Overijssel en het Olympisch Plan Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie
eindrapport
Sportservice Overijssel mei 2012 eindrapport
Overijssel en het Olympisch Plan Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie
eindrapport registratienummer : BA9741-100-100 versie : 3.0 classificatie : Klant vertrouwelijk
Sportservice Overijssel mei 2012 eindrapport ©
DHV B.V.
INHOUD
BLAD
1 1.1 1.2
HET OLYMPISCH PLAN EN ZIJN MOGELIJKE BETEKENIS VOOR OVERIJSSEL Overijssel en het Olympisch Plan 2028 Onze interpretatie van de vragen
4 4 5
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.5
DE ECONOMISCHE BATEN VAN HET OLYMPISCH PLAN VOOR OVERIJSSEL Inleiding Baten van evenementen, (bestaande, uitgebreid en nieuw); Nieuwe evenementen De baten voor Overijssel Baten van een toename van de sportdeelname Sportdeelname in Overijssel Inschatting baten voor economie en samenleving Samenvattend: de baten van toename sportdeelname Betekenis voor accommodaties Mogelijke impuls aan de sector toerisme en recreatie, in relatie tot de MITO.
8 8 9 12 13 14 14 15 16 17 20
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3
UITWERKING RUIMTELIJKE AMBITIE (VRAAG 4) Extra ruimtelijke eisen als gevolg van mogelijke Olympische Spelen Mogelijke accommodaties in Overijssel Capaciteit aan verblijfsaccommodaties Infrastructurele capaciteit
24 24 24 26 26
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.4
SPORTGERELATEERDE BEDRIJVEN IN OVERIJSSEL (VRAAG 5) Omvang van de sportindustrie in Overijssel De markt van sportgerelateerde producten en de kansen voor Overijssel Groei van de sportindustrie De sportindustrie en het Olympisch Plan Uitwerking sport en innovatie (vraag 6) Samenwerking met Gelderland?
28 28 29 29 29 30 32
5
RECAPITULATIE VAN UW VRAGEN
34
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-2-
DHV B.V.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-3-
DHV B.V.
1
HET OLYMPISCH PLAN EN ZIJN MOGELIJKE BETEKENIS VOOR OVERIJSSEL
1.1
Overijssel en het Olympisch Plan 2028 Het Olympisch Plan 2028 is een integraal masterplan dat beoogt Nederland in 2016 naar een Olympisch niveau te hebben gebracht. Olympisch niveau is een metafoor voor een land met een cultuur waarin men het beste uit zichzelf wil halen, een goed leefklimaat, een gezonde levensstijl, voldoende sportmogelijkheden en een goede mobiliteit. Meer concreet: er wordt gestreefd naar excellente prestaties, economische impact en een vitale samenleving. De sport vervult hierbij een belangrijke aanjaagfunctie. De organisatie van de Olympische Spelen in 2028 is slechts de stip aan de horizon. In 2016 wordt besloten of er daadwerkelijk een bid zal worden uitgebracht voor deze Spelen. Het Olympisch Plan heeft doelstellingen voor heel Nederland, maar is beslist niet alleen een zaak van de nationale overheid. Juist de provincies zouden een belangrijke taak kunnen vervullen bij het realiseren van de doelstellingen.
Het Olympisch Plan 2028 wordt vanwege zijn naam snel in verband gebracht met de Olympische Spelen in Nederland. De Olympische Spelen zijn voor het Olympisch Plan een stip aan de horizon. De ambities van het Olympisch Plan zijn echter niet speciaal bedoeld om de Spelen te kunnen organiseren. De investeringen die worden voorgesteld moeten ten goede komen aan de Nederlandse samenleving, ook als de Spelen er niet komen.
Dat het OP voor provincies van belang is blijkt ook uit het feit dat het IPO een alliantiepartner van Olympisch Vuur 2028 is. Provincies investeren direct ongeveer 17 miljoen euro per jaar in sport. Veel provinciale overheden zien sport – net als gemeenten – niet alleen als een middel om bij te dragen aan de gezondheid van hun inwoners en aan sociale integratie, maar ook als factor voor economische en ruimtelijke ontwikkeling. De provincie Noord-Brabant investeert de komende jaren 40 miljoen euro in de Brabantse sportsector. De Brabanders verwijzen in hun plannen niet expliciet naar het OP2028, maar de investeringen worden wel gedaan in de geest van de Olympische ambitie. Ook zijn er voorbeelden van krachtenbundeling van (provinciale) overheden die aansluiten bij de uitgangspunten van het OP2028. De gemeenten Amsterdam, Amstelveen, Almere en Haarlemmermeer en de provincies Noord-Holland en Flevoland bundelen de krachten ten behoeve van het binnen halen, organiseren, promoten en uitvoeren van sportevenementen in de metropoolregio Amsterdam. Gedeputeerde Staten van Overijssel heeft Sportservice Overijssel gevraagd om, samen met DHV, het MI, KISS, de UT, de Regionale Bureaus voor Toerisme en de hogescholen in Overijssel onderstaande onderzoeksvragen te beantwoorden1. De door GS gestelde vragen luiden als volgt: Onderzoeksvragen voor het deelonderzoek dat moet worden uitgevoerd door het MI: 1. Wat is de economische waarde van het Olympisch Plan 2028 voor het MKB in Overijssel? 2. Wat is de economische opbrengst voor de provincie Overijssel van de grote sportevenementen, (waaronder paardensport) en culturele evenementen die in Overijssel jaarlijks worden georganiseerd?
1
Deze zijn beschreven in de GS Nota van 23 december 2011, onder kenmerk 2011/0333204.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-4-
DHV B.V.
Onderzoeksvragen voor het deelonderzoek dat moet worden uitgevoerd door DHV: 3.
Wat is de toegevoegde waarde van het Olympisch Plan 2028 voor de economie in Overijssel? Er wordt onder andere gekeken naar welke wijze van aansluiting aan de Marketing Impuls Toerisme Overijssel (= MITO) optimaal is.
4.
Kan de ruimtelijke ambitie van het Olympisch Plan een impuls betekenen voor ruimtelijke verbindingen, vervoersstromen, bereikbaarheid en ruimtelijke voorzieningen in Overijssel?
5.
Wat is de economische omzet van belangrijke Overijsselse bedrijven die sportproducten produceren zoals bijvoorbeeld Ten Cate, Descol en Edelgras?
Onderzoeksvraag voor Sportservice Overijssel in samenwerking met het MI, KISS, de UT en de hogescholen in Overijssel: 6.
Hoe profiteert de sport van innovatie maar vooral ook hoe kan sport bijdragen tot het ontwikkelen van innovatieve concepten door onderwijs en kennisinstituten?
Op basis van de antwoorden op deze vragen wil de provincie Overijssel een afweging maken over haar inzet op (delen van) het Olympisch Plan. Ook wil de provincie voor ieder van deze onderwerpen weten of samenwerking met de provincie Gelderland voordelen biedt.
1.2
Onze interpretatie van de vragen Voor wat betreft het Olympisch Plan focussen wij op de periode tot 2016, met een doorkijk naar 2028. Daarmee is meteen gezegd dat wij ons in dit onderzoek (vrijwel) niet richten op de Olympische Spelen van 2028, maar op de mogelijkheden die het instrument sport biedt om een impuls te geven aan economie, gezondheid en samenleving. Het MI en DHV zijn van mening dat het meerwaarde heeft om de vragen 1, 2 en 3 vanwege hun overlap (en vraag naar economische betekenis en baten) als één samenhangende vraag te behandelen. Daarbij beschouwen we een aantal elementen van het Olympisch Plan, zoals evenementen, sportaccommodatiebeleid en toerismebeleid op hun economische effecten, voor MKB, maar ook in termen van bezoekers en bestedingen. Het samenvoegen van deze vragen betekent dus dat wij deze vragen zeker behandelen, maar in een samenhangende manier, omdat de vragen elkaar overlappen. Betekenis MKB U vraagt specifiek naar de betekenis voor het MKB. De definities van MKB lopen uiteen van bedrijven tot 100 werknemers tot bedrijven tot 250 werknemers. Het MKB (<100 werknemers) in Overijssel heeft 61% van alle werkgelegenheid (inclusief overheid) in de Provincie Overijssel (bron: LISA). In Overijssel heeft 98% van alle bedrijfsvestigingen minder dan 50 werknemers (bron: LISA). In de rest van dit rapport is ervoor gekozen om de economische betekenis van evenementenbeleid, van een hogere sportdeelname en een verhoging van het toerisme in beeld te brengen. Daarbij mag worden aangenomen dat het leeuwendeel van de omzet in toerisme, bij evenementen en bij het kopen van sportproducten terecht komt bij het MKB. De opbrengsten van hogere sportdeelname onder de bevolking (vermindering ziekteverzuim) komen bij alle werknemers in Overijssel terecht en zullen dus voor 61% bij het MKB neerslaan.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-5-
DHV B.V.
Vraag 4 heeft in onze ogen niet alleen een relatie met het Olympisch Plan, maar ook een specifieke strategische invalshoek met het oog op investeringsbeslissingen vanuit het rijk in het kader van een eventueel bid voor de Olympische Spelen van 2028. Vraag 5 gaat in onze ogen niet alleen over het vaststellen van economische omzetten maar ook over het belang dat bedrijven hechten aan hun vestiging in Overijssel, mogelijke samenwerking met andere Overijsselse (en Gelderse) bedrijven en welke aspecten van een Olympisch Plan zij belangrijk vinden. Vraag 6 behandelt de innovatieve kracht van de (top) van twee kanten: de sport als toepassingsgebied en de sport als geboorteplaats van innovaties.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-6-
DHV B.V.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-7-
DHV B.V.
2
DE ECONOMISCHE BATEN VAN HET OLYMPISCH PLAN VOOR OVERIJSSEL 2.1
Inleiding Als Overijssel besluit in te zetten op het Olympisch plan, wat zijn dan de economische baten voor de inwoners en het bedrijfsleven van de provincie? Hierbij wordt gefocust op vier elementen/ambities uit het Olympisch Plan die voor Overijssel mogelijk interessant zijn: 1. de (bestaande en nieuwe) evenementen; 2. een groei van de sportdeelname (vitale samenleving), dankzij gerichte participatieprogramma’s 3. het verbeteren van accommodaties; zowel in de breedte- als in de topsport, waarbij wij een verband leggen met punt 2. 4. een mogelijke impuls aan de sector toerisme en recreatie, mede in relatie tot de MITO. Het Olympisch Plan omschrijft ambities. Voor de betekenis voor de economie is het van groot belang of deze ambities ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. De uitgangspositie voor het berekenen van de betekenis voor de economie is dat de geformuleerde ambities op bovengenoemde terreinen in 2016 gerealiseerd zullen zijn. De redeneringen hebben dus het karakter van: “stel dat het evenementenbeleid in 2016 een sterke impuls heeft gekregen, dan zijn de economische effecten als volgt”. Aan de hand van de ambities uit het Olympisch Plan kijken we naar de potentiële economische effecten voor Overijssel, onder andere voor het midden- en kleinbedrijf (MKB). Een uitdaging hierbij is dat de ambities van het Olympisch Plan niet altijd concreet, meetbaar en kwantificeerbaar zijn. Hier gaan we als onderzoekers in het korte bestek van deze studie pragmatisch mee om, door hierover aannames te doen en deze helder te omschrijven. Uit deze vraagstelling vloeit voort dat de kosten van het beleid zelf niet inzichtelijk worden gemaakt. Er wordt uitsluitend gekeken naar de effecten van een beleid dat de doelstellingen van het Olympisch Plan serieus neemt. Voor elk van de vier bovengenoemde onderdelen maken we een beperkte lijst van mogelijke economische effecten. Daarin is speciale aandacht voor de impact op het MKB. Van deze belangrijkste effecten bekijken we vervolgens of de effecten te kwantificeren en eventueel te monetariseren zijn. Om de mogelijke economische effecten te waarderen maken we soms gebruik van kengetallen die bij MKBA’s (Maatschappelijk Kosten Baten Analyses) gehanteerd worden.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-8-
DHV B.V.
2.2
Baten van evenementen, (bestaande, uitgebreid en nieuw); Sportevenementen in Overijssel Volgens de Sport Evenementen Monitor van Respons telde Overijssel in 2011 dertig sportevenementen 2 die meer dan 5.000 bezoekers trokken. Olympisch Vuur 2028 hanteert een indeling voor sportevenementen op basis van hun reikwijdte en (verwachte) impact. Het gaat om de onderstaande categorieën (zie bijlage 1 voor de indelingscriteria). 1. Strategische topsportevenementen 2. Internationale topsportevenementen 3. Nationale topsportevenementen 4. Regionale topsportevenementen 5. Nationale en internationale breedtesportevenementen 6. Regionale/lokale breedtesportevenementen In 2011 telde Overijssel volgens Respons 27 evenementen uit één van deze categorieën3. In figuur 1 is de verdeling over de zes groepen weergegeven. Figuur 1 Sportevenementen in Overijssel in 2011 naar categorie 3
0 4
Strategische topsportevenementen in Nederland (Holland Promotion) Internationale topsportevenementen in Nederland (Holland Promotion) Nationale topsportevenementen
7 6 Regionale topsportevenementen
Nationale & internationale breedtesportevenementen Regionale/lokale breedtesportevenementen 4
Andere categorie 6
Bron: Respons Zoals te zien is in bovenstaand diagram kende Overijssel in 2011 geen strategische topsportevenementen (niveau/categorie 1). Wel is er een breed scala aan andere betekenisvolle evenementen, waaronder vier internationale topsportevenementen. De 30 Overijsselse evenementen uit de verschillende categorieën trokken in 2011 samen 640.000 bezoekers.
2
De reguliere sportevenementen – zoals competitiewedstrijden van (semi-)profs en amateurs (waaronder voetbalwedstrijden uit de eerste divisie en eredivisie) – worden door Respons niet geregistreerd in dit overzicht. 3 De drie evenementen die vallen onder ‘andere categorie’ zijn de open dagen van de BVO’s, namelijk die van FC Twente, FC Zwolle en Heracles. Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
-9-
DHV B.V.
Onderzoek van het Mulier Instituut uit 2009 wees uit dat er in Overijssel in vergelijking met het nationale beeld en in vergelijking met Gelderland relatief veel gemeentelijke en regionale evenementen zijn en relatief weinig nationale en internationale. Strategische sportevenementen in Overijssel: concentratie in Twente. De vier internationale topsportevenementen (niveau 2) in Overijssel vinden alle plaats in Twente: de FBK Games (atletiek), EK Triathlon 2009 in Holten, CSI Twente (paardensport) en de Military Boekelo (paardensport). De organisaties van deze evenementen + de Enschede Marathon zijn de afgelopen jaren nauwer gaan samenwerken onder de noemer ‘Topsport in Twente’ met als doel samen de Twentse topsport in nationaal en internationaal verband nog beter uit te dragen en te leren van elkaar. De Enschede Marathon is een nationaal topsportevenement (niveau 3), maar trok in 2011 100.000 bezoekers. Daarmee nam het evenement de negentiende plaats in op de lijst van meest bezochte evenementen in Nederland (de Vierdaagse van Nijmegen voerde de lijst aan met 1,3 miljoen bezoekers). Mede vanwege dit bezoekersaantal, maar ook het aantal deelnemers (9.200 in 2011) wordt ook de Enschede Marathon gerekend tot de vijf belangrijke (top)sportevenementen van Overijssel. Deze vijf evenementen waren volgens Respons samen goed voor ruim 240.000 bezoekers, 13.000 deelnemers in 2011 en 250 MediaBereikseenheden. Hieronder lichten we twee van deze vijf meest aansprekende evenementen toe. Military Boekelo – Enschede en andere hippische evenementen De Military Boekelo – Enschede trekt jaarlijks 65.000 bezoekers en er zijn op de drukste tijdstippen 1.400 personen werkzaam (deels vrijwilligers). Bij elke editie zijn gemiddeld 30 Olympische deelnemers aanwezig. De economische spin-off van het evenement bedraagt 3,5 miljoen euro4. Het evenement is het laatste decennium maar liefst vijf keer door de ruiters gekozen als ’s werelds beste military. Ook zakelijk is de Military Boekelo – Enschede van belang: het is het grootste business evenement van Nederland met jaarlijks meer dan 20.000 deelnemers. Diverse gedachten achter het Olympisch Plan 2028 worden door de hippische sector in Twente in de praktijk gebracht. De diverse partijen in de hippische sector laten zien dat vanuit gedeelde belangen (Twente als paardenregio nadrukkelijker profileren) gewerkt kan worden. De gezamenlijke ambitie is bekrachtigd met de oprichting van de Stichting Hippische Initiatieven Oost Nederland (HION). Bovendien is er de opvatting dat investeringen in de geest van het OP2028 gedaan worden, maar dat elke actie waardevol is, ook als de Spelen niet in Nederland georganiseerd zullen worden. Er wordt gestreefd naar het organiseren van de World Equestrian Games in 2022, nadat ervaring is opgedaan met de organisatie van EK’s en WK’s. Mochten de Spelen in 2028 in Nederland plaatsvinden dan hoopt ‘Equestrian Park Twente’ zich dermate in de kijker te hebben gespeeld dat de hippische disciplines in Twente georganiseerd worden. De activiteiten van de Military Boekelo-Enschede reiken verder dan het organiseren van het hippische topsportevenement. Er wordt gestreefd naar maatschappelijke spin-off wat tot uiting komt in het aanbieden van stageplaatsen voor HBO- en MBO-studenten, het ontwikkelen van onderwijsprogramma’s (die wederzijds waardevol zijn), het organiseren van congressen, beurzen en bijeenkomsten voor het bedrijfsleven. Ook was de Military Boekelo-Enschede (net als de FBK-Games) één van de veertien Twentse evenementen die eind 2011 het convenant Duurzame Twentse Evenementen ondertekende. Tenslotte kan de (door)ontwikkeling van de hippische sector binnen de agrarische sector prima worden geaccommodeerd. De hippische partijen in Overijssel zien eventuele steun van de provincie, bijvoorbeeld financiële steun om breedtesport te koppelen aan de topsport, als randvoorwaarde voor succes. Ook ziet men samenwerking met Gelderland als een positieve factor. 4
Volgens opgave van de organisatie, R. Zandstra, voorzitter.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 10 -
DHV B.V.
FBK-Games De FBK-Games vormen een icoon van de Nederlandse sport. De Games zijn in 2011 uitgeroepen tot Nederlands topsportevenement van het jaar. De Stichting FBK-Games wil het evenement naar het Diamond League5 niveau tillen. Daarmee zou Hengelo onderdeel uitmaken van een wereldwijd atletiekcircuit, de crème de la crème van de atletieksport. Volgens een onderzoek van de NHTV6 trok het evenement in 2011 13.500 bezoekers en leverde het evenement in 2009 in Twente 1,9 miljoen euro aan additionele bestedingen op (grotendeels het gevolg van uitgaven van de organisatie zelf). In 2011 gaven bezoekers het evenement het rapportcijfer een 8,7 volgens het onderzoek van de NHTV en een 7,8, aldus een onderzoek van Saxion Hogescholen7. De FBK-Games zijn in Nederland een van de koplopers in het streven naar positieve maatschappelijke spin-off. Het evenement maakte vorig jaar onderdeel uit van een pilot van het ministerie van VWS met als doel het maximaliseren van positieve maatschappelijke effecten. Rondom de editie 2011 is er via sideevents onder een breder publiek aandacht gevraagd voor het evenement en atletiek, onder meer via activiteiten in de binnenstad van Hengelo (kogelstoten, dubbele mijl, kidsrun, polsstokhoogspringen, running wall en (middelbare) schoolactiviteiten, schoolatletiek, nieuwe media, talentontwikkeling, bedrijvenclinics en algemene atletiekpromotie. Doel van de pilot was de zichtbaarheid van atletiek en atleten te vergroten en ook om Hengelo (en Overijssel) als atletiekstad op de kaart zetten en nieuwe doelgroepen te benaderen. Bij de Atletiekunie heeft de pilot geleid tot bewustwording over kansen rond de koppeling van breedtesportactiviteiten aan een topsportevenement. In 2012 heeft de organisatie met het oog op een beperkte begroting haar ambities noodgedwongen moeten opschorten en zal met een beperktere editie uitkomen dan in 2011. Ronde van Overijssel De ronde van Overijssel is dit jaar (2012) voor de zestigste keer verreden en bestaat uit een proloog van een kleine 3 kilometer op vrijdag (sinds 2012) en een traditionele klassieker van zo’n 200 kilometer op zaterdag. Het parcours leidt langs een aantal Overijsselse heuvels, zoals de Tankenberg, de Kuiperberg en Apenberg. Een deel van het parcours gaat over de zogenaamde Hel van het Oosten en is met klinkers geplaveid. De Ronde is een begrip in de wielerwereld. De ronde trekt zo’n 200 renners met een mix van regionale vedetten en topwielrenners van elders. De begroting bedraagt zo’n 200.000 euro, waarvan de helft bestaat uit bijdragen van bedrijven in natura. Van de andere helft is ook een groot deel sponsoring8 en een klein deel overheidsbijdrage vanuit provincie en gemeente. De ronde brengt volgens de Respons monitor zo’n 10.000 toeschouwers op de been. Er zijn geen onderzoeksresultaten bekend over de specifieke bestedingen van de bezoekers rondom dit evenement, maar vanuit ervaringscijfers bij andere evenementen mag worden aangenomen dat het hier zal gaan om een bedrag tussen de 100.000 en 200.000 euro. Tezamen met de bestedingen van de organisatie zou het dus gaan om tussen de 200.000 en 300.000 euro. Strategische evenementen in Overijssel Cultuur en economie maken ook deel uit van het Olympisch Plan. Bovendien hecht de provincie een groot belang toe aan culturele evenementen. We kijken daarom kort naar overige publieksevenementen,
5
De Internationale Atletiekfederaties hanteert verschillende niveaus voor internationale wedstrijden. De diamond league
is het hoogste niveau. In 2012 maken wereldwijd 14 atletiektoernooien deel uit van de DL. 6 7 8
NHTV (2009). Rapportage economische effectmeting FBK-Games 2009. Breda: NHTV. Saxion (2011). Bezoekersonderzoek FBK-Games 2011. Deventer: Saxion Hospitality Business School Volgens Interview met Jan Bakker in ‘Topsport, Twentevisie’ 4, 2000.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 11 -
DHV B.V.
waaronder culturele evenementen in Overijssel. In de TOP 100 Evenementenmonitor9 van Respons, met gratis toegankelijke publieksevenementen komen 8 Overijsselse evenementen voor. De hoogste Overijsselse plaats is plaats 46. Het totale bezoekersaantal van deze 8 evenementen komt op 1,4 miljoen en er bevindt zich één sportevenement tussen: de marathon Enschede. Nummer op de ranglijst van
Naam evenement
Aantal
MBE
Social Media
46
Sallands Oogstfeest Stöppelhaene
210.000
64
7,69
2.900
Lambertuskermis Hengelo
325.000
2,03
11
75
Centrumkermis Almelo
260.000
0,52
0
81
Deventer op Stelten
130.000
12,29
617
82
De Boeskool is Lös Oldenzaal
140.000
8,4
100
91
Enschede Marathon
100.000
15.01
1.090
95
Deventer Boekenmarkt
125.000
12,41
0
98
Bevrijdingsfestival Zwolle
145.000
2,5
3.414
de evenementen top 100
bezoekers
Totaal aantal bezoekers
1.435.000
Bovenstaand overzicht is opgenomen om de relatieve positie van de sportevenementen aan te geven en om eventuele combinaties te zoeken. In termen van publieks- en mediabereik hebben deze evenementen een sterke positie. Door hun grote omzetten zorgen zij voor grote bestedingen in de lokale economie. Deventer op Stelten als voorbeeld van een succesvol cultureel evenement: . Deventer op Stelten (DOS) is een internationaal en gratis toegankelijk theaterfestival dat in 2011 130.000 bezoekers trok (waarvan ruim 40% van buiten de provincie Overijssel). Er waren vorig jaar 20 professionele theatergezelschappen gecontracteerd die gezamenlijk 120 voorstellingen verzorgden. In 2010 werd er door de bezoekers van DOS in totaal 3,25 miljoen euro uitgegeven, los van 72.000 euro aan overnachtingen. De totale investering van DOS bedroeg in 2011 510.000 euro. Het evenement heeft een verbindende kracht die onder andere tot uiting komt in de meerdaagse verblijfsarrangementen die in samenwerking met 85 ondernemers in 2012 zijn ontwikkeld. Door koppeling van het evenement aan een Overijsselse regio (Salland) die als een toeristische bestemming wordt beschouwd wordt het profiel van het evenement scherper en is er een goede promotie van de bestemming Salland. Het evenement versterkt het profiel van de regio en vice versa. DOS wordt financieel ondersteund door de provincie Overijssel.
2.2.1 Nieuwe evenementen De FBK games willen groeien naar Diamond League status. Daarnaast richten ze zich op het organiseren van andere grote evenementen. Zo heeft de organisatie zich kandidaat gesteld voor de organisatie van het Europese Kampioenschappen ‘Atletiek onder de 23 jaar’ in 2013. Helaas heeft men deze kandidatuur onlangs verloren aan Finland, maar het tekent wel de ambities van de FBK-Games. De organisatie van de Triathlon Holten heeft zich kandidaat gesteld voor het EK triathlon onder de 23 jaar in 2013.
9
Editie 2012. De positie van een evenement op de TOP 100 Ranglijst komt tot stand op basis van de afzonderlijke posities op de ranglijsten naar: Aantal bezoeken (wegingsfactor 6), Aantal MediaBereikEenheden (wegingsfactor 4) en aantal volgers/vrienden op sociale mediaplatforms Hyves, Facebook en Twitter (wegingsfactor 1). Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 12 -
DHV B.V.
De hippische sector in Twente streeft naar het organiseren van de World Equestrian Games in 2022. Voor die tijd wil men eerst ervaring opdoen doormiddel van de organisatie van EK’s en WK’s. Mochten de Spelen in 2028 in Nederland plaatsvinden dan hoopt ‘Equestrian Park Twente’ zich dermate in de kijker te hebben gespeeld dat de hippische disciplines van de OS in Twente georganiseerd worden.
2.2.2 De baten voor Overijssel Wat leveren de sportevenementen Overijssel op? De provincie kende in 2011 30 grote sportevenementen. In totaal trokken deze evenementen 640.000 bezoekers. De FBK-Games leverden in 2009 volgens het onderzoek van de NHTV € 1,9 miljoen aan extra bestedingen op, de Military Boekelo heeft een economische spin-off van € 3,5 miljoen. Voor de andere Overijsselse sportevenementen in categorie 2 t/m 7 (totaal 28 evenementen) gaan we uit van een besteding van gemiddeld 20 euro per bezoeker. Uit CBS-cijfers (onderzoek dagrecreatie 2006/2007) blijkt dat een gemiddelde bezoeker van een sportevenement ruim € 5,- aan consumpties besteedt, maar hierin zijn alle amateursportevenementen meegerekend. Helaas is niet onderzocht hoeveel de bezoekers van de Overijsselse sportevenementen precies besteden. Wij hanteren, op basis van expert judgement en ervaringsgetallen van andere evenementen, een bedrag van 20 euro omdat de uitgaven verder gaan dan consumpties (vervoer, merchandising, parkeren, business to business) en omdat de 27 evenementen meer uitstraling en een langere verblijfsduur hebben dan het gemiddelde sportevenement. Dit levert nog eens €12 miljoen aan bestedingen in de lokale economie op. De rekensom komt hiermee uit op ruim 17 miljoen euro. Naast de directe economische baten hebben de verschillende grote sportevenementen in Overijssel ook duidelijke maatschappelijke baten. De FBK games lopen voorop in het verbinden van topsport met maatschappelijke spin-off en ook de Military Boekelo - Enschede onderneemt diverse activiteiten op dit gebied. De organisatoren van de grote evenementen in Overijssel zijn ambitieus. Verschillende partijen streven naar het binnenhalen van EK’s en WK’s. Hiermee kan de impact van de Overijsselse evenementen verder blijven groeien. Dit is een proces van lange adem. Niet alleen vanwege teruglopende sponsorbaten en bezuinigingen bij overheden die de budgetten van de organisatoren eerder doen afnemen dan toenemen. Toch is de economische spin off van sportevenementen een feit. Algemeen probleem is echter dat de kosten voor het grootste deel vanuit overheden worden opgebracht terwijl de baten grotendeels bij ondernemers terecht komen, waardoor overheden in financiële zin weinig terug zien van hun investeringen. Sterker nog, hoe groter het succes van een evenement, hoe hoger de kosten voor de overheid kunnen uitvallen (schoonmaak, beveiliging, verkeersmanagement, et cetera).
Totaal sportevenementen
# bezoekers
Bestedingen €
640.000
>17 miljoen
Maatschappelijke baten Schoolactiviteiten Stages Congres Ect
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
Prognose 2016 + Kandidatuur diverse EK’s.
voor
- 13 -
DHV B.V.
2.3
Baten van een toename van de sportdeelname
2.3.1 Sportdeelname in Overijssel Stimulering van sportdeelname Een belangrijk element van het Olympisch Plan is de verhoging van de sportdeelname. Ook in de provincie Overijssel is besloten op basis van de motie Hassink-Smits (2010) de sportdeelname te laten stijgen tot 75% in 2016. De deelname is in Overijssel sindsdien gegroeid, maar het uiteindelijke doel is vanzelfsprekend nog niet gehaald. In deze paragraaf vragen wij ons af wat een eventuele verdere verhoging van de sportdeelname onder de bevolking voor economische effecten heeft. Het Rijk (Ministerie van VWS) streeft niet expliciet naar de verhoging van de sportdeelname, doel is om een omgeving/setting te creëren die uitnodigt (veilig, toegankelijk etc) voor sporten. Wel ondersteunt het Rijk initiatieven die een verhoging van de deelname aan sport beogen. Lokale overheden zijn verantwoordelijk voor voldoende en adequate sport- en speelvoorzieningen en sportverenigingen zijn doorgaans zelf verantwoordelijk voor het onderhoud. De provinciale taak is om gemeenten in hun verantwoordelijkheid te steunen in de functie van coördinator, subsidiegever en belangenbehartiger (van gemeenten bij de rijksoverheid). Mogelijkheden voor de provincie in dit verband zijn onder andere stimuleringsprogramma’s voor • bedrijfssport; • bewegen voor mensen met een beperking; • ontplooien van jong talent die bewegingsprogramma’s kunnen en begeleiden • gezonde, vitale sportverenigingen met toekomst, • creëren van sportieve scholen • sport en bewegen een vaste plek geven in de zorgsector. Samenwerking tussen de Provincie Overijssel, provinciale sportorganisaties en gemeenten is daarbij van groot belang10 Definitie van sportdeelname Omdat er geen registratie van sporters plaatsvindt, dient de sportdeelname in Overijssel te worden gemeten aan de hand van bevolkingsonderzoeken. Er is een tweetal onderzoeken uit 2011 waarbij de sportdeelname in Overijssel gemeten is, namelijk een bevolkingsonderzoek van het Mulier Instituut en een onderzoek van Sportservice Overijssel. De gemeten sportdeelname tussen de twee onderzoeken verschilt aanmerkelijk, namelijk 67 % voor 15-80 jarigen (indicatief cijfer) (Mulier Instituut) en 77 % voor 18-65 jarigen (Sportservice Overijssel). Bij beide onderzoeken gaat het om een sportfrequentie van minstens één maal per maand. Het verschil wordt verklaard door het gebruik van verschillende leeftijdsklassen en methoden van datacollectie. Wij gaan uit van het percentage huidige sportdeelname zoals berekend door Mulier Instituut, te weten 67%. Een reden hiervoor is de mogelijkheid om provincies goed te kunnen vergelijken. Uit deze vergelijking blijkt dat het niveau van sportdeelname in Overijssel niet afwijkt van dat van Gelderland en Nederland. De economische baten van een hogere sportdeelname Voldoende bewegen gaat samen met een betere gezondheid en kan ziekten voorkomen of het ziekteverloop gunstig beïnvloeden. Daardoor zijn er ook maatschappelijke en financiële baten. De gezondheidszorgkosten als gevolg van onvoldoende bewegen bedragen honderden miljoenen euro’s per jaar. Daarnaast zijn werknemers, scholieren en studenten die voldoende bewegen en sporten productiever dan zij die onvoldoende actief zijn. Daar staat tegenover dat er meer blessures zijn. 10
Zie ook Sportservice Overijssel (2011): Pro position paper Sport en bewegen in Overijssel.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 14 -
DHV B.V.
Een hogere sportdeelname brengt diverse maatschappelijke baten met zich mee op het gebied zorg en arbeid. In het Olympisch Plan is de ambitie uitgesproken om de sportparticipatie te verhogen tot 75% van de bevolking. Onderstaand geven wij een indicatie van de extra maatschappelijke baten indien in 2016 75% van de Overijsselse bevolking zou sporten.
2.3.2
Inschatting baten voor economie en samenleving Medisch Sporten levert zowel lagere medische kosten op doordat mensen minder vaak ziek zijn, als hogere kosten doordat er sportblessures optreden. De (beperkt beschikbare) literatuur wijst erop dat op jaarbasis de extra kosten van sportblessures wat lager zijn dan de uitgespaarde medische kosten. Op jaarbasis is er dus sprake van een positief economisch effect. Op de lagere termijn verdwijnt dit positieve effect echter grotendeels, doordat mensen als gevolg van sportbeoefening langer leven en daardoor ook langer medische kosten maken. Per saldo lijkt een hogere sportparticipatie niet te leiden tot lagere directe medische kosten. Voor een onderbouwing van deze stelling zie bijlage 3. Langer leven Behalve effect op de directe medische kosten heeft sportparticipatie ook indirecte baten. Sportbeoefening leidt tot een langere levensduur, maar vooral ook tot meer gezonde levensjaren. Voldoende bewegen leidt tot een toename van het aantal gezonde levensjaren met 1,2 jaar (Chronische ziekten model, RIVM, 2010). Een gezond levensjaar heeft geen directe economische waarde (het is niet iets wat je kan kopen), maar wordt in kosten baten analyse gewaardeerd op € 100.000 (Verwey-Jonker, 2011). Als de sportparticipatie in Overijssel in 2016 stijgt tot 75% en vervolgens op dit hogere niveau blijft, zorgt dit ervoor dat een flink aantal inwoners (65.000) van Overijssel meer gezonde levensjaren in het vooruitzicht heeft. De waarde van deze extra gezonde levensjaren is te vertalen naar een indicatieve financiële waarde van ongeveer € 100 miljoen per jaar (voor een berekening zie bijlage 3)11. Baten bedrijfsleven dankzij lager verzuim Een langere gezonde levensduur is een effect waar vooral het individu van zal profiteren Een hogere sportparticipatie heeft echter ook positieve gevolgen voor het bedrijfsleven. Uit onderzoek naar ziekteverzuim blijkt dat sporters12 gemiddeld 2,5 tot 5 dagen minder verzuimen dan niet sporters. Wanneer 11 De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bracht op 27 juni 2006 aan minister Hoogervorst het rapport uit ‘Zinnige en duurzame zorg’. Hierin bepleit de raad om de kosten van een medische behandeling die wordt betaald uit de collectieve middelen, te binden aan een maximum. Dit maximum wordt bepaald door het aantal gewonnen gezonde levensjaren (QALY – qualified adjusted life year), waarbij één QALY niet meer dan 80.000 euro mag kosten. De raad legt zich niet op dat bedrag vast, maar wil hiermee de discussie openen. Sindsdien is dit bedrag gaan gelden als de norm. Nu 6 jaar later is (als gevolg van inflatie) het bedrag 100.000 euro geworden. De opbrengsten van een QALY zijn voor de ontvanger (degene die door de interventie langer gezond leeft), de kosten zijn veelal voor de gehele maatschappij.
12 Bij het bepalen van de baten van een hogere sportparticipatie is gebruik gemaakt van diverse bronnen. De verschillende onderzoeken gaan veelal uit van verschillende definities voor sporter of iemand ‘die voldoende beweegt’: Voldoende bewegen: Als definitie voor voldoende bewegen wordt de Nederlandse Norm Gezond Bewegen gehanteerd. Voor volwassenen is deze norm vastgesteld op minimaal een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste 5 dagen, maar bij voorkeur op alle dagen van de week. Het half uur mag eventueel verdeeld worden in een aantal kortere periodes. Sporter (NSO): Onder sporters wordt in dit onderzoek verstaan: iemand die in het afgelopen jaar minimaal 12x heeft gesport.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 15 -
DHV B.V.
de sportparticipatie in Overijssel tussen 2011 en 2016 stijgt van 67% tot 75% zijn er in 2016 in Overijssel 100.000 tot 200.000 verzuimdagen minder. Voor het bedrijfsleven vertegenwoordigt dit een waarde van tussen de 35 en 68 miljoen euro (voor een berekening zie bijlage 3). Een toename van de sportparticipatie leidt niet alleen tot economische baten door een afname van het ziekteverzuim, maar eveneens tot een verschuiving in bestedingen. Indien de sportparticipatie tussen 2011 en 2016 stijgt van 67% naar 75% neemt het aantal sporters van 15-80 jaar toe met 72.000 personen. Hierdoor stijgt het aantal leden van sportverenigingen en van commerciële sportclubs waardoor zij meer contributie ontvangen. Tegelijkertijd nemen ook de uitgaven aan sportkleding en sportartikelen toe, waardoor de sportdetailhandel de omzet ziet toenemen. Afhankelijk van de gehanteerde kengetallen voor de bestedingen aan sport bedragen de extra uitgaven door inwoners van Overijssel € 20 tot 30 miljoen per jaar (een rekenkundige onderbouwing bevindt zich in de bijlage 3). De netto baten voor Overijssel zijn echter kleiner dan dit bedrag. Het betreft namelijk deels een verschuiving van bestedingen. Geld dat eerst werd uitgegeven aan bijvoorbeeld een korte vakantie of de snackbar wordt nu besteed aan sportkleding. Winst voor de ene ondernemer is in dit geval verlies voor de andere ondernemer. Wel mag worden aangenomen dat er een verschuiving is van bestedingen van buiten de provincie naar binnen de provincie, omdat de bestedingen aan sport vrijwel voor 100% binnen de provincie worden gedaan. Het is in het kader van dit onderzoek niet mogelijk uitspraken te doen naar de mate van verschuivingen van bestedingen.
2.3.3 Samenvattend: de baten van toename sportdeelname Indien de sportparticipatie in Overijssel in 2016 zou zijn toegenomen tot 75% levert dit aanzienlijke baten op voor zowel de betreffende sporters als voor het Overijsselse bedrijfsleven. Voor de individuen die besluiten te gaan sporten ligt een langere gezonde levensduur in het verschiet. Per individu vertegenwoordigt ieder extra levensjaar (volgens gangbare rekensystematiek) een maatschappelijke waarde van ongeveer € 100.000. Op jaarbasis bedragen de baten in Overijssel maar liefst € 100 miljoen. Deze waarde is een vrij abstract getal doordat dit geld niet daadwerkelijk bij iemand terecht komt, maar een geldelijke vertaling is van levenskwaliteit. Voor de werkgevers van individuen die besluiten te gaan sporten liggen er minder verzuimdagen in het verschiet. Per sporter neemt het aantal verzuimdagen met 5 af. Op jaarbasis bedragen de baten van verminderd verzuim € 66 miljoen. Dit geld komt direct ten goede aan de (MKB) ondernemers. Voor sportclubs en sportwinkels zijn meer leden/klanten te verwachten. Per sporter nemen de bestedingen met 250 tot 450 euro toe. Op jaarbasis bedragen de baten voor de sportclubs en sportwinkels € 20-30 miljoen. Een deel van deze uitgaven betreft verschuivingen van bestedingen binnen de provincie. Maatschappelijke baten Waarde van de baten Langere levensduur Meer gezonde levensjaren € 100 miljoen Lager ziekteverzuim Minder verzuimdagen € 66 miljoen Extra bestedingen Meer bestedingen in Overijssel € 20-30 miljoen (te verminderen met verschuivingseffecten)
Sporter (S.G. van den Heuvel - verzuim): Onder sporters wordt in dit onderzoek verstaan: iemand die in het afgelopen jaar gedurende een periode van minimaal drie maanden minimaal 1x per week heeft gesport.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 16 -
DHV B.V.
2.4
Betekenis voor accommodaties Indien de sportdeelname toeneemt betekent dit in principe ook een toename van het aantal benodigde accommodaties. Daarnaast is ook een omgeving die uitnodigt tot bewegen en sporten van belang (sporten vindt ook in de openbare ruimte plaats). Een goede inschatting van de behoefte aan uitbreiding van accommodaties is afhankelijk van de bezettingsgraden van de huidige accommodaties, van de populariteit van een sport binnen bepaalde leeftijdscategorieën en van de leeftijdscategorie waarin de sportdeelname zal toenemen. Omdat gedetailleerde informatie hierover ontbreekt, is het alleen mogelijk om hierover enkele grove voorspellingen te doen. Overijssel bezit een gemiddeld aantal accommodaties per 10.000 inwoners, namelijk tussen de 6 en de 7. Daarmee bezet Overijssel binnen de Nederlandse provincies een middenpositie. Overzicht aantallen accommodaties in Overijssel
Sport
Aantal in Overijssel
Voetbal
225
Fitness
213
Tennis
127
Sporthallen
97
Zwemmen
78
Handbal
37
Squash
29
Hockey
28
Honkbal/softbal
26
korfbal
26
Bowlen
25
Atletiek
20
Beachvolleybal
19
Golf
16
Jeu de boules
10
Wielersport
10
Roeien
9
Klimsport
6
Motorsport
6
Rugby
5
Voetbalstadions
5
Cricket
4
Schaatsen
4
Skien
3
Totaal
1028
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 17 -
DHV B.V.
De sportdeelname in Nederland is (gebaseerd op een sportfrequentie van minstens één keer per maand) de afgelopen jaren gestegen van 61 procent in 2003 tot 65 procent in 2007. Ook wanneer een frequentiedrempel van minstens één keer per jaar wordt aangehouden vertoont de ontwikkeling van de sportparticipatie een stijgende lijn (een deelname van 71 procent in 2003 en 78 procent in 2007). Kennis over de deelname aan sport(takken) en de wijze waarop deze is verdeeld over bevolkingsgroepen (zoals jong en oud) geeft inzicht bij de eventuele verwezenlijking van een mogelijke nieuwe ambitie om de sportdeelname te verhogen, zoals opgenomen in het Olympisch Plan. Het is interessant om te verkennen op welke wijze de sportdeelname in Overijssel zich tot 2016 zal ontwikkelen. Tussen 2007 en 2016 zal de bevolking van Overijssel met circa 42.000 personen groeien van 1.116.000 naar 1.158.000 (+3,8%). De in het Olympisch Plan beoogde groei van de sportdeelname in dit tijdvak bedraagt 12 procent (van 67%-75%)[1]. Het feit dat de bevolking groeit en er gemikt wordt op een hoger aandeel sporters impliceert dat het absolute aantal sporters sterke zal toenemen dan de bevolkingsgroei. Wanneer zowel de bevolkingsgroei als de groei qua sportdeelname in ogenschouw wordt genomen zal het absolute aantal sporters in 2016 16 procent hoger liggen dan in 2007 (748.000 in 2007 versus 869.000 in 2016)13. De toekomstige deelname naar sporttak is evenwel lastiger de prognosticeren. Teneinde hier inzicht in te krijgen is een exercitie uitgevoerd die twee aspecten combineert. Dat betreft de bevolkingsprognose van het CBS voor Overijssel in 2016. Daarnaast zijn de deelnamecijfers per sporttak in Nederland in 2007 als uitgangspunt genomen. Nederlandse deelnamecijfers voor Overijssel toepassen is mogelijk omdat onderzoek van het Mulier Instituut voor de provincie Overijssel eerder uitwees uit dat de deelname naar sporttak in Overijssel nauwelijks afwijkt van die van Nederland. Er is vanuit gegaan dat de deelnamepercentages voor de sporttakken per leeftijdscategorie in 2016 niet zal afwijken van 2007. Hiervoor is gekozen omdat er weinig houvast is bij het doen van aannames ten aanzien van de ontwikkeling van determinanten van deelnamepercentages op sporttakniveau (zowel aan de vraag- en aanbodzijde). Het is bijvoorbeeld de vraag in welke mate aanbieders van sport in staat zijn optimaal te anticiperen om de vergrijzende bevolking en de groei van de silverage om te zetten in golden business. Verschillen in deelname zijn bij deze raming derhalve alleen het resultaat van de veranderende compositie van de Overijsselse bevolking. Gezien de gewenste groei van het niveau van sportdeelname is dit dan ook een conservatieve schatting. Het aandeel van de bevolking dat jonger is dan 20 jaar zal tussen 2007 en 2016 dalen van 26 procent naar 24 procent. Ook het aandeel 20-64 jarigen zal dalen met 2 procentpunten (60%-58%). De proportie 65-plussers zal daarentegen stijgen van 14 procent in 2007 naar 18 procent in 2016. De resultaten van de analyse zijn opgenomen in de tabel. op de volgende pagina.
13
(aantal inw 2016 * deelname in 2016) -/- (aantal inw 2007 * deelname in 2007) = (1.158.000 * 75%) -/- (1.116.000 * 67%) =(869.000) -/- (748.000) [869.000 is 16% hoger dan 748.000] Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 18 -
DHV B.V.
Mutatie deelname aan sporttakken (minstens 1 maal per jaar) in Overijssel 2007-2016, in absolute aantallen sporters x 1.000
sportdeelname
6-19 jr
20-64 jr
65-79 jr
Totaal
-3,2
0,2
33,8
30,8
15,7 11,3 11,3 5,6 5,6 3,8 3,1 1,9 1,3 1,3 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
15,2 11,2 9,3 5,3 5,0 3,4 2,6 1,8 0,9 0,5 0,4 0,3 0,3 0,2 0,1 0,1 0,0 -0,1 -0,1 -0,1 -0,2 -0,2 -0,3 -0,3 -0,4 -0,5 -0,7
toerfietsen\wielrennen -0,5 0,0 wandelsport, nordic walking -0,1 0,0 zwemmen -2,1 0,1 fitness\aerobics -0,4 0,1 gymnastiek\turnen -0,6 0,0 overige sporten -0,3 0,0 tennis -0,5 0,0 golf -0,1 0,0 zeilen\roeien,kanoen\surfen -0,4 0,0 hardlopen, joggen, trimmen -0,8 0,0 atletiek -0,2 0,0 volleybal -0,3 0,0 paardrijden -0,3 0,0 schaatsen -0,4 0,0 tafeltennis -0,5 0,0 badminton -0,6 0,0 skeeleren\skaten -0,6 0,0 squash -0,1 0,0 auto\motorsport -0,1 0,0 softbal\honkbal -0,1 0,0 handbal -0,2 0,0 korfbal -0,2 0,0 vecht- of verdedigingssport -0,3 0,0 hockey -0,3 0,0 basketbal -0,4 0,0 zaalvoetbal -0,5 0,0 veldvoetbal -1,4 0,0 Interpratatiehulp: Groene pijl (wijst naar boven): groei van 2.000 sporters of meer Oranje pijl (wijst naar rechts): groei van 0 tot 2.000 sporters Rode pijl (wijst naar beneden): krimp van sporters
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 19 -
DHV B.V.
De analyse leert het volgende: • De groei van de deelname is met name te vinden bij de sporttakken toerfietsen\wielrennen (+15.200), wandelsport (+11.200) en zwemmen (+9.300). Daarnaast neemt de populariteit van de volgende sporten toe: nordicwalking, zwemmen, fitness\aerobics, gymnastiek\turnen en tennis. • Een stabilisatie van de deelname is er bij golf, zeilen\roeien, kanoën\surfen, hardlopen, joggen, trimmen, atletiek, volleybal, paardrijden, schaatsen, tafeltennis, badminton en skeeleren\skaten. • De deelname aan vooral veldvoetbal (-700), zaalvoetbal (-500) en basketbal (-400) neemt af. Dat geldt in mindere mate voor squash auto\motorsport, softbal\honkbal, handbal, korfbal, vecht- of verdedigingssport en hockey.
Sport Toerfietsen/wielrennen
‘Accommodaties’ Voldoende veilige aantrekkelijke routes
Wandelsport/Nordic Walking
Voldoende veilige aantrekkelijke routes
Zwemmen
Voldoende zwemcapaciteit
en
en
Potentiële Baten Omzet en arbeidsplaatsen bij horeca, evenementen en verblijfsaccommodaties. Potentiële omzet tientallen miljoenen euro’s (zie voor toelichting par. 2.5) Omzet en arbeidsplaatsen bij horeca, evenementen en verblijfsaccommodaties Potentiële omzet ongeveer tien miljoen euro (zie voor toelichting par. 2.5) Arbeidsplaatsen in bouw en beheer van zwemaccommodaties (omzet niet berekend)
Zonder een uitgebreide analyse te hebben gedaan kan de voorzichtige conclusie worden getrokken dat een toename van het bewegen en sporten onder de Overijsselse bevolking vooral zal leiden tot een forse toename van het aantal fietsers, wandelaars en zwemmers. Dit biedt kansen voor economie en arbeidsmarkt indien hier goed vanuit de markt op wordt ingesprongen met horeca, arrangementen, verblijf en sportieve evenementen voor het brede publiek. Hierop gaan wij in de volgende paragraaf nader in.
2.5
Mogelijke impuls aan de sector toerisme en recreatie, in relatie tot de MITO. Op welke wijze draagt het Olympisch Plan bij aan de versterking van de sector toerisme en recreatie in Overijssel? Van drie van de ambities uit het Olympisch Plan zijn mogelijk positieve effecten te verwachten voor de sector toerisme en recreatie, te weten: • Verhoging van de sportdeelname • Uitbreiding van het aantal evenementen • Vergroten media aandacht Verhoging van de sportdeelname Indien het aantal sporters in de provincie Overijssel tussen 2011 en 2016 groeit van 67% tot 75% zullen de sportgerelateerde uitgaven eveneens flink toenemen. In de vorige paragraaf hebben wij beargumenteerd dat de groei van de sportdeelname zich vooral zal voltrekken op de terreinen fietsen/wielrennen, wandelen/nordic walking en zwemmen. Vooral de potentiële toename van het aantal routegebonden sporters biedt potentiële voordelen voor de toerisme en recreatiesector. Een rekenvoorbeeld vanuit de sector toerfietsen levert het volgende plaatje op: Relatief veel toerfietsers combineren een lange (trainings)rit met horecabezoek. 11% van alle Nederlandse sporters doet o.a aan toerfietsen (RSO 2008). Als de groei bij deze sport gelijk is met de groei van het totale aantal sporters zouden er in Overijssel 9.000 toerfietsers bij kunnen komen. Rekenen we daar de verwachte bevolkingsgroei nog bij dan is dit zelfs 10.000 extra toerfietsers. Per fietstocht (>2 uur) gaf de gemiddelde toerfietser enkele jaren geleden
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 20 -
DHV B.V.
€4,91 uit aan consumptiekosten (Statline, onderzoek dagrecreatie 2006/2007). Als de 10.000 nieuwe toerfietsers gemiddeld 2 keer per maand een fietstocht maken van meer dan 2 uur levert het de horeca in Overijssel op jaarbasis ongeveer € 1.100.000 op. Dit betreft echter wel herverdelingseffecten, de extra bestedingen aan de horeca zullen deels ten koste gaan van andere bestedingen in Overijssel. Dergelijke berekeningen zijn ook toe te passen op het wandelen/nordic walking. De mogelijke bestedingseffecten in de Overijsselse horeca als gevolg van een toename van routegebonden vormen van bewegen en sport lopen dus op tot enkele miljoenen per jaar, alleen al vanuit de Overijsselse bevolking. Interessanter wordt het als de sector erin slaagt om meer toerfietsers en wandelaars van buiten de provincie Overijssel aan te trekken. Ook in de rest van Nederland speelt, als gevolg van dezelfde factoren als in Overijssel, de verwachte toename van deze routegebonden vormen van sporten en bewegen. Als de beoefenaars kunnen worden aangetrokken, bijvoorbeeld door een goed aanbod en aantrekkelijke arrangementen dan kunnen de effecten aanzienlijk zijn. De bestedingseffecten per bezoeker zullen hoger zijn omdat de wandelaar/fietser van buiten de provincie er al snel een dagje uit van maakt en dus meer zal besteden in de horeca. Hierbij gelden bedragen van rond de 30 euro per persoon per dagbezoek (NRIT). De Overijssels sector recreatie en toerisme profiteert dus waarschijnlijk minstens evenveel van een toename van sport en bewegen door niet-Overijsselaars, mede omdat er dan geen sprake is van herverdelingseffecten. Stel: Overijssel slaagt erin 1/3 van de nieuwe groep fietsers/wandelaars 1 weekeinde per jaar aan te trekken. In Nederland neemt tussen 2012 en 2016 het aantal sport- en toerfietsers en (Nordic) walkers toe met respectievelijk 372.000 en 273.000. Dit is samen 645.000.fietsers en wandelaars. 7% Van hen woont in Overijssel; blijven over in de rest van Nederland 600.000 extra fietsers en wandelaars. Aanname: Overijssel slaagt erin één derde van deze extra sportfietsers uit de rest van Nederland gemiddeld één keer per jaar een weekeinde te laten fietsen in Overijssel Zij spenderen, uitgaand van een voorzichtige schatting € 150 per persoon in verblijf en overnachting. Dan zijn de extra bestedingen per jaar in 2016: 600.000 x .33 x €150,- = € 30 miljoen. Hierbij is nog géén rekening gehouden met effecten vanuit Duitsland. Effecten vanuit Overijssel op de verblijfsrecreatie zullen vermoedelijk beperkt zijn. Als Overijsselaars meer gaan zullen zij niet snel kiezen voor een (sport)hotel of recreatiepark in Overijssel. De verblijfsrecreatie zal dus vooral belang hebben aan een hogere sportparticipatie in andere delen van Nederland. Er liggen waarschijnlijk goede mogelijkheden voor de verblijfsrecreatiesector om op de groeiende doelgroep van actieve sporters en bewegers in te spelen. Bijvoorbeeld met speciale arrangementen (inclusief sportmasseur?) het organiseren van speciale weekeinden, apps voor routegebonden sporten, et cetera. Als de provincie erin slaagt, mede dankzij de inspanningen van de MITO, om de provincie Overijssel te profileren als dé wandel- fiets- en paardenprovincie van Nederland, mogen meer effecten worden verwacht. Dit betekent wel dat de MITO hierop moet worden afgestemd. Meerdaags verblijf genereert veel hogere bestedingen dan dagtoerisme, doordat men uit eten gaat, de avond doorbrengt en een accommodatie boekt. De gemiddelde bestedingen per verblijfstoerist zijn al snel 75 euro per dag. (overnachting, avondeten, consumpties, vervoer, souvenirs)
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 21 -
DHV B.V.
Uitbreiding van het aantal sportevenementen De 30 grote sportevenementen in Overijssel trokken in 2011 640.000 bezoekers. Uitbreiding van het aanbod levert in principe extra bezoekers op. Vooral (internationale) meerdaagse (sport)evenementen zal leiden tot extra bezetting in de verblijfshoreca doordat sporters, officials en bezoekers voor het evenement komen overnachten. Met name bezoekers en deelnemers die van buiten de provincie Overijssel komen zijn van toegevoegde waarde voor de (economische) betekenis van een sportevenement omdat hun bestedingen grotendeels als additioneel aangemerkt kunnen worden (in tegenstelling tot bestedingen van Overijsselaars). Nieuwe evenementen die de koppeling leggen tussen een groot publiek, massaal sporten/bewegen en een sterke uitstraling slaan drie vliegen in een klap (zie ook paragraaf 2.2). De vierdaagse van Nijmegen is hiervan het sterkste voorbeeld: nummer één in de publieksevenementenmonitor van Nederland, combinatie van publieksevenement met topsport en breedtesport. In Overijssel is de Marathon Enschede het sterkste voorbeeld van deze combinatie. Ook de succesvolle Leontien’s Ladies Ride die in juni 2012 met een editie in Raalte van start ging is een bevestiging van het feit dat sterke breedtesportevenementen goed kunnen scoren op economie en bevordering van bewegen. Vergroten media-aandacht Eén van de doelstellingen uit het Olympisch plan is om meer media aandacht te creëren voor sport. Hieruit kunnen mogelijk positieve effecten optreden voor de Overijsselse recreatie en toerisme sector. Zendtijd rondom routegebonden evenementen kunnen bij een breed publiek beelden tonen van de attractiviteit van Overijssel. Hiermee komt Overijssel nadrukkelijk in beeld als potentiële locatie voor binnenlandse toeristen. Aansluiting op de MITO De MarketingImpuls Toerisme Overijssel (MITO) is het richtsnoer voor de toeristische marketingactiviteiten van de provincie voor de komende jaren. De naamsbekendheid van de toeristische destinaties in Overijssel is nog steeds te beperkt en de MITO moet hier verandering in brengen, mede dankzij extra marketingbudgetten, waardoor het aantal bezoekers en bestedingen in Overijssel omhoog moet. De ambitie van het gezamenlijke marketingplan is: om de aankomende jaren vanuit de vrijetijdssector een substantiële bijdrage te leveren aan de regionale economie van Overijssel en deze naar de toekomst toe verder te verdiepen en te vergroten. De MITO richt zich op twee samenhangende sporen, te weten regiomarketing en doelgroepcampagnes en de daarmee gekoppelde profilering van regio- en themamerk(en). Er wordt onderscheid gemaakt naar 5 regio’s: Salland: “Natuurlijk gastvrij”. Twente: “Landgoed van Nederland”. (aanknopingspunt Paardensport) Vechtdal Overijssel: “Alle tijd” WaterReijk Weerribben Wieden: “Ontspannen in het grootste wetland van Europa”. IJsseldelta: “Water; vriend en vijand”. De doelgroepencampagnes richten zich in eerste instantie op 4 doelgroepen: de “50Plus”-er. watersport én –recreatie, “Gezellige gezinnen”, ‘Koppels 35 Plus’.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 22 -
DHV B.V.
De ambities, thema’s en doelgroepen van de MITO haken op dit moment nog slechts beperkt aan op de ambities uit het Olympisch Plan en zijn evenmin direct gefocused op (routegebonden) sport en bewegen. De RBT’s programeren voor de 2e helft van 2012 een nadere uitwerking hierop binnen het kader van de MITO. De provincie bouwt in samenwerking met beide Regionale Bureaus voor Toerisme aan een marketingstrategie tbv “Wandel- en fietsprovincie van Nederland. Mogelijkheden om vanuit het OP2028 aan te sluiten bij de MITO In de naamgeving van nieuwe evenementen kan er voor gekozen worden om bewust aan te sluiten bij de regionamen die in de MITO onderscheiden worden. Hiermee kan de naamsbekendheid van de regio’s aanzienlijk vergroot worden. Wanneer de ambitie uit het Olympisch Plan rondom media aandacht gerealiseerd wordt zou met name bij routegebonden evenementen (wieler- en hardloopwedstrijden) naast de naamsbekendheid ook de beeldvorming van de regio’s versterkt kunnen worden. De in de MITO benoemde doelgroepen biedt eveneens verschillende aanknopingspunten. De benoemde doelgroepen zijn allemaal doelgroepen waarin recreatieve sporten relatief populair zijn. Er liggen hiermee mogelijkheden om door middel van routegebonden sporten (watersport, fietsen en wandelen) een brug te slaan tussen de doelgroepen uit het MITO en de ambities voor een hogere sportparticipatie uit het Olympisch Plan. Mogelijkheden om vanuit de MITO aan te sluiten bij het OP2028 De MITO zou zich bij het vermarkten van de provincie meer kunnen richten op belangstellenden, maar vooral ook deelnemers van sportieve recreatie en breedtesport. Temeer omdat de komende jaren een sterke groei kan worden verwacht in routegebonden sporten als fietsen/wielrennen en wandelen/nordic walking. Recreatief fietsen wordt nu nog weinig geassocieerd met sport, maar vooral met recreatie: (lunchpakket en picnicklaken in de fietstas) en te weinig met sportkleding, prestaties en trainen. Wellicht kan zonder al teveel inspanning een nieuwe doelgroep worden aangesproken. Verder onderzoek naar de mogelijkheden om sport en toerisme met elkaar te verbinden is op zijn plaats. Beide RBT’s nemen hierbij het initiatief. Sturing gewenst Er zijn dus duidelijke dwarsverbanden tussen de MITO en het Olympisch Plan. Om deze dwarsverbanden tot stand te brengen is het echter wel noodzakelijk dat hier bewust op gestuurd wordt. Organisatoren van nieuwe evenementen zullen vermoedelijk niet zelf het initiatief nemen om de regionamen aan hun evenement te verbinden. Hierin zullen zij gestimuleerd moeten worden. Ook hier ligt het initiatief bij de RBT’s.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 23 -
DHV B.V.
3 3.1
UITWERKING RUIMTELIJKE AMBITIE (VRAAG 4) Extra ruimtelijke eisen als gevolg van mogelijke Olympische Spelen Het Olympisch Plan stelt weinig extra ruimtelijke eisen aan Overijssel. Het organiseren van WK’s, EK’s en internationale toernooien zal over het algemeen kunnen plaatsvinden zonder uitbreidingen in de weg- en rail-infrastructuur van Overijssel. Ook is er geen aanleiding voor permanente uitbreidingen in verblijfsaccommodaties. Alléén in het geval van Olympische Spelen (de stip aan de horizon voor het Olympisch Plan) worden er eisen aan de ruimtelijke ordening en ruimtelijke investeringen van Overijssel gesteld. Nederland beslist pas in 2016 of er een kandidaatstelling zal plaatsvinden. Tegelijkertijd heeft de Rijksoverheid wel laten onderzoeken wat de ruimtelijke en financiële implicaties zijn van een mogelijke organisatie van de OS2028. Daarom een korte vooruitblik op de mogelijke Spelen met daarbij de vraag of Overijssel nu al kan inspelen op het feit dat Nederland zich bezint op Spelen. De Olympische Spelen zijn te groot voor één stad. Indien Nederland de Spelen van 2028 krijgt, zal heel Nederland meedoen. Verspreid over Nederland zullen wedstrijdlocaties te vinden zijn. Alle topsportaccommodaties van Nederland zullen waarschijnlijk gebruikt worden als trainingsaccommodatie tijdens of voor de Spelen. De Nederlandse hospitalitysector zal alle registers kunnen opentrekken. Er zal in een straal van 200 kilometer rondom de hoofdlocatie van de Spelen extra of zelfs volledig gebruik worden gemaakt van de overnachtingsmogelijkheden. Het zwaartepunt van de Spelen zal vermoedelijk op een locatie in de Randstad komen te liggen, maar ook voor Overijssel zullen er ruimtelijke implicaties zijn. De spin off van eventuele Olympische Spelen voor Overijssel bestaat uit: 1. Verblijf van bezoekers 2. Trainingsactiviteiten van landenteams ter voorbereiding op de Spelen 3. Verkeer en vervoer van en naar de Olympische Venues in de Randstad 4. Mogelijke onderdelen van de Olympische Spelen (paardensport, wielersport) Behalve voor de sportaccommodaties en de hospitalitysector zullen er ook implicaties zijn voor de vervoersstromen. De Spelen zullen grote hoeveelheden bezoekers trekken uit Duitsland. Voor veel Duitse bezoekers zullen de A1 en de spoorverbinding tussen Enschede en de Randstad belangrijke reisroutes naar de Spelen zijn.
3.1.1 Mogelijke accommodaties in Overijssel Mocht Overijssel ambitie hebben om bepaalde onderdelen van de Spelen naar zich toe te willen trekken, dan is het zaak om in de aanloop te laten zien dat de provincie hiervoor geschikt is. Dat kan door middel van investeren in accommodaties, het aantrekken van evenementen en het creëren van een topsportklimaat. In de studie naar de Olympische hoofdstructuur zijn mogelijke locaties bekeken voor de verschillende sporten. Hierbij is uitgegaan van bestaande accommodaties en bestaande plannen voor nieuwe accommodaties. In deze studie komt Overijssel voor vier sporten in aanmerking. BMX in Kampen, Triathlon in Holten, Voetbal (voorronden) in Enschede en Hippische sport in Twente. Voor BMX en Hippische sport heeft Overijssel hierbij echter wel concurrentie van andere locaties. De mogelijke alternatieve locatie voor BMX is de bestaande supercrossbaan op Papendal. Voor de hippische sport zijn er vijf mogelijke locaties benoemd, naast Twente zijn dit Dorhout Mees Flevoland, Rosmalen, Ermelo en Kralingen. In de studie naar de Olympische hoofdstructuur zijn er voor drie sporten nog geen mogelijke
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 24 -
DHV B.V.
locatie benoemd (Mountainbiking, Pentatlon en Boogschieten). Met nieuw te ontwikkelen/aan te passen accommodaties zouden er ook op deze sporten nog mogelijkheden liggen voor Overijssel. In de sportlandkaart (NOC*NSF, 2011) is voor alle sporten de gewenste capaciteit van de verschillende accommodaties bepaald. In veel gevallen voldoen de bestaande accommodaties nog niet aan de gewenste capaciteit. Dit geldt ook voor de potentiële accommodaties in Overijssel. Eventuele accommodaties in Overijssel voor denkbare Olympische Spelen-onderdelen Accommodatie Locatie Gewenste Capaciteit Huidige capaciteit BMX track Kampen 7.500 Niet Bekend Triathlon centrum Holten 6.000 NB Hippisch Complex Twente 16.000 Military Boekelo 60.000 bezoekers op zaterdag
Voetbal (voorronde)
Enschede
50.000
CSI Twente, Geesteren Totaal 50.000 bezoekers 30.000
Om voor alle vier de sporten te kunnen voldoen aan de gewenste capaciteit zullen de accommodaties aangepast moeten worden. De BMX-baan in Kampen is geen supercross baan, terwijl de Olympische wedstrijd wel verreden wordt op dit type baan. De baan in Kampen zal dus aangepast moeten worden, hierbij zou ook de toeschouwerscapaciteit van de accommodatie uitgebreid moeten worden. Dit geldt overigens ook voor de concurrerende locaties elders in Nederland. Jaarlijks wordt in Holten een grote internationale triathlon georganiseerd. De triathlon wordt op verschillende locaties afgewerkt. Om aan de gewenste bezoekerscapaciteit te kunnen voldoen kunnen op verschillende locaties tijdelijke tribunes geplaatst worden. Twente beschikt over verschillende locaties waar grote hippische evenementen worden georganiseerd. De twee grootste zijn de military in Boekelo en het CSI Twente in Geesteren. Beide evenementen trekken nu al meer bezoekers dan de gewenste capaciteit die vanuit de Spelen worden gesteld. Aanpassing vanuit het oogpunt van bezoekerscapaciteit is dan ook niet noodzakelijk. In de Sportlandkaart wordt voor de voetbalstadions (voorronden) een capaciteit van 50.000 plaatsen aangehouden. Het IOC hanteert als eis voorde voorronden een capaciteit van 20.000 plaatsen. De Grolsch Veste heeft op dit moment een capaciteit van 30.000 plaatsen. De capaciteit van de Grolsch Veste is voldoende voor de eis van het IOC, maar blijft achter bij de gewenste capaciteit volgens het Olympisch Plan/Sportlandkaart. Concluderend: Met het oog op mogelijke Olympische Spelen in Nederland zou Overijssel ambitie kunnen tonen voor de onderdelen BMX, Triatlon, Paardensport en Voetbal. Het is nog erg vroeg om nu al te beginnen met voorbereidingen voor de Spelen bij het plannen van accommodaties. Wil de provincie te zijner tijd kans maken dan is het zeker niet te vroeg om ambitie te tonen op het gebied van één of meerdere van deze sporten en te werken aan de ontwikkeling ervan. Tegen de tijd dat het bid eventueel wordt uitgebracht (2018) kan de provincie dan laten zien op het niveau te zijn die een organisatie van het betreffende onderdeel rechtvaardigt.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 25 -
DHV B.V.
3.1.2 Capaciteit aan verblijfsaccommodaties Overijssel ligt te ver weg (>50 km) van de hoofdlocaties (zwemcomplex, atletiekstadion, grote zaalsporten) om in aanmerking te komen voor de accommodatievraag van de professionele bezoekers. Binnen 50 km van Amsterdam zijn er 58.000 kamers, binnen 50 km van Rotterdam zijn dit er 44.000. Hiermee kan de vraag naar kamers voor de professionele bezoekers ingevuld worden, maar kan de vraag van toeristische bezoekers niet ingevuld worden. De toeristische bezoekers zullen deels (moeten) uitwijken naar gebieden buiten de Randstad. Omdat er genoeg capaciteit in Nederland aanwezig is is er voor Overijssel geen noodzaak om de capaciteit uit te breiden, maar zullen de bestaande bedrijven wel volop profiteren van een tijdelijke (zeer) hoge bezetting.
3.1.3 Infrastructurele capaciteit Om de Olympische Spelen te organiseren en alle bezoekers, sporters en officials te kunnen vervoeren, moet bereikbaarheid van de accommodaties gegarandeerd zijn. Bereikbaarheid speelt in verschillende IOC-richtlijnen een rol. Ervaringscijfers geven aan dat bijna 90% van de bezoekers tijdens de Olympische Spelen reist met het openbaar vervoer. Indien de Olympische Spelen doorgang vinden is de kwaliteit van de infrastructuur in Overijssel op meerdere manieren van belang. Enerzijds is de bereikbaarheid van in Overijssel gelegen accommodaties van belang, anderzijds is de doorvoerfunctie tussen Duitsland en accommodaties in de Randstad van belang. Onderstaand is per accommodatie gekeken of er knelpunten te verwachten zijn en of deze samenvallen met elementen uit de dynamische beleidsagenda mobiliteit van de provincie Overijssel. Bereikbaarheid accommodaties Mochten er in Overijssel Olympische onderdelen plaatsvinden dan zal dit naar verwachting niet leiden tot knelpunten op de hoofdinfrastructuur. Wel zal er gekeken moeten worden naar de lokale bereikbaarheid, dus direct rondom de accommodaties. Voetbal De Grolsch Veste verwerkt momenteel regelmatig 30.000 bezoekers. Indien de capaciteit van het stadion niet wordt uitgebreid zijn er ten opzichte van de huidige situatie geen extra problemen te verwachten. Bij uitbreiding van de capaciteit naar 50.000 bezoekers is onbekend of de huidige bereikbaarheid voldoende is. In de dynamische beleidsagenda mobiliteit zijn geen projecten opgenomen die zich rechtstreeks richten op de bereikbaarheid van de Grolsch Veste. De paardensportterreinen verwerken bij de huidige evenementen al bezoekersaantallen die overeen komen met de te verwachten aantallen bij de Olympische Spelen. Bij de Olympische Spelen zal gezien het grote aantal buitenlandse bezoekers het aandeel OV bezoekers afwijken van het aandeel bij de huidige evenementen. Tijdelijke intensivering van de OV verbindingen tussen de IC stations (Hengelo en Almelo) en de terreinen zal noodzakelijk zijn. De BMX baan in Kampen is momenteel niet ingericht op het verwerken van grote aantallen bezoekers. Om 7.500 bezoekers te kunnen vervoeren zal de OV en de parkeercapaciteit uitgebreid moeten worden. Voor de parkeercapaciteit zijn vermoedelijk tijdelijke oplossingen te vinden elders op het bedrijventerrein. Tijdelijke intensivering van de OV verbinding tussen station Kampen/Zwolle en het terrein zal noodzakelijk zijn. In de dynamische beleidsagenda mobiliteit zijn drie projecten opgenomen die grote gevolgen hebben op de bereikbaarheid van Kampen. Er wordt gestreefd naar verhoging van de frequentie van de treinen tussen Zwolle en Kampen, naar de aanleg van de Hanzelijn en naar de opwaardering van de N50 tot 2x2 rijstroken. Mits er eveneens gezorgd wordt voor voldoende natransport zullen beide spoorprojecten de
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 26 -
DHV B.V.
bereikbaarheid van de BMX baan aanzienlijk vergroten. Gegeven de statistiek dat 90% van de bezoekers met het OV komt en de BMX baan een capaciteit heeft van 7.500 toeschouwers is er voor extra investeringen in de autobereikbaarheid geen noodzaak. Ten behoeve van de organisatie van de triathlon beschikt Holten over het voordeel dat er een NS station aanwezig is. De treinfrequentie naar Holten (2 sprinters per uur in beide richtingen) is echter niet berekend op de passagierstroom die de Olympisch Spelen zal generen. Tijdelijke aanpassing van de dienstregeling en mogelijk van de perronlengte is vermoedelijk noodzakelijk. Bereikbaarheid Hoofdlocatie Randstad Overijssel is een belangrijke aanrijroute voor bezoekers uit Duitsland die de belangrijkste speellocaties in de Randstad bezoeken. Gedurende de Olympische Spelen zal dit de druk op A1 en de spoorlijn Berlijn – Amsterdam hierdoor toenemen. Bij eventuele kandidaatstelling van Nederland voor de Olympische Spelen is de bereikbaarheid een belangrijk onderwerp. Voor de bereikbaarheid van de Randstad voor bezoekers uit Duitsland is het wenselijk dat de frequentie van de treinverbinding Amsterdam – Berlijn verhoogd wordt en dat er voldoende capaciteit is op A1. Mocht de politieke interesse op landelijk niveau toenemen dan zou Overijssel een extra argument kunnen hebben voor twee projecten uit het Dynamisch Beleidsplan. Treinverbinding Amsterdam – Berlijn: • Verhogen frequentie grensoverschrijdende treinen • Huidige regionale treindiensten met elkaar verbinden • Verhogen snelheid grensoverschrijdende treinen • Inzetten van interoperabele locomotieven waardoor de wachttijd bij de grens verdwijnt A1 Apeldoorn – Hengelo • Structurele capaciteitsmaatregelen voor het wegvak van de A1 tussen Apeldoorn – Deventer. • Verbreding naar 2x3 rijstroken vanaf Deventer tot aan de Duitse grens.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 27 -
DHV B.V.
4
SPORTGERELATEERDE BEDRIJVEN IN OVERIJSSEL (VRAAG 5) 4.1 Omvang van de sportindustrie in Overijssel Wat is de betekenis van Overijsselse bedrijven die producten vervaardigen voor sporters en sportaccommodaties? In de bestaande databases met betrekking tot de werkgelegenheid en de productie van bedrijven is er geen duidelijke afbakening van sportgerelateerde bedrijven. Het is daardoor niet mogelijk om aan de hand van databases een inschatting te maken van de omzet. Om toch een indicatie te kunnen geven van het belang hebben we aan de hand van een aantal interviews en gegevens van de KvK gekeken naar de werkgelegenheid bij Overijsselse bedrijven die sportproducten produceren. Aan de hand van interviews zijn er een aantal Overijsselse bedrijven te onderscheiden waarbij de productie van sportproducten één van de kernactiviteiten is. Overzicht van Overijsselse bedrijven gericht op de productie van sportartikelen Bedrijf
Plaats
branche
Werknemers
Ten Cate
Almelo Nijverdal
Hoofdkantoor Technisch textiel/ Kunstgrasvezels
35 900
Werknemers in sportproducten 10 250
Edel grass (TC) Greenfields (TC) Condor Carpets Poly-ned Descol Deventrade Totaal
Genemuiden Genemuiden Hasselt Steenwijk Deventer Deventer
Kunstgrasvelden Kunstgrasvelden Kunstgrasvelden Luchthallen Sportvloeren Distributie sportkleding
50 25 (kvk) 140 (kvk) 20 (kvk) 90 30 (kvk) ~1.300
50 25 30 (schatting) 5 (schatting) 80 30 ~500
Bron: Werknemers aantallen zijn gebaseerd op de opgave door bedrijven zelf en op informatie uit het vestigingenregister van de Kvk. Internationale afzetmarkt De onderscheiden Overijsselse bedrijven hebben gezamenlijk ongeveer 1.300 medewerkers, waarvan ongeveer 500 actief zijn in de productie/ontwikkeling van sportproducten. De productie van sportartikelen is een relatief kleine industrie in Overijsselse. Het sportcluster is echter groter dan alleen deze bedrijven. Naast de in de bovenstaande tabel benoemde bedrijven zijn er diverse bedrijven die als leverancier van technologische oplossingen of als dienstverlener betrokken zijn bij de ontwikkeling van sportproducten. De Overijsselse sportindustrie is qua afzetmarkt internationaal georiënteerd. De geïnterviewde bedrijven zijn allen voor 60-80% van hun omzet afhankelijk van afzet in het buitenland.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 28 -
DHV B.V.
4.2 De markt van sportgerelateerde producten en de kansen voor Overijssel 4.2.1 Groei van de sportindustrie De sportindustrie in Overijssel is met name sterk in het ontwikkelen en produceren van kunstgras. Binnen Nederland zijn er diverse producenten van kunstgras en dit aantal groeit nog steeds. Kunstgras is een groeimarkt. Bij steeds meer sportaccommodaties wordt gebruik gemaakt van kunstgras, de verwachting van de KNVB (2007) is dat het aantal kunstgrasvelden de komende jaren nog aanzienlijk zal toenemen. Ook bij de door ons geïnterviewde producenten (Edel Grass en Ten Cate) is men positief over de ontwikkeling van de kunstgrasmarkt. Bij Ten Cate is de doelstelling op de komende 5 jaar de omzet te verdubbelen en in 10 jaar de omzet te verviervoudigen. Indien Ten Cate erin slaagt om deze doelen te realiseren zal ook de werkgelegenheid aanzienlijk toenemen. Aangezien Ten Cate op dit moment verantwoordelijk is voor ongeveer de helft van de werkgelegenheid in de productie van sportproducten zal hiermee de gehele sector fors in omvang toenemen. Voor de ontwikkeling van sportvloeren (Descol) is het vooruitzicht momenteel minder gunstig. De voornaamste opdrachtgever van Descol zijn overheden. Gezien de bezuinigen bij de overheden verwachten zij de komende jaren dan ook een afname van de omzet in de ontwikkeling van sportvloeren. De sportindustrie in Overijssel heeft de eigenschappen van een technologiecluster en sluit hiermee goed aan op het concept van Twente als “Materials Valley”. Er is nauwe samenwerking tussen Ten Cate en andere technologiebedrijven in Twente (bijvoorbeeld Pentair X-flow en Wavin) en ook bij Descol en Edel Grass wordt er in regionaal verband nauw samengewerkt. Versterking van de sportindustrie zou daarmee ook positieve effecten hebben op andere delen van de Overijsselse economie.
4.2.2 De sportindustrie en het Olympisch Plan Het Olympisch Plan wordt door de bedrijven gezien als een kans om de Overijsselse sportindustrie verder te versterken. Een hogere sportparticipatie en meer aandacht voor sport zijn voor de bedrijven wenselijke ontwikkelingen. Gezien de core business van de verschillende bedrijven is het niet verwonderlijk dat men vooral kansen ziet in de versterking van het accommodatieaanbod. Er is bij de verschillende bedrijven behoefte aan de mogelijkheid om pilotprojecten tot uitvoer te brengen waarin de bedrijven hun kennis en innovatieve ideeën kunnen etaleren. De voorkeur gaat hierbij uit naar projecten waarbij kennis van verschillende bedrijven gecombineerd wordt en Overijssel haar kracht als cluster kan laten zien. Dit gebeurt nu ook al, bijvoorbeeld in het nieuwe stadion van Heracles, waarin bedrijven nieuwe toepassingen uitproberen. Bovendien kunnen zij hun (internationale) klanten meenemen naar de accommodaties om te zien hoe de nieuwe producten in de praktijk werken. Voor de bedrijven is het van belang dat het Olympisch Plan snel doorvertaald wordt naar concrete projecten. Het is in de ogen van de bedrijven wenselijk dat de politiek de durf heeft om keuzes te maken en locaties en activiteiten aan te wijzen zodat bedrijven zich hieraan kunnen committeren. Op het gebied van mogelijke extra sponsoring of andere wijze van bijdragen aan het Olympisch Plan zijn de bedrijven terughoudend. Ten Cate heeft een actief sponsoringbeleid waarmee zowel de breedtesport als de topsport ondersteund worden. Descol is lid van het Olympisch netwerk en stelt via die weg kaar kennis en tijd beschikbaar. Voor activiteiten die verder af staan van de core-business is weinig interesse.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 29 -
DHV B.V.
4.3 Uitwerking sport en innovatie (vraag 6) Innovatie verbindt onderzoek, ondernemerschap en onderwijs. Volgens het lectoraat Innovatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kan het Olympisch Plan 2028 gezien worden als een goed momentum om als een van de eerste landen ter wereld een innovatiesysteem te ontwikkelen rond de sport waarin private en publieke partijen gezamenlijk optrekken. Daarvoor is aandacht voor vier bouwstenen nodig, namelijk • meer kennisuitwisseling, • ondernemerschap creëren rondom sportgerelateerde innovaties, • sportonderzoek intensiveren en te clusteren • het onderwijsniveau op dit terrein verhogen De kruisbestuiving tussen sport en innovatie in Overijssel InnoSportNL wil bijdragen aan het realiseren van de Olympische ambities door het opstellen van een Nationale Sportinnovatie Agenda (NSIA). NOC*NSF, kennisinstellingen en bedrijfsleven worden bij dit proces betrokken. Deze agenda richt zich op het optimaliseren van menselijke prestaties. Sporttakspecifieke innovaties worden hierin vermeld. 14
In mei 2012 vond een gesprek plaats met Bas Denters over de vraag hoe de ambities van het Olympisch Plan en ander beleid op het gebied van sport de innovatieve bedrijfstakken en andere vormen van innovatie kunnen versterken. In de ogen van Denters kent de provincie twee15 sterke lijnen waarin de provincie voorop loopt waar het innovatie betreft en waarin sport mogelijk een rol kan vervullen. Eerste lijn: hardware: nanotechnologie, ICT en duurzaamheid De eerste lijn is de ‘hardware’ lijn van nanotechnologie (Mesa+nanolab), nieuwe materialen, ICT, duurzame energie en duurzaam bouwen. De Universiteit Twente geldt als brandpunt voor die ontwikkelingen. Maar ook Saxion (Academie Ruimtelijke Ordening & Bouw voor de Bebouwde Omgeving) en Windesheim zijn hier nauw bij betrokken. Beide instellingen werken onder andere samen in het Centre of Expertise voor High Tech Systemen en Materialen16 (Echo). Daarachter functioneert het Innovatieplatform IPT 2.0 als aanjager. In het SER-Overijssel advies van 30 augustus 2010 heeft dit thema centraal gestaan. Daar kwam ook aan de orde dat investeringen in kennis en innovatie goed zijn voor een substantieel deel17 van de economische groei van de afgelopen jaren. Innovatie als de ‘motor van de kenniseconomie’. Zwembaden en andere energie-intensieve sportaccommodaties kunnen veel baat hebben van de ‘green energy initiatives’ zoals die binnen dit domein succesvol worden ontwikkeld. Tot dit ‘harde cluster’ kunnen verder worden gerekend wat er bij diverse bedrijven in de provincie gebeurt zoals o.a. Ten Cate (zie par. 4.1), maar ook het werk van prof. Bart Koopman en het Roessingh Research Center in Enschede op het terrein van de ‘biomechanical engineering’ (bewegingsstudies). Of dat van Maarten IJzerman op het vlak van de (neuro)revalidatie – van groot belang voor de gehandicaptensport.
14
Bas Denters is hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Voor één dag per week is hij wetenschappelijk directeur van het Kennis Instituut Stedelijke Samenleving (KISS). In dat instituut participeren onder andere ook Saxion en Windesheim, twee van de Overijsselse hogescholen. 15 Dit is een comprimering van de vijf clusters zoals die worden onderscheiden in de Innovatieroute Twente: bouw, gezondheid&techniek, materialen & high tech, veiligheid & techniek en voeding. Zie http://www.overijssel.nl/thema's/economie/economische/innovatieroute/ 16 http://saxion.alumni-net.nl/nieuwsitem.asp?id=1&item=754 17 Genoemd wordt de helft, over de periode 1995-2008. Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 30 -
DHV B.V.
Tweede lijn: sociale innovaties Een tweede van oudsher sterke innovatielijn in de provincie is de aandacht voor sociale innovaties. Die lijn bouwt voort op de gerenommeerde bestuurskundige traditie binnen de Universiteit Twente. Mede op basis van maatschappelijke uitdagingen als de vergrijzing ziet Denters een belangrijke rol weggelegd voor bestuurlijke innovaties voor het in standhouden van voorzieningen zoals sportaccommodaties en onderwijs – zie Twente ’12, de opvolger van Expeditie 2040. De kennis die daarover binnen het Kennisinstituut Stedelijke Samenleving wordt opgedaan is in zijn ogen van grote betekenis voor het behoud van de ruimtelijke infrastructuur in de provincie. Denters benadrukt hierin hoe belangrijk het is om ook het sociale domein te blijven schakelen om de ruimtelijke infrastructuur overeind te houden. ‘Innovatie vraagt vaak een bovengemeentelijke aanpak. De betekenis stijgt uit boven de eigen lokaliteit. Belangrijke partners, als Kamers van Koophandel en land- en tuinbouworganisaties, opereren per definitie op bovenlokaal niveau. Dat proces komt niet vanzelfsprekend van de grond en moet actief worden vormgegeven, door innovatieve organisatieconcepten’. De rol van de provincie daarin is volgens hem om partijen bii elkaar te brengen, om met bijvoorbeeld de Nuon-gelden als aanjager en verleider gesprekken op gang te brengen. De rol van de provincie in het versterken van de innovatiekracht is er een van de stille diplomaat en niet van de stenenstapelaar, zoals Denters stelt. ‘Ruimtes creëren’ is waar het volgens hem om draait, en niet het zelf invullen van die ruimtes. Sociale innovatie is daarin volgens hem een terrein waar nog veel winst te realiseren valt, ‘juist om op het vlak van ruimte en economie’ vooruitgang te boeken. Denters spreekt in dat opzicht van de ‘complementariteit van de pijlers economie, ruimte en sociaal’. In onderlinge samenhang bepalen zij de concurrentiekracht van de regio. Daarbij is ook de bestuurlijke kwaliteit van belang. Daar ligt een duidelijke taak voor de Provincie. Sport als motor achter innovatie Sport is een belangrijke motor achter de zoektocht naar nieuwe innovatieve technieken, materialen en organisatievormen. Denters wijst op de sport als mogelijkheid om een afzetmarkt (en werkgelegenheid) te vinden voor nieuwe innovatieve producten en materialen. Wat betreft materialen verwijst Denters daarvoor naar de bedrijven zoals genoemd in paragraaf 4.1. Daarnaast wijst Denters op de mobiliserende kracht van de sport om daardoor belangrijke innovaties van de grond te krijgen. Scoren in de wijk (SIDW) is daar een goed voorbeeld van. SIDW is een archetypisch voorbeeld van bestuurlijke innovatie. Samenlevingsvraagstukken worden opgepakt vanuit bedrijven en maatschappelijke organisaties, en niet vanuit de overheid. Het project Taaltreffers is daarvan een sprekend voorbeeld. Ontwikkeld door Toegepaste Onderwijskunde aan de UT realiseert het ‘taalgames’ om taalachterstanden van probleemgroeperingen in te lopen. Het project realiseert daarin aanmerkelijk meer vooruitgang dan traditionele onderwijskundige interventies en draagt zo bij aan de economische ontwikkeling van de regio. De relatie met de voetbaliconen van FC Twente was doorslaggevend voor het vinden van steun voor dit ‘vage idee’ en is een goede illustratie van wat Denters het ‘enthousiasmerende kapitaal’ van de sport noemt. Zijn eigen Universiteit Twente is partner binnen SIDW en profiteert volop van de samenwerking die goed aansluit bij de strategie van de UT die inzet op een meer menselijke benadering – ‘high tech, human touch’. De afgelopen jaren is de relatie met FC Twente hierin een belangrijk wapen gebleken. De universiteit betrekt veel studenten uit de eigen regio. Denters merkt dat het voor zowel studenten als docenten erg enthousiasmerend werkt om te kunnen stoeien met sportgerelateerde thema’s zoals SIDW. Andersom profiteert de sport weer van de innovatiekracht van de universiteit. Zo ontwikkelden studenten gedrag- en techniek van social media van de UT met veel plezier een ‘EK app’18. Meer serieus heeft de kennis over sociale innovaties van de UT het project Scoren in de Wijk helpen uitbouwen tot het paradepaardje van de landelijke ‘Meer dan Voetbal Beweging’. Andersom is dit project 18
http://www.utwente.nl/archief/2012/06/16_miljoen_coaches_door_nieuwe_ek_app.doc/
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 31 -
DHV B.V.
voor de UT van grote betekenis in zijn gedachtevorming over sociale innovatie en een meer dan voortreffelijk uithangbord voor de aldus opgedane kennis. Dezelfde kruisbestuiving is zichtbaar bij projecten als de Maatschappelijke Tribune19, waar sociale ondernemers elkaar onder de vlag van FC Twente vinden en sociale projecten optuigen, of het project Scoren door Scholing dat effectief bijdraagt aan een verlaging van de schooluitval. Regio en universiteit profiteren daarbij wederzijds van de gezamenlijke profilering. Denters signaleert echter dat ook het positieve gesternte waaronder sport en innovatie elkaar treffen, nog niet overal gemeengoed is. Sport is ook een conservatieve wereld die zich voor lang niet alle innovaties even ontvankelijk betuigt en die maar weinig begrijpt van de wereld van het openbare bestuur. De hoogleraar ziet een belangrijke rol weggelegd voor de provincie om te helpen die muren te slechten, en door sport de innovatie kracht en daarmee de economie van de provincie te versterken.
4.4 Samenwerking met Gelderland? Gelderland is verder dan Overijssel gevorderd in de ontwikkeling van provinciaal sportbeleid. Gelderland wil met het nieuwe en programmatisch uitgewerkte provinciale beleid, geïnspireerd op het OP2028, sport inzetten als aanjager voor vernieuwing op allerlei fronten (inrichting fysieke ruimte, innovatie, economie et cetera). De waarde van de sportcomponent wordt in toenemende mate erkend door betrokkenen van andere beleidsterreinen in Gelderland. Dat is deels te wijten aan de nieuwe positie die de sport in Gelderland heeft gekregen: het domein sport valt niet meer onder sociaal beleid, maar is geschaard onder economisch beleid (net zoals bijvoorbeeld ook toerisme en recreatie). Er is voor sport 30 miljoen euro beschikbaar tot en met 2015. Ongeveer de helft is ‘gedoeld’ voor accommodaties en de andere helft voor inhoudelijke thema’s (zoals talentondersteuning, evenementen, vitale senioren, vitale bedrijven en uitnodigende bewegingsruimte). De provincie Gelderland staat positief tegenover een samenwerking met Overijssel in de OostNederlandse Sportalliantie. Dat komt doordat men samen sterker staat, de lijnen kort zijn, de samenwerking tot heden goed is en kernsporten overlappen. Voorbeelden van samenwerking zijn de economische regio Stedendriehoek, Oost NV en Triangle (kennisregio). Op sportief vlak zijn er ook al dergelijke connecties, waaronder de driehoek Hengelo (Stichting FBK-Games) - Arnhem (Papendal) Apeldoorn (Omnisport). De ontwikkelingen in het Overijsselse sportbeleid worden met belangstelling gevolgd en men is benieuwd naar de positie die in Overijssel ingenomen zal worden. Indien topsport in het Overijsselse sportbeleid voldoende aandacht krijgt zullen er meer (sterke) samenwerkingsmogelijkheden met Gelderland ontstaan. Een voorbeeld hiervan is de organisatie van side-events in Overijssel rondom topsportevenementen die in Gelderland plaatsvinden (zoals wedstrijden van het EK Handbal in Apeldoorn later dit jaar). Andere gebieden waarop de samenwerking kan worden gevonden dan wel geïntensiveerd zijn volgens Gelderland onder andere seniorensport, bedrijfssport en preventie van overgewicht. Gelderland heeft met de provincie Noord-Brabant, met een relatief goed ontwikkeld sportbeleid, ook de samenwerkingsmogelijkheden verkend. Daar liggen goede mogelijkheden voor Gelderland, onder andere met betrekking tot de hippische sport. Wat betreft Gelderland staat een eventuele uitrol van de samenwerking tussen Gelderland en Noord-Brabant samenwerking met Overijssel niet in de weg. Gelderland kan nog steeds één-op-één met Overijssel samenwerken en er kan ook gedrieën opgetrokken worden. 19
Met Dave Blank, wetenschappelijk directeur MESA+, als voorzitter.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 32 -
DHV B.V.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 33 -
DHV B.V.
5
RECAPITULATIE VAN UW VRAGEN
1.
Wat is de Economische waarde van het Olympisch Plan 2028 voor het MKB in Overijssel? Vrijwel alle bedrijven in Overijssel zijn MKB (<100 werknemers) en bezitten 61% van de arbeidsplaatsen. Het MKB trekt: • 61% van hogere sportdeelname, • 100% van bestedingen dankzij evenementen en toerisme.
2.
Economische betekenis grote sportevenementen, (waaronder paardensport): • 30 grote sportevenementen, 640.000 bezoekers • Bestedingseffecten € 17 miljoen per jaar. • Grote sportevenementen beperkt deel van totale evenementenaanbod in Overijssel. • Sportevenementen met een sterke publieks- en of breedtesportcomponent, zoals de Enschede Marathon hebben een veel sterker positief effect op de regionale economie dan de ‘echte’ topsportevenementen. Bovendien hebben zij een relatief sterk effect op de verhoging van de sportdeelname vanwege hun sterke imagoversterkende effect op de breedtesport.
3.
Economische effecten hogere sportdeelname: Hogere sportdeelname is een belangrijk onderdeel van het Olympisch Plan en laat zich vertalen in een aantal economische effecten. Als het doel van 75% is bereikt dan is de jaarlijkse opbrengst: • Doordat mensen langer leven € 100 miljoen, • Doordat er minder ziekteverzuim is: € 66 miljoen, • Als gevolg van bestedingen in sportproducten (schoenen, kleding, et cetera) 20-30 miljoen (excl. verplaatsingseffect).
4.
Impuls voor Toerisme (MITO) • Toename sportdeelname slaat sterk neer bij de sporten wandelen en fietsen • Kans voor Overijssel als fiets- en wandelprovincie • Een koppeling van het Olympisch Plan (Sport) met toerisme en recreatie biedt grote kansen voor de sector. Demografische ontwikkelingen, in combinatie met een toename van sporten en bewegen leiden tot een sterke toename van routegebonden vormen van sport. Indien Overijssel erin slaagt een van de belangrijkste fiets- en wandelprovincies van Nederland te blijven en veel publiek van buiten de provincie aan te trekken (MITO) is er sprake van een grote economische spin off in het toeristisch-recreatieve MKB (horeca, verblijf), met economische effecten van tientallen miljoenen per jaar • Hierbij hoort een sterkere koppeling van fietsen en wandelen – dat nu veelal wordt geassocieerd met recreatie en picknicken - met ‘sport’. Te denken valt aan speciale ‘apps’ voor sportieve fietsers en wandelaars, breedtesportevenementen, campings voor sporters, sportroutes, op basis van de OV-routes, een massagearrangement in een verblijfsaccommodatie, et cetera. Nader onderzoek over de meest kansrijke invulling van deze koppeling is op zijn plaats.
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 34 -
DHV B.V.
5.
Ruimtelijke effecten: • Extra argument bij Nederlands bid OS2028 voor betere verbinding Apeldoorn-Hengelo over spoor en weg. Alleen met het oog op eventuele Olympische Spelen in Nederland heeft Overijssel een extra argument voor gewenste ruimtelijke investeringen in bereikbaarheid door de Rijksoverheid. De deelname aan het Olympisch Plan heeft weinig directe effecten op de ruimtelijke investeringen in Overijssel. Er hoeft geen extra infrastructuur op het gebied van bereikbaarheid over de weg en het spoor te worden aangelegd. Wel moet de infrastructuur voor fietsen en wandelen op orde zijn en berekend op een flinke toename van het aantal gebruikers.
•
6
• • 7.
Betekenis van Overijsselse bedrijven met innovatieve sportproducten Bijvoorbeeld Ten Cate, Descol en Edelgrass behoren tot deze categorie. Overijssel heeft een uniek cluster in kunstgras, ontstaan uit de koppeling van Ten Cate (kunstvezels) met de tapijtindustrie in Genemuiden. Ongeveer 500 arbeidsplaatsen in innovatieve sportindustrie (kunstgras, et cetera). Omzet wordt niet prijsgegeven Bedrijven willen nieuwe producten testen en tonen (vb. Heracles)
Innovatie bij onderwijs en kennisinstituten Sterke Overijsselse innovatieve sectoren hightech, chemie, energie en life sciences/health - kennen een duidelijke verbinding met innovaties in topsport en bewegen • Maar ook sociale innovatie: nieuwe vormen van bestuurlijke samenwerking, sociaal-economische vernieuwing zijn belangrijk • Sport waardevol als ‘enthousiasmerend kapitaal’ bij innovatie. Sporten in de Wijk, EK App, et cetera.
•
8.
Samenwerking met Gelderland Gelderland besteedt € 30 miljoen aan sport, waarvan de helft in accommodaties, maar ook voor evenementen, vitale bedrijven, stimulering bewegen. • Gelderland werkt graag samen met Overijssel in Oost-Nederlandse sportalliantie • Kansen o gezamenlijke programma’s rond bewegen en gezondheid, o side-events bij topsportevenementen o Paardensport • Gelderland werkt ook samen met Brabant, maar dit staat samenwerking met Overijssel niet in de weg. •
Overijssel en het Olympisch Plan; Betekenis voor Economie, Ruimte en Innovatie Klant vertrouwelijk
- 35 -
BIJLAGE 1
Criteria en voorbeelden categorisering evenementen
Algemeen Een evenement moet: • in Nederland plaats vinden; • in een aaneengesloten periode (variërend van 1 dag tot 1 maand) plaats vinden; • een op zichzelf staande wedstrijd(en) of sportieve prestatie(s) zijn (dus geen demonstratie, oefeninterland en/of reguliere competitiewedstrijd). • categorie 1 of categorie 2 sport zijn 1. Strategische topsportevenementen in Nederland (Holland Promotion) Criteria: Strategische topsportevenementen zijn de top van de internationale topsportevenementen die incidenteel in Nederland plaatsvinden. Strategische evenementen worden vastgesteld door NOC*NSF en Ministerie van VWS. 2. Internationale topsportevenementen in Nederland (Holland Promotion) Criteria: • Evenementen met minimaal 20% van de deelnemers afkomstig uit het buitenland • En aan kunnen tonen dat minimaal 10% van de bezoekers uit het buitenland afkomstig is en speciaal voor het evenement naar Nederland komt en/of • internationale televisieaandacht genereren op nationale televisiezenders van tenminste drie landen buiten Nederland. 3. Nationale topsportevenementen Criteria: • Evenementen met minimaal 20% van de deelnemers afkomstig uit het hele land of buitenland • En aan kunnen tonen dat minimaal 10% van de bezoekers uit het hele land afkomstig is en speciaal voor het evenement naar de plaats van het evenement komt en/of • Nationale televisie-aandacht op tenminste 1 van de top 10 meest bekeken nationale zenders. 4. Regionale topsportevenementen Criteria: • Evenementen met minder dan 20% van de deelnemers afkomstig uit het hele land of buitenland. • Overwegend regionale bezoekers trekken en regionale media-exposure genereren. 5. Nationale & internationale breedtesportevenementen Criteria: • niet- accommodatiegebonden evenementen met minimaal 3.000 deelnemers • accommodatiegebonden evenementen met minimaal 1.000 deelnemers • minimaal 10% van de deelnemers is ‘nationaal’ afkomstig: buiten straal van 33 km. van de locatie van het evenement • men moet minimaal 5.000 bezoekers (niet- accommodatiegebonden) of 2.000 bezoekers (accommodatiegebonden) trekken, waarvan minimaal 10% buiten een straal van 33 km. van de locatie van het evenement. 6. Regionale/lokale breedtesportevenementen Criteria: • evenementen die niet voldoen aan de criteria van categorie 5. Nationale breedtesportevenementen.
BIJLAGE 2
Evenementen in Overijssel in 2011 naar categorie
Evenementen in 2011
Categorie
CSI-Twente Internationaal Concours Hippique Geesteren
2
FBK-Games
2
International Triathlon Holten
2
Military Boekelo Enschede
2
Enschede Marathon
3
Het Spektakel van Steenwijk
3
Profronde Almelo
3
Ronde van Overijssel
3
Ster van Zwolle
3
WK Dammen junioren en meisjes
3
Almelose Ruiterdagen
4
Conrad Euregio Rally
4
ERMA Sport Volleyball Classic
4
Internationaal Concours Noord Nederland (ICNN)
4
Nacht van Hengelo
4
NK Sports Aerobics
4
Carp
5
Hippisch Hengelo
5
Plus Wandel4Daagse Alkmaar
5
Zilveren Kruis Achmea Halve Marathon Festival Zwolle
5
Beachvolleybal Toernooi Almelo
6
Countus Ballonspektakel
6
Hellendoorn Holterbergomloop
6
Menzis Singelloop Enschede
6
Sallandse Ruiterdagen
6
Station tot Station Loop
6
Twente Ballooning
6
Open dag FC Twente
Anders
Open Dag FC Zwolle
Anders
Open Dag Heracles
Anders
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Strategische topsportevenementen Internationale topsportevenementen Nationale topsportevenementen Regionale topsportevenementen Nationale en internationale breedtesportevenementen Regionale/lokale breedtesportevenementen
Bijlagen Klant vertrouwelijk
-1-
Bijlagen Klant vertrouwelijk
-2-
BIJLAGE 3
Berekening baten toename sportparticipatie
Uitgaven door sporters De gemiddelde sporter geeft per jaar € 80 uit aan sportkleding en sportartikelen (Bron: HBD, bewerking DHV). Voor de Overijsselse sportdetailhandel heeft de toename van sportparticipatie tot gevolg dat de omzet met ongeveer € 5,5 miljoen zal toenemen. Naast uitgaven aan sportkleding en sportartikelen geven sporters eveneens geld uit aan contributie, lidmaatschap, lessen en accommodatiehuur. Van de sporters in Overijssel is 54% lid van een vereniging (SCP in Mulier 2009). Als dit percentage niet wijzigt zal de groei van de sportparticipatie de sportverenigingen 36.000 nieuwe leden opleveren. Uitgaande van een gemiddelde contributie van € 150 per jaar (Nibud) levert dit de verenigingen bijna € 6 miljoen per jaar op. Naar schatting is ongeveer 30% van de sporters lid van een commerciële sportclub (veelal fitness). Leden van commerciële sportclubs zijn op jaarbasis ongeveer € 450 (Nibud) kwijt aan lidmaatschap, lesgeld en baanhuur. Een toename van de sportparticipatie in Overijssel levert de commerciële sportclubs ongeveer € 9,5 miljoen op aan extra inkomsten. Het SCP geeft in de rapportage sport aan dat de gemiddelde Nederlander in 2006 € 216 euro uitgaf aan sport. Er van uitgaande dat alleen sporters (15-80) geld uitgeven aan sportartikelen komt dit neer op een bedrag van € 430 euro per sporter per jaar. Uitgaande van deze referentiewaarde zullen de uitgave aan sport door inwoners van Overijssel met € 31 miljoen toenemen indien de sportparticipatie in 2016 stijgt tot 75% (72.000 extra sporters). Ziekteverzuim Uit onderzoek van S.G van den Heuvel (2003) blijkt dat er weinig verschil is in de verzuimfrequentie van sporters en niet sporters. Daarentegen blijkt uit het verschil op de totale verzuimduur wel dat sporters beduidend minder lang verzuimen. Dit geldt met name voor werknemers die zittend werk verrichten. Uit 20 het onderzoek van Van den Heuvel blijkt dat sporters op jaarbasis gemiddeld 5 dagen minder verzuimen dan niet sporters. Als de sportparticipatie in Overijssel stijgt van 67% tot 75% neemt het aantal verzuimdagen in Overijssel af met 200.000. Dit vertegenwoordigt een waarde van € 66 miljoen. Van den Heuvel gaat uit van 23 verzuimdagen per jaar voor een niet-sporter. Dit is erg hoog, vergeleken bij de gegevens van het CBS. Daar wordt uitgegaan van een verzuimpercentage van 4,45 % wat zou neerkomen op ongeveer 10 dagen per jaar. We nemen bij het bespaarde ziekteverzuim op basis van het onderzoek van Van den Heuvel dan ook een marge van 50%, waarmee de besparingen op ziekteverzuim in Overijssel bij een hogere sportdeelname uit zouden komen tussen de 35 en 68 miljoen euro per jaar.
20
Onder sporters wordt in dit onderzoek verstaan: iemand die in het afgelopen jaar gedurende een periode van minimaal drie maanden minimaal 1x per week heeft gesport. Bijlagen Klant vertrouwelijk
-3-
A B C
Onderwerp Potentiele beroepsbevolking in 2016 Participatiegraad in 2010 Werkzame beroepsbevolking in 2016
D E F
Sportdeelname in 2011 Sportdeelname in 2016 Extra sporters in de werkzame beroepsbevolking
G H I J
Verzuimdagen per jaar sporter Verzuimdagen per jaar niet sporter Gemiddelde bruto toegevoegde waarde per werkdag extra bruto arbeidsproductiviteit per sportende werkzame per jaar
K
toename bruto toegevoegde waarde door inwoners van Overijssel
Aantal
Bron 743.700 CBS, statline 67% CBS, statline 498.000 A*B 67% Mulier 75% Olympisch Plan 40.000 (E-D)*C 18,63 23,68 € 330 € 1.700
Heuvel, 2003 Heuvel, 2003 CBS, statline (H-G)*I
€ 68.000.000 F*J
Medische kosten Jaarlijks worden landelijk 1,4 miljoen slachtoffers van sportletsel medisch behandeld, waarvan 160.000 op de afdeling voor spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis. Er overlijden gemiddeld tenminste acht slachtoffers per jaar ten gevolge van een sportongeval. Bij driekwart van de medisch behandelde slachtoffers van een sportblessure (1 miljoen) gaat het om een acute sportblessure, bij de overige slachtoffers is het letsel geleidelijk ontstaan. Niet alle slachtoffers van een sportblessure vragen om medische behandeling. In totaal is er jaarlijks sprake van circa 3,5 miljoen sportblessures. De jaarlijkse directe medische kosten voor slachtoffers van sportblessures bedragen gemiddeld 370 miljoen euro. Hierbij gaat het om kosten die gemaakt zijn door slachtoffers die zijn behandeld op een SEH-afdeling van een ziekenhuis, opgenomen zijn geweest in een ziekenhuis of zijn behandeld door een huisarts, fysiotherapeut of specialist. (Bron: Nationaal kompas volksgezondheid). Indien de sportparticipatie tussen 2011 en 2016 stijgt van 67% naar 75% is het aannemelijk dat het aantal sportblessures eveneens zal toenemen. Indien aangenomen wordt dat een toename van de sportparticipatie leidt tot een rechtevenredige toename van het aantal sportblessures zullen de extra medische kosten van sportblessures in Overijssel € 3 miljoen per jaar bedragen. Tegenover de hogere kosten door een toename van het aantal sportblessures staat een afname van andere medische kosten. Uit onderzoek aangehaald door Backx (1997) blijkt dat de medische baten van sportbeoefening tweemaal zo hoog zijn dan de medische kosten van sportblessures. Tegenover de € 3 miljoen euro aan kosten door sportblessures staan op jaarbasis € 6 miljoen aan baten door uitgespaarde medische kosten. Uit onderzoek aangehaald door het Verwey-Jonker instituut (2011) komt een ander beeld naar voren. In het door hen aangehaald onderzoek wordt gesteld dat sporten leidt tot een verlengde levensverwachting en lagere jaarlijkse zorgkosten. Iemand die ze leven lang sport, heeft gedurende zijn leven lagere jaarlijkse zorgkosten, maar leeft ook langer. Dat heeft als gevolg dat de totale zorgkosten voor sporters en nietsporters elkaar uiteindelijk niet veel ontlopen. Maar sporters hebben in vergelijking met niet-sporters meer levensjaren met een goede kwaliteit. Vanuit de beperkte hoeveelheid beschikbare onderzoeken komt er geen eenduidig beeld naar voren of sport leidt tot lagere directe medische kosten.
Bijlagen Klant vertrouwelijk
-4-
A
Onderwerp Kosten sportblessures per jaar in Nederland
Aantal Bron € 370.000.000 Nat. Kompas Volksgezondheid
B C D E F
Aandeel Inwoners 15-80 in Overijssel tov Nederland Kosten sportblessures per jaar in Overijssel Sportdeelname in 2011 Sportdeelname in 2016 Extra kosten sportblessures per jaar in Overijssel
6,7% € 25.000.000 67% 75% € 3.000.000
D E F
Kosten sportblessures in Nederland in 1997 Medische baten sportbeofening in Nederland in 1997 Verhouding kosten en baten in 1997
395.000.000 Backx, 1997 798.000.000 Backx, 1997 2 F/E
G
Medische Baten sportbeoefening per jaar in Overijssel
€ 6.000.000 C*F
CBS, statline A*B Mullier Olympisch Plan (E-D)*C-C
Verlenging gezonde levensduur Sportbeoefening leidt tot een langere levensduur, maar vooral ook tot meer gezonde levensjaren. Voldoende bewegen leidt tot een toename van het aantal gezonde levensjaren met 1,2 jaar (Chronische ziekten model, RIVM, 2010). Een gezond levensjaar wordt gewaardeerd op € 100.000 (Verwey-Jonker, 2011). Indien aangenomen wordt dat 75% van de sporters voldoen aan de norm voor voldoende bewegen en de sportparticipatie in Overijssel stijgt tot 75%, bedragen de potentiële baten voor inwoners van Overijssel op jaarbasis € 100 miljoen. A B C
Onderwerp Waarde gezond levensjaar Voldoende bewegen 2007 Verlenging gezonde levensduur "nieuwe" bewegers
D E F G H I J
Inwoners 15-80 Overijssel in 2016 Sportdeelname in 2011 Sportdeelname in 2016 Nieuwe sporters dat voldoet aan de beweegnorm Toename personen met voldoende bewegen Extra gezonde levensjaren Extra gezonde levensjaren per jaar
K
Baten verlenging gezonde levensduur
Bijlagen Klant vertrouwelijk
Aantal € 100.000 56% 1,2
Bron Verwey-Jonker RIVM RIVM
900.400 67% 75% 75% 54.024 65.000 1.000
CBS, statline Mulier Olympisch Plan schatting (F-E)*D*G H*C I/ 65 jaar
€ 100.000.000 L*A
-5-