Landgoed Schöndeln Een duurzaam landgoed met companion planting Bsc Thesis, mei/juni/juli 2013 Joa van Maaren - 920402536040 Begeleiders: Paul Roncken en Ruud Tak Examinator: Marlies Brinkhuijsen
Rapport.indd 1
8-7-2013 2:29:25
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. Thema’s 2.1. Permacultuur 2.2. Landscape Machine 2.3. Landgoederen 2.4. Natuurschoonwet
3. Gebiedsanalyse
3.1. De locatie van het landgoed 3.2. Het Roerdal 3.3. Schöndeln 3.4. Kwaliteiten en gebruik van het landschap 3.5. Kaartstudie
4 6 7 11
12 13 15 16 18
4. Onderzoeksvragen
4.1. Welke planten komen van nature voor in dit gebied? 4.2. Hoe kan companion planting een rol spelen bij de zelfvoorziening en duurzaamheid van het landgoed? 4.3. Welke planten stimuleren elkaar zo optimaal mogelijk en zorgen voor een productief systeem?
5. Het ontwerp
5.1. Concept 5.2. Principeschetsen 5.3. Het landgoed 5.4. Huidige en nieuwe hoogtekaart 5.5. Het landschapsplan 5.6. Details
Bsc Thesis, mei/juni/juli 2013 Joa van Maaren - 920402536040 Begeleiders: Paul Roncken en Ruud Tak Examinator: Marlies Brinkhuijsen
2
Rapport.indd 2
22 24 26
28 29 29 30 31 34
6. Discussie
38
7. Conclusie
39
8. Reflectie
40
9. Referentielijst
41
8-7-2013 2:29:25
1. Inleiding Stichting Holtveld is sinds 2008 bezig met het ontwikkelen van een nieuw landgoed, ten zuiden van Roermond aan de rivier de Roer. Op dit landgoed staat duurzaamheid centraal. Een belangrijk doel is zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Permacultuur speelt daarbij een belangrijke rol. Daarnaast wil de stichting er met een aantal gezinnen gaan wonen en een hechte gemeenschap vormen. Ook moet het landgoed voldoen aan de Natuurschoonwet. (Stichting Holtveld, 2013)
De methode Het ontwerp zal gebaseerd worden op en onderbouwd worden door onderzoek, het is dus een ‘research-based design’. Het onderzoek zal bestaan uit literatuuronderzoek, kaartstudies en observaties tijdens excursies naar het gebied. De ontwerpvragen zullen beantwoord worden met de uitleg van het ontwerp.
Ik wil mijn thesis gaan richten op een van de principes van permacultuur: ‘companion planting’. Met dit principe ga je op zoek naar de meest optimale combinatie van beplanting, waardoor planten elkaar op een positieve manier beïnvloeden. De ene plant voorziet in de behoefte van de ander en andersom. (Beerda, 2007) Daarnaast speelt de relatieve locatie van planten een grote rol. (Whitefield, 2005) Hoe positioneer je ze zo, dat er optimale omstandigheden ontstaan? Ik zal me richten op voedselproducerende planten, maar ook op niet voedselproducerende planten. Door het creëren van verschillende zones, met verschillende functies en omstandigheden, ontstaat er een afwisselend en aantrekkelijk landgoed.
Onderzoeksvragen Hoofdvraag Hoe kan companion planting bijdragen aan een productief systeem en worden toegepast op het nieuwe landgoed bij Roermond?
Het doel Het doel van deze bachelor thesis is om een aantrekkelijk vormgegeven landgoed te ontwikkelen waarbij duurzaamheid centraal staat. Ik zal proberen zo veel mogelijk eisen en wensen van verschillende partijen in acht te nemen. Het ontwerp zal ondersteund worden door onderzoek. Het ontwerp moet gebaseerd zijn op de principes van permacultuur, landscape machines, de Natuurschoonwet en een landgoed ontwerp. Daarnaast moet deze bachelor thesis ingaan op de vraag hoe je om kunt gaan met het principe ‘companion planting’. Ik wil er graag achter komen hoe je dit kunt toepassen op een landgoed en hoe je de bestaande elementen in het landschap daarbij kunt gebruiken.
Ontwerpvragen - Hoe positioneer je deze planten ten opzichte van elkaar (relatieve locatie) en creëer je een aantrekkelijk landgoed? - Hoe kunnen de aanwezige elementen in het landschap gebruikt worden bij companion planting en bij het ontwerpen van dit landgoed?
Rapport.indd 3
Onderzoeksvragen - Welke planten komen van nature voor in dit gebied? - Hoe kan companion planting een rol spelen bij de zelfvoorziening en duurzaamheid van het landgoed? - Welke planten stimuleren elkaar zo optimaal mogelijk en zorgen voor een productief systeem?
Leerdoelen - Beter omgaan met een tijdschema en niet alles tot het laatste moment uitstellen. - Ik wil graag mijn visuele vaardigheden verbeteren. Beter leren omgaan met de programma’s uit het Adobe pakket. - Leren omgaan met informatie en daar een goed wetenschappelijk rapport over schrijven.
3
8-7-2013 2:29:25
2. Thema’s
2.1 Permacultuur Permacultuur is in 1970 voor het eerst omschreven door de Australische biologen Bill Mollison en David Holmgren. (Permacultuur Academie, 2013) Zij zeggen hierover: “Permacultuur is een woord dat we hebben bedacht voor een geïntegreerd, evoluerend systeem van vaste of zichzelf in stand houdende plant- en diersoorten, nuttig voor de mens. Het is, in essentie, een volledig agrarisch ecosysteem, gemodelleerd naar bestaande maar eenvoudiger voorbeelden.” (Mollison & Holmgren, 1978) Permacultuur is een principe waarbij zo optimaal mogelijk gebruik wordt gemaakt van natuur bij bijvoorbeeld het produceren van voedsel. Er wordt gewerkt mét de natuur, in plaats van tegen de natuur. Het is een ecologisch systeem dat als belangrijkste elementen de zon, zoet water en wind gebruikt. (Permacultuur Academie, 2013) Permacultuur kent een aantal ontwerpprincipes waar mee gewerkt kan worden (de Waard, 1996): • Relaties door plaatsing elementen •
•
•
‘Relatieve locatie’ is het juist plaatsen van elementen, waardoor het ene element de ander in zijn behoeften voorziet. (Bradtke, 2013)
Meerdere functies per element
Meerdere functies zorgen voor veerkracht en duurzaamheid. Functies worden door meerdere organismen ondersteund. Voorbeelden van functies zijn voedselvoorziening, bouwmateriaal, waterzuivering, enz. (Beerda, 2007)
Meerdere elementen voor belangrijke functies
Algemene functies moeten door minstens twee elementen ondersteund worden, zodat er enige risicospreiding is.(Visser, 1997) De ecologische term hiervoor is ‘functional redundancy’. (Beerda, 2007)
Ruimtelijke relaties in zones, sectoren en hoogtes
Zones zijn gebaseerd op hoe vaak zones worden bezocht en hoeveel aandacht de planten in die zone nodig hebben. (Bradtke, 2013) Sectoren bevatten factoren die het ecosysteem beïnvloeden, zoals wind, zoet water en zon. (Visser, 1997) Reliëf kan bepalend zijn voor
4
Rapport.indd 4
8-7-2013 2:29:25
• •
• •
•
•
het ontstaan van microklimaten. Lager gelegen, natte gronden zijn geschikt voor waterminnende planten. Het systeem kan met hoogteverschillen efficiënt ingericht worden. (Tak, 2013)
Tijdsrelaties en successie
bijvoorbeeld gebruikt worden in een plantenkas. Bamboe heeft ook meerdere functies, zoals bouwmateriaal, bindvezels, veevoer, windhaag, eetbare spruiten en oeverversteviging. (de Waard, 1996)
Verschillende stadia van het ecosysteem volgen elkaar op in tijd en dit zorgt voor een grote diversiteit. (Visser, 1997)
Biologische hulpbronnen
Volgens Beerda (2005) zijn er vijf soorten hulpbronnen: verdwijnende/ degraderende hulpbronnen, toenemende hulpbronnen, onveranderlijke hulpbronnen, eindige hulpbronnen en vervuilende hulpbronnen. Bij permacultuur kunnen het beste de eerste drie ingezet worden.
Kringlopen van energie
Energie in het systeem moet zo optimaal benut worden door middel van aftappen, gebruiken of opslaan. (Visser, 1997)
Diversiteit in polyculturen
Door het gebruik van polyculturen is de oogst beter bestand tegen ziektes en weersomstandigheden. Ook kan er op verschillende tijdstippen geoogst worden. (Visser, 1997)
Multifunctionele kip
- portlandmainpermaculture.wordpress.com
Randen en grensvlakken
Randen en grensvlakken zijn vaak productief en divers. Elementen kunnen gebruik maken van omstandigheden van beide vlakken. (Visser, 1997)
Menselijke maat
Het ontwerp moet beheerbaar zijn.
Systemen zijn vaak gericht op een bepaald product, bij permacultuur draait het altijd om een bredere, diverse aanpak en worden haar systemen gevormd door multifunctionele elementen. Door de keuze en plaatsing van elementen zorg je ervoor dat de elementen minstens drie functies vervullen in het systeem. Zo zorgen kippen niet alleen voor eieren, veren, vlees, mest en gescharrel, maar ook voor het produceren van methaan, kooldioxide en lichaamswarmte. Lichaamswarmte kan Moestuin kasteel Twickel - www.kalkhovenfotografie.nl
Rapport.indd 5
5
8-7-2013 2:29:26
2.2 Landscape Machine De verschillende functies zijn niet alleen in fysieke vorm aanwezig. We willen bijvoorbeeld dat de tuin een plek is waar we rustig en ontspannen kunnen zitten. Het doet een mens goed om bloemen om zich heen te hebben. (de Waard, 1996)
Ook het concept ‘landscape machines’ zal worden toegepast op het landgoed. Een landschapsmachine is een productief landschap waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke processen. Het doel van het ontwerp is niet om een maximale opbrengst te genereren, maar om een ecosysteem in combinatie met menselijke ingrepen zijn werk te laten Veel ontwerpprincipes van permacultuur komen terug in ‘companion doen. ‘A landscape machine needs to be ‘grown’ rather than produced’. planting’. Er zijn relaties tussen de verschillende planten en ze helpen (Roncken, 2012) elkaar zo optimaal mogelijk te groeien en te produceren. Dit heeft te maken met fysieke, chemische en ecologische wisselwerkingen tussen De landschapsmachine wordt door twee factoren gedefinieerd. Ten de planten. Deze kenmerken die elke plant heeft, kun je gebruiken bij eerste de ‘machine’, die krijgt een bepaalde input en dankzij de het maken van een ontwerp. werking van energie krijg je één of meerdere outputs. Ten tweede heeft de landschapsmachine te maken met natuurlijke processen in het landschap die met elkaar samenwerken, waaronder ecologische, fysieke en chemische processen. De wisselwerking tussen de inputs en deze processen zorgen bijvoorbeeld voor voedselproductie en het zuiveren van vervuilende landschappen. (Roncken, 2011) Je kunt verschillende typen landschapsmachines onderscheiden: ‘production type’, ‘waste treatment type’, ‘system repair type’ en ‘renewable energy type’. Bij het productie type, worden bestaande of slapende processen in het landschap gebruikt bij de productie van bijvoorbeeld gewassen. Een, in eerste instantie, klein productie systeem wordt uitgebreid naar een open keten van voedingsstoffen, afval en mest. Met het ‘waste treatment type’ wil men de bodem, het water en kunstmatige materialen schoonmaken door het gebruik van ecologische processen. Het meeste afval wordt omgezet in hulpbronnen die weer gebruikt kunnen worden. Sommige afvalresten moeten geïsoleerd worden, omdat anders de kans bestaat dat ze andere systemen aantasten. 6
Waarden en principes van permacultuur - www.permacultuuracademie.nl
Rapport.indd 6
Het ‘system-repair type’ is een ingreep die ervoor zorgt dat het evenwicht
8-7-2013 2:29:26
2.3 Landgoederen weer terug komt in een gebied. Sommige menselijke ingrepen hebben een negatieve invloed op ecosystemen. Landschapsmachines kunnen deze achterstand inhalen en daarmee de biodiversiteit vergroten. Het ‘renewable-energie type’ is een landschapsmachine die bestaande energie-systemen verbeterd. Er worden factoren gebruikt als zon, wind, eb en vloed. (Roncken, 2013)
Het is interessant en leerzaam om te kijken naar hoe landgoederen in de geschiedenis ontworpen werden en hoe dat op dit moment gebeurt. Dit kan bepaalde richtlijnen geven die het maken van deze opdracht ondersteunt.
Een landgoed wordt door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) omschreven als: “Een landgoed is een, Een landschapsmachine is een complex systeem, waarbij meerdere in Nederland gelegen, geheel of gedeeltelijk met bossen of andere aspecten komen kijken. Permacultuur en landschapsmachines hebben houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die veel gemeen, je zou haast kunnen zeggen dat permacultuur een waarop een buitenplaats of andere, bij karakter van het landgoed landschapsmachine is. Beiden maken gebruik van natuurlijke processen passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan met kleine menselijke ingrepen. Permacultuur heeft ook inputs, die door van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor energie omgezet worden in meerdere outputs. Zo kun je bijvoorbeeld het behoud van het natuurschoon wenselijk is.” (LASER, 2004) een bonenplant zien als de input en door middel van zon, water en fotosynthese krijg je meerdere outputs, namelijk bonen, stikstofbinding In Nederland bevinden zich ongeveer 7500 landgoederen, waarvan er in de grond en CO²-afname in de atmosfeer. Vaak manifesteren ongeveer 2450 voldoen aan de Natuurschoonwet en daarom opengesteld landschapsmachines zich op grotere schaal en hebben die meer invloed zijn voor publiek. 75% van deze landgoederen is in particulier bezit en op de mens. Het landgoed heeft permacultuur en is daarmee ook een ze nemen ongeveer 330.000 hectare in. De rest is in bezit van provincies kleine landschapsmachine. of Natuurmonumenten.(Vader et al., 2012) In de 20e eeuw vond er weinig ontwikkeling van landgoederen plaats, daar was weinig ruimte voor binnen de planologie. (Vader et al., 2012) Het ruimtelijke ordeningsbeleid ging uit van een scheiding tussen de stad en het platteland. Er waren weinig mogelijkheden om in buitengebied groen te wonen. (Provincie Limburg, 2010) Bovendien werd er in de jaren 90 te weinig nieuw bos aangelegd, volgens de overheid. Het ontwikkelen van Nieuwe Landgoederen is een middel om een deel van de nieuwe bosaanleg te realiseren. Daarvoor zijn het Bosbeleidsplan (1993) en het Structuurschema Groene Ruimte (SGR 1, 1995) opgesteld. Later werd het Structuurschema Groene Ruimte II (2002) opgesteld, daarin werd bepaald dat een Nieuw Landgoed niet alleen uit bos hoeft te bestaan, maar het mag ook uit parkachtig landschap bestaan.(Derckx et al., 2010) Landscape Machine
Rapport.indd 7
- Alexander Herrebout (2011), www.landscapemachines.com
7
8-7-2013 2:29:26
De ontwikkeling van nieuwe landgoederen vindt voornamelijk plaats in het buitengebied, met een agrarische functie en waar bebouwing niet is toegestaan. Vaak is het ook een gebied waar natuur moet bijdragen aan de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. Ook komt de term ‘rood voor groen’ vaak naar voren. De woningbouw (rood) zorgt voor financiering van de natuurontwikkeling (groen) daar om heen. Daarnaast levert dit fiscale voordelen en subsidies op. (Vader et al., 2012) De eisen die aan een Nieuw Landgoed worden gesteld verschillen per provincie. Voor alle provincies geldt dat een landgoed nieuw is als het nieuwe landgoed op grond wordt gerealiseerd die voorheen agrarisch was. Er zal dus ook vaak een wijziging in het bestemmingsplan moeten plaats vinden. (Derckx et al., 2010) Daarnaast moet een nieuw landgoed minstens 5 hectare groot zijn en voor 90% toegankelijk zijn voor het publiek. Bovendien moet het landgoed een ‘landhuis van allure ‘ bevatten, met maximaal drie wooneenheden. (Vader et al., 2012) In de provincie Limburg mag een landgoed maximaal 4 wooneenheden bevatten. Als er nieuwe bebouwing geplaatst wordt, moet het landgoed ongeveer 10 hectare zijn. Een landgoed met bestaande bebouwing moet minstens 5 hectare zijn. (Provincie Limburg, 2010)
8
kijken.(Derckx et al., 2010) Ondanks het verschil tussen een historisch en nieuw landgoed, vormt het historische landgoed vaak wel een referentie voor een nieuw landgoed. Er worden veel voorbeelden van historische landgoederen gebruikt bij het ontwikkelen van een nieuw landgoed. (Derckx et al., 2010) Locatie In de zeventiende en achttiende eeuw werden landgoederen vaak dichtbij de stad ontwikkeld. Dit gebeurde met name in het westen van het land. In het noorden zijn relatief weinig landgoederen. In Brabant en het oosten van Nederland werden landgoederen voornamelijk voortgebouwd op bestaande kasteeltjes of versterkte huizen omdat de verdedigingsfunctie niet langer meer nodig was.
In de Gouden Eeuw waren de binnenduinrand bij het Westland en langs de Vecht populaire plekken om een landgoed te stichten. Ook in ’s-Graveland, de Beemster en op Walcheren ontstonden landgoederen. De plek van het landgoed werd bepaald aan de hand van de bereikbaarheid vanuit de stad. Het landgoed moest binnen een dag te bereiken zijn. Ook moest de omgeving voldoen aan de voorwaarde ‘buiten wonen’. Plekken Nieuwe landgoederen zijn ontstaan na 1995. De landgoederen van waar vaak landgoederen daarvoor zijn de historische of klassieke landgoederen. Een groot werden ontwikkeld deel van deze landgoederen ligt in het landelijk gebied. Sommige zijn bijvoorbeeld de landgoederen functioneren nog als zodanig, maar een groot deel heeft binnenduinrand en langs slechts het landhuis en de bijbehorende tuin over. Het bijbehorende de rivieren op overgangen land is verkocht of onteigend voor stadsuitbreiding. (Derckx et al., 2010) van laag naar hoog. (Derckx et al., 2010) Het historische landgoed is voornamelijk gebaseerd op de vormwil (het willen maken van iets ‘moois’) en het kapitaal van de eigenaar. Een nieuw landgoed moet echter bijdragen aan maatschappelijke Landhuis aan de Vecht bij doeleinden, namelijk nieuwe natuur, toegankelijkheid en kwaliteit van Utrecht. www.zoom.nl het landelijk gebied. Daar komen natuurlijk allerlei eisen bij
Rapport.indd 8
8-7-2013 2:29:26
In Oost- en Midden-Nederland werden landgoederen vaak door adelijke families gebouwd. Veel landgoederen in Limburg zijn een gevolg van succes tijdens de industrialisatie. Rijke ondernemers lieten een landgoed net buiten de stad bouwen.(Provincie Limburg, 2010)
Het geometrisch landgoed
Rechte lijnen en vakken, lange zichtlijnen, rechte paden en lanen, komt vooral voor in Drenthe.
Het naturalistische landgoed Natuurlijke vormen, gebogen lijnen, slingerende lanen, gebruikt hoogtelijnen.
Mengvorm
Beide stijlen naast of door elkaar bij waterpartijen, poelen, beken. Bijvoorbeeld rechte centrale hoofdlaan, omgeven door naturalistisch parklandschap.
Tegenwoordig is men niet zo vrij in het kiezen van een locatie voor een landgoed. De grondprijs en regelgeving spelen daarbij een grote rol. Het is niet meer mogelijk om overal waar je maar wilt een landgoed te bouwen. Daarnaast ontstaan nieuwe landgoederen niet meer in de buurt van grote steden, maar in de buitengebieden. (Derckx et al., 2010) Wonen Veel historische landgoederen werden alleen in de zomer gebruikt door de familie. Het hele huishouden werd gedurende de zomer vanuit de stad naar het landgoed verhuisd. Daarom was een landgoed vaak ook zelfvoorzienend wat betreft voedsel. De huizen van de Nieuwe Landgoederen worden voornamelijk permanent bewoond. De andere functies van het landgoed zijn tegenwoordig veel minder verbonden met het wonen. Een overeenkomst tussen historische landgoederen en Nieuw Landgoederen is het feit dat men de wens heeft om buiten te wonen en niet langer in de drukke stad. Daarnaast speelt bij beide de status en het hebben van een beleggingsobject een rol. (Derckx et al., 2010)
Gescheiden toegankelijkheid
Rapport.indd 9
Gecombineerde toegankelijkheid
Stijlen Er hebben zich meerdere stijlen voorgedaan bij het ontwikkelen van historische landgoederen in de Gouden Eeuw en daarna. De oudste landgoederen werden geïnspireerd op het Hollands classicisme (16201680). Dit is een Hollandse interpretatie van klassieke principes die te maken hebben met proportie en symmetrie. Er werd vaak gebruik gemaakt van een symmetrieas. Vaak werden de landhuizen gebaseerd
9
8-7-2013 2:29:27
op de Amsterdamse grachtenpanden.
2. Agrarisch landgoed Deze landgoederen hebben vaak een geometrische aanleg. Het huis is Het Frans classicisme (1680-1720) werd meegebracht door Frans informeel en vaak niet-monumentaal. Het landgoed is gebaseerd op de hugenoten die onder andere de stijl van Versailles meebrachten. Bij deze verkaveling en is onderdeel van een oorspronkelijk cultuurlandschap. stijl werd het landschap onderdeel van het landgoed, door middel van Veel agrarische landgoederen hebben een productieopbrengst op eigen zichtlijnen. Het besloten karakter van een landgoed verdween hiermee. grond van de agrariër. Ook werd er veel gebruik gemaakt van ornamenten, zoals slangenmuren, 3. Modern landgoed sterrenbossen, colonnades en beelden. Ook werd er vaak een doolhof of Een modern landgoed heeft een moderne uitstraling, waarbij het huis en labyrinth op het landgoed aangelegd. de tuin in samenhang ontworpen zijn. Vaak is het een erg origineel en integraal ontwerp. Midden in de achttiende eeuw ging men over op meer natuurlijke tuinen. 4. Formeel landgoed Geen geometrische tuinen meer, maar slingerende paden, vijvers en Dit landgoed is het meest historisch van allemaal. Het landgoed heeft heuvels. Deze natuurlijke vormen werden wel ingepast in de bestaande, een formele opzet met lanen in assen naar het formele herenhuis toe. De rechte paden. Later verdween dit ook en werden er veel uitzichten op de vormgeving is vaak niet vernieuwend. omgeving opgenomen in het ontwerp. De tuinen werden omgetoverd in (Derckx et al., 2010) de landschapsstijl. Ook de landgoederen van eind negentiende eeuw en begin twintigste eeuw werden door deze romantische stijl beïnvloed. Bij het ontwerpen van nieuwe landgoederen speelt niet één stijl een belangrijke rol. De nieuwe landgoederen refereren voornamelijk aan natuurgebieden, omdat dat ook een van de doelstellingen is van het beleid voor Nieuwe Landgoederen. Bij een aantal landgoederen worden stijlen wel gecombineerd. Er worden geen grote beelden en waterpartijen meer aangelegd, en de beplanting is zo veel mogelijk inheems. (Derckx et al., 2010) Typen landgoederen Er bestaan vier typen landgoederen met elk hun eigen kenmerken. 1. Romantisch landgoed Deze landgoederen komen voornamelijk in Gelderland voor. Ze hebben een romantische aanleg en een formeel herenhuis. De stijl stamt uit de 19e eeuw. Aanleg is wild en natuurlijk. 10
Rapport.indd 10
Jongenhof, agrarisch landgoed in Limburg - www.zoom.nl
8-7-2013 2:29:28
2.4 Natuurschoonwet De Natuurschoonwet speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van het landgoed. Het landgoed zal moeten voldoen aan de eisen die deze wet stelt om een nieuw landgoed op te starten. De Natuurschoonwet is in 1928 opgesteld om ‘de instandhouding van landgoederen in bestaande toestand te bevorderen’. (Natuurbeheer, 2013) In 2007 is er een aantal aanpassingen doorgevoerd. Sindsdien ligt de nadruk meer op de duurzaamheid, toegankelijkheid en de maatschappelijke meerwaarde van het landgoed.(Tak, 2013) Een belangrijke eis is het oppervlakte van het opengestelde deel dat een landgoed moet hebben, namelijk minimaal vijf hectare. Dit gebied moet aaneengesloten zijn. Het landgoed moet voor ten minste 30% van het oppervlakte bedekt zijn met houtopstanden. Mocht hier niet aan voldaan worden, dan moet ten minste 50% uit natuurterrein bestaan en 20% uit houtopstanden. (LASER, 2004) Als eigenaren voldoen aan de Natuurschoonwet met hun landgoed, kunnen zij daar fiscale voordelen uit halen.
www.bosgroep.nl
Rapport.indd 11
11
8-7-2013 2:29:28
3. Gebiedsanalyse 3.1 De locatie van het landgoed Het landgoed zal ten zuiden van Roermond en ten noordwesten van Melick worden ontwikkeld, in Limburg en vlakbij de grens met Duitsland. De rivier de Roer stroomt ten zuidwesten van het terrein. De Roer mondt uit in de Maas bij Roermond. Het landgoed is 12 hectare groot.
12
Rapport.indd 12
8-7-2013 2:29:39
3.2 Het Roerdal Het Roerdal ligt in de Centrale Slenk of Roerdalslenk. Deze is ontstaan door opheffing van omliggende gebieden, de horsten. (Fahner, 2008) Aan de noordzijde wordt de Roerdalslenk begrensd door de Peelrandbreuk en in het zuidwesten door de Feldbiss. Tijdens het ontstaan van deze breuken is de slenk gezakt en zijn de horsten omhooggetild. Het Roerdal is onderdeel van het terrassenlandschap van de Maas en de Rijn. In het Pleistoceen, een periode in het Kwartair, is dit landschap ontstaan. In deze periode wisselden warme en koude omstandigheden zich af. Tijdens de koude periode zijn vooral grof en fijn zand en leem afgezet. In de warmere periodes sneden de Maas en de Roer zich in. In de dalen werd rivierzand en klei afgezet. Door het insnijden zijn drie
terrasniveaus ontstaan: het plateauterras, het middenterras en het laagterras. De Roer bevindt zich op het middenterras en de Maas op het laagterras.(Provincie Limburg, 2009) Door dit terrassenlandschap, bevindt het Nederlandse deel van de Roer zich in een vrij vlak gebied en heeft daarom grote meanders. (Fahner, 2008) Het Duitse deel van de Roer is genormaliseerd. Er bevinden zich dan ook veel meanders van verschillende stadia in het Roerdal. Sommige oude meanders zijn drooggevallen, andere bevatten nog steeds water. Veel oude meanders werden vroeger gebruikt als stortplaats voor huishoudelijk afval. Ook werden oude meanders gebruikt als visvijver. Ook bevinden zich veel populierenbossen langs de oever van de Roer. Door de vele inundaties wilde er verder niets anders groeien, bovendien kreeg men later subsidie voor het aanplanten van populieren. (Provincie Limburg, 2009)
13
Rapport.indd 13
8-7-2013 2:29:40
De Roer stroomt bij Vlodrop Nederland in, nadat hij door de Duitse Eiffel is gestroomd. De Roer is 165 kilometer lang en is een zijrivier van de Maas. Ongeveer 22 kilometer van de Roer ligt op Nederlands grondgebied. De Roer ontspringt in het gebied de Hoge Venen in België en mondt bij Roermond uit in de Maas.(Waterschap Roer en Overmaas, 2012) De Hoge Venen liggen op 660 meter boven NAP en de monding ligt op 17 meter NAP. Het verval is 643 meter en het verhang 3,9 m/km. (Wikipedia) Het stroomgebied is 234.000 hectare groot, waarvan 96% in het buitenland ligt. De gemiddelde afvoer bedraagt 23 m³/s. Het Roerdal loopt onder water vanaf 60 m³/s en één keer in de honderd jaar bereikt de Roer een afvoer van 180 m³/s. De Maas heeft veel invloed op de waterstand van de Roer. (Waterschap Roer en Overmaas, 2012) De Roer is het hele jaar watervoerend. Tegenwoordig stroomt er in de winter minder en in de zomer meer water door de Roer. Dit heeft te maken met een aantal stuwmeren en de lozing van water bij bruinkoolmijnen in Duitsland. (Provincie Limburg, 2009)
De Roer in het plangebied
De Roer moet overigens niet verward worden met de rivier de Ruhr in Duitsland. De Roer heet in Duitsland Rur. De Ruhr is de rivier die door het Duitse Ruhrgebied stroomt. Het Roerdal heeft te maken met regionale kwel, maar met name met lokale kwel. Veel kwel is afkomstig van hoge gronden dichtbij de Roer. Doordat de Roer diep ligt ingesneden, liggen de kwelgebieden in het dal in de laagtes en in oude meanders. Dit lokale kwelwater heeft een verblijftijd tussen de 35 en 50 jaar. Regionale kwel heeft een grote variërende verblijftijd, van 25 tot meer dan 250 jaar. (Fahner, 2008) Meanders van de Roer - www.overmaas.nl
14
Rapport.indd 14
8-7-2013 2:29:41
3.3 Schöndeln Op het landgoed ligt een oude hoeve, genaamd Schöndeln. Uit een akte uit 1332 blijkt dat de hoeve van ridder Everard van Melick, gelegen te ‘Scoynlar’, werd overgedragen aan de nieuwe eigenaar Willem, graaf van Gulik. Hij betaalde hier 100 marken voor. De graaf gaf de hoeve weer in leen terug aan Everard. Schöndeln bestond dus al in 1332. (Venner, 1975)
Hoeve Schöndeln, gezien vanuit het plangebied
Sindsdien is de hoeve meerdere malen van eigenaar veranderd. In 1890 kreeg Charles Albert Marie Ernest burggraaf van Aefferden de hoeve in handen. Hij liet in 1893 ten noorden van de hoeve een kasteel bouwen, dat kasteel Schöndeln werd genoemd. Toen hij in 1922 overleed, kwam het in handen van Andreas Hubertus Bremmers. Hij verdeelde het bezit en verkocht een paar delen. Het kasteel ging naar de pater Cammilianen, een stuk grond ging naar het Bisschoppelijk College en de hoeve werd verkocht aan de familie Janssen. (Venner, 1975) De huidige bebouwing van de hoeve dateert van na de Twee Wereldoorlog. Tijdens de oorlog is de oorspronkelijke bebouwing bijna helemaal verloren gegaan. (Stichting Limburgse Kastelen, 2013) Op dit moment ligt de hoeve er verlaten bij en wordt hij niet meer gebruikt. De muren en het dak zijn nog aanwezig, er zitten echter geen ramen meer in het gebouw. De hoeve heeft een grote ommuurde tuin, die veel privacy biedt. In deze muur zat vroeger de poort, die aansloot op de bomenlaan. Echter, de poort is dichtgemetseld en de laan maakt een bocht om de hoeve heen.
Hoeve Schöndeln, gezien vanuit de ommuurde binnentuin
Rapport.indd 15
Deze hoeve biedt kansen voor het ontwikkelen van een nieuw landgoed. Het is een typisch Limburgse hoeve die erg geschikt is en kan dienen als landhuis. Door het herstellen van de oude bomenlaan, wordt er een statige entree naar het landgoed gevormd.
15
8-7-2013 2:29:43
3.4 Kwaliteiten en gebruik van het landschap Het Limburgse landschap rondom de Roer heeft veel te bieden. Het is een dynamisch landschap, aangezien er delen jaarlijks overstromen. De gronden dichtbij de Roer worden voornamelijk gebruikt als graslanden om vee op te laten grazen. Hoger gelegen gebieden worden gebruikt als akkerland. Het gebied heeft veel te bieden wat betreft recreatie, het is een mooi gebied om bijvoorbeeld te wandelen, al zijn delen van het gebied slecht te bereiken.
Oude situatie toegangslaan naar hoeve
16 Nieuwe situatie toegangslaan naar hoeve
Rapport.indd 16
Het landschap op het landgoed bestaat uit grasland, bos, poelen en de Roer. Er is veel reliëf, aangezien de Roer zich vroeger op verschillende plekken heeft ingesneden. Het bos bestaat voornamelijk uit zomereiken en beuken. Langs de oever van de Roer staan veel rijen populieren. De oever van de Roer is erg variërend. Er zijn delen waar de oever geleidelijk afloopt, maar ook delen waar de oever erg stijl is. Dit zijn aantrekkelijke broedplekken voor bijvoorbeeld zwaluwen en ijsvogels. Poelen met water zijn een aantrekkelijke habitat voor insecten. Dit kan bijdragen aan de omstandigheden voor een goede permacultuur.
De poel met water in het plangebied, een aantrekkelijke habitat.
8-7-2013 2:29:47
De laan door het bos met voornamelijk eiken en beuken. Deze laan geeft het landgoed een statige entree.
Een uitgestrekt grasland met veel reliëf.
Rapport.indd 17
Een stijle oever is een aantrekkelijke broedplaats voor bijvoorbeeld zwaluwen en ijsvogels.
17
8-7-2013 2:29:51
3.4 Kaartstudie
Gebruik omliggende gebouwen Vlakbij het landgoed zitten scholen en een kinderdagverbljf, die een interessante doelgroep kunnen vormen voor het landgoed. Permacultuur en companion planting zijn voor de scholen interessante onderwerpen om in het lesprogramma op te nemen. Deze scholen kunnen het landgoed gemakkelijk bezoeken. Ook de paters in het Camillianenklooster zouden gebruik kunnen maken van het landgoed. Ze kunnen er wandelen en verse groenten kopen. Het verzorgingstehuis zou ook baat kunnen hebben bij het landgoed, er komt een interessant wandelgebied met een theehuis.
Infrastructuur Het landgoed is slechts vanuit één richting te bereiken: vanuit het oosten, vanaf de regionale weg. In het mooie gebied vlakbij de Roer zijn nauwelijks bereikbare paden of wegen, waardoor mensen het gebied niet snel zullen bezoeken. Daarnaast is te zien dat de Roer een barrière vormt. Vanuit het dorp Lerop moeten mensen een heel stuk omrijden om Roermond te kunnen bereiken. Scholieren uit Lerop moeten erg ver fietsen om bij hun school te kunnen komen. De bereikbaarheid van zowel het landgoed als de omliggende omgeving zou verbeteren als er meer verbindingen worden gemaakt.
18
Rapport.indd 18
8-7-2013 2:29:53
Landgoederen in de omgeving Langs de oevers van de Roer zijn meerdere landgoederen te vinden met een lange geschiedenis. Er waren zelfs meer landgoederen en grote hoeves, maar een deel is verdwenen. Landhuiseigenaren vonden het in de zeventiende en achttiende eeuw al een mooie plek om te wonen.
Kijkrichting vanuit landhuis Ten noordoosten van het landgoed, bevinden zich veel bosranden. Ook langs de Roer staan veel rijen van grote populieren. Deze randen vormen een gesloten barrière. De kijkrichting wordt daardoor enorm beïnvloed vanuit het landhuis. Vanaf het aangrenzende land van het landgoed, zijn er weer andere doorkijkjes, onder andere naar Lerop en de regionale weg. Dit is erg interessant, aangezien je dus vanaf verschillende plekken, ook verschillende uitzichten hebt. 19
Rapport.indd 19
8-7-2013 2:30:02
Hoogtekaart In de hoogtekaart is te zien waar de Roer vroeger stroomde, dat is namelijk lager gelegen. Deze natuurlijke vorm is interessant als er in het
ontwerp gebruik gemaakt wordt van hoogteverschillen. Deze kunnen bijvoorbeeld versterkt worden. Ook zal er in de lage gebieden rekening gehouden moeten worden met overstromingsgevaar.
20
Rapport.indd 20
8-7-2013 2:30:04
Bodem Het grootste deel van het plangebied heeft een kalkloze ooivaaggrond. Dit deel van het gebied is uitermate geschikt voor de permacultuur. Ooivaaggronden hebben een goede bodemstructuur, namelijk een permanent heterogeen poriënstelsel, waardoor water makkelijk infiltreert, wortels makkelijk hun weg vinden en er veel zuurstof de grond in kan. Bovendien is een ooivaaggrond zowel chemisch als fysisch een uitstekende grond om voedsel op te produceren. (T. Jongemans & G. Peek, 2010) Dit deel van het plangebied is dus erg geschikt om de moestuin op te plaatsen. Er zal echter wel rekening gehouden moeten worden met het overstromingsrisico en er zullen delen opgehoogd moeten worden.
Conclusie
Overstroming Bij een overstroming overstroomt het gemarkeerde gebied als eerste. Dit gebeurt jaarlijks. Het water stroomt dan binnen vanuit de noordwestkant van het gebied. Dit laaggelegen deel is het meest risicovol en daar moet rekening mee gehouden worden bij het ontwerp. Het is niet verstandig daar een moestuin aan te leggen.
Rapport.indd 21
Het gebied heeft veel potentie; er zitten scholen, een bejaardentehuis, een klooster en een kinderdagverblijf in de buurt die geïnteresseerd kunnen zijn in het bezoeken van het landgoed. Echter, het landgoed is vanuit Lerop niet goed te bereiken en ook vanuit Roermond is dit minimaal. Door de verbinding te verbeteren, zullen er meer bezoekers het landgoed bezoeken en is het tevens een mooie route om door heen te wandelen of fietsen. De bodem blijkt uitermate geschikt te zijn voor voedselproductie, maar er moet wel rekening gehouden worden met de overstromingen in de laagtes van het gebied. Dit is dus geen geschikt gebied om voedsel op te produceren. Om het gebied bruikbaarder te maken, is het mogelijk om het reliëf te versterken; hoogtes hoger maken zodat die veilig zijn tegen het water en laagtes lager maken om voldoende opvangcapaciteit te hebben. 21 8-7-2013 2:30:11
4. Onderzoeksvragen
4.1 Welke planten komen van nature voor in dit gebied? Het Roerdal is een variërend landschap met landbouwgronden, graslanden en de Roer zelf. Vanwege het bijzondere karakter van het gebied, is het aangewezen als Natura 2000-gebied. Hiermee is het een onderdeel geworden van een groot Europees netwerk met belangrijke natuurgebieden. Om deze natuurwaarden te beschermen, heeft de minister van LNV doelen gesteld. Deze doelen zijn bijvoorbeeld het vergroten en verbeteren van de glanshaver- en vossenstaarthooilanden, de stroomdalgraslanden en de beken en rivieren met waterplanten. Daarnaast moeten de vochtige alluviale bossen en de hoogveenbossen beschermd worden. Deze doelen zorgen ook voor het vergroten en verbeteren van het leefgebied van andere soorten, zoals het donker pimpernelblauwtje. (Provincie Limburg, 2009) Knelpunt om deze doelen te halen is onder andere de eutrofiëring (vergroting van voedselrijkdom in met name water) die uit de hoger gelegen landbouwgronden afkomstig is. Dit is indirect van invloed op de veenbossen en alluviale bossen. Ook het kennisgebrek op het gebied van stroomdalgrassen en vossenstaarthooilanden in combinatie met de pimpernel, is een knelpunt om de doelen te halen. Ook het onzekere voortbestaan van de Ecologische Hoofdstructuur speelt het halen van de doelen parten. (Provincie Limburg, 2009) Ook heeft het systeem van bodem, water en reliëf invloed op het behalen van deze doelen. Zo wordt veel beplanting beïnvloed door de verschillende grondwaterstromingen, kwelgebieden en oppervlaktewater. (Provincie Limburg, 2009)
22
Rapport.indd 22
Het gebied bestaat uit de Roer, waar onder andere de gemeenschap van vlottende waterranonkel voorkomt. (Fahner, 2008) Dit is het gevolg van het verbeteren van de waterkwaliteit van de Roer. (Provincie Limburg, 2009) Aarvederkruid is de soort die het meest voorkomt in de Roer. Een
8-7-2013 2:30:11
groot deel van de oevers bestaat uit voedselrijke ruigten. Brandnetels voeren daarbij de boventoon. (Fahner, 2008). Aan de oevers groeien veel wilgen, die weer een lekkernij zijn voor de bever. Ook zijn er in het verleden veel populieren aangeplant op de oevers. (Provincie Limburg, 2009) In oude meanders staan vaak elzenbroekbossen, zoals bij landgoed Hoosden bij Sint Odiliënberg. In gebieden waar veel kwel omhoog komt, kun je vaak elzenbronbossen, elzen-vogelkersbossen en wilgenstruweel vinden. Ook kun je er vaak natte graslanden, zeggenmoeras en broekbos vinden. (Fahner, 2008) In de Turfkoelen kun je een dik pakket veen aantreffen. In het plangebied bevindt zich een bos van zomereiken en beuken op de hoger gelegen gronden. Ook staan er een aantal solitaire bomen in het gebied, waaronder een aantal schietwilgen, appelbomen, een witte berk en Canadese populieren. Het grasland in het plangebied bestaat uit verschillende soorten van de stroomdalgraslanden, de glanshaver- en Populieren langs de oever van de Roer vossenstaarthooilanden.
Glanshaver
- http://www.biopix.nl/glanshaver-arrhenatherumelatius_photo-57511.aspx
Rapport.indd 23
Zomereiken- en beukenbos
Grote vossenstaart
23
8-7-2013 2:30:16
4.2 Hoe kan companion planting een rol spelen bij de zelfvoorziening en duurzaamheid van het landgoed? gesitueerd worden, dat ze daar voordeel van hebben. Bijvoorbeeld schaduwminnende planten naast hoog groeiende planten plaatsen die een schaduw werpen op de schaduwminnende planten. 5. Verzorgende werking. Dit is een vorm van ruimtelijke interactie. Planten beschermen andere planten door bijvoorbeeld als windscherm te fungeren. 6. Aantrekkelijk habitat. Bepaalde planten bij elkaar kunnen refugia, oftewel toevluchtsoorden, vormen voor bijvoorbeeld insecten en spinnen. Zekerheid door diversiteit. Geen monocultuur, maar polycultuur. Companion planting kan worden omschreven als het bij elkaar planten 7. van twee of meerdere plantensoorten waar voordeel uit gehaald kan Door een combinatie van verschillende gewassen, heb je meer zekerheid dat de oogst slaagt. Als er een plaag heerst, zullen niet gelijk alle planten worden.(Kuepper & Dodson, 2001) dood gaan. Zodra elementen met elkaar verbonden zijn, maakt dat het systeem (Kuepper & Dodson, 2001) steviger. Bepaalde elementen kunnen inputs omzetten in outputs. De outputs voor het ene element, zijn weer inputs voor het andere Deze mechanismen kunnen gebruikt worden bij het maken van een element en andersom. (de Waard, 1996) Er ontstaat dan een soort ontwerp. Zodra deze zeven mechanismen verwerkt zijn in een ontwerp, worden de verschillende functies van planten optimaal gebruikt. Deze landschapsmachine. mechanismen hoeven niet los naast elkaar te bestaan, ze kunnen ook Companion planting heeft verschillende mechanismen om voordelen gecombineerd worden. Planten die bijvoorbeeld stikstof binden, kunnen ook een rol spelen bij de fysieke ruimtelijke interactie. Ze kunnen uit plantencombinaties te halen: 1. Valstrik. Als je twee planten naast elkaar plant, waarvan er één bijvoorbeeld schaduw vormen voor de rij ernaast. Een goed voorbeeld van het combineren van mechanismen is het principe van de Drie snel ziektes aantrekt, heeft de andere plant daar minder last van. 2. Symbiotische stikstofbinding. Bepaalde planten kunnen stikstof Zusters. aan zich binden. Dit is niet alleen goed voor henzelf, maar ook voor de De Drie Zusters planten er om heen. 3. Biochemische onderdrukking van plagen. Sommige planten De Drie Zusters is een eeuwen oude term, die wordt gebruikt voor een kunnen stoffen uitstoten die plagen afstoten en daarmee beschermt de hele oude vorm van companion planting. De Drie Zusters zijn maïs, bonen en pompoen. Deze combinatie werd al gebruikt door de indianen plant zijn omgeving. in het noordoosten van de Verenigde Staten en Canada. Deze vorm van 4. Fysieke ruimtelijke interactie. Planten kunnen zo companion planting heeft bijgedragen aan de overleving Het systeem van tuinieren dat je tegenwoordig tegenkomt in boeken, is het resultaat van decennia lang observeren en experimenteren. Tuinieren had als grootste doel het produceren van voedsel, de tuin vrij houden van plagen en het elk jaar weer in goede staat opleveren. Een bijkomend resultaat, was dat men erachter kwam dat bepaalde kruiden ook invloed hadden op aangrenzende gewassen. Companion planting begon toen men ervan overtuigd raakte dat er jaar na jaar weer bepaalde planten wel met elkaar samen gingen en andere niet. (Franck, 1983)
24
Rapport.indd 24
8-7-2013 2:30:16
van alle inwoners van Noord Amerika. Het laten samen groeien van deze gewassen zorgde voor een hoge en kwalitatief goede opbrengst. Binnen het principe van de Drie Zusters bestaan drie verschillende plantontwerpen, die van de drie volkeren de Wampanoag, de Hidatsa en de Zuni. Alle drie maken ze gebruik van maïs, bonen en pompoen, maar soms worden er ook zonnebloemen gebruikt. (Kuepper & Dodson, 2001) Maïs geeft de bonen een staak als houvast om omhoog te klimmen. De bonen zorgen voor het toevoegen van voedingsstoffen in de bodem. De grote bladeren van de pompoen dienen als bodembedekking. Ze houden water langer vast en voorkomen dat er veel onkruid groeit. (Kuepper & Dodson, 2001)
Companion planting kan een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid en zelfvoorziening van het landgoed. Als het systeem goed werkt, zullen de planten het meeste werk zelf doen. Ze helpen elkaar, waardoor de groeiomstandigheden erg goed zijn. Dit genereert een hoge productie, die kan bijdragen aan de zelfvoorziening van het landgoed. Bovendien gebeurt dit op een zo natuurlijk mogelijke wijze. Er worden hierbij geen pesticiden of kunstmest gebruikt, gewoonweg omdat het nauwelijks nodig is. Planten helpen elkaar door valstrikken voor elkaar te vormen en voedingsstoffen aan zich te binden die de grond rijk aan voedingsstoffen maakt.
C = corn (maïs) SQ = squash (pompoen) B = beans (bonen) SF = sunflower (zonnebloem) Kuepper & Dodson, 2001)
Rapport.indd 25
www.the-gardeners-calendar.co.uk
25
8-7-2013 2:30:16
4.3 Welke planten stimuleren elkaar zo optimaal mogelijk en zorgen voor een productief systeem? Alle planten zijn in meer of mindere mate altijd nuttig voor de mens, zeker als we weten welke omstandigheden ze nodig hebben en daar rekening mee houden. Dan zijn zelfs ongedierten en ziektes nuttig, want die geven aan wat we fout doen. Ze laten zien dat er ergens in het systeem iets mis gaat. (Franck, 1983) Volgens Franck (1983) zijn de volgende beplantingschema’s bevorderlijk voor goede companion planting:
26
A = aardbei, M = mosterd, P = prei, KO = kool, SN = snijbonen, SL = sla, R = radijzen, T = tomaten, U = ui, K = komkommer, PE = peterselie, S = spinazie, KN = knolselderij, B = bloemkool, W = wortel
Rapport.indd 26
Een aantal voorbeelden van groenten die bijdragen aan de groei van andere planten of geholpen worden door andere planten: - Asperges. Na de oogst kunnen tomaten geplant worden naast de rijen asperges, die hebben daar voordeel van. Peterselie en asperges naast elkaar zijn ook een goede combinatie, ze geven elkaar kracht. - Bonen. Bonen gedijen goed als ze samen met wortelen, bloemkool en bieten geplant worden. Ze helpen ook komkommers en kool. Bonen houden niet van de leden van de uienfamilie en ze hebben een hekel aan gladiolen. - Bieten. Bieten groeien goed in de buurt van uien en koolrabi. Bovendien zijn sla en koolsoorten goede metgezellen. - Kool. Kolen zoals boerenkool, koolrabi en spruitjes doen het goed naast aromatische planten zoals dille, selderij, kamille, salie, pepermunt en rozemarijn. Je moet ze echter niet planten met tomaten, poolbonen of aardbeien. - Wortels. Groenten als uien, prei en kruiden zoals rozemarijn, alsem, salie werken goed als insectenwerende middel voor de wortels. - Maïs. Suikermaïs doet het goed met aardappelen, erwten, bonen, komkommer en pompoen. Meloenen, komkommers en pompoen houden van de schaduw van maïs. Bonen gebruiken de maïs om omhoog te klimmen - Komkommers. Als komkommers in smalle rijen geplant worden, weren ze mieren. Het zaaien van radijs bij de komkommers, stoot kevers af. Komkommers en aardappelen zijn tegenstanders en kunnen beter niet samen geplant worden. Hetzelfde geldt voor komkommers met aromatische kruiden.Niet - Sla. Sla groeit goed in combinatie met aardbeien, komkommers en wortelen. Radijzen die bij de sla gepl ant worden, zijn van erg goede kwaliteit. - Ui. Uien en alle soorten kool kunnen goed opschieten met elkaar. Uien houden ook van bieten, aardbeien, tomaten, sla en een beetje kamille. Ze
8-7-2013 2:30:17
houden niet van erwten en bonen. Sieruien zijn nuttig als bescherming voor rozen. Je kunt uien het beste verspreid door de tuin planten, want dan kunnen maden niet van plant naar plant overgaan. - Paprika. Paprika en basilicum groeien goed samen en vragen ook dezelfde omstandigheden. - Pompoen. Net als bij komkommer, helpt het om radijs bij de pompoenen te planten, want die voorkomen dat er insecten op de pompoenen komen. Ook Oost-Indische kers stoot insecten af. - Tomaat. Tomaten en kool moeten apart geplant worden. Tomaten houden ook niet van aardappelen en venkel. Ze kunnen wel goed overweg met bieslook, ui, peterselie, goudsbloem, Oost-Indische kers en wortel. Knoflook tussen de tomatenplanten beschermt hen tegen spintmijten. Tomaten beschermen rozen tegen schimmel. (Cornell University, 1999)
www.care2.com
Rapport.indd 27
www.wildgreenyonder.wordpress.com
27
8-7-2013 2:30:17
5. Het ontwerp
5.1 Concept Uit de analyse blijkt dat er elk jaar overlast is van overstromend water uit de Roer. Om een geslaagde permacultuur te bewerkstelligen op het landgoed, zal er rekening gehouden moeten worden met de hoogteverschillen die het waterpijl aan kan nemen. Sommige delen moeten droog blijven en daarom misschien opgehoogd worden. Het biedt ook kansen, want het is een mooi natuurlijk verschijnsel waardoor er een klein beekdal ontstaat die zeer interessante flora en fauna met zich meebrengt. Daarnaast blijkt dat de toegankelijkheid van het plangebied erg gering is. Om het landgoed goed bereikbaar te maken vanuit Lerop en Roermond moeten er extra verbindingen komen.
1
2
3
28
Rapport.indd 28
4
8-7-2013 2:30:25
5.2 Principeschetsen Er zijn ook elementen in het gebied aanwezig die gebruikt kunnen worden bij het creëeren van plekjes waar een gunstig klimaat ontstaat. Zo kan er gewerkt worden met het bestaande water in het gebied, het reliëf en de overgang van bos naar grasland. De princpeschetsen geven dat weer: 1. Door het gebruik van een zonnecirkel ontstaat er een microklimaat, de warmte wordt vastgehouden en daar kunnen planten goed van groeien. Bovendien vangen de bomen van de boomgaard allemaal veel zon. 2. De rand van een bos of boomgaard houdt veel warmte vast en dat straalt door naar de planten die ervoor staan. 3. Reliëf is erg gunstig ten op zichte van de zonnestralen. De stralen zijn krachtiger en hebben meer effect. 4. Water weerkaatst zonnestralen. Indirect krijgen planten op de helling nog eens extra zon.
landgoed zal echter ook vanuit Lerop makkelijk te bereiken zijn door middel van een brug over de Roer. Ten noorden van de hoeve zal nog een extra verbinding met Roermond komen. Zo kunnen mensen het landgoed opnemen in hun wandel- of fietsroute.
Gemengde stijl
Gecombineerde toegang
5.3 Het landgoed De hoeve zal dienst doen als landhuis, met vier woonheden conform de Natuurschoonwet. De schuur zou eventueel omgebouwd kunnen worden tot bed&breakfast. Het landgoed zal een gemengde stijl krijgen. Er zal gewerkt worden met de kronkelende hoogtelijnen en de natuurlijke vormen die de overstromingen veroorzaken. Echter wordt er ook gebruik gemaakt van de deels bestaande rechte bomenlaan die naar het landhuis leidt.
Oude situatie
Deze bomenlaan liep oorspronkelijk vanaf de regionale weg tot aan de poort van de hoeve. Dit is echter veranderd, waardoor de laan aan het einde een kronkel maakt. Ik zal dit herstellen, zodat de laan een statige entree naar het landgoed biedt. Er zal een gecombineerde toegang tot het landgoed zijn. Het landgoed heeft een hoofdingang, namelijk de lange, rechte bomenlaan. Het
Rapport.indd 29
Nieuwe situatie
29
8-7-2013 2:30:29
5.4 Huidige en nieuwe hoogte
Huidige hoogtekaart
30
Nieuwe hoogtekaart
Hoogtes en laagtes in het plangebied worden versterkt. Zo blijven de hoge delen droog en beschermd tegen overstromingen. Laagtes worden dieper en groter en kunnen daardoor meer water opvangen. De balans tussen het ophogen en uitdiepen is gelijk. Er is dus geen extra grond nodig. Er wordt zo’n 17.000 m ³ grond verplaatst. Hierdoor ontstaat een interessant gebied met verschillende zones, veel dynamiek en veel reliëf.
Rapport.indd 30
8-7-2013 2:30:33
5.5 Het landschapsplan Op de volgende pagina zal verder worden in gegaan op het landschapsplan, aan de hand van een verder ingezoomde kaart. Ook bevindt zich de legenda op de volgende pagina. Op deze kaart is goed te zien hoe de nieuwe verbindingen met Roermond en Lerop gemaakt worden met een nieuw fietspad.
31
Rapport.indd 31
8-7-2013 2:30:42
32
Rapport.indd 32
8-7-2013 2:30:44
Het landschapsplan
Hoe positioneer je deze planten ten opzichte van elkaar (relatieve locatie) en creëer je een aantrekkelijk landgoed? En hoe kunnen de aanwezige elementen in het landschap gebruikt worden bij companion planting en bij het ontwerpen van dit landgoed? De vorm van dit plan voor landgoed Schöndeln komt voort uit bestaande elementen, vormen en hoogteverschillen in het landschap. Uit de analyse bleek dat er elk jaar water het gebied in stroomt en om permacultuur een succes te laten worden moet het gebied omhoog gebracht worden. Eerder in dit rapport kunt u de nieuwe hoogtekaart zien. Er zijn delen opgehoogd en delen dieper gemaakt. Zo ontstaan er hellingen gericht op het zuiden, met veel zon. Er zijn ook hellingen waar minder zon komt en waar meer schaduwminnende planten kunnen leven. De hoogteverschillen zorgen voor een speels landschap. Op sommige plekken zie je de Roer niet, maar als je het hoekje om komt of de heuvel op gaat zie je hem wel. Vanaf het hooggelegen theehuis heb je een prachtig uitzicht over het landgoed, de Roer en de omliggende gebieden zoals Lerop. In het theehuis worden ook groentes en andere producten van het landgoed verkocht. De hoogteverschillen zijn ook aanleiding voor het ontstaan van verschillende zones. Door het uitgraven van de laagste grond wordt de bestaande poel groter en gevuld met water. De laagste gronden daar omheen worden erg beïnvloed door de jaarlijkse overstromingen. Daar zullen dan ook grassen en planten voorkomen, die daar van nature al groeien en tegen het water kunnen. De iets hoger gelegen gronden, bevatten prachtige planten die een bijdrage leveren aan companion planting. Deze planten leveren geen
Doorsnede A - A’
Rapport.indd 33
voedsel, maar zijn een fijne habitat voor insecten. Daarnaast zijn het mooie planten, met veel geur en kleur. Een mooi gezicht om door heen te wandelen. Op de hoge gronden en hellingen zullen moestuinen komen. Deze moestuinen zijn ingericht volgens de principes en beplantingschema’s van companion planting, zodat de productie zo optimaal mogelijk en kwalitatief goed is. Een deel van de hoge gronden is ingericht voor het principe van de Drie Zusters, met maïs, pompoen en bonen. Op het hoogst gelegen gebied, komt een boomgaard met fruitbomen. Deze zullen dus altijd droge voeten houden. Daarnaast zorgt de rand van de boomgaard voor een prettig klimaat met veel warmte en zon die erg geschikt is voor permacultuur. Vlakbij het landhuis zal een grote kruidentuin komen, waar je tijdens het koken je peterselie en bieslook kan plukken. Bovendien geeft het een speciale entree als je door de boomgaard het gebied in loopt, met heerlijke geuren en mooie planten. Het gebied is ontsloten door een fietsbrug richting Lerop en er is een extra verbinding met Roermond. Verder loopt er een hoofdroute door het gebied. Deze is altijd toegankelijk, ook al staat het water hoog, omdat dit een vlonderpad is.
33
8-7-2013 2:30:45
5.6 Details
Detail 1
Visual 1
34
Rapport.indd 34
8-7-2013 2:30:55
Detail 2
35
Rapport.indd 35
8-7-2013 2:30:59
Visual 2
37
Rapport.indd 36
8-7-2013 2:31:02
6. Discussie Deze bachelor thesis is helaas maar 10 weken en dat betekent dat je keuzes moet maken en je tijd goed moet gebruiken. In het begin vond ik het erg lastig om te bepalen welke kant ik op zou gaan. Als ik mezelf de vraag stel: ‘wat zou je nog willen toevoegen aan deze thesis?’, dan zou ik antwoorden dat ik graag nog een extra verdiepende slag zou willen maken. Deze thesis zou namelijk nog beter zijn als ik op nog kleinere schaal bezig was geweest met companion planting en permacultuur. Ook had ik graag meer ontwerpprincipes willen ontwikkelen om later toe te passen in mijn ontwerp. Toen ik begon aan deze thesis heb ik de lat voor mezelf erg hoog gelegd. Ik wilde proberen om nieuwe ontwerpprincipes te ontdekken, die ook voor anderen nuttig zouden kunnen zijn. Daar ben ik niet volledig in geslaagd en zou ik zeker nog wel proberen als ik meer tijd had. Ik bleek het ook erg lastig te vinden om de vier thema’s die aan deze thesis gekoppeld werden, weer te verwerken in mijn literatuuronderzoek en het ontwerp. Het is zeker mogelijk, maar daar is nog een heel denkproces voor nodig.
38
Rapport.indd 37
8-7-2013 2:31:02
7. Conclusie
Hoe kan companion planting bijdragen aan een productief systeem en worden toegepast op het nieuwe landgoed bij Roermond? Companion planting kan worden omschreven als het bij elkaar planten van twee of meerdere plantensoorten waar voordeel uit gehaald kan worden. Daar zijn verschillende mechanismen voor: valstrik, symbiotische stikstofbinding, biochemische onderdrukking van plagen, fysieke ruimtelijke interactie, verzorgende werking, aantrekkelijk habitat en zekerheid door diversiteit. Planten hebben de eigenschappen van één of meer mechanismen. Het plangebied is een erg dynamisch gebied, het overstroomt elk jaar. Door deze dreiging van het water, is het noodzakelijk de permacultuur op het landgoed te beschermen. Dit kan worden gedaan door de aanwezige hoogteverschillen te versterken; hoogtes worden hoger en laagtes worden lager. Hierdoor ontstaan verschillende zones: laagtes, hellingen en plateaus. Deze zones hebben verschillende omstandigheden voor verschillende planten. De laagtes kunnen niet gebruikt worden voor het produceren van voedsel, want daar is te veel wateroverlast. De plateaus en hellingen zijn juist wel erg geschikt voor het produceren van voedsel. De verschillende mechanismen van companion planting zouden wellicht goed gekoppeld kunnen worden aan de zones die ontstaan door de hoogteverschillen. Echter, veel planten hebben de eigenschappen van meerdere mechanismen. Veel mechanismen kunnen dus gecombineerd worden binnen de zones. Het mechanisme aantrekkelijk habitat kan wel goed gekoppeld worden aan de lage zone.
39
Rapport.indd 38
Companion planting is een zeer bruikbaar systeem voor een moestuin, waardoor het goed toegepast kan worden op een landgoed waar duurzaamheid en zelfvoorziening centraal staan. Het is een erg zelfredzame methode om voedsel te produceren. Het is een zeer interessant systeem waar in de toekomst zeker meer mee gedaan zou moeten worden. Companion planting heeft erg veel voordelen, maar er zal nog wel het een en ander moeten gebeuren voor het in Nederland de standaard manier van verbouwen in moestuinen wordt.
8-7-2013 2:31:02
8. Reflectie
Nu de voltooiing van mijn Bachelor thesis nadert, is ook het moment gekomen om terug te kijken op het proces. Los van de inhoud, van het eindresultaat, is ook de manier waarop dat eindresultaat tot stand gekomen is interessant en leerzaam om te analyseren. Ik doe dat aan de hand van drie leerdoelen die ik vooraf voor mezelf had geformuleerd. Het is boeiend om te kijken of ik die leerdoelen heb gehaald. De drie leerdoelen bij deze thesis: 1. Beter omgaan met een tijdschema en niet alles tot het laatste moment uitstellen; 2. Ik wil graag mijn visuele vaardigheden verbeteren. Beter leren omgaan met de programma’s uit het Adobe pakket; 3. Leren omgaan met informatie en daar een goed wetenschappelijk rapport over schrijven. Als ik puntsgewijs naar het proces kijk kom ik tot de volgende conclusies: 1. Beter omgaan met een tijdschema. Dit is ten dele gelukt. Ik ben wel direct voortvarend van start gegaan met het verzamelen van informatie. Maar ik heb dat nog te weinig planmatig gedaan. Vooral toen het aankwam op het daadwerkelijk ontwerpen ben ik achter geraakt op mijn planning. Dat kostte veel tijd, vooral omdat ik moeite had met beslissingen nemen en keuzes maken. Elke keuze maakt iets definitief en dat accepteren vind ik soms moeilijk. Verder kostte het maken van kaartmateriaal en illustraties ook te veel tijd. Ik ben daarbij nog te veel een perfectionist, een Pietje Precies. Dus het halen van de deadline was nog erg lastig! 2. Visuele vaardigheden verbeteren. Op dat vlak heb ik weer veel bijgeleerd. Deze thesis was een goede oefening en ik heb ook weer nieuwe functies ontdekt en toegepast. Door tijdgebrek ben ik niet 100% tevreden over het eindresultaat, ik had meer willen bereiken. 3. Leren omgaan met verwerken van informatie en thesis schrijven. Dit onderdeel is redelijk goed gelukt, maar ik vond het wel lastig. Ik lees vrij langzaam, dus het doorzoeken en verwerken van veel informatie kost ook veel tijd. Bovendien had ik in het begin nog geen goed systeem om de verwerkte informatie vast te leggen voor gebruik in mijn thesis. Ik ben wel tevreden over de manier waarop ik alle informatie heb verwoord in een rapport. Eindconclusie: niet alleen inhoudelijk was het schrijven van deze thesis zeer leerzaam. Ik heb verschillende vaardigheden verder kunnen ontwikkelen, maar ik zal moeten blijven werken aan de tijdsplanning. 40
Rapport.indd 39
8-7-2013 2:31:02
9. Referentielijst
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
41
Rapport.indd 40
Beerda, D.P. (2005) Permacultuur, ontwerpen met natuur Beerda, D.P. (2007) Permacultuur, ontwerpen met de natuur, 2e herziene versie, april 2007 Cornell University (1999) Companion Planting, New York Derckx, M.; Kooiman, M.; Scheffener, V.; Jager, M. de (2010) Nieuwe landgoederen: state of the art, THOTH, Bussum Fahner, F. (2008) Natura 2000-gebied, Roerdal, Provincie Limburg Franck, G. (1983) Companion planting, Thorsons Publishers Limited, Wellingborough Jongemans, T. & Peek, G. (2010) Nominatie Bodem van Gelderland, Nederlands Bodemkundige Vereniging Kuepper, G. & Dodson, M. (2001) Companion planting: basic concepts & resources, ATTRA LASER (2004) Handleiding Natuurschoonwet 1928 Mollison, B & Holmgren, D, (1978) Permaculture one, Corgi Edition, Australië Provincie Limburg (2009) Natura 2000 Concept-Beheerplan Roerdal, Maastricht Provincie Limburg (2010) Limburgs Kwaliteitsmenu, Maastricht Roncken, P. (2011) Agrarion rituals and the future sublime, gepubliseerd in Images of farming Tak, R. (2013) Landgoed van de toekomst, Capita Selecta Vader, J.; Roza, P.; Meulen, H. van der; Leneman, H (2012) Meer nieuwe landgoederen?, LEI, onderdeel van Wageningen UR, Den Haag Venner, G. (1975) Schöndeln, een hoeve met verleden Visser, I. (1997) Permacultuur als ontwerpmethodologie Waard, F. de (1996) Tuinen van overvloed, Het Spectrum, Utrecht Waterschap Roer en Overmaas (2012) Presentatie informatieavond 06-12-2012 Whitefield, p. (2005) Permaculture in a Nutshell, Permanent Publications
Websites • Bradtke, B. (2013) www.tropicalpermaculture.com/permaculture-zones.html, geraadpleegd op 06-07-2013 • De Academia Permacultuur, www.permacultuuracademia.nl, geraadpleegd op 19-06-2013 • Natuurbeheer (2013) http://www.natuurbeheer.nu/wet-_en_regelgeving/Nederland/ Natuurschoonwet/, geraadpleegd op 17-06-2013 • Roncken, P. (2012) What is a landscape machine?, www.landscapemachines.com, geraadpleegd op 21-06-2013 • Roncken, P. (2013) Landscape Machine Typology, www.landscapemachines.com, geraadpleegd op 21-06-2013 • Stichting Limburgse Kastelen, www.limburgsekastelen.nl, geraadpleegd op 18-06-2013 • Wikipedia, http://nl.wikipedia.org/wiki/Roer_(rivier), geraadpleegd op 14-06-2013
8-7-2013 2:31:03
Rapport.indd 41
8-7-2013 2:31:03
Never have a companion that casts you in the shade
Rapport.indd 42
8-7-2013 2:31:03