LANDENKRANT BRAZILIË EEN LESBUNDEL VOOR HET BASISONDERWIJS OPGESPLITST PER GRAAD MET UITGEWERKTE LESSEN EN KOPIEERKLARE LEERLINGENBLAADJES Dit krantje werd in opdracht van 11.11.11 uitgewerkt door Alfa vzw
Achtergrondinformatie voor de leerkracht BRAZILIË
MILLENNIUMDOELSTELLINGEN DE WERELD IS NIET VOOR IEDEREEN GELIJK. Miljoenen mensen in de wereld leven onder de armoedegrens. Ze hebben geen toegang tot drinkbaar water, geen kans op een degelijke opleiding, ze hebben onvoldoende te eten,….
WIJ KUNNEN DE ARMOEDE UIT DE WERELD BANNEN. Er bestaat geen excuus voor armoede. De wereld is rijk genoeg om iedereen een menswaardig leven te geven. En ieder mens heeft daar recht op. Maar de politieke wil moet er zijn om te werken aan de relaties tussen arm en rijk, tussen Noord en Zuid.
BETEKENIS VAN DE VLAG De Braziliaanse vlag is groen, geel en blauw. Groen staat voor vruchtbaarheid, geel voor de rijkdom aan bodemschatten. De blauwe wereldbol in het midden toont de sterrenhemel boven de stad Rio de Janeiro. Er staan 27 sterren in, net zoveel als het aantal Braziliaanse deelstaten. Het opschrift luidt: Ordem e progresso (Orde en Vooruitgang). Dat is de leuze waarmee in 1889 de republiek werd uitgeroepen.
DE MILLENNIUMDOELSTELLINGEN BIEDEN EEN UNIEKE KANS OM HET TIJ TE KEREN. In september 2000 werd door de VN de Millenniumverklaring goedgekeurd. In die verklaring staan 8 doelstellingen om armoede en ongelijkheid grondig aan te pakken. De regeringen van de 191 lidstaten hebben zich geëngageerd om deze doelstellingen te realiseren tegen 2015. Ook Brazilië is een lidstaat van de VN.
Officiële naam: República Federativa do Brasil Talen: Portugees, Indiaanse talen Hoofdstad: Brasília Regeringsvorm: republiek met 26 deelstaten en een federaal district President: Luiz Inácio Lula da Silva Oppervlakte: 8.511.965 km_ (283 x België) Inwoners: ongeveer 160.000.000 Munteenheid: 1 real (meervoud: reais) = 100 centavos; 1 real = 0,98 US dollar Levensverwachting: 67 jaar
DE MILLENNIUMDOELSTELLINGEN 1. Armoede en honger halveren 2. Lager onderwijs toegankelijk maken voor iedereen 3. Gelijkwaardigheid en gelijke kansen scheppen voor mannen en vrouwen 4. De kindersterfte indijken 5. De gezondheid van moeders verbeteren 6. Strijd leveren tegen HIV/Aids, malaria en andere ziekten 7. Actief werken aan een duurzaam milieu 8. Werken aan een mondiaal partnerschap voor ontwikkeling
DOELSTELLING 8: WERKEN AAN DE STRUCTURELE OORZAKEN Onder de 8ste doelstelling staan de opdrachten voor het rijke Noorden. Het zijn de hefbomen voor ontwikkeling, zoals kwijtschelding van schulden, rechtvaardige handel, meer en betere hulp en een herverdeling van macht tussen Noord en Zuid. 2
LANDENKRANT BRAZILIË
EERSTE GRAAD TIP 1: POPPENSPEL: CLARA UIT BRAZILIË Het poppenspel vertrekt bewust vanuit het dagelijks leven van enkele kinderen in Brazilië. Elk deel kan gevolgd worden door een verdieping/verwerking (zie tip 2-5). Benodigdheden:
• enkele poppen Clara: een achtjarig meisje uit Brazilië. Haar vader is sinaasappelplukker op een plantage. Clara woont met haar moeders, ouders, drie ooms en tantes en acht neefjes en nichtjes in één huizenrij, in één straat. Elisa: nichtje van Clara Julio: het zesjarig broertje van Clara Mama Celine: moeder van Clara
DAG 1: KENNISMAKING
C: Ze willen graag weten hoe wij hier in Brazilië leven. En ik wil hen dat graag vertellen. Help jij mij? E: Graag, maar nu liever niet. Kijk eens wie er ginder in de verte aankomt? Jouw kleine broertje Julio. Sorry Clara, maar ik ga er vandoor. Voordat hij weer aan mijn haar begint te trekken zoals de vorige keer. Ciao, Clara. Ciao, kinderen. J: Clara! Clara! Onde estar vôce? A comida está pronto. (Waar blijf je? Het eten is klaar.) C: Julio, zie je niet dat ik met mijn nieuwe vrienden uit België aan het praten ben! J: Nieuwe vrienden uit België? Wat doen die hier in Brazilië? C: Zij komen eens een kijkje nemen. Zij willen weten hoe we hier leven.
Clara komt al zingend en al schuddend met een maraca op.
C: (Zingend) Papagaio loiro…! (Schrikt) Bom dia, como está? Me chamo Clara. Wie zijn jullie eigenlijk? Wat doen jullie hier? Weten jullie wel waar jullie zijn aanbeland? Jullie zijn hier in Vitória. Weten jullie in welk land Vitória ligt? Juist, in Brazilië. Waar wonen jullie? Oh, in België. Wel, dan zijn jullie van ver gekomen. Zijn jullie hier helemaal alleen naartoe gekomen? Maar, waar is jullie juf/meester dan? Hoe is het weer meestal in België? Koud? Bij ons is het altijd lekker warm. Soms regent het wel eens goed stevig door, maar koud is het hier eigenlijk nooit. In het Zuiden van het land is dat anders. Wanneer het winter is, in juli en augustus, vriest en sneeuwt het daar. Ik ben nog nooit in het zuiden geweest. Ik vind het wel spannend dat jullie hier zijn. Ik kan haast niet wachten om het aan mijn nichtje Elisa te vertellen. Zouden jullie Elisa ook niet eens graag ontmoeten? Zullen we haar dan eens samen roepen? Elisa! Elisa! Elisa!
J: Hoe wij hier leven? Om te leven, moet je eten en als je nu niet meekomt zal mama heel boos zijn. Het eten is al een kwartier klaar. Je weet toch, dat mama wil dat je thuis bent als het eten klaar is. C: Oké. Ik ga al mee. Vrienden, het was leuk jullie te ontmoeten. Maar nu moet ik echt gaan. Want ik wil niet dat mama boos op mij wordt. Ik hoop jullie snel weer te zien. Até logo!
DAG 2: OP WEG NAAR SCHOOL Clara en Elisa hebben een boekentas op hun rug.
C: Bom dia, amigos! Hallo, vrienden! Zijn jullie ook weer van de partij? En zo vroeg al! Het is nog maar zeven uur in de morgen hier in Vitória. Zijn jullie al wakker om zeven uur in België? Neen? Ik moet elke morgen om halfzeven opstaan, want om halfacht begint onze school al. En bij jullie? Om halfnegen pas! Dan zij wij al volop aan het rekenen hoor. Hoe gaan jullie naar school? Ik ga te voet. Het is ongeveer een kwartiertje stappen. Elisa en ik stappen samen naar school. Zij woont in dezelfde straat als ik. Hier in Brazilië zijn de familiebanden heel hecht. Ik woon samen met mijn grootouders, ooms en tantes, neven en nichten in één huizenrij. Leuk hoor als de familie zo vlak bij elkaar woont. Ah, daar komt Elisa aan. Dan kunnen we naar school vertrekken. E: Oy Clara, Oy kinderen! C: Bom dia Elisa! Tudo bem?
E: Bom dia, Clara. Como está? (Schrikt) O que estar acontecendo, Clara? O que estas criancas fazem aqui? (Wat gebeurt er, Clara? Wat doen al die kinderen hier?) C: Je moet Nederlands spreken Elisa. Deze kinderen komen uit België! E: Van België? Dat is ver van hier. Daar zal het wel niet zo lekker warm zijn! Maar wat komen die kinderen bij ons in Brazilië doen, Clara?
E: Sim (sieng = ja), ik zie dat onze Belgische vrienden ons weer vergezellen. Bom dia, amigos! Clara, kon jij alle rekensommen die we van onze professora moesten maken? C: Não (naung = neen), maar mama heeft me geholpen. Ik hoop dat we vandaag verder gaan knutselen aan onze maracas in de klas. Weten jullie wat dat is: een maraca? Dat is een heel mooi schudinstrumentje dat wij hier in Brazilië vaak gebruiken om muziek te maken. LANDENKRANT BRAZILIË
3
EERSTE GRAAD
(vervolg)
E: En ik vond het liedje dat we vorige week geleerd hebben echt leuk. Zullen we het nog eens zingen met de kinderen, Elisa? (Clara en Elisa zingen ‘Papagaio loiro’.)
hij gaat zelfs met zijn bal slapen.
E: Zingen is mijn lievelingsvak. Welke vakken doen jullie graag op school? (Kinderen antwoorden.)
C: Een teddybeer dient om mee te slapen. Een bal niet.
J: Jij neemt toch ook een teddybeer mee in jouw bed.
J: Ik ga verder voetballen met mijn vrienden. Até logo! C: Als ik dat zo hoor, hebben jullie dezelfde vakken als wij op school. Ik reken ook graag. Willen jullie ook eens leren hoe je tot tien moet tellen in het Portugees? (Clara zegt telkens voor en de kinderen zeggen na.) C: Um (un), dois (doois), três (treis), quatro, cinco, seis (seisch), sete, oito, nove (nové), dez (deis). Goed zo! Jullie leren snel! E: Gaan we deze namiddag als de school gedaan is naar het strand, Clara? C: Neen, ik moet straks werken om geld te verdienen. We kunnen niet rondkomen met het geld dat papa verdient. Hij wordt te weinig betaald bij de sinaasappeloogst. Hij plukt wel 11 uur per dag, maar de sinaasappelen worden dit jaar weer slechter betaald dan vorig jaar. Mijn mama wil dat ik haar help bij het weven. Daar kunnen we wat mee bijverdienen. Zo kunnen wij ook ons steentje bijdragen om geld te verdienen. Kom jij ook niet helpen, Elisa? Dan kunnen we tussendoor gezellig kletsen. Dan gaat de tijd wat sneller. En ’s avonds kunnen we dan nog even naar het strand! E: Ok, deal! Kom Clara, laten we door de schoolpoort gaan, want ik moet nog enkele rekensommen afmaken. We zien de kinderen straks wel weer. Até logo, allemaal! C: Até logo, tot ziens!
DAG 3: OP HET STRAND Julio heeft een bal in zijn handen.
J: Oy! Kennen jullie me nog? Ik ben Julio, het broertje van Clara. Komen jullie kijken naar mijn voetbaltalent? Ik speel heel graag voetbal. Wij doen dat op het strand of op het pleintje bij ons in de straat. Maar op het strand speel ik het liefst. Speelt er iemand van jullie ook voetbal? Heb je al veel goals gemaakt? Ik wel hoor. Ik wil later beroepsvoetballer worden en even beroemd worden als Ronaldo of Rivaldo. Kennen jullie die voetballers? Zij komen ook uit Brazilië. Voetbal is in Brazilië enorm populair. Als onze Braziliaanse ploeg wint, wordt er in de straten feest gevierd. C: Bom dia, jullie zijn er al! Sorry, dat we zo laat zijn. Maar ons weefwerk duurde langer dan we dachten! J: Dat geeft niks hoor zusje, ik heb ze aan de praat gehouden. Ik heb ze verteld over mijn voetbaltalent en over mijn grote droom om ooit zo goed en beroemd te zijn als Ronaldo of Rivaldo. C: Jij altijd met je voetbal, jij kan over niets anders praten. Mijn broer en voetbal, dat hoort gewoon samen, 4
LANDENKRANT BRAZILIË
Julio verdwijnt. Elisa verschijnt en ook zij heeft een bal in haar handen.
E: Ola, Clara. Ola, meisjes en jongens. Ik heb een bal meegebracht. Zullen we er een spelletje mee spelen? Zullen we vijfbal spelen? C: Dat is goed, maar dan hebben we nog een derde speler nodig. E: We kunnen het misschien aan één van de kinderen vragen. (Clara pikt er één kind uit.) C: Kom maar in het midden voor de poppenkast staan. C: Hoe is jouw naam? E: Bom dia, … . Tudo Bem? C: Goed, zo dadelijk ga ik de bal naar Elisa gooien. Terwijl ik dat doe, zeg ik um of één. Zij probeert de bal te vangen en gooit hem dan naar… en zegt dois of twee… en zo gaan we verder tot cinco of vijf. Daarna beginnen we weer opnieuw. Valt de bal op de grond, dan moeten we opnieuw bij um beginnen. Het is de bedoeling om zo veel mogelijk keren cinco te maken zonder dat de bal op de grond valt. (Het spelletje wordt een aantal keren gespeeld.) C: Dat was leuk, maar laten we nu even rusten. (Kind gaat naar zijn plaats.) E: Morgen gaan we op school verder werken aan ons knutselproject. C: Mijn maraca is al bijna klaar. Weten jullie wat voor een instrument een maraca is? E: Een maraca is een schudinstrument. Je kan er het ritme van een liedje mee aangeven. Je kan het heel gemakkelijk zelf maken. C: Ik denk dat ik iets weet wat de kinderen nog niet weten. E: Een geheim? Vlug, vertel het mij. C: Dat kan niet, want het is een verrassing voor de kinderen. E: Fluister het dan in mijn oor. (Clara fluistert iets in Elisa’s oor.) E: Gaan de kinderen met juffrouw/meester ……. ook maracas maken? (Al roepend!)
TIP 2: BRAZILIAANS LIEDJE: PAPAGAIO LOIRO (DAG 1)
C: Elisa, nu heb je het al verklapt. E: Oh! Oh! Maar hoe weet jij dat? C: De juf/meester heeft het mij daarstraks verteld. Ik heb haar verteld over ons knutselproject en zij/hij vond het ook een leuk idee om met de kinderen van de klas maracas te maken. E: Sorry, dat ik het nu al aan jullie verklapt heb. Jullie vertellen het toch niet aan juf/meester…, hé?
Papagaio loiro
DAG 4: BRAZILIAANSE KOKS MC: Ola Clara, Ola kinderen. Jullie zijn zeker de nieuwe Belgische vrienden van mijn dochtertje? Ze heeft mij al veel over jullie verteld, hoor. Ik ben Celine, de mama van Clara en Julio. Gaan jullie een verrassingsfeest geven voor Clara en Elisa? Wat leuk! Wat willen jullie klaarmaken? Een drankje en chocoladeballetjes? Daar heb ik inderdaad een goed recept van. Ik zal eens gaan zoeken. (Mama Celine verdwijnt even in de poppenkast en komt met enkele recepten terug.) MC: Ziezo, ik heb het gevonden. Geef de receptjes maar aan jullie professor(a) en zij/hij zal jullie wel helpen. Zo worden jullie echte Braziliaanse koks en kokkinnen. Maar dan moeten jullie wel een beetje keukenbraziliaans kennen. Luister maar: Een lesje keukenbraziliaans
Goeiedag dat is bom dia, boa noite is goedenacht en banaan noem je banana dat had je misschien verwacht. Espinafra is spinazie, couve-flor moet bloemkool zijn, salsa dat is peterselie en tomilho dat is tijm. Appelsien heet hier laranja en limão dat is citroen, witloof noem je chicoria girassol is zonnebloem. Een tomaat is een tomate en melão dat is meloen, een radijs heet rabenete en een beizjoe is een zoen. Wil je kip, vraag je galinha rijst: aroz en biefstuk: bife, aardappels zijn hier batata pinga als aperitief. Zeg dit versje nu tien keren om het uit je hoofd te leren want zo leer je keukenbraziliaans sneller dan Chinees of Spaans. Jan Vanhaelen
MC: Zo nu kunnen jullie aan de slag. Veel succes en tot ziens!
Papagaio loiro De bico doirado Leva m’esta carta ao meu namorado Blonde papegaai
Blonde papegaai Met je gouden bek Breng deze brief voor mij Naar mijn teergeliefde
TIP 3: FRUITSAP UIT BRAZILIË (DAG 2) Informatie voor de leerkracht:
De verse sinaasappels die wij hier consumeren, zijn veelal van Spaanse en Israëlische oorsprong. Sinaasappelsáp echter komt meestal van Brazilië. Brazilië heeft bijna 50 procent van de wereldproductie van sinaasappelsap in handen. Sinaasappelsap wordt in Brazilië verwerkt tot sinaasappelconcentraat. Dit gebeurt door het sap te verwarmen zodat het water erin verdampt. Dit concentraat weegt veel minder dan het oorspronkelijke sap. Zo kan het goedkoop naar Europa vervoerd worden. In Europa wordt het in bottelarijen terug aangelengd met water. Voilà! We hebben sinaasappelsap! De laatste jaren is de prijs van sinaasappels dramatisch gedaald. Dit heeft met 2 factoren te maken: 1. Er wordt steeds minder sap gedronken. (Mensen drinken steeds meer frisdrank.) 2. Grote bedrijven hebben de macht in handen. In Brazilië zijn er 4 grote bedrijven die de sapverwerking in handen hebben. De levensomstandigheden van de plukkers zijn erg slecht: ze worden niet alleen onderbetaald, maar moeten ook erg lange dagen werken. Kinderarbeid is er schering en inslag. Er worden veel chemicaliën gebruikt, met gevaar voor de plukkers.
Her en der worden momenteel vakbonden gevormd, waardoor de arbeidsomstandigheden verbeteren. Ook Oxfam-Wereldwinkels werkt samen met 2 partners in Brazilië. LANDENKRANT BRAZILIË
5
EERSTE GRAAD
(vervolg)
CEALNOR in de noordelijke (en zeer arme) deelstaat Bahia, is een koepelorganisatie van 19 boerenverenigingen, gelegen in 4 gemeenten. De organisatie groepeert 850 boeren voor wie de sinaasappelteelt vaak de hoofdteelt is. CEALNOR geeft een goede prijs aan de boeren, neemt initiatieven op vlak van biologische productie, geeft technische begeleiding, werkt aan meer gelijkheid tussen man en vrouw.
Stap 3: Brazilië, fruitland
Groeien deze vruchten ook in ons land? (alleen appel en rode biet groeien in België) De leerkracht geeft een korte uitleg over Brazilië, de sinaasappeloogst, de arbeidsomstandigheden, Oxfam en eerlijke handel (zie informatie voor de leerkracht). Eventueel kan een bezoek aan de wereldwinkel gepland worden. Stap 4: Fruitsap uit de wereldwinkel proeven
De 3 fruitsappen uit de wereldwinkel worden door alle kinderen geproefd. (‘Bio Exotica’, ‘Tropicalsap’ en ‘Sinaasappelsap’). De etiketten zijn voorlopig nog afgeplakt. De kinderen proberen te proeven welke vruchten in welk sap verwerkt zitten. Ze leggen de juiste vruchten bij het juiste sap. Daarna worden de etiketten bekeken. Hadden ze de juiste vruchten geproefd? Samenstelling Bio Exotica:
• • • • Op de plantages van de coöperatieve COAGROSOL (regio Itápolis - Sao Paulo) werken geen kinderen. Men startte er met een alfabetiseringsproject en een informaticaopleiding. Een ander deel van de Oxfam-middelen gaat naar een project om ondervoeding en kindersterfte in te dijken. Er is medische ondersteuning. Men werkt niet met seizoensarbeiders, maar met wettelijk ingeschreven en verzekerde arbeiders. Een van de arbeiders zegt: "Ons contract geeft ons recht op een dertiende maand en een wekelijkse rustdag. En ook als het regent en er niet gewerkt kan worden, worden we betaald."
Samenstelling Tropical:
Het fruitsap ‘Bio Exotica’ van Oxfam komt van CEALNOR. ‘Tropicalsap’ en ‘Sinaasappelsap’ worden geleverd door COAGROSOL.
TIP 4: MARACAS MAKEN (DAG 3)
De verschillende sappen zijn verkrijgbaar in de wereldwinkels. Het sinaasappelsap wordt eveneens verkocht door Alvo, Carrefour, Delhaise, SuperGB. Stap 1:
De kinderen betasten enkele vruchten in voeldozen en proberen te achterhalen om welke vruchten het gaat: Sinaasappel, mango, limoen, passievrucht, ananas, appel, (eventueel rode biet en guave). Al deze vruchten zijn verwerkt in één van de drie genoemde sappen van de wereldwinkel. De kinderen discussiëren over de juiste naam van de vruchten in de voeldozen. Tot slot worden de juiste namen bij de vruchten gezet. Stap 2: De kinderen proeven met de ogen toe een stukje van een vrucht:
Kan je de smaak omschrijven? Hoeveel punten krijgt deze vrucht van jou? De score wordt bijgehouden op bord. Zo kunnen een aantal vruchten na elkaar geproefd en gequoteerd worden.
6
sinaasappelsap puree van guave puree van mango’s puur limoensap.
LANDENKRANT BRAZILIË
• Sinaasappelconcentraat (41%) • Mangopuree (11%) • Passievruchtconcentraat (9%) • Ananasconcentraat (14%) • Natuurlijk rode bietensap van Europese oorsprong (1%). • Natuurlijk vers geperst appelsap van Belgische of Nederlandse oorsprong (24%). Samenstelling sinaasappelsap:
• Sinaasappelsap
Nodig:
kapotte gloeilamp, plakkaatverf, vernis
krantenpapier,
behangerslijm,
Stap 1:
Bedek de lamp met papier maché tot je 5 à 8 lagen hebt. Stap 2:
Laat de maraca 3 dagen drogen tot het papier hard geworden is. Stap 3: Breek de lamp door de maraca keihard op de grond te gooien. Stap 4:
Versier de maraca met plakkaatverf, vernis… Stap 5:
Laat de verf drogen. Stap 6:
Componeer nu je eigen lied, of begeleid jezelf terwijl je het Braziliaanse liedje van de papegaai zingt!
TIP 5: FEESTJE BOUWEN VOOR CLARA, ELISA EN JULIO (DAG 4) ENKELE RECEPTEN: CHOCOLADEBALLETJES (BRIGADEIRO) Wat heb je nodig?
Hoe maak je het klaar?
voor circa 30 stuks:
1 blikje gezoete gecondenseerde melk 1 ei 15 g boter 4 eetlepels instant cacaopoeder
• Roer de opgesomde ingrediënten door elkaar. • Laat op een laag vuur al roerend zo lang koken tot het mengsel van de panbodem los begint te laten. • Schep in een stenen kom, laat afkoelen en rol er balletjes van. • Rol de balletjes door de hagelslag.
voor de afwerking: hagelslag
MAÏSBROODJES (PÃES DE MILHO) Wat heb je nodig?
Hoe maak je het klaar?
voor circa 30 stuks:
250 g tarwebloem 250 g maïsmeel 1 theelepel bakpoeder 65 g suiker zout 2 eieren 3/4 dl. hete melk olie voor het invetten
• Meng de droge ingrediënten. • Roer er de eieren door en voeg daarna de melk toe. • Kneed tot een samenhangende deeg en verdeel het over kleine ingevette vormpjes. • Bak de broodjes circa 15 minuten in een op 200° voorverwarmde oven. • Serveer de broodjes warm.
MELKDRANK MET MANGO (VITAMINE DE MANGO) Wat heb je nodig?
1glas melk per persoon 1 mango 1 eetlepel suiker 1 theelepel citroensap
Hoe maak je het klaar?
• Snijd de mango in stukjes. • Doe de stukjes in een kom en prik ze fijn met een vork. • Doe er de melk en de suiker bij en klop tot een schuimige massa. • Meng er het citroensap door. • Serveer het goed gekoeld.
VRUCHTENTAART (TORTO SUPREMA DE FRUTAS) Wat heb je nodig?
100 g boter 150 g suiker 3 eieren, gescheiden in dooiers en eiwitten 200 g zelfrijzend bakmeel 800 g gemengde vruchten (appels, peren, abrikozen, mango’s, bananen, ananas)
Hoe maak je het klaar?
• Klop de boter en de suiker in een kom tot een schuimige massa. • Klop er één voor één de eierdooiers en daarna het zelfrijzend bakmeel door. • Spatel er het stijfgeslagen eiwit door. • Spatel er de in kleine stukjes gesneden vruchten door. • Schep het mengsel in een beboterde met bloem bestrooide springvorm en bak de taart in circa één uur in een op 180° voorverwarmde oven gaar.tweede graad LANDENKRANT BRAZILIË
7
EERSTE GRAAD
(vervolg)
ZELF FRUITSAP MAKEN
TWEEDE GRAAD TIP 2-3-4-5 (ZIE EERSTE GRAAD) TIP 6: BRAZILIË, HET LAND VAN DE GROTE ONGELIJKHEID
Met een citruspers ben je al een aardig eind op weg, maar weet je dat je met een sapcentrifuge ook je eigen appelsap kan persen? Zachtere vruchten kan je uitpersen door een neteldoek of een oude keukenhanddoek. Leg de in stukjes gesneden vrucht in de handdoek. Knoop de handdoek dicht, en duw met je handen de stukjes plat. Het sap loopt door de neteldoek heen. Vind een heerlijke klascocktail uit! Let op:
• Deze sapjes moeten meteen gedronken worden. Je kan ze niet bewaren. • Gebruik geen nieuwe handdoek. Het fruit geeft stevige vlekken!
NOG MEER BRAZILIAANS FEEST? Brazilianen zijn echte afvalkunstenaars. Waarom niet eens proberen om echte afvalkunst te maken met lipjes van drankblikken? Net als overal ter wereld maken Braziliaanse kinderen zich graag mooi. Met de lipjes van drankblikken kan je reuzenknappe sieraden maken! Stap 1:
Niet iedereen in een land verdient evenveel. Als iedereen precies evenveel verdient, dan zeggen we dat de inkomensverdeling eerlijk is (dat komt in de praktijk echter niet voor). Als er veel mensen zijn die veel minder of juist veel meer verdienen dan het gemiddelde Bruto Nationaal Product (BNP) per hoofd van de bevolking, dan spreken we over een scheve inkomensverdeling. In Brazilië is deze situatie heel erg scheefgetrokken. Brazilië staat bekend als het ‘meest ongelijke land van Zuid-Amerika’. Er is een erg grote natuurlijke rijkdom, maar die is ontzettend ongelijk verdeeld. Extreme armoede staat er tegenover extreme rijkdom. In het volgende inleefmodel krijgen de kinderen zicht op deze scheve inkomensverdeling en ondervinden ze aan den lijve wat dat betekent. Stap 1: Verdeel de klas in 5 even grote groepen.
Om de inleving te vergroten zorg je voor Braziliaanse muziek wanneer de kinderen binnenkomen in het klaslokaal. Zeg hen een goeiedag in het Portugees: "Bom dia! Bem Vindo!" (= Goeiedag! Welkom!) Bij het binnenkomen in het lokaal krijgen ze een kaartje met daarop de nummer van de groep.
Heel veel blikjes verzamelen en de lipjes eraf halen. Stap 2:
Knijp het scherpe rondje van het lipje af. Stap 3:
Meet met een draadje hoe groot je armbandje of ketting moet zijn. Stap 4:
Leg twee lipjes naast elkaar en leg er een in het midden bovenop. Rijg deze drie aan elkaar en rijg zo om en om een lipje aan de bovenste en de onderste laag tot je een lange ketting hebt. Stap 5:
Bind de uiteinden goed af met een knoop. Stap 6:
Maak nu de uiteinden aan elkaar vast met een stukje draad of een mooi lintje.
8
LANDENKRANT BRAZILIË
Groep 1 neemt plaats op de grond. Groep 2 krijgt een aantal stoelen ter beschikking. Groep 3 krijgt voldoende stoelen. Groep 4 krijgt stoelen + tafels. Groep 5 krijgt een gezellig hoekje met zetels en een tafeltje met tafellaken. Groep 1 is de armste groep, groep 2 de op één na armste groep, groep 3 zit in het midden (niet echt arm en niet echt rijk), groep 4 is de op één na rijkste groep en groep 5 is de bovenlaag, de rijkste groep. Leg de kinderen uit dat zij de bevolking van Brazilië voorstellen.
Stap 2:Hoe is de rijkdom verdeeld over deze 5 groepen in Brazilië?
vervoer, hobby’s,…
Leg de kinderen uit dat sommige mensen in Brazilië meer verdienen dan anderen. Laat de kinderen erover nadenken hoeveel geld er dan volgens hen naar elke groep zou gaan. Ze weten al dat groep 1 de armste groep is, en groep 5 de rijkste groep, met alle schakeringen ertussen. Stel dit voor met 100 briefjes van 1 real. De kinderen discussiëren en komen tot een vergelijk. De briefjes worden verdeeld over de 5 groepjes.
Zou dat in België ook zo zijn? In België zijn er ook verschillen. Maar toch is het BNP in België veel eerlijker verdeeld: de verschillen zijn er niet zo groot.
Daarna geeft de leerkracht de echte cijfers op: Groep Groep Groep Groep Groep
1 2 3 4 5
krijgt krijgt krijgt krijgt krijgt
slechts 2 real. 5 real. 11 real. 19 real. 63 real.
Is het probleem opgelost wanneer we de koekjes eerlijker zouden verdelen? Of: zou het probleem in Brazilië opgelost zijn wanneer iedereen voldoende te eten zou krijgen? Hier is het zeker niet de bedoeling om met de kinderen alle mogelijke oplossingen systematisch uit te diepen. Wél is het goed om met hen na te denken, opdat ze het vertrouwen in een ‘maakbare wereld’ niet zouden verliezen. Het is belangrijk om hen geen machteloos gevoel of een schuldgevoel aan te praten. Hier kan verwezen worden naar de millenniumdoelstellingen: grote regeringsleiders vinden ook dat er iets aan moet veranderen, en hebben een aantal doelstellingen op een rijtje gezet waaraan ze willen werken (zie inleiding, of www.11.be).
Stap 3: De oneerlijke verdeling aan den lijve ondervinden
Daarna deelt de leerkracht 5 dienbladen uit. Elke groep krijgt iets verschillends aangeboden, naargelang de inkomsten:
Stap 6: Verwerking
De leerlingen vullen werkblad 1 in.
Groep 1 krijgt slechts 2 koekjes, een beker en een beetje water. Groep 2 krijgt 5 koekjes, enkele bekers, en veel water. Groep 3 krijgt 11 koekjes, glazen, grenadine. Groep 4 krijgt 19 koekjes, glazen, limonade. Groep 5 krijgt een sjiek dienblaadje met 63 koekjes (verschillende soorten), mooie glaasjes, limonade, een kaarsje, een vaasje met bloemen. Ongetwijfeld barsten de reacties los. Stap 4: Debat
Installeer een (nagemaakte) micro. Nodig degenen die de groep willen toespreken uit om het woord te nemen voor de micro. Begin zelf met een korte toespraak: "Bom dia, beminde Brazilianen, welkom op deze gezellige bijeenkomst! Ik ben blij om jullie allemaal zo gelukkig te zien. We hebben ons uiterste best gedaan om het jullie naar de zin te maken! Het is toch mooi hoe we allemaal samen van deze feestelijke dag kunnen genieten. Als iemand van jullie zich geroepen voelt om het woord te nemen, mag je deze micro gebruiken. Zo wordt het ongetwijfeld een heel gezellige dag! Smakelijk! Of in het Portugees: "Bom apetite!" Stap 5: Nabespreking:
Is dit eerlijk? Hoe voelde je je erbij? Hoe voelden de armsten zich? Hoe voelden de rijksten zich? Denk je dat het er in Brazilië écht zo aan toe gaat? De cijfers van de inkomensverdeling zijn helaas realistische cijfers. Dit heeft consequenties voor alle dimensies van het dagelijks leven: voeding, toegang tot drinkwater, onderwijs, woningen, luxe, LANDENKRANT BRAZILIË
9
DERDE GRAAD TIP 2-3-4-5 (ZIE EERSTE GRAAD) TIP 6 (ZIE TWEEDE GRAAD)
Benodigdheden
1. Spelbord (werkblad 2). Het is best om dit bord uit te vergroten.
TIP 7: LAND LOOS In Brazilië is de rijkdom heel oneerlijk verdeeld. Dat zagen we al in de les ‘Brazilië, het land van de grote ongelijkheid’. Maar ook de grond is erg onrechtvaardig verdeeld. Van bij hun aankomst in 1494 hebben de Portugese kolonisten de grootste stukken vruchtbare grond ingepalmd. Die zijn altijd in handen van Portugese kolonisten gebleven, en ook later schonk de Portugese koning vaak grote stukken grond aan ‘mensen die zich verdienstelijk hadden gemaakt voor de kroon’. Vroeger werkten er zwarte slaven op de ‘fazendas’ (grote boerderijen). Na de afschaffing van de slavernij werden de landarbeiders betaald. Omdat er steeds meer landbouwmachines kwamen, waren er steeds minder arbeiders nodig. En door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen steeg de opbrengst zodat de landeigenaars grote stukken grond braak lieten liggen. Veel landarbeiders trokken met hun gezin naar de stad, maar kwamen terecht in krottenwijken, favelas, waar de armoede nog groter was. Op het platteland hadden ze tenminste nog een moestuin of een klein akkertje of een koe. Zelfs de ‘fazendeiros’ (grootgrondbezitters) beseften dat een landhervorming nodig is om de situatie recht te trekken. Die landhervorming staat zelfs in de grondwet, maar de wetten worden voorlopig nog onvoldoende toegepast. In 1984 werd de beweging ‘Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra’ opgericht, de beweging van landloze boeren, afgekort MST, met als slogan: ‘De grond is voor wie hem bewerkt’. Zij doen wat volgens de grondwet mag: ze bezetten braakliggende grond om die te bewerken. In 10 jaar tijd heeft de staat al grond toegewezen aan 150 000 MSTfamilies. Daarbij gaat het om een oppervlakte van 50 keer België en Nederland samen. De grootgrondbezitters schrikken er niet voor terug om pistoleiros in te zetten om MST-ers van hun grondgebied te verjagen. De strijd is hard en onverbiddelijk en er vallen doden.
SPELREGELS LAND LOOS Land Loos is een niet-competitief gezelschapsspel voor een onbepaald aantal spelers. Doel van het spel
Help met de Braziliaanse MST-ers zoveel mogelijk boerenfamilies aan een stuk grond. Vooraleer een grond van eigenaar verandert, voeren de boeren vaak een bikkelharde strijd met de grootgrondbezitter: in werkelijkheid duurt dit jaren. Besteed zowel bij de inleiding als bij de nabespreking aandacht aan de inhoud en werkelijkheidswaarde van het spel. 10
LANDENKRANT BRAZILIË
2. 4 dezelfde pionnen (werkblad 2): elke pion stelt een landloze boerenfamilie voor die zich heeft aangesloten bij MST. 3. Grootgrondbezitter (A): hij schittert door afwezigheid en stapelt rijkdommen op. Hij bezit een dozijn ‘fazendas’, waar hij niet naar omkijkt. Hooguit laat hij wat vee grazen op de uitgestrekte gronden. 4. Fazenda (B): het middenveld van het spelbord. Deze grote, verwaarloosde villa van de grootgrondbezitter is omgeven door 9 000 ha grond. Er is plaats voor 18 stukken landbouwgrond van ongeveer 500 ha groot. Deze stukken grond kunnen worden bezet door de boeren, maar kunnen ook weer worden ‘ontzet’ door de grootgrondbezitter. 5. De route (C-Z): de boeren trekken rond langs de 24 vakjes aan de buitenrand van het spelbord. Ze komen langs braakliggende gronden. Zes vakken hebben een bijzondere betekenis. 6. 18 losse vierkantjes (werkblad 2), met 2 verschillende zijden: dit zijn de stukken grond. De ene zijde ligt braak, de andere zijde is bewerkt. 7. Dobbelsteen. Klaarzetten van het spelbord
De 4 pionnen staan bij het begin van het spel op vak C, een veilige verzamelplaats op de openbare weg. Op elk vrij vakje van de route (D, E, F, H, I, J, L, M, N, P, Q, R, T, U, V, X, Y, Z) ligt een stuk grond, met de braakliggende grond naar boven.
Spelverloop
De spelers gooien om de beurt met de dobbelsteen. Speel in de richting van de zon. Gooi je 2, 3, 4, 5 of 6? Dan mag je om het even welke pion verder zetten, evenveel vakjes als de waarde van de dobbelsteen (van 2 tot 6). De volgende speler mag ook weer om het even welke pion verzetten. Wanneer 2 pionnen op hun route samen op een braakliggende grond terecht komen, mogen zij dit stuk grond bezetten. Dit doe je door het vierkantje op het middenveld te leggen, bij de fazenda. Je mag het vierkantje nu nog niet omdraaien: de grond is al wel bezet, maar nog niet bewerkt. Gooit er iemand 1? Helaas, dan pikt de grootgrondbezitter een bezet perceel opnieuw in: neem dit stuk grond weg bij de fazenda en leg het bij het flatgebouw.
O: De actie van de boeren is onwettig. De pion blijft in de gevangenis. S: De boeren houden een vreedzame protestmars en krijgen een pion vrij. Deze pion mag bij de volgende beurt uit de gevangenis. W: Hoewel de regering belooft de families aan grond te helpen, vaardigt een rechter – op verzoek van de grootgrondbezitter – een ontzettingsbevel uit. De boeren moeten het terrein verlaten. Geef 1 stuk grond (bezet maar onbewerkt) terug aan de grootgrondbezitter. Het spel eindigt als alle percelen van de fazenda bewerkt zijn. Je kunt ook een tijdslimiet instellen, waarbinnen de boeren zoveel mogelijk land trachten te bekomen.
Speciale vakken:
C: INCRA, het Instituut voor Kolonisering en Landhervorming, is een staatsinstelling die onderzoekt of een stuk grond bewerkt is of niet. Telkens als een pion langs vak C komt, wijst INCRA één bezette grond in het middenveld in eigendom toe aan de boeren. Die kunnen het nu bewerken: draai het vierkantje om met de bewerkte grond naar boven. De grootgrondbezitter mag het nu niet meer terugnemen. Als er geen bezette grond meer in het middenveld lag, gebeurt er niets. G: Pistoleiros, een stelletje ingehuurde paramilitairen, jagen de boeren weg. Geef (als er zijn) 1 bezet maar onbewerkt stuk grond terug aan de grootgrondbezitter, door dit op vakje A te leggen. K: De boeren krijgen een lening bij INCRA. Eén stuk grond van de grootgrondbezitter wordt terug op de route gelegd. LANDENKRANT BRAZILIË
11
DERDE GRAAD
(vervolg)
TIP 8: WERELDHANDEL Brazilië behoort tot de rijkste landen van de wereld. In deze oefening leren de kinderen het belang van import en export kennen en maken ze kennis met de wereldhandel. Op de bijhorende kaart leren de kinderen enkele export- en importproducten van Brazilië kennen en maken ze kennis met een aantal knelpunten ivm de grondstoffenhandel. Bekijk de kaart (werkblad 3 + werkblad 3 (vervolg)) samen met de leerlingen. Zo kan je ingaan op de bestaansmiddelen van de Braziliaanse boeren en daarmee op het belang van import en export. Mogelijke richtvragen
Wat betekenen de pijlen volgens jullie? Wordt er in Brazilië rijst verbouwd? (Ja, maar niet voldoende voor de hele bevolking van Brazilië) Hoe komen we hier aan chocolade? (de grondstof (cacao) komt uit het zuiden, maar de verwerking gebeurt in Europa). Ken je nog andere producten die in België geïmporteerd worden? Exporteert België ook producten naar de rest van de wereld? (voornamelijk afgewerkte producten) Wat is het verschil tussen afgewerkte producten en onbewerkte producten? Wat levert het meest op: grondstoffen of afgewerkte producten? Sluit af met het besluit dat de rijkdom van een land afhangt van de samenhang tussen import en export, maar ook van de prijs van de producten op de wereldmarkt. Vul daarna werkblad 4 in
Bij elk van de drie gewassen werden enkele verdiepende vragen genoteerd. De bedoeling van deze vragen is een klasgesprek op gang te brengen om de jongeren te laten inzien dat verandering mogelijk is. Noch zijzelf, noch de wereld is gebaat bij een gevoel van hulpeloosheid, machteloosheid en een ‘er-is-toch-niks-aan-te-doengevoel’. Ook de millenniumdoelstellingen kunnen hier vermeld worden (zie inleiding).Toch is het geenszins de bedoeling een al te rooskleurig beeld van de toekomst op te hangen. Ook de millenniumdoelstellingen moeten met de nodige kritische zin bekeken worden.
Antwoorden werkblad
1. Zet bij elk product of het voor Brazilië een invoerproduct is of een uitvoerproduct. • Soja • Rijst • Cacaobonen
uitvoerproduct invoerproduct uitvoerproduct
2. Wat weet je over de problemen van de landbouw in Brazilië? • De antwoorden haal je uit de tekstjes naast de kaart van Brazilië. • Het klasgesprek kan o.a. de volgende inhouden bevatten: Soja:
Het zou logischer zijn als er meer evenwicht was. Europa zou meer veevoer moeten kweken en minder vee. Dat zou het mestoverschotprobleem iets minder groot kunnen maken. Brazilië zou zelf meer vee kunnen kweken en een deel van de soja daaraan besteden. Dan zou er meteen ook meer natuurlijke mest in Brazilië zijn. En er zou minder vervoerd moeten worden, wat ook weer milieuvriendelijker is. Er gaan ook stemmen op om minder vlees te eten: dat kost minder energie aan de aarde. Mensen kunnen zelf meer plantaardige eiwitrijke voeding eten (bijvoorbeeld soja) en hun vleesgebruik matigen. Brazilië is trouwens zelf al meer en meer runderen aan het kweken. Rijst:
Het zou beter zijn als Brazilië terug meer rijst en bonen zou kweken. Stilaan krijgen landloze boeren terug grond in handen. Zij kiezen niet zozeer voor monoculturen, maar kweken meer verschillende gewassen, ook voor eigen gebruik. Rijst en bonen winnen terug aan belang. Cacaobonen:
Europa heeft hier een gevaarlijke maatregel genomen, waar veel cacaoboeren de dupe van geweest zijn. Europa zou een eerlijke prijs moeten geven voor de gewassen. Hier kan je stilstaan bij enkele Fair Tradeproducten (chocolade, choco, cacaopoeder). Ook kan gewezen worden op het gevaar van monoculturen: als de prijs van je product op de wereldmarkt instort, ben je failliet.
BIBLIOGRAFIE • • • •
11.11.11., Wereldreis.Brazilië, oktober 2003 PARENTE AUGEL, M., Kookkunst uit Brazilië, 1995 VANHAELEN, J., Brandend Brazilië, 1994 Reis mee naar Brazilië. Poppenkastproject voor de eerste graad, Alfa • De slimme gids, De grote reis. Kennisgebieden in samenhang, Malmberg • www.cmo.nl 12
LANDENKRANT BRAZILIË
WERKBLAD 1 De oneerlijke verdeling van de rijkdom
NIET IEDEREEN IN BRAZILIË VERDIENT EVENVEEL. SOMMIGEN VERDIENEN HEEL VEEL, EN ANDEREN VERDIENEN HEEL WEINIG. DE RIJKDOM IS ER NIET EERLIJK VERDEELD.
20 % van de Brazilianen is erg arm. Zij bezitten slechts 2 % van de rijkdom. Kleur hiernaast 2 reais in.
20 % van de Braziliaanse bevolking heeft het iets beter, maar is toch ook arm. Zij bezitten samen 5 % van de rijkdom. Kleur hiernaast 5 reais in.
20 % van de bevolking moet rondkomen met 11 % van de rijkdom. Zij zijn niet heel arm maar ook zeker niet rijk. Kleur hiernaast 11 reais in.
20 % van de bevolking heeft het nog iets beter. Zij beschikken over 19 % van de rijkdom. Zij hebben het goed. Kleur 19 reais in voor deze bevolkingsgroep.
Nu kan je vast wel uitrekenen hoeveel % van de rijkdom er dan overblijft voor de allerrijkste groep Brazilianen: %. Kleur dus reais in.
VIND JE DIT EERLIJK? JA – NEEN – IK WEET HET NIET (omcirkel jouw antwoord) LEG UIT WAAROM JE DIT ANTWOORD GAF
WAT ZOU JE DE BRAZILIANEN TOEWENSEN TEGEN HET JAAR 2015?
LANDENKRANT BRAZILIË
13
WERKBLAD 2 Land Loos
14
LANDENKRANT BRAZILIË
WERKBLAD 3
SOJA
RIJST
CACAOBONEN
Wereldhandel
LANDENKRANT BRAZILIË
15
WERKBLAD 3
(vervolg)
Meer over...
INVOERPRODUCTEN EN UITVOERPRODUCTEN IN BRAZILIË Een op vijf Brazilianen leeft van de landbouw. Er worden in Brazilië allerlei producten verbouwd: koffie en suiker zijn de belangrijkste. Daarnaast voert het land ook veel cacao, katoen en citrusvruchten uit. Die grondstoffen worden verkocht aan andere landen. Wat verdient Brazilië aan de export van deze landbouwgewassen? Dat is afhankelijk van verschillende factoren. Kijk naar de wereldhandel door de ogen van Brazilië.
Meer over cacao:
Hoe beter de kwaliteit van cacao, hoe meer er voor betaald wordt. Logisch toch? Dit klopt slechts gedeeltelijk. De cacao van Brazilië is van zeer goede kwaliteit. Maar toch wordt er maar weinig voor betaald op de wereldmarkt. Dat komt omdat er in de wereld te veel cacao verbouwd wordt. Er is te veel aanbod en te weinig vraag. Dit werd allemaal nog erger toen Europa in 2000 besloot dat een deel van de cacaoboter in chocolade vanaf dan vervangen mocht worden door goedkopere vetstoffen. Toen kwam er nóg een groter cacaooverschot, en kregen de boeren er nóg minder voor betaald… Met cacao valt er niet veel geld te verdienen. Met chocolade wél! Maar de chocoladefabrieken staan in Europa, niet in Brazilië…
Meer over soja:
Brazilië verbouwt ontzettend veel soja. Die wordt vooral uitgevoerd naar China en Europa. Een groot deel wordt in Europa aan het vee gevoederd. Dit is niet zo gezond voor de aarde: in Europa krijgen we te veel mest door al deze dieren. Maar in Brazilië komen ze mest tekort, en moeten ze kunstmest gaan gebruiken. De balans is niet meer in evenwicht. En klopt het wel dat er zoveel voedsel wordt uitgevoerd uit een land waar honger geleden wordt?
Meer over rijst:
Rijst (en bonen) zijn het basisvoedsel van de Brazilianen. Spijtig genoeg kweekt men in Brazilië niet meer voldoende rijst om de hele bevolking te voeden. Brazilië moet rijst importeren (invoeren) uit andere landen. Vroeger werd er wel meer rijst gekweekt in Brazilië, maar er komen steeds grotere plantages van grootgrondbezitters die slechts één gewas kweken waar veel geld mee verdiend kan worden. Dat heet monocultuur. Aan rijst en bonen is niet zo veel te verdienen. Dus daar kiezen de plantageeigenaars niet zo snel voor.
16
LANDENKRANT BRAZILIË
WERKBLAD 4 Kijk naar het kaartje van Brazilië op werkblad 3.
Wereldhandel
1. Zet bij elk product of het voor Brazilië een invoerproduct is of een uitvoerproduct. • Soja • Rijst • Cacaobonen
……………………………………. ……………………………………. …………………………………….
2. Wat weet je over de problemen van de landbouw in Brazilië?
• Soja
Als jij baas zou zijn in de wereld, hoe zou jij dat probleem dan oplossen? Wat zou logischer zijn? Denk je dat er momenteel aan oplossingen gewerkt wordt? Praat erover met je klasgenoten!
• Rijst
Dit kan beter! Kan jij een manier bedenken om dit probleem op te lossen? Kan zo’n oplossing van de ene dag op de andere? Gooi het in de groep!
• Cacaobonen
Dit is natuurlijk ook een ernstig probleem. Dat moet in de toekomst anders. Wat zouden de Braziliaanse cacaoboeren kunnen doen om dit probleem aan te pakken? Wat zou Europa kunnen doen om dit probleem aan te pakken? Ben jij hoopvol voor deze wereld? Bespreek het in de klas! Ongetwijfeld wordt dit een boeiend gesprek!
LANDENKRANT BRAZILIË
17
WERKBLAD 5
18
LANDENKRANT BRAZILIË
LANDENKRANT BRAZILIË
19
Dit krantje werd in opdracht van 11.11.11 uitgewerkt door Alfa vzw
Koning Albertstraat 15 2300 Turnhout www.alfavzw.be
Vlasfabriekstraat 11 1060 Brussel www.11.be