Landschap Jaargang 3 - nummer 2 - april - mei - juni 2013 Driemaandelijks tijdschrift van Landschap vzw. Verschijnt in januari, april, juli en oktober. Erkenning P 913043
Zinkviooltjes langs de Geul Wandelen in het Heuvelland
Safari door de Oostvaardersplassen Struinen tussen wisenten
COLOFON Landschap is het driemaandelijkse tijdschrift voor leden van Landschap vzw.
VORMGEVING www.ramdesign.be
REDACTie Aagje De Doncker & Jan Loos
Oplage 4 000 ex.
Coverfoto Roodoogjuffer - foto: Bart Heirweg www.bartheirweg.com De lidmaatschapsbijdrage van Landschap vzw bedraagt 22 euro per jaar voor het hele gezin. Het abonnement op Landschap is inbegrepen. Lid worden kan door overschrijving van 22 euro op rekening BE70 0688 9316 6125 (BIC = GKCC BEBB) met vermelding ‘nieuw lid via Landschap’.
Verantwoordelijke uitgever Jan Loos p/a Landschap vzw Doornstraat 29 3370 Boutersem +32(0)495-32 53 30
[email protected] www.landschapvzw.be
ondernemingsnummer 0837.482.657
COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaandelijke toestemming.
Robin Hood in Vlaanderen Donderdag 25 april 2013. In Gent heeft een groep wetenschapsstudenten een persconferentie aangekondigd waarin ze een lans willen breken voor degelijk wetenschappelijk onderzoek en tegen de zinloze jacht op de vos. Hun naam: ROBIN. Sinds Vlaams minister Joke Schauvliege de vos in Vlaanderen vogelvrij heeft verklaard, gaat het van kwaad naar erger met de blinde haat tegen dit inheems roofdier. Het is niet alleen de vossenjacht zelf die de jonge wetenschappers zorgen baart. Ze hekelen vooral ook de manier waarop deze minister – en bij uitbreiding de hele Vlaamse regering – de adviezen van haar eigen wetenschappers en officiële adviesorganen naast zich neer legt of zelfs actief manipuleert. Terwijl de Vlaamse belastingbetaler betaalt voor een instituut vol steengoede wetenschappers, laat Joke Schauvliege zich liever leiden door de jachtlobby en door plat electoraal gewin. De conclusies van haar eigen wetenschappers zijn nochtans glashelder: de jacht op de vos is een volstrekt zinloze maatregel die alleen maar leidt tot een hogere reproductie – dus méér in plaats van minder vossen –, een onnatuurlijke leeftijdsopbouw van de populatie met kwalijke gevolgen op langere termijn, verspreiding van vossenlintworm door het aanzuigen van niet-Vlaamse vossen naar vrijgekomen territoria, etc. De enige afdoende bescherming tegen het verlies van kippen, is investeren in een degelijk afgesloten kippenhok. Bejaging en verdelging van de vos is niet alleen barbaars, maar ook pure symptoombestrijding. Dat is kort samengevat het standpunt van ROBIN. Enfin, wij vol verwachtingen naar de persconferentie. Een paar dagen eerder
had actiegroep Femen nog voor veel ophef gezorgd aan de universiteit in Brussel door met ontblote borsten slogans te scanderen tegen de standpunten van aartsbisschop Léonard. Als kort daarna een groep jonge Vlaamse studenten met de combattief klinkende naam ROBIN aankondigt dat ze flink van leer willen trekken tegen de vossenjacht en de miskenning van het wetenschappelijk onderzoek, dan schept dat toch verwachtingen. Zeker als je weet dat ROBIN ook nog eens de Engelse naam is van het roodborstje… In Gent aangekomen, treffen we geen studentes op de barricaden, maar wel een paar die geduldig uitleg geven aan de pers. Zoals het eigenlijk hoort op een persconferentie. En ROBIN blijkt geen roodborstje, maar een letterwoord voor ‘Rood Beest In Nood’. Ter plaatse wordt ook de postercampagne ‘Fier dat ik een vos ben’ gelanceerd. Nogal wat bekende vossen (BV’s) werken er aan mee, onder meer schrijfster Sabine de Vos en de roodharige presentatrice Erika Van Tielen. Maar ook zuster Jeanne Devos, die haar leven wijdde aan de bestrijding van mensonterende toestanden in de huisslavernij in India, zet haar schouders onder ROBIN. Het is ronduit schandalig, Joke Schauvliege, dat een gepensioneerde zuster op haar oude dag in Vlaanderen opnieuw moet gaan campagne voeren, dit keer tegen een onrecht dat door de Vlaamse regering zelf geïnstalleerd is. En foei ook diegene die bij ROBIN meteen aan roodborstjes dacht! Meer info: www.fierdatikeenvosben.be
Jan Loos, afgevaardigd bestuurder
IN DIT NUMMER | mei 2013 Foto’s: Gerry De Jonghe (vos), Jowan Iven (wisent) en Nico van Kappel (zinkviooltje)
4
Terrils in bloei Rondom het Waalse dorpje Plombières meandert de bovenloop van de Geul door een aantrekkelijk landschap. Behalve het prachtige Geuldal trekt – raar maar waar – ook de met zink en lood vervuilde ondergrond van een oude mijnsite natuurliefhebbers aan. In het voorjaar kleuren duizenden zinkviooltjes de grauwe stortbergen van het Pays des Terrils.
14 Leven en dood in De Nieuwe Wildernis Kuddes van honderden konikpaarden en Heckrunderen, duizenden edelherten, eindeloze prairies, schitterende rietmoerassen, tienduizenden watervogels en de lievelingsplek van de zeearend. Dat zijn in een notendop de Oostvaardersplassen in Flevoland. Eind september gaat in de bioscoop De Nieuwe Wildernis in première, een schitterende documentaire over dit unieke natuurgebied. Jouw redactie ging alvast op verkenning in de Serengeti van de Lage Landen.
26 Small surprising de wondere wereld van Misja Smits Natuurfotografe en macrospecialiste Misja Smits heeft een zodanig eigen stijl, dat je haar beelden herkent uit duizenden. De onderwerpen en composities van Misja lijken zo weggeplukt uit een sprookje, maar dat klopt natuurlijk niet. De stemmige paddenstoeltjes en mysterieuze kabouterkevertjes die ze uit haar toestel tovert, bestaan écht. Je moet er alleen oog voor hebben.
32 Wisenten in de duinen In 2007 arriveerden in Nationaal Park Zuid-Kennemerland een aantal grote transportkisten met opschrift ‘Bialowieza’. Inhoud: wisenten uit het befaamde Poolse oerbos. Vandaag zijn de Europese bizons helemaal ingeburgerd in de duinen tussen Overveen en Zandvoort.
38 Bergen in West-Vlaanderen Ten zuiden van Ieper, op de overgang naar Frans Vlaanderen, ligt de gemeente Heuvelland. Terwijl de rest van de provincie vlak en laaggelegen is, pieken hier bergen tot 156 meter. Nauwelijks te geloven dat deze getuigenheuvels oude zandbanken zijn uit een tijd dat alleen de toppen van de Ardennen boven de zee uitkwamen...
46 De natuur in! De tweede helft van het voorjaar wordt puur genieten! We gaan onder meer boomkikkers spotten in Limburg, dassen begluren in de Ardennen, vogels kijken op Tiengemeten, adders zoeken in het Groot Schietveld en op safari door De Nieuwe Wildernis.
4
WALLONIË tekst Jan Loos Olaf Op den Kamp foto’s Nico van Kappel Martin Steenhaut Lars Soerink (Vilda) Jeroen Gense Eric Leprince kaart Bob Luijks
Op zoek naar metaalslakken en ijzervreters
Pays des Terrils In de driehoek Aken-Luik-Maastricht, vlakbij het drielandenpunt, ligt het Land van Herve. Onder natuurjongens is deze streek bekend om haar golvend landschap met veel hagen en oude boomgaarden. Fijnproevers associëren Herve met heerlijke streekkaas, cider en perensiroop. Veel minder bekend is dat deze streek maar liefst 17 oude mijnterrils en galmeiheuvels van de metaalnijverheid telt, waarop een héél bijzondere ‘ijzervretende’ flora voorkomt. In het voorjaar kleuren duizenden felgele zinkviooltjes de grauwe stortbergen in het natuurreservaat van Plombières.
LANDSCHAP
Zinkviooltje Foto: Nico van Kappel
5
6
Fruitbomen en vakwerk Een landschap dat letterlijk tegen de Voerstreek aanleunt – Plombières en Voeren zijn buurgemeenten – schept hoge verwachtingen bij wandelaars. Het Land van Herve lost die verwachtingen met gemak in. Tussen Maas en Vesder strekt zich immers een weids glooiend ‘bocagelandschap’ uit dat behalve veel houtkanten en fruitbomen ook een uitzonderlijk erfgoed herbergt. Behalve indrukwekkende kastelen en prachtige hoeves zijn onder meer de 13de eeuwse abdij van Val-Dieu en het viaduct van Moresnet – het langste spoorwegviaduct van ons land – een bezoekje méér dan waard. Maar ook knusse dorpjes zoals Clermontsur-Berwinne – één van de mooiste dorpen van Wallonië – met hun tradities en folklore bepalen mee de charme van deze streek. Behalve de typische huizen in vakwerk of natuursteen ontdek je hier ook historische kerken, kapellen, oude kruisbeelden en andere schatten uit het verleden.
Van alle tijden In het Land van Herve vinden we sporen terug van alle tijden. De eerste mens sleep hier silexstenen. Waar vandaag de Euregio ligt, woonden in ver vervlogen tijden ook de Eburonen. Hun aanvoerder Ambiorix maakte het
de legioenen van Julius Caesar knap lastig. Later ging Karel de Grote op jacht in de uitgestrekte bossen. De stichting van de abdij van Val-Dieu in 1216 zorgde voor akkerbouwactiviteiten. Vanaf de 16de eeuw veranderde het ploegland geleidelijk in weiland. Rond die tijd startte ook de productie van Hervekaas, die zijn unieke karakter ontleent aan een plaatselijke bacterie. Vanaf de 19de eeuw werden op de weilanden hoogstamboomgaarden aangeplant. In hun schaduw ontstonden de stroop- en ciderfabrieken.
Pays des Terrils De industriële revolutie was het startsein voor een explosie van de steenkool- en de metaalnijverheid in de streek. In de 19de en 20ste eeuw lieten die zware littekens achter in deze regio. Maar liefst 12 terrils van de steenkoolmijnen, 5 galmeiheuvels van de metaalindustrie en een reeks oude industriegebouwen herinneren aan de glorietijd van de steenkoolontginning in het bekken van Luik. Terwijl de mijnen steenkool bovenhaalden, werden er op de mijnsites groeiende afvalbergen gevormd met ertsresten, steenkool en schiefer, de zogenaamd ‘terrils’. Een deel van de gewonnen steenkool werd gebruikt in de metaalnijverheid die al eeuwen in de streek
LANDSCHAP
aanwezig was, maar nu plots een hoge vlucht kende. Van steenkool werden cokes gemaakt en die deden vervolgens weer dienst als brandstof in hoogovens, smeltovens waarin vloeibaar ruw ijzer wordt geproduceerd. Onderaan in die hoogovens bleven sintels en metaalslakken achter, afgekoelde residu’s van cokes en ijzererts, die verschillende zware metalen bevatten. In de streek werd ook lood- en zinkerts gedolven en waren verschillende lood- en zink-smelterijen actief, die in bepaalde periodes ook ertsen uit Spanje en Griekenland lieten aanvoeren. De residu’s van al die activiteiten kwamen terecht op grote galmeiheuvels.
bestaat uit stortbergen – terrils – met schiefer en ertsresten, afkomstig uit de mijnen en de ontginning en verwerking aan de oppervlakte. Daarnaast liggen er steenbergen met resten uit de zink- en loodfabrieken, voornamelijk sintels en metaalslakken. Die laatste zijn dus geen dieren, maar restproducten uit een smeltoven waarin metaalertsen werden geraffineerd.
Groene reconversie
De bodem is hier sterk vervuild met zware metalen, maar de planten die er groeien, gedijen juist goed op bodems met zink, lood of andere zware metalen in het substraat. Al moeten ze soms zeer inventief zijn om de giftige zware metalen buiten te houden...
Sinds de teloorgang van de metaalnijverheid probeert deze streek onder de benaming ‘Pays des Terrils’ de reconversie te maken naar groen toerisme. Terecht, want ze heeft alle troeven om het de zachte recreant helemaal naar zijn zin te maken. Nu de terrils en galmeiheuvels met rust worden gelaten, zijn ze immers geëvolueerd tot groene reuzen die uitnodigen om beklommen te worden. Je wordt beloond met prachtige panorama’s en een kennismaking met een heel bijzondere flora en fauna.
De typische planten van de slakkenbergen worden ook wel ‘ijzervreters’ genoemd of als ‘zinkflora’ bestempeld. IJzervreters zijn dus ook geen dieren, maar planten… Het zinkviooltje is de meest representatieve soort. De zeer specifieke flora trekt ook een aparte insectenwereld aan. Op de terrils van Plombières en omstreken telde Natagora ruim 300 plantensoorten, zo’n 90 vogelsoorten, 40 verschillende dagvlinders, 25 soorten krekels en sprinkhanen en 20 soorten lieveheersbeestjes.
In de bossen van de drielandenregio ontspringt de Geul. Al wandelend kan je het prachtige Geuldal volgen over een afstand van 53 kilometer; via Kelmis, Plombières en Valkenburg tot aan de monding in de Maas. Ook de voormalige spoorlijnen 38 (Chaudfontaine-Plombières-Aken) en 39 (Montzen-Gemmenich) zijn een aanrader; geïntegreerd in het RAVeL-net, zijn ze voortaan voorbehouden aan wandelaars en fietsers en behoren ze tot de mooiste groene wegen van ons land. In Gemmenich steekt de Boudewijntoren 50 meter boven het drielandenpunt uit. Een glazen lift voert je in geen tijd naar een adembenemend panorama.
Al is de zinkflora best wel zeldzaam, in de winter van 1998-1999 werd een groot deel van het gebied afgedekt om te voorkomen dat er nog meer zinkdeeltjes in de Geul zouden spoelen, die er dwars doorheen loopt. In 1996 werd ook al eens 16 000 m2 (1,6 ha) met een laag schone grond van 1 meter dikte overdekt. Daardoor rest er nu nog amper één derde van het voormalige gebied met zinkflora. Het natuurreservaat van Plombières bestaat uit droge, steile hellingen, uit moerassige delen langs de Geul en uit vlakke terreinen die ten dele begroeid zijn met berkenbos.
Een tunnel voor de Geul Metaalslakken en ijzervreters Een heel bijzondere oude mijnsite is die van Plombières – voor de Eerste Wereldoorlog nog ‘Bleiberg’ en ‘Bleyberg’ genoemd. Vandaag is ze deels ingericht als gemeentelijk park, deels als natuurreservaat. Het terrein
Belangrijk om weten is dat de bedding van de Geul hier over een afstand van 540 meter verlegd is, al in 1862, en dit om voortdurende overstromingen in de mijn tegen te gaan. De meanderende beek werd over een traject van 3 km gekanaliseerd en haar
Zijbeek van de Geul Foto: Eric Leprince
Zink-Engels gras Foto: Nico van Kappel
7
8
Detail van kleine parelmoervlinder Foto: Nico van Kappel
Blauwvleugelsprinkhaan
bedding en oevers kregen een waterdichte verharding om insijpeling van oppervlaktewater naar de mijn tot een minimum te beperken. Naarmate de mijnbouw ondergronds verder uitbreiding nam, werden dezelfde ‘verbeteringswerken’ ook toegepast op 10 km zijriviertjes van de Geul. Ook de aanleg van een 100 meter lange Geultunnel, waarbij de beek dwars door een rots werd geleid, kadert in het streven naar een snelle afvoer van het oppervlaktewater, weg van de mijnsite. Aan de ingang van de Geultunnel stort het water zich nu nog steeds met donderend geweld naar beneden. Indrukwekkend! Rondom de oude loop van de Geul, la Vieille Gueule, liggen vandaag ondiepe waterpartijen; in en rondom deze ‘poelen’ is de invloed van het zink duidelijk waarneembaar in de vegetatie, temeer omdat de galmeiheuvels er pal naast liggen.
Foto: Nico van Kappel
Intelligente zinkflora Boerenzwaluw Foto: Martin Steenhaut
De typische zinkflora op de oude mijnsite bestaat uit het zwavelgele zinkviooltje, de wit bloeiende zinkboerenkers en zinkblaas-
silene, het paars bloeiend zink-Engels gras en het weinig opvallende zinkschapengras. Deze soorten beschermen zich elk op hun eigen manier tegen de giftige zware metalen: het zinkviooltje houdt ze buiten door samenwerking met een schimmel, zink-Engels gras scheidt de metalen uit via bladopeningen en zinkboerenkers speelt ze kwijt via afvalblaadjes. Naast de echte zinkflora groeien er ook een aantal pseudometallofyten zoals grasklokje, veldzuring, scherpe boterbloem, blauwe knoop en gewone vleugeltjesbloem.
Lente langs de Geul In het vroege voorjaar, maart-april, bloeien langs de Geul bosgeelster, verspreidbladig goudveil, speenkruid en vingerhelmbloem. Later in het jaar komen daar daslook, bosmuur, bittere veldkers, moesdistel en moerasspirea bij. In een bosje op de oever van de Geul zien we gele monnikskap, echte valeriaan, gewoon schaduwkruiskruid, framboos en overblijvend bingelkruid verschijnen. Langs de afgesneden Geulmeander, de Vieille Gueule, groeit pluimzegge.
LANDSCHAP
Insecten troef!
De libellen zijn goed vertegenwoordigd met onder meer tangpantserjuffer, tengere grasjuffer, venglazenmaker en geelvlekheidelibel. De fraaie beemdkroonbij zoekt nectar op – hoe kan het ook anders – de bloemen van beemdkroon. Het is een vrij grote, solitair levende zandbij die opvallende rode pollen aan haar poten meezeult.
Plombières staat ook bekend om zijn ongekend rijke insectenfauna. Onder de sprinkhanen zijn er soorten met vrolijk klinkende namen zoals het wekkertje, de ratelaar en de krasser. Maar je treft hier ook bruine sprinkhaan, gouden sprinkhaan, zuidelijk en gewoon spitskopje, zanddoorntje, kalkdoorntje, gewoon doorntje, grote groene sabelsprinkhaan, sikkelsprinkhaan en bramensprinkhaan. De struiksprinkhaan en de boomsprinkhaan leiden een meer verborgen leven in struiken en bomen. Het knopsprietje en de blauwvleugelsprinkhaan – de maskotte van Pays des Terrils – leven op warme open plekken.
Op zinkblaassilene leeft het vierentwintigstippelig lieveheersbeestje. Deze drie tot vier millimeter kleine, behaarde kever leeft van planten, onder andere klaver, luzernesoorten en anjerachtigen, maar hij lust ook bonen, aardappel, biet en dahlia. Hij eet niet het hele blad op, maar laat een skelet van nerven, verbonden door de onderste bladlaag, over. Dit opvallend vraatpatroon en de vaak miserabele staat van de plant wijst al snel op de aanwezigheid van deze kever. De meeste exemplaren van zinkblaassilene komen niet tot bloei als ze door het vierentwintigstippelig lieveheersbeestje worden bezet.
De graslanden met glanshaver en goudhaver zijn getooid met weidebloemen als rapunzelklokje, wilde reseda, wilde marjolein, kleine ratelaar, vogelwikke, peen, beemdkroon en glad walstro. Op een brug over de Geul vinden we slangenkruid en rozetsteenkers.
Stippen tellen
9
10
LANDSCHAP
Kieskeurige rupsen Op de oude mijnsite van Plombières vliegen 2 soorten parelmoervlinders: de kleine parelmoervlinder en de zilveren maan. Kenmerkend zijn de grote zilveren vlekken op de onderkant van de vleugels. De rupsen van beide parelmoervlindersoorten voeden zich uitsluitend met de enige aanwezige viooltjessoort, het zinkviooltje. De volwassen zilveren manen voeden zich met nectar van zinkviooltjes, zink-Engels gras en koninginnekruid. Verder leven hier twee bijzondere blauwtjes: het klaverblauwtje en het heideblauwtje. Het vrouwtje van het klaverblauwtje zet haar eitjes af op rode klaver. Andere waargenomen dagvlinders zijn geelsprietdikkopje, groot dikkopje, buin dikkopje, koninginnepage, oranjetip, groot koolwitje, klein geaderd witje, klein koolwitje, oranje luzernevlinder, citroenvlinder, boomblauwtje, kleine vuurvlinder, icarusblauwtje, kleine vos, landkaartje, gehakkelde aurelia, dagpauwoog, atalanta, distelvlinder, koevinkje, hooibeestje, argusvlinder, bruin en bont zandoogje. Op jakobskruiskruid zie je de geel-zwart gestreepte zebrarupsen van de sint-jakobsvlinder, een nachtvlinder die overdag actief is.
Waterleven In en rond de plassen langs de Vieille Gueule leven allerlei amfibieën, waaronder vroedmeesterpad, gewone pad, middelste groene kikker, bruine kikker, alpenwatersalamander en kleine watersalamander. In de moerassige delen van het natuurgebied leeft de waterral. Ook de aalscholver is er van de partij. Langs de Geul, in de buurt van een heuse waterval bij de ingang van de tunnel door de rotsen, leven drie typische beekvogels: grote gele kwikstaart, waterspreeuw en ijsvogel.
Op verkenning! Een bezoek aan het natuurgebied van Plombières is vooral lonend in de bloeitijd van de zinkflora. Die begint vanaf april, met de bloei van de zinkboerenkers, en gaat door tot in oktober. De bijzondere vlinders zijn vooral te zien van begin mei tot eind juli. Je kan een uitgebreide wandeling maken doorheen de prachtige landschap-
pen die Plombières omringen, met start en aankomst op de oude mijnsite bij het gemeentehuis. Maar je kan er natuurlijk ook voor kiezen om op die oude mijnsite te blijven en enkel het natuurreservaat met de zinkflora te bezoeken. Voor de uitgebreidere wandeling start je aan het gemeentehuis en volg je de bewegwijzering van Natagora; het parcours is rood aangeduid op de kaart op pagina 12-13. Deze rondwandeling heeft start en aankomst op de oude mijnsite, waarvan een deel beheerd wordt als gemeentepark. Verscholen tussen de planten duiken hier en daar muren van gieterijafval op, maar ook resten van oude ovens en stenen van de vroegere mijngebouwen. Verderop passeer je de kerk, beklim je de heuvel ernaast en loop je tegenover het kerkhof de weilanden in. Over ongebaande paden gaat het dan richting de meanderende Geul. Je volgt een tijdje het prachtige Geuldal, keert terug door heuvels en dalen, om uiteindelijk via het gemeentepark of via de oude treinbedding van de pré-RAVeL 39 – er zijn 2 verschillende terugkeerroutes – in het eigenlijke ‘zinkreservaat’ te eindigen. Dit gedeelte van de oude mijnsite wordt beheerd door natuurvereniging Ardenne & Gaume. Hier schakel je best nog even over op een plaatselijk rondje, want er is véél te zien. Midden door het zinkreservaat stroomt de Geul. Volg de beek zeker eens stroomafwaarts tot aan de waterval bij de ingang van de tunnel door de rotsen; het is een bijzondere plek!
Het verleden herleeft Aan de rand van de eigenlijk mijnsite vind je het Maison du Site Minier. Dit Huis van de Mijnsite is één van de oudste gebouwen in de gemeente; het dateert van 1645 en heeft een gevel in steen en vakwerk. Het werd gerestaureerd en uitgebreid met een bijgebouw. Op het gelijkvloers is een minimuseum ondergebracht dat een beeld schetst van de vroegere galmeiwinning. Op de mijnsite heb je ook toegang tot de pré-RAVeL Ligne 39 (oude spoorlijn Montzen-Gemmenich) die aansluiting geeft op de Ligne 38 (Chaudfontaine-PlombièresAken) van het RAVeL-net voor fietsers, wandelaars en ruiters. Door het natuurreservaat loopt ook de Geuldalroute, de Via Gulia.
Galmeiheuvel met zinkflora Foto: Nico van Kappel
Zinkblaassilene Foto: Nico van Kappel
Plasrombout op zink-Engels gras Foto: Jeroen Gense
Geuldal met maretak Foto: Lars Soerink
11
12
ul Ge
hba
ch
W
e sc
Geul
V
Plombières 8
N60
mijnsite
Tu nis b
i P
h ac
N6
13
0
500
1000 m
Op stap!
LANDSCHAP
13
Pays des Terrils Start Gemeentehuis – Maison communale, Place du 3ème Millénaire 1, B-4850 Plombières. Te bereiken vanaf de verkeerswisselaar E40 Luik-Aken/ E42 Verviers-Prüm. Op de verkeerswisselaar in Battice volg je eventjes de richting Aubel tot aan het eerste rond punt. Daar neem je rechtsaf de N3. Je rijdt langs Henri-Chapelle richting Kelmis over een heuvelkam die prachtige panorama’s biedt. Een eindje voor Kelmis sla je linksaf naar Moresnet en Plombières (wegwijzers volgen). Je passeert Moresnet en rijdt uiteindelijk Plombières binnen via de N613 ; daar vind je het nieuwe gemeentehuis aan de rechterkant.
Völkerich
Afstanden 2 km – Wandeling van de mijnsite, rode rechthoek (blauw op kaart) 3 km – Natagora-wandeling verkort, wegwijzers Natagora (bruin op kaart) 6 km – Natagora-wandeling volledig, wegwijzers Natagora (rood op kaart) Niet-relevante bewegwijzering: rood-met-witte en blauw-met-witte rechthoek (beide van de Via Gulia), groene ruit (lus 5 km vanaf de kerk) en alle andere bordjes.
Toegankelijkheid
Sou e
Laarzen of stevige stapschoenen aanbevolen. De wandelingen die zich beperken tot de oude mijnsite, achter het gemeentehuis, zijn geschikt voor kinderwagens met grote wielen. Honden zijn daar welkom, aan de leiband. De grotere landschapswandeling van Natagora is niet geschikt voor kinderwagens. Ze loopt deels over ongebaande paden door weilanden op hellingen. Zolang er runderen grazen, is deze wandeling ook niet geschikt voor honden, zelfs niet aan de leiband.
Personen met een handicap Minder mobiele personen kunnen terecht op de pré-RAVeL Ligne 39, een oude spoorwegbedding met semi-verhard wegdek. Vanop de pré-RAVeL heb je een mooi uitzicht over het zinkreservaat en de verdere omgeving.
Onthaal Maison du Site Minier, Rue du Chemin de Fer 25, B-4850 Plombières, +32(0)87 78 32 41,
[email protected]. Open op aanvraag.
Stafkaart NGI topokaart 35/5 ‘Gemmenich’, verkrijgbaar bij het NGI, www.ngi.be en bij AltiplanoBooks, www.altiplanobooks.be.
joUw steun voor de natuur Giften voor de natuur in deze omgeving zijn welkom op rekening BE53 0682 1403 3153 (BIC = GKCCBEBB) van Natagora met vermelding ‘soutien zone 18, Vallée de la Gueule’. Vanaf 40 euro wordt een fiscaal attest afgeleverd.
Meer info • Pays des Terrils, www.paysdesterrils.eu • Landschap vzw, Jan Loos, +32(0)495-32 53 30,
[email protected]
14
NEDERLAND tekst Aagje De Doncker foto’s Nico van Kappel Bob Luijks Jeffrey Van Daele David Pattyn Han Bouwmeester Martin Steenhaut Dirk Cleiren kaart Staatsbosbeheer
Rauwe wildernisnatuur in de Serengeti van de Lage Landen
De Oostvaardersplassen Het is begin april wanneer we vanaf het arendsnest in onthaalcentrum De Oostvaarders in Almere uitkijken over de Oostvaardersplassen. Na een lange winter oogt het uitgestrekte gebied rauw en onherbergzaam. Zo ver het oog reikt; niks dan dorre, kortgegraasde graslanden met daarin indrukwekkende kuddes grote grazers, enkele plassen en zandige rolplekken van de wildlevende konikpaarden. Her en der ligt een wal van aangevreten hout en omgevallen wilgen waartussen je af en toe een dood hert kan ontwaren. Gewoon de natuurlijke tol van een zware winter of de excessen van ‘een concentratiekamp voor grote dieren’– zoals tegenstanders het gebied durven te omschrijven? Eén ding is zeker: dit is zonder twijfel het meest spraakmakende natuurgebied van de Lage Landen.
What’s in a name? Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) boterde het langs geen kanten tussen de Verenigde Nederlanden en Spanje. En aangezien Spanje en Portugal op dat moment dezelfde koning deelden, vertikten beide landen het om de vaarroutes naar respectievelijk Amerika en Azië door te spelen aan de Nederlanders. De economische welvaart tijdens de Gouden Eeuw gaf Nederlandse ontdekkingsreizigers als Willem Barentsz echter het vertrouwen om zelf een vaarroute uit te stippelen richting Indië of ‘de Oost’. De Verenigde Oost-Indische Compagnie of ‘Oostvaarders’ koos voor het vertrek van haar vloot de veiligste vaarroute, met name die via de geul aan de zuidkant van de Zuiderzee. Waar destijds de schepen richting Indië wegvoeren, liggen vandaag de Oostvaardersplassen.
Hang-ganzen Konikpaarden Foto: Nico van Kappel
Niet alleen de benaming, ook het ontstaan van de Oostvaardersplassen is het resultaat van een vreemde speling van de geschiedenis. In 1967 werd in het IJsselmeer, op de plek waar nu de noordwestgrens van Flevoland
ligt, de Oostvaardersdijk opgetrokken met als doel het inpolderen van een nieuwe provincie Flevoland, onder meer voor industrieontwikkeling. De grote middelen werden uit de kast gehaald om de zompige kleibodem van het voormalig stuk IJsselmeer droog te leggen. Zo werden vliegtuigjes ingezet voor het uitzaaien van riet, dat alle water aan de moerassige bodem moest onttrekken. Door de dalende vraag naar industrieterreinen, lieten projectontwikkelaars dit gebied tussen Almere en Lelystad echter links liggen. Niet minder dan 3 600 hectare aan rietland en plassen lag ineens voor het grijpen. Een buitenkans die de natuur niet aan zich voorbij liet gaan. Duizenden grauwe ganzen kwamen vanuit heel Europa aanvliegen om er aan het begin van de zomer te ruien. Wanneer ze hun veren verliezen, zijn de ganzen gedurende 4 tot 6 weken bijzonder kwetsbaar. Ze hangen dan wat rond en trekken zich wat graag terug in de beslotenheid van het rietland waar ze weinig te vrezen hebben van hun natuurlijke vijanden. Ze vreten zich letterlijk een weg doorheen het rietland; een
LANDSCHAP
15
16
Baardmannetje
gans speelt gemiddeld een halve kilo jong riet per dag naar binnen.
Foto: Han Bouwmeester
Zeearend Foto: Martin Steenhaut
Vos Foto: Dirk Cleiren
Lepelaar Foto: David Pattyn
Op die manier ontstond een halfopen en gevarieerd landschap met naast veel rietland ook tal van plassen met open water. In die plassen krioelde het van insecten, visjes en amfibieën die op hun beurt een groot aantal roerdompen, lepelaars, futen en grote zilverreigers aantrokken. In de overgangszone tussen plassen en rietland vonden waterral en porseleinhoen een vaste stek. Baardmannetjes, blauwborsten en snorren bevolkten dan weer de rietkragen in ongeziene aantallen. Zo zetten de grauwe ganzen een cascade van lang verloren gewaande, natuurlijke processen weer op gang. De natuurlijke dynamiek was een feit!
Zelfredzame wildernis Een groot natuurgebied dat zichzelf in alle stilte autonoom ontwikkelt, middenin het dichtbevolkte Nederland? Natuurbeschermers knepen zich even in de arm… Bovendien ontwikkelde de natuur er zich op een manier die in Nederland niet voor
mogelijk werd gehouden. Waar men er vroeger altijd van uitging dat dieren de vegetatie volgden, bleek dit ineens ook andersom te kunnen. De grauwe ganzen hadden het duidelijk voor het zeggen in de Oostvaardersplassen en creëerden er nieuwe habitats voor planten en dieren. Maar de Oostvaardersplassen was nog steeds geen officieel natuurgebied. Niemand was verantwoordelijk voor het beheer van deze prille nieuwe natuur. Dat baarde natuurbeschermers en biologen, waaronder Frans Vera, grote zorgen. In 1979 schudde een artikel van Vera, over de spontane ontwikkeling van een lang verloren gewaand ecosysteem, de autoriteiten én de bevolking wakker. Sterkhouder in het pleidooi van Vera was onder meer het feit dat een dergelijke ‘wildernisnatuur’, waarin natuurlijke processen centraal staan, stukken minder kost dan natuur beheerd volgens een klassiek beheerplan.
Spoorlijn maakt een ommetje Om de natuur alle kansen te geven om een volwaardig en evenwichtig ecosysteem uit
LANDSCHAP
te bouwen, was evenwel méér nodig dan 3 600 hectare rietland. Het voorstel was om minstens 3 000 hectare grasland toe te voegen aan het jonge natuurgebied. Voor de grauwe ganzen, die grazenderwijs beletten dat het rietland veroudert en dichtgroeit, is grasland belangrijk als verzamelplek om te ruien, maar tegelijk zou de nieuwe voedselgrond ook de graasdruk op het rietland periodiek verminderen. Geen grasland, geen grauwe ganzen. Geen grauwe ganzen, geen jong rietland en dus geen rietvogels. Een grote oppervlakte grasland bleek cruciaal voor het in stand houden van het kwetsbare ecosysteem. In 1980 publiceerde Frans Vera een rapport waarin dit wankele evenwicht werd aangehaald als reden om de grenzen van het natuurgebied in wording uit te breiden en meteen ook vast te leggen. Dat er geen industrie mocht neergepoot worden, was een horde die vrij snel genomen werd. Dat de geplande spoorlijn Almere-Lelystad verplaatst moest worden en dat rijke landbouwgrond achter de nieuwe spoorwegbedding ‘opgeofferd’ werd voor
iets wat geen economische waarde leek te hebben, was moeilijker te verkopen… Na een bijzonder heftig maatschappelijk debat was de kogel in 1981 eindelijk door de kerk: de spoorlijn zou verder landinwaarts gepland worden, ten voordele van het natuurgebied. Een belangrijke beslissing want ze betekende meteen ook het einde van alle ambities om in de Oostvaardersplassen aan landbouw te doen. Waar de trein tussen Lelystad en Almere met een grote bocht om de Oostvaardersplassen heen gaat, heb je vandaag een mooi uitzicht over de toegevoegde prairie.
Eindelijk beschermd Uiteindelijk werden de Oostvaardersplassen in 1986 erkend als Staatsnatuurmonument, waardoor 5 800 hectare natuur voortaan officieel beschermd werden. Tien jaar later werd het gebied overgedragen aan Staatsbosbeheer. Zowel in 1999 als in 2004 en 2009 ontvingen de Oostvaardersplassen van de Raad van Europa de prestigieuze ‘European Diploma of Protected Areas’, een bekroning voor voortreffelijk natuurbeheer. Niet slecht, vooral
“In de Oostvaardersplassen gelden alleen de wetten van de natuur. Goed bestaat niet, dus kan het ook niet fout gaan.”
17
18
Edelherten
niet als je weet dat deze onderscheiding maar vijfjaarlijks toegekend wordt…
steeds verder in, en kwam daarmee uiteindelijk zelfs lager te liggen dan het moeras.
Europese ‘stepping stone’
De eerste twintig jaar werd het waterpeil in het moeras het jaar rond op éénzelfde niveau gehouden om dreigende verlanding tegen te gaan en een goede habitat te creëren voor verschillende belangrijke vogelsoorten. Maar wat goed was voor de één, pakte slecht uit voor de ander. Zo trokken hogere waterstanden niet alleen reigers en lepelaars aan, maar ook tot 60 000 grauwe ganzen die vervolgens zo’n zware kaalslag pleegden op het rietland dat het aantal rietzangers in geen tijd kelderde. Kortom, het bleek onmogelijk om het alle soorten even erg naar hun zin te maken.
Foto: Bob Luijks
Heckrunderen Foto: Nico van Kappel
De Oostvaardersplassen zijn puur natuur. Nooit is het gebied gecultiveerd. Nooit hebben er mensen gewoond of gebouwen gestaan. Als gevolg hiervan zijn de habitats er natuurlijker dan waar ook in Nederland. Het gebied kreeg al snel internationaal aanzien als waardevol ‘wetland’. Zo bleek het moerasgebied al gauw een belangrijke ‘stepping stone’ voor de natuur. Hoewel het gebied in slechts enkele seizoenen ontstond, werd het meteen opgemerkt door watervogels die hier hun rust- en fourageerplek vonden op de trek heen en weer tussen het Hoge Noorden en Afrika. Om het gebied niet alsnog te laten verdrogen, is in 1975 een dijk om het natte gedeelte aangelegd. Daardoor ontstond de huidige tweedeling tussen het natte en het drogere deel van het gebied. Het droge deel klonk
Natuurlijke processen, met wisselende waterstanden door neerslag en verdamping, bleken essentieel te zijn voor de ontwikkeling van een gevarieerd, soortenrijk landschap in de Oostvaardersplassen. Vandaar dat het peilverloop van het water
LANDSCHAP
nu niet langer bijgestuurd wordt. Teveel aan water loopt – zoals bij veel moerasgebieden – over een drempel het gebied uit, door het wilgenbos in de Lage Vaart aan de westzijde van het gebied.
Volbloed vogelgebied Wolken goudpleviertjes, horden ganzen, zwermen puttertjes, nestelende bruine kiekendieven, op het riet wiegende baardmannetjes, vissende grote zilverreigers, scharrelende lepelaars en mysterieus roepende roerdompen: van meet af aan stonden de Oostvaardersplassen bekend om hun bijzondere vogelrijkdom. Een vogelgebied pur sang dat steeds in ontwikkeling blijft en waarin duizelingwekkende aantallen vogels voorkomen: bijna de helft van de NoordWest-Europese populatie grauwe ganzen komt er ruien, het is één van de belangrijkste broedgebieden voor lepelaars in WestEuropa én het is de thuishaven van een flink uit de kluiten gewassen aalscholverkolonie. Sinds 2010 is ook de raaf opnieuw aan het broeden in de Oostvaardersplassen. Voor veel vogels op doortrek vanuit hun broedgebieden in Noord- of Oost-Europa bieden de voedselrijke Oostvaardersplassen in het najaar ook een unieke kans om ‘aan te vetten’ alvorens de lange, energievretende tocht naar Afrika of het Middellandse Zeegebied verder te zetten. Bijzondere vogels als purperreiger, visarend en bosruiter laten zich dan regelmatig zien in de Oostvaardersplassen. In de winter strijken brand- en kolganzen hier in grote aantallen neer. Tijdens het voorjaar ligt de mozaïek van weelderig groene graslanden, plassen en rietkragen er al even uitnodigend bij voor tal van eenden, grote zilverreigers, meerkoeten, zilverplevieren en dodaarsjes. In deze tijd van het jaar stelen kieviten de show met hun duizelingwekkende luchtacrobatie.
De comeback van een icoon Maar dé kroon op het werk is ontegensprekelijk de terugkeer van de zeearend! Was deze grote roofvogel vroeger in grote delen van Europa nog een regelmatige broedvogel, de laatste eeuwen werd hij een echte zeldzaamheid. In Nederland en België kwam de soort al lang niet meer voor, tenzij occasioneel als doortrekker. De ‘vliegende deur’,
zoals de grootste arend van Europa omwille van zijn imposante vleugelspanwijdte wordt genoemd, heeft zich inmiddels op eigen kracht weer gevestigd in Nederland. Eerst als wintergast, maar sinds 2006 ook als broedvogel. Het eerste broedpaar koos daarvoor de Oostvaardersplassen uit – een flink schouderklopje want het bewijs dat de natuurontwikkeling de goede kant uitgaat. Inmiddels broedt de zeearend hier elk jaar opnieuw, en mét succes. Ook rond het Lauwersmeer, in het uiterste noorden van Nederland, en in De Biesbosch in het zuiden, komt de koning onder de roofvogels nu tot broeden. Er zijn verschillende aanwijzingen dat de zeearend-jongen uit de Oostvaarderplassen doorgetrokken zijn naar deze gebieden. Of hoe de Oostvaardersplassen de zeearend-kraamkamer worden van waaruit heel Nederland ‘bevoorraad’ wordt! Goed om weten: de dijken rondom de Oostvaardersplassen vormen een ware vogelkijkboulevard. Het uitkijkpunt bovenop onthaalcentrum De Oostvaarders, de Grote Praambult en vogelkijkhut De Zeearend bieden prachtige panoramische zichten over de grazige delen van de Oostvaardersplassen. Een resem kijkhutten en kijkpunten ontsluiten het noordelijke, moerassige deel. Een bezoek aan vogelkijkhut Schollevaar brengt je midden in de kolonie ‘waterraven’; ze zitten overal rond je! Ook het nieuwe bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer, waarvan de opening gepland is voor eind augustus 2013, pakt uit met een bijzonder uitkijkpunt.
Grazers dragen het ecosysteem Wie vandaag Oostvaardersplassen zegt, denkt er ogenblikkelijk grote kuddes grazende Heckrunderen bij, of honderden wildlevende konikpaarden die langzaam over een soort van prairie lijken te sjokken. Of burlende edelherten die elkaar hardhandig te lijf gaan tijdens de bronst. Die grote grazers lopen vooral in de droge helft van het gebied; het rietmoeras is ook voor hen nauwelijks toegankelijk. De beslissing om grote grazers te introduceren, vloeide voort uit het inzicht dat een evenwichtig en volledig ecosysteem nooit zou bereikt worden zonder deze dieren. In 1983 werden 32 Heckrunderen aangevoerd.
19
20
Kijkhut Schollevaar brengt je ongezien bij de aalscholverkolonie. Foto: David Pattyn
LANDSCHAP
21
22
Een jaar later kregen ze het gezelschap van 40 konikpaarden, afkomstig uit verschillende plaatsen in Polen; een brede genetische variatie is immers essentieel voor een gezonde kudde. Om de gigantische aangroei van vlierstruiken een halt toe te roepen, werden vanaf 1992 ook 57 edelherten uit Schotland toegevoegd aan de schare grazers.
deren… De grazers zorgen, samen met de weersomstandigheden, voor een natuurlijke dynamiek. De dorre, winterse graslanden worden in de zomer weelderig groene prairies die gonzen van het leven. Alles hangt met elkaar samen. Hier draait de natuur op eigen kracht en kan ze zich ontwikkelen volgens haar eigen wetten.
De grote grazers spelen een cruciale rol in het gebied omdat ze ervoor zorgen dat de Oostvaardersplassen niet dichtgroeien. Dat laatste zou een drama zijn voor haast alle water- en waadvogels. Het graaswerk van de duizenden grauwe ganzen wordt tegenwoordig dus versterkt en verfijnd door grote groepen edelherten, Heckrunderen en konikpaarden die elk op hun eigen specifieke manier grazen. Zo houden paarden en runderen het gras kort, terwijl de edelherten tuk zijn op struiken. Na verloop van tijd verdwijnen vlier en wilg grotendeels van het toneel terwijl ‘slimme’ – want doornige – struiken als meidoorn en sleedoorn steeds vaker in het halfopen landschap opduiken; een natuurlijke bescherming tegen vraat die eindelijk weer vruchten afwerpt.
Het resultaat oogt altijd weer volstrekt uniek en verrassend. Of wat te denken van een wolk van honderden koolwitjes die boven de uitwerpselen van de paarden hangt? De vlinders doen er zich te goed aan de schat van water en mineralen. Of de meer dan 100 aalscholvers die samenwerken om de vis in de kanaaltjes zo op te jagen dat hij als een hapklare brok komt bovendrijven? Langs de ondiepe oevers van het kanaal verzamelen tegelijkertijd tientallen grote zilverreigers die graag mee aanschuiven aan de door de aalscholvers zo rijk gedekte tafel. Of de honderden kuikentjes van de grauwe ganzen die als een geel, donzig dekentje over de grasvlaktes schuifelen? Een wandelend buffet voor vos, kiekendief en zeearend… Eten en gegeten worden, ook dat zijn de Oostvaardersplassen!
De grote grazers leven in sociale kuddes en vertonen het gedrag dat dieren ook in de vrije natuur vertonen. Zowel gedragswetenschappers als dierenartsen houden voortdurend een oogje in het zeil. Naarmate de dieren zich beter wisten aan te passen aan hun leefgebied, groeide de populatie zienderogen. Volgens de laatste helikoptertelling bewonen 3 300 edelherten, 350 Heckrunderen en 1 150 Konikpaarden deze ‘nieuwe wildernis’. Nergens in Europa vind je grotere wildlevende kuddes paarden en runderen!
Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders Foto: Nico van Kappel
Safari met bolderkar Foto: Nico van Kappel
‘Daarbij komt nog dat vijf ganzen in graastermen al snel het equivalent vertegenwoordigen van één koe’, weet boswachter Hans Breeveld. ‘Kan je nagaan wat een extra kudde die 15 000 brandganzen daar – weliswaar maar tijdelijk – vertegenwoordigen’.
Natuur op eigen benen Alles in de Oostvaardersplassen is veel en groots: tienduizenden ganzen, zwermen vlinders, velden vol goudknopjes, duizenden herten en honderden paarden en run-
De natuur is hier zo rauw en authentiek dat wetenschappers hier zelfs de paarden onderzoeken op de verhouding van de nek tot het lichaam en de poten – onze paarden zijn immers geen referentie meer want mijlenver ‘weggekweekt’ van hoe paarden er écht horen uit te zien.
Circle of Life Nergens is de kringloop van het leven zo zichtbaar als in de Oostvaardersplassen. Heckrunderen, konikpaarden en edelherten worden er niet ‘gehouden’ maar leven er vrij en ten volle. De grote grazers worden geboren, gevoed, geven leven en sterven in de weidsheid van de Oostvaardersplassen. Mogen koeien in een melkveebedrijf amper 5 jaar oud worden omdat ze vanaf dan onvoldoende melk produceren, in de Oostvaardersplassen hebben ze tenminste de kans om kalveren te zogen, 20 jaar oud te worden en te sterven van ouderdom. Maar de ‘circle of life’ kan hier ook een heel kort cirkeltje zijn, afhankelijk van de grillen van Moeder Natuur.
LANDSCHAP
Dood doet leven Ook dode dieren hebben een belangrijke functie in het ecosysteem. Allerhande organismen, van bacteriën en aaskevers tot de vos, de raaf en de zeearend, hebben belang bij een ‘bloeiende kadavergemeenschap’. Het is overigens fascinerend om te zien hoe een kadaver in een mum van tijd ten prooi valt aan andere dieren en wordt opgeruimd. Eerst lopen de grotere aaseters als vossen, kraaien, raven of occasioneel een zeearend langs. Daarna storten insecten zich op het
kadaver en roven vogels de haren als nestmateriaal. De larven van de insecten die op het kadaver leven, zijn dan weer het uitgelezen hapje voor heel wat vogeljongen. Met een minimum aan menselijke tussenkomst ontstond in de Oostvaardersplassen een fascinerende wereld boordevol spontane, verrassende en inspirerende processen die de mens keer op keer versteld doen staan van de inventiviteit en de veerkracht van de natuur.
Slapen in de schaduw van de Oostvaardersplassen! Vlakbij de A6-autoweg tussen Almere en Lelystad, op een kwartiertje rijden van de Oostvaardersplassen, kan je heerlijk overnachten in één van de waterlodges naast Hajé restaurants ‘de Aalscholver’ (A6 richting Almere) en ‘de Lepelaar’ (A6 richting Lelystad). Dat de lodges naast de autoweg liggen, vormt geen bezwaar, want de rustige en ruime kamers aan de achterkant beschikken over een terras van waarop het heerlijk uitkijken is over een prachtig natuurgebied met veel water en rietvelden. Alle kamers in de waterlodges hebben een douche, televisie en draadloos internet. Word je wakker in kamer ‘het Geelborstje’ of ‘de Nachttjilper’ in waterlodge de Lepelaar, dan kijk je vanuit je bed recht op een ooievaarskoppel dat zijn nest heeft op een paal vlakbij je venster. Eens de deur uit, kan je meteen het natuurgebied rond de Ooievaarsplas intrekken; het is ontstaan door zandwinning voor de aanleg van de A6 en in beheer bij Het Flevolandschap. Spiksplinternieuw is de Hotelark, een boothotel op een mooie waterpartij achter Hajé restaurant en waterlodge de Aalscholver, aan de andere kant van de snelweg. Ook dit is een unieke locatie; de zachte deining van het water zorgt voor een verkwikkende nachtrust. De Hotelark beschikt over 7 gezellige en
uniek ingerichte kamers. De kamers zijn wat kleiner dan die van de waterlodges, maar ze zijn stuk voor stuk voorzien van een televisie en een badkamer met ligbad. In de naastgelegen Hajé restaurants kan je al vanaf 6u genieten van een uitgebreid ontbijt (vanaf 7,95 euro) en ‘s avonds heerlijk dineren tot 22u. Leden van Landschap vzw ontvangen bij een overnachting een gratis fles wijn bij het diner!
Prijzen per nacht voor een tweepersoonskamer • Kamer Waterlodge met terras aan de waterzijde: 75 euro • Kamer Waterlodge aan de parkingzijde: 65 euro • Kamer Hotelark met waterzicht: 47,50 euro
Waterlodge ‘de Lepelaar’ Rijksweg A6 Parkeerplaats ‘De Lepelaar’ 4 8218 PX Lelystad +31(0)36 523 93 40
Waterlodges & Hotelark ‘de Aalscholver’ Rijksweg A6 Parkeerplaats ‘De Aalscholver’ 2 8218 PW Lelystad +31(0)36 523 92 73
[email protected] www.hajerestaurants.com
23
Zilverreiger
Markermeer
ijk
sd
er
rd
aa
stv
Oo
Krentenplas
Nonnetje iep einsd m
Ro
01 N7
ijk
sd
er
rd
aa
tv
s Oo
Grote plas
OOSTVAARDERSPLASSEN
Kuifeend
Jac .
ijss
.P
Th
k
Lepelaar
e-
dij
ers
d
pa
ard
tva
s Oo
r-
W
tte
Ko
Jac. P. Thijsseplaats
t ou
eg
we
g
we
Kiekendief
t
eg
-
we g
-
rinGa
ni p.
.
••
••
••
•• ••
••
••
eg
• • • • • • ••
•• • •
••
••
ru
B
. str
••
••
••
••
• •• •
•• •••
••
••
d pa
••
••
••
ijs-
••
• •• • •
••
weg
•
eg
pw
ul
el-
rad
W
vog
eg
6
•••
••
vit
••
• eg • • elw• • og •
t
ch
sto
v ijs
N70
d lpa ge
vo
••
an
•• •
ge rtd re.
••
••
••
••
Ha
ht
oc
Pa
••
eg
t
pt ul
ch
W
g
we
o rst
aa
Kie
weg
Kie
••
ra est
lt w
eg sw
ar
d Do
ad
04
da
p. Ibis
rip
S1
Do
I bispad
w
eg
J.
.
nq Fra
sw
vit
•
a
Ibis
•
••
Kr
•• • • •
Jiv
at stra
•
• ••
dr é
Ekster
• ••••••
at
weg
sbelt
a str en uiv
weg rer Dü traat ht s rec lbein ldstr. Alb Ho newa geloü n Gr hela c Mi
Dr
gnin
Ko
p.
r.
yst
Sisle
gnin Ko . ltp sbe
••
••
••
er
Ch
o vo
• •• •
ch Es
l al ag
Zwa lu we wg
kTre g we
t
w. g we
uin
An
•• • •
r.
p Ap
g we s so Pica
- • • E•k on • et • • •st•erw • •e B • •g• •
••
st
t aa str en o usi- lants nc . Bra Dalip w S. -
• ••
••
-
g
pa
g
sen
rin
d
el-
-
••
-
ogh
Tus
ar
ek
lib
w
k Tre
••
V.
v. G
••
Cob rastr.
we
w Du
a eV
Ib
Trailerhelling
Ko
-
ersterstr. F. V estelstr. G L.
at tra t bas raa Rum bast m
. str am t ch ra ig
. str
via
FAUNABUURT
03
N7
r.
rst
p.
BOOMGAARDWEG
.P
Cli
-
te
ot
•
ais
P P.
Ar
d
. str
gh oo .H
Dr Almere Parkwijk
r. nst mij Jas
Ey
d P.
. rstr
g La
LANDGOEDERENBUURT
pa
d
. str ck
of
n-
g
pa
n
Vo
Va
I v oo
g we
e. d dr a m brip tru li ec Ko Sp
sse
Tu
rin
.
k-
np
L.
Kak
BLOEMENBUURT
Jan
. str ar ls t
Hennahof REGENBOOGBUURT n- n bij e Ro ntso . pla is tr
WESTELIJK HALFROND
ie let
lo
v.
Pr
on
w.
At
th
scu n laa
Dis
eell
ALMERE-BUITEN
s hn
.
Tria
af Est
. str oa m
Jo
mp
ln.
d rar kGe Tre
. str
str.
eg
isw
K
Tr
n trie Ka ckDu
Rode Katerplaats
tr. ias pad on k Sid nnin Mo
pia Se
05
Lila
Co p.
eett
Eric de Noormanhof
Sa
S1
-
en ss g Tu n
Almere
Baltimore- Buiten plein
e t i t i ew
P P.
ZENIT OOSTVAARDERSBUURT
BOUWMEESTERBUURT
ri
elli Pir -
at tra
. str
p.
ys
Allemanseplein
ar
a en Ev
rse
p. T
Je
n-
e Ed
MOLENBUURT
w.
tra
ma
Su
Paulus de Boskabouterhof
Vaartplas
-
os
rb
g
str
-
er
p. ijd
Almere Oostvaarders
te ot
nrin
tr. rts be go Da . sw rk Ba C. tr. r. kis ost Ok Epp
ig
d
EILANDENBUURT
at ra ist ar at nu ra Ja t t st a r aa tra M eis M t at aa ra str usst t at li- us ra Ju ug rst A be to Ok
tr gs da
zu
W
en
ldtve
pa
ite
SEIZOENBUURT
g we
KOTTERBOS Bu
Ju
ij Vr
kk
Ba
Rie
iell d pa
Pir
.
Ga
. M
J.
e
it Bu
g
n ite Bu
.
Buitenringplaats
it-
g-
Flu
p rin
kee W raat st
en Ed d pa
02
N7
ng nri
Frans Vera Bu ite nrin g
Sie r
eg w en ad
e Mauric BOSRAND d ipa g e ell Pir nzew Ha w
ug
ib
aa Dr
rin
g we
gru
d pa
g we
br
g
we
-
we g
ap
ug
eg w
Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders Bo sch pad
Hugo de g Vriesplaats
Hu
Kl
br
ug
ils
hlo Biat n
we
de
go
de
Bo
rw
tte
san im
se
ijs
Ka ne oe p a Ja
g
we
g
we
ek
Jan van de Boschheuvel
den
ies
Vr
BUITENVAART
Gr
rtaa
erld
van
Ko
He
d pa
e ot
.
g we
g
ru
fb
He
p. on ns
lk w
kh
n
h Jo
s-
Th
eg
Gr
isslu ut ch weg
art slu i
na Lin
ein pl
tb r Vlo
Va
Tja
ee
E.
rw
de
on
g
we
st
P.
Vl
on iss Ca
In
weg
eg
e av
g
we
-
sw
ui
rsl
ke
s eu
weg ng
i rd Go V
sl
e Ke
e lsw
eu
e Kadeoen Gr
sw ui
m
g
H H.
eg
Da
.H
-
on
nt Po
S
siu
ein
H.W
g we
Tr
Jan
Aa N k- 70 2 w.
s-
an
tm
g
e sw
02
J.
om
.C J.C
ch
ag
W
lin
me
to
i-
me
g
Ha
Grote Praambult
OOSTVAARDERSBOS . Jac
r
Ve
erw
op
ec
yd
Hu
N7
spad ing
d bin
ad np
ve
D
.
sln
Zeu
an la us Ze
Ap o
e Ze
w ar
rt
t
ar
-
M
ei nh
es m ln. Ja att W
eg w
es
ed
im
ch
Ar
. tw
W
ee dr de an ar
pa er rs La
• Buitencentrum Oostvaardersplassen, Kitsweg 1, NL-8218 AA Lelystad • Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders, Oostvaardersbosplaats 1, NL-1336 RZ Almere
HOLLANDSE HOUT
f
d
eg
te
oe
nw
w er rs La
rk
ee
M
w
Het noordelijk moerasgebied en de begraasde prairie zijn niet vrij toegankelijk. Dankzij de ruim 20 uitkijkposten rondom het gebied kan je niettemin uitgebreid genieten. Vliegveld Op sommige plekken kan je zelfs vanuit de auto uitkijken over hetLelystad gebied, zoals op de BURCHTKAMP Grote Praambult (aan de Praamweg) of vanaf de Knardijk. De kijkpunten en -hutten zijn aangeduid op de kaart.
k-
Keersluisplas
l va
n
re
To
De Kluut
eg
Toegankelijkheid
eg
Schollevaar
ht
oc
nt
le
Ui
as
a
sc
Pa
n-
do
ei
o rk
gr
a
s Po
-
en
et
ee
ot Vl
V
e hr
ge
an
la
tor . w
La
l-
po
dijk
t
A
Start
la
Fa s . el Ni rw sh u Bo elci g C e w
e-
n he
eg
w an
er
eg w
rs La
He
eg
w
va
er
in
M
we g
aa
f ee dr
sv
Oostvaardersplassen a
l ra
an
NATUURPARK LELYSTAD
. ln
rp
e rs La
A
r To
P
De Grauwe Gans
eg
w is
em
rt
r-
te
as
f ee dr
ge
arKn
k-
l va en
o
O
Zaan
r.
w
La
z
i Bu
eg
w
f ee
ra st
st
eg
eg
25
dr
nd
r-
n ile
dw er
rt
e
w eg
Hoekplas
Op stap! .
U
O
r ve
Richting Bezoekerscentrum Oostvaarderplassen
LELYSTAD
e
gg
ze
end
't Oppertje
poo
LANDSCHAP
Oudaen Pauwenburg
e rs La
id
a ar W
De Gnutten
ru
str
k ep Ze
ot po fs
‘t Bovenwater
ol
r. st
W
e nds lla Ho
llo we g
ha
er-
-
Zu id
ut Ho
on Wo
1
70
N
t
ch
Buitencentrum Oostvaarderplassen
se
ol
H
*Scheepswrak
w
De Blauwborst
To
nd
la
eg
its
K
eg dw
en
Ar
(natuurreservaat)
w oe
.
Em
eg w
-
er
De Zeearend glin Ta
ar Kn
nn
ru ad
Ro
. ow
In het Hollandse Hout, Oostvaardersveld, Kotterbos en Oostvaardersbos kan je vrij wandelen of één van de bewegwijzerde routes volgen. g
in
Lage Knarsluis
nw
-
te
Het Buitencentrum is de startplaats voor een wandeling naar kijkhut De Zeearend of Schollevaar (alternerend toegankelijk). Vanaf de Knardijk wandel je over een dijkje door het moeht ras naar kijkhut De Gauwe Gans. oc nt
jk
Pr
di
De Poelruiter
a
Kleine Praambult
eg
ar
eg w am
am
E
Kn
De Brandgans
eg
De Krakeend
Wigbels eiland
Fl g we en d en
w
jk di
De Schothorst (Proefboerderij)
oe
rk
ee M
di
ar
Kn jk
Praambos
e
nd
Ee Va
In Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders, aan de kant van Almere, is het heerlijk genieten in de bar, omgeven door een grote waterpartij. Je hebt er goed zicht op de vogels, herten en grote grazers. Ook de dakverdieping met panoramisch zicht is warm aanbevolen. Je kan er leuke wandelingen maken langs de rand van het gebied en in het Oostvaardersbos, deels over verharde paden.
eg
rsw
aa
eg
ie v Oo
w
ar
la
pe
Le
ar
ge
Kn
La
Blauwe Reiger
t ar
eg
w
en
nd
Ee
Ooievaarsplas
ge
La
to
ar
Kn
Pr
t
we
uw
ee
rsw
aa
g
iev
Oo
eg
w
en
ch
eg
m
aa
Reigerplas
Laarzen of stevige wandelschoenen aanbevolen. De zones waar honden niet toegelaten zijn, zijn aangeduid op de kaart. KNARBOS OOST M
amw Pra
eg iev
Oo Kn
ar
N7
we g
eg
rsw
aa
Personen met een handicap
06
De observatiehutten Zilverreiger en De Kluut zijn aangepast voor rolstoelen. Ook de paden in de directe omgeving van de twee onthaalpunten zijn goed toegankelijk. Kn
eg lw
ge
ar
eg
w
laa
pe
Le
Vo
ad
rp
a
t
ch
rto
Onthaal
Kn
Re
• Buitencentrum Oostvaardersplassen, adres zie start, +31(0)320 25 45 85, KNARBOS WEST
[email protected], www.oostvaardersplassen.nl • Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders, adres zie start, +31(0)362 02 09 02,
[email protected], www.deoostvaarders.nl
eg
rw
e ig
Ro om
d er pt
d
pa
a Kn
pe
Le
ht oc
Fietsen
rw
eg
ijk
eg
d ar
w ar la
Kn
Rond de Oostvaardersplassen loopt een fietsroute van 35 km. Op de Oostvaardersdijk is het heerlijk fietsen met zicht op het Markermeer en de Oostvaardersplassen. Fietsen te huur bij NS-stations Almere-Buiten en Lelystad. e
og H
Kn
-
ch
to
ar
ar
la
pe
t
Le
w
Recreatiekaart
Konikpaarden
Aanbevolen: recreatiekaart nr. 36 van Oostvaardersland, verkrijgbaar bij het Buitencentrum, op www.webwinkel.falk.nl of www.staatsbosbeheer.nl. -
ar
ar la pe
Le
eg w
Foto: Jeffrey Van Daele
va
lle
ho
Sc
eg
Ro
eg
sw
Meer info
eg
rsw
aa
d Do
eg pw
m
do er
elw
g Vo
eg
nk
lvi
pe
Ap
rd
a Ba
g we
ee
l-
pe
ap
pe
Ap
laa n
er
N3
m
do
eg
rw
Ro
ike
Du
n
laa
er
pe
tte
Ju
d
er
St
nk lvi g we
pa or
Sn
• www.oostvaardersplassen.nl • www.deoostvaarders.nl • Weblog van de boswachters: www.oostvaardersplassen.wordpress.com
m
eg
pw
.
gw
ui
t rk
05
26
MENS VOOR DE LENS tekst foto’s
Aagje De Doncker Misja Smits
De poëtische macro’s van Misja Smits
Alles in het
klein Paddenstoelen, bloemen, libellen, lieveheersbeestjes... Misja Smits plaatst
ze stuk voor stuk op een fotografische piëdestal. Haar beelden zijn altijd weer even fragiele als kleurrijke composities die van meet af aan intrigeren. Welkom in de wondere wereld van Misja Smits!
In Nijmegen ontmoeten we niet alleen Misja Smits, ook haar vriend én gerenommeerd natuurfotograaf Edwin Giesbers komt aanschuiven tijdens het gesprek in de woonkamer – een woonkamer die overigens even fleurig oogt als Smits’ fotografie.
De photoshop-vraag
Bedauwde juffer
Tegen de muur een knap drieluik met prachtige foto’s van haar hand. Het soort foto’s waarvan sommigen zich al eens durven afvragen ‘of er photoshop aan te pas kwam?’. Met stip de meest foute openingszin… ‘Ik krijg het er van op mijn heupen’, vertelt Misja. ‘De photoshopvraag wordt inderdaad altijd weer opge-
rakeld. Het antwoord is dus nee, er zit helemaal geen photoshop in de kleuren of in andere aspecten van mijn foto’s. Bijna al mijn foto’s zijn ook buiten gefotografeerd, dus geen studiowerk. En natuurlijk gebruik ik soms ook bepaalde trucjes, maar dan wel min of meer ‘natuurlijke’ hulpmiddeltjes. En dat gebeurt dan ter plekke, in het veld. Zo hou ik soms een mooi herfstblad achter een paddenstoel of een wit blad papier achter een bloem. Dat laatste wordt trouwens wel vaker gedaan om het onderwerp als het ware uit de omgeving te lichten’. ‘Het is echt doodjammer dat sommige mensen amper willen geloven dat je
LANDSCHAP
27
zo’n foto’s kan maken zonder photoshop. En dat terwijl ik net ongelooflijk veel moeite doe om dergelijke beelden te maken. Macrofotografie mag dan eenvoudig lijken omdat de onderwerpen relatief makkelijk en dicht bij huis te vinden zijn, er komt heel wat bij kijken om de uiteindelijke plaat te krijgen waarmee ik tevreden ben. Soms zit het moeilijke ook wel degelijk in het vinden van een soort, denk maar aan het vinden van een uitsluipende libel in het voorjaar – daar moet je toch heel wat ‘voorstudie’ voor verrichten en ook in het veld kost het wel enige moeite. Maar het kan bijvoorbeeld ook heel lastig zijn om een makkelijk te vinden onderwerp boeiend op de foto te krijgen. Overigens ‘maak’ ik zelf maar weinig beelden, in de zin van ‘ensceneren’. Meestal is het één lange zoektocht naar die ene juiste combinatie van achtergrond, lichtinval en camerahoek’.
Met dank aan Edwin Vechtende alpenmarmotten in Oostenrijk, orang-oetans in Borneo, ‘taxiënde’ futen met jongen op de rug… Wie een blik werpt op de website van Misja zal merken dat ze niet uitsluitend in de weer is met macrofotografie. Eervolle vermeldingen in onder meer de prestigieuze natuurfotowedstrijd Asferico zijn evenwel voor macrobeelden. Ook haar boek Small surprising bundelt alleen haar macrofotografisch werk. ‘Dat is een heel bewuste keuze. Ik maakte het boek destijds gewoon voor mezelf, om te zien waar ik stond. Ik fotografeer inderdaad meer dan macro alleen, maar ik zocht beelden die ik intuïtief kon groeperen. En dat lukte uiteraard het makkelijkste als ik het bij macrofotografie hield. Het boek is overigens een ‘book on demand’, erg kleinschalig dus’. Het boek geeft een mooie inkijk in het rijke oeuvre van Misja, uiterst creatieve
LANDSCHAP
natuurfotografie waarin ogenschijnlijke details en opvallend kleurgebruik altijd weer verrassen. Een oeuvre dat we trouwens deels te danken hebben aan Edwin Giesbers… ‘Na mijn opleiding Fotografische Vormgeving ben ik altijd blijven fotograferen: heel veel zwartwit, achter de schermen bij theater, begraafplaatsen, architecturale fotografie… Maar het was pas in 2002, toen ik Edwin leerde kennen, dat ik begon met natuurfotografie’. En dan komt Edwin, die tot dat moment stilzwijgend het gesprek volgde, grinnikend tussen: ‘Ja hoor, ik had toen wel al eens zo’n paddenstoeltjesfoto van jou gezien, en ik zag daar toch wel al wat talent in hoor… Trouwens, je moet goed gek zijn om twee uur op je buik voor een plantje te liggen. Dan is het fijn om dat met twee te doen’, grapt Edwin. ‘Dat is ook zo’, vult Misja aan, ‘de weinige vrije tijd die ik heb, besteed ik
zoveel mogelijk aan fotografie. Dan is het heerlijk om dat samen te kunnen doen’.
Vrouwen achter de lens Vreemde vaststelling: maak je een lijstje van topfotografen uit de Lage Landen, dan valt het meteen op dat het merendeel van de fotografen mannen zijn. ‘Dat klopt, ik vermoed dat één en ander te maken heeft met de mannelijke uitstraling van de traditionele natuurfotografie, zowel qua onderwerpen als qua manier van fotograferen. Zonder te willen generaliseren of mensen te willen kwetsen, zou je misschien kunnen denken dat mannen meer gefascineerd zijn door het ‘jagen’ op wilde, zeldzame en moeilijk te benaderen soorten – wildlife, vogels of reptielen. Ook het vastleggen van deze soorten gebeurt vaak ‘registrerend’ om zoveel mogelijk de realiteit te benaderen. Misschien gaan vrouwen meer voor een gevoel in een
Beemdkroon Blauwtjes
29
30
LANDSCHAP
beeld, en willen zij meer van hun creativiteit daarin kwijt. Misschien houden zij wel niet zo van die traditionele natuurfotografie. Wat me sowieso opvalt in de fotozaak waar ik werk, is dat het merendeel van de interesse in spiegelreflexfotografie van vrouwen komt. Ook bij natuurfotoworkshops bestaat het merendeel van de deelnemers uit vrouwen. Veel blogs worden ook enthousiast door vrouwelijke fotografen bijgehouden. Dus... ze zijn er wel degelijk en het zijn er misschien méér dan je zo op het eerste zicht zou denken…’. Na een fijne middag op de koffie bij Misja en Edwin, vallen bij het naar buiten gaan de replica’s van de kleurrijke, dromerige schilderijen van de wereldberoemde schilder Marc Chagall op. Hoe vreemd, want bij de eerste kennismaking met de foto’s van Misja Smits dacht ik intuïtief aan de schilderijen van Chagall. ‘Wat fijn’, zegt Misja, ‘dat beschouw ik echt als een enorm compliment!’. ‘Zet dat van dat doen denken aan Chagall maar in de titel!’, grapt Edwin terwijl hij de deur openzwaait…
Take-off Pantserjuffer Margriet met juffer Gevlekte orchis
Méér van Misja op www.misjasmits.com
Small surprising Misja Smits - 130 pag. Softcover (20 x 20 cm) - €27,50 (voordeelprijs voor lezers van LANDSCHAP) Hardcover (22 x 22 cm) - €37,50 (voordeelprijs voor lezers van LANDSCHAP) Het boek kan je inkijken én bestellen op de website van Misja: www.misjasmits.com Contact en meer info:
[email protected]
31
32
DOSSIER tekst Leo Linnartz (Ark) Yvonne Kemp (Ark) Jan Loos foto’s Ruud Maaskant (PWN) Paul Boyden Pascal Jonckers
De ‘big five’ van bij ons (deel 4)
Wisenten in de duinen In het vorige nummer van LANDSCHAP las je hoe de wisent, onze Europese bizon, in het begin van de 20ste eeuw zo goed als uitgeroeid was. Een fokprogramma met de 54 laatst overgebleven wisenten in gevangenschap kon op het nippertje voorkomen dat het grootste landzoogdier van Europa helemaal werd weggevaagd. Vorige keer gingen we al dieper in op de kenmerken en de gewoontes van deze bijzondere runderachtige. In dit tweede en laatste deel van de wisent-special bekijken we de geslaagde herintroductie van de wisent in de duinen van Nationaal Park ZuidKennemerland in Nederland. Je krijgt ook praktische tips om zelf wisenten
Wisenten op het Wisentenpad Foto: Ruud Maaskant
te gaan kijken, inclusief een stoomcursus wisent-etiquette opdat je eerste ontmoeting met een wilde wisent een fijne herinnering zou worden…
LANDSCHAP
Herintroductie in Nederland Het Kraansvlak is een van oudsher voor het publiek afgesloten deel van Nationaal Park Zuid-Kennemerland, tussen Overveen en Zandvoort, in de omgeving van Haarlem. Sinds 24 april 2007 leven hier wisenten binnen een begrazingsraster dat inmiddels een oppervlakte van 280 hectare beslaat. Van 2007 tot 2017 vindt hier een pilootproject plaats met wisenten in de Nederlandse natuur, begeleid met wetenschappelijk onderzoek. In dit project werken PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, ARK Natuurontwikkeling, Stichting Duinbehoud, Stichting Kritisch Bosbeheer en FREE Nature samen. Het ging in eerste instantie om drie dieren, twee koeien en een stier, afkomstig uit Oost-Polen. Later zijn hier nog eens drie dieren aan toegevoegd. Deze groep is inmiddels uitgegroeid tot 16 dieren. Het doel van dit project is om kennis en ervaring op te doen met wisenten in de Nederlandse situatie en onderzoek te doen naar hun voedselstrategie zonder bijvoederen. Daarnaast wordt het effect
van deze diersoort op het duinlandschap, de duindynamiek en de duinvegetatie onderzocht. De praktijkervaringen die hier met deze wilde runderachtige worden opgedaan, kunnen gebruikt worden voor eventuele herintroductie elders in binnen- of buitenland. Door uitwisseling van dieren met andere wisentgebieden in het buitenland levert de kudde van het Kraansvlak ook een bijdrage aan het behoud van deze bedreigde soort. Behalve de interactie tussen wisent en landschap wordt het samengaan met andere grote grazers bestudeerd en het gedrag tegenover bezoekers. De proef startte aanvankelijk met een korte gewenningsperiode waarin de dieren alleen vanaf een uitkijkpunt of door het raster te zien waren. Al snel werden ook geleide bezoeken binnen het begra-zingsraster georganiseerd. In 2012 werd de eerste vijfjarige periode van het project geëvalueerd en is besloten om in ieder geval tot 2017 met het project en het onderzoek door te gaan. Tegelijkertijd is in 2012 het leefgebied van de wisenten uitgebreid van 230 hectare naar 280 hectare.
Omdat ze lange tijd teruggetrokken leefden in de laatste jungles van Europa, werden wisenten als bosdieren aangezien. Maar in de Nederlandse duinen gaat hun voorkeur eerder uit naar open terrein.
33
34
In de kudde is niet het mannetje de baas, maar de oudste koe. Zij bepaalt of er wordt gegraasd, herkauwd of verder gelopen. De stoere stier hangt er maar een beetje bij.
Wisent met GPS en GSM Wetenschappers verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht bestuderen in het Kraansvlak al enkele jaren het gedrag en de invloed van Europa’s laatste en grootste wilde runderachtige. Er zijn goede contacten met wisentprojecten elders in Europa, zodat een breed beeld verkregen wordt van de ecologie van de wisent. We weten nauwelijks iets van zijn rol in het ecosysteem. De weinige studies die zijn uitgevoerd, richtten zich meestal op andere aspecten dan de ecologie, en de meeste studies zijn ook nog eens uitgevoerd bij populaties die worden bijgevoederd. Eén van de onderzochte aspecten is het terreingebruik. Om te weten hoe de dieren gebruik maken van het landschap, zijn de wisenten voorzien van halsbandzenders met een GPS-ontvanger en een GSM. Telefonisch wordt ieder uur de positie van de dieren doorgegeven, die dan gerelateerd kan worden aan vegetatiekaarten. Ter vergelijking zijn ook sommige konikpaarden van een halsbandzender voorzien en is in een aangrenzend duingebied ook een kudde Schotse hooglandrunderen met zenders uitgerust. Daarnaast worden de dieren ook rechtstreeks geobserveerd om te bepalen welke planten ze eten en hoe ze zich onderling gedragen. Ook worden
mestmonsters geanalyseerd en wordt het effect van de wisenten op bos, struweel en gras gemeten. In eerste instantie waren er geen andere grote grazers binnen het begrazingsraster aanwezig, maar vanaf oktober 2009 zijn er wildlevende konikpaarden toegevoegd. Sindsdien is het mogelijk om de verschillen in terreingebruik en voedselkeuze, maar ook de interactie tussen wisenten en koniks te bestuderen. Een ander belangrijk onderzoeksaspect is het effect dat de wisenten hebben op de diversiteit aan dieren en planten. Wisenten creëren door hun gewicht, het eten aan bomen en struiken en hun voorliefde voor zandbaden mogelijk een grotere, en deels andere variatie in de vegetatiestructuur dan paarden en runderen. Het dynamische milieu dat zo ontstaat, biedt kansen aan veel soorten organismen die hiervan afhankelijk zijn, en die – in dit geval – juist zo kenmerkend zijn voor de duinen.
Geen pleinvrees Nu al is duidelijk dat wisenten in een Nederlandse context helemaal niet de typische bosdieren zijn waarvoor ze in de literatuur aangezien worden. Wellicht omdat wisenten één van hun laatste toevluchtsoorden hadden in het Poolse oerbos Bialowieza, worden ze steevast geassocieerd
LANDSCHAP
met bossen, maar in het Kraansvlak blijken ze vooral fan te zijn van open gebieden. Ze grazen in open duinvalleitjes, nemen graag een zandbad in de open vlakte en lopen zonder schroom het duinmeer in. De universiteiten van Groningen en Utrecht onderzoeken ook de relatie tussen wisenten en mensen in het Kraansvlak. Voor de toekomst van wisenten in de Nederlandse natuur is het van groot belang om te weten of wisenten naar mensen toe nieuwsgierig, verdedigend, apathisch of eerder ontwijkend zijn. In 2012 werd geconcludeerd dat de proef een succes is; de wisenten zijn gezond en zijn een effectief middel tegen het dichtgroeien van het gebied met struikgewas en bomen. Hun invloed op de terreingesteldheid onderscheidt zich duidelijk van beheer met andere grote grazers, zoals de ook in het Kraansvlak aanwezige paarden. Om meer onderzoek te kunnen doen, is de proef met vijf jaar verlengd. Er zijn plannen om ook runderen aan de populatie grazers toe te voegen. Sinds november 2012 loopt er een vrij toegankelijk wandelpad door de graaszone. Verwacht wordt dat interacties met het publiek zonder problemen zullen verlopen als iedereen een aantal elementaire gedragsregels respecteert.
Het is ook gebleken dat een omheining van 1m20 hoog voldoende is om de dieren in het gebied te houden. Om gezonde populaties op te bouwen, zijn in een volgende fase veel grotere gebieden nodig. Gemeenschappelijke begrazing met andere grote grazers zal daarbij voor een gevarieerde landschapsvorming van wezenlijk belang zijn.
Zelf wisenten zien In Nederland is de wisent in gevangenschap te zien in Artis en Natuurpark Lelystad. In België worden wisenten gehouden in Planckendael, Bellewaerde Park en natuurpark Han-sur-Lesse. Maar er gaat natuurlijk niks boven een ontmoeting met de wilde wisenten in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Minstens één keer per jaar organiseert Landschap vzw een daguitstap naar het Kraansvlak. Voor natuurfotografen organiseren we speciale fotosafari’s. Wil je zelf oog in oog staan met een wisent, hou dan onze activiteitenkalender in het oog! In het Kraansvlak loopt een pad dat toegankelijk is voor wie individueel en zonder begeleiding binnen het begrazingsraster wil gaan wandelen. De aanlooproutes naar dit Wisentenpad vertrekken vanaf de ingangen ‘Duinpieperpad’ en ‘Noordduinen’ langs
Familiefoto Foto: Paul Boyden
Zomer in het Kraansvlak Foto: Ruud Maaskant
Wisentspoor Foto: Ruud Maaskant
35
36
Wisent kijkt naar Zandvoort Foto: Ruud Maaskant
Wisentkalf Foto: Ruud Maaskant
Avondgroet Foto: Pascal Jonckers
de N200 van Overveen naar Zandvoortaan-Zee. Binnen het wisentenraster is de te volgen route aangeduid door paaltjes met gele koppen. Er mag in geen geval van het aangeduide pad worden afgeweken. Om in het raster te komen, moet je een overstapje gebruiken; de route is niet toegankelijk voor kinderwagens en uiteraard mogen er ook geen honden mee, ook niet aan de leiband. Tijdens het broedseizoen wordt dit Wisentenpad tijdelijk gesloten. Aan de andere kant van het gebied, bereikbaar vanaf de ingang Koevlak, is er een wisentenkijkplatform met een goed uitzicht op het duinmeer waar de dieren regelmatig komen drinken. Noch het kijkplatform noch het wandelpad bieden echter garan-
tie op een wisentwaarneming. De geleide excursies van ARK, PWN of Landschap vzw bieden een veel hogere kans op een onvergetelijke ontmoeting met de kudde, omdat we de dieren dan gericht gaan opzoeken op basis van actuele informatie verkregen via de halsbandzenders.
Wisent-etiquette voor beginners Wil je wel eens een wisent van dichtbij zien, realiseer je dan goed dat je te maken hebt met een echt wild dier, en respecteer alvast enkele elementaire omgangsregels. Wisenten hebben zo hun eigen lichaamstaal en beleefdheidsvormen, en het is beslist geen overbodige luxe om enkele non-verbale expressies juist te interpreteren!
LANDSCHAP
1. 1. B lijf en behandel Blijfrustig rustig en behandel de dieren demet dieren met respect. respect. 2. 2. Voeder Voederzezeniet. niet. 3. Hou nieuwsgierigheid in in toom 3. Houje je nieuwsgierigheid toom en enloop loopdededieren dierenzeker zekerniet nietna. na. 4. 4. L aat Laatdededieren dierenongestoord ongestoordhun hun route route kiezen en geef ze de ruimte. kiezen en geef ze de ruimte. 5. Hou 5050 meter afstand 5. Houminstens minstens meter afstand (ook (ook als ze zelf dichterbij komen!). als ze zelf dichterbij komen!). 6. Keer om enen loop terug alsals dede dieren opop 6. Keer om loop terug dieren het pad liggen ofof naar je je toetoe komen. het pad liggen naar komen. 7. Hou afstand van kalfjes (alle grotegrote 7. Hou afstand van kalfjes (alle grazers grazersbeschermen beschermenhun hunjongen). jongen). Als een wisent met zijn hoeven schraapt of zijn kop schudt – soms onopvallend – heb je redenen om een klein beetje zenuwachtig te worden. Komt hij plots
op je afstormen, dan is paniek zelfs op zijn plaats... Besef dat hard weglopen eigenlijk helemaal geen optie is. Een wisent haalt zijn topsnelheid van 50 km per uur in enkele seconden. Of zoals een ervaringsdeskundige het zo mooi verwoordde: “Als het gas er op staat, haalt een wisent de snelheid van een opgevoerde brommer.” De kunst is om het nooit zo ver te laten komen.
Bij de geboorte weegt een wisentkalf maar 30 kg. Twee jaar later is het een volwassen kolos van ruim 200 kg. Stieren kunnen zelfs een ton zwaar worden.
Misschien ook nog even meegeven dat wisenten kleurenblind zijn. Een felgekleurde jas kan dus op een wisentstier niet het effect hebben van de spreekwoordelijke rode lap… Voorlopig zijn er geen gevallen bekend van daadwerkelijke agressie door de wisenten tegenover bezoekers. Houden zo!
Wisenten op internet De wisent mag dan wel een oergrazer zijn, die van het Kraansvlak zijn helemaal mee met hun tijd. Ze dragen niet alleen een GPS en GSM, maar hebben ook een eigen website, facebookpagina en twitteraccount: www.wisenten.nl www.facebook.com/wisentenkraansvlak www.twitter.com/wisenten Een volledige reportage over Nationaal Park Zuid-Kennemerland mag je later nog verwachten in LANDSCHAP. In afwachting kan je alvast een kijkje nemen op: www.npzk.nl
37
38
Vlaanderen
360 graden genieten in het West-Vlaamse Heuvelland
tekst Jan Loos foto’s Tom Linster Bert Willaert Hugo Willocx Bendiks Westerink Dries Damiaens Westtoer VVV Heuvelland kaart Bob Luijks
Van Rodeberg tot Zwarteberg Op een boogscheut van Ieper, genesteld tegen de Franse grens, ligt het WestVlaamse Heuvelland. Het eindeloze vlakke land waarin in 1914-1918 de Grote Oorlog werd uitgevochten, gaat hier plots over in een flinke heuvelrij. Polders maken plaats voor een fraai lappendeken van glooiende wei- en akkerlanden met daartussen hellingbossen, lieflijke valleitjes, houtkanten, holle wegen en pittoreske dorpjes. De hoogste bult, de Kemmelberg, steekt 156 meter boven zeeniveau uit. Een grensoverschrijdend wandelnetwerk nodigt uit om deze golvende regio te ontdekken. En avant!
Het Wandelnetwerk Heuvelland strekt zich uit over de heuvels aan beide kanten van de Frans-Vlaamse grens. Aan de hand van genummerde wandelknooppunten stippel je hier vlot een eigen route uit. Vanuit Dranouter, Kemmel, Loker, Nieuwkerke of Westouter stap je naar Franse dorpjes met klinkende namen als Bailleul, Berthen, Boeschèpe, Flêtre, Godewaersvelde, Méteren en Saint-JansCappel. De grens is hier ook niet echt een harde grens; de ‘overkant’ heet niet voor niets Frans Vlaanderen en was in een nog niet zo ver verleden Nederlandstalig. Die Vlaamse roots blijken nu enkel nog uit dorpsnamen en toponiemen; de tijd dat je hier met een mondje West-Vlaams aan een oudje de weg kon vragen, lijkt definitief voorbij. Op de 250 kilometer verkeersluwe en onverharde wandelpaden kan je je verwachten aan stevige hellingen en weidse vergezichten. Vandaag verkennen we het gebied rondom de Rodeberg en de Zwarteberg, pal op de grens.
Rodeberg We starten onze wandeling (detailbeschrijving op pagina 45) op de top van de Rodeberg, met zijn 129 meter de derde hoogste berg van de gemeente Heuvelland. De Rodeberg is onderdeel van de zogenaamde centrale heuvelkam in het Frans-Vlaamse Heuvelland; die bestaat daarnaast nog uit de Watenberg, Kasselberg, Wouwenberg, Katsberg, Boeschepeberg, Kokereelberg, Zwarteberg, Vidaigneberg, Baneberg, Sulferberg, Goeberg, Scherpenberg, Monteberg, Kemmelberg en Letteberg. Ten zuiden van deze heuvelkam bevindt zich het stroomgebied van de Leie, ten noorden dat van de IJzer. Oorspronkelijk was de omgeving hier zeer bosrijk. Vele eeuwen akkerbouw maar ook zware gevechten in de Eerste Wereldoorlog hebben het uitzicht totaal veranderd, waardoor nu alleen nog de heuveltoppen met bomen bedekt zijn. Bovenop de Ro-
LANDSCHAP
deberg staat de Lijstermolen. Daar vlakbij vertrekt een toeristische kabelbaan die de Rodeberg met de Vidaigneberg verbindt. De naam Rodeberg is afkomstig van het woord ‘roden’ dat in de streektaal rooien of ontbossen betekent; het verwijst naar de eerste ontbossingen op de berg in de 10de en 11 de eeuw. Rond het begin van de 19de eeuw was de berg vrijwel geheel met heide bedekt. Geleidelijk werd hij daarna met naald- en loofbomen beplant. In 1912 kocht de Belgische Staat hier 10 hectare bos, officieel het eerste staatsbos. Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd de berg flink beschoten en het bos volledig van de kaart geveegd. Na de oorlog werd het heraangeplant.
Bronnen van het Heuvelland De Rodeberg is net als de andere heuvels in de streek opgebouwd uit verschillende bodemlagen. De onderlaag bestaat uit
een stevige, ondoordringbare kleibank van Ieperiaanklei. Daarop rusten enkele zanden kleilagen en helemaal bovenaan ligt een ijzerzandsteenlaag, waarin ook silexkeien of ‘vuurstenen’ te vinden zijn. De afwisseling van kleiige en zandige bodems is bepalend voor de waterhuishouding. De slecht doorlatende kleilagen houden het water op dat de bovenliggende zandgronden laten doorsijpelen. Waar die kleilagen op de hellingen aan de oppervlakte komen, ontstaan bronnetjes en kwelzones. Het opwellend grondwater in de kwelzones trekt een heel specifieke plantengemeenschap aan.
Hellegatbos Op de noordelijke en westelijke flank van de Rodeberg ligt nu een gevarieerd bos van ongeveer 45 hectare met een gevaarlijk klinkende naam: het Hellegatbos, beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid. Het bos is genoemd naar
Vinpootsalamander Foto: Bert Willaert
Stemmig Heuvelland Foto: Tom Linster
39
40
LANDSCHAP
een diepe kloof onderaan de heuvel: ‘het gat onderaan de helle’, waarbij ‘helle’ plaatselijk dialect is voor heuvel. Naarmate je de Rodeberg afdaalt, geeft het Hellegatbos een steeds gevarieerder biotoop prijs. Op de top van de Rodeberg is de bodem droog en zandig. Hier groeien vooral grove den, zomereik, beuk en tamme kastanje. Langs de meer lemige hellingen groeit eiken-haagbeukenbos. Nog lager, in de vochtige bronzones en beekvallei, tref je zwarte els, gewone es, gladde iep en diverse wilgensoorten aan. De rijke struiklaag bestaat uit hazelaar, sleedoorn, meidoorn, Gelderse roos en vlier. In het voorjaar kleuren de hellingen blauw en wit door boshyacinten, bosanemonen en witte klaverzuring. Ook reuzenpaardestaart, daslook en dotterbloem voelen zich hier in hun nopjes. De opmerkelijkste vogelsoorten zijn buizerd, wespendief, bosuil, wielewaal, fluiter, boomklever en groene specht. ’s Nachts maken baard- en grootoorvleermuizen hier jacht op insecten. Met wat geluk en geduld spot je misschien een ree, rode eekhoorn, hermelijn, steenmarter of wezel.
Domein Kosmos Op de top van de Rodeberg vind je een stuk erfgoed uit het interbellum: het panoramahotel Kosmos. Dit hotel werd gebouwd in 1934-1936, toen heel wat toeristen, scholen en jeugdgroepen vanop de top van de Rodeberg de vlakte van de Grote Oorlog kwamen bekijken. Vandaag is Hotel Kosmos een beschermd monument omwille van zijn architecturaal-historische waarde. Domein Kosmos kent een bewogen geschiedenis. Oorspronkelijk in 1934 opgetrokken als jeugdhotel, werd het vanaf de jaren ’60 sterk uitgebreid. Naast de uitbreiding van het jeugdhotel kwamen er ook bijkomende paviljoenen in de nabijheid van het jeugdhotel. De site was echter vooral bekend voor haar openluchtzwembad met verschillende baden, glijbanen, fonteinen, springplank, cafetaria en ligweiden. Tot de jaren tachtig was dit één van de grote recreatiecentra van de provincie, zowel voor gezinnen als voor kampen en schooluitstappen. Het hele complex raakte echter in verval, zeker nadat de exploitatievergunning voor het zwembad in 2002
werd geweigerd. In 2009 kocht het Agentschap voor Natuur en Bos het complex. In de loop van 2011 werd de site gesaneerd. Enkel het beschermd gebouw, typerend voor het modernisme tussen de twee wereldoorlogen, werd behouden. In februari 2013 startte het Agentschap met de herinrichting van de benedensite van de vroegere Kosmos. De site moet een recreatief landschapspark worden met ruimte voor spel en ontspanning.
De Broekelzen Aan de voet van de Rodeberg verlaten we het Hellegatbos. De wandeling leidt ons door een open landbouwlandschap naar de volgende natuurparel: De Broekelzen, een klein maar fijn natuurgebied van in totaal 18 hectare, beheerd door de regionale natuurvereniging De Bron vzw en Natuurpunt. De Broekelzen liggen op de noordwestelijke flank van de Vidaigneberg (136 m) in Westouter. Het natuurgebied bestaat uit ongeveer 4 hectare bronbos en beekbegeleidend bos, 2 hectare verboste akker en 12 hectare open graslanden met houtkanten en poelen. Op deze flank van de Vidaigneberg komen veel kwelzones en bronnetjes voor. Bovenaan de beboste helling, op 95 meter hoogte, ontspringt de Broekelzenbeek. Lager op de helling wordt het prille beekje nog meer gevoed door kwelwater dat uit de flanken van het keteldal opborrelt en plaatselijk voor uiterst drassige bodems zorgt. Het resultaat is één groot bronbos. Overal in het bos ontspringen kleine beekjes die samenvloeien met de Broekelzenbeek. Het bronbos bestaat voornamelijk uit zwarte els, es en tamme kastanje met een hakhoutstructuur. Hier en daar steken er grote bomen – ‘overstaanders’ – boven uit. Doorheen het bronbos loopt een plankenpad dat in trapjes de steile hellingen volgt. Vooral in de periode april-mei is het bronbos van een sprookjesachtige schoonheid. Dan kan je hier genieten van een overweldigende voorjaarsbloei van witte bosanemonen en paarsblauwe wilde hyacinten. In de kletsnatte kwelzones bloeien felgele dotterbloemen. Hier en daar vind je ook witroze pinksterbloemen en citroengele slanke sleutelbloemen. Andere bijzondere planten
Koekoek Foto: Hugo Willocx
Haas tussen pinksterbloemen Foto: Bendiks Westerink
Torenvalk Foto: Hugo Willocx
41
42
Geelgors Foto: Dries Damiaens
Landschap Heuvelland Foto: VVV Heuvelland
zijn boswederik, penningkruid, gewone salomonszegel, grote muur, dagkoekoeksbloem, groot heksenkruid, bleeksporig bosviooltje, witte klaverzuring, brede wespenorchis en spekwortel. In de struiklaag vinden we bramen, frambozen, wilde aalbes en klimplanten als wilde kamperfoelie, klimop en hop.
Knooppunten bekijken Foto: Westtoer
Naast het bronbos voltrekt zich een spontane verbossing op een voormalige akker. Na de braaklegging staken hier talloze bomen en struiken de kop op: berk, wilg, zwarte els, gewone esdoorn, es, haagbeuk, zomereik, zoete kers, meidoorn, sleedoorn, hazelaar, hondsroos, vlier en brem. In de zomer bloeien hier het roze wilgenroosje en het gele jakobskruiskruid. De weilanden die aansluiten op het bosgebied, zijn heel gevarieerd met onder meer dotterbloem, pinksterbloem, echte koekoeksbloem en egelboterbloem. De Broekelzen bieden ook een onderkomen aan ree en eikelmuis. De talrijke houtkanten zijn het ideale biotoop voor de zeldzame sleedoornpage, een onopvallende dagvlinder die zijn minuscule eitjes afzet in de oksels van de takken van sleedoornstruiken. Typische vogels in deze omgeving zijn grasmus, geelgors, zwartkop, tuinfluiter, sprinkhaanzanger, putter, kneu en zomertortel.
Vinpootsalamander In verschillende poelen in deze buurt leven kleine watersalamanders, alpenwatersalamanders en vinpootsalamanders. Vooral die laatste is zeer typisch voor het Heuvelland. De vinpootsalamander dankt zijn naam aan de zwemvliezen aan de achterpoten van het mannetje in de paartijd. Hij onderscheidt zich ook van andere salamanders door de draad aan het puntje van zijn staart. De vinpootsalamander verschuilt zich op vochtige plaatsen, onder houtstapels, stukken schors en boomstammen in of aan de rand van het bos. Het mannetje zet een spermakogeltje af op de bodem van een poel. Het vrouwtje neemt dit kogeltje in zich op en bewaart het tot een gunstige periode voor de eileg. Ze bevestigt de eitjes aan de onderkant van waterplanten, die ze dan met de achterpoten
samenvouwt. Door de grootschalige landbouw en het verdwijnen van kleine landschapselementen zijn helaas al veel populaties vinpootsalamander verdwenen.
Zwarteberg Eénmaal voorbij De Broekelzen, lonkt in de verte al de Zwarteberg, met een hoogte van 152 meter. Deze heuvel ligt op de grens van Westouter aan Vlaamse kant en Sint-Janskappel, grondgebied Boeschepe, aan Franse zijde. Het gehucht op zijn top luistert naar de toepasselijke naam Mont Noir. Zijn naam dankt de Zwarteberg aan een vorige eigenaar uit de 13de en 14de eeuw, de familie De Zwarte. Op de Zwarteberg liggen tal van winkeltjes en horecagelegenheden, die in de weekends druk bezocht worden, vooral door Fransen. Ook de horeca van de Vlaamse Rodeberg is vlakbij, wat voor een druk grenstoerisme zorgt.
Parc Départemental Marguerite Yourcenar Op Frans grondgebied staat het huis van de ouders van schrijfster Marguerite Yourcenar, naar wie ter plekke een departementaal park rondom het huis is genoemd. Hoewel ze een groot deel van haar leven in Amerika doorbracht, behield Yourcenar altijd een sterke band met het Heuvelland. Onze wandeling loopt over een flinke afstand door het mooie landschapspark. De niveauverschillen zorgen voor een prima training van je kuiten! Op de Franse zuidflank van de Zwarteberg ligt ook een militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog: Mont Noir Military Cemetery.
Waar de geelgors zingt Eénmaal de Zwarteberg bedwongen, rest je nog de wandellus te sluiten en de terugweg naar de Rodeberg aan te vatten. Je wandelt opnieuw door een landschap met houtkanten en hagen, knotbomenrijen en avontuurlijke trage wegen. Je waant je zo een paar eeuwen terug in de tijd! Het kleinschalige mozaïeklandschap, met een afwisseling van bloemrijke graslanden, hagen, graanakkertjes, braakland, brede bermen en open veld is ideaal voor de geelgors en de patrijs, akkervogels die het overal zeer moeilijk hebben. De typische
LANDSCHAP
zang van de geelgors, het begin van de vijfde symfonie van Beethoven, klink hier geregeld uit de toppen van een houtkant of een alleenstaande boom. Boven open graslanden en akkers tiereliert de veldleeuwerik, nog een bedreigde akkervogel. Hier en daar kan je typische akkeronkruiden tegenkomen, zoals klaprozen, korenbloemen en verschillende kamillesoorten. Terug op de vertrekplaats, heb je zeker een streekbiertje verdiend in één van de talrijke horecazaken. Nergens anders vind je zoveel verschillende streekbrouwsels. De panoramische vergezichten vanop het terras krijg je er gratis bij!
43
44
Westouter
ek
e eB
s
Woesten N398
n Fra
8 9
Frankrijk
14
België
Broekelzen
Vidaigneberg
95
10
Zwarteberg 8
63
1 94
D223
99 73
Parc départemental Marguerite Yourcenar
62
D31
2
Bois du Mont Noir
Trois Fontaines
3
4
Dou
veb e
ek
Douvebe
93 12 Etang des
61
Frankri
Su
lfe
rbe
rgb
Op stap!
ee
k
N3
15
nhof
LANDSCHAP
45
Van Rodeberg tot Zwarteberg
Sulferberg-Brand Start
Boven op de Rodeberg, ter hoogte van Rodebergstraat 36 in 8954 Westouter (gemeente Heuvelland), bij wandelknooppunt 36 aan de ingang van het Hellegatbos.
Afstand en route 10,6 km
He
Te volgen wandelknooppunten: 36 (start) – 35 – 38 – 65 – 64 – 21 – 14 – 8 – 9 – 10 – 95 – 73 – 99 – 1 – 12 – 2 – 3 – 4 – 94 – 93 – 63 – 62 – 61 – 60 – 41 – 40 – 37 – 36 (start)
lleg
64
eek atb
Toegankelijkheid
Hellegatbos
Deze wandeling is niet geschikt voor personen in een rolstoel.
35 38 36 37 Baneberg
40
deze wandeling niet geschikt voor kinderwagens. Honden welkom, aan de leiband.
Personen met een handicap
65 N372
Rodeberg Laarzen of stevige stapschoenen aanbevolen. Door het reliëf en de aard van de paden is
Onthaal Momenteel wordt langs de Reningelststraat in Kemmel een volledig nieuw streekbezoekerscentrum gebouwd. De Dienst voor Toerisme is tijdelijk gehuisvest in Erfgoedhuis De Pastorie, Sint-Laurentiusplein 1 in 8950 Kemmel (Heuvelland), +32(0)57-45 04 55,
[email protected], www.heuvelland.be.
Wandelkaart Kaart ‘Wandelnetwerk Heuvelland’, verkrijgbaar bij Westtoer, www.westtoer.be, bij Standaard Boekhandel en in de Diensten voor Toerisme in de streek.
joUw steun voor de natuur
41 60
eekvallei
ijk België
Giften voor de aankoop en het beheer van het natuurgebied De Broekelzen zijn welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 (BIC = GEBABEBB) van Natuurpunt met vermelding ‘project 5529, Broekelzen’. Vanaf 40 euro wordt een fiscaal attest afgeleverd.
Meer info • Toerisme Heuvelland, zie onthaal, www.heuvelland.be • Landschap vzw, Jan Loos, +32(0)495-32 53 30,
[email protected]
N3 7
21
46
De natuur in! Zaterdag 18 mei Dassen observeren We trekken naar een bever- en dassensite in de Hoge Ardennen. Bevers krijg je niet met zekerheid te zien, maar wel hun dammen en burchten. Vanuit een schuilhut bij een dassenburcht kan je later op de avond de dassen van dichtbij observeren. Afspraak: zaterdag 18 mei om 18u30 op de parking van frituur ‘Baraque Fraiture’, vlakbij afrit 50 (La Roche-Vielsalm) op de E25 Luik-Neufchâteau. Einde rond 23u. Deelname: leden 12 euro p.p., niet-leden 15 euro p.p. Voor kinderen (-12 jaar) betaal je 8 euro. Max. 15 deelnemers. Vooraf inschrijven via
[email protected].
Pinkstermaandag 20 mei Op zoek naar boomkikkers! Op een plek in Nederlands Limburg die we hier niet willen bekend maken, wemelt het van de groene boomkikkertjes met schattige zuignapjes. 100% boomkikkergarantie kunnen we niet bieden, de beestjes zijn immers erg weersgevoelig… Afspraak: Pinkstermaandag 20 mei om 14u ergens in Nederlands Limburg… De exacte afspraakplaats wordt meegedeeld aan de ingeschreven deelnemers. Einde rond 16u30. Deelname: exclusief voor leden van Landschap vzw. Bijdrage 2,5 euro per persoon of 5 euro per gezin. Vooraf inschrijven via
[email protected].
Zaterdag 25 mei Daguitstap naar Tiengemeten Midden in het Haringvliet ligt het eiland Tiengemeten. Een gloednieuw natuurparadijs van dik 1 000 hectare. We maken er een heerlijke boottocht van 2,5 uur rond het eiland en de vogelrijke eilandjes in de buurt. Nadien kan je een bezoek brengen aan het Rien Poortvlietmuseum of het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten. De kinderen kunnen zich uitleven in de natuurspeeltuin. In de namiddag gaan
we wandelen tussen de Schotse Hooglanders en nog meer vogels kijken. Afspraak: zaterdag 25 mei om 10u in het haventje van Nieuwendijk, Nieuwendijk 1 in 3284 KR Zuid-Beijerland (NL). Vanaf de A29 Heijningen-Rotterdam neem je afslag Numansdorp/Zuid-Beijerland. Na de afslag richting Zuid-Beijerland volgen, vervolgens borden Tiengemeten (veerdienst). Einde om 17u. Deelname: leden 12 euro p.p., niet-leden 15 euro p.p. (boottocht en geleide wandeling inbegrepen). Voor kinderen (-12 jaar) betaal je 8 euro. Vooraf inschrijven via
[email protected].
Zaterdag 1 juni Uiltjes ringen in Het Vinne Samen met Philippe Smets, provinciaal coördinator van de kerkuilwerkgroep Vlaanderen en projectleider steenuilonderzoek Hageland, trekken we Het Vinne in Zoutleeuw in. Philippe vertelt honderduit over uilen terwijl we jonge kerkuiltjes en steenuiltjes ringen. Afspraak: zaterdag 1 juni om 13u30 op de parking van Het Vinne, Ossenwegstraat 70 in 3440 Zoutleeuw. Einde rond 16u. Deelname: exclusief en gratis voor leden van Landschap vzw. Vooraf inschrijven via
[email protected]. Max. 30 deelnemers!
Zondag 2 juni Fotografieworkshop Pays des Terrils Nico van Kappel organiseert een workshop macro- en landschapsfotografie tussen de zinkviooltjes in Plombières. Afspraak: zondag 2 juni om 8u30 verwelkoming met koffie en een koek aan het gemeentehuis, Place du 3ème Millénaire 1 in B-4850 Plombières. Nico neemt je op sleeptouw tot 12u30. Deelname: 40 euro per persoon. Vooraf inschrijven via natuurfotografie@ landschapvzw.be.
LANDSCHAP
Zondag 2 juni Wandelen tussen zinkviooltjes In de namiddag trekken we op pad om de zinkviooltjes en de andere, prachtig bloeiende flora van het Geuldal te ontdekken. Afspraak: zondag 2 juni om 14u aan het gemeentehuis, Place du 3ème Millénaire 1 in B-4850 Plombières. Einde rond 16u30. Deelname: gratis voor leden. Niet-leden betalen 2,50 euro per persoon of 5 euro per gezin. Vooraf inschrijven is niet nodig. Info via
[email protected].
Zondag 9 juni Wandelen op het Groot Schietveld! Het Groot Schietveld in Brasschaat/Wuustwezel spreekt tot de verbeelding. Dit uitgestrekte natuurgebied wordt beheerd door het ANB maar is tegelijk ook militair domein en daarom permanent afgesloten. Heel uitzonderlijk kreeg Landschap vzw een toestemming om 2 x 20 mensen uit te nodigen onder leiding van gids Marc Schuermans. Het Groot Schietveld is vooral bekend om zijn grote adderpopulatie, maar je vindt er ook orchideeën en broedvogels als wespendief en nachtzwaluw. Afspraak: zondag 9 juni om 9u30 en om 13u30 aan de kerk van Wuustwezel. Duur: telkens 2,5 uur. Fotograferen en roken zijn verboden op het terrein. Deelname: 5 euro per persoon en exclusief voor leden van Landschap vzw. Vooraf inschrijven via
[email protected].
Zondag 16 juni Safari in de Oostvaardersplassen! We knutselden een dagvullend programma in elkaar dat je de kans biedt om het hart van de Oostvaardersplassen te ontdekken. Je kan er à la carte uit kiezen! Ook als je niet aan de safari met ecokar zou deelnemen, bezorgen we jou een onvergetelijke dag! Een greep uit het aanbod: 9u-11u30: fotosafari met jeep (75 euro p.p/max. 5 deelnemers), 9u30-11u: safari met de stille ecokar (20 euro p.p./max. 20 deelnemers), 13u-14u30: twee-
de safari met ecokar (20 euro p.p./max. 20 deelnemers), 13u-15u: geleide wandeling naar de aalscholverkolonie, in het niet vrij toegankelijke, vogelrijke deel van de Oostvaardersplassen (7 euro p.p./ max. 25 deelnemers), geleide wandelingen naar de prairie met grote grazers (gratis), vogels kijken vanop de Grote Praambult en het arendsnest in De Oostvaarders (gratis)… Einde rond 16u30. Het gedetailleerde dagprogramma met exacte afspraakplaatsen kan je nalezen op www.landschapvzw.be/activiteiten Deelname: Vooraf inschrijven via
[email protected].
Zaterdag 22 juni Avondwandeling in het Grootbroek Het Grootbroek in Sint-Agatha-Rode is een bijzonder mooi natuurgebied met een centrale waterplas die een ware trekpleister vormt voor tal van vogels. Als je veel geluk hebt, kan je hier ook een bever waarnemen! Afspraak: zaterdag 22 juni om 19u op de parking bij de ingang van het Grootbroek, Leuvensebaan z/n in 3040 Sint-AgathaRode (Huldenberg). De Leuvensebaan is de baan van Sint-Joris-Weert naar SintAgatha-Rode. Einde bij zonsondergang. Deelname: gratis. Vooraf inschrijven is niet nodig. Info via
[email protected].
Zondag 23 juni Ontdek het Buitengoor! Het Buitengoor in Mol is tot ver buiten onze landsgrenzen bekend omwille van zijn uitzonderlijke fauna en flora. Dit laagveen, beheerd door Natuurpunt, is een landschappelijk pareltje en een echte topper op het vlak van biodiversiteit. Afspraak: zondag 23 juni om 14u aan het Ecocentrum, Postelsesteenweg 71 in 2400 Mol-Rauw. Het Ecocentrum ligt bij de ingang verblijfsrecreatie (camping) van het provinciaal domein Zilvermeer. Einde rond 17u00. Deelname: gratis. Vooraf inschrijven is niet nodig. Info via
[email protected]
Op naar Tiengemeten! Foto: Johan van de Watering
Kerkuil Foto: Tom Linster
Groot Schietveld Foto: Swa Bouvé
Boomkikker Foto: Filip van Boven
47
en
t r a ka
www.ngi.be
e h en c t s r i raf e kaa g s po isch n o e T ev st i g r e e To ale g it g i D en s s a Atl ’s ... n s e D ’ rt a DV tfoto a k h e c h Lu sc i r to s i H
Abdij ter Kameren 13 -1000 Brussel : 02/629.82.82 Fax: 02/629.82.83 E-mail:
[email protected] Het Nationaal Geografisch Instituut is de federale instelling die gespecialiseerd is in geografische informatie.
©JPB.