naar de ‘pompeblêden’ (waterleliebladen)
mbo’ers. Andringa: “Mbo’ers wonen vaak nog thuis en
Poort, NHL Hogeschool en Stenden.
Schoonhoven (NHL Hogeschool): “Je vraagt geld aan nen gescheiden subsidies. Er wordt
in de Friese vlag en naar de boom-
hebben een studiebeurs voor thuis-
huizen die ontworpen zijn door
wonenden. Hbo’ers wonen meestal
“Wie moet de manager managen?”
op kamers en ontvangen een hogere
In het kader van SESAME reisden
beurs. De hbo’ers in ons project zijn
zeven studenten van Friesland
ook ouder en werken vaak naast hun
College en twee studenten van NHL
studie. Over het algemeen hebben ze
Hogeschool in november 2015 naar
samenwerken in het Garden Valley
meer geld, waarmee ze dus ook hun
Liverpool. Leeuwarden was uitge-
Resort.
reis kunnen betalen. Dat konden wij
roepen tot culturele hoofdstad van
de Leeuwardense architect Hans Achterbosch. Zijn boomhuizen zijn te vinden in in de Chinese stad Liyang, waar Chinese en Friese studenten
“Het verschil tussen mbo’ers en hbo’ers valt in China grotendeels weg”
voor mbo- óf hbo-projecten – die ken-
“Subsidies zijn voor mboóf hbo-projecten; er wordt niet gedacht vanuit een doorlopende leerlijn”
niet gedacht vanuit een doorlopende leerlijn. Dus als een gemengde groep, zoals die van ons, een project gaat doen in het buitenland, is het lastig om externe financiering te krijgen. Dat zou beter moeten worden gere-
Het project komt voort uit de stedenband tussen
niet van onze leerlingen vragen. Daarom hebben wij
Europa 2018, Liverpool was dat in 2008. “Onze stu-
geld.” Het project is nu gefinancierd met een mbo-
Liyang en Leeuwarden, vertelt Heleen Andringa,
als school de helft van hun reis betaald.”
denten van de opleiding Media Vormgeving vroegen
subsidie, waarop de hbo-studenten als begeleiders
international officer bij het Nordwin College in
Inhoudelijk zijn de hbo’ers volgens Andringa de
de inwoners van Liverpool wat het heeft opgeleverd
konden meeliften.
Leeuwarden. Nordwin is een groen opleidings
‘bedenkers’: “Zij houden het overzicht. De mbo’ers
dat ze culturele hoofdstad waren, wat goed ging en
De samenwerking levert beide instellingen mooie
centrum voor vmbo en mbo. Om de band tussen
zijn meer uitvoerders: zij zijn de tuintekenaars, de
wat beter kon. Studenten International Business &
resultaten op. Het Friesland College ontwikkelde een
beide steden te versterken, gaan vertegenwoordigers
bloemschikkers.” Hoekstra: “Maar dat verschil valt in
Management Studies van NHL Hogeschool gingen
peer-to-peer-traject, waarbij jonge mensen elkaar
van de gemeente, het bedrijfsleven en onderwijsor-
China grotendeels weg. Je zit daar met zijn allen in
mee als begeleider. De bevindingen namen ze mee
testen op ondernemerseigenschappen, of elkaar trai-
ganisaties regelmatig op missie naar China.
een vreemd land, middenin een bamboebos. Je bent
naar Leeuwarden”, vertelt Bijvoets. Daar zijn inmid-
ningen geven over sociaal ondernemerschap. Bijvoets
Tijdens een reis in 2014 tekende Hogeschool Van Hall
echt een team, waarin vooral persoonlijke inzet en
dels tal van commissies en activiteiten opgezet om
(Friesland College): “Studenten nemen meer aan van
Larenstein (VHL) uit Leeuwarden een overeenkomst
capaciteit belangrijk zijn.”
‘Leeuwarden Culturele Hoofstad’ tot een succes te
elkaar dan van ons, de grijze duiven.”
met Garden Valley: VHL-studenten zouden gaan
Het Liyang-project gaat door: in april gaan opnieuw
maken en de gemeenschapszin in de stad te vergroten.
NHL Hogeschool wil in de toekomst meer kennis uit-
onderzoeken hoe Garden Valley meer Chinese en
acht mbo- en hbo-studenten naar China, voor Water
Simone Schoonhoven, hoofd Onderwijs, Onderzoek
wisselen met de partners van het SESAME-netwerk.
internationale toeristen kon aantrekken met ecotoe-
Lilies and Tree Tops deel 2. (SAY)
en Kwaliteit bij NHL Hogeschool Leeuwarden, is heel
Schoonhoven: “We organiseren daar bijeenkomsten
blij met de samenwerking. “Ruim eenderde van onze
voor, zoals de European Mentoring Summit. We willen
instroom komt uit het mbo. We zitten daarmee iets
mentoring inzetten als instrument voor persoonlijke
boven het landelijk gemiddelde. Wij willen deze stu-
ontwikkeling en daar programma’s voor ontwikkelen.
denten zo goed mogelijk voorbereiden op de overstap.
Genoeg te doen in de toekomst.” (SAY)
april 2016 | transfer
april 2016 | transfer
26
good practice: internationalisation at home
27
doelen van internationalisering bewust en strategisch bepalen
‘Landschappenmodel’ zet internationale competenties op de kaart Eveke de Louw en Claudia Bulnes bedachten een model waarmee opleidingen in kaart kunnen brengen hoe hun ‘landschap van internationalisering’ eruit ziet. Hun eigen opleiding, European Studies aan de Haagse Hogeschool, had er baat bij. ‘Omdat we nu duidelijker weten wat we studenten willen leren,
Claudia Bulnes (links) en Eveke de Louw.
april 2016 | transfer
Foto: Henriëtte Guest
dringt dat door in alles wat we doen.’
Een ondoordringbare jungle, een keurig aangeharkt Erasmusstudenten aan. Jaarlijks ontvangt de opleituintje en indrukwekkende bergketens. “Hoe kómen ding 250 uitwisselingsstudenten. jullie erop?”, vroegen collega’s toen Eveke de Louw European Studies bestaat bij de gratie van internatioen Claudia Bulnes hun model voor het eerst presennalisering, beamen De Louw en Bulnes. Studeren of teerden. Inderdaad, wie zich al die landschappen stage lopen in het buitenland is voor alle studenten voorstelt, zal niet direct aan internationalisering een must. Maar de twee collega’s zagen ook dat denken. Toch kregen De Louw en Bulnes hun colleinternationalisering thuis in Den Haag een veel ga’s zover dat ze met dit model in de hand over interminder centrale plek innam. Toen ze terugkwamen nationalisering gingen meedenken. uit Kopenhagen, liet het idee dat er meer samenhang Het begon allemaal vijf jaar geleden. Toen reisden nodig was, hen niet meer los. De Louw en Bulnes samen naar een conferentie van Geen compleet beeld de European Association for International Education Internationalisering at home staat in Nederland volop (EAIE) in Kopenhagen. De conferentie gaf hun de in de aandacht. Ook studenten die niet voor studie kans om eens van een afstandje naar hun opleiding of stage naar het buitenland gaan, hebben internatite kijken. Beiden waren al meerdere jaren in verschilonale en interculturele competenties nodig, schrijft lende functies verbonden aan de opleiding European minister Bussemaker in haar Studies van de Haagse Hogeschool. visiebrief internationalisering. De Inmiddels is De Louw coördinator “Ineens ging er een lampje ambitie om studenten deze compeinternationalisering en Bulnes tenties mee te geven is er ook, branden. We zagen hoe mobility coordinator. blijkt uit het onderzoek Studenten alles bij elkaar kwam.” Lijm internationaliseren in eigen land “Er kwam van alles bij ons los”, van EP-Nuffic. Toch is daar in de vertelt De Louw. European Studies praktijk nog te weinig aandacht was bij uitstek een opleiding met al veel internatiovoor. Ook beschrijft het onderzoek dat er “binnen nale componenten. Maar, zegt Bulnes: “Dat waren instellingen doorgaans geen compleet beeld bestaat allemaal kleine eilandjes van activiteiten. Iedereen van het geheel aan internationalisation at homevulde internationalisering op zijn eigen manier in.” activiteiten”. De Louw knikt. “Het was niet duidelijk wat het doel Een gebrek aan overzicht was precies wat De Louw was van internationalisering. Wat wilden we onze en Bulnes constateerden. Ze besloten aan de slag te studenten leren? We zochten een lijm om alles met gaan. Ze vormden vier denktanks met collega’s, die elkaar te verbinden.” de doelen van internationalisering op papier zetten. Die lijm kwam er. De Louw en Bulnes vertellen Als belangrijkste doel werd beschreven: ‘Een levenslang intrinsiek ontwikkelingsproces inzetten dat je erover, op een vrijdagmiddag in hun werkkamer aan houding, kennis en vaardigheden transformeert, om de Haagse Hogeschool. Op de gang klinkt het geroeeffectief en adequaat te communiceren met mensen zemoes van studenten, in verschillende talen. ‘Bye’ van verschillende culturele achtergronden.’ en ‘ciao’, wordt er geroepen. European Studies draait Vervolgens besloten de twee op een rij te zetten wat al 25 jaar aan de Haagse Hogeschool, en telt inmideen student nodig heeft om hiervoor de competenties dels zo’n twintig procent internationale studenten. te ontwikkelen. “Toen ging er een lampje branden”, Een kwart van de staf komt uit het buitenland. vertelt Bulnes. “We zagen ineens hoe alles bij elkaar Onlangs kwam een nieuwe lichting van negentig
april 2016 | transfer
28
29
kwam.” Ze maakten een model van vijf cirkels die allemaal een onderdeel van een studieloopbaan vormen. Die cirkels zijn van binnen ingekleurd met een landschap. Samen geven ze een overzicht van de manier waarop verschillende vormen van internationalisering in een curriculum elkaar aanvullen en versterken.
Diversiteit Het formele curriculum is als een prachtig bijgehouden tuin, zeggen De Louw en Bulnes. Internationalisering wordt aangeboden in vaste onderdelen: het leren van nieuwe talen, het gebruik van internationale casestudies en inhoudelijke internationale thema’s. Daarnaast is er een cirkel met een zee, altijd in beweging, die staat voor de manier waarop het curriculum wordt gebracht. De docent maakt actief gebruik van de diversiteit in de klas en past ook pedagogiek en toetsing aan op de samenstelling van een groep studenten. Het berglandschap staat voor de pieken van internationalisering, als studenten bijvoorbeeld voor studie of stage naar het buitenland gaan of als ze projectwerk doen in een internationaal samengestelde groep. Dan is er het eeuwenoude bos, het internationaliseringsbeleid dat diep geworteld zit in de missie en visie van de onderwijsinstelling. En tot slot de jungle, waar de onderwijsinstelling niet altijd in doordringt, maar waar studenten met verschillende achtergronden elkaar weten te vinden buiten de muren van de school. De Louw en Bulnes kijken met plezier terug op de
workshops die ze organiseerden met hun collega’s. Ze presenteerden hun model en vroegen iedereen met behulp van een vragenlijst om te benoemen in welk landschap ze werkten. Daaruit kwam meteen veel positieve energie, zegt De Louw. “Sommige collega’s dachten dat internationalisering in hun werk niet belangrijk was. Ineens bleek dat iedereen een rol had.”
Uitdaging Nadat De Louw en Bulnes hun model hadden gemaakt, gingen ze nog een stapje verder. Ze vonden dat de internationale en interculturele leerlijn zichtbaarder moest worden. Daarom vroegen ze hun collega’s met een frisse blik te kijken naar de leeruitkomsten van hun vakken en modules. “We wisten dat veel internationalisering verborgen zat in het curriculum, maar niet expliciet naar voren kwam in de leeruitkomsten”, zegt Bulnes. Het was nog een uitdaging om hun tachtig nog negentig collega’s ertoe te bewegen om die dimensie expliciet naar boven te halen. Er was een moment dat De Louw en Bulnes met de handen in het haar zaten. Ze hadden externe adviseurs uitgenodigd om te helpen. “Dat bleek geen goed idee”, vertelt De Louw. “Zij wisten niet genoeg van de inhoud van het studieprogramma.” Uiteindelijk besloten De Louw en Bulnes tien collega’s te trainen als ‘ambassadeurs’. Die kenden hun collega’s en brachten het enthousiasme voor het internationaliseren van de leeruitkomsten over vanuit de inhoud van het vak. “De les die we leerden was dat je niet vanuit je kantoortje kunt bepalen wat er moet gebeuren”, zegt Bulnes.
Geweldig moment Toen kwam er een bijzondere dag. De Louw en Bulnes zaten achter hun computer en scrolden door honderden opnieuw geformuleerde leeruitkomsten. ‘Het staat er allemaal!’, zeiden ze tegen elkaar. “Dat was een geweldig moment”, herinneren ze zich. Internationalisering was vanaf dat moment “veel bewuster en strategischer” in het curriculum verwerkt. Zo is aan een leeruitkomst over onderzoeksvaardigheden toegevoegd dat studenten internationale perspectieven moeten kunnen onderscheiden in een onderzoek. En waar studenten voorheen als leeruitkomst moesten begrijpen hoe non-gouvernementele organisaties (ngo’s) te werk gaan, wordt nu expliciet
Het ‘landschappenmodel’ van De Louw en Bulnes
van hen gevraagd te begrijpen met welke uitdagingen ngo’s wereldwijd te maken hebben. Wat studenten daaraan hebben? De Louw: “Omdat we duidelijker weten wat we studenten willen leren en wat we ze willen meegeven aan kennis en ervaring, dringt dat door in alles wat we doen.” Het model van De Louw en Bulnes slaat aan. De twee worden regelmatig gevraagd het te presenteren tijdens conferenties. Aan de Haagse Hogeschool wordt het gebruikt bij de opleidingen van de faculteit Management & Organisatie, waar ook European Studies onder valt. En De Louw en Bulnes vertellen dat ze enthousiaste reacties krijgen van andere universiteiten en hogescholen die ermee gaan werken.
Groei meten De twee zijn zelf nog lang niet klaar met internationaliseren. Op dit moment houden ze zich bezig met de vraag hoe ze studenten kunnen beoordelen op interculturele vaardigheden. “We willen graag hun groei op dit vlak meten”, zegt De Louw. “Hoe kun je nu echt weten of een student zich goed kan redden in een internationale omgeving?” Jahyr Elshot, vierdejaarsstudent European Studies, is nu al heel tevreden met zijn opleiding. "Ik zou niet weten welke opleiding je beter kan voorbereiden op werken in een internationale omgeving", zegt hij.
elleke bal april 2016 | transfer
april 2016 | transfer
30
sorry? pardon! Studenten vertellen over leerzame uitglijders en misverstanden in het buitenland.
tip:
Foto: Sam Rentmeester
‘Voer eens een gesprekje met een vreemde’
wie: Jessy Hopman (22) studie: technische
aardwetenschappen aan de TU Delft buitenlandervaring: minor aan Universiteit van Stellenbosch, Zuid-Afrika
‘Soms was er een tweedeling voelbaar’
Foto: Hendrik Holler/LOOK-foto , portretfoto: Sam Rentmeester
Jessy Hopman studeerde een klein halfjaar in Zuid-Afrika. Hij ontdekte dat de sporen van de Apartheid nog niet zijn verdwenen. “De eerste keer dat ik een demonstratie zag op de campus, was ik verbaasd. In Delft zag ik nooit studenten protesteren, in Stellenbosch komt het regelmatig voor. Vaak is het een klein groepje, iemand houdt een toespraak, er wordt met vlaggen gewapperd. Het verloopt meestal vredelievend, hoor. De protesten hadden meestal te maken met de taal die aan de universiteit wordt gebruikt. Er is een groep die strijdt voor een volledig Engelstalige universiteit. Officieel is de Universiteit van Stellenbosch tweetalig: Engels en Afrikaans. Veel studenten uit Botswana en Namibië komen naar Stellenbosch om college te volgen in het Engels, maar blijken dan veel vakken in het Afrikaans te moeten volgen – dat is van oorsprong de taal
april 2016 | transfer
van de blanke bevolking. Gekleurde studenten spreken minder goed Afrikaans. Eén demonstratie die ik meemaakte, was heftig. Studenten waren boos omdat de regering van plan was het collegegeld met 11,5 procent te verhogen. Die verhoging zou voor iedereen gelden, maar vooral gekleurde studenten zouden erdoor getroffen worden: blanke studenten zijn over het algemeen rijker. Een week lang was de bieb geblokkeerd, er werden dingen in brand gestoken. Dat maakte indruk op me. Blanke en gekleurde studenten gaan gewoon met elkaar om, en ik heb vrienden gemaakt met allerlei achtergronden. Toch was er soms een soort tweedeling voelbaar. Op een avond
ging ik uit met een groepje vrienden, er was een donker meisje bij ons. Aan de deur van een club werd zij geweigerd – nota bene door een gekleurde bewaker. Heel ongemakkelijk. Daar zijn we natuurlijk niet meer naartoe gegaan. Toch heb ik vooral een heel fijne tijd gehad. In Zuid-Afrika gaan de mensen heel anders met elkaar om dan hier. Spontaner en relaxter. Het is heel gewoon om even een praatje met iemand te maken als je boodschappen gaat doen – dat duurt daar trouwens ook een stuk langer, je gaat niet even in tien minuten iets kopen. Sinds ik terug ben in Nederland probeer ik hier ook wat opener te zijn. Even een gesprekje aanknopen in de trein, waarom niet?”
dorien vrieling
on
the move 31
on the move
Een overzicht van carrièremoves, benoemingen, uitwisselingen en prijswinnaars binnen de wereld van de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs.
van hogeschool naar universiteit
Frederika Cazemier verlaat op
1 april Hogeschool Windesheim waar zij acht jaar als international recruitment officer werkte. Zij gaat dezelfde functie uitoefenen aan het University College Groningen en volgt daar Katie Mallon op. Ook Iris Jager-deVries verruilt het hbo voor de universiteit. Bijna acht jaar was zij als international officer werkzaam op de locatie Haarlem van Hogeschool Inholland. In maart is ze geswitcht naar het International Office van de Vrije Universiteit Amsterdam, waar ze verantwoordelijk is voor de huisvesting van buitenlandse studenten en het VU Fellowship Programme. Zij volgt Monika Dauksaite op, die haar carrière voortzet bij het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf.
wisselingen student office nhtv Vanaf 1 februari is Daniëlle Vermeer bij het Student Office
van de NHTV aan de slag gegaan als coördinator International Admissions. Daardoor kan Marije van de Langkruis zich richten op de implementatie van de aanmeldmodule OSIRIS voor de internationale aanmeldingen. Latoya Tentoea start per 1 april bij het Student Mobility team.
stroomlijnen internationalisering hva Per 1 januari is Erik van den Berg toegetreden tot de Hogeschool van Amsterdam als senior beleidsmedewerker internationalisering. Zijn belangrijkste taken zijn het stroomlijnen van de internationaliseringsactiviteiten en het opzetten van een Europees consortium van grootstedelijke partners. Hij is de opvolger van Petra van Dijk. Van den Berg is afkomstig van het Tinbergen Institute waar hij hoofd van het cluster onderzoek en beleidsmedewerker was. Daarvoor werkte hij bij het Fulbright Center.
alumnus wordt coördinator io
Michael van Zinnicq Bergmann is per 1 januari
de nieuwe coördinator van het International Office van Zuyd Hogeschool. Aan deze instelling volgde hij de pabo. De afgelopen negen jaar was hij werkzaam als Host Nation Coordinator aan de AFNORTH International School in Brunssum.
Mieke van Riet is bij Zuyd Hogeschool per 1 januari aangetreden als international project manager. Een nieuwe functie met het doel een groot aantal internationale projecten in goede banen te leiden. Voor die tijd werkte zij ruim negen jaar bij de
Maastricht School of Management, de laatste jaren als Academic Coordinator Executive Programs.
nieuw avontuur: eco-lodge in malawi
Eduard Pasma, sinds ander-
half jaar hoofd van het International Office van de rechtenfaculteit van de Radboud Universiteit Nijmegen, is per half maart een nieuw internationaal avontuur aangegaan. Hij is manager geworden van de Ntchisi Forest Lodge, een eco-lodge in het laatste regenwoud van Malawi. Voor die tijd was hij werkzaam bij het International Office van Hogeschool VHL.
Thomas Blanc de la Carrere
treedt per 1 april uit dienst als beleidsmedewerker internationalisering en IRUN-secretaris, omdat het secretariaat van het International Research Universities Network (IRUN) niet langer aan de Radboud Universiteit is gevestigd. (EH) Benoemingen, (uit)wisselingen en afscheid kunnen worden doorgegeven aan de redactie van Transfer via
[email protected].
april 2016 | transfer
De EP-Nuffic Academy biedt trainingen en cursussen over internationalisering in het onderwijs. Online, op locatie of bij EP-Nuffic. Voor iedereen die werkt in het primair, voortgezet, beroepsgericht of hoger onderwijs.
De EP-Nuffic Academy: gratis online leermodules
Meer informatie:
ruim aanbod vaste trainingen en maatwerk
online, op locatie of bij EP-Nuffic
Bekijk het aanbod en schrijf je in op www.internationalisering.nl
op elk niveau: van beginner tot gevorderd
begeleiding door ervaren trainers en experts