Beste jonge liberalen,
Laten we beginnen met een stemming, dat schijnt erg populair te zijn, wie wil dat ik iets zeg over de Europese Grondwet?
JA: kijk aan, zie hier het bewijs dat JOVD’ers wel JA stemmen. Wij zijn geen bange mensen! Wij zijn oprecht geïnteresseerd in wat mensen bezig houdt. Wij staan open voor discussie. En zelfs na drie weken non-stop grondwet, willen jullie nog altijd meer horen over de grondwet. Hoe gaaf!
NEE: kijk, misschien is dit het bewijs dat referenda altijd nee opleveren? Ik ga het lekker toch doen, ik voel namelijk niets om mij neer te leggen bij de stem van de meerderheid die niet eens weet wat het alternatief is….. hoe kun je nu nee zeggen als je niet weet waar ik anders over zou spreken? Het lijkt de grondwet wel, nee stemmen en het verdrag van Nice niet kennen. Nee, ik zal jullie mijn verhalen over koeien (een oud- Landelijk Voorzitter kent dit verhaal) en kalfjes zal ik jullie besparen, ik blijf bij de grondwet.
Nee-derland staat deze week internationaal op de kaart. Internationaal begrijpt niemand Nederland meer, behalve een paar gekke fransen die bang zijn voor het einde van de subsidiepolitiek richting landbouw en industrie aldaar. Nog erger dan het referendum was het geweldige enthousiasme dat de verschillende politici aan de dag wisten te leggen. Men was vol lof over de “rationele keuzes” (zoals Van Aartsen) en de hoge opkomst (zoals Halsema). Er waren wel erg weinig sneue gezichten te zien. Die zou je toch verwachten als de Grondwet, waar iedereen zo voor was, het niet haalt. Teleurgestelde gezichten waren er bij de JOVD wel!! Misschien kwam het door pesterijen vanuit België en Polen, ongetwijfeld ook doordat de JOVD zich ontzettend actief heeft ingezet. Misschien dat het komt omdat de JOVD wel actief campagne heeft gevoerd; dat enkelen van ons dagenlang, zo niet wekenlang, hun tijd geïnvesteerd hebben om de burger te informeren en overtuigen van het nut van de grondwet. Veel Kamerleden kwamen in de afgelopen weken nu eenmaal niet verder dan een uurtje flyeren hier en een debatje daar. Helaas was dit bij het kabinet niet anders. Campagnevoeren was duidelijk niet vooruitzien. In JOVD termen: een leermomentje: “Carpe diem!” is niet echt ideaal voor campagnetijd….
Gevolg is dat emoties hebben gewonnen van de rationaliteit. Alleen volgens Van Aartsen hebben de mensen bewust gekozen. Nou OK, enkelen wellicht wel, maar de meeste die ik gesproken heb zagen het hele stemmen niet zo zitten. Ik heb aan veel debatten deelgenomen, waar mensen vol van vragen achterbleven. Mijn conclusie zou zijn dat de 85% van Tweede Kamerleden voor en 63% van de burgers tegen komt doordat de eerste wel de Grondwet (en de huidige verdragen) hebben bestudeerd en het tweede deel niet. Het geloof en de nadruk op de uitdrukkelijke keuze van burgers en hun rationele overweging toont echter toch een kloof aan tussen Van Aartsen, en de andere fractievoorzitters.
Als de ontwikkelingen van de afgelopen week iets duidelijk hebben gemaakt, is het wel dat de burger allesbehalve optimistisch is. Veel NEE-stemmen zijn proteststemmen tegen de ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving, de Euro en het kabinet. Het is HET teken dat het negativisme zich de afgelopen jaren in Nederland heeft geworteld. Soms zelfs tot cynisme aan toe, denk aan Jan Mulder, iedere avond bij Barend en Van Dorp.
Het negativisme dat de afgelopen jaren is toegeslagen is niet gemakkelijk te veranderen. De cijfers over de prestaties van het kabinet zijn glorieus. Van dalende medicijnprijzen tot het aantal inburgeraars, alles groeit en bloeit. De burger wordt er echter niet optimistischer van. Waar dit negativisme dat Nederland in de greep heeft toe leidt hebben we afgelopen week kunnen zien met het referendum. Politici lijken de analyses, over alles wat fout gaat in Nederland, van Pim Fortuyn niet zonder succes te hebben overgenomen. Het uitstralen van vertrouwen, het vertrouwen om Nederland te verbeteren, blijkt een stuk lastiger.
Het JOVD Hoofdbestuur kwam november vorig jaar al tot deze conclusie. Wij pleitten voor een positievere benadering van de politiek. Ook intern kozen wij voor het verruilen van vacatures voor kansen. Optimisme wordt in Nederland node gemist. Tijdens de afgelopen weken werden analyses die al lange tijd werden gemaakt bevestigd. Of je het nu veenbrand onder kiezers noemt (De Hond) of het hebt over het verschil in vertrouwen in eigen leven of samenleving (CPB, Liberaal Manifest en de brief van Boris Dittrich aan D66 leden), de Nederlander is weinig enthousiast over de toekomst van de Nederlandse samenleving.
De oplossing: we moeten in Nederland weer vertrouwen krijgen in onszelf en in elkaar, in de politiek en in de toekomst.
Een liberale samenleving kan alleen bestaan als deze bestaat uit individuen met zelfvertrouwen. Uit allerhande rapporten, zoals van het CPB, blijkt dit probleem beperkt. Mensen zijn tevreden over hun eigen leven en toekomst. Kijkend naar de cijfers op ondernemerschap kun je echter toch ook andere conclusies trekken. We moeten opletten dat we door een gebrek aan zelfvertrouwen en waardering van risico niet verzanden in middelmatigheid. Er is niets mis mee om te vertrouwen op je eigen kunnen en op basis daarvan risico’s te nemen.
Zelfvertrouwen van mensen is een begin, vertrouwen in de medemens is het vervolg. De zelfbewuste individuen moeten op hun beurt wel vertrouwen hebben in de samenleving. De politiek is een grote beeld bepaler in dezen. Enkele voorbeelden waar de onzekerheid van mensen in de samenleving zichtbaar wordt:
Veel mensen zijn bang voor echte vrijhandel…. In Nederland zijn we nog altijd bang dat we in een vrije wereldeconomie het onderspit delven. De hypocrisie komt je tegemoet als je het huidige handelsbeleid bestudeert. We willen
dienstenmarkten openbreken, maar onze landbouw en visserij beschermen. Een liberaal, aanhanger van een (eerlijke) vrijhandel, is dit een doorn in het oog. Als socialist is het echter ook lastig te verkopen dat je ongelijke kansen afkoopt met ontwikkelingssamenwerking. Momenteel is het bedrag dat wij verdienen aan oneerlijke handel drie keer zo groot als hetgeen we aan ontwikkelingssamenwerking betalen. Een speciaal woord voor Joop Atsma is wel op zijn plaats. Joop, ons melkpoeder is in Afrika soms echt goedkoper dan de lokale verse melk. Joop, dat komt niet door onze superioriteit maar toch echt door oneerlijke handel. Het CITO heeft dat goed gezien. Eerlijkheid duurt het langst……
Sommige mensen zijn bang voor minderheden… Door allerhande statistische gegevens is er een beeld ontstaan dat allochtonen, zoals Marokkaanse jongeren en Antillianen, allemaal crimineel zijn. Toch een typische verschijning dat een ouder vrouwtje haar portemonnee weg stopt als ze een Marokkaanse jongen tegenkomt. Zonder vertrouwen in je buurman is de samenleving al snel minder prettig….
Veel mensen geloven niet in zelfregulering… In Nederland geloven we ook nog altijd niet in spontane ordening en zelfregulering. Toen de JOVD op 1 mei 24 uur stond te pleiten in Utrecht voor de 24 uurs economie kwamen mensen voorbij lopen die ons echt TE radicaal vonden. Als er iets liberaal is, is het wel het afschaffen van de winkel- en sluitingstijden. De wensen en behoeften van burgers bepalen dan wanneer de winkels open zijn. Als burgers niet willen, zijn winkels niet open. De rampscenario’s over dag en nacht open winkels zijn dan ook onzin. Heb vertrouwen…
Een meerderheid lijkt bang voor Europa… Vertrouwen in Europa is ook een groot gemis. De meeste Nederlanders (ongeveer 63%) zijn bang voor de positie van Nederland. Zij zijn bang dat wij als 6e economie en 7e land van Europa te veel invloed verliezen met onze Veto’s. Kwalitatieve meerderheid vereist dat je goede ideeën moet hebben, goed kunt onderhandelen en draagvlak kunt creëren. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland het kan, maar velen zijn liever bang…
“Trots en vertrouwen, de kurk waar een zelfbewuste natie op zou moeten drijven, we hebben er nog maar heel weinig van over.” Aldus Wouter Bos in januari op zijn partijcongres.
De trots is niet zoals Jozias van Aartsen die noemt. Hij zoekt de trots in een nieuw soort patriottisme. Trots op Nederland, de vlag en het volkslied. De manier van de Amerikanen. Dat past echter niet bij Nederland. Nederlanders zijn niet trots op vlag of vaderland. Nee, zij zijn hooguit trots op hoe wij de zaken voor elkaar hebben. Wouter Bos heeft dat goed gezien. Hij zweert bij trots op hoe wij dingen in Nederland hebben geregeld.
Het vertrouwen is vooral hard nodig in de politiek. Te vaak geloven burgers “het wel”….
Het gaat niet goed met de Nederlandse politiek. De Tweede Kamer presteert onder de maat. De bekendheid van politici is laag, de kwaliteiten van Kamerleden niet altijd optimaal. Daar komt nog bij dat men weigert om leiderschap te nemen in het maatschappelijke debat en ook de uiteindelijke keuze liever aan de kiezer laat. Het enthousiasme voor het referendum is niets anders dan een motie van wantrouwen naar zichzelf. Zij weten niet hoe de bevolking te representeren, en dus maakt men gebruik van directe democratie. Zij geven daarmee het vertrouwen van de burger, dat zij in een breder perspectief, goede afwegingen kunnen maken, volledig weg. Zij kiezen liever voor een simpele ja/nee vraag dan voor een eigen afweging. Politiek is ook leiderschap. Juist leiderschap. Het doel van de politiek is niet de discussie onder de bevolking te bevorderen, maar om de beste besluiten te nemen. Referenda voldoen hier niet aan. Politici die referenda nodig hebben om de band met de kiezer te behouden falen. Er zijn veel betere methodes om in contact te komen met emoties van burgers, zolas het gesprek aangaan op straat of het gebruikmaken van de telefoon. Deze belemmeren bovendien niet de politieke besluitvorming. Emile Ratelband, die met webcam en internetstemmingen de letterlijke volksvertegenwoordiger wilde gaan uithangen, is weggehoond. Nu doen Kamerleden hetzelfde alleen dan met een ouderwetse, arbeidsintensieve en dure methode: het referendum.
Kamerleden moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Hun zelfvertrouwen bij elkaar rapen en ergens voor gaan. Bij de verkiezingen in 2007 zullen de kiezers hun hierop beoordelen. Als de kiezer tevreden is over de vertegenwoordiging zal men mogen blijven, anders houdt het werk op. Over die vertegenwoordiging is nog wel iets te zeggen. De laatste jaren is bij de samenstelling van de Kamer grote nadruk gelegd op het vormen van een reële afspiegeling van de maatschappij. Het liefst werken de partijen met vaste percentages vrouwen, boeren en allochtonen. Veel belangrijker is het echter dat de meest capabele mensen worden gekozen, die zich in kunnen leven in burgers. De voorbeelden zijn bekend: Fortuijn en Wiegel bijvoorbeeld, die weten wat burgers belangrijk vinden, zonder dat zij zelf nu direct ‘doorsnee’ burger zijn. Die selectieprocedure mag dan ook grondig op de schop! Prestaties en inlevingsvermogen moeten gelden boven afkomst, geslacht of beroep. Vertrouwen van de burger in de politiek creëer je niet door referenda, maar door representatief leiderschap!
Dan heb je het kabinet. Dit maakt de leiderschapscrisis in Nederland compleet. Niet altijd terecht wellicht, maar het gebeurd wel. Balkenende schrikt mensen af, daar is zelfs onderzoek naar gedaan door een universiteit. Zalm is onbetrouwbaar omdat hij met een te lage introductiekoers van de Euro t.o.v. de Mark een aantal jaren terug economische groei heeft veroorzaakt. En zoals jullie allemaal weten: economische groei is erg slecht voor Nederland. De fractievoorzitters van de grote partijen willen alleen nog weten wat de meerderheid van de bevolking wil: ja of nee, Geert Wilders schrijft boeken vanuit Kamp Zeist en Jan Marijnissen, de hoop in bange dagen, heeft een hernia…. Gelukkig hebben we dan nog een Duitse familie, die zich in Nederland koninklijk mag noemen, als stabiele factor achter de hand.
De bevolking heeft behoefte aan een leider. Burgers vinden het daarnaast belangrijk dat zij hun gezicht naar buiten kunnen kiezen. Iemand die het land kan besturen en vertegenwoordigen. Het liberaal manifest, met een gekozen minister-president, biedt de oplossing. Een gekozen ministerpresident sluit ook beter aan bij hoe de kiezer stemt. Wie herinnert zich niet de laatste verkiezingen waar het CDA onnatuurlijk groot werd doordat Balkenende en Bos om het premierschap streden? De strijd om het premierschap bepaalt zo ook de samenstelling van de Tweede Kamer. In de ogen van de burger is de Kamer vooral belangenbehartiger, soms ook behartiger van idealen, maar met altijd toch vooral een controlerende functie. Het aantal initiatief wetsvoorstellen is minimaal. Het is een grote klankbordgroep met macht. Niet zo gek dat kiezers meer willen, dat zij ook de initiators, de gecontroleerde, willen kiezen.
“Leider” is geen titel, zoals Jozias van Aartsen weet, dat wordt je als je kunt voorzien in de essentiële behoeften, in dit geval van de samenleving. Veel mensen maken zich zorgen over de toekomst, over hun baan, over hun inkomen, over hun oudedagsvoorziening, over de toekomst van hun kinderen of over het verzorgingstehuis van hun ouders. Ze maken zich zorgen over hun veiligheid, over terrorisme en over wat er achter de voordeur gebeurt van de moskee waar je niet komt en het gezin dat je eigenlijk niet kent. De laatste weken is de Europese Unie aan dit rijtje toegevoegd. Een ministerpresident moet dit begrijpen, los kunnen komen van zijn eigen ideeën over normen en waarden, en in de volle breedte de bevolking kunnen aanspreken, vertrouwen geven. Het opheffen van de automatische koppeling tussen idealen en belangen, en de directe leiding van het land, is dan ook niet zo’n gek idee.
Op lokaal niveau speelt eigenlijk hetzelfde. Sterke burgemeesters lopen op tegen de aloude zichzelf in stand houdende Gemeenteraden. Het komt regelmatig voor dat een gemeente eerder ondanks dan dankzij een Gemeenteraad goed bestuur kent. Afgelopen week hebben we gezien hoe Geert Dales de politieke cultuur in Leeuwarden aan de orde stelde; hoe bevestigend dat de Gemeenteraad dit in achterkamertjes wilde bespreken. Een schandelijke vertoning. Diezelfde Dales liep vorig weekend te hoop tegen de georganiseerde Gemeenteraadsleden op het VVD congres met het frisse voorstel om Gemeenteraden te verkleinen, tot maximaal halvering. Een voorstel dat volledige steun verdient omdat het een frisse wind doet waaien door het dichtgetikte lokale bestuur. Besturen op hoofdlijnen blijft lastig zolang ook Gemeenteraadsleden blijven volhouden dat er geen liberale of socialistische lantaarnpalen bestaan en in veel plaatsen de zetels in de Raad worden verdeeld volgens een clientèlesysteem. Een Raadslid vertegenwoordigt soms wel heel direct bepaalde mensen die vervolgens hun stem geven. Soms lijkt het of er sinds de Romeinse Tijd niet veel veranderd is. Het is hard nodig dat het lokale bestuur, met alle verantwoordelijkheden die op hen afkomt met de nieuwe golf van decentralisatie snel verder professionaliseren. De Gemeenteraad kan dit veelal niet meer bijbenen, en een directe stem van de burger voor de burgemeester is dan ook een logisch gevolg.
De JOVD is vooralsnog tegen deze vernieuwingen. Daar waar wij als jonge liberalen altijd vooraan lopen, daar waar wij altijd onze idealen voorop stellen, laten wij het op het vlak van bestuurlijke
vernieuwing praktische bezwaren zwaarder wegen. Wouter Bos heeft vandaag op het Jonge Socialisten congres gesteld dat zijn vernieuwingen, hoewel tegengewerkt door de Jonge Socialisten, juist van deze tijd, de tijd van de Jonge Socialisten, zijn. Wij zullen toch niet de jonge socialisten van het liberalisme worden. Het zal toch niet zo zijn dat de JOVD in haar historie de vernieuwing in Nederland heeft aangewakkerd, en nu het daadwerkelijk lijkt te gaan lukken, honderdtachtig graden gedraaid is. De politieke cultuur moet op de schop, de burger vraagt dat, wil dat, en dit moet serieus worden genomen. De samenleving is veranderd, de burger is een consument die weet wat hij wil. De keuzevrijheid en hoge levensstandaard uit de markt verwacht hij ook van de overheid. Hij betaald er bovendien genoeg belasting voor! Daadkracht, heldere mandaten, doorzichtige besluitvorming en verantwoording zijn dan ook van het grootste belang. De ondoorzichtige politieke en de bestuurlijke elite moeten aangepakt. Het zal toch niet zo zijn dat wij als liberale jongeren het Urker model, met coöptatie, met het principe “eigen kring boven alles” en met een 90% meerderheid tegen de Europese grondwet, verkiezen boven een open en dynamisch alternatief.
Het vertrouwen terug in samenleving en politiek. Dat is de grote uitdaging voor de Nederlandse politiek. Het is een uitdaging die er al enkele jaren ligt. Je zou kunnen constateren dat dit al sinds 1989 zo is. Sinds de val van de Muur zijn de meeste radicale verkiezingsuitslagen genoteerd. Dit vertrouwen zal niet gemakkelijk te herwinnen zijn, maar het is niet onmogelijk. Een tweezijdige aanpak biedt perspectief:
De liberale manifesten van de VVD bieden handvatten:
Het nieuwe liberale manifest: de bestuurlijke vernieuwing. Al is het niet helemaal ongeschonden door de discussie gekomen, met een gekozen minister-president en gekozen burgemeester zal het vertrouwen in de politiek toenemen. D66 is sinds vorig weekend niet meer nodig om de burger en politiek dichter met elkaar te verbinden middels structuurwijzigingen.
Het manifest uit 1981 biedt echter ook een handvat, ik citeer: “Als een rode draad door dit Manifest loopt een voortdurend pleidooi voor verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid, broeder schap, zorg, vermenselijking van organisaties, kleinschaligheid, openheid, inspraak en medezeggenschap, decentralisatie, deskundigheid, spreiding van machten verbreiding van kennis en bezit.”
Deze zin heeft haar waarde nog altijd behouden. Op deze punten is de afgelopen jaren niet altijd even goed gescoord. Ik denk aan kleinschaligheid, maar ook aan vermenselijking van organisaties. Grootschalige instellingen, denk aan het onderwijs, prestatiecontracten en heel veel cijfers domineren het beeld.
De zin uit het manifest van 1981 komt ook terug in recente publicaties van Wouter Bos. Hij is bezig om van de aloude socialistische rooie club, de Partij van de Arbeid, een moderne club te maken die staat
voor vernieuwing. Met liberale elementen, decentralisatie, en vertrouwen in ambtenaren op de vloer (denk aan leraren, politieagenten of medewerkers bij sociale dienst en gemeenten). Hij staat voor een nieuw model overheid dat kiest voor maatwerk, in plaats van de aloude gelijkheid. Zijn constatering dat ‘de burger’ niet bestaat en dat de overheid daarop in moet spelen is voor liberalen toch als muziek in de oren. Maatwerk, eventueel met ongelijkheid tot gevolg, en vertrouwen in professionals vormen een interessante visie op de toekomst van de overheid. De focus van ons liberalen zal misschien meer uitgaan naar de mensen die echt hulp nodig hebben, maar zijn vernieuwende ideeën doen het collectief wel sneuvelen.
Met deze wetenschap is het tijd voor een tweede, en laatste peiling: Wie van jullie is voor een rechts blok van CDA, VVD en D66 in 2007?
JA: Het leiderschap van Van Aartsen is blijkbaar binnen de JOVD minder beroerd dan bij de VVD. Daar is hij blij met alle steun die hij krijgt. Zijn uitspraak van vorige week kennen jullie vast wel “dit versterkt mijn gezag”. Hij kan nu met trots melden dat ook binnen de JOVD zijn gezag groot is.
NEE: Kijk, leiderschap werkt. Ik ben het volledig met jullie eens. Liberalen moeten verder kijken dan de coalitie breed is, en open staan voor andere partijen waarmee het individu gediend kan worden.
De keuze van Van Aartsen, en sinds vorige week ook van Zalm, om te kiezen voor een rechtse coalitie zou [ECHTER] geen automatisme moeten zijn. Het is uitermate onverstandig om de vernieuwende, deels liberale krachten in de PvdA nu al zo ver van je te vervreemden, en hen in handen te drijven van de SP. Binnen de PvdA zijn nog zoveel oude socialistische krachten actief, van de Diederik Samsoms en Bart Tromps tot aan de Jonge Socialisten, dat dit heel gemakkelijk zou kunnen gebeuren als Wouter Bos zetels verliest in de peilingen. Een links blok van SP tot en met PvdA, is veel meer dan terrorisme een bedreiging voor de vrijheid van het individu…
De onbetrouwbaarheid van Bos, zoals Balkenende en Van Aartsen hem verwijten, mag niet leidend zijn in de discussie over blokvorming en coalities. Het gaat naast de poppetjes toch ook nog wel een beetje over de inhoud / de idealen?! Met het CDA weet je ook niet wat je in huis haalt. Misschien haal je de financiële hervormingen binnen, maar voordat je het weet heb je ministers, of wellicht beter Excellenties, die geloven in intelligent design in plaats van in de evolutieleer. Tot nu toe heb ik hier weinig enthousiaste geluiden over gehoord van burgers, erg inspirerend, erg vertrouwwekkend is het dan ook niet.
Nee, de concentratie op een rechts blok in Nederland, brengt enkel taboes met zich mee. Het politiekbestuurlijk systeem, landbouw, religieus onderwijs en het maatschappelijk middenveld; het gaat allemaal weer vele jaren beschermd worden terwijl het of niet meer bestaat of er geen behoefte meer aan is. De burger vraagt vernieuwd vertrouwen. Daarvoor is leiderschap nodig dat afrekent met het cynisme, met de negatieve deken, die over Nederland hangt. Leiderschap dat bewijst dat niet alles
kommer en kwel is in Nederland. Sommige dingen zijn eigenlijk best OK in Nederland. De meeste mensen hebben een relaxed huis, een leuke baan en veel vrije dagen. De strijd moet gevoerd met optimisme, heldere argumentatie, maar bovenal ook met “gekozen leiderschap” van deze tijd…..