Landmacht
De absurde realiteit van Role-2 Knelpunten logistieke opvoer op een rij Oefenen in een virtuele wereld
Nieuwe C-LAS Bertholee: Leider met oog voor mensen zesde jaargang nummer 3, mei 2008
Redactie: Hoofdredacteur: lkol Hanneke Evertse Eindredacteur: kap Corné Dalebout Redacteuren: tlnt Anne-Marie Berndsen tlnt Roel van de Wiel
Vormgeving: Grafisch Bedrijf / AVDD, Frederikkazerne Den Haag
Druk: OBT bv Den Haag ISSN: 1572-1248
Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in een oplage van 50.000 stuks
Fotografie in dit nummer: AVDD, Frank van Biemen sgt-1 Arief Rorimpandey
Inhouds opgave
Met dank aan: kap Klaas Daane Bolier elnt Ivanca Maas tlnt Martijn Bronkhorst tlnt Judith Rietveld
Redactieadres: Lgen Knoopkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06- 557 46039 KPN: 030-2146039 Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u mailen naar:
[email protected]
Adreswijzigingen: • Als in de code op uw adresstrook onder meer uw militaire registratienummer is afgedrukt (voorafgegaan door de letter ‘T’) dan heeft het geen zin om een adreswijziging aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens te wijzigen. Klik hiervoor op ‘Startpagina P&O-selfservice’ op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet geautoriseerd om adressen te wijzigen. • Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun adreswijziging door te geven, kunnen het formulier ‘wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij noodgevallen’ downloaden op de www.landmacht.nl/reservist. Het formulier vervolgens opsturen naar: DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede. • Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 070-3397575, of een e-mail sturen naar:
[email protected]. • Betalende abonnees dienen contact op te nemen met Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per minuut) of via de website www.aboland.nl voor abonneren, adreswijzigingen en overige vragen.
Foto voorpagina: De nieuwe C-LAS, luitenant-generaal Rob Bertholee op bezoek bij de troepen in Afghanistan, AVDD / sgt-1 Arief Rorimpandey
landmacht mei 2008
4:
De Kruif wordt nieuwe commandant
Regional Command South
5:
Landmachtdagen 2008 in Oirschot
14:
Nieuwe rubriek: Eenheid in beeld
16:
Compoundbeveiliging
26: De Nationale Taptoe
27:
Zorg kan en moet nog beter
Rubrieken 30:
14: Eenheid in beeld 28: Personeelsmutaties Photoshoot 31: Lezersbrieven 32: Waargenomen
Landmacht nummer 3 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
‘Als je de leiding hebt,
neem die dan ook’
6:
De nieuwe Commandant Landstrijdkrachten: luitenant-generaal Rob Bertholee
Onze toekomst ligt in een
virtuele wereld
10:
Oefenen met simulatoren wint terrein
‘Discipline is een
vereiste’
18:
De knelpunten in de logistieke keten in kaart
‘Je maakt absurde situaties mee’ 22:
Jonge genezeriken vertellen over het werk bij Role-2
landmacht is een uitgave van het commando landstrijdkrachten, sectie communicatie staf clas. reacties of ingezonden brieven worden zeer gewaardeerd. de redactie is vrij in haar keuze van het plaatsen van
- al dan niet ingekorte - ingezonden stukken. overname van (gedeelten van) artikelen uit de landmacht is, na toestemming van de redactie, toegestaan.
De Kruif vanaf november Commandant Regional Command South Generaal Mart de Kruif geeft vanaf november 2008 voor de duur van negen maanden leiding aan het ISAF-commando in Zuid-Afghanistan. De Kruif, was tot 9 mei jongstleden commandant 43 Gemechaniseerde Brigade, treedt in die periode op als commandant van Regional Command South (RC-S) vanuit het hoofdkwartier in Kandahar. De Kruif is de tweede Nederlandse generaal die het commando krijgt over RC-S. RC-S stuurt de ISAF-troepen aan in met name de Afghaanse provincies Uruzgan, Helmand, Zabul en Kandahar, waar troepen actief zijn uit onder meer Nederland, Canada, Groot-Brittannië, Australië en de VS. Eerder, van november 2006 tot en met april 2007, was generaal-majoor Ton van Loon commandant in Kandahar. Met het oog op zijn uitzending is De Kruif bevorderd tot generaal-majoor. Als commandant 43 Mechbrig is hij opgevolgd door brigadegeneraal Kees van den Heuvel. Generaal De Kruif volgde van oktober 1994 tot oktober 1996 de opleiding aan de Führungsakademie in Hamburg. Voorts vervulde hij de functie beleidsadviseur Operationeel Beleid bij de Landmachtstaf. In 1999 werd hij benoemd tot Commandant 42 Pantserinfanteriebataljon. Eind 2001 volgde een uitzending als Commandant 1(NL) MECHBAT SFOR naar Bosnië. In 2003 rondde hij de opleiding aan het US Army War College in Carlisle Barracks met succes af en werd aansluitend geplaatst als Hoofd van de Afdeling Operationeel Beleid bij de Landmachtstaf. Deze functie ging later over in de functie van Afdelingshoofd Landmachtbehoeften van de Defensiestaf. Voordat hij in april 2007 het commando aanvaardde over 43 Gemechaniseerde Brigade vervulde hij de functie van Plaatsvervangend Directeur Operaties van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS).
Gratis internet op elke legeringskamer Alle binnenslapers van het Commando Landstrijdkrachten kunnen, als alle werkzaamheden volgens schema worden afgerond, vanaf eind juni op hun legeringkamer gebruik maken van een gratis aangeboden internetverbinding. Uit een proef op de kazernes in Oirschot en Schaarsbergen is gebleken dat internet op de legeringskamer in een grote behoefte voorziet. Daarom worden door het project Internet op de legeringskamer twintig CLAS- en twee CDC-locaties de komende maanden voorzien van een draadloze internetverbinding. Hiermee wordt het niet alleen mogelijk om vanaf de eigen kamer te mailen, te chatten of te telebankieren, maar ook om te surfen en online te gamen. Om te kunnen internetten moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De eigen desk-, of laptop moet zijn voorzien
landmacht mei 2008
van een modem die geschikt is voor draadloos internet (WIFI). Om vervolgens daadwerkelijk het wereldwijde net te kunnen betreden, moet de internetter alleen nog een eigen internetaccount aanmaken. Dit wordt duidelijk uitgelegd op de startpagina. Iedereen die voor het eerst contact maakt met het netwerk, belandt automatisch op deze pagina. Bij aanmelding voor het internet moet de gebruiker akkoord gaan met de gedragscode. Hierin staan de huisregels waar men zich als gebruiker van de aangeboden verbinding dient te houden. Meer info op intranet: http://intranet.mindef.nl/kl/bedrijfsvoering/ projecten/ivencis/internetodl/index.aspx
Fennek geschikt voor Stinger raketten De Fennek met het Stingerplatform is de opvolger van de Cheetah, de Pantser Rups Tegen Luchtdoel (PRTL). Het Stingerplatform op de Fennek bestaat uit een lanceerinrichting voor vier Stinger raketten om luchtdoelen op zeer korte afstand en lage hoogte te bestrijden. Het systeem is voorzien van een daglichtcamera, een infraroodcamera en een Laser Range Finder. De commandant van een voertuig beschikt daarnaast over een Weapon Terminal, waarop het luchtbeeld wordt weergegeven vanuit het draadloze netwerk van het Future Ground-Based Air Defence System (FGBADS). Het nieuwe Stingerplatform onderscheidt zich door de hoge reactiesnelheid (het systeem staat binnen twee seconden op het door de commandant geselecteerde doel gericht). Bovendien kan dit systeem, als enige in zijn soort, meerdere Stinger raketten in korte tijd achter elkaar afvuren. Generaal-majoor Ed Evers van de Defensie Marteriaal Organisatie (DMO) nam eind maart het eerste Stinger Wapen Platform Fennek in ontvangst uit handen van de algemeen directeur Dutch Defense Vehicle Systems (DDVS) Hans Ries. In september draagt DDVS de laatste exemplaren van de in totaal achttien te produceren Platformsystemen over.
Landmachtdagen 2008 in teken van innovatie De Landmachtdagen vormen een evenement dat binnen de organisatie zijn gelijke niet kent. In 2008 is de Legerplaats Oirschot gastlocatie voor dit megafestijn en ook deze editie belooft een waar spektakelstuk te worden. Er wordt zelfs een stukje Kamp Holland ingericht, compleet met een demonstratie van een Combined Arms Team (CAT). Als defensiebreed thema voor de open dagen is dit jaar gekozen voor ‘Innovatie in mens en materieel’. Het nieuwste materieel is te bewonderen, zoals de Leguaan en de Kodiak, voertuigen die in de toekomst de brugleggende tank en de genietank gaan vervangen. Verder kunnen bezoekers zelf veel uitproberen, zijn er interactieve demo’s en wordt ook het fenomeen ‘serious gaming’ op grootschalige wijze opgepakt.
LANDMACHT DAGEN
31 MEI + 1 JUNI 2008 OIRSCHOT
Landmachtdagen 2008 Plaats: Oirschot Datum: 30 mei (voor bijzondere doelgroepen zoals scholieren en media), 31 mei en 1 juni Openingstijden: 9.00 tot 17.00 uur De toegang is gratis. Aangeraden wordt om te reizen met het openbaar vervoer.
INNOVATIE
Meer info: www.landmacht.nl
WWW.LANDMACHT.NL
IN MENS & MATERIEEL
Luitenant-generaal Bertholee over zijn nieuwe functie als C-LAS
‘Als je de leiding hebt, neem die dan ook’ landmacht mei 2008
Luitenant-generaal Rob Bertholee is sinds 13 maart de nieuwe Commandant Landstrijdkrachten. Wie is hij en wat wil hij bereiken de komende tijd? Landmacht in gesprek met de kersverse C-LAS. Werkbezoek Luitenant-generaal Bertholee heeft sinds zijn aanstelling als C-LAS al met veel landmachtcollega’s gesproken. De afgelopen maanden bracht hij werkbezoeken aan 101 Gevechtssteunbrigade, 1 Logistieke Brigade, 13 Gemechaniseerde Brigade, 11 Luchtmobiele Brigade, de RMC’s Zuid en West en de Nederlandse locaties in Tarin Kowt, Kabul en Kandahar. Zijn bedoeling is om voor de zomer alle grote landmachtlocaties eens te hebben bezocht. Commandant Landstrijdkrachten, een droom die werkelijkheid wordt? ‘Aan het begin van je carrière ben je natuurlijk met heel andere dingen bezig. Maar wanneer je eenmaal de rang van brigadegeneraal hebt bereikt, begint het idee wel te spelen. Dan ga je je afvragen of je er geschikt voor zou zijn en of je het leuk zou vinden. Ik twijfelde niet toen de Commandant der Strijdkrachten (generaal Dick Berlijn, red.) mij vroeg of ik de nieuwe C-LAS wilde worden. Ik vind het een eer om het nieuwe boegbeeld van de landmacht te zijn.’
Waarom koos u destijds voor het militaire beroep? En voor de artillerie? ‘Als jongen dacht ik er nog niet aan om militair te worden. Ik heb heel lang dierenarts willen worden, maar zes jaar lang studeren zag ik toch niet zo zitten. Ik hoorde ook bijna elke dag de verhalen van mijn ouders, die de oorlog hadden meegemaakt. Het “iets willen doen voor het land” heeft zeker een rol gespeeld bij de keuze om militair te worden. Meerdere aspecten aan het “militair zijn” trokken mij aan. Het avontuur, het actieve, het werken met mensen – in die tijd nog dienstplichtigen. Eenmaal op de Koninklijke Militaire Academie wilde ik absoluut ingedeeld worden bij een wapen. Vanwege mijn exacte achtergrond is dat toen de artillerie geworden.’ Aan welke functie hebt u de beste herinneringen? ‘Dat is moeilijk te zeggen. Ik heb eigenlijk overal een prachtige tijd gehad en zou elke periode zo weer overdoen. Als kapitein ben ik batterijcommandant geweest bij 41 Afdeling Veldartillerie in Seedorf.
Voor een parate functie moest je toentertijd daar zijn. Tenminste, zo voelde dat, omdat je vlakbij het IJzeren Gordijn werkte. We waren veel op oefening, een prachtige tijd. Later ben ik ook commandant van deze afdeling in Duitsland geweest en daar heb ik ook erg van genoten. In mijn vorige functie was ik Plaatsvervangend CDS. Dat was een leerzame periode. Je bent en blijft echter de plaatsvervanger. De echte verantwoordelijkheid ligt dan toch bij iemand anders. Die verantwoordelijkheid is voor mij het mooie van commandant zijn en dat is ook waarom ik blij ben dat ik nu Commandant Landstrijdkrachten ben.’ Als Plaatsvervangend CDS bent u nauw betrokken geweest bij de commissie-Staal en de gedragscode, met leiderschap als kernbegrip. Wat kenmerkt een goed leider? ‘Leiding geven is het wezen van onze organisatie. Het begint al bij de korporaals. Goed leiding kunnen geven is daarom een van de belangrijkste eigenschappen waar onze militairen over moeten
‘Hij staat op om te vechten als het moet’ Adjudant Gerrit Bosch OTC-adjudant, ook wel ‘dé artillerie adjudant’ Oud-collega en goede bekende van Bertholee ‘Ik leerde Bertholee kennen in 1995, toen ik bij 41 Afdeling Veldartillerie in het Duitse Seedorf diende en hij mijn commandant was. Als commandant is Bertholee enorm gedreven. Hij eist veel van zijn personeel, maar is wel echt een “mensenmens”. Onze gezamenlijke tijd in Duitsland vond ik heel plezierig. Als je hem hebt ontmoet, dan onthoudt hij je naam en gezicht en zal hij je herkennen als je hem ooit weer tegenkomt. Die eigenschap wordt, vooral door manschappen, erg gewaardeerd. Tegelijkertijd is hij een “troepenmens” en staat hij op om te vechten als het moet. Je moet bij Bertholee niet aankomen met flauwekulverhalen. Natuurlijk, iedereen mag fouten maken, maar hij eist dan wel verbetering op den duur. Ik zie Bertholee als een collega voor wie rangen en standen, behalve in de bevelvoering, niet belangrijk zijn. Hij staat open voor iedereen. En, niet onbelangrijk, als hij iets belooft, dan komt hij het na. Bertholee is en blijft een artillerist in hart en nieren. Ik heb hem de afgelopen jaren in diverse functies regelmatig meegemaakt, ook als Wapenoudste van de Artillerie. Tijdens zijn toespraken op onze jaardagen, zit iedereen altijd ademloos te luisteren. Er is veel respect voor hem; dat merk ik aan de artilleristen om me heen. Zijn leiderschapsstijl en zorg voor zijn personeel maken hem zeer geschikt als Commandant Landstrijdkrachten.’
beschikken. Een goed leider kent de sterke en zwakke punten van zijn ondergeschikten. De kunst is dan ook om het team goed te laten functioneren door gebruik te maken van elkaars sterke punten zonder dat iemands zwakke punten ertoe leiden dat iemand buiten de boot valt. Dreigt dat te gebeuren, dan moet je als leidinggevende durven in te grijpen. Mijn credo is: “Als je de leiding hebt, neem die dan ook”. Wat voor soort leider bent u zelf? ‘Een leider met oog voor mensen. Ik probeer mij te verplaatsen in de ander; ik probeer te begrijpen wat iemand drijft. Wat overigens niet wil zeggen dat ik alles wat ik begrijp, ook accepteer. Mensen moeten zich blijven ontwikkelen en leren van hun fouten. Dat geldt dus ook voor mij. Ik ben zeker geen bureaucraat. Een van de dingen waar ik mij dan ook niet op verheug, is de grote stapel papier die iedere dag weer op het bureau wordt neergelegd. Maar aan de andere kant, daar ben ik inmiddels wel aan gewend.’ Wat verwacht u van het CLAS-personeel en wat kan het personeel van u verwachten? ‘Ik verwacht dat de mensen vooral doorgaan met wat ze nu doen. Onze mensen en middelen zijn gewoon goed. We doen enorm goed werk, zowel in Nederland als in de missiegebieden. Dat neemt niet weg dat er altijd ruimte is voor
landmacht mei 2008
verbeteringen. Een verbetering bij ieder individu leidt tot het beter worden van de organisatie als collectief. Dat begint al bij een soldaat die zijn wapen tot in den treuren moet kennen. Verder verwacht ik dat iedereen mij ook zijn eerlijke mening durft te geven. Mensen laten zich nogal eens afschrikken door de positie die je bekleedt, maar het is belangrijk voor mij om te weten wat er speelt in de organisatie. Daarom zal ik zo vaak mogelijk bij de eenheden, hier en in de missiegebieden, langsgaan. Contact met de werkvloer vind ik heel belangrijk. De mensen mogen van mij verwachten dat ik mijn uiterste best zal doen. Ook wil ik ervoor waken dat er onmogelijke opdrachten op tafel komen.’
Welk gevoel heeft u bij uw overgang van de ‘paarse’ functie van Plaatsvervangend CDS naar de ‘groene’ functie van C-LAS? ‘Het voelt als een warm bad om terug te zijn bij de KL. Ik ben toch gevormd door de landmacht. Ook voelt het goed om weer commandant te zijn en zelf weer de volledige verantwoordelijkheid te hebben. Mijn vorige functie is wel een heel goede voorbereiding geweest, omdat je als Plaatsvervangend CDS ook gedwongen wordt om oog te hebben voor de andere operationele commando’s en te bekijken hoe het CLAS daar tussen past. Hoewel ik vind dat de landmacht ‘groen’ moet blijven, zijn wij onderdeel van een ‘paarse’
organisatie. En dat grotere plaatje moeten we niet uit het oog verliezen. Gaat u dingen anders doen dan uw voorganger? ‘Van Uhm had natuurlijk een lastige klus. Hij was de eerste Commandant Landstrijdkrachten en heeft de organisatie grondig moeten aanpassen aan het nieuwe Besturingsmodel Defensie. Tegelijkertijd leverde het CLAS een grote bijdrage aan de meest uitdagende missies sinds lange tijd. Dat heeft hij heel goed gedaan. Hij maakte zich sterk voor het principe “every soldier a rifleman”. Je móet als militair over de militaire basisvaardigheden beschikken. De praktijk in Uruzgan wijst wel uit dat dit zeer belangrijk is en daar zal ik mij ook zeker hard voor blijven maken de komende jaren. Ook zal ik zijn zorg en inzet voor het personeel zeker voortzetten. Mijn uitdaging wordt om de ISAF-missie naar behoren uit te blijven voeren. Eén van mijn belangrijkste taken zal de redeployment uit Urzugan in 2010 zijn. En wie weet wat ons daarna te wachten staat?’ Hoe wilt u later herinnerd worden? ‘Als iemand die voor de landmacht stond en oog had voor de mensen in zijn organisatie.’
‘Een menselijke militair’ Kolonel Peter van den Aker Universitair hoofddocent Landoptreden aan de NLDA Jaargenoot en vriend van Bertholee ‘Rob Bertholee en ik zijn jaargenoten van de KMA. We kwamen tegelijk op in 1975 en lagen elkaar meteen goed. Hij viel op tijdens de opleiding, zowel qua fysieke prestaties als qua kennis en sociale vaardigheden. Na onze promotie zijn we elkaar steeds weer tegengekomen. Eerst in Duitsland, bij 41 Pantserbrigade. Later bij de stafdienst en de Hogere Militaire Vorming, waarbij we een kamer deelden. In 2001 kwamen we weer samen in Duitsland te werken. Hij werd aangesteld als chef-staf van 1(GE/NL) Corps en ik als plaatsvervangend chef-staf. Rob en ik zijn naast collega’s ook vrienden. Hij heeft een warme persoonlijkheid. Je moet hem echter wel leren kennen. Zijn hoge rang schrikt mensen soms af. Bovendien heeft hij een wat norse uitstraling, maar daarachter gaat een warm en groot hart schuil. Ik zie daarom geen verschil tussen de militair en de mens Bertholee. Hij is professioneel, analytisch en integer, maar ook heel mensgericht en intelligent. Een ‘menselijke militair’ dus. Mede daardoor is hij uitermate geschikt als Commandant Landstrijdkrachten. Door zijn ervaring als Plaatsvervangend CDS, is hij tevens in staat om het grotere, krijgsmachtbrede belang in te zien. Zijn benoeming is een terechte bekroning op zijn loopbaan. Ik zie het met alle vertrouwen tegemoet.’
‘Ik weet zeker dat hij het
waar gaat maken’ ‘Streng maar rechtvaardig’ Korporaal-1 b.d. Vincent Bakker Chauffeur Bertholee in Kabul (Close Protection Team), ISAF III, 2003. ‘Ik heb generaal Bertholee zes maanden rondgereden in Kabul en omgeving, toen hij Plaatsvervangend Commandant en chef-staf ISAF III was. Ik kende hem al vanuit Münster, waar ik net als hij was geplaatst bij 1(GE/NL) Corps. Het was prettig werken. Bertholee is streng maar rechtvaardig. Dat viel goed bij de plaatselijke troepen. De mensen wisten waar ze aan toe waren. Hij maakt ook graag contact met de werkvloer. Hij probeerde elke week op pad te gaan met een eenheid, zeker Nederlandse, om op de hoogte te blijven van ieders inzet. De generaal liet ook blijken wanneer hij tevreden was over de inzet van zijn mensen, of je nu kok, verkenner of monteur was. Wat ik me nog goed herinner zijn de “menselijke gesprekken” wanneer we onderweg waren. Hij vertelde soms ook over persoonlijke zaken of we praatten over ditjes en datjes. Hij houdt mensen niet op afstand. Verder weet ik nog dat hij heel sportief was. Hij was fanatiek in hardlopen. Volgens mij is Bertholee een op en top militair.’
‘Ik weet zeker dat hij het gaat waarmaken’ Kolonel b.d. Sijmen Veldhuis Oud-commandant 44 Afdeling Veldartillerie, Bertholees eerste werkplek ‘Ik was als kolonel commandant van 44 Afdeling Veldartillerie, toen Bertholee daar zijn eerste parate functie als luitenant vervulde. Ik heb hem ongeveer twee jaar meegemaakt. In mijn herinnering was Bertholee een van de beste luitenants, ik kan wel zeggen de beste. Volgens mij was hij, van zijn jaar, ook als eerste geslaagd op de KMA. In al die jaren en na al de functies die hij vervuld heeft, is hij niet veel veranderd. Mensen veranderen over het algemeen niet zo veel, in mijn optiek. Bertholee is nog steeds rustig, intelligent en bekwaam, net als toen. Ik ben hem blijven volgen gedurende zijn loopbaan. Zo af en toe hebben we nog contact. Toen hij bevorderd werd tot luitenantgeneraal, ben ik op zijn high-tea geweest, samen met andere (oud-)collega’s. Dat was erg gezellig. Bertholee vindt het belangrijk om contact te houden met de mensen met wie hij heeft samengewerkt. Ik was ook uitgenodigd voor de commandooverdracht en was daar graag bij geweest, maar dat ging helaas niet. Ik wens Bertholee veel succes met zijn nieuwe functie als C-LAS. Ik weet zeker dat hij het waar gaat maken.’
Oefenen met simulatoren wint terrein
Onze toekomst ligt in
De Landmachtdagen staan dit jaar in het teken van innovatie. En wie het over innovatie heeft, kan niet om het begrip simulatie heen. Simulatoren krijgen een steeds grotere rol in het opleiding- en trainingsschema van de eenheden en bij de aanschaf van nieuw materieel. ’s Ochtends een rondje maken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, behoort niet meer tot het ondenkbare. Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen en hoe ervaren de gebruikers het oefenen in de virtuele wereld?
landmacht mei 2008
’s Ochtends een rondje maken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, behoort niet meer tot het ondenkbare.
n een virtuele wereld ‘Gamen’ is populair. Iedere avond maken miljoenen mensen een uitstapje naar de virtuele wereld. Entertainment? Dat niet alleen. Volgens deskundigen van het Defensie Simulatie Expertise Centrum (SEC) en het nog maar een paar maanden jonge Simulatiecentrum Landoptreden van het Opleidings- en Trainingscentrum Operatiën (OTC opn), liggen er in de virtuele wereld ongekende mogelijkheden op het gebied van kosten- en milieubesparing en optimaal leereffect. ‘Nog vragen?’ tweede luitenant Alle Runhart kijkt zijn peloton vragend aan na zijn bevelsuitgifte. “Goed, instijgen en voorwaarts!” Schuivende stoelen krassen door het leslokaal en de tankers nemen plaats achter een computer. Inderdaad, een computer. Het geliefde voertuig blijft op stal en maakt plaats voor zoemende computers, toetsenborden en de “wargame” Steel Beasts. Het Alfa-eskadron van 42 Tkbat oefende drie dagen in april op het OTC Manoeuvre in Amersfoort. Simulatie is niets nieuws. Al in 1980 maakten de cavalerie en de luchtdoelartillerie gebruik van simulatoren om nieuw personeel te leren doelen uit te schakelen. De noodzaak voor simulatie was groot omdat het ondenkbaar was dat bijvoorbeeld vliegtuigen telkens opnieuw een vlucht maakten over de heide. Kostenbesparing dus. Daarnaast vlogen luchtdoelen in de virtuele wereld veel vaker over zonder hinder te hebben van slechte weersomstandigheden, waardoor het leerrendement hoger lag dan bij het inschakelen van echte vliegtuigen. Deze twee effecten van simulatie vormen nog steeds de belangrijkste redenen voor Defensie om de virtuele wereld uit te breiden. ’s Ochtends een rondje maken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, behoort niet meer tot het ondenkbare.
Bijna drie decennia later is simulatie doorgedrongen tot veel verschillende niveaus. Het meest laagdrempelige voorbeeld van simulatie is de zogeheten serious game, een computerspel waarbij militairen getraind worden in het tactisch optreden. De militaire spellen Steel Beasts (cavalerie) en Virtual Battle Space (VBS) (infanterie) zijn bijvoorbeeld goede trainingsmiddelen voor tactisch optreden op pelotons- en groepsniveau. Ook tactische grondbeginselen, basis gevechtstechnieken, drills, gevechtsleiding en commandovoering kunnen met deze serious games worden getraind Het lokaal waarin de tankers zich bevinden lijkt rustig, maar ondertussen zitten de mannen van het tweede peloton al druk te gamen. Majoor Erik Douze, commandant Alfa-eskadron, is erg positief over Steel Beasts. Een groot voordeel vindt hij dat je bij een verkeerd besluit, de actie opnieuw kunt doen. ‘Stel, een tankcommandant komt een heuvel tegen en besluit er overheen te rijden. Achteraf gezien had hij deze beslissing beter niet kunnen nemen: hij wordt onder vuur genomen en uitgeschakeld. Het stukje emotie wat hierbij komt kijken, zorgt dat hij het onthoudt. Wanneer zo’n situatie in het oefenterrein weer voorkomt, zal hij zich dit moment herinneren.’
Aanpassing Daarnaast kunnen de instructeurs, terwijl het spel door de te trainen militairen wordt gespeeld, wijzigingen aanbrengen in het scenario. Zo kan de instructeur een leerdoel letterlijk in tijd en ruimte verplaatsen. Als een instructeur in de toekomst aandacht wil besteden aan IED-awareness, dan kan deze ervoor kiezen bermbommen neer te leggen
Onderzoek wijst uit dat militairen die serious games onder leiding van instructeurs gespeeld hebben, beter presteren tijdens de echte oefeningen dan hun collega’s die het zonder simulatie vooraf moesten stellen.
Landm a 31 m chtdagen ei en Oirsc 1 juni hot
Tijdens de landmachtdagen zal een speciale gamingruimte met vijftig computers worden ingericht. Daar kunnen bezoekers
zich onbeperkt uitleven op Steel Beasts en Virtual Battle Space II.
11
zodat de bewustwording wordt vergroot en de herkenning wordt verscherpt. Dat deze vorm van oefenen werkt, bewijst een Canadees onderzoek, zegt kapitein Clemens Roos, werkzaam bij Kenniscentrum Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre en verbonden aan het Simulatiecentrum Landoptreden: Roos: ‘Conclusie van dit onderzoek was dat militairen die deze games onder leiding van instructeurs gespeeld hebben, beter presteren tijdens de echte oefeningen dan hun collega’s die het zonder simulatie vooraf moesten stellen. Ze leren hoe ze moeten omgaan met onverwachte situaties en zien met eigen ogen wat de consequenties zijn van een verkeerde keuze.’ Het meest laagdrempelige voorbeeld van simulatie is de zogeheten serious game, een
Overbodig? Als simulatie zoveel voordelen heeft, is het dan nog wel nodig om richting bijvoorbeeld Bergen Hohne af te zakken? Roos: ‘Simulatie is absoluut geen vervanging voor de oefeningen buiten. Kou, regen en wind kunnen we bij dit soort spellen niet simuleren. De serious games helpen je dus om een oefening buiten goed te kunnen uitvoeren.’ Huzaar der eerste klasse Sander Dijkhuizen, schutter bij het tweede peloton, werkt voor het eerst met Steel Beasts. De besturing was volgens hem wel even wennen: “In de tank zelf is het veel makkelijker om aan te richten. Nu zit je met je muis over het scherm heen en weer te bewegen en zijn de schakelaars vervangen door knoppen op je toetsenbord. Daardoor moet je van te voren goed doornemen waar wat zit, anders gaat het fout.’ Dijkhuizen vindt het spel best realistisch, maar toch kan er niks tegen het oefenen in een echte tank op. ‘Het spel lijkt wel op de werkelijkheid, maar je mist toch de geluiden om je heen. Het laden hoor je wel, maar het geluid van de tracks niet. Dat mis je wel.’
De chauffeurs moeten in de DESDEMONA met hun zintuigen kunnen ervaren wat het effect is van bijvoorbeeld snelheid of een ongeluk.
landmacht mei 2008
computerspel waarbij militairen getraind worden in het tactisch optreden.
TACTIS De games zijn de goedkoopste manier om in een virtuele wereld te oefenen. TACTIS (Tactische Indoor Simulator) biedt straks nog meer oefenmogelijkheden in de virtuele wereld. Dit simulatiesysteem zal naar verwachting eind 2009 operationeel zijn en is bedoeld voor de training van manoeuvre-eenheden tot op compagniesniveau. Niet alleen het tactische optreden en schiettechnieken kunnen straks hier getraind worden, deelnemers worden dan ook geconfronteerd met de eigenaardigheden van een specifiek missiegebied. ‘We kunnen alles nabootsen’, zegt Marco Welleman van het Simulatiecentrum Landoptreden. ‘Het gedrag van de burgerbevolking, een agressiever wordende tegenstander, drassig terrein, beperkingen door heuvels of maanlicht, plotselinge opstanden op straat.’
Leermomenten Volgens Welleman is een tweede kracht van TACTIS dat grote groepen leerlingen hun computer kunnen gebruiken en dat er dus heel veel leermomenten tegelijkertijd gecreëerd kunnen worden. Tijdens een patrouille is een groepscommandant met heel andere zaken bezig dan de bestuurder van bijvoorbeeld een YPR. Terwijl de commandant wordt getraind op zijn beslismomenten, het uitvoeren van verkenningen, contactleggen met andere voertuig-
cherig is. Kraus: ‘Omdat het toch een computerspel blijft, wordt vooral in het begin niet altijd serieus mee omgegaan. Maar naarmate ze het langer doen, weten ze wat ze eruit kunnen halen.’
DESDEMONA
De Leopard 2 simulator oogt exact hetzelfde als de besturingscabine van het echte wapensysteem
commandanten en het aansturen van de gevechtskracht van zijn groep, kan een bestuurder van de YPR zijn weg proberen te banen door drassig terrein. Niet alleen de virtuele wereld zorgt voor een goede training. Ook de binnenkant van de voertuigen wordt in TACTIS straks zo nagebootst dat de omgeving waarin getraind wordt, waarheidsgetrouw is. Zo ogen de simulatoren van de Leopard 2A6 en straks ook de CV90 exact hetzelfde als de besturingscabine van de echte wapensystemen. Op dit moment wordt op de Bernhardkazerne in Amersfoort druk gewerkt aan het TACTIS-gebouw dat nog dit jaar zal worden opgeleverd. Een groot deel van de TACTIS simulatoren komt in dit gebouw te staan en een deel van de simulatoren is mobiel en kan dus worden meegenomen tijdens oefeningen. Wachtmeester Tim Kraus, tankcommandant bij het Tweede Peloton, vindt de uitgebreide evaluaties die plaatsvinden na een actie een groot pluspunt. ‘Vandaag zijn we erachter gekomen dat de onderlinge communicatie tussen de commandanten niet altijd even goed verloopt. Nu kunnen we daar gelijk over discussiëren en verbeteringen aanbrengen.’ Sommige mannen in zijn peloton hebben nog nooit eerder met Steel Beasts gewerkt waardoor de sfeer eerst nogal la-
Ook om erachter te komen waar een nieuw te kopen voertuig toe in staat is, wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van simulatie. Overste Jan Klomp van het SEC: ‘De voertuigen die Defensie aankoopt, moeten vaak in barre omstandigheden nog steeds operationeel zijn. Het is daarom belangrijk om precies te weten waar een voertuig toe in staat is. Het is immers levensgevaarlijk om daar stapsgewijs in het veld achter te moeten komen.’ Niet alleen de voertuigen moeten worden uitgeprobeerd, ook de chauffeurs moeten met hun zintuigen kunnen ervaren wat het effect is van bijvoorbeeld steile bergen, snelheid of ongelukken. Om bewegingen en zintuiglijke waarneming te kunnen simuleren, ontwikkelde TNO in samenwerking met de Oostenrijkse firma Amst Systematik de DESDEMONA (Desoriëntatie Demonstrator Amst). Dit technische hoogstandje is in staat situaties na te bootsen waarbij gevlogen, gereden of gevaren wordt. De simulator heeft talloze bewegingsmogelijkheden en is in staat zintuigen te foppen. ‘Van de DESDEMONA kunnen we krijgsmachtbreed onze vruchten plukken. Er staan hierbij twee onderzoeksvragen centraal; wat voor simulator heb ik nodig om leerdoelen te halen? En wat zijn de grenzen van het voertuig? Als we deze kennis hebben voordat we beginnen met de verwerving van middelen, kunnen we exacte eisen stellen aan het simulatieprogramma van de fabrikant. Door de nieuwe DESDEMONA van TNO krijgen we dus eigen expertise op het gebied van bewegingssimulatie’, legt overste Klomp uit.
De DESDEMONA heeft talloze bewegingsmogelijkheden en is in staat zintuigen te foppen.
13
11 Tankbataljon REGIMENT HUZAREN VAN SYTZAMA GESCHIEDENIS
Het Regiment Huzaren van Sytzama zet de traditie voort van het in 1814 opgeheven Franse 14e Régiment de Cuirassiers. Deze was in 1810 voortgekomen uit het 2e Regiment Kurassiers, dat toen na de inlijving van ons land bij Frankrijk opging in het Napoleontische leger. Toen eind 1813 de Franse overheersing ten einde liep, wilde de latere koning Willem I een strijdmacht bijeenbrengen om de herwonnen zelfstandigheid te verdedigen. Daarom werden jonkheer W.F. Boreel en J.G. baron van Sytzama door hem aangezocht om ieder een cavalerieregiment op te richten. De door Van Sytzama geformeerde eenheid onderscheidde zich in 1815 in de slag bij Waterloo door een charge uit te voeren op de ruiterij van Napoleon. Tijdens deze strijd leed het regiment zware verliezen.
Landmacht brengt elk nummer een eenheid onder de aandacht in de rubriek ‘Eenheid in Beeld’. In deze allereerste aflevering is het de beurt aan 11 Tankbataljon Regiment Huzaren van Sytzama (11 Tankbat RHvS) uit Oirschot. Het bataljon viert dit jaar haar vijftigjarig bestaan.
In 1867 ontstonden bij een reorganisatie van de cavalerie vier gelijksoortige huzarenregimenten. Het 1e Regiment Huzaren (1 RH) vormde de voortzetting van de eenheid die in 1814 door Van Sytzama was opgericht. In de strijd tegen de Duitsers in mei 1940 onderscheidde 1 RH zich tijdens de gevechten bij het dorp Voorthuizen. Elk jaar worden op de tweede dinsdag in mei de gesneuvelden herdacht bij het in Voorthuizen opgerichte monument. In 1950 werd bepaald dat de nummerregimenten zouden worden vervangen door naamregimenten. Zo nam op 1 oktober 1951 het Regiment Huzaren van Sytzama de plaats in van 1 R.H. In 1953 werden 41, 42 en 43 Eskadron Zware Tanks opgericht en ingedeeld bij de Infanteriegevechtsgroepen. Deze eskadrons werden in 1957 samengebracht in 11 Tankbataljon, welke op 6 januari 1958 officieel in Oirschot werd opgericht. Het bataljon viert in mei zijn vijftigste verjaardag.
WAPENFEITEN Een tankbataljon is veelzijdig en breed inzetbaar. Dat blijkt wel uit de diverse missies waarbij het bataljon de afgelopen jaren is ingezet: IFOR I, SFOR III, SFOR X, SFOR XIV. Hierbij werden de tanks ontplooid in voormalig Joegoslavië. In Afghanistan worden de huzaren momenteel ingezet bij onder andere het PRT en de Battlegroup.
Huidige bataljonscommandant en tevens regimentscommandant: Luitenant-kolonel Gaspard Fiévez Huidige bataljonsadjudant en tevens regimentsadjudant: Adjudant André Koot
landmacht mei 2008
TRADITIES Dé traditie bij 11 Tankbat RHvS is Joris de Bok, die zijn eigen plekje op de dierenweide in Oirschot heeft. De huzaren van 11 Tankbat zorgen goed voor hem en bij belangrijke gebeurtenissen is hij erbij. De steenbok als traditie ontleent het bataljon aan het familiewapen van de majoor Leichleitner, die als eerste commandant van het regiment het veld in trok.
‘DOOR HET JUISTE TE DOEN, VREEST GIJ NIEMAND’ STANDAARDEN EN EMBLEMEN Hoewel in de loop der jaren de standaard zijn betekenis als veldteken - als verzamelpunt voor de strijdende troepen - verloren heeft, is de waarde ervan behouden gebleven. Nog steeds is de standaard het symbool van verbondenheid met vorst en vaderland en het zichtbare bewijs van vertrouwen dat het staatshoofd in het onderdeel stelt. Op de voorzijde van de standaard van RHvS staat: Waterloo 1815, Regiment Huzaren van Sytzama. Op de keerzijde staat het Nederlandse wapen met de twee leeuwen. Het huidige exemplaar is uitgereikt op 10 september 1954 door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard aan de toenmalige commandant van het Regiment, luitenant-kolonel J.H.W. Nix. Op het embleem van 11 Tankbataljon staat de beschermheilige St. George (Joris die de draak doodt.
BATALJON AAN HET WOORD
STANDPLAATS EN TAKEN 11 Tankbat RHvS is een gevechtseenheid die deel uitmaakt van 13 Gemechaniseerde Brigade. De cavaleristen van 11 Tankbat leveren met hun Leopard 2A6 tanks de noodzakelijke stootkracht voor de brigade. Met deze moderne gevechtstanks kunnen ze dag en nacht en onder alle weersomstandigheden optreden. Zij kunnen zelfstandig gevechtsacties uitvoeren, maar doen dit meestal in samenwerking met de infanterie, genie en artillerie. Tevens is het personeel in staat om uitgestegen en te voet op te treden. Het bataljon is gelegerd op de Generaal-majoor De Ruyter van Steveninck Kazerne in Oirschot.
LIEDEREN EN GEBRUIKEN Sytzama Lied Wij zijn huzaren genaamd Sytzama Blijven trouw aan het Standaard van het Regiment Officier, Korporaal, allemaal, Kameraadschap is voor ons het ideaal Met de tanks rijden wij door het land Radioverbinding met de commandant Nederland, Uw vrijheid is voor ons het hoogste goed Daarom strijden wij zoals het moet
Korporaal Dana Kroon
Wachtmeester der eerste klasse Franco Rombouts
Ritmeester Martijn Koolen
Gewondenverzorgster, B-eskadron
Stafonderofficier gevechtsinlichtingen Sectie S2
Stafofficier Operatiën Sectie S3
‘Ik ben als tanker begonnen en daarna doorgeschoven naar de functie van gewondenverzorgster. Werken bij het tankbataljon bevalt me nog steeds erg goed. Het is gezellig en iedereen helpt elkaar. Als vrouw ben je in de minderheid, maar ik heb daar absoluut geen moeite mee. Het is juist gezellig met al die mannen, ik ben gewoon één van hen, en zo word ik ook behandeld.’
‘In 1996 begon ik bij 11 Tankbataljon en sinds die tijd heb ik verschillende functies bekleed. Wat mij zo aanspreekt aan dit bataljon is het Bourgondische. Je zit hier echt in het zuiden: er hangt sfeer, het is gezellig, er wordt hard gewerkt en er is een sterke onderlinge verbondenheid. Ik ga binnenkort waarschijnlijk weg, maar zou op den duur graag terug willen komen!’
‘Ik ben begonnen als pelotonscommandant bij 42 Tankbataljon in Havelte. Niets ten nadele van die club, maar je merkt toch verschillen tussen het noorden en het zuiden van het land. Hier in het zuiden tussen de tanks voel ik mij op mijn plek. Als tanker ben je heel flexibel; mensen uit ons bataljon vind je bijvoorbeeld ook in het PRT, in een verkenningspeloton of bij de OMLT (Operational Mentoring Liasion Team). Doordat wij zoveel taken hebben, kost dat soms extra tijd en energie. We zijn veel op oefening en daardoor vaak van huis. Dat hoort er nou eenmaal bij. 11 Tankbataljon is een professionele eenheid met uitstekend personeel.’ 15
Basebeveiliging
Veilige thuishaven in risicogebieden Kamp Holland in Tarin Kowt is een van de veiligste en modernste compounds in te maken met de dreigingsanalyse die de MIVD voor de regio heeft gemaakt’, legt eerste-luitenant Patrick Bendijk, hoofd vakgroep bouwkunde van geniewerken bij 101 Geniebataljon in Wezep, uit. ‘In andere, veiligere regio’s, volstaat vaak een eenvoudiger constructie.’
Afghanistan. De genisten van de landmacht blijven ondanks dat continu op zoek naar innovaties in basebeveiliging en -constructie.
gen chtda ni a m d ju Lan i en 1 e m 31 hot Oirsc
Landmachtdagen:
Basebeveiliging, toen en nu Op de Landmachtdagen in Oirschot worden de meest innovatieve ontwikkeling in basebeveiliging tentoongesteld. Op een demoterrein wordt die vergeleken met de beveiligingsmiddelen uit de tijd van de missie in Libanon. Er is een terreindeel ingericht uit begin jaren tachtig, met concertina’s en boogtenten. Daarnaast is een mini-compound anno 2008 opgesteld, met bijvoorbeeld een kleine Opstent en een toegangspartij met roadblock.
landmacht mei 2008
In een risicovol missiegebied is een veilige thuishaven essentieel. Een hoge muur rondom een compound, een wachtpost ervoor en een rij uitgerolde concertina’s volstaan dan allang niet meer. De manier waarop de landmacht bases bouwt, is in de loop der jaren aan grondige veranderingen onderhevig geweest. Uitgekiende innovaties beschermen de militairen op Nederlandse bases voor moderne wapens en bij elk mogelijk dreigingniveau. Onze thuishaven in Uruzgan, Kamp Holland, is opgebouwd met de nieuwste materialen die de genie ter beschikking heeft. Het maakt de compound zo goed als mogelijk beveiligd tegen bedreigingen van buitenaf. ‘Die beveiligingsgraad heeft alles
Maquette Uit operationele veiligheidsredenen kan niet te diep worden ingegaan op de details van de beveiligingsmiddelen. Bendijk wil wel kwijt dat ‘Voor Kamp Holland erg goed rekening is gehouden met de persoonlijke veiligheid van onze medewerkers.’ Hoewel Kamp Holland dus een voorbeeld is van een zo veilig mogelijke compound, is het daarmee niet meteen een standaard maquette voor een basis in een ander uitzendgebied in de toekomst. Elke basis wordt immers op maat ontworpen en gebouwd. Geen kampement wordt zomaar in een woestijn opgetrokken. ‘De genie is altijd haar middelen aan het doorontwikkelen’, vertelt kapitein Monique van Leeuwen, verbonden aan het Kenniscentrum van de OTCGenie in Vught. ‘Steeds als er nieuwe wapensystemen bij komen, moeten wij weer iets bedenken om er iets tegen te doen. We kijken dan eerst naar de middelen die we al hebben. Daarbij wordt eigenlijk vaak gewoon het principe gehanteerd ‘hoe dik moet een muur zijn om dit wapen tegen te houden?’ ‘De wereld staat niet stil’ vult luitenant Bendijk aan. ‘Wij dus ook niet.’
Ingang Niemand komt zomaar door de poort van een compound. Bij de ingang is een grondige ingangscontrolepost ingericht. Kapitein Van Leeuwen: ‘De nieuwste vorm van controleposten wordt tijdens de huidige missie voor het eerst gebruikt. Daar is veel onderzoekaan vooraf gegaan.’ Die bestaat uit diverse barrières, een ingegraven roadblock en voertuig- en persoonsdoorzoekingsplaatsen.
Containers In veilige gebieden slapen, werken en eten militairen in boogtenten. In risicovoller gebieden worden echter speciale containers geplaatst. Deze kunnen worden gekoppeld tot chalets, zijn waar nodig gepantserd en beschermen zodoende tegen explosiegevaar. De Feldlagers, de officiële benaming van de alombekende FAB, worden gebruikt voor legering en het grootste gedeelte van de kantoorruimte. Ze zijn niet standaard gepantserd, maar kunnen wel additioneel worden voorzien van een stalen wand. Dan zijn er de modulaire Feldlagers, die redelijk grote ruimtes kunnen vormen als ze worden gekoppeld. Ze worden vaak gebruikt om briefing- of grote werkruimtes te bouwen. Beide typen zijn bestand tegen de blast van explosies en verder beveiligd met HESCO’s. De Ops-rooms, eetzalen, fitnessruimtes en Echo’s worden gehuisvest in pantsercontainers. Die zijn extra beveiligd door grote platen pantserstaal. Kapitein Van Leeuwen: ‘We hebben de afgelopen jaren heel veel materiaal ontwikkeld, beproefd en aangeschaft. Voor de missie in Uruzgan worden die innovatieve materialen voor het eerst grootschalig gebruikt.’
Pantserwachttoren Een andere, innovatieve manier om de pantsercontainer te gebruiken, is als karkas voor de wachttoren bij de baseingang. De container is in feite verbouwd en recht omhoog opgezet. De wachtpost is extra goed versterkt. Luitenant Bendijk: ‘De container steekt zes meter de lucht in, waar de wacht veilig uitzicht kan houden op het gebied.’ Andere wachtposten OP-HOOG zijn gebouwd op een nieuw soort steigermateriaal. Dat materiaal is uitermate geschikt tegen RPG-dreiging en andersoortige explosies.
HESCO De moderne zandzak heet in de volksmond HESCO (officieel: Bastion Defence Wall) en beschermt een compound van buitenaf tegen explosieven en andere bedreigingen. HESCO’s zijn grote textiel zakken met een metalen gaasconstructie. Die zakken, in verschillende formaten, worden gevuld met zand of steenslag en worden geplaatst rondom een basis en langs legeringcontainers.
‘De genie is altijd haar middelen aan het doorontwikkelen’ 17
De logistieke keten in kaart
Van Soesterberg naar
De logistieke opvoerlijn tijdens Onherbergzaam ‘Uruzgan verschilt zó van de gebieden waar de krijgsmacht voorheen actief is geweest’, vertelt luitenant-kolonel Peter Gielen, hoofd G4 Staf
de missie in Afghanistan is een CLAS (Operationele Logistiek en Verplaatsingen). ‘Het gebied ligt zesduizend ki-
lometer hier vandaan en is niet te vergelijken met bijvoorbeeld Bosnië, waar veel
traject met de nodige obstakels. materieel over de weg naar toe wordt getransporteerd, of met Irak, dat via de zee
te bereiken is. Uruzgan ligt midden in de bergen, er is nauwelijks infrastructuur
Hoe komt het dat materieel en de weersomstandigheden zijn extreem. Vliegtuigen kunnen hierdoor soms niet soms pas weken of maanden
landen, voertuigen komen vast te zitten in de modder, noem maar op.’
na aanvraag op de juiste plek Schakels De condities in het onherbergzame Afghanistan zijn slechts een van de
vele uitdagingen in de complexe logistieke keten. Die keten begint in Nederland,
arriveert? De belangrijkste oor- waar de aanvragen voor materieel binnenkomen (zie schema pag. 21). Gielen: ‘De zaken op rij.
logistieke bevoorradingsketen is zo sterk als de zwakste schakel. Er hoeft maar bij één schakel iets mis te gaan en je hebt een probleem. Het is al vaker benadrukt, maar logistiek is ontzettend belangrijk.’
Werkwijze Het logistiek personeel is georganiseerd in het Joint Support Detachement (JSD) en het Logistic Support Detachement (LSD). Het JSD opereert vanuit de basis Kandahar Airfield (KAF), voor een klein deel vanuit Kabul International Airport en sinds kort ook vanuit Kamp Mirage, Al Minhad in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), de eerste tussenstop voor personeel op weg naar Uruzgan. In het JSD is zowel landmacht- als luchtmachtpersoneel vertegenwoordigd. Zij maken de verdeelslag voor de goederen die naar de Air Taske Force (ATF) op Kandahar, Kamp Holland in Tarin Kowt en Kamp Hadrian in Deh Rawod moeten. De paarse samenstelling van het JSD is een pluspunt, maar volgens Gielen tegelijkertijd ook een punt van aandacht. ‘Tussen de werkwijzen van de KL en de KLu bestaan nou eenmaal verschillen. Denk alleen al aan de verschillende begrippen en afkortingen en de verschillende beheerssystemen die gebruikt worden. Dat kan misverstanden en dus vertraging opleveren. De samenwerking gaat steeds beter, maar daar is wederzijds begrip en tijd voor nodig.’
landmacht mei 2008
Tarin Kowt
24/7 Het in Tarin Kowt ondergebrachte LSD is een landmachteenheid en heeft dezelfde taken als het JSD, maar dan voor de eenheden bij de kampen in Tarin Kowt en Deh Rawod. Op beide locaties vindt overslag, registratie, (tijdelijke) opslag en verstrekking van materieel plaats. ‘Maar in Nederland werken we geen zeven dagen in de week’, geeft Gielen aan. ‘De situational awareness is in het uitzendgebied heel anders. Daar gaat het werk continu - 24 uur per dag, zeven dagen in de week - door. In het uitzendgebied kijken ze dan wel eens raar op als ze in het weekend niemand in Nederland kunnen bereiken. Een materieelaanvraag die op vrijdag is gefaxt, wordt op zijn vroegst maandag bekeken. Dan zijn we alweer drie dagen verder.’
Voorbeeld (snelle) opvoer:
De Personal Role Radio De Personal Role Radio (PRR) is een verbindingsmiddel (een radio) waarmee een groep onderling kan communiceren. Deze Single Switch PRR heeft een beperkt bereik. De Dual Switch PRR daarentegen kan worden aangesloten op een FM 9000, een geavanceerd verbindingsmiddel, waarmee het bereik aanzienlijk kan worden vergroot.
Levertijden In het meest gunstige geval kan aangevraagd materieel binnen drie weken op de plaats van bestemming zijn. In een minder gunstig geval kan het weken of soms maanden duren. De assen voor Patria’s bijvoorbeeld, hebben een levertijd van maar liefst acht maanden. Ook onderdelen voor de Bushmaster kunnen lang op zich laten wachten. Het bestellen van MB-onderdelen levert daarentegen juist nauwelijks problemen op. Hoe komt dat? ‘Twee belangrijke aspecten’, legt Gielen uit. ‘Ten eerste: is het materieel aanwezig? Als het niet op voorraad is, moet het besteld worden en daar zijn soms lange levertijden aan verbonden. Sommige artikelen raken snel op. Het verbruik van munitie bijvoorbeeld, wat sowieso een lange levertijd heeft, is de afgelopen periode sterk gestegen. Als een hele voorraad munitie verschoten is, duurt het even voor dit weer is opgevoerd. Ten tweede: hebben we het materieel zelf, of komt het van derden? Onderdelen van de Bushmaster bijvoorbeeld, komen uit Australië via de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in Nederland voordat ze naar Afghanistan gaan, terwijl we onderdelen van de MB in eigen beheer hebben. Bepaalde ladingen, zoals medicijnen en bloed, hebben overigens altijd voorrang en moeten in principe binnen 72 uur op hun eindbestemming in Afghanistan zijn. Ook post heeft prioriteit, en gaat daarom desnoods via civiele lijnen.’
De PRR – het woord zegt het al – is een persoonlijk uitrustingsstuk dat van groot belang is bij het uitgestegen optreden in Afghanistan: zoals voor de commandovoering met een beperkt zichtcontact bij pa-
trouilles, het real time informatie delen of optimale communicatie bij gevechtshandelingen.
Omdat
steeds
PRR Afgha-
meer eenheden gebruik van de maken, en omdat materieel in
nistan in hoge mate onderhevig is aan
2007 via een ver– Fast Track Procurement – 400 stuks PRR gekocht voor de missie in Afghanistan. De inmiddels binnengekomen PRR’s zijn via de logistieke lijn (zie schema) naar Uruzgan verstuurd en daar al in gebruik. slijtage zijn eind
sneld wervingstraject
Daarnaast zijn circa 3500 – zoSingle Switch als Dual Switch – PRR’s, inclusief reservedelen als antennes en headsets, aangeschaft voor de eenheden in Nederland die wel
aan het opwerken zijn voor de missie in
Afghanistan.
19
Aanbestedingsregels Ook kleding en schoenen zijn veel aangevraagde, maar niet altijd snel geleverde artikelen. Gielen: ‘Voor infanteristen waren 700 paar kisten aangevraagd, omdat zij zich op ondergrond verplaatsen waarvoor speciaal schoeisel geen overbodige luxe is. De schoenen bleken erg populair. Ook militairen die niet buiten de poort komen en militairen in Nederland bestelden de schoenen. Binnen de kortste keren was het KPU-bedrijf door haar voorraad heen. Daarnaast kleden we meer mensen, zoals werkbezoekers, compleet in deserttenue en met kisten. Dat was niet helemaal in de planning meegenomen. Iedere commandant bestelt het liefst alles voor zijn mannen en vrouwen. Maar zoveel spullen zijn er niet. En ze zijn, als de voorraad op is, ook niet zo snel aan te kopen. Het KPU-bedrijf heeft bijvoorbeeld te maken met de Europese aanbestedingsregels.’
Zeevervoer De logistieke keten naar Afghanistan loopt zowel door de lucht, over water als over de weg. Luchtvervoer krijgt de voorkeur omdat dit de snelste manier is, maar het is tegelijkertijd ook het meest kostbaar. Soms wordt echter, vanwege de kosten maar ook vanwege de hoeveelheid en het soort materieel, gekozen voor zeevervoer. Schepen worden dan beladen in de haven van Rotterdam of Antwerpen en komen aan in Pakistan. Vanaf daar gaat de vracht over de weg. Gielen: ‘De reis van Soesterberg naar Kandahar duurt al 36 dagen. Dat is exclusief de aanvraagperiode en de reis van Kandahar naar verder gelegen gebieden. De terugreis duurt nog langer, minimaal 55 dagen, omdat de opmaak van documentatie voor douane en dergelijke in Afghanistan meer tijd kost. Voor zeetransport wordt daarom zo min mogelijk gekozen en eigenlijk alleen als het om materieel gaat dat even gemist kan worden.’
Vliegbeperkingen Maar ook luchttransport kent beperkingen. Luchttransport is afhankelijk van het weer, de beschikking over voldoende toestellen, en de wet- en regelgeving in andere landen waar naar toe gevlogen wordt of waarvan de vlieger het luchtruim passeert. Daarnaast kost het aanvragen van een vliegtuig bij de Defensie Verkeers en Vervoers Organisatie (DVVO) tien werkdagen extra, omdat ten aanzien van bepaalde artikelen zoals gevaarlijke stoffen, olie, smeermiddelen en munitie, het toestel pas aange-
landmacht mei 2008
vraagd kan worden als bekend is wat voor soort en hoeveel vracht er meegaat. Dit is meestal pas bekend als het materieel daadwerkelijk in Soesterberg binnen is. De G4 onderzoekt momenteel mogelijkheden om dit te veranderen. ‘We gaan proberen een trend in de opvoer van materieel in kaart te brengen’, zegt Gielen. ‘Dat houdt in dat we onderzoeken of bepaalde artikelen in bepaalde periodes of gedurende bepaalde situaties meer worden aangevraagd, zodat we het transport al eerder kunnen aanvragen. Als dat mogelijk is, kan de levertijd worden verkort.’
Tracking & Tracing Om in de gaten te houden waar het aangevraagde materieel zich in de logistieke keten bevindt, maakt Defensie gebruik van het interim Defensie Tracking & Tracingsysteem (iDT&T). Dit is een systeem dat verzonden artikelen opzoekt en volgt. Eigenlijk net als een postpakketje waarvan je op internet volgt wat de ‘status’ is. ‘iDT&T werkt steeds beter, maar toch vragen mensen zich nog vaak of waar hun spullen zijn’, aldus Gielen. ‘De meest voorkomende problemen zijn het niet scannen van goederen, het niet labelen van goederen, het ompakken van goederen zonder dit te registreren, het niet goed invoeren van gegevens, gebrekkige communicatie tussen locaties, aanwezigheid van oude labels en systeemfouten. In het missiegebied is niet te zien waar de spullen zich bevinden als er in Nederland niet goed ‘getrackt en getraced’ wordt. En dat geldt andersom natuurlijk ook.’
Discipline ‘In feite kan het fout gaan bij elke schakel waar mensen aan te pas komen. Niet het systeem, maar de mens is vaak de failing factor. Discipline is daarom van belang. Een voorbeeld: als formulieren in het Nederlands ingevuld worden, zijn deze voor een Pakistaan in de haven Port Quasim niet te begrijpen. Die legt de papieren opzij, met als gevolg dat de goederen soms weken blijven staan. In landen als Pakistan en Afghanistan verandert de regelgeving bovendien nogal eens. Dat werkt ook niet bevorderend.’ De overste besluit: ‘Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen, die echter wel het traject tot stilstand kunnen brengen. Kennis, ervaring en discipline moeten aanwezig zijn bij elke schakel in de logistieke opvoerlijn.’
‘Discipline is een in het lo
Ja - 310 Matlogpel Als het materieel aanwezig is, wordt het, met ondersteuning van DVVO, van het AGB naar 310 Materieel en Logisitiek Peloton in Soesterberg gebracht. Daar wordt het verder klaargemaakt voor het gewenste transport (zee- of luchtvervoer). 310 Matlogpel - Vliegbasis Eindhoven Het materieel wordt op het gewenste moment voerd en daar ingeladen in het vliegtuig.
naar vliegbasis
Vliegbasis Eindhoven - Kandahar (KAF) Het materieel wordt - anders dan personeel indien mogelijk naar TK gevlogen.
rechtstreeks naar
Kandahar (KAF) - Tarin Kowt (TK) Vanaf KAF wordt het materieel naar TK of gereden. Tarin Kowt (TK) - Deh Rawod (DR) Vanaf TK wordt het materieel via wegvoerd.
Eindhoven
KAF,
ver-
of
of andere bestemming gevlogen
of luchttransport naar
DR
ver-
Algemeen Goederen Bedrijf - ja, in voorraad of nee, niet in voorraad Een van de belangrijkste vragen in de logistieke keten: is het materieel aanwezig? Dit bepaalt voor een groot deel de tijd die het in beslag neemt. Is het aanwezig, dan kan het snel gaan. Indien het zeer hoge prioriteit heeft, soms zelfs binnen een dag. Is het materieel niet aanwezig en moet het aangevraagd worden, dan kan het lang duren; weken, soms maanden.
Aanvraag klant
vereiste ogistieke traject’
Aanvraag klant - Algemeen Goederen Bedrijf (AGB) De ‘klant’ (eenheid, individuele militair) doet vanuit het missiegebied een aanvraag voor bepaald materieel bij het Algemeen Goederen Bedrijf (AGB). Dit mogen alleen geautoriseerde artikelen zijn. Deze staan op een lijst staan van goedgekeurde artikelen die naar het missiegebied gestuurd kunnen en mogen worden.
Nee - Melding naar klant en G4 Als het artikel niet aanwezig is,
krijgt de klant hiervan een melding.
volgens wordt door de klant melding gedaan aan
(Operationele Logistiek en Verplaatsingen).
VerSectie G4 / Staf Clas
Melding G4 - verdere mogelijkheden De G4 onderzoekt vervolgens of er andere mogelijkheden zijn om het materieel toch te kunnen leveren. Bijvoorbeeld via andere krijgsmachtdelen (d.t.v. J4 DOPS) of civiele bedrijven.
Verdere mogelijkheden - 310 Matlogpel Indien het materieel via een andere weg verkregen kan worden, start het normale traject na levering. Wordt het materieel geleverd door DMO, dan loopt dit via het AGB en 310 naar Eindhoven en vervolgens Afghanistan. Indien levering door een militaire eenheid, dan wordt het via 310 afgeleverd naar Eindhoven en Afghanistan. Noot: Sommige artikelen, zoals bloedproducten, worden vanwege hun kwetsbaarheid direct vanuit het depot afgeleverd op Eindhoven.
21
Het Uruzgan Medical
De Role-2 op Kamp Holland Het Uruzgan Medical Centre is het militaire ziekenhuis op Kamp Holland, ook wel aangeduid als Role-2 ‘Enhanced’. Dat betekent dat het om een uitgebreide versie van dit type ziekenhuis gaat. De primaire taak van de 55 medewerkers van de Role-2 is de verzorging van de ISAFmilitairen en andere coalitietroepen. Daarnaast zijn ze verantwoordelijk voor de bevoorrading van de Role-1 in Deh Rawod (een medische hulppost die voorziet in de eerstehulpverlening), en de afvoerploegen van de verschillende eenheden. Een andere belangrijke taak van de Role-2 is het leveren van noodhulp aan de plaatselijke bevolking. Het merendeel van de traumapatiënten die worden behandeld is Afghaan: gemiddeld vijftig per maand, waarvan een kwart kinderen. De dagelijkse leiding van het hospitaal is in handen van de commandant hospitaal, de Senior Nursing Officer en een Hoofd Inwendige Dienst. Het personeel van het hospitaal bestaat voor het grootste gedeelte uit militairen van 400 Geneeskundig Bataljon uit Ermelo. De ploeg wordt aangevuld met een Nederlands- of een Australisch specialistenteam, waar onder meer een chirurg, een intensive care verpleegkundige en een anesthesist deel van uitmaken.
landmacht mei 2008
Het ziekenhuis heeft de volgende geneeskundige modules: spoedeisende hulp (SEH) twee operatiekamers Intensive Care Unit (operatiekamers en ICU zijn gebouwd in bunkers zodat operaties altijd voortgezet kunnen worden) recovery verpleegafdeling met veertien bedden fysiotherapie polikliniek huisarts tandarts Verdere geneeskundige ondersteuning wordt verzorgd door: de opname- en ontslagploeg het klinisch chemisch laboratorium de bloedbank radiologie en echografie sterilisatie de bevoorrading geneeskundige dienstgoederen (Bevognkd) de apotheek het mortuarium de nutsgroep (draagt de verantwoordelijk voor voldoende elektra en water) de geneeskundig instrumentarium technicus (Gitter)
De medewerkers van het Uruzgan Medisch Centrum op Kamp Holland, de Role-2, moeten stevig in hun schoenen staan. De militairen zien dagelijks veel ellende voorbij komen. Drie jonge “genezeriken” vertellen over hun heftige maar ook dankbare taak in Uruzgan. ‘Je moet er nuchter onder blijven.’
Centre ‘Je leert hier enorm veel’ ‘Op de Spoedeisende Hulp (SEH) weet je nooit wat de ochtend-, avond- of nachtshift zal brengen. Het is afwachten tot een melding binnenkomt. Het drukst hebben we het met de verzorging van de lokale bevolking. Regelmatig staan er Afghanen die medische hulp nodig hebben aan de poort van Kamp Holland. Bij een spoedmelding haast een medisch team zich naar de poort. Daar voert de arts een eerste check uit bij de gewonde en bepaalt of deze moet worden opgenomen. Laatst werd een “spoedgeval” door iemand anders op de rug binnengebracht. Veel Afghanen moeten van ver komen, maar beschikken niet over een vervoersmiddel. Door die lange reistijd gaan wonden ontsteken, waardoor de situatie alleen maar erger wordt. Op de Spoedeisende Hulp heb ik de functie van omloper
of van schrijver. Als omloper assisteer ik de dienstdoende arts en verpleegkundige. Ik bereid dan onder meer de aanleg van infusen voor en help bij het stelpen van bloedingen. Als schrijver is het mijn taak om de status van een patiënt, zoals bloeddruk en hartslag, bij te houden. De eerste week dat ik op de SEH aan de slag ging, moest ik echt even schakelen. De eerste patiënt die ik zag, had een verwonding aan zijn voet als gevolg van een explosie. Toen moest ik even slikken. Maar gelijk daarna ging ik aan het werk. Die mensen hebben onze hulp immers nodig. Ik vind het nog altijd moeilijk als er kinderen worden binnengebracht. Zij zijn de onschuldige slachtoffers van de oorlog. Dat raakt mij nog meer dan het leed van een volwassene. Zwaar zijn ook de momenten wanneer je een zwaargewonde niet verder
korporaal ruben (24 jaar), ptls’er (primary trauma life support) op de spoedeisende hulp. volgt opleiding tot verzorger individuele gezondheidszorg role-2, kamp holland
meer kunt helpen. Laatst werd een Afghaanse militair van de ANA (Afghan National Army, red.) naar de SEH gebracht met zwaar hersenletsel. De verwondingen waren zo ernstig dat behandeling niet meer mogelijk was. Het idee dat je iemand niet meer kunt helpen is loodzwaar. Gelukkig kunnen we over dit soort situaties onderling goed praten. We vormen een hecht team. We bespreken iets net zolang tot je het uit je hoofd kan zetten. Iedereen houdt elkaar goed in de gaten. Ik denk dat ik bij terugkomst in Nederland weer even moet wennen. Je kunt in Nederland nog zoveel oefenen, het echte werk hier is eigenlijk met niets te vergelijken. Maar je leert zo wel enorm veel.’
23
korporaal der eerste klasse anouk (24 jaar), ptls’er en verzorger individuele gezondheid (vig), op de spoedeisende hulp, role-2, kamp holland
‘Soms krijg je met absurde situaties te maken’
‘We zien hier veel slachtoffers van geweld. Daar zitten vaak kinderen bij. Dat is een van de aspecten die dit werk extra moeilijk maakt. Kinderen van maar vijf of zes jaar oud waarvan een arm of been moet worden geamputeerd. Onlangs nog werd een compleet uitgedroogd baby’tje van zeven maanden binnengebracht. Die lege holle blik in de ogen van het kindje was echt choquerend. De ouders moesten van ver uit de omgeving komen. Het jongetje heeft het helaas niet gehaald. Soms krijg je met absurde situaties te maken. Er werd een twaalfjarig meisje binnengebracht dat al veel te lang met een acute blindedarmontsteking rondliep en daardoor een geperforeerde darm had. De situatie was ernstig en ze moest meteen onder het mes. Haar moeder weigerde. Omdat de operatie een litteken zou achterlaten vreesde de moeder dat haar dochter niet meer
landmacht mei 2008
uitgehuwelijkt kon worden. Ze zag de ernst van de situatie niet in en dacht dat er wel een pilletje voor zou zijn. Toen we vertelden dat haar dochter absoluut geopereerd moest worden, vertrokken ze weer, onder het mom van Inshallah: “als Allah het wil komt het goed”. Daar kunnen we verder niets mee, je moet ze laten gaan. Twee dagen later stonden ze opeens weer aan de poort. De moeder had gelukkig ingezien dat opereren nodig was. Ondanks de geslaagde operatie ging het steeds slechter met haar, maar blijkbaar heeft ze een enorme overlevingsdrang. Binnenkort kan ze naar huis. Je houdt dit werk alleen vol als je elkaar goed in de gaten blijft houden; er voor elkaar bent. Wanneer het even teveel wordt, is er meestal wel iemand die je aflost. Als ik bijvoorbeeld een heftige dag als omloper heb gehad,
kan ik de volgende shift als schrijver aan de slag. We maken hier allemaal hetzelfde mee, waardoor we elkaar goed begrijpen. Het is belangrijk alles een plekje te geven. Bij het overlijden van een patiënt kan het helpen om een laatste keer te gaan kijken om het af te sluiten. Het klinkt misschien raar maar je bouwt een bepaalde routine op. Je raakt gewend aan de nare dingen. Soms moet de knop even om, maar daarna ga je aan de slag. Vaak doet het verhaal van een persoon me meer dan vreselijke wonden. Ik moest bijvoorbeeld de jas van een man openknippen om zijn verwondingen bloot te leggen. Bleek het de enige jas te zijn die de man bezat. Het is hier echt een totaal andere wereld.’
soldaat der eerste klasse denise (19 jaar), ptls’er op de verpleegafdeling role-2, kamp holland
‘Je moet er nuchter onder blijven’ ‘Ik zal waarschijnlijk nooit kunnen wennen aan de geur van verwondingen. Zeker als deze ontstoken zijn, is het geen pretje. Eén keer heb ik een wond moeten verzorgen waar de maden in rondkropen. In Nederland worden we natuurlijk goed opgeleid, maar wat je hier soms tegenkomt is met niets te vergelijken. Ik houd me op de verpleegafdeling van de Role-2 bezig met de verzorging van de patiënten. Ik leg verbanden aan, zorg voor de verschoning en geef hun eten. Eigenlijk doen we hier alles wat met de verzorging in en rond het bed te maken heeft. Ik ben pas negentien en daarmee de jongste collega op de Role-2. Je ziet soms de meest afschuwelijke verwondingen voorbij komen. Armen die nog voor de helft vast aan het lichaam zitten heb ik al een aantal keer
gezien. Veel amputaties. Daar moet je professioneel mee om kunnen gaan. De meeste mensen die wij verzorgen spreken een andere taal. Om toch duidelijk te maken wat we bedoelen, gebruiken we een lijst met Afghaanse woorden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld aangeven dat ze pijn hebben. Met non-verbale communicatie kom je ook een heel eind. Wat mij telkens weer opvalt, is de hoge pijngrens van de Afghanen. Ze kunnen enorm veel verdragen, dat is soms wonderbaarlijk. Typisch is ook dat we meer mannen dan vrouwen behandelen. Vrouwen mogen van hun man vaak niet naar een ziekenhuis. De mensen zijn ook hard van zichzelf. Laatst werd er een kindje binnengebracht met brandwonden aan de handjes en voetjes. Het leek er verdacht veel op dat het niet per ongeluk was gebeurd. Je hebt vermoedens, maar
daar kun je verder niets mee. De werkdruk is wisselend. Het kan ineens erg druk zijn. Laatst hadden we elf patiënten tegelijk. Voor een klein ziekenhuis is dat veel. Dan ben ik druk. Maar dat heb ik liever dan dat er niets te doen is. Als het druk is gaat de tijd sneller. Ik kan goed met de nare kant van dit werk omgaan. Je kunt je al die gevallen niet persoonlijk aantrekken. Dan krijg je een hele zware uitzending. Ik probeer er nuchter onder te blijven. Een groot voordeel van dit werk is de waardering van de mensen die je helpt. Ze zijn altijd erg blij met de spullen die wij ze geven. Sommige patiënten willen hier zelfs niet meer weg.’
25
landmacht april mei 2008 2008
‘Zorg kan en moet nóg beter’ Personeel is het meest kostbare bezit van de Koninklijke Landmacht. Goede zorg voor de eigen werknemers is daarmee van het grootste belang. Het Personeelscommando (Persco) van de KL gaat op zoek naar verbeterpunten in de zorg vóór, tijdens en na uitzendingen.
Met de inzet in Afghanistan is de behoefte aan (individuele) zorg en begeleiding voor het militaire personeel nog meer gestegen. De keten van zorg en nazorg wordt gevormd door vele instanties en betrokkenen, zoals het thuisfront, commandanten, artsen, geestelijk verzorgers (gv’ers), maatschappelijk werkers, et cetera. Samen vormen deze “spelers” de zorgketen. De zorg begint wanneer een militair wordt aangenomen en aan zijn of haar opleiding begint en duurt voort tot en met de periode na actieve dienst, het veteraanschap. ‘Iedere speler in de zorgketen heeft het beste met de militair voor, daar ben ik van overtuigd’, vertelt brigadegeneraal Henk Jan Maijers, commandant Persco. ‘Maar in de keten gaan ook dingen mis.’ Volgens Maijers, sinds december vorig jaar commandant Persco, zijn taakverdeling en informatieoverdracht hierbij de sleutelwoorden. ‘Het is niet altijd duidelijk wie welke taak vervult. Soms gaat een functionaris een gesprek aan met een militair, terwijl een andere speler in de keten dit eigenlijk had moeten doen. Of het gebeurt andersom, dubbel, of helemaal niet. Ook komt het voor dat informatie over de situatie van een militair niet terechtkomt bij volgende schakel in de keten, bijvoorbeeld van het Sociaal Medisch Team (SMT) in het uitzendgebied naar het SMT van de eenheid in Nederland.’
Onder de noemer ‘Zorg in evenwicht. Blik op de zorgketen’ onderzoekt projectleider Paul van Selm van Persco waar zich in de huidige zorgketen eventuele zwakke plekken bevinden. Hij stelt vervolgens een advies op hoe de zorgketen inhoudelijk en bestuurlijk kan worden verbeterd. Generaal Maijers: ‘Zonder op het onderzoek vooruit te lopen, verwacht ik dat het zwaartepunt voor verbeteringen zal liggen in de periode ná de uitzending. Voor en tijdens de uitzending verloopt de zorg over het algemeen naar wens. Maar na de uitzending wordt een militair weer individu. Informatie uit het uitzendgebied, waar zorgverleners in Nederland juist zo’n behoefte aan hebben, komt soms niet of veel te laat aan.’ ‘Wanneer het om mensen gaat, spreek ik niet graag over protocollen, maar in dit geval zijn ze wel nodig’, vervolgt Maijers. ‘Taken moeten vastgelegd worden, het moet duidelijk worden wie wat doet. Het mag bijvoorbeeld niet zo zijn dat zorgverleners elkaar in de wielen rijden, wanneer ze een militair bijstaan. Ondanks dat beide partijen hun uiterste best doen, daar ligt het niet aan. De afgelopen jaren is al veel vooruitgang geboekt, maar zorg is zo’n belangrijk onderwerp; dat kan en moet nóg beter.’
27
Militair personeel bevorderd
Actieve dienst verlaten
generaal-majoor J.A.C. de Ruiter (gn),
sergeant / wachtmeester C.T.U.A. van Schagen (inf)
generaal-majoor A.C.J. Besselink (technische staf)
kolonel H. Bouman (log ma), M. Nooijen (mjd), G.S. van der Voet (gn), M.H. Wijnen (gn)
korporaal der eerste klasse C.J. Aasman (inf), A. Al-Abbudi (art), M. van Alphen (cav), D. Andriessen (cav), L. Arrîghi (log gnkd), T.A. Baar (log b&t), P.H. Bakker (inf), T. Bangma (log b&t), R. Barrientos De Reus (inf), W.P. Beemster (log b&t), S. van den Berg (log gnkd), D. Binnendijk (log b&t), J.J. Blanken (log td), A. Bloemberg (inf), J. Bodelier (cav), H.J. Boersma (log gnkd), M. Bomer (log gnkd), E. Boon (log gnkd), T.H. Bracht (inf), D.J. van Breet (log gnkd), A.J.J. Brinkman (log gnkd), W. van den Broek (cav), R. Brons (log td), H. Brouwer (log gnkd), B. de Bruin (inf), R. de Bruin (inf), J. Buis (log gnkd), W. Burghgraef (log td), M.L.J. Claessen (log ma), D.E. Cordilia (log b&t), M.J.M.H. van Daalen (inf), J. Diender (inf), W.G. van Dijk (log gnkd), K.M.W. Dirks (cav), M.K. Don (vbdd), L. Donkers (log gnkd), G. van Dooren (art), P. Duijf (log b&t), F. Eleveld (log b&t), J.R. van Es (gn), D.J.H. Frencken (log b&t), G. Gemmel (log b&t), D.W.P. Gerrits (log gnkd), J.G. Gerritsen (log gnkd), B.J. de Graaff (inf), S. Grijpstra (log td), J. Groot (inf), G.J. de Gruijter (inf), J.R. de Haas (vbdd), R. Hack (inf), J.S. Hagen (log b&t), R. Hallmann (vbdd), M. Hanneman (inf), R. Hazen (log gnkd), J. Heddes (log td), M. Henneke (log td), M. Heule (gn), D. Hiemstra (gn), N. Hollerman (log b&t), T.A.G. Hoppenbrouwers (log gnkd), R. van Houten (cav), J.B. Hoving (inf), J.A. Huijser (log td), H.A.B. Huisman (art), B. Huitema (cav), K. Jacobs (log td), W. de Jager (cav), M. Jansen (inf), M.P.F. Jansen (inf), I. Janssen (log gnkd), R. Janssen (log b&t), A.A.R. Keijzer (log b&t), M.S. Kerdijk (log b&t), R. Kerstholt (log ma), A. Khairouni (log b&t), M.F.M. Kievith (inf), S. Kleijn (inf), M.L. Kloosterman (inf), V.S. Kluvers (inf), R.M.M.E. Koens (art), M. van Kooten (inf), C. Kootstra (cav), R. Kortsmit (cav), O. Kruijssen (vbdd), J. van der Laan (log td), S.B. Laus (art), A.H. Leeuw (gn), E.W. van ’t Leven (log gnkd), Y. Lodder (log b&t), R.A.M. Luijten (inf), P. van der Mark (cav), R.A.M. Martens (inf), J. van de Meer (log gnkd), R. Meijer (gn), P.F. Meijs (art), B. Middelkoop (inf), B. Mink (inf), A. Moed (log td), M. Mooijman (inf), D. Mulder (inf), B.L. Nijdam (inf), K. Norbart (inf), P.T.M. Olsthoorn (gn), R. Oosterik (log gnkd), N.J.F. van Orsouw (inf), C.F.J.A. van Oursouw (inf), J. Out (inf), J. F. Panneflek (log td), Y. Peeperkoorn (cav), R.N. Peeters (inf), M.B. Pijl (log td), M.J.F. van de Pol (log b&t), R. Pruisscher (vbdd), R. Raciti (log td), J.A. Ramkhelawan (log ma), D. Reintjes (log gnkd), H. Rietveld (gn), P.J. Roelandschap (log gnkd), J. Roelofs (inf), J. Roelofs (gn), B. Rokebrand (log td), M. Rolff (log td), J.M.J. Roox (log gnkd), D. Rotman (inf), J.K.A. Sanderse (inf), J.E. Schaufeli (cav), J.R. Schenk (cav), T. Scheringa (inf), M.E.G. Schoffelen (log b&t), M. Schul (log b&t), F.H.C. Schuller (cav), D.R. Schuur (log gnkd), P.J. Serne (art), E.R.C. Simon (inf), P.V. Smeets (vbdd), J.P. Smit (cav), N. Smits (inf), J. Smoorenburg (log gnkd), M. van Soelen (art), M. Somsen (gn), D. Spaans (log gnkd), W.J. van der Spek (gn), R. Spoor (log gnkd), J. Sprokkereef (art), K.J.B. Starmans (log gnkd), P. van der Stege (inf), D. Straten (cav), D.D. Strijk (inf), P.G.C. Swiebel (inf), M. van Swigchem (inf), R.L.D. Taihuttu (log ma), J. Terpstra (cav), M. Timmer (inf), B. Tromp (log b&t), M.H. Ursem (log gnkd), R. Vaartjes (gn), P.A.M. Verhagen (inf), D. Verhulst (cav), R.A.C. Vermaas (inf), E. Vierwind (log gnkd), W.J. Vink (inf), S.H.E. de Vlam (inf), M. van Wakeren (log td), M. van der Wal (inf), F. Walinga (log gnkd), R. van Waveren (inf), M. Weijer (inf), G. Wespel (log td), A. Westrik (inf), J. van Willigen (log gnkd), R.J. Winkel (cav), R.J.G. Winklaar (log gnkd), T.G.H.F. Wismans (inf), D.A.C.J. Wouters (inf), D.P. Zevenbergen (log gnkd), M.A.G. van der Zanden (inf), R.A.T. Zijsveld (inf), A. Zwiers (inf)
brigadegeneraal L.R. Knol (log b&t)
luitenant-kolonel A.A. van der Bend (technische staf), T. de Boer (inf), R.W.C.R. Daalman (art), M. Groenewoud (log b&t), C.J.C.H. de Haan (cav), C.J.M. Haarselhorst Van Den Goorbergh (vbdd), W.J.P. de Kant (lua), M.R.C. van Ockenburg (art), M.W.A.M. Roelen (art), A.G.H.M. Schoonderbeek (gn), H.G.J. Steenbergen (log gnkd), L.F. Vingerhoed (log b&t) majoor T.A.M. van den Berg (gn), A.J.H. Cremers (log b&t), M. Delfgou (inf), L. Delleman (inf), P.R. Gaspersz (inf), L.H. Hamers (inf), N.P.J. Hoogerwerf (vbdd), M. Öge (vbdd), C.J.M.L. van der Pluijm (vbdd), N.O. Roelen (cav), E.J.M. Roerdink (inf), A.J. Soons (log gnkd), R.A. Steijn (inf), D. Suurbeek (log td), J.H. van Tilborg (log b&t), P. Vissers (log gnkd), D. Zielman (lua) kapitein / ritmeester R.J. Aarten (art), M.A. Alderden (cav), R.N. But (log b&t), J.H. Dijkstra (vbdd), T. Dijkstra (log b&t), M.P. Doree (art), P.H.M. Koopmans (inf), J.J. van de Kreeke (log td), L.J.A. van Meer (gn), H.P. Nuijten (art), J. Overheul (art), R.D.C. Piket (log b&t), J. Schmidt (log ma), M. Spies (inf), A. Tolstra (log b&t), H.J. Veltink (log td), N. Verhoef (inf), K. Wezenberg (art), K.J. Zeldenrijk (inf) eerste-luitenant T.J.G.M. van Beuningen (log td), R.J. Broekhof (log ma), H.V.J. Degen (log td), C.W. van Dooren (vbdd), J.W. Elsinga (log td), H.F.T.M. van den Ende (log ma), J.J. Euving (cav), P.F. Geway (cav), J.I.M. Grispen (inf), J.C. van Hoorn (gn), J.A. Lubberman (vbdd), R. van der Meer (cav), J. Sealiti (vbdd), R.W. Stolwijk (log ma), A.J.H. Wesselink (inf) adjudant J.J. Bloemendal (log b&t), A.L.S. Brouns (art), R. van Dantzig (lua), A.J. van Dijke (log td), C. van Donkersgoed (log b&t), J.H.C. van Hest (log td), R. van Laar (cav), G.J. Lodder (inf), H.J.A. Merks (log b&t), P.H.A. Moeskops (vbdd), J.B.M. Pluis (vbdd), H.B. Remy (inf), A. Roos (log b&t), J.W.F. van Sambeeck (inf), R.T. Schoppink (vbdd), R.P. Splinter (log b&t) sergeant-majoor / opperwachtmeester C.A.R. Amade (gn), S.D. Bekkema (art), R.J.W. Brons (log b&t), E.A. de Freitas (vbdd), J.A.E. Janssen (inf), B.S. Klas (log gnkd), D.P. Krul (log b&t), A. Mulder (log gnkd), M.R. Olthof (art), S.J. van der Roest (log td), P. Slingerland (log b&t), M. Smulders (gn), A.A.A. Szlanina (inf), F.J. van Tongeren (log td), J.D. Trenning (art), R. Vellekoop (inf) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klassse H. Afkir (vbdd), J. van Bergen (lo/sport), L.R. Bijl (vbdd), V. Boer (log td), B. Bouhtat (log ma), R. Broekman (vbdd), M.T.H. Broné (lo/sport), R. Bruijne (cav), S.R. van de Bunt (vbdd), A.S.E. Cruijsberg (vbdd), A.M.C.D. Droste (vbdd), H. van Elburg (lua), B.M.J.M. Ghijsen (cav), B.A.V. Gorter (cav), J.A. Hartog (lo/sport), B.L.H. Hoedemakers (log ma), J. Huijsers (vbdd), J. van IJzendoorn (log b&t), M.L.C. de Jong (vbdd), M. van Kesteren (lo/sport), R.A. Kuiper (lo/sport), N.M. Kwee (lua), K.J.A. Lamers (lo/sport), A.A. Lanting (cav), D. Lindt (cav), B. Lubbers (cav), V.O. Marsman (vbdd), G.J. Meijer (cav), A.P.A. Peeters (log td), F. Plaggenborg (lo/sport), E. Reiber (inf), M. de Ridder (log td), A.D. van Seters (log td), H. Smeets (log ma), R. Sprengers (vbdd), D. Vastenholt (log b&t), M. Weideman (log td), C.P. Wentink (cav), C. Wolf (inf)
landmacht mei 2008
kolonel G. Bikker (gv), M.H.J.Q. Holland (art), D.A. Ligtenstein (log gnkd), P.M.C. Winckelmolen (art) luitenant-kolonel J. Beuckens (log ma), A.J. Derksen (inf), R.W.B. Guit (inf), M.J.J. Jansen (cav), F. Luiting (vbdd), A. Regtien (ts), G.J.F. Smoorenburg (log b&t), H.J.M. Vanherle (vbdd) majoor R.G.L. Francissen (gn), R.W.P. van der Heijden (mpsd), P. Hordijk (inf), P.C. de Jong (gn), A.P.C. Kuin (log gnkd), R.E. de Nas (gn), R.P. Offerman (log b&t), C. Ommeren (log b&t), F.A. Smits (vbdd), C.J. Verhoog (inf), A.L. Vogels (log gnkd), H.M.W. Vromen (art) kapitein / ritmeester I.G. Ankone (art), M. Boer (art), G.J.A. de Guijtenaere (inf), J.C.M. Granneman (log gnkd), G. Krijgsman (log td), M.W. Leeuwen (cav), B.A.J. Manders (lo&s), R.J. Markslag (art), C.S. de Smit (vbdd), A.J. Stinis (inf), H.J. Teunissen (log ma), J.E.B. Veenvliet (log b&t), J.P.M. van de Ven (gn), P. van Vliet (log b&t) eerste-luitenant R. Eversdijk (inf), J.A.R. Jacobs (log gnkd), K.F.A. van der Kort (art), K. Tiemessen (log ma) adjudant R.H. Bernard (lo&s), P. Brouwer (log td), T.G. Buijs (art), P.W.G. Dierx (art), A. de Haan (log td), J.W. Hoenselaar (log b&t), F.J. Klinkenberg (lo&s), F.L. Legierse (log b&t), M.R. Molenbroek (log td), R. Mutters (art), S.S. Ottema (log b&t), J. Pol (cav), H.J.A. Raaijmakers (art), E.G.B. Rijntjes (log b&t), R.E. Rookus (vbdd), J.P.P. Schrader (gnkd), C.J.A. Vader (log b&t), J. van Wette (inf), IJ. Zuiderveld (log gnkd) sergeant-majoor / opperwachtmeester P. den Braber (log gnkd), R.K. van der Geest (gn), G.L.A. de Haas (log td), P.P.H.J. Hawinkels (log gnkd), R. Heijnen (inf), P.H. Kuijer (vbdd), F. Ludin (inf), A. Oostrom (inf), J.K. Stam (cav), J. Verzijl (inf), J.J.G.H.L.M. Vrosch (log td) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse C.P.A. van Andel (gnkd), S.P. Bark (inf), M. Bolman (log b&t), V.A. Botter (lo/sport), M.H.C. Busman (log td), E.R. Clijdesdale (art), Y. Colenbrander (log b&t), W. den Exter (gn), J.J.J. de Haan (log b&t), L.O. Hannema (log b&t), G.A.L.M. van Heeswijk (log b&t), M. Heun (art), J.R. Jandroep (inf), A. Karperien (cav), H.W. de Kort (log b&t), H.J. Magnée (log gnkd), S.R. Malipaard (vbdd), A.P. Maranus (inf), T.H.N. van der Meer (cav), F.E.J. Pont (cav), J. Quint (inf), V.K.M. Sarioa (vbdd), J.W.M. Sillekens (gn), M. Slot (Log gnkd), M. Vaane (lua), R.S. Vennema (log td), W.J. van der Wal (log gnkd), J.C. Walbroek (gn) sergeant / wachtmeester J.F. Bokma (cav), A. van den Bosch (inf), R.M.S. van Essen (gn), E.T. van Houten (inf), I. de Jong (log td), J.C. Noorlander (gn), I. Noteboom (vbdd), D.P.G. Schellekens (inf), M. Staal (inf), IJ. Straub (gn), W. de Vries (log gnkd), F.C.M. Wagemakers (log b&t), K.M. Wezer (log b&t) korporaal der eerste klasse K. Abbink (log b&t), D.F.J.M. Avermaete (gnkd), M.J. Balster (gnkd), B.E. Beckers (log td), T.E.M.C. Benedictus (cav), L. Bentvelzen (log td), R.A.M. van den Berk (log td), V. Bicak (log b&t),
T.A.M. van Bijnen (inf), P. Blokker (log b&t), H. Blom (vbdd), R.N. Boekee (log alg), E.V. Boers (log b&t), B. Bol (vbdd), R.H. Bongers (log b&t), R. Both (lua), T. Botter (inf), M.T. Bouman (log b&t), R.M.H. Breebaart (log alg), M. Brocktter (vbdd), T.H.A. ten Broeke (log b&t), J. Buijck (gn), H.J. Bulthuis (gnkd), F. Buurma (log td), J. van Dijk (vbdd), T. van Dijk (inf), A.J. Dijkhuizen (inf), R.A. Dijkstra (gn), H.J.D. Dorand (inf), M.J. van Dulmen (log td), D.W.M. Eijkemans (lua), S. van der Eijken (log b&t), J.M Engelen (vbdd), N.P.A. van Engelen (cav), K.T.P. Franssen (vbdd), S.D. Gastkemper (log gnkd), J.J. Gerrits (gn), D. de Greeuw (log b&t), E. Groenhof (log b&t), T.A. de Groot (gn), H.H. van Grootheest (lua), J. de Haas (lua), M. Halfman (log b&t), D.G.R. Hartgers (log td), W. Hartog (log gnkd), B. Heller (cav), J.G.H. Herman (log b&t), R. Heutmekers (log b&t), H. Hoekstra (cav), L. Hoekstra (vbdd), L.R.E. van Hooff (vbdd), R. Huybrechts-Koster (log ma), J.J. Jansen (inf), P.C.A. Janssen (log td), M.J. Joosen (inf), J.M. van der Kallen (log b&t), H. Kel (log b&t), I. Keltjens (log gnkd), B. Kl?ters (log td), S.M. Koedooder (log td), W. Kok (log gnkd), K.J. Kooistra (gn), M. Kools (cav), P.L.M. Koomen (cav), D.E.N.C. Koopmans (inf), J.J.W. Koster (gn), K.J. Leentjes (log b&t), C.D.D.V. van Lit (inf), R. de Looff (vbdd), M. van der Made (inf), M.A.W.H. Marijnissen (cav), S. Medved (gn), D.G.M.M. Meijer (inf), M. Mellée (log td), D. Meurs (log td), K.O. Milechkin (vbdd), J.J. Modderkolk (log b&t), T.D.V. Mooij (inf), D.A.E. Mouchart (vbdd), K.P.A. Murphy-Rutjes (log b&t), G. Nijdam (log b&t), G.J.C. van Olst (log b&t), P. Olsthoorn (log b&t), J.A. van Ommeren (gnkd), B.A.T. Oomen (inf), G. Pel (inf), J.N. Pengel (inf), W.J. Peperkamp (log b&t), B. Peters (inf), R. Pikaar (log td), B.C. Pinkse (inf), R. Poleij (log b&t), D. Prokowski (cav), S.J. de Puijker (log b&t), R.R. van de Rhee (log b&t), R. de Ridder (art), R. Riebeek (gn), M. Rinkema (gn), T. de Roode (cav), W. Rosbergen (gn), C.W. Ruarus (art), M. Schumacher (log td), R. Schuurman (log b&t), C.S. Smit (log b&t), D.C.B. Spijkers (log td), J.L.K. Spoelstra (art), R.J. van Staveren (inf), H. Terheggen (inf), J.M. Tentua (inf), R. Tieman (gn), H. Tienstra (gn), O.V. Tiethof (art), J. Valstar (inf), W. Veenvliet (gnkd), T.B.J. Vleeskruyer (gnkd), W.M. de Vos (log td), D.A.X. Vuik (log td), A. Waanders (vbdd), L.L.F.P. Wagemakers (gnkd), M. van der Wal (cav), F.F. van Wanrooij (gn), D.A.M. Wetzelaer (inf), M. van Wezel (inf), W.B. Wiebes (log b&t), R.M.T. Willems (inf), S. Wustefeld (gn), R. Zaal (log td), A.H. Zomer (log ma), T. Zuiderveld (vbdd)
Mutaties burgerpersoneel dienst verlaten
Reünies (1) 50 jaar 42 BLJ Datum: vrijdag 30 mei voor oud-leden uit de periode 1958-1994 en zondag 1 juni voor oud-leden/veteranen uit de periode 1994-2007 Locatie: De Ruyter van Steveninckkazerne, Oirschot Opgave: www.limburgsejagers.nl of secretaris SRLJ, Wienkeskoel 94, 6074 HH Melick. Vermeld rang, naam, voorletters, adres, compagnie en liplg/periode. Kosten: €10 per reünist (echtgenote/partner/begeleider is welkom), op rekening 1423 59 696 t.n.v. Stichting Regiment LJ te Melick, met toevoeging van naam, voorletters, adres en liplg.
Reünie leden redactieraad ‘de Onderofficier’ Datum: 11 december 2008 Locatie: KMS te Weert Opgave: Voor uiterlijk 1 juni. Onder vermelding van ‘Reünie de Onderofficier’ naam, adresgegevens en telefoonnummer doorgeven aan de Reüniecommissie, P/A Aoo G.J.M. Houterman, Korps Militaire Administratie, Dumoulinkazerne, Antwoordnummer 5006, 3769 ZJ Soesterberg. Tel.: 033-4219003. e-mail: reunie_
[email protected] Bijzonderheden: Alle oud-redactieleden zijn uitgenodigd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het blad ‘de Onderofficier’
Omgekomen tijdens missie † Soldaat der eerste klasse M. Schouwink, geplaatst bij TFU / 45 Painfbat † Eerste-luitenant D. van Uhm, geplaatst bij TFU / 45 Painfbat
Mutaties burgerpersoneel bevorderd
P.W. Strik, P.J.J. Aalders, P.M. Benschop, J.C. van Hout, G.J. Hoving, A.L. van Uden, A.H.J. Coolen, H.A.G. Falkenberg, F.A. Wilkens, H.P. Meyer, G.M.W. Plettenberg, H.J.H. Steskens, A.B.M. Zijlstra, H.F.W.L. Allertz, R.A.M. Bogdanowicz, W.M. Kroon, P.M.A.J. Savelkouls, P.J. Jochems, L.J. Lem, H.J.M. Mager, F. Parfant, M.C.J.T. Splinter, P.W.J. Vluggen, H.W. Arends, G.M. Balzouman, H.W.J. Habets, J.G.C. Hijstek, P.C. Meesters, A. Niemantsverdriet, G.H.P.A. Pelsers, L.E. Roelandt, F.H.T. Straat, C.J. van der Veer, M.L. Verburg-Koers, W.A.J. Vosselman, E.A.B. van de Wiel, E.C.J. Beurze, W.J.C. Bruurs, A.H.G. Janssen, R. Ordelman, S. Pherai, R. Spits, F. de Wit, M.P.D. Dijkmans, L.A.H. Karstenberg, J.J.M. van Lubeck, G. Nijboer, N.M. Ophelders, R. Ponit-van den Dorp Walraven, J. Spierings, J.M. Verkoijen, E. Muller, M.E.O. Peters, M. Heijboer, R.J. Siegel, C.I. Dalenberg, M.C. Kappert, J. Andringa, A.A. Boere, F.W.H. Hellenbrand, J.G. Nap, J.A. Vugts, G.C. Wulms, G. van Bijsteren
Schaal 12 M.B.C. Fielt Schaal 11 F.H. Hilgen Schaal 9 C.M. den Daas, T.A.R. Twaalfhoven Schaal 8 H. Buter, A. Groeneveld Schaal 7 J.W.H. Denekamp, J.C.J. van Rooij-Jagers Schaal 6 A. Aharram, W. Bouwmeester Schaal 5 H.G.F.M. van Bergen, J.H.J. van de Sande, M.H. Surenbroek, J.H.M. Winters, G.C.J. Wittenberg Schaal 4 G.G. Grein, H. Jansen
Veteranen Vereniging Grenadiers&Jagers Datum: 6 juni 2008 Locatie: Oranje Kazerne te Schaarsbergen Informatie en aanmelden: www.garderegimentgrenadiersenjagers.nl of schriftelijk naar Sectie 1 van 11 Infbat Aaslt GGJ/Oranje Kazerne/Clemens van Maasdijklaan 5/6816TW Arnhem o.v.v. naam/aantal deelnemers/adres en telnr/uitzendverleden. De VVGJ nodigt haar leden en alle veteranen die hebben gediend bij de Grenadiers en/of Jagers uit voor een samenkomst en herdenkingsplechrigheid op de Oranje Kazerne te Schaarsbergen. Er is een pendeldienst station Arnhem-Oranje Kazerne vv.
Reünie 4-10 R.I. Datum: vrijdag 29 augustus 2008 Locatie: Legerplaats Harskamp te Harskamp Informatie: Abe Agema, Boedijnhof 205, 1628 SJ Hoorn. Tel.: 0229-242798.
Reünie KMS lichting 73-03 “Na 35 jaar terug naar de basis”. Datum: 3 september 2008 Locatie: KMS Weert Inschrijven bij kapitein Nijs:
[email protected]. Tel 0334219307 Het programma wordt afgesloten met een borrel en een BBQ. Bij opgave vermelden welk peloton en welk wapen/dienstvak. Inschrijving t/m 20 juni 2008.
Meer reünies op pagina 31.
Ook uw reünie op deze pagina? Om er zeker van te zijn dat zoveel mogelijk (oud-)collega’s naar de reünie van uw (voormalige) eenheid komen, is het verstandig om de bijeenkomst Landmachtbreed aan te kondigen. Dat kan door een oproepje te sturen naar de redactie van het blad Landmacht. Stuur een berichtje met informatie als datum, tijdstip, locatie en gegevens waar deelnemers zich voor de reünie kunnen aanmelden naar: redactielandmacht@ mindef.nl. Of stuur een briefje naar: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. Redactie Landmacht Aankondiging reünie MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht
D
e gegevens zijn onttrokken aan PeopleSoft. Indien een mutatie niet correct is dient u contact op te nemen met uw eigen P-dienst. 29
photoshoot
Deze foto is genomen op 30 november 2003 tijdens een Bezinningsreis naar Sarajevo, tijdens SFOR 15. Een paar keer per rotatie ging een groep vanuit Banja Luka naar Sarajevo. Op de weg ernaartoe en in Sarajevo zelf werd dan stilgestaan bij het recente verleden van Bosnië en de Nederlandse bijdrage vanaf de UNPROFOR-periode tot en met SFOR 15. Vandaar dat we ook in Knezevo zijn geweest die dag, op de locatie van het oude Nederlandse kamp daar. Toen we doorreden kwamen we dit prachtige uitzicht tegen over de vallei ten zuiden van Knezevo. Het was die dag koud en er hing lage bewolking, waar we in Knezevo dus ver boven zaten. Kapitein (b.d.) Sander de Bruin, Hoofd Interne Controle SFOR 15, 1(NL) Contco/SFOR
Oproep photoshoot Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto, bij voorkeur, mailen naar:
[email protected] Postadres: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool!
landmacht mei 2008
Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kunt u terecht bij de leden van de redactieraad: 200 B&T 45 Painfbat Colua Staf CLAS ISK Harskamp KCT KMS Korps Natres OTCMan Persco Artillerie DIVI 11 Luchtmobiele Brigade 101 GSB
: smi Erik Vriens : aooi Douwe Bruinsma : kap Arjen Nijkamp : maj Tjeerd Dijkstra : aooi Paul Fontein : kap Marcel Krul : aoo Leo Wijntjes : elnt (r) Fred Warmer : maj Jeff Rutten : kap Ad Duimel : kap Corné van den Berg : aooi Ruud Slangen : maj Peter Grotens : aoo (R) Roel van Essen
*06 530 68232 *06 533 78058 *06 678 81703 *06 573 73259 *06 538 54212 *06 589 58021 *06 578 62660 *06 573 73107 *06 500 61731 *06 580 7632 *06 549 65754 *06 678 81402 *06 564 32374 *06 573 71735
Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en praat u graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht:
[email protected]
Herdenkingen Indië Monument Tilburg Datum: zaterdag 31 mei 2008 Locatie: Parochiekerk St. Jozef aan de Heuvel te Tilburg Aanmeldingen: Alleen nodig voor groepen met vaandel. G.A.J. de Vet, Hugo Verriestraat 97, 5044 PJ Tilburg, 013 4632113,
[email protected]; of P.C.J. Knegtel, Spoorlaan 2, 5017 JS Tilburg, m_knegtel@ exl.nl Bijzonderheden: De kerk is geopend om 10.00 uur, de herdenkingsdienst vangt aan om 11.00 uur. Na de dienst wordt er een krans gelegd bij het Indië Monument aan de Gerard van Swietenstraat. Voor mensen die slecht ter been zijn is een pendelbus beschikbaar
Herdenking bij Provinciaal Indië-Monument Datum: 3 juni 2008 Tijdstip: 14:30 – 15:30 Locatie: Begraafplaats Selwerderhof, Iepenlaan 204 te Groningen Inlichtingen: G. Tigchelaar, Siersteenlaan 468-41, 9743 ES Groningen, tel: 0505775818 of E.K. Hansen, Van Loghemstraat 18, 9731 BM Groningen, tel: 050-8503837 Bijzonderheden: De Stichting Indië-Monument Groningen en het Overlegorgaan Veteranen Groningen houden haar jaarlijkse herdenking bij het Provinciaal Indië-Monument, ter nagedachtenis van personen uit de provincie Groningen die in Nederlands Indië en Nieuw-Guinea in de periode 1945 – 1962 zijn omgekomen.
Reünies (2) 12 Paluabt/Luverdbt Datum: donderdag 19 juni houdt 12 Paluabt/Luverdbt een reünie voor alle kaderleden die vanaf de oprichting tot heden bij 12 Paluabt/Luverdbt gediend hebben. Opgave: Wilt u deelnemen aan deze reünie of meer informatie ontvangen, dan kunt u contact opnemen met: Aooi Henk Moshagen: 0493-592202 (MDTN *06-494-2202) Aooi Herry Schotpoort: 0493-592510 (MDTN *06-494-2510) Of via email:
[email protected]
A-5-Veld De Rokende Vulkaan Datum: 8 augustus 2008 Locatie: Mess Remonte Kampenement Nieuw-Milligen Informatie: L.P.Legierse Jan van Arkelstraat 19 3132 VL Vlaardingen Tel: 010-4340780
Reünie Charlie “Tijger” compagnie 11 Infanteriebataljon Air Assault GGJ Datum: donderdag 12 juni 2008 Voor ontvangst uitnodiging, mail: csmtijgercie@ gmail.com onder vermelding van naam en adresgegevens, of bel sergeant-majoor van der Schoot: 026-3532820. Informatie: www.charlietijger.nl.
Ingezonden brieven Draaginsigne Gewonden Hierbij wil ik mijn dank uitbrengen voor de duidelijke uitleg betreffende het Draaginsigne Gewonden in het blad Landmacht, nr.2 2008. Mijn zoon maakte als groepscommandant ook deel uit van de patrouille in Deh Rawod die op 10 juli 2007 getroffen werd door een zelfmoordaanslag, waarbij de luitenant Tom Krist gedood werd en hijzelf en een aantal van zijn maatjes onder wie Jaaike, Rahmon en Bas gewond raakten. Bij de uitreiking van de herinneringsmedaille in de Brabanthallen kregen zij ook het Draaginsigne Gewonden opgespeld. Op die dag waren dat voor mijzelf gemengde gevoelens, aan de ene kant trots dat “het clubje” extra onder de aandacht werd gebracht voor het offer dat zij gebracht hadden maar aan de andere kant verdorie dat dit heeft moeten gebeuren. Restte mij de vraag: moet je nu trots zijn dat je zo’n insigne opgespeld krijgt? Ik zag dit eerst niet als een stuk waardering van de Nederlandse regering of van Defensie waarop ik een schrijven gericht heb aan minister-president Balkenende en minister van Defensie Van Middelkoop. Dit om alle overleden en gewonde militairen tijdens een uitzending namens de Nederlandse regering, (postuum) te eren met een koninklijke onderscheiding als teken van erkenning, dank en waardering voor hun persoonlijke inzet en het brengen van het grote offer.
Dankbetuiging Bij deze willen wij, de familie Ravesteijn, nogmaals onze dank uitspreken aan iedereen die bij de begrafenis van Dave Ravesteijn, onze vriend, zoon, broer, schoonzoon en collega, aanwezig was. Voor ons was het een enorme steun en troost om te zien hoeveel vrienden en collega’s Dave de laatste eer wilden bewijzen. Na zijn begrafenis hebben wij zeer veel telefoontjes, kaarten, bloemen en sms-berichten mogen ontvangen van zijn collega’s, waarvoor onze dank. Deze steunbetuigingen hebben ervoor gezorgd dat het voor ons iets draaglijker werd om het grote verlies van Dave te accepteren. Ook een speciaal woord van dank aan majoor Zeggelaar voor de ontzettend mooie woorden tijdens de uitvaart. De ceremonie heeft ertoe bijgedragen dat niemand van ons deze uitvaart ooit zal vergeten. Mede door de grote opkomst van jullie, zijn collega’s, was het voor velen een speciaal moment. Namens de familie wil ik nogmaals onze dank uitspreken aan eenieder die hieraan zijn steentje heeft bijgedragen en voor de goede (na)zorg en betrokkenheid na het overlijden van onze Dave. Hennie en Nettie Ravesteijn Roger Ravesteijn (broer van Dave) Anita Franssen-Ravesteijn Zoë en Bo Ravesteijn
Hierover kreeg ik kort voor het verschijnen van het blad Landmacht een schriftelijke reactie namens de minister-president van minister van Middelkoop, waarin op een duidelijke manier al enige uitleg gegeven werd over het draaginsigne en de herinneringsmedaille. Uw stuk in het blad Landmacht heeft bij mij dan ook alle twijfel weggenomen die ik over het draaginsigne had. Ik zie het nu ook als een blijk van nationale waardering, erkentelijkheid en respect aan de betrokken militairen. Want dat is wat ik heb voor alle militairen die op uitzending gaan, diep respect! C.M.A. Gijsberts
De redactie van Landmacht verwelkomt ingezonden brieven, van maximaal 150 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te weigeren en te redigeren. Opsturen naar:
[email protected].
31
Waar genomen Naam: Ben de Bruijn Functie: Kleermaker Onderdeel: KPU
‘Ik maak alles wat met naald en draad te maken is. Van jasjes en broeken, tot capes en gordijnen. Laatst kreeg ik de opdracht voor een pianohoes, voor over de piano op de KMA.’ Kleermaker Ben de Bruijn, werkzaam op de Trip van Zoudtlandkazerne in Breda, komt uit een echte kleermakersfamilie. Zijn vader beoefende het ambacht ook. De Bruijn kwam in 1966 als dienstplichtige bij de Landmacht en is er nooit meer weggegaan. ‘In die tijd waren er wel vijftien kleermakers in het leger, allemaal militair. Nu zijn er nog maar een paar over, als burger. Vooral de herenkleermakers verdwijnen’, vertelt hij met een treurig gezicht, terwijl hij het rangonderscheidingsteken van een commando op een DT-jasje stikt. ‘Het blijft bijzonder om mensen te kleden. Het is dankbaar werk en je hebt veel persoonlijk contact. Ik heb in al die jaren honderden, misschien wel duizenden, cadetten en militairen voorbij zien komen.’