In overleg met de achterban over: Landschap Overijssel en het voormalige Vliegveld Twente
Er is weer volop reuring rondom het voormalige Vliegveld Twente. Hoewel een commerciële burgerluchthaven definitief van tafel is, zijn er nieuwe plannen in voorbereiding. Denk aan de ontwikkeling van de noordzijde van de luchthaventerrein tot Technology Base Twente, eventueel met regionale luchthaven, en de ontwikkeling van de voormalige werkparken aan de zuidzijde tot evenemententerrein. Landschap Overijssel heeft ruim 600 hectare natuur in eigendom en beheer rondom de voormalige luchtmachtbasis. Deze natuurparels, Hof Espelo, Wildernis, Lonnekermeer, Holthuis en Lonnekerberg worden onmiskenbaar beïnvloed door de ontwikkelingen op het voormalige vliegveld. Wij staan voor de uitdaging om te midden van alle plannenmakerij het waardevolle ‘Central Park Twente’ zo goed mogelijk te beheren en te ontwikkelen met oog voor kwaliteit voor mens, plant en dier. De vraag is: hoe en met wie kunnen we dat het beste doen? Waar liggen wensen en grenzen? Landschap Overijssel vroeg het op 23 juni 2015 aan de achterban. Zo’n vijftig donateurs, vrijwilligers en omwonenden kwamen bijeen om samen de gedachten te bepalen. In dit verslag de belangrijkste uitkomsten van de avond. Jacob van Olst, directeur Landschap Overijssel, geeft de aftrap. Hij vertelt: “Landschap Overijssel heeft de afgelopen jaren in alle discussies rondom het vliegveld steeds weloverwogen positie gekozen, vanuit de belangen voor mens, plant en dier. De kwaliteit van het gebied moet blijven en dat is een pittige strijd. We zaten aan tafel met provincie, gemeenten, Area Development Twente (ADT) en andere betrokken partijen. Nu de inspanningen om een commerciële burgerluchthaven te ontwikkelen gestopt zijn, is er de behoefte om met u in gesprek te gaan over dit complexe dossier. Om aan te geven hoe Landschap Overijssel acteert, van u te horen wat u daarin van ons verwacht en hoe u daarin betrokken wilt zijn. Ons doel is vooral behoud en ontwikkeling van de kwaliteit die het gebied al heeft.” Hoe is het begonnen?
Het woord gaat naar Robbert Blijleven, namens Landschap Overijssel nauw betrokken bij de gebiedsontwikkeling van het Vliegveld Twente. Robbert vertelt hoe het allemaal is begonnen. Op 7 december 2007 wordt de Vliegbasis Twente gesloten, na 68 jaar militaire aanwezigheid. Hierdoor gaan zo’n 1.200 tot 2.500 banen verloren. Het Rijk, provincie en gemeenten starten met gebiedsontwikkeling (Vliegwiel Twente Maatschappij, VTM) om de ruimte een nieuwe functie te geven en het terrein werd voor 30 miljoen euro aangekocht door regio aangekocht van het Rijk. In december 2009 stelt de gemeenteraad de structuurvisie luchthaven Twente e.o. vast. Hierin wordt gekozen voor de herontwikkeling van de luchthaven. Ontwikkeling burgerluchthaven
Vanaf 2010 neemt Area Development Twente (ADT) de gebiedsontwikkeling over. Doel van ADT is om een commerciële burgerluchthaven te ontwikkelen. In juni 2010 stelt de provincie de ruimtelijke visie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.
vast. Maar in december 2012 wordt bekend dat geen enkele partij heeft gereageerd op de openbare aanbesteding van de vliegbasis Twente. De aanbesteding wordt onderhands voortgezet en in 2013 brengt Dik Wessels een bod uit, in een consortium met de Belgische luchthavenafhandelaar Aviapartner. In november 2013 vraagt ADT het luchthavenbesluit aan bij het ministerie. Dit zou grote consequenties hebben voor de omgeving, onder meer forse bomenkap. Landschap Overijssel komt hiertegen in opstand, uit zich publiekelijk tegen het ontwerpbesluit en roept mensen op om een zienswijze in te dienen. Burgerluchthaven van de baan
Eind mei 2014 trekt Dik Wessels de stekker eruit. Hij vindt het een te groot risico dat de voorbereiding door ADT vanuit Europa wordt gezien als onrechtmatige staatssteun. Bovendien blijkt de eis van de provincie dat er eind 2014 gevlogen moet worden onhaalbaar. Op 30 juni 2014 besluit de Gemeenteraad de inzet voor een commerciële burgerluchthaven stop te zetten. Commissie Wientjes
Vervolgens buigt de commissie Wientjes zich, in opdracht van Provinciale Staten, over nieuwe mogelijkheden voor het terrein. Landschap Overijssel gaat op gesprek en benadrukt onder meer het belang van het watersysteem. Ook wordt gewezen op de recreatieve mogelijkheden om werkgelegenheid te creëren met behoud van kwaliteit voor mens, plant en dier. In oktober 2014 brengt de commissie Wientjes haar adviezen uit, waarin wordt gepleit voor de Twentse maakindustrie om de economie te versterken. De commissie wil de unieke start- en landingsbaan (strip) behouden. Landschap Overijssel kan zich vooral vinden in de adviezen om een topteam en een kwaliteitsteam te formeren, en om te werken vanuit een integraal ontwikkelperspectief, waarbij de unieke kwaliteit van het gebied behouden blijft. Dit wordt benadrukt in een brief die Landschap Overijssel hierover stuurt naar de Gemeenteraad en Provinciale Staten. Medio december 2014 stemmen Raad en Provinciale Staten in met de adviezen van de commissie. Technology Base Twente
Op dit moment - juni 2015 - ligt er het plan om de noordzijde om te vormen tot Technology Base Twente: een (high) tech bedrijventerrein met een luchthaven. De vliegfunctie komt beschikbaar voor business en general aviation. Er is brede politieke steun voor deze ontwikkeling, waarbij wordt gehamerd op snelheid omdat banen nodig zijn. Het topteam is op zoek naar bedrijven die zich op het terrein willen vestigen. Het kwaliteitsteam moet de ruimtelijke kwaliteit bewaken van het hele gebied binnen ‘de hekken’. Landschap Overijssel vindt vanuit de integrale benadering dat het kwaliteitsteam breder moet kijken. Bovendien zijn er twijfels over het mandaat van het kwaliteitsteam: kunnen zij een vuist maken? Na de zomer komt het kwaliteitsteam naar buiten met de bevindingen. Nieuwe EHS
Als tegenhanger van het noordelijke deel wordt in het zuidelijke deel natuurcompensatie ontwikkeld. Deze nieuwe natuur is onderdeel van de EHS en vormt de verbinding tussen de Lonnekerberg en Hof Espelo. Landschap Overijssel benadrukt bij ADT dat het watersysteem in dit gebied hersteld moet worden. Robbert vertelt verder: “Landschap Overijssel wil graag beheerder worden van de nieuwe natuur
en zal dan moeten meedoen in de aanbesteding. Om te voorkomen dat Landschap Overijssel hiervan wordt uitgesloten vanwege voorkennis, moeten we af en toe terughoudend zijn in onze betrokkenheid bij de EHS.” Lonnekerberg en de werkparken
De werkparken aan de zuidoostzijde zijn verkocht aan Vliegveld Twenthe Evenementenlocatie. Deze ondernemer wil een engineering playground ontwikkelen, met onder meer beurzen, een technologische speeltuin, automotive en buitenactiviteiten. Landschap Overijssel is regelmatig in gesprek met de nieuwe buurman. Robbert: “In principe vinden we het knap dat iemand de nek uitsteekt en erfgoed een nieuwe functie geeft, maar vanuit natuur en recreatie maken we ons wel zorgen.” Omgevingsplan
De ontwikkeling van de werkparken wordt gefaciliteerd in het Omgevingsplan Middengebied dat momenteel in voorbereiding is bij de gemeente Enschede. Landschap Overijssel is van mening dat behoud en bescherming van natuur en landschap nog onvoldoende geborgd zijn in het omgevingsplan. Robbert: “We hebben veel zorgen over de ontwikkelingsruimte die er wordt gegeven voor de werkparken en de beperkte afstemming met de omgeving. De integrale afstemming ontbreekt. We hebben aan de alarmbel getrokken vanwege de toegestane geluidsnormen. De geluidscontour van het gebied is veel groter dan gebruikelijk. Ook wordt uitgegaan van gemiddelde geluidsbelasting, waardoor het soms ook veel hoger kan zijn. We zijn inmiddels een onderzoek gestart naar vleermuizen op de Lonnekerberg, omdat van vleermuizen bekend is dat zij beïnvloed worden door geluid. Zo willen we de effecten van deze geluidsnormen op de fauna in kaart brengen. Ons advies voor de gemeente is: kijk niet alleen naar wat juridisch maximaal mag, maar let ook op zachte waarden.” Landschap Overijssel
Robbert Blijleven geeft aan dat Landschap Overijssel op passende momenten steeds betrokken is geweest bij de planvorming. In februari 2015 is de visie ‘Central Park Twente’ gepresenteerd. Landschap Overijssel ziet het gebied tussen Hengelo, Enschede en Oldenzaal als hét Central Park van Twente. Groen tussen de steden, waarbij natuur hand in hand gaat met de mens. Het voormalige vliegveld heeft veel potentie als recreatief gebied. Landschap Overijssel ziet de meeste kansen voor economische ontwikkeling op het vlak van dagrecreatie, verblijfsrecreatie, paardensport, zorg/wellness enzovoort. Ontwikkelingen die veel banen opleveren en samengaan met een kwalitatief hoogwaardig landschap. Robbert: “We pleiten voor een ontwikkelingsrichting waarin nieuwe functies de gebiedskwaliteit niet schaden, maar juist verrijken. Voor behoud en ontwikkeling van natuur en landschap. Voor mens, plant en dier! Landschap Overijssel staat een evenwichtige ontwikkeling voor van deze regio en pleit voor een integrale en samenhangende gebiedsvisie voor. Daaraan werken wij op dit moment en wij hopen daarvoor binnenkort voorstellen aan te kunnen bieden aan het Kwaliteitsteam en de verantwoordelijke overheden.” Graag hoort Landschap Overijssel de mening van de aanwezigen over deze plannen en de gewenste inzet. Dit gebeurt aan de hand van stellingen. De aanwezigen krijgen petjes waarmee zij hun mening kenbaar kunnen maken. Petje op is eens, petje
af oneens. Stelling 1: Gemeente en provincie verliezen het belang van natuur, landschap, erfgoed en bewoners uit het oog.
Een meerderheid van de aanwezigen is het hiermee eens. Het Rekenkamerrapport zegt dit ook: de gemeente heeft oogkleppen op. Er is te weinig aandacht voor de natuur, de lokroep van de economische kant is te groot. Laat Landschap Overijssel dus de spreekbuis zijn voor dit andere geluid. Ook wordt opgemerkt dat als gesproken wordt over gemeenten, vooral de gemeente Enschede aangewezen mag worden. Andere gemeenten zijn minder betrokken. “De gemeente Enschede zet sterk in op de economische waarden en de eigen stedelijke belangen. Het is een introverte gemeente die niets heeft met het buitengebied, maar alleen gaat voor werkgelegenheid op de korte termijn. Formeel is de gebiedsontwikkeling echter ook een taak voor de provincie en de andere omliggende gemeenten.” Het wordt gezien als een taak van Landschap Overijssel om de provincie en andere gemeenten wakker te schudden. Stelling 2: Landschap Overijssel dient het algemene belang van natuur en landschap boven behoud en ontwikkeling van de eigen natuurgebieden te stellen.
De meeste aanwezigen zijn het hiermee eens. Landschap Overijssel mag best opkomen voor een breder gebied. De natuurgebieden hangen immers ook allemaal met elkaar samen. Bovendien, wie dient anders het natuurbelang in het huidige politieke klimaat in Enschede? Een aanwezige merkt op dat een groot aantal hectaren van het gebied na de Tweede Wereldoorlog is afgenomen van boerenbedrijven. De beste oplossing zou zijn weer 4 of 5 boerderijen te laten herrijzen op het terrein en deze te integreren in het landschap, zodat één groot natuurgebied ontstaat. Deze gebeurtenissen na WO II staan beschreven in het boek Levend Landschap van Jan Schukkink. Ook staat dit in het Stadsarchief. Stelling 3: Central Park Twente (vliegveld en omgeving) is een goed concept om het gebied integraal te benaderen en de planvorming te beïnvloeden.
Iedereen is het hiermee eens. Een van de aanwezigen geeft aan dat Landschap Overijssel in haar plannen moet zorgen voor een cijfermatige onderbouwing van de werkgelegenheid. Zodat concreet kan worden gesteld: dit plan levert zoveel banen op en zorgt tevens voor behoud van natuur. Jacob van Olst geeft aan dat de business cases nog uitgewerkt gaan worden. Een andere aanwezige geeft aan dat behoud van natuur en landschap het uitgangspunt moet zijn en dat werkgelegenheid alleen een afgeleide is. “Er wordt alleen naar de economische waarde gekeken. Dit is een fundamentele denkfout, want het totaal aan waarden is belangrijk. Niet elke gebiedsontwikkeling hoeft de werkgelegenheid te dienen. En als de werkgelegenheid toch op tafel komt, dan moet op Twentse schaal worden gedacht. Er zou en goede Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse (MKBA) uitgevoerd moeten worden.”
Als alternatief voor de benaming Central Park Twente wordt Landgoed Twente genoemd. Een gebied dat uitgaat van de eigen bedrijvigheid van Twente en het prachtige landschap. Kortom, van de reeds aanwezige kwaliteit. Een ander idee is: Nationaal Park Twente. Met landgoederen, natuurgebieden, bezoekerscentra, recreatie enzovoort. Stelling 4: Werkgelegenheid is belangrijk voor Twente. Landschap Overijssel dient derhalve positief te staan tegenover Technology Base Twente en de Werkparken.
Nee, vinden de aanwezigen. Het gaat om een integraal plan. Het is niet óf werkgelegenheid óf natuur. Het kan samen. Vanuit landschappelijk perspectief kan ook economische waarde worden gevonden. Maar, denkend vanuit een integrale benadering, is Technology Base Twente niet het eerste waar je aan denkt. Stelling 5: Landschap Overijssel moet op zoek gaan naar economische dragers voor het gebied.
Dat is niet de taak van Landschap Overijssel, vinden de meeste aanwezigen. Wel moet Landschap Overijssel een gesprekspartner zijn voor de partijen die wel naar economische dragers zoeken. Jacob van Olst vat samen: “Het is belangrijk dat Landschap Overijssel meedenkt in de lijn van werkgelegenheid om gezien te worden als gelijkwaardige gesprekspartner. Vervolgens kan Landschap Overijssel sturen op het soort werkgelegenheid dat de belangen van de natuur dient.” Stelling 5a: Landschap Overijssel moet zich hard maken voor meer verblijfsrecreatie in Central Park Twente.
Dit ligt er sterk aan wat voor verblijfsrecreatie dit is. Wel als het versterkend werkt op de natuur. Stelling 5b: Gezondheidszorg is een goede invulling van het gebied.
Ook hierbij ligt het eraan wat voor soort gezondheidszorg dit is. Jacob legt uit dat tegenwoordig meer zorg buiten het ziekenhuis georganiseerd wordt. Denk aan revalidatie, dialyse of privéklinieken. De aanwezigen staan hier niet afwijzend tegenover. Stelling 6: Landschap Overijssel moet mensen actief oproepen om zienswijzen in te dienen.
Het zou goed zijn als Landschap Overijssel actiever zou communiceren. Mensen weten vaak niet wat de momenten zijn om zienswijzen in te dienen. Landschap Overijssel kan op deze momenten wijzen. Ook meer overleg met achterban en stakeholders is gewenst. Een aanwezige merkt op dat hij vooral Natuurmonumenten in de media heeft gezien over de bomenkap. Waar was Landschap Overijssel? Jacob van Olst en ook Menno Huge Natuurmonumenten geven aan dat het zeker een gezamenlijke actie was. Dat de actie vaak gezien werd als actie van alleen Natuurmonumenten is ook een gevolg van het feit dat Natuurmonumenten een landelijke organisatie is met betere entrees naar de landelijke pers en met meer middelen om acties zoals de handtekeningenactie snel en gebruiksvriendelijk op touw te zet-
ten. Soms is één geluid verstandig, soms meerdere signalen. Maar wellicht moet landschap Overijssel hierin minder bescheiden zijn. Een actiever geluid in de media is gewenst. Jacob van Olst vraagt tussendoor of de aanwezigen Soesterberg kennen en of er interesse is om hier een bezoek aan te brengen, samen met de politiek. Zo kunnen we laten zien hoe daar met de natuur is omgegaan. De heersende mening in de zaal is dat het momentum van planvorming al voorbij is. Het is nu zaak nog het beste te maken van de plannen die er al liggen. “We kunnen geen Soesterberg meer maken. Bovendien, Soesterberg heeft vanaf het begin gekozen voor natuur terwijl Enschede vanaf het begin heeft gekozen voor lawaai.” Jacob is van mening dat er nu wel een nieuw momentum ligt nu de doorstart van het vliegveld van de baan is. Stelling 7: Landschap Overijssel moet wel/niet samenwerken met partijen met tegengestelde belangen. Voorbeeld: een ondernemer vraagt ons om samen een activiteit in een hangar op het vliegveld te organiseren. Hiermee kunnen we het belang van natuur en landschap bij een brede doelgroep onder de aandacht brengen en kunnen we gelden werven die ten goede komen aan natuur en landschap. Kunnen we dit doen?
De aanwezigen vinden dit kunnen, zolang Landschap Overijssel trouw blijft aan haar eigen doelstellingen en waarden. Dit zal van geval tot geval bekeken moeten worden. Wel brengt samenwerking het gevaar met zich mee dat je met een partij of activiteiten geassocieerd wordt. Dit kan verkeerd opgepakt worden. Als Landschap Overijssel bijvoorbeeld de mogelijkheid krijgt om de EHS sterker te maken, maar in ruil daarvoor niets meer te zeggen heeft over het noorden is dat geen goed idee. Stelling 8: De nieuwe EHS moet naar Landschap Overijssel.
De meerderheid vindt dit logisch, maar het moet niet. Het heeft wel de voorkeur, omdat ook de omliggende gebieden van Landschap Overijssel zijn. Stelling 9: De natuur moet overal toegankelijk en beleefbaar zijn. Een ondernemer vraagt ons om een activiteit (bijv. 500 deelnemers + publiek) in onze kwetsbare natuurgebieden te organiseren. Hiervoor kunnen we een klein bedrag per deelnemer ontvangen en natuur en landschap onder de aandacht brengen. Kan Landschap Overijssel deze samenwerking aangaan?
Als het om kwetsbare natuur gaat die kapot wordt gemaakt, kan het niet. Als het geen kwaad kan, omdat het bijvoorbeeld in de winter is of over paden gaat, dan kan het wel. Je kunt niet alles achter hekken stoppen, mensen moeten de natuur ook kunnen beleven. Aanwezigen wijzen op de trend om steeds extremere dingen in de natuur te willen ondernemen. Daarin moet Landschap Overijssel niet meegaan. Ook zijn er veel mountainbikers die één keer met een groep een route fietsen, maar deze in route vervolgens in GPS zetten waarna veel meer mountainbikers de route gaan rijden. Uitkijken dus voor deze gevolgen. Ook het creëren van lichtgroene natuur is een mogelijkheid. Hierin is dan meer mogelijk. Jacob van Olst vat samen dat landschap Overijssel zorgvuldig moet zijn, kijken naar de kwetsbaarheid
en activiteiten een gebalanceerde plek moet geven. Stelling 10: Een nieuw multifunctioneel bezoekerscentrum helpt de waarde van dit gebied (natuur, landschap en cultuurhistorie) beter onder de aandacht te brengen bij het publiek.
De meeste aanwezigen zijn het hier niet mee eens. Er zijn al voldoende bezoekerscentra die eventueel uitgebouwd kunnen worden. Het is niet nodig om iets nieuws te maken. Het zou wel mogelijk zijn in combinatie met recreatieve faciliteiten als deze er komen. Een vraag is ook: heeft u zoveel geld? Als Landschap Overijssel ook al de EHS wil kopen. Keuzes maken. Stelling 11: Landschap Overijssel moet zich ervoor inspannen dat de geschiedenis van het vliegveld herkenbaar blijft in het landschap.
Samen met andere partijen moet Landschap Overijssel zich hiervoor inzetten. En dan niet alleen voor het vliegveld, maar de geschiedenis van het hele gebied. Ook de bunkers bijvoorbeeld. Benut de nieuwsgierigheid die er is. Aan de hand van de stellingen is een mooi beeld ontstaan van de verwachtingen en ideeën van de aanwezigen. Jacob van Olst vat de avond als volgt samen: “U verwacht een actieve houding van Landschap Overijssel en wordt hier graag bij betrokken. Landschap Overijssel moet een actieve overlegpartner zijn die zich kan verplaatsen in het aspect werkgelegenheid, maar primair aandacht moet hebben voor natuur en landschap. Daarnaast vindt u dat wij moeten samenwerken om krachten te bundelen, maar altijd vanuit onze eigen doelstellingen. Deze staan voorop en daarop mogen wij niet inleveren. De samenwerkingspartners mogen ook marktpartijen zijn. U zegt ook tegen ons: Landschap Overijssel wees sterk, want de natuur schiet er regelmatig bij in. Wees zorgvuldig met het toestaan van activiteiten op de terreinen. Tot slot, vindt u samen met ons het faciliteren van recreatie een belangrijk factor. Ook hiervoor geldt: het moet passen in de doelen. EHS gaat voor recreatie.” Jacob van Olst sluit af met de mededeling dat hij het plezierig vond om ideeën uit te wisselen. Daarbij doet hij de toezegging: “We zullen actiever met u omgaan. Bijvoorbeeld met een nieuwsbrief, e-mail en signalen op ontwikkelingen. Aan het einde van het jaar organiseren we opnieuw een bijeenkomst. Graag tot dan!”