transfe r
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Special:
Rusland
1
jaargang 15 | oktober 2007
hoger onderwijs telt weer mee in rusland | studie in moskou spotgoedkoop |
russische bureaucratie belemmert samenwerking | topinstituut worstelt met
internationalisering | kazachstan stuurt talent over de grens
1 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar. Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Vera Ros Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Xander Bronkhorst, Dorrit van Dalen, Kim Duistermaat, Jon van Langeveld, Yvonne van de Meent, Ivo Pertijs, Johannes Odé, Martine Postma, Evert-Jan Quak, Hans-Gert Pöttering, Robert Visscher Beeld Niels Bongers, Roel Burgler, Mauro Galligani/Hollandse Hoogte, Maarten Hartman, Jon van Langeveld, Serge Ligtenberg, Johannes Odé, Ivo Pertijs, Fred Prak, Bram Saeys, Gregor M. Schmidt/Anzenberger/ Hollandse Hoogte, Berry Stokvis/ Hollandse Hoogte Redactieraad Madeleine Gardeur (Universiteit van Groningen), Joep Huiskamp (Technische Universiteit Eindhoven), Yvonne van de Meent, Fred Paats (ITC) Redactieadres Nuffic, postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070 – 426 0126/4260122, fax 070 – 426 0399, e-mail
[email protected],
[email protected] Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer, bellen naar DUO-tijdschriftenservice 030 – 263 1089 of een e-mail sturen naar
[email protected] Abonnementenadministratie Nuffic, Transfer, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel 070 – 426 0271 Advertenties Bureau van Vliet, tel 023 – 571 4745 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Brigitta Opstal (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Foto omslag Het oude en nieuwe Rusland: fotomodellen op de trappen van de Staatsuniversiteit van Moskou. Foto: Berry Stokvis/Hollandse Hoogte Transfer 2 verschijnt op 1 november 2007
transfer
i n h o u d
14-31
Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren uit (voormalige) ontwikkelingslanden vormen de grootste groep buitenlandse studenten, maar Rusland zoekt steeds meer onderwijssamenwerking met het Westen. Wat hebben Nederland en Rusland elkaar te bieden?
Rusland doet weer mee Van druk studentenverkeer tussen Rusland en Nederland is bepaald geen sprake. In Rusland ontbreekt de traditie om in het buitenland te gaan studeren. Ook de slechte kennis van vreemde talen vormt een barrière. Slechts een half procent van de Russische studentenpopulatie waagt de stap en gaat de grens over. Duitsland is daarbij veruit favoriet en trekt jaarlijks zo’n 10.000 Russische studenten. Voor een verblijf in Nederland is heel wat minder animo: slechts tweehonderd Russische studenten reizen naar ons land af. Maar dat is nog veel vergeleken met het aantal Nederlandse studenten dat oostwaarts gaat. Jaarlijks zijn dat er enkele tientallen. Een kentering is echter gaande. Rusland is weer terug op het wereldtoneel, de economie floreert en er is veel vraag naar modern hoger onderwijs. Bedrijven worden steeds internationaler en zijn op zoek naar werknemers met buitenlandervaring. Rusland zoekt bovendien steeds meer onderwijssamenwerking met het Westen. Veel buitenlandse onderwijsorganisaties timmeren dan ook al flink aan de weg in het enorme land. Zo runt The British Council, de Britse evenknie van de Nuffic, elf onderwijskantoren in Rusland. Ook Frankrijk laat zich niet onbetuigd met zes informatiecentra. Inmiddels is ook Nederland bezig met het treffen van voorbereidingen voor een Neso-kantoor in Moskou. De Russische onderwijsmarkt is moeilijk te veroveren, zeggen kenners in deze Rusland-special van Transfer. Bureaucratie, de taal en cultuurverschillen werpen nogal wat hindernissen op. Doorzettingsvermogen en geduld zijn dan ook vereist. Steeds meer onderwijsinstellingen zien echter mogelijkheden tot samenwerking met Rusland. Want het land heeft ook veel te bieden. Zo werkt de TU Eindhoven al vijf jaar samen met een van de 25 wetenschappelijke topinstituten in het Siberische Novosibirsk. Aan de universiteit van Novosibrisk worden alleen de allerbeste studenten toegelaten. Jaarlijks ontvangt Eindhoven twee Russische promovendi, bètawetenschappers van topkwaliteit, die hier hun onderzoek voltooien. Het was de bedoeling dat Eindhovense wetenschappers op hun beurt in Novosibirsk zouden promoveren. Tot nu toe is dat er niet van gekomen. Het klimaat en de vreemde taal schrikken de Nederlandse onderzoekers te veel af.
8
ISS viert laatste eigen lustrum Het Institute of Social Studies wordt begin volgend jaar een onderdeel van de Erasmus Universiteit. Rector Louk de la Rive Box is daar niet rouwig om. “We krijgen steeds meer concurrenten. In zo’n competitieve omgeving is een klein instituut als het ISS te kwetsbaar.”
32
De ontwikkelingsparadox in optima forma Goede bedoelingen te over, maar samenwerking tussen universiteiten in het zuiden en westerse wetenschappers is in de praktijk lastig te realiseren. Een onlangs verschenen rapport van de inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie kraakt een aantal harde noten over het onderzoeksbeleid.
Els Heuts
[email protected]
En verder 2 Colofon en redactioneel 4 Nieuwsberichten 11 Ontwikkelingsprogramma’s op de schop 12 Newstudent biedt hulp 35 Column Hans-Gert Pöttering 36 Nieuwe serie: Recruiters aan het werk 38 Opinie Kim Duistermaat 40 Internationaliseren op christelijke grondslag 43 Agenda
n i euwsb er i c hten
Het beroepsonderwijs moet meer aan internationalisering gaan doen. Er moeten meer buitenlandse stageplaatsen komen voor mbo- en hbostudenten en de aansluiting tussen beroepsonderwijs en internationaal ondernemen moet beter. Met dat doel werd half september in Den Haag het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs gelanceerd. Het is een initiatief van de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken en de Dutch Trade Board. EZ steekt 5 miljoen euro in het project. Focuslanden zijn onze buurlanden en opkomende markten als Turkije en Rusland. (VR)
Surinamers niet duurder uit Surinaamse studenten betalen toch geen hoger collegegeld dan hun Nederlandse studiegenoten. Minister Plasterk van Onderwijs heeft besloten de groep niet te laten vallen onder de nieuwe bekostigingsregeling voor studenten buiten de EER (de EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Reden is de bijzondere relatie tussen Suriname en Nederland en het krappe opleidingenaanbod in Suriname. Over twee jaar wordt de bekostiging van nietEER-studenten waarschijnlijk vervangen door een kennisbeurzenstelsel voor talentvolle studenten. Daarom verhogen sommige instellingen nu al de collegegelden voor deze studenten tot soms wel zes maal het oude bedrag. (VR)
Illustratie: HKU
Utrechtse gamers veroveren wereldmarkt Het is een droom voor studenten Game Design & Development: je eigen ontwerp wereldwijd in de winkels zien liggen. Dat overkwam deze zomer negen studenten van de Hogeschool voor de Kunsten (HKU) in Utrecht. De Amerikaanse game-uitgever THQ kocht hun spelconcept van ‘de Blob’ met de bedoeling het verder te ontwikkelen en wereldwijd te distribueren, onder meer voor Nintendo. De deal is volgens de HKU vergelijkbaar met het verkopen van je filmscript aan Steven Spielberg. De studenten ontwierpen het spel samen met twee informaticastudenten van de Universiteit Utrecht, als onderwijsopdracht voor de gemeente Utrecht. De Blob laat het publiek speels kennismaken met de herinrichting van
4 | oktober 2007 | transfer
het stationsgebied. In de THQ-versie moet de gamer een grauwe stad opfleuren met een verfbal. De studenten hebben hun aandeel in de verkoopopbrengst geïnvesteerd in een studio, waar ze spelconcepten ontwikkelen voor THQ en andere bedrijven. “Dat is wel makkelijk voor ons, want voor onze opleiding moeten we toch spelletjes ontwikkelen”, vertelt student Joost van Dongen (23) nuchter. De game-opleiding was in 2002 de eerste in Europa. Van de 1.200 studenten komen er ongeveer dertig uit het buitenland. De meeste afgestudeerden vinden vrij snel werk in de creatieve industrie binnen of buiten Nederland. (VR)
Wereldwijde
studiebeurs slaat aan Van een exodus van Nederlandse studenten is nog geen sprake, maar belangstelling voor de wereldwijd meeneembare studiebeurs is er zeker. De Informatie Beheer Groep had half september 1682 aanvragen ontvangen voor een studiebeurs in het buitenland. Dat is twee keer zoveel als in voorgaande jaren, toen er zo’n 800 aanvragen bij de IB-groep binnenkwamen. De regeling die het mogelijk maakt dat studenten hun beurs mee kunnen nemen naar opleidingen in de hele wereld is dit studiejaar ingegaan.
Een Zuid-Amerikaanse campus. Met de wereldwijde
Foto: Roel Burgler
Internationalisering beroepsonderwijs
studiefinanciering kan de student nu alle kanten op
Dore van Haasterecht uit Kortgene is een van de studenten die van de nieuwe regeling gebruikmaken. Zij begon onlangs met een volledige opleiding Engelse taal en literatuur aan de universiteit van Glasgow. “Ik wilde graag naar het buitenland na de enthousiaste verhalen van mijn zus die hetzelfde heeft gedaan. Maar in de oude situatie was dat een stuk lastiger”, meent de studente. “Dan was ik misschien maar een jaar gegaan, of had ik meteen een baantje moeten zoeken. Nu scheelt het me toch zo’n 300 euro per maand.”
In voorgaande jaren was de meeneembare studiebeurs voorbehouden aan studenten die een opleiding in Vlaanderen en de Duitse deelstaten Bremen, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen volgden. Ook studenten die in Europa geneesk unde, diergeneeskunde, tandheelkunde, farmacie, architectuur, verpleegkunde of verloskunde studeerden, kwamen in aanmerking voor studiefinanciering. Sinds kort kent Nederland een platform voor studenten die hun studie in het buitenland doen. Meer hierover op pagina 12 en 13. (VR)
Geen verblijfsvergunning voor studenten EU De kleine honderd Nepalese en Pakistaanse studenten die bij de European University of Professional Education in Den Haag studeren, kunnen hun verblijfsvergunning niet verlengen. De reden is dat de European University zich bij de werving niet gehouden heeft aan de gedragscode buitenlandse studenten en daarmee de vreemdelingenwet heeft overtreden. Studenten die voor aanvang van dit studiejaar zijn overgestapt naar een opleiding die aan de gedragscode voldoet, krijgen wel een verblijfsvergunning. “De betreffende studenten zijn daar een paar maanden geleden door de IND expliciet op gewezen”, stelt een woordvoerder van minister Plasterk. Het ministerie van onderwijs probeert de particuliere business school al een jaar te sluiten. Aanvankelijk was dat op basis van een rapport van de onderwijsinspectie die ernstige tekortkomingen constateerde op het gebied van de toelatingseisen.
Later bleek dat ook de accreditatie van de opleiding was verlopen. Buitenlandse studenten krijgen alleen een verblijfsvergunning als ze zijn ingeschreven bij een geaccrediteerde opleiding. Deze zomer heeft de European University een nieuwe accreditatieaanvraag ingediend. Daardoor zit de opleiding tot 31 december 2008 officieel in een herstelperiode. Nieuwe studenten kunnen dan niet worden ingeschreven, maar zittende studenten mogen de opleiding wel afmaken. Volgens Pim Vis, directeur admission en student administration van de European University, heeft de landsadvocaat bovendien gemeld dat de buitenlandse studenten tijdens de herstelperiode in Nederland mogen blijven. Vis gaat ervan uit dat de opleiding ruim voor het einde van de herstelperiode weer accreditatie heeft. Binnenkort vertrekt hij naar Azië om nieuwe studenten te werven. (YvdM)
transfer | oktober 2007 | 5
n i euwsb er i c hten
Buitenlands nieuws
Wetenschappers van buiten de EU hebben voor Nederland binnenkort geen speciale tewerkstellingsvergunning meer nodig. Zij moeten wel een contract hebben met een Nederlandse onderwijsinstelling, waarin duur en doel van het onderzoek zijn vastgelegd. Ook moeten ze over voldoende bestaansmiddelen en een ziektekostenverzekering beschikken. De ministerraad heeft deze zomer ingestemd met een voorstel van minister Donner (Sociale Zaken) en staatssecretaris Albayrak (Justitie) voor een versnelde toelatingspro-
cedure voor deze groep kennismigranten. De regeling gaat waarschijnlijk nog deze maand in. Onderwijsinstellingen kunnen met de Immigratie- en Naturalisatie dienst (IND) een overeenkomst sluiten voor de regeling. Nederland volgt hiermee een Europese richtlijn voor vrij verkeer van wetenschappers naar en binnen de EU. De richtlijn heeft te maken met het streven van de EU om vóór 2010 de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld te worden. De Europese Commissie werkt ook aan een blue card, een Europese
werkvergunning voor niet-Europese kennismigranten. Deze Europese variant op de Amerikaanse green card zou vijf jaar geldig zijn. Kaarthouders zouden binnen die periode makkelijker van het ene naar het andere EU-land kunnen verhuizen. Gezinsleden van kennismigranten in Nederland krijgen verder binnen twee weken een verblijfsvergunning. Ze zijn evenals de kennismigranten vrijgesteld van een inburgeringsplicht. Dat moet het voor buitenlandse kennis migranten aantrekkelijker maken om naar Nederland te komen. (VR)
Minister Plasterk wil internationale hoogleraren naar de bacheloropleidingen halen
ja aropen i ng en Foto: Maarten Hartman
Alles draait om excellentie en diversiteit Excellentie en diversiteit waren dit keer de sleutelwoorden bij de opening van het academisch jaar. Onderwijsminister Plasterk, die bij Saxion Hogescholen en bij de Universiteit Utrecht sprak, wil internationale tophoogleraren naar de bacheloropleidingen halen. Minister Van der Hoeven (Economische Zaken) ziet Nederlandse studenten graag met buitenlanders concurreren om de beste opleidingsplaatsen. Volgens de minister, die op de Erasmus Universiteit Rotterdam sprak, moet straks minstens 10 procent van de
6 | oktober 2007 | transfer
studenten uit het buitenland komen. De Maastrichtse collegevoorzitter Jo Ritzen waarschuwde voor een afname van die instroom naarmate de kennissector in ontwikkelingslanden en opkomende landen groeit. Alleen door brain circulation, innovatief onderwijs en hogere onderwijsparticipatie kan Nederland volgens Ritzen zijn positie behouden. Bij de opening van het hogeschooljaar lag het accent minder op internationalisering. Maar ook daar werd gehamerd op het belang van hogere kwaliteit. Volgens Doekle Terpstra, die sprak
bij Fontys Hogescholen, vertrouwt het competentiegericht onderwijs soms te veel op de zelfstandigheid van studenten. De voorzitter van de HBO-raad wees erop dat sommige studenten meer begeleiding en kennisoverdracht nodig hebben. Karel van Rosmalen, collegevoorzitter van de Hogeschool Zuyd, sprak over de ontwikkeling van hogescholen tot ‘kennispoorten’. Hij benadrukte in dat kader het belang van Euregionale samenwerking met instellingen en bedrijven. (VR)
Buitenlandse studenten aan de Rijksuniversiteit Groningen worden met Hollandse patat verwelkomd
Meer buitenlandse studenten in Nederland Het is nog onduidelijk of studenten uit landen buiten de EER (de EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) worden afgeschrikt door de hogere collegegelden die sommige instellingen nu, vooruitlopend op het nog in te voeren kennisbeurzenstelsel, van deze groep vragen. Daarover hebben nog niet alle instellingen cijfers beschikbaar. Bij de TU Delft, waar het collegegeld voor de bacheloropleidingen voor deze groep was verhoogd van 2.000 naar 5.000 euro, was het aantal niet-EER-studenten in ieder geval niet gedaald maar juist gestegen met tien tot twintig procent. Het totale aantal buitenlandse studenten in Nederland steeg dit jaar ook met duizend tot ruim 6.300. De jaren daarvoor schommelde het aantal rond 4.000. De toename heeft te maken met de versnelde immigratieprocedure voor buitenlandse studenten die voor Nederland een visum nodig hebben. Sinds 1 augustus hoeven zij dat niet meer via de gemeente aan te vragen maar kunnen zij bij een speciaal loket van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) direct een visumaanvraag indienen. Daarnaast speelt het grote aanbod van Engelstalige opleidingen een rol. Nederland telt nu zo’n 1.300 Engelstalige bachelor- en masteropleidingen. Volgens de Nuffic is Nederland daarmee koploper in Europa. In totaal studeren nu zo’n 50.000 studenten in Nederland. Dat is nog altijd minder dan 5 procent van de totale studentenpopulatie. (VR)
Foto: Elmer Spaargaren
Kennismigranten sneller aan de slag
Meer particulier geld Hogeronderwijsinstellingen in de hele wereld worden steeds afhankelijker van particuliere investeerders. Dat staat in een recent rapport van het Amerikaanse Institute for Higher Education Policy. Voornaamste reden is de enorme groei van studentenaantallen en de vraag naar hoog opgeleiden. Instellingen zoeken daardoor vaker partners in de privé-sector en meer landen vragen collegegeld. In opkomende landen als Argentinië en Chili is de verhouding publiek/privaat in de totale onderwijsuitgaven bijna 50–50. In westerse landen draagt de privé-sector gemiddeld 23 procent bij en dat percentage stijgt. Volgens het instituut is dat onvermijdelijk, omdat overheden de stijgende kosten niet meer zelf kunnen betalen. Een mogelijk gevolg is minder ruimte voor onderzoek en typisch publieke voorzieningen zoals universiteitskranten. Study abroad-bureaus onder vuur In de Verenigde Staten loopt een gerechtelijk onderzoek naar bureaus die study abroad-programma’s organiseren voor onderwijsinstellingen. Zij hebben instellingen die studenten inschreven, beloond met bonussen en reisjes. Bijna eenderde van de 200.000 Amerikaanse studenten in het buitenland maakt gebruik van study abroad-programma’s. De VS willen overigens meer studenten naar het buitenland sturen. Volgens een wetsvoorstel moeten de komende tien jaar jaarlijks 1 miljoen studenten naar het buitenland kunnen. Daarvoor is een investering van 80 miljoen dollar nodig. Noord-Korea gaat internationaal Noord-Korea bouwt een Engelstalige universiteit voor ruim 2.000 getalenteerde studenten. De Pyongyang University of Science and Technology is de eerste particuliere instelling in het ontoegankelijke land. De universiteit mag buitenlandse staf aantrekken en moet de aanzet geven tot een NoordKoreaanse Silicon Valley. Het complex wordt vooral betaald door christelijke organisaties en de omvangrijke NoordKoreaanse gemeenschap in de VS. Zuid-Korea doneerde 1 miljoen dollar. Chinees leren in Afrika De Chinese bemoeienis met Afrika heeft zich uitgebreid tot het hoger onderwijs. China tekende onlangs overeenkomsten met onder meer Zuid-Afrika en Libië voor de ontwikkeling van instituten, technische opleidingen en de verspreiding van de Chinese cultuur. Volgens het Chinese persbureau Xinhua News studeren al 8.000 Afrikanen Chinees in eigen land. China is inmiddels Afrika’s derde handelspartner en importeert ongeveer eenderde van zijn olie uit Afrika. Critici van de Chinese vorm van ontwikkelingssamenwerking menen dat het economisch snel opkomende land alleen maar uit is op eigen belang. (VR)
transfer | oktober 2007 | 7
i ntervi ew
i s s
wo r dt
e rasmu s
on der d eel
van
u n ive rs iteit
‘Internationaal onderwijs heeft lang
Tienduizend afgestudeerden heeft het Institute of Social Studies sinds de oprichting in 1952 afgeleverd.
in verdomhoekje gezeten’
Daarmee heeft het Haagse instituut een flinke bijdrage geleverd aan de capaciteitsontwikkeling in de Derde Wereld. Na 55 jaar verliest het ISS zijn zelfstandigheid. Rector Louk de la Rive Box treurt er niet om. ‘Onze
Foto: Serge Ligtenberg
plaats is ín het hoger onderwijs, niet ernaast.’
Deze maand viert het Institute of Social Studies snel toe. “Wij krijgen steeds meer concurrenten. (ISS) zijn 55-jarig bestaan. Het wordt een typische Zes Nederlandse universiteiten bieden nu een ISS-lustrumweek met onder meer een tweedaagse Engelstalige master Development Studies aan, in wetenschappelijke conferentie over de sociale Europa zijn het er 140.” In zo’n competitieve omgegevolgen van snelle verstedelijking in ontwikkelingsving is een klein instituut als het ISS te kwetsbaar, landen. Verder zijn er een publiek debat over groeianalyseert Box. Daarom is het goed dat het internasteden onder leiding van Jan Pronk, een ceremoniële tionaal onderwijs opgaat in het wetenschappelijk diesviering in de Ridderzaal waarbij ook eredoctoonderwijs. “Onze plaats is ín het Nederlandse hoger raten worden uitgereikt en een creatieve feestdag onderwijs, niet ernaast.” voor de 350 internationale studenten die in Den Haag Fremdkörper een cursus of opleiding volgen. Zes universiteiten toonden belangstelling voor het Het is het laatste lustrum dat het ISS als zelfstandig ISS. Dat wijst op een klimaatverandering, want de instituut viert. De vijf instellingen voor internatiuniversiteiten hebben de kleine instellingen voor onaal onderwijs, gefinancierd door het ministerie internationaal onderwijs lang niet van Onderwijs, moeten opgaan zien staan. “Ze hebben ons opgein het reguliere hoger onder“Nederland moet de vraag richt en daarmee waren ze in de wijs. Daarom wordt het ISS per 1 jaren vijftig hun tijd ver vooruit. januari onderdeel van de Erasmus van de internationale Maar daarna hebben ze ons geneUniversiteit Rotterdam. Rector geerd. We hebben jarenlang in het Louk de la Rive Box (meestal student centraal stellen, verdomhoekje gezeten”, stelt Box. kortweg Louk Box genoemd) is er “We konden niet echt meedoen niet rouwig om. Hij is juist blij met anders loopt het slecht af” op het universitaire speelveld. de overname. En niet alleen omdat NWO-subsidies waren bijvoorhet ISS relatief autonoom blijft, beeld niet voor ons weggelegd. We met een eigen bestuur en raad van waren echt een Fremdkörper in het hoger onderwijs.” toezicht. “We verheugen ons op de academische Of de missie van het internationaal onderwijs is impuls. Wij kunnen profiteren van de deskundigveiliggesteld nu de instituten bij de universiteiten heid bij de Erasmus Universiteit, bijvoorbeeld op het worden ondergebracht, is de vraag. De visie op gebied van migratiesociologie. Omgekeerd kunnen internationalisering die in het hoger onderwijs wij misschien een nieuwe impuls geven aan de domineert, staat lijnrecht tegenover die van het ISS. ontwikkelingseconomie. In de periode-Tinbergen Internationaal onderwijs is voor het ISS een vorm was Rotterdam daar groot in, nu bestaat die discivan ontwikkelingssamenwerking – tegenwoordig pline er nauwelijks meer.” meestal capaciteitsontwikkeling genoemd – en is Concurrenten gebaseerd op nauwe banden met opleidingsinstiDe instellingen voor internationaal onderwijs tuten in de Derde Wereld. “Het ISS richt zich sterk waren lang de enige instituten die Engelstalig op de vraag uit ontwikkelingslanden”, stelt Box. onderwijs op wetenschappelijk niveau aanboden. De universiteiten zijn, met hun concurrentie op de “De Nederlandse universiteiten waren erg gesloten internationale studentenmarkt, juist sterk aanbodgevoor buitenlanders”, stelt Box, die eerder hoogricht. “Die visies botsen. Er is nog niet genoeg nageleraar was in Utrecht en Maastricht. Maar sinds dacht hoe je die stromingen bij elkaar moet brengen. de jaren negentig neemt de internationalisering Het ministerie van Onderwijs denkt vooral vanuit
transfer | oktober 2007 | 9
actu e e l
levera nc i er
van
verdiende in China te weinig om hier te worden toegelaten”, foetert hij door. Gelukkig is het klimaat aan het veranderen. Door de gedragscode die onder het vorige kabinet tot stand is gekomen, worden buitenlandse studenten een stuk gemakkelijker toegelaten. En de toon van het huidige kabinet – vooral die van staatssecretaris Albayrak – is gastvrijer. “Maar de sfeer hier in Nederland is nog steeds om te snijden”, vindt Box. “Racisme viert hoogtij en daar lijden onze studenten onder. Niet voor niets zegt driekwart van de expats die in Den Haag wonen, Nederland zo snel mogelijk te willen verlaten. De vorige regering is zich onvoldoende bewust geweest van de gevolgen van het restrictieve toelatingsbeleid.”
op de
twee door haar beheerde samenwerkingsprogramma‘s met ontwikkelingslanden direct moeten worden afgebouwd. Het geld dat vrijkomt, is nodig voor de vernieuwing van internationaal onderwijsbeleid.
Het ISS heeft altijd ups en downs gekend, maar nu is het erop of eronder, meent Box. Het lot van het internationaal onderwijs is in handen van de universiteiten. De rector is niet helemaal gerust dat zij de traditie van het Nederlandse hoger onderwijs op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, goed beheren. “De nieuwe beleidsnota van de Nuffic leunt sterk op de marktgerichte benadering van internationalisering. Er stond bijna niets in over ontwikkelingssamenwerking. De universiteiten moeten echt op hun zaak letten: verkwansel de Nederlandse traditie niet!”
In 2012 valt het doek voor het NFP-programma (beurzen voor studie aan Nederlandse instellingen) en het NPT-programma (levering van Nederlandse kennis aan (onderwijs)instellingen en overheden in ontwikke lingslanden). Tegelijk kondigde het ministerie aan dat de opdracht voor het beheer van eventuele nieuwe programma’s niet automatisch naar de Nuffic zal gaan. Het zal openbaar en Europees aanbesteed worden. Sinds het Schokland-schandaal wordt op het departement de naleving van de aanbestedingsregels nauwgezet gecontroleerd. Het betekent dat de Nuffic geen nieuwe contracten mag sluiten voor NPT-projecten. Voor 2008 mogen nog beurzen worden toegekend, daarna niet meer. En omdat het beheerscontract met de Nuffic eind 2007 afloopt, wordt zelfs de opdracht voor de afbouw van de twee programma‘s opnieuw aanbesteed.
Yvonne van de Meent
ambassad eu rs
vo or
schop
Midden in de zomer liet minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking de Nuffic weten dat de
Marktgericht
n ed er l an d
Het ISS werd in 1952 (samen met de Nuffic)
lingen in de tropen te bundelen. “Die deskun-
steeds vaker in ontwikkelingslanden gegeven.
opgericht door de Nederlandse universiteiten
digheid kwam vrij door de dekolonialisatie
In Vietnam verzorgt het ISS, samen met een
en het ministerie van Onderwijs. Founding
van Indonesië. Vooral Wageningen en Delft
plaatselijke universiteit, al 25 jaar een master
fathers waren onder anderen de Wageningse
hadden tropische wortels.”
ontwikkelingseconomie. Ook in Tanzania en
hoogleraar Egbert de Vries en de latere
Het ISS heeft ongeveer 150 medewerkers en
sinds kort Suriname kunnen studenten een
Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen. Het insti-
een jaarbudget van 13 miljoen euro. Elk jaar
ISS-masterprogramma volgen.
tuut verzorgde Engelstalige post-academi-
beginnen 180 tot tweehonderd studenten
Afgelopen januari reikte de Haagse burge-
sche opleidingen voor overheidsfunctionaris-
aan het masterprogramma Development
meester Deetman het tienduizendste ISS-
sen uit ontwikkelingslanden met minimaal
Studies. Daarnaast verzorgt het ISS sinds de
diploma uit aan Robert Okeny uit Oeganda.
vijf jaar werkervaring.
oprichting korte praktijkgerichte diploma-
“Het ISS heeft niet alleen een flinke bijdrage
Het ISS was niet de eerste Nederlandse
cursussen en een PhD-traject. Het ISS is het
geleverd aan de capaciteitsontwikkeling in
instelling voor internationaal onderwijs. “Het
enige instituut voor internationaal onderwijs
het Zuiden, maar ook tienduizend ambas-
ITC in Enschede was er net iets eerder”, weet
dat over het ius promovendi beschikt en mag
sadeurs voor Nederland afgeleverd”, conclu-
rector Louk Box. ITC en ISS werden opgericht
dus het doctoraat verlenen.
om de expertise op het gebied van ontwikke-
De masteropleiding en cursussen worden
10 | oktober 2007 | transfer
programma’s
Geschokt De betrokken partijen in Nederland zijn geschokt, vertelt Martien Molenaar, SAIL-voorzitter en rector van het International institute for geo-information science and earth observation in Enschede. Niet alleen door de inhoud, maar ‘ook door de botheid’, want ze moesten het nieuws van de Nuffic horen, zonder dat er enig mondeling overleg was geweest. In de honderd dagen dat Koenders kennis maakte met het veld van ontwikkelingssamenwerking, heeft hij geen partijen uit het hoger onderwijs ontmoet. “We hebben de indruk”, zegt Molenaar, “dat hij nog niet veel over het onderwerp heeft nagedacht.” De HBO-raad schreef de minister namens VSNU, Nuffic en SAIL bezorgd te zijn over de continuïteit van projecten. Cursussen die al gepland zijn, krijgen straks minder studenten. Aanvragen die partners in ontwikkelings-
deert Box tevreden. (YvdM)
Foto: Roel Burgler
het beheer, het wil gewoon niet te veel instellingen.” Box is ervan overtuigd dat de twee visies te integreren zijn en dat de universiteiten hun voordeel kunnen doen met de internationale ervaring van het ISS en de andere instituten. “De Erasmus Universiteit heeft vooral contacten in het Westen en kan ons netwerk in het Zuiden goed gebruiken. Ons netwerk in India is vijftig jaar oud. ISS-alumni zitten daar op invloedrijke posities. Er zijn ministers bij, rectoren van universiteiten.” Als het Nederlandse hoger onderwijs op de internationale markt wil overleven, moet het de vraag van de student centraal stellen, vindt Box. Precies zoals het ISS altijd heeft gedaan. “Als het bij aanbod gerichte internationalisering blijft, komen we van een koude kermis thuis. De concurrentie met de VS, Groot-Brittannië en Australië is hevig en daar komen nu Hong Kong, Singapore en China bij. Nederland moet zich met kwalitatief hoogwaardige opleidingen op niches in de markt richten, anders kan het slecht aflopen”, waarschuwt de rector. Dat het Nederlandse hoger onderwijs het niet best doet op de internationale markt, hebben de instellingen niet uitsluitend aan zichzelf te danken. “Het migratiebeleid van het vorige kabinet was een ramp. Nederland werd echt afgeraden als gastland voor internationale studenten”, stelt Box. “Wij hebben twee medewerkers in dienst die zich alleen bezighouden met de IND. We zijn twee jaar beziggeweest een medewerker van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen hierheen te halen. Zij
Ontwikkelings-
landen nu formuleren, worden niet meer in het kader van het NPT-programma gepubliceerd en het Internationaal Onderwijsbeleid komt in een vacuüm terecht. En dat terwijl minister Van Ardenne juist besloten had om de middelen voor NFP en NPT uit te breiden. “We stellen vast”, schrijft HBO-raad voorzitter Terpstra, “dat dit meerjarenbeleid met onmiddellijke ingang is stopgezet.”
Ontbinding van hulp De grootste zorg geldt het feit dat NFP en NPT worden afgebouwd voordat er nieuw beleid is. De twee programma’s zijn vorig jaar geëvalueerd – tamelijk positief –, maar het ministerie heeft het eindrapport nog niet met de betrokken partijen besproken. Een van de aanbevelingen is dat samenwerking met ontwikkelingslanden meer dan in het huidige NPT moet passen bij het Europese beleid van harmonisering. In 2005 hebben meer dan honderd ministers en hulporganisaties nieuwe afspraken gemaakt (Paris Declaration) om hulp aan arme landen nog meer te stroomlijnen. Doublures of tegenstrijdigheid in het beleid van verschillende donoren moeten zo worden voorkomen. In die lijn ligt ook het idee van ‘ontbinding van de hulp’, dat al jaren speelt. Met geld dat Nederland een arm land geeft, zou bijvoorbeeld ook kennis uit België betaald mogen worden. Is dat een van de elementen voor nieuw beleid waarover het ministerie nadenkt? De Directie Culturele Samenwerking, Onderwijs en Onderzoek kan er nog niets over zeggen.
Dorrit Van Dalen Het evaluatieraport is te vinden via www.minbuza.nl/nl/themas,socialeontwikkeling/onderwijs/hoger-onderwijs/Evaluatie-NPT-en-NFP.html
transfer | oktober 2007 | 11
ac htergro n d
steeds
me er
stu denten
vo or
vol l e d i g e
o p l e i d i n g
n a a r
bu iten l a n d
Sinds dit studiejaar mogen Nederlandse studenten hun studiefinanciering over de hele wereld meenemen. Weinig staat hen nog in de weg om een complete opleiding in het buitenland te volgen. Maar hoe kies je een land? En welke studie is geschikt? Via www.newstudent.nl kunnen avonturiers contact zoeken met studerende en afgestudeerde expats.
Eigenlijk heel vreemd, vond Jeroen Broekema. Hij wilde na zijn studie bestuurskunde in Leiden een master in het buitenland gaan volgen en had allerlei vragen, maar niemand kon hem daarbij helpen. “Ik wilde weten of het echt zo moeilijk was om bij een topuniversiteit binnen te komen. En wat ik kon verwachten van het onderwijs en de docenten op die universiteiten.” Wie zouden die vragen nu beter kunnen beantwoorden dan Nederlandse studenten die de stap al hadden gezet, dacht Broekema. “Maar niemand wist welke Nederlanders studeerden of hadden gestudeerd aan de universiteiten waarvoor ik belangstelling had. Hun informatie ging zo verloren.”
Profielen De bevindingen van Broekema, thans masterstudent aan de London School of Economics, kwamen ruwweg overeen met die van zijn oud-studiegenoot uit Leiden, Scott Douglas, die nu in Oxford studeert. Samen begonnen ze een jaar geleden NEWS, wat staat voor Nederlandse Wereldwijde Studenten. NEWS is in de eerste plaats een digitaal platform, een soort Hyves voor Nederlandse studenten die in het buitenland een complete opleiding volgen, hebben gevolgd of willen volgen. Broekema: “Op onze site staan nu ongeveer driehonderd profielen van leden. Die leden geven informatie over de opleidingen die zij hebben gedaan, aan welke universiteiten zij hebben gestudeerd en welke baan zij nu hebben.
12 | oktober 2007 | transfer
Of ze zijn juist op zoek naar informatie. Scholieren en studenten in Nederland kunnen als NEWS-lid via onze website een ander NEWS-lid benaderen als ze vragen hebben over een bepaald land of een specifieke universiteit of opleiding. En klaarblijkelijk groeit die behoefte, want we hebben elke dag wel vijf tot zes aanmeldingen.” De Nuffic zegde steun toe aan NEWS. De organisatie beschouwt studenten die een volledige studie in het buitenland willen gaan volgen, als een belangrijke doelgroep. Een groeiende doelgroep ook, want door de kortere studies in het bachelormasterstelsel en de nu wereldwijde dekking van de studiefinanciering, zullen naar verwachting steeds meer studenten de stap durven wagen. “Bij hun eigen universiteit kunnen deze studenten niet terecht; universiteiten richten zich vooral op het aantrekken en behouden van studenten”, vertelt Maryse Laseroms van de Nuffic. “Wij hopen hen wel te kunnen helpen.”
Meer dan voorlichting Een enquête heeft uitgewezen dat eenderde van de Nederlandse bachelor-, master- en PhD-studenten in het buitenland graag voor vertrek contact had gehad met andere Nederlanders op de universiteit van hun keuze. “Zo’n pool van ervaringsdeskundigen ontbrak nog”, stelt Laseroms vast. “En ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben van wat NEWS binnen een jaar heeft neergezet.” Julius Heyning, bedrijfskundestudent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is een van de studenten die gebruikmaken van het digitale NEWS-platform. “Ik wil een master in Melbourne gaan volgen en heb sinds kort mailcontact met een Nederlandse jongen die in Australië studeert. Hij vertelde mij dat de aanmeldprocedure daar flink korter is dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Voor mij is dat waardevolle informatie. Je moet veel zelf uitzoeken wanneer je een opleiding in het buitenland wilt doen, dat is echt anders dan bijvoorbeeld bij een uitwisselingsproject.” Maar NEWS wil meer zijn dan alleen een voorlichtingsinstrument. In tal van steden zijn al NEWSgroepen ontstaan van Nederlandse expats. Onder
Illustratie: Niels Bongers
De ervaringsdeskundige helpt
meer in Parijs, Londen en New York “Ons doel is dat iedereen student. “Er is nu eenmaal wat lef ontmoeten studenten en alumni voor nodig om je studie echt over elkaar regelmatig voor een borrel die in het buitenland gaat een heel andere boeg te gooien.” of activiteit. “Niet dat we nu per Tegelijkertijd wil hij het stigma van se onder Nederlanders willen zijn, studeren, automatisch bij een toekomstig old boys’ network maar het is voor studenten toch voorkomen. “De ledenlijst wordt aardig om te horen hoe het mensen NEWS terechtkomt” steeds gevarieerder: verschillende na hun studie vergaat”, vertelt landen en soorten studies, zeer Broekema. “En verder is het gewoon uiteenlopende carrières. Wij hopen gezellig om samen een borrel te drinken. In Oxford dat iedereen iets aan NEWS kan hebben. De een hebben we vorig jaar een election night gehouden op zoekt misschien gezelligheid, de ander hoopt op een de dag van de verkiezingen in Nederland.” netwerkcontact en weer een ander zoekt informatie over een universiteit. Ons uiteindelijke doel is dat High potentials iedereen die in het buitenland gaat studeren, automaInmiddels zijn ook grote bedrijven geïnterestisch bij NEWS terechtkomt.” seerd geraakt. Een van de partners van NEWS is Blijven afgestudeerde NEWS-leden na hun studie ABN AMRO. Tijdens een NEWS-bijeenkomst in eigenlijk in het buitenland hangen? Broekema: “In Amsterdam gaf de bank deze zomer enkele workhoeverre dat het geval is, durf ik niet te zeggen. Vaak shops. Inez Heeremans, verantwoordelijk voor de keren mensen op wat latere leeftijd toch terug.” externe communicatie van de recruitmentafdeling, Transfer benaderde via de NEWS-site Anne Ketelaar, ziet in de NEWS-leden high potentials. “Het zijn organisatieadviseur in Londen. Zij liet per mail weten initiatiefrijke mensen die op een speciale manier dat haar baan en die van haar partner haar voorlopig internationale ervaring opdoen en vaak aan een goede in Engeland houden. Maar inderdaad: ooit keert ze universiteit studeren.” terug. Ook Broekema denkt dat de NEWS-leden zich Xander Bronkhorst onderscheiden van de doorsnee uitwisselings
transfer | oktober 2007 | 13
rusl an d
eco nomi e
s pe c ial
-
e n
man agementstu d i es
s c h i eten
a ls
pad d enstoe l e n
u it
d e
g ro n d
Foto: Galligani/Contrasto/Hollandse Hoogte
Hoger onderwijs telt weer mee in Rusland
Studenten van het Smolny College in Sint Petersburg
Het Russische hoger onderwijs krabbelt, na de economische crisis in de jaren negentig, weer op. De studentenaantallen zijn de laatste jaren flink gestegen en het aantal instellingen is explosief gegroeid. Hoger onderwijs is booming business in Rusland.
14 | oktober 2007 | transfer
Dit voorjaar kregen buitenlandse studenten aan structuur stortte ineen, een enorme braindrain was de prestigieuze Medische Academie Setsjenov in het gevolg. Gerenommeerde atoomgeleerden, fysici Moskou drie dagen huisarrest opgelegd. De reden: en andere wetenschappelijke kopstukken zochten Russische ultranationalisten zouden de verjaardag hun heil in de Verenigde Staten en West-Europa. van Hitler kunnen aangrijpen om gekleurde buitenDe universiteiten liepen leeg. “Het hoger onderwijs landers te molesteren. Ze konden daarom maar beter had geen enkel aanzien meer en er was niets in te binnen blijven, vond de universiteit. De oproep werd verdienen. Een prostituee of crimineel had meer niet voor niets gedaan; in 2006 werden vijf buitenstatus dan een dokter”, aldus Does. landse studenten vermoord. Ook de instroom van jonge docenten stagneerde. Het Racisme is niet het enige probleem in het Russische huidige docentenkorps is op leeftijd. En deze oude hoger onderwijs. Het communisgarde verzet zich tegen modernisetische regime heeft zijn sporen ring. Het Russische hoger onder“Westerse student nagelaten. Een van de erfenissen is wijs behoort dan ook niet tot de een strak georganiseerd en uniform wereldtop. “Rusland denkt dat het heeft weinig te zoeken onderwijssysteem dat niet meer onderwijs van hoge kwaliteit is, aansluit op de moderne arbeidsmaar als je kijkt naar de internatioin Rusland” markt. Het aantal lesuren is tot nale ranglijsten valt het wel mee”, achter de komma vastgesteld en er is zegt Does. “De beste universiteit, weinig aandacht voor vaardigheden die van Moskou, staat op plaats 93. en praktijkkennis. Dat is vergelijkbaar met steden als Shanghai en New Modernisering van het hoger onderwijs staat hoog Delhi, niet met Harvard en Cambridge. De bevolking op de agenda maar de veranderingen gaan langzaam. is over het algemeen goed opgeleid, maar steekt niet In 1992 werd een nieuwe onderwijswet ingevoerd, boven de concurrenten uit.” die de hervormingen een flinke impuls moest geven. Het Russische bètaonderzoek heeft overigens wel een De wet benadrukt decentralisatie van het onderwijs goede naam – een erfenis van het communistische systeem en belooft de 89 provincies verregaande verleden. Toen lag de nadruk in de sterk geïndustriautonomie bij het ontwikkelen van een eigen onderaliseerde natie op de technische wetenschappen. De wijsbeleid. Een ware revolutie in het Russische kwaliteit van die opleidingen is nog steeds hoog. onderwijs. Maar de weerstand in de Staatsdoema Corruptie – het Russische parlement – is groot. Ook de econoEen speerpunt in de hervorming van het Russische mische crisis die het land in de jaren negentig aan de onderwijs is de invoering van een staatsexamen voor rand van de afgrond bracht, heeft niet geholpen om alle middelbare scholieren. Dit nieuwe systeem moet het onderwijs snel te moderniseren. een eind maken aan de toelatingsprocedures van Enorme braindrain universiteiten die jarenlang gepaard gingen met veel “Rusland is zich aan het herstellen van de verniecorruptie. Omdat bij die toelatingsexamens de beste tigende jaren negentig”, stelt Ruslandkenner René resultaten tellen, volgen veel scholieren, ver vóór Does. Hij doceerde aan het Oost-Europa Instituut hun eindexamen, privélessen bij de faculteit van hun van de Universiteit van Amsterdam en is hoofd keuze. “Voor veel docenten is dit een manier om hun redacteur van Prospekt, een tweemaandelijks tijdinkomen wat op te vijzelen. Leden van toelatingsschrift over Rusland. “In die jaren was er nauwelijks commissies worden omgekocht en de best betalende geld voor hoger onderwijs, slechts 1 tot 2 procent van scholieren zijn verzekerd van een plaats”, vertelt de overheidsuitgaven.” De hogeronderwijsinfraDoes. Corruptie is nog steeds een groot probleem in
transfer | oktober 2007 | 15
r u sl a n d
s p e c i a l
‘Russische student wil graag
Nieuwe opleidingen Na de rampzalige jaren negentig telt het hoger onderwijs in Rusland weer mee. Het aantal studenten is enorm toegenomen, van 2,6 miljoen in 1993 tot momenteel bijna 7 miljoen. Ook het aantal instellingen is enorm gestegen. De particuliere sector groeit en bloeit. Begin jaren negentig telde Rusland 78 particuliere instellingen, in 2004 waren het er al 409. Deze particuliere instituten richten zich vooral op economische en managementopleidingen. In het moderne Rusland is daar veel vraag naar. Veel van deze opleidingen zijn (nog) niet erkend en de kwaliteit is dan ook niet altijd gegarandeerd. Ruslandkenner Does verwacht dat het Russische hoger onderwijs, na de hausse aan nieuwe opleidingen, de komende jaren zal normaliseren. Sinds 2003 hoort Rusland bij de Bolognalanden en dit studiejaar is overal het bachelor-masterstelsel ingevoerd. Dat zal leiden tot meer afstemming op het Europese hoger onderwijs en betere kwaliteits bewaking. Ook zal er een schifting komen tussen goede en slechte opleidingen, denkt Does. Dat komt onder meer door de demografische crisis die Rusland teistert. Door een laag geboortecijfer en een hoog sterftecijfer krimpt de bevolking ieder jaar met 700.000 zielen. In 1991 telde het land 148 miljoen inwoners, in 2005 waren het er 143 miljoen en volgens de
16 | oktober 2007 | transfer
prognoses zullen het er in 2050 nog maar 90 tot 120 miljoen zijn. De komende decennia zullen er dus steeds minder studenten zijn. “Instellingen strijden nu al om de beste studenten en die concurrentie zal alleen maar toenemen. Slechte opleidingen zullen het veld moeten ruimen omdat er geen markt voor is.”
Levensbelang Gezien deze demografische ontwikkeling is het voor Rusland van groot belang om studenten vast te houden. Meegaan in de internationaliseringstrend kan ertoe leiden dat de beste studenten vertrekken. Wil Rusland dat wel? “Niet meedoen is ook geen optie”, stelt Does. “Rusland moet aansluiting houden met de moderne wereld. Dat is van levensbelang. Het is goed dat de contacten met het Westen worden aangehaald. Dat leidt tot meer openheid en meer democratie.” Een onderwijskantoor zoals het op te richten Netherlands Education Support Office (Neso) in Moskou kan de mobiliteit van studenten versnellen, denkt hij. “Rusland heeft geen traditie van studeren in het buitenland. Dat komt ook door de slechte talenkennis. Rusland is een wereldmacht, men is niet geneigd een andere taal te leren. Kinderen van rijke Russische ondernemers gaan nu opleidingen volgen in het Westen. Maar voor een getalenteerd kind uit de arbeidersklasse is het een brug te ver. Er zijn zo veel barrières te nemen. Een onderwijskantoor kan die ontwikkeling versnellen, bijvoorbeeld door uitwisselingen te stimuleren.” De concurrentie op de internationale onderwijsmarkt is groot, maar volgens Does staat ons land goed aangeschreven in Rusland. “Nederland is zeker niet kansloos.” Westerse studenten hebben weinig te zoeken in Rusland, denkt Does. “Het onderwijs is niet van heel hoge kwaliteit, de opleidingen zijn in het Russisch en het kost veel tijd om een visum te krijgen. Als Rusland aantrekkelijker wil worden voor buitenlandse studenten, zal er streng moeten worden opgetreden tegen racistisch geweld.” Hoopgevend in dat opzicht is dat onlangs drie skinheads in totaal 35 jaar cel hebben gekregen voor de moord op een buitenlandse student. Het is voor het eerst dat zulke lange gevangenisstraffen zijn opgelegd voor een moord uit racistische motieven.
Els Heuts
In het moderne Rusland is veel vraag naar goed hoger onderwijs. Reden voor Nederland om zich op deze groeimarkt te begeven. Charles Hoedt, beoogd directeur van Nederlands nieuwste onderwijskantoor in wording, ziet voldoende kansen. ‘We moeten niet alleen in de grote steden werven.’
Het Netherlands Education Support Office (Neso) wordt naar verwachting gehuisvest in een gepaste omgeving: er is ruimte gereserveerd in de staats bibliotheek voor internationale literatuur in het centrum van Moskou. Ook landen als GrootBrittannië, Japan, Canada en de Verenigde Staten hebben hier een onderwijssteunpunt. “Een prima locatie”, vindt beoogd directeur Charles Hoedt. “Er is al veel inloop van studenten.” Tot nu toe hebben Russen weinig animo om over de grens te studeren. Slechts een half procent van de totale studentenpopulatie doet het. Voor veel Russen is een buitenlands verblijf simpelweg te duur. Ook is er geen traditie om internationale studie-ervaring op te doen.
Afgesloten wereld Maar er is een kentering gaande, weet Hoedt. “Russische bedrijven opereren steeds internationaler en studenten willen graag ervaring opdoen in het buitenland. De arbeidsmarkt vraagt dat ook.” De beoogd directeur heeft die ontwikkeling van nabij meegemaakt. Na een journalistiekopleiding en OostEuropese studies vestigde hij zich in 1998 in Sint Petersburg als freelance journalist. “Het Oostblok heeft me altijd gefascineerd”, vertelt hij. “Op school leerde je niet veel over deze landen. Het is lang een afgesloten wereld geweest.” Hij richtte een mediabureau op en zette voor het consulaat marketingcampagnes op om Nederland te promoten. Ook was hij redacteur van de nieuwsbrief van het Nederlands Instituut in Sint Petersburg dat de Nederlandse universitaire wereld in Rusland vertegenwoordigt. Hoedt is nu bezig met de voorbereidingen om een nieuw onderwijssteunpunt te realiseren. Hij werkt onder meer aan een marketingplan om de mogelijkheden voor het Nederlandse hoger onderwijs in
Charles Hoedt, beoogd directeur van het nieuwe Neso-kantoor.
Foto: Serge Ligtenberg
Rusland. “Jaarlijks wordt er 600 miljoen euro aan steekpenningen uitgegeven.” Vanaf 2009 leggen alle Russische middelbare scholieren hetzelfde eindexamen af. In 2006 nam al 60 procent deel aan het staatsexamen waardoor er al een halt is toegeroepen aan corrupte praktijken. Niet alle universiteiten zijn overigens gelukkig met het staatsexamen. Zo hecht de Staatsuniversiteit van Moskou sterk aan haar eigen toelatingsexamen. Rusland heeft voldoende opleidingscapaciteit, maar een plaats op de beste universiteiten is niet voor iedereen weggelegd. Voor de gerenommeerde staatsuniversiteiten van Moskou en Sint Petersburg melden zich veel meer gegadigden dan er plaatsen zijn. Universiteiten op hun beurt strijden om de beste studenten. Omdat een internationale uitstraling allure geeft, wordt internationalisering mede gebruikt voor de studentenwerving in eigen land.
naar het buitenland’
kaart te brengen. De concurrentie op de Russische internationale onderwijsmarkt is groot. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland zijn populair onder de Russische studenten die de stap wagen om in het buitenland te gaan studeren (zie ook pag. 23). Een speler van formaat zal Nederland op deze markt niet worden, maar er zijn genoeg mogelijkheden. “In Rusland is bijvoorbeeld veel vraag naar goede MBA-opleidingen”, weet Hoedt. “De Vlerick Leuven Gent Management School is in dat gat gesprongen door in Petersburg een dependance te starten. Die loopt erg goed. Belgische docenten worden ingevlogen. Ons onderwijs daarheen brengen zou een goede optie kunnen zijn. Het is ook van belang dat we ons met de werving niet alleen op de grote steden richten. Rusland is een enorm land en in de provincies zit ook veel potentieel. Onlangs werd ik benaderd door de universiteit van Perm die een film wil maken over het Nederlandse hoger onderwijs. Dat vond ik heel positief.”
Els Heuts Meer informatie over Neso Rusland via www.nesorussia.com
transfer | oktober 2007 | 17
s pe c ial
De Setsjenov Medische Academie in Moskou trekt van oudsher veel buitenlandse studenten aan. Zij roemen de hoge kwaliteit en de lage studiekosten.
“In India weet iedereen dat je voor een goede studie medicijnen of luchtvaart in Moskou moet zijn. Ik hoorde erover van vrienden en las positieve stukken in de krant. Bij ons heeft het Russische onderwijs een goed imago”, zegt Saranya Hariharan. De 22-jarige Indiase studeert inmiddels vijf jaar aan de Setsjenov Medische Academie in Moskou. Een groot verschil met het onderwijs in India vindt ze de sterke nadruk op theorie in Rusland. “In India is de studie meer op de praktijk gericht.” De kleine groepen maken het iets gemakkelijker om de zware theoretische kost in de Russische taal te begrijpen. “We volgen de colleges in groepjes van zeven. De docenten praten rustig en houden rekening met ons.” De Setsjenov Academie is ingesteld op buitenlandse studenten. Sinds 1949 ontvangt het instituut jongeren uit de hele wereld. De academie telt nu ongeveer 8.600 studenten, onder wie 1.500 buitenlanders. Een deel van de programma’s is daarom in het Engels (medicijnen) of Frans (farmacie) en in
terecht. Zelf ondervindt hij vooral last van de politie. “Als ze bij willekeurige paspoortcontrole’s op straat zien dat ik uit Saoedi-Arabië kom, verwachten ze meestal smeergeld. Dan betaal ik vijftien of dertig euro en is het probleem opgelost.” Alle buitenlandse studenten die Transfer sprak, zijn het over een ding eens: studeren in Moskou is spot-
Priyadarshini Prabakaran
Prabakaran uit, want buitenlandse studenten krijgen in Rusland geen werkvergunning en dus heeft zij geen mogelijkheid om wat bij te verdienen. Ze vindt het niet eerlijk. “Ik heb studerende vrienden over de hele wereld en die mogen wel werken. Moskou is ook nog een van de duurste steden ter wereld.” Een enkeling verdient overigens wel op kleine schaal wat bij.
Achmed
hangt volledig van je eigen houding af. Je hebt het zelf in de hand of je alles uit de opleiding wilt halen of niet”, stelt Achmed. Over de kwaliteit van het onderwijs is hij tevreden, al kan het volgens hem nog beter. In de vijf jaar dat Achmed in Moskou verbleef leerde hij veel over het land en de geschiedenis. In de rijke historie ziet hij een groot voordeel. “Het Russische
Foto’s: Ivo Pertijs
rusl an d
Saranya Hariharan
‘Studeren in Moskou is spotgoedkoop’ de bibliotheek staan zowel boeken in het Russisch als in vreemde talen. Toch dient elke student ook Russisch te spreken, bijvoorbeeld om met een patiënt te kunnen communiceren of het volledige studieprogramma te volgen.
Smeergeld Studenten zien het verplichte leren van de Russische taal als een minpunt. Niet alleen is Russisch een lastige taal om te leren, studenten vragen zich ook af wat ze er in de toekomst mee kunnen doen. “Niemand spreekt Russisch in mijn land, je kunt het er amper gebruiken”, jammert Sanad Alshammari, een 31-jarige student uit Saoedi-Arabië. Na een cursus Russisch begon hij twee jaar geleden een studie farmacie in Moskou. Op de academie studeren maar weinig landgenoten. “Ik ken er vijf, de rest is denk ik te bang om naar Rusland te gaan”, verklaart hij. De angst voor geweld vindt Alshammari deels
18 | oktober 2007 | transfer
goedkoop. “Studeren aan de Setsjenov Medische Academie kost mij nog geen 7.000 dollar per jaar. Dat vind ik gezien de kwaliteit allerminst duur”, zegt Achmed (23) uit Indonesië. In Indonesië is de concurrentie in het medische onderwijs volgens hem groot. “Het is vaak lastig om tot bepaalde universiteiten te worden toegelaten. De keuze voor Moskou ligt dan voor de hand.” Achmed is naar eigen zeggen de enige Indonesische student aan de academie. Ook Alshammari noemt de lage studiekosten als belangrijke reden om in Moskou te gaan studeren. Zijn studie kost hem jaarlijks op de kop af 2.440 dollar, een schijntje volgens de student die financiële steun van de overheid krijgt. “Het ministerie van onderwijs in Saoedi-Arabië betaalt alles voor mij.” Andere studenten zijn aangewezen op de gulheid van hun ouders. Zoals Priyadarshini Prabakaran (21) uit India. “Mijn ouders betalen zowel mijn studie als het volledige levensonderhoud.” Ze moeten wel, legt
medische onderwijs kan het beste uit de ervaringen van de Sovjet-Unie halen en dit combineren met de huidige kennis”, weet de student. Hoewel een diploma van de Setsjenov Medische Academie door de meeste landen Gerespecteerd wordt geaccepteerd, eisen bepaalde De studenten hebben geen spijt van “Er zijn altijd wel landen extra examens en testen de keuze voor Moskou. Ze voelen in eigen land. “Dit betekent studenten die negatief over onder meer dat we een deel van zich welkom op de academie. “Ik heb sterk het gevoel dat wij worden ons werk moeten vertalen”, Indiërs denken” gerespecteerd”, zegt Priyadarshini zucht Priyadarshini Prabakaran. Prabakaran. “Al is er altijd wel een Anderzijds ligt haar toekomst in aantal studenten dat negatief over India en niet in Rusland. Weinig Indiërs denkt.” studenten blijven uiteindelijk in Rusland hangen. Alle studenten noemen het studieklimaat aangenaam, Haar landgenote Saranya Hariharan draait er niet al verschillen de meningen over de vereiste studieomheen. “Ik mis mijn moederland. Zodra ik mijn aanpak. De Saoediër Sanad meent dat studenten erg studie heb afgerond, keer ik definitief terug.” hard moeten studeren, terwijl de Indonesiër Achmed Ivo Pertijs juist vindt dat er behoorlijk veel vrijheid is. “Het Achmed verkoopt tegen een kleine winst telefoonkaarten in het hostel waar hij woont. Niet dat het veel helpt. “De prijzen zijn de afgelopen twee jaar enorm gestegen”, klaagt de Indonesische student.
transfer | oktober 2007 | 19
rusl an d
s pe c ial
steed s
m eer
wi l l e n
n ed er l an d s e
sam enwer k en
i n ste l l i n g e n
m et
d e
ru sse n
Een moeilijk land
Foto: Hollandse Hoogte/Gregor M. Schmidt/Anzenberger
ness management. En hoewel studenten uit (voormalige) ontwikkelingslanden nog steeds de grootste groep buitenlandse studenten vormen in Rusland, zoekt het land steeds meer onderwijssamenwerking met het Westen, onder meer via aansluiting bij het Bolognaverdrag. Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland behoren tot de vijf favoriete landen van de ruim 20.000 Russische studenten in het buitenland. De nationale onderwijsorganisaties van die landen timmeren dan ook flink aan de weg in het gigantische land. The British Council heeft maar liefst elf informatiecentra, EduFrance heeft er zes en de Duitse DAAD drie. Die laatste kent ook een Go East!-programma voor studeren in Oost-Europa en Rusland. Nederland neemt binnen dat geheel een bescheiden positie in. In 2002 – het laatste jaar waarover cijfers beschikbaar zijn – kwamen slechts 255 Russische studenten naar Nederland. De marketing is tot nu toe dan ook niet overdonderend geweest. Tot op heden is er eigenlijk vooral het Nederlands Instituut in Sint Petersburg, dat tien jaar geleden door zes Nederlandse universiteiten werd opgericht. Het verzorgt onderzoeks- en onderwijsprogramma’s op het gebied van taal en cultuur en brengt met exposities en andere activiteiten Nederlandse cultuur onder Russische aandacht.
Rijk land
Na de val van het IJzeren Gordijn liep Nederland voorop in onderwijssamenwerking met Rusland. Toch blijft ons land voorlopig een kleine speler op de Russische onderwijsmarkt. Die markt is moeilijk te veroveren maar heeft doorzetters zeker iets te bieden.
20 | oktober 2007 | transfer
Duizenden Afrikanen, Aziaten en Zuid-Amerikanen trokken tijdens de Koude Oorlog naar Moskou om te studeren aan de Patrice Lumumba Universiteit. De universiteit, genoemd naar een communistische Congolese revolutionair, was bedoeld voor studenten uit socialistische ontwikkelingslanden. Sinds 1992 heet de instelling echter Universiteit van Rusland voor Vriendschap der Volkeren en leren studenten er niet meer over marxistische theorieën maar busi-
Toch was Nederland begin jaren negentig het eerste West-Europese land dat structureel onderwijssamenwerking met Rusland aanging. Op initiatief van toenmalig onderwijsminister Jo Ritzen werd in 1992 CROSS opgericht. Het bureau moest Rusland assisteren bij de onderwijshervormingen die noodzakelijk waren geworden door de ineenstorting van het communistische regime en de overgang naar een vrijemarkteconomie. CROSS organiseerde samen met Russische en Nederlandse onderwijsinstellingen vele projecten voor docententraining, kwaliteitszorg en ict-toepassingen en curricula voor nieuwe sectoren als accountancy, marketing en het bankierswezen. “In de loop der jaren is het accent verschoven van hulp naar samenwerking”, zegt Linda Beijlsmit, directeur van CROSS. “Rusland is nu een rijk land dat zich, zeker onder Poetin, als zodanig positioneert.” Met zijn florerende economie en groeiende midden-
klasse is Rusland bovendien een interessante markt voor het Nederlandse hoger onderwijs, dat voor Russische studenten beter betaalbaar is dan het onderwijs in Engeland of de VS. Steeds meer instellingen zien mogelijkheden in het enorme land. Duke Meijman, slaviste en docente aan de Haagse Hogeschool, zag die acht jaar geleden al. Zij ontwikkelde voor de HEBO-opleiding van de hogeschool (een beroepsopleiding voor internationale betrekkingen en handel) een Rusland-traject met Russisch als bijvak. Ook bouwde ze een netwerk van Russische partners op. “Rusland is politiek en economisch terug op de wereldkaart”, weet Meijman. “Het land is dé energieleverancier van Europa. Russisch is nog altijd de lingua franca voor handel en internationale samenwerking in een groot deel van Azië.”
Interessante kennispartner Jaarlijks vertrekken ongeveer veertien HEBO-studenten een semester naar Rusland voor studie of stage bij overheidsinstellingen, ngo’s of het bedrijfsleven; ongeveer even veel Russische studenten komen hierheen. Zo werkt de hogeschool samen met een instelling in Yaroslavl, van oudsher een belangrijke stad met veel olie-industrie en opleidingen voor die sector. “Het gaat niet alleen om Russisch leren, taalkennis is een middel om die regio voor Nederland te openen. Veel Nederlandse bedrijven zijn er actief”, zegt Meijman. Maar Rusland is om meer redenen een interessante kennispartner. Het land staat bekend om zijn supergespecialiseerde bètaonderzoekers, die Nederland goed kan gebruiken. Russische wetenschappers zijn theoretisch goed onderlegd, terwijl Nederlanders sterk zijn in toepasbare kennis, een goede combinatie voor vruchtbare samenwerking. Ook in de sociologie, filosofie, theologie, kunstgeschiedenis en museumcollectiebeheer werken Nederlandse en Russische instellingen samen. De kwaliteit van het Russische onderwijs mag dan in het algemeen niet meer zijn wat ze was, aan sommige instellingen is die nu heel behoorlijk. Verder hebben Russische studenten door hun brede vooropleiding vaak een goede basiskennis, zeggen instellingen met Ruslandervaring. Toch is samenwerking beslist niet gemakkelijk. Naast de bekende praktische problemen met accreditatie
transfer | oktober 2007 | 21
r u sl a n d
s p e c i a l
Russische Federatie:
feiten en cijfers en visa vormen cultuurverschillen, de taal (vooral wiens hogeschool samen met een Duitse partner in oudere bestuurders spreken vaak geen Engels) en Nizhny-Novgorod een bacheloropleiding internatiode hardnekkige bureaucratie belangrijke obstakels. nale betrekkingen opzette in het kader van Tempus, “Buitenlandse studenten die langer dan drie het EU-programma voor internationale onderwijssmaanden in Rusland verblijven, moeten bijvoorbeeld samenwerking. Ook kan hij vertellen over docenten in eigen land eerst een aidstest afleggen”, vertelt die werden weggelokt door riante salarissen in Titia Bouma, studiecoördinator Russisch bij de het bedrijfsleven en Russische rectoren die niet Universiteit Leiden. “Regelmatig wordt het bewijs begrepen dat ze overeenkomsten moesten tekenen daarvan om onduidelijke redenen in Rusland niet met Nederlandse faculteitsdirecteuren die zelferkend en moeten ze daar alsnog een test doen. Of ze standig over budgetten beslisten. “Maar daar zijn ze moeten ineens portretfoto’s in kleur overleggen in nu aan gewend. En het gaat in Rusland nu veel beter plaats van zwartwitafdrukken.” Gedoe dat voor extra dan tien jaar geleden, niet alleen economisch. Poetin kosten zorgt maar dat volgens Bouma heeft weliswaar de touwtjes strak in nu eenmaal bij Rusland hoort. handen maar de Russen zelf zijn over “In Rusland kun je nog het algemeen blij met de stabiliteit in “Rusland is een complex land”, zegt ook CROSS-directeur Beijlsmit. “De het land.” Daarnaast zijn er volgens Spaubeck positieve ontwikkelingen meters maken” aanloopperiode naar een project is heel die hier nauwelijks bekend zijn. “Zoals lang, je moet veel tijd investeren in de grote aandacht voor duurzaamheid. persoonlijke relaties en het opbouwen Rusland kent gebieden groter dan Nederland waar van een vertrouwensband.” Dat geldt voor meer bio-brandstoffen als koolzaad worden verbouwd.” landen maar de samenwerking met Rusland werd Dat de overlegcultuur er minder ontwikkeld is, de laatste jaren nog eens bemoeilijkt door politieke beschouwt hij soms als een voordeel. “In Rusland instabiliteit en voortdurende reorganisaties binnen kun je meters maken.” de Russische overheid en onderwijsinstellingen. Afspraken veranderden steeds. “Ik heb wel eens Status met mijn vuist op tafel moeten slaan: tot hier en Spaubeck is benieuwd naar de activiteiten van andere niet verder!”, aldus Beijlsmit. “Hiërarchie is ook Nederlandse instellingen in Rusland. Hij hoopt dat de heel belangrijk. Buitenlanders onderschatten vaak inventarisatie door een toekomstig Neso-kantoor een het hoge opleidingsniveau en de enorme culturele beter beeld geeft van het land en de mogelijkheden en bagage van Russen. Een universitaire titel zegt niet dat meer Nederlandse studenten naar Rusland zullen direct iets over de genoten opleiding maar ze hebben gaan. Ook de andere ‘ervaringsdeskundigen’ denken er wel één en verwachten van buitenlandse partners dat een uitbreiding van de Nederlandse onderwijshetzelfde opleidingsniveau.” vertegenwoordiging een gunstig effect zal hebben op Negatief imago de Nederlands-Russische onderwijssamenwerking, De berichten over corruptie, onveiligheid en ondanks de duidelijk aanwezige concurrentie. “Niet geweld tegen buitenlandse studenten maken het geschoten is altijd mis”, meent Linda Beijlsmit van land niet aantrekkelijker. Jo Spaubeck, docent CROSS. “In hun oriëntatie op buitenlandse studies marketing bij de Hogeschool Zuyd en sinds kort kunnen Russische studenten nu mooi Nederland buitengewoon hoogleraar aan de universiteit van meenemen. Russen zijn gevoelig voor status en Nizhny-Novgorod, ergert zich een beetje aan dat volgens het OECD-rapport staan we er goed op. Dat negatieve imago van Rusland, al moest hij ook de moeten we benadrukken. Ze moeten weten wat er te nodige tegenslag overwinnen. “Zo mocht ik in het halen valt.” begin nooit zonder Russische begeleider de straat Vera Ros op vanwege de onveiligheid”, vertelt Spaubeck,
22 | oktober 2007 | transfer
Land en volk
Staatsvorm: federatie met president als staatshoofd.
Belangrijkste bestemmingen (2004/2005): Duitsland (ruim 10.000)
Parlement: Federatieve Assemblee, bestaande uit Federatieraad (176
VS (ca. 5.000)
zetels) en Doema (450 zetels
China (ruim 5.000)
Bevolkingsaantal: ruim 141 miljoen
Frankrijk (2876)
Bevolkingssamenstelling: Etnische Russen grootste groep (8 procent).
Groot-Brittannië (2.025)
Daarnaast meer dan honderd nationaliteiten, etnische groepen, talen, dialecten en religies.
Populairste vakgebieden:
Oppervlakte: ruim 17.000.000 vierkante km (410 keer zo groot als
sociale wetenschappen, business en management, Engels, informatie-
Nederland)
technologie, moderne kunst en design
Top-5 steden: Moskou, St. Petersburg, Nizhny-Novgorod, Novosibirsk, Yekaterinenburg
Economie
Buitenlandse studenten in Rusland: 60.000 (2002-’03) waarvan uit: Azië: ruim 33.000
VS: 2.200
Belangrijke sectoren: olie- en gasindustrie, chemie, bosbouw, metaal- en
Midden-Oosten/Noord-Afrika:
Latijns-Amerika: 1.600
papierindustrie
7.800
Canada: 300
Bnp per bevolkingshoofd: 12.000 USD (2007)
Overig Afrika: 5.600
Nederland: enkele tientallen
Economische groei: rond 6 procent (2005)
Europa: 9.700
(schatting)
Voornaamste handelspartners: Nederland, Duitsland, Italië (export), Duitsland, China, Oekraïne (import)
Tussen Russische en buitenlandse onderwijsinstellingen bestaan
Kansrijke regio’s: Jekaterinenburg, Kaloega, Krasnodar, Nizhny Novgorod,
allerlei samenwerkingsvormen in het kader van bilaterale verdragen,
Novosibirsk
EU-programma’s als Tempus en eigen overeenkomsten.
Onderwijs en onderzoek
Nuttige websites
Aantal HO-instellingen: 1.071 (waarvan 409 particuliere) met meer dan
www.nesorussia.com, www.cross-agency.nl, www.mon.gov.ru., www.
2.000 vestigingen (2004)
russianenic.ru. (site van het Russisch Ministerie van Onderwijs, met
Aantal studenten: 6,8 miljoen
veel info over het onderwijssysteem en een overzicht van erkende
Hoogte collegegeld: varieert van 315 tot 11.000 euro
instellingen) www.nisp.ru (Nederlands Instituut in St. Petersburg),
Gemiddeld bruto maandsalaris universitair docent: 260 euro (2004)
www.nuffic.nl, www.netherlands-embassy.ru, www.netherlands.mid.ru
Overheidsuitgaven onderwijs in % bnp: ca. 3,5 procent (2004)
(Russische ambassade in Nederland), www.minbuza.nl.
Idem voor onderzoek: 0,3 procent (2004)
Internationalisering
Bronnen: Nuffic, Nederlandse Ambassade Moskou, EVD, World Fact Book CIA, Economist, Russisch Ministerie van Onderwijs.
Aantal studenten in het buitenland: ruim 25.000, waarvan 255 in NL (2002)
transfer | oktober 2007 | 23
rusl an d
s pe c ial
Jonge universiteit
worstelt met
Foto: Ivo Pertijs
internationalisering
De Russische Higher School of Economics wil graag meer buitenlandse studenten trekken. Maar serieuze barrières maken dat lastig voor de instelling, die nauwe banden onderhoudt met de Erasmus Universiteit Rotterdam. Een gesprek met vice-rector Marina Larionova.
Het is rustig in de gangen van de hoofdvesting van de Higher School of Economics (HSE). Studenten lopen tijdens de hete zomer maar mondjesmaat binnen in het gebouw in het centrum van Moskou. Gedurende het academisch jaar is dat wel anders. De HSE behoort tot de topdrie van Russische universiteiten. Het instituut heeft, behalve in Moskou, vestigingen in het hele land. De HSE is een internationale instelling, verzekert vice-rector Marina Larionova. Als hoofd van het Instituut voor Internationale Organisaties is zij druk bezig met internationalisering. “De HSE is nu al internationaal als het gaat om standaarden van programma’s en de integratie in wereldwijd onderzoek. Daarnaast werken we aan verdere integratie in het Europese onderwijsgebied.” De universiteit, zo zegt Larionova, zou graag meer buitenlandse studenten willen ontvangen.
24 | oktober 2007 | transfer
Op dit moment loopt het met aanmeldingen uit het buitenland nog geen storm. Evenmin heeft de HSE een concrete strategie op papier om die situatie te veranderen. Voertaal op het instituut is Russisch, en dat is voor buitenlanders een serieuze barrière. Vooralsnog wordt slechts een beperkt aantal studieonderdelen in het Engels gegeven. Dat is niet eentwee-drie op te lossen. “Als we in het Russisch topkwaliteit leveren, dan moet dat ook in het Engels zo zijn. Dat proces kost tijd”, zegt Larionova. De HSE is een jonge universiteit die in 1992 door enkele prominente economen werd opgericht. De huidige onderwijskwaliteit dankt zij deels aan de steun van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de London School of Economics. De HSE koestert de warme band met Nederland. “Het imago van het Nederlandse onderwijs is goed”, zegt Larionova.
gebied. Ze noemt het voorbeeld van een scholier die De HSE heeft een masterprogramma met de voor bijlessen een docent inhuurt van de universiteit Erasmus Universiteit en een MBA-programma met waar hij hoopt te gaan studeren. Daar is in prinhogeschool InHolland. “Door deze aantrekkelijke cipe niets mis mee, vindt ze. “De programma’s neemt de interesse vergoeding die de student daarvoor van onze studenten voor Nederland “Buitenlandse studenten betaalt, is geen smeergeld.” Aan toe. Meestal horen ze erover via de andere kant, erkent ze, is het ervaringen van medestudenten.” zouden meer moeten weten niet uit te sluiten dat de docent, Toch legt Nederland het uiteindelijk in ruil voor die vergoeding, niet over het algemeen af tegen Grootover Rusland zoals het ook andere – illegale – vormen van Brittannië. Britse universiteiten zijn steun verleent. Een nieuw landelijk volgens Larionova agressiever in werkelijk is” examen moet dit soort praktijken hun marketing. tegengaan. Maar niet alle univerPositief siteiten zijn hier even blij mee. Zij De vice-rector is blij dat Rusland vier jaar geleden geven de voorkeur aan de wedstrijden die scholen aanhaakte bij de Bologna-verklaring. “Dat biedt organiseren in vakken als wiskunde en sociale Russische studenten de kans om over de grens een wetenschappen. De beste scholieren gaan door naar graad te behalen zonder studietijd te verliezen. de federale Olypische Spelen. Driekwart van de Tegelijkertijd wordt het daardoor beter mogelijk om winnaars wordt toegelaten tot de HSE. Europese studenten naar Russische universiteiten te Hordes halen.” Niet dat alle programma’s inmiddels aan de Kwesties zoals deze geven Rusland in het Westen een Europese afspraken zijn aangepast. Zo beginnen veel negatief imago en schrikken Europese jongeren af. En technische universiteiten pas dit jaar met de introductie dan zijn er in het geval van de HSE ook nog de hoge van het bachelor-mastersysteem en duren de meeste kosten. “Andere Russische universiteiten bieden bachelorprogramma’s nog vier jaar in plaats van drie. Toch is Larionova positief over de vooruitgang studies aan tegen relatief lage prijzen. Maar daar die tot nu toe op Bologna-gebied is geboekt. “Uit kunnen wij niet aan meedoen. Studeren aan de HSE de nationale rapportage van mei dit jaar blijkt dat is gewoon duur en dat geldt in het bijzonder voor Rusland op een aantal criteria voldoende scoort. Dat buitenlandse studenten.” geldt onder meer voor de graadstructuur, de inteAl met al moeten buitenlanders een behoorlijk gratie van het nieuwe systeem voor kwaliteitszorg en aantal hordes nemen, voordat ze aan de HSE kunnen het werk op gebied van kwalificaties.” studeren. Toch blijft Larionova optimistisch. Want Een punt van zorg is nog de corruptie in het de buitenlandse studenten die al die hordes hebben Russische onderwijs, erkent de vice-rector. “Ik genomen en die het land hebben leren kennen, vallen heb het in mijn omgeving nog nooit meegemaakt, vaak als een blok voor Rusland, weet ze. Daar houdt maar ik hoor er wel over. En waar rook is, is vuur.” ze zich aan vast. “Studenten zouden meer moeten Larionova vindt het moeilijk om iets te zeggen over weten over Rusland zoals het werkelijk is.” de omvang van het probleem. “Ik ben geen expert Ivo Pertijs op dit gebied.” Volgens haar is het ook een schimmig
meeste
buitenlandse
studenten
komen
uit
ex
-sovjet-un
i elanden
De Higher School of Economics
uit Bulgarije, een tweede uit
8.000 euro. Daarnaast is er de
veertig Europese studenten. Zij
(HSE) in Moskou telde vorig
Servië en de rest uit landen
School of Russian Studies (SRS)
betalen circa 1.500 euro voor het
jaar 129 buitenlandse studen-
van de voormalige Sovjet-Unie.
die kortere programma’s in het
ten, op een totaal van 11.000
Een studiejaar (in de Russische
Engels of Duits aanbiedt. De
voltijds studenten. Een kwam
taal) kost tussen de 5.000 en
SRS-zomerschool telt ongeveer
onderwijs. (IP)
transfer | oktober 2007 | 25
rusl an d
s pe c ial Nieuwbouw verrijst op het terrein van de Al Farabi Universiteit in Almaty, de grootste universiteit van Kazachstan.
i n
l a at
bu iten l an d
ta l e nt vol l e
‘patr
i ot te n
stu d er en
Leren voor je land Ook in de voormalige sovjetrepublieken staat modernisering en internationalisering van het hoger onderwijs hoog op de agenda. Kazachstan stelt jaarlijks 3.000 Boloshak-beurzen beschikbaar voor studie aan gerenommeerde buitenlandse universiteiten. Voorwaarde is dat de bursalen na terugkomst minstens vijf jaar voor hun land werken.
26 | oktober 2007 | transfer
’
Foto: Johannes Odé
ka zac h sta n
Kazachstan is met een economische groei van ongeer al twee jaar internationale bedrijfskunde in veer 9 procent een van de snelst moderniserende Kazachstan op zitten. Toch moest ze helemaal landen van Azië. In de nieuwe hoofdstad Astana opnieuw beginnen. “Mijn opleiding werd niet verrijst het ene na het andere futuristische gebouw. erkend. Ons onderwijssysteem was nog gebaseerd Ook de voormalige hoofdstad Almaty maakt een op dat van de Sovjet-Unie. Gelukkig is dat inmiddels gedaanteverandering door: overal worden ultramoveranderd. Nu hebben we naast de oude opleiding derne kantoorgebouwen, winkelcentra en appartevoor ‘specialist degree’ ook het Europese onderwijsmenten gebouwd. De grote olie- en gasvoorraden systeem van bachelor, master en PhD. Dat maakt het geven het land de benodigde deviezen. Steeds meer voor studenten die nu naar het buitenland gaan, veel buitenlandse ondernemingen vestigen zich in makkelijker. Bovendien dwingt de markt ons om ons Kazachstan. Die willen personeel met dezelfde kwalionderwijssysteem en onze kwalificaties aan te passen ficaties als in hun eigen land. aan de Europese maatstaven.” President Nazarbajev begreep al snel na de onafhanLiberale standpunten kelijkheid in 1991 dat het voor de toekomst van zijn Het hogeronderwijscurriculum in Kazachstan wordt land nodig was om de bevolking beter op te leiden. vastgesteld door het ministerie van Onderwijs en Daarom stuurt de Kazachstaanse overheid sinds Wetenschappen en is op alle universiteiten hetzelfde. 1993 talentvolle studenten naar het buitenland. Wel mogen instellingen eigen programma’s Voor het Boloshak-programma – ‘boloshak’ beteopzetten, mits ze die voorleggen kent toekomst – worden studenten aan het ministerie. Zo heeft de Al streng geselecteerd, niet alleen op “Verschillende ministers en Farabi Universiteit 38 experimenkennis en motivatie, maar ook op tele onderwijsprogramma’s voor patriottisme. Zo worden ze getest managers van PhD-studenten. op hun kennis van de vaderlandse Veel Boloshak-studenten volgen geschiedenis en de grondwet. Na hun opleiding in de Verenigde grote bedrijven zijn terugkeer zijn de Boloshak-bursalen Staten en Europese landen, waarverplicht om minstens vijf jaar voor onder Nederland. Nederland is ex-Boloshak-studenten” hun land te werken. aantrekkelijk geworden nu veel Hogere functies masteropleidingen in het Engels Jana Bolegenova (32), een van de achthonderd worden gegeven. Yerke Zhumadil (25) volgt sinds Boloshak-alumni in Kazchstan, vindt dat wel een jaar de master Public Administration aan de logisch. Zij studeerde bedrijfskunde in Duitsland Universiteit Leiden. Ze is afgestudeerd in interen is nu hoofd van het bureau voor International nationaal recht en heeft na haar studie twee jaar Educational Networks van de Al Farabi Kazakh in Kazachstan gewerkt. “Ik wilde altijd al in het National University in Almaty. De universiteit is buitenland studeren”, vertelt ze. “Mijn voormet 16.000 studenten de grootste van Kazachstan. keur ging uit naar Nederland omdat daar veel “Met een Boloshak-beurs worden alle kosten voor Engelstalige opleidingen zijn en de Universiteit studie en levensonderhoud betaald.” Daar mag van Leiden hoog aangeschreven staat. Bovendien van haar best iets tegenover staan. Verder is het interesseren mij de houding van Nederland volgens Bolegenova heus niet alleen het land dat ten aanzien van de Europese integratie en de van de buitenlandse opleiding profiteert. “Veel liberale Nederlandse standpunten.” Zhumadil vindt haar studie een grote verrijking: “Ik studenten die met een Boloshak-beurs in het buitenheb veel zelfstandiger leren werken. Ik geniet er ook land hebben gestudeerd, komen in hogere functies van dat het, door de goed georganiseerde bibliotheek terecht. Verschillende ministers en managers van en supersnel internet, zo makkelijk is om toegang te grote bedrijven zijn ex-Boloshak-studenten. Vroeger krijgen tot informatie.” Wel vindt ze het jammer dat werden die functies via de partij geregeld. Nu zijn er Nederlanders erg individualistisch zijn ingesteld. “In veel meer kansen voor jongeren met goede kwaliKazachstan kun je je niet isoleren of helemaal je eigen ficaties. Het werkt echt in je voordeel als je in het gang gaan. Wij hebben een collectieve band met buitenland hebt gestudeerd.” Toen zij in Duitsland ging studeren, had Bolegenova ons land en ik weet dat Kazachstan mij straks nodig
transfer | oktober 2007 | 27
r u sl a n d
s p e c i a l
–
vl i e g e n d e
h o l l a n d e r
‘Heetgebakerde heeft.” De juriste hoopt na haar studie op een baan in het openbaar bestuur in Kazachstan. Assel Omarova (20) studeert engineering management in de Verenigde Staten. Ook zij roemt de zelfstandigheid die ze dankzij haar Boloshak-beurs heeft opgedaan. Al was het wel even wennen. “In het begin had ik grote moeite met hoe het onderwijs in de VS is georganiseerd. Je moet je eigen programma samenstellen. Bijna alles, tot de tests toe, gaat via internet. Je staat er alleen voor. Ook je eigen leven moet je zelf inrichten: je moet je huishouden regelen, op je bestedingen letten, naar studie-adviseurs stappen als je problemen hebt. Maar zo word je wel zelfstandig. Mijn communicatieve vaardigheden zijn veel beter geworden. En mijn horizon is verbreed.” Dat komt volgens Omarova deels doordat ze meer toegang heeft tot kennis, maar vooral door het contact met studenten met verschillende leefwijzen en achtergronden.
Meer vrijheid Door haar ervaringen in de VS heeft Omarova ideeën gekregen hoe het universitaire onderwijs in Kazachstan zou moeten worden hervormd. “Iedere professor zou meer vrijheid moeten krijgen om inhoud te geven aan het lesprogramma. En studenten zouden meer vrijheid moeten krijgen bij het kiezen van hun vakken.” Ook internet zou een grotere rol moeten krijgen in het onderwijs. “Maar dan moeten alle studenten wel toegang hebben tot snel internet, ook in de studentenhuizen. Zo ver zijn we in Kazachstan nog niet.” Om aan aanmerking te komen voor een Boloshakbeurs, moeten studenten het Engels voldoende beheersen. Voor veel Kazachstaanse studenten is
b olo s ha k
-p
Rusland heeft de toekomst, constateerde Jiska van Herpen (21) in Moskou tijdens haar stage voor de Hogere Europese Beroepen Opleiding (HEBO). Zeker als de Russen wat Hollandse nuchterheid overnemen.
"Ik liep stage bij de Russische vestiging van Carber Poriferra, die in Moskou de distributie van kinderwagenmerken als Quinny en Maxi Cosi verzorgt. Ik moest in winkels kijken hoe het personeel de producten had neergezet. Of de wagentjes wel goed in het oog sprongen, of de verkopers de kwaliteit wel voldoende over het voetlicht brachten. Met andere woorden, hoe er, direct en indirect, met de klanten werd gecommuniceerd. In het algemeen was dat dik voor mekaar. Dat was wel anders op het kantoor van Carber Poriferra zelf. Aan het hoofd stond een Nederlandse man, verder werkten er vooral Russische vrouwen. Die gunden elkaar, heel stereotiep, het licht in de ogen niet, want ze wilden allemaal uitblinken voor de baas. En als er eens een akkefietje was, praatten ze dat niet gewoon uit, dat werden soms bijna vechtpartijen. Wat een heetgebakerde types. Ik stond daar als nuchtere Hollander wel van te kijken. En dan moest ik ze ook nog aan hun neus hangen hoe de interne communicatie beter kon! Dat ze tijdens vergaderingen naar elkaar moesten luisteren, in plaats van alleen op hun eigen punt te blijven hameren. En vooral dat ze zich wat minder door hun emoties moesten laten leiden. Mijn baas wond zich over dat kemphanengedrag niet erg op. Hij had graag meer mannelijke werknemers
Johannes Odé
ro gramma
Het Boloshak-beurzenprogramma
en Wetenschappen. Dit orgaan beslist uit-
werk. Boloshak-bursalen krijgen een maand-
wordt gecoördineerd door het Centre
eindelijk wie in aanmerking komt voor een
toelage. In het seizoen 2005–2006 bedroeg
for International Programs van het
Boloshak-beurs en helpt de bursalen na
die voor masterstudenten 870 euro, PhD-
Kazachstaanse ministerie van Onderwijs
terugkeer in Kazachstan bij het vinden van
28 | oktober 2007 | transfer
Russische vrouwen’
dat een serieus probleem. Bij verschillende studies, zoals internationaal recht, wordt wel Engels als bijvak gegeven. Maar dat is niet genoeg om je te kwalificeren voor de Boloshak-beurs. Daarom moeten studenten op eigen kosten bijles nemen. Tot nu toe wordt op de universiteiten van Kazachstan alleen in het Russisch of Kazachs onderwezen, maar daar komt verandering in. President Nazarbajev heeft besloten dat er bij bepaalde opleidingen ook in het Engels zal worden gedoceerd. De Al Farabi Universiteit is daar al mee begonnen. De universiteit heeft inmiddels dertig Boloshakalumni onder haar stafleden. Zij brengen door hun buitenlandse ervaring vernieuwingen binnen en zorgen voor meer internationale contacten. Maar de Al Farabi Universiteit moderniseert het onderwijs ook door buitenlands personeel binnen te halen. Cecilia Odé, foneticus aan de Universiteit van Amsterdam, geeft er bijvoorbeeld colleges over fonetiek aan studenten en docenten taalkunde. Zij brengt expertise mee op het gebied van de experimentele fonetiek – “het gaat dan vooral om intonatie” – en onderzoekmethodes en computerprogramma's voor het meten, bewerken en analyseren van spraak. “Het is een nuttige en vernieuwende bijdrage voor de hele vakgroep. Want die doet op dit gebied weinig of niets”, vertelt Odé. Verder is zij co-promotor van een Kazachstaanse PhD-studente. De foneticus vindt het aanstellen van buitenlands personeel een “prima initiatief” van de Al Farabi Universiteit. “Kazachstaanse promovendi kunnen de opgedane kennis na hun promotie verder overdragen. En voor mijzelf is het erg inspirerend om zo veel over mijn vakgebied kwijt te kunnen.”
studenten kregen 1.050 euro. (JO)
Foto: Fred Prak
h e t
types, die
gehad, maar die zijn in Rusland moeilijk te vinden. En die vrouwen waren bewonderenswaardig volhardend, dat moet gezegd. Of het nu ging om het werven van klanten of het drukken van de advertentiekosten, ze kregen alles voor elkaar. Zij hebben er tijdens de economische crisis in Rusland een aantal jaren terug ook voor gezorgd dat hun baas de vestiging niet opdoekte. Met succes, want nu doet Carber Poriferra het daar heel goed.
Gastvrij Ik ging met de nodige vooroordelen op stage. Dat Moskou zo corrupt en gevaarlijk zou zijn, dat het er deprimerend was. Maar ik heb dat allemaal niet ervaren. In de eerste plaats vond ik de Russen erg gastvrij. Toen ik nog geen onderkomen had, mocht ik bijvoorbeeld zomaar in het huis van iemands grootouders logeren. En ze hadden me nog nooit gezien! Natuurlijk, ik heb wel eens een agent een briefje in zijn hand moeten drukken en ja, de bureaucratie is soms gekmakend. Maar de Russen hebben een sterke handelsgeest en het land vormt door zijn omvang en stijgende welvaart een groeimarkt van jewelste. Nu nog iets professionelere omgangsvormen en dan komen ze er wel."
Annemieke Bosman
transfer | oktober 2007 | 29
rusl an d
s pe c ial
–
o n de rzoe k
zon d e r
g r enzen
chemie, nanotechnologie en katalyse”, zegt Rebrov, die in de stad afstudeerde en promoveerde. “Het is zeer inspirerend om er te zijn. Aan de universiteit worden alleen de allerbeste studenten toegelaten. Een professor heeft gemiddeld maar vijf studenten, meer worden niet toegelaten. In combinatie met de topinstituten zorgt dat voor een samenklontering van wetenschappelijke kennis die het zeer aantrekkelijk maakt om met de Russen samen te werken. Bovendien ligt het centraal in Rusland, niet ver van Azië vandaan. Veel Koreanen en Chinezen investeren in Novosibirsk.”
Doorbraken
Evgeny Rebrov: ‘Aan de Foto: Bram Saeys
universiteit van Novosibirsk worden alleen de allerbeste studenten toegelaten’
‘Russen versterken Nederlandse economie’ Tijdens het communistische bewind was Novosibirsk voor wetenschappers the place to be. Na het ineenstorten van de Sovjet-Unie trad het verval in. De afgelopen tien jaar is hard gewerkt om de wetenschappelijke grandeur van de Siberische stad te herstellen. De TU Eindhoven werkt inmiddels vijf jaar succesvol samen met de Russen.
30 | oktober 2007 | transfer
In de winter is het in het Siberische Novosibirsk ijskoud, in de zomer vaak bloedheet. “Het verschil tussen zomer en winter is 75 graden Celsius; in januari kan het er -45 zijn, ’s zomers is het al snel warmer dan dertig graden”, vertelt Evgeny Rebrov van de TU Eindhoven. De Rus coördineert verschillende samenwerkingsprojecten tussen zijn universiteit en Novosibirsk. Daarnaast heeft Siberië – ver van Moskou en Sint Petersburg – de reputatie onherbergzaam te zijn. Het lijken niet de ideale omstandigheden voor de crème de la crème van de wetenschap. Toch timmert Novosibirsk hard aan de weg om het topwetenschappelijke centrum van Rusland te worden. “Novosibirsk telt meer dan 25 wetenschappelijke topinstituten, die onder meer gespecialiseerd zijn in
monoxide. Bij het verbranden komt veel warmte vrij. Die willen we gebruiken, met behulp van een warmtewisselaar, om huizen en water te verwarmen. Daar is in het koude Rusland natuurlijk grote behoefte aan.” Het initiatief voor de samenwerking kwam van de Russen. Rebrov reageerde direct enthousiast. Hij wist dat NWO samenwerking met Rusland stimuleerde en zag een grote kans. Want door zijn ervaringen in Novosibirsk en Eindhoven verwachtte hij dat de Russen en Nederlanders elkaar goed zouden aanvullen. “De theoretische kennis van de wetenschappers in Novosibirsk is onovertroffen. Maar hun presentaties kunnen beter en ze gaan niet altijd even doelgericht te werk. Nederlands onderzoek is vaak gericht op een patent of een product. In Rusland is dat niet noodzakelijk. Tussen de industrie en de wetenschap zit daarom in Rusland nog een grote kloof, terwijl men in Nederland juist innig samenwerkt. De Nederlandse doelgerichtheid en Russische theoretische kennis gaan goed samen.”
De instituten en universiteit van Novosibirsk liggen in de bossen buiten de stad. Ze werden in 1957 opgericht door de toenmalige Russische leider Chroesjtsjov en moesten de spil worden van toponderzoek in de Sovjet-Unie. Op een gebied van vijf bij vijf kilometer verrezen kloeke gebouwen waar de knapste koppen bij elkaar werden gezet. Er Addertje onder het gras was weinig afleiding in Siberië, de wetenschappers In de samenwerking zit voor de TU Eindhoven wel een zouden voornamelijk bezig zijn met onderzoek. Door addertje onder het gras. Novosibirsk scoort hoog door multidisciplinair onderzoek volgden al snel wetende wetenschappelijke kennis, maar aan geld is nog schappelijke doorbraken. Dat ging lange tijd goed, tot altijd gebrek. Daarom betaalt NWO in de samenwerde Sovjet-Unie uiteenviel. Daarna was er geen geld king meer dan de Russen. “NWO draaide eerst voor meer en vertrokken veel wetenschappers. 90 procent van de kosten op, dat is nu gedaald naar 65 Sinds tien jaar probeert de stad, met succes, de oude procent. Maar daar krijgen wij veel wetenschappelijke grandeur te voor terug”, meent Rebrov. herstellen. In de academische “Nederlandse doelgerichtheid Zo komen er twee promovendi per stad wonen 120.000 mensen, die jaar naar Eindhoven om hier, na vrijwel allemaal met onderzoek en Russische theoretische twee jaar onderzoek in Novosibirsk, bezig zijn. “Voor internationale hun onderzoek te voltooien. “Dat bedrijven is het een paradijs. Er zijn kennis gaan goed samen” is voor ons heel gunstig. Eindhoven ongelooflijk veel hoogopgeleiden strijkt natuurlijk de promotieop één plek. De stad ontwikkelt premie voor ze op”, legt Rebrov uit. zich tot een Russische Silicon “Maar belangrijker is dat de Russen zeer zelfstandig Valley”, zegt Rebrov. Grote internationale bedrijven werken en een grote kennis van chemische processen zoals IBM vestigden zich de afgelopen jaren in de stad. hebben. Dat komt het wetenschappelijk onderzoek Raketbrandstof ten goede. Daarnaast heeft de Nederlandse industrie Rebrov werkt al vijf jaar nauw samen met het een grote behoefte aan uitstekende bètawetenschapBoreskov instituut voor katalyse in Novosibirsk. “We pers. De Nederlandse economie wordt sterker door de onderzoeken de oxidatie van raketbrandstoffen voor komst van deze Russen. Het was eerst de bedoeling ruimtereizen. De Russen gebruikten een raketbranddat ook Eindhovense promovendi naar Novosibirsk stof die heel gevaarlijk is. De brandstof kan daarom zouden gaan, maar het klimaat en de vreemde taal niet worden getransporteerd. In militaire kampen is schrikt ze tot nu toe te veel af.” er een heleboel van opgeslagen, omdat de stof ook Rebrov ziet de toekomstige samenwerking met de als raketaandrijving werd gebruikt. Wij onderzoeken Siberische stad zonnig tegemoet. “We hebben tot 2013 of deze brandstof toch kan worden verbrand zonder projecten lopen met Novosibirsk. De samenwerking is dat dit het milieu vervuilt. Daarvoor ontwikkelen we een goede kruisbestuiving, we profiteren van elkaars minireactoren, waarin we de brandstof met behulp onderzoek en dat is voor beide zeer waardevol.” van nanotechnologie omzetten in het onschadelijke Robert Visscher stikstof en CO2 , in plaats van het schadelijke koolstof-
transfer | oktober 2007 | 31
ac htergro n d Onderzoekscentra in ontwikkelingslanden bevinden zich vaak in een isolement
rapport va n
b en oemt
ha ke n
on de rzo eksb e l ei d
en
o g en
o s
Harde conclusies over vraagsturing Het Nederlandse beleid voor onderzoek ten behoeve van ontwikkelingssamenwerking is tot 2005
samenwerking en Beleidsevaluatie. Drie deskundigen reageren op het evaluatierapport dat afgelopen zomer verscheen.
In het Nederlandse ontwikkelingsbeleid is sinds lange tijd plaats voor steun aan onderzoek en versterking van de onderzoekscapaciteit in ontwikkelingslanden. Dat is niet voor niets: wetenschappelijk onderzoek kan immers een impuls geven aan de ontwikkeling van een land. Maar hoe effectief is het gevoerde beleid eigenlijk? Daarover wordt al vele jaren – ook in Transfer – gediscussieerd. Voor de zomer publiceerde de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) haar Evaluatie van de Vernieuwing van het Nederlandse Onderzoeksbeleid 1992–2005. Dat rapport bevat harde conclusies. In 1992 werd de koers van het onderzoeksbeleid ten aanzien van ontwikkeling rigoureus gewijzigd. Was tot dan toe het aanbod van Nederlandse en westerse universiteiten bepalend voor de vraag welk onderzoek werd gesteund, vanaf toen kwam de vraag in ontwikkelingslanden centraal te staan. Verder moest de onderzoekssamenwerking niet langer uit losse projecten bestaan, maar samenhangender en programmatischer worden.
Ontwikkelingsparadox Volgens het IOB-rapport is de zogeheten vraag sturing die vanaf 1992 van kracht was, ‘dogmatisch’ doorgevoerd en zijn Nederlandse en westerse kenniscentra volledig buitenspel gezet. Ook zijn fouten gemaakt bij het Onderzoeksbureau van het ministerie
32 | oktober 2007 | transfer
van Buitenlandse Zaken. Dit bureau, dat het onderzoeksbeleid uitvoerde, functioneerde volgens de IOB te centralistisch en had geen oog voor de lokale context in ontwikkelingslanden. Daardoor was het effect van het beleid op de bestaande lokale onderzoeksstructuren zeer beperkt. “De ontwikkelingsparadox ten voeten uit”, staat in het rapport. Daarmee bedoelt de IOB het feit dat Nederland aan de ene kant graag wil dat partners in het Zuiden een onderzoeksprogramma zelf vormgeven en uitvoeren maar dat dat aan de andere kant eigenlijk niet goed mogelijk is doordat de onderzoekscapaciteit en -infrastructuur ter plaatse tekort schieten. Met andere woorden: ontwikkelingslanden hebben vaak niet de capaciteit om daadwerkelijk inhoud te geven aan vraagsturing. Ton Dietz, hoogleraar sociale geografie en ouddirecteur van CERES, de onderzoekschool voor ontwikkelingsgerelateerde studies in Nederland, kent die paradox maar al te goed. Dietz heeft als wetenschapper tien Keniaanse promovendi opgeleid. Zij kunnen zich volgens hem meten met de beste Nederlandse promovendi. “Maar wat doet Nederland als ze terugkeren naar Kenia? Niets. Binnen drie jaar smeken deze promovendi mij om ze toch alsjeblieft te helpen. Want in hun land kunnen ze veel te weinig met alle kennis die ze hebben opgedaan. Je zou verwachten dat Nederland al dit soort mensen die
Foto: Roel Burgler
dogmatisch geweest en heeft nauwelijks effect gehad. Dat concludeert de Inspectie Ontwikkelings
“Nederland zou mensen
daar volgens hem ook niet bij. Donner heeft vele malen die hier zijn opgeleid, in het ondervonden hoe moeilijk het is om veelbelovende jonge buitenland met elkaar in onderzoekers uit ontwikkelingslanden onder te brengen contact moeten brengen” bij Nederlandse universiteiten. Ontzettend moeilijk “Vaak lukt het niet”, zegt hij. Veel conclusies uit het IOB-rapport “De Nederlandse universizijn een open deur, vindt Jan Donner, voorzitter van teiten worden door de overheid beoordeeld op hun de raad van bestuur van het Koninklijk Instituut academische performance. Dat is hard werken voor ze voor de Tropen (KIT). Maar hij kan er zich wel in en dan is het lastig je aandacht ook te richten op het vinden. “Samenwerking tussen universiteiten in begeleiden van jong talent uit ontwikkelingslanden. het Zuiden en wetenschappers in het Westen is in Dat past niet goed in het academische systeem.” de praktijk gewoon ontzettend moeilijk”, zegt hij. Experimenten De successen die nu worden geboekt, bevinden zich In 2005 is het beleid aangepast met de notitie volgens Donner vaak op microniveau. “Het KIT heeft Onderzoek in ontwikkeling. Daarin werd de bijvoorbeeld al dertig jaar een goede samenwerking dogmatische vraagsturing uit het Zuiden overboord met het Institut d’Economie Rurale in Mali, een land gegooid. Niet het begrip onderzoek stond vanaf toen dat er in het IOB-rapport beroerd van afkomt. Die centraal, maar het begrip kennis. De aandacht gaat samenwerking heeft een continue stroom van kennissinds 2005 vooral uit naar het gebruik van kennis ontwikkeling opgeleverd. Een klein succesje. Maar voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. wil je op macroniveau iets in gang zetten, dan is er Onderzoek is een van de manieren om in de behoefte meer nodig. Dan moet er een onderzoekscultuur van aan kennis te voorzien. de grond komen.” Door het isolement waarin onderHenk Molenaar was destijds op het ministerie, als zoekscentra in ontwikkelingslanden zich bevinden, is waarnemend hoofd van de afdeling Onderzoek en die cultuur nog ver te zoeken, zegt ook Donner. Communicatie, mede-verantwoordelijk voor de De houding van de Nederlandse universiteiten helpt in Nederland zijn opgeleid, met elkaar in contact zou brengen. Bundel hun kennis in onderzoeksnetwerken die de nationale grenzen overstijgen.” Op die manier zou vraagsturing vanuit het Zuiden veel beter te organiseren zijn.
transfer | oktober 2007 | 33
col
u
mn
Overschot aan regels
Traag Ook de IOB-evaluatie is niet louter positief over de koerswijziging. Op het gebied van capaciteitsopbouw schiet de notitie van 2005 tekort, terwijl dat volgens de IOB juist een centrale doelstelling van het beleid zou moeten zijn. Verder is tegenwoordig elke themadirectie op het ministerie bezig het kennisbeleid vorm te geven. Het Onderzoeksbureau bestaat niet meer. De decentrale structuur werkt beter, maar volgens Dietz gaat het allemaal traag en wordt er niet in duidelijke systemen gedacht. “De themadirecties hebben moeite om precies te achterhalen waar het internationale en nationale kennisaanbod zit en kunnen die informatie niet vertalen naar de vraag in het Zuiden. Elke directie is zelfstandig aan de slag gegaan. Het zou beter zijn geweest als een en ander
34 | oktober 2007 | transfer
vanaf het begin systematisch was aangepakt.” Volgens Dietz zouden de ambassades de themadirecties moeten voeden met informatie. Maar ook zij zijn niet goed op de hoogte. “Op de ambassades weet niemand waar de juiste talentvolle personen zich bevinden en met welke Nederlandse kenniscentra ze die in contact kunnen brengen. De notitie Onderzoek in ontwikkeling is nu twee jaar oud. Ik had verwacht dat toch zeker in de landen waarmee Nederland een bilaterale relatie onderhoudt, inmiddels iets van de grond zou zijn gekomen. Bij de ambassades ontbreken coördinatie en de wil er iets aan te doen.”
Niet consequent Donner pleit daarnaast voor een consequenter beleid. De KIT-bestuursvoorzitter schreef de nieuwe onderwijswetgeving voor Suriname, nadat Nederland had gedreigd de geldkraan dicht te draaien. “Nu ligt de tekst ergens op een stapel, maar hij is bij lange na niet geïmplementeerd. Toch heeft Nederland de geldstroom nooit stopgezet. Dat vind ik niet consequent.” Dietz wijst er nogmaals op dat de verschillende onderdelen van het onderzoeksbeleid beter op elkaar moeten aansluiten. “Voor een goed functionerend beleid moeten de huidige losse schijven – zoals het programma van beurzen en uitwisselingen, de langdurige onderzoeksprogramma’s en de programma’s voor capaciteitsontwikkeling – meer met elkaar in verbinding staan.”
Instellingen voor hoger onderwijs kunnen de noodzakelijke maatregelen nemen als ze meer autonomie krijgen. Samenwerkingsverbanden met de particuliere sector zijn een stap in de goede richting, evenals internationale samenwerking. Hervorming van het hoger onderwijs speelt een cruciale rol in het streven van de EU om zich te ontwikkelen tot een hechtere kenniseconomie en -maatschappij.
Evert-Jan Quak Het IOB-rapport is te vinden via: www.minbuza.nl/binaries/ kamerbrieven-bijlagen/2007/06/082dco-bijlage-iob-rapport.pdf.
Foto: SIPA
beleidsaanpassing. “Wetenschappers en beleidsmakers praten weer onderling”, constateert de huidige adjunct-directeur van WOTRO, de stichting voor wetenschappelijk onderzoek van de tropen en ontwikkelingslanden. “Er is weer ruimte voor experimenten, wat heeft geresulteerd in het Development Policy Review Network (DPRN), de IS-Academie en de nieuwe onderzoeksstrategie van WOTRO.” Een herijking van het beleid vindt Molenaar dan ook niet nodig. “Ik geloof niet in het vastleggen van nieuw beleid in nota’s. De interactie, het onderlinge gesprek, daar ligt de kans.” Ook Ton Dietz is gelukkig met de koerswijziging, al gaat die volgens hem niet ver genoeg. “Er moet veel fundamenteler worden nagedacht over het kennisbegrip. De beleidsonderdelen functioneren nog te veel los van elkaar. In het beleid is geen enkele relatie tussen enerzijds capaciteitsontwikkeling in ontwikkelingslanden en anderzijds het doen van relevant academisch onderzoek, terwijl die twee elkaar prima aanvullen.”
Net zoals bedrijven, overheden en zelfs de Europese Unie er niet aan ontkomen om aandacht te schenken aan de uitdagingen van de globalisatie, zo moeten universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs zich eveneens aanpassen aan een wereld die in snel tempo verandert. Een snellere en grootschaliger verbreiding van kennis houdt in dat de universiteiten meer dan ooit tevoren blootstaan aan de gure wind van de concurrentie. Uit de vaak aangehaalde rankings blijkt dat slechts een paar Europese universiteiten de wereldwijde top tien weten te halen. Waar men echter vaak aan voorbijgaat, is het feit dat grofweg de helft van de honderd beste instellingen zich in Europa bevindt. Per saldo doen de Europese universiteiten qua diversiteit en kwaliteit voor geen enkele onder. Dit is echter geen reden voor zelfgenoegzaamheid. Integendeel, het zou ons moeten stimuleren om de noodzakelijke hervormingen door te voeren, in de wetenschap dat het bereiken en behouden van een toppositie wel degelijk binnen onze mogelijkheden ligt. Net als elders moet het onderwijs in Europa zich aanpassen aan een snel veranderende omgeving die gekenmerkt wordt door globalisatie, demografische ontwikkelingen en toegenomen concurrentie. Veel van onze universiteiten kampen momenteel met een overschot aan regels en een tekort aan financiën. Ze werven geen fondsen vanuit de particuliere sector, zoals in andere delen van de wereld wel gebeurt. Uit een recente studie van de Europese Commissie kwam tevens naar voren dat de universiteiten in Europa vaak te ver af staan van het bedrijfsleven en de maatschappij.
Hoewel het onderwijsbeleid in wezen een zaak is voor de landelijke overheden speelt de EU een beperkte doch belangrijke rol op tertiair niveau. Via diverse programma’s heeft de Unie een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de internationalisering van het hoger onderwijs. Zo heeft het proces van Bologna geleid tot een verruiming van de mogelijkheden voor het meenemen van kwalificaties, terwijl de Kaderprogramma’s Onderzoek mogelijkheden hebben gecreëerd voor wereldwijde grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Een van de belangrijkste succesverhalen voor wat betreft het Europese hoger onderwijs is het Erasmusprogramma dat twintig jaar geleden van start ging. In de afgelopen twee decennia hebben zo’n 1,5 miljoen studenten geprofiteerd van deze uitwisselingen binnen de Europese gemeenschap. In het financieel perspectief 2007–2013 wordt het Erasmusprogramma nog verder uitgebouwd. Voor deze periode is ruim drie miljard euro aan EU-middelen uitgetrokken om de onderwijsdeelname over de hele linie op te krikken tot drie miljoen studenten in het academisch jaar 2012. Instellingen voor hoger onderwijs opereren tegenwoordig in een internationale arena. Het is niet ondenkbaar dat een Nederlandse universiteit moet concurreren met een Chinese om studenten binnen te halen voor een Engelstalige opleiding. Succes in dit opzicht is voorbehouden aan de landelijke overheden en academische besturen die de uitdaging aannemen door hun opleidingen en structuren aan te passen en te actualiseren. Wij moeten onze traditionele hoge academische normen en waarden hooghouden, maar tegelijkertijd nieuwe academische netwerken opzetten en op zoek gaan naar innovatieve vormen van samenwerking met partners binnen de maatschappij, het onderwijs en het bedrijfsleven.
Hans-Gert Pöttering Hans-Gert Pöttering is voorzitter van het Europees Parlement
transfer | oktober 2007 | 35
on
th e
jo b
‘Op een
beurs staan is een prima startpunt’ studenten steeds belangrijker. Hoe vis je succesvol in de vijver met internationaal talent? Transfer praat met recruiters en geeft tips. In deze eerste aflevering Heleen Harms-Tijssen, die negen jaar de werving verzorgde voor de Rotterdam Business School.
De tijd dat een voorraad voorlichtingsmateriaal voor twee dagen op een onderwijsbeurs in een halfuur werd weggegrist, is gelukkig voorbij, verzucht Heleen Harms-Tijssen. Als course manager global recruitment & student support heeft ze ruim negen jaar lang de werving verzorgd voor de Rotterdam Business School (RBS). Sinds kort is ze manager commerciële zaken. Een van haar taken is initiatieven ontwikkelen om de werving van internationale studenten te verbeteren. Internationale onderwijsbeurzen, weet HarmsTijssen, hebben de afgelopen jaren een totaal ander karakter gekregen. “Tot een jaar of zeven geleden waren beurzen de enige plek waar internationale studenten informatie konden krijgen over een buitenlandse studie. Dat leidde ertoe dat ze op de eerste dag langskwamen om bij elke stand brochures in te slaan. Met uitpuilende tassen zag je ze ’s avonds naar huis gaan, waar ze al het materiaal doorwerkten. De volgende dag kwamen ze terug om, worstelend met hun Engels, aanvullende informatie te vragen.”
Diepgaand en gedetailleerd Zo gaat het allang niet meer. Het Engels van de studenten is sterk verbeterd, waardoor ze beter in staat zijn om hun vragen te formuleren. Maar de grootste verandering is veroorzaakt door internet, dat inmiddels vrijwel overal beschikbaar is. In plaats van tassen vol brochures door te bladeren, surfen studenten nu langs de websites van alle denkbare opleidingen. Op het moment dat ze de beurs
36 | oktober 2007 | transfer
bezoeken, weten ze al heel goed wat er te koop is. Ze bezoeken in eerste instantie de stands van de instellingen die op hun lijstje staan en stellen diepgaande en gedetailleerde vragen. Harms-Tijssen signaleert bij het management van sommige instellingen de opvatting dat – juist door de komst van internet – het deelnemen aan de internationale beurzen niet meer zo belangrijk is. “Je ziet dan ook dat sommige universiteiten en hogescholen zich op de internationale beurzen vaker door wisselende mensen laten vertegenwoordigen. De continuïteit is eruit en daarmee is ook een stuk ervaring verdwenen.” Dat is volgens haar geen goede ontwikkeling. “Juist nu is er behoefte aan standhouders die diepgaand over alles kunnen adviseren. Of het nu gaat om details van de programma’s, om visaregelingen of om de culturele verhoudingen in Nederland. Op de beurs wordt van je verwacht dat je al die vragen kunt beantwoorden. Kortom, het veranderende karakter van de beurzen stelt juist hogere eisen aan de inhoudelijke kennis van de standbemanning.”
ti p
1
Foto: Jon van Langeveld
In het snel internationaliserende hoger onderwijs wordt de werving van buitenlandse
Heleen Harms Thijssen: ‘Je kunt niet werven vanachter je bureautje’
Met de steeds vaker gehoorde opvatting dat internationale beurzen eigenlijk niet meer zo belangrijk zijn binnen het scala aan communicatieactiviteiten, is Harms-Tijssen het niet eens. “Het is altijd al zo geweest dat een onderwijsbeurs als marketinginstrument weinig zoden aan de dijk zet als je die beurs niet inbedt in andere activiteiten. In de loop der jaren heeft de RBS allerlei dingen geprobeerd. In het prille begin hebben we veel geïnvesteerd in websites en boeken en tijdschriften van commerciële ondernemingen die zich op internationale studenten richten. Dat heeft niet zo veel opgeleverd. Toen wij begonnen mee te doen aan de internationale onderwijsbeurzen, deden we dat vooral om naamsbekendheid op te bouwen. Maar al snel bleken de beurzen een uitstekend startpunt zijn om een netwerk op te bouwen. Dat vind ik nog steeds. Als je in een nieuw land begint met werven, is meedoen aan een beurs nog steeds een goede start.” Deelnemen aan beurzen heeft volgens de Rotterdamse recruiter ook expliciete voordelen ten opzichte van andere marketingactiviteiten. Zoals
ti p
2
Zie niet van beurzen af met het argument dat alle inforStuur niet telkens wisselende vertegenwoordigers naar
matie ook via internet is te krijgen; het is heel belangrijk
internationale beurzen. Een vast team dat de materie door
om de markt te zien, te ‘voelen’ en te beleven. Daarnaast
en door kent, kan beter uit de voeten met de huidige, goed
valt op een beurs veel te leren van de contacten met bin-
geïnformeerde beursbezoeker.
nen- en buitenlandse collega’s.
het feit dat er een aantal dagen intensief wordt opgetrokken met collega’s van andere instellingen. “Je deelt ervaringen en kennis en daar kun je veel van opsteken. Verder spreek je op een buitenlandse beurs veel docenten en mensen die op internationaliseringsafdelingen werken. Dat zijn geweldige bronnen van informatie als het gaat om de ins en outs van onderwijssystemen en kwaliteiten van opleidingen. Niet zelden zijn zulke contacten het begin van institutionele samenwerking.” HarmsTijssen wijst erop dat vooral deze vorm van samenwerking steeds belangrijker wordt bij de werving van studenten.
Bureautje Door deel te nemen aan beurzen heeft de RBS verder een aantal goede agenten opgedaan. Zij maken studenten in het buitenland attent op de mogelijkheden om bij de Rotterdamse instelling te studeren. “Agenten komen bij bosjes op een beurs af. Onder dat koren zit heel veel kaf, maar toch hebben we er in de loop der jaren een paar goede agenten aan overgehouden.” Het voornaamste pluspunt van op een beurs staan vindt Harms-Tijssen nog altijd dat je er de gelegenheid krijgt om de markt “te zien, te ‘voelen’ en te beleven”. “Dat is heel erg belangrijk. Ik geloof er niets van dat je effectief kunt internationaliseren of werven vanachter je bureautje in Nederland.”
Jon van Langeveld
transfer | oktober 2007 | 37
op i n i e tra n s f e r h e e f t e l k e m a a n d r u i mte vo o r o p i n i ea rti k e l e n , g e s c h r ev e n d o o r l e z e r s . w i lt u o o k u w v i s i e g ev e n o p e e n a a n d e i n te r n ati o n a l i s e r i n g g e r e l ate e r d e kw e sti e ? m a i l u w a rti k e l
( m a x i m a a l 900
wo o r d e n ) da n n a a r : e h e uts @ n u f f i c . n l
u ku n t o n s o o k m a i l e n a ls u e e r st m e t d e r e dac ti e w i lt ov e r l e g g e n , vo o r dat u z i c h a a n h e t s c h r i j v e n z e t .
‘Dialoog’ alleen is niet genoeg Intensievere contacten met de Arabische wereld zijn belangrijk. Niet om elkaar te leren kennen of te bekeren, maar omwille van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, meent Kim Duistermaat.
In Transfer van juni 2007 legde Han van der Horst ons de vragen voor die hem bezighouden als het gaat om intensievere contacten met de Arabische wereld op het gebied van hoger onderwijs. Mogen die een politiek doel dienen, of is academische vrijheid het hoogste goed? Omdat Van der Horst mijn bijdrage aan het Nuffic-jaarcongres aanhaalde, voel ik mij uitgedaagd om te reageren. Wetenschappelijke aandacht voor de Arabische wereld bestaat al heel lang. Nederland staat internationaal bekend om de eeuwenoude traditie op het gebied van Arabisch en islamologie. Als archeoloog en directeur van een onderwijs- en onderzoeksinstituut in Cairo ben ik doordrongen van het belang van voldoende middelen voor alfa- en gammavakken, zodat we die traditie kunnen blijven ontwikkelen. Het bestuderen van de taalkundige aspecten van Zuid-Egyptische dialecten of een doorbraak op het gebied van de Noord-Afrikaanse prehistorie is wetenschappelijk gezien even interessant als het bestuderen van rupsen in Zuid-Amerika, onderzoek naar klimaatverandering op de Noordpool of het laten rondrijden van een karretje op Mars. De wetenschapper die in zijn of haar academische vrijheid voor de Arabische wereld kiest, doet dat niet uit politieke motieven, maar uit wetenschappelijke interesse. Intensievere contacten met de Arabische wereld zijn belangrijk. Een groot deel van deze wereld ligt rond de Middellandse Zee en is Europa’s directe buur. Veel van de problemen die er spelen, zijn door migratie onderdeel van onze eigen leefwereld geworden. Dat
38 | oktober 2007 | transfer
de overheid en instellingen steeds meer aandacht voor de Arabische wereld krijgen, komt dan ook niet in de eerste plaats voort uit wetenschappelijke interesse. Het hangt samen met de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in ons eigen land, in Europa en in de wereld.
Terrorisme Han van der Horst noemde reeds de botsingen tussen denkbeelden over de inrichting van de maatschappij, terrorisme, vrijheid en mensenrechten. Wij ‘moeten iets’ met de Arabische wereld. Of bedoelen we eigenlijk de islamitische wereld? Logischerwijs zijn alle programma’s, fondsen en initiatieven die uit dat gevoel voortkomen, politiek gemotiveerd. Is dat erg? Nee, het is juist mooi als de wetenschap kan bijdragen aan maatschappelijke kwesties. Is het erg als de farmaceutische industrie, uit zakelijke overwegingen, onderzoek betaalt naar de ziekte van Alzheimer? Nee, zolang zij niet komt aan de vrijheid van wetenschappers om hun onderzoek naar eigen inzicht vorm te geven, hun bevindingen openbaar te maken, en ook zeldzamer kwalen te onderzoeken. Is het erg als de Nederlandse overheid, uit politieke overwegingen, onderzoek naar de Arabische wereld financiert of uitwisseling stimuleert? Nee, onder dezelfde voorwaarden, en zolang geldstromen voor niet-politiek gemotiveerd onderzoek en onderwijs niet worden aangetast. Onderzoek naar en onderwijs over maatschappelijk relevante thema’s kan alleen worden uitgevoerd als wij de daarvoor benodigde
schappelijke overwegingen meer willen doen met de Arabische wereld is: investeer in Nederlands alfa- of gammaonderzoek in of over de Arabische of islamitische wereld. Zorg dat de gezonde basis en de Hete hangijzers expertise die Nederland heeft op deze gebieden niet Tijdens het Nuffic-jaarcongres pleitte ik ervoor om wordt aangetast – zoals nu gebeurt bij de Radboud niet te kijken naar wat de Arabische wereld ons te Universiteit, die de opleiding Arabisch in 2013 sluit. bieden heeft, maar om vooral expliciet en trans Maak ons onderwijs toegankelijker, maar vergemakparant te maken wat wij zelf willen bereiken met kelijk vooral de kennismaking van onze studenten onze toenemende aandacht voor die wereld. Willen en onderzoekers (uit allerlei vakgebieden) met de wij geld verdienen aan instromende zelfbetalers? Arabische wereld. Benut de infrastructuur en de Willen we meer (en welke?) kennis die Nederland al bezit, Arabische studenten in onze interbijvoorbeeld in de vorm van de “Het gaat niet om national classrooms, of willen we Nederlandse instituten in Rabat, juist meer Nederlandse studenten Damascus en Cairo. Stop met het winnen van de wereld insturen? Willen we programma’s die ‘ontmoeting’ als de Arabische zakenwereld laten enige doel hebben. Het gaat niet de hoofden en harten kennismaken met onze industrie? om het winnen van de hoofden Willen we democratiseringsproen harten van de Arabieren, en van de Arabieren” cessen beïnvloeden door mensen te ‘dialoog’ alleen is niet toereikend. scholen op het gebied van mensenHet gaat niet om het bekeren van rechten en goed bestuur? Willen de ander tot onze waarheid, maar we beter begrijpen wat migratie voor Europa beteom het samen werken aan echte problemen. Niet kent? Willen wij zelf de Arabische wereld beter leren omwille van de dialoog, maar omwille van het kennen, en zien dat de problemen met hoofddoeken, onderzoek, of dat nu archeologie, vrouwenstudies secularisme en terrorisme die bij ons spelen, daar of mensenrechten betreft. Alleen dan zullen zij ons, net zo goed hete hangijzers zijn? Willen we, trots en wij hen, werkelijk leren kennen en begrijpen. Het op onze Nederlandse expertise, helpen de watergaat erom onze kennis van de wereld te verdiepen, problematiek in het Midden-Oosten het hoofd te verbreden en te baseren op feiten en genuanceerde bieden? Dat zijn politieke keuzes, en het antwoord inzichten in de realiteit, in plaats van op gevoelens op deze vragen zal de strategie bepalen. Dat is niet van angst en dreiging. erg, zolang men daarbij de wetenschap haar werk laat doen, en niet tornt aan de academische vrijheid en de hoge kwaliteit van het Nederlandse onderzoek Kim Duistermaat is directeur van het Nederlands-Vlaamse en onderwijs. Instituut in Cairo. Mijn advies aan mensen die uit politieke of maatexpertise instandhouden met onderzoek en onderwijs dat wordt gestuurd door wetenschappelijke vragen.
transfer | oktober 2007 | 39
r eportage
Internationaliseren
Ook heel kleine instellingen kunnen niet meer om internationalisering heen. De christelijke
met de
bijbel in de hand
hogeschool Driestar Educatief in Gouda bouwt – met beperkte middelen – aan een internationaal netwerk van gelijkgestemden. Driestar heeft de tijdgeest mee: “Religiositeit groeit in Europa.”
“Dat uw ogen open zijn, nacht en dag over dit huis” staat er bij de ingang van Driestar educatief, de organisatie voor protestants-christelijk en reformatorisch hoger beroepsonderwijs in Gouda. De bijbeltekst onderstreept de identiteit van de instelling, die de bijbel als de belangrijkste bron voor onderwijs en opvoeding beschouwt. In het gebouw lopen voornamelijk vrouwelijke studenten rond, keurig in rok onder strak shirtje. Op de leestafel in de bibliotheek ligt het Reformatorisch Dagblad, maar ook NRC Next. Elke dag op Driestar educatief begint met gebed en bijbellezen. “Studenten onderschrijven de grondslag van de hogeschool, waarmee ze onder meer beloven de godsdienstlessen te volgen”, vertelt Piet Booy, de gemoedelijke wiskunde- en filosofiedocent aan de pabo van de Driestar educatief en coördinator internationalisering. “Voor docenten van Driestar geldt dat ze hun vak moeten kunnen verbinden met uitgangspunten van het geloof. Bij filosofie lukt dat aardig, want daar kom je gauw bij de theologie terecht.” Bij zijn wiskundelessen houdt Booy het erop dat alle wiskundige eigenschappen voortkomen uit de schepping. Lastiger is dat vasthouden aan die identiteit bij de internationale activiteiten van de hogeschool, die ook een lerarenopleiding en een hboopleiding pedagogiek biedt. Driestar educatief is namelijk niet alleen met ruim 1.300 studenten een kleine speler op de internationale onderwijsmarkt, maar laat zich bij internationalisering ook door die identiteit leiden. De hogeschool zoekt vooral buitenlandse partners met dezelfde achtergrond. Maar waar vind je die binnen en buiten Europa? Bijzonder onderwijs is typisch Nederlands. Gelijkgestemde partnerinstellingen zijn niet makkelijk te vinden. En het budget voor internationalisering is zeer beperkt; Booy heeft slechts een dag per week voor zijn internationaliseringswerk beschikbaar.
Piet Booy, coördinator internationalisering, ziet graag meer studenten naar het buitenland vertrekken
Foto: Serge Ligtenberg
Kieskeurig “Een hogeschool kan tegenwoordig niet meer om internationalisering heen; visitatiecommissies vragen er vaker naar. Daarnaast wil Driestar zich ontwikkelen tot kenniscentrum van gereformeerd onderwijs. ‘Wereldwijd’ is dan snel de optie, hè?”,
zegt Booy met enige ironie. Toch heeft de hogeschool al een bescheiden netwerk opgebouwd. Zo blijkt Hongarije een van de weinige gebieden buiten Nederland te zijn waar het calvinisme heeft postgevat. Driestar educatief onderhoudt er contacten met een pabo en een universiteit. Verder zijn er contacten met christelijke onderwijsinstellingen in Duitsland, Roemenië, Engeland en Zuid-Afrika. “Religiositeit groeit in Europa”, zegt Booy. “Bepaalde groepen zoeken elkaar op. Lutherse kerken in voormalig Oost-Duitsland hebben onze hulp gevraagd bij de oprichting van een geloofsgebonden instituut. En een Roemeense lerarenopleiding wil een Engelse vertaling van onze publicatie over christelijk leraarschap. Wie weet wat daaruit voortkomt.”
Maatschappelijke plicht Los van deze internationaliseringsactiviteiten ondersteunt Driestar ontwikkelingsprojecten op buitenlandse scholen buitenlandse scholen in achterstandssituaties. De instelling ziet dat als haar maatschappelijke plicht. Zo sponsort ze een christelijke basisschool in Oekraïne. En hoewel de voorkeur uitgaat naar christelijke organisaties, zijn contacten met niet-christelijke organisaties en bedrijven niet ongewoon. Driestar educatief is bijvoorbeeld lid van het European Forum for Freedom in Education (EFFE), waar ook Montessorischolen en vrije scholen onder vallen. “Ook die zijn interessant voor ons”, zegt Booy. “Met hen kunnen we ideeën uitwisselen over hoe je pedagogiek vanuit een bepaalde gedachte vormgeeft.” De meeste buitenlandse contacten komen voort uit de buitenlandse werkweken die Driestar educatief sinds een jaar of vijftien organiseert. Studenten zijn dan te gast bij een pabo in een ander Europees land. Ze lopen mee op die opleiding, bezoeken een of twee basisscholen en maken culturele uitstapjes. Vaak leidt dat tot vriendschappen en bezoeken van buitenlandse studenten en docenten aan Gouda. Die verkennen op hun beurt het bijzondere onderwijs op Driestar educatief, zijn onder de indruk van de goed voorziene onderwijswerkplaats met les- en speelmateriaal en verbazen zich soms over het feit dat alle vrouwen op
transfer | oktober 2007 | 41
A G E N D A
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en de Algemene Studentenvereniging Amsterdam (ASVA) houden op 12 oktober een bijeenkomst met discussies en presentaties over internationalisering voor studenten uit binnen- en buitenland en andere geïnteresseerden. Thema’s zijn ‘Medezeggenschap internationaal?’ en ‘Uitwisseling is een wisselwerking’. Meer informatie op www.asva.nl
de hogeschool een rok dragen (wat volgens Booy een Booy, die hervormd is en volgens wie de geloofsongeschreven regel is). overtuigingen op de hogeschool variëren van “redeDe laatste jaren hebben die contacten een formeler lijk ruimdenkend tot bijna orthodox”, stimuleert karakter gekregen, in de vorm van samenwerkingsstudenten ook zo veel mogelijk tot blikverruiming. overeenkomsten en korte (uitwisselings)projecten. Zo Een enkele keer levert dat een boze brief van ouders werkte Driestar educatief met de Hongaarse partners op. Sommige studenten brengen tegen zijn filososamen aan een onderwijsvernieuwingsproject van onder fische argumenten “dogmatische argumenten uit meer Buitenlandse Zaken voor nieuwe EU-lidstaten. zestiende-eeuwse godsdienstoorlogen” in. Maar dat “Het ministerie vond dit een van de meest geslaagde zijn er een of twee. Dertig jaar geleden betrof het de projecten. Maar als calvinisten iets proberen, pakken ze helft van de klas. het ook grondig aan”, zegt Booy lachend. Voor Booy komt het echter vanwege zijn beperkte Vastere vorm “Kijk, dat vind ik nou bemoedigend”, zegt hij, terwijl tijd en budget vaak op improviseren neer. “Vijftien hij in de gang wijst naar een stapeltje WilwegRoemeense collega’s wilden eens een week langsgidsjes voor studie in het buitenland. Booy legde komen. ‘Krimmeneel, hoe moet ik dat doen?’, dacht het stapeltje onlangs neer en volgens hem is het al ik. De boeren rond mijn dorp heb ik toen gevraagd of aardig geslonken. Hij ziet graag meer studenten naar ze voor 125 euro een paar Roemenen in huis wilden het buitenland vertrekken dan de twintig tot dertig nemen. Geen probleem. De Roemenen gingen zelfs die nu jaarlijks voor een korte stage met die families mee naar de kerk!” gaan. Maar de internationalisering Voor een Duitse docent die nieuws“Als calvinisten iets van Driestar, die nu soms toevallig gierig was naar milieu-educatie tot stand komt, krijgt steeds vastere draaide hij een programma in elkaar proberen, pakken ze het vorm. In 2008 wordt internatiomet bezoeken aan een milieu-edunale ervaring verplicht en moet catiecentrum, een kinderboerderij ook grondig aan” minstens 10 procent van de medeen de rattenvangdienst. werkers hebben deelgenomen aan Dino’s een internationale uitwisseling. Er zijn ook problemen van principiëlere aard. Zo Van de docenten wil eenderde naar het buitenland, willen sommige studenten op de buitenlandse schat Booy. “Probleem is de talenkennis. Met een werkweken per se vóór zondag terug zijn om hun docent Engels wil ik nu een cursus organiseren.” En eigen kerk te kunnen bezoeken. Staat dat vasthet moet voor studenten mogelijk worden om langer houden aan identiteit internationalisering niet in weg te gaan. “Stages van vier weken zijn te kort om de weg? Internationaliseren betekent immers ook echt iets te leren”, vindt Booy. “Ze worden vaak openstaan voor andere ideeën en culturen, een open gekoppeld aan familiebezoek in Canada, waar veel mind ontwikkelen? “Studenten zijn wel opener studenten naartoe gaan. Niet alle docenten willen geworden”, vindt Booy. “In Engeland staan basishun studenten langer missen. Ze moeten leren hen scholen vol met dino’s. Ik vind het goed als een los te laten.” student zich afvraagt of dat wel kan en of wij soms Vera Ros niet te eenzijdig bezig zijn.”
k l e i n s c h alig
i nstituut
met
h o o g
2007
Het International Institute of Social Studies in Den Haag viert half oktober zijn 55-jarig jubileum met een tweedaags symposium ‘Cities of Extremes’ over ontwikkelingsproblematiek en grote steden. Voor het volledige jubileumprogramma zie www.iss.nl. Op 8 november organiseert de NVAO in Den Haag een seminar Accreditatie en Internationalisering voor medewerkers van internationaal georiënteerde opleidingen. Meer informatie op www.nvao.nl. Het vierde policy seminar van de Academic Cooperation Association (ACA) is op 16 november in Brussel en gaat over Bologna en de Europees-Amerikaanse onderwijsssamenwerking. Meer informatie op www.aca-secretariat.be “Internationalisering op hogescholen: professionals at work” is het thema van de studiedag internationalisering van de HBO-raad op 27 november in Amsterdam. Centraal staan drie aspecten van de internationale leeromgeving: onderwijs en onderzoek, de organisatie en ontwikkelingssamenwerking. Aanmelden via www.hbo-raad.nl.
Fairs ICIEP Moskou
Kennisbeurzen Arabische Wereld 13 – 14 oktober en 13 – 17 februari 2008
EHEF Beijing
19 – 21 oktober
EHEF Taipei
3 – 4 november
EHEF Indonesië
25 november – 2 december
EHEF Vietnam
7 – 12 december
Mid-career professionals uit Marokko, Syrië, Oman en Irak kunnen vanaf maart 2008 met een Nederlandse beurs in Nederland ruim drie maanden een cursus op hun vakgebied volgen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt voor deze MENA (Middle East North Africa) Scholarships via de Nuffic 600.000 euro beschikbaar. Het gaat om ca. 75 deskundigen in watermanagement, milieuwetenschap, bedrijfskunde, de landbouw of aardwetenschappen. Aan het pilotproject werken het ITC in Enschede, Wageningen Universiteit, het UNESCO-IHE Instituut voor Wateronderzoek in Delft en de Maastricht School of Management mee. Werving en selectie verlopen via de Nederlandse ambassades. De eerste deadline is 1 november. Meer informatie bij Birgitte Vos van de Nuffic, 070 – 426 0183 of
[email protected].
Richtlijn offshore onderwijs
r en d em ent
Driestar educatief is een christelijk kennis
vol- en deeltijdstudenten, van wie de mees-
ding special educational needs (SEN) aan.
centrum op reformatorische grondslag
ten de pabo of pedagogiek doen. Naast het
Studenten zijn vooral tevreden over de
met drie onderdelen: een hogeschool, een
hoofdkantoor in Gouda zijn er vestigingen
studiebegeleiding en de kleinschaligheid en
afdeling hulpverlening en een afdeling
in Ridderkerk, Apeldoorn, Veenendaal en
kwaliteit van hun opleiding. Ruim 84 pro-
onderwijsadvies. De hogeschool heeft een
Kapelle. De hogeschool verzorgt ook lectora-
cent studeert binnen vijf jaar af, zo bleek in
pabo, een lerarenopleiding voortgezet
ten Onderwijs en Identiteit en Exemplarisch
2005 uit onderzoek van het ministerie van
onderwijs en een hbo-opleiding pedago-
Onderwijs en biedt sinds september met
OCW. Daarmee had Driestar het hoogste
giek. Driestar educatief telt ongeveer 1.350
de Hogeschool Utrecht een masteroplei-
afstudeerrendement van alle pabo’s.
42 | oktober 2007 | transfer
Okt-Nov
(VR)
De organisatie van gezamenlijke onderwijsprogramma’s of opleidingen in het buitenland roept veel vragen op over de wettelijke regeling rond financiering, accreditatie etc. Het ministerie van OCW heeft die op een rij gezet in een ‘Gedragslijn Nederlandse opleidingen in het buitenland’. Meer informatie daarover bij de koepelorganisaties voor hoger onderwijs of het ministerie (M. Colenbrander, 070 – 412 3316 / F. de Zwaan, 070 – 412 4211).
transfer | oktober 2007 | 43