Waar genomen Naam: Luitenant-kolonel Ron Heeres Functie: Commandant Onderdeel: Dienst Geografie Koninklijke Landmacht (DGKL) Locatie: ’t Harde Er hoeft maar iets op de wereld te gebeuren dat van militair belang kan zijn, of DGKL kijkt meteen of zij over alle gegevens beschikt van het betreffende gebied of land. Afghanistan is, vanzelfsprekend, een voornaam aandachtspunt voor DGKL. Maar de aandacht strekt verder. ‘Denk maar aan Darfur in Soedan, of Tsjaad’, geeft overste Ron Heeres als voorbeeld. ‘Wel komt hierbij nog een aspect om de hoek kijken: we checken of deze gegevens door ons gebruikt mogen worden. We ruilen de gegevens namelijk met andere krijgsmachten, en daar hangen wel eens bepaalde voorwaarden aan.’ DGKL probeert met zoveel mogelijke landen hierover waterdichte afspraken te maken. ‘Omdat wij en de Noren door de recente ondertekening van het Army Corporative Initiative elkaar als strategische partner beschouwen, kunnen we zonder enig probleem data uitwisselen, maar met veel andere landen verloopt de ruilhandel helaas moeizamer.’ Hoe klein DGKL ook is, zij staat haar mannetje. Zo vertelt Heeres over de tsunami-ramp waarbij DGKL als enige NAVOland beschikte over kaarten van de Indonesische kuststreek. ‘Zelfs de VS hadden die niet, en moesten van ons hun kaartgegevens krijgen.’ Met behulp van de beschikbare gegevens kunnen kaarten ook bijzonder snel worden aangemaakt. Zo moesten enige jaren geleden hals over kop kaarten van Pakistan worden geproduceerd en worden verzonden naar de Nederlandse militairen in Afghanistan die hulp gingen verlenen na de grote aardbeving in Pakistan. ‘Wij waren samen met de Britten de enigen die daar over goede kaarten beschikten.’
Landmacht
HPG in Uruzgan De CV90 komt eraan Leren van ervaringen Chora
MGGZ: vangnet in de nazorg
vijfde jaargang nummer 8, oktober 2007
Landmacht nummer 8 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
Redactie: Hoofdredacteur: lkol Hanneke Evertse Eindredacteur: elnt Corné Dalebout Redacteuren: tlnt Ivanca Maas Anne-Marie Berndsen Roel van de Wiel
Vormgeving: Sectie Grafische Vormgeving, Frederikkazerne Den Haag
Druk:
Leren van
ervaringen Chora
pag.8:
Ervaringentour
OBT bv Den Haag ISSN: 1572-1248
Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in een oplage van 50.000 stuks
Fotografie in dit nummer: AVDD, Frank van Biemen, kplbdav Henry Westendorp, sgt Gerben van Es, Hennie Keeris sgt Sjoerd Hilckmann
Redactieadres: Lgen Knoopkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06- 557 46039 KPN: 030-2146039 Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u mailen naar:
[email protected]
Inhouds opgave
Pag.4:
Voorwoord Plaatsvervangend
Commandant Landstrijdkrachten
Pag.5:
Nieuwe Defensiepas vervangt Smartcard
Pag.31:
KL’ers vooraan in internationale Survivalrun
Foto voorpagina: Foto-constructie Frank van Biemen
landmacht is een uitgave van het commando landstrijdkrachten, sectie communicatie staf clas. reacties of ingezonden brieven worden zeer gewaardeerd. de redactie is vrij in haar keuze van het plaatsen van - al dan niet ingekorte - ingezonden stukken. overname van (gedeelten van) artikelen uit de landmacht is, na toestemming van de redactie , toegestaan.
landmacht oktober 2007
pag.10:
Rubrieken Personeelsmutaties, pag.30: Photoshoot, pag.32: Waargenomen
pag.28:
Het nieuwe infanteriegevechtsvoertuig van de KL
Vangnet in de nazorg pag.14:
Adreswijzigingen: Landmachtpersoneel kan alleen maar adreswijzigingen doorgeven aan de eigen afdeling personeelszaken. Reservisten kunnen voor adresveranderingen bellen naar: 070-3165021. Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 070-3397575 (email:
[email protected]) Betalende abonnees moeten zijn bij Abonnementenland: 0251-313939.
De CV90 komt eraan
Militaire geestelijke gezondheidszorg
‘Met eenvoudige middelen veel oplossen’ pag.22:
HPG in Uruzgan
Van de Plv C-LAS Waarneming
Nieuwe Defensiepas komt eraan
Het is de droom van iedere plaatsvervanger ook eens de commandant te kunnen zijn en de afgelopen vier weken was het weer eens zo ver. Generaal Van Uhm genoot van een welverdiende vakantie en ik had mij heilig voorgenomen hem niet te storen. In de eerste week was daar ook geen aanleiding voor; in Den Haag werd druk gewerkt aan de beleidsbrief over de toekomst van defensie en aan het militair advies over een eventuele verlenging van de missie in Afghanistan. Lastige dossiers maar zo vaak onderwerp van onze gesprekken dat volledig helder is wat het standpunt van de commandant is. We zien bovendien tijdens al onze bezoeken welke inspanningen het vereist om deze zware inzet naast alle overige missies en opdrachten te blijven volhouden. Er wordt veel gevraagd van onze mannen en vrouwen. Dat werd weer heel duidelijk toen in de nacht van 26 op 27 augustus de melding binnenkwam van de IED-explosie waarbij sergeant Rosier is omgekomen en korporaal Van Mourik gewond is geraakt. Toch maar even een bericht naar het vakantieadres van de baas; dit wil je niet uit de krant vernemen. Het werd een trieste week. De overdracht van het stoffelijk overschot van sergeant Rosier aan zijn familie was hartverscheurend. Het personeel van de vliegbasis Leeuwarden en veel landmachtcollega’s hebben alles in het werk gesteld dit goed te laten verlopen en zij zijn daar uitstekend in geslaagd. Veel dank daarvoor. In dezelfde periode kwamen nog twee meldingen binnen van collega’s die volledig onverwachts waren overleden. Ook dan staat de wereld even stil en zijn de gedachten bij familie en vrienden. Op 30 augustus bezocht ik sergeant-majoor Van Gelder die bij een mortieraanval gewond was geraakt en in het Centraal Militair Hospitaal onder behandeling was. Hij heeft precies beschreven hoe de aanval zich had voltrokken en eens te meer was duidelijk hoe belangrijk het is dat iedereen beseft dat hij in een gevechtssituatie terecht kan komen. Van Gelder was één van de sergeant-majoors onderhoudsdiagnosticus (SMOD) van de Battle Group in Uruzgan en was mee op een patrouille met zijn groep. Gelukkig mocht hij de dag dat ik hem bezocht naar huis, waar hij zijn revalidatie kon voortzetten. Ik heb veel respect voor de wijze waarop hij heeft gehandeld en met de gehele situatie omgaat. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn dank uit te spreken voor al het personeel van het CMH, dat met een enorme overgave en toewijding voor onze gewonde militairen zorgdraagt. Zij doen fantastisch werk. Tijdens vrijwel alle gesprekken hoor je dat bij iedere eenheid en op iedere staf taken worden overgenomen door “de achterblijvers”; door het steeds toenemende aantal individuele uitzendingen en een niet - afnemende werkdruk moet er keihard gewerkt worden om alle bordjes in de lucht te houden. U slaagt daar nog steeds goed in. Dat werd nog eens bevestigd in de vier weken dat ik waarnemend commandant was en ik heb veel waardering voor uw inzet. Inmiddels is de baas weer terug. Ik keer terug in mijn oude rol en ben een ervaring rijker. Net voordat deze Landmacht ter perse ging, sneuvelde soldaat Tim Hoogland in Deh Rawod. Wederom een schokkende gebeurtenis waar we nooit aan zullen wennen. Mijn medeleven, en dat van de generaal Van Uhm, gaat dan ook uit naar de nabestaanden van alle collega’s die in de afgelopen periode het leven lieten. Wij zullen nooit vergeten wat hun dierbaren voor ons hebben betekend.
Generaal-majoor Lex Oostendorp Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten
landmacht oktober 2007
Salarisadministratie verhuist naar DC HR
Vanaf medio januari 2008 wordt het nieuwe Defensie Identiteitsbewijs, de Defensiepas, ingevoerd. De nieuwe pas is de opvolger van het huidige Defensie Identiteitsbewijs (MFSC, multifunctionele smartcard) en wordt in drie maanden defensiebreed verstrekt. Het identiteitsbewijs voor de medewerkers en inhuurpersoneel is voorzien van de zogenoemde Basisvoorziening Betrouwbare Communicatie (BBC). Deze extra voorziening verschaft medewerkers in de toekomst naast toegang tot defensiegebouwen en objecten ook toegang tot de ICT-infrastructuur. De pas bevat een wettelijke erkende, elektronische handtekening. Hiermee kan een medewerker digitale documenten en berichten ondertekenen. De elektronische handtekening heeft dezelfde rechtsgeldigheid als een geschreven handtekening en draagt daardoor bij aan de beveiliging en verlichting van administratieve lasten. Het Defensie Identiteitsbewijs maakt deel uit van de kaartfamilie Defensiepas. De kaartfamilie bestaat uit vier categorieën: identiteitsbewijzen, bezoekerskaarten, legitimatiebewijzen en overige kaarten. Binnen deze categorieën worden diverse defensiedoelgroepen onderscheiden zoals medewerkers, inhuurpersoneel, veteranen en bezoekers.
Meer informatie via: intranet Portaal > bedrijfsvoering > projecten > project Defensiepas/BBC
Na de salarisbetaling van oktober wordt de salarisadministratie NSK van werknemers van CLAS, CDC en KMar, niet langer verwerkt door de personeelsadministratie van Persco maar door het Dienstencentrum Human Resources (DC HR). Voor militairen in het buitenland, waarbij de salarisadministratie in beheer is bij NASAG, NAK’s en het Dienstencentrum Buitenland, blijft de situatie ongewijzigd. Voor de voortgang van salarismutaties kan vanaf eind oktober contact worden opgenomen met DC HR. Tel.: *06-733, 0800-CALLSDD Vanuit buitenland: 0031-704143300 E-mail:
[email protected]
CLAS Informatiedagen in aantocht Het Commando Landstrijdkrachten is ook in 2007 volop in beweging en er zijn vele ontwikkelingen, intern en extern, die hierbij een rol spelen. Om zeker te stellen dat het personeel van de Koninklijke Landmacht goed op de hoogte is, worden er net als vorig jaar CLAS-Informatiedagen gehouden. Deze dagen vinden plaats op woensdag 17 en donderdag 18 oktober. Tijdens deze bijeenkomsten op de Legerplaats Oirschot zullen Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Peter van Uhm, en enkele sprekers ingaan op actuele onderwerpen en toekomstige ontwikkelingen. De bijeenkomst op 17 oktober is bedoeld voor landmachtofficieren in de rang van luitenant-kolonel en hoger, stafadjudanten op niveau 2 en 3 en burgermedewerkers vanaf schaal 12, werkzaam binnen het CLAS. Ook zijn landmachtofficieren welkom die buiten de CLAS-organisatie werkzaam zijn. De tweede bijeenkomst op 18 oktober is bedoeld voor landmachtpersoneel in de rang van sergeant tot en met majoor in een leidinggevende of instructeursfunctie. Inmiddels heeft iedereen een uitnodiging ontvangen.
Geslaagd De traditionele afsluiting van de diploma-uitrei-
de intensieve militaire opleiding, de vaktechnische
king op het Kasteel van Breda: de ‘pettenceremo-
opleiding en de specialisatie in het door hem of
nie’. Ruim 240 geslaagden van de Nederlandse De-
haar gekozen vakgebied te beheersen. Een deel van
fensie Academie in Breda ontvingen hun diploma
hen volgde de Korte Officiersopleiding (1,5 jaar),
en mogen zich voortaan officier noemen. De cere-
het andere deel de militair-wetenschappelijke op-
monie op de Parade van de Koninklijke Militaire
leiding (4 jaar). De inmiddels voormalige studen-
Academie werd omlijst met militair ceremonieel
ten en cursisten gaan nu aan de slag bij verschil-
als de vaandelwacht en de traditionele cadetten-de-
lende onderdelen van Landmacht, Luchtmacht of
fileermars. Dit alles vanaf tribunes gadegeslagen
Marechaussee om de opgedane kennis in de prak-
door trotse ouders, familie en vrienden.
tijk te brengen.
De plechtigheid is het sluitstuk van de officiersopleiding. De cadetten en cursisten hebben bewezen
landmacht oktober 2007
Foto: Hennie Keeris
Ervaringentour:
Leren van ervaringen Chora
De strijd om Chora afgelopen juni was de eerste gevechtsactie op bataljonsniveau in ruim een halve eeuw. Uitgevoerd door Nederlandse grondeenheden, met ondersteuning vanuit de lucht. De opgedane ervaringen tijdens de operatie zijn in oktober aanleiding voor de ‘Ervaringentour Chora’. Op vijf kazernes worden kaderleden uitvoerig bijgepraat over de gebeurtenissen in het Afghaanse district.
Overste Querido, C-BG
landmacht oktober 2007
Half juni ontstond in Afghanistan een hevig gevecht tussen Nederlandse militairen van de Task Force Uruzgan (TFU) en de Taliban. Inzet was het district Chora, waarop de Opposing Militant Forces (OMF) het vizier gericht hadden. De Nederlandse tegenaanval tussen 16 en 19 juni was een climax van roerige maanden, waarin de Taliban probeerde het district te domineren. Chora bleef echter uit de handen van de vijand, dankzij doortastend optreden van de TFU en bondgenoten. De strijd om Chora geldt als een van de grootste Nederlandse militaire grondoperaties van de laatste decennia. Maar wat gebeurde er precies in het Afghaanse district, in de hete dagen van juni? Waarom zette commandant luitenant-kolonel Rob Querido een groot deel van zijn Battle Group in? Hoe verliep het gevecht, hoe verliep de besluitvorming in de operatie en welke eenheden voerden welke acties uit? Die vragen worden uitvoerig behandeld tijdens de Ervaringentour Chora, die momenteel met vijf regionale bijeenkomsten langs de kazernes in Schaarsbergen, Oirschot, ’t Harde, Soesterberg en Assen leidt. Alle officieren en onderofficieren zijn uitgenodigd de roadshow van verscheidende TFU-vertegenwoordigers op de verschillende niveaus bij te wonen. ‘Ik merk dat sommige mensen niet weten wat er in die periode allemaal is gebeurd’, zegt overste Querido, die zelf als spreker deelneemt aan de roadshow. ‘Deze presentatie is bedoeld om collega’s over onze ervaringen te vertellen. Met een ervaringentour bereiken we in een kort tijdbestek een grote doelgroep en geven de mensen direct bruikbare informatie. Op deze manier briefen we in vijf bijeenkomsten bijna 2500 mensen en bereiden we hen voor op een situatie waarin zij zelf ook terecht kunnen komen.’ Naast Querido is ook kolonel Hans van Griensven, Commandant TFU-II, een van de vele ervaringsdeskundigen die zullen spreken tijdens de vijf lezingen. Hij zal als commandant TFU-II voornamelijk ingaan op de context van deze operatie. Het zwaartepunt van de bijeenkomsten zal liggen bij de ervaringen van de Battle Group. Ook een aantal compagnies- en pelotonscommandanten zal hun ervaringen aan de aanwezigen overbrengen.
Maar niet alleen de Battle Group komt aan bod. Er zal ook gesproken worden over de samenwerking met het Operational Mentor and Liaison Team (OMLT) en de Afghan National Army (ANA), over Intelligence (INTEL) en non-kinetische onderdelen als Information Operations (Info Ops) en het Provincial Reconstruction Team (PRT). Al deze disciplines zullen in het dagvullende programma hun verhaal doen, begeleid door foto- en beeldmateriaal. ‘Er zijn veel beelden van de operatie, waarop je ook de vallei, de bergen en de dorpen kunt zien’, weet overste Querido. ‘Dat willen we ook graag laten zien, zodat iedereen weet: zo ziet het er daar uit. We willen met tekst en beeld een compleet beeld scheppen van hoe de mensen op de werkvloer het doen, hoe zij de doctrine van dit werk uitvoeren en wat we van deze operatie hebben geleerd.’ ‘Dat zijn de mannen die de slag “op de werkvloer” hebben beleefd’, legt kolonel Kees van Eijl, organisator van de ervaringentour, uit. ‘De officieren en onderofficieren die naar deze tour d’expérience komen, kunnen uit de eerste hand kennis nemen van deze ervaringen. Hier kunnen zij op hun beurt weer hun voordeel mee doen bij het opleiden en trainen van hun mensen. Uiteindelijk gaat het erom dat we blijven verbeteren, immers onze tegenstanders zitten ook niet stil (training never stops).’ De strijd om Chora leent zich uitstekend als praktijkvoorbeeld voor een ervaringentour. ‘We hebben in februari dit jaar een roadshow georganiseerd over ISAF’, brengt kolonel Van Eijl in herinnering. ‘Alle wapens en dienstvakken waren toen goed vertegenwoordigd. De respons vanuit de zaal was heel erg goed. Dit keer kunnen we de tour ophangen aan een operatie. We kunnen “live” laten zien aan hoe zo’n operatie is verlopen, welke gevechtsacties zijn uitgevoerd en alles wat er verder bij komt kijken. Nu hebben we zelf de ervaring. Er komen zoveel aspecten aan bod bij een hedendaagse operatie. De strijd om Chora is een goede case om dat uit te diepen.’
Beperkt beschikbaar De Ervaringentour Chora is georganiseerd door de Directie Operaties CLAS en duurt van 9.00 tot 15.00 uur. Officieren en onderofficieren die graag een van de bijeenkomsten willen bijwonen, hebben zich eerder kunnen aanmelden via hun commandant. Bij elk van de vijf sessies is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar en verwacht wordt dat voor elke sessie veel belangstelling bestaat. De data, locaties en beschikbare plaatsen op een rij: 9 oktober Schaarsbergen (500) 10 oktober Oirschot (500) 11 oktober ’t Harde (500) 17 oktober Soesterberg (300) 18 oktober Assen (500) 1 november Den Haag, Binckhorst (150) (voor Haags defensiepersoneel en personeel CZSK) Op 31 oktober vindt een bijeenkomst plaats bij het CLSK.
Vol verwachting klopt ons hart…
De CV90 komt eraan Terwijl landmachtmilitairen de laatste krachtsinspanningen vragen van de vertrouwde YPR, wordt in Zweden momenteel hard verder gewerkt aan de langverwachte vervanger van het pantservoertuig. Het geduld wordt beloond: de eerste CV9035NL komt er echt aan. ‘Maar eerst alle vinkjes scoren.’
Het schijnt een multifunctionele megamachine met een prachtkanon te zijn. Geruchten zijn er al genoeg over de CV90, het nieuwe, op maat ‘gesneden’ infanteriegevechtsvoertuig (IGV) van de landmacht. Maar slechts weinig infanteristen weten al zeker hoe hun aanstaande vervoersmiddel er precies uit komt te zien of rijdt. Want hoewel al tijden bekend is dat nog in 2007 het eerste exemplaar zal worden geleverd, is het Scandinavische infanteriegevechtsvoertuig nog nauwelijks in Nederland gesignaleerd. Ja, de CV90 werd op de Landmachtdagen in Wezep tentoongesteld, maar dat was een eerdere versie die bovendien tijdens de open dagen geparkeerd bleef staan. De speciaal naar de wensen van de KL gebouwde versie wordt nog in het Zweedse Örnskoldsvik getest door fabrikant Hägglunds, het personeel van verschillende beproevingsteams van defensie en personeel van het OTC Manoeuvre (OTCMan). ‘We kunnen ons zeker voorstellen dat alle pantserinfanteristen uitkijken naar het moment dat ze met de CV90 aan de slag kunnen, zegt Hans de Goeij van Defensie Materieel Organisatie (DMO). Hij leidt het programma Vervanging YPR 765/M577, waartoe Project IGV CV9035NL behoort. ‘Vol verwachting kloppen ook onze harten. Het wordt nu echt spannend.’ Eisen Die spanning groeit omdat DMO, OTCMan en Hägglunds nog bezig zijn met de kwalificatietesten, terwijl de leveringsdeadline - vanaf december 2007 - nadert. De Goeij legt uit: ‘We hebben in de studiefase een aantal eisen opgesteld voor het nieuwe pantservoertuig. Aan de hand van die eisen zijn we bij de CV90 uitgekomen. Hägglunds heeft dat voertuig speciaal voor ons omgebouwd. Nu is het zaak die specificaties te testen.’ Op de CV90 is op Nederlands verzoek een 35 millimeter kanon gebouwd, verder is het achterdek verhoogd om extra ruimte te creëren voor de infanteristen en het voertuig is digitaal ingericht met onder meer het Battlefield Management System.
landmacht oktober 2007
11
CV9035NL: PRI én PRCO
Van Örnskoldsvik naar Havelte
1996 Start project vervanging YPR/M577
2003 Keuze wordt gemaakt voor de Zweedse CV90
2004 DMO voltooit contract CV9035NL
2005-2006 Hägglunds ontwikkelt Nederlandse versie
2006-2007 Kwalificatietesten in Zweden
Najaar 2007 User trials: Nederlandse militairen testen de CV9035NL in Amersfoort, Vlasakker en de Leusderheide.
December 2007 - 2010 Beoogde start levering CV9035NL, in totaal 184 stuks. Gemiddeld één per week, maar de eerste maanden meer.
Begin 2008 CV9035NL gaat mee op schietoefening in Bergen (Dld).
Juni 2008 44 Pantserinfanteriebataljon JWF (43 Mechbrig Havelte) gaat als eerste in opleiding: vijf weken functieopleiding, een drieweekse tactische opleiding, een week schietoefening en vervolgens nog een voortgezette opleiding. Het bataljon is ongeveer een jaar later helemaal operationeel met het nieuwe IGV van de KL.
landmacht oktober 2007
Van de CV9035NL stromen twee versies in: een pantserrups infanterie (PRI) en een pantserrups commandovoering (PRCO). De voertuigen zijn in de kern gelijk; ze krijgen beide onder meer hetzelfde 35 millimeter wapensysteem en verschillen alleen wat betreft zit- en werkplaatsen. Van buitenaf is geen verschil te zien. Van binnen wel: de PRI is ingericht voor het transport van de pantserinfanteriegroepen, de PRCO heeft werkplekken voor commandovoering en wordt bijvoorbeeld verstrekt aan de commandant van de pantserinfanteriecompagnie. Bovendien heeft de PRCO enkele speciale C4I-voorzieningen voor commandovoering.
‘We testen nu onder meer de betrouwbaarheid en duurzaamheid, de ergonomie, het klimaat, het zicht, de elektronica, vuurkracht en niet te vergeten de bescherming. Het vervolgtraject is bekend, maar we moeten eerst alle vinkjes “scoren”. Een valse start is het laatste wat je wilt.’ Dat is overste Rob Olijve, projectofficier van OTC Manoeuvre en hoofd van het bureau omscholing IGV, met De Goeij eens. En hij kan het weten: het OTCMan is betrokken bij nagenoeg alle huidige kwalificatietesten en hij pendelt zodoende tussen de Bernhardkazerne in Amersfoort en het Zweedse Örnskoldsvik. Olijve: ‘Hägglunds heeft aan de hand van ons PVE (Programma van Eisen, red.) het voertuig gebouwd en “configuration-” en “performance-” documenten afgeleverd. Dat is vergelijkbaar met het technische instructieboekje in het handschoenenkastje van je auto, alleen veel gedetailleerder. Daarin staat wat je gekocht hebt. Die documenten worden in het kwalificatieproces gecontroleerd. Dat doen we theoretisch én in de praktijk. Komt het configuration-document overeen met het PVE? En spoort de performance met de daadwerkelijke prestaties? Die beproevingen kosten tijd.’
Met de tijd mee En dus moeten de infanteristen het nog even met de YPR doen. Na bijna dertig jaar trouwe dienst is dit voertuig straks aan zijn verdiende pensioen toe. Met de keuze voor de CV9035NL zet de KL een grote stap in de 21ste eeuw, stellen de projectvoerders. Het project heeft volgens hen een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van een volgende generatie pantservoertuigen. De Goeij: ‘Niet voor niets wordt de CV90 nu al wel eens “de koningin van het gevechtsveld” genoemd. Het voertuig heeft natuurlijk een andere toepassing dan de Leopard-tanks, maar qua impressie kom het in de buurt. De mobiliteit is hoog, de vuurkracht veelzijdig. Dit is echt het pantservoertuig van de toekomst. ‘We zijn bijvoorbeeld de eerste in de wereld die in dit voertuig voor een 35 millimeter kanon kiezen. We hebben daarvoor ook een argument: 30 millimeter zou nu nog wel kunnen, het is het kaliber van gisteren en vandaag. Maar we verwachten dat we snel aan het plafond zitten en hebben daarom besloten nu vast de volgende stap te maken. 35 Millimeter wordt de toekomst.’ Overste Olijve kijkt enthousiast vooruit. ‘Met de CV90 gaan we vele generaties vooruit. Het wordt een wereld van verschil met de YPR. Het wordt even wennen aan de nieuwe technologieën, maar met de CV90 hebben we een IGV dat tot ver in de toekomst een van de modernste voertuigen in zijn soort ter wereld is.’
Operatie Dat mag ook wel. De invoering van het nieuwe pantservoertuig is een van de grootste materiële KL-operaties, die jaren (denk)werk en veel geld (ruim een miljard euro) heeft gekost. De aanschaf van het bijzondere wagenpark is niet alleen een kwestie van bestellen en leveren. Olijve: ‘Het is echt een megaproject.’ Zo bezien is het al een feestje waard als de eerste vijf voertuigen in december worden geleverd aan het OTCMan. ‘Dan gaat het hier echt beginnen. Het omscholingsteam kan dan de voorbereidingen van haar programma afmaken. Begin 2008 gaan de voertuigen dan met de kerninstructeurs mee naar de eerste schietserie in het Duitse Bergen. En in juni is 44 Pantserinfanteriebataljon JWF van 43 Mechbrig in Havelte als eerste aan de beurt voor de opleiding.’ Maar voordat de eerste pantserinfanteristen aan de slag kunnen met het gepantserde paradepaardje, zal er nog aanspraak worden gedaan worden op hun geduld. Als een echte vorstin laat de ‘koningin van het gevechtsveld’ nog even op zich wachten. ‘Maar’, vertrouwt Olijve de ongeduldigen vast toe, ‘het is het wachten meer dan waard.’
Laatste oproep: Nieuwe naam Hoe bijzonder het nieuwe pantservoertuig ook wordt, de naam CV90 laat nog wat te wensen over. En dat is ook de bedoeling. De KL heeft een prijsvraag uitgeroepen voor alle Defensiemedewerkers om een nieuwe naam te bedenken voor het nieuwe infanteriegevechtsvoertuig – volledige naam: Combat Vehicle 9035 NL Mark III. Dit is de laatste kans om een geschikte naam in te sturen. Let op: de naam ‘Viking’ is al vergeven. Puzzel snel met Scandinavische goden, Zweedse helden, aansprekende dierennamen, kalibers en kanonnen de ideale naam in elkaar. Stuur deze, liefst met korte motivatie of uitleg, naar: r.olijve@mindef. nl. De Commandant Landstrijdkrachten kiest uit de inzendingen de winnaar.
13
Militaire geestelijke gezondheidszorg:
Vangnet in de nazorg Een uitzending eindigt nooit bij terugkeer op Nederlandse bodem. Veilig thuis, maar met het hoofd vol bijzondere en soms bizarre ervaringen, begint voor veel militairen dan pas de verwerking ervan. De Militaire Geestelijke Gezondheidszorg draagt er zorg voor dat militairen niet met zichzelf in de knoop raken door hun traumatische ervaringen. ‘De mazen van het vangnet zijn zo klein gemaakt, dat niemand daar meer doorheen valt.’
landmacht oktober 2007
Zorg over de hele breedte Zorg en nazorg voor uitgezonden personeel omvat meer dan de geestelijke gezondheidszorg die in dit artikel aan bod komt. Bij zorg hoort immers ook een goede voorbereiding van de militair, goede, realistische informatie voor het thuisfront en een goede medische begeleiding. Daarnaast moet de rechtspositie goed geregeld zijn. Daar horen een duidelijke, vroegtijdige aanwijzing en duidelijkheid over de positie bij terugkeer bij. Rondom de uitzending zijn acclimatiserings- en adaptatieprogramma’s erg belangrijk, net als voldoende tijd voor recuperatie - ook tijdens de missie. In Landmacht 7 (september 2007, pag. 12) kwam dat al aan bod in het artikel ‘SMT: zorg in het uitzendgebied’. Meer aandacht na terugkeer bij de eenheid is een recent speerpunt voor commandanten, vooral als het een individuele uitzending betreft. Die opvang, maar ook reïntegratie-oefeningen en thuisfrontdagen na de missie zijn wezenlijk bij een goede nazorg. Veteranencontact en het bieden van faciliteiten hiervoor behoren eveneens tot een goede zorg en nazorg. Kortom: de begeleiding van personeel strekt zich uit over de hele breedte van de organisatie en is continu: vanaf de aanwijzing tot ver na terugkeer. Het blad Landmacht besteedt de komende maanden aandacht aan diverse zorgaspecten gerelateerd aan missies.
15
Een jonge man was hij nog maar, een militair in hart en nieren maar verlegen en onervaren. Wist pantserinfanterist Roy veel wat hij ging meemaken in Novi Travnik. Hij was voor de duvel niet bang en klaar voor zijn werk in het Bosnische oorlogsgebied - wachtlopen, sociale en tactische patrouilles lopen, QRF-werk. Maar op de dingen die hij onderweg zag, was hij geestelijk niet voorbereid. De meest ingrijpende ellende bleef in het hoofd van Roy hangen. En dan waren er nog de beschietingen, zenuwslopende granaatinslagen. Geen wonder dat de belevenissen de jonge militair te veel werden. Ter plaatse, met zijn directe collega’s lachte Roy de zenuwen en angsten eerst nog schamper weg. ‘Een beetje stoer doen’, weet Roy nu. ‘We maakten er stomme grapjes over. Tot zover reikten de groepsgesprekken dan. Verder werd er niet over gepraat. Bang? Dat woord werd niet gebruikt.’ Had hij het maar gedaan, beseft Roy zich nu, tien jaar na zijn terugkeer uit de Balkan. Praten, gezamenlijk situaties herbeleven en je angsten delen, daarmee lucht je je hoofd, weet hij inmiddels. Het zijn wijze lessen die hij leerde nadat in 2005 duidelijk werd dat Roy, 29 jaar nu, een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) heeft.
landmacht oktober 2007
Niet raar Het is niet raar dat mensen die abnormale stresssituaties ervaren, zoals militairen tijdens een uitzending in een oorlogsgebied, daar last van krijgen. Meer dan de helft van de hele Nederlandse bevolking (zestig procent van de mannen, vijftig procent van de vrouwen) heeft in het leven wel eens een traumatische ervaring. De klap die zo’n ervaring geeft hoeft niet altijd ernstige gevolgen te hebben en uit te monden in een posttraumatische stressstoornis; de mate van overbelasting van het stresssysteem en de aanleg zijn voor iedereen verschillend. Het overgrote deel van de militairen die op uitzending zijn geweest, houdt daar geen klachten aan over. Een kleine groep - ongeveer een op de vijf - komt gestresst thuis, maar is met een goed gesprek al geholpen. Slechts in uitzonderlijke gevallen is professionele hulp of, in geval van PTSS, langdurige behandeling nodig. Van belang is zeker dat militairen die op uitzending gaan, in elk stadium worden begeleid. Dus voor, tijdens én na de uitzending wordt psychologische zorg beschikbaar gesteld. Volgens het nieuwe defensiebeleid dient een psycholoog van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) vóór de uitzending militairen in de Missiegerichte Instructie aanwijzingen te geven die ze helpt stressreacties te herkennen. Tijdens de huidige missie in Afghanistan is een Sociaal Medisch Team (SMT, een arts, geestelijk verzorgers, een maatschappelijk werker en een psycholoog) aanwezig, dat altijd beschikbaar is voor ondersteuning.
In de adaptatieperiode tussen het einde van de uitzending en terugkeer in Nederland staat dan een groepsgesprek gepland, waar met naaste collega’s ervaringen kunnen worden besproken. Twaalf weken na thuiskomst kan elke militair in een gesprek met een medewerker van het Bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW) of een geestelijk verzorger (GV) zijn ervaringen kwijt met de reïntegratie thuis en op het werk. En zes maanden na terugkeer krijgt de militair én het thuisfront een nazorgvragenlijst. In elk stadium kan de militair, indien er signalen zijn van geestelijke problemen, worden doorverwezen naar MGGZ, BMW of GV. Met deze continue, scherpe focus hoopt Defensie niemand met mogelijke problemen over het hoofd te zien.
Reorganisatie De MGGZ binnen Defensie is sinds november 2006 gereorganiseerd. De GZ-eenheden van de krijgsmachtdelen zijn samengevoegd in één organisatie en vervolgens zijn een staf en vier regionale centra ingericht. De staf zorgt voor de organisatie, de regionale centra (in Utrecht, Zwolle, Driehuis en Eindhoven) leveren de daadwerkelijke zorg aan militairen en veteranen. Er bestaan drie zorglijnen: de reguliere zorg in kazernes en op bases, zorg rondom uitzendingen en zorg voor veteranen. Voornaam doel van de nieuwe organisatie is een sluitend vangnet te creëren voor (ex-)militairen, zodat niemand de benodigde hulp mis kan lopen. Veteranen worden aangeschreven, actieve militairen worden gevolgd en zonodig begeleid. Zodra het nodig is, kunnen zij worden geholpen via een van de opgestelde zorglijnen. Maar ook hun gezinsleden kunnen conform de nieuwe zorglijn gebruik maken van nazorg. Ook zij krijgen immers te kampen met de gevolgen van de ervaringen tijdens een uitzending en hebben dus recht op professionele steun. Die wordt het thuisfront bijvoorbeeld geboden tijdens partnergroepen, oudergroepen en bijeenkomsten voor dienstslachtoffers en hun gezinsleden bij De Basis, een officiële civiele partner van de MGGZ (zie kader).
‘Een vangnet was er altijd al wel’, stelt kolonel-arts Berend Berendsen, psychiater en coördinator uitzendgerelateerde zorg van het MGGZ regiocentrum Midden in Utrecht. Berendsen heeft een voortrekkersrol in de nieuwe MGGZ-structuur en heeft PTSS-patiënten onder zijn hoede. ‘Maar de mazen waren te wijd. Veel militairen en veteranen die aan het “vallen” waren, werden niet of niet juist opgevangen. Dat is sinds de reorganisatie anders. We hebben heel grote stappen vooruit gemaakt. Elke militair kan dezelfde opvang krijgen. Veteranen, recent uitgezonden militairen; wie aan het “vallen” is, kan en zal steeds vaker bij ons in beeld komen.’ ‘De debriefing die de KL vroeger deed na een uitzending, werkte niet optimaal’, oordeelt Berendsen. ‘Er moest een netwerk worden gecreëerd, waarin militairen worden opgevangen. Het is essentieel dat we goed en op tijd herkennen hoe stress en trauma’s bij een militair doorwerken.’
Te veel nog hing het eerder van de bereidwilligheid van de militair zelf af om hulp te zoeken. En van de erkenning door de militair zelf dat hij iets (structureel) mankeert. En juist dat bleek in de specifieke defensiecultuur een lastige drempel. Te vaak immers stelden militairen bij thuiskomst dat het “wel goed” ging, dat ze gewoonweg blij waren veilig thuis te zijn en dat eventuele klachten “wel meevielen”. Te vaak ook stelden zij zichzelf stoer voor nachtmerries, slapeloosheid en angstaanvallen zelf te overwinnen. ‘Een stresssysteem van een militair wordt getraind om ook onder extreme belasting te kunnen blijven functioneren’, weet kolonel Berendsen. ‘Dat moet ook, omdat militairen vaker dan andere mensen met stresssituaties te maken hebben en in die gevallen hun hoofd koel moeten kunnen houden. Discipline, teamwork: het zijn middelen om dat systeem te trainen en in stand te houden. Desondanks kan ieder stresssysteem overbelast raken. En de bijkomende klachten kun je niet eeuwig wegdrukken als PTSS ontstaat; de bom zal altijd een keer barsten.’
‘Het uniform was mijn harnas, dacht ik’
17
Jack Hij schrok van zichzelf. Jack, ex-militair van 41 Herstelcompagnie, was verbaal zo tegen zijn broer uitgevallen, dat hij zichzelf kapot schaamde voor zijn gedrag. Het was najaar 2006, veertien jaar na zijn eerste uitzending naar Bosnië. Jack realiseerde zich als nooit tevoren: zo kon het echt niet verder. Hij sliep al jaren slecht, was constant nerveus en schichtig, dronk veel en kampte met herbelevingen van alle ellende die hij op de Balkan had meegemaakt. ‘De uitzending van 1992 heeft een grote impact op mij gehad. Beschietingen, menselijke drama’s, zeg maar gerust het hele vak oorlog. Ik was goed getraind en had van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Maar op zoiets kan niemand zich voorbereiden. Tijdens mijn dienst verdrong ik alles. Het uniform was mijn harnas, dacht ik. Ik leefde in een eigen bunkertje. Maar achteraf ben ik van die periode in Bosnië echt ziek geworden.’ In 2000, na veertien jaar actieve dienst, vroeg en kreeg Jack eervol ontslag. Als burger werd de sluimerende onrust een actieve stressstoornis. De ferme uitbrander naar zijn broer, zes jaar na zijn afscheid van de KL, was de druppel voor Jack. ‘Ik heb een tas gepakt, ben in de auto gesprongen en naar het Veteraneninstituut gereden’, vertelt Jack (39), korporaal buiten dienst. ‘Daar heb ik gezegd: “Er moet iets gebeuren, voordat ik verder ontspoor”. Werken ging niet
landmacht oktober 2007
meer, mijn relatie was kapot gegaan. Ik was bang voor mezelf en vreesde dat ik mijn directe familie wat aan zou doen. Ik werd bij het Veteraneninstituut meteen naar de BNMO (Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers, red.) gestuurd. Zo belandde ik bij de MGGZ. Al meteen hadden ze door dat ik PTSS had.’
Therapie Het was wel even schrikken voor Jack en Roy, toen ze voor hun neus ineens klei, tekenpapier, verf en kleurstiften zagen liggen. Jack, in behandeling bij kolonel Berendsen op het CMH in Utrecht, en Roy, die hulp vond bij het Centrum ‘45 in Oegstgeest, werden door hun therapeuten gevraagd hun emoties te uiten op papier of in een kleisculptuur. Daar stonden ze dan, stoere ex-militairen in een “handenarbeidklasje”. Creatieve therapie is een van de behandelmethoden die worden gebruikt om PTSS’ers te confronteren met hun gevoelens. Sceptisch begonnen ze aan dit deel van de behandeling, maar hun wantrouwen voor de “softe” aanpak waren ze al snel kwijt.
‘Wat heeft dit nou voor meerwaarde’, vroeg Jack zich aanvankelijk af. ‘Dat had de hele groep. Ze vroegen ons een drieluik te maken van je gevoel voor, tijdens en na de missie. Nou, het verschil zag je heel duidelijk. De dingen die ik maakte van voor de uitzending hadden duidelijk veel meer kleur en levenskracht dan de creaties van tijdens en na. Heel bijzonder. Zo leerde ik echt beter mijn gevoelens te herkennen en uiten.’ Roy deelt die ervaring. ‘Je kunt een boel agressie kwijt met een kwast, hoor. De therapie heeft duidelijk effecten op mijn gemoedstoestand. Ik kan veel beter communiceren, kan het mijn vriendin bijvoorbeeld veel beter uitleggen als ik weer een nachtmerrie of angstaanval heb gehad.’ De wekelijkse dagbehandeling die de twee veteranen ondergaan, omvat meer, bijvoorbeeld psychotherapeutische praatsessies en dramatherapie. Eén dag in de week staat voor hen volledig in het teken van herstel, een plek geven van hun trauma’s en het leren omgaan met de bijkomende symptomen. Daarnaast krijgen ze allebei medicijnen voorgeschreven, die depressies en zenuwinzinkingen draaglijker en dus de behandelingen mogelijk maken. ‘PTSS is het meest extreme gevolg van traumatische ervaringen’, benadrukt Berendsen. ‘Niet iedere overbelasting van het stresssysteem leidt tot een stoornis. Het kan ook een tijdelijke verstoring opleveren en hoeft dus niet altijd behandeld te worden. Rust is dan vaak voldoende. Bij een stoornis als depressie of PTSS wordt het ingewikkelder.
Partners in nazorg veteranen De MGGZ heeft afspraken met een aantal civiele zorginstanties, die hulpverlening kunnen bieden aan veteranen met psychische klachten na uitzendingen. Hier kunnen zij de nazorg krijgen die zij nodig hebben. Het Veteraneninstituut Het Veteraneninstituut is een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse overheid en de particuliere zorgsector. Het Veteraneninstituut bevordert de maatschappelijke waardering en het psychisch, sociaal en lichamelijk welbevinden van Nederlandse veteranen. Voor alle vragen op veteranengebied is Het Veteraneninstituut hét aanspreekpunt. www.veteraneninstituut.nl De Basis Een onafhankelijke stichting die mensen met ingrijpende, traumatische ervaringen helpt. De Basis ondersteunt veteranen en hun familie. De Basis biedt groepsondersteuning, hulpverlening en andere diensten in het eigen nazorgcentrum in Doorn, maar biedt ook hulp bij mensen thuis. www.de-basis.eu
Stichting Centrum ‘45 Het landelijke centrum voor de medisch-psychologische behandeling van verzetsdeelnemers, oorlogsgetroffenen en slachtoffers van georganiseerd geweld. Aanvankelijk was het instituut in Oegstgeest bestemd voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen van de Tweede Wereldoorlog en hun gezinsleden. De behandeling is al een aantal jaar ook open voor veteranen. www.centrum45.nl Sinai Centrum Het Sinai Centrum is een Joodse instelling voor geestelijke gezondheidszorg en zorg en begeleiding voor mensen met een verstandelijke handicap. Het Sinai Centrum is gevestigd in Amersfoort, Amsterdam en Amstelveen. De behandeling van psychotrauma veroorzaakt door oorlog, geweld en verlies staat centraal en is niet alleen bestemd voor joodse cliënten. www.sinai.nl
‘Ik leerde echt beter
mijn gevoelens te herkennen en uiten’
19
‘Ik zei: “Er moet iets gebeuren, voordat ik ‘We werken dan, samen met verslavingszorg en dergelijke instanties, eerst aan de verkeerde gewoontes: het verkeerde dag-nachtritme bijvoorbeeld, of verslavingen. Met medicijnen zorgen we er vervolgens voor dat patiënten het aankunnen psychotherapeutisch behandeld te worden. Met gesprekstherapie proberen we het evenwicht in het leven, een wereldbeeld en gevoelsleven te herstellen. Kijk: herinneringen zijn blijvend. Die moet iemand een plek zien te geven. Van onze behandeling word je beter, niet per se gelukkiger.’
Nazorg De nazorg voor uitgezonden militairen heeft veel kritiek te verduren gekregen. In de media klonken al tal van beschuldigende geluiden: defensie zou niet voor de opvang van haar medewerkers in staan, hun kwalen niet serieus nemen en onvoldoende opvang bieden. De kritiek wordt gevoed door klachten van de mensen met praktijkervaring. Mensen zoals Roy, die na zijn missie uit dienst ging en nazorg misliep. ‘Ik wou dat ik toen de zorg had gehad die er nu is’, bekent hij. ‘Ik heb die zorg nooit aangeboden gekregen en nu draai ik er alleen voor op. Ik gun het de mannen van harte, maar ik ben er jaloers op. De geestelijke zorg, maar ook de mogelijkheid om te bellen, mailen en chatten in het uitzendgebied. Daar begint de verwerking namelijk al. Er over praten met je familie.’
landmacht oktober 2007
verder ontspoor”
Kolonel Berendsen weerspreekt de kritiek van Roy niet, maar wijst op het vernieuwde vangnet en rekent op beterschap. Militairen moeten volgens hem wanneer zij PTSS-klachten ontwikkelen in een zo vroeg mogelijk stadium in de zorgende handen van de Geestelijke Gezondheidszorg kunnen belanden, en indien nodig een behandeling krijgen. Berendsen: ‘De externe kritiek verwijst meestal naar de situatie van voor de beleidsherziening. We zitten in een verbeterproces. Er zal echter altijd kritiek blijven op de Geestelijke Gezondheidszorg. Dat hoort bij deze vorm van dienstverlening. Als je het goed doet, hoor je niets. Pas als je iets fout doet, krijg je het te horen. Dat houdt je ook scherp en gericht op verbeteringen. De reorganisatie van de Geestelijke Gezondheidszorg is bedoeld om de opvang van militairen verder te optimaliseren. En het ziet er erg hoopgevend uit.’
Langzaam Ook voor Roy en Jack gloort er hoop, ook al vordert hun herstel langzaam. ‘Een paar keer in de week gaat het nog wel mis’, zegt Roy. ‘Laatst nog, in de Gamma. Iemand gooide een douchescherm dicht. Het zweet brak me ineens uit, ik moést weg. Zomaar ineens, een angstaanval. Op deze manier heb ik maar weinig lol in het leven. Sommige mensen zeggen dan: als militair heb je hier zelf voor gekozen. Echt niet. Een schilder kiest er toch ook niet voor van zijn ladder te vallen?’ ‘Gelukkig is mijn eerste kindje op komst, daar kan ik van genieten. Ik was altijd een erg vrolijk mannetje. Ik ben keihard aan het werken om dat weer te worden. Dat goede gevoel moet terugkomen.’ Ook Jack is nog lang niet de oude. Hij zit in de ziektewet, maar heeft zich gericht op een volwaardige terugkeer in de civiele maatschappij. ‘Ik wil geen lastenpost of paria zijn. Maar ik moet eerlijk zijn: ik ben ziek. Vroeger was ik echt een bommetje, maar tegenwoordig heb ik gewoon geen energie. Maar ik ben op de weg terug. Ik ben echt goed en snel opgevangen, bij het BNMO en bij dokter Berendsen. Daarover alleen maar lof. Nu moet ik geduld hebben. Drie stappen naar voren en twee terug. Zolang het maar voorwaarts gaat.’
PTTS Geen controle over je stresssysteem Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) is de meest extreme aandoening die mensen kunnen hebben na (een) traumatische ervaring(en). Niet alle militairen die uit een oorlogsgebied terugkomen en zich niet lekker voelen, hebben PTSS. Kolonel-arts Berend Berendsen, psychiater van militairen en postactieve veteranen met PTSS, legt uit: ‘Mensen zijn er op gebouwd met veranderingen om te gaan. Ze krijgen signalen binnen en reageren daarop, lichamelijk en geestelijk. Als het signaal gevaar is, zullen het lichaam en de geest ervoor zorgen dat die angst geëlimineerd wordt: schrikken, wegduiken, rennen. Zie het stressysteem van het menselijke lichaam bijvoorbeeld als een motor in een voertuig. Bij trauma’s wordt dat systeem dusdanig belast, dat het een schok oplevert. Dat kan lang of kort duren. Bij Combat Stress Fatigue is je “motor” even oververhit geraakt en is een afkoelingsperiode, rust, voldoende voor herstel. Maar als je “motorblok” echt haarscheuren begint te vertonen, is rust niet meer genoeg. Dan is er sprake van een stressstoornis. Als je PTSS hebt, is je stresssysteem overbelast. Je gaat dan anders angst beleven, anders reageren op dreiging en veranderingen. Je krijgt op zulke momenten geheugenproblemen, of juist flashbacks naar de traumatische ervaring. Je kunt je minder makkelijk concentreren of integreren, hebt last van verhoogde prikkelbaarheid en bent gevoeliger voor verwijzingen naar de traumatische ervaring. Als iemand de deur dichtgooit, lig je bijvoorbeeld al onder de bank, omdat de knal je doet terugdenken aan een bomaanslag. Je hebt dus geen controle meer over je stresssysteem.
Vergelijk het met de stormbaan. Iedereen die daar overheen gaat, heeft de volgende dag spierpijn. Je bent er op gebouwd om daar vanzelf van te herstellen. Als je een enkel verzwikt, een trauma oploopt dus, neem je twee weken rust en dan is het weer goed. Ook dat is normaal. Als je een enkelband afscheurt, ga je naar een arts en kom je in een herstelproces. Maar je kunt ook een niet-helende botbreuk oplopen. Dan herstelt je lichaam niet meer automatisch. Zo werkt het met psychische trauma’s ook. PTSS is het chronische onvermogen van de mens om te herstellen van overbelasting van het stresssysteem. Je gaat dan overreageren. Mensen die aan PTSS lijden, grijpen vaak ook naar drank, drugs of agressie. Ze vertonen in feite een soort allergische reactie op veranderingen.’ Bekende symptomen van PTSS zijn herbeleving (nachtmerries of flashbacks), vermijding of emotionele uitschakeling van herinneringen, klinische depressie, ernstige prikkelbaarheid, slaapstoornissen, extreme spanning, irritatie, hevige schrikreacties, angstverschijnselen zoals trillen, zweten, hartkloppingen, ademhalingsproblemen, concentratie- en communicatieproblemen. Het is ook mogelijk dat de persoon symptomen van andere psychische aandoeningen vertoont, zoals depressie, persoonlijkheidsstoornissen of verslavingen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg, regiocentrum Midden 030-2502665
21
Hygiëne en preventieve gezondheidszorg in Uruzgan
‘Met eenvoudige middelen veel oplossen’ Sergeant-majoor Gertjan was de HPG’er van dienst tijdens Task Force Uruzgan II. Elke dag hield hij de hygiëne en preventieve gezondheidszorg (HPG) op Kamp Holland, en andere Nederlandse posten in Uruzgan, in de gaten. Maar wat houdt het werk van een HPG’er in het uitzendgebied nu precies in?
landmacht oktober 2007
23
Sergeant-majoor Gertjan is tevreden. Hij heeft weer een aantal insecten gevangen en kan een nieuw beestje toevoegen aan zijn al zeer rijke verzameling. De vangst is klein in omvang, maar het nut van de beestjes mag niet worden onderschat. Ze zijn van grote waarde voor Hygiëne en Preventieve Gezondheidszorg (HPG) op Kamp Holland. Gertjans grootste trots uit de bonte schakering van beestjes: een heel klein malariamugje, niet groter dan een speldenknopje. ‘Die vind ik het meest bijzonder, omdat malaria een belangrijk thema is voor HPG tijdens deze missie.’ Gertjan verzamelt de verschillende insecten- en spinnensoorten niet zonder reden. ‘Het gaat mij om het medische belang. Sommige soorten dragen ziektes over of veroorzaken wondjes.’ De deur van de HPG’er staat daarom altijd open voor mensen om de verzamelde diertjes te bekijken die in potjes en in kastjes zijn opgeborgen. ‘Op die manier stellen ze automatisch vragen. Ik heb gemerkt dat dat een positieve uitwerking heeft: mensen worden daardoor bewuster van de gevaren van de insecten.’ Het verzamelen van de beestjes is maar een klein onderdeel van de bezigheden van de HPG’er (zie kader Pijlers HPG). ‘Ik adviseer commandanten en bewaak de HPG-pijlers. De hoofdtaak van Hygiëne en Preventieve Gezondheidszorg is het in stand houden van de gevechtskracht. Ervoor zorgen dat militairen gezond zijn en blijven.’ Gertjan was de HPG’er van dienst tijdens TFU-2
Eén van de insecten die in Uruzgan voorkomen is de camel-spider
Gertjan controleert bij het vallen van de avond de lichtval, waarmee insecten worden gevangen
‘Op HPG-gebied hebben we veel geleerd van
eerdere uitzendingen’
Pijler 1: Epidemiologie Pijler 2: Hygiëne te velde Pijler 3: Voedsel en water Pijler 4: Flora en Fauna Pijler 5: ARBO en Milieu te velde Hygiëne en Preventieve Gezondheidszorgbeleid (HPG) kent vijf pijlers. Met deze pijlers ondersteunt HPG de Koninklijke Landmacht bij het in stand houden van de gevechtskracht. Zowel op korte als lange termijn. Het fundament voor de pijlers wordt gevormd door de aangedragen informatie (Medical Military Information) die voorafgaand aan een missie wordt vergaard uit open bronnen en van militaire inlichtingenorganisaties en bijvoorbeeld onderzoek ter plaatse.
landmacht oktober 2007
Epidemioligie
Hygiëne te velde
Voedsel en water
Flora en Fauna
Arbo en Milieu te velde
Medical Military Information
25
Met de pijler “Voedsel en water” is Gertjan continu bezig. ‘Dagelijks controleer ik de kwaliteit en het chloorgehalte van het water in de verschillende sanitaire voorzieningen. Een mobiele drinkwater installatie (MDI) pompt uit een ondergrondse bron het water omhoog voor de keuken, Echos en het Role 2-hospitaal. Het overige bronwater wordt gechloreerd en gebruikt voor de douches en toiletten.’ Gertjan inspecteert de hygiëne bij de bereiding van het eten, maar ook de eetzaal zelf, de Echos en Role 2. ‘Ik controleer onder meer of het eten wel de juiste temperatuur heeft bij het uitserveren en of er goed wordt schoongemaakt.’ Het voedsel in Uruzgan noemt Gertjan “superveilig”: ‘Het wordt in Nederland klaargemaakt, vervolgens diepgevroren en hierheen gebracht. In de keuken wordt het voedsel met stoom (tegen uitdroging van het eten) en hete lucht boven een temperatuur van 65 graden Celcius gebracht. Op die manier kan er eigenlijk niets mis gaan. Ook het drinkwater is superveilig: er worden flessen ingevlogen.’
Vanwege het woestijnklimaat in Uruzgan is hittestress een belangrijk onderwerp. Al vroeg op de dag klimt de temperatuur tot ver boven de 30 graden Celcius. ‘Het effect van hitte heeft een belastend effect op het lichaam. Hierdoor kun je warmteletsels oplopen zoals warmteuitputting of hittestuwing. Dat gaat wederom ten koste van de gevechtskracht. Daarom moet je veel drinken.’ Onder rustige omstandigheden 250-750 ml per uur. Bij lichamelijk inspanning één tot anderhalve liter per uur. Zeven liter per dag of meer onder zware omstandigheden is normaal onder extreme omstandigheden. ‘Een dorstgevoel betekent al dat je aan het uitdrogen bent. Ik heb de commandant daarom geadviseerd om eenheden die de poort uitgaan altijd ruime hoeveelheden water mee te geven. Zeker als ze meerdere dagen op patrouille gaan. Aanvankelijk werd per persoon maar acht liter per dag meegenomen, bij een meerdaagse patrouille. Op mijn advies is dat flink opgeschroefd.’
‘Ik adviseer de commandanten en bewaak de pijlers’
‘Dieren nemen een wat voornamere plaats in dan planten, als het gaat om hygiëne. Dieren kunnen bepaalde ziekten of infecties overbrengen. Denk aan muggen (malaria), zwerfhonden (rabiës) of zandvliegjes (leishmaniasis). Het is zaak de kans op overdracht van dit soort ziekten zo klein mogelijk te maken. Daarom worden malariaprofylaxen en DEET verstrekt, en hoort iedereen ’s avonds het lichaam zoveel mogelijk te bedekken met kleding.’ De bestrijding van plaagdieren is een hoofdtaak voor de HPG’er. ‘Er zijn redelijk veel huisvliegen, zoals we die ook in Nederland hebben. Daar spuit ik regelmatig tegen. Het aantal muggen valt momenteel (hoogtepunt zomer, red.) reuze mee.’ Dat heeft te maken met de inrichting van het kamp, legt Gertjan uit. ‘Muggen houden van stilstaand open water, muizen verbergen zich graag in groenstroken.’ Op het hele kamp is daarom geen open water of groen te vinden. De vloer van Kamp Holland is bedekt met grind. In de eerste plaats tegen de modder. ‘Maar muizen houden er niet van. Omdat het kamp heel open is ingericht, is het voor muizen niet prettig zich te verplaatsen. Ze kunnen zich moeilijk verbergen.’ Van zwerfhonden of wilde katten is op het kamp nauwelijks sprake. Ik heb er tot nu toe maar een paar gesignaleerd. Zolang ze op muizen jagen is er niks aan de hand. Het wordt pas een probleem wanneer ze aan het vuilnis komen. Het afval wordt echter zeer snel afgevoerd en direct verbrand, zodat het geen ongedierte aantrekt. Ik heb vangkooien om katten te vangen, mochten het er meer worden.’ De sergeant-majoor is trots dat het lukt om ongedierte tot nu toe grotendeels buiten de deur te houden. ‘Plaagdieren krijgen geen kans. Ik merk dat we veel hebben geleerd van eerdere missies. Daar plukken we nu de vruchten van.’
landmacht oktober 2007
‘Wanneer veel personen met dezelfde klachten zich melden bij Role 2, is er iets aan de hand. Bijvoorbeeld wanneer een hele compagnie aan de diarree is. Het is voorgekomen dat een flink aantal mensen hier tegelijkertijd last van had. Dit valt voor een belangrijk deel samen met persoonlijke hygiëne. Zo was water op een enkele post aanvankelijk schaars. Het beschikbare water werd gebruikt voor het belangrijkste: drinken. Om zichzelf te wassen werd maar spaarzaam water gebruikt. Volkomen logisch, maar dat ging wel ten koste van de persoonlijke hygiëne, wat een epidemie tot gevolg kan hebben. Ik heb toen het water uit de pomp gecontroleerd. Door er een desinfecterend middel aan toe te voegen is het prima geschikt om mee te douchen. Met eenvoudige middelen is veel op te lossen’, zegt de HPG’er met een glimlach. ‘Douchen gaat daardoor niet meer ten koste van het drinkwater. Dat is een stuk beter.’
Vliegen en andere insecten kunnen besmettingen overbrengen, van de stoelgang naar de mond. Daarom moet iedereen voor het betreden van de eetzaal de handen wassen. Volgens arbo-normen moeten, tegelijkertijd, van de honderd personen er acht kunnen zitten om hun behoefte te doen. Op Kamp Holland wordt daar ruim aan voldaan. Ook na toiletbezoek geldt: handen wassen! In elk sanitair blok staat bovendien desinfecterende zeep. Verder is het van belang op tijd schone sokken en kleding aan te trekken. ‘We hebben op Kamp Holland een prima wasserij, waar de vuile was heen gebracht kan worden.’ Bij de Battlegroup, die veel de poort uitgaat, is HPG een actueel thema, merkt Gertjan. ‘De manschappen realiseren zich dat slechte hygiëne ten koste gaat van de operationele inzet. Zieke mensen zijn niet inzetbaar, waardoor een missie in gevaar kan komen.’
De belangrijkste pijlers waar het HPGhuis op steunt zijn volgens Gertjan “Voedsel en water” en “Hygiëne te velde”. ‘Als die pijlers wegvallen, stort het hele HPG-huis in elkaar en kan ook de missie in gevaar komen.’ In Uruzgan lijkt daarvan geen sprake. Gertjan is tevreden hoe met het HPG-beleid in het uitzendgebied wordt omgegaan door zijn collega-militairen. ‘Ik hoef alleen bij te sturen. Aansturen is eigenlijk al niet meer nodig.’
27
Militair personeel bevorderd
Mutaties burgerpersoneel bevorderd
kolonel: K.G.M. van den Akker (Log ma)
Schaal 9: J.L. Vierhout
luitenant-kolonel: E.A.E. Dobbenberg (Gn), E.S.G. van der Zee (Log gnk)
Schaal 6: J.J. van de Vosse
Militairen: † Luitenant-kolonel J. van den Brink, geplaatst bij 100 B&Tbat. † Adjudant A. den Haan, geplaatst bij 103 Istarbat † Sergeant der eerste klasse M.R. Rosier, geplaatst bij TFU / 111 Pagncie Lt † Soldaat der eerste klasse T.R. Hoogland, geplaatst bij TFU / 13 Infbat RSPB
Schaal 5: K.J. van de Beek
majoor: T.J.J. Cremers (Log ma), S.C.J. Klabbers (Gn), S.A.M. Sevenich (Log gnk), S.Veenvliet (Log gnk) kapitein / ritmeester: A.X. Bethlehem (Inf), J.A. Platenburg (Inf), J.T.M. Somers (Log ma) eerste-luitenant: G.J.A. Mouw (Log b&t), L.C. Nijsten (Log td)
Mutaties burgerpersoneel dienst verlaten
adjudant: F.H. Flos (Log b&t), S. van de Werff (Lua)
In memoriam
Burgers: † De heer W.J. de Zwart, geplaatst bij DIVI † De heer R.J.C. van Zuilen, geplaatst bij Herplaatsing Persco / OTCMan † Mevrouw E.M. Urlings, geplaatst bij Herplaatsing Persco / OTCMan
Aankondigingen
A.G. van der Weide, A.T.G. van Huet, R. Lo Bianco, J.M.J.M. van der Sluijs, G.L.J. Kobessen, K.T.W. Wolbert, C.C.G.J. van de Veerdonk, D. Lucke, B. van Rijn, A. van der Bruggen, B. Demmers, F. Hop, J.J.G. Willen, P. van Dijkhuizen, R.B.J. Elferink, C.J.M.M. van Hal, A.H.M. Onderwater, B.J.H. Roest, A. Elsinga, H.G.M. Faasen, B.J. Heyt, H. Polhout, A.L. Poortinga, J.C. Schreuder, C.J. van ’t Hoog, W. Horseling, A.P.G.M. van Meer, W. Roozeboom, J.M.M. Stultiens, A.G.J. Zalm
sergeant-majoor / opperwachtmeester: H.H. Bulten (Log b&t), J. van Deursen (Art), W.C.M. Sanders (Log td) sergeant / wachtmeester der eerste klasse: G. Kömürcü (Vbdd), I. van der Linden (Inf), M.R. Linger (Log b&t), N. Rijper (Log td) korporaal der eerste klasse: S. Boers (Inf), R. Claessens (Gn), S.W.A. Feddes (Inf), M.J.A.J. Feijs (Inf), K. Neijskens (Gn)
Korpsdiner officieren (afkomstig) van Regiment Technische Troepen
Datum: vrijdag 9 november 2007. Locatie: Officiers Casino te Soesterberg. Bijzonderheden: Zowel actief dienende, als reserveofficieren zijn uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. De ontvangst is tussen 17.00 en 18.00 uur. Nadere gegevens worden vermeld in de persoonlijke uitnodiging, die circa zes weken tevoren wordt toegezonden. Mocht deze niet worden ontvangen, dan kan contact opgenomen worden via 033-4219305 (PTT) of *06-500-19305 (MDTN).
Korpsdiner (oud)onderofficieren NATRES
Reünies B/Stiercie Garderegiment Grenadiers en Jagers
Actieve dienst verlaten kolonel: J.J. de Die (art), K. van ’t Hart (art), J.P.J. van de Vijver (log gnk) luitenant-kolonel: W. in ‘tHout (gv), R. Jongman (lua), B.J. Lolkema (log td), J.A. Mulder (vbdd), D. Verschuure (cav) majoor: G.H.M. Aerts (log b&t), A.A. Nooten (log ma), M.J.G.M. Schakenraad (log td), S. Smidt (vbdd), E.H.A.M. Wiegant (gv) kapitein / ritmeester: J.W. den Besten (gn), F. Janssen (log b&t), P.P.J. Paul (lo/spo), T. Smit (cav), R.P.H. Sweelssen (log b&t), R. van de Voorde (log gnk) eerste-luitenant: H.G.T. Massop (log b&t) tweede-luitenant: M. Lasonder (gn), M.J.A. Verhagen (log b&t)
D
vaandrig: H.F.J. Eleveld (log b&t) adjudant: G.L.C.M. de Bont (log td), J.J. Hesseling (inf), E.C.Holkamp (gn), T.G.M. Kessels (log ma), H. Kregting (lua), J. Smit (log gnk), H.M.J. Spijkers (gn), J.B. van der Vorst (vbdd) sergeant-majoor / opperwachtmeester: A. Alberts (log td), B. Boskamp (art), M. Boverhoff (log gnk), I.B. Dijkhuis (log gnk), A. Jager (log td), D.A. Sepanan-Lankarani (log b&t) sergeant / wachtmeester der eerste klasse: W.J. van Barneveld (log b&t), R. Carbo (inf), C. Damen (cav), J.R. Dijkstra (vbdd), S.P. van Emmerik (log b&t), D. Gouweleeuw (log ma), J. Haak (log b&t), P.J. IJsbrandy (log td), E. Jans (log gnk), F.S. Lubben (log ma), N. de Bie (log b&t), A.J. Roodnat (lo/spo), B.A. Roos (log gnk), A.J. Schenkel (gn), S.J.M.A.C. Schreurs (lo/spo), G.J. Stoffer (cav), N.E.P.M. Taalman (log gnk), P.C. Verkerk (art), E. Wulfsen (log td), W.B.G. Zenhorst (log b&t)
sergeant / wachtmeester: A.B. Bosma (log gnk), P. Brussel (lua), M.W.C., Busing (log td), J. Dekkers (gn), R.G.A. Dolman (log b&t), A.J.C. van Dongen (inf), M. Houbein (inf), C.N.M. Jongbloets (log b&t), R.M. Muntslag (log td), P.W. Rinzema (log gnk), M. Rowaan (vbdd), H. Sueters (log b&t) korporaal der eerste klasse: S.J. Bakarbessy (log b&t), C.L.L. Beckers (log td), M.M.J. Bemelen (vbdd), A. Bosma (gn), J.A. Rinsema (log b&t), M. Depre (log td), I.M. Duurkoop (log ma), J.B. Eggers (cav), R. Eijskoot (log b&t), B.B. Eling (log b&t), R.R. Focke (log td), J. Gombert (log td), M.M.M. de Graaf (log b&t), J.E.C. Hondius (cav), R.F.E.M. Houben (gn), M.A. IJzer (log b&t), D.H. Janssen (cav), P.J. de Jong (log td), M.E.D. Kainama (cav), K. Konings (inf), L. Kort (log b&t), K.D. Kremer (log td), J. Kroes (log gnk), G. Kuik (log b&t), J. Landegent (inf), L.J.W. Langenhuizen (log td), L.J. Laros (inf), A.R. bij de Leij (inf), I.E. Linneweever (gn), J.I.C.C. Louws (log td), R.J.H. van Meegen (log td), A.J. de Moor (log b&t), P.F.M. Neijman (cav), R.E.W.E. Peters (log td), H.S. Pijl (log b&t), D. Prins (log ma), T.E. Rauwerda (log ma), G.H. Remerij (log b&t), S.J. Sneyers (inf), M.J. Sportel (log gnk), P. van der Veen (vbdd), R. Vink (cav), S. de Wit (gn)
Datum: Dinsdag 18 december 2007 Locatie: Oranje Kazerne te Schaarsbergen Informatie en aanmelden: B/Stiercie 11 Infbat Aaslt GGJ, adm Bcie 026-3532830 of CSM Bcie 026-3533229 Opgave (schriftelijk) voor 18 november 2007 via antwoordnummer 1781 t.a.v. CSM B/Stiercie, 11 Infbat Aaslt GGJ, 6800 VR Arnhem (o.v.v. naam, regnr, adres, periode van /tot gediend) Bijzonderheden: Op 18 dec 2007 viert de B/ Stiercie haar 15 jarig bestaan. Al het personeel wat gediend heeft bij deze cie (incl toegevoegd personeel tijdens uitzendingen!) is bij deze uitgenodigd.
Mededeling redactie In de vorige editie van Landmacht, nummer 7, stond een artikel genaamd Checklist. In deze Checklist werden lezers erop geattendeerd om de geldigheid van het rijbewijs in de gaten te houden wanneer men op uitzending gaat. Bij het verlopen van het rijbewijs zou opnieuw een rij-examen moeten worden afgelegd. Dat is niet het geval.
Datum: vrijdag 9 november 2007, 19.00 uur. Locatie: eetzaal ISK te Harskamp (generaal Winkelmankazerne). Ontvangst in ‘Het Trefpunt’, gebouw 127. Informatie en aanmelden: Opgave voor 15 oktober bij staf 30 Natres Bataljon, t.a.v. Aoo J. Nellen; Antwoordnummer 10011, 5260 VB Vught. Tel: 06-22499045 (na 1 okt). Bijzonderheden: De kosten bedragen 25 euro. Na ontvangst van de persoonlijke opgave en betaling wordt een officiële uitnodiging gestuurd. Voorafgaand wordt vanaf 17.00 uur de mogelijkheid geboden het Natresmuseum te bezoeken.
Vereniging Veteranen Grenadiers en Jagers opgericht Het Garderegiment Grenadiers en Jagers, 11 Infanteriebataljon Air Assault heeft haar eigen veteranenvereniging opgericht. De Vereniging Veteranen Grenadiers en Jagers (VVGJ) moet de kameraadschappelijke band tussen veteranen en militairen van hun eenheid in stand houden en bevorderen. Het Garderegiment Grenadiers en Jagers bestaat al meer dan 175 jaar en heeft in de loop der tijd Vele uitzendingen en missies uitgevoerd. Zo zullen in de VVGJ zich veteranen verenigen van de voormalige Indië Bataljons, maar ook oud-militairen die deelnamen aan recente vredesmissies als in voormalig Joegoslavië, Cyprus, Irak en Afghanistan. De VVGJ is aangesloten bij het Veteranen Platvorm en het Veteranen Instituut. De nieuwe vereniging wil de kameraadschappelijke band tussen haar leden bevorderen door het organiseren van reunieën en themadagen. In 2008 wordt door Commandant 11 Infanteriebataljon Grenadiers en Jagers een regimentsweek georganiseerd, waarbij ook de VVGJ bijeenkomsten zal houden op de Oranjekazerne in Schaarsbergen. Het is ook de bedoeling van de vereniging vanaf volgend jaar deel te nemen aan de Veteranendag in Den Haag en het Bevrijdingsfeest te Wageningen. Lidmaatschap Het lidmaatschap van de VVGJ kan worden verkregen door hen die ingedeeld zijn of waren bij het Garderegiment Grenadiers en/of Jagers, ongeacht hun rang, stand, wapen of dienstvak en die dienen of gediend hebben in of bij vredesmissies. Nieuwe leden kunnen zich schriftelijk aanmelden via de website van het Regiment Grenadiers en Jagers. Vereniging Veteranen Grenadiers en Jagers 11 INFBAT AASLT GGJ Secretariaat VVGJ Postbus 9208 6800 HK Arnhem. www.garderegimentgrenadiersenjagers.nl
e gegevens zijn onttrokken aan PeopleSoft. Indien een mutatie niet correct is dient u contact op te nemen met uw eigen P-dienst.
landmacht oktober 2007
29
photoshoot
Kruisbogenmaand in het Legermuseum In oktober staan kruisbogen centraal in het Legermuseum. Een nieuwe tentoonstelling wordt geopend, er worden boogschietdemonstraties gehouden én je mag zelf schieten.
“Het is te vlug voor het oog om waar te nemen”, schrijft Jack J. van Dalen vanuit Canada. “Op de foto is een British 25 Pounder Fieldgun-Houwitzer van de E-Batterij, III-8 RVA, te zien die storingsvuur geeft op de pas tussen Ciawi en Malambong op WestJava. Vermoedelijk in de periode 1948-1949. Het geeft duidelijk weer dat het gas dat de granaat aandrijft, net voordat de granaat het mondstuk verlaat, door de zijpoorten ontsnapt waardoor de terugslag belangrijk verminderd wordt.”
Oproep photoshoot Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt op oefening, uitzending of de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals de plaats waar de foto is genomen en welke eenheid of personen er te zien zijn. Ook moet de foto voldoende resolutie hebben, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto bij voorkeur mailen naar:
[email protected] Postadres: Staf CLAS, Sectie Communicatie, t.a.v. redactie Landmacht, photoshoot, MPC 55A, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht
Geplaatste inzendingen worden beloond met met een Victorinox Multi Tool!
Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kunt u terecht bij de leden van de redactieraad: 200 B&T: smi Erik Vriens 17 Painfbat: kap Jeroen Veenvliet 45 Painfbat: aooi Douwe Bruinsma Colua: kap Arjen Nijkamp DMO: maj Cas Le Mahieu HQ 1(GE/NL) Corps: kap Tjeerd Dijkstra ISK Harskamp: aoo Paul Fontein KCT: kap Jack Bakker KMS: aoo Leo Wijntjes Korps Natres: elnt (r) Fred Warmer Persco: kap Ad Duimel Artillerie: kap Corné van den Berg Staf CLAS: Pepijn Storm van Leeuwen Divi: aoo Ruud Slangen 11 Luchtmobiele Brigade: maj Peter Grotens
*06 530 68232 *06 549 66715 *06 532 47021 *06 678 81703 *06 500 15013 *06 811 2446 *06 538 54222 *06 589 58021 *06 578 62660 *06 573 73 107 *06 546 69450 *06 549 65754 *06 557 46019 *06 678 81402 *06 564 32374
Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en vindt u het leuk een keer in de twee maanden mee te praten over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie. *06 557 46043.
landmacht oktober 2007
Vanaf 12 oktober toont het Legermuseum zijn volledige kruisbogencollectie. De ruim dertig kruisbogen geven een overzicht van bogen uit verschillende Europese streken van de vijftiende tot de twintigste eeuw, allen op verschillende, knappe wijze bewerkt. Bij de tentoonstelling verschijnt een geïllustreerde bestandscatalogus in drie talen (Engels, Duits en Nederlands), waarin alle kruisbogen uit de collectie zijn beschreven en afgebeeld. De tentoonstelling is tot en met maart 2008 te bewonderen. Vanwege de nieuwe tentoonstelling staat iedere zondagmiddag in oktober boogschieten centraal. In het Legermuseum kun je op zondag 7, 14 en 28 oktober je sterke hand en zuivere oog onder deskundige begeleiding van boogschietvereniging Willem Tell uit Delft oefenen.
KL’ers vooraan in internationale Survivalrun Ruim achthonderd defensie- en justitiemedewerkers uit binnen- en buitenland namen woensdag 19 september deel aan de jaarlijkse Survivalrun van Veenhuizen. Na ruim anderhalf uur ploeteren over water- en klimhindernissen verscheen een KL’er als snelste uit de bossen rond de Penitentiaire Inrichting Groot Bankenbosch. Soldaat der eerste klasse G. te Grotenhuis, gelegerd in Schaarsbergen, was met een tijd van 1 uur 34 minuten en 3 seconden de rapste deelnemer van de dag. Hij was in goed gezelschap, want het Nederlandse landenteam was ook het snelste, voor de defensieteams van België (tweede) en Noorwegen (derde). De internationale afvaardigingen gaven de Survivalrun van dit jaar extra cachet. Met defensieteams uit Duitsland, Luxemburg, Turkije, Oostenrijk, Hongarije, Roemenië en Letland stonden er in totaal tien landenploegen aan de start. Waarnemers uit Zweden en Canada lieten zich inspireren tot een toekomstige deelname aan de run, die als het aan de organisatie ligt wellicht binnenkort als het officiële militaire wereldkampioenschap zal gaan fungeren.
Tijdens de herfstvakantie (zaterdag 20 t/m zondag 28 oktober) leren kinderen in het Legermuseum alles over de kruisboog: wie gebruikte het, hoe werkt het wapen en met welke snelheid wordt een pijl afgeschoten? Middeleeuwse soldaten demonstreren dit wapen, kinderen kunnen ook zelf voelen hoe zwaar het is en er is ook een oefenbaan waar ze zelf kunnen oefenen door te richten op een ballon. Er zijn ook workshops waarbij een t-shirt bedrukt kan worden met ridders, jonkvrouwen of kastelen. In de filmzaal is de tekenfilm Robin Hood te zien.
NMK Nationaal militair titelhouder in de individuele klasse werd dit jaar dus Te Grotenhuis, die het beste omging met de weersomstandigheden en de vele balken, touwen en natuurlijke hindernissen die het parcours verzwaarden. Ook de nationale individuele titel bij de vrouwen ging naar een KL’er: sergeant A. van der Linden (2:15:22). Door het pittige karakter sluit de survival volgens de organiserende ministeries van Defensie en Justitie als ultieme sportieve krachtmeting uitstekend aan bij hun beleid om de sportbeoefening onder hun werknemers te bevorderen. Voor militairen en gevangenispersoneel is een goede lichamelijke conditie immers van groot belang bij de uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden.
Meer informatie op www.legermuseum.nl
Foto’s: Buddy Freeth
Kijk voor alle uitslagen op www.cism.nl.
31
Waar genomen Naam: Luitenant-kolonel Ron Heeres Functie: Commandant Onderdeel: Dienst Geografie Koninklijke Landmacht (DGKL) Locatie: ’t Harde Er hoeft maar iets op de wereld te gebeuren dat van militair belang kan zijn, of DGKL kijkt meteen of zij over alle gegevens beschikt van het betreffende gebied of land. Afghanistan is, vanzelfsprekend, een voornaam aandachtspunt voor DGKL. Maar de aandacht strekt verder. ‘Denk maar aan Darfur in Soedan, of Tsjaad’, geeft overste Ron Heeres als voorbeeld. ‘Wel komt hierbij nog een aspect om de hoek kijken: we checken of deze gegevens door ons gebruikt mogen worden. We ruilen de gegevens namelijk met andere krijgsmachten, en daar hangen wel eens bepaalde voorwaarden aan.’ DGKL probeert met zoveel mogelijke landen hierover waterdichte afspraken te maken. ‘Omdat wij en de Noren door de recente ondertekening van het Army Corporative Initiative elkaar als strategische partner beschouwen, kunnen we zonder enig probleem data uitwisselen, maar met veel andere landen verloopt de ruilhandel helaas moeizamer.’ Hoe klein DGKL ook is, zij staat haar mannetje. Zo vertelt Heeres over de tsunami-ramp waarbij DGKL als enige NAVOland beschikte over kaarten van de Indonesische kuststreek. ‘Zelfs de VS hadden die niet, en moesten van ons hun kaartgegevens krijgen.’ Met behulp van de beschikbare gegevens kunnen kaarten ook bijzonder snel worden aangemaakt. Zo moesten enige jaren geleden hals over kop kaarten van Pakistan worden geproduceerd en worden verzonden naar de Nederlandse militairen in Afghanistan die hulp gingen verlenen na de grote aardbeving in Pakistan. ‘Wij waren samen met de Britten de enigen die daar over goede kaarten beschikten.’
Landmacht
HPG in Uruzgan De CV90 komt eraan Leren van ervaringen Chora
MGGZ: vangnet in de nazorg
vijfde jaargang nummer 8, oktober 2007