Landschapsvisie Noordelijk Zandgebied & Kustzone Een strategisch beeldkwaliteitsplan met het oog op de Noordboog
t p
e c n
o c d
n i e
‘Bouwstenen voor het buitengebied van Zijpe, Den Helder en Anna Paulowna’
Landschapsvisie Noordelijk Zandgebied & Kustzone Een strategisch beeldkwaliteitsplan met het oog op de Noordboog
‘Bouwstenen voor het buitengebied van Zijpe, Den Helder en Anna Paulowna’
Colofon Opdrachtgever: Gemeente Zijpe Financier: Provincie Noord-Holland en gemeente Zijpe De begeleidingsgroep bestaat uit: Els Zwartendijk, gemeente Zijpe Harry Buur, gemeente Anna Paulowna Krista Kok, gemeente Den Helder Anneke Don, provincie Noord-Holland Ton van Laar, provincie Noord-Holland Menno Boermans, het Gewest Kop van Noord-Holland Elbert Schrama, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hans Ghijsels, LTO-Noord Barbara van Beijma, Landschap Noord-Holland Imke de Jong, IVN Wouter de Waal, Recron Vera van Vuuren, Bureau Kop en Munt Uitgevoerd door:
KEES HUND T & L ARCHITECT Singel 42 1015 AB Amsterdam T+F: 020-4204208 E:
[email protected] Kees Hund Rob Schilder Hein Visser maart 2007 (foto voorzijde: Polder Callantsoog vanuit de duinen van het Zwanenwater)
Voorwoord Voor u ligt een strategisch beeldkwaliteitsplan, een product van en voor Den Helder, Anna Paulowna, Zijpe en de provincie Noord-Holland. Het geeft een visie op hoofdlijnen over natuur en landschap van het Noordelijk Zandgebied en Kustzone. De visie is in nauwe samenwerking met een begeleidingsgroep tot stand gekomen. Het plan vloeit logisch voort uit de Nota Ruimte van het Rijk en het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord van de provincie Noord-Holland en vraagt aandacht voor de kwaliteit en identiteit van natuur en landschap in het gebied. Daarvoor geeft het plan de nodige bouwstenen die uiteenvallen in twee typen: • Bouwstenen die onderdeel van de visie zijn: de gemeenten kunnen zich al vinden in de aandachtspunten; vaak zijn ze al - verspreid - terug te vinden in bestaand beleid; • Extra aanbevelingen van het uitvoerend bureau Kees Hund, als inspiratie- en discussiebron voor toekomstige ontwikkelingen. Deze aanbevelingen wijken soms af van het vigerende beleid of de visie van de betreffende overheden. Ze zijn opgenomen en toegelicht met het idee om bij nieuw beleid of verandering van bestaand beleid of inzicht aanknopingspunten te hebben voor nieuwe oplossingsrichtingen. De provincie Noord-Holland ziet de nota als toetsingskader uit landschappelijk oogpunt voor de financiering en facilitering van projecten in de regio, in het bijzonder de Noordboog en de Duinzoom. Voor onze gemeenten heeft de nota een bredere functie. Met deze bouwstenen in de hand kunnen wij onze natuur en landschapsbeleid verder invullen, doordat nu helderder de afweging met andere belangen gemaakt kan worden. Ook zijn de bouwstenen nuttig om als onderlegger te gebruiken bij het uitwerken van andere plannen, of het nu gaat om het verbeteren van de infrastructuur of de inpassing van een bedrijventerrein. Elke gemeente zal dit op eigen wijze invullen.
B. Blonk Wethouder gemeente Zijpe
F. van der Laan Wethouder gemeente Anna Paulowna
J. Boskeljon Wethouder gemeente Den Helder
Inhoudsopgave
6
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
I 2.
Inventarisatie Beleid en ontwikkelingen
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2.1 2.2 2.3 2.4
Aanleiding Doel van de landschapsvisie Provinciale richtlijn Organisatie Leeswijzer
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Overig beleid
9 9 10 10 10 10
15 15 15 19 23
3.
Historische ontwikkeling
27 27 27 29 29
4.
Het huidige landschap Bodem Hoogteligging Landschap Polariteit in het studiegebied Cultuurhistorie Recreatie en toerisme Natuur Agrarisch grondgebruik Eigendom Windenergie
31 31 31 31 33 33 35 35 37 37 38
Samenvatting inventarisatie
39
3.1 3.2 3.3 3.4
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
5.
Geologie en geomorfologie Occupatie Bebouwing Infrastructuur
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
II 6.
Visievorming Visie plangebied
7.
Deelgebieden
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
Algemeen Landschap van de Kop van Noord-Holland Geomorfologie Landbouw Wonen en werken Infrastructuur Water en waterhuishouding Natuur en ecologie Recreatie Windturbines
Kustzone Den Helder Polder Het Koegras Polder Callantsoog De Zijpe- en Hazepolder Anna Paulowna - westpolder Anna Paulowna - oostpolder Wieringerwaard
III Verantwoording Literatuurlijst Toelichting bij de foto’s Bijlagen 1: 2: 3: 4: 5: 6:
Beleidskader landschap en cultuurhistorie Overzicht projekten wonen en werken Overzicht waterprojekten Overzicht projekten recreatie Overzicht projekten natuur en landschap Gebiedsplan de Kop en Westfriesland
43 43 43 43 43 45 45 47 47 47 49 51 53 57 61 65 69 73 77 81
85 87 89 90 91 92 93 94
7
Hoofdstuk 1: Inleiding
Den Helder
Anna Paulowna
Zijpe
topografie
topografie
topografie
globale begrenzing Noordboog
gemeentegrens
plangrens
figuur 1.1: Overzicht Noordboog 8
figuur 1.2: Gemeenten
figuur 1.3: Begrenzing landschapsvisie Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 1: Inleiding
De Noordboog is de benaming voor een multifunctionele verbinding tussen het Wieringerrandmeer en het Zwanenwater. Het is een van de 5 prioritaire projecten uit het Uitvoeringsprogramma bij het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord. Het agrarische gebied tussen het Zwanenwater onder Callantsoog, het Amstelmeer en het toekomstige Wieringerrandmeer is aan verandering onderhevig. Bedrijven worden grootschaliger en zullen zich gaan richten op andere producten. Naast deze veranderingen is het belangrijk om in het gebied de natuur te versterken, recreatieve routes en voorzieningen te maken en de waterhuishouding te verbeteren. De Noordboog moet op een integrale manier in deze behoeften voorzien.
• Ten eerste heeft Landschap Noord-Holland (LNH) de opdracht gekregen om onderzoek te laten doen naar de ecologische doelen voor een robuuste Noordboog en de combinatiemogelijkheden met andere functies, leidend tot een ruimtelijk raamwerk. • Ten tweede heeft STIVAS als eerste de agrarische structuur in Zijpe en de wensen tot verbetering onderzocht. Hierbij is ook gevraagd naar eventuele bereidheid tot medewerking aan het realiseren van de Noordboog. Daarna is ook voor de gemeente Anna Paulowna een dergelijk onderzoek uitgevoerd. • Ten derde heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) opdracht gegeven om de waterbergingsopgave voor Anna Paulowna opnieuw te berekenen en die voor Zijpe Noord te concretiseren, om de mogelijkheden voor medefinanciering door HHNK inzichtelijker te maken.
De Noordboog bestaat uit twee delen, een westelijk en oostelijk deel. Het oostelijk deel maakt integraal onderdeel uit van het Wieringerrandmeerprojekt (zie fig 1.1). Voor het westelijk deel, tussen het Zwanenwater en het Amstelmeer, bleek voor de oorspronkelijke ambitieuze variant geen draagvlak aanwezig, vanwege de gering geachte inpasbaarheid in de bestaande agrarische structuur. Provincie NoordHolland, het Hoogheemraadschap, LTO-Noord en Natuur Beheerders Overleg hebben voor dit deel van de Noordboog daarom een nadere verkenning uitgevoerd om te bepalen wat er wel haalbaar is. Ten behoeve van de ‘Nadere verkenning Noordboog-west’ zijn drie deelonderzoeken gedaan:
De belangrijkste conclusies van deze onderzoeken zijn: Het natuuronderzoek geeft aan dat voor een robuuste verbinding van gras- en moerassystemen 864 ha. extra natuur nodig is en voor een robuuste verbinding van alleen grassystemen 319 ha. De bereidheid onder agrarische ondernemers tot actieve medewerking aan de Noordboog blijkt gering. Op individueel niveau zijn er met maatwerk wel mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer, kavelruil of verkoop t.b.v. de Noordboogwest, vooral daar waar toch herstructurering nodig is. De waterbergingsopgave in het gebied en de mogelijkheid voor medefinanciering door HHNK
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding: De Noordboog
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
is aanzienlijk geringer dan in eerste instantie was aangenomen. Op grond van deze conclusies stelt de Nadere Verkenning dat een volwaardige robuuste ecologische verbinding voorlopig niet realistisch is, maar dat er wel goede mogelijkheden zijn voor herstel en ontwikkeling van de bestaande waarden en potenties via afzonderlijke deelprojecten, waarbij de omvang en de locatie van nieuwe natuur niet op voorhand wordt bepaald. Met deze Landschapsvariant wordt het mogelijk geacht tenminste150 ha extra natuur, in combinatie met waterberging, recreatie en agrarische herstructurering te realiseren. De provincie heeft naar aanleiding van de Nadere Verkenning besloten € 3.8 mln voor Noordboog West te reserveren, maar nog wel in overleg met de regio randvoorwaarden, waaronder een beeldkwaliteitsplan, op te stellen waaraan deelprojecten ter realisatie van Noordboog West moeten voldoen. Het overleg met de regio heeft ertoe geleid dat nu een strategisch beeldkwaliteitsplan wordt opgesteld voor het buitengebied van de gemeenten Zijpe, Anna Paulowna en Den Helder (zie fig. 1.2 en 1.3). 1.2
Doel van de landschapsvisie
De meeste beeldkwaliteitsplannen worden gemaakt voor een gebied waarvoor een concreet initiatief is genomen, bijvoorbeeld de planontwikkeling voor een nieuw bedrijventerrein. Deze landschapsvisie is anders van opzet. Het is een plan op strategisch niveau voor het totale buitengebied van de gemeenten Den Helder, Anna Pau-
9
Hoofdstuk 1: Inleiding lowna en Zijpe Doel is de identiteit van het landschap en de belangrijke cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten vast te leggen. Deze identiteit en de kwaliteiten van het landschap vormen vervolgens de basis voor huidige en toekomstige ontwikkelingen in het gebied zoals voor de landbouw, de ecologie, de recreatie en waterhuishouding. Door de provincie Noord-Holland zal deze rapportage gebruikt gaan worden om te bepalen of toekomstige ontwikkelingen kunnen bijdragen aan het tot stand brengen van de Noordboog-west en of in dat kader subsidie verstrekt kan worden. Voor de betrokken gemeenten moet deze visie gaan functioneren als een onderlegger en informatie- en inspiratiebron voor toekomstige (beeldkwaliteits)plannen van de gemeenten zelf en voor afweging van projekten en plannen van derden wat betreft natuur en landschap tegen andere belangen. 1.3
Provinciale richtlijn
Als leidraad voor deze landschapsvisie is de uitgave ’Inspiratie voor kwaliteit, Beeldkwaliteitsplan ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord’ (provincie Noord-Holland, januari 2005) gehanteerd. Deze leidraad staat in het teken van 3 begrippen: vrijheid, samenwerking en kwaliteit. De gemeenten bepalen zelf de toekomstige woninglocaties, de aantallen woningen en de kleinere bedrijventerreinen (binnen de zoekgebieden van het Streekplan). De gemeenten maken ook zelf een Regionale Woonvisie en stellen zelf een Beeldkwaliteitsplan op (goed te keuren door de Provincie). De door de Provincie noodzakelijk geachte elementen voor het Beeldkwaliteitsplan zijn:
10
• De ontwikkelingsgeschiedenis • Aansluiting bij de ordeningsprincipes van het landschap • Aansluiting bij de bebouwingskarakteristiek • Inpassing in de wijdere omgeving • De bestaande kwaliteiten van het gebied en maatregelen om negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen. De beoordeling door de provincie vindt plaats op grond van bovenstaande elementen en aan de hand van het Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie Noord-Holland. 1.4
Organisatie
Bureau Kees Hund Landschapsarchitect heeft ditplan opgesteld. De gemeente Zijpe is opdrachtgever en de provincie Noord-Holland financiert de opdracht. Als begeleidingscommissie fungeert het Regionaal Overleg Noordboog-West waarin zijn vertegenwoordigd: vertegenwoordigers van de gemeente Zijpe, de gemeente Anna Paulowna, de gemeente Den Helder, de provincie NoordHolland, het Gewest Kop van Noord-Holland, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, LTO-Noord, Landschap Noord-Holland (namens deel van het NBO), IVN, Recron, bureau Kop en Munt en het uitvoerende bureau Kees Hund. Een uitgebreid informatietraject waarbinnen overleg kan plaatsvinden met alle belangengroepen en met ondernemers en bewoners binnen de betrokken gemeenten was binnen de projektopdracht niet haalbaar. Wel zijn lopende projekten en de bestaande wensen, voor zover bij bureau Kees Hund bekend, zoveel mogelijk meegeno-
men. Zonodig is hierover ook overleg geweest met betrokkenen. Politieke besluitvorming en inspraak De intentie is dat de drie gemeenten de landschapsvisie vaststellen in de gemeenteraad. Ten behoeve hiervan van zal het concept in de drie gemeenten ter visie worden gelegd, zodat hier nog inspraak mogelijk is. Zo nodig worden daarvoor ook openbare avonden georganiseerd. 1.5
Leeswijzer
Deze landschapsvisie is in 3 delen opgesplitst; de inventarisatie, de visie en tot slot de verantwoording. Inventarisatie De inventarisatie start met een beknopte beschrijving van het vigerende beleid en de huidige ontwikkelingen binnen het plangebied. Na het beleidskader wordt er ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van het gebied en wordt het huidige landschap beschreven. Visievorming Vanuit het beleid, de historische basis, het bestaande landschap en aanvullende literatuur is een visie gevormd. De visie start steeds met een korte analyse waarbij de kansen, de bedreigingen en de sterke en zwakkere punten met betrekking tot het landschap van het plangebied zijn beschreven. Dit wordt in de subkopjes visie puntsgewijs gevolgd door concrete voorstellen, gewenste ontwikkelingsrichtingen en uitgangspunten die het landschap, in al zijn verschijningsvormen, versterken. In de eerste plaats is dit voor het gehele plangebied gedaan, voorts is er
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 1: Inleiding ingezoomd naar de verschillende deelgebieden. Deze visieonderdelen komen al terug in vigerend beleid of er is concensus over binnen de gemeenten en de begeleidingsgroep. Daarnaast geeft Kees Hund extra aanbevelingen, die als discussievoer en inspiratiebron kunnen fungeren voor toekomstige ontwikkelingen. Soms is hier sprake van tegenstrijdigheid met het huidige beleid of bestaande plannen van gemeenten of andere betrokkenen instanties. De visie dient uiteindelijk als toetsingskader en inspiratiebron voor nieuwe en toekomstige ontwikkelingen die betrekking hebben op het landschap van het plangebied. Verantwoording Geeft een overzicht van de gebruikte literatuur, de geraadpleegde websites en de foto’s die de tekst illustreren. Daarnaast zjn enkele bijlagen toegevoegd die als achtergrondinformatie kunnen worden geraadpleegd.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
11
foto: Zijperzeedijk ten noorden van ‘t Zand
I
Inventarisatie 2. Beleid en ontwikkelingen Een beknopte beschrijving van het relevante beleid en de huidige plannen en projekten die er in en rondom het plangbied spelen en welke een raakvlak hebben met deze landschapsvisie.
3:
Historische ontwikkeling
Geeft een beschrijving van de landschappelijke ontwikkeling van de Kop van Noord-Holland.
4.
Het huidige landschap
Overzicht van het huidige landschapsbeeld. Naast algemene zaken zoals de bodemopbouw, de hoogteligging en de landschappelijke beeldvorming wordt ook ingegaan op de cultuurhistorie, de natuur, de recreatie, het bodemgebruik en de eigendomssituatie.
5.
Samenvatting inventarisatie
Beknopte beschrijving en de belangrijkste conclusies uit hoofstuk 2,3 en 4.
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen
vogelrichtlijn (blauw)
(ecologische) verbindingszone
zoekgebieden (geel)
habitatlrichtlijn (geel)
natuur- / kerngebied
uitsluitingsgebieden (groen)
habitat- en vogelrichtlijn (groen)
ontwikkeling bollenteelt
stedelijk gebied (oranje)
figuur 2.1: Gebieden Natura 2000 14
figuur 2.2: Visie Ontwikkelingsbeeld NHN
figuur 2.3: Zoekgebieden Ontwikkelingsbeeld Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen
2.
Beleid en ontwikkelingen
In dit hoofdstuk geven we een beknopte beschrijving van het relevante beleid en de huidige plannen en projekten die er in en rondom het plangebied spelen en welke een raakvlak hebben met deze landschapsvisie. 2.2
Rijksbeleid
De verdere ontwikkeling van de bloembollenteelt en de versterking van het kustfundament gelden als de belangrijkste beleidsitems voor het plangebied voor wat betreft het rijksbeleid. De Zijpe- en Hazepolder, Polder het Koegras en een groot deel van de Anna Paulownapolder zijn aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied voor de permanente bloembollenteelt. Deze teelt van bloembollen vindt voornamelijk plaats op specifieke zandgebieden in het westen van Nederland. De teelt is intensief, waardoor emissie van onder andere meststoffen plaatsvindt naar het milieu. Door deze milieuproblematiek is verdere verdunning op gebiedsniveau gewenst. Dit vraagt extra ruimte. De duinenrij tussen Den Helder en Callantsoog en het dijklichaam van de Hondsbosschse Zeewering zijn in het rijksbeleid aangewezen als zwakke schakels in het kustfundament. Het Rijk heeft de provincie Noord-Holland opdracht gegeven om een studie te doen naar de mogelijkheden om zwakke schakels te versterken waarbij naast veiligheid ook rekening wordt gehouden met natuur en recreatie. Met betrekking tot de infrastructuur speelt vooral
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
de opwaardering van de N9 een rol. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft een Ontwerp Tracébesluit (OTB) opgesteld voor het gedeelte tussen Koedijk en de Stolpen. In dit OTB wordt de N9 ter hoogte van Schoorldam en De Stolpen omgelegd. De omleggingen, uitgewerkt met rotondes, worden uitgevoerd met ongelijkvloerse kruisingen met bijbehorende aansluitingen en zijn geschikt voor een snelheid van 80 km/u. Door deze ingreep zal het landschap in de driehoek De Stolpen, de Belkmerweg en Stolperweg aanzienlijk wijzigen. Er bestaan plannen in deze driehoek tussen het nieuwe tracé en de Belkmerweg (langs de Belkmerweg) enkele (bedrijfs)verplaatsingen te realiseren en mogelijk een ijsbaan aan te leggen.
De Noordboog zelf maakt geen deel uit van de ecologische hoofdstructuur.
Het rijksbeleid met betrekking tot natuur is vastgelegd in de nota ‘Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Hoofddoel van de nota is het behoud, herstel, ontwikkeling en duurzaam gebruik van natuur en landschap, als essentiële bijdrage aan een leefbare en duurzame samenleving. In de nota is tevens de ecologische hoofdstructuur (EHS) vastgelegd. Dit netwerk van gebieden waar de natuur (plant en dier) voorrang heeft, helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat de natuurgebieden hun waarde verliezen. De EHS bestaat uit: • Natuurgebieden, reservaten, natuurontwikkelingsgebieden en robuuste verbindingen (o.a. Duinen, Amstelmeer, het Wildrijk, struweel langs de Ruigeweg, eendenkooien). • Landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheersgebieden). • Grote wateren (zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee).
2.3
De Vogelrichtlijn heeft tot doel de bescherming van alle vogels die op het grondgebied van de EU in het wild leven. De Habitatrichtlijn heeft als doel de biologische diversiteit in de Europese Unie in stand te houden. De Noordzee, de Waddenzee en de duingebieden van het Zwanenwater, Petten, Callantsoog en Den Helder vallen onder Vogel- en/of Habitatrichtlijn. In navolging van de Vogel- en Habitatrichtlijn wordt een ecologisch netwerk van speciale beschermingszones”Natura 2000” opgericht. De duinzone van het plangebied valt voor een groot deel onder dit netwerk (zie fig 2.1). Provinciaal beleid
Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Het ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord (vastgesteld in 2004) geeft antwoord op de vraag hoe Noord-Holland zich in de toekomst ruimtelijk dient te ontwikkelen (zie ook fig 2.2). Doel is ervoor te zorgen dat Noord-Holland Noord, met behoud van kwaliteit, een eigen identiteit verder kan ontwikkelen. Het ontwikkelingsbeeld vormt min of meer de onderlegger van dit rapport. Hierna worden kort enkele items van het provinciaal beleid beschreven die van belang zijn voor deze landschapsvisie. Uitsluiting- en zoekgebieden Het streekplan Noord-Holland Noord gaat uit van uitsluitings- en zoekgebieden (zie fig 2.3). Uitsluitingsgebieden zijn waardevolle gebieden waar de provincie niet wil dat er verder wordt verstedelijkt, maar niet-stedelijke functies zijn eventueel
15
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen
kerngebied / ontwikkelingsgebied
bloemrijk gras / droog grasland / heide
robuuste verbinding Noordboog
nat schraalland / rietland
overige verbindingszones
duinen / bos
figuur 2.4: PEHS 16
figuur 2.5: Natuurdoeltypenkaart Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen wel toegestaan. Nieuwe locaties voor stads- of dorpsuitbreidingen en uitbreiding van lokale bedrijfsterreinen of voorzieningen zoals dag- of verblijfsrecreatieterreinen vallen in de categorie zoekgebieden. Met dit instrumentarium heeft de provincie aan de gemeenten onder voorwaarden meer beleidsvrijheid willen geven bij het zoeken naar nieuwe locaties voor stads- of dorpsuitbreidingen. Woonlandschappen Woonlandschappen zijn woongebieden in lage dichtheid waar de ontwikkeling van groene functies voorafgaat aan of gelijk opgaat met het toelaten van de woonfunctie. De provincie ziet kansen voor extensief wonen in een landschappelijke omgeving, als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Uitgangspunt is het zogenaamde rood voor groen concept, wat inhoudt dat rode functies (wonen, werken) meebetalen aan de ontwikkeling van natuur, waterberging, recreatie en landschap. Vrijkomende agrarische bebouwing Ten gevolge van bedrijfsbeëindiging komt agrarische bebouwing vrij. De provincie Noord-Holland heeft een aantal regels opgesteld wanneer functieverandering is toegestaan van zowel agrarische als niet-agrarische functies naar verbrede landbouw en/of naar kleinschalige vormen van wonen, werken en recreatie: • Bij herinrichting of sanering van vrijkomende bebouwing • Bij opheffing van ruimtelijk ongewenste situaties • Bij ontwikkeling van woonmilieus in de sfeer van landgoederen met ontwikkeling en financiering van blauwe en groene functies.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
De functieverandering is uitsluitend mogelijk als er geen sprake is van toename van het bebouwde oppervlak op het bouwperceel en de nieuwe functie de bedrijfsvoering van andere agrarische bedrijven niet beperkt. Verder mogen recreatiewoningen niet worden omgezet in permanent bewoonde woningen en moet het bestemmingsplan of de projectprocedure vergezeld gaan van een Beeldkwaliteitsplan. Natuur en ecologie De Provinciale Ecologische Hoofdstructuur is een verdere uitwerking van de EHS (zie fig. 2.4). Naast de Noordboog zijn in de PEHS ook verbindingszones tussen het Zwanenwater en de Westfriese Omringdijk en een verbinding langs de Slikkerdijk (Hoge Oude Veer - Westfriese Omringdijk ten oosten van Schagen opgenomen. De natuurgebieden binnen de PEHS zijn verder gecategoriseerd op de natuurdoeltypenkaart. Deze kaart dient als basis voor het huidige en toekomstige natuurbeleid (zie fig. 2.5). Landschap en Cultuurhistorie Het beleidskader Landschap en Cultuurhistorie geeft in tekst en op kaart aan waarmee op het gebied van landschap en cultuurhistorie rekening dient te worden gehouden bij de ontwikkeling van nieuwe plannen en nieuw beleid. Globaal worden er vier beleidsitems onderscheiden: • Uitbreiding landschappelijke en cultuurhistorische variatie. • Leesbaarheid van het landschap (de waterstaatkundige, de ontginnings-, de industrialisatie- en militair-strategische geschiedenis). • Historische en ruimtelijke samenhang. • Historische relaties tussen stad en land
Het beleidskader stelt dat er bij vormgeving van nieuwe wegen, waterlopen en dijken zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van bestaande structuurlijnen en landschappelijke en cultuurhistorische elementen. Grootschalige ontwikkelingen (zoals verblijfsrecreatie in de binnenduinrand) dienen te worden ingepast door middel van landschapsbouw (een uitgebreide beschrijving van het beleidskader Landschap en Cultuurhistorie is te vinden in bijlage 1). Landbouw Het agrarisch beleid van de provincie Noord-Holland is beschreven in de Landbouwagenda 20042007 welke via een programma tot uitvoering gebracht. Het beleid is gericht op de versterking van de Noord-Hollandse positie als producent en distributeur van bollen en bloemen, het versterken van agribusiness en het stimuleren van duurzame productiemethoden (waaronder biologische landbouw). Bij de uitvoering van het provinciale landbouwbeleid wordt samengewerkt met partijen zoals branche- en landbouworganisaties (o.a. STIVAS), gemeenten, intermediairs en innovatieorganisaties. Recreatie en Toerisme Op het gebied van recreatie en toerisme zet de provincie zich in voor een betere bereikbaarheid en voorzieningenniveau van de kust en stimuleert zij het agrotoerisme op het platteland. Daarnaast is het beleid gericht op het toegankelijker maken van diverse cultuurhistorische elementen en het vergroten van de bekendheid ervan. Ook speelt het verbeteren van het recreatieve netwerk van wandel- en fietspaden een belangrijke rol. Het
17
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen
%FO)FMEFS Den Helder
N250-02 N250-01
+VMJBOBEPSQ N502-01 N249-02
N248-01
N502-02
N248-03
K02-01
N248-08 N248-08
K02-01 N24
Schagen
N241-01
4DIBHFO K06-01
K06-02 N245-05
N241-01
N504-05
N242-03
topografie
voorkeursgebieden (wit)
projekt in voorbereiding
afwegingsgebied (geel)
# figuur 2.6: projekten infrastructuur Provincie 18
uitsluitingsgebied (rood)
figuur 2.7: Windkansenkaart Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen uitbreiden van dit netwerk en het verbeteren van de bewegwijzering (fietsknooppunten) is een van de speerpunten van het provinciaal beleid. Kustverdediging Het project Kustvisie 2050 is een initiatief van de Provincie Noord-Holland. Doel van het project is een duurzame en veilige ontwikkeling van de kustzone waarbij veiligheidsaspecten gecombineerd worden met milieu, bereikbaarheid, economie, toerisme en recreatie. Een belangrijk onderdeel van Kustvisie is de versterking van de twee Noord-Hollandse zwakke schakels: de Hondsbossche en Pettemer Zeewering en de smalle duinen tussen Petten en Den Helder. Voor de Hondsbossche en Pettemer Zeewering is begin 2007 nog geen definitieve oplossing gekozen. Het dijkversterkingsplan dat in 2008 klaar moet zijn zal diverse combinaties van zand voor de dijk, golfoploopremmende maatregelen aan het buitentalud, dijkverhoging en versterking binnentalud onderzoeken. Voor het kustvak Petten - Den Helder is wel een oplossingsrichting gekozen: de duinen zullen aan de zeezijde met grootschalige zandsuppleties worden versterkt. Het zand levert niet alleen duurzame veiligheid, maar bevordert ook de ontwikkeling van natuur en recreatie. Concrete invulling hiervan vindt plaats in 2007-2008. Uitvoering van beide kustversterkingsplannen start in 2009. Infrastructuur De provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor het Noordhollandsch Kanaal en diverse wegen in het plangebied (zie fig 2.6). Enkele lopende projekten zijn: • Vervangen ophaalbrug over het kanaal Stolpen-Schagen
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
• Aanpassen kruising N248-N249 (tegenover De Stolpen) i.v.m verkeersafwikkeling. • Aanleg parallelweg langs de N249 nabij Anna Paulowna • Omlegging N502 bij Groote Keeten • Oplossing probleem bermparkeren N502 bij camping de Lepelaar bij het Zwanenwater • Verbeteren doorstroming N250 in Den Helder • Projekt ‘Bereikbaarheid kust’ Windenergie De provincie Noord-Holland heeft in hoofdlijnen vastgelegd waar windturbines kunnen worden gerealiseerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen voorkeursgebieden, afwegingsgebieden en uitsluitingsgebieden (zie fig. 2.7). Tot de voorkeursgebieden (wit) behoren stroken langs grote kanalen, waterkeringen, spoor- en autowegen, industrieterreinen, haventerreinen en bedrijventerreinen. Bij de afwegingsgebieden (geel) speelt de omgeving een belangrijke rol vanwege haar cultuurhistorische, ecologische of recreatieve waarden. Het wel of niet plaatsen van windturbines moet hier zorgvuldig worden afgewogen in verband met deze landschappelijke belangen. In uitsluitingsgebieden (rood) worden in beginsel geen windturbines geplaatst vanwege de aantasting van het waardevolle landschap. 2.4
Gemeentelijk beleid
Op de volgende pagina’s gaan we achtereenvolgens in op relevant beleid van de drie betrokken gemeentes Anna Paulowna, Den Helder en Zijpe. Gemeente Anna Paulowna
geschetst van het gewenste ruimtelijke beleid van de gemeente. Algemeen gelden twee leidende principes: • Rust en ruimte binnen een aantrekkelijk en verscheiden landschap; • Leefbaarheid Wonen en werken Het dorp Anna Paulowna wordt gezien als de hoofdkern, waar het station, het winkelcentrum, en het bestuurscentrum is gevestigd. Voor kleinere kernen zoals Breezand en Wieringerwaard geldt het benutten van kleinschalige invulplekken voor woningbouw, behoud van sociale voorzieningen, benuttenvan toeristisch-recreatieve mogelijkheden met als aanknopingspunt het blauwe netwerk en de cultuurhistorie. Verder is het van belang het unieke kleinschalige karakter van de woonplaatsen en bedrijvigheid te behouden. Met betrekking tot de bedrijvigheid wordt vooral ingezet op de agrarische sector, de zogenaamde agribusiness. Deze dient zich in Anna Paulowna te ontwikkelen. Ook moet er ruimte worden geboden aan lokale bedrijven in de zakelijke dienstverlening. De aanwezigheid van een treinstation biedt hiervoor goede mogelijkheden. In 2006 is, apart van de ontwikkeling van de regionale visie bedrijfsterreinen, een behoefteonderzoek naar bedrijventerreinen in de gemeente Anna Paulowna uitgevoerd. Daarbij wordt voorgesteld om af te zien van de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen bij de kernen Wieringerwaard en Breezand.
In de toekomstvisie 2015 wordt een beeld
19
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen Landbouw De westpolder wordt gezien als gebied waar de permanente bollenteelt zich verder mag ontwikkelen. In de oostpolder moet worden onderzocht wat de toekomstverwachtingen zijn voor de huidige agrarische bedrijfsvoering. Indien het huidige agrarische gebruik (pootaardappelen) goede vooruitzichten heeft is het in dat geval beter deze teelt te behouden en geen (permanente) bollenteelt te ontwikkelen. Vanwege de wens tot behoud van de landschappelijke verscheidenheid, bodem, water en geografische ligging is voor de Wieringerwaardpolder en Waardpolder, uitsluitend bollenteelt in extensieve vorm uitgangspunt. Permanente bollenteelt blijft hier uitgesloten. Naast de teelt van bloembollen wordt ook ingezet op nevenfuncties zoals plaats bieden aan verwante bedrijvigheid (onderzoek en dienstverlening bollen en de verdere logistieke en administratieve afhandeling). Verder worden genoemd het opwaarderen van het bloembollenmuseum in Breezand en het ontwikkelen van mogelijkheden voor een permanente showtuin / bezoekerscentrum in Hollands Bloementuin. Recreatie Met betrekking tot de recreatie is vooral het verbeteren van (fiets-)verbindingen met de kuststrook belangrijk. Verder vindt men het aanbieden van slechtweervoorzieningen, (een restaurant, een sport- en fitnesscentrum of andere kleinschalige voorzieningen) en van routegebonden recreatiemogelijkheden voor recreanten in de kuststrook van belang. Daarnaast zijn het verbe-
20
teren van het waternetwerk en een kwaliteitsverbetering en uitbreiding van bestaande jachthavens en andere aanleggelegenheden belangrijke impulsen voor de recreatie. Dit geldt ook voor een kwaliteitsverbetering van bestaande campings en het bieden van mogelijkheden voor uitbreiding van de verblijfsrecreatie (nieuwe vestigingen). Het bollengebied moet binnen het kustgebied worden gepromoot en bijvoorbeeld worden gekoppeld aan (recreatieve) routes vanuit de kustzone. In Wieringerwaard zijn er plannen voor de ontwikkeling van het gebied Wieringerwaard-Noord en het gebied tussen de kern Wieringerwaard en het buurtschap Nieuwesluis. Naast de in uitvoering zijnde woningbouw in de kern Wieringerwaard gaat het daarbij om de bouw van landhuizen, recreatiewoningen, de aanleg van een golfbaan en de aanleg van een jachthaven nabij de Pishoek. Landschap, natuur en cultuurhistorie Voor het landschap geldt dat de identiteit van de omgeving de basis dient te vormen voor nieuwe ontwikkelingen. Bij nieuwe stedelijke uitbreiding moet daarvoor een landschaps- en beeldkwaliteitsplan worden opgesteld. Inmiddels is er voor het buitengebied van de gemeente een conceptbeeldkwaliteitsplan gemaakt, als onderdeel van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De omgeving van het station, het centrum van Anna Paulowna, (nieuwe) bollenschuren en de cultuurhistorische bebouwing (karakteristieke boerderijen, Gelderse huisjes, gemalen) vormen in het ruimtelijke beleid belangrijke elementen en verdienen speciale aandacht. Op de landtong tussen het Lage Oude Veer en de
open agrarisch landschap nieuw (ecologisch) landschap agrarische erven
figuur 2.8: Structuurvisie Julianadorp Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen Van Ewijcksvaart wordt het Landgoed Hoenderdaell ontwikkeld, waar ook ruimte wordt geboden voor natuurontwikkeling. Voor de natuur geldt dat de bestaande waarden dienen te worden behouden, indien mogelijk te worden versterkt en beter toegankelijk worden gemaakt. Uitbreiding van windenergie wordt alleen toegestaan in de vorm van opschaling en uitbreiding van bestaande groepsopstellingen. Dat wordt eventueel gedaan in samenhang met sanering van individuele turbines. Gemeente Den Helder Den Helder wil zich profileren als hoofdstad van de Noordzee. Vele projekten zijn gericht op het verder ontwikkelen van de havenactiviteiten en het handhaven dan wel versterken van de status als ‘verdedigingsbolwerk’. Wonen en werken In het kader van een Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP) en de Nota Wonen is Den Helder bezig aan een vernieuwing van een tweetal stadswijken om de kwaliteit en de leefbaarheid van deze gebieden te verbeteren. In het stadshart en de wijk nieuw Den Helder centrum worden nieuwe woningen gebouwd, bestaande woningen en winkelcentra gerenoveerd en is er aandacht besteed aan het uitbreiden van het groen en het verbeteren van de waterhuishouding. Voor Julianadorp is een stuctuurvisie opgesteld (zie fig. 2.8). In de visie is aangegeven dat het dorp zich in de toekomst zowel aan de westzijde als aan de oostzijde dient uit te breiden. Momenteel is de woonwijk Zuiderhaaks, aan de
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
oostrand van het dorp, al in ontwikkeling. In de toekomst zal de open ruimte tussen de kust en het dorp verder worden ontwikkeld (zowel voor wonen als recreatie) en wordt het westelijk deel van Noorderhaven, momenteel een psychiatrisch centrum, omgevormd tot groen woongebied met ca. 300 woningen. De marine, de diverse havenactiviteiten en de bedrijvigheid rondom De Kooy vormen belangrijke peilers met betrekking tot de werkgelegenheid. Momenteel wordt de bedrijvigheid rondom De Kooy (het Kooypunt) verder uitgebreid. Ook is er de wens om een havengebonden bedrijventerrein langs het Noordhollandsch Kanaal te realiseren (op grond van de gemeente Anna Paulowna). Om de entreeweg naar Den Helder (de N250) te ontlasten is het plan ontstaan om de veerpont Den Helder-Texel te verplaatsen. Ter voorbereiding op de mogelijke verplaatsing wordt er door een projektgroep een verkennende studie gemaakt. Water De gemeente Den Helder is bijna volledig omsloten door de Noordzee, de Waddenzee en het Noordhollandsch Kanaal. Vanwege het belang van water is er samen met het Hoogheemraadschap een waterplan gemaakt. Belangrijkste principe van dit plan is het scheiden van de waterstromen, hierbij wordt agrarisch en stedelijk water gescheiden van het water afkomstig uit de duinen. Daarnaast wordt er getracht om het duinwater langer te vast te houden door het door natuurgebieden te laten stromen. Verder wordt er ingezet op aaneensluiten van de ecologische structuur, onder andere door de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
Landbouw In tegenstelling tot Anna Paulowna en Zijpe kent Den Helder een klein oppervlak aan landbouwgrond. Deze is aanwezig ten oosten van Julianadorp, langs de N9 en tussen Julianadorp en Den Helder. De gronden zijn vooral in gebruik als bollengrond. Mede door de ontwikkelingen zoals beschreven in de structuurvisie en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van Julianadorp aan zowel de west- als de oostzijde zal het areaal aan bollengrond in de gemeente Den Helder afnemen. Recreatie Den Helder is als stad een belangrijke toeristische trekpleister. De nabijheid van het strand, het veer naar Texel, de stelling van Den Helder, en het oude marinecomplex Willemsoord met het bijbehorende Cape Holland vormen daarbij de belangrijkste elementen. Het beleid is vooral gericht op het versterken en verder ontwikkelen van bestaande recreatieve attracties. Momenteel is het herstellen van de stelling van Den Helder met de bijbehorende forten en liniewallen een belangrijk speerpunt. Daarnaast wordt er gewerkt aan het duinzoomprojekt. Naast natuur en landbouw is daarin ook ruimte voor recreatie. Onlangs is er, in het kader van dit projekt, een kano- en fietsroute tussen Julianadorp en Den Helder gerealiseerd. Landschap, natuur en cultuurhistorie De stelling van Den Helder, het Duinzoomprojekt en de ontwikkeling van Julianadorp zijn totaalprojekten waarbij naast recreatie zowel landschap, natuur als cultuurhistorie een belangrijke rol spelen. Een belangrijk beleidsitem vormt het openhouden van de buffer tussen Den Helder en Julianadorp.
21
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen
Speciaal worden enkele kleinschalige natuurprojekten genoemd. Deze worden gevormd door de binnenduingebiedjes ‘De Nollen’ en de ‘Garst’. De Nollen, gelegen in het zuidelijk deel van Den Helder is naast natuurgebied ook in gebruik als kunstatelier van wijlen kunstenaar R. van de Wint. De Garst ligt meer centraal in de open ruimte tussen Den Helder en Julianadorp. Beide reliëfrijke terreinen zijn beschermd en het beleid is gericht op het behoud van de bestaande natuurwaarden, dan wel kunstvoorwerpen. Gemeente Zijpe Zijpe heeft met bijna 12.000 het kleinst aantal inwoners van de drie gemeenten. De gemeente draait vooral op de agrarische sector (bollenteelt) en het kusttoerisme. Wonen en werken In de ontwikkelingsnotitie stedelijke vernieuwing evenals in de toekomstvisie Zijpe worden vooral kansen gezien voor de woningbouw door ’t Zand aan te merken als groeikern. Voor Petten, Callantsoog en de andere kleine kernen wordt geopteerd voor inbreiding, waarbij voor Callantsoog geldt dat dit alleen kan worden gerealiseerd door het verplaatsen van recreatieterreinen of door het toepassen van verhoogde nieuwbouw in het centrum. Toekomstige in- dan wel uitbreiding moet worden getoetst aan een beeldkwaliteitsplan waarin rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische waarden. Voor ‘t Zand, Groote Keeten en Callantsoog zijn inmiddels beeldkwaliteitsplannen opgesteld dan wel in voorbereiding.
22
Het merendeel van de bedrijvigheid is agrarisch gericht en dan vooral op de bloembollensector. In de gemeente Zijpe bevinden zich een aantal kleinere bedrijventerreinen. Voor deze terreinen is de visie lokale bedrijventerreinen opgesteld. Een belangrijke aanbeveling in dit rapport is vooral in te zetten op de uitbreiding van het bedrijventerrein Kolksluis nabij ‘t Zand. Daarnaast moet er onderzoek worden gedaan naar de mogelijke verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein BolleNoord ten westen van ‘t Zand. Deze locatie is gerelateerd aan de bollensector (agri-business). Ook een eventuele uitbreiding van hdeOnderzoekslocatie Petten (ECN) moet verder worden onderzocht. Probleem hierbij vormt de ligging in een uitsluitingsgebied. Daarnaast zet de gemeente in op mogelijkheden voor zakelijke dienstverlening in vrijgekomen agrarische bebouwing. Water De gemeente Zijpe is dooraderd met diverse sloten en kanalen waarvan het Noordhollandsch Kanaal en de Groote Sloot het meest bepalend zijn. Voor polder Callantsoog en het noordelijke gedeelte van de Zijpe- en Hazepolder worden watergebiedsplannen opgesteld door het Hoogheemraadschap. Deze zullen bij het overig beleid worden besproken. Landbouw Zijpe zet in op het handhaven en mogelijk verder ontwikkelen van de (permanente) bollenteelt en volgt daarmee het rijks- en provinciale beleid. Verdere schaalvergroting en het eventueel opstarten van een agri-business centrum zijn hierbij belangrijke pijlers. Langs de oude zeedijken wordt gestreefd naar (extensief) grasland.
geplaatste turbines of vergund (rood) nieuwe turbines (groen) te vervangen turbines (blauw)
figuur 2.9: Windbeleid gemeente Zijpe Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen Recreatie De gemeente Zijpe richt zich voor wat betreft de recreatie en het toerisme vooral op de Noordzee, waarbij de kenmerkende rust, kleinschaligheid en een schone en milieuvriendelijke omgeving centraal staan. Om de toekomstige ontwikkelingen in goede banen te leiden heeft de gemeente de nota Kuststrook, Integrale Ruimtelijke Visie opgesteld met daarin regels voor rood voor groen. De verdere uitbreiding van recreatiemogelijkheden dient plaats te vinden bij de bestaande recreatiegebieden (Sint Maartenzee, Petten, Callantsoog en Groote Keeten). Voorts dient de parkeergelegenheid voor recreanten en toeristen bij deze plaatsen te worden vergroot. Algemeen geldt dat uitbreiding van het toerisme buiten het seizoen zeer gewenst is. De recreatie landinwaarts is gebaat bij een uitbreiding van fiets- en wandelroutes en het aanbod van elkweervoorzieningen. Daarnaast dient de attractiewaarde van bloembollen meer in de toeristische sector te worden betrokken. Landschap, natuur en cultuurhistorie De opvallende kavelstructuur, de lintbebouwing, het Noordhollandsch Kanaal met de vlotbruggen en de omringende dijken vormen belangrijke cultuurhistorische elementen. Het beleid is erop gericht deze kenmerken te behouden en waar mogelijk te versterken. Door de intensivering van de bollenteelt is de natuur in de gemeente versnipperd en bestaat uit enkele groene elementen zoals eendenkooien en voormalige landgoederen. Doorgaande natuurzones worden gevormd door de duinen en de dijken. In de IRV (Integrale Ruimtelijke Visie) is het
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
beleid gericht op het behouden en versterken van bestaande natuurwaarden en wordt gestreefd naar de aanleg van bufferzones en de aanleg van ecologische verbindingen tussen bestaande natuurgebieden. Deze verbindingen dienen te worden gerealiseerd langs bestaande vaarten en kanalen, dijken, de spoorlijn en de Ruigeweg. Ontwikkeling van windenergie is een speerpunt in het milieubeleid van de gemeente Zijpe. Uitbreiding van windturbines wordt vooral nagestreefd langs de oostzijde van het Noordhollandsch Kanaal (zie fig 2.9). Verder geldt dat oudere (minder efficiënte) windturbines dienen te worden opgeschaald. De bestaande turbines ten zuiden van Burgervlotbrug staan op de nominatie te worden vervangen door 3 grote turbines. Tussen Burgervlotbrug en Sint Maartensvlotbrug zijn een aantal grootschalige turbines gepland. Tot slot heeft de gemeenten een archeologienota in voorbereiding. 2.5
Overig beleid
Een aantal beleidsitems vallen buiten het rijks-, provinciaal of gemeentelijk beleid. Deze zijn soms terloops genoemd in de voorgaande tekst maar worden hier ter verduidelijking toegelicht. Stivas-projekten Voor zowel Anna Paulowna als Zijpe is er door het Stivas (Stichting verbetering agrarische structuur Noord-Holland) onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor agrarische structuurverbetering. De conclusies die getrokken zijn uit dit onderzoek leiden tot de volgende aanbevelingen: • Agrarische structuurverbetering d.m.v vrijwillige kavelruil
• Naar bedrijfsniveau brengen van recreatie, toerisme, natuur en landschap • Verbeteren imago door contact met omwonenden, recreanten en toeristen • Projektmatige aanpak structuurverbetering oostpolder • Realiseren van de wateropgave met draagvlak Hollands Bloementuin In de westpolder van Anna Paulowna is een gebied in ontwikkeling voor de moderne, projektmatige bloembollenteelt. Hier wordt het oppervlaktewater op een natuurlijke wijze gezuiverd door helofytenfilters en is ruimte voor onderzoek, dienstverlening en recreatie. Daarnaast is de gemeente Anna Paulowna samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bezig met de ontwikkeling van extra waterberging en de realisatie van een fietspad. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) worden verschillende watergebiedsplannen opgesteld waarbij vooral waterberging (water vasthouden en goed benutten) een belangrijke rol speelt. Dit speelt op dit moment in de Zijpe- en Hazepolder (135 ha. waarvan 32 in het zoegebied van de Noordboog), polder Callantsoog (20,8 ha.) en ten noorden van Anna Paulowna bij het projekt Hollands Bloementuin (4 tot 6 ha.). Het beleid van het waterschap is erop gericht om het waterbergingsvraagstuk te combineren met de functies natuur, landbouw en recreatie. Het HHNK werkt tevens samen met andere partijen aan het projekt ‘Water Bindt’. Dit is een totaalprojekt waarbij waterbeheer- en natuurprojekten met elkaar zijn gekoppeld. De ontwikkeling
23
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen van vooroevers langs het Amstelmeer, de ontwikkeling van diverse ecologische verbindingen rondom het Amstelmeer en het herstel van de oude kreken in de oostpolder van Anna Paulowna zijn daarvan de belangrijkste projekten (in uitvoeringsfase). Stichting Innovatief Zijpe De Stichting Innovatief Zijpe (SIZ) is een lokaal en duurzaam initiatief waarin gestreefd wordt naar een betere beleving van het gebied en waar gezamelijk, door alle landdelers, aan de kwaliteit en de mogelijheid tot beleven gewerkt wordt. Daarnaast dient de bekendheid van Zijpe te worden vergroot door opvallende ideeën te ontwikkelen en uit te voeren in lijn met de visie. Ook wil men de kwaliteit van het huidige recreatieve aanbod verbeteren en vergroten, waarbij ook het voor- en naseizoen worden meegenomen. Duinzoomprojekt Het eerder genoemde duinzoomprojekt is een samenwerkingsverband tussen bureau Kop en Munt, Landschap Noord-Holland en de gemeenten Den Helder en Zijpe. Het plan is om met het verbreden van de duinrand met natuur- en recreatiegronden de toeristische functie te versterken in de zone tussen Callantsoog en Den Helder (zie fig. 2.10). Met de aankoop van 46 ha. grond (Mariëndal) door het Landschap Noord-Holland is het noordelijk gedeelte al in ontwikkeling (1). Daarnaast is er tussen Julianadorp en Den Helder een fiets- en kanoroute gerealiseerd (2). Ten westen van Julianadorp wordt gewerkt aan de uitbreiding van Ooghduyne (3). Dit plan staat voor uitbreiding met 250 recreatievilla’s in combinatie met voorzieningen als een 18-holes golf-
24
baan. Voor het zuidelijk gedeelte is er geld beschikbaar gekomen voor de centrumontwikkeling van Groote Keeten (4). In Boskerpolder (5), ten noorden van Callantsoog, polder Callantsoog, wordt 38 ha. duin, water- en boslandschap met maximaal 350 kwalitatief hoogstaande tweede woningen, gerealiseerd. Voor deze ontwikkeling is er een herziening van het streekplan Noord-Holland Noord gemaakt. Kustverdediging In 1997 is door de gemeente Zijpe het symposium ‘Kijk op de kust’ georganiseerd. In het kader van dit symposium waren diverse bureaus uitgenodigd om een ontwerp in te dienen voor een toekomstige invulling van de kustzone voor de jaren 2015-2025. In de publieksprijswinnende inzending ‘Not afraid of Red, Yellow and Blue’ pleitte Grontmij voor de ontwikkeling van een marina bij Petten. In dit plan werd een zeewaartse kustverdediging voorgesteld door voor de kust zand in megasuppleties aan te brengen waardoor de kustveiligheid structureel wordt verbeterd. Daarnaast voorzag het plan in de aanleg van een zeejachthaven en in de aanleg van een vaarverbinding met het binnenland. In 2003 hebben de Nederlandse Zeejachthaven Ontwikkelingsmaatschappij (NZO) en de Grontmij de ideeën verder vormgegeven in het plan Marina Petten (zie fig. 2.11). Het plan voorziet in een buitendijkse zeejachthaven bij Petten welke via een aftakking van het Noordhollandsch Kanaal kan worden bereikt. Via een nieuw te bouwen overhaal staat dit kanaal in verbinding met de Noordzee. Naast een impuls voor het toerisme, zijn ook woningbouw, kustverdediging en binnen-
figuur 2.10: Overzicht duinzoomprojekt Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 2: Beleid en Ontwikkelingen dijkse natuurwaarden in het plan opgenomen. De gemeente heeft dit plan omarmd.
figuur 2.11: plankaart Marina Petten
Zwanenwater Voor het Zwanenwater is door Natuurmonumenten een toekomstvisie opgesteld. Belangrijk onderdeel in de visie vormt de waterhuishouding en de wensen tot realisering van een bufferzone rondom het gebied. De visie gaat ervan uit dat deze bufferzone in het kader van het Noordboogplan wordt ontwikkeld. De zone dient optimaal te zijn ingericht voor hydrologische buffering van het duingebied waardoor het waterpeil in het Zwanenwater voor de toekomst is veiliggesteld. In de bufferzone kunnen wandelaars, fietsers en ruiters terecht. Nabij gelegen natuurgebieden van Staatsbosbeheer en Landschap Noord-Holland worden als een geheel ingericht voor natuurgerichte recreatie.
• • • •
Versterking eilandkarakter Wieringen Uitvoering Ecologische Hoofdstructuur Meervoudig gebruik water Realisatie staande-mast-route
Na een prijsvraag is gekozen voor een ontwerp van het samenwerkingsverband Lago Wirense (zie fig. 2.11). Het betreft een randmeer met een open verbinding met het Amstelmeer, dat via een kort kanaal en een schutsluis verbonden wordt met het IJsselmeer. Het is bevaarbaar voor recreatievaart. In en rondom het randmeer is ruimte voor 1.845 nieuwe woningen en recreatiewoningen die landschappelijk worden ingepast.
Visies Landschap Noord-Holland Landschap Noord-Holland heeft twee relevante rapporten voor de duinen gemaakt: De ‘Recreatievisie Duinen van de Noordkop’en een ‘Beheerplan Duinen van de Noordkop. Wieringerrandmeer Eind jaren 90 ontstond het idee om van Wieringen weer een eiland te maken. Het idee kwam er op neer om ten zuiden van het voormalige eiland een randmeer aan te leggen. Naast de stimulans voor recreatie en toerisme zou het randmeer ook voordelen bieden voor extra zoetwaterberging en een belangrijke rol spelen in de verbinding van natuurgebieden en de realisatie van nieuwe natuurgebieden. Belangrijke uitgangspunten bij het plan zijn: figuur 2.12: Wieringerrandmeer Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
25
Hoofdstuk 3: Historische ontwikkeling
water
keileembult
wadden
zeegat / waddengeul
strandwal
kwelders
zand
wadden
bewoningsplekken
figuur 3.1: Noord-Holland 4000 voor Chr 26
figuur 3.2: Noord-Holland 1000 voor Chr
figuur 3.3: Noord-Holland 1200 na Chr Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 3: Historische ontwikkeling
3.
Historische ontwikkeling
In dit hoofdstuk wordt een beknopte beschrijving gegeven van de landschappelijke ontwikkeling van de Kop van Noord-Holland. 3.1
Geologie en geomorfologie
De twee belangrijkste vormende krachten van het landschap van de Kop van Noord-Holland zijn de ijstijden en in een later stadium de Noordzee. De eerste vormende processen vonden plaats tijdens de voorlaatste ijstijd (Saaliën). Daarbij werden keileembulten op Texel en Wieringen gevormd door gletsjers afkomstig uit Scandinavië. Na de laatste ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, diende zich een warmere periode aan, bekend staand als het Holoceen. Het afsmelten van de gletsjers zorgde ervoor dat de zeespiegel sterk begon te stijgen en de Noordzee ontstond. Behoudens de stuwwallen op Texel en Wieringen bestond de kop van Noord-Holland uit een waddenachtig gebied bestaande uit geulen, kreken en kwelders (zie fig. 3.1). Halverwege het Holoceen nam de zeespiegelstijging af en werden er langs de kust langwerpige zandruggen afgezet, de zogenaamde strandwallen. Deze voorlopers van de duinen zorgden ervoor dat de invloed van de zee op het achterland afnam zodat er achter deze kleinschalige duinenrij, in een zoet milieu, veenvorming plaats kon vinden (zie fig. 3.2). Mede door ontginning en ontwatering van het veen daalde het maaiveld waardoor 1000 jaar geleden de invloed van de zee weer toenam. Door winderosie en stormvloeden brak de zee op verschillende plaatsen door de smalle duinenrij tussen Schoorl en Texel heen en ontstond een getijdengebied. Tijdens deze periode is het veen-
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
pakket in de Kop van Noord-Holland grotendeels weggeslagen door de invloed van getijdengeulen waarvan de Zijpe, ter hoogte van de Hondsbossche Zeewering, het Heersdiep, ten noorden van Callantsoog en het Marsdiep tussen Den Helder en Texel, voorbeelden zijn (zie fig. 3.3). Zowel Callantsoog als Huisduinen lagen destijds geïsoleerd op een ‘waddeneiland’ slechts beschermd door een hogere duinenrij. 3.2
Occupatie
De hoger gelegen gronden van Wieringen en de strandwallen en de oevers van getijdengeulen zijn de eerste gebieden van Noord-Holland die bewoond werden. De eerste permanente nederzettingen met agrarische oorsprong dateren van ongeveer 1000 jaar geleden. Dorpen zoals Petten, Callantsoog, Huisduinen en de kernen op Wieringen stammen uit deze tijd. Vooral de strijd van de mens tegen het water heeft sporen in het landschap achtergelaten. Men bouwde terpen en lage kaden om zich tegen stormvloeden te beschermen. Ondanks de aanleg van dijken en terpen ging er veel land verloren. Veenwinning en ontwatering (maaivelddaling) waren hiervan de voornaamste oorzaak. De kleine zeegaten van de Zijpe, het Heersdiep en het Marsdiep werden breder zodat er een kleine binnenzee, de Zijpe, ontstond. Pas in de 16e eeuw was men in staat om de grotere waterplassen door bemaling droog te leggen. Uiteindelijk werd in 1597 de Zijpe drooggelegd; daarmee werd de eerste ‘aandijkingspolder’ van Noord-Holland gerealiseerd. Direct na de Zijpe werden de naastliggende polders van Callantsoog en Wieringerwaard ingepolderd. Na een relatief rustige periode in de 18e eeuw,
27
Hoofdstuk 3: Historische ontwikkeling
Koegras (1812)
Anna Paulownapolder (1847) Polder Callantsoog (1612) Wieringerwaard (1611) Zijpe- en Hazepolder (1597)
Waardpolder (1844)
Noordhollandsch Kanaal (1800)
topografie
topografie
topografie
poldereenheid
bebouwingskern
bebouwingskern
Noord-Hollandsch Kanaal
losse bebouwing
losse bebouwing
figuur 3.4 Polders en datum inpoldering 28
figuur 3.5: Bebouwing rond 1900
figuur 3.6: Bebouwing rond 2000 Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 3: Historische ontwikkeling zonder grootschalige waterhuishoudkundige werken, kwam in het begin van de 19e eeuw het Noordhollandsch Kanaal tot stand. Gelijktijdig met de aanleg van dit kanaal werd ook begonnen met de inpoldering van Polder Het Koegras ten zuiden van Den Helder (1818). Rondom de oudere Wieringerwaard werden de Waardpolder (1844) en de Anna Paulownapolder drooggelegd (1847). Beide gebieden vormen daarmee de jongste polders van het plangebied (zie fig. 3.4). Door bovengenoemd proces werd de mens minder afhankelijk van het natuurlijk gevormde landschap en kon men bij de situering van dorpen en wegen meer planmatig te werk gaan wat zich uitte in een kavelpatroon van rechte lijnen en structuren. Door deze ontwikkeling en de economische groei steeg het bevolkingsaantal. Langs de kust nam de exploitatie van duinzand voor fundatie en de aanleg van dijken toe. Trekvaarten en later tram- en spoorlijnen werden aangelegd om zand naar de grotere steden te vervoeren. Op de afgegraven duingrond kwamen tuinbouw en later de bloembollenteelt tot ontwikkeling. 3.3
sterk toe. Door de uitbreiding van de Marine in Den Helder, de expansie van de bloembollenteelt en de opkomst van het kusttoerisme groeiden vooral Den Helder, Julianadorp, Anna Paulowna en Callantsoog (zie fig. 3.5+3.6). 3.4
Infrastructuur
De dorpjes Callantsoog, Petten en Huisduinen konden in eerste instantie alleen over water worden bereikt. Pas later, rond 1600, werden deze eilanden met elkaar verbonden door de aanleg van zanddijken. Bij de planmatige opzet van de polders werden er nieuwe wegen en vaarten aangelegd waardoor er goede transportmogelijkheden over weg en water ontstonden. Andere belangrijke infrastructurele ontwikkelingen vonden plaats in de 19e eeuw door de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal en de aanleg van de spoorlijn tussen Alkmaar en Den Helder.
Bebouwing
De binnenduinrand en de strandwallen werden als eerste bewoond. Dorpen zoals Callantsoog, Petten en Huisduinen vormen de oudste bebouwingskernen in het gebied. De bevolking leefde van land- en tuinbouw, van de jacht en visserij. Na de inpoldering van de Zijpe, de Wieringerwaard, het Koegras en de Anna Paulownapolder ontstond er ruimte voor nieuwe bebouwing. Langs wegen en vaarten ontstonden linten en bij kruisingen kleinere dorpjes zoals het Zand, Breezand en Anna Paulowna. Na de Tweede Wereldoorlog nam de bevolking
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
29
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap
zand
> 1 m. boven NAP
kustzone
zavel / klei
rond NAP
aandijkingen
veen / moerige grond
> 1 m. minus NAP
stedelijk gebied
figuur 4.1: Bodemkaart 30
figuur 4.2: Hoogteligging
figuur 4.3: Landschapstypen Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap
4.
Het huidige landschap
In dit onderdeel wordt het huidige landschap beschreven. Naast algemene zaken zoals de bodemopbouw, de hoogteligging en landschappelijke beeldvorming wordt ook ingegaan op de cultuurhistorie, de natuur, de recreatie, het bodemgebruik en de eigendomssituatie. 4.1
Bodem
De bodem van het studiegebied (zie fig. 4.1) bestaat in het westen voornamelijk uit zand en in het oosten uit zavel en klei. Het oorspronkelijke veenpakket is tijdens diverse stormvloeden weggeslagen. Alleen rondom het Zwanenwater en langs de oude stroomgeulen van het Oude Veer is nog veen aanwezig. 4.2
Hoogteligging
Het maaiveld loopt vanaf het westen (NAP) geleidelijk af naar 1.50 m. minus NAP in het oosten (zie fig. 4.2). De grootste hoogteverschillen worden gevormd door de duinen en de hogere zeedijken. De hoogste duintoppen reiken tot 20 meter boven NAP. De Hondsbossche Zeewering nabij Petten (11.50 + NAP) en de Balgzanddijk ten noorden van Anna Paulowna (8.50 + NAP) vormen de hoogste kunstmatige waterkeringen in het studiegebied. De omringende polderdijken, zoals de Westfriesche Omringdijk en de Zijperzeedijk liggen ongeveer 4.00 meter boven NAP.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
4.3
Landschap
Op het hoogste schaalniveau zijn er 3 landschapstypen in het studiegebied te onderscheiden, het duingebied, de aandijkingspolders en daarin gelegen stedelijke gebieden (zie fig. 4.3). Open ruimten en ruimtevormende grenzen zoals bebouwingslinten, de duinen, dijken en opgaande beplanting zijn in het vlakke landschap van de Kop van Noord-Holland het meest beeldbepalend. Daarnaast spelen ook kanalen, sloten, molens en gemalen een belangrijke rol bij de beeldvorming van het gebied. Deze elementen tonen zowel de economische functie als de problematiek van de waterhuishouding. Het agrarisch bodemgebruik (weiden, akkers, bloembollenteelt) en de agrarische bebouwing (boerderijen) hebben tevens een sterke invloed op het ruimtelijke beeld. Dit geldt ook voor de karakteristieke erf- en windsingels. De laatste tijd zijn ook bedrijven- en industrieterreinen, hoogspanningsmasten en -draden en windturbines sterk beeldbepalend geworden. Zoals vermeld wordt het landschap hoofdzakelijk gevormd door de kustzone en de aandijkingspolders. Al wordt dit niet echt tot het plangebied gerekend, de Noordzee vormt de grootste landschappelijke eenheid. In het hele gebied is de nabijheid van de zee voelbaar door het karakteristieke heldere licht en door de (zoute) zeewind. Het huidige landschap en de bijbehorende beeldvorming zijn voor een groot deel beïnvloed door de zee. Deze invloed is ook momenteel nog duidelijk aanwezig. Het gebruik van het strand en de duinen bepalen in grote mate de ontwikkelingen van de binnenduinrand.
31
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap
topografie
massa - vlakvormig
voorkant
open gebied (water)
massa - lijnvormig
stedelijke polariteit
open gebied (land)
massa - puntvormig
achterkant
figuur 4.4: Open gebieden 32
figuur 4.5: Massa
figuur 4.6: Polariteit Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap Door de relatief slechte ontsluiting en het laat in gebruik nemen van het gebied liggen de grotere kernen erbuiten. Alleen op de hogere gronden in de duinzoom zijn al vroeg kleine kernen ontstaan zoals Callantsoog, Petten en Huisduinen. Het militair strategische Den Helder is in de loop der tijd uitgegroeid tot een grotere stad. Het aandijkingslandschap karakteriseert zich door haar grote openheid (zie fig. 4.4). Het bestaat uit polders zoals het Koegras, De Zijpe- en Hazepolder en de Anna Paulownapolder. De verschillende polders worden begrensd door de duinen, de hogere zeeweringen en de omringende dijken (zie fig. 4.5). De aandijkingspolders zijn van oorsprong aangeslibde zand- en slibplaten die langs de oude kustlijn lagen. Deze hogere gronden zijn op een gegeven moment bedijkt. Ze hadden van oorsprong een natuurlijke ontwatering door het spuien bij eb op zee. Ze liggen nu nog altijd rond zeeniveau. De verschillende poldereenheden zijn goed zichtbaar door hun duidelijke omsluiting door dijken. Kenmerkend voor de dijken binnen het gebied is dat ze geen water keren. Doordat de polders van nature afwaterden door kreken en geulen zijn ook nu nog de grillige patronen van de natuurlijke waterlopen in sommige polders te herkennen. De rationele verkaveling en ontsluiting tonen dat de ontginning van het gebied mensenwerk is en dat weinig elementen in deze wadvlakten het geometrische patroon verstoorden. Het beeld in het binnenland wordt voor het grootste deel bepaald door het agrarische grondgebruik. Aanvankelijk bestond het grondgebruik uit grasland, dit is echter vooral op de meer zanderige gronden aan de westzijde naar het telen
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
van bloembollen verschoven. De bebouwing in het westelijke deel van het gebied, de van oorsprong zanderige gronden met veeteelt, ligt langs de doorgaande linten uit agrarische bebouwing, de karakteristieke stolpboerderijen omzoomd door de door de wind geschoren erfbeplanting. Waar het gebied voor de teelt van bloembollen is ingericht zien we zeer grote bedrijfsschuren in het gebied ontstaan. Bij deze schaalvergroting verdwijnt steeds meer erfbeplanting zodat de nieuwe bebouwing zeer open in het gebied ligt. 4.4
Polariteit in het studiegebied
De basis van waaruit de ontginning heeft plaatsgevonden is meestal nog duidelijk zichtbaar in het landschap. De ontginningsbasis, vaak een weg, een vaart of een kade, is meer gecultiveerd (wegbeplanting, bebouwing, erven en tuinen) dan de ‘achterkant van het landschap’. De ‘achterkant’ behoudt een natuurlijker karakter dan de voorkant van een gebied. Hierdoor is een polariteit tussen de voor- en de achterkant van het landschap ontstaan. De mate van gecultiveerdheid is belangrijk voor mensen om zich in hun omgeving te oriënteren. Doordat een gebied nog vaak vanuit dezelfde plek (de ontginningsas) gebruikt wordt, zijn aan de achterkant de functionele relaties beperkt (zie fig. 4.6). 4.5
Cultuurhistorie
Het huidige landschap is min of meer ontstaan door invloed van de mens. Het gebied is in cultuur gebracht door de aanleg van watergangen en (zand)dijken. Daarmee vormen de hoofdwater-
33
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap
dijken
ontginningsas
toeristisch kerngebied
waterlopen
militair-strategische elementen
recreatieve route (land)
waterstaatkundig element
overige (landgoederen, vuurtorens e.d.)
recreatieve route (water)
figuur 4.7: Cultuurhistorische elementen 1 34
figuur 4.8: Cultuurhistorische elementen 2
figuur 4.9: Recreatie en toerisme Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap gangen en de dijken, samen met andere waterhuishoudkundige elementen zoals sluizen, gemalen, vlotbruggen en (wind)molens zeer belangrijke cultuurhistorische elementen in het gebied (zie fig. 4.7). Een speciaal cultuurhistorisch element in deze categorie wordt gevormd door de Westfriese Omringdijk. De dijk, gerealiseerd in de 13e eeuw, vormt de zuidwestelijke grens van het gebied en is de enige ringdijk in Noord-Holland die nog vrijwel geheel intact is. De dijk is een provinciaal monument. Naast waterstaatkundige elementen vormen ook de ontginningsassen van de polders belangrijke cultuurhistorische dragers. Ze tonen de ontginningsgeschiedenis van de polders en geven richting aan het landschap (zie fig. 4.8). Langs een aantal ontginningsassen staan nog landgoederen of buitens die de sfeer uitademen van de gouden eeuw. Ook deze elementen leveren een belangrijke bijdrage aan de cultuurhistorische rijkdom van het gebied. In het plangebied is ook de militair-strategische geschiedenis van belang. Hier speelt vooral Den Helder een grote rol. De aanwezige forten en liniewallen vormen de cultuurhistorische dragers van de stad. Een aparte categorie wordt gevormd door de jongste cultuurhistorische elementen. Deze wordt gevormd door bouwwerken die de agrarische historie van het gebied tonen zoals de oude melkfabriek in Sint Maartensvlotbrug. 4.6
Recreatie en toerisme
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn recreatie en toerisme sterk in opkomst. Met recreatie worden alle vormen van vrijetijdsbesteding voor ontspanning en vermaak bedoeld.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Toerisme kan worden gezien als het reizen naar een recreatief aantrekkelijk gebied maar ook als een dienstindustrie bestaande uit elementen die recreanten (de toeristen) aantrekken. Enkele belangrijke elementen voor de toeristische sector zijn stad, strand, zee/water, ruimte, gastvrijheid, accommodaties, voedsel en drank, reizen, rust en ontspanning, cultuur, natuur en avontuur. De kustzone, met het strand en de zee, vormt de belangrijkste drager voor de recreatie en het toerisme. Dit heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van de binnenduinrand zich sterk toeristisch heeft ontwikkeld met vakantieparken, recreatiewoningen en kampeerterreinen. Diverse binnenduindorpen, zoals Callantsoog, Groote Keeten, Sint Maartenzee en Petten zijn vooral afhankelijk van deze vorm van (strand)toerisme. Naast het intensieve strandtoerisme vormt ook Den Helder een belangrijk toeristisch en recreatief kerngebied. De fortificaties, de haven en de nabijheid van het strand zijn daarbij de belangrijkste elementen. In het plangebied komen ook diverse wandel- en fietspaden voor (zie fig 4.9). Samen met diverse watergangen vormen ze belangrijke routes voor het recreatieve verkeer. 4.7
Natuur
De belangrijkste natuurwaarden in de kop van Noord-Holland zijn aanwezig in de Noordzee, de Waddenzee, het Amstelmeer, het duingebied en diverse, solitair gelegen, elementen zoals eendenkooien, oude wadgeulen, oude duinresten en (voormalige) landgoederen. De lijnvormige landschapselementen, zoals de ‘kale’ grasdijken, grote en kleine waterlopen en wegbermen vormen schakels tussen de grotere
35
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap
1
3 6
5
2
4
natuur / water
hoofdzakelijk bollengrond
overheid (rijk, Provincie, Gemeente)
natuur / land
hoofdzakelijk akkerbouw/opengrondteelt
natuurorganisaties (LSN, SBB, NM)
verbindingszone / natuurstrook
hoofdzakelijk weide-/grasland
Hoogheemraadschap
figuur 4.10: Ecologische relaties 36
figuur 4.11: Agrarisch grondgebruik (indicatief)
figuur 4.12: Eigendomssituatie Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 4: Het huidige landschap natuureenheden. Een groot aantal gebieden is in eigendom en beheer bij natuurinstanties, hieronder worden enkele kort beschreven (zie fig. 4.10). 1. Duingebied tussen Callantsoog en Den Helder De Grafelijksheidduinen, de Donkere Duinen, het Mariëndal, de Huisduinerpolder bij Den Helder, de Noorduinen ten westen van Julianadorp en het nollenland van Abbestede ten oosten van Callantsoog zijn natuurgebieden die in het beheer zijn bij het Noordhollands Landschap. Ze vormen samen belangrijke natuurzones in en rondom het duingebied. 2. Beplantingselementen in de Zijpe De restanten van de oude landgoederen het Wildrijk en ‘t Ananas, een drietal eendenkooien en de houtwallen langs de Ruigeweg bevatten belangrijke natuurwaarden in de Zijpe- en Hazepolder. 3. Oever Amstelmeer Aan de oevers van het Amstelmeer ligt het natuurterrein “De Verzakking”. Het gebied vormt een brak overgangsgebied tussen de Waddenzee en het zoete Amstelmeer. 4. Abtskolk Nabij Petten, in het zuiden van de Zijpe- en Hazepolder ligt de Abtskolk, een brakke waterplas omgeven door riet en nat grasland. Het brakke natuurgebied is in beheer bij Staatsbosbeheer. 5. Zwanenwater Het Zwanenwater is een vallei gelegen tussen een jong duingebied en de westelijke zanddijk van de Zijpe. In het natuurgebied, in beheer bij natuurmonumenten, liggen 2 ondiepe plassen
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
die lepelaars, smienten, pijlstaarten, zaagbekken, ganzen en roerdompen trekken. De vegetatie in het Zwanenwater is erg gevarieerd en waardevol. 6. Oude Veer In de Anna Paulownapolder ligt het Oude Veer, een voormalige wadgeul welke in beheer is bij het Hoogheemraadschap. De brede waterloop vormt, samen met enkele kleinere zijarmen, zogenaamde zwinnen, een belangrijk nat natuurgebied. Aan de oevers wordt het Landgoed Hoenderdaell ontwikkeld en is een productiebos aangelegd. 4.8
Agrarisch grondgebruik
Het grootste oppervlak van het plangebied is in gebruik als agrarisch bouwland. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen bollenland, akkerland, open grond teelt en grasland (zie fig. 4.11). 4.9
Eigendom
Naast het agrarische bodemgebruik is er ook stedelijk, natuurlijk, infrastructureel en waterhuishoudkundig grondgebruik te onderscheiden (zie fig. 4.12). Deze functies zijn meestal gelegen op gronden van overheidinstanties zoals de gemeente, het Hoogheemraadschap, de Provincie of het Rijk of semi-overheid instanties zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Landschap Noord-Holland.
37
Hoofdstuk 5: Samenvatting Inventarisatie 4.10 Windenergie De continu aanwezige wind, het grootschalige open polderlandschap en de rationele structuur heeft er voor gezorgd dat er in het plangebied gebruik wordt gemaakt van windenergie. Langs diverse lijnvormige structuren zoals wegen, dijken en kanalen zijn windturbines geplaatst of vergund (zie fig. 4.13). In het plangebied staan ook diverse solitaire turbines bij agrarische bedrijven. De turbines zijn sterk beeldbepalend in het (open) landschap.
topografie turbines lijnopstelling (geplaatst/vergund) solitaire turbines (geplaatst/vergund)
figuur 4.13: Windenergie 38
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 5: Samenvatting Inventarisatie
5.
Samenvatting inventarisatie
Op basis van het beleid, de historische ontwikkeling en de huidige situatie zijn in dit onderdeel beknopt enkele belangrijke conclusies gefilterd. De Noordzee vormt tegelijkertijd een grote bedreiging en een grote inkomstenbron voor het plangebied. Plannen voor (zeewaartse) kustversterking zullen in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen. Ontwikkelingen die gericht zijn op recreatie en toerisme spelen vooral in de binnenduinrand, verder landinwaarts nemen de toeristische en recreatieve ontwikkelingen sterk af. De kenmerkende openheid van het plangebied is vooral te danken aan de agrarische sector. De bollenteelt in het westelijke deel van het plangebied wordt in het beleid gezien als de belangrijkste economische drager en wordt daarom beleidsmatig gestimuleerd. Bollengrond heeft, in tegenstelling tot grasland, weinig natuurwaarde. Schaalvergroting in deze sector zorgt voor grotere bollenschuren, die detoneren ten opzichte van de kleinschalige bebouwing. Het ontbreken van erfbeplanting versterkt dit effect. Het grootste aaneengesloten natuurgebied wordt gevormd door de kustzone, met de zee, het strand en de duinen. Tezamen vormen ze een belangrijke schakel in de gehele Noordzeekust. De flora en fauna in de kustzone wordt op Europees niveau beschermd (vogel- en habitatrichtlijn). Zeespiegelstijging en de daarmee gepaard gaande plannen, uitbreiding van de recreatie en overige ontwikkelingen (o.a. Onderzoekslocatie Petten) kunnen een bedreiging vormen voor de
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
continuiteit in de natuurwaarde van de kustzone. Mede door de grote rol van de landbouw is de natuur in het poldergebied versnipperd. In het beleid wordt ingezet op het herstellen van de natuurkwaliteit door ecologische verbindingszones te realiseren. Deze worden vooral langs bestaande lintvormige elementen gerealiseerd zoals dijken, sloten en vaarten. In het beleid wordt ingezet op het integreren van ecologische verbindingen met andere groen-blauwe functies zoals recreatieve paden, kanoroute’s en waterbergingsgebieden. Er bevinden zich enkele grote knelpunten in het gebied met betrekking tot ecologisch en recreatief verkeer. Het Noordhollandsch Kanaal, het Kanaal Stolpen-Schagen en de vele peilverschillen maken het lastig om doorgaande route’s te realiseren voor zowel mens als dier. Uitbreiding van woon- en werkgebieden vinden vooral plaats rond Julianadorp, Den Helder en ’t Zand. Gemeente Den Helder zet in op de verdere ontwikkeling van Julianadorp en kiest voor herstructurering en renovatie voor de havenstad zelf. Ontwikkeling van bedrijvigheid is vooral geconcentreerd rond het vliegveld en langs het Noordhollandsch Kanaal en de N9. De gemeente Anna Paulowna heeft een terughoudend beleid met betrekking tot het uitbreiden van wonen en werken en zet vooral in op inbreiding van de kleinere kernen waarbij behoud van sociale voorzieningen voorop staat. Wel wordt de aanwezigheid van het treinstation in Anna Paulowna gezien als extra kans voor ontwikkeling van bedrijvigheid. De gemeente Zijpe ziet ’t Zand als belangrijkste groeikern. Ontwikkelingen met betrekking tot wonen en werken vinden vooral daar plaats. In
de kleinere kernen staat opvang van eigen bevolking en het behoud van sociale voorzieningen voorop. Voor leegstaande agrarische bebouwing dient een goede oplossing worden gezocht waarbij het omvormen tot een ruimte voor kleine zakelijke dienstverlening de voorkeur heeft. Andere mogelijke oplossingen zijn het omvormen tot landgoed of meergezinswoning. Het is hier van belang dat aangrenzende agrariërs niet in hun ontwikkeling worden belemmerd. Voor (vrijstaande) agrarische bebouwing geldt dat onderzocht moet worden of er mogelijkheden bestaan om erfbeplanting rondom de nieuwe bestemming te garanderen dan wel te stimuleren. Recreatieve ontwikkelingen vinden vooral plaats in de kuststrook waarbij op de uitbreiding van verblijfsterreinen wordt ingezet. Het beleid is gericht op de uitbreiding van bestaande gebieden zodat het landschap niet verrommelt en de kostbare bollengrond niet versnippert. De hotsspots zijn Petten (Marina), Sint Maartenzee, Callantsoog (o.a. Boskerpark) en Julianadorp (in het kader van het duinzoomprojekt). De grote recreatiedruk op de natuurlijke kustzone en de uitbreiding van vakantieparken vragen om een goede zonering en aankleding. Het gebied is rijk aan geomorfoligische relicten en cultuurhistorische elementen. Het beleid (beleidskader landschap en cultuurhistorie, provincie Noord-Holland) is erop gericht deze te behouden, te herstellen en te gebruiken als drager bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Het behouden en accentueren van objecten en relicten die de ontstaansgeschiedenis tonen vormen de belangrijkste dragers van het
39
Hoofdstuk 5: Samenvatting Inventarisatie ruimtelijke beleid. Als belangrijkste cultuurtechnische elementen worden dijken, ontginningsassen, molens, (oude) gemalen, sloten, vaarten en (vlot)bruggen genoemd. Als geomorfologische relicten worden vooral de duinen, nollen, kreken en het vlakke maaiveld als belangrijke (visuele) dragers gezien. De stelling van Den Helder is van oudsher een militair-strategische element. Het beleid van zowel de provincie als de gemeente is gericht op het behouden en herstellen van de totale verdedigingslinie. Behalve het oplossen van enkele knelpunten zijn grote infrastructurele ontwikkelingen aan de orde. De karakteristiek van het gebied, waarbij openheid, rust landbouw en toerisme de belangrijkste dragers vormen, worden niet bedreigd.
40
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
II
Visievorming 6.
Visie plangebied
Op basis van de inventarisatie is voor het plangebied een visie gevormd zoals de betrokken partijen de landschappelijke ontwikkeling van het plangebied als optimaal voor ogen zien. Hierbij is er uiteraard nog geen afweging gemaakt met andere belangen. In de eerste instantie is een visie opgesteld voor bovenregionale zaken zoals landbouw, wonen en werken, recreatie en natuur, vervolgens is er ingezoomd op de verschillende deelgebieden.
7.
Deelgebieden
In dit hoofdstuk zijn de afzonderlijke deelgebieden gedetailleerd beschreven zodat de onderlinge verschillen duidelijk worden. Na een beschrijving van de huidige situatie volgt een analyse en de visie voor de ruimtelijke ontwikeling van het betreffende deelgebied. Visie en aanbevelingen Naast de visie zijn ook aanbevelingen van landschapsarchitect Kees Hund opgenomen, als inspiratie- en discussiebron voor toekomstige ontwikkelingen. Deze wijken in sommige gevallen af van het vigerende beleid en de visie van de betreffende overheden. Ze zijn opgenomen en toegelicht met het idee om bij nieuw beleid of verandering van bestaande situatie of inzicht aanknopingspunten te hebben voor nieuwe oplossingsrichtingen.
Hoofdstuk 6: Visie plangebied
kustzone
duinen / duinresten / nollen
aandijkingen
getijafzettingsvlakte (zand/klei)
stedelijk gebied
wadgeul / kreek
figuur 5.1: Landschapstypen 42
figuur 5.2: Geomorfologische kaart Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 6: Visie plangebied
6.
Visie plangebied
6.1
Algemeen
De kwaliteit van het beeld van het landschap is een afspiegeling van het functioneren van het gebied. Een slecht functionerend gebied verrommelt en verpaupert of moet kunstmatig tegen hoge kosten in stand gehouden worden. Zo zal er telkens een afweging gemaakt moeten worden tussen de esthetische waarde en de functionele mogelijkheden. Als voorbeeld kan het karakteristieke weidse landschap in de Noordkop worden genoemd. Om dit te handhaven, is het een voorwaarde dat agrarische bedrijven goed functioneren. Dit betekent dat zolang er bollenteelt is, bollenschuren gewenst zijn. De bollenschuren conflicteren qua maat en schaal met de authentieke agrarische bebouwing. Een ander voorbeeld geldt voor het functioneren van een woonkern. Hierbij kan bijvoorbeeld gelden dat een minimum aantal woningen noodzakelijk is om een bepaald voorzieningenpakket te handhaven (school, supermarkt, winkels). 6.2
Landschap van de Kop van Noord-Holland
Analyse De Kop van Noord-Holland kenmerkt zich door zijn grote openheid en relatieve rust. Dit komt mede door de extensieve ontsluiting. Zoals eerder vermeld onderscheiden we 3 landschapstypen, de kuststrook, de polders en de daarin gelegen stedelijke gebieden (zie fig 5.1). De kuststrook is gevarieerd in maat en schaal: Een oneindige zee, een smal en dynamisch strand, gevarieerde kleinschalige duinen. De pol-
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
ders zijn uitgestrekt en vlak. Door de ontstaansgeschiedenis, de occupatie van de strand- en wadvlakten, is de basis van het gebied zeer vlak. Oude wadgeulen en relicten daarvan tonen de getijdeninvloed in het gebied. De identiteit van de aandijkingspolders wordt bepaald door het cultuurtechnische karakter. Sloten, dijken, sluizen en gemalen zijn de bouwstenen van het polderlandschap. De polders bestaan uit grote open ruimten met een rationele verkaveling, solitaire bebouwing langs linten en worden omsloten door dijken met de kunstwerken voor de ontwatering. De schaal van het gebied en de rationele verkaveling zijn de dragers van dit landschap. Visie • Het contrast tussen zee, strand, duinen en polder in schaal en maat handhaven • De vlakke ondergrond is de belangrijkste landschappelijke identiteit van het polderland • De openheid en de rust als positieve factor beschouwen • Het rationele polderkarakter handhaven • Het poldersysteem zichtbaar houden, het doorsnijden van dijken en het dempen van sloten en vaarten vermijden • Poldertechnische elementen zoals molens, gemalen en sluizen herkenbaar houden en koesteren (als monument) • Bij dijken de waterkerende functie en de ruimtelijke continuïteit zichtbaar houden • Dijkovergangen landschappelijk accentueren • Dijken zoveel mogelijk vrijhouden van storende, opgaande elementen
6.3
Geomorfologie
Analyse Het gebied is, naast de zee, opgebouwd uit drie elementen; de duinen, de vlakke kweldergronden en de later ingekaderde polders. Geormorfogische elementen die nu nog zichtbaar zijn in het landschap geven een blik in het verleden en vertellen iets over de ontstaansgeschiedenis van het gebied. Belangrijke elementen zijn de duinen, strandvlakten, strandwallen, nollen en oude waddengeulen en kreken (zie fig 5.2). Visie • Geomorfologische elementen handhaven, herstellen en/of versterken • Bij nieuwe ontwikkelingen geomorfologische basis zo mogelijk als dragers gebruiken met respect voor bestaande afspraken met gebruikers (zie bijlage 1) 6.4
Landbouw
Analyse Uitgezonderd de kustzone heeft zo goed als het gehele gebied een agrarische functie. Het agrarische grondgebruik is bepalend voor het beeld van het gebied. De bloembollenteelt speelt daarin een hoofdrol. Alleen op een paar plaatsen achter de kustzone en in het oostelijke deel van het gebied, de oostpolder van Anna Paulowna en de Wieringerwaard, zien we akkerbouw en grasland. In grote lijnen is er onderscheid tussen de zand- (inclusief de bezande gebieden) en de kleigebieden. In het westelijke deel van het gebied, van oorsprong veeteelt, zijn nog veel stolpboerderijen aanwezig. Plaatselijk is de stolp nog gebed in een
43
Hoofdstuk 6: Visie plangebied
hoofdzakelijk bollenteelt
kerngebied wonen / werken
hoofdzakelijk akkerbouw
zwaartepunt stedelijke ontwikkeling
hoofdzakelijk weide/grasland
duingebied (géén sted. ontwikkeling)
figuur 5.3: visie agrarische grondgebruik 44
figuur 5.4: visie stedelijke ontwikkeling Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 6: Visie plangebied windgeschoren erfbeplanting. Door het uitbreiden van de bedrijfsbebouwing is op veel erven de erfbeplanting verdwenen. De westpolder van Anna Paulownapolder is een oud tuinbouwgebied. Hier zien we burgerwoonhuizen met losse schuren. Aan de bouwstijl van de agrarische bebouwing, Jugendstil, is goed te zien dat het oostelijke deel van het gebied een bloeitijd rond het begin van de vorige eeuw (1900) had. De huidige bloembollenteelt vraagt om grote bedrijfsschuren die in schaal en maat niet in het huidige polderpatroon passen. Kleinere ‘restkavels’ hebben vaak een functie als volkstuin of paardenweide en hebben de neiging te verrommelen. Visie • Agrarisch gebruik als drager van het landschap optimaliseren • Herkenbaarheid tussen oost en west (klei/ zand) handhaven/versterken (zie fig. 5.3) • Rondom natuurgebieden inzetten op grasland (ook als bufferzone). • Bij kavelvergroting door slootdemping, andere bestaande sloten verbreden • Sloten verbreden in de openingen tussen de bebouwing in het lint ivm zichtbaarheid • De rationele lineaire structuur, haaks op de ontginningsas handhaven • Nieuwe bebouwing qua schaal en maat laten aansluiten bij de bestaande bebouwing en passend in het poldergrid • Restkavels duidelijk bestemmen • Karakteristieke agrarische bebouwing handhaven en veiligstellen • Relicten uit agrarische cultuur herbestemmen. • Voor ‘buitenschalige’ bebouwing aparte
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
• • • •
rooilijnen overwegen (ook voor bedrijfsterreinen) Bij buitenschalige bebouwing (nieuwbouw) alleen een functiegebonden bouwvergunning overwegen Bij functieverandering buitenschalige bebouwing verwijderen Voor dominante bebouwing nokrichting vaststellen (haaks op de ontginningsas) Bij landelijke bebouwing en herbouw royale erfbeplanting stimuleren/subsidiëren
6.5
Wonen en werken
Analyse De twee belangrijkste steden in de Noordkop zijn Den Helder en Schagen. Deze twee kernen liggen perifeer. De ontwikkelingen daartussen zijn gelijkwaardig over het gebied gestrooid. Het ontbreekt aan een centrum in het gebied; er is geen duidelijke hiërarchische opbouw. De aanwezige kleine kernen zijn over het algemeen te klein om voldoende draagvlak voor voorzieningen te bieden. De bedrijventerreinen liggen bij Den Helder, Anna Paulowna en rond ’t Zand. Agribusiness is slechts beperkt geconcentreerd bij ’t Zand , Breezand en Anna Paulowna (zie fig 5.4). Visie • De niet hiërarchische structuur in het gebied handhaven (uit landschappelijk oogpunt) • Toekomstige woningbouw concentreren bij Den Helder, Julianadorp en ‘t Zand • Vrijkomende bedrijfswoningen herbestemmen, voor kleine bedrijvigheid of als meergezinswoning • De linten op enkele plaatsen van nieuwe landgoederen voorzien. Hierbij wordt gedacht aan
een royale woning met erfbeplanting en een onbeplante, open (gras)kavel • Nieuwbouw inpassen in het poldergrid • Nieuwbouw afstemmen op de hoofdstructuur en schaal van het gebied • Toekomstig bedrijfsterrein ontwikkelen bij bestaande bedrijvigheid vooral rond de stad Den Helder, het dorp Anna Paulowna en ‘t Zand 6.6
Infrastructuur
Analyse De infrastructuur in het plangebied is globaal onder te verdelen in water, wegen en spoorverbindingen. Kanalen zijn transportbanen voor water en scheepvaart en zijn door hun moeizame / kostbare aanleg zeer stabiele factoren in het landschap. De vaak historische aanleg en het cultuurtechnische karakter geven informatie in de tijd. De waterverbindingen kenmerken zich verder door hun continuïteit, het zijn doorgaande aders die naast hun belang voor de economie, de landbouw en de waterhuishouding ook recreatieve, ecologische en visuele waarden bezitten. Het Noordhollandsch Kanaal gaat dwars door het gebied. Deze waterweg is een belangrijke noordzuidverbinding voor Noord-Holland. Het is echter ook een barrière in oost-westrichting. De belangrijkste autoverbindingen zijn de N9 en de N99. Beide wegen zijn gekoppeld aan kanalen. Den Helder en Anna Paulowna liggen aan de spoorlijn Alkmaar-Den Helder. Deze spoorverbinding ligt vrij neutraal in de achterkant van het landschap. In het gebied zijn vervallen spoorbanen en stations aanwezig die in de 19e eeuw een
45
Hoofdstuk 6: Visie plangebied
hoofdontsluiting (optimaliseren)
ecosnoer (primaire verbinding)
ontsluiting beperken voor autoverkeer
overige secundaire verbindingen
mogelijk nieuw treinstation
op te lossen knelpunt
figuur 5.5: visie infrastructuur 46
figuur 5.6: visie ecologische ontwikkeling Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 6: Visie plangebied belangrijke rol speelden in de infrastructuur. Visie (zie ook fig. 5.5.) • Bestaande kanalen en sloten handhaven • De landschappelijke barrièrewerking van het Noordhollandsch Kanaal zo veel mogelijk behouden met respect voor vlotbruggen en pontjes. Hierbij moet wel gezocht worden naar oplossingen van het verkleersprobleem van toeleveranciers en andere voertuigen naar het achterland (zoals bij Burgervlotbrug) • De mate van ontsluiting gebruiken bij het stimuleren dan wel het remmen van nieuwe ontwikkelingen in het gebied • De mate van ontsluiting gebruiken als sturing voor het creëren of behouden van rustige gebieden • Mogelijkheden onderzoeken om het treinstation Den Helder Zuid te verplaatsen richting Julianadorp/De Kooy Als aanbeveling geldt dat onderzocht moet worden of de doorgaande weg langs de binnenduinrand autoluw kan worden gemaakt zodat er een aantrekkelijke recreatieve route kan worden gerealiseerd. 6.7
Water en waterhuishouding
Analyse Het grootste watervlak vormt de zee. De uitgestrektheid en de wisselingen van eb en vloed, luwte en storm geven de zee een zeer wisselend gezicht. Scheepsvaart en visserij accentueren de oneindigheid en de rijke natuur van de zee. De kustzone en het strand trekken vooral ’s zomers veel badgasten. Het ontwateringspatroon in combinatie met het
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
dijkenpatroon is één van de bouwstenen van het polderlandschap. Wateraanvoer en waterafvoer zijn van levensbelang voor de landbouw, de natuur en de recreatie en bepalend voor de verschijningsvorm in het landschap. De kwaliteit van het water is verschillend in het gebied. Schoon voedselarm water komt als kwel uit de duinen. Het water dat uit de kernen en van de landbouwgronden in het oppervlaktewater komt is vuiler en voedselrijk. Visie • De zee zoveel mogelijk onbestemd laten, vaste installaties en/of menselijke activiteiten zoveel mogelijk vermijden • Waterpatroon in het polderlandschap zowel functioneel als visueel in standhouden. • voorkom het dempen van sloten, liever bruggen in plaats van dammen • (Kwel)water zoveel mogelijk bergen/bufferen • Schoon en vuil water scheiden op de aanliggende functies. Schoon, voedselarm water gebruiken voor natuurontwikkeling. • Reliëf volgen / hoogteverschillen accentueren • Wateropgaven gebruiken ter ondersteuning ecologische en recreatieve functies • Besteed bij zeewaartse kustverdediging ruim aandacht aan de landschappelijke gevolgen en kansen voor het landschap 6.8
Natuur en ecologie
Analyse De Noordzee en de Waddenzee zijn de grootste natuureenheden rondom het plangebied. De duinen vormen de belangrijkste ecologische zone en verbinding langs de kust. Binnen het studiegebied is de zeereep zeer smal wat de natuur-
waarde als kerngebied beperkt. Ook de druk van andere gebruikers zoals recreatie en bedrijvigheid (ECN) is hierop van grote invloed. Het netwerk van ecologische dragers wordt gevormd door de duinen, de voormalige wadgeulen (Oude Veer), de dijken met hun vochtige dijkvoeten en de achterkanten tegen de dijken op het oude land. Daarnaast vinden we her en der enkele waardevolle landschapselementen die geïsoleerd in het plangebied liggen. Voorbeelden zijn eendenkooien, landgoederen en natte weilanden. Koppeling van gebieden met gemeenschappelijke doelsoorten versterkt de duurzaamheid van de ecologische structuur. In dit gebied is een koppeling van gebieden met gemeenschappelijke doelsoorten zoals organismen van droog- en natgrasland, de duinen en bijvoorbeeld de kleinere eenheden op Wieringen gewenst. Visie (zie fig. 5.6) • De Noordzee en de Waddenzee als natuurgebied beschermen en versterken • Ecologische versterking in noordzuidrichting • Overweeg ook landinwaartse verbreding van de duinstrook op locaties waar daar draagvlak voor is • Planologisch ruimte reserveren voor landwaartse duinverbreding, ook als er op dit moment geen kans is om dit te realiseren • Dijken en geulen gebruiken bij de koppeling van gebieden met dezelfde doelsoorten • De Zijperdijk, het Oude Veer en de dijken van de oostpolder gebruiken als drager voor een bovenregionaal ecosnoer • In eerste instantie vooral inzetten op het oplossen van belangrijke knelpunten in het ecosnoer • Het ecosnoer uitbreiden met aangrenzende
47
Hoofdstuk 6: Visie plangebied
(hoofd)ontsluiting noord-zuid
bestaande turbines verplaatsen
(hoofd)ontsluitingen west-oost
voorstel nieuwe turbines
op te lossen knelpunt
figuur 5.7: visie recreatieve ontsluiting 48
figuur 5.8: visie windturbines Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 6: Visie plangebied percelen indien mogelijkheden zich aandienen • Secundaire verbindingen realiseren langs lijnvormige elementen zoals sloten en dijken • Ecologische verbindingen koppelen met groenblauwe functies (recreatie, waterberging) 6.9
Recreatie
Analyse De kustzone heeft een sterke recreatieve functie. Momenteel is dit recreatieve gebruik eenzijdig ontwikkeld. De eenvoudigste vorm van verblijfrecreatie met de daaraan gekoppeld eenvoudige voorzieningen bepalen het beeld in de informele ‘badplaatsen’. Het recreatief gebruik is zeer seizoensgebonden. De bollenteelt is in het voorjaar een recreatieve attractie voor dagjesmensen. Het open polderlandschap met het agrarische grondgebruik geeft momenteel weinig recreatieve mogelijkheden. Door het sterke agrarische grondgebruik en de barrièrewerking van het Noordhollandsch Kanaal zijn de recreatieve routes beperkt aanwezig. Een belangrijke fietsroute is die langs het Noordhollandsch Kanaal. Door de toename van het verkeer op de N9 is dit geen rustige en aantrekkelijke recreatieve route. De doorgaande dijken zijn beperkt recreatief ontsloten. Visie • Recreatieve ontwikkelingen als economische drager accepteren en ruimtelijk sturen • Nieuwe landschapselementen (boschages, duinstruweel) toevoegen om recreatief gebruik te diversifiëren en uit te breiden. • Uitbreiding van verblijfsrecreatie alleen toe staan rond bestaande voorzieningen en mogelijke nieuwe recreatieve dragers.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
• Bestaande en nieuwe terreinen voor verblijfrecreatie goed inpassen in het landschap (niet open en bloot zichtbaar) • Meer jaarrondvoorzieningen om recreatieseizoen te verlengen • Maak een duidelijke keuze voor recreatieve kerngebieden en geen nieuwe ontwikkelingsgebieden • Uitbreiding van het recreatief netwerk met fiets-, en wandelroutes, door agrarisch gebied, over dijken en waar mogelijk door de duinen • Binnenduinrandroute optimaliseren voor fietsers en voetgangers (zie fig. 5.7). • Wandel- en fietsdoelen aanbrengen • Vermijd ontsierende infoborden in het gebied 6.10 Windturbines Analyse Bij de plaatsing van windturbines is de landschappelijke structuur medebepalend. Bij de provincie Noord-Holland gaat de voorkeur uit naar een lijnopstelling op plaatsen die qua karakter, maat en schaal aansluiten bij de maat van de turbines. Windturbines worden in schaal en maat steeds groter. Hierdoor neemt de onderlinge afstand toe waardoor lijnopstellingen minder beleefbaar worden. De belangrijkste eis voor windturbines is de aanwezigheid van wind. Ze worden daarom normaliter geplaatst in grootschalige open ruimten. In het gebied zijn zowel solitair als in lijnopstelling staande turbines aanwezig. Op basis van beleid van het ministerie van Defensie m.b.t. ‘obstakelbeheersgebieden’ rond luchtvaartterreinen en verstoringsgebieden rond radarstati-
ons kunnen er rondom vliegveld De Kooy (extra) beperkingen worden opgelegd aan het plaatsen van windturbines. Visie (zie fig. 5.8) Grote open ruimten zijn karakteristiek voor het landschap van Noord-Holland en worden door vele ontwikkelingen (stads- en dorpsuitbreiding, doorsnijdingen met wegen) steeds zeldzamer. Om die reden moet er zorgvuldig en spaarzaam met het plaatsen van turbines in grote open ruimten omgegaan worden. De bestaande windturbines tussen ‘t Zand en Den Helder passen qua schaal en maat redelijk in het plangebied. Overige grootschalige windturbines zijn echter niet gewenst omdat ze de aanwezige open ruimten aantasten en omdat ze qua grootte niet passen bij de kleinschalige ruimtelijke elementen in het gebied zoals oude dijken, boerderijen, erven, windsingels e.d. • Windturbines lokaliseren in relatie tot schaal en maat van het landschap • Zeer zorgvuldig en spaarzaam omgaan met objecten in grote open ruimten • Restrictief beleid bij het plaatsen van nieuwe windturbines (in lijnopstelling en solitair)
49
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
westpolder - Anna Paulowna
Kustzone
Zijpe- en Hazepolder
Den Helder
Polder Het Koegras
50
oostpolder Anna Paulowna
Polder Callantsoog
Polder Wieringerwaard
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.
Den Helder
Polder Het Koegras
Anna Paulowna westpolder
Polder Callantsoog
kustzone
Anna Paulowna oostpolder
Deelgebieden
Om de verschillen tussen de deelgebieden van het studiegebied te herkennen en in de uiteindelijke vormgeving te versterken zijn ze onderling vergeleken op ruimtelijke structuur. Na een beschrijving van de huidige situatie volgt een analyse en de visie voor de ruimtelijke ontwikeling van het betreffende gebied. Naast de visie zijn ook aanbevelingen opgenomen die afwijken van het vigerende beleid en de visie van de betreffende overheden. Ze zijn genoemd en toegelicht met het idee om bij verandering van beleid of inzicht aanknopingspunten te hebben voor een nieuwe oplossingsrichting. Achtereenvolgens zijn de kustzone, Den Helder, Polder het Koegras, Polder Callantsoog, de Zijpeen Hazepolder, de westpolder van Anna Paulowna, de oostpolder van Anna Paulowna en de Wieringerwaard beschreven (zie fig 6.1).
Wieringerwaard Zijpe- en Hazepolder
figuur 6.1: overzicht deelgebieden Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
51
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
52
topografie
hoogteligging
natuur
cultuurhistorie
landmarks
De kustzone wordt gevormd door de zee, het strand en de duinen. Ter hoogte van het Zwanenwater is de kuststrook het breedst, ca. 1.5 km. Ter hoogte van Callantsoog is de duinenrij slechts 200 m. breed.
De hoogste duintoppen reiken tot 20 m. boven NAP. Opvallend is de lage ligging van het Zwanenwater, slechts 3 m. boven NAP.
De kustzone, zowel de zee als het strand herbergen belangrijke natuurwaarden. De gehele kustzone is als kerngebied opgenomen in het natuurbeleid. Een aantal belangrijke natuurgebieden zijn beschermd, met als bekendste voorbeeld het Zwanenwater.
De duinen vormen een belangrijk cultuurhistorisch element, ze tonen de strijd tegen de zee en geven een blik in het verleden. De kern Huisduinen vormt een van de ouste nederzettingen in het gebied en is daarmee van grote cultuurhistorische waarde
De energiecentrale van het ECN nabij Petten is een zeer opvallend object in het duingebied. In het noordelijk deel vormt de vuurtoren bij Huisduinen (de Lange Jaap) een duidelijk puntobject.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.1 Kustzone Beschrijving De kustzone, gelegen langs de westrand van het plangebied, loopt globaal gezien tussen Petten en Den Helder. De kustlijn is in de loop van de geschiedenis verschoven in oostelijke richting, veroorzaakt door de zeespiegelstijging en de vele stormvloeden die het gebied rond de middeleeuwen teisterden. De Noordzee vormt de grootste open ruimte van Nederland. Door de wisselingen in de getijden, het weer, de patronen in de lucht bezit de zee grote dynamiek en heeft de kustzone bijzondere visuele aantrekkingskracht. Bij vloed staat het water tegen de duinen. Ter bescherming zijn er vele golfbrekers aangebracht die het strand compartimenteren. Het duingebied tussen Callantsoog en Den Helder is smal. Op een groot aantal plaatsen zijn rond het jaar 1600 zanddijken aangelegd die door verstuiving een duinachtig karakter hebben gekregen. Het Zwanenwater (het belangrijkste natuurgebied) bestaat uit een smalle duinenrij en een zanddijk met daar tussen duinvalleien en duinmeren. Langs de binnenduinrand zijn diverse verblijfsrecreatieterreinen gevestigd, soms in de duinvoet maar meestal in het vlakke gebied direct grenzend aan de duinen. De terreinen zijn soms ingeplant, maar de meeste liggen open en bloot in het polderlandschap. Meerdere strandopgangen ontsluiten het strand vanuit het achterland. De gemeente Zijpe en Den Helder hebben - om economische redenen - de voorkeur voor een beperkt aantal jaarrondpaviljoenen om hiermee het recreatieve aanbod in voor- en naseizoen te
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
verbeteren. Een opvallend object in het duingebied is de kernreactor op de Onderzoekslocatie Petten. Er zijn plannen om het aantal windturbines bij dit terrein uit te breiden. Een belangrijk beleidsitem vormt de versterking van de kustzone tussen Petten en Den Helder. De gemeente Zijpe kiest voor zeewaartse verbreding van het strand en de duinen tussen Petten en Den Helder. Voortvloeiend uit deze ontwikkeling is het idee ontstaan om een zeehaven voor de recreatievaart bij Petten te realiseren (Marina Petten). De gemeente Zijpe heeft zich uitgesproken voor de ontwikkeling van Marina Petten en zal bij de verdere ontwikkeling negatieve aspecten zoveel mogelijk beperken. Analyse De Noordzee en de Waddenzee vinden hun identiteit in het tijdloze, eindeloze en voor het gevoel de afwezigheid van de mens. Het strand vervult meerdere functies; natuur, zeewering en recreatie. Nergens zijn de jaargetijden en het weer zo sterk te ervaren. In de zomer maken veel badgasten gebruik van het strand. Het strand is een plek voor zowel de massatoerist in de zomer als voor de einzelgänger in de herfst. De seizoenen geven een zonering in de tijd. De duinen zijn een ecologisch kerngebied en vormen langs de gehele kust een belangrijke ecologische verbinding. Ze zijn essentieel als kustverdediging en als zoetwaterbuffer. Tevens hebben ze, door het kleinschalige natuurlijke karakter en de relatie met het strand en de zee, een belangrijke recreatieve functie. De Onderzoekslocatie Petten beslaat een groot deel van het duingebied ten zuiden van het Zwa-
53
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
54
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden nenwater en contrasteert met de natuurlijke omgeving. De druk op het (smalle) duingebied is door de verschillende en elkaar gedeeltelijk verstorende functies zeer groot. De ontwikkeling van Marina Petten zal ruimtelijke consequenties hebben voor het kustgebied en het achterland. Naast de haven, bedrijven en woningen zal de verkeersdruk op zowel de N9 als de overige wegen sterk toenemen.
• Koester de natuurwaarden van het Botgat bij de herontwikkelingen • Door zeewaartse kustuitbreiding zal de kustlijn dynamischer en visueel gevarieerder worden, dit zal consequenties hebben (positief of negatief) voor bestaande functies zoals natuur en recreatie • Marina Petten is een goede versterking voor de diversifiëring van het recreatieve gebruik en een verlenging van het recreatieve seizoen
Visie • Scheepsvaart en visserij op zee handhaven omdat deze de oneindigheid en de rijke natuur van de zee accentueren • Het natuurlijke, weidse en onbestemde karakter van de zee, het strand en de duinen zoveel mogelijk veiligstellen • Geen nieuwe strandopgangen realiseren zodat er duidelijke zonering tussen rustige en drukke plekken blijft • De bouwwerken op het strand dienen een informeel en tijdelijk karakter te hebben. Slechts enkele vaste horecavestigingen (strandtenten) om de jaarrondrecreatie te bevorderen • De natuurwaarden meer recreatief benutten en goed gezoneerd aanbieden. Dit brengt extra bezoekers met specifieke andere interesses en verlengt het recreatieve seizoen. • Recreatieve ontwikkelingen zoneren, de duinen, strand en recreatieterreinen oost-west vanaf de N9 ontsluiten (zogenaamde strandslagen) • De strandslagen vanaf de N9 naar de kust gebruiken als hoofdontsluiting voor autoverkeer en voor (doodlopende) einden naar recreatieterreinen
Aanbevelingen • De zee zoveel mogelijk onbestemd laten, geen vaste installaties op zee (bv windturbines) • Duinen verbreden (van 100 tot 500 m.) om de natuur- en recreatieve waarde te vergroten in combinatie met waterberging en buffering van zoetwaterkwel • Indien landinwaartse duinverbreding niet direct mogelijk is, dan planologisch ruimte reserveren ter verbreding van het duin ten behoeve van natuur, wonen en recreatie • Een aantrekkelijke recreatieve route ontwikkelen op het tracé van de Duinweg (doorgaand autoverkeer beperken en ruimte te creeën voor andere functies, wel rekening houden met grote landbouwmachines) • Duinverbreding aan de polderzijde koppelen met ontwikkeling van binnenduinvegetatie zodat de natuurwaarde, de recreatieve mogelijkheden en de waterkwaliteit in het gebied verbeteren. In deze zone kunnen plaatselijk ook landgoederen ontwikkeld worden • Parkeerterreinen in deze binnenduinvegetatie opnemen. • Marina Petten geeft een coupure in het ecologische kerngebied langs de kust. Tref
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
maatregelen om de nadelen hiervan te minimaliseren • Neem bij de landwaartse ontsluiting van de zeehaven mitigerende maatregelen om de negatieve invloed hiervan op het het open landschap in dit deel van de Zijpe- en Hazepolder te verzachten of op te heffen • Bij de Onderzoekslocatie Petten een infocentrum voor alternatieve energie ontwikkelen in afweging met andere educatieplannen • Geen uitbreiding van windturbines bij de Onderzoekslocatie Petten
55
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
56
topografie 1900
topografie 2005
hoogte
In de eerste instantie ontwikkelde Den Helder zich vooral langs de kust. Duidelijk te zien is de grote ‘tussenruimte’ tussen de liniewal en de forten en de havenstad.
Den Helder heeft zich na 1950 sterk ontwikkeld en is over de oorspronkelijke verdedigingslinie heen gegroeid. Daarnaast is goed te zien dat de haven en de daarbij horende activiteiten verder zeewaarts zijn ontwikkeld.
De Zeedijk en de hoge gebouwen van het Marinecomplex aan de oostkant vormen de hoogste objecten in Den Helder. Opvallend zijn ook de hogere nollen in het zuidelijk deel van de stad
natuur
cultuurhistorie
wonen-werken
De belangrijkste natuurwaarden bevinden zich buitendijks langs de zeedijken en binnendijks bij de fortificaties en liniewal. Daarnaast herbergen de Nollen zowel geomorfogisch als ecologisch belangrijke waarden
De verdegingslinie met de forten vormen een zeer belangrijk cultuurhistorisch element van de stad. Ze tonen de geschiedenis als verdedigingsbolwerk. Daarnaast vormt het Noordhollandsch Kanaal een belangrijk element, Den Helder dankt er voor een groot deel zijn bestaan aan
Er zijn diverse plannen om bestaande woongebieden te renoveren en nieuwe woonwijken te realiseren. De voltooiing van het bedrijventerrein Kooypunt is een belangrijke impuls voor de werkgelegenheid.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.2 Den Helder Beschrijving Den Helder ligt als een bastion in het noordelijkste puntje van het vaste land van Noord-Holland en wordt aan drie kanten door water omgeven. Zowel het Noordhollandsch Kanaal als de N9 eindigen in de havenstad. De geschiedenis van Den Helder begint in de zestiende eeuw als vissers vanuit het nabijgelegen Huisduinen zich meer landinwaarts vestigen in het buurtschap Helder. Den Helder groeit langzaam tot een groter dorp waardoor een eeuw later het economisch zwaartepunt van Huisduinen naar Den Helder is verschoven. De ligging aan zee maakt Den Helder in de negentiende eeuw een logische plaats voor de vestiging van een werf voor de reparatie van oorlogs- en koopvaardijschepen. Het dorp gaat dan een belangrijke rol spelen als oorlogshaven. Op initiatief van de Franse keizer Napoleon, en later voortgezet door de Nederlandse Koning Willem I, worden de Rijkswerf Willemsoord en een aantal forten (de Stelling van Den Helder) gebouwd. Zo groeit Den Helder uit tot een logische vestigingsplaats voor de Koninklijke Marine, en ontwikkelt zich zowel tot een vesting- als een havenstad. Het oude centrum ligt ingeklemd tussen de diverse wallen en forten uit de 19e eeuw. In de tweede helft van twintigste eeuw is men over deze grens gaan bouwen. In eerste instantie zijn de schootsvelden open gebleven, later zijn nieuwe functies in deze ruimten geplaatst. De stad heeft drie entrees over de weg: De weg langs het Noordhollandsch Kanaal, de Nieuwe Weg en de Zanddijk. De N250 langs het kanaal wordt omgeven door verwilderde beplanting, bomen met struweel.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
De Nieuwe Weg, een ‘groene vinger’ die midden door Polder Het Koegras gaat, vormt de relatie tussen de stad en het buitengebied. Geheel aan de westzijde tegen het duin ligt de Zanddijk. Deze komt informeel slingerend tussen duinbosjes door de stad binnen. Belangrijke economische dragers van de stad zijn de Marine, de zeehaven en de bedrijvigheid rond vliegveld De Kooy. Door de geïsoleerde ligging, de eenzijdige economische structuur en het krimpende defensieapparaat heeft Den Helder extra aandacht nodig. Dit heeft geleid tot diverse ideeën. Zo zijn er plannen geweest om de N9 op te waarderen tot 2x2 rijbanen en om via de A7 een snelwegverbinding te realiseren. Beide plannen zijn niet doorgegaan. Voor het centrum van de stad zijn momenteel diverse herstructureringsplannen gemaakt en er zijn plannen om een havengebonden bedrijventerrein te realiseren nabij De Kooy. Verdere plannen zijn o.a. de uitbreiding van het haventerrein (o.a. door uitplaatsing van het veer Den Helder-Texel) en de voltooiing van het bedrijventerrein Kooypunt. Analyse De N250 vormt de belangrijkste entree van Den Helder. Door de verwilderde beplanting langs de weg ontbreekt een duidelijke structuur en ontstaat een rommelige indruk. Door het ruimtelijk verdichten van de schootsvelden en de ‘groene vinger’ langs de Nieuwe Weg, met bebouwing, sportvelden en beplanting is het karakteristieke beeld van de Stelling van Den Helder niet herkenbaar en is de relatie stad buitengebied vervaagd. De geïsoleerde ligging van Den Helder maakt de stad functioneel en economisch kwetsbaar.
57
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart Den Helder primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen erfbeplanting behouden / ontwikkelen
belangrijke vaarten en sloten behouden / accentueren (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen binnenduinvegetatie ontwikkelen (aanbeveling) agrarisch grondgebruik hoofdzakelijk bollenteelt behouden / ontwikkelen strandslagen N9 - binnenduinrand behouden / verbeteren strandopgang behouden / verbeteren recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) bedrijventerrein ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) enkele landgoederen
(zoeklocatie) verblijfsrecreatie ontwikkelen / reeds in voorbereiding open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden cultuurhistorisch / waterstaatkundig object behouden / accentueren stelling van Den Helder schootsvelden open houden - forten behouden / accentueren
58
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
foto: huidige situatie Nieuwe Weg
Visie • Versterken van de recreatieve functies • Vestingwerken als ruimtelijk identiteit behouden/accentueren • Ruimtelijke identiteit van Den Helder als stad aan de Noordzee, de Waddenzee met de (zee)haven en de Marine, uitdragen/versterken • ‘Entrees’ uit het buitengebied ieder met zijn eigen identiteit tot diep in de stad laten komen, (Nieuwe Weg, N250) • Nieuwe Weg van Doggersvaart tot Middenvliet ruimtelijk versterken door boombeplanting (zie foto) en mogelijkheden voor enkele nieuwe landgoederen bezien • De weg langs het kanaal (N250) als hoofdentree ontwikkelen door de bestaande struweelbeplanting te verwijderen en de weg van een monumentale laanbeplanting te voorzien. Hierbij moet het zicht op het kanaal gehandhaafd/verbeterd worden. • De Nieuwe Weg als groene open ruimte tot aan de vestingwerken herstellen. • De Zanddijk als informele recreatieve route, onderdeel van de duinzoom goed ontwikkelen • Bij nieuwe ontwikkelingen de groene tussenruimten (schootsvelden) veiligstellen • Bestaande en nieuwe terreinen voor verblijfrecreatie goed inpassen in het landschap (niet open en bloot zichtbaar) • Uitbreiding van recreatief netwerk met fiets-, kano- en wandelroutes • Wandel- en fietsdoelen uitbreiden en meer bekendheid geven (museum, landart, vesting, nollenterrein, haventochten, marine, demonstraties) • Het Balgzand recreatief beleefbaar maken met respect voor de kwetsbare natuurwaarden
Aanbevelingen • Groene bufferzone openhouden tussen het Vliegveld De Kooy en het Kooypunt • Stad duidelijker koppelen aan zee; Prins Hendriklaan verlengen met brede trappen over zeedijk, Zeepromenade met paviljoen over de dijk • De directe relatie stad-buitengebied herstellen door de kruising met de Waddenzeestraat aan te passen • Kenmerkende losse stadsdelen handhaven door groene omkadering
foto: streefbeeld Nieuwe Weg Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
59
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
topografie 1900
topografie 2005
hoogte
In 1900 vormde Koegras of Buitenveld nog een kale vlakte met alleen wat agrarische bebouwing langs de hoofdas
Het kenmerkende gridpatroon is nog steeds aanwezig. Julianadorp is sterk gegroeid en vult inmiddels het vierkant tussen de Nieuwe Weg, de Schoolweg en de Callantsogervaart
Polder het Koegras is een voormalige waddenplaat, bestaande uit een zandbodem. Opvallend is de nagenoeg vlakke ligging van de polder, rond NAP.
poldergrid
blauw raamwerk
De hoofdas wordt gevormd door de noordzuid lopende Nieuwe Weg. Loodrecht daarop lopen dwarswegen die de polder in kenmerkende vierkante vakken verdelen.
evenwijdig aan de belangrijkste wegen lopen de belangrijkste watergangen. Deze komen allen uit in het Noordhollandsch Kanaal die zowel zorgdraagt voor de afvoer als de aanvoer van water (rode blokjes geven aan waar water wordt in- of uitgelaten)
bodem zoals zichtbaar bestaat de bodem van de polder volledig uit zand. Dit is afgezet tijdens de vele overstromingen in de vroege middeleeuwen.
60
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.3 Polder Het Koegras Beschrijving Polder Het Koegras ligt tussen de duinenrij Groote Keeten, Huisduinen en het Noordhollandsch Kanaal. De noordzijde van de polder wordt gevormd door de rand van Den Helder en de zuidzijde wordt begrensd door Polder Callantsoog. De zanddijk tussen Groote Keeten en Huisduinen (aangelegd in 1610) vormde de belangrijkste zeekering van het gebied. Het Koegras, een voormalige zandplaat, is drooggelegd in 1818, na de realisatie van het Noordhollandsch Kanaal. Bij de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal werd een oostelijke dijk aangelegd waardoor het Koegras voor de Waddenzee werd beschermd. De polder is opgebouwd uit een gridpatroon met assen op 1500 tot 2000 meter die gevormd worden door de wegen. Deze wegen worden geflankeerd door agrarische bebouwing met erfbeplanting. Het hoofdlint wordt gevormd door de noord-zuid lopend Nieuwe Weg die de polder min of meer in tweeën snijdt. Het zuidelijke deel van deze polder, ‘t Hoekje, heeft een afwijkend verkavelingspatroon, veroorzaakt door de Scheidingsvliet die hier diagonaal door het grid van de polder loopt. Centraal in deze polder ligt Julianadorp. Het dorp is ontstaan op het snijpunt van twee wegen van het grid (Nieuwe Weg en Schoolweg) en beslaat momenteel een van de door het grid gevormde carré’s. Het centrum ligt nog altijd op de oorspronkelijke plaats. Het belangrijkste agrarische gebruik wordt gevormd door de bloembollenteelt. Het benodigde water hiervoor wordt ontrokken aan het Noordhollandsch Kanaal.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Op een aantal plaatsen komen in Polder Het Koegras nollen voor, kleine duinachtige elementen. Deze contrasteren in het vlakke strandpolderlandschap. Langs en gedeeltelijk in de binnenduinrand hebben zich meerdere vestigingen voor verblijfrecreatie ontwikkeld. Toekomstige ontwikkelingen worden gevormd door plannen die te maken hebben met de voorgenomen kustversterking en de toegenomen recreatie. Het beleid is erop gericht om de binnenduinrand zowel recreatief als ecologisch te versterken in het kader van het duinzoomprojekt en om de openheid van het landschap te waarborgen. Bij Julianadorp zijn diverse uitbreidingen gepland zowel richting de duinen als richting het Noordhollandsch Kanaal. Analyse De polder Het Koegras heeft een zeer duidelijke structuur. De verbindingen tussen Julianadorp en Den Helder verdienen meer aandacht. Dit loopt achter bij de stedelijke ontwikkeling van beide kernen zelf. De vormgeving en de inbedding in het landschap van de recreatieterreinen doen zeer willekeurig aan. De recreatieve ontwikkelingen dienen beter te worden gestructureerd en een grotere diversiteit in bezoekers en voorzieningen is gewenst. Door het agrarische gebruik zijn de recreatieve en ecologische mogelijkheden binnen het gebied beperkt. Het recreatieve gebruik in het gebied is eenzijdig en zeer seizoensgebonden.
61
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart Polder Het Koegras primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen erfbeplanting behouden / ontwikkelen
belangrijke vaarten en sloten behouden / accentueren (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen binnenduinvegetatie ontwikkelen (aanbeveling) agrarisch grondgebruik hoofdzakelijk bollenteelt behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik hoofdzakelijk grasland behouden / ontwikkelen strandslagen N9 - binnenduinrand behouden / verbeteren strandopgang behouden / verbeteren recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) wonen ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) wonen in parkachtige omgeving ontwikkelen (zoeklocatie) bedrijventerrein ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) enkele landgoederen
(zoeklocatie) verblijfsrecreatie ontwikkelen / reeds in voorbereiding open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden cultuurhistorisch / waterstaatkundig object behouden / accentueren
62
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
foto: streefbeeld binnenduinvegetatie
Visie buitengebied • Agrarisch karakter handhaven • Een grotere diversifiëring in het gebied, zowel in bewoning als recreatie is gewenst • Behouden karakteristieke openheid • Nieuwe ontwikkelingen inpassen in het vierkante poldergrid • In de waterhuishouding van de polder een scheiding maken tussen ‘schoon- en vuilwater’. Schoonwater, kwelwater benutten voor natuur en recreatie • De binnenduinrand is een belangrijke ecologische verbinding, daarom dient deze ecologisch en recreatief te worden versterkt (o.a. met landgoederen) • Groene buffer en ecologische en recreatieve zone (wandelen, fietsen) tussen de duinen en het Balgkanaal behouden en versterken door stapstenen te ontwikkelen via de Nollen, de Garst en het Balgkanaal • Het agrarisch gebied en bodemgebruik benutten voor recreatieve ontwikkelingen zoals wandelen, fietsen en varen. De recreatieve routes doortrekken naar Groote Keeten en Callantsoog. • Streven naar voorlichting over agrarisch gebruik en mogelijk participatie van recreanten in bedrijven • Vanwege de fraaie openheid géén windturbines in Polder het Koegras situeren
• Verbeteren van openbaar vervoer door verplaatsing van spoorwegstation Den Helder Zuid richting Julianadorp Aanbevelingen • Julianadorp, indien noodzakelijk, uitbreiden tussen de Schoolweg en de Callantsogervaart zodat het poldergrid zo sterk mogelijk gehandhaafd blijft • Nieuwe Weg van Doggersvaart tot Middenvliet ruimtelijk versterken door boombeplanting en mogelijkheden voor enkele nieuwe landgoederen bezien • Groote Keeten en Julianadorp ontsluiten vanaf de N9 (strandslagen) • Het tracé van de Zanddijk autoluw maken voor doorgaand verkeer zodat een recreatieve noordzuidroute ontstaat • Versterk de kwaliteit van de binnenduinrand met binnenduinvegetatie (zie foto) als drager voor natuur, recreatie en buffering van zoetwater • Zorgen voor een goede aansluiting tussen de binnenduinrand en de Noordboog • Vrijkomen agrarische bebouwing herbestemmen voor wonen en mogelijk uitbreiden met bebouwing en beplanting tot nieuw landgoed
Visie Julianadorp • Om een grotere diversifiëring in het woningaanbod te realiseren kan ten noorden van Noorderhaven het bestaande open carré parkachtig ontwikkeld worden met toevoeging van bebouwing op ruime groene kavels
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
63
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
64
topografie 1900
topografie 2005
hoogte
Opvallend is het kleinschalige landschap en de aanwezigheid van kleine binnenduintjes, de zogenaamde nollen.
Zowel Callantsoog als Petten zijn uitgebreid met vakantieterreinen. Het overige gebied is nagenoeg onveranderd
De nollen steken duidelijk boven het omringende maaiveld uit. De nollen hebben hoogte van rond de 2.50 m. + NAP. Het maaiveld ligt rond NAP.
poldergrid
natuur en recreatie
blauw raamwerk
Er is niet echt sprake van een poldergrid. Polder Callantsoog bestaat uit 4 kleinere poldereenheden die ieder hun eigen patroon hebben.
Natuur- (groen) en recreatieterreinen (rood) liggen verspreid over de polder en bepalen voor een groot deel het landschapbeeld
De polder wordt gevoed en watert af via het Noordhollandsch Kanaal. De hoger gelegen middengedeelte watert af op de naastgelegen watergangen.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.4 Polder Callantsoog Beschrijving Polder Callantsoog ligt tussen de duinen van Callantsoog en Petten en de westelijke (zand)dijk van de Zijpe. Het dorp is een van de oudste kernen van het plangebied en is ontstaan op een strandwal. Callantsoog lag in eerste instantie meer westelijk maar is na diverse stormvloeden verschoven naar de huidige positie. De polders rondom Callantsoog zijn gerealiseerd voor de aanleg van de Zijpe. De Zandpolder, de Jewelpolder en de Uitlandsche Polder zijn rond 1550 ontstaan door de aanleg van kleinere dijkjes die hogere duingronden met elkaar verbonden. Na de aanleg van de Zijpe in 1597 heeft het gebied zijn huidige vorm gekregen en zijn de kleinere poldertjes samengevoegd tot Polder Callantsoog. De polder is te vergelijken met strandpolders zoals bij Schoorl en Bergen. Kleine uitlopers van de duinen en kleine duinvormige elementen (nollen) zorgen voor een grillig verkavelingspatroon dat contrasteert met de meer rationele verkaveling van Het Koegras of de Zijpe- en Hazepolder. De grilligheid van waterlopen en dijkjes tonen het oorspronkelijke kweldergebied. De polder heeft een ruimtelijk meer verdichte kern met aan beide zijden een lager gelegen open, vlakke strandvlakte. De met struweel begroeide zanddijk, de Zijperzeedijk, geeft een duidelijke ruimtelijke grens aan de Polder Callantsoog. De recreatieve functies, verblijfsrecreatie, hotels en horeca bepalen tegenwoordig het beeld in Callantsoog. De verblijfsrecreatie heeft zich geconcentreerd op de strandwal. Bij Groote Keeten is
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
een tweede recreatieterrein op de strandvlakte ontstaan. Het zuidelijke deel van de polder grenzend aan het Zwanenwater is voor een deel in beheer als natuurgebied. Naast de plannen met betrekking tot de kustverdediging, zijn de uitbreiding van de recreatie in combinatie met natuur en waterberging (Boskerpark) en de uitbreiding van de natuur (o.a. bufferzone Zwanenwater) belangrijke ontwikkelingen. Analyse De Polder Callantsoog is de kleinste landschappelijke poldereenheid in het plangebied. Door de geomorfologische ondergrond van strandwallen en strandvlakten is het ruimtelijk een zeer gedifferentieerd gebied. De kleinschaligheid contrasteert sterk met de omgeving. De vele incidentele recreatieve ontwikkelingen vragen om een duidelijke nieuwe structuur. Het Zwanenwater en de bijbehorende natuurbeleving worden niet sterk betrokken bij de recreatieve ontwikkeling van het gebied Callantsoog. Visie • Informele karakter, kleinschaligheid behouden. • De contrasten tussen verschillende landschapsvormen (strandwal, strandvlakte, polders) behouden dan wel versterken • Stedelijke en recreatieve ontwikkelingen zoals een uitgebreide alweer voorziening of een flinke uitbreiding van een camping - inbedden in aanwezige of aangebrachte beplanting op de strandwal • Versterkt de samenhang in het landschap tussen Groote Keeten, Boskerpark, strand en Callantsoog • In de waterhuishouding van de polder een
65
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart Callantsoog primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen erfbeplanting behouden / ontwikkelen
primaire zoeklocatie waterberging ontwikkelen (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen binnenduinvegetatie ontwikkelen (aanbeveling) agrarisch grondgebruik hoofdzakelijk grasland behouden en ontwikkelen strandslagen N9 - binnenduinrand behouden / verbeteren strandopgang behouden / verbeteren recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) verblijfsrecreatie ontwikkelen / reeds in voorbereiding open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden zoeklocatie natuurinformatiecentrum Zwanenwater te ontwikkelen
66
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
•
• •
• •
• • • • •
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
scheiding maken tussen ‘schoon- en vuilwater’ Zoveel veel mogelijk ‘schoon water’ benutten voor natuurontwikkeling, daarbij ook de brakke watermileus respecteren zoals het Kooibosch De gehele Zijperzeedijk en de natuurterreinen in de Uitlandsche Polder zijn de basis voor de Noordboog Een waterbuffergebied maken voor de kwel uit het Zwanenwater. De mogelijkheden voor peilverhoging onderzoeken ten noorden van Zuid Schinkeldijk aan weerszijden van de Uitlandse Weg. Hierbij rekening houden met de eisen vanuit de verschillende functies/ gebruik en aspecten veiligheid en waterberging Naast de primaire zoekgebieden voor waterberging ook opties voor alternatieve locaties openhouden Recreatieve aanbod meer differentiëren en uitbreiden mits dit landschappelijk goed kan worden ingepast (manege, ruiterpaden, vaarverbinding met het Noordhollandsch Kanaal) Recreatieve fietspaden veilig maken en voorzien van interessante voorzieningen zoals uitkijkjes en picknicktafels Bebouwing zo mogelijk in (windgeschoren) beplanting opnemen/plaatsen Vanwege de kleinschaligheid géén windturbines in Polder Callantsoog situeren Ecologische en recreatieve relatie verbeteren tussen Zwanenwater en Uitlandsche Polder Goede afweging maken voor de locatie van het toekomstige natuurinformatiecentrum (Botgat of Zwanenwater), vooral de zichtbaarheid van het Zwanenwater daarbij respecteren
Aanbevelingen • Landwaartse verbreding van duinen met binnenduinvegetatie; ook verbinden met de Duinzoom. Niet alleen als verbetering van de kustverdediging maar als drager voor natuur, recreatie en bufferen van zoetwater • De Duinweg autoluw maken • Callantsoog en Groote Keeten ontsluiten vanaf het Noordhollandsch Kanaal met strandslag; via ’t Zand en Oosterweg • Parkeren strandbezoekers informeel op open grasverhardig, op tracé Duinweg zo mogelijk in nieuw binnen duinrandvegetatie • Laanbeplanting toepassen langs de Abbestede Weg en de Oosterweg toepassen zodat het contrast tussen de hogere en lagere gronden wordt vergroot en de diagonale richting van de polder wordt geaccentueerd • Recreatieve fietspaden informeel, geen asfalt of beton maar halfverharding (schelpen). Fietspaden ook veilig maken en voorzien van interessante voorzieningen zoals uitkijkjes en picknicktafels • Ontwikkeling van een natuurinformatiecentrum bij het Zwanenwater op het snijpunt van het Zwanenwater, de Uitlandsche Polder en Zijpe- en Hazepolder • Het te ontwikkelen natuurinformatiecentrum ontsluiten vanaf de N9 via de Stolperweg • De Zuid Schinkeldijk, de weg tussen de twee natuurgebieden, autoluw maken als de mogelijkheden hiervoor aandienen
67
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
68
topografie 1900
topografie 2005
hoogtelgging
Opvallend zijn de vele groene elementen / landgoederen in de polder en de reeds duidelijke indeling
Alleen ‘t Zand, Schagerbrug en Sint Maartensvlotbrug zijn qua bebouwing sterk gegroeid. Daarnaast zijn er recreatieterreinen langs de duinrand bijgekomen en is het kanaal Stolpen-Schagen aangelegd.
de polder loopt van het westen (NAP) langzaamaf naar het oosten (1.00 - NAP). De voormalige waddenplaat en de grens tussen zand en zavel is goed zichtbaar.
poldergrid
blauw raamwerk
cultuurhistorie
het grid wordt gevormd door de noordzuidassen en de dwarswegen. Hierbij zijn de noordzuidassen duidelijk dominant. Op de kruisingen liggen de bebouwingskernen
Het Noordhollands Kanaal, het Kanaal Stolpen-Schagen en de Groote Sloot vormen de hoofdwatergangen. De westzijde van de polder staat in verbinding met het NH-Kanaal en de oostzijde met de Groote Sloot
Naast het kavelpatroon zijn ook het Noordhollandsch Kanaal en de kenmerkende vlotbruggen belangrijke cultuurhistorische elementen. Dit geldt ook voor groenelementen zoals eendenkooien en landgoederen
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.5 De Zijpe- en Hazepolder Beschrijving De Zijpe- en Hazepolder, aangelegd in 1597, wordt begrensd door de zanddijk langs het Zwanenwater (west), de Zijperzeedijk (noord), de Westfriesche Zeedijk (oost) en de Schoorlse Zeedijk (zuid). De polder kenmerkt zich door de rationele verkaveling met een noord-zuid gerichte hoofdstructuur die meebuigt met de richting van de Westfriesche Zeedijk. Deze structuurlijnen, gevormd door de Westerduinweg, de Belkmerweg, de Ruigeweg en de Groote Sloot hebben ieder hun eigen identiteit. Langs de Westerduinweg, gelegen langs de binnenduinrand is nagenoeg geen bebouwing aanwezig waardoor de overgang tussen de duinrand en het vlakke agrarische gebied zeer scherp is. De Belkmerweg is een gedeeltelijk beplante polderweg met aan weerszijden (stolp-)boerderijen die soms van erfbeplanting zijn voorzien. De Ruigeweg is voor een groot deel aan weerszijden van een brede beplantingsstrook voorzien. De erven zijn in deze beplanting opgenomen. Enkele voormalige ‘buitens’, zoals ‘t Ananas en Boszicht, flankeren de weg. De Groote Sloot wordt aan weerszijde geflankeerd door een weg met laanbeplanting, boerderijen en herenhuizen. De watergang van Zijpersluis tot Oudesluis is de meest markante lijn van de polder en zorgt tevens voor de ontwatering van het oostelijke deel van het gebied. Bij Zijpersluis staat de Groote Sloot in verbinding met het Noordhollandsch Kanaal. Naast de noordzuidlinten lopen er ook oost-westelijke dwarswegen door de polder. Op de knooppunten tussen de linten en de dwarswegen en
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
bij de passages over het kanaal zijn kleine kernen ontstaan. In deze kernen bevinden zich de voorzieningen zoals kerk, kroeg, school en bakker of de supermarkt. In de loop der tijd hebben deze kernen zich verder ontwikkeld. Zoals Schagerbrug, Sint Maartensbrug en in mindere mate Burgerbrug. Langs de binnenduinrand, ter hoogte van Sint Maartenszee en bij Petten neemt het recreatieve gebruik een belangrijke plaats in. Meerdere recreatieterreinen bepalen het landschappelijke beeld. Het Noordhollandsch Kanaal (van begin 19de eeuw) volgt de verkaveling tot halverwege de polder. Ter hoogte van De Stolpen buigt het kanaal naar het noorden richting Den Helder. Langs het kanaal liggen slechts een beperkt aantal erven. Waar de dwarswegen het kanaal kruisen vormen de, voor deze vaarroute zo karakteristieke, vlotbruggen de oeververbinding. De belangrijkste kern in het gebied is ’t Zand, deze plaats heeft zich ontwikkeld op de kruising van de Groote Weg en de Keinsmerweg met het kanaal. ‘t Zand is zowel in noordelijke als oostelijk richting gegroeid. De N9 is in 1989 om ’t Zand heen gelegd zodat het doorgaande verkeer niet meer door het kanaaldorp gaat. Verder is het tracébesluit over de wegomlegging van de N9 bij de Stolpen van belang. Door deze ingreep zal het landschap in de driehoek De Stolpen, de Belkmerweg en de Stolperweg aanzienlijk wijzigen. Er bestaan plannen in deze driehoek tussen de omlegging en de de Belkmerweg (langs de Belkmerweg) enkele (bedrijfs)verplaatsingen te realiseren en mogelijk een ijsbaan aan te leggen. Centraal in de polder, op de kruising van het dwarslint en het Noordhollandsch Kanaal, in Sint Maartensvlotbrug, is de voor de historie van het gebied zo karakteristieke melkfabriek herkenbaar.
69
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart Zijpe- en Hazepolder primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen erfbeplanting behouden / ontwikkelen singelbeplanting (Ruigeweg) behouden / ontwikkelen
belangrijk water (kanaal, vaarten, sloten) behouden / accentueren / ontwikkelen primair zoekgebied waterberging ontwikkelen (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen binnenduinvegetatie ontwikkelen (aanbeveling) agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk bollenteelt behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk grasland behouden / ontwikkelen strandslagen N9 - binnenduinrand behouden / verbeteren strandopgang behouden / verbeteren recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen op te lossen knelpunt (in recreatief en ecologisch verkeer) (zoeklocatie) wonen ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) bedrijventerrein ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) enkele landgoederen
(zoeklocatie) verblijfsrecreatie ontwikkelen / reeds in voorbereiding open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden kenmerkende polderentree behouden / accentueren cultuurhistorisch / waterstaatkundig object behouden / accentueren zoeklocatie natuurinformatiecentrum Zwanenwater te ontwikkelen
70
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden Er bestaan plannen om in combinatie met een versterking van de Zeewering bij Petten een zeehaven voor de recreatievaart te realiseren (Marina Petten). Dit projekt zal dan tevens ruimte moeten bieden aan woningbouw en aan recreatieve voorzieningen. Analyse De Zijpe-en Hazepolder kenmerkt zich door zijn duidelijke lineaire structuur van gestrekte open ruimten en bebouwde linten. Het Noordhollandsch Kanaal versterkt deze structuur extra. De dijken, het ontwateringsysteem, de molens en sluizen tonen het polderlandschap. De dijkovergangen zijn steil en duidelijk. Op meerdere plaatsen ligt op de dijk een versporing van het wegtracé doordat de wegen in de aangrenzende polders niet in het verlengde liggen van de wegen in de Zijpe- en Hazepolder. De dijkpassages ter hoogte van het kanaal in combinatie met aangrenzende weg is door nieuwe ontwikkelingen minder duidelijk; bedrijven en opgaande beplanting nivelleren het karakteristieke beeld. Het agrarisch grondgebruik, bollenteelt, is het belangrijkste bodemgebruik en bepalend voor het landschapsbeeld. De voorzieningen liggen voor een belangrijk deel langs de dwarslinten. Doordat hier verschillende functies zijn - en nog zullen komen - ontstaat een rommelig beeld. Uitgezonderd de recreatieterreinen zijn de recreatieve voorzieningen beperkt. Visie • Openheid veiligstellen • Lineaire ontsluiting met bebouwing en de open ruimte tussen de linten behouden • Karakteristieke verschillen tussen de vier noord-zuid linten handhaven/accentueren
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
• Agrarisch grondgebruik handhaven en stimuleren dat het verschil in gebruik (west bollen - oost grasland) behouden blijft • Zijperzeedijk gebruiken voor doorgaande recreatieve en ecologische verbinding door deze verbinding openbaar toegankelijk te houden • Knelpunt ter hoogte van het kanaal oplossen door toepassen van een draaibare vlotbrug met ecologische voorzieningen, daarbij zorgdragen dat de recreanten/passanten het Mosselwiel niet verstoren • Dijken en dijkvoeten opnemen in ecologisch en recreatief netwerk • Naast de primaire zoekgebieden voor waterberging ook opties voor alternatieve locaties openhouden • De sluizen in het Noordhollandsch Kanaal als landschappelijk monument erkennen • Het bedrijventerrein bij ‘t Zand op voldoende afstand van de dijk ontwikkelen • Karakteristieke stolpboerderijen beschermen en erfbeplanting herstellen • Bebouwing met een agrarisch verleden behouden en herbestemmen (melkfabriek Sint Maartensvlotbrug) • Vrijstaande bebouwing voorzien van (windgeschoren) beplanting • Ontwikkelen van ecologische stapstenen als ecologische verbinding oude land - duinen. • Ontwikkeling van nieuwe, deels toegankelijke, landgoederen aan de noordzuidlinten mogelijk maken, mede ter ondersteuning van ecologische verbindingen • Als referentiebeeld voor landgoederen gelden royaal beplante erven met voldoende onderlinge afstand in verband met de dwarsdoorzichten.
• Mogelijkheid onderzoeken om landgoederen te realiseren op terreinen van vrijkomende agrarische bebouwing • Eventuele nieuwe landgoederen kunnen vrijkomende agrarische bebouwing opwaarderen maar mogen de openheid niet aantasten • De dwarslinten alleen bij de kruisingen met noordzuidlinten ruimtelijk verdichten. • Molens, gemalen en sluizen goed herkenbaar maken/houden • Restrictief beleid met nieuwe plannen voor windturbines • De graslanden langs de Westfriese Omringdijk behouden en het zicht op de dijk waarborgen Aanbevelingen • Westerduinweg autoluw maken en tracé gebruiken als fietsroute en parkeerstrook • Binnenduinrandvegetatie ontwikkelen langs de duinzoom als drager voor natuur, recreatie en bufferen van zoetwater • De St. Maartensweg van een transparante laanbeplanting voorzien (els of abeel) • Recreatieve mogelijkheden uitbreiden door publiek infocentrum voor Energie en Milieu op het terrein van Onderzoek Locatie Petten • Waterberging/-buffering in het laaggelegen zuidelijke deel van de polder (langs dijkvoet) • Kruising Zijperzeedijk en Schoorlse Zeedijk landschappelijk accentueren door zo mogelijk bestaande functies te verplaatsen en dan storende beplanting te verwijderen • Marina Petten ontsluiten vanaf het kanaal en de N9 via een tunnel onder deze ontsluiting laten doorgaan. Alleen bebouwing langs deze ontsluitingsweg ter hoogte van de dwarslinten
71
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
72
topografie 1900
topografie 2005
Hoogteligging
De westpolder is in 1900 net 50 jaar oud. De meeste wegen zijn reeds aangelegd. De bebouwing in geconcentreerd bij het Oude Veer en langs de hoofdvaarten.
De bebouwing is vooral ontwikkeld langs het spoor. Breezand en Anna Paulowna zijn enorm gegroeid. Daarnaast is ook de agrarische bebouwing sterk ontwikkeld, vooral door de opkomst van de bloembollenteelt
De westpolder loop af van west (NAP) naar oost (1.00 - NAP). Het laaste punt ligt bij van Ewijcksluis (2.00 - NAP)
bodem
poldergrid
blauw raamwerk
De bodem bestaat vooral uit zand, opvallend zijn de kreken en de afwijkende bodem in het noordoosten (zavel en veenresten).
het kavelpatroon is west-oost gericht. Opvallend zijn de slingerende noordzuid wegen zoals de Middenweg en de Schorweg.
Water wordt vanaf het Noordhollands Kanaal en/of het Oude Veer ingelaten. De uitlaten liggen bij Van Ewijcksluis (Balgzandkanaal) en Anna Paulowna
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.6 Anna Paulowna - westpolder Beschrijving De Anna Paulownapolder (1847) is de ‘jongste’ polder in het plangebied en is verdeeld in een west- en een oostpolder. De westpolder is een uitloper van de zandplaat van Polder Het Koegras en ligt tussen het Noordhollandsch Kanaal en het Hoge en Lage Oude Veer. Deze polder heeft in tegenstelling tot de andere polders in de Noordkop een dominante oost-west verkaveling. De as van de polder wordt gevormd door de Molenvaart, met aan beide zijden laanbeplanting en bebouwing. Meerdere buurtschappen, als de Gelderse Buurt, de Spoorbuurt en de grootste kern Anna Paulowna hebben zich langs deze as ontwikkeld. Het lint is dicht bebouwd met kleine woningen en kleinere en grotere agrarische bedrijven. De kern Anna Paulowna heeft zich het sterkst ontwikkeld, hier zijn vele slagen achter de oorspronkelijke lintbebouwing gemaakt. Het visuele centrum, het raadhuis en de kerk, ligt aan de ter plekke gedempte Molenvaart. Evenwijdig aan het boven genoemde lint langs de Molenvaart liggen de meeste ontginningsassen/ ontsluitingswegen. Haaks op deze ontginningsassen liggen in noord-zuidelijke richting de Schorweg, de Zandvaart en de Middenweg. Opvallend is de Middenweg, ontstaan langs een oude kreek, die sterk contrasteert zowel in vorm als richting met de rechtlijnige oost-westontsluiting. De Molenvaart en de Zandvaart, voorheen belangrijke waterverbindingen, hebben tegenwoordig alleen nog een visuele en een waterhuishoudkundige functie. Breezand heeft zich in eerste instantie langs de Zandvaart ontwikkeld. De brug in het centrum
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
in de bocht van Zandvaart, de driesprong van wegen, is zeer beeldbepalend voor het dorp. Opvallend in de westpolder zijn de sterk verdichte linten met woningen en bedrijven, veroorzaakt door de arbeidsintensieve tuinbouw en de bollenteelt. De bollenschuren zijn groot voor de schaal en de maat van dit landschap. De spoorbaan Alkmaar- Den Helder ligt min of meer op gelijke hoogte met het aangrenzende maaiveld. Anna Paulowna heeft een eigen station. De N99 is de belangrijkste verbinding op de rand van deze polder. Deze weg heeft een uitzonderlijk karakter door zijn ligging langs het Balgzandkanaal tussen twee dijken: De buitenkant van de oude zeedijk en de binnenzijde van de nieuwe zeedijk. Tussen de weg en de oude zeedijk staat een bomen-/struweelbeplanting. In de toekomst wordt voorzien in een agrarisch centrum voor bloembollen bij Anna Paulowna, als onder van Kruiswijk III. Verder leven er in de gemeente Den Helder ideeën om in de noordwesthoek van de polder een havengebonden bedrijventerrein te realiseren welke in verbinding staat met het Noordhollandsch Kanaal. Analyse De tuinbouw en nu de bloembollenteelt zijn de agrarische dragers van het gebied. De westpolder is dicht verkaveld langs de beide hoofdassen. De watergangen zijn met hun bebouwingslinten structurerend voor de ruimtelijke identiteit van het gebied. Vaarten zijn een belangrijke bouwsteen van het polderlandschap. De identiteit van water, in het bijzonder van vaarten, wordt gevormd door het doorgaande karakter. Doorgaande watergangen verhogen de leesbaarheid van het landschap.
73
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart westpolder primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen erfbeplanting behouden / ontwikkelen
belangrijk water (kanaal, vaarten, sloten) behouden / accentueren / ontwikkelen voormalige wadgeulen behouden / accentueren primair zoekgebied waterberging ontwikkelen (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk bollenteelt behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk grasland behouden / ontwikkelen recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) wonen ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) bedrijventerrein ontwikkelen / reeds in voorbereiding (zoeklocatie) enkele landgoederen
open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden cultuurhistorisch / waterstaatkundig object behouden / accentueren
74
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
afbeelding: streefbeeld landgoed
Visie • Het contrast tussen meer gesloten linten en open tussengebieden handhaven • Karakteristieke bouw langs vaarten handhaven • Vaarten handhaven en mogelijk het karakter van de vaarten terug laten komen bij nieuwe ontwikkelingen • Geen vaarten afdammen of dempen en geen bruggen vervangen door dammen • Naast de primaire zoekgebieden voor waterberging ook opties voor alternatieve locaties openhouden • Noordzuidrichting landschappelijk accentueren door groenblauwe functies toe te passen • Natuurontwikkeling langs Zijperzeedijk; Noordboog (groen voor rood) • Oude kreekresten en zwinnen herstellen/ hergraven en landschappelijk accentueren. Dit eventueel combineren met waterberging, maar met behoud van openheid en de omliggende agrarische functie • De oevers van het Oude Veer benutten als snoer voor natuurontwikkeling • De polder heeft recreatieve potenties op basis van de bestaande karakteristieke elementen als kreekgebieden en wadgeulen, streef hierbij robuuste oplossingen na • Het Balgzand recreatief beleefbaar maken met respect voor de kwetsbare natuurwaarden (bijvoorbeeld bij van Ewijcksluis)
Breezand weer herstellen • Waar dammen de plaats van bruggen hebben ingenomen, de bruggen terugbrengen • De beleving van de oude zeedijk langs de N99 accentueren door beplanting tussen de weg en de dijk te verwijderen en ecologische waarde compenseren door het Balgkanaal aan de binnenzijde van de dijk ecologisch te versterken • De identiteit de westpolder als agrarisch gebied met Breezand als bollencentrum versterken • Nieuwe landgoederen langs Boermansweg, tussen de Boermansweg en Boermanszwin, ter ondersteuning van de ecologische ontwikkeling langs de Zijperzeedijk en het Boermanszwin • Natuurbouw in combinatie met landgoederen langs Boermansweg • Natuurontwikkeling langs het Balgkanaal in combinatie met waterberging en nieuwe landgoederen • Windturbines alleen aan de binnenzijde van de dijk langs het Noordhollandsch Kanaal
Aanbevelingen • Van Ewijcksluis herinrichten. Zicht op het Oude Veer vergroten. Restant spoordijk verwijderen • De Molenvaart in Anna Paulowna en de watergang bij de spoorwegovergang in
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
75
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
76
topografie 1900
topografie 2005
hoogte
De oostpolder is in 1900 net 50 jaar oud. De meeste wegen zijn reeds aangelegd. Opvallend zijn de kreekresten.
behoudens het dempen van een kreek en de plaatsing van windturbines (langs de Noorddijk) is er weinig veranderd.
De polder ligt nagenoeg vlak (1 tot 1.5 m. minus NAP). In de hoogtekaart zijn wel de kreken zichtbaar, deze liggen ongeveer 50 cm lager dan het omringende maaiveld.
bodem
poldergrid
Blauw raamwerk
Naast zavel / klei bevinden zich in de bodem ook veenresten afkomstig van de oude kreken en wadgeulen. Opvallend is ook de veenstrook langs de oostzijde
de polderstructuur is noordzuid georienteerd. Enkel de doorgaande Kerkweg en de Kruisweg wijken daar van af.
Het Oude Veer vormt zowel de wateraan- als afvoer van de oostpolder. Het oostelijke deel watert af op het Amstelmeer en het westelijk deel op het Oude Veer.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.7 Anna Paulowna - oostpolder Beschrijving Het oostelijk deel van Anna Paulownapolder, de oostpolder, ligt ten oosten van het Oude Veer. De polder wordt begrensd door de Amsteldijk in het Noorden, de Oostdijk in het oosten en De Boezem langs de Noorddijk van de Wieringerwaard in het zuiden. De polder wordt aan de westzijde begrensd door het Lage en Hooge Oude Veer, de Kneeskade en de Noordwesterdijk van de Wieringerwaard. De inpoldering van de oostpolder verliep zeer moeizaam. In eerste instantie moest een dijk langs het Oude Veer worden gegraven. De benodigde grond hiervoor werd in de westpolder langs het Noordhollandsch Kanaal gewonnen. Om deze grond te transporteren werd de Molenvaart gegraven in de richting van het Oude Veer. De bedijking van de oostpolder kwam in 1846 gereed. De inpoldering van de Wieringermeer in 1932 heeft ervoor gezorgd dat de oostpolder bijna volledig is omgeven door land. Alleen de Amsteldijk langs het Amstelmeer heeft nog een primaire waterkerende functie. Landschappelijk gezien heeft de oostpolder een ander karakter dan de westpolder. Het gebied is zeer open en grootschalig en heeft slechts enkele noord-zuid georiënteerde wegen. De linten zijn zeer ijl bebouwd en vormen geen bebouwingslint zoals in de westpolder. De smalle polderwegen worden plaatselijk begeleid door door de westenwind vervormde bomen. Verdere kenmerken voor de oostpolder zijn de verkeersloze dijken, met uitzondering van Kneeskade langs het Hoge Veer en langs de Amsteldijk. Doordat deze polder na de Anna Paulownapolder West en de Wieringerwaard gerealiseerd is, zijn
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
in deze polder geen woonkernen aanwezig. De kernen in beide aangrenzende polders verzorgen het voorzieningenpakket. In de oostpolder liggen nog enkele restanten van kreeksystemen. Bij Anna Paulowna ligt het Razend Zwin aan het Oude Veer en in de noordoosthoek ligt het Lotmeer. Het noordelijk gedeelte van het Lotmeer is gedempt. Hier bevindt zich momenteel een composteerbedrijf. In het zuiden van de polder langs de Westdijk, op de grens met de Wieringerwaard staan windturbines in een lijn opstelling. Analyse De oostpolder is een gave polder met een duidelijke structuur. Door zijn ligging is het gebied vrij geïsoleerd en heerst er alle rust. De boerderijen langs de wegen staan op vrij grote afstand van elkaar. De wegbeplanting vertoont een gefragmenteerd beeld. Visie • Openheid behouden • Gemalen, molens en sluizen herkenbaar houden en eventueel accentueren • Ruimte, leegte, stilte en duisternis als positieve waarden handhaven • Agrarisch grondgebruik zoveel mogelijk richten op akkerbouw en open grondteelt zodat de scheiding tussen de westpolder (bloembollen) en de oostpolder wordt geaccentueerd en daarmee ook de scheiding tussen de zand- en kleibodem • Alleen ‘reizende’ bollenteelt toestaan, zonder permanente voorzieningen • Ontwikkelen groen-blauwe raamwerk door dijkzones als ecologische verbindingen verder
77
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart oostpolder primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen
voormalige wadgeulen behouden / accentueren (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk akkerbouw behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk grasland behouden / ontwikkelen recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) enkele landgoederen
open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden markante polderentree behouden / accentueren cultuurhistorisch / waterstaatkundig object behouden / accentueren
78
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden te versterken • Alle oude kreken en zwinnen waar mogelijk - ook gezien draagvlak - robuuster maken door het herstellen van de oorspronkelijke geomorfologische structuur in combinatie met waterberging en natuur • De strook langs de Amstel- en de Oostdijk inrichten voor waterberging/-buffering en natuur (zie kaart 1900 en ook Water Bindt) • Alle omringende dijken als ecosnoer ontwikkelen • Strook langs Lage Oude Veer inrichten voor waterberging en natuur • Het raamwerk gevormd door de wegen ruimtelijk accenturen/ herstellen door het aanbrengen of aanvullen van laanbeplanting • Kwelwater langs de dijken (schoonwater vasthouden) scheiden van ‘agrarische water’. Kwelwater lang vasthouden in de dijkzones en agrarisch water afvoeren via agrarisch gebied • De polder heeft recreatieve potenties op basis van de bestaande karakteristieke elementen en waarden
foto: streefbeeld fietspad op dijk Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
fietspadenplan • Alleen vrijkomende agrarische bebouwing omvormen tot nieuwe landgoederen. Slechts enkele nieuwe landgoederen langs de Lotweg zijn mogelijk om de natuurwaarde van Oostdijk te vergroten
Aanbevelingen • Vanwege de openheid geen windturbines in de oostpolder situeren, de turbines langs de Noordwestdijk op den duur verwijderen • Het oude zwin Lotmeer ontwikkelen tot rusten natuurgebied langs Amsteldijk. Het composteerbedrijf dient op den duur te verdwijnen (essentieel knelpunt) • De oostpolder karakteriseren on ontwikkelen als agrarische ‘natuur- en stiltepolder’ • Bij nieuwbouw en/of herbouw royale erfbeplanting eisen, stimuleren en misschien zelfs subsidiëren. • Oostdijk en Amsteldijk opnemen in een
79
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
topografie 1900
topografie 2005
hoogte
opvallend is de aanwezige duidelijke scheiding tussen de Wieringerwaard en de Waardpolder door het andere kavelpatroon en de Oostdijk
De groei van Wieringerwaard, de kavelgrootte en de verdwenen Oostdijk zijn de belangrijkste veranderingen
De polder ligt nagenoeg vlak (1 tot 1.5 m. minus NAP). Opvallend is de hoger gelegen dijk bij Nieuwesluis (2-3 m. boven NAP).
poldergrid
blauw raamwerk
bebouwing
de polderstructuur wordt bepaald door de hoofdweg, de Zijperweg, daarop lopen haaks enkele polderwegen in noordzuid richtingen.
het hoofdwatersysteem loopt van zuid naar noord en watert af op de Boezem bij Wieringerwaard. Water wordt ingelaten in het zuidelijk deel van de polder (Kolhornerdiep)
De hoofdzakelijk agrarische bebouwing is ijl, alleen langs de hoofdas en bij Nieuwesluis is er sprake van lintbebouwing. Wieringerwaard vormt duidelijk het centrum van de polder.
80
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
7.8 Wieringerwaard De Wieringerwaard (1612) is een aanwaspolder. Hierbij werd een buitendijks stuk land bedijkt en drooggemalen. In 1844 is met de inpoldering van de Waardpolder, ten oosten van de Wieringerwaard, de huidige poldervorm ontstaan. De oude dijk tussen de twee poldereenheden is in 1973 vergraven. Alleen ter hoogte van Nieuwesluis is de dijk nog aanwezig. De Wieringerwaard (inclusief de Waardpolder) wordt begrensd door de Slikkerdijk (west), De Noordwesterdijk (noord), het Waardkanaal (oost) en de Westfriesche Dijk (zuid). De polder wordt omgeven door de Wieringermeerpolder (oostzijde), de oostpolder van de Anna Paulownapolder (noordzijde), de Zijpe- en Hazepolder (westzijde) en het ‘oude land’ achter de Westfriesche Dijk (zuidzijde). De hoofdas van de polder wordt gevormd door de Zijpervaart, die aan beide zijden wordt geflankeerd door wegen met lintbebouwing. Langs de hoofdverbindingen liggen enkele monumentale boerderijen, soms in de vorm van een stolp en op andere plaatsen in de vorm van ware herenhuizen. Haaks op deze ontginningsas liggen twee beplante polderwegen die samen met een tussenweg een centraal gelegen ‘polder-carré’ vormen. De kern Wieringerwaard lag aanvankelijk langs het hoofdlint met de kerk en andere voorzieningen. Na verloop van tijd is de kern naar het noorden toe uitgebreid tot De Boezem, de noordgrens van de polder, langs de weg richting de Anna Paulownapolder. Nieuwesluis, gelegen in de noordoosthoek van de polder, vormde aanvankelijk de grootste bebouwingskern van de Wieringerwaard. Het dankte
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
zijn bestaan aan een haven en een sluis waarmee de Zuiderzee kon worden bereikt. Tegenwoordig is het een dijkdorp, gelegen langs de oude grens tussen de Waardpolder en de Wieringerwaard. Onlangs is de eerste fase van het plan De Hoop afgerond, waarbij 55 huizen zijn gebouwd. Er zijn plannen voor de nieuwbouw van nog 200 woningen in combinatie met de ontwikkeling van een golfbaan en een jachthaven in het gebied ten noorden en oosten van het dorp Wieringerwaard tussen De Boezem en Nieuwesluis. Analyse De Wieringerwaard is landschappelijk gezien een fraaie polder. Akkerbouw is de belangrijkste agrarische functie in het gebied. De bebouwingslinten en vaarten zijn nog duidelijk aanwezig. Boerderijen met monumentale herenhuizen liggen verscholen in de gevarieerde bebouwingslinten. Recreatieve voorzieningen zijn nauwelijks aanwezig. De brede dijken met kwelzones bieden mogelijkheden voor ecologische ontwikkelingen. Storend in de polder en vooral in de kern Wieringerwaard is het doorgaande verkeer richting Anna Paulowna en Den Helder. Visie • Het contrast tussen de linten en de open tussengebieden dient te worden gehandhaafd • De vaarten tussen de bebouwingslinten zijn karakteristiek en moeten gehandhaafd blijven • Ruimte, leegte, stilte en duisternis als positieve waarden handhaven • Geen water dempen en geen bruggen door dammen vervangen. • Karakteristieke polderelementen handhaven.
81
Hoofdstuk 7: Deelgebieden
Visiekaart Wieringerwaard primaire boomstructuur (inclusief erven) behouden / ontwikkelen
belangrijk water (vaarten, sloten) behouden / accentueren (droog) grasland - dijkvoeten behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk akkerbouw behouden / ontwikkelen agrarisch grondgebruik - hoofdzakelijk grasland behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) wonen ontwikkelen / reeds in voorbereiding recreatieve paden (voet- en/of fietspaden) behouden / ontwikkelen (zoeklocatie) enkele landgoederen
open (agrarisch) gebied karakteristieke openheid behouden markante polderentree behouden / accentueren cultuurhistorisch / waterstaatkundig object behouden / accentueren
82
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Hoofdstuk 7: Deelgebieden • Natuurontwikkeling langs dijken • Alleen stedelijke ontwikkeling door uitbreiding van Wieringerwaard (eigen opvang) • Het raamwerk gevormd door de wegen ruimtelijk accentueren/ herstellen door het aanbrengen van laanbeplanting langs wegen • De Kwelsloot langs de Slikkerdijk en de strook tussen de voormalige Vorstkade en de dijk langs het Waardkanaal gebruiken voor waterbuffering (ecologische inrichting) • Water in de kwelzones langs de Oostdijk en de Slikkerdijk (schoonwater vasthouden) scheiden van agrarisch water.
Oosterdijk, herinrichten als rereatieve en ecologische zone zodat de scheiding tussen beide polders weer zichtbaar wordt. • De dijkdoorsnijding bij de De Drie Molens; schotten zichtbaar opstellen en een infobord over de polder en oude spoorlijn realiseren.
Aanbevelingen • Vanwege de openheid en het gave agrarische landschap geen windturbines in de Wieringerwaard situeren en de Waardpolder. Bestaande turbines op de voormalige grens tussen de beide polders dienen op den duur te verdwijnen • Bestaande dammen zoveel mogelijk vervangen door bruggen • Alleen vrijkomende agrarische bebouwing omvormen tot nieuwe landgoederen, met uitzondering van buitenschalige schuren. • Enkele nieuwe landgoederen langs de Hoofd weg in de Waardpolder om hiermee de natuurwaarde van Oostdijk langs het Waardkanaal te vergroten. De landgoederen mogen de karakteristieke openheid niet aantasten. • Vermijd gebiedsvreemde recreatieve ontwikkelingen als bijvoorbeeld een golfbaan in deze gave en van oudsher agrarische polder. • Het oude tracé van de vergraven dijk tussen Wieringerwaard en de Waardpolder, de
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
83
Verantwoording
84
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
III Verantwoording Literatuurlijst Overzicht van de gebruikte literatuur en overige informatiebronnen.
Toelichting bij de foto’s Overzicht en toelichting van de foto’s die de tekst begeleiden.
Bijlagen Enkele bijlagen die als achtergrondinformatie kunnen worden geraadpleegd.
Verantwoording
Literatuurlijst Rijksoverheid Nota Ruimte, Ruimte voor ontwikkeling Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ, mei 2004 Nota Mobiliteit, naar een betrouwbaar en voorspelbare bereikbaarheid Ministerie van Verkeer en Waterstaat, september 2004 Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw Ministerie van Verkeer en Waterstaat, december 2000 Belvédère, beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting ministeries VROM, LNV, VenW en OCenW, juli 1999 Natuur voor mensen, mensen voor natuur, Nota natuur, bos en landschap Ministerie Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, juli 2000
Inspiratie voor kwaliteit: Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord. Provincie Noord-Holland, 2005. Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord, Ontwikkelen met kwaliteit: Ruimtelijke samenhang op uitvoering gericht (Streekplan) Provincie Noord-Holland, 2005. Robuuste verbinding Noordboog, Bureau Waardenburg i.o.v. provincie Noord-Holland en landschap Noord-Holland, 2005 Nadere verkenning Noordboog-west Provincie Noord-Holland i.s.m. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, LTONoord, Landschap Noord-Holland, 2005 Gebiedsplan Kop en Westfriesland (begrenzingen programma beheer) provincie Noord-Holland, 2001
Gemeenten
Ecologische verbindingszones in de gemeente Zijpe, aanzet tot interactieve planvorming Dienst Landelijk Gebied, juni 2003
Beeldkwaliteitsplan Buitengebied, concept Anna Paulowna, juni 2006
Landschapsplan N9 Kees Hund T&L Architect i.o.v. Rijkswaterstaat Noord-Holland, november 2006
Toekomstvisie 2015 ‘Leefbare ruimte’ Anna Paulowna, september 2001
Advies Landschapsplan omlegging N9 - De Stolpen Kees Hund T&L Architect i.o.v. Rijkswaterstaat Noord-Holland, mei 2006
Bestemmingsplan Garnekuul-Noord Gemeente Zijpe, 1997
Provincie Noord-Holland
Bestemmingsplan Buitengebied, inclusief tweede herziening, Gemeente Zijpe, 1989
Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie Noord-Holland, Provincie Noord-Holland, april 2006 Landschap en cultuurhistorie als inspiratie, ontwerpen met landschap en cultuurhistorie in Noord-Holland Noord, Bosch en Slabbers i.o.v. provincie Noord-Holland, 2005 Noord-Holland, Natuurlijk! Nota Natuurbeleid 2005 Provincie Noord-Holland, 2005.
Windbeleid gemeente Zijpe, conceptrapport Gemeente Zijpe, september 2005 Beeldkwaliteitsplan Callantsoog en Groote Keeten, concept Gemeente Zijpe, 2006 Beeldkwaliteitsplan ‘t Zand, Gemeente Zijpe, 2006 Lokale bedrijventerreinenvisie Gemeente Zijpe, 2006
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
87
Verantwoording Lokale woonvisie Gemeente Zijpe, 2005
Raamplan bescherming tegen wateroverlast Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, oktober 2005
Toekomstvisie 2015 Gemeente Zijpe, 2005
Atlas natuurgebieden Den Helder J.K. Schendelaar i.o.v. gemeente Den Helder, september 1995
Kuststrook, Integrale Ruimtelijke Visie Gemeente Zijpe, 1997
Zee van Land: De droogmakerij als atlas van de Hollandse landschapsarchitectuur Reh, W., Steenbergen, C., Aten, D.,
Bestemmingsplan Buitengebied, Gemeente Den Helder, 1980
Westelijk van de Knardijk, inrichting van Zuidelijk Flevoland 1968-1996 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie IJsselmeergebied, 1996
Waterbreed, waterplan Den Helder Gemeente Den Helder i.s.m. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, juli 2005
Er zit meer in het Oude Veer Brochure Milieufederatie Noord-Holland, 2006
Structuurplan Julianadorp, concept, Gemeente Den Helder, januari 2006
Overigen Toetsingkader vrijkomende agrarische bebouwing Gewest Kop van Noord-Holland, november 2003 Marina Petten, unieke parel van de Noord-Hollandse kust, Nederlandse Zeehaven Maatschappij, Grontmij Nederland bv, november 2005 Structuurplan Wieringerrandmeer, versie Gemeente Wieringen BügelHajema adviseurs, oktober 2006 Toekomst agrarische bedrijfsvoering oostpolder, Grontmij, DLV adviesgroep, juni 2002 Agrarische structuurverbetering Kop van Noord-Holland, fase 1: Zijpe Stivas, LTO-noord, februari 2006 Agrarische structuurverbetering Kop van Noord-Holland, fase 2: Anna Paulowna Stivas, LTO-noord, augustus 2006 Water Bindt, projektnota en uitvoeringsplan Ecologische verbindingszones Amstelmeergebied, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, provincie Noord-Holland, Waterschap Hollands Kroon, maart 2001
88
Topografische kaarten nummer 14b, 14D, 14E, 14G, schaal 1:25.000, uitgave 2002 Topografische dienst Bodemkaart van Nederland, bladnummer 14west en 14oost, schaal 1:50.000, uitgave 1979 Stichting Bodemkartering Geomorfoligische kaart Nederland, bladnummer 14, schaal 1:50.000, uitgave 1986 Stichting Bodemkartering
Geraadpleegde websites www2.minlnv.nl www.noordholland.nl www.landschapnoordholland.nl www.zijpe.nl www.denhelder.nl www.annapaulowna.nl www.nieuwekaart.nl www.hhnk.nl www.kopenmunt.nl www.earth.google.com www.natuurinformatie.nl www.hvanzijl.nl/nhdijken.htm home.hccnet.nl/th.bakker/polders_op_datum.htm
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Verantwoording
Toelichting bij de foto’s Dit overzicht van de foto’s die in het rapport zijn gebruikt, geeft per bladzijde een beknopte toelichting bij de betreffende foto. Het corresponderende nummer is gerelateerd aan de positie van de foto, deze zijn genummerd van boven (nummer 1) naar onder (nummer 4). De meeste foto’s zijn gemaakt door Bureau Kees Hund, is dit niet het geval dan is de betreffende bron vermeld. bladzijde 12 Zijperzeedijk ten noorden van ‘t Zand
bladzijde 33 1: strand Callantsoog 2: boerderij Polder Callantsoog nabij Abbestede 3: bollenschuren nabij de Stolpen 4: zandvaart Breezand bladzijde 35 1: sluis Noordhollansch Kanaal thv Zijperzeedijk 2: Groote Sloot (Zijpe) nabij Sint Maartensvlotbrug 3: herenhuis polder Wieringerwaard 4: duinen natuurgebied het Zwanenwater
bladzijde 16 1: duinvegetatie bij het Zwanenwater 2: bosvegetatie in het Wildrijk 3: schraal grasland in polder Callantsoog 4: moerasvegetatie langs de oever van het Amstelmeer
bladzijde 37 1: Belkmerweg nabij natuurgebied het Wildrijk 2: natuurgebied de Verzakking langs het Amstelmeer 3: Het Zwanenwater 4: Zijpe- en Hazepolder, zuidelijk gedeelte nabij Hondsbossche Zeewering
bladzijde 18 1: boerderij achter de Noord-Schinkeldijk in Polder Callantsoog 2: Noordhollandsch Kanaal bij de Stolpen 3: ophaalbrug over het Kanaal Stolpen – Schagen 4: windturbines langs het Noordhollandsch Kanaal in de Anna Paulownapolder
bladzijde 38 1: windturbines Anna Paulownapolder (gezien vanuit Anna Paulownapolder) 2: windturbine Zijpe langs de Belkmerweg 3: windturbines Anna Paulownapolder (gezien vanaf de N9 – Polder het Koegras) 4: windturbines Zijpe – langs het Noordhollandsch Kanaal
bladzijde 27 1: kwelder op Ameland (bron: www.rozendaal.nl) 2: natuurgebied het Zwin in België (bron: www.hetzeeuwselandschap.nl) 3: wadgeulen op Ameland (bron: Meindert van Dijk) 4: Slufter op Texel (bron: Paul Paris uit het boek Zee van Land)
bladzijde 42: 1: boerenerf in de Zijpe nabij De Stolpen 2: molen de Hoop in Wieringerwaard 3: watervogelkwekerij langs de Zijperzeedijk 4: beplanting van de watervogelkwekerij gezien van de N9
bladzijde 29 1: Noorddijk langs de Wieringerwaard 2: vlotbrug Koedijk 3: zijpersluis / Noordhollandsch Kanaal 4: spoorlijn Anna Paulownapolder
bladzijde 44: 1: bollenteelt tussen de N9 en het Wildrijk 2: akkerbouw in de oostpolder Anna Paulowna 3: grasland in de Zijpe- en Hazepolder (zuidzijde) 4: bedrijvigheid nabij vliegveld De Kooy
bladzijde 31 1: zanddijk nabij Julianadorp 2: Helderse Zeewering / Fort Erfprins 3: Noordhollandsch Kanaal ten noorden van ’t Zand in Polder het Koegras 4: erfbeplanting Belkmerweg Zijpe
bladzijde 46: 1: pontje over het Noordhollandsch Kanaal t.h.v. Noorderhaven / Molenvaart 2: zicht over het Noordhollandsch Kanaal vanaf de N9 - bij Zijpersluis 3: Zijperzeedijk (zanddijk) langs Polder Callantsoog 4: Schoorlse Zeedijk met Abtskolk op de achtergrond
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
89
bladzijde 48 1: windturbines langs het Noordhollandsch Kanaal - Anna Paulwonapolder 2: windturbine langs de Belkmerweg (Zijpe- en Hazepolder 3: windturbines langs het Noordhollandsch Kanaal (westpolder) - vanaf de N9 4: windturbines langs het Noordhollandsch Kanaal in de Zijpe (zuid)
bladzijde 77 1: zicht op de oostpolder vanaf Wieringerwaard/Kerkweg 2: noordwesthoek oostpolder vanaf de Veerweg 3: Veerweg 4: Oude Veer gezien vanaf de Amsteldijk bij van Ewijcksluis
bladzijde 53 1: strand bij Groote Keeten 2: zanddijk bij Groote Keeten 3: Huisduinen met vuurtoren de Lange Jaap 4: Botgat bij Groote Keeten
bladzijde 81 1: Zijperweg en Zijpervaart nabij de kern Wieringerwaard 2: Noorddijk nabij de Pishoek 3: Wallingsweg 4: Nieuwesluis
bladzijde 57 1: Helderse Zeewering met Fort Erfprins 2: Watertoren Den Helder 3: Voormalige Rijkswerf Willemsoord 4: Huizen in de van Gaalenbuurt bladzijde 61 1: Polder Koegras met Noorderhaven gezien vanaf N9 2: Julianadorp gezien van de Duinweg 3: Boerderij zuidwesthoek nabij Groote Keeten 4: Bunker langs de Schoolweg nabij N9 bladzijde 65 1: Callantsoog gezien van de Schinkeldijk 2: Centrum Callantsoog 3: Struweelplukken Uitlandse Polder nabij Zijperzeedijk 4: Gemaal Noord-Schinkeldijk bladzijde 69 1: Ruigeweg nabij ‘t Ananas 2: Groote Sloot nabij Sint Maartensvlotbrug 3: Zicht op Onderzoekslocatie Petten vanaf de N9 4: Zicht op Sint Maartensvlotbrug (met voormalige melkfabriek) bladzijde 73 1: Gemaal Wijdenes-Spaans Anna Paulowna 2: Windturbines westzijde Anna Paulownapolder langs kanaal 3: Breezand met de Zandvaart 4: Middenweg bij de kruising met de Boermansweg
Bijlage
Bijlage 1: Beleidskader landschap en cultuurhistorie Het beleidskader Landschap en Cultuurhistorie geeft in tekst en op kaart aan waarmee op het gebied van landschap en cultuurhistorie rekening dient te worden gehouden bij de ontwikkeling van nieuwe plannen en nieuw beleid. Globaal zijn er vier pijlers te onderscheiden: 1 2 3 4
Uitbreiding Landschappelijke en cultuurhistorische variatie. Leesbaarheid van het landschap (de waterstaatkundige, de ontginnings-, de industrialisatie- en militairstrategische geschiedenis). Historische en ruimtelijke samenhang. Historische relaties tussen stad en land
• • •
Natuurwaarde binnenduinrand. Cultuurhistorische structuur van de kleine kernen. Duinrellen.
Den Helder • • • •
Versterken contrast van voormalige eilandkern Huisduinen met het omringende landschap. Structuur van de Stelling van Den Helder door onderdelen te herstellen. Karakteristieke elementen (zoals in en rond Den Helder fort Lasalle, fort l’ Ecluse). Rijkswerf Willemsoord (genomineerd als rijksbeschermd gezicht).
Polder het Koegras •
Nieuwe ontwikkelingen vanuit vierkanten-structuur mogelijk.
Algemeen geldt dat er bij de vormgeving van nieuwe wegen, waterlopen en dijken gebruik dient te worden gemaakt van (historische) structuurlijnen en landschappelijke en cultuurhistorische elementen. Daarnaast dienen grootschalige ontwikkelingen (zoals verblijfsrecreatie in de binnenduinrand) in het bestaande landschap te worden ingepast door middel van landschapsbouw.
Polder Callantsoog
Aandijkingslandschap
Zijpe- en Hazepolder
Behoud, herstel (conserveren): • De kenmerkende dijken. • Kenmerken die gebaseerd zijn op oude kreekruggen en kreekrestanten (oude wegen, bochtige sloten). • Kenmerkende nederzettingsstructuren • Onderscheid tussen de polders (verschillen in ruimtelijke opbouw). • Contrasten tussen oud- en nieuw land. • Historische herenboerderijen en buitenplaatsen. • Omgrachtingen van grote boerderij-erven. • Zichtlijnen vanaf N9 op het duin. • Lijnstructuur Noordhollandsch Kanaal en de Vlot- en Pontbruggen.
• •
Behoud door ontwikkeling (versterken): • Herkenbaarheid van de opeenvolgende aandijkingen • De hoofdstructuur bestaande uit dijken, watergangen en bebouwde / beplante wegen. • Rationele indeling polders en de landschappelijke kenmerken die hiermee samenhangen • Variatie in het landschap door gebruik te maken van zoete- en brakke kwel. • Recreatieve vaarroutes. • Cultuurhistorische structuren van kleine kernen. • Clustering nieuwe bollenschuren. • Noord-Hollandskanaal als landschapsstructurerend element (lijnstructuur met wonen, windturbines of als onderdeel van een park.
• •
Reconstrueren voormalig eiland Callantsoog en versterken van het contrast met omgeving. Versterken contrast van voormalige eilandkern Callantsoog met het omringende landschap.
Kernkwaliteit van de 5 aanwezige lijnen (vier linten en een kanaal; ieder een eigen identiteit) Herkenbaarheid van de Westfriese Omringdijk (behoud graslanden langs de dijk).
Anna Paulownapolder •
Mogelijkheden voor de ontwikkeling van een dicht landelijk woon- en werkgebied.
Wieringerwaard • • •
Behoud, herstel terreinen van verdwenen buitens; nieuwe landgoederen. Restaureren van het oude woonlint. Herkenbaarheid van de Westfriese Omringdijk (behoud graslanden langs de dijk).
Kustzone Behoud, herstel (conserveren): • Natuurwaarden Zwanenwater. • Scherpe overgang duin (zanddijk) – polder Het Koegras. Behoud door ontwikkeling (versterken): • Samenhangend en aaneengesloten duingebied. • Zonering duinen – binnenduinrand – polder • Dynamiek duinzone. • Duingebied met hoge natuur- en landschapswaarden.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
91
Bijlage
Bijlage 2: Overzicht projekten wonen en werken 1: Zijpe: Marina Petten (studiefase) Buitendijkse uitbreiding in de Noordzee, ontwikkeling jachthaven en de realisatie van ca. 2100 woningen, waarvan 400 verblijfsrecreatie. 2: Zijpe, Callantsoog: inbreiding (studiefase) Inbreiding en van herstructurering van 26 woningen. 3: Zijpe, Groote Keeten/Voorweg: uitbreiding (studiefase) Uitbreiding van Groote Keeten met 14 woningen 4: Den Helder, Noorderhaven (studiefase) Onderzoekt de mogelijkheid om Noorderhaven om te vormen tot (groen) woongebied (ca. 300 woningen) 5: Den Helder: uitbreiding Julianadorp (uitvoeringsfase) Voorziet in de (noord)oostelijke uitbreiding van Julianadorp (Noorderhaaks) met ca. 600 woningen. 6: Den Helder, centrum Diverse woningbouwprojekten, zowel nieuwbouw als renovatie/herstructurering. 7a: Den Helder, ontwikkeling Kooypunt (uitvoeringsfase) Uitbreiding van het bedrijventerrein Kooypunt tussen het Noordhollandsch Kanaal en de spoorlijn. 7b: Anna Paulowna, werken, Den Helder, bedrijventerrein (studiefase) Ontwikkeling havengebonden bedrijventerrein 8: Anna Paulowna, wonen, inbreiding Elshof Zuid (gerealiseerd) inbreiding woningbouw, bestaande sportvelden zijn omgevormd tot nieuwbouwwijk. 9a + 9b: Zijpe, uitbreiding ‘t Zand (voorbereidingfase) Uitbreiding woningbouw van ‘t Zand 9c: Zijpe, ontwikkeling bedrijvigheid ‘t Zand (voorbereid.fase) Uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein 9d: Zijpe, ontwikkeling Bollenoord (voorbereidingsfase) Uitbreiding bollengerelateerde bedrijvigheid ten westen van ‘t Zand 10: Wieringerwaard, uitbreiding (voorbereidingsfase) Uitbreiding woningen noordzijde Wieringerwaard, reeds 55 woningen gerealiseerd, totaal ca. 250 woningen 11+12: Zijpe, Burgerbrug, Sint Maartensbrug (studiefase) Uitbreiding woningen en ontwikkeling brede school 13: Zijpe, Oudesluis (studiefase) Uitbreiding woningen westzijde 14. Van Ewijcksluis (studiefase) Inbreiding woningbouw
15. Breezand (studiefase) Inbreiding woningbouw
92
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Bijlage
Bijlage 3: Overzicht waterprojekten 1. Waterplan Den Helder (voorbereidingsfase) Gewenste ontwikkeling watersysteem: • scheiding van waterstromen (duinen, polder, stad) • stroming van schoon naar vuil (duinen, stad, polder) De te ontwikkelen fiets- en kanoroute ligt op de aan te brengen scheiding natuur – polder. 2. Watergebiedsplan Callantsoog (voorbereidingsfase) Plan om in de Polder Callantsoog circa 20,8 hectare water te bergen. Daarnaast wordt er voorzien in de uitbreiding van de gemaalcapaciteit met 1350 m3/uur en de plaatsing van acht ‘slimme’ stuwen. Ook zijn er in het gebied diverse wensen m.b.t. natuur en recreatie, zoals de aanleg van wandel-, fiets-, fluisterboot- en kanoroutes, de aanleg van een recreatiepark (Boskerpark) in combinatie met natuurontwikkeling en (compenserende) waterberging. 3. Waterbuffering Zwanenwater (studiefase) Plan voor het vasthouden van gebiedseigen water van dit natuurgebied. 4. Marina Petten (studiefase) Naast een impuls voor het toerisme, woningbouw en binnendijkse natuurwaarden is ook de verdeging van de kust in het plan opgenomen. Daarnaast voorziet het plan in de aftakking van het Noordhollandsch Kanaal richting de Noordzee 5. Watergebiedsplan Zijpe Noord (voorbereidingsfase) Het hoogheemraadschap streeft naar een integrale benadering binnen dit project met oplossingen voor wateroverlast, watertekort, waterkwaliteit en peilbeheer in één watergebiedsplan. De spanning tussen landbouw en natuur verdient daarbij de speciale aandacht. Binnen het plangebied is 47.5 hectare nodig voor waterberging. 6. Watergebiedsplan Hollands Bloementuin (studiefase) In het Hollands Bloementuin wordt het oppervlaktewater op een natuurlijke wijze gezuiverd door helofytenfilters en er dient ruimte te worden gezocht voor extra waterberging. 7. Water Bindt (uitvoeringsfase) Samenwerkingsverband tussen Hoogheemraadschap en andere partijen waarbij waterbeheer- en natuurprojekten met elkaar zijn gekoppeld. Projecten zijn: • Vooroeverproject Amstelmeer • Ontwikkeling ecologische verbindingen - Lage- en Hoge Oude Veer, - Van Ewijcksvaart, boezem van de Zijpe - Waard- en Groetkanaal, - Amstelmeer-Pishoek-Westfriesesluis - Balgzandkanaal • Natuurontwikkeling oostpolder (oude kreken) 8. Kustverdediging (studiefase) Planvoorstel in het kader van de kustvisie 2050 (provincie Noord-Holland) om de Hondsbossche en Pettemer Zeewering en de duinenrij tussen Petten en Den Helder te versterken. Het dijkversterkingsplan dat in 2008 klaar moet zijn zal diverse combinaties van zand voor de dijk, golfoploopremmende maatregelen aan het buitentalud, dijkverhoging en versterking binnentalud onderzoeken. Voor het kustvak Petten - Den Helder is wel een oplossingsrichting gekozen: de duinen zullen aan de zeezijde met grootschalige zandsuppleties worden versterkt
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
93
Bijlage
Bijlage 4: Overzicht projekten recreatie 1: Marina Petten (studiefase) Het plan voorziet in een aftakking van het Noordhollandsch Kanaal richting Petten. Hier langs zijn recreatiewoningen gepland. 2: Ontwikkelingen recreatieterreinen rond Sint Maartenzee (voorbereidingsfase) Rondom Sint Maartenzee zijn plannen om het areaal aan vakantieparken uit te breiden. 3: Boskerpark Callantsoog (voorbereidingsfase) Project voor de realisatie het creëren van 38 ha duin, water- en boslandschap met 250-300 tweede woningen met een zonering van ecologisch en recreatief gebied. 4: Duinzoomprojekt Den Helder - Julianadorp (uitvoerings- en voorbereidingsfase) Totaalplan langs de binnenduinrand tussen Callantsoog en Den Helder met als doel het verbreden van de duinrand met natuur- en recreatiegronden om de toeristische functie te versterken. Het plan voorziet onder andere in een fiets-kanoroute in Den Helder en het Boskerpark in Polder Callantsoog. Het plan uitbreiding Ooghduyne bij Julianadorp in de Duinzoom staat voor uitbreiding met 250 luxe recreatievilla’s in combinatie met voorzieningen als een 18-holes golfbaan. 5: Aansluiting Noord-Hollandpad (studiefase) Er zijn plannen om vanaf Den Helder via Julianadorp en Wieringerwaard aan te sluiten om het bestaande lange afstand wandelpad van Noord-Holland. 6: Recreatieve verbinding Zwanenwater-Schagen (studiefase) In het kader van de ecologische verbindingszone tussen het Zwanenwater en de Westfriesche Omringdijk wordt ook gedacht aan een recreatieve route tussen Schagen en het Zwanenwater. 7: Kanovaarroutes (voorbereidingsfase) Het waterplan Den Helder en het watergebiedsplan Callantsoog voorzien in de realisatie van enkele kano- en vaarroutes. 8: Noordboog (studiefase) De mulitfunctionele robuuste verbinding tussen het Amstelmeer en het Zwanenwater dient ook ruimte bieden aan recreatieve verbindingen. 9: Wieringerrandmeer (voorbereidingsfase) Het plan rond het Wieringerrandmeer voorziet in een staande mastroute tussen het Amstelmeer en het IJsselmeer. In en rondom het randmeer is ruimte voor nieuwe recreatiewoningen die landschappelijk worden ingepast. 10. Stelling van Den Helder (studiefase) Naast de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarde is het streven om ook de recreatieve waarde van de stelling met de forten te vergroten
94
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Bijlage
Bijlage 5: Overzicht projekten natuur en landschap 1. De Nollen (voorbereidingsfase) Ontwikkeling en herinrichting van een oud binnenduingebied aan de rand van Den Helder. 2. Duinzoomprojekt (uitvoerings-/voorbereidingsfase) Samenwerkingsverband tussen de gemeenten Zijpe en Den Helder langs de binnenduinrand tussen Callantsoog en Den Helder. Het doel is natuurontwikkeling met recreatief medegebruik. In het kader van dit projekt is circa 53 hectare bollengrond aangekocht door Landschap Noord Holland welke wordt omgevormd tot ruig grasland met begrazing. 3. Amsteloevers (uitvoeringsfase) Vooroeverontwikkeling langs het Amstelmeer rondom het bestaande natuurgebied de verzakking. 4. Landgoed Hoenderdael (uitvoeringsfase) Particulier projekt om een grotendeels openbaar toegankelijk landgoed te ontwikkelen met 57 ha. natuur. 5. Noordboog (studiefase) Het plan geeft uitwerking aan een robuuste ecologische verbinding Zwanenwater - Amstelmeer Robbenoordbos. Voor het gedeelte Zwanenwater - Amstelmeer gaat het om versterking met de natuurtypen moeras en grasland. Het Wieringerrandmeer vormt het oostelijk gedeelte van de ecologische verbinding. 6. Eendenkooi ‘t Zand - Mosselwiel (uitvoeringsfase) Aangekocht door Landschap Noord-Holland 32 ha. gras- en bollenland rondom de bestaande eendekooi ‘t Zand. Streefbeeld graslanden, mede gericht op agrarisch beheer; aan de dijkkant vernatting en natuurlijke peildynamiek. 7. De Pikster (uitvoeringsfase) Natuurontwikkeling 1,85 ha. bij Oude Sluis (landschap Noord Holland). Steppingstone. Streefbeeld natte graslanden en moeras. 8. Callantsoog (uitvoeringsfase) Meerdere natuurprojekten waaronder het Boskerpark, het Nollenland van Abbestede en bufferzone rond het Zwanenwater. 9. Ecologische verbinding Zwanenwater-Westfriesche Dijk (studiefase) Ecologische verbinding tussen Zwanenwater en de Westfriesche Dijk. Voor het gedeelte Zwanenwater Amstelmeer gaat het om versterking met de natuurtypen moeras en grasland. 10. Marina Petten (studiefase) Ter compenstatie van de diverse toeristische en stedelijke ontwikkelingen voorziet het plan in de uitbreiding van natuur in het zuidwestelijke deel van de ZIjpe. Streefbeeld is moeras en grasland. 11. Ecologische verbindingen in het kader van Water Bindt (uitvoeringsfase) Ontwikkeling ecologische verbindingen: - Lage- en Hoge Oude Veer, - Van Ewijcksvaart, boezem van de Zijpe - Waard- en Groetkanaal, - Amstelmeer-Pishoek-Westfriesesluis - Balgzandkanaal
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
95
Bijlage
Bijlage 6: Gebiedsplan de Kop en Westfriesland In het gebiedsplan de Kop en Westfriesland (juni 2001) is vastgelegd welke natuur- en landschapsdoelstellingen worden nagestreefd en hoeveel hectares van de verschillende natuurdoel-, beheers-, en landschapspakketten er met rijkssubsidie mogen worden ontwikkeld of in stand gehouden. De ruime jas beheersgebieden zijn van betekenis voor agrarische structuurverbetering op basis van vrijwilligheid (beperkingen voor de bollenteelt). Onderstaande nummering komt overeen met de kaart. Begrensde natuurgebieden: 1. 2. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 14.
Zilte graslanden Huisduinen (25 ha) Duinzoomgebied (25 ha.) Waardkanaal (incl. Ulkessluis 20 ha) Eiland en oever Lage Oude Veer (22 ha) Oude kreek Kruiszwinsloot (12 ha) Oude sluis ‘De Pikster’ (2 ha) Eendekooien De Hoop en ‘t Zand (71 ha) Deelgebieden Callantsoog (77 ha) Corridor Duinen-Wildrijk (14 ha) Abtskolk (11 ha)
Ecologische verbindingzones O1 O2 O3 O12
Amstelmeer (12 ha) Lage Oude Veer (0,5 ha) Waardkanaal Kolhorn (incl Groetkanaal 17 ha) Zwanenwater - West-Friesezeedijk (4 ha).
Beheersgebieden B1 B2 B3. RJ3
Groote Keeten (28 ha) Polder ‘t Hoekje (24 ha) Callantsoog (22 ha) Zijpepolder Oost (160 ha - ruime jas)
Natuurgebieden buiten de begrenzing zijn: N1 N2 N3 N4 N5 N6 N7 N8
96
de Grafelijkheidduinen Refugium, tuintjes en nollen Noordduinen en Botgat Kooibos en Luttikduin Zwanenwater Pettemerduinen Wildrijk en Ananas Amstelmeer-landjes.
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
Bijlage
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone
97
Bijlage
98
Landschapsvisie Noordelijk zandgebied en Kustzone