t rans fe r
5
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Serious game Speelse verleiding om Nederlands te leren
interview
Anje Dijk: ‘Talencentra meer in beeld’ achtergrond
Hoe geef je in het Engels les? reportage
Wereldwijd samenwerken met Google hangout
mei / juni 2015
2
inhoud
Serious game ralph rozema
[email protected]
Er hangt een paradox rond
internationale studenten, want
vaak zijn ze goed in talen, maar is Nederlandse taalvaardigheid er niet bij. “Ik spreek geen
20
Nederlands,” zegt Daniela,
een Mexicaanse die in Tilburg studeert. Ze zegt het foutloos
en bijna zonder accent. Veel meer Nederlands kent ze niet. Het is lastig voor werkgevers die internationaal talent willen behouden voor sectoren met een tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten.
Universiteiten spelen erop in en bieden – met steeds meer succes – cursussen Nederlands aan. Groningen spant de kroon met ruim dertigduizend inschrijvingen voor een
online cursus die buitenlanders al voor hun studie kunnen
Dagboek zuidelijk Afrika Freddy Weima, directeur van EP-Nuffic, bezocht
onderwijsinstellingen in Zuid-Afrika en Mozambique en
opende het Neso-kantoor in Pretoria. Voor Transfer hield hij een dagboek bij.
beginnen. En nu is er ook een serious game waarmee
je op je smartphone spelenderwijs de weg vindt in de Nederlandse taal en cultuur.
De meeste internationale studenten volgen colleges en
werkgroepen in het Engels, maar hoe staat het met het
Engels van docenten? Internationale studenten mopperen er soms over. Nederlandse studenten zijn steeds kritischer nu steeds meer vwo-scholen tweetalig onderwijs op hoog niveau geven.
De universitair docenten die tekort komen, gaan daarom op cursus. Maar niet alleen taalvaardigheid, didactiek is net zo
22
belangrijk voor de effectiviteit van Engelstalig onderwijs, betogen betrokkenen in dit nummer van Transfer.
Hoe snel het niveau van het Engels al in het funderend
onderwijs omhoog gaat, merken studenten aan de pabo.
Op stage zijn ze soms verrast hoe basisschoolleerlingen in
Pabo’s internationaliseren
Stenden Hogeschool laten zien hoe internationalisering en
De pabo, het laatste bastion waar ze niet verder kijken
het Engels kunnen praten. De Hogeschool Rotterdam en de interculturele samenwerking bij hen een vaste plek hebben gekregen.
In Maastricht werken studenten van de master Global
dan Nederland. Transfer nam een kijkje in Meppel
en Rotterdam om dit veelgehoorde vooroordeel te ontzenuwen.
Health virtueel samen met collega’s in andere werelddelen. De opleiding kreeg een uitmuntende beoordeling.
Studenten schrijven onder meer projectvoorstellen samen met counterparts elders in de wereld die ze nog nooit hebben ontmoet. Internationalisering leidt zo tot het
opdoen van nieuwe, waardevolle vaardigheden voor de beroepspraktijk.
rubrieken
4 — nieuws 13 — column Moeten universiteitsbladen in het Engels of Nederlands? 30 — aanpakken Arie de Fijter, studentenpastor in Maastricht 31 — sorry? pardon! In Macau lijkt alles normaal
Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic en verschijnt zes keer per jaar. Redactie — Ralph Rozema (hoofdredacteur), Ralph Aarnout, Els Heuts en Annelieke Zandvliet Aan dit nummer werkten mee— Robert Coelen, Frank Nuijens, Martine Postma , Freddy Weima en Rineke Wisman. Redactieraad — Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Zuyd Hogeschool), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam) en Erwin Ploeger (Unesco-IHE). Vormgeving en lay-out — Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk — Drukkerij Verloop, Alblasserdam Abonnementen — aanmelden (gratis), opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/transfer. Overname artikelen— het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie. Contact met de redactie— via
[email protected] of www.nuffic.nl/transfer. Transfer 6, jaargang 22, verschijnt op 2 juli 2015. Foto omslag: Amber Beckers/Hollandse Hoogte, bewerking Making Waves
3
focus
Engels en Nederlands in het hoger onderwijs Terwijl steeds meer opleidingen Engelstalig worden, wil Nederland buitenlandse studenten ook zoveel mogelijk in aanraking brengen met onze eigen taal.
10
16
14
De opmars van Engels in het hoger onderwijs lijkt onstuitbaar.
Talenpractica zijn passé, de
Spelenderwijs de
is een feit. Anje Dijk, voor-
taal ontdekken. Er is nu een
eerste MOOC Nederlands zitter Nederlandstalige
Universitaire Talencentra over de laatste ontwik-
kelingen: “We komen weer meer in beeld.”
Nederlandse cultuur en
Om de kwaliteit op orde te houden, worden docenten soms
op cursus gestuurd. Maar alleen het verbeteren van hun taal-
serious game die buiten-
vaardigheid is niet voldoende, ontdekte Transfer. Didactische
verleidt. “Door tulpjes te
onderwijs.
landse studenten daartoe scoren leer je ongemerkt de
aspecten zijn minstens zo belangrijk voor effectief Engelstalig
taal.”
26
27
Opinie: ‘Internationalisering is nog niet goed doordacht’
Gezondheidszorg wereldwijd
Waar is internationalisering eigenlijk goed voor, vraagt
Robert Coelen van Stenden Hogeschool zich af. Het wordt tijd eens duidelijke leerdoelen te formuleren.
Bij de master Global Health in Maastricht werken
studenten uit alle delen van de wereld samen. “Het is een onderdompeling in internationale samenwerking."
Foto: Yonhap News Agency/EPA
4
nieuws
vreugdesprong Een blij moment op een universiteit in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul. Studentes van de Seoul Women’s University maken een vreugdesprong voor een selfie voor hun afstudeeralbum.
Wetswijziging voor vereenvoudigen joint degree Minister Bussemaker heeft een wetsvoorstel gepubliceerd dat onder meer obstakels voor gezamenlijke opleidingen van meerdere instellingen in binnen- en buitenland moet wegnemen. Als het aan haar ligt, sluiten de betrokken instellingen voortaan een overeenkomst over onder meer het collegegeld, zodat studenten niet overal het volledige tarief betalen. De mogelijkheid studenten te verplichten tot een doorlopende inschrijving moet de administratieve rompslomp verminderen. Ook de procedure voor het toetsen en accrediteren van een joint degree wil de minister vereenvoudigen. Daarnaast wil Bussemaker regelen dat ook studenten met een vooropleiding in het buitenland in aanmerking komen voor – soms verplichte - studiekeuzeactiviteiten en een daaraan gekoppeld studiekeuzeadvies.
mei/juni 2015 | transfer
Vaak bestaan die activiteiten uit het invullen van een digitale vragenlijst en eventueel een gesprek. Dat kan ook best op afstand plaatsvinden, constateert de minister. Een andere wijziging die Bussemaker voorstelt, gaat over het profileringsfonds. Instellingen moeten dat kunnen gebruiken om beurzen beschikbaar te stellen aan buitenlandse studenten, zowel van binnen als buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Verder wil Bussemaker het mogelijk maken dat iemand die in Nederland promoveert, de titel PhD krijgt - net als in het buitenland. Wie wil reageren op het wetsvoorstel 'Bevordering internationalisering hoger onderwijs', kan dat tot 24 mei doen via www.internetconsultatie.nl/internationaliseringhogeronderwijs. (AZ)
5
Beroepsniveau van teruggekeerde en thuisgebleven alumni in China
6,2%
Beursstudent betaalt geen ‘nieuwkomerstaks’ in België Voor studenten uit ontwikkelingslanden die met een beurs naar België komen, geldt straks een uitzondering op de ‘nieuwkomerstaks’. Zo wordt het bedrag van 160 euro genoemd dat buitenlanders, onder wie internationale studenten, sinds maart moeten betalen als zij langer dan drie maanden in België willen verblijven. De taks dient ter financiering van het migratiebeleid. De Vlaamse interuniversitaire koepel voor ontwikkelingssamenwerking VLIR-UOS meldt dat de regering nu aan een wetswijziging werkt, zodat bursalen uit ontwikkelingslanden een vrijstelling kunnen krijgen. In afwachting daarvan betaalt de koepel de taks voor deze studenten. “Voor een student in een ontwikkelingsland komt 160 euro vaak overeen met een maandloon”, aldus de directeur van VLIR-UOS. Volgens de koepel staat Theo Francken, de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, daarnaast open voor een gesprek over de bijdrage van andere buitenlandse studenten. Al zou hij ook hebben gezegd dat die in heel wat andere Europese landen ‘een pak meer betalen voor hun studentenvisa’. De invoering van de taks leidde tot veel protest vanuit het hoger onderwijs. Maar ook in de politiek staat die ter discussie. Een Vlaams parlementslid sprak de vrees uit dat de taks de internationale studentenmobiliteit naar België zal afremmen. (AZ)
24,8% hoger management
33,8% 47% middelbaar management
50,5% 16,8% gewone werknemer
4,8% 5,4%
300.000
ambtenaar
4,3%
Zoveel keer werd de pagina over het Holland Scholarship op studyinholland.nl en de Neso-websites bijna bezocht tussen 16 februari en 31 maart. De eerste lichting bursalen arriveert in september in Nederland.
3,4% ZZP'er
0,5% 2,7% ondernemer
bron: 2013 Survey Report on Overseas Returnees’ Competitiveness in the Job Market via ChinaFile
mei/juni 2015 | transfer
6
nieuws
De beurs van…
‘Europees onderwijs moet digitaler’
abdul busuulwa (45)
promovendus bestuurskunde aan de universiteit twente
Hoe kwam je in Twente terecht?
“Een vriend wees me op een krantenartikel over de IFP-beurs van de Ford Foundation. Er waren tweeduizend aanmeldingen. Van de zestien die overbleven, was ik de enige met een handicap. Ik ben blind. De studiefaciliteiten voor blinden zijn in Oeganda en in Nederland ongeveer hetzelfde, merkte ik trouwens. Net als de onwetendheid over het onderwerp.”
Waarover ging je onderzoek?
“Ik heb onderzocht wat een blind persoon in Oeganda nodig heeft om met ict te kunnen werken. Digitale communicatie biedt enorme kansen voor blinden en slechtzienden. Als de techniek, financiën en wetgeving maar op orde zijn. Maar er valt nog veel te verbeteren.”
Wat doe je sinds je promotie?
“Ik ben terug in Oeganda en zoek werk. Ik kan lesgeven, fondsen werven, schrijven en onderzoeken. Een PhD-titel opent deuren, maar het blijft lastig als visueel gehandicapte. Een beetje positieve discriminatie zou welkom zijn. Hopelijk vergroot mijn promotieonderzoek de bekendheid met het onderwerp – en helpt het ook andere studenten op weg.” (RW)
mei/juni 2015 | transfer
Foto: Gijs van Ouwerkerk
Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwikkelingslanden met een beurs naar Nederland. Wie zijn zij en wat doen zij?
Wil Europa haar goede positie op de internationale studentenmarkt behouden, dan moet de erkenning van Europese diploma’s verder verbeteren. Ook moeten landen gezamenlijk digitaal onderwijs ontwikkelen. Dat stelt een denktank van het Europees Parlement. In zijn rapport vat de denktank belangrijke trends samen. De Verenigde Staten verliezen al jarenlang terrein op de internationale studentenmarkt, maar blijven vooralsnog de favoriete studiebestemming. De populariteit
van Europa neemt nog toe, onder meer omdat de collegegelden hier significant lager zijn. Technologische veranderingen kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor het hoger onderwijs, aldus de denktank. Het is echter moeilijk te voorspellen hoe deze zullen uitpakken. Niettemin moeten de Europese lidstaten meer samenwerken bij het aanbieden van digitaal onderwijs, om te zorgen dat ze de boot niet missen. Het aanbod aan digitaal onderwijs is nu nog zeer ongelijk verdeeld over het continent. (RA)
Vijf Nederlandse universiteiten in World Reputation Rankings De TU Delft, de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, de Universiteit Utrecht en de Wageningen Universiteit hebben een plekje bemachtigd in de World Reputation Rankings 2015. Ze mogen zich daarmee één van de honderd universiteiten met de beste reputatie noemen, volgens onderwijsmagazine Times Higher Education. De ranglijst is gebaseerd op reputatie onder academici; andere indicatoren spelen geen rol.
Harvard University staat sinds de introductie van de lijst in 2011 op de eerste plaats. De hoogst genoteerde Nederlandse universiteit is net als vorig jaar de TU Delft, die wel uit de top 50 is gezakt. De Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht zijn in de lijst gestegen ten opzichte van vorig jaar. Wageningen Universiteit is een nieuwkomer bij de beste honderd. (RR)
Veel corruptie bij onderwijsagenten in Australië Universiteiten in Australië, waaronder de prestigieuze University of Sydney en de Australian National University, zijn verwikkeld in een corruptieschandaal rond agenten die buitenlandse studenten werven. Dat blijkt uit onderzoek van het Australische televisiestation ABC. Onderwijsagenten vervalsten diploma’s om te zorgen dat gerekruteerde jongeren worden aangenomen. Een documentaire van ABC toont hoe Chinese onderwijsagenten die werkten voor de University of Sydney vervalste transcripten aannamen over gevolgde opleidingen.
Eerder luidde een onderzoekscommissie in de oostelijke staat New South Wales de noodklok over omstandigheden ‘die leiden tot corruptie’ binnen universiteiten. De commissievoorzitter liet er geen twijfel over bestaan: “Elke universiteit waarmee we spraken liet weten problemen te hebben met enkele agenten met vervalste documentatie.” De Australische regering heeft een onderzoek aangekondigd naar de kwaliteit van onderwijsagenten. Dat moet uiteindelijk leiden tot een accreditatie- en beoordelingssysteem. (RR)
7
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) opent als eerste Nederlandse universiteit een branch campus in China. In samenwerking met de China Agricultural University (CAU) uit Beijing vestigt de RUG zich vanaf 2016 in de stad Yantai, zo’n 700 kilometer van Beijing, op een leegstaande campus van de CAU. RUG-collegevoorzitter Sibrand Poppema ondertekende eind maart in Shanghai in het bijzijn van ministerpresident Mark Rutte een samenwerkingsovereenkomst met de stad Yantai en de CAU. De overeenkomst bouwt voort op gezamenlijk onderzoek met de CAU, Wageningen UR en Friesland Campina. Wageningen UR kreeg tweemaal een aanbod om in Yantai een campus te openen. Ook een Ierse universiteit legde een aanbod naast zich neer. De branch campus moet de internationale bekendheid van de RUG vergroten. “Dit is een unieke kans voor de RUG om zich als eerste continentale universiteit te vestigen in NoordChina”, zegt Poppema. “China is een enorme groeimarkt voor universiteiten, met inmiddels ruim zeven miljoen nieuwe studenten per jaar, van wie ruim 450.000 in het buitenland gaan studeren.” De campus gaat eind 2016 open. Op termijn moeten zo’n 10.000 studenten
Foto: Tjalling Halbertsma/RUG
Groningen opent campus in China
Een delegatie van de RUG bezoekt de campus in Yantai.
precies hetzelfde hoger onderwijs krijgen als in Groningen, in het Engels. Welke opleidingen de RUG in China gaat aanbieden is nog onduidelijk. Waarschijnlijk gaat het om vier tot zes programma’s van de faculteiten Economie en Bedrijfskunde en Wiskunde en Natuurwetenschappen. Als Chinese studenten een Nederlands diploma willen halen, moeten ze ten minste een jaar in Groningen studeren. Hoeveel extra Chinese studenten dit naar Groningen brengt, durft woordvoerder Riepko Buikema van de RUG nog niet te voorspellen. “De kans om
in Yantai een campus te openen diende zich vrij plotseling aan. Veel details moeten nog uitgewerkt worden. Ook de vraag hoeveel Nederlandse diploma’s er worden versterkt, is nog open.” In de faculteitsraad Economie en Bedrijfskunde klinkt bezorgdheid over de snelheid waarmee de plannen tot stand komen. “De raad is bezorgd over het gebrek aan informatie rond dit plan. Het heeft veel potentieel, maar we krijgen de indruk dat er voor de faculteiten ook veel risico’s aan kleven,” aldus raadslid Kees van Veen in de Groningse Universiteitskrant. (RA)
cv robert schuddeboom dutch consul general in istanbul @rschuddeboom
Dear Turkish Student: “Studying in the Netherlands should be on your shortlist” My new blog on studying in the NL’s @ http://bit.ly/1PmLlrv
en
u -b e r z
beurs
deadline
start studie/onderzoek
Japan, studie en onderzoek
20 jun
apr /okt 2016
Duitsland, kort onderzoek
20 jul
vanaf jan 2016
Mexico, studie en onderzoek
21 aug
2016
Meer informatie op www.wilweg.nl/cv
mei/juni 2015 | transfer
8
nieuws
Foto: RIA Novosti
Ministers praten in Jerevan over Bologna-proces
De staatsuniversiteit van Jerevan.
Het is een nieuwe stap in het Bologna-proces: de ministersconferentie in Jerevan in Armenië die op 14 en 15 mei plaatsvindt. Onderwijsministers van bijna vijftig Europese landen komen dan bijeen. “De bedoeling is om het Bologna-proces te verstevigen en tegelijkertijd de dialoog te versterken binnen en buiten de European Higher Education Area,” zei de Armeense onderwijsminister Armen Ashotyan vooruitlopend op de conferentie. Het Bologna-proces loopt sinds 1999. In die tijd is afgesproken universiteiten meer op elkaar af te stemmen, onder meer door invoering van de Bachelor-Master structuur. Belangrijke thema’s in Jerevan zijn de Europese accreditatie voor joint programmes, de samenwerking met onderwijsinstellingen buiten Europa en de toegankelijkheid van het Europese onderwijssysteem. Joint programmes waarbij universiteiten in verschillende landen samenwerken, bestaan al. Maar een Europese accreditatie is er nog niet. “De hoop is dat daardoor nog meer van zulke initiatieven van de grond komen,” zegt José Ravenstein van het Nationaal Agentschap Erasmus+. De Armeense minister Ashotyan onderstreept dat hoger onderwijs voor iedereen toegankelijk moet worden. “De European Higher Education Area moet een platform zijn waar minderheden gelijke kansen hebben. Iedereen moet toegang kunnen krijgen. Nu zijn er op de Europese kaart nog steeds gebieden waar mensen van dat recht geen gebruik kunnen maken.” (RR)
Websites universiteiten vaak ongeschikt voor smartphones Westerse universiteiten weten potentiële buitenlandse studenten lang niet altijd te bereiken, omdat de websites van hun opleidingen niet geschikt zijn voor smartphones. Dat blijkt uit onderzoek van de University of Salford Business School bij Manchester en SI News studyinternational.com. De onderzoekers analyseerden 121 websites van universiteiten in Groot-Brittannië, Australië, Canada en de Verenigde Staten. Daarvan bleek bij 40 procent dat de pagina’s voor potentiële buitenlandse studenten niet op een mobieltje konden worden bekeken. Tegelijkertijd, zo constateren de onderzoekers, zoeken jongeren steeds vaker op hun smartphone. mei/juni 2015 | transfer
In 2013 gebeurde dat wereldwijd in 12 procent van de gevallen; in 2014 lag dat op 27 procent. Jongeren in ontwikkelingslanden hebben lang niet altijd toegang tot pc’s, maar hebben wel een mobiele telefoon. Vooral in Afrika gaan de ontwikkelingen snel. Voor 2017 is de verwachting dat daar dan 334 miljoen mensen over een smartphone beschikken. De downloadsnelheid ligt in ontwikkelingslanden vaak wel lager dan in westerse landen. Universitaire sites die wel geschikt zijn voor de smartphone zijn daardoor niet altijd goed te bekijken, bijvoorbeeld als ze te ingewikkeld zijn. Ook daar houden universiteiten niet altijd rekening mee. (RR)
9
Rusland wil achterstand inlopen
Foto: iStock
Moscow State University, de best scorende universiteit van Rusland.
Rusland gaat zijn hoger onderwijs drastisch hervormen. Voor het einde van 2016 moeten zo’n honderd universiteiten hun deuren sluiten. Momenteel telt Rusland bijna elfhonderd universiteiten, circa één instelling per 140.000 inwoners. Ter vergelijking: in Nederland bedient een hogeronderwijsinstelling gemiddeld 280.000 inwoners. Veel Russische instellingen zijn in de roerige jaren negentig opgericht; de kwaliteit van een flink aantal is volgens minister van Onderwijs Livanov onder de maat. De hervormingen maken deel uit van een al langer lopend programma dat voorziet in de sluiting van veertig procent van de universiteiten. Livanov wil een aantal private instellingen laten opgaan in federale universiteiten, die hierdoor beter moeten scoren in internationale rankings. Geen enkele Russische instelling heeft vooralsnog de top honderd van een
internationale ranking weten te halen. De plannen worden mede ingegeven door een teruglopend aantal studenten. Een deel van die daling hoopt de regering op te vangen door meer buitenlandse studenten aan te trekken. Daartoe worden meer beurzen verstrekt. De aansluiting met het buitenlandse hoger onderwijs wordt bemoeilijkt door de koersval van de roebel. Omdat studeren in het buitenland duurder is geworden, neemt de belangstelling ervoor af. Het afgelopen jaar is het aantal studenten dat zich oriënteert op een studie in het buitenland met meer dan een kwart afgenomen. Volgens het Russische ministerie van onderwijs studeren er momenteel zo’n 50.000 studenten in het buitenland. Een deel van hen zou zelfs vervroegd willen terugkeren naar Rusland, om daar verder te studeren. Volgens Jerke Verschoor, directeur van Nuffic Neso Russia, is het nog te vroeg om iets te zeggen over afnemende belangstelling voor een studie in Nederland. “Met de devaluatie van de roebel is het voor Russische studenten inderdaad duurder geworden om in het buitenland te studeren. Maar de interesse voor onze Study in Holland-activiteiten verflauwt nog niet. Integendeel, we zien begin dit jaar zelfs een toename.” Verschoor merkt op dat de euro voor Russen minder duur is geworden dan de Amerikaanse dollar en het Britse pond. “Studeren in de eurozone is nu voor Russen aantrekkelijker dan studeren in de VS of het VK. Daarmee biedt deze crisis ook kansen voor Nederlandse instellingen. (RA)
enda ag
datum
organisator
evenement
locatie
meer informatie
3 jun
o.a. EP-Nuffic
Nationale buddydag
Zwolle
www.nuffic.nl/ onderwijspromotie/make-itin-the-netherlands
14–16 jun
ACA
Annual conference 2015 Internationalisation: from strategy to implementation
Brussel
www.aca-secretariat.be
15–18 sep
EAIE
Annual conference ‘A wealth of nations’
Glasgow
www.eaie.org/home/ conference/glasgow.html
mei/juni 2015 | transfer
10
de taal van ons onderwijs
anje dijk, voorzitter nederlandstalige universitaire talencentra
‘Taal heeft de wind weer mee’ april/mei 2015 | transfer
11
Laat buitenlandse studenten wat Nederlands leren, zo klinkt het de laatste jaren. En zorg dat de kwaliteit van Engelstalig hoger onderwijs voldoende is. Koren op de molen van de talencentra, zegt Anje Dijk, voorzitter van de landelijke vereniging daarvan en directeur van het Talencentrum in
Foto: Henk Veenstra
Groningen. ‘Maar we moeten onze positie blijven bevechten.’
De volle flexkamer van het Talencentrum van de Onderwijs en de VSNU bezocht toen het actieplan Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is veelzeggend. tot stand kwam. Goed, de Letterenfaculteit had er ruimer bij kunnen Gratis zitten als nieuwbouw van de universiteit niet door De RUG biedt studenten sinds enkele jaren gelegende problemen als gevolg van de gaswinning was heid om op kosten van de universiteit een cursus vertraagd. Maar het Talencentrum groeit ook uit zijn Nederlands volgen. Dat leidde vorig jaar tot ongeveer jasje en schakelt veel tijdelijke krachten in, zonder duizend cursisten, in het eerste vaste werkplek. “Het is voor ons belangrijk om kwartaal van dit jaar al zeshon“Wat doe je in de klas, wat flexibel te blijven”, legt directeur derd. “Studenten wilden graag kan op afstand? En hoe Anje Dijk op haar kamer uit. Nederlands leren, maar ze konden Want talencentra in het hoger faciliteer je dat optimaal? de cursus niet altijd betalen of onderwijs hebben niet alleen te Daar is nog wat te hadden het geld er niet voor over”, maken met pieken en dalen tijdens winnen.” stelt Dijk vast. “Zodra de cursus het collegejaar, maar ook met gratis werd, kwamen ze. Inmiddels langere golfbewegingen. Dat heeft is ook een vervolgcursus gratis. Dat Dijk, die het Talencentrum sinds heeft natuurlijk alles te maken met 2004 leidt, ondervonden. “Vooral in het begin was het beleid: wil je zorgen dat mensen zich hier thuis het moeilijk”, vertelt ze. “De universiteit moest voelen en de weg weten te vinden, dan is het handig bezuinigen en deed dat ook op taal.” als ze begrijpen wat er wordt gezegd bij het kopieerIn Groningen is het Talencentrum ondergebracht apparaat of op de markt.” bij de Letterenfaculteit, maar het moet zichzelf Tijdgebrek kan studenten er eveneens van weerbedruipen. Elders maken talencentra deel uit van houden om Nederlands te leren, heeft Dijk gemerkt. bijvoorbeeld de universiteitsbibliotheek of student Aanvankelijk moesten studenten de gratis cursus in services. Ook de precieze taken en financiering het eerste jaar van hun opleiding doen. “Elke week verschillen per instelling. Dijk, die voorzitter is de twee keer twee uur Nederlands, plus nog eens vier Nederlandstalige Universitaire Talencentra (NUT), uur huiswerk, bleek vaak een te zware belasting naast kan daarom geen algemeen beeld schetsen. Wel de studie. Dus hebben wij goed nagedacht hoe we weet ze dat taal de laatste jaren de wind mee heeft. de studenten allemaal door de cursus heen kunnen “Er is veel aandacht voor Engels, allerlei universiloodsen. We doen nu één les per week en lassen teiten zijn bezig een taalbeleid te vormen. Daardoor pauzeweken in als er tentamens zijn. Bovendien komen talencentra weer meer in beeld.” mogen studenten de cursus nu in elke fase van hun Ook het actieplan Make it in the Netherlands, opleiding doen, dat geeft ook wat lucht.” bedoeld om meer internationaal talent aan te Sprong in het diepe trekken en te behouden voor de arbeidsmarkt, heeft Zoeken naar de juiste formule was ook aan de orde een positief effect. Onder de noemer ‘Alles begint bij het opzetten van de MOOC (Massive Open Online met taal’ is de ambitie geformuleerd om het voor Course) Nederlands, waarmee de RUG dit voorjaar buitenlandse studenten eenvoudiger en aantrek een primeur had. Oorspronkelijk zou de Nuffic een kelijker te maken Nederlands te leren. Dat kan MOOC ontwikkelen, in het kader van Make it in the natuurlijk niet zonder de talencentra, al denkt Dijk Netherlands, maar die koos uiteindelijk voor een dat het goed was dat de NUT het ministerie van
mei/juni 2015 | transfer
12
Ook hogescholen bij ‘universitair’ netwerk De vereniging van Nederlandstalige Universitaire Talencentra (NUT, www.nut-talen.eu) heeft 24 leden. Daar behoren talencentra van vier hogescholen toe, en zes van Vlaamse instellingen. Het Language service centre van de Anton De Kom Universiteit in Suriname is geassocieerd lid. De leden profileren zich via de NUT, wisselen informatie uit, delen kennis en ervaringen, en bundelen expertise. Zo ontwikkelden enkele talencentra samen een toets en testten verschillende leden welke online tools bruikbaar zijn in het taalonderwijs. (AZ)
serious game [zie p. 14]. De RUG had intussen een potje voor e-learning-activiteiten, vertelt Dijk. Het Talencentrum diende een aanvraag in voor een online cursus Nederlands, waarna werd geopperd er een MOOC van te maken. “Dat was voor ons een sprong in het diepe. Het platform waarop de MOOC wordt gepubliceerd, FutureLearn, heeft een vrij strikte vorm en wij waren de eerste die er een taalverwervingscursus vanaf nul op ging aanbieden.” De drieweekse MOOC werd een groot succes, zegt Dijk stalend. Ze pakt de cijfers erbij: meer dan 33.000 aanmeldingen, 3.000 deelnemers uit de hele wereld die de cursus voltooiden. “We wilden cursisten het idee geven: Nederlands klinkt wel moeilijk, maar misschien valt het toch mee. Te oordelen naar de positieve feedback is dat gelukt.” Een ander doel van de MOOC was studenten te interesseren voor een opleiding in Groningen. In hoeverre dat is gehaald, is volgens Dijk niet goed te evalueren. Wel weet ze dat het merendeel van de 65 inschrijvingen voor de online cursus Nederlands die het Talencentrum sinds kort aanbiedt, en waarvoor wel moet worden betaald, voortkomt uit de MOOC. De technologische ontwikkelingen vindt Dijk op dit moment de grootste uitdaging voor de talencentra. “Wat doe je in de klas, wat kan online en op afstand? Wat vroeger in een talenpracticum gebeurde, kunnen studenten nu zelf thuis doen. Hoe faciliteer je dat optimaal? Daar is nog wel wat te winnen.”
Ondergesneeuwd Minister Bussemaker zag eind vorig jaar geen heil in het VVD-plan om elke buitenlandse student verplicht Nederlands te laten leren. Anje Dijk is het met haar eens. “Een verplichting vind ik wat ver gaan, als iemand hier een opleiding in het Engels volgt.”
mei/juni 2015 | transfer
De noodzaak wordt steeds minder groot, nu de ene na de andere universiteit Engels als voertaal kiest of tweetaligheid nastreeft. Zo ook de RUG. “Je merkt wel dat er heel veel aandacht naar het Engels gaat”, zegt Dijk. “Maar ons taalbeleid geeft ook duidelijk aan dat wij graag willen dat buitenlandse studenten en medewerkers in elk geval een basis van het Nederlands kennen.” De directeur van het Talencentrum vindt het jammer dat meertaligheid ondergesneeuwd dreigt te raken. “Terwijl wij er wel voor pleiten dat mensen uit andere landen hier komen, die vaak ook een of meer talen naast het Engels beheersen. Aandacht voor die meertaligheid kan het onderwijs een extra dimensie geven.” In het Europese project MAGICC, waarin haar Talencentrum heeft geparticipeerd, is een model ontwikkeld voor lessen waarin de focus ligt op academische vaardigheden, interculturele vaardigheden en meertaligheid. “Zo proberen we ook die andere talen meer een rol te laten spelen”, zegt Dijk. Om meertaligheid te bevorderen heeft het Talencentrum Café de las Lenguas geïnitieerd, vertelt ze verder, waar bezoekers wekelijks in onderlinge gesprekken hun kennis van verschillende talen in de praktijk kunnen brengen. Aan belangstelling geen gebrek.
Puzzeltje De ambitie uit Make it in the Netherlands om de Engelse taalvaardigheid van docenten te verbeteren, pakt de NUT op door een symposium te organiseren. “Daarbij gaat het niet alleen om de taal, maar ook om didactische en interculturele vaardigheden”, benadrukt Dijk. “Ook interculturele vaardigheden horen bij uitstek tot de expertise van de talencentra, maar dat kunnen we nog beter neerzetten.” Talencentra bieden steeds meer cursussen aan over interculturele communicatie, en sinds kort houdt een speciale werkgroep binnen de NUT zich daarmee bezig. Genoeg te doen dus voor de talencentra. “Er ontstaat een mooi puzzeltje waarin wij allerlei stukjes kunnen leggen”, stelt Dijk tevreden vast. Maar zij rekent zich niet rijk. “Als de universiteit nu ineens zou besluiten geen geld meer in taal te steken, dan zijn wij zo weg. Wij hebben een kwetsbare positie, die we voortdurend moeten bevechten. We moeten steeds laten zien wie we zijn en wat we kunnen, zodat we niet worden vergeten. Bij de eigen instelling, maar ook op landelijk niveau.”
annelieke zandvliet De MOOC gaat in juni weer van start. Aanmelden kan via futurelearn.com/courses/dutch
13
wisselcolumn Hoofdredacteuren van universiteits- en hogeschoolbladen schrijven op uitnodiging van Transfer een column.
‘Don’t be afraid to overthink the cultural stuff. Just don’t do stupid shit.’ Joe Leech, expert in de gebruikerservaring van websites, laat tijdens de conferentie Online Media in Higher Education interviews zien met internationale studenten die geen wijs kunnen worden uit de gemiddelde universitaire website. Bijvoorbeeld omdat het aparte kopje ‘international students’ met een foto van een Aziatische student de gemiddelde Duitser niet aanspreekt. De instroom van Nederlandse studenten stagneert. Universiteiten moeten studenten uit het buitenland aantrekken om te kunnen groeien. De TU Delft lijkt het te lukken. Momenteel is zes procent van de bachelorstudenten van niet-Nederlandse afkomst. Maar voor de masterstudenten is dat al dertig procent. En de populatie promovendi bestaat maar liefst uit 66 procent buitenlanders. De hogeronderwijsbladen zijn bij uitstek geschikt om deze studenten te betrekken bij het universitaire leven. Maar hoe doe je dat goed, zonder het signaal af te geven dat ze tweederangs burgers op de campus zijn als het om informatievoorziening gaat?
frank nuijens
Foto: Marcel Krijger
It’s not about you
Het college van bestuur vraagt me al jaren wanneer Delta, het universiteitsblad van de TU Delft, helemaal in het Engels zal verschijnen. Maar is dat dé oplossing? Uit lezersonderzoek weet ik dat we dan veel Nederlandstalige lezers zullen verliezen. Ze kunnen wel Engels lezen, maar doen het liever niet. Alle hogeronderwijsbladen worstelen met ‘verengelsing’. De redactie van Folia van de Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam heeft één artikel en een rubriek in het Engels in haar blad verstopt. Observant van de Universiteit Maastricht heeft al jaren een tweetalige voorpagina, maar met verschillend nieuws. Op de nieuwe website van Univers van Tilburg University staan zowel Nederlandse als Engelse artikelen door elkaar. En Resource van Wageningen UR geeft
hetzelfde blad in het Nederlands en Engels uit. De grootste valkuil is om de internationale studenten en medewerkers als homogene doelgroep te zien. Zo telt de groep betaalde medewerkers van de TU Delft maar liefst 86 nationaliteiten. Is alleen het vertalen van artikelen in het Engels de oplossing? Mij lijkt dat naïef. Maar wat moeten we anders? Delta is net het project ‘Universiteits medium 3.0’ gestart. De hoofdvraag: wat als de universiteit morgen wordt opgericht? Wat is dan de beste manier om iedereen van onafhankelijke informatie te voorzien, te verbinden met de universiteit en met elkaar, academisch debat en interdisciplinaire samenwerking te stimuleren? Onafhankelijk van hun herkomst. Is dat een magazine of een website, in het Nederlands of Engels, eenrichtingsverkeer of interactief? Volgens mij moeten we voorbij de universiteitsmedia in hun huidige vorm durven denken. Met in ons achterhoofd het zender/ontvanger-mantra van Leech: “it’s not about you, it’s about me.” Frank Nuijens is hoofdredacteur van Delta, het universiteitsblad van de TU Delft.
mei/juni 2015 | transfer
14
de taal van ons onderwijs
nederlands leren op je telefoon
Al tulpjes scorend naar h Als internationale studenten Nederlands leren, maken ze meer kans op de Nederlandse arbeidsmarkt. De serious game ‘Hoi Holland’ verleidt ze om de eerste woorden te leren. Welkom in de jungle die Nederland heet! Daar sta je dan met je koffer op Schiphol, of op een is, en als je hem in losse sessies van een paar minuten treinstation ergens in Nederland. Een nieuwe fase in kunt spelen, gaat de doelgroep ermee aan de slag. We je leven breekt aan. Je begint aan een nieuwe studie, hebben hem van begin tot eind op hún situatie toegeof een nieuw onderdeel daarvan, gaat op een nieuwe sneden.” plek wonen, in een onbekend land. Een groot avonEen klassieke cursus is het allerminst geworden. tuur breekt aan – je zult moeten improviseren om de Rijtjes met vervoegingen of grammaticale regels zijn eerste dagen door te komen. nergens te bespeuren. Hoi Holland is een prachtig Precies dat spannende gevoel roept ‘Hoi Holland’ op, vormgegeven digitale kijkdoos, waarin scènes uit het een serious game waarin internationale studenten leven van een internationale student voorbij trekken. vanaf nu kennis kunnen maken met de Nederlandse Aankomen op Schiphol, op de fiets naar de universitaal en cultuur. Een kleine, vrolijke talencursus is teit, een bezoek aan een verjaardagsfeestje. De speler het, die studenten op hun telefoon kunnen spelen. vult zinnen aan, zet woorden al swipend op de juiste Maar ook: een uitdaging aan de studenten om zo veel volgorde – en scoort zo de tulpjes die hij nodig heeft mogelijk uit hun verblijf in Nederland te halen. Net om een volgend level te bereiken. als in het echt moeten ze zich in het Voor elke scène heeft de speler maar spel staande houden in de jungle die beperkte tijd; een klokje bovenin “Terwijl je probeert het een onbekende cultuur kan zijn. het scherm geeft aan dat haast is maximale aantal punten “Buitenlandse talenten aan geboden. Een weloverwogen keuze, te halen, leer je ongemerkt legt Hoogendoorn uit. “Een taal Nederland binden, dat is het doel de taal” van de game”, vertelt Margje Geurts leren heeft veel met improviseren van EP-Nuffic, de organisatie die te maken. Als je wacht tot je zeker het spel liet ontwikkelen. “De weet hoe je iets moet zeggen, hou meeste internationals volgen hier je veel te lang je mond. We sporen een Engelstalige opleiding en hebben het Nederlands studenten aan om snel te kiezen en dus fouten te ook in hun vrije tijd niet nodig. Doordat ze de taal maken. In een collegezaal is dat eng, in deze game niet leren, missen ze de aansluiting met een groot absoluut niet. Je kunt nooit deel van de Nederlandse arbeidsmarkt. Dat is zonde afgaan voor een groep. Terwijl – voor hen én voor Nederland, dat hun talenten goed je probeert om het maximale kan gebruiken. Met de game willen we ze verleiden aantal punten te halen, leer je toch óók Nederlands te leren.” ongemerkt de taal.”
Digitale kijkdoos
Subtiliteiten
Of ze nou moeten wachten op de bus of op een college dat gaat beginnen, internationals kunnen vanaf nu op elk verloren moment Nederlandse zinnen en woorden oefenen. “We hebben een app willen maken die nadrukkelijk níet op een talencursus lijkt”, licht Evert Hoogendoorn van gameontwikkelaar IJsfontein toe. “Alleen als ’ie écht leuk
Via de Taalunie en de vereniging van Nederlandstalige Universitaire Talencentra (NUT) werden taaldocenten betrokken bij de ontwikkeling van de game. Omdat de doelgroep geen voorkennis van de taal heeft, was het
mei/juni 2015 | transfer
15
het volgende level
belangrijk om de aan te bieden zinnen eenvoudig te houden. Wim Tersteeg van het Utrechtse taalinstituut Babel: “Een zin als ‘Kom maar even binnen’ lijkt heel eenvoudig, maar bevat allerlei moeilijke nuances. Op zulke subtiliteiten heb ik scherp gelet. Want ze kunnen er zomaar voor zorgen dat iemand afhaakt.” Omdat de game sterk op beeldmateriaal steunt, vindt Tersteeg hem geschikt als kennismaking voor doelgroepen zonder voorkennis van het Nederlands. Maar of een Koreaan even gemakkelijk het hoogste level haalt als een Duitser? Tersteeg: “Dat zal de praktijk moeten uitwijzen. Vrijwel al het bestaande digitale leermateriaal is ontwikkeld als onderdeel van een cursus. Een docent kan dan helpen als een student vastloopt. Bij deze game is dat niet het geval. Ik ben heel benieuwd hoe het gaat uitpakken.” Hoi Holland is géén volledige talencursus, benadrukt Margje Geurts van EP-Nuffic, maar een kennismaking met de taal en cultuur. “We hopen dat de deelnemers zin krijgen om een volledige talencursus te volgen.” Hoe eerder studenten instromen in een echte cursus, hoe groter de kans op succes, weet Wim Tersteeg. “Als ze snel een goede basis leggen, kunnen studenten ook op eigen kracht ver komen. Want het leervermogen van de doelgroep is groot.”
Meteen aan de slag De game is vanaf medio mei beschikbaar voor Appleen Android-toestellen. Hij wordt grootscheeps onder de aandacht gebracht via de Neso’s, de Study in Holland-kanalen en met een digitale campagne. Geurts hoopt dat ook de instellingen hem gaan promoten. “Deze maand krijgen veel internationals te horen of ze vanaf september in Nederland kunnen komen studeren. Ze kunnen meteen met de game aan de slag, om straks des te beter voorbereid en met extra veel zin aan hun studie te beginnen.”
ralph aarnout
Make it in the Netherlands! Hoi Holland is ontwikkeld met budget van het ministerie van OCW, in het kader van het nationaal actieprogramma Make it in the Netherlands! Dit programma is bedoeld om internationaal talent aan Nederland te binden, met initiatieven op het gebied van onder meer taalverwerving, carrièrehulp en vermindering van bureaucratie. Meer informatie op nuffic.nl/makeitinthenetherlands. (RA)
mei/juni 2015 | transfer
16
de taal van ons onderwijs
didactische aspecten van belang voor kwaliteit engelstalig onderwijs
Lesgeven in het Engels vergt meer dan taalvaardigheid Het aantal Engelstalige opleidingen blijft maar toenemen. Om te voorkomen dat de verengelsing ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs, blijkt meer nodig te zijn dan taalvaardigheidscursussen. Didactische aspecten zijn minstens zo belangrijk voor de effectiviteit van Engelstalig onderwijs. ‘Niet iedereen hoeft door dezelfde hoepel te springen.’
mei/juni 2015 | transfer
17
‘Engels heet hangijzer voor TU-student’, schreef het Alleen taalvaardigheidscursussen zijn echter niet AD onlangs, naar aanleiding van klachten van ontegenoeg, benadrukt ze. Didactische aspecten zijn vreden studenten in Delft. ‘Engels is een barrière minstens zo belangrijk voor de effectiviteit van in de collegezaal’, kopte Folia enkele dagen eerder. Engelstalig onderwijs. “Ik ken voorbeelden uit de Het is niet voor het eerst dat er kanttekeningen praktijk, waarbij vocabulaire en uitspraak matig worden gemaakt bij, of zelfs kritiek wordt geuit op, zijn. Maar die docenten geven wel goed interactief Engelstalig onderwijs. Wat doen universiteiten en en gestructureerd onderwijs, met aandacht voor hogescholen daarmee? de behoeften van de studenten. Dan is het minder “Dat verschilt enorm”, zegt Annemieke Meijer. belangrijk dat het Engels perfect is.” Zij maakte deel uit van de denkMeijer vertelt over de cursus die tank ‘Engels als voertaal’ van ze vroeger gaf. Slechts één van “Als iemand goed het Netwerk Academische de vier dagdelen ging puur over interactief onderwijs geeft, taalvaardigheid en uitbreiding Communicatieve Vaardigheden. Die is het minder belangrijk denktank inventariseerde enkele van het vocabulaire. “Iemand kan dat het Engels perfect is” jaren geleden de stand van zaken, in zijn eigen taal iets op verschilmaar leidt nu een slapend bestaan. lende manieren uitleggen”, licht de “Sommige universiteiten hebben docente toe. “Als een student iets taalbeleid ontwikkeld of uitgebreid in het Engels niet meteen begrijpt, en verplichte taaltoetsen ingesteld. Bij andere is moet je het ook in andere woorden kunnen zeggen.” het op papier mooi, maar valt de praktijk tegen. En Een klein deel van de cursus ging over uitspraak. Ook sommige instellingen hebben helemaal geen beleid.” niet onbelangrijk, aldus Meijer: “Uit onderzoek blijkt Meijer is al jaren met het onderwerp bezig. dat studenten daar erg over kunnen vallen.” Een Aanvankelijk vanuit haar werk bij het Centrum voor volgende bijeenkomst stond in het teken van interOnderwijs en Leren van de Universiteit Utrecht, culturele communicatie, een andere ging over didacwaar ze cursussen verzorgde voor docenten die tische tips and tricks: hoe je een student beter kunt college gingen geven in het Engels. Inmiddels brengt laten leren in een vreemde taal. Het laatste dagdeel Meijer studenten van het University College Utrecht ging Meijer op lesbezoek. academische vaardigheden bij en behoort het onderWeerstand werp niet meer direct tot haar takenpakket. “Maar Docenten volgden de cursus op vrijwillige basis, vanuit academische interesse volg ik het nog steeds.” vaak in het kader van een seniorkwalificatie onderHet aantal opleidingen in het Engels stijgt weliswaar wijs (SKO). “Ik had soms het idee dat de mensen die minder snel dan voorheen, maar de taal breidt zich naar de cursus kwamen, dat juist het minste nodig nog steeds uit in het hoger onderwijs in Nederland. hadden”, blikt Meijer terug. “Als je ze langs een “Persoonlijk denk ik dat er vaak iets te makkelijk taaltoets-lat had gelegd, dan waren zij geslaagd. Toch over wordt gedacht”, zegt Meijer. Volgens haar zou er voelden ze een soort onbehagen. Docenten over wie beter geluisterd moeten worden naar de werkvloer. studenten klagen, al dan niet terecht, komen daar“Vaak is het een managementbeslissing om te gaan entegen meestal niet vrijwillig.” Daarmee wil Meijer internationaliseren. Daar zijn goede redenen voor. overigens niet zeggen dat het volgen van dergelijke Maar dat heeft consequenties in de collegezaal.” cursussen verplicht zou moeten worden gesteld. Advies en ondersteuning Dat is ook niet het beleid van de Universiteit Utrecht, Er zijn docenten die zeggen dat het niet uitmaakt of die alle masters in het Engels gaat aanbieden, vertelt ze lesgeven in het Nederlands of in het Engels, weet programmamanager internationalisering Margreet Meijer. “Misschien is dat zo, of hebben ze niet door de Lange. “Docenten moeten de taal beheersen dat de taal gevolgen heeft voor de kwaliteit van hun waarin zij onderwijs geven. Daar stellen wij geen onderwijs. Anderen zitten er echt mee, die kunnen norm voor, zoals een bepaald certificaat of cursussen. niet zichzelf zijn in het Engels. Maar in Nederland Een commissie beoordeelt de competenties op kun je als docent bijna niet toegeven dat je Engels basis van bewijsmateriaal. Niet iedereen hoeft door niet up to scratch is.” Daarom is belangrijk dat er dezelfde hoepel te springen, dat leidt tot weerstand. wordt doorgevraagd, vindt Meijer, en dat waar nodig Studenten vormen een belangrijke indicator om te advies en ondersteuning wordt geboden. bekijken wat nodig is.”
mei/juni 2015 | transfer
18
Grapjes
Nederland blijft koploper in Engelstalig onderwijs De Academic Cooperation Association (ACA) publiceerde eind vorig jaar een onderzoek naar Engelstalige opleidingen in het hoger onderwijs, onder meer gebaseerd op een enquête onder opleidingsmanagers. In Nederland werd die door tachtig personen ingevuld. Enkele bevindingen: - Nederland heeft het grootste aantal volledig Engelstalige opleidingen van alle Europese landen waar Engels niet de voertaal is: 1.078 - Duitsland volgt Nederland op de voet (1.030). De nummer 3, Zweden, staat wat meer op afstand (822). Frankrijk (499) en Denemarken (494) moeten een flinke kloof overbruggen om van respectievelijk plaats 4 en 5 omhoog te klimmen. - Tweederde van de hogeronderwijsinstellingen in Nederland biedt Engelstalige opleidingen aan. Van alle opleidingen is 30 procent in het Engels. - Net iets meer dan de helft van de studenten die hier een Engelstalige opleiding volgen, is afkomstig uit Nederland. - Van de ondervraagde opleidingsmanagers in Nederland gaf 61 procent aan dat Engelse taalvaardigheid een belangrijk selectiecriterium is bij het aantrekken van docenten. - Bij 42 procent van de Engelstalige opleidingen in Nederland moeten docenten – indien nodig – hun Engels verbeteren. - Voor andere medewerkers geldt die verplichting bij een op de vijf opleidingen – dat is meer dan in andere landen. (AZ) Bron: Bernd Wärchter, Friedhelm Maiworm (eds.), English-Taught Programmes in European Higher Education – The State of Play in 2014
De Hogeschool van Amsterdam (HvA) kent evenmin een duidelijke norm, aldus Matthijs Eijgelshoven, behalve voor medewerkers die toetsen maken. Dat heeft te maken met het decentralisatiebeleid van de hogeschool, legt de projectmanager taalbeleid uit. Maar ook met het feit dat de ene opleiding een of twee Engelstalige minoren aanbiedt, de andere alleen Engelstalig lesmateriaal gebruikt en een volgende een buitenlandse docent heeft. “Zo is er een groot grijs gebied tussen geheel Engelstalige opleidingen enerzijds en volledige Nederlandstalige opleidingen anderzijds. Dat maakt het lastig om centraal beleid te voeren. Het is logisch dat je flink investeert in iemand die altijd onderwijs geeft in het Engels. Maar iemand die een of twee keer per jaar een Engelstalige les verzorgt, kan die beter uit zijn hoofd leren.”
mei/juni 2015 | transfer
Eijgelshoven heeft de opdracht van het college van bestuur om taal op de agenda te zetten binnen de hogeschool. Dat doet hij door afspraken te maken met de managers van de verschillende domeinen. “Als die zeggen: ‘wij hebben een internationaal semester en het Engels van de docenten is niet toereikend’, dan zorgen we bijvoorbeeld voor coaching.” Daarnaast kunnen docenten, maar ook secretaresses zich inschrijven voor een cursus Engels bij de HvA-academie, vertelt Eijgelshoven. Centraal staat dat vakkennis goed wordt overgedragen. De projectmanager is het met Annemieke Meijer eens dat dit niet alleen afhangt van de taalvaardigheid van de docent. “Als je een klas voor je neus hebt met studenten voor wie Engels vaak de tweede taal is, dan zullen ze niet allemaal hetzelfde niveau hebben.” Hij wijst eveneens op het belang van de didactiek met een economieles als voorbeeld. De ene student is goed in dat vak, maar niet in Engels. Een ander heeft geen probleem met de taal, maar vindt economie lastig. “Als de stof niet goed overkomt, waar ligt dat dan aan? Daar kom je niet achter door een uur lang frontaal tegen de studenten te praten, maar wel als je ze tijdens de les vragen laat beantwoorden. En er moeten voldoende herhalingsmomenten zijn. Dat is in een andere taal nog veel belangrijker.” De HvA gaat samen met de British Council een pilot opzetten over lesgeven in het Engels. En Annemieke Meijer bereidt een presentatie over dit onderwerp voor met een psycholoog, omdat uit onderzoek blijkt dat ook docenten die behoorlijk goed Engels spreken zich daar niet helemaal prettig bij voelen. “Opvallend is dat veel mensen zeggen: ‘Ik kan geen grapjes maken in het Engels.’ Waarom zeggen ze dat? Staat die klacht symbool voor algemener ongemak? Daar willen we dieper in duiken.”
annelieke zandvliet
Foto: Ronald van den Heerik
19
Een cursus Engels in het talencentrum van de Erasmus Universiteit.
Allemaal een voldoende voor Engels in 2018 De Erasmus Universiteit Rotterdam wil een twee-
Inmiddels hebben ruim 180 medewerkers een cursus
talige instelling worden. Daarom is het streven dat
gevolgd bij het talencentrum.
alle medewerkers de Nederlandse en Engelse taal
Bij het werven van nieuw personeel staat het taal
beheersen op een niveau dat bij hun functie en de
niveau in de vacaturetekst. Na verloop van tijd zal dat
context daarvan past. In ruim een jaar tijd is al het
onderdeel worden van alle functieomschrijvingen. In
ondersteunend personeel getoetst. Beleidsadviseur
2018 moet iedereen de Engelse taal op het gewenste
internationalisering Brenda Docter inventariseert
niveau beheersen. De reacties van collega’s zijn wis-
momenteel de resultaten. Zij kan nog niet zeggen
selend, zegt Docter. “Sommigen hebben nog wat
hoeveel collega’s aan de norm voldoen. Wie daar-
schroom en zeggen dat ze het Engels nooit gebrui-
onder zit, wordt gestimuleerd om binnen vijf jaar
ken.” Maar ze merkt ook veel positieve energie. “Op
alsnog op niveau te komen. Dat is geen verplichting,
mijn eigen afdeling had iedereen het over de toetsen:
benadrukt Docter: “Niemand wordt erop afgerekend;
grammatica, spreek- en schrijfvaardigheid. We zaten
het gaat erom of je je functie goed kunt uitoefenen.”
allemaal in hetzelfde schuitje.” (AZ)
mei/juni 2015 | transfer
20
achtergrond
opening neso-kantoor in pretoria
Onderweg door bruisend Zuid-Afrika en Mozambique Afrika biedt steeds meer kansen voor samenwerking in het hoger onderwijs. Directeur Freddy Weima van EP-Nuffic bezocht eind maart 2015 hogescholen, universiteiten en projecten voor capaciteitsopbouw in Zuid-Afrika en Mozambique. En hij opende het
o Sou Foto: Nuffic Nes
th Africa, Andre
Vorster
nieuwe Neso-kantoor in Pretoria. Voor Transfer hield hij een dagboek bij.
Foto achtergrond: iStock
Port Alfred, Zuid-Afrika Met enkele collega’s kom ik aan bij de overzeese vestiging van de Stenden Hogeschool. De branch campus is gevestigd in een oud hotel en doet heerlijk authentiek aan. Het is een toplocatie. Het terras van het studentenrestaurant biedt een grandioos zicht op de oceaan. Studenten vertellen ons enthousiast over de opleiding, hoewel het voor de meeste Nederlanders behoorlijk wennen was. De term ‘comfort zone’ valt vele malen. We maken een rondritje door de stad en langs het paradijselijke strand.
mei/juni 2015 | transfer
Inmiddels studeren zo’n driehonderd studenten aan Stenden South Africa, vooral ZuidAfrikanen en Nederlanders, maar ook veel Duitsers en bijvoorbeeld Zimbabwanen. De Zuid-Afrikanen volgen een volledige opleiding van drie jaar, de meeste internationale studenten komen er voor een half jaar. Van oudsher is deze branch campus gespecialiseerd in hotel management, maar sinds enkele jaren kan je er ook een opleiding disaster management volgen. Verrassend genoeg overlappen de curricula voor zo’n zeventig procent. Als je aan Stenden South Africa verblijft, word je zeker niet alleen met de luxe kant van dit land geconfronteerd. Vele studenten doen vrijwilligerswerk of stages in de townships van Port Alfred. Dat kan van alles zijn: sport- of computerbegeleiding, maar ook maatschappelijk werk en creatieve therapie. In de loop der jaren is Stenden een belangrijke factor geworden in het dagelijks leven in de townships. Overal zien we bewijzen daarvan, tot een Robert Veenstra Centre aan toe, verwijzend naar een vroegere Stendenbestuurder. Emzed, die de community projects vanuit Stenden begeleidt, spreekt van een ongekende interculturele ervaring voor de studenten.
Pretoria Donderdag 26 maart gaat tijdens een ceremonie op de Nederlandse ambassade in Pretoria ons Neso-kantoor
21
van de alumni, Freddy Weima, een stra iem en Theo Hoogh
in Zuid-Afrika écht van start. Er is een zin die ik altijd al eens heb willen uitspreken: “I officially declare EP-Nuffic’s Netherlands Education Support Office to be opened!” Vandaag gaat het gebeuren. Het is een prachtige ochtend. We beginnen met een workshop over de vraag wat we van dit Nesokantoor mogen verwachten. Een uitstekende manier om ideeën te krijgen en de sfeer wat losser te maken. Een belangrijke uitkomst van de workshop: bij de Neso Zuid-Afrika staat niet de promotie van het Nederlandse hoger onderwijs voorop, maar de samenwerking tussen het Nederlandse en Zuid-Afrikaanse hoger onderwijs. De ontspannen sfeer van de workshop weet iedereen goed vast te houden tijdens het officiële deel met de speeches. De boodschap dat we hier zijn gekomen om samen te werken komt goed over. Het levert een compliment op van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Hoger Onderwijs en van ambassadeur Marisa Gerards, die enthousiast blijkt over de komst van een Neso op haar post. Een hoogtepunt van de ceremonie zijn de statements van de vijf aanwezige studenten van Stenden Port Alfred, twee Zuid-Afrikanen, twee Nederlanders en een Tanzaniaan: “It is a most awesome experience.” De zaal is uitstekend gevuld, met vertegenwoordigers van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse hoger onderwijsinstellingen, ministeries en bedrijven. Ook de alumni zijn goed vertegenwoordigd, ze hebben zich inmiddels georganiseerd en hebben een ambitieus bestuur. Onze chief representative Samia Chasi maakt indruk, zij kan met haar ervaring bij de Wits University het belang van een Neso in Zuid-Afrika op stimulerende wijze voor het voetlicht brengen.
Foto's: Freddy Weima
Mozambique Een dag later vertrekken we vroeg naar Mozambique, samen met collega’s Theo Hooghiemstra en Rosa Borges. Theo en ik komen er voor het eerst, voor Rosa is het land gesneden koek, want ze is al een jaar of zes de programmabeheerder voor Mozambique. Wat enorm helpt is dat Rosa van origine Portugees is en dus de taal spreekt. De Portugese cultuur is overigens
nog volop aanwezig in Mozambique, bijvoorbeeld blijkend uit de vele koffiehuizen. Blijkbaar wordt de jarenlange koloniale overheersing de hedendaagse Portugezen niet al te euvel geduid. Onze missie naar Mozambique staat vooral in het teken van het capaciteitsopbouwprogramma Niche. We bezoeken projecten in verschillende fasen van voortgang. Ook spreken we gouverneur en voormalig vice-minister van hoger onderwijs Arlindo Chilundo. De ontvangst op de Eduardo Mondlane Universiteit (UEM), de grootste en oudste hoger onderwijsinstelling van Mozambique, is geweldig. We worden opgewacht door een grote delegatie: de rector en zijn vicerectoren en zo ongeveer alle decanen. Ondenkbaar dat zoiets in Nederland zou gebeuren. De rector heeft zijn PhD aan de Rijksuniversiteit Groningen behaald. Hij kent Nederland goed en praat er vol lof over. Hij houdt een doorwrocht verhaal over de geschiedenis en toekomst van de universiteit en over de langjarige samenwerking met (EP-)Nuffic. Dit jaar zal een Nicheproject starten gericht op een onderwijsprogramma voor duurzame energie en gas. Een hoogtepunt van de reis is de allereerste Holland Alumni-bijeenkomst op de ambassade in Maputo. In tegenstelling tot andere Afrikaanse landen kent Mozambique nog geen alumnivereniging. Hoog tijd om daar wat aan te doen. Er komen maar liefst veertig gasten op af, onder wie de eerder genoemde rector van de UEM. Een groot compliment voor de collega’s van EP-Nuffic, die deze gebeurtenis tot in de puntjes hebben voorbereid. Hiermee komt een eind aan onze reis door twee landen. Ik kijk er zonder meer positief op terug. Stenden heeft laten zien dat een branch campus echt goed kan uitpakken. Bij de capaciteitsopbouw blijven we overtuigd van de noodzaak van vernieuwing: meer aansluiten bij het internationaliseringsbeleid van instellingen en bij de hulp en handel-agenda, aandacht voor alumni en een grotere betrokkenheid van Nederlandse hoger-onderwijsinstellingen. Het nieuwe Neso-kantoor zal de samenwerking helpen versterken.
freddy weima
mei/juni 2015 | transfer
22
achtergrond
pabo’s op de bres voor internationalisering
‘Deze ontwikkeling in het onderwijs mag je niet missen’ De pabo, het laatste bastion waar ze niet verder kijken dan Nederland. Het is een veelgehoord vooroordeel. Toch zijn diverse pabo’s actief bezig met internationalisering, elk op zijn eigen manier. Transfer ging kijken in Meppel en in Rotterdam. ‘Studenten op stage zijn soms volkomen verrast wat basisschoolleerlingen al kunnen.’ “Een student van ons kwam met een compleet nieuwe blik terug van een stage op een basisschool in Nottingham.” Ton de Kraay, docent aan de pabo van de Hogeschool Rotterdam, herinnert het zich nog goed. “Hij had zoveel geleerd, ook over zijn eigen rol. Zo zeggen we in Nederland ‘juf Janneke’; in Engeland is het nog ‘mr. Brooks’. Maar de afstand tussen de leerlingen en die mr. Brooks bleek veel kleiner dan we in Nederland gewend zijn.” “Het kan een stage in Engeland zijn, maar ook op een Engels-Russische school in Kazachstan”, zegt Julie
mei/juni 2015 | transfer
Bytheway, docent op de internationale pabo van de Stenden Hogeschool in Meppel. “Studenten zetten stappen buiten hun comfortzone. Het is soms afzien, maar ze leren veel. Daar profiteren ze van als ze later voor de klas staan.” In Rotterdam gaan lang niet alle studenten op reis en dat hoeft ook niet. “We hebben 175 culturen in onze eigen regio”, weet De Kraay. “Het gaat ons in de eerste plaats om cultural awareness, dat aanstaande leraren zich bewust worden van de variatie en rijkdom aan culturen die we hebben. Daarmee
23
vaarsnest in de tuin. Binnen stomen studenten zich klaar voor hun stage in Singapore, Oslo of gewoon Hoogeveen, want Nederland hoort er wel bij. Grote verschillen Het is eind van de ochtend. Studenten analyseren De pabo in Meppel leidt studenten op om te werken in het Engels een dialoog tussen een leraar en een op een internationale school, hier of in het buitenleerling. “Wie maakt hier fouten”, wil de Nieuwland. De opleiding werkt nauw samen met instelZeelandse docente Bytheway weten. “De leraar is lingen in Scandinavië waar studenten een deel van onduidelijk”, reageert de klas. “Hij geeft feedback, hun studie volgen. Maar ze leren maar de leerling pakt het niet op.” ook lesgeven op een Nederlandse Goed gezien, vindt Bytheway. Even “We gaan mee met basisschool. “Je ziet hoe tweelater stuurt ze bij: “Niet alleen naar de ontwikkelingen op talige basisscholen in Nederland de spreker kijken, ook naar de luistaalgebied. Maar we leiden teraar: luistert die wel echt?” oprukken, ook daar spelen we op Ongeveer eenderde van de paboop voor basisscholen in in”, zegt Bytheway. studenten in Meppel is Nederlands, Nederland.” De lerarenopleidingen in Meppel eenderde is Duits, maar ook bijvooren Rotterdam vallen op door de beeld Italianen en Zuid-Afrikanen extra aandacht die ze geven aan doen de opleiding. De Nederlanders interculturele competenties en hebben vaak al een tussenjaar in het buitenland achter internationalisering. Het is een ontwikkeling in het de rug. Voor hun stage willen ze naar verre bestemprimair onderwijs die je niet mag missen, vinden ze. mingen. Angola, zegt Karin uit Deventer. Bangalore in Nu al zijn er basisscholen met tpo (tweetalig primair India, zegt Sonam die van Sint Maarten komt. Alleen onderwijs), waarbij het streven is om tussen de 15 Marije uit Joure wil in de buurt blijven: “Eerst een en 30 procent van de lessen in het Engels te geven minor in Denemarken, daarna wil ik lesgeven op een en scholen met vvto (vroeg vreemdetalenonderwijs) tweetalige basisschool in Nederland.” met één of enkele uren Engelse les per week. Maar er bestaan grote verschillen tussen de pabo’s bij de Duitsers haken af aanpak van internationalisering. Het idee voor de internationale opleiding komt voort Ooievaarsnest uit de grote verschillen in benadering tussen landen. De landelijke locatie van de Stenden Hogeschool in “Daar wilden we iets mee”, zegt Bytheway. “We Meppel vormt een wonderlijk contrast met het interwaren de eersten in de wereld die opleidingen in drie nationale karakter van de pabo die samenwerkt met landen combineerden. Studenten volgen nu een deel partners over de hele wereld. ITEPS heet de opleiding van hun studie in Denemarken of Noorwegen.” in het Engels: International Teacher Education for In tegenstelling tot die andere landen stelt Nederland Primary Schools. Het leslokaal kijkt uit op een ooiewel een extra wettelijke voorwaarde aan de opleiding: de studenten zijn verplicht ook te leren hoe ze in het Nederlands moeten lesgeven en ze krijgen daar een diploma voor. “Dat gaat ver”, vindt Sonam. Zij is op Sint Maarten met Engels grootgebracht. “Natuurlijk wil ik wel wat Nederlands leren, maar daarin lesgeven is iets anders, ik wil kunnen kiezen voor een internationale school.” Vooral Duitse studenten haken na het eerste jaar af en vervolgen hun studie in Denemarken, waar leren lesgeven in het Deens niet verplicht is. De Stenden Hogeschool heeft goede hoop dat de Tweede Kamer de eis voor het Nederlands zal afschaffen. “We willen meer buitenlandse studenten naar Nederland halen, dus we willen af van die verplichting. Nu kiezen buitenlandse studenten vaak voor Scandinavië waar Docente Julie Bytheway met studenten in Meppel ze een volledig Engelstalige opleiding kunnen doen.” Foto: Ralph Rozema
Foto: Tom van Limpt/HH
moeten ze aan de slag kunnen op basisscholen in een grootstedelijke context.”
mei/juni 2015 | transfer
24
Andere thuistaal Zo internationaal als de pabo in Meppel is, zo kleurrijk is die in Rotterdam. Het merendeel van de studenten is Nederlands, vaak met een andere thuistaal. Hun familie is oorspronkelijk afkomstig uit Turkije, Marokko, de Kaapverdische eilanden, Suriname of Nederland. Niet zozeer internationalisering, als wel cultural awareness is het sleutelwoord. Al is er ook een kleine international class met studenten van buiten Nederland. De Rotterdamse pabo biedt een vierjarige opleiding met een sterk profiel Engels. Er is een opleidingsvariant ‘Yellow Brick Road’, bedoeld voor studenten die in de toekomst willen lesgeven op scholen met vvto, tpo, IPC (International Primary Curriculum van voorheen de Shell-scholen) of op international primary schools. De studenten leren in het Engels les te geven. De ‘Yellow Brick Road’-studenten besteden een kwart van hun stage aan activiteiten rond Engels binnen de school. Docent Ton de Kraay en coördinator internationalisering Mieke Hilster-Verhart hechten grote waarde aan de opleiding. “Onze studenten lopen stage bij basisscholen met vroeg vreemdetalenonderwijs. Dat is een grootse ervaring”, zegt De Kraay. “Voor de studenten is het Engels een grote uitdaging”, merkt HilsterVerhart op. “We willen dat ze meer internationale bronnen gebruiken, maar dat vinden ze lastig.” De stages leveren ook de basisscholen voordeel op.
Groei aantal vvto-scholen 1200 1000 800 600 400 200 0
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
bron: EP-Nuffic
mei/juni 2015 | transfer
De Kraay: “We helpen ze met het vinden van buitenlandse partnerscholen, zodat leerlingen kunnen samenwerken. De scholen denken vaak aan Engeland, maar daar zijn ze veel te goed in Engels. In Finland of Zweden vinden ze eerder aansluiting.”
Roodkapje De Kraay heeft de basisscholen zien veranderen. “We hebben in de regio nu tien jaar vvto. Daardoor heb je kinderen met heel nieuwe vaardigheden in groep 8. Studenten op stage zijn soms volkomen verrast wat leerlingen al kunnen. Daar moeten ze zich op voorbereiden. Je kunt er als pabo niet meer omheen om goed Engels te bieden.” Ook om andere talen en culturen kan de Hogeschool Rotterdam niet heen. “We gaan niet alle talen leren, we besteden wel aandacht aan de cultuur. Chinese kinderen bijvoorbeeld kennen een variant van Roodkapje, maar dan met een tijger. De rijkdom en wisselwerking van culturen willen we overdragen. ” Buitenlandse excursies horen er vanzelfsprekend bij. De Rotterdamse studenten maakten een reis naar Philadelphia rond het thema Urban Education. “Dan zie je hoe ze daar in Amerika mee omgaan”, vertelt De Kraay. “En het relativeert. Je denkt ineens: die kinderen uit achterstandswijken in Rotterdam zijn eigenlijk zo arm nog niet.”
Promotieonderzoek Een zorg die beide pabo’s delen, betreft de aansluiting tussen basisschool en voortgezet onderwijs. “Leerlingen kunnen aan het eind van de basisschool een hoog taalniveau hebben, maar dat is lang niet overal zo. In de brugklas zie je de diversiteit terug. Het is soms hartverscheurend om te zien hoe leerlingen met goede taalvaardigheid in het Engels daar praktisch opnieuw moeten beginnen,” zegt Bytheway. Een mogelijke uitweg is om in de brugklas verschillende taalniveaus aan te bieden. De Kraay doet daar promotieonderzoek naar, naast zijn baan als docent didactiek Engels. “Wat is het effect van gedifferentieerd onderwijs Engels op de taalvaardigheidsontwikkeling in de brugklas? Dat willen we uitzoeken. Het zou heel goed kunnen uitpakken om in de brugklas Engels op verschillende niveaus te gaan geven.” En hoe vroeg moet je eigenlijk met een vreemde taal beginnen? Kinderen onder de twaalf pikken het gemakkelijk op, zo blijkt uit onderzoek. Dan gaat het spelenderwijs en bijna vanzelf. Veel docenten zijn ervan overtuigd dat Engels daarom een grotere rol
Foto: Ralph Rozema
25
Ton de Kraaij en Mieke Hilster-Verhart van de Hogeschool Rotterdam
moet gaan spelen in het Nederlandse basisonderwijs. Maar Bytheway wijst ook op de mythen over jonge kinderen die talen leren. “Het succes hangt sterk af van de context. Een Chinees kind op een internationale school in Den Haag praat ook tijdens het voetballen in de pauze Engels. Als de omgeving meehelpt, gaat het snel. Maar een uurtje per week Engels op een basisschool waar verder alles in het Nederlands gaat, geeft veel minder resultaat. We moeten dat niet mooier maken dan het is.”
Elitair Mythen zijn er ook over het taalniveau van allochtone leerlingen. Ze kunnen nog niet eens Nederlands, wordt wel gezegd. “Wij zien dat kinderen met een andere culturele achtergrond soms juist taalbegaafd zijn. Ze krijgen dan van thuis een uitgebreide taalcode mee,” zegt Hilster-Verhart. “Als ouders bijvoorbeeld veel voorlezen in hun eigen taal, kan dat een positief leereffect hebben”, vult De Kraay aan. “Sprookjes vertellen en de schoolactiviteiten bespreken in de eigen taal helpt uiteindelijk ook de ontwikkeling van het Nederlands. Daar willen we onze studenten bewust van maken.”
Tegenstanders van Engels op jonge leeftijd op de basisschool benadrukken het vermeende elitaire karakter van tweetalige scholen. Dat geldt helemaal voor de internationale scholen die allerlei extra voorzieningen hebben en bijvoorbeeld kleine klassen. Maar volgens Bytheway zijn lang niet alle internationale basisscholen elitair. “Het stereotiepe beeld van scholen met bijna alleen ambassadeurskinderen is onterecht. We werken ook met internationale scholen waar kinderen uit een rijk milieu en kinderen van vluchtelingen samen in de klas zitten. Dan krijg je een verrijkende wisselwerking.” Ook bij de Hogeschool Rotterdam speelt de discussie over het vermeende elitaire karakter van programma’s met nadruk op Engels. “We leiden op voor basisscholen in Nederland. We willen meegaan met de ontwikkelingen op taalgebied. Die ontwikkelingen zijn niet te stuiten. Maar we willen dat iedereen kan meedoen, we worden geen Engelstalige pabo”, zegt Hilster-Verhart. “Internationalisering mag niet voor de happy few zijn.”
ralph rozema
mei/juni 2015 | transfer
26
opinie
‘Internationalisering is nog niet goed doordacht’
Foto: Henriëtte Guest
Het belang van internationalisering is onvoldoende onderbouwd, vindt Robert Coelen. Volgens hem wordt het tijd om duidelijke leeruitkomsten te formuleren.
Mag ik op deze plek eens een heel basale vraag stellen? Namelijk: waar is internationalisering van het onderwijs nou eigenlijk goed voor? We bereiden leerlingen en studenten voor op de samenleving en de arbeidsmarkt van de toekomst, hoor je vaak. Dat klinkt goed en nuttig. Maar daarmee zijn we er nog niet. Wat moeten jongeren precies weten en kunnen als ze uit de collegebanken komen? Op die vraag hebben we nog geen helder antwoord. En dus kunnen we óók niet goed beargumenteren wat het belang van internationalisering precies is. We zijn, kortom, nog nauwelijks gewend om in termen van leeruitkomsten over onderwijs te praten. Daar moeten we iets aan doen. Begin dit jaar heeft staatssecretaris Dekker het Platform #Onderwijs2032 gelanceerd. Een prachtig initiatief, dunkt mij, om de inhoud van het basis- en voortgezet onderwijs nog eens goed tegen het licht te houden. Wat willen we onze jeugd nu precies bijbrengen? En waarom? Dat EP-Nuffic werkt aan een strategische agenda voor 2020 sluit prachtig aan op de plannen van Sander Dekker. Waarom sturen we studenten naar het buitenland? Waarom halen we buitenlandse studenten hiernaartoe?
mei/juni 2015 | transfer
Wat willen we daarmee bereiken? En kunnen we die doelen op een andere manier niet veel efficiënter bereiken? Op al die vragen moeten we helder antwoord kunnen geven, waarbij leeruitkomsten centraal staan.
“Studenten in het buitenland hun Engels laten verbeteren, is dat logisch? Is het niet logischer om al op de basisschool aan die taalvaardigheid te werken?”
Misschien moeten we zelfs rekening houden met wat je “afleeruitkomsten” kunt noemen. Een van onze doelen is om interculturele competenties van studenten te bevorderen. Maar hebben kleine kinderen die niet van nature in huis, net als creativiteit? Dan zou ons doel moeten zijn: zorgen dat ze die competenties niet kwijtraken! Dat het Europees Platform en de Nuffic zijn samengegaan is waardevol, in het licht van deze discussie. Als je internationalisering serieus neemt, kun je het je niet veroorloven om het per onderwijssector te benaderen. Studenten naar het buitenland sturen om hun Engelse taalvaardigheid
te verbeteren, bijvoorbeeld. Is dat logisch? Is het niet veel logischer en effectiever om al op de basisschool aan die taalvaardigheid te werken – zodat je later in een leercarrière tijd en energie hebt voor andere zaken? Het is een simpel voorbeeld, maar dit illustreert wel waarom het zo belangrijk is dat de onderwijssectoren samenwerken. In Nederland beginnen we kinderen zo’n beetje vanaf hun twaalfde vreemde talen bij te brengen. En wanneer loopt hun taalgevoelige fase ten einde? Als ze twaalf zijn! Zulke dingen storen mij. We roepen allemaal dat we internationalisering belangrijk vinden, maar onderling overleg? Ho maar! Het Platform #Onderwijs2032 en de strategische sessies bij EP-Nuffic bieden een prachtige kans om te formuleren wat nou eigenlijk onze doelen zijn met internationalisering. En hoe we die doelen samen kunnen bereiken. Die kans moeten we grijpen. Nú is het moment om een nieuwe stap te zetten met de internationalisering van het onderwijs.
robert coelen Robert Coelen is lector Internationalisation of Higher Education bij Stenden Hogeschool.
27
Foto: Ton Koene/ANP
achtergrond
best practice : internationale
master global
health
Echt internationaal samenwerken in Maastricht De internationale master Global Health van de Universiteit Maastricht krijgt een pluim vanwege het innovatieve karakter. De accreditatieorganisatie NVAO heeft de eenjarige opleiding ook het bijzondere kenmerk internationalisering toegekend. Het panel roemt de internationale en interculturele ervaringen die in het programma zijn geïntegreerd. Ze kennen elkaar niet persoonlijk, maar werken al intensief samen. Deze middag hebben studenten in Maastricht een virtuele ontmoeting met hun counterparts in Canada. Ze stellen gezamenlijk een projectvoorstel op voor gezondheidszorg in de Soedanese regio Darfur. “Wat weten we van de partners in Soedan met wie we willen samenwerken?”, klinkt het vanuit Canada. “Mensen in Darfur hebben lang
niet altijd toegang tot gezondheidszorg”, zegt een studente uit Maastricht. “Vooral vrouwen komen tekort. Aan hen moeten we extra aandacht geven.” In Nederland is het eind van de middag, in Canada nog vroeg in de ochtend. De studenten van de master Global Health praten met elkaar via Google hangout, het videoconferentiesysteem dat werkt vanuit Google+.
mei/juni 2015 | transfer
28
Ze moeten er nog even flink aan trekken. Over ruim een week zien ze elkaar voor het eerst in het echt. Dat zal in India zijn. Niet alleen presenteren alle groepen dan hun eigen project, ze gaan ook samen health community work in de praktijk doen. Het wordt een brede, internationale ontmoeting: ook studenten van partneruniversiteiten in India, Thailand en Colombia zullen aanwezig zijn. “Het is een complete onderdompeling. De studenten moeten internationaal samenwerken, ze lopen tegen allerlei cultuurverschillen aan, ze leren van de aanpak van anderen, ze leren tot compromissen te komen”, zegt Anja Krumeich, die de Maastrichtse master coördineert.
in bijvoorbeeld antropologie of psychologie. Zo’n zeventig studenten met twintig verschillende nationaliteiten volgen nu de master. Ze komen uit onder meer Ethiopië, Indonesië, Nepal, Soedan, Italië of gewoon uit Nederland.
Veel raakpunten
Studenten uit die internationale groep werken vervolgens aan opdrachten met anderen aan buitenlandse universiteiten. Sommige studenten in Maastricht werken samen met Canada, andere met India of Thailand. Ook een universiteit in Colombia doet sinds kort mee. Je zou verwachten dat de samenwerking met landen met een compleet andere cultuur het lastigst is, maar Oog voor ongelijkheden dat blijkt niet altijd zo te zijn. De samenwerking met Global Health gaat over gezondheidszorg wereldde Thammasat University in Thailand loopt bijvoorwijd, studenten doen interculturele competenties op beeld heel goed. “Dat is een opleiding met veel interen leren te denken vanuit verschillende disciplines. nationale studenten. Ze komen uit Afrika, Birma of Aan bod komen epidemieën die zich wereldwijd Nepal. Door dat internationale karakter hebben we verspreiden, hulp bij natuurrampen veel raakpunten”, zegt coördinator en de grote verschillen in toegang Krumeich. “Het is een complete tot gezondheidszorg. De studie Ook met Canada verloopt de onderdompeling. Ze lopen samenwerking goed, maar de beoogt leiders en beleidsmedewertegen cultuurverschillen kers te vormen op het gebied van organisatoren en studenten lopen aan en leren de wereldwijde gezondheidszorg; wel degelijk tegen verschillen aan. compromissen sluiten.” sommige studenten zullen verder De Canadese studenten van de gaan als promovendus. McMaster University zijn meer dan De Universiteit Maastricht speelt de anderen erop gericht om excelmet de master in op een wens van lente resultaten te behalen. Zulke de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Lee Jongverschillen spelen op de achtergrond mee. wook deed als directeur-generaal een dringende In de Google hangout is daarvan overigens weinig oproep voor het opleiden van ‘dynamische leiders in van te merken. Er wordt gelachen, soms flink inhoude gezondheidszorg die over grenzen heenkijken en delijk gediscussieerd. Dan ineens laat de techniek het oog hebben voor de ongelijkheden in de zorg’. afweten. De een na de ander valt weg. “Can you hear De aangeboden vakken weerspiegelen die wens. me?”, klinkt het vanaf het zwarte scherm. Na een Cursussen hebben titels als Governing Health in paar minuten is de storing voorbij en komt iedereen a Global Context, Health in Times of Crisis, Global terug. Opnieuw gelach. Storingen horen er soms bij. Health Economics. De studenten krijgen een scala Gevoeligheden aan lesmethoden aangereikt: van virtuele samenwerBij de master Global Health staat internationaal kingsprojecten en individueel onderzoek tot problem denken centraal. Maar een internationale aanpak based learning. Bij die laatste methode moeten ze in moet je vertalen naar een plaatselijke situatie met alle groepen van tien tot twaalf studenten een oplossing culturele gevoeligheden die erbij horen. “We gaan vinden voor een praktisch probleem. In de groep na hoe we internationale regels van bijvoorbeeld de tasten ze mogelijke oorzaken af, raadplegen medeWHO het beste kunnen toepassen binnen plaatsestudenten, sluiten bepaalde oorzaken uit en komen lijke culturen”, zegt Krumeich. “Dat is een speerpunt uiteindelijk tot een conclusie. Op die manier leren ze van de opleiding.” om in ingewikkelde situaties problemen op te lossen; In India, op de Manipal University bij Jaipur, krijgen dat kan hun later op de arbeidsmarkt van pas komen. de studenten voor het eerst te maken met een De meeste studenten in Maastricht hebben geen cultuur die ze niet gewend zijn. “Dan zie je meteen medische achtergrond, maar hebben een bachelor
mei/juni 2015 | transfer
29
de samenwerking niet goed gaat, soms is het ook een worsteling om culturele tegenstellingen te overbruggen. Daar leert iedereen van. Als ze terugkijken, zien ze wat een waardevolle ervaringen het zijn geweest.” Foto's: Sue Barclay
Diner Een hoogtepunt elk jaar is de eerste avond in India. De studenten die elkaar kennen van de videoconferenties ontmoeten elkaar dan voor het eerst in het echt. “We zitten samen aan tafel voor het diner. Dan komen de verhalen. Dan blijkt dat het online werken ook wel wat frustraties heeft opgeleverd, nu kunnen ze in het echt met elkaar verder.” Ook tijdens het gesprek in de Google hangout komt India aan bod. De studenten moeten daar straks hun projectvoorstel pitchen. In enkele minuten moeten ze de anderen proberen te overtuigen. “Waarom maken we niet een video van twee minuten”, vindt Youssef. “Dan kan iedereen daarop reageren.” Uiteindelijk kiezen ze toch voor een korte, krachtige presentatie. Later in hun master kunnen de studenten twaalf weken lang een elective doen aan een van de partneruniversiteiten. Ze ronden hun studie af met een thesis. Daarin komen de internationale protocollen over gezondheidszorg terug en hoe die plaatselijk uitwerken. Bijvoorbeeld: hoe pakt moeder- en kindzorg uit in Ghana of in Nederland?
Vietnam en Soedan
de verschillen. In India hebben mensen niet de gewoonte alles te plannen, ze organiseren het ter plekke. Maar Nederlandse studenten willen alles van te voren vastleggen. Beide werkwijzen hebben voordelen, de studenten leren zo van elkaar. En ze realiseren zich dat ze rekening moeten houden met lokale gebruiken. Geen internationale regels opleggen, maar aansluiten bij plaatselijke gewoonten werkt vaak effectiever in de gezondheidszorg.” De discussies raken ook gevoelige onderwerpen. India kwam in het nieuws door gewelddadige verkrachtingen. Dat wil zeggen: vooral westerse media berichtten daarover; in India zelf was de aandacht minder. “Je merkt dat Indiase studenten dat onderwerp mijden. Het moet niet te rechtstreeks. Maar praten over vrouwenrechten kan wel.” Studenten raken uit hun comfortzone. “Dat is precies de bedoeling”, zegt Krumeich. “Ze mopperen dat
Afgestudeerden van Global Health komen terecht bij overheden, bedrijven, NGO’s of internationale organisaties als de WHO. “Een oud-student heeft een baan bij een hulporganisatie in Vietnam”, weet coördinator Krumeich. “Die heeft als taak om een inventarisatie te maken van alle problemen bij de internationale regels en hoe die het beste toe te passen zijn.” Een andere afgestudeerde werkt in de gezondheidszorg in Soedan. Dichter bij huis vond een oud-student een baan bij het tropeninstituut in Antwerpen. De meeting via Google hangout loopt op z’n eind. De studenten kijken uit naar hun verblijf in India. En ondertussen blijken ze al van alles van elkaar te weten. “Je stond in de headlines”, weten ze in Canada over een Maastrichtse studente, die in een krant een interview gaf. Nog één keer ontmoeten ze elkaar de komende week online. En daarna in het echt. “Tot gauw in India.”
ralph rozema
mei/juni 2015 | transfer
30
aanpakken Wat komt er kijken bij internationalisering in het hoger onderwijs? Betrokkenen vertellen over hun werk.
‘Internationale student ziet pastor meer als vertrouwenspersoon’
Foto: Philip Driessen
Studenten die met levensvragen worstelen, kunnen bij hem terecht voor een gesprek. Daarnaast steekt Arie de Fijter, studentenpastor in Maastricht, veel tijd in allerlei activiteiten met studenten. Variërend van groente kweken tot het wegwijs maken van asielzoekers. Maastricht heeft een asielzoekers centrum met zeshonderd vluchtelingen en een universiteit met 15.000 studenten. Het zou mooi zijn om beide groepen met elkaar in contact te brengen, dacht Arie de Fijter. Een informatieavond leek hem een goed begin. “En ineens zat ons pand stampvol”, vertelt de studentenpastor. “Veel studenten waren blijkbaar geraakt door het idee, dat ze iets voor anderen konden betekenen.” Het Refugee Project was geboren en maar liefst 130 studenten wilden meedoen. Bijvoorbeeld door een asielzoeker de weg te wijzen naar de apotheek. “En juist internationale studenten kunnen dat goed, want die delen de ervaring dat het hier anders werkt dan thuis”, zegt De Fijter, die studenten zo stimuleert om actief te zijn in de samenleving. Om ze bewustzijn bij te brengen over
mei/juni 2015 | transfer
duurzaamheid, komt er in de grote tuin bij het nieuwe pand van het pastoraat een kas waarin studenten zelf groente kunnen kweken. En wie minder actief wil zijn, kan eenvoudig aanschuiven bij de wekelijkse groepsmaaltijd. “Zo word je onderdeel van een gemeenschap”, legt De Fijter uit, “wat waardevol is naast een individueel gerichte studie en het opbouwen van een cv.”
Identiteit Meer dan de helft van de studenten die naar het pastoraat komen, is afkomstig uit het buitenland. Dat is niet vreemd, vindt De Fijter. “Nederlandse studenten kunnen zich eenvoudiger aansluiten bij een studentenvereniging en vinden ook makkelijker hun weg in religieus opzicht. Internationale studenten zijn meer op zoek naar een thuis; zij kunnen in het weekend niet even naar huis. En
kort door de bocht gezegd zijn zij iets meer bezig met religie en zingeving.” Dat kan ook in één-op-één-gesprekken met de studentenpastor – een kleiner, maar niet minder belangrijk onderdeel van zijn werk. “Spiritual guidance, zoals we dat noemen, kan ook over de relatie met ouders gaan. Of over identiteit. Een student zit immers in een nieuwe levensfase.” Anders dan Nederlandse studenten zien internationale studenten een pastor vaak als een vertrouwenspersoon, valt De Fijter op. “Nederlanders gaan toch eerder naar een psycholoog of arts.” Studenten blijken het op prijs te stellen om met iemand te spreken die onafhankelijk is. Signalen die De Fijter opvangt, kan hij wel kwijt bij de universiteit. Hij is daar niet in dienst, maar toch lid van het managementteam van het studenten servicecentrum. “Pastores staan dicht bij studenten”, aldus de studentenpastor, “ik denk dat wij goede voelhorens hebben.”
annelieke zandvliet
31
sorry? pardon! Studenten vertellen over leerzame uitglijders en misverstanden in het buitenland.
wie: Maria Cristhin Kuiper (21)
studie: Arts and Culture, Universiteit
van Maastricht
tip:
buitenlandervaring: semester sociale
wetenschappen, University of Macau
‘Was ik nou in China of niet?’
‘Met geduld kom je het verst in een vreemde cultuur’
foto: iStock
Maria Cristhin Kuiper wilde naar Macau om een vervreemdende ervaring op te doen. Wat haar het meest verbaasde, was dat ze zich amper verbaasde. Fish. China. Enter. Moon. Zo ‘heetten’ de studenten die naast Maria Cristhin Kuiper in de collegebanken zaten in Macau. Hun werkelijke namen waren te ingewikkeld in een internationale omgeving, daarom hadden ze een bijnaam gekozen. De buddy van Maria Cristhin liet zich Roxanne noemen, ook toen de twee na verloop van tijd goede vriendinnen waren geworden. Ze verruilde Maastricht een halfjaar voor Macau in de hoop een vervreemdende ervaring op te doen. Ondergaan hoe oost en west elkaar ontmoetten, dat wilde ze. Maar ze ontdekte al gauw dat de voormalige Portugese kolonie niet écht oosters is. Anders dan in de rest van China deden Facebook en Google het er gewoon, en met al zijn casino’s en discotheken had de stad
veel weg van Las Vegas. “Misschien was dat wel mijn grootste verbazing”, zegt Maria Cristhin achteraf. “Of mijn grootste vergissing. Ik dacht dat Macau een deel van China was, maar iedereen is er heel westers georiënteerd.” Abortus, het homohuwelijk, het Nederlandse drugsbeleid en het Nederlandse onderwijssysteem – haar medestudenten wilden er alles over weten, en bleken allerminst bevooroordeeld. Dat ze zo probleemloos haar weg vond, kwam ook wel door haar eigen onbevangenheid, vermoedt ze. Ze volgde Engelstalige vakken, maar was meestal de enige westerling in de groep. En de enige die gemakkelijk Engels sprak. “Veel van mijn medestudenten waren héél verlegen. Bij werkgroepen had
ik steeds het gevoel dat ik de leiding moest nemen, omdat er anders niks gebeurde. Tegelijk moest ik heel voorzichtig zijn, als ik wilde dat de andere studenten ook iets zouden zeggen.” Ze ontmoette andere Nederlandse studenten die “helemaal gek werden” van de indirecte manier waarop ze moesten communiceren. Maria Cristhin: “Tsja. Met frustratie schiet je niet zo veel op, denk ik dan. Met geduld wel. Het duurt even, maar uiteindelijk hebben de locals me best heel veel verteld. Over hoe je je tegelijk Chinees en niet-Chinees kunt voelen, bijvoorbeeld. Het was bijzonder dat ze me uiteindelijk tóch zo ver toelieten in hun leven.”
ralph aarnout
april/mei 2015 | transfer