Gemeente van de Here Jezus,
HC, zondag 35 Lezen : - HC, zondag 35 - Deuteronomium 13:7-19
1
Opa en oma hadden bewust afstand genomen van het christelijk geloof. Daar wilden ze niets meer mee te maken hebben. Daarom speelde het christelijk geloof ook helemaal geen rol in de opvoeding van hun kinderen. Als het over het christelijk geloof ging, werd dat heel negatief afgemaakt. De kinderen van opa en oma groeien dus op, onbekend met het christelijk geloof. De enige indruk die ze van het christelijk geloof hebben is de negatieve houding van hun ouders. Wanneer deze kinderen groot zijn geworden en weer kinderen krijgen, dus de kleinkinderen van opa en oma, hebben die kleinkinderen helemaal niks meer met het christelijk geloof. Ook de negatieve houding van opa en oma kennen ze niet meer. En zo verdwijnt elk grijntje christelijk geloof uit de familie. Totdat één van de kleinkinderen misschien verkering krijgt met een christelijke jongen of meisje… “Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten…” Is dat wat je bij deze familielijn vanaf de opa en oma ziet? Is dat nou een straf van God, dat die kinderen en kleinkinderen niet geloven? Die kunnen daar zelf toch helemaal niks aan doen? Die kan je daar toch niet persoonlijk voor verantwoordelijk houden?! Ik vind dit een hele rauwe zin, elke zondagochtend weer als we de tien geboden horen. Begrijpt u dat, als ik dat weer voorlees? Wat moet je je hier nou precies bij voorstellen? Laten we dit vanmorgen verder uitpakken en naar een antwoord zoeken. En dat wil ik doen vanuit dat verhaal over Micha, in Richteren 17. 1. Is dat niet een prachtig verhaal over Micha? Ok, er gebeuren een paar dingetjes die niet zo netjes zijn: Micha had geld gestolen, maar hij bekend het eerlijk en het geld wordt dan heel geestelijk geïnvesteerd. En later die Danieten dan die dat beeld enzo stelen. Ok, dat is niet correct. Maar verder… is dit niet een prachtig gelovig verhaal? Micha richt een heiligdom in, laat een priestergewaad en verschillende godenbeeldjes maken en een van zijn zonen wordt priester. En als er even later een Leviet langs komt, wordt hij priester bij Micha. En Micha denkt dan: “nu ik een Leviet als priester in dienst heb, ben ik ervan verzekerd dat ik van de HEER niets dan goeds te verwachten heb.” Die Micha is toch wel heel vroom bezig, niet? Heel bewust bezig voor de Here om niets dat goeds van God te ontvangen. En die Danieten dan. Ze vragen aan die priester of hij God voor hen wil raadplegen of ze goed bezig zijn. Is dat niet mooi, zo bewust met God bezig zijn? En de priester die dan ze de zegen meegeeft: “Ga gerust verder, uw onderneming is de HEER welgevallig.” Zijn ze niet allemaal bijzonder vroom bezig? Is dit zo niet een prachtig verhaal over hoe mensen bewust met hun geloof bezig zijn? Hoe ze heel religieus hun leven willen inrichten. Zo is het een verhaal, wat ook zomaar in onze tijd zou passen. Heel veel mensen zijn bezig met het religieuze en willen dat een plek in hun leven geven en hun religieuze beleving verdiepen. Prachtig toch? Wat is hier nou mis mee? 2.1 Laten we daar eens even dat tweede gebod tegenaan leggen. “Maak geen godenbeelden, kniel daarvoor niet neer…” En dat wordt verder uitgewerkt in Deuteronomium 12 en 13. Als u thuis Deuteronomium 12 zou lezen, zal het je opvallen, dat één zin steeds weer terug komt: “Het is u verboden om de HEER, uw God, op allerlei plaatsen te vereren. U mag u daarvoor alleen naar de plaats begeven die hij zal kiezen om er zijn naam te laten wonen.”
HC, zondag 35
2
Als ze straks dat beloofde land intrekken – weet u het nog, in Deuteronomium maakt het volk Israël zich klaar om eindelijk dat beloofde land in te trekken en houd Mozes nog een keer een grote preek met instructies voor het leven in dat beloofde land – als ze daar straks binnentrekken, zullen ze ook de godsdiensten van die volken tegenkomen. Die konden op allerlei heuvels een altaartje hebben staan. Overal heilige plekjes, waar ze hun goden konden offeren. Of misschien wel een heilige boom, een heilige eik. Ontzettend religieus allemaal! En dan zegt God: Het is u verboden om de HEER, uw God, op allerlei plaatsen te vereren. U mag u daarvoor alleen naar de plaats begeven die hij zal kiezen om er zijn naam te laten wonen.” God dienen op zijn voorwaarde, op de plek die Hij zal aanwijzen. Heel anders dus dan die godsdiensten van de andere volken?! God dienen op Gods voorwaarden. Want Gód alleen is God en weet wat goed is voor zijn volk. En dat was precies Gods bedoeling met het volk, straks in het beloofde land: Dat Gods naam alle stukjes van het leven bepaalde en zo zou schitteren. En vanuit die gedachte moet je dan ook naar Deuteronomium 13 kijken. Wat we net gelezen hebben: als er een familielid je probeert over te halen om andere goden te dienen… luister dan niet, maar laat hem ter dood brengen?! Dat klinkt hard zeg?! Wel erg rigoreus?! Ja, dat is zo. Maar kijk dan eens even wat er op het spel staat. God dienen op Gods voorwaarden. En dat wordt uitgebreid duidelijk gemaakt in Deuteronomium. En als je dan een andere god binnensmokkelt… wat doet dat dan met God dienen op Gods voorwaarden? Dat verslapt. Andere godenbeelden binnenhalen is een ‘weekmaker’. Het weekt de trouw aan God los en zet God in het rijtje van nog meer religieus interessante dingen. “Pas op voor weekmakers!” Dat is de boodschap van het tweede gebod. 2.2 Wij leven vaak niet meer in zulke nauwe familieverbanden als bij het volk Israël. Wat je nu ook nog wel bij andere volken ziet. Opa en oma, ouders en kinderen bij elkaar. Tot in het derde en vierde geslacht. Wat voor uitwerking heeft het, als je dan als ouders of grootouders niet meer God dient, op Gods eigen voorwaarden?! Dat zien de anderen, dat kunnen ze overnemen, dat gaat doorwerken tot in het derde of vierde geslacht. Zó moet u dat gedeelte voor u zien: “Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten.” Ze leefden daar vaak tot in het vierde geslacht bij elkaar. En de keuzen van opa en oma of van de ouders gaat doorwerken! Zo werkt dat. Als die verslappen in hun dienen van God, dan gaat dat doorwerken. Dat is een zonde die doorwerkt in de volgende generaties. Wij zijn geen eilandjes, die allemaal op onszelf staan. Je keuzes (goede en kwade) werken door. Zo ook de zonde. Die joden die God kenden, die hadden meegemaakt wat God op weg naar het beloofde land allemaal voor groots had gedaan, als die ‘weekmakers’ binnenbrachten in hun leven met God, dan ging dat dooretteren. En het is dan niet zo dat de kinderen verantwoordelijk worden gehouden voor de zonde van hun ouders. Nee, zo is dit niet bedoeld. Ieder mens is persoonlijk verantwoordelijk. Maar jouw keuzen werken wel door! Daarom dat God het zo hoog opneemt en opdraagt, dat als iemand – helemaal als het een familielid is – jou probeert te verleiden om andere goden te dienen, door beelden in huis te halen… handel dan rigoreus. Laat die zonde, die ‘weekmaker’ niet dooretteren! Want dat kan grote gevolgen hebben!
HC, zondag 35
3
2.3 God dienen vraagt dus zorgvuldig luisteren naar Hem. Hem dienen op zijn manier. Want alleen Hij is de Bevrijder. Kijk maar ’s naar Egypte. Dat was een hel. God haalde ze daaruit weg. Zo is God. En zorg nou, dat je je niet weer slaaf laat maken door godenbeelden in huis te gaan halen! God is onzichtbaar. Hij is veels te groot om in een beeld te vangen. Elk beeld van God is Hem klein maken, is Hem vernederen. Een beeld van God krijg je door te zien hoe Hij door de geschiedenis heen werkt. Niet door een beeld. Het tweede gebod gaat vooral over geen beelden van God maken. Dus niet zozeer over andere goden. Maar tegelijk is elk beeld wat je maakt niet meer God, maar een afgod. Zo liggen het eerste en tweede gebod heel dicht tegen elkaar aan.
3. Weer even terug naar Micha en z’n priester. Het verhaal wat zo vroom leek. Voelt u hoe Micha, hoe vroom hij ook lijkt, dwars tegen de bedoeling van de Here in bezig is? Hij is juist bezig hard af te breken, wat de Here wil bouwen. Hij is bezig om ‘weekmakers’ in te voeren. - Hij bouwt zijn eigen heiligdom, terwijl God had gezegd: alleen op de plek waar ik het aanwijs - Hij maakt een beeld van gestolen geld - Hij laat zijn zoon priester worden, terwijl dat alleen door Levieten gedaan mocht worden op de plek waar de Here dat aanwees. Hoe vroom en mooi religieus dit ook lijkt, dit is niet van God. Dit is eigenwillige godsdienst. Het staat er ook zo in een zinnetje tussendoor: “Iederen deed wat in zijn eigen ogen goed is.” En ze houden elkaar daarmee voor de gek. Het begint door te werken naar de volgende geslachten: die zoon van Micha mag priester zijn. Dat is zijn geloofsopvoeding. Dat is wat hij meekrijgt wat God dienen is. En op laatst richt de hele stam van Dan zijn leven zo in. Het werkt door tot in het derde en vierde geslacht. En het helpt Gods bedoeling naar de knoppen. Moet je ’s zien hoe ze elkaar voor de gek houden: - Micha denkt: “Ik ben ervan verzekerd, dat ik van de HEER niets dan goeds te verwachten heb.” - De priester zegt tegen de Danieten: “Ga gerust verder, uw onderneming is de HEER welgevallig.” Ga gerust verder! Een valse gerustheid, die heel vroom klinkt, maar niks meer met God, de Bevrijder te maken heeft?! Dit is rotzooien met beelden, met priesters en de plek waar alles moet gebeuren. Hierdoor gaat dat beloofde land, waar God grootse dingen in petto had, naar de knoppen!
4.1 “Pas op voor weekmakers!” Dingen die je los kunnen weken van het zorgvuldig luisteren naar God. Hoe moet je dat nou in onze tijd zien? Het is altijd makkelijker in een andere tijd de valkuilen aan te wijzen dan in onze eigen tijd, waar we middenin zitten. Bij Micha kunnen we dat nu heel precies aanwijzen: hoe vroom ook, het ging dwars tegen de instructies van God de Bevrijder is. Heel religieus zijn, betekent nog niet dat je zorgvuldig naar God luistert. En daarmee zitten we ook heel dichtbij onszelf. Religieus-zijn. Iets willen beleven aan het hogere, aan het goddelijke. Daar allerlei vormen voor zoeken. Het is een heel sterk verlangen in onze wereld. Je kan allerlei spirituele cursussen gaan volgen, allerlei godsdiensten die hun producten aanbieden, waar je als in een supermarkt uit kan kiezen en je eigen godsdienst samenstellen. Het is echt heel mooi, en kan er heel vroom uitzien.
HC, zondag 35
4
Maar het is zó gevaarlijk. Het is een weekmaker: omdat je tegenover de God van de hemel en aarde niet je eigen geloofje kan samenstellen. Omdat het voor Hem gaat om leven op zijn voorwaarden. Niet alleen omdat Hij zo streng is, juist omdat Hij alleen Bevrijder brengt. Op zijn manier. 4.2 En dat religieuze krijgen we allemaal zomaar een tik van mee. Het is moeilijk precies aan te wijzen, maar ik probeer het aan te geven vanuit de veelgehoorde opmerking: “God is liefde”. God is liefde. Prachtig toch?! Maar zomaar klinkt daar ook in door, dat God dan ook alles maar goed vindt wat jij doet. Micha dacht ook ‘God is liefde’: “Ik ben ervan verzekerd dat ik van de HEER niets dan goeds te verwachten heb.” Ik kan m’n gang gaan. En het betekende zomaar, dat het feit dat hij gestolen had, niet zo erg was. Dat wordt goed gepraat. Weg achtste gebod. “God is liefde”, hoor je roepen, maar het lijkt geen invloed te hebben op bewust bezig te zijn met het 4e gebod: invullen van de rustdag. “God is liefde”, zeggen we, maar ik mag in m’n verkering met seksualiteit doen wat ik wil. We houden toch van elkaar?! “God is liefde”, ja en nu heb ik echt ontdekt wat echte liefde is in m’n nieuwe relatie. En het feit dat het tot echtbreuk leidt, is niet zo erg. Weg zevende gebod. “God is liefde”, ondertussen kunnen we elkaar het ergste toewensen. Weg zesde gebod. “God is liefde”, ondertussen kunnen we al onze liefde aan onze bezittingen geven. Wat zeg je dan met “God is liefde”?! God wil dat we Hem liefhebben met heel ons hart, onze ziel en al onze krachten. Geen andere goden naast mij. Geen beelden van mij. Daar hangen alle geboden aan. Als je de eerste twee geboden loslaat, maken alle geboden niet meer zo uit. Zo zijn de tien geboden maar geen tien losse geboden. Ik vergeleek het twee weken terug met een sleutelring, waar alle sleutels aan hangen. Maar dan lijken het nog losse sleutels. Misschien kan je het beter aangeven met een bloemknop. De eerste twee geboden zijn de bloemknop. En in de andere geboden gaat die knop open en klappen alle bloembladen zich uit. De eerste twee geboden leiden tot alle andere geboden. En als je het niet zo nauw neemt met de eerste twee geboden, stellen de andere geboden ook niet veel meer voor. 4.3 Religieus-zijn. Dat is geloven op eigen voorwaarden. Daarmee negeer je God en bevrijd je niet jezelf. Broeders en zusters, laten we alsjeblieft heel kritisch naar onszelf durven kijken. Klopt mijn beeld van God wel? Of is het vooral een zelfgemaakt beeld, wat mij wel bevalt? Het gaat zo vanzelf, dat je zomaar denkt dat jouw beeld van God wel klopt. Maar de Here laat zich niet vangen in een beeld! En de Here is een jaloers God. Hij duldt geen andere goden naast zich. Hij wil zuiver gediend worden op zijn eigen manier. Hij wil dat je Hem serieus neemt en naar Hem luistert. Daarin proef je Gods liefde. Een God die alles goed vindt is geen liefde. Een man die het allemaal maar best vindt dat z’n vrouw vreemdgaat heeft haar niet lief. God is een jaloers God, die met zijn volk wil omgaan in innige liefde, vol vertrouwen en trouw aan elkaar.
5.1 “Als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht.”Kijk, dat is ‘m! “Als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht.”
HC, zondag 35
5
Weet u hoe lang dat is: “tot in het duizendste geslacht”? Ik ben niet nagegaan of de duizendste generatie er al is op aarde. “Tot in het duizendste geslacht” betekent voor eeuwig. God liefhebben heeft eeuwigheidswaarde. Leven in zijn vrijheid houdt nooit op! Hier legt God dat bovenmenselijke neer in zijn geboden. Wie God níet liefheeft, ja, die keuze gaat doorwerken, misschien wel tot in het derde en vierde geslacht. Zo werkt de zonde. Maar wie God liefhebben en dóen wat Hij gebied, ja, dat is een keuze met eeuwigheidswaarde! Een mooi voorbeeld is David. Was nou niet zo’n vroom mannetje. Wat heeft die gezondigd. Maar hij bekende zijn zonde, ging op de knieën voor God, en was er kapot van. Omdat hij God liefhad. Tegen die David heeft God gezegd, dat de lijn van zijn generaties voor eeuwig op de troon zou blijven van Gods volk. En als je dat lijntje van zijn generaties volgt, met hoogtepunten en dieptepunten, dan komt het uit bij Jezus Christus. Die is opgestaan en eeuwig leeft. Die God helemaal liefheeft en doet wat Hij gebied. In Hem bewijst God zijn liefde tot in het duizendste geslacht. Wie Jezus Christus liefhebben, gaan mee tot in het duizendste geslacht. Jezus Christus is het beeld van God. 5.2 Ik kom terug bij de opa en oma van het begin. Die opa en oma hebben een keus gemaakt, die doorwerkt in de generaties erna. Die verantwoordelijkheid hebben die opa en oma genomen. Maar moet je nou ook de kinderen daar verantwoordelijk voor houden? Is dat nou een straf van God dat ze niet geloven? Nee, zo moet je dit tweede gebod niet lezen. God waarschuwt ervoor, dat je keuze voor of tegen God gaat doorwerken in generaties erna. Zo kan zonde doorwerken. Maar elke generatie weer heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, als ze van Gods weg hoort, om opnieuw te kiezen. En altijd is er weer de kans om op de weg van Gods liefde tot in duizendste geslacht te gaan staan. Die weg is altijd open! “Heb God lief en doe wat Hij gebied!” En wat als je nou als ouders daarin altijd trouw en uitgesproken bent geweest? Altijd die liefde van God hebt geprobeerd voor te leven. En toch gaan je kinderen daarin niet met je mee? Is dat dan de “schuld van de ouders”? Nee, daar moet je voorzichtig in zijn. Dit gebod klinkt allereerst naar ouders die God kennen, weten wat Hij wil, maar ánders kiezen. Die “God niet liefhebben.” Dus dat moet je niet gelijk op jezelf als ouders toepassen, wanneer je kind afscheid neemt van God en zijn gemeente. Wees daar voorzichtig in. - Laten we kritisch naar onszelf durven kijken. Hoe is mijn liefhebben van God? - Laten we erkennen, dat ondanks de geloofstrouw van ouders, kinderen toch afscheid kunnen nemen van God en zijn gemeente. - Laten we beseffen en het elkaar voorhouden, dat als je afscheid neemt, je keuze kan gaan doorwerken tot in het 4e geslacht misschien wel. - Laten we tegelijk ook blijven getuigen: Wie Jezus Christus liefhebben, gaan mee tot in het duizendste geslacht. Op die weg kan je altijd weer invoegen door bekering! Amen