Suriname Landen Verslag betreffende de Toepassing van Mensenrechten - 2008 Uitgegeven door het Bureau voor Democratie, Mensenrechten, en Arbeid 11 maart 2008 Suriname is een constitutionele democratie met een president die gekozen wordt door één wetgevende kamer of door de grotere Verenigde Volksvergadering. Het aantal inwoners bedraagt ongeveer 493.000. Na over het algemeen vrije en eerlijk verlopen verkiezingen in 2005, werd de Nieuw Front Plus regering gevormd. In augustus 2005 heeft de Verenigde Volksvergadering Ronald Venetiaan opnieuw als president gekozen. De burgerlijke autoriteiten voeren over het algemeen een effectieve controle uit op de veiligheidstroepen. Terwijl de regering over het algemeen de mensenrechten van haar burgers wel gerespecteerd heeft, waren er problemen op sommige gebieden, waaronder mishandeling van gedetineerden op het moment van de aanhouding door de politie; mishandeling van gevangenen door bewakers; overvolle detentiecentra; een onder veel werk bedolven rechterlijke macht met een grote achterstand; langdurige periode van in voorlopige hechtenisstelling; zelf censuur door sommige media; toename corruptie in regeringsgelederen; maatschappelijke discriminatie van vrouwen, minderheden en de inheemse bevolking; geweld tegen vrouwen; vrouwenhandel, handel in meisjes en jongens, en kinderarbeid in de informele sector. RESPECT VOOR MENSENRECHTEN Afdeling 1 Respect voor de integriteit van personen, met inbegrip van vrijheid van: a. Willekeurige of Wederrechtelijke Levensberoving De regering of haar overheidsorganen hebben geen politiek gemotiveerde moorden gepleegd, maar veiligheidstroepen hebben gedurende het jaar twee personen gedood. Op 1 augustus heeft de politie Chaniel Burleson doodgeschoten. Hij was een gevangene die toen hij in voorarrest zat, uit de gevangenis is ontsnapt in de maand mei terwijl hij wachtte om voorgeleid te worden voor de rechter op beschuldiging van moord en gewapend roofoverval. Intern onderzoek werd voortgezet aan het eind van het jaar. Op 9 oktober schoot de politie een verdachte van een gewapende roofoverval dood. Het onderzoek in deze zaak werd aan het eind van het jaar voortgezet. Een intern onderzoek naar de moord op Andy Aroma in juli 2007 werd voortgezet. In juli heeft de regering een gedenkteken onthuld ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de massamoord die in 1986 plaatsvond van 39 inwoners van Moiwana. De bouw van de huizen in het Moiwanadorp gingen door zoals opgedragen door de uitspraak van het Inter-Amerikaans Hof. Het proces tegen het voormalig militair staatshoofd Desi Bouterse en zijn medeverdachten voor de in 1982 uitgevoerde wederrechtelijke executies van 15 politieke tegenstanders, ging aan het eind van het jaar nog door.
b. Verdwijning Er waren geen meldingen van politiek gemotiveerde verdwijningen. c. Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of Onterende Behandeling of Bestraffing Hoewel de wet dergelijke praktijken verbiedt, bleven mensenrechtengroepen en de media hun bezorgdheid uiten over mishandeling door de politie en gevangenbewaarders. Er zijn gevallen gedocumenteerd waarbij de politie gedetineerden slecht heeft behandeld, vooral tijdens arrestaties. Ook zijn gevangenen mishandeld door cipiers. Op 8 oktober heeft een menigte een verdachte van moord aangevallen en hem in elkaar geslagen voordat de politie hem kon aanhouden. Nadat hij naar het politie station was vervoerd, heeft een menigte van 500 man het politiebureau aangevallen. De militairen werden om hulp gevraagd om het politiebureau te beschermen, en de verdachte werd per helikopter naar Paramaribo, the hoofdstad, gevoerd. In november heeft een rechter majoor Omar terborg en vijf andere politieagenten vrigesproken die in 2007 beschuldigd waren van het gebruik van excessief geweld tegen gevangenen omdat deze probeerden te ontsnappen uit een detentie cel.
De Conditie van de Gevangenissen en Detentie Centra De omstandigheden in de gevangenis waren slecht. Er zijn drie gevangenissen, waaronder 1 te Santoboma, waar de mannelijke en vrouwelijke gevangenen van elkaar gescheiden worden gehouden. Er zijn ook verschillende kleinere gevangenissen, of tijdelijke detentiecentra bij de meeste politiebureaus door het gehele land heen. De meeste faciliteiten, met name de oudere gevangenissen, waren onhygiënisch en ernstig overbevolkt, met een bezetting van ten minste viermaal de capaciteit dan waarvoor deze gevangenissen gebouwd zijn. Geweld tussen gevangenen kwam vaak voor, en gevangenen bleven klagen over mishandeling door bewakers. In juni heeft een rechter 8 cipiers op alle gronden vrijgesproken na de dood van een gevangene in 2006. Mensenrechten monitoren hebben hun bezorgdheid geuit over de toestand in de voorarrest cellen, die nog steeds overvol zijn. Een toenemend aantal veroordeelde gevangenen werd vastgehouden in voorarrest cellen vanwege de overbevolking in de gevangenis. Als gevolg van personeelstekorten, laten politiefunctionarissen het zelden toe dat de gedetineerden de cellen mogen verlaten. Gedetineerden en mensenrechten groepen hebben ook beweerd dat de maaltijden niet toereikend waren. De omstandigheden in de vrouwengevangenis en de gevangenisfaciliteiten waren over het algemeen beter dan die van de faciliteiten voor de mannen. Eenmaal veroordeeld, was er geen aparte voorziening voor meisjes onder de leeftijd van 18; meisjes werden gehouden in de vrouwengevangenis en in de vrouwenafdeling van een van de gevangenisgebouwen. Er is een jeugdgevangenis , “Opa Doeli”, voor jongens en meisjes onder de 18; deze faciliteiten, gelokaliseerd in Paramaribo, werd toereikend geacht en verschafte onderwijs-en recreatiemogeljkheden. In een aparte vleugel van deze gevangenis worden er jongens gehouden die jonger dan 18 zijn en die
veroordeeld zijn voor het plegen van ernstige misdaden.
De overheid verleende toestemming aan onafhankelijke waarnemers van mensenrechten organisaties om bezoeken te brengen.” Allied Collective”, een lokale mensenrechten organisatie die zich voornamelijk bezig hield met juridische aangelegenheden, merkte op dat het over het algemeen wel toestemming had om de gevangenen te bezoeken, maar dat hen niet altijd de medewerking werd verleend door de cipiers ten aanzien van routinematige zaken. Het Welzijns Instituut Nickerie, een NGO die actief is in het westelijk district Nickerie, bezocht een jeugdgevangenis in dat district en verschafte hulp aan de gedetineerden. Het instituut is ook een programma gestart om gevangenenbewaarders te trainen hulp te verlenen aan gevangenen.
d. Willekeurige Arrestatie of Detentie
De wet verbiedt willekeurige arrestatie en opsluiting, en de regering heeft over het algemeen deze verbodsbepalingen wel nageleefd. Vanwege een tekort aan rechters moeten gevangenen die in hoger beroep waren gegaan vaak hun volledige straf uitzitten voordat de ellenlange beroepsprocedure kan worden afgerond. Rol van de Politie-en veiligheidsdiensten De strijdkrachten zijn verantwoordelijk voor de nationale veiligheid en controle aan de grenzen, waarbij de militaire politie directe verantwoordelijkheid heeft voor de immigratie controle bij de invoerhavens van het land. Alle onderdelen van het leger staan onder controle van het Ministerie van Defensie. De civiele politie is als eerste verantwoordelijk voor de handhaving van recht en orde en brengt verslag uit aan het ministerie van Justitie en Politie. De Afdeling Onderzoek Personeelszaken (OPZ) is een dienst van het Politie Departement die onderzoek verricht naar klachten tegen de politie. De effectiviteit van het handelen van de politie werd belemmerd door een gebrek aan uitrusting en opleiding, lage salarissen en slechte coördinatie met andere wetshandhavinginstanties. De politie en het leger vervolgden hun gezamenlijke operaties. Corruptie bleef een probleem en hoge politieofficieren kwamen maandelijks bijeen met het Openbaar Ministerie om gevallen van corruptie en andere zaken waar de politie van beschuldigd werd te bespreken. Volgens het OPZ werden er in de maand september 17 politieagenten door de autoriteiten disciplinair gestraft voor diverse overtredingen; negen werden er gevangen gezet, waaronder vijf op beschuldiging van het verwaarlozen van hun plichten, drie voor het aanbrengen van zwaar letsel, en een op beschuldiging van een drugs aanklacht. Het gehele jaar door hebben er 24 politieagenten, waarvan er 12 in hechtenis zijn genomen, hun aanstelling verloren vanwege verschillende overtredingen. Arrestatie en Detentie Individuen met een aanhoudingsbevel werden aangehouden en werden onmiddellijk in kennis gesteld van de aanklachten tegen hen. De politie kan een persoon verdacht van het plegen van een misdaad aanhouden voor maximaal 14 dagen indien de straf voor die misdaad langer dan vier jaar is, en een hulpofficier van justitie of een politie-inspecteur kan geïsoleerde detentie toestaan. De politie moet gedurende deze periode de verdachte voorgeleiden naar de officier van justitie om hem in staat van beschuldiging te stellen. Maar als er meer tijd nodig is om de zaak te onderzoeken, dan mag een officier van justitie en, later, een rechter-commissaris de detentie periode nog verlengen met een extra
150 dagen. Er is geen borgtocht systeem. De gedetineerden kregen direct toegang tot een advocaat van hun keuze, maar de officier van justitie mocht de toegang ontzeggen als hij dacht dat dit schade zou kunnen berokkenen aan het onderzoek. Gevangenen mochten wekelijkse bezoeken ontvangen van hun familieleden. De gemiddelde duur van de voorlopige hechtenis was 30 tot 45 dagen voor minder zware misdaden. De gedetineerden werden gehouden in 22 overvolle detentiecellen op politiebureaus in het hele land. Aan het eind van het jaar waren er 977 personen vastgehouden in deze cellen. In overeenstemming met de wet, heeft de rechter de meeste gevangenen vrijgelaten die niet binnen de 164 dagen voor de rechter verschenen waren. Volgens mensenrechten monitoren hebben factoren zoals het tekort aan rechters, het groot aantal rechtszaken, en de grote aantallen gevangenen geleid tot een vertraging van de rechtsgang. e. Ontzeggen van een Eerlijk Openbaar Proces
Hoewel de wet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht, heeft een geschil over de benoeming van de rechters de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ondermijnd. De procureur-generaal en de president van het Hof van Justitie worden voor het leven benoemd.
Het gerechtelijk systeem bestaat uit drie lagere rechtbanken, twee gespecialiseerde rechtbanken en het Hof van Justitie als rechter in een beroepsprocedure. Het militair rechtbanksysteem werkt samen met het civiel justitieel systeem. Alhoewel het Ministerie van Justitie en Politie het functioneren van het rechtssysteem probeerde te verbeteren, werden de civiele en militaire rechtbanken aanzienlijk belemmerd in de uitvoering van hun taken door een tekort aan rechters. Er waren aan het eind van het jaar 14 zittende rechters voor het gehele land; gedurende het jaar werden er vier nieuwe rechters geïnstalleerd, één ging met pensioen, maar werd later opnieuw geïnstalleerd. De president van het Hof van Justitie ging met pensioen. Het ministerie erkent de noodzaak voor meer rechters, en daarom werd er een actief systeem geïnitieerd om rechters op te leiden. Andere problemen waarmee de rechterlijke macht te kampen had, betrof de financiële afhankelijkheid van het ministerie van Justitie en Politie (en dus van de uitvoerende macht), het gebrek aan professionele rechtbank managers en casus beheerssystemen om de administratieve taken van de rechtbanken te overzien, alsook het gebrek aan ruimte. Deze zaken hebben bijgedragen aan een aanzienlijke achterstand. De rechters hebben minimaal zes maanden nodig voor het verwerken van strafrechtelijke gevallen. Het Gerechtelijk Onderzoek De wet voorziet in het recht op een eerlijk, openbaar proces waarin de verdachten het recht hebben om een raadsman in te roepen en de rechterlijke macht heeft over het algemeen dit recht wel nageleefd. Gedaagden genieten het vermoeden van onschuld en hebben het recht beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechter. De advocaat van de gedaagden mag getuigen verhoren. Er is geen jury systeem. De rechtbanken wijzen privé advocaten toe die de behoeftige arrestanten verdedigen tegen betaling van de kosten uit openbare middelen. Er waren ongeveer 13 pro-deo advocaten voor het civiel rechtelijk en voor het strafrechtelijk systeem. In tegenstelling tot de voorgaande jaren hebben mensenrchten organisaties niet geklaagd over pro-deo advocaten die niet in de rechtszaal verschenen. Gedaagden mogen getuigen tegen hen ondervragen en hebben tevens het recht on namens hunzelf getuigen en bewijs te presenteren. De gedaagden en hn advocaten hebben toegang tot bewijsmateriaal in handen van de overheid. De bovengenoemde rechten zijn volgens de wet van toepassing op alle
burgers. Het militair personeel is over het algemeen niet onderworpen aan het civiel strafrecht. Indien een lid van de strijdkrachten beschuldigd wordt van een misdaad dan valt dit onmiddellijk onder de militaire rechtspraak, waarbij de militaire politie verantwoordelijk is voor het onderzoek. De vervolging van militairen wordt geleid door een officier van justitie van het Openbaar Ministerie en vindt plaats in aparte rechtbanken waarbij er twee militaire rechters en een civiele rechter aanwezig zijn. Door het tekort aan rechters, worden de militaire en civiele rechters geselecteerd uit dezelfde groep van rechters door het Hof van Justitie, die de specifieke zaken dan toewijst. Er bestaat een mechanisme ter voorkoming van belangenconflicten. De militaire rechtbanken volgen dezelfde procedure regels als de civiele rechter. Het is niet mogelijk om in beroep te gaan van het militair naar het burgerlijk systeem. Politieke Gevangenen en Gedetineerden Er waren geen meldingen van politieke gevangenen en gedetineerden. Burgerlijke Gerechtelijke Procedures en Rechtsmiddelen Hoewel er aparte procedures voor de civiele gerechtelijke processen zijn, zijn dezelfde rechters verantwoordelijk voor het voorzitten van deze processen. Er is toegang tot een rechter om in geval van mensenrechten schending schadevergoeding, of een cessie te vorderen. Echter, het tekort aan rechters belemmerde dit proces; in de meeste civiele zaken werd ongeveer drie tot vier jaar na te zijn gehoord een uitspraak door de rechter gedaan. f. Willekeurige Inmenging met betrekking tot de Persoonlijke Levenssfeer, het Gezin, de Thuis situatie, of Correspondentie De wet verbiedt dergelijke handelingen, en de regering heeft over het algemeen deze verbodsbepalingen in de praktijk wel gerespecteerd. De wet vereist aanhoudingsbevelen in geval van huiszoekingen, uitgegeven door bijnagerechtelijke officieren die toezien op het strafrechtelijk onderzoek. Afdeling 2 Respect voor Burgerlijke Vrijheden, waaronder: a. Vrijheid van Meningsuiting en Persvrijheid De wet voorziet in de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, en de regering heeft over het algemeen deze rechten in de praktijk gerespecteerd. Sommige leden van de media bleven af en toe zelf censuur uitoefenen. Dit was te wijten aan de voorgeschiedenis van intimidatie en represailles door bepaalde elementen van de voormalige militaire leiders of als reactie op de druk uitgeoefend door hooggeplaatste regeringsfunctionarissen en belangrijke leiders van gemeenschappen op journalisten die negatieve verhalen over de regering gepubliceerd hadden. Op 9 januari heeft een journalist voor het plaatselijk dagblad, “Times of Suriname”, gemeld dat een lid van het Politie Arrestatie Team haar camera had afgepakt nadat zij foto’s had gemaakt van een politieagent die een verdachte schopte tijdens een inval. Naar haar zeggen heeft de politie haar foto’s verwijderd voordat zij haar camera de volgende dag terug kreeg. Bij ten minste drie gelegenheden hebben aanzittende ministers en overheidsambtenaren gedreigd juridische stappen te ondernemen tegen kranten wegens smaad.
Internet Vrijheid Er waren geen beperkingen van de overheid op de toegang tot het Internet of meldingen dat de regering e-mails of internet chat rooms reguleerde. Individuen en groepen konden deelnemen aan de vreedzame weergave van meningen via het internet, alsook per e-mail. De Telecommunicatie Autoriteit heeft geschat dat ongeveer 11 procent van de huishoudens directe toegang tot het internet hebben.Alhoewel er 162 geregistreerde internet chatrooms zijn in de hoofdstad en in de districten, heeft de bevolking van het binnenland geen gelijke toegang tot het internet tengevolge van infrastructurele beperkingen. Academische Vrijheid en Culturele Evenementen Er waren geen beperkingen van de regering ten aanzien van de academische vrijheid of culturele evenementen. b. Vrijheid van Vergadering en Vereniging De wet voorziet in de vrijheid van vergadering en vereniging, en de regering heeft over het algemeen deze rechten in de praktijk gerespecteerd. c. Vrijheid van godsdienst De Grondwet voorziet in de vrijheid van godsdienst, en de regering heeft over het algemeen dit recht in de praktijk gerespecteerd. Maatschappelijke Misstanden en Discriminatie Er waren geen meldingen van maatschappelijke misstanden of discriminatie, met in begrip van antisemitische handelingen. De Joodse gemeenschap telt ongeveer 150 personen. Voor een meer gedetailleerde bespreking, zie het Internationaal Verslag ten aanzien van Godsdienst Vrijheid uit 2008 via www.state.gov/g/drl/irf/rpt. d. Vrijheid van Beweging, Intern Ontheemden, Bescherming van Vluchtelingen en de Staatlozen De Grondwet voorziet in de vrijheid van beweging binnen het land, ten aanzien van buitenlandse reizen, emigratie, en repatriëring, en de regering heeft over het algemeen deze rechten in de praktijk gerespecteerd. De regering heeft samengewerkt met het VN Bureau van het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen en andere humanitaire organisaties bij het verlenen van hulp aan vluchtelingen en asielzoekers. Alhoewel ballingschap in de wet niet genoemd wordt, werd het niet in de praktijk toegepast. Bescherming van Vluchtelingen De wet voorziet niet in het verlenen van asiel of de status van vluchteling in overeenstemming met het VN-Verdrag van 1951 betreffende de Status van Vluchtelingen en het Protocol daarbij van 1967, en de regering heeft geen systeem vastgelegd voor het verlenen van bescherming aan vluchtelingen. Onder bijzondere omstandigheden kan er aan personen een vluchtelingenstatus worden toegekend, en in de praktijk heeft de regering bescherming verstrekt tegen “refoulement”, dat is de terugkeer van personen naar een land waar er reden is te geloven dat er vervolgingsgevaar bestaat van deze personen.
Afdeling 3 Respect voor Politieke Rechten: Het Recht van Burgers om hun Regering te veranderen. De wet biedt de burger het recht om op vreedzame wijze hun regering te veranderen, en de burgers hebben over het algemeen van dit recht gebruik gemaakt in de praktijk door middel van periodieke, vrije en eerlijke verkiezingen die gehouden werden op basis van het algemeen stemrecht. Verkiezingen en Politieke Participatie De grondwet voorziet om de vijf jaar in de rechtstreekse verkiezing bij geheime stemming van de 51 leden van de Nationale Assemblee. De Nationale Assemblee kiest op zijn beurt de president met een tweederde meerderheid van stemmen. Indien de wetgever niet in staat is om dit te doen, bepaalt de grondwet dat de Verenigde Volksvergadering, samengesteld uit leden van het parlement en de gekozen regionale en lokale ambtenaren, de president kiest. Na het over het algemeen vrij en eerlijk verlopen van de verkiezingen in mei 2005, heeft de Verenigde Volksvergadering de zittende president, Ronald Venetiaan, herkozen als president in augustus 2005. Politieke partijen kunnen functioneren zonder beperking of inmenging van buiten. Historische en culturele factoren,als ook maatschappelijke druk en tradities, vooral in de rurale gebieden, vooral ten aanzien van huwelijk en erfenis, hebben de gelijke participatie van vrouwen in leidinggevende posities in de regering en politieke partijen belemmerd. Hoewel vrouwen in beperkte mate vooruitgang boekten met het verkrijgen van politieke macht, bleven de mannen het politiek leven domineren. Er waren 13 vrouwelijke leden in de Nationale Assemblee, en in het kabinet zaten er drie vrouwen. In de loop van het jaar werden er vier vrouwen als rechters beëdigd waardoor het aantal vrouwelijke rechters tot 5 is gegroeid. De Hoofd Griffier van de Nationale Assemblee, welke de hoogste administratieve functie van dit orgaan is, was een vrouw. Verschillende factoren hebben, zoals het traditioneel het geval is, de deelname in het politiek proces beperkt van de inheemse indianen en Marrons. Marrons zijn afstammelingen van ontsnapte slaven die gevlucht zijn naar het binnenland om hergevangenschap te voorkomen. De meeste politieke activiteit vindt plaats in de hoofdstad Paramaribo en in een smalle strook langs de kust, die van oost naar west loopt. De meeste Marrons en de indianen wonen in afgelegen gebieden in het binnenland en hadden daarom dus een beperkte toegang tot en weinig invloed op het politiek proces. Er was één Indiaanse politieke partij en drie Marron politieke partijen en de kiezers hebben acht Marrons en één Indiaan gekozen in de Nationale Assemblee. De kans voor Marrons om deel te nemen aan het politiek proces werd nog groter toen de drie Marron partijen een coalitie vormden (A-Combinatie) voor de verkiezingen van 2005 en onderdeel werden van de regeringscoalitie, waarbij er drie Marrons in het kabinet zaten en verschillende anderen in leidinggevende functies. Corruptie en Transparantie van de Regering De wet voorziet in strafrechtelijke sancties voor officiële corruptie, maar de regering heeft de wet niet daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Algemene aantijgingen en enkele gevallen indiceerden dat ambtenaren zich soms schuldig hebben gemaakt aan corrupte praktijken zonder hiervoor gestraft te worden of dat het lang duurde voordat deze zaken in de rehtszaal verschenen. De mondiale indicatoren van de Wereldbank ten aanzien van “good governance” gaven aan dat corruptie bij de overheid een probleem was. Een tekort aan politiepersoneel bleef het politie-onderzoek naar gevallen van fraude belemmeren. Op 13 augustus is de onderdirecteur van het Ministerie van Landbouw, Veeteelt, en Visserij, John Debipersad, schuldig bevonden en veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf wegens valsheid in geschriften en fraude. Debipersad werd
schuldig bevonden aangezien hij visvergunningen uitgaf zonder dat hij het gezag hiertoe had. Op 13 mei heeft een rechter 7 personen schuldig bevonden wegens verduistering in augustus 2007 van een bedrag van SRD 6,1 miljoen (ongeveer $2,1 miljoen) bij het Ministerie van Financiën. Personen werden veroordeeld tot gevangenisstraffen die varieerden van 5 maanden tot drie jaar. Ook werden zij opgedragen om extra boetes te betalen en moesten zij het geld terugbetalen dat zij onterecht genomen hadden. De media heeft frequent melding gemaakt van vermeende corrupte praktijken met betrekking tot de verwerving van gronden door een van de politieke partijen die in de regeringscoalitie zit. Hoewel de wet voorziet in de openbare toegang tot overheidsinformatie, was deze toegang in de praktijk beperkt voor burgers en niet-burgers,en ook voor de buitenlandse media. Hoewel bijna elk ministerie een informatiedienst heeft,was het vanwege de lastige bureaucratische obstakels moeilijk informatie te verkrijgen. Afdeling 4 Houding van de Regering ten aanzien van Internationale en Nietgouvernementele Onderzoeken naar Vermeende Schendingen van de Mensenrechten Een aantal onafhankelijke binnenlandse mensenrechten groepen, zoals de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, de Ken uw Rechten Stichting, Allied Collective en Moiwana, heeft over het algemeen zonder overheidsbeperking haar activiteiten kunnen ontplooien, en heeft haar bevindingen over mensenrechten bestudeerd en gepubliceerd.Af en toe had de regering ontmoetingen met de NGO’s om over hun klachten te praten,echter, volgens 1 NGO waren de ambtenaren vaak niet coöperatief of reageerden zij niet op hun standpunten. Geen enkele internationale mensenrechten organisatie heeft gedurende het jaar activiteiten ontplooit in het land. Een parlementaire commissie voor de mensenrechten was gedurende het gehele jaar actief, maar financiële beperkingen belemmerden de doeltreffendheid van deze commissie. Het Parlement heeft ook een commissie die zich bemoeit met vrouwen-en kinderrechten.
Afdeling 5 Discriminatie, Maatschappelijke Misstanden, en Mensenhandel De wetgeving verbiedt discriminatie op grond van ras en etniciteit, maar gaat niet in op discriminatie op grond van een handicap, taal of sociale status. Hoewel de wet discriminatie op grond van geslacht niet uitdrukkelijk verbiedt, biedt het bescherming voor de rechten van vrouwen om gelijke toegang tot onderwijs, arbeid en eigendom te verkrijgen. In de praktijk hebben verschillende maatschappelijke groepen, waaronder vrouwen, Marrons, indianen, personen met hiv / aids, en homoseksuelen, te lijden gehad van diverse vormen van discriminatie. Vrouwen
De wet verbiedt verkrachting, maar gaat niet in op echtelijk verkrachting. De maximale straf voor verkrachting of aanranding is gesteld op 12 jaar gevangenisstraf. Statistieken m.b.t. verkrachting waren niet direct
beschikbaar, en verkrachting van volwassenen werd zelden vermeld door de media.
Geweld tegen vrouwen is een veel voorkomend probleem, dat door de regering niet speciaal werd aangepakt. De wet maakt geen onderscheid tussen huiselijk geweld en andere vormen van geweld. De politie-eenheid voor Huiselijk Geweld van Nieuwe Haven, de actiefste eenheid van het land op dit gebied, meldde 191 gevallen van mishandeling gedurende het jaar. Een NGO-gedreven netwerk, waar onder ook politie-eenheden, bleef werken aan de bestrijding van huiselijk geweld. Er waren vier slachtoffer kamers op de politiebureaus in Paramaribo en in Nickerie, en politie-eenheden werden getraind om te gaan met slachtoffers en plegers van seksuele misdrijven en huiselijk geweld. Er werd opvang georganiseerd door een NGO voor slachtoffers vn huiselijk geweld.
Hoewel de wet seksuele uitbuiting, zoals prostitutie, verbiedt, werd prostitutie in de praktijk getolereerd. Bezorgdheid over het verband tussen prostitutie en mensenhandel resulteerde in politie-invallen op commerciële seks locaties en leidde tot arrestaties van verscheidene prostituees. Vanwege armoede bleven jonge vrouwen het risico lopen misbruikt te worden voor commerciële seks. De aanwezigheid van grote groepen illegale werknemers in de goudwinning in het binnenland heeft ertoe geleid dat veel jonge Marron vrouwen en meisjes als commerciële sekswerkers geëxploiteerd werden. De politie stond het toe dat bordelen geëxploiteerd werden, maar hield er tweemaandelijks controles om te zien of vrouwen werden misbruikt, of dat zij tegen hun wil vastgehouden werden, of dat hun paspoort ingehouden was door bordeel eigenaren om ervoor te zorgen dat de verplichtingen voortvloeiende uit een arbeidsovereenkomst werden vervuld. Hoewel er geen specifieke wetgeving is ten aanzien van ongewenste intimiteiten, konden openbare aanklagers verschillende artikelen uit het Wetboek van Strafrecht aanhalen bij het formuleren van hun aanklacht m.b.t. ongewenste intimiteiten. Vrouwen hebben het wettelijke recht op gelijke toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, en eigendom; niettemin hebben sociale druk en gewoonten, met name in plattelandsgebieden, de volledige uitoefening van deze rechten beperkt, met name met betrekking tot het huwelijk en nalatenschap. Sociale druk op gezinnen om hun dochters te trouwen op of nabij de wettelijke leeftijd van huwelijkse toestemming belemmerde vaak de educatie van deze meisjes. Dit resulteerde in de directe overgang van alle bezittingen die zij geërfd zouden hebben van hun ouders aan hun echtgenoten en schoonouders overeenkomstig de traditie. Mannen en vrouwen genieten onder het eigendomsrecht en onder het rechtssysteem dezelfde rechten. Het Ministerie van Justitie en Politie heeft een speciaal kantoor ingesteld, het Bureau voor Vrouwen en Kinderen, om zo de wettelijke rechten van vrouwen en kinderen te kunnen garanderen. Vrouwen ervoeren discriminatie bij de toegang tot het arbeidsproces en in de beloning voor gelijke of in wezen gelijksoortige werkzaamheden. De regering heeft geen specifieke inspanningen ondernomen ter bestrijding van economische discriminatie. De Nationale Vrouwen Beweging, de meest actieve NGO die opkomt voor de rechten van de vrouw, ging door met het helpen van vrouwen bij het opstarten van kleine bedrijven aan huis, zoals het naaien en het planten van groenten, en verleende algemene juridische hulp. De “Women's Business Group” pleitte voor zakelijke kansen voor vrouwen, terwijl het “Vrouwen Forum Parlement” pleitte voor kansen in de publieke sector. “Stop Geweld tegen Vrouwen” verleende hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld, gaf ook juridische hulp bij het ontbinden
van een onrechtmatig huwelijk. De “Stichting Maxi Linder” werkte met personen uit de prostitutie, onder wie vrouwen en kinderen die het slachtoffer zijn geworden van mensenhandel. Deze organisatie heeft ook hulpverlening- en informatieve sessies gehouden om slachtoffers te informeren over hun rechten. Financiële beperkingen bleven de effectiviteit van deze groepen in de weg staan. Kinderen De overheid heeft beperkte middelen toegewezen ter waarborging van de mensenrechten en het welzijn van kinderen. Scholing is verplicht tot 12 jaar, maar in de praktijk heeft een aantal leerplichtige kinderen, met name in het binnenland, geen toegang gehad tot het onderwijs door het gebrek aan transport, gebouwen, of leraren. Hoewel het schoolbezoek gratis was tot aan het universitair niveau, hebben de meeste openbare scholen een nominale inschrijvingsvergoeding ingesteld, variërend van $ 9 tot $ 40 (SRD 25 tot SRD 115) per jaar om zo de kosten te dekken. Ongeveer 85 procent van de kinderen in de steden, maar slechts 50 procent van de kinderen in het binnenland, gingen naar school. De meeste kinderen volgden onderwijs tot de middelbare school (leeftijd 16). Fysiek en seksueel misbruik van kinderen is nog steeds een probleem. In de loop van het jaar heeft de politie meldingen van 338 gevallen van seksueel misbruik van kinderen ontvangen. Het Bureau Jeugdzaken van de politie heeft driewekelijkse bezoeken afgelegd aan verschillende scholen in de hoofdstad en de omliggende gebieden, in een roulerend schema om straathoekwerk en de bewustwording over kindermishandeling te vergroten, en om kinderen hierover te informeren en klachten te onderzoeken. Het Bureau Jeugdzaken heeft ook het bewustzijn m.b.t. seksueel misbruik, drugs-en alcoholgebruik aan de orde gesteld en voorlichting gegeven door middel van een wekelijks tv-programma. Volgens één studie worden meer dan 80% van de kinderen in Paramaribo geconfronteerd met geweld. In andere streken is het percentage zelfs hoger. Ongeveer 10 procent van de slachtofers ontwikkelde het post-traumatisch stress syndroom als gevolg van de ernstige mentale en lichamelijke schade; in de meeste gevallen ontbrak het de slachtoffers aan professionele hulpverlening door de overheid. Dit bleek uit het onderzoek dat uitgevoerd was in 2006 namens het Ministerie van Sociale Zaken en het Kinderfonds van de VN (UNICEF). Op 8 mei heeft een rechter het hoofd van een school voor speciaal onderwijs in Nickerie veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor het sexueel misbruik van 13 leerlingen van hem gedurende een periode van twee jaar. In augustus heeft een rechter de directeur van een kinderopvang tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld voor het sexueel misbruik van acht kinderen in een opvanghuis voor ontheemde kinderen in januari 2007. Diverse wetten werden gebruikt voor de vervolging van daders van ongewenste intimiteiten, en meerdere gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen verschenen voor het gerecht. De veroordelingen varieerden gemiddeld tot drie jaar gevangenisstraf. In de hoofdstad waren er verschillende weeshuizen en een particulier gefinancierd opvanghuis voor seksueel misbruikte kinderen. Hoewel de wettelijke leeftijd waarop iemand seksueel actief mag zijn 14 jaar is, werd het niet daadwerkelijk nageleefd. De huwelijkswetgeving stelt de huwbare leeftijd voor meisjes op 15 en voor jongens op 17, op voorwaarde dat de ouders van partijen instemmen met het huwelijk. Ouderlijke toestemming om te trouwen is verplicht tot de leeftijd van 21. De wet schrijft tevens voor dat er
een ambtenaar van de burgerlijke stand aanwezig moet zijn om alle huwelijken te registreren. De handel in minderjarigen alsook de commerciële seksuele uitbuiting van minderjarigen bleven een probleem. Volgens de Stichting Mamio Namen Project, een NGO die HIV-geïnfecteerde personen hulp verleent, heeft de stijging van het sekstoerisme geleid tot een toename van seksuele exploitatie van kinderen, met name van kleine jongens. Twee NGO’s hebben opvang verleend aan dak-en thuisloze jongens. Het Kinderfonds van de VN (UNICEF) zette de samenwerking met de overheid voort door trainingen te verschaffen aan ambtenaren van verschillende ministeries die zich bezighouden met kinderen en kinderrechten. UNICEF coördineerde haar activiteiten samen met het Bureau voor de Rechten van het Kind en de Nationale Stuurgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries van Gezondheid, Onderwijs, Regionale Ontwikkeling, Planning en Ontwikkelingssamenwerking,en Arbeid. Op 21 november is de overheid wederom gestart met een speciale telefoonlijn voor “Kinderen en de Jeugd” om de toename van gevallen van kindermisbruik aan te pakken. Jeugdigen in de leeftijd van 5 tot 20 jaar waren uitgenodigd om over alles te praten waaronder ook mensenhandel.
Mensenhandel Hoewel mensenhandel door de wet strafbaar wordt gesteld, werden personen verhandeld onder andere in het land zelf en gesmokkeld naar het buitenland. Het land was in de eerste plaats een doorvoer-en bestemmingsland voor vrouwen en kinderen die op internationaal niveau verhandeld werden met als doel seksuele uitbuiting. Echter waren er geen schattingen of betrouwbare getallen beschikbaar ten aanzien van de mate of omvang van het probleem. Buitenlandse meisjes en vrouwen waren het slachtoffer van mensenhandel uit Brazilië, de Dominicaanse Republiek, Guyana, Colombia met als doel commerciële seksuele uitbuiting; sommige waren op doorreis naar Europa. Chinezen en Haïtianen werden naar verluid verhandeld in het land met als doel gedwongen arbeid te verrichten. De meerderheid van deze meisjes en vrouwen waren naar verluid er niet van op de hoogte dat zij zouden worden gedwongen tot prostitutie. De belangerijkste mensenhandelaars waren bordeeleigenaars of andere personen die actief waren in de sexhandel. Er was een actieve sex industrie in de goudwinningskampen in het binnenland. De slachtoffers van mensenhandel worden naar verluid onder valse voorwendsels vehandeld. Er wordt hen verteld dat zij te werk gesteld zullen worden in de catering industrie. Chinese staatsburgers die op doorreis waren liepen het gevaar om in slavernij vastgehouden te worden door de migrerende smokkelaars vanwege opgelegde schulden; mannen werden uitgebuit en moesten dwangarbeid verrichten en vrouwen werden als commerciële sekswerkers uitgebuit. Autoriteiten hebben er ook op gewezen dat " de slangen koppen," dit zijn Chinese mensenhandel organisaties, actief waren. Er waren ook meldingen van minderjarige meisjes en jongens die het slachtoffer waren van mensenhandel in het land zelf en die moesten prostitueren in opdracht van hun wervers of verzorgers. Het Wetboek van Strafrecht verbiedt expliciet het handelen in personen voor seksuele en non-seksuele doeleinden. De wet omvat interne en externe vormen van mensenhandel. De straf voor mensenhandel met als doel seksuele uitbuiting en voor mensenhandel met als doel gedwongen arbeid, of onvrijwillige slavenarbeid strekt zich van 5 tot 20 jaar gevangenisstraf.
De inspanningen van de regering om mensenhandelaren op te sporen en te vervolgen werden voortgezet.In de loop van het jaar zijn er vier personen gearresteerd en drie werden er vervolgd op beschuldiging van mensenhandel. Er waren berichten dat overheidsambtenaren, waaronder ook medewerkers van consulaire zaken, douane en immigratie-ambtenaren, de handel in personen vergemakkelijkten, door bezoekers die niet bonafide waren, toch het land binnen te laten komen. Op 28 september heeft de politie de nachtclub “House of Mouse” in Nickerie laten sluiten en arresteerde er de manager van de nachtclub en twee andere personen die verdacht werden van de handel in twee minderjarige Guyanese meisjes die gedwongen waren te werken als prostituees in een club. Op 27 mei heeft een rechtbank Hong Zhang en zijn vrouw, Calcate Almara Barbosa, veroordeeld, eigenaars van de nachtclub “Diamond” in het district Nickerie, die beschuldigd werden van mensenhandel van Braziliaanse vrouwen die zo het land binnen zijn gekomen. Zij kregen een gevangenisstraf van respectievelijk 12 maanden en vier maanden. De terechtzittingen in de rechtszaak van februari 2006 betreffende vier bordeeleigenaren die betrokken waren bij mensenhandel van vrouwen uit de Dominicaanse Republiek gingen niet meer door omdat de vrouwen hun verklaringen ingetrokken hadden dat zij gedwongen waren als prostituees te werken. De Anti Mensenhandel Werkgroep van de regering, die de primaire verantwoordelijkheid draagt voor coördinatie tussen de organen onderling ter bestrijding van mensenhandel, kwamen maandelijks bijeen om de vorderingen te beoordelen en nieuwe actieplannen te coördineren. De politie werkte samen met collega's uit Guyana, Trinidad en Tobago en de Dominicaanse Republiek, en justitiële autoriteiten probeerden verbeterde mechanismen te ontwikkelen om samen te werken met Colombia, de Nederlandse Antillen en Frans Guyana. Het Openbaar Ministerie en de politie bleven een register bijhouden van alle bordelen en hun werknemers per nationaliteit. Hoewel prostitutie illegaal is, had de politie informele afspraken met vele bordeeleigenaars die hen in staat stelden om door te gaan met hun bedrijfsactiviteiten. De speciale politieeenheid belast met mensenhandel heeft tweemaandelijkse controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de vrouwen niet mishandeld werden, dat er geen minderjarigen aanwezig waren, en dat de eigenaren de vliegtickets en paspoorten van de vrouwen niet in hun bezit hadden. Twee bordelen in Nickerie moesten in de loop van het jaar sluiten. De special eenheid van de politie bezocht ook cyber cafés om te verkomen dat mensen seksuele handelingen verrichten voor de webcam . De speciale meldtelefoon, “Hotline”, van de overheid voor kinderen en jeugdigen was beschikbaar voor alle jeugdigen om allerlei problemen te bespreken, alsook de mensenhandel. In december hebben mediaverslagen aangegeven dat 11 personen het land binnen waren gebracht onder valse voorwendsels. Zij moesten werken in een assemblage winkel van motorfietsen in Lelydorp, Wanica, onder slechte arbeidsomstandigheden zonder betaling te krijgen. De slachtoffers beweerden dat de directeur van het bedrijf naar Indonesïe was geweest en hen toen werkgelegenheid had aangeboden. In november protesteerde deze groep tegen de slechte arbeidscondities waaronder zij moesten werken en eisten een vergoeding; hierna werden zij ontslagen van het bedrijf en zochten hun toeverlaat bij de Indonesische Ambassade.
De TIP organisatie, die lid is van de Antimensenhandel Werkgroep van de overheid, is verantwoordelijk voor de bescherming van slachtoffers. Terwijl er geen speciaal onderdak was voor slachtoffers van mensenhandel, heeft de TIP gezorgd voor opvang en andere diensten ten behoeve van de slachtoffers van mensenhandel, alsook buitenlandse slachtoffers. De slachtoffers konden ook een rechtszaak aanhangig maken tegen de mensenhandelaars, maar slechts weinig slachtoffers zijn hiertoe overgegaan. Vrouwen die gearresteerd werden tijdens bordeel razzia's als overtreders van de immigratiewetgeving en die niet konden aangeven dat zij slachtoffers waren van mensenhandel, werden gedeporteerd, maar er werden inspanningen gepleegd de geïdentificeerde slachtoffers te behandelen als materiële getuigen die bescherming nodig hebben en die niet als criminelen behandeld moeten worden. Een NGO die financiële steun ontvangt van de overheid, de Stichting Maxi Linder, bleef hulp verlenen aan slachtoffers van mensenhandel door het verstrekken van advies en het geven van een rehabilitatie training.
De regering ging door met een intensieve campagne ter vergroting van het bewustzijn ten aanzien van mensenhandel. Deze campagne wordt gefinancierd door de Internationale Organisatie voor Migratie waarbij de aandacht gericht wordt op de Kamer van Koophandel, het Jeugd Parlement, en verschillende distrikten. Personen met een handicap Er zijn geen wetten die discriminatie van personen met een lichamelijk of geestelijk handicap verbieden op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs, toegang tot de gezondheidszorg, of het verschaffen van overheidsdiensten. Er zijn geen wetten, bepalingen, of programma's die de toegang tot gebouwen voor personen met een handicap regelen. Er waren enkele trainingen gegeven bedoeld voor blinden en voor anderen met een handicap. Over het algemeen werden personen met een handicap gediscrimineerd bij het solliciteren naar een baan. Een werkgroep van het Ministerie van Sociale Zaken bleef verantwoordelijk voor de bescherming van de rechten van personen met een handicap, maar heeft geen vorderingen geboekt gedurende het jaar. Nationale / raciale / etnische minderheden De wetgeving verbiedt discriminatie op grond van ras of etniciteit, en er werden geen discriminatie klachten ingediend gedurende het jaar. Toch werden de Marrons, die ongeveer 15 procent van de bevolking uitmaken, over het algemeen wel benadeeld op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, en de overheidsdiensten. De meeste Marrons wonen in het binnenland, waar de beperkte infrastructuur hun toegang tot onderwijs, professionele kansen, gezondheidszorg en sociale diensten heeft verkleind. Sommige vormen van discriminatie die de inheemse indianen ondervonden waren ook van toepassing op de Marrons. In de loop van het jaar was er geen vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de uitspraak van het Inter-Amerikaans Hof van Justitie ten aanzien van een zaak in 2006 waarbij 12 Saramacaanse stamleden de autoriteit opeisen over 60 dorpen in het gebied rond de Boven-Suriname.In november 2007 heeft het hof beslist dat de regering de collectieve grondenrechten van de Saramacaners dient te erkennen, dat er wetgeving opgesteld dient te worden in overeenstemming met internationale verdragen, dat er een ontwikkelingsfonds dient te worden gerealiseerd van SRD 1,680.000 ($600.000)en dat er begonnen moet worden met de demarcering tegen februari 2008. Maar er waren constitutionele zaken waardoor de demarcatie van land dat opgeëist was door de etnische groepen niet kon doorgaan.
De Inheemse volkeren De wet biedt geen speciale bescherming voor of erkenning van inheemse volkeren. De meeste indianen (ongeveer 3 procent van de bevolking) had te kampen met een aantal nadelen en hadden slechts beperkte mogelijkheden om te participeren in beslissingen die van invloed waren op hun gronden, cultuur, tradities en natuurlijke hulpbronnen. Het politiek leven, de opleidingsmogelijkheden en banen van het land zijn geconcentreerd in de hoofdstad en haar omgeving, terwijl de meerderheid van de indianen (evenals de Marrons) in het binnenland leven, waar de overheidsdiensten grotendeels niet beschikbaar zijn. Aangezien de gronden van de Indianen (en Marrons) niet effectief gedemarceerd zijn, bleven gemeenschappen geconfronteerd worden met problemen ten aanzien van de illegale en ongecontroleerde houtkap en mijnbouw. Organisaties die de Marron en Indiaanse gemeenschappen vertegenwoordigen hebben geklaagd dat met name er door illegale gouddelvers, trenzen worden gegraven die de bewoners afsnijden van hun landbouwgrond. Ook worden de bewoners bedreigd met verjaging vanuit hun traditionele nederzettingen. Kwik dat afkomstig is van deze operaties heeft de gebieden die golden als de traditionele voedselbronnen van deze bewoners aangetast en bedreigd. Vele Marrons en Indianen hebben tevens geklaagd dat de overheid land aan derden geeft binnen haar traditionele territoria. De Marrons en Indianen bleven samenwerken met elkaar om hun rechten beter te doen gelden. Moiwana en andere NGO's blijven werken aan de bevordering van de rechten van inheemse volkeren. Andere Maatschappelijke Misstanden en Discriminatie Hoewel de wet discriminatie op grond van seksuele geaardheid verbiedt, waren er berichten dat homoseksuelen discriminatie ondervonden bij het vinden van werkgelegenheid. Mensen met hiv / aids ondervonden nog steeds discriminatie van hun omgeving bij het zoeken naar arbeid en het verkrijgen van medische diensten. Een NGO die werkt met hiv besmette personen meldde dat wetshandhavers en de brandweer hivtesten laten uitvoeren als onderdeel van hun sollicitatie procedure. Het Ministerie van Volksgezondheid heeft haar inspanningen geïntensiveerd in het kader van preventie van moeder op kind transmissie van hiv/ AIDS, door middel van een “outreach-programma” met lokale zorgverleners. Het “outreachprogramma” was succesvol in het verwezenlijken van de doelstelling van het vrijwillige testen van 90 procent van de zwangere vrouwen. In het leger werden de hiv/ AIDS bewustzijnscampagnes gecontinueerd onder de manschappen. Deel 6 De Rechten van Werknemers a. Het Recht van Vereniging De wet maakt het mogelijk dat werknemers zich mogen verenigen en aansluiten bij vakbonden van hun keuze, zonder voorafgaande toestemming of buitensporige eisen. In de praktijk hebben de werknemers dit ook gedaan. Bijna 60 procent van de beroepsbevolking was georganiseerd in vakbonden, en de meeste vakbonden behoorden tot een van de zeven grote werknemersorganisaties. De vakbonden waren onafhankelijk van de regering, maar speelden een actieve rol in de politiek. De wet voorziet ook in het stakingsrecht, en arbeiders in zowel overheids-en de particuliere sector hebben van dit recht in de praktijk gebruik gemaakt.
b. Het Recht om zich te Organiseren en Collectief te onderhandelen CAO’s worden beschermd door de wet en de overheid heeft over het algemeen dit recht in de praktijk beschermd. CAO’s werden afgesloten door ongeveer 50 procent van de werknemers. De wetgeving verbiedt inmenging van werkgevers in vakbondsactiviteiten. Er zijn geen verwerkingszones voor de export. c. Verbod op Dwangarbeid of Verplichte Arbeid Hoewel de wet alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeid verbiedt, met name door kinderen, vonden deze praktijken wel plaats. Op 13 maart werd de Koreaanse kapitein van een boot , Lee Chang Joo, gearresteerd op beschuldiging van mensenhandel met als doel het laten verrichten van gedwongen arbeid. De Koreaanse kapitein had vier Vietnamese vissers gedwongen op zijn boot te werken onder onmenselijke omstandigheden zonder betaling. Op 11 augustus heeft een rechtbank hem veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Op 7 november werden twee Surinamers gearresteerd op beschuldiging van mensenhandel met als doel het laten verrichten van gedwongen arbeid, deelname aan een criminele organisatie, en fraude. Deze twee beweerden Surinamers te rekruteren voor een kookcursus in Trinidad en Tobago, maar toen de Surinamers in dat land aankwamen werden zij gedwongen arbeid te verrichten. Het onderzoek ging aan het eind van het jaar nog door.
d. Verbod op Kinderarbeid en de Minimum Leeftijd waarop het Deelnemen aan het Arbeidsproces is toegestaan De arbeidswetgeving van het land omschrijft de ergste vormen van kinderarbeid of gevaarlijk werk niet, en de regering beschikt niet over een algemeen beleid of een nationaal programma van maatregelen inzake kinderarbeid. De wet stelt de minimumleeftijd voor werkgelegenheid op 14 jaar en beperkt de werktijden voor minderjarigen tot dagtaken, maar specificeert niet de lengte van een dergelijke dagtaak. Het is aan kinderen jonger dan 18 verboden gevaarlijk werk te doen. Dit wordt gedefinieerd als werk dat gevaarlijk is voor hun leven, gezondheid, en fatsoensnormen. Voor degenen die jonger dan 14 zijn, is het alleen toegestaan om te werken in een speciaal gezins-of beroepsinstelling of voor educatieve doeleinden. Echter, het Ministerie van Arbeid en de politie hebben deze wet sporadisch afgedwongen. Kinderarbeid bleef nog steeds een probleem in de informele sector, met name in de westelijke districten Nickerie en Saramacca, aangezien kinderen vanwege de steeds groter wordende economische druk de school moeten verlaten om werk te zoeken. Kinderen onder 14 jaar waren werkzaam geweest als straatventers, krantenverkopers, arbeiders in de rijst en houtindustrie, verpakkers voor handelaren, winkelbedienden, en in de goudwinning en volgens berichten in de commerciële seksindustrie. Arbeidstijden voor jongeren waren niet gering in vergelijking met de reguliere arbeidskrachten. Werkgevers in deze sectoren boden geen garantie voor veiligheid op het werk, en kinderen werkten vaak blootsvoets en zonder beschermende handschoenen en hadden geen toegang tot medische zorg. Hoewel de cijfers van de overheid meldden dat slechts 2 procent van de kinderen economisch actief waren, was er een gebrek aan statistische gegevens over het arbeids-milieu en de situatie van kinderarbeid in het land. De ergste vormen van kinderarbeid, zoals commerciële seksuele uitbuiting, bleef een probleem, en er waren meldingen van commerciële seksuele uitbuiting van kinderen en tieners door verzorgers en oudere wervers.
De Arbeidsinspectie van het ministerie van Arbeid, met ongeveer 46 inspecteurs, draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en handhaving van de arbeidswetgeving, waaronder ook de wetten die betrekking hebben op de ergste vormen van kinderarbeid. Inspecteurs bestreken het hele land, maar er waren geen gegevens beschikbaar over het aantal inspecties dat uitgevoerd is gedurende het jaar. De regering heeft geen onderzoek verricht naar gevallen van kinderarbeid,waarbij kinderen uitgebuit werden, buiten de stedelijke gebieden. De arbeidsinspecteurs waren niet gemachtigd om inspecties uit te voeren in de informele sector aangezien de verantwoordelijkheid voor het inspecteren van de informele sector bij de politie ligt. De politie ging door met het binnenvallen van bekende locaties in Paramaribo waar er kinderarbeid werd uitgevoerd, inclusief plekken op straat waar minderjarige verkopers werkten, evenals nachtclubs, casino's en bordelen, ter bestrijding van het probleem. Hoewel de overheid geen sociale programma’s verstrekte ter voorkoming van kinderarbeid en om kinderen te onttrekken aan de ergste vormen van kinderarbeid, ondersteunde het programma’s in het beroepsonderwijs voor dropouts en oudere kinderen om te dienen als een alternatief voor het werk als minderjarige. In september werd de wetgeving voor de oprichting van de Nationale Commissie ter Bestrijding van Kinderarbeid goedgekeurd. Het mandaat van de Nationale Commissie behelst het formuleren van een nationaal beleid ter bestrijding van kinderarbeid, het initïeren van specifieke programma’s voor inheemse kinderen en het monitoren van de naleving van internationale kinderarbeid standaarden door het land.
e. Aanvaardbare arbeidsvoorwaarden
Er is geen wetgeving die voorziet in een minimumloon. De laagste lonen voor ambtenaren is ongeveer SRD 600 ($214) per maand, inclusief toelage om te voorzien in de kosten van levensonderhoud. Dit bleek geen aanvaardbare levensstandaard te zijn voor een werknemer en zijn gezin. Ambtenaren, die circa 50 procent uitmaken van de 100.000 leden tellende beroepsbevolking, hebben vaak hun salaris aangevuld met een tweede of derde baan, vaak in de informele sector. De voorzitter en de Raad van Ministers hebben loonstijgingen vastgesteld en goedgekeurd voor ambtenaren. Indien er werk verricht werd voor meer dan 45 uur per week op regelmatige basis, dan was er een speciale toestemming vereist van de regering, die routinematig werd toegekend. Dergelijke overwerk leverde veel op. De wet verbiedt buitensporig overwerk, en eist een rusttijd van 24 uur per week. De overheid bepaalt de standaarden ten aanzien van bedrijfsgezondheid en bedrijfsveiligheid en het Inspectoraat van Bedrijfsgezondheid en Bedrijfsveiligheid van het Ministerie van Arbeid dat 10 tot 12 leden telt, is verantwoordelijk voor de handhaving van bedrijfsregels voor de veiligheid en gezondheid. Echter werden er geen regelmatige inspecties verricht. Er is geen wet die de werknemers het gezag gaf om arbeid te weigeren indien zij de omstandigheden van hun werkplaats onveilig achten, ze moeten een beroep doen op de inspectiedienst om de werkplek onveilig te verklaren.