Houten-Noord CULTUURHISTORISCHE QUICKSCAN
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
De Geer
Schonenburg
Rijsbrug De Weerwolf
Wulven
Centrum
Den Oord
Wernaar
Situatie Houten-Noord
De Lobben
Wijken Houten Bebouwing Houten
Tiellandt
Openbaar groen Privé groen
Oude Dorp
De Molenzoom
Rondweg Wijkweg
De Meent
Buurtweg Drager Fietspad netwerk Spoorweg
N
Water
2
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
INHOUD
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Inleiding
4
Historische elementen Verkeersopzet Groenfilosofie
8
Woonwijken in Houten Functies Kwaliteiten Knelpunten Aanbevelingen algemeen Referenties Potentiële veranderlocaties Aanbevelingen veranderlocaties
24
Noten
48
Bronnen Colofon
49
I nhoud
14 20
28 32 36 38 41 44 45
50
3
Zicht op het dorp Houten, 1965. Houten is gelegen op een stroomrug in het rivierenlandschap van de Kromme Rijn. In 1960 telde Houten rond de 3500 inwoners, na het besluit het dorp een groeikern voor de regio Utrecht te laten worden, groeide dit fruittelersdorp uit tot maar liefst 30.000 inwoners in 1996. [HUA]
4
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
INLEIDING
Ansichtkaart met de belangrijke ‘landmarks’ van het Oude Dorp, 1935. [HUA]
Het woonlandschap van Houten-Noord ‘Houtenaer let op uw saeck,!’ zo stond te lezen in het Houtens Nieuws van 21 maart 1974. Onderwerp van het artikel, geschreven door bezorgde natuur- en belangengroepen, was de omvang van het Globale Bestemmingsplan voor de groei van Houten tot 25.000 inwoners en de stilte – het vermeende gebrek aan inspraak - waarmee de gemeente dit proces omringde. Hoewel dit beeld onjuist was, werd in allerijl drie weken later een inspraakavond in de Roskam georganiseerd. Op 26 juni van datzelfde jaar werd het globale bestemmingsplan in de raad goedgekeurd. Het Houtens Nieuws: ‘De publieke tribune was zowel ’s middags als ’s avonds redelijk bezet, al deed het voetballen op de T.V. uiteraard afbreuk aan het bezoek.’ In de jaren daarna groeide het tuindersdorp uit tot een uniek woongebied onder de rook van Utrecht. Houten-Noord is groen, fietsvriendelijk, de auto is er te gast. Het lijkt er gewoon en alledaags, maar de ervaring van de woonbuurten en de openbare ruimte is hier van een totaal andere orde dan in andere gebouwde wijken in Nederland. De spelregels voor de inrichting van Houten werden in een hecht team van bestuurders, ontwerpers en
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
technici ontwikkeld. Dat is één van de verklaringen voor het ontspannen woonlandschap. Wat maakt Houten-Noord in stedenbouwkundig opzicht uniek, waar liggen kansen voor versterking, en hoe kan Houten-Noord veranderen zonder kwaliteit te verliezen? Dat waren de vragen die de gemeente Houten aan ons bureau stelde. In deze quickscan komen een paar dingen bij elkaar. In dit rapport vertellen we het verhaal van Houten-Noord en zoemen daarbij in op de kwaliteiten en knelpunten van de oorspronkelijke opzet. Waar moeten we de kwaliteiten koesteren, waar liggen kansen voor verbetering? De doorgroei van Houten-Noord en het vinden van de juiste ruimtelijke aanpak voor de gesignaleerde ontwikkelingen vormt de achtergrond van dit onderzoek. Dit rapport is gemaakt als onderlegger voor de toekomstige stedenbouwkundige en architectonische veranderingen in Houten-Noord. Het geeft aan waar nog spankracht in de oorspronkelijke opzet aanwezig is, en vanuit welke gedachte het raamwerk van Houten in elkaar gezet is. De gemeente heeft een voorlopige en globale aanduiding gegeven van plekken die in aanmerking zouden kunnen komen voor de
bouw van nieuwe woningen of voorzieningen. Ze staan als ‘veranderlocaties’ achterin dit rapport genoemd. Enkele referenties van vergelijkbaar hoogwaardige wijken sluiten het rapport af.
I nleiding
5
De auto: lust en last tegelijk De geschiedenis van de Nederlandse ruimtelijke ordening is aan Houten-Noord afleesbaar. De grote naoorlogse woningnood in de grotere steden werd door een golf van naoorlogse wijken, veelal gestapelde etagebouw in het groen, gelenigd. Vanaf het begin van de jaren zestig kwamen de voorzieningen van de welvaartsstaat voor iedereen dichterbij. Een bijna volledige werkgelegenheid, goede gezondheidszorg, meer vrije tijd en een fris netwerk van snelwegen om met de auto het land te doorkruisen. Houten-Noord is het gebouwde resultaat van het groeikernenbeleid uit de Tweede Nota op de ruimtelijke ordening uit 1966. De verwachting was dat door alle welvaart de bevolking zou groeien tot 20 miljoen in het jaar 2000. Overal in het land werden dorpen en stadjes aangewezen als groeikernen. Gemeenten als Spijkenisse, Nieuwegein en Alphen aan de Rijn, Zoetermeer, Hoorn, Duiven en Etten-Leur groeiden in korte tijd exponentieel. Het grote vraagstuk bij het plannen van al deze woongebieden was de omgang met de auto. Om de auto buiten de sfeer rondom de woning te houden, werden allerlei oplossingen bedacht. De woonerven zijn beroemd en berucht, maar ook de bloemkoolvormige verkavelingen met dwaalroutes waardoor het sluipverkeer zou moeten worden ontmoedigd. Een andere aanpak was het scheiden van functies. In veel groeikernen werden de woonwijken rondom infrastructuur geplooid. Hoofdroutes voor de auto of sneltramhaltes bepaalden de uitwerking van de woongebieden. Het gevolg was een sterke barrièrewerking van de infrastructuur op wijkniveau. Om elkaar niet te hinderen werden de werelden van verkeer, wonen en groen van elkaar gescheiden, met als resultaat een zekere troosteloosheid in de woonomgeving. Het democratische ideaal van een goed bereikbare en ontspannen buitenruimte voor alle bewoners, ongeacht hun sociale klasse, werd in veel woonwijken ingeruild voor een versnipperde openbare ruimte met hier en daar een strookje restgroen. Het kan ook anders, en het resultaat is in Houten te zien. Daar werd vanaf het midden van de jaren zeventig onder de bezielende leiding van burgemeester mr. W. H. Bijleveld (in functie van 1972-1984) en wethouder Jonker een superieur woonmilieu gerealiseerd. Het zoeken naar dorpsheid in een steeds voller wordende Randstad was in 1974 leidend voor het planningconcept. Houten-Noord is niet gebaseerd
6
Houten Noord - Houten
Familie van wijken op individuele leefstijlen, maar op het scheppen van een compleet woonmilieu. Het ruimtelijke concept van HoutenNoord werd ontworpen vanuit de doelgroep van dat moment: gezinnen met kinderen, afkomstig uit Utrecht. Door zeven buurten te omringen met een hoger gelegen rondweg, ontstond een twintigste eeuwse versie van een vestingstad. De vijand die buiten gehouden moest worden, was de auto. De openbare ruimte in Houten-groeikern heeft iets van een vakantiekolonie: fietsers hebben overal voorrang en doorkruisen hun woongebied op fietspaden in brede groenzones. Binnen de rondweg ligt een kleinschalig woonlandschap van laagbouw. De woningen vallen niet op, en toch is het beeld niet eentonig, omdat de straten variëren in sfeer en uitstraling. Het resultaat is een homogeen en consistent woonmilieu dat een grote rust uitstraalt. Door slimme combinaties van scholen met buurtparken, van parkeren met speelplekken en van ontsluitingswegen met kantoorfuncties is hier, lang voordat de term werd uitgevonden, meervoudig ruimtegebruik gerealiseerd. Het samenbrengen van de disciplines in één ontwerpteam en de korte communicatielijnen die daarmee tussen de specialisten ontstonden, vormen de achtergrond van het succes van Houten-groeikern. Samen ontwikkelden zij een recept voor een modern dorp, gekenmerkt door laagbouw met een homogene architectuur, georganiseerd in buurten die onderling verbonden zijn door groengebieden en voorrangsfietspaden. De buurten op hun beurt bestaan uit clusters woningen, telkens door één architect ontworpen. Het grondidee was, dat de openbare ruimte voor elke ontwikkelingsfase, van kind tot volwassene, iets te bieden moest hebben. De woningen werden gebouwd in opdracht van woningcorporaties (dr Schaepman en Bo-Ex) die hier zelfs een eigen woningtype lieten ontwikkelen, de Houtense Normwoning. Omdat de gemeente alle grond in bezit had, kon zij afdwingen dat de woningen een beukmaat kregen van 5.70 of zelfs 6.10 meter, in plaats van de landelijke norm van 5.40 meter. Zowel in de woonomgeving als in de woning zelf bood de Houtense woningmarkt vanaf het begin dus meer luxe en gebruikersgemak.
Houten behoort tot een familie van vergelijkbare uitbreidingswijken waar de functiescheiding werd ingeruild voor functievervlechting. Vanuit een sterk antistedelijk sentiment boden deze wijken een alternatief voor de als stenig en onherbergzaam ervaren uitbreidingswijken van verschillende grote steden. Houten is een directe afstammeling van de tuinstadgedachte die rond 1900 in Engeland werd geconcipieerd en die tot op heden een veelgebruikt model vormt. Hoewel het uitbreidingsconcept van Houten een product van zijn tijd is, heeft het verre en nabije familieleden en voorouders. Het verlangen naar dorpsheid is in deze uitbreidingswijken telkens opnieuw vormgegeven. De pater familias in Nederland zou tuindorp Vreewijk in Rotterdam kunnen zijn, vanaf 1916 ontwikkeld voor arbeidersgezinnen, en in 1927 het grootste tuindorp van Europa. Omdat alle grond in bezit was van een particuliere N.V., kon het stedenbouwkundig ontwerp voor ruim 4000 eengezinswoningen in één bouwstroom gerealiseerd worden. De ontwerpers Granpré Molière, Verhagen en Kok zochten de variatie niet in de architectuur, maar in hun compositie van openbare ruimte en beplanting. Door wisselende straatbreedtes en -verharding, gevarieerde boombeplanting, stoepen en voortuinen, afgestemd op de bezonning, werd het ritme van noord-zuid straten een reeks van stedelijke interieurs. De duizenden woningen werden door verschillende architectenbureaus uitgevoerd in vijf woningtypen met een gemiddelde beukmaat van 5.15 meter. De naoorlogse grote broer van Houten is Emmen, het Drentse dorp dat uitgroeide tot stad. Stedenbouwkundigen Niek de Boer en André de Jong vertaalden de hartenkreet van de toenmalige burgemeester ‘goed dan, als het maar een dorp blijft!’ in 1965 in het ontwerp voor de wijk Emmerhout. Zij ontwikkelden hier het prototype van een woonerf, door zo weinig mogelijk straten tussen de huizen door te laten lopen. Wegen zijn voor het verkeer, erven voor het wonen. Om het autoverkeer van de erven te weren, staan de garages aan het begin van het erf. Ook in Emmerhout werden alle woningen gebouwd door drie vaste architecten. In de jaren zeventig groeide de familie gestaag. In de wijk Bijvanck in Blaricum (deel E en F, stedenbouwkundig ontwerp door Bureau Wissing) ontwierp bureau Warnau Hofman Kalff vanaf 1973 een openbare ruimte waarin verkeer, groen en
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Opgave spel waren gecombineerd. Hier ontbreken stoepen; terwijl verkeersdrempels als zwarte stroken steen vlak in het wegdek liggen. Alle woningen werden opgetrokken in baksteen met blauwe pannen. Gelijktijdig verrees in Rosmalen het 20 hectare grote villapark ‘Gele Hoeve’ in de wijk Molenhoek, waar tuinarchitect P.A.M. Buys en negen architecten een wijk ontwierpen met twintig terugkerende typen huizen. De woningen beslaan in totaal slechts 25% van het totale oppervlak, het overige gebied bestaat uit tuinen en gemeenschappelijk groen. Op de zandige ondergrond ontwierp Buys een buitenruimte die de indruk wekt alsof de woningen in een (nieuw) bos zijn gebouwd. Trottoirs ontbreken, de tuinen lopen door tot aan de klinkerstraten. In de woonstraten is de klinkerbestrating zelfs doorgetrokken in de opritten. Het parkeren geschiedt niet op parkeervakken maar in halfverharding in een kuil tussen de bomen. Vreewijk, Emmerhout, Bijvanck E en F en de Gele Hoeve hebben hun duurzaamheid bewezen. Het zijn stuk voor stuk gewilde woonwijken omdat de openbare ruimte, de architectuur en de beplanting in één ontwerp zijn samengebracht. Het resultaat is een grote informaliteit in de openbare ruimte met een nonchalante, dorpse uitstraling. Doordat de architectuur van de woningen op elkaar is afgestemd, ontstaat rust en samenhang. Deze wijken liepen stuk voor stuk vooruit op de actuele vraag naar bijzondere groene woonomgevingen met een hedendaags programma.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Houten krijgt de investering van dertig jaar geleden terug. Op de woningmarkt hoort Houten bij Zeist, en niet bij Nieuwegein, dat in dezelfde regio ligt. In Nieuwegein staan lange rijen dezelfde woningen op Funda, die moeilijk worden verkocht. In Houten is er ook een groot aanbod, maar loopt het wel. Het geheim: in Houten koop je in de eerste plaats een woonmilieu en een levensgevoel: dat van een ontspannen dorpsheid. In Houten wordt de identiteit bepaald door de openbare ruimte en het groen. Natuurlijk waren de verhoudingen in de publieke en private sector in de jaren zeventig en tachtig heel anders dan nu. Vanuit een collectief geloof in de maakbare samenleving opereerde de overheid in de jaren ’70 zeer sturend. HoutenNoord werd ontwikkeld door de gemeente, die voor 95% grondeigenaar was. Houten is modern omdat het een sterke identiteit heeft. Maar het is achterhaald in de toenmalige procesopzet en de opdrachtgeverssituatie, die in de huidige tijd niet meer aan de orde zijn vanwege het beperkte grondbezit van de gemeente Houten. In dit spanningsveld ligt de nieuwe opgave. Hoe kan Houten met de huidige verhoudingen in de markt functieveranderingen doorvoeren, zonder zijn identiteit te verliezen? Zonder compleet te willen zijn lijkt er sprake van enkele ontwikkelingen die een nieuw, aangepast antwoord vragen. Een aantal van deze ontwikkelingen werd opgemerkt tijdens de debatten die in 2006 in Makeblijde met inwoners van Houten werden gehouden. De bevolkingssamenstelling is veranderd. Hoe duurzaam het indertijd gekozen uitbreidingsconcept ook is gebleken, sinds de bouwtijd zijn de kinderen van toen inmiddels zelf ouders geworden, terwijl hun ouders gepensioneerd zijn. De samenleving is verder geïndividualiseerd, nieuwe gewoonten en gedragingen en het gebruik van technologie hebben de woon- en vestigingswensen doen wijzigen. Zo zijn er bijvoorbeeld 700 zogenaamde zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel) gevestigd in Houten, die meestal vanuit hun woning werken in de ICT, als administratiekantoor of als thuiskapper. Aandacht voor de behoeften van deze groep ondernemende Houtenaren is nodig. De voorzieningen in de woonbuurten zijn geconcentreerd rond de scholen. Buurtwinkels ontbreken. Meer levendigheid wordt regelmatig als wens genoemd.
Door bij het veranderingsproces in Houten-Noord rekening te houden, zelfs voort te bouwen op de principes van toen, binnen de gewijzigde marktverhoudingen van nu, kan het Bilthoven van de middenklasse haar positie als sterk merk waarmaken. Het succes van Houten bewijst dat zelfs de meest geïndividualiseerde mens van tegenwoordig de waarden van de jaren zeventig ten diepste onderschrijft. dr. Marinke Steenhuis directeur Steenhuis stedenbouw/landschap Schiedam, 9 september 2009 www.steenhuis-onderzoek.nl
I nleiding
7
De Geer
Schonenburg
Rijsbrug De Weerwolf
Wulven
Centrum
Wernaar
Historische elementen
Den Oord
Wijken Houten Noord
De Lobben
Rijksmonument Archeologisch monument: beschermd
Tiellandt
Archeologisch monument: zeer hoge verwachtingswaarde
Oude Dorp
De Molenzoom
Historische bebouwing (tot 1940) Historisch wegenpatroon
De Meent Bebouwing Houten Openbaar groen Spoorweg
N
Water
8
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
HISTORISCHE ELEMENTEN Het dorpse karakter is een belangrijke troef van HoutenNoord. Bij het ontwerpen van Houten Groeikern was het opleveren van een nieuwe stad met het karakter van een dorp het uitgangspunt. Aan de basis stond wat nu het Oude Dorp heet: een voormalige kolonie van fruittelers met 3.416 inwoners in 1960.1 Het dorp lag op hoger gelegen gronden (stroomrug) in het Kromme Rijngebied. Rond het knooppunt van een aantal wegen en dijken was de bebouwing compact opgesteld. De blok- en strookvormige kavels, bochtige wegen en de rond het dorp verspreid gelegen boerderijen waren kenmerkend voor veel dorpen in deze omgeving.2 De vele boomgaarden bij Houten vormden beeldbepalende elementen die het dorp een besloten karakter gaven. Het landschap rondom was divers: stroomruggen met fruitboomgaarden en natte komgronden met akkerland. In de verte lagen langs de Langbroekerwetering oude ridderhofsteden, de Utrechtse Heuvelrug kaderde de zichten in. Het ontwerp voor Houten Groeikern is eerder omschreven als een tabula rasa (onbeschreven blad) in modernistische traditie, waarbij het oorspronkelijke landschap bij de bouw van de wijken goeddeels verdween.3 Op het eerste gezicht lijken binnen de rondweg van Houten Noord inderdaad slechts relicten over te zijn: monumentale boerderijen en hoogstamboomgaarden die als ‘gimmick’ of echo van de geschiedenis in het ontwerp van de groeikern zijn opgenomen. De oude Utrechtsche Weg, de belangrijkste doorgaande route richting Utrecht, is uit Houten ‘geknipt’. De woningen aan de voormalige weg (Herenweg-Lupine Oord) liggen nu met hun voortuinen aan een fietspad, ter bereiken met de auto zijn ze nu enkel via de achterkant.
Topografische kaart van Houten, 1905. [Grote Historische Atlas 1905 deel Utrecht 2005]
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Het idee van de tabula rasa, het negeren van het bestaande landschap, is echter te relativeren. Veel van de oude agrarische verkavelingspatronen, sloten en landwegen zijn inderdaad verdwenen, maar de grotendeels intact gehouden spinnenwebstructuur van de historische linten werkt zelfs structurerend en oriënterend. De Lobbendijk bijvoorbeeld is onderdeel van het verkeerssysteem van ‘dragers’ (zie hoofdstuk Infrastructuur),
H istor ische elementen
9
Opgravingen van Romeinse resten in het Oude Dorp, 1957. [Nota Gekoesterd Erfgoed 2004]
Hoogstamboomgaard: typerend landschappelijk element. In de wijk De Lobben werd er een in het ontwerp opgenomen. [HUA]
De Utrechtscheweg is uit Houten ‘geknipt’. De oude route is nog te herkennen aan de historische bebouwing. Foto 1910. [HUA]
de overige historische wegen en dijken zijn opgenomen in het fietspadennetwerk. Ook in de woonwijken is de geschiedenis dichterbij dan je in eerste instantie denkt. In De Lobben, Houtens eerste groeikernwijk, werd een fraaie hoogstamboomgaard en de Lobbendijk geïntegreerd in het plan. Het karakter van de bebouwing (schuine kap, kleinschaligheid) moest aansluiten bij de bebouwing van de Oude Kern.4 Bij het tekenen aan de wijk Weerwolf gingen de ontwerpers een stap verder. Ondanks het concept van de hoge wallen om Houten die het contact tussen groeikern en buitengebied beperkten, kon volgens de landschapsarchitecten een relatie tussen beide ontstaan ‘door de gevarieerde opbouw van het omringende landschap stedenbouwkundig te vertalen en de landschappelijke waarden zoveel mogelijk in te bouwen in het verkavelingsproces’5 Voor de Weerwolf betekende dit dat landschappelijke elementen niet zo maar als restant opgenomen dienden te worden, maar ‘een meerwaarde toegevoegd dienen te krijgen waardoor ze een stedelijker gebruik aan kunnen.’6 De landschapsarchitecten die aan de wijk werkten (Bureau Warnau Hofman Kalff landschapsarchitecten, J. Kalff ) gebruikten zoveel mogelijk de hoogtelijnen van het oorspronkelijke rivierenlandschap
en de verkavelingsrichtingen. Zo ligt het centrale deel van de wijk op een stroomruguitloper, terwijl de randen overgangen vormen naar de lagere komgronden. De Weerwolfsgraaf (een bestaande sloot die van zuid naar noord midden door de Weerwolf loopt) werd uitgediept en verbreed en ingezet als recreatief element. De boerderij Nieuwoord werd integraal opgenomen met de bedoeling om deze met een nieuwe functie een plek te geven in het stedelijk en sociaal weefsel (de boerderij is nu inderdaad een sociaal cultureel centrum). Ook het gebied van de wijk Tiellandt was rijk aan historie; met de waarschijnlijk uit de Romeinse tijd stammende Tiellandtse paden en het markante monument Stenen Poort. Beiden werden ingezet als bouwstenen van het stedenbouwkundig ontwerp: de aanwezigheid van de Stenen Poort was bijvoorbeeld aanleiding deze in het buurtpark te benadrukken door een, overigens nooit bestaan hebbende, dijklichaam met bomenlaan.
de naamgeving van de buurten (De Weerwolf, Wulven, Tiellandt, de Geer, Schonenburg, Rijsbrug en Wernaar) zijn landschappelijke of historische relicten terug te vinden. Oude dijkjes met knotbomen, een historische waterloop, boerderijen en bouwwerken als de Stenen Poort verrijken de ontwerpen van verschillende woonwijken en zijn belangrijke bouwstenen van de opzet van Houten-Noord. Het doel van het stimuleringsbeleid van Belvedère de afgelopen twaalf jaar, het ontwerpen met geschiedenis, was in Houten 25 jaar voor de Nota Belvedère al een vanzelfsprekende aanpak.
10
Houten Noord - Houten
Met de aanleg van de hoge rondweg leek het Kromme Rijnlandschap en daarmee de geschiedenis van het buitengebied voorgoed buitengesloten. Toch is Houten bij nader inzien niet zomaar een wijk die uitgerold is op een plek, het landschap veronachtzamend. Niet alleen in
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Oude Dorp
Gezicht op Houten, 1965. [HUA]
Het Oude Dorp werd in de groeikern opgenomen als een reeds gerealiseerde woonwijk. Foto 1950. [HUA}
Het Oude Dorp heeft een fraai dorpsplein met cafés en restaurants, een kerk, oude (boerderij)bebouwing, monumentale bomen en een muziektent. De historische dorpskern van Houten was strategisch gelegen op een kruispunt van landwegen en handelsroutes. Het is in aanleg een Middeleeuwse structuur: een besloten dorpsplein waar een aantal wegen op uitkomen. De bebouwing aan het Plein is grotendeels gebouwd in de achttiende en negentiende eeuw en heeft een dorps en gesloten karakter. Tot aan de Tweede Wereldoorlog breidde het dorp pandsgewijs uit langs haar uitvalswegen, zonder dat er al te veel planning aan ten grondslag lag. Tegen de tijd dat Houten in de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening uit 1966 uitgeroepen werd tot groeikern was het dorp echter fors gegroeid. Het eerste uitbreidingsplan van het dorp werd in 1946 gemaakt.7 De belangrijkste structuur die daaruit voortkwam was een ringweg, een soort Houtense rondweg avant la lettre: de Prins Clausstraat, de Koningin Wilhelminaweg, Koningin Emmaweg, de Prinses Beatrixweg, de Wethouder van Rooijenweg en de Burgemeester Haefkensstraat. Tot in het midden van de jaren zestig werd ontworpen aan naoorlogse woningbouw langs deze ringstructuur (alle straten uit deze periode zijn te herkennen aan de naamgeving: Prins…weg, Koningin...weg,
Wethouder…weg, Burgemeester…weg) en het bebouwen van nog open terreinen in de dorpskern. Het Oude Dorp is dus meer dan een verzameling historische panden. Wat precies de kwaliteiten zijn, en de spankracht is, van de naoorlogse bebouwing en hoe deze zich verhoudt tot de wijken uit de groeikernperiode is nog geen onderwerp van onderzoek geweest. Het Oude Dorp werd in de groeikern Houten-Noord opgenomen als een reeds gerealiseerde zelfstandige woonwijk. Met de aanleg van het nieuwe Centrum, in het midden van alle verkeersstromen op de kruising van spoor, hoofdfietsroutes en groenzone en zo ver mogelijk verwijderd van het Oude Dorp, werd voorbijgegaan aan de aantrekkingskracht van een historisch dorpsplein. De levendigheid die, ook ’s avonds, verwacht was in het Centrum, bleek zich vooral in het Oude Dorp voor te doen, waar zich een levendige eet-, drink-en uitgaanscultuur aan het ontwikkelen is.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Deze foto lijkt het moderne spiegelbeeld van het beeld links uit 1965. Zicht vanaf de Vikingenpoort richting de Pleinkerk.
H istor ische elementen
11
Historisch wegenpatroon
Historische bebouwing tot 1940
Wulfsedijk, als oude route opgenomen in het fietspadennetwerk.
Eetcafé in de voormalige boerenhofstede De Grote Geer.
De Wulfsedijk, Warinenpoort, de Poort / Troubadoursborch, Herenweg, Lobbendijk, Vlierweg / Odijkseweg, Binnenweg en Loerikseweg zijn (restanten van) oude wegen en dijken die vóór de aanleg van Houten-Noord de ontsluiting van het gebied verzorgden. De spinnenwebstructuur van wegen die in het Oude Dorp bij elkaar kwamen is grotendeels intact gehouden en werkt structurerend en oriënterend. De Lobbendijk bijvoorbeeld is onderdeel van het verkeerssysteem van ‘dragers’ (zie hoofdstuk Infrastructuur), de overige historische wegen en dijken zijn opgenomen in het fietspadennetwerk. De linten zijn te herkennen aan hun smalle profiel, met langs de weg historische bebouwing en -beplanting (knotbomen). Dit historisch wegenpatroon is opgenomen in de Visie Oude Dorp, waarin het beleefbaar en herkenbaar maken van de historische linten voorop staat.
De meeste historische bebouwing (tot 1940) van HoutenNoord is te vinden in het Oude Dorp. Hier bestaat de bebouwing overwegend uit woningen, winkels, landhuizen of villa’s en een enkele boerderij. De boerderijen buiten de dorpskern, aan de historische linten, zijn soms ook de naamgevers van een wijk (boerderij Den Oord, Wulven, De Geer). Bij het ontwerp van Houten-Noord is zoveel mogelijk getracht de boerderijen een nieuwe plaats en functie te geven in het sociale gebeuren van de groeikern. Boerenhofstede De Grote Geer herbergt een eetcafé, boerderij Nieuwoord is een sociaal-cultureel centrum en in boerderij De Heuvel zijn een kinderboerderij en cultureel centrum gevestigd. Een bijzonder bouwwerk is de Steenen Poort, het restant van een omgrachte boerderij. Het poortgebouw werd gebouwd in de zestiende eeuw en gaf toegang tot het erf van het boerderijencomplex.
12
Houten Noord - Houten
De Steenen Poort, 1955. [HUA]
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Rijksmonument
Beschermd archeologisch monument
De Pleinkerk in het Oude Dorp .
Gebouw
Adres
Boerderij ‘De Steenen Poort’ Warinenpoort 88 Herberg Burg. Wallerweg 2 Woonhuis Burg. Wallerweg 5 Woonhuis Burg. Wallerweg 3, 3a Kerk Lobbendijk 1 Woon/werkhuis Plein 24 Winkel/woonhuis Plein 22 Woon/werkhuis Plein 21 Woonhuis Plein 20 Woonhuis Plein 16/ Kon. Julianastraat 2 Woon/werkhuis Plein 14 Woonhuis Plein 12/13 Kerk Loerikseweg 12 Villa ‘Bel Respiro’ Herenweg 33/35 Schuur Herenweg 33 Pomphuisje Herenweg 35
Sportpark de Stenen Poort is een beschermd archeologisch terrein.
Terrein met een archeologisch hoge verwachtingswaarde
Buurtpark (Amaliapark) aan de Poort: terrein met archeologisch zeer hoge waarde.
De aanwijzing van Houten als groeikern begin jaren zeventig was aanleiding om vooruitlopend op de woningbouw een aantal terreinen op te graven. De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) verrichte in de jaren tachtig en negentig een groot aantal opgravingen (onder andere op terreinen bij Wulven, Tiellandt, Doornkade en Molenzoom), waarbij sporen uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege en Late Middeleeuwen werden gevonden. Binnen de rondweg van Houten-Noord zijn twee terreinen aangemerkt als ‘beschermde archeologische monumenten’ (zie kaart historische elementen) omdat er in de Romeinse tijd bewoning plaatsvond. In de gebieden zijn scherven aangetroffen die in hoofdzaak uit de periode IJzertijd Romeinse tijd dateren.
De term ‘hoge verwachtingswaarde’ betekent dat ter plaatse de trefkans op archeologische vondsten hoog is dan wel dat het belang van de mogelijke archeologische waarden en/ of vondsten hoog is. In Houten-Noord gaat het om twee terreinen in en om het Oude Dorp:
De twee beschermde terreinen zijn: 1. Sportpark de Stenen Poort, met als begrenzing WulfsedijkWarinenpoort.
2. De dorpskern: door de hoge ligging op de Jutphase stroomrug zijn ook hier resten vanaf de Bronstijd te verwachten.
1. Het terrein begrensd door de Burgemeester WallerwegDe Poort-Herenweg-Prinses Beatrixweg, op de Jutphase stroomrug. Bij onderzoek zijn diverse bewoningssporen aangetroffen op dit terrein. Gebouwplattegronden konden niet onderscheiden worden. De sporen in dit terrein dateren uit de periode late IJzertijd-eerste/tweede eeuw na Christus en de periode elfde-dertiende eeuw na Christus. Er zijn ook aanwijzingen voor activiteit in de tussenliggende perioden.
2. Buurtpark Tiellandt, met begrenzingen WulfsedijkTiellandtpad-Vikingenpoort-Romeinenpoort.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
H istor ische elementen
13
De Geer
Schonenburg
Rijsbrug De Weerwolf
Wulven
Centrum
Den Oord
Wernaar
De Lobben
Infrastructuur Wijken Houten
Tiellandt
Bebouwing Houten Poortgebouwen
Oude Dorp
De Molenzoom
Rondweg Wijkweg
De Meent
Buurtweg Drager (hoofdfietspaden) Fietspad netwerk Spoorweg
N
Water
14
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
VERKEERSOPZET De verkeersopzet is bepalend geweest voor het ontwerp van Houten-Noord. Het is inmiddels beroemd: een hiërarchisch systeem waarbij de auto dieper de woonwijken in steeds minder autoriteit krijgt en de voetganger juist meer. De fietser regeert in Houten-Noord en heeft een uitgebreid fietspadennetwerk tot zijn beschikking waarmee razendsnel winkels, scholen, het station of groenplekken te bereiken zijn. Het concept is een succes. Het aantal verkeersslachtoffers onder de 30.000 inwoners ligt de helft lager dan het landelijk gemiddelde. Het autogebruik bij winkelbezoek ligt ruim dertig procent lager dan in vergelijkbare steden.8 De opzet is eenvoudig. Het doorgaande autoverkeer is geconcentreerd op een weg die rondom, en niet door de woonbuurten loopt. De wijken zijn onderling niet verbonden voor autoverkeer. In tegenstelling tot andere groeikernen, waar de woonwijken tussen hoofdroutes geplooid zijn, kon in Houten binnen de rondweg een vervlechting van functies plaatsvinden, niet gehinderd door infrastructurele barrières. De automobilist komt vanaf de rondweg een wijk binnen door een poortgebouw. Dit is een hoger gebouw dat door zijn functie en vormgeving zou moeten verwijzen naar het achterliggende gebied, een concept dat op sommige plekken wél en op andere niet uit de verf is gekomen. Vanaf het punt van binnenkomen
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
wordt de snelheid niet gereguleerd door verkeersborden of stoplichten, maar met optische middelen; bochten in de route, overgangen in bestrating (van asfalt naar klinkers) en profiel (van breed naar smal). In het ontwerp zit dus ook een psychische component; het gaat om het ervaren van plekken en om subtiele overgangen van een hogere naar een lagere dynamiek. De automobilist komt achtereenvolgens op een wijkweg, buurtstraat en woonstraat. Allemaal hebben ze een eigen profiel en materialisatie. De herkenbaarheid van elk niveau is groot. Bij het ‘lezen’ van de Houtense verkeersopzet is de beplanting onmisbaar (zie ook hoofdstuk groenfilosofie): stedelijke boomsoorten (eiken, esdoorns, iepen, linden) aan de randen die de bijbehorende verkeersdrukte kennen en een meer landschappelijke inrichting in het centrum (wilgen, populieren en essen).9 Los van het hiërarchische auto-ontsluitingssysteem is een langzaamverkeernetwerk ontworpen. De vrijliggende fiets- en voetpaden leiden allemaal ‘als vanzelf’ naar het centrum. Aaneengesloten ‘wanden’ van beplanting langs de belangrijkste fietsroutes verwijzen naar het doorgaande karakter ervan. Zo oogt Houten als een vakantiekolonie, waar fietsers overal voorrang hebben en hun woongebied doorkruisen op fietspaden in brede groenzones.
Ver keersopzet
15
Rondweg
De Geer in aanbouw, de rondweg is al aangelegd, 1984. [HUA]
De 8,5 kilometer lange rondweg omsluit heel Houten-Noord en is het domein van de auto: voor fietsers en voetgangers is het hier verboden. De rondweg vormt een scherpe overgang tussen de nederzetting en het landschap, wat wordt versterkt door een hoog dijklichaam die de woningen erachter grotendeels aan het oog onttrekt en een verhoogde berm met een dubbele rij paardenkastanjes. Kastanjes zijn voor Nederland uitheemse bomen. De keuze voor deze boomsoort maakt duidelijk dat de rondweg niet bij het rivierenlandschap hoort, maar bij de nieuwe groeikern Houten.10 Door een verkeerssnelheid van zeventig kilometer per uur vast te stellen was het mogelijk de rondweg een relatief bochtig tracé te geven. In de binnenbochten werd de geluidswal zo laag mogelijk gehouden zodat de bebouwing van Houten op deze plekken beleefbaar was voor de automobilist.11 Het concept van een rondweg is een beproefd stedenbouwkundig middel. Vooral in combinatie met de gemiddeld drie meter hoge geluidswal ontstond een twintigste-eeuwse versie van een fort met vestingwal. De wal beschermt tegen snelheid en geluid. Het is een symbolische verwijzing naar de tot-hier-en-niet-verder-mentaliteit van het toenmalige Houtense bestuur. Houten wist lange tijd namelijk
16
Houten Noord - Houten
Wijkweg (inprikker)
De rondweg met links de kastanjebomen, rechts de geluidswal.
Het profiel van de rondweg, zie ook foto boven. [Cusveller 2007]
niet waar ze precies aan toe was. In 1975 verschijnt een krantenartikel met de kop ‘Komt Groot-Houten nu of niet’?12 In dit jaar was de verwachting nog dat na afronding van de eerste wijk ‘De Lobben’ er niet al te veel meer gebouwd zou worden. Het Rijk en de Provincie hielden de gemeente lange tijd in het ongewisse. Met de aanleg van de rondweg, was het idee, werd zekerheid verkregen over de definitieve grootte van de groeikern: als het fort vol was, was de groei voltooid.
Wijkweg de Gaarde: een bomenplein als ‘hal’ van de wijk.
Vanaf de rondweg worden de wijken ontsloten door zestien wijkwegen, de zogenaamde inprikkers. Dat de wijkwegen nog net het domein van de auto zijn is te herkennen aan de bestrating. Het asfalt maakt duidelijk dat de wereld van het autoverkeer hier begint en eindigt. Bochten halen de snelheid eruit. Het profiel is bij de directe ingang van een wijk een enkele rijbaan (asfalt), dieper de wijk in wordt dit een dubbele rijbaan met daartussen een berm (klinkers). Elke wijkweg leidt naar een bomenplein: de ‘hal’ van de desbetreffende wijk. Ook de bomenpleinen zijn voor voetgangers en fietsers verboden; er zijn geen voet- en fietspaden. Langs de wijkwegen staan duurzame boomsoorten als esdoorn, linde en eik. Deze komen veel voor in stedelijke gebieden en ondersteunen zo de meer stedelijke uitstraling van de wijkwegen. Er is geen ondergroei, de bomen staan zichtbaar met hun voeten in het gras. De wijkweg is zo kort mogelijk en vertakt zich in twee smallere buurtstraten.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Buurtstraat
Wijkweg De Haag: bochten halen de snelheid eruit.
Het standaardprofiel van een wijkweg of ‘inprikker’, afwijkingen van de standaard zijn mogelijk. [Cusveller 2007]
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Buurtstraat in De Meent: voorbeeld van asymmetrisch profiel, met slechts aan één kant een groenstrook (in deze straat wel trottoirs aan twee zijden). De buurtstraat is de eerste straat binnen de hiërarchische verkeersopzet waar direct aan gewoond en ontsloten wordt. De auto is te gast, langzaam verkeer heeft voorrang. De bestrating is iets informeler (klinkers), maar de boomsoorten blijven stedelijk (esdoorn, linde en eik). De buurtstraat loopt gewoonlijk tot ongeveer de helft van de diepte van de wijk en is, net als de wijkweg en de woonstraat, te herkennen aan een standaard profiel. De opbouw is asymmetrisch, met slechts aan één kant een trottoir. De rijbaan is 5,5 meter breed, maar opgedeeld in drie verschillende klinkerverbanden waardoor de rijloper optisch versmald.13 De buurtstraten gaan over in een netwerk van woonstraten.
Buurtstraat in Schonenburg: hier is afgeweken van de standaard.
Het standaardprofiel van een buurtstraat: afwijkingen van de standaard zijn mogelijk, zie ook foto boven. [Cusveller 2007]
Ver keersopzet
17
Woonstraat
Woonstraat in een van de wijken van Houten Noord. De woonstraat heeft in tegenstelling tot de wijkstraten en de buurtstraten een dorps karakter. Het ‘dorpse’ wordt bepaald door het smallere profiel (4,5 meter breed, met een rijbaan van drie meter, een molgoot van een halve meter en een rabatstrook van een meter), en de detaillering die een menging van gebruikers bevorderd. Er zijn verschillen tussen de woonstraten. Wanneer een woonstraat samenvalt met een hoofdfietsroute, dan is boombeplanting aan beide zijden van de weg gezet in twee grasstroken van minimaal drie meter breed. Achter het gras ligt een trottoir van minimaal anderhalve meter. Aan een dergelijke woonstraat wordt slechts beperkt geparkeerd. Wanneer een woonstraat onderdeel uitmaakt van de groenstructuur van Houten, heeft deze één grasstrook met boombeplanting tussen de haaks geparkeerde auto’s en de voortuinen.
18
Houten Noord - Houten
Drager
Het concept van de woonstraat toegepast in het Oude Dorp.
Het standaardprofiel van een woonstraat, afwijkingen van de standaard zijn mogelijk. [Cusveller 2007]
Wulfsepad: herkenbaar als drager door beplanting en profiel. Onafhankelijk van het auto-ontsluitingssysteem (van rondweg, wijkweg, buurtstraat en woonstraat) bestaat in HoutenNoord het fietspadenstelsel. Een aantal fietspaden speelt een dermate belangrijke rol in de ruimtelijke opzet van Houten dat ze ‘dragers’ zijn genoemd. De dragers zijn de hoofdroutes van het langzaamverkeer-netwerk en de schakels tussen de woongebieden en het centrum. Volg een drager en je komt ‘als vanzelf’ in het centrum terecht. Het systeem van dragers is aangelegd in een visgraatstructuur. Dwars door de centrale groenzone loopt een lang fietspad, waar van af kortere fietspaden vertakken en de wijken in lopen (zie kaart Infrastructuur). De vertakkingen verbinden de centrale groenzone met een buurtpark, centraal in een wijk. Net als bij alle andere infrastructuur zijn ook de dragers herkenbaar aan hun profiel en beplanting. Het profiel is als volgt: 3,5 meter asfalt - 3,5 meter grasberm met een boomsoort die bladerdakvorming bevordert, 1,5 meter trottoir – 1 meter gras.14 In plaats van ontwatering door molgoten met banden (stenig uiterlijk) vindt deze plaats door greppeltjes aan de
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Fietspadennetwerk
Drager Lobbendijk (zuid), vergelijk met het profiel onder.
Het standaardprofiel van een drager, zie ook de foto hierboven. [Cusveller 2007] voet van de bomen in de 3,5 meter brede grasberm (meer natuurlijk). De beplanting is landelijk. De dragers worden begeleid door een enkele rij knotessen (die echter nooit zijn geknot). De grasstrook langs de dragers wordt minder onderhouden dan op andere plekken zodat het wat wilder oogt.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Fietspad over de Wulfsedijk.
Fietspad over het Tiellandtspad.
Het fietspadennetwerk is erop gericht de belangrijkste voorzieningen in een wijk met elkaar te verbinden: scholen, buurtparken, winkels etc. De belangrijkste fietsroutes (aangegeven met een rode stippellijn op de kaart Infrastructuur) zijn de schakels tussen het autoverkeerssysteem en de overige fietsroutes. Om dit te verduidelijken zijn boomsoorten gebruikt met een landschappelijk karakter, die aan sluiten bij de meer ‘stedelijke’ boomsoorten langs de autoroutes. In de wijken Schonenburg en Wernaar werd bijvoorbeeld voor de eenbladige es gekozen.15 Uitzondering is de Lobbendijk, die vanwege de bijzondere betekenis voor het fietsverkeer naar Utrecht en zijn continuïteit in het buitengebied begeleidt wordt door populieren.
Ver keersopzet
19
De Geer
Schonenburg
Rijsbrug De Weerwolf
Wulven
Centrum
Den Oord
Wernaar
De Lobben
Groen Wijken Houten
Tiellandt
Bebouwing Houten Centrale groenzone
Oude Dorp
De Molenzoom
Buurtparken Overig openbaar groen
De Meent
Privé groen Drager Fietspad netwerk Spoorweg
N
Water
20
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
GROENFILOSOFIE De manier waarop in Houten de openbare ruimte is ingericht en wordt gebruikt hangt nauw samen met de verkeersopzet (zie vorige hoofdstuk). De organisatie van het verkeer bespaart namelijk veel ruimte ín de wijken, die ingevuld kan worden met groen. Hierin verschilt Houten van haar zusjes Lelystad, Nieuwegein, Maarssenbroek en Almere. De woonwijken liggen daar op grote afstand van de drukke ontsluitingswegen. De ruimte tussen wonen en wegen is ingevuld met brede groenstroken, vooral gebruikt als geluidsbuffer en vrijwel niet als gebruiksgroen.16 In Houten is eenzelfde hoeveelheid groen toegepast, niet langs de randen, maar in de directe woonomgeving. Er zijn twee belangrijke principes die aan het vanzelfsprekende karakter van het groenontwerp ten grondslag liggen: het verweven van ruimtes en een hiërarchie in beplanting. ‘ieders domein maakt ook deel uit van dat van een ander’ Een belangrijke stelregel bij het ontwerpen van de openbare ruimte van Houten was: ‘ieders domein maakt ook deel uit van dat van een ander’.17 Dit betekende het inrichten van een plek op zo’n manier dat meer dan één soort gebruiker (kinderen, volwassenen, ouderen) zich daar thuis voelt. Dit concept is vooral toegepast in de directe woonomgeving: in de woonstraten en het buurtgroen. In en om de woning was het uitgangspunt alle activiteiten die hier plaatsvinden (spelen, contact met de buren en thuiskomen met de auto) te mengen. Beplanting, speelvoorzieningen en parkeerplaatsen zijn niet duidelijk van elkaar gescheiden,
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
maar zijn een geïntegreerd ontwerp. Voorbeeld van dit ‘verweven’ van ruimtes is dat voortuinen, hoeken van terugwijkende gevels, keermuurtjes en fietsbeugels aanleiding kunnen zijn voor kinderspelen.18 Onder het bomendak van een parkeerplaats kan gebarbecued worden. De straat maakt zo onderdeel uit van het openbaar (speel) domein. In de buurtparken is er op gelet dat het niet mogelijk is dat één groep (kinderen, pubers, ‘hangouderen’) te nadrukkelijk aanwezig is.19 Kinderen kunnen er goed spelen, maar ook weer niet té uitgebreid. Voor ouderen is het rustig zitten, maar zal het nooit té stil zijn. Dit komt ook tot uiting in de keuze van bankjes en speeltoestellen: niet te opdringerig van kleur, formaat en materiaal (hout). Iedereen zal in het buurtgroen dus iets van zijn gading vinden, maar het zal nooit volledig passen bij de wensen van één exclusieve groep gebruikers. Hiervoor moet uitgeweken worden naar de centrale groenzone, waar meer gescheiden ruimten zijn en zowel de enkeling als groepen privacy kunnen vinden. De verschillende functies zijn hier meer ontvlochten (terreinen voor sport, visplekken etc.). Je vindt hier specifieke voorzieningen voor specifieke gebruikers.
Hiërarchie in beplanting Aan de beplanting kan je aflezen waar je bent in Houten. De keuze voor de beplanting op een bepaalde plek is bepaald door de hiërarchische reeks: van ‘stedelijk’ via ‘landelijk’ naar ‘natuurlijk’. De ‘stedelijke’ zone ligt langs de randen van de wijk, waar de invloed van de rondweg nog merkbaar is en de snelheid van het verkeer hoger ligt. Soorten beplanting die hierbij passen zijn esdoorn, linde, eik, haagbeuk en hazelaar. De dragers hebben een landelijk karakter door de knotessen. Het gras onder de knotbomen is wat ruiger, hier kunnen ook kruidachtige planten voorkomen. De dragers zijn intermediair tussen de natuurlijk ingerichte groenzone en de meer cultuurlijk ingerichte wijken. De centrale groenzone is zoveel mogelijk natuurlijk ingericht en verwijst door boomkeuze en hoogteverschillen naar het omliggende rivierenlandschap van de Kromme Rijn (zie ook onderdeel centrale groenzone). Het onderhoudsregime (maaien, snoeien) speelt bij het herkenbaar houden van de verschillen in hiërarchie een onmisbare rol. Langs de randen en in de woonwijken moest, volgens door het landschapsarchitectuurbureau bij het ontwerp opgestelde handboeken, het onderhoud intensiever zijn en een relatief verzorgd beeld opleveren. Bij de dragers en de centrale groenzone (met respectievelijk een landelijk en natuurlijk karakter) kon er met minder onderhoud voldaan worden, voor een wat ruiger beeld.
Groenfilosofie
21
Centrale groenzone De centrale groenzone is het ‘topstuk’ van Houten. Het is een 3,5 kilometer lange strook haaks op de spoorbaan, met variatie in breedte, levendigheid. Verschillende componenten van het stedenbouwkundig ontwerp komen hier bij elkaar: het centrum, het station, de woonwijken, de dragers en ‘gewone’ fietspaden. De centrale groenzone heeft een sterke relatie met de wijken. Een aantal scholen zijn bijvoorbeeld gesitueerd aan de zone en maken voor hun uitloop gebruik van het groen. De inrichting van de groenzone is gebaseerd op de veronderstelling dat de afstand van de woning gerelateerd is aan de manieren van ruimtegebruik. Zo zijn zones met verschillende sferen te onderscheiden. Hoe dichter bij huis, hoe minder tijd te besteden en hoe kleiner de voorzieningen in het groen (nummers 4 in de kaart). Deze gebiedjes zijn op dezelfde manier ingericht als de buurtparkjes, met een open grasveld, wat vrijstaande bomen en eventueel een speeltoestel. Verder van huis, zijn de voorzieningen in het groen groter met een flexibeler gebruik (nummers 6). Deze plekken, vooral de koppen van de groenstrook (het Imkerspark en het Kooikerspark) hebben een open karakter door de aanwezigheid van grote waterpartijen en grasvelden. Ze zijn ruiger dan de ‘nette’ inrichting van de dicht-bij-huis-zones. De overgang tussen ‘nette’ en ‘ruige’ plekken wordt gevormd door een zone die veel mensen aantrekkelijk vinden doordat hier veel kan gebeuren (nummers 5): wandelen, fietsen, zitten, spelen.
Hiërarchie in de centrale groenzone door toepassing van verschillende sferen. Uitleg van de nummers is te vinden in de lopende tekst. [TLU 1984]
22
Houten Noord - Houten
Buurtpark De indeling in gebruikszones is gekoppeld aan verschillen in hoogte en beplanting wat, net als overal in Houten, bijdraagt een heldere samenhang en afleesbaarheid.20 De beplanting van het park verwijst naar het landschap van het rivierengebied rond Houten, met de hoge oeverwallen en de lage komgronden.21 Het fietspad ligt op een middelhoog niveau. De beplanting in de laagste delen van het park, tussen fietspad en waterlopen, bestaat uit boomsoorten van de komgronden: populier, wilg, es en els. De hoger gelegen delen van de groenzone zijn beplant met boomsoorten die voorkomen op de oeverwallen: eik, esdoorn, linde en zoete kers.
Vanuit de centrale groenzone leidden de dragers langs of naar de buurtparken (met één uitzondering: buurtpark De Meent). Elke wijk heeft een groot buurtpark, dat fungeert als verzamelplaats voor alle leeftijden. Hier vind je bankjes, kan gevoetbald worden of de tent uitgeprobeerd. Met de groeninrichting is rekening gehouden met een zo divers mogelijk gebruik. De basis is een uitgestrekt grasveld (vaak met een verdiepte ligging) met langs de randen beplanting voor privacy en veiligheid: het park is een groene kamer in de wijk. De houten speeltoestellen, doelpalen en banken zijn ontworpen door landschapsarchitect Jan Kalff en zijn in elk buurtpark hetzelfde. Aan elk buurtpark is een school gekoppeld. Het is een vindingrijke combinatie waarbij de scholen het park gebruiken als speelruimte of ‘leslokaal’.
Centrale groenzone: gereed in het westen, in aanleg in het oosten, 1983. [HUA]
Drager in de centrale groenzone.
Hiërarchie in de recreatieve voorzieningen van een wijk. Nummer 3 is het buurtpark, dat door middel van een drager verbonden is met de centrale groenzone. [TLU 1984] Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Overig groen
Buurtpark Tiellandt.
Over boomsoorten en hiërarchie van het groen in de wijk is al het een en ander gezegd aan het begin van dit hoofdstuk. Over de functies echter nog niet. Het groen wordt ten eerste ingezet voor het begeleiden van de verkeersafwikkeling (zie ook hoofdstuk verkeersopzet). De verschillende soorten wegen zijn door hun specifieke boomsoorten herkenbaar. Bomen verzachten de overgang van bebouwing naar straat. Ten tweede is het groen ruimtevormend. Bomen worden ingezet voor dakvorming boven parkeerplaatsen of het maken van een groene wand aan een stedenbouwkundige ruimte. Het groen markeert tevens. Het geeft de overgangen aan tussen privé en openbaar (vaak door middel van hagen en grasstroken), tussen de verschillende wijken en tussen de infrastructurele netwerken van auto’s, fietsers en voetgangers. Sommige bomen zijn als ‘accent’ solitair geplaatst en kennen een speciale betekenis toe aan de plek waar ze staan, zoals een kruispunt of speelplek.
Woonstraat in de wijk Wulven: subtiele overgang tussen openbaar en privé.
Speeltuintje bij buurtpark aan de Rijfveld in De Geer.
De basis van elk buurtpark: een uitgestrekt grasveld (vaak verdiept zoals hier), met langs de randen bomen.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Een solitiar geplaatste boom als ‘accent’ in buurtpark Tiellandt.
Jeu de Boules in ‘t Kant: bomen zijn ingezet voor dakvorming.
Parkeren en verblijven op dezelfde plek: in de woonstraten van de wijk de Weerwolf.
Groenfilosofie
23
14 De Geer
34 34 8
13
Schonenburg
9
5 34
27
10
18 De Weerwolf
4
5
29 6
17
Wulven
11 2
28
7
1
Den Oord
19
De Lobben
22
Tiellandt
21
20 34
Realisatie Houten-Noord
16
26 Oude Dorp
32
30
De Meent
34
Bebouwing Houten Openbaar groen Privé groen Rondweg
31 34
Houten Noord - Houten
Wijken Houten
De Molenzoom
25
24
Wernaar
Centrum
24
34
Rijsbrug
3 33
15
12
23
Grens deelgebieden Spoorweg
N
Water
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
WOONWIJKEN HOUTEN - NOORD De kaart links en het overzicht rechts maken gebruik van de oorspronkelijk aan de wijken en buurten gegeven namen. Tegenwoordig staan de wijken bekend onder het laatste deel van hun straatnamen (Noten- of Bessengaarde, Dwars- of Meercamp). Zo is de wijk die in de volksmond ‘Hoeven’ en ‘Gaarden’ genoemd wordt officieel (want naam van het bestemmingsplan) de wijk ‘Weerwolf’. Deze wijk is in drie fasen gebouwd, dit zijn de deelgebieden Weerwolf I, II en III.
Woningwetwoningen van architectenbureau A. Albers in de buurt Weerwolf I, vlak na oplevering in 1981. [Bouw 1981]
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Deelgebieden
(voormalige wijknamen)
Wijken
(huidige wijknamen)
1. Lobben Hoven 2. Den Oord II Oorden 3. Weerwolf I Hoeven en Gaarden 4. Weerwolf II Hoeven en Gaarden 5. Weerwolf III Hoeven en Gaarden 6. Wernaar I Gilden 7. Wernaar II Gilden 8. R.A.S. Hoeven en Gaarden (nu Wellantcollege) 9. Schonenburg I Weiden en Hagen 10. Schonenburg III Weiden en Hagen 11. Centrum ‘t Rond en ‘t Kant 12. Schonenburg II Weiden en Hagen 13. De Geer I Velden en Sloten 14. De Geer II Velden en Sloten 15. De Geer III Velden en Sloten 16. Tiellandt I Slagen en Poorten 17. Wulven I Campen en Borchen 18. Wulven II Campen en Borchen 19. Tiellandt II Slagen en Poorten 20. Tiellandt III Slagen en Poorten 21. Tiellandt IV Slagen en Poorten 22. Wernaar III Gilden 23. De Meent-Zuid Erven 24. Wulven III Campen en Borchen 25. Veilingterrein Oude Dorp 26. Molenzoom Molens 27. Rijsbrug I Bermen en Akkers 28. Rijsbrug II Bermen en Akkers 29. Rijsbrug III Bermen en Akkers 30. Tiellandt-Zuid Slagen en Poorten 31. Prins Bernhardweg 32. De Meent-Noord Erven 33. Wulven IV Campen en Borchen 34. Diverse alle wijken poortgebouwen
Architecten (Kokon) (Zuiderhoek) (Albers) (Hopman/Olthof ) (Brakel-Buma/Morshuis) (E.D.) (Treffers-Polgar) (Van Dillen) (Leo de Jonge) (Abken) (Van Tilburg/Tauber) (Reyinga Postma) (Kokon) (Leo de Jonge) (Würdemann) (Abken) (Koeman) (vrije sector woningen) (Würdemann) (Treffers-Polgar) (vrije sector woningen) (Vereniging van Houtskeletbouwen) (vrije sector woningen) (Klaas van den Berg) (Van Galen) (div. kantoren) (Kokon) (Klaas van den Berg) (Ruijssenaars Hendriks) (vrije sector woningen) (vrije sector woningen) (Klaas van den Berg/Prins) (Würdemann) Diverse architecten
Woonwijken Houten - Noord
25
Wijk De Weerwolf in aanbouw, 1980. Het toepassen van ‘korte rechtstanden’ (kleine woonblokjes, ontbreken van lange gevelwanden door knikken in het wegpatroon) als belangrijk stedenbouwkundig middel zorgde voor het kleinschalige karakter van elk buurtje. Rechtsonder een deel van de meanderende wand in de wijk De Lobben langs de centrale groenzone. [HUA]
Wijken Noord - West:
- Oude Dorp: 42 ha met voorzieningen, 812 woningen en 1860 inwoners - De Lobben: 14 ha met 381 woningen, 1000 inwoners - Den Oord : 22 ha met 389 woningen, 1020 inwoners - De Weerwolf: 50 ha met 1257 woningen en 3390 inwoners - Centrum ‘t Kant: 318 woningen (totaal in Centrum 17 ha met voorzieningen en 1100 inwoners) - Wulven: 46 ha met 1121 woningen en 3270 inwoners - Tiellandt: 54 ha met 1100 woningen en 3160 inwoners - De Meent: 23 ha met 453 woningen en 1330 inwoners
Houten Noord- Oost in aanbouw, 1983. De stedenbouwkundigen wilden het nieuwe Houten vlug ‘over het spoor’ gelegd hebben: een psychische barrière die zo snel mogelijk geslecht diende te zijn. [HUA]
Wijken Noord - Oost:
- Wernaar: 33 ha met 781 woningen en 2049 inwoners in Gilden - Schonenburg: 40 ha met 1004 woningen en 2915 inwoners (1.040 inwoners in Hagen en 1.875 inwoners in Weiden) - Centrum ‘t Rond: 560 woningen, met 886 inwoners (totaal in Centrum 17 ha met voorzieningen en 1100 inwoners) - De Geer: 33 ha met 999 woningen en1842 inwoners (1.189 inwoners in Sloten en 653 inwoners in Velden) - Molenzoom: 27 ha met kantoren, 51 woningen en 141 inwoners in Molens - Rijsbrug: 31 ha met 652 woningen en 1781 inwoners (653 inwoners in Bermen en 1.128 inwoners in Akkers)
Bron: Gemeente Houten
26
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Architect Albers in 1981 over zijn plan voor De Weerwolf: ‘In onze stedebouwkundige ontwerpen wordt gepoogd de monotonie van het rechthoekige stratenpatroon door kleine hoekverdraaiingen te ontduiken. Ook versmallingen en verbredingen van de straten maken, voor wat het visuele beeld betreft, een enorm verschil. [...] Als alle straatjes een verschillend karakter hebben, kunnen de bewoners hun directe omgeving beter herkennen, binnen het schema van meestal identieke woningen. De mens vindt zijn plaats in deze wereld iets gemakkelijker.’ [Bouw 1981]
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Houten-Groeikern is opgebouwd uit dertien wijken, die weer verdeeld zijn in 33 deelgebieden (toen ‘buurten’ genoemd) van zo’n 300 woningen. Elk deelgebied kreeg haar eigen architect. De volgorde van de bouw was spiraalsgewijs richting het noordoosten, beginnend vlak boven het Oude Dorp (De Lobben). Dit had een praktische en een psychische component. In de beginfase, toen de rondweg nog niet aangelegd was, liep de Utrechtseweg dwars door het dorp. Tot de verlegging werd de nieuwe bebouwing aan de oostzijde ervan gehouden. Daarnaast wilden de stedenbouwkundigen het nieuwe Houten vlug ‘over het spoor’ gelegd hebben: een psychische barrière die zo snel mogelijk geslecht diende te zijn. Het tijdelijke gemeentehuis kwam ook al direct aan de ‘goede’ zijde van het spoor. Een ontwerpteam werkte aan de stedenbouwkundige opzet van elk deelgebied: bureau Wissing architectuur en stedebouw (R.J.A. Derks), Warnau Hoffman Kalff tuinarchitecten bv (J. Kalff ) en Adviesbureau voor Verkeersordening Goudappel & Coffeng NV (L.J. Coffeng, R.W. Meilof, A.J. van der Horst). Het toepassen van ‘korte rechtstanden’ (kleine woonblokjes, ontbreken van lange gevelwanden door knikken in het wegpatroon) als belangrijk stedenbouwkundig middel zorgde voor het kleinschalige karakter van de buurtjes. De architectuur is ondergeschikt aan de stedenbouwkundige opzet. In de wijk Weerwolf is een aantal witgeverfde woningen (architect Albers) ingezet als markering van wandel- en fietsroutes. In Den Oord begeleidt een mooie meanderende huizenwand van driehonderd meter lengte (architect Zuiderhoek) de centrale groenzone. Aan het ontwerp van de woningen is een aantal regels verbonden: met als belangrijkste de eis voor maximaal twee bouwlagen en een schuine kap. Herman Hertzberger zei hierover in 1984: ‘Waarom nergens platte daken in Houten? Ik hou van punt en contrapunt. Als schuine daken symbolisch zijn voor landelijkheid (wat ik bestrijd) moet je, omdat element tot zijn recht te laten komen, ook ergens het tegendeel laten zien’.22 Architectonische hoogstandjes zijn schaars. Dit is niet erg, het geeft de wijken een rustig en eenduidig beeld. Symbool hiervan is de Houtense Normwoning, die verspreid door de groeikern werd toegepast en een goede basiswoning garandeerde voor de lagere inkomens. De normwoning is een huis zoals kinderen dat tekenen: twee verdiepingen met een pannendak en een gemetselde schoorsteen. De woonkamer en keuken zijn op de begane grond, badkamer en slaapkamers op de verdieping en een zolder.
Woonwijken Houten - Noord
27
De Geer
Schonenburg
Rijsbrug De Weerwolf Functies
Wulven
Centrum
Wijken Houten
Wernaar
Bebouwing Houten Voorzieningen Scholen
Den Oord
Kantoren
De Lobben
Centrale groenzone Buurtpark
Tiellandt
Openbaar groen Sportterrein
Oude Dorp
De Molenzoom
Rondweg Wijkweg
De Meent
Buurtweg Drager Fietspad netwerk Spoorweg
N
Water
28
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
FUNCTIES De nieuwe nederzetting had een nieuw centrum nodig. Het Oude Dorp zou niet voldoen als economisch en bestuurlijk centrum voor de geplande 30.000 inwoners. De aanleg van het nieuwe centrum werd in het midden van alle verkeersstromen, op de kruising van spoor, hoofdfietsroutes en groenzone, geprojecteerd. Bij een centrum hoort een plein. Stedenbouwkundige Rob Derks herinnert zich hoe door het ontwerpteam werd gekeken naar oude pleinen in Nederland (Delft) en Italië (Siena), en naar recente pleinen in Rotterdam, Almere-Haven en Coudalere (Zuid-Frankrijk). Ook het Oude Dorp was onderwerp van studie. Uiteindelijk koos het ontwerpteam voor twee pleinen: één vierkant (’t Kant, bestuurlijke functies) en één ovaal (Het Rond, commerciële functies), met elkaar verbonden door een doorgang onder het spoorviaduct. Naast woningen en commerciële voorzieningen was er, om het schrikbeeld van een ‘slaapstad’ te vermijden, binnen de rondweg ruimte ingericht voor bedrijven en kantoren.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Func ties
29
Voorzieningen
Scholen
Kantoren
Het Rond fungeert als het economisch centrum van Houten.
Basisschoolcomplex ‘De Triangel’ in De Geer.
Poortgebouwen op de kruising van de Gaarde en de Rondweg.
De voorzieningen in Houten-Noord zijn geclusterd in het Centrum en het Oude Dorp. Dit zijn de plekken waar de inwoners van Houten hun boodschappen doen. Het centrum is ontworpen als een stedelijke ruimte, herkenbaar door hogere bebouwing, meer stedelijke architectuur en een stenige openbare ruimte. In de bouwwerken in het Centrum is een logische, want ‘stedelijke’, vermenging van winkels, horeca, kantoren en woningen te vinden. De voorzieningen in het Oude Dorp passen bij het dorpse karakter ervan: bakker, groenteboer, slager, en terrasjes rond de kerk. Het ontbreekt de wijken vrijwel aan commerciële voorzieningen. Het oorspronkelijke plan buurtwinkels in elk kwadrant van Houten Noord te laten vestigen is niet zo uitgepakt. Er zijn nu twee plekken met voorzieningen in de wijken: aan het Wulfsepad een supermarkt en ten zuiden van Rijsburg aan de Odijkseweg een supermarkt en een tuincentrum.
Houten-Noord heeft achttien scholen: vijftien basisscholen, twee voor Voortgezet Onderwijs, één voor Speciaal Onderwijs. Vrijwel elke basisschool ligt aan een ‘drager’ en is beter bereikbaar met de fiets dan met de auto. De basisscholen zijn altijd gecombineerd met een groene ruimte en maken voor uitloop ofwel gebruik van een buurtpark ofwel van de centrale groenzone. Door hun grootschaliger karakter liggen de scholen voor het Voortgezet Onderwijs op plekken met een meer stedelijk karakter: in het Centrum of in de nabijheid van de rondweg.
De kantoren zijn geclusterd in poortgebouwen of in het bedrijvenpark Molenzoom, dus in de meer stedelijke zones van Houten-Noord. De poortgebouwen zijn gesitueerd aan de rondweg en kenmerken zich door een afwijkende massa en bouwhoogte (minimaal drie bouwlagen). Houten binnengaan of verlaten wordt zo een bewuste actie. Het ontwerp voor de Molenzoom, een lange strook met kantoren, temidden van een woonlandschap, was geïnspireerd op de Utrechtse Maliebaan.23 De belangrijkste reden hiervoor was het karakter van de Maliebaan: een verweving van wonen en kantoren en de nabijheid van woongebieden. De Molen, de ‘Houtense Maliebaan’, was echter, zoals alles in Houten, lang niet zo formeel en zakelijk. Ook hier werden namelijk de spelregels van Houten toegepast: bochten om de snelheid af te remmen, een parallel fiets- en ventwegensysteem en een groenprofiel dat zich kenmerkt door subtiele overgangen met bomen en gras van gevel tot gevel. De gebouwen zijn van een grotere maat en schaal dan in de rest van Houten. Het ontbreken van voorterreinen creëert een rustig beeld, zonder al te veel verrommeling (reclameborden in voortuinen, slecht onderhoud etc). Het grastapijt langs De Molen loopt helemaal tot aan de plint van de kantoorgebouwen en gaat zelfs mee de hoeken om, zodat het voor de voorbijganger lijkt alsof de gebouwen ingebed liggen in het groen.
30
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Recreatie
Woonlandschap
Recreëren in het Kooikerspark.
Woningen aan het Imkerspark in de wijk Den Oord.
Houten-Groeikern oogt als één groot recreatiepark. Vooral op de fiets: de nauwe samenhang tussen fietspaden en groenstructuur zorgt voor ontspannen routes door het groen, langs de wijken, naar bijvoorbeeld de kinderboerderij, de Kooikersplas of zo het buitengebied van Houten in. Dit is vooral te danken aan het groenontwerp (zie hoofdstuk Groenfilosofie) met de langgerekte centrale groenzone en de verschillende buurtparken. Binnen de rondweg zijn twee sportparken opgenomen: sportpark de Stenen Poort en tenniscomplex de Molenwiek. Verder zijn verspreid door de wijken in voornamelijk historische panden recreatieve functies te vinden zoals een kinderboerderij, cultureel centrum en cafés.
De woonwijken van Houten-Noord zijn (zie kaart Functies):
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Appartementencomplex in de wijk De Meent.
1. Oude Dorp 2. De Lobben 3. Den Oord 4. De Weerwolf 5. Wernaar 6. Schonenburg 7. Centrum 8. De Geer 9. Wulven 10. Tiellandt 11. De Meent 12. Molenzoom 13. Rijsbrug
Func ties
31
KWALITEITEN Het geheim van Houten
Openbare ruimte
Infrastructuur
Centrale groenzone als topstuk. Kwalitatief hoogwaardige ruimte. Indeling in sferen gebaseerd op hiërarchisch systeem van recreatieve ruimtes. Boom- en heestersoorten verwijzen naar het landschap van het rivierengebied rond Houten.
Ruimtelijke systeem van rondweg, groene geluidswal, kastanjerij, poorten en inprikkers rondom Houten-Noord als scherpe overgang tussen de nederzetting en het landschap.
Zorgvuldige inrichting openbare ruimte. ‘Vanzelfsprekend’ karakter. Aan de beplanting lees je af waar je bent in Houten. Beplanting volgt de hiërarchische reeks van ‘stedelijk’ via ‘landelijk’ naar ‘natuurlijk’, dus van verzorgd naar ruig (zie kaart op pag. 22 linksonder).
Hiërarchisch systeem van wegen (rondweg, wijkweg, buurtstraat en woonstraat) waarbij de auto dieper de woonwijken in steeds minder autoriteit krijgt en de voetganger juist meer. Afremmen van de snelheid door subtiele overgangen van een hogere naar een lagere dynamiek.
Ontspannen woonlandschap door de spelregels voor de inrichting van Houten in de openbare ruimte, de verkeerstructuur, de functievervlechting en de terughoudende architectuur. Recept voor dit succes waren: - De intergrale en continue aanpak van de planontwikkeling door een ontwerpteam bestaande uit bestuurders, onwerpers en technici. - Continuïteit in het toenmalige bestuur van de gemeente bij de planontwikkeling - 95% van de grond die in gemeentelijke bezit was
32
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Functies
Prominent systeem van ‘dragers’ en gewone fietspaden. De fietser gaat voor. Herkenbare routes door de toepassing van een bepaald profiel en beplanting (knotessen). Aan de dragers liggen buurtparken en scholen.
Onderwijs- en recreatieve functies (sportterreinen, buurtparken) zijn snel te bereiken door hun hiërarchische situering.
Herkenbaarheid van het Centrum als voorzieningencluster met een stedelijk karakter. Hogere dichtheid, afwijkende bebouwingstypologie en grotere bouwhoogten.
Clustering van bedrijven in het bedrijvenpark Molenzoom in de nabijheid van de woonwijken en het Centrum. Ook hier zijn de spelregels van Hoten toegepast: bochten om de snelheid af te remmen, een parallel fiets- en ventwegensysteem en een groenprofiel dat zich kenmerkt door subtiele overgangen met bomen en gras van gevel tot gevel. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Kwaliteiten
33
KWALITEITEN
Historische elementen
Aanwezigheid van het Oude Dorp met fraai dorpsplein met cafés en restaurants, een kerk, oude (boerderij)bebouwing, monumentale bomen en een muziektent. Hier is de geschiedenis van Houten voelbaar en afleesbaar.
Integratie van historische elementen. Oude dijkjes met knotbomen, een historische waterloop, boerderijen en bouwwerken als de Stenen Poort verrijken de ontwerpen van verschillende woonwijken en zijn belangrijke bouwstenen.
34
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Overgangen
Architectuur
Details
Groen geeft overgangen aan tussen privé en openbaar (vaak door middel van hagen en grasstroken), tussen de verschillende wijken en tussen de infrastructurele netwerken van auto’s, fietsers en voetgangers.
In de woonwijken van Houten is de architectuur ondergeschikt aan de stedenbouwkundige opzet. De architectuur heeft een terughoudend karakter die bijdraagt aan een ontspannen woonlandschap.
Sommige bomen zijn als ‘accent’ solitair of in kleine groepen geplaatst en kennen een speciale betekenis toe aan de plek waar ze staan, zoals een kruispunt of speelplek.
Hoogteverschillen zorgen voor continuïteit van de centrale groenzone en geven structuur en privacy aan gebieden in de woonwijken.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
De structuur van de speelplaatsenlocaties is afgestemd op de actieradius van verschillende leeftijdscategorieën van kinderen. Bankjes en speeltoestellen zijn niet te opdringerig van kleur, formaat en materiaal (hout). Het ontbreken van ‘plekken’ om prettig te verblijven in Het
35
KNELPUNTEN Openbare ruimte
Bepaalde delen van de centrale groenzone zijn te dicht begroeid waardoor mooie of strategische zichtlijnen verdwenen zijn.
Op een aantal plaatsen heeft de aanhechting tussen bebouwing en openbare ruimte niet de robuustheid of vanzelfsprekendheid gekregen die zo karakteristiek is voor Houten (locatie foto: groen tussen de Morellengaarde en de Imkerspad aan het water in de Weerwolf ).
Onderhoud (maaien, snoeien) speelt bij het herkenbaar houden van de verschillen in hiërarchie een onmisbare rol (zie hoofdstuk Groenfilosofie). Op bepaalde plekken is de openbare ruimte sleets, wat het groenconcept direct aantast.
Op een aantal plekken zijn plaatselijk te weinig parkeerplaatsen. Hierdoor wordt er illegaal geparkeerd op groen en voetpaden.
36
Houten Noord - Houten
De zorgvuldigheid van overgangen (tussen privé en openbaar of tussen wijken) die de woonwijken typeert is afwezig bij de grens tussen centrum en aangrenzende wijken. De ‘achterkant’ van het centrum is erg stenig door de functionele invulling met parkeren.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Architectuur
Functies
Het nagestreefde ‘dorpse’ karakter komt niet tot uiting in het voorzieningenniveau in de wijken. Er was in elk kwadrant een buurtwinkel gepland, dit is uiteindelijk maar deels werkelijkheid geworden.
Houten is gebouwd voor gezinnen. Het eenzijdige woningaanbod levert nu problemen op met het huisvesten van andere doelgroepen (ouderen, starters).
De Rijks Agrarische School is een grootschalig bouwvolume temidden van een laag woonmilieu. Een logischere bestemming voor deze plek zou wonen zijn. (zie ook aanbevelingen).
De omvang van de supermarkt en het tuincentrum aan de Odijkseweg komt niet overeen met de uitstraling van de rest van de bebouwing aan de Odijkseweg, met een bescheiden korrelgrootte en een historisch karakter.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
De poortgebouwen zijn voor passanten en bezoekers de vertegenwoordigers van Houten. Dit komt onvoldoende tot uiting in de onuitgesproken architectuur van deze gebouwen.
K nelpunten
37
Houten Groeikern in de maak, 1983. De Utrechtscheweg (grote weg links) is nog niet verlegd, het oostelijk deel van de Rondweg is in aanleg (de rest ontbreekt nog), net als de Kooikersplas en de contouren van Het Rond zijn zichtbaar. De witte vlek bovenin is een om militaite redenen onherkenbaar gemaakt fort. [HUA]
38
Houten Noord - Houten
A anbevelingen Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
AANBEVELINGEN Algemeen Algemeen
Houten-Noord is ontworpen aan de hand van een aantal ‘spelregels’. Deze zijn in voorgaande hoofdstukken aan bod gekomen en gaan over: 1. de aanwezige historische elementen en lange lijnen; 2. de hiërarchische opbouw van de verkeersopzet; 3. de hiërarchische opzet en het concept van ‘ieders domein maakt deel uit van dat van een ander’ van het groen; 4. de verdeling van voorzieningen en functies en 5. het terughoudende karakter van de architectuur. Om de kwaliteit van Houten-Noord te kunnen waarborgen en te versterken dienen deze ‘spelregels’ als uitgangspunt genomen te worden bij nieuwe opgaven. Houten had vóór de groeikernfase een tuinders en dorps karakter. Dit karakter was leidraad bij het ontwerpen van het concept van Houten-Groeikern en is nog steeds een belangrijk onderdeel van haar identiteit. De (tuinders) geschiedenis kan bij toekomstige ontwikkelingen ingezet worden om deze identiteit te versterken en herkenbaar te houden. Samenleving en landbouw kunnen aan elkaar gekoppeld worden in de vorm van ‘stadslandbouw’, door bijvoorbeeld plekken te creëren voor schooltuinen en biologische kwekerijen gecombineerd met leerwerktrajecten van bijvoorbeeld het Wellantcollege. Bestudeer andere wijken om te kijken hoe deze omgaan met groei en transformaties. Dit hoeven niet persé groeikernzusjes te zijn, het gaat om wijken met dezelfde set ontwerpprincipes en een zelfde samenhang. Enkele referenties voor HoutenNoord kunnen zijn: Vreewijk in Rotterdam, Emmerhout in Emmen, Molenhoek in Rosmalen, Byvanck in Blaricum en Bargeres in Emmen (zie ook hoofdstuk Referenties).
Historische elementen
Het Oude Dorp is meer dan een verzameling historische panden, want bestaat grotendeels uit naoorlogse uitbreidingen. Wat precies de kwaliteiten zijn, en de spankracht is, van de naoorlogse bebouwing en hoe deze zich verhoudt tot de wijken uit de groeikernperiode is nog geen onderwerp van onderzoek geweest. Het is aan te bevelen deze ‘vergeten geschiedenislaag’ van Houten niet uit het oog te verliezen en nader te onderzoeken op mogelijke transformaties. De Wulfsedijk, Warinenpoort, de Poort/Troubadoursborch, Herenweg, Lobbendijk, Vlierweg / Odijkseweg, Binnenweg en Loerikseweg zijn (restanten van) oude wegen en dijken die vóór de aanleg van Houten-Noord de ontsluiting van het gebied verzorgden. De spinnenwebstructuur van oude wegen werkt structurerend en oriënterend. Houd bij nieuwe ontwikkelingen dit raamwerk van oude routes, inclusief de historische bebouwing erlangs, in stand. Behoud oude dijkjes met knotbomen, historische waterlopen, boerderijen en andere historische bouwwerken als verrijking van de ontwerpen van de verschillende woonwijken en als belangrijke bouwstenen van Houten-Noord.
Verkeersopzet
De verkeersopzet van Houten is beroemd: een hiërarchisch systeem waarbij de auto dieper de woonwijken in steeds minder autoriteit krijgt en de voetganger juist meer. Behoud het verkeerssysteem zoals dat is beschreven in het hoofdstuk Verkeersopzet (rondweg, wijkweg, buurstraat, woonstraat, dragers, verkeersnetwerk). Essentieel is de herkenbaarheid en afleesbaar van het hiërarchisch systeem dat van ‘snel-formeel’ naar ‘langzaam-informeel’ gaat. Bij het ‘lezen’ van de Houtense verkeersopzet is de beplanting onmisbaar (zie ook hoofdstuk groenfilosofie). De rondweg vormt een scherpe overgang tussen de nederzetting en het landschap. De wal beschermt tegen snelheid en geluid. Wonen en detailhandel horen binnen de muren, grootschalige functies erbuiten. Houd het contrast tussen buiten (natuurlijk) en binnen (cultuurlijk) de muren in stand door slechts met mate de landschappelijke zijde van de rondweg te verdichten en zichtrelaties te behouden, vooral richting de Kromme Rijn, Utrechtse Heuvelrug en Schalkwijk. Het fietspadenstelsel is een essentieel onderdeel van HoutenNoord. De ‘dragers’ zijn de hoofdroutes en de schakels tussen de woongebieden en het centrum. Aan de dragers zijn scholen, speelvelden en buurtparken te vinden. Om het systeem functioneel te houden is het belangrijk openbare functies aan de dragers te behouden. Het systeem is bedacht op veranderde functies naarmate Houten letterlijk en figuurlijk ouder zou worden. Scholen zouden bijvoorbeeld vervangen kunnen worden door een buurtcentrum, bioscoop of bejaardensoos (zie verderop voor aanbevelingen voor ‘functies’).
Elke Veranderlocatie heeft eigen kwaliteiten waaruit specifieke randvoorwaarden voortkomen. Ligt een locatie aan de centrale groenzone, aan een buurtpark of dichtbij het centrum? De ligging van de locatie is bepalend voor het toekomstig gebruik. In deze quickscan zijn hierover enkele algemene opmerkingen gemaakt (zie hoofdstuk Aanbevelingen Veranderlocaties). Elke locatie verdient echter na uitgebreider onderzoek haar eigen set aanbevelingen en randvoorwaarden.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
A anbevelingen Algemeen
39
Groenfilosofie
Aan de beplanting kan je aflezen waar je bent in Houten. De keuze voor de beplanting op een bepaalde plek is bepaald door de hiërarchische reeks: van ‘stedelijk’ via ‘landelijk’ naar ‘natuurlijk’ (zie hoofdstuk Groenfilosofie). Stedelijke plekken krijgen stedelijke boomsoorten, natuurlijke plekken krijgen natuurlijker ogende boomsoorten. Houd de hiërarchie herkenbaar door de beplanting langs wegen overeenkomstig de groenfilosofie te behouden of te herplanten. Behoud de opzet en inrichting van de centrale groenzone, topstuk van Houten. De inrichting is gebaseerd op de veronderstelling dat de afstand van de woning gerelateerd is aan de manieren van ruimtegebruik. Zo zijn zones met verschillende sferen te onderscheiden. De indeling in gebruikszones is gekoppeld aan verschillen in hoogte en beplanting wat, net als overal in Houten, bijdraagt een heldere samenhang en afleesbaarheid. Het is aan te bevelen de centrale groenzone vrij te houden van enige bebouwing. De groenzone is een uitermate belangrijk onderdeel van de succesformule van Houten. Verdichten zou de kwaliteit van de ruimte sterk doen afnemen. Wel zou de aanliggende bebouwing aan de randen van de centrale groenzone onderwerp van studie moeten zijn. De wandvormige werking van enkele wooncomplexen is mager: hier zou een steviger wandvorming op zijn plaats zijn. De overgangen tussen de woonwijken en de centrale groenzone zijn benadrukt door solide wanden van bebouwing, hoogteverschillen of een steeds ‘netter’ wordende beplanting. Op een aantal plekken zijn de overgangen van wijk naar groenzone iets minder zorgvuldig. Hier zit ruimte voor verbetering of verandering. Onderhoud (maaien, snoeien) speelt bij het herkenbaar houden van de verschillen in hiërarchie (van ‘ruig’ naar ‘verzorgd’) een onmisbare rol (zie hoofdstuk Groenfilosofie). Bepaalde delen van de centrale groenzone zijn te dicht begroeid waardoor mooie of strategische zichtlijnen verdwenen zijn. Breng de oorspronkelijke openheid weer terug in dit parklandschap.
40
Houten Noord - Houten
Neem het terughoudende karakter van de bestaande speeltoestellen en zitbanken als leidraad bij de keuze voor nieuwe exemplaren; niet te opdringerig van kleur, formaat en materiaal (hout). Wanneer veel toestellen aan vervanging toe zijn, zou het een mogelijkheid zijn een vormgever een serie toestellen te laten ontwerpen die overal in Houten gebruikt kunnen worden: net als landschapsarchitect Jan Kalff deed voor de eerste generatie speeltoestellen en banken.
Woonwijken
In de programmering van de woningmarkt is het de laatste jaren gebruikelijk om uit te gaan van leefstijlen. De gedachte hierachter is dat de samenleving kan worden opgedeeld in groepen mensen met verschillende profielen. Prachtige termen als opwaartse mobielen, traditionele en moderne burgers, kosmopolieten en gemaksgeoriënteerden helpen om het aanbod van woonmilieus af te stemmen op de gewenste bewonersklassen. Bij de bouw van een nieuwe woonwijk wordt de meeste aandacht besteed aan de uitstraling van de woningen. Die moet spectaculair en gevarieerd zijn, en vooral het gevoel van individualiteit geven: ieder mens is immers uniek. Temidden van al deze variatie wordt de openbare ruimte, ook als gevolg van een dwingende grondexploitatie, vaak een optelsom van functionele eisen. Rotondes, parkeren, straataanleg, hondenuitlaatplekken, erfafscheidingen en opstelplaatsen voor klicko’s leiden tot harde, versteende en voor de auto ingerichte openbare ruimtes, zonder veel ‘lucht’ of Lebensraum. In Houten-Noord is het omgekeerd. De woningen zijn sober van architectuur maar praktisch van indeling, uiteraard naar de normen van toen, in de buitenruimte is het spektakel te vinden. Toch heeft elke woonwijk van Houten-Noord een eigen identiteit, die wordt bepaald door: de mate waarin rekening is gehouden met het bestaande landschap, de historische elementen die opgenomen zijn in het stedenbouwkundig plan, de keuze voor een bepaalde verkaveling en de uitstraling van de architectuur. In het kader van deze quickscan zijn de verschillen in identiteit slechts oppervlakkig onderzocht. Het verdient echter aanbeveling dit uitvoeriger te doen, zodat bij toekomstige interventies de kwaliteit van elke afzonderlijke wijk gewaarborgd blijft.
De architectuur van de woningen is ondergeschikt aan de stedenbouwkundige opzet. Architectonische hoogstandjes zijn schaars. Dit is niet erg, het geeft de wijken een rustig en eenduidig beeld. Het geeft enige vrijheid om woningen te vervangen, zolang er niet te veel vormwil is en het terughoudende karakter behouden blijft.
Functies
Het centrum is ontworpen als stedelijke ruimte, herkenbaar door hogere bebouwing, meer stedelijke architectuur en een stenige openbare ruimte. Zet deze ontwikkeling door, door slechts in de centrumzone de hoogte in te gaan en deze verder te verdichten. Het systeem van dragers (hoofdfietspaden) dat in Houten in een visgraatpatroon is neergelegd (centrale as door de groenzone, aftakkingen de wijken in) is de belangrijkste verbinding tussen verschillende openbare functies (scholen, speelterreinen, buurtparken). Zet dit verbindingssysteem in als kapstok waaraan nieuwe voorzieningen gehangen kunnen worden, bijvoorbeeld door het herbestemmen van een school tot een buurtwinkel, zorginstelling of kinderdagverblijf. Zo blijft het systeem van dragers tevens functioneel (zie ook aanbevelingen verkeersopzet). De Poortgebouwen liggen aan de rondweg, in de zone met de hoogste (verkeers)dynamiek. Deze gebouwen zijn daarom geschikt voor verschillende, meer ‘stedelijke’ functies, van kantoren tot appartementen. Het grondgebied van het Wellantcollege, de voormalige Rijks Agrarische School, is ideaal voor herontwikkeling tot woonwijk, zou de RAS zich ooit buiten de muren van HoutenNoord willen vestigen. Veel historische bebouwing in Houten-Noord is, door er een openbare functie aan toe te kennen, niet alleen ruimtelijk maar ook functioneel opgenomen in het weefsel van de groeikern. Continueer dit gebruik en versterk dit. Zo zouden de gebouwen rond de Steenen Poort in de toekomst bijvoorbeeld een functie kunnen krijgen die overeenkomt met de kleinschaligheid van het boerderijcomplex (verkoop streekeigen producten, kinderdagverblijf, oid).
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
REFERENTIES Vreewijk, Rotterdam
Emmerhout, Emmen
Voorzieningen: Een wijkgebouw, 23 winkels, een café, ziekenhuis, drie kerken, scholen.
Voorzieningen: Winkelcentrum met cultureel centrum, bibliotheek en sporthal. Een kerk, twee bejaardencomplexen, medisch centrum, zes basisscholen en een school voor voortgezet onderwijs.
Ontwerp: Gemeente Rotterdam ( schetsontwerp eerste fase: J.P. Berlage ; definitief ontwerp: Granpré Molière en Verhagen / tweede fase - uitbreiding: Granpré Molière en Verhagen Planfase: 1913 - 1921 Uitvoering: 1916 - 1944 Oppervlak: 190 ha Aantal woningen: circa 5725 woningen (in 1966) Bruto dichtheid: circa 46 woningen/ha
Ontwerp: Gemeente Emmen (ir. N.A. de Boer i.s.m. A. de Jong en anderen) Planfase: 1961 - 1966 Uitvoering: 1966 - 1974 Oppervlak: 157 ha Aantal woningen: circa 3500, waarvan 30% gestapeld Bruto dichtheid: circa 22 woningen/ha
Molenhoek, Rosmalen
Ontwerp: P.A.M. Buys en B. van der Vliet (tuin- en landschapsarchitecten). Architecten Van den Berg, W.J.J. Croonen, P.W. de Graaf, J.G. Pruyn en G.M.C. Wijnen. Planfase: 1971 Uitvoering: 1975 Oppervlak: 20 ha Aantal woningen: 180 villa’s Bruto dichtheid: circa 9 woningen/ha
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Bargeres, Emmen
Ontwerp: Gemeente Emmen (A. de Jong en anderen) Planfase: 1967 - 1971 Uitvoering: 1971 - 1983 Oppervlak: 189 ha Aantal woningen: circa 4300, waarvan 10% gestapeld Bruto dichtheid: circa 23 woningen/ha Voorzieningen: Winkelcentrum met cultureel centrum en twee kerken. Twee bejaardencomplexen, verpleegtehuis, sporthal en vijf basisscholen.
Byvanck, Blaricum
Ontwerp: Bureau Wissing (stedenbouw) / Warnau Hofman Kalff (landschapsarchitecten). Planfase: 1969 - 1973 Uitvoering: 1973 - 1979 Oppervlak: onbekend Aantal woningen: 8500
R eferenties
41
Referenties:
42
Vreewijk, Rotterdam
Houten Noord - Houten
Emmerhout, Emmen
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Molenhoek, Rosmalen
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Byvanck, Blaricum
Bargeres, Emmen
R eferenties
43
De Geer 1
17
2
Schonenburg 3 18
6 Rijsbrug
9
Wulven
22
De Weerwolf
4
Wonen/recreatie/welzijn/educatie
7
10
Centrum
Wernaar 5
11
Recreatie/welzijn/educatie
Wijken Houten Bebouwing Houten
Den Oord
12
Bedrijven/wonen
Oude Dorp en Centrum
8
15
Structuur Houten-Noord met potentiële veranderlocaties
De Lobben
Voorzieningen Scholen
Tiellandt
14
13
Kantoren
21 Oude Dorp
19
De Molenzoom
Openbaar groen Rondweg Wijkweg
De Meent
16
Buurtweg Drager Fietspad netwerk Spoorweg
20
44
Houten Noord - Houten
Water
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
N
Potentiële veranderlocaties : Bestemmingen Wonen - Recreatie/Welzijn/Educatie: 1. Locatie de Triangel, Jukveld 2 2. Locatie de Grote Geer, Snoeksloot 62 3. Locatie Klavertje Vier, Eggeveld 4 4. Locaties ‘t Schoolhuys en de Brug, Tappersgilde 22 en Beverakker 19. 5. Locatie de Wijngaard, Glazeniersgilde 18 6. Locaties de Meerkoet en de Rank, Meerkoetweide 39 en Putterhaag 2/4 7. Locatie de Bengelbongerd - parkeerplaats Dijkhoeve 8. Locatie sporthal den Oord en de Wegwijzer, Lupine-Oord 4/6 9. Locatie Nieuwoord, Notengaarde 3 10. Locatie de Zevensprong, Scherpencamp 2 11. Locatie de Bijenkorf, Ridderborch 143 12. locatie de Vlaswiek, Guldenslag 131 13. Locatie Montessori dependance, Vikingenpoort 30 14. Locatie Johannes Bogermannschool, Lobbendijk 16 16. Locatie de Stenen Poort, Warinenpoort
POTENTIËLE VERANDERLOCATIES Het onderzoek omvat de volgende potentiële veranderlocaties (zie bijgevoegde kaart). Een groot deel van de locaties komen voort uit de startnotitie Verdichting en Inbreiding. Een enkele locatie komt voort uit een concreet particulier initiatief. In een gemeentekijke vervolgnotitie zullen uiteindelijke de definitieve potentiële veranderlocaties worden aangewezen.
Bestemmingen Recreatie/Welzijn/Educatie: 15. Locatie Evenemententerrein/noodlokalen, Keercamp
Bestemmingen Wonen - Bedrijven: 17. Locatie kantoren, De Haag 18. Locatie kantoren, De Gaarde 19. Locatie kantoren, De Slag 20. Locatie kantoren, De Poort 21. Locatie bedrijvenpark De Molenzoom
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
A anbevelingen Verander locaties
45
AANBEVELINGEN VERANDERLOCATIES
Scholen (13x)
Evenemententerrein Keercamp
Steenen Poort
Scholen: locaties 1, 3 t/m 8 en 10 t/m 14
Keercamp: locatie 15
De Steenen Poort: locatie 16
Als Veranderlocaties zijn in de wijken (dus buiten het Centrum en het Oude Dorp) maar liefst dertien scholen aangewezen (situatie september 2009). Scholen zijn altijd gekoppeld aan groen. Ze zijn ofwel gesitueerd direct aan de centrale groenzone ofwel aan een buurtpark. Het is een vindingrijke combinatie waarbij de scholen het park of de centrale groenzone gebruiken als uitloop, als speelruimte of ‘leslokaal’. Bijna elke school is te bereiken via een ‘drager’. Dat er zoveel scholen als Veranderlocatie zijn aangemerkt is niet verwonderlijk. Sommige scholen zijn van oorsprong zo gesitueerd dat ze makkelijk vergroot kunnen worden en van functie kunnen veranderen. Het zijn logische plekken voor nieuwe functies. Eis is wel dat dit openbare of sociale functies zijn (dus geen wonen): buurtwinkel, bejaardensoos, kinderopvang. Het behouden van openbare functies langs het systeem van dragers houdt dit systeem functioneel en logisch als hoofdfietspadennetwerk. Voor verdere randvoorwaarden is er een onderscheid te maken tussen scholen aan de centrale groenzone en die aan een buurtpark. De eersten hebben meestal een groter bouwvolume: een wat forsere nieuwbouw zouden deze plekken dan ook aankunnen. Bij de tweede categorie ligt het anders: de scholen liggen temidden van een kleinschalig woonmilieu, mooi ingebed in het groen. Nieuwbouw dient hier een bescheiden formaat te hebben, passend bij de locatie centraal in een woonwijk.
De Keercamp is een belangrijk onderdeel van de hiërarchische opzet van de centrale groenzone. Verder van de woonwijken zijn de voorzieningen in het groen groter met een flexibeler gebruik. Deze plekken, vooral de koppen van de groenstrook, hebben een open karakter door de aanwezigheid van grote waterpartijen of grasvelden. De Keercamp bestaat uit een groot grasveld voor evenementen met daarnaast een kinderboerderij en speeltuin. Het volledig bebouwen van het terrein zou het succesvolle groenconcept van Houten de das omdoen. Verdichting met woningbouw is meer voor de hand liggend in het Centrum (hoogbouw) of in het Oude Dorp (laagbouw). Het is belangrijk dat het groene karakter van de Keercamp blijft overheersen. Er moet dan ook eerder gedacht worden aan herinrichting van het groen, dan aan herbestemming.
Het gebied rond de Steenen Poort is een historisch belangwekkend deel van Houten. Niet alleen het gebouwde erfgoed is waardevol (rijksmonument), in de bodem zit archeologisch erfgoed. Voor het gebruik van het gebouwencomplex zelf kan verwezen worden naar een aanbeveling die eerder in het rapport is gedaan (zie aanbevelingen functies): ‘Veel historische bebouwing in Houten-Noord is, door er een openbare functie aan toe te kennen, niet alleen ruimtelijk maar ook functioneel opgenomen in het weefsel van de groeikern. Continueer dit gebruik en versterk dit. Zo zouden de gebouwen rond de Steenen Poort in de toekomst bijvoorbeeld een functie kunnen krijgen die overeenkomt met de kleinschaligheid van het boerderijcomplex (verkoop streekeigen producten oid).’ Het gaat echter niet alleen om de gebouwen, maar vooral om de inrichting van het omliggende terrein. Bij het ontwerpen van dit deel van Houten is bewust de keuze gemaakt alle sportterreinen rond het Steenen Poortcomplex te leggen. De openheid van het terrein, met een minimale bebouwing, laat het rijksmonument in zijn waarde. Bij een eventuele herontwikkeling van dit gebied moet het boerderijcomplex als uitgangspunt voor het ontwerp genomen worden, zo heeft het bijvoorbeeld een bepaalde ruimte om zich heen nodig om de oorspronkelijke agrarische functie te rechtvaardigen.
46
Houten Noord - Houten
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Poortgebouwen (4x)
Bedrijvenpark
Overige locaties in woonwijken (3x)
Poortgebouwen: locaties 17 t/m 20
Bedrijvenpark Molenzoom: locatie 21
Overige locaties in woonwijken: locaties 2 en 9
Vier poortgebouwen zijn aangewezen als mogelijke Veranderlocatie. De poortgebouwen zijn gesitueerd aan de rondweg en kenmerken zich door een afwijkende massa en bouwhoogte. Houten ‘binnengaan’ wordt zo een bewuste actie. Omdat de poortgebouwen liggen aan de zone met de hoogste (verkeers)dynamiek zijn ze als veranderlocatie geschikt voor verschillende, meer ‘stedelijke’ functies, van kantoren tot appartementen. De plekken kunnen een grotere massa en bouwhoogte aan, om de entrees naar de wijken herkenbaar te houden.
Een belangrijke karakteristiek van de Molenzoom is de bedrijvigheid: het is er druk, met veel verkeer van en naar de bedrijven of het centrum. De bedrijfsgebouwen hebben een zakelijke uitstraling en de openbare ruimte is niet ingericht als verblijfsgebied. Het gebied is aangewezen als Veranderlocatie waarin een mix van wonen en bedrijven is geprojecteerd. Wonen in dit gebied zou van een andere orde zijn dan in de rest van de wijken van Houten-Noord. Het drukke verkeer en de bedrijvigheid zouden voor kwaliteitsproblemen kunnen zorgen. Daarnaast zou de openbare ruimte als verblijfruimte ingericht moeten worden om de woonkwaliteit te vergroten.
De overige twee mogelijke Veranderlocaties zijn het boerderijcomplex ‘Nieuwoord’ aan de Notengaarde (wijk Weerwolf ) en het boerderijcomplex de Grote Geer (wijk De Geer). Deze locaties zijn historische bouwwerken die, door er een openbare functie aan toe te kennen, niet alleen ruimtelijk maar ook functioneel kunnen worden opgenomen in het weefsel van de groeikern. Ze liggen tevens aan het netwerk van dragers (hoofdfietspaden). Herbestemming is mogelijk, maar net als bij de scholen is het van belang dat deze plekken een (semi)openbare functie krijgen, dus geen wonen. Zo wordt gegarandeerd dat het systeem van dragers in werking blijft als verbindingsroute tussen verschillende functies.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
A anbevelingen Verander locaties
47
NOTEN 1 Gemeente Houten, Bureau Interne Zaken, Inventaris van het archief van de gemeente Houten (1803) 1811 - 1961 (1964), november 1984. 2 Provincie Utrecht Dienst Ruimte en Groen, Monumenten Inventarisatie Project Gemeente Houten, Utrecht 1991, p. 11. 3 F. de Josselin de Jong, ‘De openbare ruimte. Het bijzondere van het alledaagse’, in: Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007, p. 90. 4 ‘Woningbouw in plan ‘De Lobben’ van start met veel overleg en inspraak’, in: Bunniks Nieuws / Houtens Nieuws, 13 mei 1976. 5 Archief TLU landschapsarchitecten, Groen en spelvoorzieningen deel B1 Houten, zonder jaar, p. 18. 6 Archief TLU landschapsarchitecten, Groen en spelvoorzieningen deel B1 Houten, zonder jaar, p. 18. 7 Deze plannen zijn te vinden in het Archief van de gemeente Houten (1803) 1811 - 1961 (1964), maar zijn in het kader van dit onderzoek niet ingezien. De ontwerper van het plan is om die reden bij ons niet bekend. 8 M. Steenhuis, Jan Kalff. Landschapsarchitect in de naoorlogse stedenbouw, Wageningen 2004, p. 62. 9 F. de Josselin de Jong, ‘De openbare ruimte. Het bijzondere van het alledaagse’, in: Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007, p. 90. 10 F. de Josselin de Jong, ‘De openbare ruimte. Het bijzondere van het alledaagse’, in: Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007, p. 89. 11 Archief TLU landschapsarchitecten, Het groenstruktuurplan en zijn samenstellende delen, zonder jaar, p. 2. 12 ‘Komt Groot Houten nu of niet?’, in: Bunniks Nieuws / Houtens Nieuws, 29 mei 1975. 13 De opbouw van het profiel is als volgt: erf, 2,5 meter trottoir - trottoirband - 4,5 meter rijstrook - 0,5 meter molgoot - 0,5 meter rabatstrook - opsluitband en een berm van tenminste drie meter breed. 14 Archief TLU landschapsarchitecten, Het groenstruktuurplan en zijn samenstellende delen, zonder jaar, p. 4. 15 Archief TLU landschapsarchitecten, Conceptgroenstruktuurplan Houten deelplan de Geer 1 en de Geer 2, november 1984, p. 33.
48
Houten Noord - Houten
16 F. de Josselin de Jong, ‘De openbare ruimte. Het bijzondere van het alledaagse’, in: Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007, p. 97. 17 Archief TLU landschapsarchitecten, Groen- en spelvoorzieningen deel B1 Houten, zonder jaar, p. 7. 18 Archief TLU landschapsarchitecten, Groen- en spelvoorzieningen deel B1 Houten, zonder jaar, p. 2. 19 Archief TLU landschapsarchitecten, Groen- en spelvoorzieningen deel B1 Houten, zonder jaar, p. 2. 20 Archief TLU landschapsarchitecten, Conceptgroenstruktuurplan Houten deelplan de Geer 1 en de Geer 2, november 1984, p. 28. 21 F. de Josselin de Jong, ‘De openbare ruimte. Het bijzondere van het alledaagse’, in: Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007, p. 93. 22 H.S., ‘Houten houdt ’n gewetensonderzoek’, in: Bouw 39 (1984) 23, p. 8. 23 R. Derks, Houten het buitenste binnen. Inversiestedebouw op de kleinere schaalniveau’s, manuscript, ca. 2007, p. 78.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
BRONNEN Literatuur ‘Komt Groot Houten nu of niet?’, in: Bunniks Nieuws / Houtens Nieuws, 29 mei 1975.
TLU landschapsarchitecten, Het groenstruktuurplan en zijn samenstellende delen, zonder jaar.
‘Woningbouw in plan ‘De Lobben’ van start met veel overleg en inspraak’, in: Bunniks Nieuws / Houtens Nieuws, 13 mei 1976.
Archief
‘Woningen te Houten’, in: Bouw 36 (1981) 22, pp. 53-56.
Het Utrechts Archief [HUA]
S. Cusveller e.a., Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007. F. de Josselin de Jong, ‘De openbare ruimte. Het bijzondere van het alledaagse’, in: Modelstad Houten. Het bijzondere van het alledaagse, Wageningen 2007. R. Derks, Houten het buitenste binnen. Inversiestedebouw op de kleinere schaalniveau’s, manuscript, ca. 2007. Derks stedenbouw b.v., Houten structuur en compositie. Een voorbeeld van groene stedebouw, Houten 1994. Gemeente Houten, Bureau Interne Zaken, Inventaris van het archief van de gemeente Houten (1803) 1811 - 1961 (1964), 1984. H.S., ‘Houten houdt ’n gewetensonderzoek’, in: Bouw 39 (1984) 23, p. 8 Provincie Utrecht Dienst Ruimte en Groen, Monumenten Inventarisatie Project Gemeente Houten, Utrecht 1991. M. Steenhuis, Jan Kalff. Landschapsarchitect in de naoorlogse stedenbouw, Wageningen 2004. TLU landschapsarchitecten, Concept-groenstruktuurplan Houten deelplan de Geer 1 en de Geer 2, november 1984. TLU landschapsarchitecten, Groen en spelvoorzieningen deel B1 Houten, zonder jaar.
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Bronnen
49
COLOFON Dit onderzoek werd uitgevoerd door Steenhuis stedenbouw/landschap en Urban Fabric te Schiedam in opdracht van gemeente Houten. Projectgroep Veranderlocaties Houten-Noord: E. van Ittersum (hoofd-projectontwikkeling) M. Harms (ruimtelijke beleid: milieu en klimaat) J. Zwart (economische zaken) G. van der Zwaan ( strategische ruimtelijke ordening) C. Strooper (volkshuisvesting) G. Santing (communicatie) P. Bos (senior projectleider projectontwikkeling) E. van Rheenen (projectontwikkeling). Projectteam: Dr. Marinke Steenhuis, drs. Lara Voerman en ir. Johanna van Doorn. Lange Haven 9 3111 AC Schiedam www.steenhuis-onderzoek.nl www. urbanfabric.nl © Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric, oktober 2009.