Landelijke training aanpak kindermishandeling (LTAK)
www.viermin.nl
De Landelijke Training Aanpak Kindermishandeling (LTAK) is een training waarin kennis en vaardigheden worden aangereikt om huiselijk geweld en kindermishandeling effectief aan te pakken. Hierdoor wordt de organisatie ondersteund bij de implementatie van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De Landelijke Training Aanpak Kindermishandeling is ontwikkeld door het Landelijk Platform Preventie Kindermishandeling (LPP). De training is RAAK-PROOF en sluit naadloos aan op de implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van het Ministerie VWS. De training is geplaatst op het scholingsaanbod Aanpak Kindermishandeling, de DANS, het scholingsaanbod Huiselijk geweld en kindermishandeling en Bureau Kwaliteitszorg Kinderopvang. De uitvoering van deze training wordt verzorgd door gecertificeerde trainers van de trainersgroep LTAK. De pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke taak in het vroegtijdig signaleren van zorgen over een kind en/of gezin. De training richt zich op het willen signaleren, kunnen signaleren en durven signaleren. De eerste bijeenkomst (willen signaleren), richt zich op de signalen en vormen van kindermishandeling/huiselijk geweld. Naast kennisoverdracht krijgt de deelnemer inzicht in zijn/haar eigen waarden en normen en dilemma’s t.a.v. kindermishandeling en de rol die dat speelt bij het beoordelen van een zorgelijke opvoedsituatie. In bijeenkomst 2 staat het handelen (kunnen signaleren) centraal. De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is de leidraad tijdens het signaleren. Hoe ziet de Meldcode van de eigen organisatie eruit? Was is de taak en de verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerker daarin? Wanneer ga je over tot handelen en waar ligt jouw grens als pedagogisch medewerker? Daarnaast vindt er kennisoverdracht plaats over het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) en het SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld) en wordt er gekeken naar de samenwerking met andere organisaties. De derde en vierde bijeenkomst gaan over het ‘durven’ signaleren (Zorgen delen : communiceren met ouders/verzorgers). Hoe ga je met ouders/verzorgers in gesprek? De nadruk ligt op het vroegtijdig bespreekbaar maken van het gedrag van het kind waar de pedagogisch medewerker zich zorgen over maakt. Tijdens de vierde bijeenkomst wordt er gewerkt met een trainingsacteur. Om de Meldcode goed te implementeren is het belangrijk om tijdens het teamoverleg het onderwerp Meldcode en het gebruik van de Meldcode regelmatig te bespreken. Er wordt een actieve deelname van de deelnemers verwacht tijdens de training: het uitvoeren van praktijkopdrachten, huiswerkopdrachten, leesopdrachten en actieve deelname bij discussies, opdrachten en rollenspelen. Aanwezigheid bij alle bijeenkomsten is verplicht.
Doelgroep Leidinggevende Pedagogisch medewerker 0-4 jaar Pedagogisch medewerker 4-13 jaar Begeleider PM-er Thema’s
Veiligheid en welbevinden Dit thema komt gedurende de hele training aan de orde Door vroegtijdige signalen van kindermishandeling te signaleren en bespreekbaar te maken, wordt de kans vergroot dat een kind veilig kan opgroeien. Wat heeft een kind nodig om ‘goed genoeg’ op te kunnen groeien (hoe zit het met het ‘welbevinden’ van het kind). Wat zijn de risico- en beschermende factoren (bijeenkomst 1). Samenwerking met de ouders Samenwerking met ouders is essentieel om een kind veilig te laten opgroeien. Tijdens de gehele training wordt de samenwerking met ouders besproken en de visie op deze samenwerking ontwikkeld. Er wordt gekeken naar de waarden en normen van de PM-er. De PM-er leert daarbij letterlijk naast de ouder te gaan staan, deze niet te veroordelen en om samen te kijken hoe de zorgen omtrent het kind weggenomen kunnen worden. Tijdens de derde en vierde bijeenkomst wordt het ‘in gesprek gaan’ met de ouders geoefend. Hoe ga je in gesprek met de ouder/verzorger over signalen en hoe maak je je zorgen bespreekbaar zodat door middel van samenwerking met de ouders, het voor een kind een ‘goed genoeg’ opvoeding wordt. Samenwerking met partners in het veld en voorzieningen voor jeugd. Tijdens de tweede bijeenkomst wordt gekeken naar de methode, taken en verantwoordelijkheden, meldrecht/plicht en de sociale kaart (met wie werk je samen en/of met wie niet) en aan wie mag je welke informatie verstrekken als je je zorgen maakt om een kind, wie zijn je partners in het werkveld. Opbouw opleiding Onderdelen
Theorielessen 50% (25% theorieopdrachten, 25% anders) Praktijklessen 50% (15% praktijkopdrachten 35% anders)
Werkvormen: Individueel 5% In groepen 50% Klassikaal 45%
Settings: In company Opleidingsniveau (instapniveau) MBO niveau 3 Werkervaring 0-1 jaar Beoogde leereffecten van de opleiding Kennis: De deelnemers aan deze training hebben na afloop: - Kennis t.a.v. de verschillende vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld. - Kennis t.a.v. de signalen van kindermishandeling. - Kennis van de gevolgen van kindermishandeling/huiselijk geweld. - Kennis van de Meldcode kindermishandeling (meldrecht, meldplicht, zorgplicht en dossieropbouw). - Kennis en inzicht in de rol die eigen waarden en normen, emoties en dilemma’s spelen bij het signaleren en bespreken van vermoedens van kindermishandeling. - Kennis van de risico- en beschermende factoren die een rol spelen bij het ontstaan van kindermishandeling/huiselijk geweld. - Kennis van de werkwijze van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld. - Kennis van gespreksvaardigheden die ingezet kunnen worden om zorgen bespreekbaar te maken. Vaardigheden: De deelnemers aan deze training hebben na afloop: - Vaardigheden om signalen vroegtijdig te kunnen signaleren (en deze objectief weer te geven). - Vaardigheden om effectief te handelen bij een vermoeden van kindermishandeling. - Vaardigheden om de zorgen te bespreken met collega’s en ouders/verzorgers. - Vaardigheden om samen te werken met partners in het veld van voorzieningen voor jeugd. - Vaardigheden om het protocol van de eigen organisatie toe te passen. Diploma/Certificering: Certificaat Landelijke Training aanpak Kindermishandeling Het niveau van de training is afhankelijk van het opleidingsniveau van de deelnemers Bewaking voortgang en examinering Voortgang: Er wordt een actieve inbreng van de deelnemers verwacht tijdens en voor de training: uitvoeren van praktijkopdrachten, huiswerkopdrachten en leesopdrachten. Aanwezigheid bij alle bijeenkomsten is verplicht. Eindbeoordeling: De eindbeoordeling vindt plaats door: - 100% aanwezigheid - Actieve deelname aan discussies, opdrachten en bij rollenspelen
Studiebelasting en doorlooptijd: Studiebelasting uren: 20 per deelnemer Totale doorlooptijd: 2 à 3 maanden
Kosten van de opleiding
Per deelnemer: 300, 00 Euro Voorwaarden vanuit de aanbieder: Minimaal 8 en maximaal 12 deelnemers, inclusief materiaal en trainingsacteur. Viermin is niet BTW-plichtig
Scholingsbudget Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft veertig miljoen euro ter beschikking gesteld voor de verbetering van de pedagogische kwaliteit van het personeel in de kinderopvang. Het grootste deel van dit bedrag is bestemd voor pedagogische scholing van: - pedagogisch medewerkers - hun direct leidinggevenden - medewerkers betrokken bij de opleiding, begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers Het scholingsbudget bestaat uit: - het opleidingsbudget, waar kinderopvangorganisaties een beroep op kunnen doen door het indienen van scholingsplannen; - het budget voor EVC-procedures, waar kinderopvangorganisaties vanaf september 2009 een beroep op kunnen doen. http://www.stichtingbkk.nl Viermin staat met een aantal trainingen/opleidingen vermeld op de BKK lijst, en het is dus mogelijk om een groot gedeelte van de scholingskosten vergoed te krijgen via de BKK Contactgegevens Viermin: Viermin Kometenstraat 23 9742 EC Groningen M 06 12386424 www.viermin.nl email
[email protected]