Taptoe
Inleiding
(1) Statuten v an de v .z.w. 'Taptoe' te B russe l versc henen in het Belgisch Staats b l ad v an 19 november 1955. Er waren vijf stic htende leden: P a ui Avic enne Brussel), Genti l Haesaert ( Brussel), Clara Haesaert-Weyens ( B russe l ) , E rnest Weyens ( Be ri n gen) en M auric e Wyckaert ( B russ e l ) . D e zetel van de v e renigi ng was gevestigd te Brussel, O u d Korenhuis 24-25. (2) 'De K u nst-M e ridiaan', vijfde jaargang n r. 4, 5 en 6. R edac ti e: Letteren: Cl ara H aes aert, Erik v an R u ys beek , Pi eter de Prins. P l astisc he k u nsten: M aurits Bi lcke. Secretariaat en beheer: Gentil Haesaert. 'D e M e ri di aan' tijdschrift v oor k u nst en letteren, eerste n u m mer versc heen in mei
1951 . Redac ti e : C l ar a H aes aert, H ug o Walsc hap, Jan v an den Wegen e n M a u rice Wyckaert. Beheer: Genti l H aesaert. 'De M eridiaan' werd 'De Kunst-M eridiaan' bij het v e rsc hij nen van het nr. 2 van de vierde jaargang in 1955 omdat naamverwar ri ng dreigde met een bestaande boek h a n del. Het l aatste nu m m e r v e rscheen i n apri l 1960. ·
De tijd is doo rgaans een goede toetssteen . O f twi nt i g j a ren voldoende zijn om t e kun nen oo rdelen ove r een kunst ge beuren zal o p n i euw door de tijd worden uitgemaakt. Met Taptoe (1 }, dat nog n i et ver achter ons l i gt, rijst de v raag hoe oud het verleden moet zij n om tot de geschiedenis te behoren . Zoals wij gewend zijn onze verder i n het verleden gelegen geschiedenis te p rijzen, zo verwaa rlozen wij al te d i kwijls onze nab ije gesch iedenis. De nab ije gesc h i edenis l eent z ich tot controve rsen . Hoe d ieper men erin g raaft, hoe vaker men stoot o p de gevoe lens en de stem m i n gen, de ve rlangens en de w i l of onwil van hen d i e , omdat zij leven, n iet tot de voltoo ide tijd w i l len behoren . Wel l icht is het uit v rees voor tege nspraak dat zelden de moed wo rdt opgebracht om de nabije gesch iedenis te confron teren met vandaag. De l even sduur van Taptoe was kort, maar een zelden voorkomende hev i g heid van l even heeft me rktekens nagelaten d i e bepalend zijn geweest voor de artistieke ontwi k kel i n g van versch i l lende kunstenaars die i ets in hun scheppende mars voerden . Om dat zij l even, en hun werk nog een vitale ontplooi i n g kent, zijn zij n iet samen te vatten i n de stol l i n g van een beg ri p. Zo b l ijf i k voo rzichtig wanneer i k zeg dat som m i gen i n Taptoe kwamen na reeds elders scheppende energie te hebben vrij gemaakt. Anderen vonden i n een ontmoet i n g het ferment voor de g isti n g die moest komen. Taptoe was een trefpunt. Heel wat kunstenaars, die m et d e j a ren aan beteke n i s hebben gewonnen, k regen er het gevoel met mekaar raakpunten te hebben. Taptoe was gevestigd te B russel, in het Oud Ko renhuis 24-25, maar het barstte uit de beperking van zijn muren door de bezielende k rachten d i e e r i n aanwezig waren. D e s p i l van deze bezi e l i n g was Gent i l Haesaert. Dat Taptoe er was op de juiste pl aats en op het juiste moment mag een toeval heten . Een gelukkig toeval , want velen zagen hoe hun wegen el kaar in Taptoe k ruisten . S o m m igen zouden z ich anders ontwi kkeld hebben, i nd i en die ontmoet i n g er n iet was geweest. M i ssch ien met een even goed en succesvol resultaat, maar ongetwijfeld anders. In een speciaal nummer van 'De Kunst-Meri d i aan' (2), d at in 1 958 aan Taptoe gewijd werd, staat een zevenenveert i g rege l i g verhaa l . Tekst van Gent i l H aesaert en Walter Koru n , d i e h i erna tot slot van m i j n i n l e i d i ng kan worden gelezen. 'In de zomer van 1 955 werd meermaals, in de kringen van de jonge d ichte rs, sch i l d e rs en kritici het ontbreken aangevoeld van een p l aats, een gebouw, een centrum waa r i n ze el kaar rege l matig konden ontmoeten en waarin vlugger en vol led iger dan d i t het geval was i n de verspreide expositiezalen, tot een kontakt kon gekomen worden tussen de kunstenaars, hun werk en het pub l i e k . Zo g roeide l angzamerhand in de gesprekken het 123
i d ee van een centrum dat aan deze beh oefte kon beantwoorden en dat ook kontakten kon verweze n l i j ken met de vooruitst revende beweg i n gen i n het buitenland. In deze atmosfeer werd op 4 o ktober 1 955 een eerste gea n i meerde b ijeen komst belegd tussen Al bert N i els, P h i lippe d ' A rschot, Serge Vandercam, Walter Korun en Ge ntil H aesaert. De noodzakel ijkheid en de kon k rete mogelij kheden werden e r besproken voor het vormen van een kunstcentrum met tentoonste l l i ngs- en konferentiezaal en p rivéclub met bar en de besl i ssi ng werd getroffen om gezame n l i j k tot het organiseren van de onderneming ove r te gaan, onder de leiding van Gent i l Haesaert. Serge Van dercam en Walter Korun ontmoetten in Parijs de Franse kriticus Ed. J aguer en het p rojekt van de eerste twee gezamen l i j ke tentoon stel l i ngen werd vastgelegd. Het pub l i eke sukses van deze exposities was g root, vooral het verrassen d n i euwe kader waa rin ze werden georgan iseerd had algemene belangste l l i n g en sym patie gevonden. S poed i g bleek echter dat het deze tentoonste l l i n gen aan een heid ontbrak en dat ze soms zeer d ivergente resultaten naast e l kaar b rachten. Toen kwam de expos itie J o rn die een def i n itieve wen d i n g zou geven aan de stijl, de geest, het k l i maat van de 'galerie Taptoe' , want afgezien van de pe rsoo n l ij kheid van Jorn en de i ntrins ieke kwal iteit van de geëx poseerde doeke n , waren er i n het werk van Jorn, in een totaal n i euwe textuur, exp ress ion istische ele menten te v i n den en een voo r l i efde voor het fantas tische, d i e ook door de tijd heen, ke n m e rkende taktoren zijn geweest van de Vlaamse kunst. H et was dus n i et te verwond eren dat het beheer en de sympatisanten van Taptoe h i ervoor zeer gevoe l i g waren en van dan af een meer bepaalde strekking aan de volgende tentoonste l l i ngen konden geven. H et belang van de twee jaar Taptoe-a ktiviteit is reeds nu, met een afstand van twee jaar, duidelijk, zij heeft een reeks b l ijvende kontakten tussen Belgische en buitenla ndse sc h i l ders, beeldhouwers , kritici en sch rijvers mogel ij k gem aakt in deze moei l i j ke en verwa rrende wereld van de heden daagse kunst op e n kele kunstenaars de nadruk gelegd d i e bepaald meer belangste l l i n g verd ienen dan and ere. Ten slotte tonen de boe iende momen ten van de Taptoe-tijd de schakel aan die, kunsth i storisch gezien, het geestespara l l e l l isme doortrekt vanuit de opzoeki ngen van vóó r Cobra en A l bissola, tot de meest defi n itieve resultaten van de vrije expe ri mentele kunst.' Laten wij thans lui steren naar wat i n 1 955 toekomst was, en vandaag overeenste m m i n g bere i kt met morgen. Marcel Boon
Taptoe is geschiedenis geworden Taptoe is dus gesch iedenis geworden. Het staat geregeld ve rmeld in de biog rafi sche not i t i es van enkele bel angrijke schi lders en beeld houwers i n bi nnen- en buitenland. H et wo rdt besproken door de jongere generat i e met de onve rm ijdel i j ke mysti f i cat i e en vereenvoud i g i ng d i e de afstand i n t i j d m et z i c h b rengt. H et wordt weerhouden d o o r de Interprov i n c i a l e Cultuur raad voor Vlaanderen en de B.R.T. voor de cyc lus 'Open baar Kunstbezi t i n Vlaandere n ' . E n er i s sprake v a n e e n histo rische en ret rospecti eve tentoonste l l i ng over Taptoe in het Museum voor Schone Kunsten te Gent. Waarom deze p l otse belangste l l i ng voo r dat fenomeen ? Was Taptoe een gesl oten beweg i n g , een bepaal d e en afg eronde stij l ? Waarom is het ontstaa n , wat was zij n i n houd, zij n beteke n i s? A l l emaal vragen d i e i n deze pub l i kat ie een antwoord moeten krijgen. Vooreerst is het noodzakel i j k de oprichting van Taptoe i n een h i storische co ntext te plaatse n , wat ons terug brengt tot de periode o n m i d de l l ij k na de Tweede We re l doorlog. De generati e kunste naars d i e net voo r en tijdens de oorlog tot m aturiteit 124
Pierre Alechinsky (1927-). Gebroekte wolk. Hulde aan Maïakowsky. 1957.
Doek, 97 x 195 cm. Museum van Hedendaagse Kunst, Gent.
A l ec hi nsky schi l dert de fa ntas men va n een hogelijk gecultiveerd twi ntigste-eeuwer, wiens oerwo u d la ngs ' l es s err es chaudes' is gepasseerd en die zij n o bsessies doel bewust psyc hoa na lys eert. Zij n stij l kent zo wel d e mo nsters va n Bosch a ls die va n E nso r, en de Keltisc he a ra besken, en d e Oosterse ka l li g rafie, h e t stri pve rhaa l , d e ki nd ertekeni n g, d e 'art b r u t ' . A l blijft het een stij l vo l werv elend é la n , toc h dient het woor d ' barok ' zic h niet aan; en al blijft de verwa ntsc hap met Co bra d u i delijk, toc h denk j e geen o g e n b lik aa n 'expres sio nis me'. Daa r is a l l es veel te gera ffi neerd voor , te s pi ritueel, te besc haafd. A l ec hi nsky's defi nitie va n een goed schil derij: ' E en idee o n d er g edo m peld in de k l eur en die er met haar n eus bovenuit steekt' .
> :.::: 0
125
A l bert Niels, Serge Vanderc am en Walter Koru n op de openi ngstentoonste l li n g . Op de ac htergrond een schiderij van H ér o l d .
Rob en M aurice Wyckaert, C l ara Haes aert tij dens de openi ng Taptoe. A a n d e w a n d schil derij en v a n S . Vanderc a m en P. A l ec hi nsky. Op d e v oorgr o nd s m eedwerk van R. D'H aese.
Genti l H aesaert en C hristian Dotremont v oor het Taptoehuis tijdens de tentoonst el li ng Asger J or n .
Nelli e e n Serge Vanderc am, Walter Kor u n , Gianni Bertini , Edo uard en Si monne Jag uer bij Vanderc am (decem ber 1955).
Groepswerk v an As ger J or n, Ru m n ey, M aurice Wyckaert e n Yves. 127
kwa m , bed reef in 1 945 een m i ddel matige en zeer conventionele kunst, zonder ho mogen iteit en zonder funde ring . Deels in de schaduw van Permeke, deels post-an i m i stisch getint. Snoez ig en pedant. Een enkel e keer de sch i m van Picasso, of van B russel mans. Het boek 'La Jeune Pe inture Bei ge' (1 946) van Robert Del evoy is in d it o pzicht een du i d e l i j k d ocument over de b rave ' modern i stische' kunst d i e toen aan b o d was. Na de bevrijd ing g ingen de deu ren op het buitenland wagenw ijd open en begon een geleidel ijke onweerleg bare oriëntatie op de toenmal i ge ' Ecole de Pari s ' . De meeste auteurs d i e de beweg ing van de 'J eune Peinture Beige' (1 945-1 947) analyseerden (Jan Wal ravens, Marc Eemans, Phil Mertens, Jacques Pari sse) zijn het h i e rover nagenoeg eens. Te Lui k startte het A.P.I.A.W. (Association pour Ie Progrès lnte l l ectuel et Artistique de l a Wa l l onie) en t e B russel het P a l e i s v o o r Schone Kunsten met een reeks manifestaties d i e hoofdzake l i j k op Parijs wa ren gericht. De exposities P icasso en Mati sse wa ren voor velen een openbaring. Maar vooral de ten toonstel l ingen ' La Jeune Pe inture Française' (me i/juni 1 945 te B russel, jul i 1 945 te Lui k) hadden voor kunstenaars zowe l als voor amateurs en c rit ici een haast t raumatise rend scho keffect, dat werd aangeh ouden door een l ange reeks succesrij ke ind ividuele tentoonste l l ingen rechtst reeks uit Parijs geïmportee rd . N ochtans had de ' Ecole de Paris' in die tijd geen dui d e l ij k afgetekend bee l d te bieden. Een ee rste generatie (Bazaine, Maness ier, Estève, Lap icque, Tal Coat, Le Moal, Berthol le e. a.), die in 1 945 in Parijs en even l ater te B russel en te Lu i k een revelerende hoofd rol speelde, had beseft dat de ' g roten' , P icasso , B raque, Matisse tot de gech ieden i s behoor den. Zij wou echter geen b reuk met de 'Franse trad itie', zoals b l i j kt uit de titel van haar ee rste tentoonstel l ing in volle oorlog ( 1 941 ) in Parijs: 'Jeunes Peintres de trad ition française'. Aarzelend was het natuu rbeeld en daarna e l ke anekdote uit de werken verdwenen. Bazaine wou het doek als de beweging van water, wol ken, bomen , - in louter vormen en kleuren, ha rmo n i sch verdeeld en met ritm i sche arabesken erdoorheen. Een soort verni eu wing dus, verder bouwend op de l ate Cézanne en op Matisse (het decora tieve, ' l a déco ration se fait ex pression' sch reef Cassou naar aan l e i d ing van M ati sse). Geen revolut i e , geen afreken ing , want al waren het natuur beeld en het onderwerp verdwenen, toch leefde hun st ructuu r verder. De winst was een emancipatie van de vo rm, en d it zou ook b l ij ken bij belang rijke overgangsfigu ren zoals Po l i akoff, Lanskoy, en de Staë l . Een tweede generatie kwam en ige tijd l ate r op d e voo rg rond, d i e van de koude of geo met rische abstract ie (Vasarely, H e rbin, Magnel l i, Dewasne, P i l let, Mortensen e.a.). Z i j zette zich n i et a l l een af tegen e l ke vorm van figurati eve of specul ati eve (surrea l i sme) kunst, maar ook tegen de Baza ine/ Manessier-gene rati e wie ze ve rweet een b i j p rodukt van de f i gu rati eve kunst te zijn (Degand) en de abstractie niet tot haar uiterste consequent ies te hebben doorgetrok ken (Séaux). Zij herkende zichzelf in de o pzoekingen en rea l i saties van tussen de twee wereldoorl ogen (Mondri aan, Delaunay, Arp, 'De Stij l ' , ' Cercle et Carré', 'Abstract ion-Création') en p roclameerde zeer doctrina i r een zuivere en harde abst ract i e , opge bouwd volgens strakke geo metrische schema's en in niet-gemoduleerde kleu rvl akken. Deze beweg ing zou lei den tot Vasare ly's optische-kinet ische experi menten en tot zijn ' M an ifeste Jaune' (1 955) dat in wezen de 'optical art' aankond igde. De invloed van bei de st rom ingen in België werd nog versterkt door het feit dat ze in Parijs verdedigd werden door d rie belang ri j ke beroepscritici van Be l g i sche afkomst (Van Gindertae l , Degand, Seup hor). Tenslotte, en d it kan na een kwarteeuw zeer object ief gezegd wo rden, kon deze ' Ecole de Paris' zich in Lui k en B russel in een uitzonderl i j k gunstig k l i m aat inp l anten, o m d at ze van hogerhand onm iddel l i j k een bevoorrechte positi e k reeg toeg ewezen. Dit bleek niet a l l een uit de l e i d ing van de beweg ing 'Jeune Peinture Beige' (wat aanleid ing gaf tot het ontslag van 128
Karel Appel (1921-). Liggend naakt. 1957. Olieverf op doek, 130 x 195 cm. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel.
A l les in het werk van A ppel laat zic h asso c iëren met zowel menselijke als plantaar d i g e en d i er l ijke vor m en, d ikwij ls in de vr eemdste c o m b i n at i es. De figuren lossen zich op in elkaar, gaan over in elk aar voor een egoloos leven (dans? gevecht? par i ng?) met zij n eigen wetten en r itmen, vro l ijk en vr ese l ijk , feestel ijk en tr agisch. A p pel geeft vorm aan het vor m eloze, m aar d i e vorm i s nooit def i n itief, sc hijnt i n wor d i n g , nog vatbaar voor a l l er le i mutaties. Daard oor ontstaat een gevo l g van c h aoti sc he beweg i n g .
129
M o rti er, S l a b b i nc k en Godderis i n 1 946/47 d i e niet akkoord g i ngen m et d e opgelegde o ri ëntatie o p Parijs e n de abstracte kunst), m a a r voo ral uit de pol itiek gevoerd door twee sterke persoo n l i j kheden d i e de art i stieke ontwi kkel i n g in B e l g i ë i n de periode 1 945/55 behee rsten: zowe l de verza melaar G rai ndorge, voorzitter van het A. P.I.A.W., als Robert G i ron, d i recteur van het Paleis voor Schone Kunsten, onderhielden nauwe contacten m et Parijs en stelden system atisch door hun tentoo nste l l i ngspolitiek d e avant-g arde van de ' Eco l e de Paris' en zelfs zeer bepaald van de m achtige Galerie de F rance o p de voorg ro nd. Zij werden h i e r i n nagevo l g d door vele verzamelaars, in zul ke m ate dat buitenlanders zoals Bazaine en Po l i akoff i n Bel gië hun def i n itieve doorbraak kenden. Deze politiek zou tussen 1 945-1 955 geleide l i j k en tensl otte zwaar door d rukken op de ontw i k ke l i ng van o nze pl asti sche kunsten en dui del i j k sporen l aten i n het werk van de belangrij kste sch i l ders, zowe l i n de generatie Van Li nt, Mendelson, Bonnet, B e rtran d , Col l i gnon, Plomteux, Picon (en de jonge Alec h i nsky, een g root bewonderaar van Baza i n e die h i j een erep l aats gaf in de l aatste Cob ra-tentoonste lli ng te Lui k in 1 95 1 ) a l s b i j onze koude abst raeten (Delahaut, Rets, Vanden B randen, G i l l es e.a.). Gezamen l i j ke i n itiati even werden genomen, zoals de oprichting in 1 952 van de g roepen 'Art abstrait' en ' Espace', en de uitgave van het ' Ma n i feste Spat i a l i ste' ( 1 954) door Delahaut, Bury, E l no en Séaux. Het leek of de zui ver abstracte kunst slechts i n zij n beg i nstad ium was en nog generat i es lang de kunstontwi k ke l i ng zou beheersen. Dit specu l ati ef d i ri g i s m e had echter zware gevolgen. Een gedeelte van de jonge generatie, die bewust wilde reageren teg en de heersende esthetiek en tegen de thesis d at kunst functioneel zou zijn, k reeg geen kans om aan bod te komen. Cobra (een l ate react i e tegen het surreal i sme, experi menteel gericht, anti-academ i sch in z i j n negatie van elke art i sti eke doctri ne) g i ng onopgemerkt i n B e l g i ë voo rbij en l iet, n i ettegenstaande de g rote slotten toonste l l i ng in Lui k geen sporen na, o p één enkele uitzondering na (de ferti l i satie van Alech i n s ky). Het belang van de Kan d i nsky-tentoonste l l i ng i n ' Ex Libris' ( B russel , 1953) werd n i et i n het minst o n derkend. Ongemee n bel angrij ke gebeurten i ssen i n het buitenland waren i n 1 954 i n Bel g i ë o n bekend. Fautrier e n z i j n 'Otages', Dubuffet en de 'Art B rut', Wal s e n Pol loek d i e e l k o p hun eigen manier, en m et ongewoon t rag i sche e n uit puttende kracht de bestaande t rad itionele sch i l d e rmethodes hadden doorbroken, die aan het buiten matige, het toeval en de i m puls van het d i recte gebaar een myt h i sche d i mensie hadden gegeven en door hun man i ërisme de uite rste g renzen van het mense l i j ke uitdrukki ngsvermogen hadden bere i kt, - al l emaal o n bekend. Dit k l i m aat zou de d i recte aan l e i d i ng zijn tot het ontstaan van Taptoe. De strateg i e van de van hogerhand gesponsorde avant-garde werd door vele j ongeren en zelfs ouderen ten zeerste aangevochten. E r werd gespro ken over een alternatieve act i e tegen het bolwerk van de officiële kunstpaleizen en hun monopol i evo r m i n g . Begin 1 955 pub l iceerden Jean Raine, Serge Vandercam en Maurice Wyckaert het scherpe pamflet ' D roit de Réponse' tegen Jean Séaux, g root theoreticus van d e koude abstractie en de l ndustrial Desi g n , naar aan l ei d i ng van een tentoonste l l i ng i n het Paleis voo r Schone Kunsten. Va ndercam en Wyckaert zouden e n kele maanden later tot de stichters van Taptoe behoren. Gentil Haesaert ve rtelt nog steeds g raag d at de idee voor Taptoe vaste vorm aan nam tijdens een lang gesprek m et Jan Wal ravens toen beiden, na een avond in het vooruitstrevende Zoldertheater te Antwerpen, naar B russe l terugkeerden. Zij waren opgetogen over de sti muleren de activiteit i n de Antwerpse artisti eke commune. Hierb i j vergeleken was B russel een woestijn, waarin de jonge sch i l d e rs, beeldhouwers, d ichters en toneel artiesten 13 1
n auwelij ks contact hadden. Deze malaise werd ook i n de Fransta l i g e m i l i eus aangevoeld, waarvan sommigen zich nog de atmosfeer van de 'Ateliers du Marais' ten tijde van Cobra herin nerden. Gentil en C l ara Haesaert kendeh, door de activiteit van het tijdsch rift ' De Meridiaan' een ruim aantal j o nge kunste naars uit het B russelse. Via Serge Vandercam (een talentrij k foto g raaf, d i e s i n d s een jaar was beg i n nen sch i l d eren) en Roei D ' Haese kwamen er co ntacten met de verzamelaar Albert N i e l s en de criticus Ph i l i p pe d'Arschot. Tenslotte, o p 4 o ktober 1 955, na een gean i m eerde d i scussie over de concrete mogelij kheden, nam de idee vaste vorm aan (het zou een combi natie tentoonste l l i ngszaal/p rivé-bar zijn, met voorzieni ngen voor conferen t i es, vergaderi ngen, logement en een werkatelier), en besloten P h i lippe d'Arschot, Al bert N i els, Gentil Haesaert, Walter Koru n , Serge Vandercam e n M aurice Wyc kaert tot de sticht ing van het centrum over te gaan, onder de l ei d i ng van Gentil H aesaert. Een gesch i kt huis werd gehuurd (een gekl asseerd 1 8e-eeuws hoekhuis, Oud Koren huis 24-25) en vo l gens aan dui d i ngen van Corneille Hannoset door Florent Welles i nge richt, met de gezamenl i j ke hul p van Roei en Reinhoud D ' H aese en M aurice Wyckaert. Enkele weken l ater, o p 22 decem be r 1 955, zou de eerste tentoo nste l l i ng geopend wo rden. De activiteiten van Taptoe, die hoofdzakelij k waren gericht op de plasti sche kunste n , waren van bij de aanvang gekenm erkt door een hoge g raad van i m p rovisatie e n het toeva l van ontmoeti ngen en contacte n. B ovendien zouden het g e b rek aan ervaring en vooral de bepe rkte fi nanciële moge l ij kheden ertoe l eiden dat meermaals het tentoonstel l i ngsprog ra m m a g ro n d i g moest worden herzien. Al hoewel het Gent i l H aesaerts bedoeling was geweest in de eerste p l aats " een exposïti eforum te c reëren voor jonge B e l g i sche kunstenaars, besl i ste de raad van beheer om redenen van opportun iteit, te starten met ten m i nste één g rote tentoonstel l i ng gericht op de voo ruitst reve nde kunst in het buite n l a n d . (Deze o ptie b l eek achteraf de goede te zij n , want daardoor werd o n middel l i j k de algemene aandacht van de kunstkritiek g ewekt). Serge Vandercam en Roei D ' H aese kenden, door Alechinsky, de criticus d ichter Edouard J aguer en er werd besloten Vandercam en Korun i n Parijs bij J aguer o p explo ratie te zenden. Va ndercam had in d iè tijd een g rote bewondering voo r Jaguer. J aguer had tijdens de oorlog meegewerkt aan ' La main à l a plume' en i n 1 948 een voorname rol gespee l d i n het Franse Revo lutionai re Surreàl isme. H ij was nad ien herhaal delij k betro kken geweest bij de Cob ra-beweg i n g . Hij kende kunstenaars en had co rrespo ndenten over heel de were l d . Hij had in 1 953 ' P hases' opgericht, waarvan de eerste tentoonstelli ng de i nd rukwe kkende ondertitel d roeg ' P rem ière Confrontation Internatio nale d 'A rt Expéri me ntal à Paris' (1 955), en d i e zich hierdoor d i rect in het spoo r pl aatste van Cobra (de a l l e rlaatste Cobra-man ifestatie - Lui k 1 951 - had als titel '2e Exposition Internationale d 'A rt Expé r i m ental '). Vandercam meende in J aguer een tweede Dotre mont te herken nen, misschien zelfs een n i euwe B reton . Bove ndien dacht men algemeen i n B russel dat Jaguer o p zij n m i nst zeer g oed geïntroduceerd was i n een aantal g rote gal erieën te Parijs en e l ders. En J aguer ove rdonderde zowel Vandercam als de onervaren Korun. H i j h a d e e n aantal b l i tzbezoeken a a n d i verse ateliers k l a a r en schetste een i nd ru kwekkend beeld van de vital iteit en de i nternationale i ngeste l d heid van z i j n n i euwe beweg i n g . J aguer h a d , haast d o o r het toeva l, voor ' P hases' een noorde l i j k platfo rm gevonden, in een l and dat bekend sto nd voo r zijn rij ke art i stieke t rad itie en zij n vele ve rza melaa rs, en hij nam deze gelegenheid g retig te baat. Tijdens een tweede bezoek d icteerde hij als h et ware aan Korun de k rachtl i j nen van het Taptoe-prog ram ma. 132
Christlan Dotremont (1922-1979). Plerre Alechinsky (1927-). Et du linge. ± 1950/55.
Inkt op papier, gekleefd op triplexplaat. 96 x 149 cm. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel.
Werk v a n Dotrement moet zowel gelezen als bekeken worden, o m d at gespeeld wor d t op d e wisselwerk i n g tussen tekst en teke ning: soms geestig, s o ms ook wel wat manië ristisch g e m akkelijk - destijds een beetje provocerend doordat het afweek v an de oude k ijkgewoonten. O ok dit ver mengen v an de gen res betekende een g rensv er leggi n g . I ntel lectualis m e en ironie doen hun intrede in d e p l astisc he were l d . Woordg ags en woords peli ngen m aken deel uit v an het feest: zij rel ativ eren wat het werk wel eens aan v ir tuositeit en elegant es theticis m e te v ee l heeft.
133
Eerst d ri e g rote co l l ecti eve manifestaties: 1. Alec h i n sky, Berti n i , Corne i l le, Geo rges, Götz, Gui ette, Hantaï, Hérold, Saura, Vandercam en Wessel 2. Baj , B ryen, César, Dup rey, Hulten, J o r n , M atta, ö sterl i n , Schultze, Tabuch i en Wyckaert 3. Arnal , Childs, Dova, J e n k i ns, K reutz, Kuj awsky, Lac o m b l ez, Lapoujade, N i eva, P l atschek en Vi seux. Vervo lgens een ree ks i n d ividuel e tentoo nste l l i ngen: · Bert i n i , Hantaï, Hundertwasser, Marcel Jean, Kujawsky, Rooskens, S au ra en Wolvecamp. De raad van beheer van Taptoe keurde d it p rogra m mavoo rstel i n pri nc i pe goed. Wegens tijdgebrek was é en w i sselop loss i n g zeer moei l i j k en ook in B russel h ad J aguer, tijdens een wee kend-bezoek, een g rote i n d ru k gelatè n . De enige opmerk i n g kwam van P h i l i ppe d ' A rschot d i e oordeelde dat ook G i l l et i n een der g roepstentoonste l l i ngen moest worden opgenomen. Het ove rz icht van de Taptoe-tentoonstel l i ngen toont aan wat er uite i n d e l i j k v a n deze ambitieuze p l an n i ng overbleef. Jorn weigerde z i j n medewe rking. Trou i l lard , een p rivé-handelaar uit Antwe rpen, n auw bevriend met de verzamelaar Urvater, en die onder meer met Tap i é ('Un A rt Autre') samen werkte en voor B e l g i ë enkele Franse en Ita l i aanse schi lders o nder contract had, sprak zijn veto uit over de deelname van Arnal en Dova. Log i scher wijze werd de Bel g i sche deelname i n de g roepstentoonste l l i ngen versterkt. Maar de onervaren Taptoe-leiding was zich n i et bewust geweest van de complex iteit van een ondernem i ng waarbij tienta l l e n werken uit a l l e hoeken van Europa moesten worden verzonden, en voor de enorme kosten h i ervan. De ee rste tentoonstel l i ng kende een g root succes en werd haast unaniem door de kritiek gel oofd voor de n i euwe visie e n de hoge kwal iteit. Voor so m m i gen was ze een revel atie, anderen legden de nadruk o p de o r i g i nele Taptoe-formule. De tweede expositie tro k de aandacht o mdat voo r het eerst in B russel enkele zuivere voo rbeel den van 'gestuele' sch i l de rkunst werden getoond (Götz, Bert i n i , Schultze) en had de verd ienste de vol komen on bekende Raveel te tonen met werken die wei n i g in het ensem ble thuishoo rden maar reeds zijn l atere 'nee-figuratie' aankond igden. Beide tentoonstel lingen t rokken een rui m publ iek van jongeren aan. Z i j werden echter vo l komen geïgno reerd door de offici ë l e artistieke i nstanties en door n agenoeg a l de belangrijke verza melaars. O ndertussen had Korun, tijdens een derde re is naar Parijs, Alechi nsky leren ken nen. Deze was op zijn ate l i e r Rue P i at volop bezig met de montage van zijn fi l m ove r de Japanse kal l i g rafie. (Reeds in de Cob ra-tijd was Alec h i ns ky gefasc i neerd geweest door de relatie tussen sch rift en tekenen. H ij sprak over de verwantschap tussen de moderne Oosterse kal l i g rafie en som m i g e Westerse i nfo rmele experi menten . H i j d raaide so m m ige passages v a n de film keer op keer af en wees op de typisch gebogen houd i ng van de kal l i g raaf, arm en hand vo l komen vrij . De lange concentrat i e en dan p l ots de razendsnel l e actie, waarbij idee en beweg i n g tijdens een fl its één zij n . Alec h i nsky was i n vo l l e c r i s i s , z i j n g rote mutat i e was begonnen. Al ech i nsky bracht Korun bij Asger Jorn. Jorn st raalde van zelfvert rouwen . H ij h a d zopas met de o p b rengst v a n e e n uitverkochte expositie bij B i rc h i n Kopenhagen e e n appartement ge kocht i n de Rue d u Tage. S i nds z i j n zo mercampagne i n de kera m i ekatel iers v a n A l b isso l a h a d hij e e n volge houd en reeks n i euwe d oeken gemaakt. H i j was ook begonnen aan de samenste l l i n g van z i j n boek ' Pour l a Forme'. Hij luisterde aandac htig naar de o pzet van Taptoe, onderv roeg Korun over de bedoe l i ngen en was aanget rokken door het amateurist i sche en marg i nale, en door het n i et doctri n a i re van de ondernem i ng . H ij g i ng akkoord voor een tentoonste l l i ng , maar l i et du idel i j k aanvoelen dat deze expos itie e n vooral z i j n verdere samenwe rki ng m et Taptoe er n i et konden komen zo nder een g ro n d i g e 135
Reinhoud D'Haese (1928-). Sculptuur B. C'lf/l.,"Jr,;"." .Z>�rl'f.ëM•"r
ALJ!t:t�tr�AN .f I.Jl'o 7,:-lll...-UI'fël't'
1958. Rood koper, 200 x 160 x 97 cm. Museum van Hedendaagse Kunst, Gent.
'Menselijk uit zic h v andaag de dag de wreedheid al leen nog i n li efde en kunst, wat wi l zeggen i n afzondering. D e open bare en pr ofess ionele wreedheid heeft te v eel c har me verloren om zelfs nog di er lijk genoemd te k u nnen worden'. Dit werd i n 1 959 door Lucebert gezegd i n verband m e t Tajiri. H e t i s even goed toe passelijk op R ei n houd. Wreedheid is een van de meest opvallende ei gensc happen v an zij n plastiek. D eze wreed heid is niet sym bo lisc h, zij zit in de v or men zè lf.
Bri ef van C hristi an Dotrement die zij n med ewerki ng belooft aan de O. K.V.- afl ev eri ng 'Taptoe' (30. 1. 1979). C hristian D otre ment over leed op 2 1 .8.1979.
136
137
( 1 ) Deze samenwerk i ng zou onder meer l eiden tot geco m b i n eerde tentoonstelli ngen, zoals d i e v a n Roei D ' H aese en Asger J o rn te Mü nchen (Vandeloo, 1960) en v a n A l echinsky, R e i n hou d en Ting te Parijs (Galeri e de F rance, 1963).
(2) J o rn merkte ook E ns o rs herhaaldelijk ' retoucheren' op v a n s o m mi g e werken. Net zoals voor E nsor was voor J o rn een doek nooit defin itief beëi ndigd en had h i j d e m a n i e aangenomen bepaalde werken herhaaldelijk te hernemen waardoor ze soms volk o m en van k li m aat of betekenis v eranderden. Zij n bewondering v oo r E nsor zou nog j a ren nawerken. I n 1956/57 s c h i l derde Jorn ' L ettre à mon fi ls ' (een van z ij n meesterwerken) dat h ij met aandrang in een Belgische verzamel i n g wou zien en waarin dui delijk E nsors geest aanwezig is. Er zou een boeiende thesis ku nnen worden gesch reven ov er E nsor en zij n relatie tot het werk van Jorn, A l echinsky, Roei D ' H aes e, Wyck aert ...
kritische stu d i e van het 'Jag u e r-prog ram ma'. J o rn had een aangeboren afkeer van wat hij avantgard i s m e noemde, met zij n l e i d ers, salons en pedante gewoontes. E n dit soo rt 'salo n-avantgardisme' voe lde hij zeer ste rk bij Jaguer aan. Bovendien sprak hij over de zeer twijfelachtige kwa l iteit van ' Phases' als een gehee l , en de verwa rring om in de ronkende benam i n g die onder eenzelfde eti ket een enorme d iversiteit van stij l e n , tendensen en bedoe l i ngen verborg . E r werd verder afgesproken d at C h ristian Dotremont, d i .e toen als nachtcorrecto r bij La Cité werkte, zou worden aangezocht voor de catalog u stekst Jorn g i ng m et Alechi nsky en Korun ook b i j Walasse Ting d i e , i n g rote afzonderi ng, op een k l e i n e hotel kamer i n de C h i nese wijk, enkele enorme sch i l derijen en ti enta l l e n wit-zwart teke n i ngen h ad gemaakt: Oosterse sym bo l e n zoals slangen en d raken, i n een haast Westers aandoend expe ri menteel maniërisme. Een schok tussen twee c u l t u ren. Ook Ting stemde i n met een tentoonste l l i n g i n Taptoe. J o rns eerste ve rblijf in Taptoe betekende een keerpunt o p menig gebied. In de eerste plaats was er de tentoo nstel l i ng . Op de ve rnissage waren er slechts enkele ' habitués' en sympat h i santen. J o rns naam bleek nog geen klank te hebben te B ru ssel. Bovendien hadden Tro u i l l ard en Ur.vater te Antwerpen o p dezelfde dag en uur een g rote privé-accrochage geopend die vel e verzamelaars had aangetrokken. Jorns werk vond dadel i j k een d i epe weerklan k bij ve l e jonge kunstenaars. Dit was de J o rn n i et meer die so m m igen zich nog herin nerden u i t de Cobra-pe riode. Het scenari o-ac htige en het o rnamentale waren verdwenen, en ook de dik o m l i j nde, zwaa r gecerneerde fig u ren. De kera m i e ktec h n iek, die h i j i n 1 953/54/55 i ntensief beoefe nd had in Sa rri ng en A l b i sso la, had hem losgem aakt van zijn vroegere p l a n m ati ge, haast spec u l ati eve o pvat ting van het sch i l d eren en hem het smeuïge van de verfm ate rie doen ont dekken. Z i j n wereld van g ri m m i g e wezens en o n d u i de l ij ke mythische visioe nen was er nog steeds, maar d i e was ondergesch i kt geworden aan de vrije ( i m p rovisatie tijdens de actie) beweging van de materie in en o p het doek. Vervo lgens waren er de vele co ntacten die het beg i n zouden zijn van een j a renla nge wed erzij dse sti m u latie en een boe iende en vruchtbare samen werki ng ( 1 ) . Jorn moed igde de koperslager Reinhoud a a n . S i nds h e t s l u iten v a n de 'Ate l i ers d u Marais' had Rei nhoud zich in zij n werkpl aats in de Poststraat nage noeg bepe rkt tot herste l l i ngen van stookketels, auto koetse n en m etalen gerief. Het Taptoe- k l i m aat had hem ec hter o p n i euw gemot iveerd en z i j n rij ke verbeeld i ng gest i m u l eerd en Jorn was h i erover zeer o pgetogen. B i j Roei D ' H aese ontde kte Jorn een nauwe verwa ntsc hap. Roei was beg i n nen experi menteren i n de tech n i e k van het 'verl o ren was ' , net zoals de klei voor Jorns keram ieken een u iterst gemakke l i j k te bewe rken materie. Vo l komen onafh anke l i j k van el kaar waren D ' H aese en Jorn tot een iden tieke ervari ng gekomen: de verrassende, soms onth utsende d i aloog tussen de taste nde knedende handen en de materie. Door Roei D ' H aese en Korun ontdekte Jorn o p n i euw E n so r. Hij noemde Ensor de eerste 'experi m entee l ' (op het punt van vrije ex p l o rat ie van de verfmate rie en het gebru i k van de bijtende zu ivere k l e u r) en zag i n de ' E ntrée d u C h rist à B ruxe l l es' (1 888) een d u i d e l i j ke en bewuste reactie teg en het toe n m a l i g e esthet isch fo rmal isme van Parijs, het ko ude neo i m p ressi o n i s m e en pointi l l i sme (het optisch mengelen van de kleu r, als de v roege voorloper van de o p-art) van Seu rat en diens 'Grande J atte' (1 885) (2). Op Wyckaerts ate l i er was Jorn verrast en teg e l i j k getroebleerd. I n deze i nfo rmele atmosfe rische lyriek zag hij bepaald een N oo rd se verwantschap, sprak van Carl H . Pedersen en raad de Wyc kaert aan in Denemarken tentoon te ste l len. H ij meende ook een i nvloed waar te nemen van Bache139
lard (die een i ntiem vriend van Jorn was, maar ook Wyckaert fasc i neerde) en citeerde Bachelards psycholog isch onderzoek van de verbee l d i ng. De verbeeld i ng d i e z i c h voedt aan de v i e r hoofdel ementen aarde, water, l u cht, v u u r. Met i n Wyckaerts werk ove rweg end de vrouwe l i j ke eleme nten (aarde, l ucht). J o rn vertelde ook, tijdens zijn lang verbl ijf te Brussel hoe h ij tegel ij kertijd tot een periode van bezi n n i ng en van n i euwe activiteit was gekomen. Hoe hij zich had losgemaakt van Cob ra. Reeds in het l aatste Cobra-j aar was h ij wei n i g enthousiast geweest over de 'tou rnu re' d i e de beweg i n g nam, over de vele com p rom i ssen d i e het experi menteel k l i maat verwaterden en over de tact ische manoeuvers (zoals de opname in de g rote slottentoon stel l i ng te L u i k van een s l i e rt Waal se sch i ld ers d i e n i ets met Cobra gemeen hadden, als a l i b i en toegeving aan de sponso rs). Hij kon n u de ware i n h o u d v a n de beweg i n g omvatten, e e n permanent ex peri menteren en i n v raag ste l l en, en d i cteerde h i erover aan Korun een bel angrijke tekst (d ie l ater in het postume Taptoe- n u m mer van De Merid iaan werd o pgeno men). Jorn l egde ook u i t dat er een enorme verwa rri ng was ontstaan rond Cobra, dat men n u sprak van een Cob ra-st i j l , -taa l , -sc hool als van een nieuw forma l i sme, een esthetisch parti-pris dat h i j totaal veroordeelde, eve nals de co m merciële bedoe n i ng die aan de basis ervan kon l i ggen. H i j verte lde over 'zij n ' a lternatieven, d i e een voo rtzett i n g waren van de ex peri mentele gedachte, over z i j n i nterpel latie tijdens het I nternationaal Cong res over de ' l n d ustrial Des i g n ' o p de Tiende Triënnale van M i laan (waarvan de tekst hetze lfde j aar in De Merid iaan zou worden opgenomen), en over de sticht i n g van het ' M o uvement I nternational pour un Bau h aus l m ag i n i ste', in oppositie tegen Max Bi lis ' H ochsch u l e für Gestaltung' (het n i euwe Bauhaus van U l m). H ij zette z i ch-sterk af tegen Max B i l Is theorieën zoals 'de p r i mauteit van de fu nctie o p de vorm ' en tegen het gevaar voor het o ndergesc h i kt maken van de ku nst aan de i n d ustrie. Tenslotte kwam er, tijdens Jorns tentoonste l l i ng , een zware bre u k in de Taptoe-g emeenschap, waarb i j het i n wezen g i ng over de pri n c i p i ël e optie voor de verdere expositiepo l itiek. Korun had zich, zoals boven vermeld, verbo nden tot een tentoonste l l i ng Walasse T i n g en h i j had J ag u er en Bert i n i per brief verwitt i g d dat de geplande expositie Bert i n i naar een l atere datum verschoven was. Jaguer betre u rde d i t ten zeerste en gebrui kte al zijn i nvloed op Vandercam om de voorke u r aan Bert i n i te geve n. H i j ke u rde zelfs de select i e van T i ng zo nder meer af en beë i n d igde een bri ef als vo lgt 'Je sais q u e Ta pié et A rnal de ivent a l l e r à Bruxel les la sema i n e p rochaine, et veu l ent passer à Taptoe. S i à l e u r retou r i l s me demandent si c'est moi q u i ai co m b i né cette nou ve lle expo, je me vai rais o b l i g é de l e u r répo n d re ' n o n ' . . . 11 est bien évident q u e j e ne p u i s en ass u rer l a respo nsab i l i té, même pour une i nfime part'. Bert i n i was, n i etteg enstaande al deze i nd icati es, naar Brussel gekomen m et zijn vo l l edige tentoonstel l i ng . Jorn bedreigde Haesaert en Korun o n m i ddel l i j k a l z i j n werken a f te haken zo er ook maar een enkel doek van Bert i n i in het h u i s kwam, wat op het n i p pertje kon worden vermeden. Bert i n i voe l d e zich belazerd en e i ste als schadevergoed i ng de aankoop van enkele werken. Uitei ndel i j k werd er een ' raad der wijzen' sameng eroepen. P h i l i p pe d 'A rschot bevond zich in het b u iten land. Re i n houd was n i et geneigd een besliss i n g te nemen omdat h ij twijfe lde aan Koruns goede t rouw. Tensl otte bes l i sten N i els, H aesaert, Roei D ' H aese en Wyckaert dat het Ting zou zij n i n p l aats van Bert i n i . Z i j d roegen evenwel Korun op de besl i ss i n g mee te delen aan Jaguer en Bert i n i d i e b i j Va ndercam zaten te wachten. Dit korte, l u i d ruchtige o n derhoud bete kende meteen het e i nde van e l ke verdere m edewerking vanwege Jaguer, en Vandercam. 140
Roei D'Haese ( 1 92 1-) . Bronzen toren. 1955. Brons, 76 cm. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
I n het steeds breder wordend ni emands land tussen mens en natuur zij n vreemde o nt moeti ngen mogelijk , met wezens e n vo rmen die niets te m ak e n hebben noch met het bekende, noch met het o n bekende - tenzij miss chien dat zij daar de negati even van zij n . Wij hebben deze wezens noo it eerder gezien en to ch herkennen wij ze o n mid d e l l ijk . Zij besto nden al lang ergens i n dat niemands land, wat dus wi l zeggen in o ns o nder bewustzijn. De k u nstenaar haalt ze aan de o p pervlakte en p l aatst ze o peens voor o ns . Vand aar de s chok . 'Ik maak het negatief van dat t e gieten stuk dir ect in zand. I n die neg atieve vor m ill zand giet ik het brons. Op het ogenblik dat het b ro ns uit het zand wo rdt gehaald ver nietig ik auto m atis c h het negatief en wordt het dientengevo lge o n mo g elijk een tweede maal hetzelfde stuk te gieten . Er is voo r mij geen reden om een afgietsel van een s c u l ptuur te m aken o mdat een groot deel van de creatieve kant daarbij ver loren gaat - i n ieder geval bij mij n mani er van werk en die tenslotte een soort co l l age is van ver schi l lende stukken en stukjes' ( Ro ei D'Haese, 29 okto ber 1956) .
C1l ,.._ C1l
> � 0
Taptoe was door deze crisis volwassen gewo rden. E r wa ren echter inwen d i ge scheu ren ontstaan en twijfels gerezen d i e het verre einde aankond i g den. Het verdere verloop van d it ee rste seizoen was, het ene bij het andere, een g root succes. Walasse Ting k reeg al dus te B russel de ee rste persoon l i j ke tentoonstel l ing in zijn loopbaan. H ij toonde ste rk en verfri ssend werk, een wereld waaruit d re i gende d raken en dampige zeeserpenten opdoken, en kon op de onvoorwaa rde l i j ke steun van de verzamel aars N i e l s en G rub ben rekenen. H ij kreeg ook veel belangstel l ing van j onge kunstenaars d i e met aandacht het l ij f-aan-l ij f gevecht van deze uiterst beg aafde kal l i g raaf met de Westerse o l i everf-materie analyseerden, maar ook sti l stonden bij de dynam i sche (Yin Yang) o p bouw van zijn werk, vol l e d i g in tegenste l l ing tot de Gulden Sned e en de sym m etrische en stat i sche reg els van de Westerse academi es. H i j demonst reerde ook de kal l i g rafi e, inktpot in de hand, gebogen ove r het papier wij duit op de g rond . Concentratie, dan actie, het gebaar sne l l e r dan het oog. Reinhoud was de vo lgende pri meur in Taptoe. Zijn tentoonstel l ing was een uitgespro ken succes en had in de pers een g rote en ernst i g e weer klank. De reusachtige insecten, padden en torren waren de voo rl o pers van zijn latere half mense l i j ke- half vegeta l e besti arium. Dit werk had i ets van B ruegel en B osch , er was iets in dat je de angst o p het l ijf joeg. Als slot voor dat sei zoen k reeg Taptoe met Hugo Claus zijn derde 'eerste' per soon l i j ke tentoonstell ing. Wi l d , spontaan, in het spoo r van Cobra, met een tedere, soms g ri m m i ge humor. H ij k reeg de pe rsoon l i j ke aandacht van Her man Te i rl inck, maar kon het g rote pub l i e k moe i l i j k zijn toen reeds alge meen erkende faam als d ichter en roman- en toneelsch rijver doen vergeten. Ondertussen was Ko run met hern i euwd enthous iasme aan de planning voor het n i euwe seizoen begonnen, en h ij k reeg h i e rbij de onvoorwaar d e l i j ke steun en aanmoed i g ing van J o rn. Bryen was een zekerheid. H i j bracht Jorn en Ko run bovendien in contact m et de weduwe Wals, d i e een g rote stapel tekeningen, etsen en aquare l l en van haar man had overgehouden, werken m eestal van kl ein fo rm aat, uit de periode onm i d d el l i j k na zijn Bauhaus-verbl ijf, met invloeden van Klee, later van Léger, doorheen een l ange evolut ie tot zijn trag i sche ve rtol king van zijn 'mervei lleuse horreur de monde' (Sartre) op de g rens van het mense l i j k uitd rukkingsve rmogen, als een l aatste daad tege l ij k van zelf vern i eti g ing en van zelfbehoud. Grety Wals stemde toe voor een tentoon ste lling , maar ste lde hoge ei sen op het punt van verzekering en vei l i g h e i d . Jorn b racht Korun o o k bij Matta en Wemaëre, d i e bei den toestem den. dat van Wemaëre een g root para l l e l l isme met het oude werk van Wals en speelde zelfs met de idee ove r Wals' l even een volksroman te schrijven. Jorn b racht Ko run ook bij Matta en Wemaë re, d i e beiden toestem den. Matta voor een tentoonstelling van recente tekeningen, die één enkel g root doek zouden encad reren. H i j m eende de zegen van Trouillard en Urvater n i et nod i g te hebben. Pi erre Wemaëre zou een vol l e d i g e retro spectieve tonen, het g rote wandtapijt dat hij met Jorn had gem aakt incluis. Jorn was ook zeker van de toestemm ing van zijn vriend Gallizio, de tech n i sch d i recteur van het Experi menteel Laboratorium van A l ba (d i e hetzelfde jaar met zijn onthutsende ' peinture industrielle' zou starten: sch i l d e ren aan de lo pende band, verkoop per m eter). H i j ste lde tensl otte voor Dubuffet te contacteren voo r een expositie van recent g rafi sch werk. Alechinsky verklaarde zich bereid zijn ee rste reeks tekeningen te expose ren d i e h i j , na zijn Japanse ervaring en op aanw ijzingen van Ting, in het huis van zijn ouders in Sauvagemont (Waals B rabant) had gemaakt - h i j zou l ater t i enta l l en werken h i e rvan verb randen - en gaf zijn waarborg voor mogel i j ke tentoonstell ingen van zijn vrienden Hayter en Messagier. 143
Geen enkel punt van d i t programma zou worden ve rwezenl i jkt. Taptoe bevond z i c h in een zware financ iële c r i s i s. Al leen de tentoonste l l ing van Jorn, Ting en Reinhoud hadden een zekere m ate van winst opgeleverd, en het was gebleken dat de Taptoe-bar, d i e nochtans vele avonden van u iterste d rukte had geken d , n i et de nod ige com pensati e kon o p l eve ren voor de huur van het huis, de kosten van de ni et-rend abele tentoonstel l in gen en de dode periodes. Het budget van d i t voorstel voo r een seizoen p rogramma werd hoog aange rekend. En het financiële m i rakel, ni ettegen staande herhaalde pogingen, kwam er ni et. Boven d i en hadden Genti l en C l a ra H aesaert g rotendeels hun ve rtrouwen in Korun verlo ren, en zij wa ren niet a l l een. Was n i et zijn onbezonnen m an i e r van op twee paarden te wedden de oorzaak geweest van de b reuk met Jaguer, maar vooral m et Vandercam en P h i l i ppe d ' A rsc hot? Wat wa ren de comm erc iële en art i s t i eke waarborgen van d it n i euwe p rogramma, eens te meer buiten B russel en zonder veel samensp raak en ove rleg uitgewerkt? Was het n i et wijzer en ve i l iger zich voornamel ijk te houden aan de oor sp ronkel i jke i d ee voo ral een 'expositi eforu m ' te zijn voor jonge Belgische kunstenaars? En Jorn was n i et besch ikbaar voor enige uitleg of rechtzetting. H i j was naar Ita l i ë vertrokken om er de organisatie van het ' P re m i e r Congrès Mond i a l des A rtistes L i b res' voor te bere i d en. In een d ramatische bri ef vroeg hij de d ringende overkomst van Dotrement d i e, zoals afgesproken, als voorzitter zou fungeren en sch reef : 'Jaguer est arrivé i c i et t rava i l l e contre m o i tant qu'à B ruxel les'. Koruns ontslag, 'om d iverse pe rsoonl ijke redenen' , k reeg zware kritiek van zijn vrienden Wyckaert en Roei D ' H aese. Ook Jorn kon d i e bes l i ssing geenszins goedkeuren. In een l ange b rief aan Ko run sp rak h i j zich h i e rove r uit, en ove r zijn bl ijvend vert rouwen in Ta ptoe en zijn verdere deelname. '11 est fort p robable que tout ce que tu dis au sujet de Taptoe est juste, maïs quahd je m ' engage dans que lque chose, j 'y reste jusqu'à l a fin com p lète. C'est dans mon ca ractè re. Je ne peux pas changer de cheval com me ça. Je me demande aussi si après mûre réflexion tu n'a rrives pas aux conclusions que tu t'est fait passéder par quelqu'un dans l a rupture avec Taptoe et a ussi dans ton i m mob i l ité au sujet de ce qui se fait en !ta l i e . Je ne sais pas par qui. Ça ne me regarde pas. Maïs Ie Taptoe allait trap bien, pour qu'on n'essayerait pas de Ie détrui re. Je me demande si tu ne t'es pas trop occupé des ennem i s extérieurs et ouverts, pour voi r Ie p lus rusés de l ' intérieur. C'est l 'uni que façon dont j e peux com p rendre ta façon d'ag i r. Tu m 'expl i ques que l a toi l e rouge est p l acée chez un hom me et j e donne l a perm ission à Gent i l de l a chercher pa rce que j e ne I e connais pas, e t Taptoe me convi ent toujours . . . ' Jorns ove rtuig ing dat h i j in Taptoe een v ruchtbare bodem e n een va labele Noord el ijk speerpunt had voor zijn ondernem ingen, kreeg tij dens het tweede Taptoe-seizoen een duidel i jke confi rmat i e. In februari 1 957 ric htte Taptoe de ' P rem ière M anifestation de Psyc hogéogra p h i e ' (3) in, met op 4 fe bruari een confe renti eavond met debat. De sprekers waren Rumney met ' L'Art b rut de vivre' en Jorn met 'Industrie et Beaux-Arts, deux extrêmes de l'uni té situationni ste'. Guy Debord, de l atere sec reta ris generaal van de S i tuation i stische Internationale' besch rijft d it evenement als volgt:' ... Ce fut une mani festation organ i sée en commun par L' lnte rna tionale Lett riste, Le Mouvement Internationa l e pour un Bauhaus lmaginiste et Ie Com ité Psyc hogéog raph i que de Lond res, qui se t rouvai ent dans cette période en pourpa rlers pour se fond re dans une organisation uni e. Au nam de ces mouvem ents Jorn et Rumney ont pris la pa rale au Centre Taptoe à B ruxe l l es, Ie 4 février 1 957, pour souteni r les thèses com munes de l eurs groupes. Ces thèses ont été publ iées en juin 1 957, sous Ie tit re ' Rapport su r la construction des situations et sur les cond itions de l'orga n i sation et de l'action de la tendance situat ionniste internationale' com m e 144
Asger Jorn { 19 1 4-1973). Verlust der Mitte. 1958. Olieverf op doek, 1 14 x 146 cm. Museum van Hedendaagse kunst, Gent.
In 1956 was J o rn een der stic hters v a n de ' I n ternationale Situationiste' die ernaar streefde 'nieuwe mogelijkheden tot veran deri n g v a n d e c u lt u rele sfeer tot stand te breng en'. De situ atie nisten keerden zic h tegen het vereeuwigen v a n d e eigen emo ties , tegen het i n dividuele k u nstwerk en kwamen op voor een c o l lectief c reë ren v a n e e n levenssfeer - wat d a t dan ook moge inhou den. J o rn : 'Wat ons inte resseert is de ononderbroken i nve ntie, de i nventi e als levensstij l ' . "Toen stak i k e e n hand uit e n p l ukte e e n takje van e e n g rote struik en de stronk ervan sc h reeuwde meteen: 'Waarom k n ot je mij? ' Nadat hij donker was geworden van bloed begon hij opnieuw te brul len : 'Waarom k erf je mij? Heb je dan helemaal geen medelijden? Geen planten maar plant mensen zij n wij.' E n i n d e rdaad, als een g roen stuk brandhout dat, in brand gesto k e n , weent en sist door het sap dat eruit wegv loeit, zo kwamen er uit de tak men selijke woorden en menselijk bloed'. {Dante, I nferno)
{3) De tweede {en l aatste) psyc hegeog ra fisc he m a n ifestatie werd met g root s ucces in ok tober 1 960 te Londen georganiseerd.
C1l ,.... C1l .,....
> � 0
145
oe
uns centrun.
gelegenheid van de opening donderdag 22 december, te 20 uur I vanwege
15 uur. Oud Koornhuisplein, 24-25, Brussel
Hugo C la us, e, criva·In , flaman ne en d 1929, p ' ub/ia de s roma des poè n s, mes et p d� th eatre. E à Bruxell xposa es, arrs et R ome. C expositi ette on est s a prem . lere exp sition Pe orsonnel/ e. ,
•
,
Tekst manta ge va mente n oors n bet r pronk etten elijke de Ta docu. ptoe.
147
publ i cation p rél i m i nai re à la conférence d 'u n i f i cation qui, en jui l let 1 957, à Cos io d 'Arroscia, aboutit à l a tond ation de ! ' I nternationale Situation n i ste' (l.S.) (4). De m a n i festat i e had we i n ig weerklank en werd door de meesten n i et begrepen . Maar toch was ze van grote beteken i s en had ze n i euwe contacten moge l i j k gemaakt tussen Jorn en degenen die met hem enkele maanden l ater het l .S. zouden sti c hten. Taptoe had dus zeker een katalyserende rol gespee l d . Het zou ook enkele actieve leden aan het l .S. l everen, waaronder Wyckaert, d i e in de herfst van 1 960 in het l n stitute of Contem porary A rts te Londen als hoofd spreker van het l . S. optrad t i j dens een van z i j n succesrij kste congressen. Net zoals i n 1 956 e i n d igde d it tweede Taptoe-seizoen met de expositie van een d i c hter (Paul S noek). Ve rmoe i d h e i d , i nterne meni ngsversc h i l l e n en de voortdurende f i nanciële moei l ij kheden b rachten Gent i l Haesaert ertoe de acti viteit stop te zetten in de zom er van 1 957. Na 1 8 maanden. Gez i e n i n een h i sto risch perspectief, en m et een afstand van meer dan 20 j aar, is het overdu i del i j k dat Taptoe geen aa n l ei d i ng heeft gegeven tot een 'stij l ' of een n i euw ' i sme' (wat ten and ere nooit de bedoel i ng van zijn p romo toren was geweest), en dat het wei n ig i nvloed heeft uitgeoefend op de alge mene kunstevolut i e in d it land (daarvoor was zij n bestaan te kort geweest). Taptoe was ook geen voo rtzetti ng of doorstro m i ng van Cob ra, hoewel de toeval l ige medewe r k i ng van enkele vroegere Co bra-leden som m igen h i ertoe deed beslu iten. Cob ra was reeds toen een ste riele belev i ng van z i j n eigen gesc h iede n i s geworden, zoals onder meer was gebleken uit de k l e i ne retrospecti eve d i e Dotrement ervan i n de galerij organi seerd e. Zeker is dat Taptoe een reacti e was tegen de toe n m a l ige monopo l i e vorm i ng van de cultuurpal eizen én tegen de off i c i eel gesponsorde koude geometrische abstracti e en haar gevaa rl i j ke theorieën ove r het ond er gesc h i kt-maken van de kunst aan het functionele en het toewijzen van een d i e nende rol aan de kunst. De eerste Ta ptoe-tentoonste l l i ng was een geloofsb rief, een mandaat, een werke l i j k manifest dat nauw aansloot bij i d entieke reacties i n het buite n l and (zoals d i e van Jorn in Ita l i ë). In d it opzicht spee lde Taptoe zeker een belangrijke h i storische rol , ten m i nste op nationaal vl ak. Was Taptoe dan te situeren i n de grote si nusoïdale kunsth i storische pendel bewegi ng van klassiek naar romantiek, van form al isme naar barok, van rationele d i sc i p l i n e naar 'Stu rm und D rang' (J affé) van 'l' a rtifi ce' naar 'Ie b rut' (Pau l han), van strak academisme naar open spontaneïte it, het ene als reactie op het andere? I n zekere z i n , ja, als men de Taptoe-activiteit i n haar geheel besc houwt. Maar dan weer n i et als men de i nd ividuele evolutie van de i n Taptoe betrokken kunstenaars analyseert. Jorn had voor deze vereenvoud igi ng reeds gewaarschuwd i n het M e r i d i aan-i ntervi ew, waarin h i j tot de conclusi e kwam dat er nu een stad ium gekomen was waar rijpheid en spontaneïteit konden samenvloe ien. Ook B ryen had i ets analoogs verkl aard in een brief aan Taptoe waa r i n h i j z i j n werk besch reef als een l angdurige pogi ng o m de tegenstel l i ng Apo l lo-Dio nysos ( ratio-del i rium) orga n i sch op t e lossen. En ook Roei D ' H aese zou l ater aan C h r i s Yperman ve rklaren : ' I k moet le ren doen wat i kzelf w i l , en m i j n i et l a nger onderwerpen aan wat m ij n handen maar a l te gemakke l i j k voor ogen werpe n , alsof ik slechts een betoverd i n st ru ment was'. In een pogi ng tot orde n i ng zou men h i e r de theorie van Bache lard kun n en situeren over de i rrationele material iteit van de kunst, waar h i j het heeft over de d i alectische gebondenheid tussen bezi n n i ng (of beredeneri ng) en experi ment, tussen de bewuste bedoel i ng van de kunstenaar zijn w i l aan de materie (die weerstand b i edt en zich n i et l aat ordenen) op te d ri ngen enerzijds, en de acti eve deelname van de m ateri e i n het scheppi ngsproces (de wee rbarstige mate rie d i e het ex perim ent uitlokt) anderzij ds. 148
Antoine Mortier ( 1 90 8- ) . Rigueur bleue. 1 954. Olieverf op doek, 163 x 97 cm. Museum voor Schone Kunsten, Oostende.
Het spontane van brede, zwaaiende gestes , ingetoomd door een behoefte aan stevi ge constr uctie. Een v e rbi n di ng v a n vlakke monu mentaliteit met het r ui mtelij ke e n l u mineuze, als v a n bal ken, gebinten en vensters waarachter de zon schijnt. Ernst en stug heid van een k u nst zonder con c essies.
(4) H et l. S . wordt nu besc houwd als de enige erfgenaam v a n het authentieke v oor oorlogse s urrealisme (o.m. J ean-Jacques Br oc hier). Na ti en j aar v oorberei dend wer k met de an alyse, en het sc heppen v a n toestanden v oor de i nvraagstel li ng e n g l obaal-veranderi ng van c u ltuur , welvaart (de 'burger lijke' opvatti ng v a n het g e l u k) en maatsc happij, was het l . S . een der detonators v a n de gebeurtenissen v an mei 1968 en kon hier aan een th eoretisc he basis geven. N a 1968 ec hter - en nadat nagenoeg al de acti ev e k u nsten aars de bewegi ng hadden verlaten of uitges l oten waren - zou de beweg i n g s nel haar audiëntie en kritisch vermogen ver l iezen en op een zeer dog m atisc he en theore tisc he basis ter ugv a l l e n .
en r- en > ::.::: 0
Taptoe is tenslotte, en boven al les, een klimaat geweest, een sti mulerend {doo r z i j n meertal ige, i nternationale contacten) en fert i l i serend k l i maat dat ontegensp reke l ijk voor een aantal kunstenaars van groot persoo n l ijk belang was. E n i n d ien Taptoe u itei ndel ijk en ige beteken i s h eeft gekregen , is d at doo r de k racht en uitstra l i ng van deze kunstenaars. Zonder de namen Roei D ' H aese, Reinhoud, Wyckaert, C l aus, Alechi nsky, B ryen , Ting en Jorn zou er op de huid ige dag van Taptoe geen sp rake meer zijn. Piet de Groot Taptoe zonder film op de ogen
Doo rheen m i j n sporad ische maar wel sterke i m p ressies l ijkt Taptoe een i m p rovisatie, een kun stwerk dat tot stand kwam door het enthousiasme en de verscheidenheid van vele mensen. Ik hoorde voor het eerst over Taptoe spreken op de vergaderi ngen van de Merid iaan, waar E rik van Ruysbeek mij meenam toen ik negentien was. Hij was m i j n leraar Nederlands geweest en ik schreef ged ichten, zoals iedereen. D i e vergaderi ngen hadden pl aats i n het ate l i e r van M aurice Wyckaert op de ' Piace de l a Justice' i n B russel, dat was i n 1 955. H ij was toen d e rtig, charmant, net gescheiden en h i e l d zich recht met ste rke koffi e e n Kongo lese thee. H ij maakte grote sch i l derijen i n al lerlei tonen van blauw, m aar meestal zeer donker. H ie r g i ng de wereld voor mij open, een sch i ld e r die me vertelde over Law rence of A rabia en over M aïakowski. Dus op d i e eerste vergaderi ng l eerde ik Ge nti l en C l ara H aesaert kennen. Late r ontmoette ik daar ook Walter Korun naar wiens poëzieblad, Taptoe zou genoemd worden. jan Wal ravens had er v roeger al op gewezen dat er in B russel geen gelegenheid was voor arti esten om samen te komen. En Gent i l H aesaert heeft d i t dus waar gem aakt. H et is wel jam mer, en dat zegt Genti l H aesaert t rouwens zelf ook, dat Wal ravens l ater n i et betrokken werd bij de sti c hting van Taptoe en ook n i et b i j de organisatie ervan. Maar Wal rave ns' en H aesaerts i nteresses gi ngen naar versc h i l lende richti ngen i n de sch i l d e r kunst. Ja, wel l i cht zou Taptoe een heel and ere wen d i ng gekregen hebben, m i ssc h ien zou de l iterai re activiteit n i et zo geatrofieerd geworden zijn onder de gewe l d ige i nvloed van de plastische kunsten. E n het sch i j nt m ij nu toch en igsz i ns v reemd dat de i n itiatiefn emende mensen al len behoorden tot l iterai re tijdsch rifte n , terwijl Taptoe v rij uitsluitend i n de plastische richting terecht kwam . Ik maak m ij de bedenk i ng dat bij pl astische kunsten geen taalba rrière bestaat, dat iedereen het originele werk kan verstaan. Wat is Taptoe dan wèl geweest? Zonder zichtbare , wel bepaalde richti ngen en georganiseerde activiteiten b racht het een aantal kunstenaars bijeen d i e toen m i n o f meer i n het beg i n van h u n openbaar l even stonden. E r waren geen waarneemba re leidende f iguren noch i nvloed-uitdelende artiesten. E r waren merkwaard ige ken n i smaki nge n , onvergetel ijke ontmoet i ngen van grote pe rsoo n l ijkheden. D it al l es gebeurde in het Oud Ko renhuis 24-25 te B russel. Het was een oud huis in een staat van m i n of meer i n nerl ijke ruïne, vol stapels boeken en papieren onder d ik vettig zwart stof van vele jaren. Ik ben daar ook mee gaan opru i m en, en gaten i n de muren gaan volstoppen met in pleister gedoopte kranten. Zelfs m i j n schoolvrien d i n Rob deed mee, en het d ient trouwens ve rmeld d at zij en ige tijd nad i e n , m i n derjarig, in Schot l a n d , mevrouw Wyckae rt werd. ledereen die ove r Taptoe hoo rde, werd meteen superenthousi ast en kreeg i deeën bij de vl eet d i e hij nog al wàt beter achtte dan de i n itial e. Maar medewerk i ng was i n ieder geval ve rzekerd . Zo herinner ik me nog Serge Vanderca m , een vriend van Maurice Wyckae rt en van C l ara H aesaert. Hij was toen een erg goed en bekend fotograaf d i e toen zijn eerste 151
sch i l derijen begon en zijn l aatste foto's: 'Quand on est photographe on n 'est pas considéré'. Wat deze uitdrukking voor hem ook moge betekend hebben, ik heb het nooit begrepen. Ik heb in m ijn hele l even nooit mooiere foto's gez i en van scul pturen b ijvoorbeeld. Serge Vandercam wi lde zo vlug mogel ijk zijn eerste werken tentoonstel len, in B russel, in Parijs en ove ral. H i j kende ook heel veel mensen. Dank zij deze stand van zaken heeft hij in het begin enorm veel bijged ragen tot het ontstaan van Taptoe. Zo werd er besl i st dat Corne i l le H annoset de bar zou uittekenen, dat Flo rent Wel l es de meubels zou m aken en Reinhoud D'H aese het smeedwerk ; en Al bert N i e l s zou de d rank leveren. Buiten de kleine maar enige financ iële hul p van P h i l i ppe d ' A rschot bestond Taptoe uitsluitend van de karige staatstoel agen en de generos iteit van Genti l en C l a ra H aesaert. Serge Vandercam woonde toen in de Boden b roekstraat, n i et zo ver van het Oud Koren huis. B ij hem kwamen zeer veel mensen, en hij heeft ze al lemaa l naar Taptoe m eegeb racht. Zo kwam h et dat ik de meeste m ensen d i e i n Taptoe kwamen reeds gezien had bij Vandercam. Onder hen een vreemde jonge man d i e er verlo ren uitzag als een sol daat na de oorlog, zwijgzaam en t i m i de, Roei D ' H aese, met l evend ige ogen d i e m i j nauwel ijks bemerkten, d i e versch i l l ende werelden in zich sloot, en b ij deze eerste ontmoeting bes loot het lot reeds ove r m ijn leven, wat Genti l Haesaert achteraf deed zeggen : ' maar, m ijn kind , toc h '. Ik weet n iets van de gesc h i edkund ige en artistieke waarde van de gebeur tenissen, ik was veel te gretig om mensen te leren kennen, om hun werk te zien. Van de l i tera i re bij eenkomsten heb ik haast geen herinneringen beyjaa rd , ik heb geen enkel overro m pelend meeste rwerk ho ren voo rl ezen. De m ensen van Gard S ivik vond ik aardig maar ik heb helaas a l l een tw��derangsherinneringen aan d i e tijd, Hugues Pernath, ove r wie inmiddels n i ets dan goed , maar d i e toen reeds z ijn vrouwen blauw sloeg en Paul Snoek d i e de stoof uitp iste in de bar om z i c h inte ressant te maken. En de enkele voord rachten die m issc h i en wel inte ressant waren, maar ik heb altijd een hekel gehad aan voo rd rachten. Bijvoorbee l d Ivo M i c h i e l s d i e er anders nooit was, en d i e zich nu verwondert dat Reinhoud en Roei D ' H aese me! Taptoe i ets te zien hebben. En M arcel Bogaert d i e een uitzonderl i jke figuu r was als h i j geen voo rdrachten gaf, d i e zo graag Ie poète maud it speelde, d i e wij de ' ingebo ren triestighei d ' noemden, want daar had h i j het a l t i j d ove r als h i j ged ronken h a d , en d a t gebeurde d u s meestal. Z ijn populariteit valt al l een te meten met deze van Jet Vanderstraeten, l ater. Bij de eerste expositie, toen het vrij koud was en het naar mazout rook, maakte ik voor het eerst kenni s met het werk van Roei D ' H aese. Super erotische werken in smeed ijzer, met zoiets was ik nog nooi t geconfronteerd geweest. Over d i e erot i sche geladenheid zegde nooit iemand iets, en buiten Asger Jorn heb ik nooit iemand iets zinnigs horen zeggen over zijn werk : 'Tu fais c e qu'on n e sait pas fai re'. Zeker i s het een feit van onsc hatbare waarde van mensen bij een te zien als Asger Jorn, Hugo Claus, Wyckaert, Roei D' H aese, Reinhoud , Alech insky, Wal asse T ing, rond een tafel gezeten. Maar hoe wee rgeven wat er eigen l ijk gebeurde ? Wat zegden ze, ik heb nooit veel merkwaa rd igs gehoord , en nu begrijp ik wel waarom : om dat een arti est zich het best uitd rukt in hetgeen h i'j doet. Waarove r h ij spreekt en de woorden d i e hij zegt, dat i s heel i ets anders en heeft meestal ni ets merkbaars te m aken met wat hij doet. Asger Jorn bijvoorbee l d , d i e wij 'apparemment' noemden omdat h i j a l l e z innen zo begon, was uiterst aard ig, zong l i edjes en kocht een ukelélé i n de 'rue des E péronn i e rs' 'fl ikkan fran havanna . . . ' en Korun en i k moesten B russelse l i edjes zingen omdat h i j d ie kl anken zo graag hoorde. H ij h i e l d ook enorm van de 'g rand m auva i s goût ' van de Belgische architectuur, want in Denemarken was al les toch zo netj es, uniform en naam loos. Roei D ' H aese zegt hem: 'c 'est dom m age que tu écris ces conneries au l i eu de 1 52
Roger Raveel ( 1 92 1 -) . Hommage à Giotto. 1 956.
Olieverf op paneel, 1 1 9 x 89 cm. Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, leper.
Vergeleken met de meeste k u nst die bij v oorkeur i n Taptoe getoond werd is het werk va n Rav eel opva l l end helder, 'c lea n ' , objectief: h e t objectiev e en onpersoonlijke va n v laggen, va n s ignalen a ls reactie op de geëmotioneerde geveelsoverdrac ht va n het expressionis m e waartegen hij zic h wi lde afzetten . Rav eel verdrijft e lk e troebel heid e n verfrist het kijk e n .
153
taptoe atelde ten toon
taptoe a upo.é
van
van 22 december 1955 tot 21 januari 1956 du 22 déeembre 1955 au 21 janvier 1956
16 juni tot 3 juli 1956
du 16 juin au 3 juiUet 1956
pierre alechinsky camille bryen
(1 )
du 31 juilJet au 26 aeptembre 1956
hugo claus corneille roei d'haese rené guiette jacques hérold yasse tabuebi serge vandercam maurice wyckaert nn
et
gianni bertini guy bulcke j. p. duprey karl·otto götz jacques lacomblez
cobra van 17 november tot 16 december 1956 du 17 novembre au 16 décembre 1956
art de l'océanie
colledion
mart
au 11 avril 1956
du 2 février au 26 février 1957
lu:ramieken
asger jom
(1 )
walasse ting
(1)
du 19 mai au 5 juin 1956
asger jorn ralph rummey
aquarellen aquarellea
simondo
... 1 maan tot 18 maart 1957
antoon rooskens theo wolvecamp
du 1 man au 18 man 1957
van 19 mei tot 5 juni 1956
6
dramiquet acbilderijen
peinturea
van 28 april tot 9 mei 1956
du 28 avril au 9 mai 1956
première exposition de psychogéographie
maurice wyckaert
van 14 april tot 26 april 1956 du 14 avril au 26 avril 1956
jef verstraete
va.n 2 februari tot 26 februari 1957
2.f maart tot 11 april 1956
du 24
kunst uit oceanië
verumelin1
nn S maart tot IS maart 1956
nn
dotremoot
met
anders osterlin c.h . pedersen roger raveel hernard schultz� toko shinoda wilhelm wessel du 3 mara au IS man 1956
pierre alechinsky karel appel baj asger jorn rein d'haese roei d'haese walasse ting maurice wyckaert
1 februari tot 9 februni 1956 du 1 fénier au 9 fhrier 1956
hugo claus
van 31 juli tot 26 leptemher 1956
antoine mortier
van 6 april tot 23 april 1957
reinhout d'haese
(1)
du 6 .vril au 23 uril 1957
paul snoek
( 1 ) Tentoonste l l i ng d i e de ' Prijs van de Kritiek' haalde.
155
peindre'. En Jorn d i e antwoordt : 'je sais, m a i s i l faut écrire des conneries'. En dat deed h i j dan inderdaad ook. Vaak deed hij wiskund ig en fi losofisch wat mij altijd onbedaa r l i j k deed lachen. Maar daar hield hij niet zo van. Ik heb nog wel eens teksten overgetypt voor hem toen hij z i e k l ag in een kamertje van de Canterburry, 'pou r un bauhaus i magini ste contre un bauhaus i m agina i re ' , waar i k dan mee naar de d rukker Kum ps trok. Maar wat zijn sch i l deri jen bet reft i s Taptoe voo r Jorn toch de belang rij kste periode geweest, h i j heeft toen zijn mooiste doe ken gesch i l d erd en verkocht aan de col l ectionneu rs, vooral aan Al bert N i e l s dank zij Roe i D ' H aese, o m dat ze vrienden wa ren. P i erre Al ech insky d i e toen al veel meer bezig was met zijn eigen pe rsonage dan met zijn sch i l d erijen, en Wa l asse Ting d i e het ove r n i ets and e rs had dan over d i k ke blote wijven en met porno-foto's rond l i ep. Roei D'H aese en Reinhoud d i e hele fl essen cognac naar binnen goten, en d e m ensen hun zal igheden gaven. M a a r d i e dus op hun m anier de b a r deden marcheren en Taptee's steun p i l a ren waren, ook vrienden en kennissen m eeb rachten d i e op hun beurt weer veel d ronken. I kzelf heb ook eens entraîneuse gespeel d toen Al bert N i e l s voo r het eerst in de bar van Taptoe kwa m , zodat Maurice Wyckaert zegde, dat i k een ideale man i e r had gevonden om kunstwerken aan col l ectionneurs te doen geraken. En Hugo C l aus. .. zo blozend en jong had ik hem niet voorgeste l d , want toen dacht i k nog dat d i chters hun ged i c hten op hun gezi cht gesch reven d roegen. E r waren ook zeer extravagante figuren, d i e rege l m atig over de vloer kwamen, zoa ls de bee l d houwer Franske Lam b rechts met zijn mormel van een hond met wie h i j goocheltoeren uithaalde, de knettergekke A rnoul d , de vol l ed ig geti kte en mystieke Laco m b l ez met z i j n theatraal uitgedoste t rawant Tri stan. En daar was dan ook Christian Dotrem ent d i e de wereld verdeelde in twee delen, l es nordi ques et les français, d i e zijn vrienden afzette, en buiten in zijn ' La P i e rre et I'Ore i l ler', zijn d i e vrienden nooit bedacht geworden. Z i jn fol k lore over Cob ra heeft me nooit geïnteresseerd , wel had ik het gevoel dat hij Taptoe m inachtte en het n i et a l l een tot zijn slaapge legenheid, maar ook tot een Cob ra-tehuis wou maken. H et l eukste dat i k ooit heb gehoord van hem i s dat hij, zo verte lde hij, eens Franse les gegeven had aan een meisje in Dene marken en haar had leren zeggen 'Je pouf parler à l angue frankèss'. Er l i ep ook nog een fotograaf ron d , een vriend van de sinistere Aubin Pasque. Deze fotograaf l i ep altijd rond m et een soort kist en er werd verteld dat er nooit f i l m s op het foto-appa raat zaten, dat het een voïm van voyeurisme was, en i k denk dat ook i k daar vaak heb zitten lui ste ren en kij ken, zonder f i l m op m i jn ogen. Chris Yperman
Historische evaluatie
De oprichting van een kunstcentrum als Taptoe was in de jaren vi jftig geen a l l eenstaand feit. Al hoewel de com b inatie van een tentoonste l l ingszaal!bar zeker tot de specifieke werk ingssfeer b i j d roeg, i s de overeenkomst met andere derge l i j ke verenig ingen toc h doorsl aggevend. In 1 952 was te Antwerpen De Nevelvlek gest i c h t ; Taptoe volgde in 1 955 te B russe l , Cel beton i n 1 957 t e Dende rmonde. Tel kens groepeerden zich een aantal kunstenaars, intel l ectue l en en kunstl i efhebbers rond een m in of meer dui d e l i j k u itges p roken p rogramma van kunstmanifestaties, tentoonstel l ingen, l ezingen enz. Ze stelden zich daarmee tot doel propaganda te voeren voor de e igentij dse art i stieke en inte l l ectue l e uit ingen en vormden, dank zij de intense u itwissel ing van gedac hten en het gedeelde enthousiasme, als het ware b roedpl aatsen van de modern i stische cultuur. 1 56
Serge Vandercam ( 1 924-). Zelfportret. 1963. Olieverf op paneel, 62 x 70 cm. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Koortsige ogen of l i ever bodemloze kuilen, een spookachtig wezen zonder densiteit, een wazig e n troebel halo: als dit een geestelijk zelfportret is, hoe voelt zich dan d e geportretteerd e ? Vandercam schil dert wat voorbij het zichtbare ligt, drukt u i t wat vreemd is aan e l ke zintuig lijke ervaring. Dit schi lderen is zelfkwe l l i n g en psych ische vern i etig i n g . Zoals Poe, zoal s Baudelaire i s Vandercam e e n ' k u n stenaar van de pijn, van de zenuwen e n van nog iets anders'.
157
I n h u n o rga n i satie h ielden zij zowat het m i dden tussen de van oud sher bekende kunstve re n i g i ngen en bohém i e n cenake l s ; de sfeer heri n nerde er soms aan de wat gore ro mant i e k van de Parijse ex istenti a l i sten kelders, al leidde de geestdrift voor de n i euwe zaak wel eens tot vormen van bekeri ngsijver. A l s u i t i ng van de toenemende democratiseri ng van het ku nstgebeu ren waren d i e vere n i g i ngen vee l eer de creatie van p rog ressi ef i ngestel d e j o n g e arti esten dan v a n het b u rgerl i j k mecenaat. I n h u n art i stieke opties waren ze meestal m i nder exc l u s i ef en ag ressief dan avantgardistische ve re n i g i ngen in de stri kte zin, maar hun acti erad i u s was beperkter dan die van voo roo rl ogse ve re n i g i ngen zoals Ku nst van Heden. O ntstaan u i t het p rivé- i n itiatief en opererend m et geen o f we i n i g betoelag i ng vanwege de ove rhe i d , waren de kunstcentra u i t d i e j aren polyvalente co ntact o rganen d i e h u n act iviteiten vooral ontplooiden op het vlak van de p ro g ressi eve c u l t u u rp romotie. Ten o pzi chte van de officiële i nstel l i ngen t raden ze o p als vrij b u i ters. I nd i e n men het toenmal ig beleid van de m u sea zou omsch rijven als gaande van extreem-conservat i ef tot centru m-rechts, dan voerden de ku nstkri ngen een koers van centru m-li nks tot l i n ks-rad i caal. H et ku nstcentrum Taptoe onderscheidde zich vooral door de o rganisati e van dertien tentoonste l l i ngen (van december 1 955 tot apri l 1 957) , met een i nd r u kwekkende deelnemers l i j st. Van bij het beg i n was het d u i d e l i j k dat de keuze zich o riënteerde o p wat men toen de lyrische abstracti e of het abst racte exp ress i o n i sme noemde, i n teg enste l l i ng tot de ' ko u de' of geometrische abstractie, die als fo rmal isme e n ' modern acade m i sme' werd veroordeel d . O n m i d del l i j k na de Tweede Wereldoo rlog hadden de k u n stenaars o p n i euw aan s l u i t i ng gezocht bij de modern i sti sche beweg i n gen van vóór 1 930, d i e i n d e depressi ejaren g estag neerd waren. Terw i j l men v a n officiële z i j d e p romotie voerde voor h e t exp ression isme v a n de Latemse School , dat als een spec ifiek Vlaams modernisme werd onder ken d , keerden de p rog ressi eve k rachten zich tot het su rreal isme en de zg n. abst racte ku nst, waarb ij men de nationale g renzen oversch reed om co ntact te nemen met de i nternationale avant-g arde. In B e l g i ë k regen deze n i euwe modern i st i sche beweg i ngen gestalte in de Jeune Pei nture Beige (1 945-47) en i n Cobra (1 948-51 ) . Was de eerste nog opgevat naar het model van vooroorl ogse g roeperingen als Les Com pag nons de ! 'A rt, dan beantwoordde Cobra, gesticht te Parijs in 1 948, door het rad i ca l i s m e v a n zijn artistieke en m aatschappe l i j ke ste l l i ng n ame veel completer aan de def i n itie van een avant-g arde beweg i n g . Als georganiseerde g roep h i e l d Cobra i n 1 951 o p t e bestaan. I n zijn artistiek credo l ag i m mers ook de noodwend i g h e i d , of m i nstens de onverm i j d e l i j kheid van zijn o pheff i n g besloten : h e t experi ment v a n de spontane sche p p i ng sdaad l aat zich moei l ij k verzoenen m et een beste n d i g e i nstitutio nal i se r i n g . De 2e Ten toonste l l i n g van Experimentele Ku nst, d i e in 1 951 in het Palais des Beaux A rts te L u i k werd gehouden, beteke nde dan ook zoveel als de zwanezang van de beweg i ng als zod a n i g . De tentoonste l l i ngen v a n de Taptoe-g alerij richtten zich i n 1 955-57 hoofd zakel i j k o p de leden van de ontbonden Cob ra-beweg i n g . Walter Korun en Serge Vandercam hadden van bij de aanvang i n Parijs, samen m et Edouard Jaguer, het p roject van de eerste twee g roepstentoonstel l i ngen u i tgewe rkt. De ku nstc riticus Jaguer had een acti eve rol gespee l d bij de wen d i ng van de ' Ecole de Paris' naar een vrije p i ctu ra l e exp ressie, maar was voo ral nauw in co ntact geweest m et Cobra, waaraan h i j in z i j n tij dsch rift 'Phases' een r u i m e aandacht verleende. De eerste Taptoe-ex posanten waren dan ook a l meteen voo r een g root deel u i t d i e hoek gerec ruteerd. Deze tendens zou overigens d o m i nant worden met de eenmanstentoonste l l i ng Asg er Jorn, l ater gevo l g d door een g roepstentoonste l l i ng van Cobra, d i e o p i nstigatie v a n Ch ristian Dotrement tot stand kwam . Deze twee m a n i festati es - de i n d iv i d u e l e van Jorn en de co l l ecti eve van Dotrement - hebben een 159
symptomatische beteke n i s voo r het confl i ct dat de nasleep van Cobra kenmerkte en waardoor eve neens de am bivalentie van Taptoe als p romo tiegalerij van Cobra en als ku nstcentrum bepaald werd . Na de o pheff i n g van Cobra had i m mers d e theoret i c u s en agitato r J o rn zich conseq uent i n andere avo nturen geworpen : het l m ag i n i st i sch Bauhaus ( 1 953-57) e n , vanaf 1 958, de S ituatio n i stische I nternationale, waartoe aanvankel i j k o o k de Taptoe-leden Mau rice Wyckaert en Walter K o r u n behoorden. De S ituati o n i sten noemden zich de l eg itieme voo rtzetters van de Cob ra beweg i n g , waarvan z i j het artisti eke rad i ca l i s m e op een b redere m aat schappel i j ke basis d oo rt rokken. I n het tweede n u m m er van ' L ' I nternationale situati o n n i ste' (dece mber 1 958) werd Dotremont ervan besc h u l d igd de fictie i n stand te houden, dat Cobra als ex perim entele actiegroep gecon t i n u eerd werd. Dit conf l i ct b racht fu ndam entele tegenstel l i ngen aan het l i cht. Door z i c h i n h u n k r i t i e k o p de 'spektake l m aatschappij ' t e verzetten tegen de neutra l i se ring van een art i stieke revo lte i n het p rod u ktie/co nsu m pt i e p roces, l everden de Situat i o n i sten een bel angrij ke b i j d rage tot de m aatschappij kritische tendensen d i e het einde van de j a ren zestig zo uden beheersen. In het l i cht van die analyse moest de fu nctie van een ku nstcent rum als Taptoe problematisc h worden. Het is overigens n i et zonder beteken is, dat in het jaar van Taptoes verdwij nen te Antwe rpen G 58 wordt opgericht, waar n i et a l l een resol uut een avantgard i stische p rax is wordt beoefe n d , maar w a a r bovendien o o k h e t karakter v a n de manifestat i es zich wijzigde. Retrospectief gezien verteg enwoo rd igt G 58 een avantgardistische beweg i ng , terwij l Taptoe als ku nstcentrum voo ral de p romotie heeft behart i g d van k u n stenaars d i e reeds elders en eerder aan bod waren gekomen. Daarn aast echter - en z u l ks kan wel als een b i j zond ere verd ienste gelden - k regen ook jongeren een kans om z i c h te m a n i festeren. N ochtans kan men ook in h u n geval n i et zeg gen dat ze o n m i ddel l i j k door Taptoe werden 'gereveleerd ' . Rei n D ' H aese en Serge Vand erca m , bijvoo rbee l d , waren reed s werkzaam geweest i n h e t co l lectieve Cob ra-ate l i e r v a n ' I e Marais'. R o e i D ' H aese, wiens g rotesk-fantasti sche scul ptu ren als een pe rsoo n l i j ke verwe rking van het Co b ra- i d ioom k u n nen gelden, had reeds eerder deelgenomen aan de M i d d e l h e i m B i ë n nales en was in 1 954 u i tge roepen tot lau reaat van de Jeune Scu l pt u re Beige. De cruciale vraag naar het aandeel van het ku nstcentrum Taptoe bij het ontstaan van het werk van Roei D ' H aese omstreeks 1 955-57 kan sl echts met de g rootste omzich tigheid worden beantwoo rd, omdat het h i e r tensl otte eerder gaat om een geeste l i j k k l i maat dan om een specifieke beweg i n g . Tot bes l u i t k a n worden gezeg d , d a t Taptoe als ku nstcentrum een over d rachtsfu nctie heeft verv u l d tu ssen een avantgardistische beweg i ng en een recept ief p u b l iek, en dat het als zod a n i g voo ruitgreep op de g rote Cobra-manifestaties i n de j a ren zesti g . Zonder zelf o n m i d d e l l i j k als een avantg ard istisch centrum te hebben gefungeerd, heeft het een o n m i sken bare h istorische beteke n i s gehad in het t ransm i ss i e p roces van het modern isme.
Maurice Wyckaert ( 1 923-). Met Karel naar Maarke. 1961/62. Olieverf op doek, 100 x 120 cm. Museum van Hedendaagse Kunst, Gent.
Natu u r in een post-i nformeel stad i u m , exuberante verheerlijking v a n ' a l de goede d i ngen van deze aarde' i n k ru i m i g e en sappige schi lderijen zonder problemen. Wyckaert schi ldert het g ri l l ige, vitale en bu itensporige leven, d e g roeikracht, d e vruchtbaarheid en d e ontbinding : n i e t d e bloem maar het bloeien, niet het landschap maar het ademen, j u ichen en dampen van de natu u r i n haar rusteloosheid.
J.F. Buyck
Bijschriften geschreven door Marc Callewaert
1 60
> :.::: 0
161