Landelijk werken aan betere zorg voor ouderen Overzicht van projecten van het Nationaal Programma Ouderenzorg
1
Projecten NPO
2
Projecten NPO
Inhoudsopgave
Nationaal Programma Ouderenzorg
5
Academisch Centrum Zorginnovatie Ouderen
7
Academische Werkplaats Ouderenzorg Noordelijk Zuid-Holland
29
Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omgeving
43
Kring OuderenZorg AMC en partners
55
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord
75
Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen
93
Ouderennet VUmc en partners
103
Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen
119
Netwerk WonenPlus Noord-Holland
133
Niet netwerkgebonden projecten
137
MDS-projecten
145
3
Projecten NPO
In het NPO bundelen honderden partners hun krachten in 8 netwerken ouderenzorg
1
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Ruim 55 partners
2
Ouderennet VUmc en partners 55 partners
1
3
Kring Ouderenzorg AMC en partners (KOZ) 68 partners
2 3 4 6
4
Academische Werkplaats Ouderenzorg
Noordelijk Zuid-Holland
150 partners
5
5
Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen (NUZO) 46 partners
7
6
Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omgeving
(GENERO)
Ruim 123 partners
7
Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk
14 partners
Nijmegen (Zowel NN)
8
8 Academisch Centrum ZorgInnovatie Ouderen (ACZIO)
4
44 partners
Projecten NPO
Nationaal Programma Ouderenzorg Het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) richt zich op verbetering van zorg voor ouderen met complexe problematiek. Het doel is een samenhangend zorgaanbod dat beter is afgestemd op de individuele behoeften van ouderen. Voor ouderen leidt deze kwaliteitsslag tot meer zelfredzaamheid, meer functiebehoud, minder terug hoeven vallen op de zorg, en minder kans op zorg en behandelingen die onnodig belastend zijn. Het NPO is een programma van ZonMw, in samenwerking met de NFU. Opdrachtgever is het ministerie van VWS. Het programma is in april 2008 van start gegaan en duurt vier jaar. In het programma zijn acht regionale netwerken ouderenzorg opgericht, geïnitieerd vanuit de UMC’s. In die netwerken participeert iedereen die een rol heeft in de zorg voor ouderen. Bijvoorbeeld de huisarts, verpleeg- en verzorgingshuizen, ziekenhuizen, de thuiszorg, de zorgverzekeraar, de apotheek en de gemeente, maar ook de ouderen zelf. In de netwerken zijn projecten van start gegaan waarmee de zorg wordt verbeterd. De projecten zijn onder te verdelen in ‘transitie-experimenten’, ‘onderzoeksprojecten’ en ‘implementatieprojecten’. • Een transitie-experiment is er op gericht de samenhang, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te verbeteren. Daarbij hoeft geen rekening gehouden te worden met bestaande regels, structuren en financieringsstromen. ‘Transitie’ betekent hier dan ook de overgang tussen ‘gangbaar, volgens de huidige regels’ en ‘nieuw, volgens nog niet bestaande regels’. De zorg voor kwetsbare ouderen met complexe problemen wordt tijdelijk op een andere manier georganiseerd en aangeboden. De meerwaarde van deze aanpak voor de kwetsbare oudere wordt onderzocht in een passend evaluatieonderzoek. • Een onderzoeksproject wordt uitgevoerd gerelateerd aan de onderwerpen van de transitie-experimenten. De onderzoeksprojecten zijn meestal praktijkgericht. Daarbij kan het gaan om onderzoek naar preventiemogelijkheden, betere diagnostiek en betere behandeling. • Een implementatieproject gaat de bereikte resultaten verder in de praktijk brengen. Ook zorgen de projecten ervoor dat bestaande, onvoldoende benutte kennis ingevoerd wordt. In dit boekje krijgt u een overzicht van alle 19 transitie-experimenten, 33 onderzoeksprojecten en 10 implementatieprojecten van de 8 netwerken ouderenzorg die met subsidie van ZonMw zijn gestart in de regionale netwerken ouderenzorg in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg. 5
Projecten NPO
6
Academisch Centrum ZorgInnovatie Ouderen (ACZIO) Netwerk Academisch Centrum ZorgInnovatie Ouderen (ACZIO) is een platform voor innovatie op het gebied van de ouderenzorg in Limburg en Zuidoost-Brabant. ACZIO stimuleert wetenschap, beleid en praktijk om samen te zoeken naar manieren om de kwaliteit van leven en het welzijn van ouderen in een kwetsbare positie te verbeteren. Op deze manier bouwen de partners in het ACZIO-netwerk aan een goed en samenhangend zorgaanbod, afgestemd op wat ouderen zelf belangrijk vinden. ACZIO hanteert de principes van het Chronic Care Model als basis voor het organiseren van de ouderenzorg. ACZIO is er voor én door organisaties en professionals die betrokken zijn bij de ouderenzorg in Limburg en Zuidoost-Brabant.
Meer informatie
Nicole Maraite, 043 387 1489, www.aczio.nl
7
Projecten NPO
Het effect van vroegsignalering
Titel: De waarde van [G]OUD. Een evaluatiestudie naar de effecten van de consultatiefunctie voor ouderen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311070303 Doelgroep: thuiswonende ouderen van 75+ Startdatum: oktober 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
In de gezondheidszorg komen steeds meer Consultatiebureaus voor Ouderen (CbO). De vraag blijft echter of screening voor ouderen effectief is. Welke screenings instrumenten moeten er bijvoorbeeld gebruikt worden? En is de consultatiefunctie als een vorm van gestructureerde ouderenzorg haalbaar voor de huisartsenpraktijk?
Wat houdt het project in?
Het project onderzoekt het effect van een preventief consult in de vorm van een huisbezoek waarbij ogenschijnlijk gezonde ouderen worden gescreend op kwetsbaarheid. De functie van het consult is een periodieke vorm van preventieve zorg voor ouderen waarbij gekeken wordt naar fysieke gezondheid, leefstijl en sociaal, emotioneel, psychisch en cognitief functioneren.
Wat is de aanpak?
De studie vindt plaats in 24 huisartsenpraktijken in Zuid-Limburg. De groep ouderen waarbij de interventie wordt uitgevoerd, wordt vergeleken met ouderen waarbij in de praktijk de gangbare situatie gehandhaafd blijft. De zelfredzaamheid en kwaliteit van leven wordt bij aanvang van het project met behulp van vragenlijsten in kaart gebracht. Na 6, 12 en 18 maanden wordt dit opnieuw gedaan. Uitkomsten worden tussen de groepen vergeleken. In het project is de huisarts binnen de eerstelijns gezondheidszorg de centraal uitvoerende partij rond de consultatiefunctie. De GGD heeft vanuit de taak tot collectieve gezondheidsbevordering inzicht in de voor zieningen op buurtniveau. De GGD zal daarom een verbinding maken tussen de (geïndiceerde) behoefte(n) van ouderen en aanbod in de wijk.
8
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project geeft inzicht in de effecten van de consultatiefunctie voor ouderen op de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. Daarnaast wordt gekeken naar de follow-up in de keten naar aanleiding van dit consult. Het onderzoek zal aangeven: • welk screeningsinstrument het beste gebruikt kan worden; • welke indicatoren noodzakelijk zijn voor een efficiënte (multidisciplinaire) follow-up van de patiënt; • of vroegsignalering en daaropvolgende preventieve advisering binnen de eerstelijnszorg effectief is;
Meer informatie
Drs. M.M.N. Stijnen,
[email protected]
9
Projecten NPO
Hartfalen in verpleeghuizen
Titel: Prevalentie, diagnostiek en behandeling van hartfalen bij verpleeghuisbewoners Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313070303 Doelgroep: definitief opgenomen somatische en psychogeriatrische bewoners van Limburgse verpleeghuizen Startdatum: juli 2010 Looptijd: 2 jaar
Waarom is het project gestart?
Hartfalen is een toenemend probleem bij ouderen. Het gaat gepaard met hoge zorgkosten en negatieve gevolgen voor de getroffen patiënten. Hoewel de verwachting is dat hartfalen ook in veel verpleeghuizen voorkomt, ontbreken hierover betrouwbare gegevens. Dit komt doordat verpleeghuisbewoners veelal worden uitgesloten van klinische en epidemiologische studies. Ook voor hen mag echter aangenomen worden dat vroege diagnostiek en tijdige behandeling van hartfalen kan bijdragen aan het verminderen van symptomen en zorgafhankelijk heid. Dat leidt dus naar verwachting tot langere zelfredzaamheid en een hogere kwaliteit van leven.
Wat houdt het project in?
Het project onderzoekt wat de prevalentie is van hartfalen in verpleeghuizen, zowel bij somatische als psychogeriatrische bewoners. Nagegaan wordt welke diagnostiek en behandeling momenteel plaatsvinden en hoe deze verbeterd kunnen worden. Ook wordt geprobeerd de relatie met zelfredzaamheid, kwaliteit van leven en zorgafhankelijkheid inzichtelijk te maken.
Wat is de aanpak?
Voor het verzamelen van gegevens voert het netwerk een onderzoek uit in vijf grote zorgorganisaties met meerdere verpleeghuizen in Zuid-Limburg die participeren in het netwerk. Uitgangspunt is om duizend ouderen uit deze verpleeghuizen te betrekken bij het onderzoeksproject. Met medische testen wordt nagegaan bij wie sprake is van hartfalen en in hoeverre dit onder andere
10
Projecten NPO
de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven beïnvloedt. Bij de groep ouderen waarbij hartfalen al bekend was, zal de wijze van diagnostiek en de toepassing van therapeutische interventies worden nagegaan.
Wat gaat het opleveren?
Het meest tastbare product van dit project is een methode om hartfalen betrouw baar en snel zelf te diagnosticeren in het verpleeghuis. De kennis kan opgenomen worden in specifieke en transmurale richtlijnen voor de doelgroep. Ook kan het netwerk kennis uitdragen via scholingsactiviteiten en vaardigheidstraining voor specialisten ouderengeneeskunde en andere verpleeghuismedewerkers.
Meer informatie
Prof. dr. J.M.G.A. Schols,
[email protected]
11
Projecten NPO
Financiering op orde
Titel: INVEST NPO. Duurzame borging van samenhangende zorg voor kwetsbare ouderen. Van regionale initiatieven naar landelijk implementeerbare financieringsmodellen. Type: implementatieproject Projectnummer: 311070401 Doelgroep: transitie-experimenten van het NPO Startdatum: mei 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
De transitie-experimenten van de verschillende NPO-netwerken bestaan meestal uit complexe interventies. Belangrijke voorwaarde voor verankering hiervan is financiële borging. Daarbij is het nodig dat alle essentiële componenten in onderlinge samenhang gefinancierd worden. In de praktijk betekent dit financiering door verschillende partijen (overheden, zorgverzekeraars en zorg kantoren) en uit verschillende bronnen (Wmo, Zorgverzekeringswet en AWBZ). Deze versnippering maakt het lastig om nieuwe ontwikkelingen financieel te borgen.
Wat houdt het project in?
Het project onderzoekt in een vroeg stadium met alle betrokken partijen waar zich knelpunten voordoen in de borging van financiering. Dan kunnen de partijen kijken naar de mogelijkheden die er zijn voor financiering van de transitie-experimenten na afloop van de subsidieperiode en voor zorginnovaties in de toekomst.
Wat is de aanpak?
Enerzijds onderzoekt het project de knelpunten voor de borging van financiering na afloop van de subsidieperiode. Dat gebeurt op landelijk niveau en vanuit de inhoud en huidige financiering van transitie-experimenten. Deze informatie wordt met stakeholders en experts besproken om te komen tot oplossingsrichtingen. Dit is weer de basis voor conceptmodellen voor financiering. Deze worden vervolgens in een interactief proces met stakeholders verfijnd en aangepast. Anderzijds volgt het project het proces van borging en financiering zoals in een aantal NPO-netwerken al in gang is gezet. Daaruit kunnen knelpunten, oplossingsrichtingen en succes
12
Projecten NPO
factoren worden afgeleid. Ook geeft het informatie over oplossingen die men in de praktijk wil toepassen. De input wordt besproken in een landelijke klankbordgroep van experts. Daarin participeren vertegenwoordigers van ZN, CVZ, NZa, VNG en het ministerie van VWS. Zij bespreken de haalbaarheid en duurzaamheid van de potentiële modellen in het kader van huidig en toekomstig beleid.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert praktische aanbevelingen op voor borging van de financiering op basis van inzicht in knelpunten en in verwachtingen van stakeholders.
Meer informatie
Drs. A.J. Theuws,
[email protected] Dr. S.O. Hobma,
[email protected]
13
Projecten NPO
Advies over lichaamsbeweging
Titel: Monitoring van fysieke kwetsbaarheid bij ouderen. Een innovatief systeem ter ondersteuning van zelfmanagement en zorg Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313070302 Doelgroep: ouderen met beginnende symptomen van kwetsbaarheid Startdatum: januari 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Ouderen kunnen beperkingen in hun functioneren deels voorkomen of uitstellen met meer lichaamsbeweging. Tenminste, er zijn aanwijzingen dat lichamelijke activiteit positieve invloed heeft op de meest duidelijke fysieke indicatoren van kwetsbaarheid: verminderde spiermassa en spierkracht, uithoudingsvermogen en balans en beperkingen in het lopen. Een systeem om de kwetsbaarheidsindicatoren te monitoren is er niet. Ook ontbreekt aansluitend advies.
Wat houdt het project in?
Tijdens het project ontwikkelt het netwerk een eenvoudig en praktisch meet systeem. Dit moet de kwetsbaarheidsindicatoren monitoren en de cliënt en verzorgers informatie en feedback geven over het lichamelijk functioneren. Het systeem geeft persoonlijk advies over lichamelijke activiteit, gebaseerd op individuele doelstellingen. Het gevolg: meer zelfmanagement door ouderen.
Wat is de aanpak?
Het project bestaat uit drie delen. Allereerst wordt het monitoringssysteem ontwikkeld. Dit zal bestaan uit een badkamerweegschaal die gewicht en balans meet, een grijpbal die handkracht meet en een activiteitenmonitor die lichamelijke activiteit en het looppatroon meet. Als tweede ontwikkelt het netwerk een feedback- en adviessysteem. Dit geeft feedback op een eenvoudige en begrijpelijke manier. Bij de ontwikkeling hiervan worden ook ouderen betrokken. Het derde deel is een evaluatieonderzoek onder vijftig ouderen met beginnende symptomen van kwetsbaarheid. Deze gebruiken het systeem een jaar lang onder begeleiding van een fysiotherapeut.
14
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
De opbrengst van het project is het genoemde monitoringssysteem. Dit wordt via een van de geïnteresseerde bedrijven op de markt gebracht. Ook levert het project wetenschappelijke kennis op over de bruikbaarheid en ervaren toegevoegde waarde van de technologie. Ook levert het kennis op over de factoren die van belang zijn bij het invoeren ervan in de zorgpraktijk. De wetenschappelijke en praktische resultaten worden actief verspreid. Bijvoorbeeld door middel van nieuwsbrieven, presentaties en publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.
Meer informatie
Prof. dr. L.P. de Witte,
[email protected]
15
Projecten NPO
Effect van nazorg na een beroerte
Titel: Effecten van een op maat gesneden multidisciplinair (na)zorgprogramma voor ouderen met een CVA die na revalidatie in het verpleeghuis naar huis worden ontslagen (MAESTRO) Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313070301 Doelgroep: mensen van 65 jaar en ouder waarbij een CVA is gediagnosticeerd en waarbij de verwachting is dat zij na revalidatie in het verpleeghuis naar huis mogen. Ook de betrokken mantelzorger wordt gevraagd deel te nemen. Startdatum: januari 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Vereniging Cerebraal en de Nederlandse CVA-vereniging Samen Verder hebben gesignaleerd dat er een gebrek is aan goede nazorg na revalidatiebehandeling in het verpleeghuis. Daardoor is de oudere CVA-patiënt vaak onvoldoende toegerust om thuis met de resterende fysieke, cognitieve en/of psychosociale beperkingen om te gaan. Dit heeft gevolgen voor de dagelijkse activiteiten, vervulling van de sociale rollen en het niveau van functioneren. Bovendien heeft dit nadrukkelijk gevolgen voor de zorglast die mantelzorgers ervaren en hun kwaliteit van leven.
Wat houdt het project in?
Dit project onderzoekt de effecten van het (na)zorgprogramma ‘Samen sterk na een beroerte’. Dit programma is ontwikkeld met inbreng van CVA-patiënten en hun naasten, en in nauwe samenwerking met zorgprofessionals uit de eerste en derde lijn. Het programma richt zich op het optimaal benutten van de functionele mogelijkheden van de cliënt en ondersteuning van de mantelzorger bij terugkeer van de cliënt in de maatschappij. Belangrijke thema’s zijn het leren omgaan met beperkingen, het actief zoeken naar oplossingen voor problemen en het uitvoeren van actieplannen. Ook wordt aandacht besteed aan educatie en lotgenotencontact. Een multidisciplinair team van behandelaars uit de derde en eerste lijn voert het programma uit. Dit vindt plaats in zowel het verpleeghuis als in de thuissituatie.
Wat is de aanpak?
De effectiviteit van het programma wordt nagegaan via ‘multicentre randomized controlled trial’ in vijf regio’s in Limburg en één in Noord-Brabant die een verpleeg
16
Projecten NPO
huis met CVA-herstelafdeling hebben. De onderzoekers gaan na wat de effecten van het zorgprogramma zijn op zelfredzaamheid, functiebehoud, participatie, kwaliteit van leven en het zorggebruik van de cliënt. Ook wordt onderzocht welke invloed het programma heeft op de zorglast en kwaliteit van leven van de primaire mantelzorger.
Wat gaat het opleveren?
De bedoeling is dat het onderzoek een lijnoverstijgend programma oplevert dat bijdraagt aan optimale (na)zorg aan ouderen met een CVA. De kennis zal worden overgedragen op zowel regionaal als landelijk niveau. Regionaal door nieuws brieven, publicaties in regionale media en een Lerend Netwerk CVA. Landelijk door informatieverstrekking aan beroepsverenigingen, CVA-zorgketens, (inter)nationale publicaties in vaktijdschriften, een website, bijdragen aan symposia en congressen en workshops. Bij het informeren van patiënten en hun mantelzorgers zullen patiëntenverenigingen een belangrijke rol spelen.
Meer informatie
Dr. J.C.M. van Haastregt,
[email protected]
17
Projecten NPO
Zorgpad voor geriatrische revalidatie
Titel: Op weg naar herstel. Implementatie van het zorgpad geriatrische revalidatie voor ouderen met complexe problematiek Type: implementatieproject Projectnummer: 314070401 Doelgroep: ouderen (65-plus) met een breed palet van aandoeningen en de betrokken mantelzorgers Startdatum: januari 2011 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
In Nederland worden jaarlijks ruim 27.000 ouderen na een ziekenhuisopname doorverwezen naar een afdeling voor geriatrische revalidatie. Deze afdelingen bevinden zich meestal in een verpleeghuis of herstelklniek. Het doel daarvan is terugkeer naar de oorspronkelijke woonsituatie. Deze ouderen kunnen diverse knelpunten in de zorg tegenkomen, zoals gebrek aan goede coördinatie. Ook in de regio Maastricht-Heuvelland zijn dergelijke knelpunten gesignaleerd. Daarom wordt al een aantal jaren geëxperimenteerd met het optimaliseren van de geriatrische revalidatie voor ouderen met complexe problematiek. Omdat de ervaringen positief zijn, bestaat de behoefte om het zorgtraject verder te optimaliseren, faciliteren en formaliseren via een zorgpadbeschrijving met bijbehorend protocol.
Wat houdt het project in?
Dit project wil, door de ontwikkeling en invoering van een ‘zorgpad geriatrische revalidatie’, de kwaliteit van zorg verbeteren. Dat moet leiden tot betere zelf redzaamheid, participatie en ervaren kwaliteit van leven van de ouderen en verminderde zorglast van mantelzorgers. Ook moet het project het aantal heropnames verminderen en definitieve opname in een instelling uitstellen.
Wat is de aanpak?
Samen met betrokken zorgorganisaties in de eerste, tweede en derde lijn zal het zorgpad ontwikkeld worden. Vervolgens vindt een proefimplementatie plaats in Maastricht-Heuvelland aan de hand van het model van Grol. Bij een evaluatie gaan
18
Projecten NPO
de betrokkenen na in hoeverre het zorgpad leidt tot een betere kwaliteit van zorg. Daarnaast wordt onderzocht wat de invloed van het zorgpad is op de zelfredzaam heid, participatie, kwaliteit van leven en het zorggebruik van de cliënt en de zorglast voor mantelzorgers. De uitkomsten worden gebruikt bij het voorbereiden van regionale en nationale invoering van het zorgpad.
Wat gaat het opleveren?
Tijdens het project ontwikkelt het netwerk materiaal voor landelijke invoering: een zorgpadbeschrijving, lokaal toepasbaar protocol, checklist, concept DBC en pr-materiaal. Door nauwe samenwerking met belangenorganisaties zal provinciaal en landelijk draagvlak voor het zorgpad worden gecreëerd. Ook focusgroepen, workshops en symposia dragen hieraan bij. Er zal gepubliceerd worden in vak bladen en informatieoverdracht plaatsvinden op locatie.
Meer informatie
Dr. J.C.M. van Haastregt,
[email protected]
19
Projecten NPO
Medicijngebruik onder de loep
Titel: Polyfarmacie: te veel of te weinig? Type: transitie-experiment Projectnummer: 311070302 Doelgroep: patiënten van 60 jaar of ouder waarbij sprake is van polyfarmacie (dat wil zeggen dat zij vijf of meer medicijnen krijgen voorgeschreven) Startdatum: oktober 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Multimorbiditeit (voorkomen van meerdere aandoeningen) en polyfarmacie (gelijktijdig gebruik van vijf of meer medicijnen) komen veel voor. Van de mensen van 60 jaar en ouder is bij meer dan 60 procent sprake van multimorbiditeit. Van mensen van 65 jaar en ouder gebruikt meer dan een derde langere tijd verschillende medicijnen. Een deel van alle ziekenhuisopnames onder ouderen is het gevolg van bijwerkingen van de medicatie. Van deze opnames is 80 procent te voorkomen. Voor adequaat management van multimorbiditeit en polyfarmacie ontbreekt een wetenschappelijke basis. Bij dit management zou de huisarts een belangrijke rol kunnen spelen. Hij kan daarbij gebruikmaken van de gegevens uit de eigen praktijk, van de medisch specialist, de patiënt en de apotheker.
Wat houdt het project in?
Dit project inventariseert de effectiviteit en haalbaarheid van een integraal medicatie monitoringssysteem voor patiënten met polyfarmacie. Hierbij stelt de huisarts een integraal medicatieadvies op. Dat doet hij op basis van informatie uit het elektronisch dossier, mogelijk aangevuld met recente laboratoriumtesten. De voorgeschreven medicatie wordt gerubriceerd, het huidige medicatiegebruik gecheckt, voorschriften vergeleken met indicaties, nagegaan of er bijwerkingen en/ of medische interacties zijn en de toedieningsvormen en dosis van de medicatie worden geëvalueerd. De huisarts stelt aansluitend een advies op en stuurt dit naar de betrokken medisch specialisten met de vraag of zij het advies ondersteunen. Het definitieve advies wordt besproken met de patiënt en bij veranderingen wordt akkoord van de patiënt gevraagd.
20
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Met een gerandomiseerde en gecontroleerde trial zal de effectiviteit van het systeem worden nagegaan. Randomisatie vindt hierbij plaats op praktijkniveau: patiënten met polyfarmacie die tot de interventiepraktijken behoren krijgen een integraal medicatiemonitoringsadvies. Patiënten van controlepraktijken krijgen dit niet. Na één, zes en twaalf maanden na het advies vinden metingen plaats. Daarbij wordt gekeken naar fysiek en mentaal functioneren, laboratoriumuitslagen, medicatietrouw, gebruik van gezondheidsdiensten, haalbaarheid van de interventie en kosten van recepten.
Wat gaat het opleveren?
Resultaten zullen onder meer worden aangeboden aan nationale en internationale vaktijdschriften ter publicatie. Ook wordt er aan het einde van het project een conferentie georganiseerd voor huisartsen, praktijkondersteuners en apothekers waarbij aandacht wordt besteed aan de verspreiding van de resultaten en het verder uitrollen van de interventie.
Meer informatie
Dr. M. van den Akker,
[email protected]
21
Projecten NPO
Beperkingen tegengaan
Titel: Reductie van beperkingen in het functioneren van thuiswonende kwetsbare ouderen. Een clustergerandomiseerd gecontroleerd experiment (RCT) Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311070301 Doelgroep: thuiswonende ouderen (> 70 jaar) met een matige tot ernstige kwetsbaarheid volgens de Groningen Frailty Indicator (GFI score > 5). Startdatum: augustus 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Het aantal kwetsbare ouderen neemt toe. Kwetsbare ouderen ondervinden problemen bij het ondernemen van activiteiten en het participeren in de maat schappij. Een beperking in de uitvoering van activiteiten verhoogt het risico op ziekenhuisopnames en langdurige zorgafhankelijkheid. Ouderen ondervinden een vermindering van kwaliteit van leven en er ontstaat een toenemende belasting voor mantelzorgers en zorgprofessionals. Daarom is het belangrijk effectieve interventies te ontwikkelen die beperkingen bij kwetsbare ouderen voorkomen of uitstellen.
Wat houdt het project in?
In het kader van het project wordt een eerstelijns interventie onderzocht die beperkingen in de uitvoering van activiteiten tegengaat. Deze interventie combineert factoren die succesvol lijken te zijn in het voorkomen of uitstellen van beperkingen. Daarbij gaat de interventie uit van een uitgebreide individuele behoeftebepaling, inclusief een inventarisatie van de onderliggende oorzaken van de beperkingen, het opstellen van een individueel interdisciplinair plan van aanpak in overleg met de patiënt en zijn mantelzorger, het inzetten van een flexibel arsenaal aan interventies en regelmatige evaluatie en follow-up.
Wat is de aanpak?
Twaalf huisartsenpraktijken in de regio Westelijke Mijnstreek (Limburg) zijn op praktijkniveau gerandomiseerd. Zes daarvan bieden aan 194 patiënten de nieuwe interventie. De anders zes praktijken blijven aan 153 patiënten de reguliere zorg
22
Projecten NPO
bieden. Bij aanvang, na 6, 12 en 24 maanden worden metingen gedaan. De gegevens worden bij zowel kwetsbare ouderen als bij hun mantelzorgers verzameld, via telefonische interviews en vragenlijsten. De primaire uitkomstmaat is ‘beperkingen in activiteiten’. Secundaire uitkomsten zijn depressieve symptomen, eenzaamheid, kwaliteit van leven, vallen, bezorgdheid om te vallen, sociale steun, sociale participatie, cognitie, mortaliteit, zorggebruik en hulpmiddelen of aanpassingen in de woning en hieraan gerelateerde kosten.
Wat gaat het opleveren?
Informatie over de effecten van de interventie en de ervaringen worden verspreid onder ouderen(organisaties) en zorgprofessionals. Ook worden artikelen gepubliceerd in (inter)nationale vaktijdschriften en presentaties gegeven tijdens bijeenkomsten van beroepsverenigingen en (inter)nationale congressen.
Meer informatie
Prof. dr. G.I.J.M. Kempen,
[email protected]
23
Projecten NPO
Het zorgproces opnieuw ontwerpen
Titel: Werken aan een ketenzorgmodel. Ouderen met kwetsbare problematiek opsporen en begeleiden Type: transitie-experiment Projectnummer: 311070201 Doelgroep: kwetsbare ouderen, mantelzorgers, zorgprofessionals en andere betrokkenen bij de zorg voor ouderen Startdatum: januari 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Het huidige zorgaanbod groeit onvoldoende mee met de behoeften van ouderen met complexe problemen. Bijvoorbeeld door versnippering, sturing door het aanbod en onvoldoende samenhang tussen de aanbieders uit verschillende sectoren. Bovendien missen zorgverleners vaak de middelen om de hulpvraag van ouderen te doorgronden. Daardoor kunnen ze ook lastig een adequaat aanbod organiseren. Het gevolg: reactief handelen, verkeerd medicijngebruik en onderdiagnostiek komen nog te vaak voor.
Wat houdt het project in?
Het project wil het zorgproces ‘herontwerpen’. Dit moet leiden tot een cliënt vriendelijke keten van voorzieningen waarin zowel vroegopsporing, behandeling en nazorg zijn opgenomen. Deze keten wordt tijdens het project ontwikkeld. Vervolgens zullen alle betrokkenen, namelijk (zorg)aanbieders, ouderenvertegen woordigers en onderzoekers, de keten evalueren. Ook werken zij aan het vastleggen van deze aanpak. Het uiteindelijk doel: samenhang en continuïteit, van vroegopsporing tot en met de nazorg.
Wat is de aanpak?
Toepassing van het ‘circulaire ketenzorgmodel’. Dat heeft als kenmerk dat de kwetsbare oudere en mantelzorger centraal staan. Daaromheen staan de eersteen tweedelijnsvoorzieningen, die onderling afstemmen en samenwerken. Onderdelen van de cirkel die zij doorlopen zijn: welke cliënt heeft welk probleem, wat moet er eerst gebeuren en wie gaat dat doen? Vervolgens bieden ze de nodige
24
Projecten NPO
zorg en ondersteuning en gaan ze na wat het resultaat is. Dan begint de cyclus opnieuw. Het ketenzorgmodel wordt per subregio ingevuld, zodat het goed aansluit op de bestaande zorgstructuren. Subregio’s vergelijken onderling hun resultaten en aanpak. Zodat zij daarmee weer hun eigen zorgketen kunnen verbeteren. Zo werken ze volgens het principe van een lerend netwerk.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert verschillende producten op die bijdragen aan de andere werkwijze: • protocollen voor ketenzorg, ontslag en verwijzing; • een sociale kaart; • een transmuraal dossier; • een multidisciplinair interventieprogramma.
Meer informatie
Drs. N.M.H.M. Maraite,
[email protected]
25
Projecten NPO
Ondersteuning voor meer kwaliteit van leven
Titel: Integrated Senior Services. Optimalisering van functioneren en kwaliteit van leven gerichte ondersteuning van ouderen in een kwetsbare positie Type: transitie-experiment Projectnummer: 314070201 Doelgroep: ouderen in een kwetsbare positie, vanaf 75 jaar, zowel thuiswonend als tijdelijk verblijvend in een ziekenhuis of verpleeg- of verzorgingshuis Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Het is onduidelijk hoe kwetsbare ouderen het beste ondersteund kunnen worden zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven. En zodat zij een hoge kwaliteit van leven ervaren en naar behoefte kunnen participeren in de samen leving.
Wat houdt het project in?
Met dit project wil het netwerk veranderingen volgens het Chronic Care Model in gang zetten. Dit model richt zich op het optimaliseren van het functioneren en de kwaliteit van leven van chronisch zieken, in dit geval ouderen in een kwetsbare positie. Kenmerkend is dat zorgactiviteiten zich niet richten op de overname van zorg, maar op zodanige ondersteuning dat mensen zoveel mogelijk in staat worden gesteld zich te redden en voor zichzelf te zorgen op basis van wat zij zelf willen en kunnen. Het netwerk wil hiermee ervaring opdoen en ontdekken hoe zij deze veranderingen het beste kunnen bereiken.
Wat is de aanpak?
In drie verschillende experimenten wordt een aantal kernelementen van het Chronic Care Model uitgewerkt. De experimenten richten zich op zelfmanagement, tele-technologie en een samenhangend aanbod van maatschappelijke en gezondheidsvoorzieningen. De resultaten samen leveren uiteindelijk het complete zorgmodel.
26
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project beoogt een zorg-, welzijns-, woon- en preventieaanbod op te leveren dat zowel qua inhoud, omvang als financiering is afgestemd op de (rest) capaciteiten en behoeften van kwetsbare ouderen. Kennis over het proces en de inhoud zal worden verspreid via de website van Aczio en de Academische Werkplaats, via nieuwsbrieven, studiedagen en wetenschappelijke (inter)nationale publicaties in vaktijdschriften. Ouderen zullen informatie krijgen via activiteiten die specifiek op hen gericht zijn. Voor professionals zullen er educatieve activiteiten zijn, bijvoorbeeld in het hanteren van protocollen en instrumentaria.
Meer informatie
Dr. ir. M.W.J. Jansen,
[email protected]
27
Projecten NPO
28
Academische Werkplaats Ouderenzorg Noordelijk Zuid-Holland De Academische Werkplaats Ouderenzorg Noordelijk Zuid-Holland streeft naar samenhangende zorg voor kwetsbare ouderen. Proactief met als uitgangspunt de mogelijkheden en wensen van de oudere zelf. De thema’s waar het netwerk aan werkt zijn: • van reactieve naar proactieve zorg; • herstelzorg. De Academische Werkplaats ouderenzorg is een samenwerkingsverband van ouderen en mantelzorgers, regionale zorgverleners, kennisinstellingen en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). In de vijf regio’s binnen de OOR, te weten Haaglanden, Delft-Westland-Oostland, Midden Holland, en Zuid-Holland Noord zijn geriatrische netwerken actief die samenwerken met regionale ouderenberaden. Inmiddels maken ruim 100 organisaties deel uit dit netwerk van netwerken.
Meer informatie
Frédérique van Weering, netwerkmanager AWO-NZH, 071 576 61 64 Jacobijn Gussekloo, trekker AWO-NZH 071 526 8444, www.awo-nzh.nl
29
Projecten NPO
Betere signalering voor samenhangend zorgaanbod
Titel: ISCOPE. Betere signalering, zorg op elkaar afstemmen Type: transitie-experiment Projectnummer: 311060201 Doelgroep: 75-plussers in een huisartspraktijk Startdatum: 1 januari 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Op oudere leeftijd krijgen mensen vaak te maken met lichamelijke, functionele en psychische achteruitgang door chronische aandoeningen. Hierdoor vermindert de zelfredzaamheid. Daarnaast valt de sociale omgeving langzaam weg. Deze geleidelijke en onvoorspelbare achteruitgang is niet tijdig bekend bij zorgverleners. Het gevolg: hulp wordt niet op tijd georganiseerd, er moet steeds worden gezocht naar oplossingen voor ad-hocproblemen en het zorgaanbod is vaak versnipperd omdat voor elke aandoening een aparte behandeling en protocol geldt.
Wat houdt het project in?
Het project betreft de invoering van een eenvoudig signaleringssysteem in een huisartspraktijk. Dit systeem brengt structureel de fysieke, functionele, psychische en sociale problemen van ouderen in kaart. Als het nodig is, wordt voor de oudere met een combinatie van problemen een zorgactieplan opgesteld dat voorziet in samenhangende zorg en de ondersteuning. Binnen dit project wordt onderzocht wat de (kosten)effectiviteit is van de combinatie van screening en het maken en uitvoeren van het zorgactieplan. Dat gebeurt met een gerandomiseerd onderzoek in zestig huisartspraktijken.
Wat is de aanpak?
De huisartspraktijk vult met regelmaat een korte vragenlijst in met ouderen vanaf 75 jaar. De uitkomsten neemt de arts op in het Elektronisch Medisch Dossier. Voor ouderen met een combinatie van problemen stelt de huisarts vervolgens samen met betrokken zorgverleners een zorgactieplan op. Dat gebeurt in overleg met de
30
Projecten NPO
oudere zelf en de mantelzorger(s). Daarna benadert de huisarts (of praktijk ondersteuner) de zorgpartners voor bijvoorbeeld medicatiesanering, de aanvraag van thuiszorg, betrokkenheid van welzijnswerk of een multidisciplinair overleg.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert instrumenten op waarmee een huisarts snel inzicht krijgt in de zorgbehoefte van ouderen en een passend zorgplan kan opstellen, zoals: • een proactief screeningsinstrument, getest in de praktijk; • een format voor een zorgactieplan dat eenvoudig is over te nemen; • een training voor huisartsen en praktijkondersteuners; • een onderbouwing van kosten en effecten.
Meer informatie
Prof. dr. J. Gussekloo,
[email protected]
31
Projecten NPO
Zelfredzaamheid behouden na ziekenhuisopname
Titel: Het HerstelZorgProgramma. Integrale functiegerichte zorg en bekostiging voor kwetsbare ouderen Type: transitie-experiment Projectnummer: 313060201 Doelgroep: kwetsbare ouderen vanaf 70 jaar met een acute of geplande opname op de afdelingen orthopedie, chirurgie/heelkunde, urologie, thorax chirurgie of neurologie van het LUMC Startdatum: maart 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Een ziekenhuisopname gaat voor veel ouderen samen met verlies van zelfredzaam heid. Vaak is er sprake van blijvend functieverlies en afhankelijkheid van bijvoor beeld thuiszorg of verzorging in een verpleeghuis. Ouderen met complexe problemen hebben een groter risico op functieverlies. Vooral omdat het huidige zorgsysteem niet voldoende is ingericht om hen de zorg te bieden die zij nodig hebben om zelfredzaam te blijven. Oorzaken hiervoor zijn te vinden in een versnipperd zorgaanbod, de wet- en regelgeving, de marktwerking en de financiering. Het doel van het programma is voorkomen dat kwetsbare ouderen minder zelfredzaam worden en het herstel na ziekenhuisopname versnellen en verbeteren.
Wat houdt het project in?
Het HerstelZorgProgramma richt zich op betere geriatrische ondersteuning en een goede samenwerking tussen de verschillende disciplines en sectoren waarmee kwetsbare ouderen in deze situatie te maken krijgen. Het programma bestaat uit de volgende onderdelen: • verbetering van risicomanagement; • ontwikkeling van zorgpaden die multidisciplinair, instellingsoverschrijdend en functiegericht zijn waardoor de zorg op elkaar is afgestemd; • betere borging van de geriatrische zorg voor de patiënt; • optimalisatie van transities in de keten.
32
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Uitgangspunt van het HerstelZorgProgramma is de zorg rondom de oudere zo te organiseren dat deze optimaal kan herstellen van een ziekenhuisopname. En er zo voor te zorgen dat de opname geen negatieve gevolgen heeft voor de zelfredzaam heid. Daarbij maken we onderscheid tussen voorzorg, ziekenhuiszorg en herstelzorg: • Voorzorg richt zich op de mate van kwetsbaarheid van de oudere. Voorzorg omvat preventieve maatregelen om de beginconditie van de oudere te optimaliseren en complicaties te voorkomen. Bijvoorbeeld door de thuissituatie met een mantelzorger of trajectbegeleider in kaart te brengen. • Ziekenhuiszorg gaat zowel over medisch-technische interventies als zorg die gericht is op behoud van functionaliteit en het bereiken van herstel. In deze fase kunnen verpleegkundigen complicaties tijdig signaleren en starten met de behandeling. Zo blijven de gevolgen van complicaties beperkt. • Herstelzorg betreft medische en sociale maatregelen voor het herstel van de oudere na een ziekenhuisopname. Daarbij wordt de oudere gestimuleerd zo snel mogelijk naar de situatie van voor de opname terug te keren, zodat hij of zij de regie over eigen leven behoudt.
Wat gaat het opleveren?
• 95 procent van de ouderen wordt voor of tijdens de ziekenhuisopname gescreend op kwetsbaarheid. • Een daling van 20 procent van het aantal ouderen dat minder zelfredzaam wordt na ziekenhuisopname. • Het aantal intramurale en extramurale complicaties vermindert met tien procent. • Tachtig procent van de patiëntentransfers wordt niet gehinderd door wet- en regelgeving en financiering ten behoeve van een optimaal afgestemde zorg. • De gemiddelde verblijfsduur in het ziekenhuis van ouderen daalt met tien procent. • De gemiddelde totale kosten per oudere patiënt blijven gelijk of dalen.
Meer informatie
Mevrouw I.E.C. van Everdinck-van der Pols,
[email protected]
33
Projecten NPO
Ondersteuning als oudere minder beslissingsvaardig wordt
Titel: Van ‘meedenken met’ naar ‘beslissen voor’. Morele problemen bij zorgbeslissingen van familieleden en mantelzorgers voor verminderd beslissingsvaardige ouderen in de thuissituatie Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311060301 Doelgroep: naasten van ouderen met verminderde beslissingsvaardigheid, (thuiswonende) ouderen, thuiszorgmedewerkers en artsen betrokken bij de zorg van ouderen Startdatum: oktober 2009 Looptijd: 4 jaar
Waarom is het project gestart?
In de zorg voor ouderen met verminderde beslissingsvaardigheid verandert de rol van familieleden en naasten langzaam naar mantelzorger tot uiteindelijk zelfs vertegenwoordiger. Deze verschuiving van verantwoordelijkheden heeft gevolgen voor de normen en waarden die zij gewend waren te hanteren binnen de relatie. Vaak worstelen naasten met de vraag hoe ze goede zorg kunnen bieden en daarbij recht kunnen blijven doen aan de autonomie en eigenheid van ouderen zelf. Professionele zorgverleners vragen zich af welke ruimte zij hebben om zich met de thuissituatie te bemoeien of in te grijpen.
Wat houdt het project in?
Antwoorden op de vragen: met welke morele problemen krijgen naasten te maken in de zorg voor thuiswonende ouderen die de regie aan het verliezen zijn, hoe gaan zij daarmee om, wat betekenen deze, hoe ontstaan ze en op welke wijze zouden ze beter te hanteren zijn? Bedoeling is een oplossingsrichting te vinden in praktisch bruikbare ‘richtlijnen’ en adviezen die antwoorden geven op verschillende vragen. Zowel voor de ouderen zelf (‘wat moet ik mijn kinderen vertellen nu het nog kan?’), de familieleden (‘wat beslist moeder zelf en waar mag of moet ik me als dochter mee bemoeien? Hoe doe ik recht aan haar autonomie?’), de thuiszorgmedewerkers (‘wat moet ik met de familie overleggen en wat met mevrouw zelf?’) en huisartsen (‘wanneer mag ik ingrijpen als het thuis niet meer gaat en hoe betrek ik de familie daarbij?’).
34
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Om gegevens te verkrijgen, maken de onderzoekers gebruik van verschillende methodes. De basis zijn de interviews met ouderen en hun naasten en met artsen en thuiszorgmedewerkers. Op basis hiervan worden vragenlijsten gemaakt die aan de verschillende doelgroepen worden voorgelegd. De uitkomsten van zowel de interviews als de vragenlijsten vormen de grondslag voor conceptadviezen, die een focusgroep gaat beoordelen.
Wat gaat het opleveren?
Een handreiking aan ouderen, hun familieleden en betrokken zorgverleners die helderheid geeft in de complexiteit en samenhang van belangen. Met de resultaten van het onderzoek worden verschillende ondersteuningsproducten gemaakt voor de betrokken doelgroepen, zoals (na)scholing, voorlichtingsmateriaal en artikelen in landelijke media en vakbladen. Dit onderzoek is gekoppeld aan ‘ISCOPE’ en de resultaten worden ook toegepast in het maken van zorgplannen voor kwetsbare ouderen.
Meer informatie
Dr. D.P. Touwen,
[email protected]
35
Projecten NPO
Trainingen voor zelfstandig wonende 75-plussers
Titel: Effect van functioneel trainen op de zelfredzaamheid van kwetsbare 75-plus ouderen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311060302 Doelgroep: thuiswonende 75-plussers met fysieke beperkingen in dagelijkse handelingen en daarnaast ook problemen op minimaal een van de drie volgende domeinen: somatisch, psychisch of sociaal functioneren Startdatum: april 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Het samengaan van meerdere aandoeningen (multimorbiditeit) enerzijds en ingrijpende gebeurtenissen anderzijds leiden bij zelfstandig wonende 75-plussers vaak tot inactiviteit. Dit versterkt de achteruitgang in lichamelijke conditie en verhoogt het valrisico, wat een afname van dagelijkse activiteiten betekent.
Wat houdt het project in?
In een vroeg stadium signaleren dat ouderen kwetsbaar worden. En aansluitend daarop met deze ouderen thuis gaan trainen met de dagelijkse handelingen waar zij problemen mee hebben. Bijvoorbeeld traplopen of opstaan vanuit een stoel of bed. Denk ook aan meer complexe handelingen zoals boodschappen doen of huishoudelijk werk. Op deze manier kan worden voorkomen dat inactiviteit ontstaat.
Wat is de aanpak?
In veertig huisartspraktijken wordt met een gerandomiseerde en gecontroleerde trial nagegaan in hoeverre de vroege opsporing en functionele training in de thuissituatie effectiever is dan vroege opsporing en reguliere fysiotherapie. Hierbij gaan de onderzoekers na in hoeverre er een positieve invloed is op de zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen, onder andere in termen van functionele beperkingen, mate van lichamelijke activiteit, sociaal functioneren en kwaliteit van leven. Tevens brengen zij in kaart in hoeverre de kosten dalen als gevolg van minder contact met de huisarts, doorverwijzingen en aanschaf van hulpmiddelen.
36
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Een effectief trainingsprogramma voor zelfstandig wonende 75-plussers. De resultaten worden ook meegenomen bij de invulling van het zorgactieplan voor ouderen met complexe problematiek uit het transitie-experiment ISCOPE. Op congressen en in (inter)nationale vakbladen worden de resultaten gepubliceerd. Daarnaast zal integratie plaatsvinden in het onderwijs voor fysio- en oefentherapeuten in de opleidingsmodules van de Academische Werkplaats Ouderenzorg Noordelijk Zuid-Holland. Ouderen en mantelzorgers kunnen de resultaten lezen in een handzaam boekje.
Meer informatie
Dr. P. Siemonsma,
[email protected]
37
Projecten NPO
Percepties over somberheid en depressie
Titel: EPISODE. Perceptions of Elderly Patients Interviewed after Screening on Depressive Feelings Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314060301 Doelgroep: ouderen van 75 jaar en ouder uit een huisartspraktijk, die op een screeningslijst hebben aangegeven dat zij zich somber voelen Startdatum: november 2010 Looptijd: 2 jaar
Waarom is het project gestart?
Veel ouderen ervaren depressieve gevoelens. Die hebben een negatieve invloed op het welbevinden van deze ouderen en hun mantelzorgers. Screening is in principe een goede methode om somberheid en depressieve symptomen bij ouderen vroegtijdig te signaleren en een klinische depressie te voorkomen. Toch zijn screening en de daaropvolgend aangeboden behandeling niet altijd zo effectief als gedacht. Dat komt omdat niet bekend is wat de behoeften zijn van ouderen die aangeven somber te zijn. En dat is wel noodzakelijk om adequate ondersteuning te kunnen bieden en de kwaliteit van leven te bevorderen. Het is dus essentieel te weten wat de percepties zijn van ouderen op oorzaken en oplossingen met betrekking tot somberheid en depressie.
Wat houdt het project in?
Het doel van dit onderzoek is om de verscheidenheid aan percepties in kaart te brengen die ouderen hebben op oorzaken en oplossingen met betrekking tot somberheid en depressie. Een belangrijke subvraag hierbij is: wat is de betekenis van de eventuele aanwezigheid van complexe problematiek?
Wat is de aanpak?
Met in totaal veertig ouderen worden individueel twee diepte-interviews gehouden. Twintig van deze ouderen vertonen alleen symptomen van somberheid of depressie. De andere twintig personen hebben daarnaast ook andere problemen, bijvoorbeeld op het gebied van dagelijks functioneren, gezondheid en sociale relaties.
38
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
De resultaten van het onderzoek worden op diverse manieren verspreid. Onder andere met een rapport voor beleidmakers, publicaties in (inter)nationale tijdschriften, presentaties op congressen en een symposium voor ouderen. Tevens wordt een actieve bijdrage geleverd aan de revisie van de richtlijn ‘Depressieve stoornis’ van het Nederlands Huisarts Genootschap en de multidisciplinaire richtlijn ‘Depressie’ van het Trimbos-instituut. Met een boekje, publicaties en door folders in huisartspraktijken worden ouderen geïnformeerd over herkenning en behandeling van depressieve klachten. De verspreiding van de bevindingen vindt verder plaats via reguliere nascholingsprogramma’s.
Meer informatie
Prof. dr. J. Gussekloo,
[email protected]
39
Projecten NPO
Regie voor betere medische zorg in verzorgingshuizen
Titel: MOVIT: Medische zorg Optimalisatie Verzorgingshuizen Implementatie Traject Type: implementatieproject Projectnummer: 311060401 Doelgroep: bewoners van 42 verzorgingshuizen in Zuid-Holland Noord Startdatum: november 2009 Looptijd: tot mei 2013
Waarom is het project gestart?
De politiek, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de beroepsorganisaties KNMG, LHV en NHG geven aan dat de medische zorg in verzorgingshuizen onvoldoende is afgestemd. Bewoners worden steeds ouder en kwetsbaarder en hebben meer verzorging nodig. De (mate van) verzorging is echter niet meegegroeid.
Wat houdt het project in?
Binnen de huidige financiële, sociale en maatschappelijke kaders is het mogelijk zorg anders in te zetten, met een betere kwaliteit van zorg tot gevolg. Uitgangspunten hierbij zijn: • vooruitlopen op de klacht (pro-actief); • zorgplan gericht op kwaliteit van leven; • multidisciplinaire uitvoering; • goede afspraken over samenwerking, personeel, infrastructuur en financiering.
Wat is de aanpak?
MOVIT realiseert per verzorgingshuis een Lokale Werkgroep, waaraan minimaal deelnemen: de preferente huisartsen, een apotheker, een specialist ouderen geneeskunde en een vertegenwoordiger vanuit het verzorgingshuis. Een preferente huisarts neemt een belangrijk aandeel van de patiëntenzorg op zich én neemt deel aan de vorming van het medische beleid in het verzorgingshuis. Begeleiding van de Lokale Werkgroepen vindt bij voorkeur plaats door een kaderhuisarts ouderen geneeskunde. De Lokale Werkgroep heeft als taak om verbeterpunten voor de eigen
40
Projecten NPO
situatie te benoemen en deze te prioriteren. De huidige standpunten van KNMG, LHV en NHG ten aanzien van optimale ouderenzorg vormen hierbij het uitgangs punt. Vervolgens doet de Lokale Werkgroep suggesties voor het realiseren van de gewenste verbeteringen in een verbeterplan en zet de uitvoering hiervan in gang. Het realiseren van een structureel, patiëntgebonden multidisciplinair overleg (MDO) is hierbij zeer wenselijk.
Wat gaat het opleveren?
Voor de verzorgingshuizen in Zuid-Holland Noord zijn Lokale Werkgroepen ingericht en aan de slag gegaan met hun verbeterplan. Zij krijgen daarbij organisatorische ondersteuning en scholing van MOVIT. MOVIT meet daarnaast bij alle betrokken partijen de tevredenheid en uitwerking op de kwaliteit van zorg.
Meer informatie
Drs. A.J. Poot,
[email protected]
41
Projecten NPO
42
Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omgeving GENERO wil de kwaliteit van zorg en welzijn voor ouderen zowel organisatorisch als zorginhoudelijk verbeteren. Het netwerk versterkt de samenwerking tussen alle organisaties die een rol hebben in het leven van ouderen. De projecten van GENERO richten zich op vier thema’s die in samenspraak met ouderen gekozen zijn: • toegankelijkheid van zorg en welzijn; • afstemming en continuïteit; • signalering van complexe problematiek; • verbetering draagkracht. GENERO ziet niet alleen ouderen, mantelzorgers en vrijwilligers als doelgroep, ook richt GENERO zich op zorgprofessionals. Verder besteedt het netwerk aandacht aan de educatie van professionals en mantelzorgers en voorlichting van ouderen zodat zij alert kunnen reageren op aandoeningen en ziektes. Meer dan 100 organisaties maken deel uit van het netwerk. Zij komen vanuit de hele regio: Drechtsteden, Midden- en West-Brabant, Rotterdam-Rijnmond, Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden.
Meer informatie
Dini Smilde-van den Doel, 06 183 175 10,
[email protected]
43
Projecten NPO
Ook zelfstandig na opname
Titel: Zorgprogramma voor preventie en herstel. Voorkomen van functieverlies na een ziekenhuisopname Type: transitie-experiment Projectnummer: 311030201 Doelgroep: 65-plussers met een hoog risico op functieverlies gedurende hun opname in het ziekenhuis Startdatum: november 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Van de 65-plussers die in het ziekenhuis zijn opgenomen, functioneert ongeveer 35 procent na ontslag slechter dan voor de opname. Een groot deel van de functieproblematiek heeft echter niets te maken met de reden van opname. Kennelijk leidt de opname zelf tot functieverlies, bijvoorbeeld door gebrek aan fysieke activiteiten en door depressieve gevoelens. Het ziekenhuis probeert de ziekte zo goed mogelijk te behandelen, maar er is weinig aandacht voor het behoud van de zelfstandigheid en de kwaliteit van leven van de patiënt. Eenmaal thuis is de patiënt grotendeels op zichzelf aangewezen en op mantelzorgers. Die raken daardoor zwaar belast.
Wat houdt het project in?
Een speciaal zorgprogramma voor preventie en herstel moet de oplossing bieden. In dit programma zit een pakket van interventies die helpen de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven zo goed mogelijk in stand te houden. Zo snel mogelijk na de ziekenhuisopname start de zorg en deze loopt ook door als de patiënt weer thuis is. Steekwoorden van het project: multidisciplinair, integraal, persoonsgericht en met aandacht voor de mantelzorger.
Wat is de aanpak?
Binnen 48 uur na opname vullen een nurse practitioner en de patiënt een scorelijst in. Op basis daarvan schetst een computerprogramma de contouren van het zorgplan. Een multidisciplinair team, met onder meer een geriater en verpleeghuisarts, vult dit zorgplan verder in en zet het binnen 48 uur in werking.
44
Projecten NPO
Indien nodig verblijft de patiënt na opname een tijdje in het Centrum voor Preventie en Herstel waar hij intensieve nabehandeling krijgt. Een casemanager (met geriatrische deskundigheid) zorgt voor nazorg bij thuiskomst. De mantelzorger kan met vragen altijd terecht bij het Centrum voor Preventie en Herstel.
Wat gaat het opleveren?
• specifieke triagecriteria; • persoonsgericht integraal zorgprogramma dat functieverlies helpt voorkomen en dat in te voeren is in de regio; • rapportages over het proces, de effecten – zoals op functioneren en kwaliteit van leven en op mantelzorgbelasting – en de kosteneffectiviteit; • presentaties en publicaties voor beroepsgroepen en ouderen.
Meer informatie
Prof. dr. J.P. Mackenbach,
[email protected]
45
Projecten NPO
Een samenhangend aanbod
Titel: Ketenzorg Ouderen Walcheren. Het Walcheren Integrale Zorgmodel als nieuw model waarin alle aanbieders van zorg, welzijn en wonen geregisseerd samenwerken. In het model staat de patiënt als zorgvrager centraal. Type: transitie-experiment Projectnummer: 313030201 Doelgroep: zelfstandig wonende ouderen van 75+ met ziekten of beperkingen als gevolg van hun leeftijd. Ook hun mantelzorgers zijn doelgroep Startdatum: januari 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
De organisatie van zorg aan kwetsbare ouderen is aanbodgericht en gefragmenteerd. Het gevolg: een gebrek aan continuïteit en coördinatie. Er is geen samenhang in het aanbod van zorg, welzijn en wonen en een regisserende partij met verantwoordelijkheid voor de gehele keten ontbreekt. Daardoor missen ouderen samenhang en overzicht.
Wat houdt het project in?
De complexe behoeften van kwetsbare ouderen vragen om een nieuw zorgmodel waarbij aanbieders van preventie, cure, care, wonen en welzijn met elkaar samenwerken. Van signalering tot behandeling vanuit één loket. Dat doet het Walcheren Integrale Zorgmodel. Daarbij neemt het model de rol van mantelzorg mee. Mantelzorg kan er immers voor zorgen dat ouderen langer thuis blijven en minder gebruik hoeven maken van zorgvoorzieningen.
Wat is de aanpak?
Dit experiment werkt met een voor- en nameting met een controlegroep. Patiënten van zes huisartsenpraktijken krijgen zorg volgens het Walcheren Integrale Zorgmodel. Patiënten van zes praktijken krijgen de nu gangbare zorg. Resultaten worden gemeten met zowel kwalitatieve (interviews en dagboeken) als kwantitatieve (vragenlijsten, registraties zorgverleners en tijd) methoden. Alle relevante aspecten worden hierbij in kaart gebracht en gemeten. Voor een goede interpretatie van de resultaten worden zowel professionals als patiënten en mantelzorgers gevraagd naar hun visie en ervaringen.
46
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
In het Integrale Zorgmodel worden kwetsbare ouderen opgespoord met een speciale vragenlijst. Vervolgens is de aanpak multidisciplinair: er vinden overleggen plaats tussen de behandelend huisarts, de praktijkondersteuner, verpleegkundig specialist geriatrie en mogelijk ook een specialist ouderengeneeskunde, zorgverlener uit het ggz-team, de apotheker en een geriatrisch fysiotherapeut. Tijdens deze overleggen maken de zorgverleners afspraken over zorg en activiteiten die zij in gang moeten zetten. Zij leggen de gegevens vast en stellen die weer ter beschikking aan andere zorgverleners.
Meer informatie
Mevrouw A. Reiffers,
[email protected] Mevrouw I. Fabbricotti,
[email protected] www.erasmusmc.nl/genero
47
Projecten NPO
Inzet van sociaal netwerk
Titel: Even buurten. Integrale wijkaanpak voor kwetsbare ouderen Type: transitie-experiment Projectnummer: 314030201 Doelgroep: zelfstandig wonende kwetsbare ouderen van 75+ van wie het sociaal netwerk onvoldoende is Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Een functioneel sociaal netwerk is een belangrijke voorwaarde om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen leven. Mensen die dat hebben, ontvangen en geven meer sociale steun, zijn gezonder en weerbaarder en leven langer. Op dit moment zijn er echter ouderen die onvoldoende ondersteund worden. In Rotterdam is wel een goed aanbod voor welzijn en zorg, maar dat is nog onvoldoende vraaggericht en er wordt te weinig outreachend gewerkt. Er bestaan wel enkele goede voorbeelden, maar die zijn versnipperd en verkokerd en voor ouderen moeilijk te vinden. Ook worden informele netwerken en sociale verbanden onvoldoende gemobiliseerd. Daardoor ligt een onnodig zwaar accent op de professionele zorg.
Wat houdt het project in?
Het project wil voorzien in een integrale wijkaanpak die nodig is om het sociale netwerk te verstevigen en tijdige signalering van problematiek te bevorderen. De speerpunten van het project: • opsporen van kwetsbare ouderen door een outreachende aanpak; • investeren in ontwikkeling van informele zorg en sociale netwerken in de wijk; • verbinden van welzijns- en zorgaanbod; • trainen en scholen van wijkbewoners en professionals; • vormen van stedelijk netwerk voor kennisuitwisseling tussen buurten, wijken en deelgemeenten.
48
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Het onderzoek is allereerst kwantitatief. Dit bestaat uit een wijkfoto en een gecontroleerde voor- en nameting. Bij de wijkfoto worden 1440 zelfstandig wonende ouderen geselecteerd en gevraagd een vragenlijst in te vullen. Dit wordt na 24 maanden herhaald. De uitkomsten laten zien in hoeverre sociale netwerken in de wijk zijn versterkt en in hoeverre er bij ouderen een positief effect is op de ervaren kwaliteit van leven, welzijn, zelfredzaamheid en gevoelens van eenzaamheid. Het kwalitatieve onderzoek bestaat uit monitoring van het proces en interviews voor aanvullende dataverzameling. Binnen de economische evaluatie wordt nagegaan welke additionele kosten met de integrale wijkaanpak gemoeid zijn. En hoe deze kosten zich verhouden tot de verwachte verbetering.
Wat gaat het opleveren?
De aanpak wordt bekendgemaakt via (inter)nationale publicaties en congressen en door contact met brancheorganisaties, andere steden, opleidingsinstituten en landelijke kenniscentra. In de regio Rotterdam wordt kennis op wijkniveau overgedragen via een toolkit, workshops voor professionals, beleidateliers voor managers, een interviewbundel met educatief doel en posters, flyers, et cetera. Ook zal een training of bijscholing ontwikkeld worden voor professionals.
Meer informatie
De heer S. Bakker,
[email protected] Mevrouw A. Nieboer,
[email protected]
49
Projecten NPO
Effect van de woonomgeving
Titel: De rol van de fysieke omgeving voor zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314030301 Doelgroep: zelfstandigwonende kwetsbare ouderen na ziekenhuisontslag Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Steeds meer wordt duidelijk dat, naast individuele kenmerken, ook de fysieke en sociale omgeving van ouderen invloed heeft op de zelfredzaamheid. Zeker wanneer de leefwereld van mensen zich steeds meer beperkt tot de directe woonomgeving. Onbekend is echter om welke factoren het hierbij gaat en hoe deze gerelateerd zijn aan zelfredzaamheid, participatie in de samenleving en kwaliteit van leven.
Wat houdt het project in?
Dit onderzoek wil inzicht geven in de rol van de fysieke (‘gebouwde’) woonomgeving bij lichamelijke activiteit, functiebehoud en herstel, participatie, zelfredzaamheid en kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen. Daarbij richt het zich op aanbevelingen voor aanpassingen en renovatie van bestaande woonomgeving, en voor de bouw van nieuwe woonomgevingen.
Wat is de aanpak?
In de eerste fase van het onderzoek wordt de relatie tussen de fysieke woonomgeving, lichamelijke activiteit, beperkingen, participatie, zelfredzaamheid en kwaliteit van leven vastgesteld. Dit gebeurt in een populatie van zowel kwetsbare als niet-kwetsbare ouderen. In het tweede deel meten de onderzoekers via welke mechanismen de fysieke omgeving samenhangt met lichamelijke activiteit. Dit gebeurt met GPS-apparatuur, versnellingsmeters en beweegdagboeken. In de derde fase worden aangrijpingspunten voor het aanpassen van relevante fysieke omgevingskenmerken geïdentificeerd door focusgroepen en een systematische review van de literatuur. Tot slot inventariseren
50
Projecten NPO
de onderzoekers in interviews met lokale beleidsmakers en landelijke deskundigen belemmerende en bevorderende factoren voor invoering van deze verandering.
Wat gaat het opleveren?
De kennis die dit project oplevert, wordt ingebracht in bestaande netwerken op het gebied van ouderenzorg. Zo levert het een factsheet op met de belangrijkste resultaten en aanbevelingen voor beleidsmedewerkers. Deze zal ook via internet beschikbaar komen. Verspreiding onder wetenschappers vindt plaats via (inter) nationale wetenschappelijke publicaties en presentaties. Ook vindt verspreiding van aanbevelingen plaats via web-portals en tijdschriften over stedenbouw.
Meer informatie
Mevrouw C. Kamphuis,
[email protected]
51
Projecten NPO
Ouderen met een verstandelijke beperking
Titel: Kwetsbaarheid bij ouderen met een verstandelijke beperking: operationalisering, risico en opsporing Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314030302 Doelgroep: cliënten van 50 jaar of ouder met een verstandelijke beperking, woonachtig in een consortium van drie zorgaanbieders Startdatum: januari 2011 Looptijd: 4 jaar
Waarom is het project gestart?
De toenemende levensverwachting van mensen met een verstandelijke beperking leidt mogelijk tot extra levensjaren met een slechtere gezondheid of lagere zelfredzaamheid dan voorheen. Veel toegepaste gezondheidsindicatoren zijn in de groep mensen met een verstandelijke beperking echter nog niet onderzocht. Omdat onderzoekers voor hen geen standaard vragenlijsten kunnen gebruiken, belemmert dat het onderzoek. Vooralsnog hebben we geen inzicht in de omvang, verspreiding en ernst van kwetsbaarheid van de oudere bevolking met een verstandelijke beperking en de rol van leefomstandigheden daarbij.
Wat houdt het project in?
Tijdens het project wordt een lijst met gezondheidsindicatoren ontwikkeld die een goede voorspellende waarde voor een slechte prognose heeft en specifiek is voor gezondheid en functioneren van mensen met een verstandelijke beperking. De lijst geeft inzicht in de verdeling en ernst van kwetsbaarheid in de doelgroep en de verschillen hiervan met de algemeen oudere bevolking.
Wat is de aanpak?
Er vindt een ‘observationeel dwarsdoorsnede onderzoek’ plaats. Daarbij worden verzamelde gegevens vergeleken met internationale gegevens over de algemene oudere bevolking en met gegevens van een ziekenhuispopulatie van 65+ in de algemene Nederlandse bevolking. Ook vindt een prospectieve cohortstudie plaats met een follow-up van drie jaar. Daarin wordt bij de deelnemers gekeken naar het verloop van zelfstandigheid, medicijngebruik, botbreuken na vallen, ziekte,
52
Projecten NPO
ziekenhuisopname en overplaatsing naar een zorgintensievere setting. Hierdoor kunnen de onderzoekers bepalen welke factoren het meest bepalend zijn voor kwetsbaarheid. Ook berekenen zij hoe in deze oudere bevolkingsgroep de verdeling van gezonde en ongezonde levensjaren is.
Wat gaat het opleveren?
Dit project levert inzicht op over gezondheidsindicatoren die belangrijk zijn voor het opsporen van kwetsbaarheid bij ouderen met een verstandelijke beperking. Deze kennis zal verspreid worden via publicaties en congressen. Ook zal een nascholing ontwikkeld worden voor professionele doelgroepen. Informatie zal naar mantelzorgers worden verspreid via het Rotterdamse netwerk ouderenzorg en het consortium GOUD (Gezond ouder met een verstandelijke beperking). De uitkomsten worden overgedragen naar gemeenten en GGD, zorgverzekeraars, zorgkantoren en relevante beroepsverenigingen. Dit zal uitmonden in afspraken voor een zorgverbeteringstraject dat aansluit bij dit onderzoekstraject.
Meer informatie
Dr Michael A. Echteld,
[email protected]
53
Projecten NPO
54
Kring Ouderenzorg AMC en partners Netwerk Kring OuderenZorg AMC en partners (KOZ AMC) werkt in samenspraak met ouderen, naasten en professionals aan samenhangende ouderenzorg. Het netwerk bouwt aan een goede samenwerking tussen ouderen(organisaties) en de instellingen op het gebied van zorg, welzijn en kennis. Het netwerk werkt aan projecten rondom de thema’s: ouderen met een acute zorgvraag, oudere migranten en ouderen met cognitieve stoornissen of dementie. KOZ AMC werkt met de methode ‘action research’. Daarbij worden verbeteringen ontwikkeld en begeleid door toetsing en evaluatie. Bij alle initiatieven draait het om deelname van cliënten, praktische scholing van professionals, betere onderlinge communicatie en samenwerking. Het netwerk omvat bijna de hele opleidings- en onderzoeksregio van het AMC. Bijna 70 partijen maken deel uit van het netwerk.
Meer informatie
Sophia de Rooij, 020 566 5991, www.kozamc.nl
55
Projecten NPO
Screening voorkomt functieverlies
Titel: FIT. Functiebehoud bij ouderen in de eerste lijn in transitie Type: transitie-experiment Projectnummer: 313020201 Doelgroep: thuiswonende ouderen van 70 jaar en ouder met (mogelijke) gezondheidsproblemen in combinatie met problemen op het gebied van zorg en welzijn. Daarnaast de primaire mantelzorger van bovenstaande ouderen. Startdatum: juni 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Niet alle ouderen zijn gezond en beschikken over voldoende sociale contacten. Er zijn ouderen die een zwakke positie in de maatschappij hebben zoals chronisch zieke ouderen, eenzame ouderen, allochtone ouderen en ouderen met een laag inkomen. Deze groepen zijn vaak afhankelijk van hulpmiddelen, mantelzorg, vrijwilligerswerk en van zorg- en dienstverlening. Ook hebben zij vaak een informatieachterstand over het bestaande welzijns- en zorgaanbod. Zij zijn in meerdere opzichten kwetsbaar, hebben een verhoogd risico op functieverlies en hun zelfredzaamheid wordt bedreigd.
Wat houdt het project in?
Het onderzoek Functiebehoud in Transitie (FIT) onderzoekt of systematische screening van thuiswonende ouderen met een verhoogd risico op functieverlies en het aanbieden van preventieve interventies gecoördineerd door een praktijkverpleegkundige, zorgen voor langdurig behoud van functioneren, kwaliteit van leven en zelfredzaamheid. Het effect van de multidisciplinaire interventie en zorgcoördinatie door een praktijkverpleegkundige wordt onderzocht in een gerandomiseerd controle onderzoek.
Wat is de aanpak?
Dit transitievoorstel richt zich specifiek op thuiswonende ouderen van 70 jaar en ouder met een verhoogd risico op functieverlies. Daarnaast wil het bijdragen aan betere afstemming van zorg & welzijn, zowel binnen de eerste lijn als tussen de eerste en tweede lijn. Dit wil de KOZ bereiken door:
56
Projecten NPO
1. Het ontwikkelen van een screeningsinstrument (ISAR-PC) om patiënten van 70 jaar en ouder met een verhoogd risico op functieverlies vroegtijdig te herkennen. 2. Het aanbieden van preventieve multidisciplinaire interventies aan deze hoogrisico groep. Deze integrale interventie is gebaseerd op de belangrijkste elementen van disease- en casemanagement. De coördinatie van zorg door de praktijkverpleegkundige speelt hierbij een belangrijke rol. 3. Het ontwikkelen van een toolkit die naast het screeningsinstrument ook meetinstrumenten bevat om veel voorkomende problemen bij ouderen systematisch in kaart te brengen. Verder bevat de toolkit effectief gebleken interventies om de geriatrische problemen doeltreffend te benaderen. 4. De invoering van een multidisciplinair zorgdossier voor ouderen met een hoog risico op functieverlies. In het eerste deel van het transitie-experiment wordt het screeningsinstrument aangepast voor gebruik in de eerste lijn. Dit wordt onderzocht bij zeven huisartsenpraktijken in de regio Amsterdam. In het tweede deel worden de ouderen met een verhoogd risico op functieverlies opgespoord met de ISAR-PC screeningstest. De hoogrisico ouderen krijgen een uitgebreid geriatrisch onderzoek, gevolgd door een multidisciplinaire interventie gebaseerd op een zorgbehandelplan en zorgcoördinatie door de praktijkverpleegkundige. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in negentien huisartsenpraktijken in de regio Noord-Kennemerland.
Wat gaat het opleveren?
1. De huidige reactieve zorg wordt vervangen door proactieve zorg. 2. Een gestructureerde en valide methode om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies op te sporen en te monitoren in de huisartsenpraktijk. 3. De huidige praktijkondersteuner van de huisartsen (POH-er) vervult een zorgcoördinerende rol of is zorgcoördinator. 4. Dit levert behoud van functioneren, zelfredzaamheid, kwaliteit van leven en tevredenheid op bij patiënten. 5. Een toolkit voor geriatrische problemen, te raadplegen via www. effectieveouderenzorg.nl.
Meer informatie
Dr. S.E.J.A.de Rooij,
[email protected]
57
Projecten NPO
Van het ziekenhuis naar huis
Titel: Transmurale zorgbrug tussen eerste en tweede lijn Type: transitie-experiment Projectnummer: 311020201 Doelgroep: acuut opgenomen patiënten van 65 jaar en ouder met een verhoogde kans op functieverlies, vastgesteld met de Identifications of Seniors at Risk-Hospitalized patients (ISAR-HP), op afdelingen inwendige geneeskunde in drie ziekenhuizen in Nederland Startdatum: april 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Jaarlijks wordt 14 procent van de 65-plussers (acuut) opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag blijkt dat er in veel gevallen sprake is van functieverlies, ofwel een achteruitgang in de Activiteiten van het Dagelijks Leven (ADL). Niet alle ouderen hebben een even groot risico op achteruitgang in ADL, dit is onder andere afhankelijk van de functionele status bij opname. Het proactief opsporen van ouderen met een verhoogd risico op functieverlies tijdens de opname kan slechte uitkomsten na ziekenhuisopname voorkomen. De huidige zorg voor ouderen in het ziekenhuis kenmerkt zich echter door een focus op de ziekte waarvoor de patiënt is opgenomen. Daarnaast is de overgang van het ziekenhuis naar de thuissituatie vaak ongecoördi neerd en bereikt de informatie de huisarts vaak pas laat. Proactieve zorg tijdens ziekenhuisopname gecombineerd met een gecoördineerd verpleegkundig nazorg programma is in Nederland geen standaardzorg.
Wat houdt het project in?
Onderzoeken of een transmurale interventie leidt tot meer functiebehoud en zelf standigheid van ouderen na ontslag uit het ziekenhuis. Het gaat om geïntegreerde zorg door een wijkverpleegkundige die tot ver over de muren van het ziekenhuis reikt. Het onderzoek vindt plaats in drie ziekenhuizen en met thuiszorgorganisaties en huisartsenpraktijken in het werkgebied rond deze drie ziekenhuizen. Het effect van de geïntegreerde nazorg wordt getest in een Randomized Clinical Trial, waarbij de helft van de ouderen wel de nazorg ontvangt en de andere helft op de gebruikelijke manier uit het ziekenhuis wordt ontslagen.
58
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Alle ouderen krijgen tijdens ziekenhuisopname zorg volgens het DEFENCEzorgmodel. Dit zorgmodel bestaat uit drie stappen: 1. Screenen op verhoogd risico op functieverlies met de ISAR-HP. 2. Een geriatrisch assessment bij ouderen met een verhoogd risico op functie verlies. 3. Een multidisciplinaire interventie op basis van het zorgbehandelplan. Voor ziekenhuisontslag worden ouderen gerandomiseerd. De ouderen in de interventiegroep krijgen een transitiecoach toegewezen. Dat is een HBOopgeleide wijkverpleegkundige, die de oudere tijdens ziekenhuisopname bezoekt en vervolgens nog vijf keer na ziekenhuisontslag. Het tweede bezoek vindt plaats twee dagen na ziekenhuisontslag en focust zich dan op de medicatie en ingezette zorg. Het zorgbehandelplan wordt in de thuissituatie voortgezet. De wijkverpleegkundige heeft laagdrempelig contact met de huisarts.
Wat gaat het opleveren?
1. Implementatie van het DEFENCE-zorgmodel, een proactief zorgmodel in de deelnemende ziekenhuizen. 2. Een toolkit voor geriatrische problemen, te raadplegen via www. effectieveouderenzorg.nl. 3. Een evidence-based protocol voor de huisbezoeken na ziekenhuisopname. 4. Een opleiding praktijkondersteuning ouderenzorg, gericht op integrale zorg voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie. 5. Eén aanspreekpunt voor de patiënt en zijn mantelzorger tijdens en na zieken huisopname. 6. Het behoud van functioneren, de zelfredzaamheid en de kwaliteit van leven van patiënten. 7. Structurele financiering voor de verpleegkundige nazorg.
Meer informatie
Dr. S.E.J.A. de Rooij,
[email protected]
59
Projecten NPO
Ketenzorg voor mensen met dementie
Titel: Ketenzorg voor mensen met dementie. Versterking en evaluatie van beginnende transitie: op weg naar een complete keten Type: transitie-experiment Projectnummer: 313080201 Doelgroep: ouderen met dementie en hun mantelzorgers, zorgverleners uit de eerste lijn en overige professionals die betrokken zijn bij de zorg. Daarnaast organisaties en samenwerkingsverbanden rondom ouderen met dementie. Startdatum: november 2009 Looptijd: 3 jaar In samenwerking met: Ouderennet Vumc en partners
Waarom is het project gestart?
Door vergrijzing zal het aantal mensen met dementie de komende twintig jaar verdubbelen. Daarnaast is dementie nu al de duurste aandoening binnen de gezondheidszorg. De mogelijkheden om het welzijn en de kwaliteit van leven van ouderen met dementie en hun familie te verbeteren, worden onvoldoende benut door de huidige zorg, want deze wordt vaak pas geboden als er problemen zijn. Bovendien wordt alle zorg en ondersteuning nog te vaak afzonderlijk van elkaar en dus onsamenhangend aangeboden.
Wat houdt het project in?
Het transitie-experiment werkt aan zorg en ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Deze zorg is afgestemd op hun individuele behoeftes, is in samenhang en komt op het juiste moment. Subdoelen zijn: • Inzicht krijgen in faciliterende en belemmerende factoren voor ketenzorg, specifiek voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. • Ondersteuning van mantelzorgers zodat ze beter blijven functioneren en de mogelijkheden van hulp beter benutten. • Ontwerpen en testen van een digitaal ketenzorg dossier dementie voor bijvoorbeeld gegevensuitwisseling. • Inzicht krijgen in specifieke knelpunten en ondersteuningsbehoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers met een Turkse, Marokkaanse en Surinaamse achtergrond. • Optimaliseren van welzijn en kwaliteit van leven rondom bijvoorbeeld verpleeg huisopname door het verbeteren van de overdracht en continuïteit van zorg.
60
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
In dit transitie-experiment worden de effecten van ketenzorg vergeleken met de gebruikelijke zorg en ondersteuning. Er vindt een procesanalyse plaats om in kaart te brengen welke factoren de zorg verbeteren en welke juist belemmerend werken. Ook wordt een digitaal ketenzorg dossier dementie ontwikkeld dat voldoet aan de wensen van gebruikers en ICT-eisen. Er vinden interviews plaats met Turkse, Marokkaanse en Surinaamse mantelzorgers.
Wat gaat het opleveren?
Het verwachte resultaat is een grotere zelfredzaamheid en betere kwaliteit van leven voor ouderen met dementie. De kansen voor het transitie-experiment zijn zeer gunstig. Bijzonder is dat de twee Amsterdamse geriatrische netwerken Ouderennet Vumc en partners en Kring Ouderenzorg AMC en partners hierin met elkaar samenwerken. Zo wordt kennis gebundeld.
Meer informatie
Dr. H.P.J. van Hout,
[email protected]
61
Projecten NPO
Beslissen met kwaliteitsindicatoren
Titel: ICOVE. Ontwikkeling van een beslissingsondersteuningssysteem voor huisartsenpraktijken en de tweede lijn met behulp van kwaliteitsindicatoren. Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311020302 Doelgroep: (kwetsbare) ouderen met complexe problematiek en hun zorgverleners in de eerste en tweede lijn in de regio Amsterdam-ZuidOost Startdatum: september 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
De coördinatie en het management van zorg voor kwetsbare, oudere patiënten met complexe problematiek is in de huidige organisatie van de gezondheidszorg vaak niet optimaal. Hierbij wordt de kwaliteit van zorg slechts incidenteel en alleen evaluatief gemeten. Er ontbreekt een proactieve benadering voor het verbeteren van de kwaliteit van de ouderenzorg. Ouderen hebben geen handvatten waarmee ze de aan hen verleende zorg kunnen beoordelen.
Wat houdt het project in?
Het gebruik van indicatoren voor kwaliteit van zorg door computerprogramma’s. Het doel hiervan is het gedrag van zorgprofessionals tijdig te verbeteren door proactieve feedback aan hen te geven (zoals alerts en herinneringen). Een indicator wordt uitgedrukt als een ‘ALS-DAN-WANT-relatie’ waarbij een voorwaarde (ALS) wordt gekoppeld aan een actie (DAN) met een motivatie of bewijsvoering voor de indicator (WANT). Informatie over deze indicatoren wordt ook toegankelijk gemaakt voor de oudere cliënten en hun families.
Wat is de aanpak?
• Vertaling van internationaal erkende kwaliteitsindicatoren voor zorg voor kwetsbare ouderen naar de Nederlandse situatie. • Genereren van nieuwe kennis waar nodig door reviews van literatuur. • Ontwikkelen van beslissingsondersteunende systemen, gebaseerd op kwaliteitsindicatoren, die professionals ondersteunen bij beslissingen in de zorg voor (kwetsbare) ouderen.
62
Projecten NPO
• Evalueren in eerste lijn (huisartsenpraktijken in Amsterdam-Zuidoost) en tweede lijn (afdeling interne geneeskunde van het AMC). Vraag hier is in hoeverre het werken met beslissingsondersteuningssytemen het gedrag van artsen kan verbeteren. • Het kwaliteitssysteem inzichtelijk maken voor ouderen, cliënten en hun mantelzorgers. • Bij positieve evaluatie wordt het systeem toegankelijk voor andere netwerken rond ouderenzorg.
Wat gaat het opleveren?
Een algemene en een gedetailleerde kwantitatieve beoordeling (per geselecteerde kwaliteitsindicator) van de kwaliteit van zorg in de Kring Ouderenzorg AMC en omstreken. Daarnaast wordt er een geautomatiseerd systeem ontwikkeld voor ondersteuning van klinische beslissingen door professionals. Aan het einde van de looptijd van het project is er tevens een werkende website die het kwaliteitssysteem inzichtelijk maakt voor ouderen en hun naasten. De resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt via onder andere werkconferenties, (inter)nationale publicaties, congressen en via de websites www. effectiveolderpeoplecare.org en www.icove.info.
Meer informatie
Prof. dr. A. Abu-Hanna,
[email protected]
63
Projecten NPO
Preventie en detectie
Titel: Preventieve behandeling en vroegtijdige detectie van delirium in het ziekenhuis bij ouderen met een heupfractuur Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311020301 Doelgroep: kwetsbare oudere patiënten die acuut in het ziekenhuis worden opgenomen in verband met een niet geplande operatie van een heupfractuur Startdatum: september 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Een delirium of delier is een ernstige neuropsychiatrische aandoening en heeft een acuut begin, stoornissen in de aandacht en een wisselend bewustzijn. Ook is er vaak sprake van hallucinaties, angst, onrust en wanen. Het doormaken van een delirium is sterk belastend voor de patiënt. Patiënten met een delirium hebben ten opzichte van patiënten zonder delirium een hoger risico op een langer verblijf in het ziekenhuis, op opname in een verpleeghuis, op functieverlies en op sterfte. Zowel het voorkomen van een delirium als het tijdig herkennen en het starten met de behandeling is daarom essentieel.
Wat houdt het project in?
De verwachting is dat het preventief gebruik van melatonine-supplementen (een neuronendocrien hormoon dat een belangrijke functie heeft in het reguleren van het circadiane ritme) een positief effect heeft op het voorkomen van delier na een operatie. Daarnaast wordt onderzocht of een objectieve registratie met bewegingssensoren een mogelijke oplossing is voor het vroegtijdig herkennen van een delier.
Wat is de aanpak?
Onderzoek doen naar het effect van melatonine door uitvoering van een gerandomiseerde en voor placebo gecontroleerde studie. Een groep van 271 patiënten krijgen gedurende vijf dagen 3 mg melatonine. Een groep van 271 andere patiënten zal gedurende vijf dagen een placebo ontvangen. Als patiënten delirant worden, zullen de ziekenhuisprotocollen voor
64
Projecten NPO
medicamenteuze en niet medicamenteuze behandeling van een delier worden gevolgd, ongeacht in welke groep patiënten vallen. De registratie van bewegingspatronen (een signaal voor eventuele onrust) vindt op twee verschillende manieren plaats. Het betreft een actometer om de pols of een sensor die onder de matras ligt. Deze twee methoden worden bij 40 patiënten uitgeprobeerd. Na afloop van de studie worden de bewegingspatronen geanalyseerd en de patronen van patiënten met en zonder delier vergeleken. Tevens worden de bewegingssensoren onderling geëvalueerd, voordat verdere validatie van de sensortechniek plaatsvindt.
Wat gaat het opleveren?
De verwachting is dat dit onderzoek gegevens oplevert over de preventieve werking van melatonine bij een delirium en daarnaast inzicht biedt in de toepassing van bewegingssensoren als vroeg detectiemiddel. De resultaten van het onderzoek worden in (inter)nationale publicaties en op congressen gepresenteerd aan wetenschappers, ouderennetwerken en hun samenwerkingspartners. De bevindingen worden samengevat en verspreid onder ouderen en hun mantelzorgers. Daarnaast wordt aangedrongen op implementatie van de resultaten in richtlijnen en protocollen.
Meer informatie
Dr. S.E.J.A. de Rooij,
[email protected]
65
Projecten NPO
Nieuw meetinstrument voor indicatie
Titel: Passen en meten. Een CITO-toets voor een optimale indicatiestelling Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313020301 Doelgroep: patiënten ouder dan 65 jaar die acuut worden opgenomen in het ziekenhuis en een verhoogd risico hebben op functieverlies Startdatum: mei 2011 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Indicaties voor AWBZ-zorg sluiten niet altijd goed aan op de zorgbehoefte van kwetsbare ouderen. Dat kan voor een deel komen door de manier waarop de ernst van zowel fysieke als cognitieve beperkingen wordt bepaald tijdens de indicatiestelling. De vraag is in hoeverre preciezer meten van de ernst van beperkingen bijdraagt aan optimalisatie van die indicatiestelling. Bijvoorbeeld met behulp van een speciaal ontwikkeld meetinstrument.
Wat houdt het project in?
Dit project wil de indicatiestelling voor AWBZ-zorg en maatschappelijke ondersteuning optimaliseren. Daarvoor wordt onderzocht in hoeverre het nieuwe instrument AMC Linear Disability Score (ALDS) voorspelt of de indicatie die de oudere na ontslag uit het ziekenhuis krijgt passend is.
Wat is de aanpak?
Voorgaande wordt onderzocht met een prospectieve cohort studie. Daarbij worden kwetsbare ouderen gevolgd vanaf de voorbereiding van het ontslag uit het ziekenhuis tot en met zes maanden daarna. Deze periode is voldoende om ouderen een passende ZZP-indicatie te geven voor AWBZ-zorg en/of maatschappelijke ondersteuning. De ALDS wordt afgenomen bij ontslag, zes weken, drie maanden en zes maanden erna. De scores op de ALDS zullen worden getoetst als voorspellende waarde voor de indicatie op zes maanden. De scores worden niet gebruikt bij het vaststellen van de ZZP-indicatie.
66
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Is de evaluatie positief, dan levert het onderzoek een diagnostisch instrument op dat de indicatiestelling kan verbeteren. Dit instrument is gericht op het bepalen van het fysiek en cognitief functioneren. De resultaten zullen verspreid worden onder de professionals die instrumenten gebruiken voor het meten van de zorgbehoefte van kwetsbare ouderen. Ook worden de resultaten in een rapport beschreven dat wordt aangeboden aan ziektekostenverzekeraars. Verder zal gepubliceerd worden in (inter)nationale vaktijdschriften.
Meer informatie
Dr. S.E.J.A. de Rooij,
[email protected]
67
Projecten NPO
Inzicht in vraag van de oudere migrant
Titel: De kwetsbare oudere van allochtone herkomst op de juiste weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314020301 Doelgroep: Turkse, Surinaamse en Marokkaanse ouderen (55+) Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Ouderen van niet-westerse komaf vormen een kwetsbare en groeiende groep in Nederland. Zij hebben in vergelijking met autochtone ouderen een relatief slechte gezondheid en een lager welzijn. Daarnaast zijn er, wetenschappelijk gezien, ook weinig gegevens over deze ouderen. Er is grote behoefte aan onderzoek om de oudere migrant beter in beeld te krijgen. Dat is ook gesignaleerd door het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM).
Wat houdt het project in?
Het project maakt een planmatige probleemanalyse van de aansluiting tussen de behoeften van oudere migranten en de voorzieningen van zorg en welzijn. Dit biedt goede kansen voor de ontwikkeling van een effectief interventieprogramma dat het aanbod optimaal laat aansluiten op de vraag van allochtone ouderen.
Wat is de aanpak?
De analyse bestaat uit een literatuuronderzoek en een kwalitatieve inventarisatie van de individuele en omgevingsdeterminanten van het gebruik van voorzieningen. Er worden zes focusgroepen met allochtone ouderen gestart en 200 ouderen (met mantelzorgers en hulpverleners) ondervraagd tijdens een semigestructureerd interview. Ook worden allochtone zelforganisaties, professionals in zorg en welzijn, financiers en beleidsmakers geïnterviewd.
68
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project legt de basis voor een systematische ontwikkeling van een interventie programma. Bijvoorbeeld door een analyse van doelgroepen en settings, goede ervaringen en best practices, het definiëren van veranderdoelen en determinanten van de beoogde veranderingen. In het laatste half jaar van het project vindt de voorbereiding van de ontwikkeling van het interventieprogramma plaats. De resultaten uit de analyse zullen worden gepresenteerd en bediscussieerd met actoren en stakeholders, met als doel: concrete uitwerking in een interventie programma..
Meer informatie
Dr. M.L. Essink-Bot,
[email protected]
69
Projecten NPO
Putten uit eigen kracht
Titel: EigenKrachtWijzer. Van zorg naar welzijn vanuit de eigen kracht van de kwetsbare ouderen en hun omgeving Type: implementatieproject Projectnummer: 314020401 Doelgroep: inwoners van Almere (ouderen in het bijzonder), professionals op het gebied van wonen, werken, welzijn en zorg en andere gemeenten Startdatum: september 2010 Looptijd: 2 jaar
Waarom is het project gestart?
Uit onderzoek blijkt dat als een kwetsbare en afhankelijke oudere alles uit handen wordt genomen, er geen spanning meer is tussen de behoeften en de vervulling daarvan. Regie over eigen leven vergroot de motivatie om die regie ook op langere termijn te willen behouden. De EigenKrachtWijzer wil ouderen met meervoudige en complexe problemen de mogelijkheid bieden om vanuit eigen kracht, in hun eigen omgeving de kwaliteit van leven en de regie over het eigen leven te verbeteren. De methode is al ontwikkeld met zorg- en welzijnspartijen, de methode is echter nog niet ingevoerd.
Wat houdt het project in?
De EigenKrachtWijzer is een digitale vragenlijst over alle zorg- en welzijnsthema’s waarmee ouderen te maken hebben. De lijst ondersteunt ouderen bij het vinden van eigen mogelijkheden voor het oplossen van knelpunten. Ook biedt de wijzer ouderen inzicht in de mogelijkheden om zelf hulpbronnen te activeren die hun kwaliteit van leven kunnen verhogen. Verder ondersteunt het instrument de cultuuromslag in denken en handelen van de professionals.
Wat is de aanpak?
Het project heeft drie onderdelen: 1. Ontwikkelen van een veranderstrategie die is toegesneden op de doelgroep: burgers, professionals en gemeenten. 2. Uitvoering: opstarten van het implementatieproject, publiciteit en instructie, ontwikkelingsonderzoek en borging en financiering. Een van de stappen hierbij
70
Projecten NPO
is een campagne. Denk aan briefkaarten met informatie, artikelen en informatiesessies. Verder zal het gebruik van de wijzer onderzocht worden onder 200 ouderen, waarvan 100 de wijzer hebben gebruikt. Onderzocht worden de ervaringen en het verschil in gevonden oplossingen door ouderen uit de verschillende groepen. 3. Evaluatie met als focus de succes- en faalfactoren van de invoering en de ervaring van ouderen en professionals met het veranderproces. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van een rapportagetool, een evaluatieformulier voor professionals en interviews met mensen uit de doelgroep, de Wmo-raad en het Adviesorgaan Senioren Almere.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert veel kennis op die zal verschijnen in een eindrapport en publicaties. Ook zorgt het project voor een instrument dat iedere gemeente kan gebruiken. Veel gemeenten hebben hiervoor al belangstelling en met een aantal gemeenten zijn al gesprekken gaande over het gebruik van de EigenKrachtWijzer.
Meer informatie
Drs. E. Botjes,
[email protected]
71
Projecten NPO
Hulp via jongeren
Titel: Meer mantelzorg Type: implementatieproject Projectnummer: 314020202 Doelgroep: Marokkanen, Turken, Creoolse en Hindoestaanse Surinamers en Chinezen Startdatum: november 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Allochtone ouderen zijn een moeilijk te bereiken groep voor gemeenten, zorg instellingen en patiëntenorganisaties. Hun jongeren staan echter zowel in de moderne wereld als in de wereld van traditionele familieverbanden waarin zorgen voor je ouders gewoonte is. De jongeren vormen daarmee de sleutel voor een sterker netwerk. Daarom is de website zorgvoorjeouder.nl gestart, een site waar Marokkaanse jongeren informatie vinden over mantelzorg. In praktische zin is de website succesvol, een wetenschappelijke onderbouwing echter is er niet. Bovendien is er geen site voor andere etnische doelgroepen.
Wat houdt het project in?
Dit project onderbouwt de effecten van zorgvoorjeouders.nl zodat verantwoorde toepassing ook bij andere doelgroepen kan plaatsvinden. Aansluitend zullen vier etnisch-specifieke versies van de site worden ontwikkeld.
Wat is de aanpak?
Het werkingsmechanisme van de site wordt explorerend onderzocht, evaluatie vindt plaats op procesniveau. De dominante thema’s in de Marokkaanse mantel zorg worden onderzocht, net als de factoren die bijdragen aan onjuist medicijn gebruik bij ouderen en de schakels tussen mantelzorg en medicijngebruik. Vervolgens worden vier etnisch-specifieke versies van de website ontwikkeld, in nauwe samenwerking met zorgprofessionals, vertegenwoordigers en eind gebruikers van de site. Invoering omvat bouw, organisatorische inbedding, communitybuilding en twee zorginhoudelijke thematische campagnes. Vervolgens vindt effectmeting plaats.
72
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project levert vijf wetenschappelijk onderbouwde sites op voor diverse etnische doelgroepen. Die geven niet alleen informatie, maar bieden ook ruimte voor interactie, lotgenotencontact, vragen en antwoorden, een online apotheker en arts. De site wordt ingebed in de netwerken van het NPO. Daarnaast vindt deskundigheids bevordering plaats via hogescholen en ROC’s en via nascholing voor professionals, steunpunten mantelzorg en patiëntenverenigingen.
Meer informatie
Drs. ing. M.J. D’Agata,
[email protected]
73
Projecten NPO
74
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord wil ouderen ondersteunen die problemen hebben met zorg, welzijn en wonen. Samen met ervaringsdeskundigen – ouderen – zet het netwerk projecten op die ertoe leiden dat ouderen langer zelfstandig kunnen leven. Met een hogere kwaliteit van leven. Omdat de regio zo uitgestrekt is, zijn meerdere zorgnetwerken opgezet. Wel werken deze met een gemeenschappelijke visie en doelstelling. Het netwerk heeft meer dan vijftig partners. Projecten richten zich op de thema’s kwetsbaarheid, complexiteit van de zorgvraag en het welbevinden van ouderen. Het netwerk streeft naar betere herkenning van zorgvragen en behoeften van ouderen. Ook wil Netwerk Ouderenzorg Regio Noord inzicht krijgen in de samenhang tussen ziekte, behandeling, beperkingen en welbevinden. Een speciaal triageinstrument moet helpen bij het signaleren van kwetsbare ouderen en bij het bepalen van het zorgpad dat het beste bij hen past.
Meer informatie
Klaske Soepboer, officemanager, 050 361 3921
75
Projecten NPO
Zorgpaden op maat
Titel: Analyse van zorgbehoeften en organiseren van zorg en ondersteuning vanuit het perspectief van de oudere Type: transitie-experiment Projectnummer: 311010201 Doelgroep: 65-plussers Startdatum: november 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Veel ouderen hebben (gezondheids)problemen. Bijvoorbeeld geheugenverlies, dementie, incontinentie en sociaal isolement. Deze problemen komen vaak in combinatie met elkaar voor. Bovendien kunnen ze elkaar beïnvloeden. De huidige zorg gaat echter vaak uit van enkelvoudige ziektemodellen. Bij iedere aandoening zijn dan zorgverleners vanuit een andere setting betrokken. Dit leidt geregeld tot overlap, lacunes en tegenstrijdige behandelingen. Daarnaast heeft volledig herstel vaak de prioriteit, terwijl juist het welbevinden van ouderen centraal zou moeten staan. Het huidige aanbod voldoet daarom vaak niet aan de feitelijke vraag. Een transitie van het huidige aanbod en de huidige organisatie naar een ‘nieuwe standaard’ is hard nodig.
Wat houdt het project in?
Met het triage-instrument ‘Behoefte als kompas, de oudere aan het roer’ wordt de zorgbehoefte vanuit het perspectief van de oudere in kaart gebracht. Gekeken wordt naar de kwetsbaarheid, de complexiteit van de zorgsituatie en het welbevinden van ouderen. Daarnaast wordt gekeken naar persoonlijke voorkeuren van ouderen ten aanzien van zorg en ondersteuning. Ruim 2000 ouderen doen mee aan het experiment, zowel relatief gezonde ouderen als zeer kwetsbare ouderen met hoogcomplexe zorg.
Wat is de aanpak?
Ouderen vullen een vragenlijst in, waarvan de resultaten via een internetapplicatie direct inzichtelijk zijn voor de behandelaars en zorgverleners. Op basis van alle
76
Projecten NPO
gegevens worden ouderenprofielen ontwikkeld, die de basis vormen voor het ontwikkelen van zorgpaden. Dat gebeurt met panels van professionals en ouderen. De zorgpaden worden uiteindelijk ook in de internetapplicatie opgenomen. Ouderen worden gedurende drie jaar gevolgd, waarin ze drie keer het triageinstrument invullen.
Wat gaat het opleveren? • • • •
een beproefd triage-instrument; een internetapplicatie als elektronisch dossier; ouderenprofielen en zorgpaden; onderzoeksgegevens over kosten in relatie tot ouderenprofielen en zorgpaden.
Meer informatie
Prof. dr. J.P.J. Slaets, UMCG,
[email protected]
77
Projecten NPO
Preventief en samenhangend zorgaanbod
Titel: Programma geïntegreerde ouderenzorg (pgo). Herontwerp van zorgaanbod: naar vraaggerichte samenhangende proactieve en preventieve zorg en begeleiding voor ouderen Type: transitie-experiment Projectnummer: 314010201 Doelgroep: ouderen van 75 jaar of ouder, thuiswonend of in een verzorgingshuis Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Het huidige zorgaanbod is ingericht op het oplossen van acute en kortdurende gezondheidsproblemen. Het aanbod is nog niet in staat om optimaal te voldoen aan langdurige complexe zorgbehoeften van ouderen.
Wat houdt het project in?
Het Chronic Care Model (CCM) kan een mogelijke oplossing bieden. Het doel van dit model is het ontwikkelen van een samenhangende proactieve en preventieve zorg voor chronisch zieke ouderen. Het project zal vier basisonderdelen van het CCM realiseren in tien à twaalf huisartsenpraktijken in Noord-Nederland.
Wat is de aanpak?
Een gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek zal inzicht geven in het effect van het ‘Programma geïntegreerde ouderenzorg’ (PGO). Bijvoorbeeld het effect op de complexiteit van zorgbehoeften, het welbevinden van ouderen, hun zelfredzaamheid, de belasting van mantelzorgers, de kwaliteit van zorg, het zorggebruik en de kosten.
Wat gaat het opleveren?
Levert het PGO goede resultaten op, dan is het de bedoeling het structureel als nieuw zorgmodel in te voeren. Via presentaties en publicaties gaan de onderzoekers kennis overdragen. Ook zullen zij hierover een handboek en een trainingsprogram ma voor professionals ontwikkelen. Verder wordt een boekje met ervaringsverhalen samengesteld. Via een website zijn alle ontwikkelde materialen toegankelijk.
78
Projecten NPO
Meer informatie
Dr. K. Wynia,
[email protected]
79
Projecten NPO
Meerdere disciplines vertegenwoordigd
Titel: Interdisciplinair opleidingsmodel Ouderenzorg. Samen ontwikkelen, samen opleiden en samenwerken Type: transitie-experiment Projectnummer: 310300003 Doelgroep: vijf tot tien huisartsenpraktijken in de regio Groningen Startdatum: december 2010 Looptijd: 16 maanden
Waarom is het project gestart?
Ouderen leven langer en wonen langer thuis. Daardoor groeit de vraag naar complexere zorg in de thuissituatie. De verwachtingspatronen over deze zorg verschuiven van behandeling die op traditionele ziekten is georiënteerd naar kwaliteit van leven en welbevinden. Bestaande zorgopleidingen zijn echter vooral georiënteerd op ziekten en disciplinegebonden. Nieuwe verwachtingspatronen vereisen betere samenwerking en integratie bij zowel de zorgverlening als bij aspecten van wonen en welzijn. Van zorgverleners worden dus ook nieuwe en aangepaste competenties vereist om hieraan te kunnen voldoen.
Wat houdt het project in?
Van iedere onderwijsvernieuwing zijn de bouwstenen: leerdoelen, leermiddelen en toetsen. Dit project richt zich specifiek op de ontwikkeling van generieke competenties die toegepast worden in een interdisciplinaire context. De onder zoekers ontwikkelen een interdisciplinair opleidingsmodel dat zal bijdragen aan duurzame en generiek toepasbare verbeteringen in de ouderenzorg.
Wat is de aanpak?
Het onderzoek combineert theoretische kennis uit diverse opleidingsmodellen met kennis uit expertpanels en gebruikt de setting van huisarts met praktijkonder steuner. Zij volgen samen de modules, reflecteren hierop en passen deze toe op hun eigen werkplek. Zo worden ontwikkelde competenties, leerdoelen en leermiddelen direct gekoppeld aan de vragen en verwachtingspatronen van de ouderen. Het project werkt vanuit de theorie (het interdisciplinaire opleidingsmodel) naar de
80
Projecten NPO
praktijk (pilot met de huisarts en praktijkondersteuner) en weer terug naar de theorie. De pilot wordt namelijk geëvalueerd en de uitkomsten worden gebruikt om het opleidingsmodel te verbeteren. Bij die evaluatie wordt gelet op het onderwijskundig proces, maar ook op het resultaat voor de zorgverlener en de oudere.
Wat gaat het opleveren?
Het project zal een document opleveren waarin generieke competenties in een interdisciplinaire context staan omschreven. Deze vormen de basis voor andere interdisciplinaire scholing voor professionals in de ouderenzorg. Ook beschrijft het document de leermiddelen en toetsen die kunnen worden ingezet om de competenties te behalen.
Meer informatie
Drs. A.V.M. van Etten,
[email protected]
81
Projecten NPO
Meetinstrumenten voor kwetsbaarheid
Titel: Het triage-instrument. (Predictieve) validiteit van de Groninger Frailty Indicator, de INTERMED cliëntversie en de Welbevindenlijst Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311010301 Doelgroep: 65-plussers in regio Noord-Nederland Startdatum: november 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Tweederde van de ouderen tussen de 65 en 75 jaar heeft minstens twee chronische aandoeningen. Bij ouderen ouder dan 85 jaar is dit toegenomen tot 85 procent. Het gevolg: de lichamelijke en mentale vitaliteit van ouderen neemt af. Komt de vitaliteit onder een bepaalde drempel, dan voldoen ouderen aan de criteria voor kwetsbaarheid. Deze kwetsbaarheid verhoogt de kans op bijvoorbeeld verminderd welbevinden. Om dit soort slechte gezondheidsuitkomsten te voorkomen zullen we bij ouderen moeten vaststellen of zij kwetsbaar zijn en of zij complexe (zorg) behoeften hebben. Op dit moment bestaat hiervoor nog geen betrouwbaar en valide instrument.
Wat houdt het project in?
Het project gaat instrumenten onderzoeken op hun betrouwbaarheid en validiteit. Het gaat om: • de Groninger Frailty Indicator (GFI, voor het meten van de kwetsbaarheid van ouderen); • de INTERMED cliëntversie (voor het meten van de complexiteit van de (zorg) situatie van ouderen); • de Welbevindenlijst.
Wat is de aanpak?
In een crosssectorale studie onder 350 ouderen zal een klinimetrische evaluatie plaatsvinden van de INTERMED cliëntversie en de Welbevindenlijst. De onder zoekers zullen de uitkomsten van de te ontwikkelen instrumenten vergelijken met
82
Projecten NPO
uitkomsten van soortgelijke meetinstrumenten. De voorspellende waarde van de instrumenten bepalen zij in een longitudinale studie onder zo’n 6000 ouderen. Ook wordt de prevalentie van kwetsbaarheid in bepaalde subgroepen vastgesteld.
Wat gaat het opleveren?
Bij positieve uitkomsten zal het project een betrouwbaar en valide triageinstrument opleveren. Dit kan bijvoorbeeld worden ingezet voor het vaststellen van gezondheidsprofielen die nodig zijn voor het ontwikkelen van vraaggerichte zorgpaden. Het instrument geeft inzicht in de huidige situatie van ouderen. Deze informatie draagt bij aan het verbeteren van de zorg aan ouderen. Voorspellen wie een verhoogd risico heeft op een specifieke uitkomst bijvoorbeeld, helpt om te focussen binnen preventiestrategieën. Het definitieve triage-instrument zal worden verspreid op papier en digitaal zodat het geïntegreerd kan worden in geautomatiseerde systemen. De resultaten van het project worden gepubliceerd in nieuwsbrieven, op een website, en in weten schappelijke tijdschriften. Studenten en zorgverleners krijgen training in het gebruik van het instrument via opleidingsprogramma’s.
Meer informatie
Prof. dr. J.P.J. Slaets,
[email protected]
83
Projecten NPO
Informatie op internet beschikbaar
Titel: Help dement! Patiënt en mantelzorger aan het woord Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314010301 Doelgroep: ouderen met dementie, mantelzorgers en familieleden en professionals Startdatum: december 2010 Looptijd: 30 maanden
Waarom is het project gestart?
Cognitieve stoornissen, met name dementie, zijn een groeiend probleem omdat de zorg hiervoor complex is, de zorgbehoefte groot en er vaak een beroep wordt gedaan op mantelzorg door al oudere familieleden. Onderzoek laat zien dat betrouwbare, hoogwaardige en belevingsgerichte gezondheids(zorg)informatie een steun kan zijn voor patiënten en hun verzorgers. Bijvoorbeeld omdat zij zich zo kunnen voorbereiden op wat komen gaat en eventueel tijdig noodzakelijke maatregelen kunnen treffen.
Wat houdt het project in?
In samenwerking met patiëntenverenigingen, professionals en vrijwilligers- en zorgorganisaties maken de onderzoekers gebruik van een in Oxford ontwikkelde methodiek. De bedoeling is ervaringen van patiënten met dementie en van hun mantelzorgers geschikt en beschikbaar te maken voor publicatie op een algemeen toegankelijke website. In Oxford wordt al 10 jaar volgens deze methode gewerkt en inmiddels zijn er meer dan 60 onderwerpen (’modules’) op hun website gepubliceerd (http://www.healthtalkonline.org). Kenmerkend daarbij is de diepgang.
Wat is de aanpak?
Met patiënten en andere betrokkenen houden de onderzoekers diepte-interviews om de ervaringen met het doorgemaakte zorgproces in kaart te brengen. Zij gaan net zo lang door met het verzamelen van gegevens totdat zij ervan overtuigd zijn dat alle relevante gegevens verzameld zijn. Gemiddeld zijn hiervoor 40 tot 50
84
Projecten NPO
interviews nodig. Op basis van de transcripties worden 25 onderwerpen geselecteerd die de geïnterviewden het meest belangrijk vinden. De delen van de interviews die op deze onderwerpen betrekking hebben worden in de vorm van thematische samenvattingen op de website geplaatst. Ook worden links toegevoegd naar bronnen met betrouwbare medisch-inhoudelijke informatie, patiëntenverenigingen en ondersteuningsmogelijkheden.
Wat gaat het opleveren?
Op de website (www.praten-over-gezondheid.org) komen twee modules: één over ervaringen van patiënten en één over die van de mantelzorgers. Door het hele land zullen voor deze doelgroepen presentaties worden gegeven, bijvoorbeeld tijdens Alzheimercafés. Voor professionals en studenten worden opleidings- en e-learningmodules ontwikkeld en symposia en bijscholings-activiteiten georganiseerd. Ook wordt gepubliceerd in tijdschriften.
Meer informatie
Dr. P.A. Wiegersma,
[email protected]
85
Projecten NPO
Gezonde leefstijl
Titel: DELFGOUD: een innovatieve strategie om de sociale competentie en gezonde leefstijl van zelfstandig wonende ouderen > 65 jaar te bevorderen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314010302 Doelgroep: ouderen van 65 jaar en ouder in Delfzijl Noord en omgeving Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Delfzijl Noord en omgeving is een van de wijken met de laagste score op Sociaal Economische Status in Nederland. Het RIVM heeft geconstateerd dat er samenhang is tussen een lage SES en ongezonde leefstijlkenmerken en gezondheidsachterstand in termen van lagere levensverwachting. Inmiddels is duidelijk geworden dat het beïnvloeden van de gezondheidssituatie van ouderen in achterstandssituaties vraagt om een multifactoriële aanpak. Die houdt in dat meerdere ongezonde leef stijlkenmerken in samenhang beïnvloed moeten worden en dat gebruikgemaakt moet worden van een wijkgerichte aanpak, afgestemd op de wensen en behoeften van de doelgroep.
Wat houdt het project in?
Het project DELFGOUD, dat in overleg met ouderen in de wijk is ontwikkeld, bestaat uit vier deelinterventies: een bewegingsinterventie, een sociale interventie en vaardigheidstraining, een antidepressieprogramma en een voedingsprogramma. Ook wordt onderzocht in hoeverre deelname aan het DELFGOUD-programma van invloed is op de kwaliteit van leven van ouderen in Delfzijl Noord en omgeving.
Wat is de aanpak?
In totaal zullen ongeveer 240 ouderen aan het onderzoek deelnemen. Daarbij ver gelijken de onderzoekers ouderen die een interventie krijgen aangeboden met ouderen in een controlegroep. Via vragenlijsten houden ze een voor- en nameting waarbij zij primair kijken naar het verschil in kwaliteit van leven. Ook worden lichamelijke fitheid, sociale contacten, depressie, voedingsgedrag en angst gemeten.
86
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
De kennis en inzichten die het project oplevert komen beschikbaar voor professionals in de vorm van een video en een handleiding. Ook wordt een training gegeven om het programma uit te voeren. Het DELFGOUD-programma wordt verder landelijk aangeboden in het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen en de resultaten worden gepubliceerd.
Meer informatie
Dr. M.H.G. de Greef,
[email protected]
87
Projecten NPO
Cursusaanbod voor eigen regie en welbevinden
Titel: De implementatie van de GRIP- en GLANS-cursussen. Een zelfmanagement cursus aanbod voor ouderen gericht op eigen regie en welbevinden Type: implementatieproject Projectnummer: 313010401 Doelgroep GRIP-cursus: matig kwetsbare ouderen van 65 jaar en ouder voor wie het bezoeken van een groepscursus te lastig is GLANS-cursus: sociaal kwetsbare vrouwen van 60 jaar en ouder die mobiel genoeg zijn om naar een groepscursus te komen Startdatum: april 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
De afgelopen jaren raken steeds meer mensen er van overtuigd dat ouderenzorg niet alleen draait om medische zorg, maar ook om ondersteuning van eigen regie en welbevinden. Het blijkt echter moeilijk deze concepten inhoudelijk goed in te vullen en praktisch toepasbaar te maken. Als dat wel lukt, zoals bij de GRIP- en GLANS-aanpak, is de volgende uitdaging om dit aanbod ook daadwerkelijk in de praktijk in te voeren.
Wat houdt het project in?
De doelstelling van dit project is de planmatige invoering van het evidence-based GRIP en GLANS-cursusaanbod in zorg- en welzijns-organisaties. Een tweede doel is dit proces systematisch te evalueren. Ouderenbonden, belangenorganisaties, beleidsmakers en zorgverzekeraars zijn vanaf het begin betrokken voor de verankering van het aanbod in de praktijk van het ouderenwerk.
Wat is de aanpak?
Vijftien zorg- en welzijnsorganisaties in de regio Groningen worden benaderd om de cursussen in hun aanbod op te nemen. Binnen deze organisaties krijgen minimaal dertig professionals een training om de cursussen aan ouderen te gaan geven. Samen met de organisaties worden minimaal vierhonderd ouderen geworven voor deelname aan de cursussen.
88
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het doel is dat de cursussen structureel onderdeel zijn van het zorg- en welzijns aanbod voor kwetsbare ouderen. De handleiding voor docenten en de werkmap voor ouderen zijn zodanig gedetailleerd dat de cursussen gestandaardiseerd kunnen worden aangeboden. De resultaten worden beschreven in (inter)nationale tijdschriften en gepresenteerd op symposia en congressen.
Meer informatie
Dr. N. Steverink,
[email protected]
89
Projecten NPO
Langer zelfredzaam dankzij techniek
Titel: Het implementeren van De ‘Verzoamelstee’: het gebruik van ICT-voorzieningen voor het verhogen van welzijn, kwaliteit van leven en zelfredzaamheid bij ouderen Type: implementatieproject Projectnummer: 310300003 Doelgroep: kwetsbare ouderen in landelijke gebieden Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Ouderen willen het liefst zo lang mogelijk zelfstandig wonen in hun eigen omgeving. Op het platteland, waar de voorzieningen zijn verdwenen maar nog wel een dorpshuis is, wordt het voor ouderen echter steeds moeilijker om hun zelf standigheid en sociale leven te behouden. Kortom de leefbaarheid staat onder druk.
Wat houdt het project in?
De Verzoamelstee is een ICT-voorziening in het dorpshuis van drie kleine dorpen in Groningen. De voorzieningen zijn daar al enige tijd verdwenen. Er is geen winkel, geen arts en jongere inwoners werken overdag. De Verzoamelstee maakt het mogelijk om met een beeldtelefoon en video contact te leggen met de gemeente, welzijnsdiensten, (huis)artsen en aanbieders van diensten en zorg. De ouderen krijgen bij gebruik van de Verzoamelstee ondersteuning van een dorpshuis medewerker. Die gaat uit van de kracht van de bestaande sociale structuren in en om het dorp en bouwt daarop voort.
Wat is de aanpak?
Het project bestaat uit vier fasen. In de eerste fase definiëren de onderzoekers samen met de ouderen in het dorp welke diensten wenselijk zijn. In de tweede fase worden voorzieningen geïnstalleerd, de diensten aangeboden en in gebruik genomen. Daarbij komt de dorpshuismedewerker ook nadrukkelijk in beeld. In de derde fase breiden de onderzoekers de diensten uit en plaatsen zij in een pilot de ICT-voorziening bij enkele kwetsbare ouderen in huis. In de vierde fase worden een
90
Projecten NPO
procesevaluatie, een effectevaluatie en een kosteneffectiviteitanalyse uitgevoerd. Bij de gebruikers wordt gemeten of er draagvlak is en wat het effect is op eenzaamheid, welzijn en kwaliteit van leven. Bij publieke en private organisaties stellen onderzoekers vast of de gewenste diensten kunnen worden verstrekt. Op gemeentelijk en overheidsniveau onderzoeken zij of de Verzoamelstee kosten effectief is. Daarnaast wordt in het begin van het project een business case opgesteld voor over drie jaar als het project is afgelopen.
Wat gaat het opleveren?
Het doel is de Verzoamelstee, zonder subsidies, deel te laten uitmaken van het voorzieningenaanbod voor ouderen. Als de invoering in drie dorpen succesvol lijkt, kan het concept, zeker in de krimpregio, worden uitgerold over andere dorpen en gebieden waar sprake is van dezelfde problematiek. Alle Groninger gemeenten en de vereniging van Groninger dorpen hebben al aangegeven dat zij geïnteresseerd zijn in de resultaten. Iedereen kan de voortgang van het project volgen via de nieuwsbrief. De resultaten van de proces- en effectevaluatie en de kosten effectiviteitanalyse worden door middel van gerichte publiciteit weer gegeven.
Meer informatie
Mevrouw L.H.T. Brouwer,
[email protected]
91
Projecten NPO
92
Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen Het Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen (NUZO) streeft naar grotere zelfredzaamheid van ouderen, het voorkomen van onnodig functieverlies en minder zorgbelasting voor kwetsbare ouderen. Daarvoor werken de ruim 45 partners binnen het netwerk aan een samenhangend zorgaanbod dat is afgestemd op elke oudere en zijn behoefte. De focus van de projecten ligt op drie thema’s: zelfredzaamheid, preventie en integrale zorg. Deze thema’s zijn gekozen na een inventarisatie in de regio onder ouderen en hun vertegenwoordigers, zorgaanbieders, welzijnsinstellingen, lokale overheidsinstellingen en kennisinstituten. Voor NUZO is diversiteit bij de projecten een belangrijk uitgangspunt. De ‘individuele oudere’ is het uitgangspunt. Verder kiest het netwerk voor zoveel mogelijk integrale zorg en ondersteuning.
Meer informatie
Meta de Graaff, stafmedewerker, 088 756 8558, www.nuzo-utrecht.nl
93
Projecten NPO
Screenen en coördineren
Titel: Om u. ‘Iemand met overzicht die met me meedenkt’ Type: transitie-experiment Projectnummer: 311040201 Doelgroep: kwetsbare ouderen in de regio Utrecht (60+) en hun naasten Startdatum: oktober 2009 Looptijd: 3 jaar Organisatie: UMC Utrecht, Julius Centrum
Waarom is het project gestart?
Ouderen hebben vaak met meerdere zorgverleners tegelijk te maken doordat zij ook meerdere problemen of ziektes tegelijk hebben. Zij hebben daarbij wel behoefte aan overzicht en coördinatie van alle zorg die ze ontvangen. Ook kunnen ze wel hulp gebruiken bij het nemen van beslissingen over hun gezondheid. Verder blijkt vaak dat huisartsenpraktijken kwetsbare ouderen onvoldoende in beeld hebben. Bijvoorbeeld vanwege gebrek aan tijd en middelen. De zorg voor ouderen in Utrecht blijkt bovendien versnipperd; hulpvragen van ouderen worden apart van elkaar behandeld en samenwerking en coördinatie ontbreekt.
Wat houdt het project in?
Dit project werkt aan de volgende oplossingen: • Een praktijkverpleegkundige ouderenzorg die in de praktijk screent op kwets baarheid en complexiteit. Deze stelt een geïntegreerd zorgplan op en heeft de rol van coördinator. • Een innovatief hulpinstrument (U-prim) dat kwetsbaarheid signaleert en in de gaten houdt. Dat gebeurt op basis van gegevens die huisartsen al routinematig registreren.
Wat is de aanpak?
De U-Prim signaleert kwetsbare ouderen in de huisartsenpraktijk. De huisarts en/of de praktijkverpleegkundige ouderenzorg maken op basis hiervan een zorgplan op maat. Dat gebeurt in samenwerking met de patiënten en de mantelzorger. De praktijkverpleegkundige houdt contact met hen en ziet erop toe dat het zorgplan
94
Projecten NPO
wordt uitgevoerd. Daarnaast overlegt de huisarts regelmatig met andere zorg verleners waardoor de kwetsbare oudere een optimale behandeling krijgt. De aanpak wordt uitgebreid geëvalueerd. Zijn de resultaten goed, dan wordt met de zorgverzekeraar besloten of de zorgbudgetten kunnen worden overgeheveld van de AWBZ naar de eerstelijnszorg.
Wat gaat het opleveren?
• een beproefd, proactief screeningsinstrument waarmee kwetsbare ouderen gesignaleerd worden; • zorginnovaties, bijvoorbeeld een zorgplan, die zijn in te voeren via het onderwijs in de regio; • uitkomsten van een evaluatie onder patiënten, mantelzorgers en zorgverleners; • vergelijking tussen de nieuwe aanpak en de oude aanpak – zoals het effect op het aantal spoedopnames en medicatiegebruik; • plan voor structurele financiering als blijkt dat de aanpak goed werkt.
Meer informatie
Prof. dr. N.J. de Wit,
[email protected]
95
Projecten NPO
De zorg dichterbij oudere migranten
Titel: Stem van de oudere migrant Type: transitie-experiment Projectnummer: 314040201 Doelgroep: zelfstandig wonende migranten van 55 jaar en ouder in drie gemeenten uit de NUZO-regio Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Oudere, niet-westerse migranten hebben problemen om de juiste voorzieningen voor zorg, wonen en welzijn te vinden. Nog steeds, ondanks een aantal succesvolle initiatieven op dit vlak. Mogelijke oorzaak is dat het aanbod onvoldoende is afgestemd op de cultuurspecifieke wensen en behoeften. Volgens de oudere migrant zelf zijn de voorzieningen daardoor moeilijk toegankelijk. Bovendien wordt de doelgroep nauwelijks betrokken bij de ontwikkeling van het zorgaanbod. Als oudere migranten weinig tot geen gebruikmaken van de voorzieningen, verslechtert hun lichamelijke en geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven.
Wat houdt het project in?
Dit project wil sleutelfiguren inzetten uit de gemeenschap van oudere migranten. Zij kunnen de ouderen helpen om gebruik te maken van de bestaande voorzieningen voor zorg, wonen en welzijn. De sleutelfiguren hebben een vertrouwensband met de oudere migranten en zijn in staat bruggen te slaan naar vertegenwoordigers van de betrokken instellingen. De sleutelfiguur inventariseert de wensen en behoeften tijdens huisbezoeken en voorlichtingsbijeenkomsten. Hij vormt een gespreksgroep rondom een bepaald thema en inventariseert de ervaren problemen. De sleutelfiguren behartigen de belangen en wensen van de oudere migranten en proberen samen met hen hun doelen op het gebied van zorg, wonen en welzijn te verwezenlijken.
96
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Op drie locaties wordt de inzet van de sleutelfiguren geëvalueerd. Dat gebeurt aan de hand van het effect op het gebruik van voorzieningen door oudere migranten, hun ervaren kwaliteit van leven en zelfredzaamheid. Het gaat allereerst om een kwantitatieve effectevaluatie. Deze heeft een pre-post design met een controle groep. De eerste meting in de interventiegroep vindt plaats voor, tijdens of kort na het individuele huisbezoek van de sleutelfiguur. De tweede meting is ongeveer anderhalf jaar later. Daarnaast vindt een kwalitatieve procesevaluatie plaats. Deze richt zich op het functioneren van sleutelfiguren, de informatiebijeenkomsten en de verbetertrajecten. Verder zullen focusbijeenkomsten worden georganiseerd en doelen in de gaten gehouden worden.
Wat gaat het opleveren?
De projectgroep zal het transitieproces nauwkeurig evalueren en beschrijven. Dit leidt tot een blauwdruk van hoe oudere migranten beter de weg vinden naar de zorg- en welzijnsinstellingen. Bij positieve resultaten kunnen ook andere gemeenten de nieuwe werkwijze invoeren. Ook kunnen zij het scholings- en opleidingstraject dat in dit project is ontwikkeld gebruiken, eventueel aangepast op basis van ervaringen. Ervaringen met het project zullen ook via de project website en de nieuwsbrief van het netwerk verspreid worden onder gemeenten. Verder krijgen de wetenschappelijke resultaten een plaats in publicaties in (inter) nationale tijdschriften en lezingen op congressen. Het project wordt afgesloten met een proefschrift.
Meer informatie
Dr. B. Steunenberg,
[email protected]
97
Projecten NPO
Alles kunnen blijven doen
Titel: Oud met functiebehoud. Welke factoren bepalen functiebehoud bij ouderen? Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311040301 Doelgroep: mannen en vrouwen tussen de 45 en 90 jaar die in Utrecht of omgeving wonen Startdatum: september 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Ouderdom gaat veelal gepaard met beperkingen en verlies van vitaliteit. Dit kan leiden tot wankel evenwicht in het dagelijks leven en ervoor zorgen dat kleine verstoringen grote gevolgen hebben. Ouderen balanceren tussen willen en kunnen, draagkracht en draaglast en ze zijn vaak kwetsbaar. Wordt functionele achteruit gang voorkomen, dan behouden ze de balans in het dagelijks leven. Dat verkleint het risico op afhankelijkheid van anderen en institutionalisering. Functiebehoud heeft prioriteit, maar er is nog onvoldoende duidelijk welke factoren van invloed zijn op functiebehoud.
Wat houdt het project in?
Het project moet inzicht geven in de somatische, functionele, cognitieve en psychosociale factoren die bijdragen aan functiebehoud. Zo komen ouderen die het risico lopen op functieverlies vroegtijdig in beeld en kunnen er interventies ontwikkeld worden die functieverlies voorkomen of vertragen. Daardoor krijgen ouderen de kans om zelfredzaam te blijven.
Wat is de aanpak?
Mannen en vrouwen die in 1999-2002 hebben deelgenomen aan een studie naar kwetsbaarheid en veroudering ontvangen het verzoek mee te doen aan dit onder zoek. Dat maakt een vergelijking mogelijk tussen de situatie toen en nu. Er zal worden bepaald in hoeverre er sprake is van functiebehoud. Aansluitend gaan de onderzoekers na welke factoren samenhangen met een eventuele achteruitgang in functioneren.
98
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project levert gegevens op over veranderbare determinanten van functiebehoud en zal leiden tot de ontwikkeling van interventies hiervoor. Publicaties in vaktijdschriften, lezingen op congressen en lessen binnen onderwijsorganisaties zorgen voor de overdracht van kennis en ervaringen.
Meer informatie
Prof. dr. ir. Y.T. van der Schouw,
[email protected]
99
Projecten NPO
Vroegtijdige herkenning van COPD en hartfalen
Titel: Triage van verminderde inspanningstolerantie bij kwetsbare ouderen (TRIFE) Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311040302 Doelgroep: kwetsbare ouderen (> 60 jaar) met inspanningsgebonden kortademigheid Startdatum: september 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Over- en onderdiagnostiek van hartfalen en COPD komt regelmatig voor in de huisartsenpraktijk. Vroegtijdige diagnostiek is echter zinvol omdat beide aan doeningen adequaat behandeld kunnen worden volgens standaard richtlijnen. Een eenvoudige diagnostische strategie voor hartfalen en COPD, gevolgd door directe behandeling, is dan ook van grote waarde. Het vaststellen van inspannings gebonden kortademigheid is voor beide aandoeningen een eerste stap, waarna verdere diagnostiek moet plaatsvinden volgens protocollen. De prevalentie van nog niet eerder herkend COPD en/of hartfalen onder kwetsbare ouderen met inspanningsgebonden kortademigheid is nog niet bekend. Ook de wetenschappe lijke effectiviteit van een diagnostisch instrument is nog onduidelijk.
Wat houdt het project in?
Het project onderzoekt een diagnostische strategie voor case-finding die werkt volgens protocollen. Deze strategie wordt gevolgd door de geïndiceerde behandeling. Bij gebleken effectiviteit kunnen alle huisartsenpraktijken in Nederland deze methode direct invoeren.
Wat is de aanpak?
Bij vijftig huisartsenpraktijken in de provincie Utrecht worden patiënten ouder dan 60 jaar geselecteerd. Deze krijgen twee korte vragenlijsten toegestuurd met vragen naar inspanningsgebonden kortademigheid. De mensen met kortademigheid of verminderde inspanningstolerantie, die nog niet bekend zijn met vastgesteld hart falen of COPD, worden uitgenodigd voor onderzoek. De vijftig praktijken worden in
100
Projecten NPO
twee groepen verdeeld, waarbij één groep de geprotocolleerde diagnostische strategie voor case-finding toepast en de ander de controlegroep vormt en gebruikelijke zorg levert.
Wat gaat het opleveren?
De verwachting is dat de onderzoekers door de geprotocolleerde diagnostiek meer ouderen met niet eerder herkend COPD en hartfalen ontdekken. Bij hen kunnen daardoor morbiditeits- en mortaliteitsreducerende behandelingen worden gestart. Dit kan een gunstige invloed hebben op het functioneren en de kwaliteit van leven van patiënten. De resultaten zullen onder ouderen worden verspreid via diverse media, onder meer met hulp van Stichting Hoofd Hart en Vaten. Huisartsen krijgen informatie via publicaties in medische tijdschriften. Meer algemeen zullen de resultaten worden opgenomen in updates van NHG-standaarden en CBO-richt lijnen van de Nederlandse verpleeghuisartsen die gaan over hartfalen en COPD.
Meer informatie
Dr. F.H. Rutten,
[email protected]
101
Projecten NPO
102
Ouderennet VUmc en partners Netwerk Ouderennet VUmc en partners wil ervoor zorgen dat kwetsbare ouderen zo lang mogelijk zelf de regie houden over hun leven. Daarnaast wil het netwerk bevorderen dat ouderen zo zelfredzaam mogelijk blijven en hun functies zo lang mogelijk behouden. Partijen binnen het netwerk, 55 in totaal uit de regio’s West-Friesland en Amsterdam (rondom VUmc)-Amstelveen, werken aan projecten rondom drie thema’s: • behoud zelfredzaamheid en functioneren; • regierol; • afstemming zorg. Ouderennet VUmc en partners maakt gebruik van het geriatrisch zorgmodel. Dit is een verbetermodel voor de zorg voor ouderen met complexe problematiek. Onderdelen zijn bijvoorbeeld het ondersteunen van ouderen bij het voeren van regie over de eigen zorg, het tijdig herkennen van gezondheidsrisico’s en het uitwisselen van kennis en ervaring tussen zorgprofessionals.
Meer informatie
Daniëlle Jansen en Carry Stroosnijder, 020 444 8199, www.ouderennet-vumc.nl
103
Projecten NPO
Samenwerken in de zorg
Titel: De kwetsbare oudere centraal in samenhangende zorg. Geriatrisch zorgmodel voor meer samenhang in de zorg Type: transitie-experiment Projectnummer: 311080201 Doelgroep: mensen van 65 jaar en ouder (met langdurig gebruik van vijf of meer medicijnen) die volgens de huisarts en volgens de screeningslijst PRISMA7 kwetsbaar zijn. Ook hun primaire mantelzorger behoort tot de doelgroep Startdatum: december 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
In de Nederlandse ouderenzorg bestaan de volgende knelpunten: • Gezondheidsrisico’s van ouderen worden laat ontdekt. • Zorgbehoeften worden niet systematisch uitgevraagd en daardoor vaak gemist. • Het blijkt lastig ouderen een nadrukkelijke rol te geven in het eigen zorgverleningsproces en hun vragen en die van hun mantelzorgers centraal te stellen. • Ouderen ervaren de zorg als gefragmenteerd met onvoldoende afstemming tussen zorgverleners.
Wat houdt het project in?
De zorg aanbieden volgens het geriatrisch zorgmodel kan een oplossing zijn. Binnen dit model werken de verschillende zorgdisciplines met elkaar samen. Zo ontstaat meer overzicht over de zorg die een oudere krijgt. Het model richt zich op de volgende zaken: • Tijdige opsporing van gezondheidsrisico’s en zorgwensen van ouderen om verlies van functies en zelfredzaamheid te voorkomen. • Afstemmen van het zorgaanbod op deze gezondheidsrisico’s en zorgwensen en het monitoren van de uitkomsten daarvan. • Versterken van de rol van de kwetsbare oudere en diens mantelzorger. • Kennisuitwisseling tussen zorgverleners voor meer samenhangende zorg.
104
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Praktijkondersteuners voeren het geriatrisch zorgmodel uit. Een geriatrisch team, dat bestaat uit een arts en verpleegkundige, stuurt hen daarbij aan en biedt ondersteuning. De praktijkondersteuners brengen ieder half jaar de mate van zelfredzaamheid en de gezondheidsrisico’s van de 1200 deelnemers in kaart met een vragenlijst (RAIview). Ook onderzoeken ze de behoeften en wensen op het gebied van zorg, welzijn en gezondheid. De oudere gaat vervolgens samen met de praktijkondersteuner na hoe die gewenste situatie bereikt kan worden en welke mogelijkheden hiervoor zijn. De oudere maakt vervolgens zelf een keuze uit dit aanbod. Achteraf gaan ze samen na in hoeverre de gewenste situatie is bereikt. Bij complexe zorgsituaties vindt een multidisciplinair overleg plaats. Daarbij zijn de huisarts, praktijkondersteuner, het aansturend geriatrisch team en apotheker aanwezig, indien mogelijk ook de oudere. De overige betrokken zorgprofessionals geven advies.
Wat gaat het opleveren?
• Een draaiboek met ervaringen en tips voor invoering van het zorgmodel. • Wetenschappelijke kennis, publicaties en presentaties over identificatie van kwetsbaarheid, de effecten van het geriatrisch zorgmodel, de door ouderen ervaren coördinatie en regierol. • Zorgproducten: trainingen, sociale kaart, eerstelijns multidisciplinair overleg. • Ervaringen met cliëntenparticipatie binnen onderzoek.
Meer informatie
Dr. A.P.D. Jansen,
[email protected]
105
Projecten NPO
Gevolgen van gewrichts klachten voor functioneren
Titel: Gewrichtspijn bij ouderen met comorbiditeit. Vroege signalering van kwetsbaarheid en identificatie van knelpunten in de zorg Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313080301 Doelgroep: ouderen (> 65 jaar) die (bijna) dagelijks last hebben van gewrichtspijn en minimaal twee chronische ziekten hebben Startdatum: februari 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
De helft van alle ouderen heeft dagelijks pijn in de handen, heupen, knieën, schouders of rug door gewrichtsaandoeningen. Gewrichtspijn is weer een belangrijke oorzaak van verlies van mobiliteit en zelfredzaamheid en belemmert deelname aan sociale activiteiten. Ouderen zelf zien gewrichtspijn als een onafwendbaar onderdeel van het ouder worden. Zorgprofessionals herkennen gewrichtsklachten vaak onvoldoende, zeker wanneer sprake is van andere chronische ziekten. Het gevolg: pijnklachten worden bij veel ouderen onvoldoende behandeld, terwijl er wel effectieve interventies beschikbaar zijn.
Wat houdt het project in?
Het project ontwikkelt een eenvoudig toe te passen set van indicatoren voor vroege indicatie van afname in functioneren bij ouderen met gewrichtsklachten en comorbiditeit. De set indicatoren bestaat uit een korte anamnese en beperkt functioneel onderzoek.
Wat is de aanpak?
De onderzoekers voeren een cohortonderzoek uit, waarbij 400 ouderen achttien maanden worden gevolgd. Metingen vinden plaats op het niveau van pijn, mobiliteit, participatie in sociale activiteiten, zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. Via een interview, vragenlijsten en een kort functioneel onderzoek worden de gegevens in de eerste meting verzameld. In de vervolgmetingen worden daarvoor vragenlijsten gebruikt. Om de betekenis van gewrichtspijn en knelpunten in de zorg te ontdekken, worden kwalitatieve methoden ingezet, bijvoorbeeld focusgroepen.
106
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project zal een beperkte set van indicatoren opleveren voor de vroege signalering van slechter functioneren van de doelgroep. Deze set is bruikbaar voor het monitoren van de gewrichtsklachten en kan gerichte, op de patiënt georiënteerde zorg voor gewrichtspijn mogelijk maken. Bijvoorbeeld door huisartsen, fysiotherapeuten en verpleeghuisartsen. Ook levert het project nieuwe kennis op, onder andere over de betekenis van gewrichtspijn en determinanten voor gewrichtspijn. Kennisoverdracht zal plaatsvinden naar ouderen zelf en naar zorgprofessionals. Daarnaast richten activiteiten zich op de invoering van de set van indicatoren van kwetsbaarheid in huisartsenpraktijken, fysiotherapiepraktijken en andere relevante instellingen in de eerste lijn. De resultaten worden samengevat in een brochure en worden verspreid via publicaties en presentaties tijdens congressen en seminars.
Meer informatie
Dr. S. Leone,
[email protected]
107
Projecten NPO
Ideeën van ouderen over eigen regie
Titel: Regie, sociaal-economische status en ervaren kwaliteit van ontvangen zorg Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314080301 Doelgroep: kwetsbare ouderen van 65 jaar en ouder Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Meer eigen regie van ouderen tijdens de ontvangen zorg kan bijdragen aan meer ervaren kwaliteit van zorg en leven. Maar dit is nog niet onderzocht. Ook is nog onduidelijk of er verschillen zijn in de mate van ervaren regie tijdens het zorgproces en in hoeverre een lage sociaal-economische status van invloed is op eventuele verschillen.
Wat houdt het project in?
Dit project onderzoekt een aantal zaken: • Wat kwetsbare ouderen zelf verstaan onder eigen regie binnen het zorgproces. • In hoeverre eigen regie samenhangt met ervaren kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven. • In hoeverre verschil in sociaal-economische status hierop van invloed is.
Wat is de aanpak?
Het project combineert kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Zo worden er focusgroepen ingezet met kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers. Vervolgens zullen gegevens worden verzameld over eigen regie bij enkele honderden ouderen. Dat gebeurt met een meetinstrument dat is gebaseerd op de ideeën van ouderen zelf over wat eigen regie inhoudt. De resultaten worden teruggekoppeld aan ouderen en hun zorgvertegenwoordigers. Het doel daarbij is om via onderlinge dialoog te komen tot aanbevelingen voor verbeteringen van de huidige zorg praktijk.
108
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Ervaringen en citaten van ouderen zullen in een boek worden gebundeld. Dit boek wordt verspreid onder ouderen, mantelzorgers, wetenschappelijk onderzoekers, huisartsen en vertegenwoordigers van zorgorganisaties. De onderzoeksresultaten zullen verspreid worden via (inter)nationale publicaties en presentaties. Vertegenwoordigers uit de zorg kunnen workshops volgens, waardoor zij interactief kennis kunnen nemen van de aanbevelingen en samen na kunnen denken over de verbetermogelijkheden.
Meer informatie
Dr. M. Huijsman,
[email protected]
109
Projecten NPO
De werking van zorgnetwerken
Titel: Zorgnetwerken van kwetsbare ouderen: de afstemming en samenwerking tussen hulpverleners Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314080302 Doelgroep: kwetsbare ouderen (> 65 jaar) die door verminderd functioneren een beroep doen op langdurige informele en formele zorg Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Kwetsbare ouderen met complexe gezondheidsproblemen gebruiken vaak meerdere vormen van zorg. Bijvoorbeeld zorg van mantelzorgers, professionele hulpverleners en vrijwilligers. Vaak wordt dan ook gesproken over een ‘netwerk van zorgverleners’. Er is echter nog weinig bekend over het functioneren van deze zorgnetwerken.
Wat houdt het project in?
Het doel van dit project is vijf vragen over zorgnetwerken te beantwoorden: 1. Hoe zijn zorgnetwerken van kwetsbare ouderen samengesteld? 2. In hoeverre is sprake van samenwerking en afstemming tussen de hulpverleners in het zorgnetwerk? Wat zijn oorzaken van mogelijke knelpunten? 3. In hoeverre is sprake van coördinatie tussen verschillende zorginstellingen achter de professionele zorgverleners? 4. Hoe veranderen zorgnetwerken onder invloed van veranderingen in de gezondheid en sociale omgeving van de oudere? 5. In hoeverre dragen zorgnetwerken bij aan de kwaliteit van leven van ouderen?
Wat is de aanpak?
Tijdens het eerste jaar van het project brengen de onderzoekers met interviews het zorgnetwerk in kaart van 200 ouderen in de regio Amsterdam. In het tweede jaar herhalen zij dat om veranderingen in de netwerken en de kwaliteit van leven te kunnen vaststellen. Op beide momenten wordt ouderen gevraagd of zij recent een
110
Projecten NPO
belangrijke transitie in zorggebruik hebben meegemaakt. Van alle ouderen met een recente transitie worden meerdere individuele hulpverleners en de betrokken zorgorganisaties ondervraagd. Zo worden naar verwachting 60 zorgnetwerken intensief bestudeerd.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert vier verschillende eindproducten op: 1. Een factsheet over de zorgnetwerken. Deze zal landelijk en regionaal beschik baar komen voor bijvoorbeeld ouderenorganisaties, zorgorganisaties en de overheid. 2. Een handleiding voor professionals, vrijwilligers en mantelzorgers met daarin mogelijke knelpunten en oplossingen in de samenwerking. 3. Een handleiding voor zorginstellingen waarin aanbevelingen staan voor betere samenwerking in de zorgverlening. 4. Twee proefschriften, lezingen op (inter)nationale congressen en publicaties in vakbladen voor de zorg.
Meer informatie
Dr. M.I. Broese van Groenou,
[email protected]
111
Projecten NPO
Zelf beslissen met hulp van het netwerk
Titel: Als krachten afnemen. Eigen Kracht-conferenties voor kwetsbare ouderen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314080303 Doelgroep: mensen van 65 jaar en ouder die aangeven zich kwetsbaar te voelen Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Een Eigen Kracht-conferentie (EK-c) is een besluitvormingsmodel waarbij de cliënt en zijn sociale kring een plan opstellen rond een hulpvraag. Dat plan is maatgevend voor de afstemming van de formele en informele zorg in de verdere aanpak van de hulpvraag. Een EK-c vervangt de professionele hulpverlening niet, maar geeft cliënten de regie in de afstemming van de hulp die zij nodig hebben. Soms is dat hulp binnen het sociale netwerk, soms is dat professionele hulp. Bij andere doel groepen blijkt dat de EK-c de autonomie van de persoon met de hulpvraag vergroot. Voor ouderen is dit echter nog niet in beeld gebracht.
Wat houdt het project in?
Dit project brengt het effect van een EK-c op de regierol van ouderen in kaart. Net als het effect op de aanpak van de problemen. Tijdens het project zullen ervaringen met 40 EK-c’s worden beschreven.
Wat is de aanpak?
Tijdens het project wordt kwalitatief onderzoek gedaan met een multi-site dataverzameling vanuit het perspectief van de verschillende stakeholders bij een EK-c. Daarbij wordt gebruik gemaakt van documentanalyse, interviews en focus groepen. Dit wordt aangevuld met twee semi-gestandaardiseerde (kwantitatieve) meetinstrumenten.
112
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project maakt de meerwaarde van een EK-c bij ouderen inzichtelijk. Ervaringen geven inzicht in welke personen wel en welke niet profiteren van de conferenties. Op basis van het project wordt een draaiboek gemaakt met daarin een beschrijving van de inhoud van de conferenties, een overzicht van belemmerende en bevorderende factoren en tips over hoe hiermee om te gaan. Daarbij wordt aan gegeven hoe de conferenties toegesneden kunnen worden op ouderen. Ook komt er een informatieve website en zullen er nieuwsbrieven en folders verschijnen. Verder wordt scholingsmateriaal ontwikkeld voor opleidingen binnen en buiten het netwerk. Tot slot zal (inter)nationaal over de resultaten worden gepubliceerd en gepresenteerd.
Meer informatie
Drs. E.J.P. Desain,
[email protected], drs. R.N. Metze,
[email protected]
113
Projecten NPO
Aandacht voor depressie
Titel: Levenslust: betere toegang tot zorg voor depressieve ouderen Type: implementatieproject Projectnummer: 313080401 Doelgroep: kwetsbare ouderen met een subklinische of klinische depressie Startdatum: maart 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Depressie is voor kwetsbare ouderen een van de belangrijkste gezondheids problemen in de 21ste eeuw. Bij een meerderheid van de kwetsbare depressieve ouderen komt depressiviteit echter niet ter sprake. Daardoor krijgen zij ook geen behandeling, ondanks de beschikbaarheid van efficiënte behandelingen tegen lage kosten.
Wat houdt het project in?
Dit project wil de (h)erkenning, zorg en behandeling voor kwetsbare depressieve ouderen al in de eerste lijn verbeteren. Onder meer door eenvoudige, maar effectieve interventies te doen die de toegang tot de beschikbare diensten verbeteren.
Wat is de aanpak?
Bij het project zijn 80 huisartsenpraktijken, GGZ-instellingen en de gemeente Amsterdam betrokken. Aan het einde van het project zullen alle deelnemende praktijken volgens het voorgestelde programma werken, maar de begindatum wordt willekeurig bepaald. Daardoor ontstaat een ‘wachtperiode’ waarin standaard zorg wordt verleend. Dit maakt het mogelijk om ouderen in praktijken die het programma al uitvoeren te vergelijken met ouderen in praktijken die dat nog niet doen.
114
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project leidt tot invoering van geïntegreerde diensten die nodig zijn om klinische depressie bij kwetsbare ouderen te verhinderen en beter te behandelen. Daarbij worden de volgende activiteiten ondernomen: • Een website, bulletins en brochures met informatie voor alle doelgroepen. • Materiaal voor onderwijsprogramma’s binnen en buiten het netwerk. • Landelijke en internationale publicaties van de resultaten. • Spiegelinformatie voor alle deelnemende organisaties.
Meer informatie
Dr. H.W.J. van Marwijk,
[email protected]
115
Projecten NPO
Behandeling dichtbij in de wijk
Titel: Transitie van reguliere dagbehandeling in het verpleeghuis naar laagdrempelige psychogeriatrische dagbehandeling plus mantelzorgondersteuning in de wijk Type: implementatieproject Projectnummer: 314080401 Doelgroep: mensen met dementie en hun mantelzorgers Startdatum: december 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Ontmoetingscentra in de wijk voor mensen met dementie en hun mantelzorgers voorzien in een grote behoefte. Onder meer vanwege de laagdrempeligheid, de samenwerking met zorg- en welzijnsorganisaties, de sociale integratie en het geboden casemanagement. Tot nu toe bieden slechts enkele verpleeghuizen een deel van hun psychogeriatrische dagbehandeling op een laagdrempelige manier aan in de wijk.
Wat houdt het project in?
Het project voert een transitie uit van de psychogeriatrische dagbehandeling in het verpleeghuis naar een laagdrempelige dagbehandeling in de wijk. Indien nodig of gewenst wordt ook ondersteuning geboden aan mantelzorgers. Verder wordt deze transitie geëvalueerd.
Wat is de aanpak?
Vier psychogeriatrische dagbehandelingen in verpleeghuizen worden omgevormd tot laagdrempelige dagbehandeling in de wijk met mantelzorgondersteuning. Voor en na de omvorming doen de onderzoekers zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Zij onderzoeken bijvoorbeeld of mensen met dementie minder problemen hebben door de andere behandeling en of hun mantelzorgers minder belasting ervaren. Ook wordt onderzocht hoe de samenwerking met zorg- en welzijnsorganisaties in de wijk verandert na de transitie. Daarnaast is er aandacht voor de kosteneffectiviteit.
116
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project levert vier voorbeeldlocaties op waar dagbehandeling in de wijk plaatsvindt. Ook levert het project wetenschappelijke en vakpublicaties op en een draaiboek voor verpleeghuizen met daarin adviezen voor de aanpak van de transitie. In het boek is aandacht voor bevorderende en belemmerende factoren.
Meer informatie
Prof. dr. R.M. Droës,
[email protected]
117
Projecten NPO
118
Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen Het netwerk Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen (Zowel NN) heeft als doel een grotere zelfredzaamheid van ouderen, minder behoefte aan zorg en minder belastende zorg en behandelingen. Er is extra aandacht voor ouderen met cognitieve stoornissen en/of dementie. Om afstemming tussen organisaties te verbeteren zet het netwerk gezamenlijke verbeter- en onderzoeksprojecten op. Het netwerk werkt aan projecten rondom de thema’s ‘diagnose en informatie’, ‘communicatie en samenwerking’ en ‘samenhang medische zorg en welzijnszorg’. Het Zowel NN bestaat uit een veertiental zorg- en welzijnsaanbieders in de regio Nijmegen en omgeving. Het netwerk heeft een regionaal karakter en ondersteunt / onderhoudt actief contact met geriatrie- en dementienetwerken in de omliggende regio’s in Gelderland en Brabant.
Meer informatie
Nora de Vries-Jonker, 024 361 9030, www.zowelnn.nl
119
Projecten NPO
Informatie voor betere zorg
Titel: Zorg- en WelzijnsInfoPortaal (ZWIP). Betere communicatie- en informatievoorziening voor kwetsbare ouderen, hun mantelzorgers en hun hulpverleners Type: transitie-experiment Projectnummer: 311050201 Doelgroep: kwetsbare ouderen (> 70 jaar), hun mantelzorgers en betrokken hulpverleners Startdatum: mei 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Zorg voor ouderen met complexe problemen vraagt niet alleen om continuïteit van zorg, maar ook om continuïteit van informatie. Die informatie ontbreekt regelmatig. Bovendien delen hulpverleners de informatie te weinig met elkaar en begrijpen zij elkaar soms niet door verschillend jargon. Ook is de communicatie tussen hulpverleners minimaal omdat ze elkaar niet kennen. Dit belemmert samenwerking en daardoor hebben hulpverleners nauwelijks zicht op de complexe problemen waarmee ouderen te maken hebben. Ook de voorlichting aan ouderen zelf kan beter. Vaak is de informatie eenzijdig en nauwelijks afgestemd op hun informatiebehoefte. Daardoor krijgen ouderen niet altijd de best mogelijke zorg.
Wat houdt het project in?
Het project ontwikkelt het ZWIP, voert het in, en evalueert het. ZWIP is een via internet toegankelijk, patiëntgericht instrument. ZWIP heeft als doel om samenwerking tussen alle hulpverleners rondom kwetsbare ouderen te verbeteren en de kwetsbare oudere meer regie over de eigen zorg te geven. Het instrument heeft twee functionaliteiten: 1. Een ‘Zorg 2.0’ persoonlijke overlegtafel voor de oudere, mantelzorger en betrokken hulpverleners. Daarmee delen zij actuele informatie over de oudere waardoor de zorg beter afgestemd wordt op de doelgroep. Verder kunnen de betrokkenen via de overlegtafel open met elkaar communiceren door middel van asynchrone berichtenservice. 2. Voorlichtingsmateriaal voor de ouderen over hun eigen gezondheids-, sociale en functionele situatie. Zo blijven zij, en hun mantelzorgers, goed op de hoogte
120
Projecten NPO
over wat er aan de hand is en weten zij hoe hun problemen behandeld worden en welke effecten dat heeft. Dat maakt hen tot een gelijkwaardiger gesprekspartner van hun hulpverleners.
Wat is de aanpak?
Allereerst brengen de onderzoekers in kaart met welke problemen ouderen te maken hebben en welke onderwerpen belangrijk zijn voor de communicatie. Vervolgens ontwikkelen en testen zij het ZWIP. Ouderen, mantelzorgers en hulpverleners worden geschoold in het gebruik en het ZWIP wordt ingevoerd. Tot slot wordt gewerkt aan structurele financiering en wordt het ZWIP geëvalueerd via een proces- en effectevaluatie.
Wat gaat het opleveren? • • •
het Zorg- en WelzijnsInfoPortaal (ZWIP); een implementatieplan; resultaten om het ZWIP en het implementatieplan te verbeteren.
Meer informatie
Dr. R.J.F. Melis
[email protected]
121
Projecten NPO
Samenhangend zorgaanbod
Titel: De Zorg- en Welzijnsstandaard. Geïntegreerde zorg met een samenhangend welzijns- en zorgaanbod uit de eerste en tweede lijn Type: transitie-experiment Projectnummer: 313050201 Doelgroep: mensen van 70 jaar en ouder Startdatum: februari 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Voor kwetsbare ouderen in de regio Nijmegen is het ontbreken van coördinatie en afstemming van het zorg- en welzijnsaanbod een groot knelpunt. Het lijkt alsof de aanbodzijde, de vraagzijde en de regelgeving elkaar belemmeren in een verandering naar duurzame, structureel betere en doelmatiger zorg.
Wat houdt het project in?
Dit project start vanuit de gedachte dat voor ouderen met complexe problematiek geïntegreerde zorg noodzakelijk is. De ZWS richt zich op een samenhangend en innovatief zorgaanbod dat aansluit bij de specifieke wensen en behoeften van ouderen. Dit helpt ouderen en hun mantelzorgers zo zelfstandig mogelijk te blijven, met een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. De ZWS helpt vooral als er een nieuwe of andere behoefte ontstaat op het gebied van gezondheid of welzijn omdat de ZWS het zorg- en dienstenaanbod op maat regelt.
Wat is de aanpak?
De huisarts maakt in overleg met andere hulpverleners een actieprogramma dat gericht is op zorg en welzijn en is afgestemd op de behoeften en wensen van ouderen. Belangrijkste uitgangspunt daarbij is de individuele kwaliteit van leven. Daarbij wordt ook geëxperimenteerd met specialistische zorgaanbieders als een specialist ouderengeneeskunde of een geriatrisch geschoolde verpleegkundige. In het ziekenhuis worden kwetsbare ouderen pro-actief gezien door een consul tatieteam Geriatrie en besproken in een multidisciplinair overleg, geschoolde vrijwilligers ingezet om kwetsbare oudere patiënten tijdig te reactiveren, en artsen
122
Projecten NPO
en verpleegkundigen geschoold. Uitgangspunt is het vergroten van kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van de individuele zorg aan ouderen. Het experiment bestaat uit negen verschillende werkpakketen. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van de inhoud van de eerste- en tweedelijns ZWS, een pilot en een kosteneffectiviteitstudie daarvan. Daarnaast ontwikkelen de projectmedewerkers een opleidings- en scholingsmodule ouderenzorg en een werkpakket voor organisatie en management van het transitieproject.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert een samenhangend zorg- en welzijnsaanbod uit eerste en tweede lijn op dat zorgt voor een optimale kwaliteit van leven van ouderen. De ZWS beschrijft waaraan goede zorgt voor ouderen moet voldoende en is gericht op herstel en behoud van autonomie, zelfstandigheid en kwaliteit van leven. Concreet zal de ZWS bestaan uit: • een transfer-, navigatie- en regiefunctie in zowel eerste als tweede lijn; • inhoudelijke standaardisering van zorg voor twaalf geriatrische syndromen en voor ziekenhuiszorg voor kwetsbare ouderen; • verbeterde integratie van zorg en welzijn door actief overleg met gemeente en vroegtijdige activering in het ziekenhuis; • multiprofessionele onderwijs- en opleidingsmodule ouderenzorg; • kwaliteitsindicatoren die uitgangspunt zijn voor continue feedback op de transitie.
Meer informatie
Prof. dr. M.G.M. Olde Rikkert,
[email protected]
123
Projecten NPO
Screenen van ouderen
Titel: Validerings- en kosteneffectiviteitstudie van een Tweetraps Ouderen Screening (Easycare-TOS) naar kwetsbaarheid, TOS-studie. Type: onderzoeksproject Projectnummer: 311050301 Doelgroep: ouderen (> 70 jaar), geselecteerd via huisartsenpraktijken Startdatum: juni 2009 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Professionals in de eerste lijn willen de zorg voor ouderen verbeteren. Daarvoor zouden ze allereerst moeten weten welke ouderen de zorg het hardste nodig hebben, dit zijn vaak de kwetsbare ouderen. Voor de eerste lijn bestaat momenteel geen doelmatige en gevalideerde methode waarmee kwetsbare ouderen geïdentificeerd kunnen worden. Daarnaast blijkt de implementatie van een dergelijk instrument in de eerste lijn moeilijk. Het belangrijkste obstakel hierbij is de tijdsdruk. Daarom is er behoefte aan een meer praktische aanpak die ook rekening houdt met de kennis die professionals al over hun patiënten hebben.
Wat houdt het project in?
De Easycare-Tweetraps Ouderen Screening (Easycare-TOS) helpt de eerstelijns professional bij de identificatie van kwetsbare ouderen en brengt tevens de gezonds-en welzijnsbehoeften van de ouderen in kaart. Easycare-TOS wordt uitgevoerd in twee trappen. In de eerste trap beoordeelt de huisarts op basis van beschikbare informatie of het aanvullend in kaart brengen van gezondheid en welzijn van een oudere nodig is. Dit is het geval bij kwetsbare ouderen en ouderen met onduidelijke problematiek. Deze ouderen gaan door naar de tweede trap welke bestaat uit nadere gegevensverzameling door een verpleegkundige. Vervolgens bepalen de huisarts en verpleegkundige samen of de oudere kwetsbaar is en of de zorg goed is afgestemd op de gezondheid en het welzijn van de oudere.
124
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
Het project onderzoekt of de methode valide is, wat de voorspellende waarde is voor achteruitgang en in hoeveel het in kaart brengen van kwetsbare ouderen in de eerste lijn met behulp van Easycare-TOS kost. Daarvoor worden 560 ouderen (70-plus) gescreend met Easycare-TOS en krijgen zij tevens een volledig geriatrisch assessment, de referentiestandaard. De uitkomsten van de screening en referentiestandaard worden vergeleken. Door van alle ouderen de zelfredzaamheid bij start en na 12 maanden te meten wordt Easycare-TOS prospectief gevalideerd op voorspellende waarde voor functieverlies.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert een simpele, doelmatige en gevalideerde screeningsmethode op die bruikbaar is in de eerste lijn voor de signalering van kwetsbaarheid bij ouderen. Scholing, coaching en een eenvoudig informatiesysteem ondersteunen een optimaal gebruik van Easycare-TOS.
Meer informatie
Prof. dr. M.G.M. Olde Rikkert,
[email protected]
125
Projecten NPO
Screenen van kwetsbaarheid voor operatie
Titel: Peri-operatieve fysiotherapie en diëtetiek voor fragiele ouderen in de regio Eindhoven (Profyd) Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313050301 Doelgroep: ouderen met een geplande grote operatie aan de buik of de borst(holte) Startdatum: maart 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Een ziekenhuisopname is voor kwetsbare ouderen ingrijpend en gaat vaak samen met verlies van zelfredzaamheid en kwaliteit van leven en een toename van morbiditeit en sterfte. Vooral grote chirurgische ingrepen gaan bij kwetsbare ouderen relatief vaak gepaard met complicaties, delier, functieverlies en sterfte. Een combinatie van screening en individuele interventies kan bijdragen aan het herstel. Dit is echter nog niet onderzocht.
Wat houdt het project in?
Het project onderzoekt het effect van screening voorafgaand aan een operatie. Daarbij gaat het om risico’s op delier, medicijngebruik, voedingstoestand, functionele status, conditie en zelfredzaamheid. Bij ouderen met een verhoogd risico worden interventies op maat aangeboden. Bijvoorbeeld het trainen van de conditie en dagelijkse activiteiten door een fysiotherapeut of het verbeteren van de voedingstoestand door een diëtist. Dit wordt indien nodig na de operatie voortgezet.
Wat is de aanpak?
Het Catharina ziekenhuis in Eindhoven voert een gerandomiseerde, gecontroleerde trial uit. Aan alle mensen van 75 jaar en ouder die geopereerd worden, wordt gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. Doen ze mee, dan krijgen ze ofwel de interventie of de gangbare zorg. De uitkomsten tussen de twee groepen worden vergeleken. Primaire uitkomsten zijn de opnameduur en de complicaties na operatie. Secundaire uitkomsten zijn participatie, kwaliteit van leven, functioneren
126
Projecten NPO
in dagelijkse activiteiten en voedingstoestand. Verder vindt een doelmatigheids analyse plaats vanuit maatschappelijk perspectief en een procesevaluatie onder ouderen en professionals.
Wat gaat het opleveren?
De onderzoekers zullen de kennis die zij opdoen verspreiden onder ouderen organisaties, professionals en patiënten- en consumentenorganisaties. Ook zullen zij publiceren in (inter)nationale tijdschriften, presentaties verzorgen op congressen en op conferenties met overheden, zorgfinanciers, beleids- en koepelorganisaties. Voor fysiotherapeuten en diëtisten zal een opleidingsmodule ontwikkeld worden. Ziekenhuizen in de regio Eindhoven hebben daarnaast de intentie uitgesproken om bij positieve evaluatie de nieuwe zorg in hun ziekenhuis in te voeren.
Meer informatie
Mr. F.A. van der Meulen,
[email protected]
127
Projecten NPO
Zelf werken aan mobiliteit
Titel: Senior-Stap Studie: hoe ouderen zichzelf optimaal vooruit helpen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314050301 Doelgroep: kwetsbare ouderen Startdatum: november 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Vallen is voor thuiswonende ouderen een groot probleem. Met de vergrijzing in het vooruitzicht zal het aantal valincidenten toenemen en daarmee de kosten van de zorg. Op dit moment zijn er onvoldoende mogelijkheden voor ouderen en mantelzorgers om hun mobiliteit en valrisico zelf te beoordelen en te verbeteren.
Wat houdt het project in?
De Senior-Stap Studie wil kennis verzamelen over hoe ouderen het beste geholpen zijn bij het lopen op leeftijd. Dat gebeurt door een eenvoudig toe te passen ‘kompas’ voor mobiliteit en stabiliteit.
Wat is de aanpak?
De onderzoekers selecteren uit drie verschillende (al bestaande) testen voor mobiliteit en valrisico de meest geschikte test om te dienen als hun eigen ‘kompas’. Deze ontwikkelen zij door tot een zelftest: ‘de loopmeter’. Selectie vindt hierbij plaats op basis van testkarakteristieken en ervaringen van ouderen met de uitvoering. Met het prototype voeren de onderzoekers vervolgens een gerandomiseerde studie uit in drie settings: thuis, in het verzorgingshuis en in het buurthuis met welzijnsactiviteiten. Daarbij gebruiken 75 kwetsbare ouderen van 70 jaar, die het laatste jaar minimaal één keer zijn gevallen, de ‘loopmeter’ gedurende drie maanden. Uitkomsten worden met een controlegroep vergeleken. Onderzoekers kijken naar effecten van de loopmeter op valincidentie en welbevinden, maar ook op actieradius, valangst, valgerelateerde letsels en kosteneffectiviteit.
128
Projecten NPO
Wat gaat het opleveren?
Het project levert een eenvoudige en gevalideerde test op die ouderen zelf kunnen gebruiken om hun mobiliteit en valrisico in te schatten. Bij de ‘doe-het-zelfuitvoering’ van de test zal dan ook een instructie worden gemaakt voor kwetsbare ouderen. De kennis die wordt opgedaan gaan de onderzoekers verspreiden via ouderenbonden, de website van Zowel NN, informatiefolders, advertenties in regionale kranten, op de landelijke seniorenbeurs en een symposium. Ook zullen zij een wetenschappelijke bijdrage leveren via publicaties in (inter)nationale tijdschriften en tijdens presentaties op congressen.
Meer informatie
Drs. Y. Schoon,
[email protected]
129
Projecten NPO
Inzicht in zorgvragen bij onverklaarde klachten
Titel: Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) bij kwetsbare ouderen: van achtergrond naar behandeling op maat Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314050302 Doelgroep: kwetsbare ouderen met somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten Startdatum: februari 2011 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Mensen met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) ervaren een hoge lijdensdruk. Zij piekeren over vermeende ziekten, denken dat het nooit meer goed komt en zijn boos over waarom hen dit overkomt. Dit leidt tot inadequaat ziektegedrag dat zijn weerslag heeft op het sociale steunsysteem en zinvolle activiteiten. Hoewel SOLK gepaard gaat met verhoogde medische consumptie, verschilt de zorgvraag per cliënt. Er is onvoldoende inzicht in de diversiteit van zorgvragen en behoeften van kwetsbare ouderen. Aangezien diagnostiek van SOLK complex is, worden kwetsbare ouderen met deze aandoening uitgesloten van wetenschappelijk onderzoek. Het gevolg: er is weinig bekend over determinanten voor SOLK. Ook ontbreken niet-medische interventiemogelijkheden die zich richten op restcapaciteit. Juist voor kwetsbare ouderen kunnen die essentieel zijn.
Wat houdt het project in?
Het project onderzoekt de determinanten van SOLK bij kwetsbare ouderen en maakt hun zorgvragen en behoeften inzichtelijk. Ook ontwikkelen de onderzoekers verschillende behandelmethodes. Het betreft drie interventies: een ‘Consultation Letter’ voor de huisarts, een toegevoegde behandeling op maat in de eerste lijn die zich richt op lotgenotencontact, psycho-educatie en empowerment, en/of een behandeling op maat in de tweede lijn op basis van cognitieve gedragstherapie en psychomotore therapie.
130
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
De onderzoekers vergelijken in totaal 150 ouderen met SOLK met een controlegroep van ouderen zonder SOLK en een groep ouderen met depressieve klachten. Dat doen zij met behulp van klinische diagnostiek en vragenlijsten. Daarmee identificeren ze determinanten voor SOLK en gerelateerde zorgbehoeften. Een deel van de ouderen wordt daarnaast geïnterviewd om voorkeuren van ouderen zelf en specifieke thema’s te onderzoeken die lastig in een vragenlijst te verwerken zijn. Alle huisartsen van deelnemende patiënten met SOLK krijgen een ‘consultation letter’ aangeboden. Daarnaast worden voor de twee andere interventies pilotgroepen georganiseerd. In focusgroepen wordt onderzocht in hoeverre de ontwikkelde interventies aansluiten bij de wensen van de patiënten en professionals.
Wat gaat het opleveren?
Het project geeft inzicht in determinanten van SOLK bij kwetsbare ouderen. Verder levert het project drie concrete en uitgewerkte interventies op voor behandeling van SOLK bij kwetsbare ouderen. Het levert daarnaast een model op voor samen werking tussen eerste en tweede lijn. De onderzoekers gaan de resultaten verspreiden via (inter)nationale publicaties en symposia voor professionals die werken in de eerste- en tweedelijns ouderenzorg. Kennis die het project oplevert voorziet in de lacunes in de huidige concept-richtlijn voor behandeling van SOLK. In overleg met het Nederlands Huisartsen Genootschap en het Centraal BegeleidingsOrgaan zal uitbreiding van de richtlijn worden nagestreefd. De project groep biedt verder de resultaten aan beroepsverenigingen aan zodat zij deze kunnen betrekken in beleidsontwikkelingen. Ook is het streven de ontwikkelde interventies verder te testen op kosteneffectiviteit.
Meer informatie
D. Hanssen (promovenda),
[email protected], Dr. R.C. Oude Voshaar (projectleider),
[email protected]
131
Projecten NPO
132
Netwerk WonenPlus Noord Holland
133
Projecten NPO
Langer zelfstandig thuis
Titel: Lang Leve Thuis Type: implementatieproject Projectnummer: 313090401 Doelgroep: ouderen met chronische gezondheidsproblemen, laag inkomen en geen of beperkt contact in de buurt Startdatum: augustus 2010 Looptijd: 3 jaar
Waarom is het project gestart?
Veranderingen op het gebied van wonen, welzijn en zorg zorgen ervoor dat vaker een beroep wordt gedaan op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van ouderen. Ook is steeds vaker uitgangspunt dat er informele zorg aanwezig is. Ouderen in een kwetsbare situatie, met weinig contact en een beperkt netwerk, komen echter vaak (te) laat in contact met organisaties die zorg, hulp en onder steuning bieden. Daarbij kan de professionele zorg door strikte indicatiestelling en budgettaire beperkingen deze ouderen minder contact en ondersteuning bieden. WonenPlus biedt nu al allerlei praktische diensten en persoonlijke ondersteuning aan. Door een consulent of vrijwilliger in te zetten, of door het aanbod van anderen in te schakelen. Het initiatief om gebruik te maken van deze diensten ligt echter bij de ouderen zelf. Daardoor bereikt WonenPlus tot nu toe de (meest) kwetsbare ouderen niet.
Wat houdt het project in?
Het project zorgt ervoor dat ook de kwetsbare ouderen worden bereikt door actief en outreachend te werk te gaan. Deze andere werkwijze voert WonenPlus tijdens het project in.
134
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
De projectgroep voert de werkwijze in binnen diverse regio’s. Daarbij wordt een lokale infrastructuur neergezet, waarbij via netwerkorganisaties, eigen vrijwilligers en klanten de meest kwetsbare ouderen in beeld komen. Organisaties krijgen ondersteuning bij het vinden en ondersteunen van die ouderen. Dat gebeurt bijvoorbeeld met hulpmiddelen als pr-materiaal, draaiboeken en workshops. Verder zoeken de projectleden vrijwilligers en buren die contact kunnen leggen en onderhouden, en ouderen kunnen helpen en ondersteunen.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert een goed toe te passen methode op die is ingebed in een breed netwerk van organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg. De verwachting is dat op deze manier in drie jaar tijd tweeduizend ouderen bereikt worden die praktische thuisdiensten en persoonlijke ondersteuning krijgen. De projectgroep verspreidt daarnaast de resultaten via symposia, expertmeetings en media.
Meer informatie
Dhr. P.A.M. Groot,
[email protected]
135
Projecten NPO
136
Niet netwerkgebonden projecten
137
Projecten NPO
Ouderen denken mee
Titel: Krachtig cliëntperspectief binnen het NPO Projectnummer: 310300001 Doelgroep: ouderen die participeren in de netwerken van het NPO Startdatum: april 2011 Looptijd: 1 jaar Organisatie: Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties en Zorgbelang Nederland
Waarom is het project gestart?
In het NPO staat de oudere met complexe problemen centraal. Om de zorg voor hen te verbeteren is de inbreng van die ouderen zelf cruciaal. Hun ervaringen en kennis moeten ervoor zorgen dat projecten en onderzoeken zich daadwerkelijk richten op de behoeften die ouderen hebben. CSO is daarom in 2008 begonnen met het ondersteunen van ouderen die in de verschillende netwerken meedenken over verbeteringen in de ouderenzorg. Het ondersteunen van ouderen alleen is echter niet genoeg. Het is ook van belang om professionals uit de netwerken bij dit proces te betrekken. Zij zijn immers verantwoordelijk voor het creëren van de rand voorwaarden voor ouderen om hun bijdrage te kunnen leveren.
Wat houdt het project in?
Door het ontwikkelen van het handboek ouderenparticipatie, trainingen en het organiseren van uitwisselingsbijeenkomsten geeft CSO ouderen handvatten om hun stem te laten horen binnen de netwerken ouderenzorg. CSO helpt ouderen invulling te geven aan hun rol en probeert te stimuleren dat ouderen een structurele inbreng in de netwerken krijgen voor de looptijd van het NPO, maar ook erna.
Wat is de aanpak?
In het project wil CSO ouderen onderling van elkaar laten leren. Hoe wordt de inbreng van ouderen in de verschillende netwerken vorm gegeven? Wat werkt en wat werkt niet? En hoe speel je in op de steeds veranderende inbreng die er is bij het inventariseren en prioriteren van knelpunten, het beoordelen van projecten en
138
Projecten NPO
het meedenken tijdens de uitvoering en implementatie.Daarnaast is het van belang dat ouderen niet alleen een stem hebben, maar dat die stem ook gehoord wordt. Professionals hebben een verantwoordelijkheid voor, maar vooral ook een belang bij het faciliteren van ouderenparticipatie. Door middel van trainingen en masterclasses wordt ook aan professionals handreikingen geboden om effectief gebruik te maken van de ervaring en kennis die ouderen te bieden hebben. Tot slot bundelt CSO de ervaringen met ouderenparticipatie zodat ook in een andere context gebruik gemaakt kan worden van de inzichten die in dit programma worden opgedaan.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert kennis op over ouderenparticipatie. De projectgroep heeft als doel deze kennis te verspreiden via publicaties zodat ook andere partijen daarvan kunnen profiteren. Participatie is echter geen doel op zich. Door de stem van ouderen te versterken, zullen de resultaten van het NPO beter afgestemd zijn op de behoeften van kwetsbare ouderen.
Meer informatie
Drs. N. Wilbrink,
[email protected]
139
Projecten NPO
Afstemming voor goede dementiezorg
Titel: Evaluatie van casemanagement dementie Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313100302 Doelgroep: dertien perifere netwerken voor ketenzorg dementie Startdatum: december 2009 Looptijd: 30 maanden Organisatie: NIVEL
Waarom is het project gestart?
Vanaf de eerste verschijnselen van dementie tot aan het overlijden maken mensen met dementie en hun mantelzorgers een langdurig zorgtraject door. Daarin blijkt de afstemming tussen diverse zorgaanbieders belangrijk. Het programma Ketenzorg Dementie geeft deze afstemming vorm door de inzet van casemanage ment. Hierover is echter nog veel onduidelijk.
Wat houdt het project in?
Het project zorgt voor meer inzicht in de diverse vormen van casemanagement en in de randvoorwaarden voor implementatie, de succes- en faalfactoren en kosten en baten van de diverse varianten.
Wat is de aanpak?
De projectgroep bekijkt in iedere regio (Friesland, Groningen, Haaglanden, Helmond, Land van Cuijk, Lekstroom, Midden-Brabant, Noord-Limburg, MiddenLimburg, Veluwe Oost, Waardenland, West-Utrecht en Zaanstreek) hoe het case management is vormgegeven. Bijvoorbeeld als het gaat om organisatorische inbedding, inhoud en professionele achtergrond van de casemanagers. Speciale aandacht gaat uit naar implementatievoorwaarden en succes- en faalfactoren. Op twee momenten vindt vragenlijstonderzoek plaats onder mantelzorgers, ongeveer veertig per regio. Daarin wordt gevraagd naar wensen en problemen, sociaal-demografische gegevens, kwaliteit van leven, zorggebruik van zorgvrager en tevredenheid. Aanvullend houden de onderzoekers focusgesprekken met een deel van de mantelzorgers. Die gaan onder meer over de ervaring met
140
Projecten NPO
casemanagement. Ook vindt per netwerk een online focusgroepsgesprek plaats met betrokken professionals en wordt een kosten-batenanalyse gemaakt.
Wat gaat het opleveren?
Het project geeft inzicht in de vormgeving van casemanagement bij dementie. Na het project is duidelijk wat de succes- en faalfactoren zijn, de effecten voor mantelzorgers en de kosten en baten bij de diverse varianten.
Meer informatie
Prof. dr. A.L. Francke,
[email protected]
141
Projecten NPO
Langer zelfstandig dankzij aanpassing en diensten
Titel: Effectmeting tien proeftuinen woonservicegebieden Type: onderzoeksproject Projectnummer: 314100301 Doelgroep: ouderen en mensen met een beperking Startdatum: oktober 2010 Looptijd: 20 maanden Organisatie: landelijk project door Radboud Universiteit Nijmegen, UMC Groningen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Waarom is het project gestart?
De afgelopen 20 jaar heeft de Stuurgroep Experimentele Volkshuisvesting (SEV) het ontstaan van woonservicegebieden ondersteund en gestimuleerd. Dit zijn gewone wijken of dorpen met een gecoördineerd dienstenaanbod op het gebied van zorg, welzijn en wonen. Ook is er een aantal aanpassingen gedaan in de woningen of de woonomgeving. Het doel van de gebieden is dat kwetsbare ouderen en mensen met een beperking langer zelfstandig kunnen wonen. De effectiviteit hiervan is echter nog niet onderzocht.
Wat houdt het project in?
Het SEV wil samen met tien provincies de woongebieden verder ontwikkelen en evalueren in tien zogenaamde proeftuinen. Dit project onderzoekt het effect van de woonservicegebieden op het behoud van gezondheid, welbevinden en doelmatig heid.
Wat is de aanpak?
Het onderzoek start met een inventarisatie van de veranderingstheorieën die ten grondslag liggen aan de verwachting dat woonservicegebieden een positief effect hebben op de bewoners. Vervolgens vergelijken de onderzoekers de indicatoren voor gezondheid, welbevinden en doelmatigheid van de levering van zorg en ondersteuning. De tien proeftuinen vormen de experimentele gebieden. Referenties worden gezocht in vergelijkbare woonmilieus die geen woonservice gebied zijn. Daarnaast vormen onder meer ouderen uit NPO-projecten in de regio Groningen een controlegroep. Als de mogelijke effecten van de woonservice
142
Projecten NPO
gebieden in kaart zijn gebracht, analyseren de onderzoekers in hoeverre er verschillen zijn tussen de gebieden.
Wat gaat het opleveren?
De projectgroep publiceert de resultaten in wetenschappelijke tijdschriften en vaktijdschriften in de sectoren wonen, welzijn en zorg. Naar de algemene (regionale) media sturen zij een samenvatting. Het resultaat vormt de grondslag voor een openbaar ‘Advies inzake woonservicegebieden’ aan de bewindslieden van VWS en VROM/WWI en de provincies. Tijdens een congres krijgen gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders, welzijnsstichtingen en organisaties van ouderen en cliënten de resultaten gepresenteerd.
Meer informatie
Prof. dr. ir. G.R.W. de Kam,
[email protected]
143
Projecten NPO
144
MDS-projecten
145
Projecten NPO
Landelijk gegevens verzamelen
Titel: Landelijke Database Minimale Dataset (NPO-LDB) Type: onderzoeksproject Projectnummer: 310300002 Doelgroep: projectleiders en onderzoekers Startdatum: oktober 2010 Looptijd: 3 jaar Organisatie: alle UMC’s met coördinatie van UMC st. Radboud
Waarom is het project gestart?
Experimenten en projecten binnen het NPO gebruiken een uniforme set uitkomst maten: de Minimale Dataset (MDS). Deze bevat achtergrondvariabelen en uit komstmaten. Met de MDS kunnen de projectgroepen de meerwaarde van hun experimenten en projecten meten. De gegevens worden eerst regionaal en op projectniveau vastgelegd en geanalyseerd. Voor een goede evaluatie van de doelen van het NPO als geheel is het regionaal verzamelen en analyseren van gegevens echter niet genoeg. Hierin zal de landelijke dataverzameling van MDS gegevens voorzien.
Wat houdt het project in?
Om de meerwaarde van het NPO als geheel aan te tonen, realiseert dit project een landelijke database waarin de MDS-gegevens van alle netwerken worden samengevoegd. Ook realiseert de projectgroep een organisatiestructuur voor de uitvoering van overkoepelende analyseprojecten. Verder ontwikkelt zij een regelingenkader waarin afspraken worden gemaakt over het gebruik van de gegevens.
Wat is de aanpak?
De onderzoekers ontwikkelen drie onderdelen: 1. Centrale infrastructuur; hierin wordt de technische (software- en hardware matige) infrastructuur en organisatie geregeld die nodig is om op centraal landelijk niveau de data te verzamelen.
146
Projecten NPO
2. Lokale infrastructuur; hierin wordt de technische (software- en hardware matige) infrastructuur en organisatie geregeld die op regionaal niveau nodig is om de data aan te leveren aan de landelijke database. 3. Regelingenkader; hierin wordt het afsprakenkader vormgegeven over uniformiteit, kwaliteit en standaardisatie van gegevens, en over juridische en ethische aspecten zoals intellectueel eigendom, gebruikers- en publicatierechten. De projectgroep, waarin elk van de acht NPO-netwerken is vertegenwoordigd, stuurt de ontwikkeling van de infrastructuur en het regelingenkader aan. Ook fungeert de projectgroep als aanspreekpunt voor vragen. Verder wordt een Wetenschappelijke Raad opgericht, die naast een wetenschappelijke, ook een maatschappelijke programmeertaak krijgt. Deze raad beoordeelt immers aanvragen voor analyses met de landelijke dataverzameling op maatschappelijke relevantie en op wetenschappelijke waarde. In het project wordt tevens een eerste analyseproject uitgevoerd, gericht op projectoverstijgend beschrijven van de gegevens in het landelijke databestand en het ontwikkelen van methoden om de MDS optimaal in te zetten.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert een landelijke database met MDS-gegevens op. Daarnaast een transparante organisatiestructuur en regelingenkader en een beschrijving van de kwaliteit van de gegevens in de database.
Meer informatie
Prof. dr. M.G.M Olde Rikkert,
[email protected]
147
Projecten NPO
Eenduidig en samengesteld meetinstrument
Titel: Older People’s Relevant Outcome of Care Score (OPROCS). Het ontwikkelen van relevant en gestandaardiseerd meetinstrument voor wetenschappelijk onderzoek in de ouderenzorg Type: Onderzoeksproject Projectnummer: 313100301 Doelgroep: 125 ouderen (> 65 jaar), 75 mantelzorgers en 200 geriatrische professionals geven hun mening over de situaties van 250 anonieme ouderen (at random geselecteerd uit verzamelde MDS gegevens) Startdatum: januari 2010 Looptijd: 3 jaar Organisatie: Zorg voor Ouderen en Welzijn Netwerk Nijmegen
Waarom is het project gestart?
Om vast te kunnen stellen of een NPO-project leidt tot verbetering van de zorg, is een uniform meetinstrument noodzakelijk. Dit meetinstrument dient rekening te houden met het feit dat er binnen een individu verschillen kunnen bestaan in hoe goed hij/zij functioneert op lichamelijk, psychisch, sociaal, cognitief en emotioneel gebied. Momenteel worden meerdere meetinstrumenten gebruikt om deze verschillende aspecten te evalueren. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat zij elkaar, zowel positief als negatief, kunnen beïnvloeden. Binnen het NPO zijn de projecten en experimenten verplicht om MDS-gegevens te verzamelen. Het is alleen nog onduidelijk hoe deze gegevens en de combinatie van deze gegevens geïnterpreteerd moeten worden.
Wat houdt het project in?
Het doel van het OPROCS-project is het ontwikkelen van een samengesteld meet instrument voor wetenschappelijk onderzoek in de ouderenzorg. Het meetinstru ment dient de meerwaarde van experimenten en projecten te evalueren en wordt gebaseerd op wat ouderen, mantelzorgers en geriatrische professionals relevante aspecten vinden. Indirect worden zijn gevraagd waar de juiste zorg toe moet leiden.
Wat is de aanpak?
Er worden 250 persoonsomschrijvingen (vignetten) geschreven. Deze zijn gebaseerd op een steekproef van MDS-gegevens en omvat de volgende aspecten: gezondheid, lichamelijk functioneren, cognitief functioneren, sociaal functioneren en psychisch welzijn.
148
Projecten NPO
Stadium 1: Ouderen en mantelzorgers worden gevraagd om twaalf geschetste situaties te beoordelen met een rapportcijfer. Deze laten zien hoe relevant de ouderen en mantelzorgers individuele aspecten en de combinatie van aspecten vinden. Op basis daarvan wordt het eerste meetinstrument ontwikkeld. Indien de ouderen en mantelzorgers verschillen van mening wordt in dit stadium twee meetinstrumenten ontwikkeld. Stadium 2: Klinische geriaters, specialisten ouderengeneeskunde, huisartsen en verpleegkundigen worden benaderd. Zij beoordelen online twintig vignetten met een rapportcijfer. Deze rapportcijfers worden gebruikt om te bepalen hoe relevant de professionals individuele aspecten en de combinatie van aspecten vinden. Op basis daarvan wordt een aanvullend meetinstrument ontwikkeld. Stadium 3: De ontwikkelde meetinstrumenten worden met elkaar vergeleken. De onderzoekers proberen tot één consensusmeetinstrument te komen. Wanneer dit niet mogelijk is worden richtlijnen geschreven, zodat de verschillende meet instrumenten die in dit project ontwikkeld zijn naast elkaar gebruikt kunnen worden. Tevens zal in dit stadium relaties tussen het samengestelde meet instrument en andere variabelen, zoals kwaliteit van leven, leeftijd, geslacht en leefomstandigheden worden onderzocht.
Wat gaat het opleveren?
Het project levert een samengesteld meetinstrument op dat de ‘standaard’ in het veld kan worden. Het meetinstrument kan onderzoek relevanter en efficiënter maken. Dit doordat er rekening wordt gehouden met de behoeften van de ouderen en verschillende onderzoeken met elkaar kunnen worden vergeleken.
Meer informatie
Dr. G.F. Borm,
[email protected]
149
Projecten NPO
Vertalen van vragenlijsten
Titel: Crossculturele adaptatie van de MDS. Het ontwikkelen van aangepaste versies van de MDS die geschikt zijn voor afname bij Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen Type: onderzoeksproject Projectnummer: 313020302 Doelgroep: Ouderen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst Startdatum: februari 2010 Looptijd: 7 maanden Organisatie: Kring Ouderenzorg AMC en partners
Waarom is het project gestart?
Binnen het NPO wordt in ieder project de Minimale Dataset (MDS) gebruikt om de effecten van het programma te evalueren. Doordat iedereen de MDS gebruikt kunnen de uitkomsten in verschillende regio’s met elkaar vergeleken worden. De MDS is echter gericht op autochtone ouderen, terwijl 11 procent van de Nederlandse bevolking op dit moment van niet-westerse allochtone afkomst is. Veel oudere migranten zijn laag opgeleid, laaggeletterd en het Nederlands onvoldoende machtig om zich te kunnen redden in de Nederlandse zorg. En in 2020 zal het percentage allochtone ouderen verdrievoudigd zijn. Het algemene beeld kenmerkt zich door een relatief slechte gezondheid, meer functionele beperkingen, armoede, eenzaamheid, en een lage zelfredzaamheid. Het is belangrijk om deze groepen ook mee te nemen in het NPO. Daarom is ook crossculturele aanpassing van de MDS noodzakelijk. Zonder de aanpassing kunnen de effecten van het NPO op een deel van de ouderen niet gemeten worden.
Wat houdt het project in?
Het project heeft gewerkt aan crossculturele aanpassing van de MDS. Daarbij is rekening gehouden met culturele verschillen in interpretatie van concepten in de vragenlijsten, een lager opleidingsniveau, taalbarrières en manier van vraagstelling. De aanpassing richt zich op ouderen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse herkomst, de grootste groepen allochtone ouderen in Nederland.
150
Projecten NPO
Wat is de aanpak?
De MDS is aangepast op basis van het gangbare systeem voor crossculturele aanpassing van vragenlijsten. Dit bestaat uit onafhankelijke ‘forward’ vertalingen, een overeenstemmingsprocedure en een ‘backward’ vertaling. De vragenlijst is vervolgens getest in de doelgroep op begrijpelijkheid, interpretatie, passendheid van de concepten en de geschiktheid van de items en antwoordmogelijkheden. Na enkele aanpassingen is de aangepaste MDS nu klaar voor afname in grotere groepen. Voor de Marokkaanse doelgroep gaat zij uit van Marokkaans-Arabisch en het in Nederland meest gesproken Berberdialect. Aangezien deze laatste geen geschreven talen zijn is, zijn er gesproken vertalingen. Voor de Surinaamse groepen zijn vertalingen gemaakt in het Sranantongo en het Hindoestaans. Ook heeft maakt de projectgroep een Turkse vertaling geleverd..
Wat gaat het opleveren?
Aangepaste versies van de MDS op die geschikt zijn voor Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen. Deze zijn te verkrijgen via de website van het NPO www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl.
Meer informatie
Dr. M.L. Essink-Bot,
[email protected]
151
Projecten NPO
Colofon Dit is een uitgave van het Nationaal Programma Ouderenzorg. Tekst: Leene Communicatie (www.leenecommunicatie.nl) Vormgeving: Boulogne Jonkers Vormgeving, Zoetermeer Drukwerk: Veenman Drukkers, Rotterdam ZonMw, 2011
152