Landelijk Opleidingsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde
Landelijk Overleg HBO-Technische Natuurkunde Mei 2011
INHOUD Voorwoord……………….………….…………………………………..……..3 1. Inleiding…..…………………………………………………………………4 2. Gebruikte begrippen in het Landelijk opleidingsprofiel……………..….6 3. Technische Natuurkunde………..………………………….……………..7 3.1. Wat is Technische Natuurkunde(TN)? 3.2. Body of Knowledge 3.3. Body of Skills 3.4. Karakteristieke werkwijze en de daarbij behorende attitude
4. Het beroepenveld van de Hbo-bachelor TN…………….….…….…..14 4.1. Het werkveld verdeeld in contexten en de rollen van een Hbo-bachelor TN 4.2. Algemene aard en kenmerken van het beroepenveld TN 4.3. Kwalificaties en competenties 4.4. Engineering en Applied Science: Positionering TN 4.5. HBO-TN opleidingen: nationaal en internationaal perspectief
5. De competenties van de Hbo-bachelor TN…………..………………20 5.1. Doelen van de competentielijst 5.2. Opzet en structuur 5.3. Competentie en gedragscriteria 5.4. Match tussen TN-competenties en de profielbeschrijvingen Bachelor of Engineering en Applied Science 5.5. Competentie en kwalificatieniveaus
Referenties………………………………….………………………………...32 Bijlagen………………………………………………………………………..33 I. II. III. IV. V. VI. VII.
Doelgroepen Leden BVC commissies Competenties in de literatuur Niet-beroepsspecifieke competenties Beschrijvingen van competenties op kwalificatieniveaus Dublin Descriptoren en generieke kernkwalificaties De 10 generieke kernkwalificaties voor de Hbo-bacheloropleidingen
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
2
Voorwoord Voor u ligt een herziene editie van het Landelijk Opleidingsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde (in de vorige versie nog Beroepsprofiel genoemd). Dit document is het resultaat van gezamenlijk overleg tussen de drie HBO-opleidingen Technische Natuurkunde in Nederland. Het werkveld is bij de vaststelling betrokken geweest via de beroepenveldcommissies die aan de drie TN-opleidingen verbonden zijn. Na enkele consultatierondes hebben de leden van deze beroepenveldcommissies dit Landelijk Opleidingsprofiel in het voorjaar van 2011 goedgekeurd. Deze tweede editie van het Landelijk Opleidingsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde vervangt de eerdere versie uit 2002 [1]. Na het verschijnen van deze eerdere versie hebben zich zowel in het werkveld als in onderwijsland diverse ontwikkelingen voorgedaan. In het werkveld zijn als resultaat van wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkelingen nieuwe werkgebieden voor Hbobachelors TN ontstaan. Enkele voorbeelden hiervan zijn Nano-technologie, Biofysica en Life-science. Tevens zijn onder invloed van maatschappelijke behoeften bestaande werkgebieden, zoals Duurzame Energie, in belangrijkheid sterk toegenomen. In onderwijsland zijn de technische HBO-opleidingen ondergebracht in twee domeinen, het domein Applied Science en het domein Engineering. Beide domeinen hebben een op competenties gebaseerde profielbeschrijving opgesteld: ‘Bachelor of Engineering’ (2006) [2] en ‘Bachelor of Applied Science’ (2008) [3]. Verder heeft de European Physical Society het document ‘Specification Description for European Physics Bachelor Studies’ (2009) [7] voortgebracht met daarin een beschrijving waaraan een bachelor opleiding in de Fysica dient te voldoen. Deze drie documenten gelden als belangrijke referenties en het spreekt voor zich dat dit nieuwe Landelijk Opleidingsprofiel hierop is afgestemd. Daarnaast heeft de HBO-raad in 2010 een standaard voor bachelor-opleidingen in het HBO vastgesteld. Dit landelijk Opleidingsprofiel is op deze standaard afgestemd.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
3
1 Inleiding Dit Landelijk Opleidingsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde (Hbo-bachelor TN) geeft een beschrijving van het beroepenveld waarin Hbo-bachelors TN werkzaam zijn. Er wordt aan de hand van de begrippen ‘contexten’ en ‘rollen’ een beeld geschetst van de typische kenmerken van dit beroepenveld en de vereiste kwalificaties om in dit beroepenveld te kunnen acteren. Hierin staat een uitgebreid overzicht van competenties centraal. Om het bovenstaande beeld compleet te maken wordt in dit Landelijk Opleidingsprofiel ingegaan op de vraag: “Wat is Technische Natuurkunde”. Dit vindt plaats aan de hand van een definitie van Natuurkunde en een overzicht van de zogenaamde ‘Body of Knowledge’ van de natuurkunde. Tevens komen de in het beroepenveld kenmerkende en veelvuldig gehanteerde werkwijzen en hulpmiddelen aan bod. HBO-opleidingen in Nederland zijn beroepsopleidingen. Dit betekent dat de curricula en onderwijsprogramma’s van de opleidingen gericht moeten zijn op het beroepenveld. Er dient dus overeenstemming te zijn tussen de eindkwalificaties van de opleiding en de vereisten die het beroepenveld stelt aan een startende beroepsbeoefenaar. De HBO-raad heeft in de accreditatie-eisen vastgelegd dat alle opleidingen dienen te beschikken over een actueel en door het beroepenveld geaccordeerd Landelijk Opleidingsprofiel. Daarnaast heeft de HBO-raad in 2010 een standaard voor bachelor-opleidingen in het HBO geformuleerd en vastgesteld. De standaard houdt in dat een opleiding er zorg voor dient te dragen dat - gevat in een zowel nationale als internationale context - studenten: • een gedegen theoretische basis verkrijgen; • het onderzoekend vermogen verwerven dat hen in staat stelt om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van het beroep; • over voldoende professioneel vakmanschap beschikken; • de beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie ontwikkelen die past bij een verantwoordelijke professional. Deze vier ijkpunten zijn in dit document uitgewerkt. De theoretische basis is uitgewerkt in paragraaf 3.2 ‘Body of Knowledge’ en tevens in competentie 1: ‘Vakinhoud’ (hst. 5). De ijkpunten betreffende het onderzoekend vermogen, ontwikkeling van het beroep en het professioneel vakmanschap en komen in hoofdstukken 3 en 4 uitgebreid aan de orde en zijn in hoofdstuk 5 uitgewerkt in de competenties ‘Onderzoek management’, ‘Experimenteren’, ‘Ontwikkelen en Toepassen’ en ’Modelleren. Het ijkpunt betreffende beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie is eveneens onderdeel van hoofdstukken 3 en 4 en is in hoofdstuk. 5 verder uitgewerkt in competentie ‘Specifieke Professionaliteit’ Het voorliggende Landelijk Opleidingsprofiel Hbo-bachelor TN heeft twee belangrijke hoofddoelen: (1) voldoen aan de bovenstaande accreditatie-eis en (2) een kader bieden aan de drie opleidingen Technische Natuurkunde in Nederland op basis waarvan een eigen opleiding specifiek profiel vastgesteld kan worden. Daarnaast dient dit Landelijk Opleidingsprofiel voor opleidingen als hulpmiddel in de communicatie met een groot aantal doelgroepen zoals studenten, docenten en personen uit het beroepenveld. Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
4
Nederland kent drie HBO-opleidingen Technische Natuurkunde: Fontys Hogescholen (locatie Eindhoven), De Haagse Hogeschool (locatie Delft) en Saxion (locatie Enschede). Aan elk van deze drie opleidingen is een zogenaamde Beroepenveldcommissie (BVC) verbonden. Deze BVC’s bestaan uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld Technische Natuurkunde (bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen). De BVC’s vormen een soort raad van advies voor de opleidingen en fungeren daarbij afwisselend als klankbord of stuurgroep. Hierdoor hebben de BVC’s grote invloed op de keuzes die de opleidingen maken betreffende de structuur, inhoud en vormgeving van de onderwijsprogramma’s. Zie bijlage II voor de namen van BVC-leden. Er is structureel overleg tussen de drie opleidingen HBO-TN, Landelijk Overleg Technische Natuurkunde (LO-TN) genaamd. In het LO-TN worden afspraken gemaakt over samenwerking en uitwisseling van informatie. Dit heeft in 2002 geleid tot de eerste versie van het Landelijk Beroepsprofiel. Op grond van bovengenoemde ontwikkelingen is in het LO-TN besloten het Landelijk Beroepsprofiel van de Hbobachelor Technische Natuurkunde te herzien en de naam te wijzigen in Landelijk Opleidingsprofiel van de Hbo-bachelor Technische Natuurkunde. De realisatie hiervan heeft plaatsgevonden onder regie van de vertegenwoordigers van de drie opleidingen in het LO-TN: • Ir. Ruud Sniekers, Saxion; • Drs. Marlia Vloemans, De Haagse Hogeschool; • Dr. Ir. Henk van den Berg, Fontys Hogescholen. Het concept van de herziene versie van het Landelijk Opleidingsprofiel is in de periode mei en november 2010 voorgelegd aan de leden van de beroepenveldcommissies en aan de docententeams van de opleidingen. Zij hebben het concept bestudeerd en daar waar nodig voorzien van aanvullingen en/of wijzigingen. Uiteindelijk is dit Landelijk Opleidingsprofiel in het voorjaar van 2011 definitief door de leden van de beroepenveldcommissies en door de opleidingen zelf goedgekeurd en daarmee vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige versie (2002) van het Landelijk Opleidingsprofiel zijn: • Er wordt in dit herziene Landelijk Opleidingsprofiel een beeld geschetst van de ‘Body of Knowledge’ van Technische Natuurkunde en de daarbij behorende karakteristieke werkwijzen en tools. • In dit Landelijk Opleidingsprofiel wordt aansluiting gezocht bij de omschrijvingen van de Landelijk Opleidingsprofielen binnen de domeinen Applied Science en Engineering. Deze domeinen waren ten tijde van de voorgaande versie van het Landelijk Opleidingsprofiel HBO-TN nog niet op landelijk niveau omschreven • De contexten binnen het beroepenveld zijn op een iets andere wijze omschreven. Hierbij is aansluiting gezocht bij het door de NNV in 2007 gepubliceerde rapport Arbeidsmarkt voor Fysici [4]. • Bij de specifieke competenties wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen ‘kerncompetenties’ en ‘optionele competenties’. De hoofddoelstelling van dit document is om te voorzien in een actuele beschrijving van het Landelijk Opleidingsprofiel van de Hbo-bachelor TN.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
5
Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 een aantal belangrijke begrippen gedefinieerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de vraag: “Wat is Technische Natuurkunde?”. In hoofdstuk 4 wordt een uitvoerig beeld geschetst van het beroepenveld waarin de Hbo-bachelor TN doorgaans werkzaam is. Binnen de contexten wordt ingegaan op de verschillende rollen die een Hbo-bachelor TN hierin vervult en de kenmerkende beroepsproducten die de Hbo-bachelor TN voortbrengt. Verder wordt in dit hoofdstuk ingegaan op het onderscheid tussen de in Nederland bestaande clusters ‘Applied Science’ en ‘Engineering’ en de positionering van Technische Natuurkunde hierin. In hoofdstuk 5 worden zowel de specifieke als de algemene competenties van een Hbo-bachelor Technisch Natuurkundige beschreven. Tot slot wordt in de bijlagen I t/m VII relevante achtergrondinformatie verschaft.
Noot: Overal waar in dit document sprake is van “hij” of “zijn” dient “hij/zij” respectievelijk “zijn/haar” gelezen te worden.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
6
2 Gebruikte begrippen in het Landelijk Opleidingsprofiel Er zijn in de literatuur van eenzelfde begrip vaak verschillende definities te vinden. In dit document wordt getracht om daar zo dicht mogelijk bij aan te sluiten. Daar waar bestaande definities niet goed bruikbaar bleken heeft de werkgroep “Landelijk Opleidingsprofiel TN” een eigen definitie opgesteld. In dit hoofdstuk worden de in het Landelijk Opleidingsprofiel gebruikte begrippen kort toegelicht. Het werkveld is de verzameling van alle beroepen / functies waarin de afgestudeerde bachelor TN werkzaam is. Een context (of sector) is de (toegepaste) natuurwetenschappelijke omgeving waarin de bedrijven en laboratoria werken. Een beroepsdomein is een onderdeel van een context die door één kenmerkend woord (of korte woordcombinatie) gekarakteriseerd wordt. Een rol (of functieprofiel) is een verzameling van beroepsspecifieke activiteiten uitgevoerd door één of meerdere personen die werkzaam zijn in een bepaalde context om een bijdrage te leveren aan een concreet tussen- of eindproduct of dienst. Een competentie is een cluster van kennis, vaardigheden en attitude die nodig is voor het uitvoeren van een bepaalde rol in een bepaalde context èn - die kan worden gemeten en getoetst aan aanvaarde normen en - die kan worden verbeterd door middel van training en ontwikkeling. Een kwalificatie is een van een niveauaanduiding voorziene competentie. Het Landelijk Opleidingsprofiel is de verzameling van kwalificaties die het werkveld stelt aan een Hbo-bachelor met enkele jaren ervaring in het werkveld. Het opleidingsprofiel van een opleiding is de verzameling van kwalificaties waaraan een pas afgestudeerde moet voldoen. De Body of Knowledge is de verzameling van theoretische basiskennis, bestaande uit elementaire sleutelconcepten, basisprincipes en fundamentele wetten, waarover een pas afgestudeerde moet beschikken. De Body of Skills is de verzameling van vaardigheden waarover een pas afgestudeerde moet beschikken in de uitoefening van zijn werkzaamheden.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
7
3 Technische Natuurkunde In dit hoofdstuk wordt eerst stilgestaan bij de vraag: “wat is Technische Natuurkunde”. Er wordt een definitie gegeven van (Technische) Natuurkunde. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de rol die natuurkunde in de maatschappij vervult en de karakteristieke aspecten van het werkveld van de natuurkundige. Vervolgens wordt in de rest van dit hoofdstuk ingegaan op de belangrijkste kenniselementen van de natuurkunde (‘Body of Knowledge’), de kenmerkende vaardigheden (‘Body of Skills’) met bijbehorende hulpmiddelen en tot slot de karakteristieke werkwijze binnen de natuurkunde en de daarbij behorende attitude aspecten. 3.1 Wat is Technische Natuurkunde? De European Physical Society (EPS) geeft in een EPS-publicatie, “Specification Description for European Physics Bachelor Studies”, in 2009 een uitvoerige beschrijving van de kenmerken van de Europese Bacheloropleidingen in de natuurkunde. Hierbij wordt de volgende definitie voor natuurkunde gegeven: “Physics is concerned with the quantitative observation, understanding and prediction of natural phenomena and the behaviour of man-made systems. It deals with profound questions about the nature of the universe and with some of the most important practical, environmental and technical issues of our time. Its scope is broad and involves mathematics and theory, measurement, i.e. quantitative experimentation and observations, computing, technology, materials and information theory”. Een bijzonder uitgangspunt van de natuurkunde is dat zelfs complexe systemen beschreven en begrepen kunnen worden aan de hand van slechts een beperkt aantal universele sleutelconcepten. Middels gestructureerd toegepast onderzoek vergaart een natuurkundige nieuwe kennis en informatie. De activiteiten zijn erop gericht om een onderzoeksvraag te beantwoorden of een probleemstelling op te lossen. Deze vraag of probleemstelling kan wetenschappelijk van aard zijn, maar het kan ook gaan om een technologische toepassing. In dat geval wordt doorgaans ook gesproken van Technische Natuurkunde. Er kan gekozen worden voor een theoretische / modelmatige aanpak of voor een experimentele aanpak. De theoretische of modelmatige benadering wordt gekenmerkt door de volgende aspecten: Opbouwen van kennis, inzicht en begrip van verschijnselen en deze in een theorie op mathematische wijze beschrijven, Berekeningen (simulaties) uitvoeren aan de hand van de opgestelde theorie en daaruit voortvloeiende rekenmodellen. De experimentele benadering wordt gekenmerkt door de volgende aspecten: Systematisch bestuderen van verschijnselen door middel van experimenten, Valideren van theorieën en berekeningen met behulp van experimenten, Gebruik maken van bestaande technologische methoden, concepten en hulpmiddelen.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
8
Hoewel dit verschillende benaderingswijzen zijn wordt binnen de Technische Natuurkunde vaak juist een combinatie van deze twee gekozen. Het is dus kenmerkend voor de werkwijze van een technisch natuurkundige dat hij opereert op het grensvlak tussen theorie, modelberekening en experiment. Hij tracht daarbij voortdurend de koppeling tussen de resultaten van deze benaderingen te leggen. Bovendien dienen theorieën altijd geverifieerd te worden door middel van experimenten. De op deze wijze verkregen kennis en informatie draagt bij aan oplossingen voor technologische vraagstukken en biedt mogelijkheden voor nieuwe technologische ontwikkelingen. Dit alles maakt Technische Natuurkunde tot een zeer dynamisch vakgebied, dat voortdurend in ontwikkeling is. Om als technisch natuurkundige in het werkveld te acteren is uiteraard een gedegen kennis van en inzicht in de theorie van basisvakgebieden binnen de Natuurkunde noodzakelijk. De technisch natuurkundige heeft inzicht in de bovengenoemde sleutelconcepten en kan deze in praktijksituaties hanteren. De verzameling van theoretische basiskennis, bestaande uit elementaire sleutelconcepten, basisprincipes en fundamentele wetten, wordt de Body of Knowledge (BOK) genoemd. In de theoretische en modelmatige benadering binnen de natuurkunde vormt wiskunde een onmisbare schakel. Praktijksituaties, hoe complex ook, worden zoveel mogelijk vereenvoudigd, beschreven in wiskundige vergelijkingen, die samen een model vormen. Het spreekt voor zich dat dit model een benadering is van de werkelijkheid. De oplossingen en resultaten, met behulp van dergelijke modellen gegenereerd, worden waar mogelijk getoetst aan experimentele resultaten. Niet zelden is een bepaald mathematisch model toepasbaar voor uiteenlopende onderwerpen of situaties. Dit alles maakt dat wiskunde een belangrijk onderdeel is van de Body of Knowledge van een natuurkundige. Computers en geavanceerde software zijn essentiële hulpmiddelen in de modelmatige benadering. De experimentele benadering is eveneens een belangrijke aanpak binnen de Technische Natuurkunde. Dit maakt dat de bijbehorende experimenteervaardigheden en hulpmiddelen zoals instrumentatie en sensoren een integraal onderdeel van de natuurkunde zijn. In de experimentele benadering komt men in aanraking met concepten, principes en wetten uit aangrenzende engineering disciplines, zoals elektrotechniek, werktuigbouwkunde en mechatronica. Elementen uit deze vakgebieden behoren derhalve ook tot de Body of Knowledge van een technisch natuurkundige. Ontwikkelingen op wetenschappelijk en technologisch gebied hebben een sterk internationaal karakter. Technisch natuurkundigen opereren bijna altijd in een internationale context. Aangezien natuurkundigen in hun werk doorgaans betrokken zijn bij nieuwe ontwikkelingen hebben ook zij een nadrukkelijke maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de thema’s veiligheid, duurzaamheid, milieu en ethiek. Bovenstaande werkwijze binnen de natuurkunde leidt tot het volgende profiel van een technisch natuurkundige. De technisch natuurkundige: heeft kennis en overzicht (begrip, inzicht in samenhang). redeneert vanuit concepten en analogieën. vertaalt naar toepassingen. onderzoekt (systematisch, nauwgezet en verantwoordelijk). experimenteert. verklaart, berekent, simuleert en voorspelt.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
9
gebruikt technologische methoden, concepten en tools. verwerkt informatie door met een kritische houding te luisteren en te lezen. presenteert complexe informatie op heldere en begrijpelijke wijze. raadpleegt internationale bronnen. handelt volgens vastgestelde richtlijnen en procedures op het gebied van veiligheid, milieu en ethiek. is zich bewust van het belang van duurzaamheid en handelt daar ook naar. In figuur 3.1 staat een overzicht gegeven van het vakgebied van een technisch natuurkundige aan de hand van het competentiemodel van competent HTNO. Het werkgebied van een technisch natuurkundige wordt volgens dit model beschreven aan de hand van 1) kenmerkende situaties, 2) kenmerkende handelingen en 3) kenmerkende resultaten. 1. De kenmerkende situaties waarin een technisch natuurkundige (verder afgekort als TN’er) werkzaam is wordt beschreven aan de hand van de context (de omgeving waarin de TN’er werkt), de rol en opdracht. Rol en opdracht kan men samen zien als de functie (taak) van de TN’er. In de kern gaat het meestal om het oplossen van probleemstellingen of beantwoorden van onderzoeksvragen vanuit een natuurkundige benadering. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de voor TN’ers kenmerkende contexten en rollen. 2. De kenmerkende handelingen zijn de belangrijkste werkzaamheden waarmee de TN’er zich bezig houdt om binnen de gestelde context te voldoen aan de gestelde opdracht/taak. Hierin komen de experimentele en modelmatige benadering tot uiting. Belangrijke handelingen zijn ook het verzamelen en verwerken van informatie en het bundelen en rapporteren van resultaten. Om deze kenmerkende handelingen te kunnen uitvoeren dient de TN’er met een professionele attitude gebruik te maken van de elementen uit de Body of Knowledge, Body of Skills en de daarbij behorende hulpmiddelen. Alleen kennis en inzicht is onvoldoende om te komen tot realisatie van de beoogde producten, processen of systemen. Gebruik maken van geavanceerde hulpmiddelen en interactie met andere technische disciplines is onmisbaar. 3. De kenmerkende resultaten zijn de beroepsproducten die een TN’er doorgaans voortbrengt.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
10
Context Research Industrie Medisch Kennisinstituut Overheid Zakelijk Onderwijs ICT
Beroepsdomeinen Research & Development Engineering & Fabricage Commercie, Service & Dienstverlening
Body of Knowledge: basisconcepten, principes en fundamentele wetten Natuurkunde Wiskunde Engineering
Hulpmiddelen: Software Instrumentatie Sensoren Meettechnieken Data-acquisitie
Rol
Professionele Attitude: Internationale gerichtheid Bewustzijn van Duurzaamheid Ethische verantwoordelijkheid
Skills: Experimenteren Modelleren en Simuleren Programmeren Communiceren Projectmatig werken Samenwerken
Onderzoeker Ontwerper Technicus / Engineer Adviseur Operator Docent
Kenmerkende Handelingen Opdracht Benutten van natuurkundige principes, concepten en wetten in de ontwikkeling van slimme en praktische apparaten, systemen en processen met als doel: Probleemstellingen op te lossen Onderzoeksvragen te beantwoorden
Kenmerkende Situaties
Samenwerken met opdrachtgever en projectteam Experimentele benadering: Voorbereiden, uitvoeren en verwerken van experimenten Modelmatige benadering: Voorbereiden, uitvoeren en verwerken van berekeningen Rapporteren
……………………….
Kenmerkende Resultaten Rapport met antwoorden en conclusies mbt de onderzoeksvraag Uitkomsten van analyses nav berekeningen en experimenten Meetopstelling of onderdeel daarvan Reken of simulatie programma
……. Technische Natuurkunde
Figuur 3.1: Het werkgebied van de Technisch Natuurkundige
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
11
3.2 Body of Knowledge van de Technische Natuurkunde De Body of Knowledge van een Technisch Natuurkundige is te splitsen in drie belangrijke delen: 1) natuurkunde, 2) wiskunde en 3) engineering. 1. Natuurkunde: Op basis van het EPS-document [6] maken de volgende onderdelen deel uit van de Body of Knowledge van een Technisch Natuurkundige: Klassieke mechanica Elektromagnetisme Quantummechanica Thermodynamica Golven en trillingen Optica Eigenschappen van de materie: de elementaire bestanddelen en hun wisselwerkingen Daarnaast dienen Hbo-bachelors TN vertrouwd te zijn met toepassingen van de fundamentele vakken in: Atoomfysica Kern- en deeltjesfysica Akoestiek Materialen Stromingsleer 2. Wiskunde: Calculus: elementaire analyse en algebra Lineaire algebra Laplace en Fourier transformaties Complexe rekenwijze Numerieke algebra Statistiek en kansrekening 3. Engineering: Bij de realisatie van vele toepassingen zijn er ook diverse technische disciplines waar de Technische Natuurkunde gebruik van maakt. Enkele voorbeelden zijn: Meet- en Regeltechniek Vacuümtechniek Energietechniek Elektronica Signaalbewerking Micro- en Nanotechnologie Lasertechniek Programmeren en data-acquisitie Deze disciplines kenmerken zich door een grote mate van ‘know why’ naast een hoog ‘know how’ gehalte. In deze disciplines heeft doorgaans jarenlang een sterke ontwikkeling plaatsgevonden. Het eind van deze ontwikkeling lijkt voorlopig nog niet in zicht. Dit betekent dat mensen die in deze disciplines werkzaam zijn hun kennis en vaardigheden voortdurend moeten vernieuwen om in eigen vakgebied bij te blijven. Ook technisch natuurkundigen, die vaak van deze disciplines gebruik maken of samenwerken met mensen uit deze disciplines zullen van deze ontwikkelingen op de hoogte moeten zijn.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
12
3.3 Body of Skills De vaardigheden of skills van een technisch natuurkundige houden verband met de kenmerkende handelingen die een TN’er in zijn werk uitvoert. Naast een aantal belangrijke algemene beroepsvaardigheden heeft een TN’er een aantal specifieke vaardigheden behorende bij de modelmatige en de experimentele benaderingswijzen die in het werkgebied van de natuurkunde gebruikelijk zijn. 1 Algemene vaardigheden: Communiceren Samenwerken Projectmatig werken / Systematische probleemaanpak Informatie verzamelen, analyseren en verwerken Kennis verwerven Nieuwe vaardigheden ontwikkelen 2 Vaardigheden behorende bij de experimentele benadering: Meetmethoden beoordelen en selecteren Gebruik maken van instrumentatie en sensoren Bouwen en beheren van meetopstellingen en meetsystemen De data-acquisitie bij een meetsysteem realiseren, programmeren Voorbereiden, uitvoeren van experimenten en vervolgens verwerken en evalueren van resultaten De hulpmiddelen die een TN’er hierbij gebruikt zijn: Een breed scala van instrumenten en sensoren Computers en Software zoals Labview, Excel, Matlab Programmeertalen
3 Vaardigheden behorende bij de modelmatige benadering: Rekenmethoden beoordelen en selecteren Gebruik maken reken- en simulatiesoftware Ontwerpen van een reken- of simulatie programma, programmeren Uitvoeren van berekeningen en vervolgens verwerken en evalueren van resultaten De hulpmiddelen die een TN’er hierbij gebruikt zijn: Software zoals Excel, Matlab/Simulink, Maple, Comsol Multiphysics, Ansys Computers en Programmeertalen
3.4 Karakteristieke werkwijze en de daarbij behorende attitude Veel karakteristieken van het werkveld van een technisch natuurkundige zijn in voorgaande reeds besproken. Hieronder volgt een opsomming van een aantal aspecten die in het werkveld van een TN’er ook van belang zijn: Veel belangrijke ontdekkingen zijn gedaan met nieuwe experimentele technieken. De TN’er maakt daarbij vaak gebruik van zeer geavanceerde en kostbare apparatuur. Nauwgezetheid en nauwkeurigheid zijn daarbij erg belangrijk.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
13
In de experimentele natuurkunde wordt gebruik gemaakt van materialen en technieken waarbij ten gevolge van onjuist of onvoorzichtig gebruik onveilige situaties kunnen ontstaan. Een TN’er houdt zich altijd aan geldende richtlijnen en procedures op het gebied van veiligheid. Het rapporteren van bevindingen is cruciaal voor TN’ers. Aangezien TN’ers in een internationale context opereren is het noodzakelijk dat rapporteren volgens internationale regels en formats plaatsvindt. Aangezien hierbij vaak gebruik gemaakt of vergeleken wordt met voorgaande bevindingen van anderen is een correcte bronvermelding van groot belang. TN’ers werken nagenoeg altijd samen met personen uit andere disciplines. Het is belangrijk om met name op vakinhoudelijk niveau goed met elkaar te kunnen communiceren. TN’ers werken in een internationale context. Hierbij is communicatie in de Engelse taal cruciaal. De werkzaamheden van TN’ers hebben doorgaans een hoog innovatief karakter. TN’ers werken aan of met nieuwe technologieën. Het is belangrijk deze ontwikkelingen goed te volgen en op de hoogte te blijven van relevante actuele ontwikkelingen. Een TN’er houdt zijn kennis, vaardigheden en ook contacten upto-date. Aangezien TN’ers mede aan de wieg van nieuwe producten en technologieën staan hebben zij een grote verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid en milieu. Om een bijdrage aan innovatieve ontwikkelingen te kunnen leveren wordt ook van de TN’er een grote mate van creativiteit en voorstellingsvermogen gevraagd.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
14
4 Het beroepenveld van de Hbo-bachelor Technische Natuurkunde In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van het beroepenveld waarin HBO-ers Technische Natuurkunde doorgaans werkzaam zijn. Het beroepenveld wordt verdeeld in contexten en er wordt ingegaan op de verschillende rollen die een HBOer TN hierin vervult. Bovendien worden de kenmerken van dit beroepenveld en de vereiste kwalificaties om in dit beroepenveld te kunnen acteren besproken. Verder wordt in dit hoofdstuk ingegaan op het onderscheid tussen de in Nederland bestaande domeinen ‘Applied Science’ en ‘Engineering’ en de positionering van Technische Natuurkunde hierin.
4.1 Het werkveld verdeeld in contexten en de rollen van een Hbo-bachelor TN In de profielen van de Bachelor of Engineering [2] en de Bachelor of Applied Science [3] zijn de vereiste generieke competenties vastgelegd. Door deze competenties te koppelen aan specifieke contexten komt men tot een Landelijk Opleidingsprofiel. Het samenstellen van het Landelijk Opleidingsprofiel voor een bachelor-opleiding gebeurt door de beschrijving van de contexten en rollen die voor de betreffende opleiding kenmerkend zijn. Het vereiste ontwikkelingsniveau van de competenties volgt uit de beschrijving van: de context, waaruit zijn complexiteit blijkt de begeleiding of assistentie die de beroepsbeoefenaar krijgt. Op deze wijze is voor Technische Natuurkunde bijvoorbeeld in het “profiel van de Bachelor of Engineering” de rol van onderzoeker beschreven in de context van een research afdeling, onderdeel van een multinational en in de context van een fysisch onderzoeksinstituut. Aangezien een dergelijke beschrijving van de vele rollen in verschillende contexten erg uitgebreid wordt, is ervoor gekozen om de rollen en de contexten slechts globaal in schema’s te verwerken. In 2007 heeft de NNV middels een landelijke enquête onder werkgevers de arbeidsmarkt voor fysici in kaart gebracht [4]. In dat onderzoek wordt het werkveld verdeeld in 8 sectoren, die in de terminologie van de profielbeschrijvingen ook contexten genoemd kunnen worden. Deze 8 sectoren of contexten zijn: ICT, industrie, medisch, universiteit, onderwijs, overheid, research, zakelijk De meest voorkomende rollen (functieprofielen) volgens het onderzoek van de NNV [4] van een Hbo-bachelor TN zijn: 1. technicus 2. docent 3. onderzoeker 4. ontwerper, productontwikkelaar 5. projectleider/teamleider 6. adviseur automatisering/ICT 7. adviseur technologisch 8. proces operator 9. staf/beleidsmedewerker 10. algemeen manager/bestuurder Startende HBO-ers TN werken vaak als technicus, docent, onderzoeker of productontwikkelaar. Als vervolgfunctie komt projectleider/teamleider veel voor. Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
15
In tabel 4.1 worden functieprofielen in de verschillende contexten weergegeven. Uit het onderzoek van de NNV is verder gebleken dat Hbo-bachelors TN vooral werkzaam zijn in de contexten (sectoren) industrie, universiteit, onderwijs, en research. Ook in de medische sector verwacht men een toename van het aantal Hbo-bachelors TN. Tabel 4.1: Rollen in de verschillende contexten, uit arbeidsmarkt voor fysici [4]
Context of Sector ICT Industrie Medisch Universiteit Onderwijs Overheid Research Zakelijk
Rol (functieprofiel) 6, 7, 4 1, 4, 3, 6, 7, 8, 9 5, 7, 3, 1, 6, 2, 4, 8 1, 8, 6, 4 2, 8, 1, 6 9, 7 1 t/m 10 6, 7
4.2 Algemene aard en kenmerken van het beroepenveld TN In het Landelijk Opleidingsprofiel van de Hbo-bachelor TN is de context waarbinnen de TN- Bachelor werkzaam is ook te verdelen in drie beroepsdomeinen, n.l. Research en Development (R&D) Engineering en Fabricage (E&F) Commercie, Service en Dienstverlening (C,S&D). Zo zijn er drie verschillende beroepsdomeinen waarin een verzameling van functies uitgeoefend kan worden. Enkele jaren na de start van zijn carrière kan hij doorgroeien naar leidinggevende functies, zoals bijvoorbeeld projectmanager of afdelingshoofd, hij kan terecht komen in dienstverlenende functies, zoals bij adviesbureaus of bij de overheid, maar hij kan natuurlijk ook een technisch specialistische carrière maken.
4.2.1 Onderzoek en Ontwikkeling (Research & Development, R&D) Grote bedrijven hebben meestal een goed geëquipeerde R&D-afdeling, waar research en productontwikkeling door verschillende groepen worden beoefend. Hoewel de nadruk altijd ligt op toepasbaarheid voor het bedrijf, wordt in Research veelal gewerkt aan technische vernieuwingen met een sterk innovatief karakter; hierbij wordt zonodig fundamenteel onderzoek niet geschuwd. Voorop staat echter begripsvorming om de potentie van vernieuwingen voor toekomstige producten te kunnen inschatten. In Development worden nieuwe producten ontworpen waarbij vanuit een concept met commerciële potentie eerst een werkend model van het nieuwe product op laboratoriumschaal wordt vervaardigd. Het onderzoek wordt als volgt gestuurd. Over de technisch meest onzekere delen van een idee of ontwerp worden onderzoeksvragen geformuleerd, die tot doel hebben zekerheid te verkrijgen over de toepasbaarheid van materialen of technologieën. De HBO- Bachelor werkt daarbij primair aan het beantwoorden van door anderen (leidinggevenden, meer ervaren professionals) gestelde vragen door middel van experimenteel of modellerend onderzoek, vaak in samenwerking met academici, die de meer abstracte/theoretische kant van het werk doen. In een later
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
16
stadium, wanneer hij ervarener is, zal de HBO- Bachelor zelf ook een actieve rol spelen in het formuleren en prioriteren van de onderzoeksdoelen. In kleine bedrijven is een R&D-afdeling gewoonlijk veel kleiner, zodat de verschillende rollen meestal verenigd worden in een beperkt aantal personen. Men ziet hier vaak dat het R&D-proces minder lange doorlooptijden kent, eerder op snelle realisatie van producten gericht is, en dat de HBO- Bachelor alle geledingen van de R&D-afdeling bemensen of zelfs verschillende rollen in één persoon combineren. In de R&D-omgeving is de Hbo-bachelor TN betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe of de verbetering van bestaande producten, methoden en processen, waarbij de aandacht gericht is op de ontrafeling of benutting van de daarbij optredende natuurkundige verschijnselen.
4.2.2 Engineering en Fabricage (E&F) HBO- Bachelors TN ziet men hier vaak (doch niet altijd!) in een vervolgfunctie. De engineeringomgeving is dan het vervolgtraject op R&D. Nadat hij eerst bij de ontwikkeling van een product betrokken is geweest, verhuist hij als specialist met het product mee naar de (voorbereiding van de) fabricage. In dit beroepsdomein zijn HBO- Bachelors TN actief omdat in hedendaagse productieprocessen en productiehulpmiddelen natuurkundige principes een belangrijke rol spelen zoals bijv. optische, ultrasone of radioactieve principes. Natuurkundige basiskennis wordt toegepast in samenwerking met andere technici (met name op het gebied van werktuigbouwkunde, elektrotechniek) om de gewenste fabricage voor elkaar te krijgen. Tenslotte kan de HBO- Bachelor TN in dit beroepsdomein werkzaam zijn in "kwaliteitsaangelegenheden", zoals bijv. ijk-, test- of serviceafdelingen.
4.2.3 Commercie, Service & Dienstverlening (C,S&D) In de commercie (handel) is de HBO- Bachelor TN vooral werkzaam als productspecialist. Hij werkt als adviseur of verkoper of hij verricht inkoopactiviteiten betreffende producten, systemen, diensten en installaties. Ook kan hij actief zijn op het gebied van marketing. In al deze gevallen hebben zijn activiteiten een relatie met natuurkundige principes / systemen of technische automatisering. Bij service gaat het veelal om ondersteunende technische afdelingen, zoals een technisch fysische dienst of een technische automatiseringsafdeling van bijvoorbeeld een ziekenhuis. Bij bedrijven die complexe apparatuur leveren, is de Field Service Engineer een veel voorkomende TN-functie. In de dienstverlenende sfeer werkt hij b.v. bij adviesbureaus, milieuorganen of is betrokken bij kennisoverdracht in het algemeen, waaronder onderwijs (LBO, MBO, HBO, WO).
4.3 Kwalificaties en competenties In tabel 4.2 zijn de rollen (functieprofielen) onderverdeeld over de drie beroepsdomeinen. In de onderste rij van de tabel zijn de meest relevante beroepsspecifieke competenties met een nummer aangegeven. Deze nummers verwijzen naar competenties in hoofdstuk 5
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
17
Tabel 4.2: Indeling in de drie beroepsdomeinen
Voorbeelden van rollen van een Hbo-bachelor Technische Natuurkunde in de verschillende beroepsdomeinen R&D E&F C&S&D Natuurkundig onderzoeker / - Meettechnicus Software engineer assistent Development engineer / (Field) Service engineer Development engineer ontwerper Bouwfysicus Meettechnicus Productontwikkelaar Stralingsfysicus Natuurkundig ontwerper Software engineer Audioloog Software engineer Process engineer Fotonicus IC-technoloog Meteoroloog Fotonicus Energietechnicus Medisch Fysicus Medisch fysicus Manager R&D Hoofd instrumentatie Hoofd afdeling milieu Projectleider Hoofd testafdeling Hoofd veiligheid / arbo Projectleider Quality engineer Kwaliteitsdeskundige / Adviseur / consultant Projectleider Quality engineer Sales engineer / manager Inkoop manager Helpdesk specialist Trainer / docent Medewerker octrooizaken Redacteur technische documentatie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 1, 3, 4, 5, 6, 7 1, 4, 5, 6, 8, 9, 10
4.4 Engineering versus Applied Science: Positionering TN Het profiel van de Bachelor of Engineering is gebaseerd op de vier fasen van bewust handelen en bestaat uit de volgende vier generieke competenties [1]: 1. Inzicht krijgen in de opdracht of probleemsituatie 2. Ontwerpen van het product, de dienst of de sturing 3. Plannen van de uitvoering 4. Uitvoeren van het plan van aanpak Deze competenties zijn contextloos geformuleerd. Het is de bedoeling dat beroepsen opleidingsprofielen worden beschreven in termen van contextrijke competenties. Het profiel van de Bachelor of Applied Science [3] bestaat uit de volgende competenties: 1. Onderzoeken 2. Experimenteren 3. Ontwikkelen 4. Beheren en coördineren 5. Adviseren en in- en verkopen 6. Instrueren, begeleiden, doceren en coachen 7. Leidinggeven en managen 8. Zelfsturing Het werkgebied van de HBO-er Technische Natuurkunde past in feite bij beide profielbeschrijvingen. In het volgende hoofdstuk zal worden aangetoond dat de specifieke TN-competenties in grote mate overeenkomen met de bovenstaande
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
18
generieke competenties uit de beide profielbeschrijvingen. De opleidingen bij Saxion en De Haagse Hogeschool leiden op voor het diploma Bachelor of Engineering; Fontys-Hogescholen TN leidt op voor het diploma Bachelor of Applied Science.
4.5 HBO-opleidingen TN: nationaal en internationaal perspectief De situatie in Nederland. De drie Hbo-bachelor opleidingen Technische Natuurkunde in Nederland onderscheiden zich van de WO-bachelor opleidingen in die zin dat zij studenten opleiden die directe toegang tot de arbeidsmarkt hebben. Bij de WO-bachelor opleidingen is het curriculum gericht op een vervolgstudie in een aansluitende masteropleiding. De diverse studieprogramma’s laten dit verschil duidelijk zien. Bij de Hbo-bachelor TN ligt de nadruk op analyseren en experimenteren, het “meten is weten” en is de focus van het curriculum gericht op industriële toepassingen. De WO-bachelor kiest hier voor een meer fundamentele (vaak theoretische) benadering. De research in industrie en in universitaire onderzoeksgroepen is daarbij veelal het oogmerk. De drie HBO-TN bacheloropleidingen zijn landelijk gesitueerd in dezelfde steden als de drie Technische Universiteiten: Delft, Eindhoven en Enschede. Deze universiteiten verzorgen ook een WO-opleiding Technische Natuurkunde. Dit maakt dat goede contacten en samenwerking op bepaalde gebieden mogelijk zijn en ook gerealiseerd worden. Het voordeel voor de student zit hier o.a. in de overstapmogelijkheden in het begin van de TN-studie, de doorstroomminors tijdens de studie, en de HBO-(pre-) masterprogramma’s die de TU’s aanbieden na voltooien van een Hbo-bachelor opleiding. Daarnaast geeft deze samenwerking TN-studenten aan de Technische Universiteiten de mogelijkheid af te stromen naar de verwante TNopleiding in het HBO. Internationale positionering Technische natuurkunde is een vakgebied dat net als veel andere disciplines internationaal georiënteerd is. Voor de Hbo-bachelor TN betekent dit dat deze kennis/ervaring heeft met internationale studieboeken en literatuur, stages in het buitenland, etc. Met betrekking tot het curriculum is van belang datgene wat in Europees verband is vastgelegd in het z.g. Bologna Process [5], het vervolg op de Bologna Declaration uit 1999. De 3 cycli-structuur (BSc/MSc/PhD) die hierin wordt aangegeven als model voor European Higher Education Area (EHEA) zal in heel het Bologna-gebied, dat nu uit 46 landen bestaat, worden ingevoerd. De European Physical Society (EPS) heeft voor de Natuurkunde discipline de 3 cycli nader uitgewerkt (Specification Description Series). Voor de Physics-bachelor (1ste cyclus of ook EQF niveau 6 genoemd, EQF= European Qualification Framework) is de specifieke situatie beschreven in het document: “Specification description for European Physics Bachelor Studies” [6]. Het beschrijft de kennis en vaardigheden met vakspecifieke en algemene (generieke) competenties die bij de bachelor TN ontwikkeld moeten zijn binnen de fysische context. Naast fundamentele kennis op de vakgebieden die in het document worden beschreven, wordt van de bachelor TN verwacht dat hij in staat is om: - natuurkunde problemen te formuleren en op te lossen - een experiment of onderzoek op te zetten en uit te voeren
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
19
-
de wiskunde te gebruiken om de fysische werkelijkheid te beschrijven.
In Europees verband is de “TUNING Methodology” als nieuwe methodiek in opkomst om de opleidingen met elkaar te kunnen vergelijken [7]. In deze methodiek staan leeruitkomsten naast competenties. Beide zijn noodzakelijk om studieprogramma’s en hun studieonderdelen of modules student-centraal en output-gericht te maken. Leeruitkomsten en competenties zijn in het Europese model gedefinieerd als: “Learning outcomes are statements of what a learner is expected to know, understand and/or be able to demonstrate after completion of learning. They can refer to a single course unit or module or else to a period of studies, for example, a first or a second cycle programme. Learning outcomes specify the requirements for award of credit.” “Competences represent a dynamic combination of knowledge, understanding, skills and abilities. Fostering competences is the object of educational programmes. Competences will be formed in various course units and assessed at different stages.”
De introductie van een 2 of 3 cycli-systeem maakt het nodig dat bestaande studieprogramma’s die niet gebaseerd zijn op het concept van de cycli worden herzien. Kenmerkend voor een systeem met cycli is dat iedere cyclus moeten worden gezien als een zelfstandige eenheid. Op basis van dit uitgangspunt dienen de eerste twee cycli niet alleen toegang te geven tot de volgende cycli maar ook tot de arbeidsmarkt. Hier komt het belang naar voren van het hanteren van leeruitkomsten naast dat van competenties. De (Nederlandse) Hbo-bachelor was vanuit het verleden al sterk gericht op de arbeidsmarkt en beantwoordt aan het karakter van een zelfstandige eenheid.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
20
5
De competenties van de Hbo-bachelor TN
5.1 Doelen van de competentielijst De doelen die met de competentielijst worden nagestreefd zijn de volgende: 1. Het Landelijk Opleidingsprofiel bevat een uitgebreide lijst met competenties. Voor elke functie of rol die eenHbo- bachelor TN vervult, is een bepaalde combinatie van deze competenties nodig. De opleidingen maken hieruit een selectie en komen hiermee tot een opleidingsspecifiek opleidingsprofiel. 2. Bij onderwijseenheden kunnen de inhoudelijke leerdoelen gekoppeld worden aan competenties, zodanig dat duidelijk is welke competenties bij de betreffende onderwijseenheid aan bod komen. De verdeling van competenties over de diverse onderwijseenheden (modulen, projecten, thema's) vormt een "vingerafdruk" van de opleiding. 3. De competenties zijn zo geformuleerd dat de lijst een instrument kan zijn in de coaching en beoordeling van studenten. 4. De competenties moeten duidelijk en herkenbaar zijn voor studenten. Dat betekent dat de competenties zodanig geformuleerd zijn dat studenten deze begrijpen en er zich iets bij voor kunnen stellen. Studenten moeten hiermee een duidelijk beeld krijgen van wat in de latere beroepsuitoefening van hen wordt verwacht. 5. De lijst van competenties kan ook gebruikt worden bij het geven van voorlichting over de opleiding aan potentiële studenten. 5.2 Opzet en structuur In de volgende paragraaf wordt een indeling in verschillende typen competenties gegeven. Vervolgens wordt in de daarop volgende paragraaf toegelicht hoe de beroepsspecifieke competenties (paragraaf 3) omschreven zijn. 5.2.1 Indeling in typen competenties Door de Projectgroep Competent HTNO [8] werd voorgesteld de kennis, vaardigheden en attituden van de bachelor TN te clusteren in soorten competenties. De typering die bij de bachelor TN gehandhaafd wordt, is als volgt: • Beroepsspecifieke kerncompetenties • Optionele beroepsspecifieke competenties • Generieke HBO-competenties In dit hoofdstuk zijn de twee typen beroepsspecifieke competenties verder uitgewerkt; de door genoemde Projectgroep beschreven Generieke HBOcompetenties zijn ongewijzigd opgenomen in Bijlage IV. Bij het beschrijven van de competenties is het echter lang niet altijd mogelijk om beroepsspecifieke en niet-beroepsspecifieke competenties van elkaar te scheiden. Daarom zal men in de lijst van beroepsspecifieke competenties soms beschrijvingen tegenkomen die ook al in meer of mindere mate bij de Generieke HBO competenties genoemd worden. De Generieke HBO-competenties zijn als aanvulling op de beroepspecifieke competenties in het competentieprofiel van de Hbo-bachelor TN gereduceerd tot een beperkte set van drie “niet beroepsspecifieke competenties”. De deelset met de "Beroepsspecifieke kerncompetenties" omvat zes competenties. Deze zijn in het onderstaande overzicht opgesomd. Competentie deelset: “Beroepsspecifieke kerncompetenties" Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
21
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vakinhoud/Cognitie Onderzoek-management Experimenteren Ontwikkelen en Toepassen Modelleren Specifieke professionaliteit
De deelset met de "Optionele beroepsspecifieke competenties" omvat als basis de 4 hieronder genoemde competenties. Uitbreiding met één of meer is echter mogelijk. Dit kan het geval zijn wanneer een functie zich binnen de maatschappelijke context zodanig ontwikkelt dat een brede kennis/kunde op snijvlakgebieden vereist wordt. Voorbeeld hier kunnen zijn: fotonica, medische technologie, duurzame technologie, nanotechnologie. Onderstaand overzicht geeft de betreffende competenties weer. Competentie deelset: “Optionele beroepsspecifieke competenties" 7. Technische automatisering 8. Commercie 9. Dienstverlening 10. Kennisoverdracht De deelset (zie ook bijlage IV) met de “Niet beroepsspecifieke competenties” omvat o.a. de volgende competenties: 11. Leiding geven 12. Leren leren/Zelfsturing 13. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid 5.2.2 Omschrijving van een competentie Voor elke competentie is een tabel gereserveerd. In de kop van de tabel staat de naam van de betreffende competentie. Daaronder staat de betekenis van die competentie in een zin beschreven, telkens beginnend met: "De Hbo-bachelor TN (werkt, past toe, ontwerpt, etc.) ". Tenslotte wordt die betekenis aangevuld met een lijst van karakteristieke voorbeelden, die illustreren in welke contexten de betreffende competentie speelt, welke soort hulpmiddelen een rol spelen, welke soort activiteiten verricht worden, welke resultaten bereikt worden. Deze karakteristieke voorbeelden worden telkens ingeleid met de woorden: "Hij laat dit zien door …….".
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
22
5.3 Competenties en gedragscriteria 5.3.1 Beroepsspecifieke kern-competenties 1 Vakinhoud / Cognitie De Hbo-bachelor TN werkt vanuit een basis van kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de natuurkunde. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. kennis, inzicht en vaardigheden te hebben en deze op de juiste wijze toe te passen op het gebied van de technische natuurkunde en ondersteunende vakgebieden; 2. de bijbehorende theorie toe te passen in concrete situaties; 3. natuurkundige principes / wetten op juiste wijze toe te passen bij berekeningen; 4. te beoordelen of resultaten van berekeningen realistisch zijn en de juistheid van berekeningen na te gaan, mede gebruik makend van dimensieanalyse; 5. de geldigheid van theorieën en modellen te controleren / toetsen aan randvoorwaarden en uitgangspunten; 6. zich snel in een natuurkundig of aanverwant vakgebied in te werken; 7. relaties en analogieën tussen vakgebieden te herkennen en te benutten; 8. vakinhoudelijke discussies te voeren.
2
Onderzoek-management
De Hbo-bachelor TN initieert, definieert, organiseert en realiseert technisch natuurkundig onderzoek. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. een globale onderzoeksvraag te vertalen in concrete onderzoeksvoorstellen; 2. technische problemen te analyseren qua risico of haalbaarheid, en zonodig daarbij prioriteiten aan te geven; 3. een uitgewerkt onderzoeksplan op te stellen; 4. een onderzoeksplan uit te voeren en de voortgang te controleren; 5. deskundigen bijeen te brengen en aan te sturen; 6. te communiceren met opdrachtgevers over het verloop van het onderzoek en de resultaten.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
23
3
Experimenteren
De Hbo-bachelor TN voert experimenten uit ten behoeve van onderzoek en/of ontwikkeling van producten en/of processen, is betrokken bij het ontwerp, de ontwikkeling, bouw en automatisering van complexe experimentele meetopstellingen waarin de natuurkunde een centrale rol speelt en ontwerpt / bouwt / automatiseert eenvoudige opstellingen zelf. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. experimenten / metingen voor te bereiden (overleg met opdrachtgever, planning, meetplan etc.); 2. toetsbare hypothesen te formuleren als richtsnoer voor de experimenten; 3. experimenten op te zetten volgens statistisch verantwoorde methoden; 4. toepasbare meetmethoden en meetprincipes te kiezen / bedenken; 5. apparatuur te beoordelen en te selecteren voor een onderzoek, ontwikkel- of ontwerpdoel; 6. automatiseringshulpmiddelen te beoordelen en te selecteren, bijv. voor simulaties, besturing of gegevensverwerking; 7. in voorkomende gevallen zelf software als automatiseringshulpmiddel te ontwikkelen; 8. instrumenten en automatiseringshulpmiddelen te testen, ijken en kalibreren; 9. instrumentarium te integreren tot een werkende meetopstelling; 10. experimenten nauwgezet uit te voeren, daarbij oog hebbend voor meetfouten en meetnauwkeurigheid en de invloed hiervan op de meetresultaten; 11. meetgegevens te verwerken, analyseren en interpreteren, hierbij relaties leggend met theorie, modellen en simulaties; 12. voorstellen te doen voor het verbeteren van de meetopstelling en voor vervolgexperimenten 13. resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaarden.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
24
4
Ontwikkelen en Toepassen
De Hbo-bachelor TN vertaalt natuurkundige principes naar praktische toepassingen en andersom, en hij fungeert hierbij als een onmisbare schakel in een multidisciplinair team. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. natuurkundige verschijnselen als zodanig te herkennen en theorie te koppelen aan de manifestatie ervan in praktijk en toepassing; 2. in concrete situaties op juiste wijze te beoordelen of, welke en in welke mate natuurkundige verschijnselen een rol spelen; 3. problemen systematisch aan te pakken en daarbij creativiteit met betrekking tot mogelijke oplossingen aan de dag te leggen; 4. instrumenten en/of automatiseringshulpmiddelen voor een concrete toepassing te beoordelen en te selecteren; 5. de toepassing van natuurkundige verschijnselen in bestaande apparatuur te vertalen naar nieuwe, aanverwante en analoge toepassingen;. 6. nieuwe (op natuurkundige verschijnselen gebaseerde) technologische ontwikkelingen te volgen en daaruit eigen toepassingen af te leiden; 7. complexe processen en producten vanuit natuurkundige invalshoek te beschrijven, te ondersteunen en bij te sturen; 8. te adviseren omtrent het gebruik of toepassing van natuurkundige technieken, apparatuur of automatiseringshulpmiddelen; 9. (on)haalbaarheid van toepassingen en doelstellingen vanuit natuurkundig oogpunt te onderzoeken; 10. samen te werken met mensen uit andere disciplines, daarbij de vaktaal van andere disciplines te spreken en zonodig de rol van intermediair te vervullen.
5
Modelleren
De Hbo-bachelor TN werkt met, veelal mathematische, modellen van de werkelijkheid en voert aan de hand daarvan simulaties uit. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. uitgangspunten van modellen te begrijpen en te omschrijven; 2. geldigheid van modellen te omschrijven en te controleren; 3. modellen op de juiste wijze toe te passen en te interpreteren; 4. gebruik te maken van relaties en analogieën tussen modellen; 5. zelf vergelijkingen van een eenvoudig model op te stellen; 6. eerst hoofdlijnen in model te beschrijven en details pas later toe te voegen; 7. modelberekeningen en simulaties uit te voeren; 8. resultaten van modelberekeningen en simulaties te interpreteren en te vergelijken met experimentele resultaten.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
25
6
Specifieke Professionaliteit
De Hbo-bachelor TN is specialist op zijn vakgebied en neemt daarin zijn professionele verantwoordelijkheid. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. de ontwikkelingen op zijn vakgebied te volgen en de betekenis hiervan in te schatten; 2. zich te houden aan benodigde en vereiste veiligheidsmaatregelen bij het werk met natuurkundige verschijnselen en apparatuur; 3. vanuit natuurkundige invalshoek rekening te houden met milieu en duurzaamheid; 4. ethische verantwoordelijkheid te tonen in de ontwikkeling en toepassing van natuurkundige technieken; 5. vakinhoudelijke contacten met professionals te onderhouden; 6. de werking en het belang van patenten en octrooien te doorgronden; op de hoogte zijn van de wijze waarop deze tot stand komen; op de hoogte zijn van de eisen waaraan publicaties met het oog op patenten en octrooien moeten voldoen.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
26
5.3.2 Optionele beroepsspecifieke competenties 7
Technische Automatisering
De Hbo-bachelor TN ontwerpt en gebruikt technische automatiseringsystemen. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. de klant te adviseren bij het opstellen van klantspecificaties en deze te vertalen naar functionele en technische specificaties; 2. het adviseren van belanghebbenden bij de aanschaf en implementatie, het gebruik en beheer van systemen (hardware en software); 3. het ontwerpen (in een open omgeving en met componenten van diverse makelij), van geïntegreerde systemen voor de besturing van industriële productiesystemen en voor de automatisering van industriële processen en het daarvoor ontwerpen van computersimulaties; 4. het selecteren van aan te schaffen hardwaresystemen en softwareapplicaties voor procesautomatisering en productiebesturing; 5. het opstellen van een testplan en het uitvoeren van functionele tests van (geïntegreerde) systemen voor procesautomatisering en productiebesturing en selectie daarvoor van relevante meet-, regel- en besturingsmethoden; 6. het evalueren van de resultaten en het doen van voorstellen voor nadere analyse en het oplossen van problemen; 7. het implementeren, begeleiden of leiding geven aan de implementatie van systemen; 8. het optimaliseren van de werking van meet-, regel- en besturingssystemen; 9. het opstellen van specificaties en instructies met het oog op implementatie door anderen.
8
Commercie
De Hbo-bachelor TN past kennis en vaardigheden uit de natuurkunde toe in een commerciële situatie, daar waar het gaat om producten of processen waarin natuurkundige technieken een essentiële of dominante rol spelen. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. zich klantgericht op te stellen; 2. te communiceren met alle (interne en externe) belanghebbenden van een dergelijk product / proces; 3. een marktonderzoek m.b.t. een dergelijk product / proces te doen; 4. een dergelijk product / proces te demonstreren / presenteren bij klanten en op beurzen; 5. een bijdrage te leveren aan de bekendheid van een dergelijk product / proces; 6. samen met klanten specificaties van een dergelijk product / proces op te stellen; 7. te fungeren als verkoper / vertegenwoordiger / inkoper van dergelijke producten / processen; 8. toe te zien op implementatie van dergelijke producten / processen bij de klant; 9. vragen uit de markt te vertalen ten behoeve van onderzoekers en ontwikkelaars.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
27
9
Dienstverlening
De Hbo-bachelor TN werkt als gespecialiseerd dienstverlener vanuit een natuurkundige invalshoek . Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. zich klantgericht op te stellen; 2. samen met opdrachtgevers specificaties en voorwaarden omtrent te verrichten werk op te stellen; 3. zijn kennis en vaardigheid in de natuurkunde toe te passen bij het dienstverlenend werk; 4. op basis van zijn specialistische kennis opdrachtgevers te adviseren; 5. vanuit zijn specialisme in opdracht van een klant technische en financiële berekeningen uit te voeren of onderzoek / metingen te doen; 6. vanuit zijn specialisme onderhoud aan of reparatie van technisch hoogwaardige apparatuur uit te voeren, vaak ter plaatse van de opdrachtgever; 7. rapportages te maken ten behoeve van opdrachtgevers.
10
Kennisoverdracht
De Hbo-bachelor TN werkt als leraar, docent of trainer, waarbij kennis en vaardigheden m.b.t. onderwerpen uit de natuurkunde worden overgedragen en waarbij hij vakinhoudelijke kennis en vaardigheden combineert met didactische vaardigheden. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. lessen, trainingen en cursussen te verzorgen; 2. leerlingen, studenten of cursisten te begeleiden en te coachen; 3. didactische vaardigheden toe te passen; 4. leerstof en lesmateriaal te selecteren en/of samen te stellen; 5. toepassingsgebied van leerstof onder de aandacht te brengen; 6. opgaven en toetsen te maken, te selecteren en te controleren; 7. verschillende les- en werkvormen toe te passen; 8. knelpunten in gedachtegang en begripsvorming te signaleren en weg te nemen.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
28
5.3.3 Niet beroepsspecifieke competenties 11
Leiding geven
De Hbo-bachelor TN geeft, om de doelen van het organisatieonderdeel waaraan hij leiding en sturing geeft aan medewerkers om in veranderende omgeving adequaat te blijven functioneren. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. het hebben en uitdragen van een visie betreffende de organisatie of het organisatieonderdeel; 2. coachen van medewerkers door te inspireren, te overtuigen, te motiveren, respect te tonen, samenwerken te stimuleren en te delegeren; 3. zelf voorbeeld naar medewerkers te geven.
12
Leren Leren / Zelfsturing
De Hbo-bachelor TN onderhoudt en ontwikkelt zijn handelsbekwaamheid en zet zijn eigen strategie op om in een continu veranderende omgeving adequaat te blijven functioneren. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. te reflecteren op eigen gedrag om feedback te geven en te ontvangen; 2. de wil te tonen om te leren; 3. doorzettingsvermogen te tonen.
13
Sociaal communicatieve bekwaamheid
De Hbo-bachelor TN communiceert en werkt samen met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en voldoet aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. De Hbo-bachelor TN onderhoudt en ontwikkelt zijn handelsbekwaamheid en zet zijn eigen strategie op om in een continu veranderende omgeving adequaat te blijven functioneren. Hij laat dit zien door (karakteristieke voorbeelden van gedrag / activiteiten): 1. met collega's in een multiculturele omgeving samen te werken; 2. een stage of afstudeeropdracht in het buitenland uit te voeren; 3. eigen handelen en denken kritisch te evalueren, verantwoording af te leggen en te verwerken.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
29
5.4 Match tussen TN-competenties en de profielbeschrijvingen Bachelor of Engineering en Applied Science Hieronder wordt in tabelvorm weergegeven hoe de in dit hoofdstuk geformuleerde TN-competentie set samenhangt met de (generieke) competenties die in de profielbeschrijvingen van Bachelor of Engineering en Bachelor of Applied Science beschreven zijn. Tabel 5.1: koppeling tussen competentieset TN en de generieke competenties uit het profiel Bachelor of Engineering. Een kruis (X) betekent dat er sprake is van een sterke koppeling tussen de TN-competentie en de Generieke competentie uit de profielbeschrijving
Beroepsspecifieke Kern-competenties
Generieke competenties uit het profiel Bachelor of Engineering Inzicht Ontwerpen Plannen Uitvoeren krijgen 1. Vakinhoud / cognitie 2. Onderzoekmanagement 3. Experimenteren
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
7. Technische automatisering 8. Commercie
X
X
X
X
X
X
9. Dienstverlening
X
X
X
10. Kennisoverdracht
X
X
X
4. Ontwikkelen en Toepassen 5. Modelleren
NietBeroepssp. Comp.
Optionele Beroepssp. competenties
6. Specifieke professionaliteit
11. Leiding geven
X
X
X
X
12. Leren leren / Zelfsturing 13. Sociaal communicatieve. Bekwaamheid
X
X
X
X
X
X
X
X
Uit deze tabel blijkt dat er een sterke overeenkomst is tussen beide competentiesets. Op basis hiervan kan men stellen dat de in hoofdstuk 5 beschreven competentieset goed past in het profiel Bachelor of Engineering.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
30
Tabel 5.2: Koppeling tussen competentie set TN en de generieke competenties uit het profiel Bachelor of Applied Science. Een kruis (X) betekent dat er sprake is van een sterke koppeling tussen de TN-competentie en de Generieke competentie uit de profielbeschrijving
Beroepsspecifieke Kern-competenties
4. Ontwikkelen en Toepassen 5. Modelleren
Optionele Beroepssp. competenties
6. Specifieke professionaliteit
X X X
X
X
Zelfsturing
Leidinggeven en managen
X
X X
X
X
X X
7. Technische automatisering 8. Commercie
X
X
X
X
X
X X
9. Dienstverlening
X
10. Kennisoverdracht
12. Leren leren / Zelfsturing 13. Sociaal communicatieve Bekwaamheid
X
X
X
11. Leiding geven NietBeroepssp. Comp.
X
X X
Instrueren, begeleiden, doceren en coachen
X
Adviseren en in/verkopen
X
Beheren en coördineren
Ontwikkelen
1. Vakinhoud / cognitie 2. Onderzoekmanagement 3. Experimenteren
Experimenteren
Onderzoeken
Generieke competenties uit het profiel Bachelor of Applied Science
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
Ook uit deze tabel blijkt een sterke overeenkomst tussen de in hoofdstuk 5 beschreven TN-competentie set en de competenties uit de profielbeschrijving van de Bachelor of Applied Science. Op grond van de tabellen 5.1 en 5.2 kan men derhalve concluderen dat de HBO opleiding TN goed past in zowel het profiel Bachelor of Engineering als in het profiel Bachelor of Applied Science.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
31
5.5 Competentie en kwalificatieniveaus Een kwalificatieniveau geeft het stadium weer van ontwikkelingsniveau in een competentie uitgedrukt in gedragskenmerken. Er worden vier kwalificatieniveaus onderscheiden: Tabel 3: Kwalificatieniveaus van een competentie
I
II III
IV
U (uitvoerend)
Effectief gedrag vertonen als de omgeving daartoe directe aanleiding geeft. Trefwoorden: uitvoeren, in opdracht van O (oplossend) Effectief gedrag vertonen op basis van eigen initiatief. Trefwoorden: oplossen, analyseren I (integrerend) Effectief gedrag van de directe omgeving versterken Trefwoorden: integreren, ontwikkelen, transfer van kennis en vaardigheden G Effectief gedrag van de beroepsgroep verhogen (genererend) Trefwoorden: genereren van kennis, vaardigheden
In de bijlage V staan bij de gedragscriteria van elke competentie voorbeelden genoemd van situaties die typerend zijn voor de genoemde kwalificatieniveaus.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
32
Referenties [1] [2] [3] [4] [5]
[6]
[7]
[8]
Landelijk Beroepsprofiel HBO-ingenieur Technische Natuurkunde, maart 2002. Profiel van de Bachelor of Engineering 2006 Profiel van de Bachelor of Applied Science 2008 Arbeidsmarkt voor fysici, NNV januari 2007 The Bologna Process – Towards the European Higher Education Area’, European Commission, Brussels, 2009 http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/bologna/ Specification Description for European Physics Bachelor Studies’, European Physical Society, EPS Publications 2009 http://www.eps.org Tuning Educational Structures in Europe’, Subject Area Physics, Deusto & Groningen, 2009. http://tuning.unideusto.org/tuningeu/index.php?option=content&task=view&id=3 1&l temid=54 Gids voor het beschrijven van de landelijke kwalificaties in het HTNO; Handreiking voor het beschrijven van de landelijke beroeps- en opleidingskwalificaties in het Hoger Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderwijs op basis van competenties. Projectgroep “Competent HTNO”, 15 november 2000, projectnotitie N-00.047 (www.hbo-raad.nl/competenthtno;
[email protected]).
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
33
Bijlage I DOELGROEPEN LANDELIJK OPLEIDINGSPROFIEL Het Landelijk Opleidingsprofiel en het daaruit afgeleide opleiding specifieke opleidingsprofiel wordt in de communicatie met een aantal doelgroepen aangewend. Zie figuur 1.
Beroepsprofiel Opleidingsprofiel
visitatie- & accreditatiecommissies
aanstaande studenten
docenten
werkveld
studenten
Figuur 1 - Doelgroepen van het Landelijk Opleidingsprofiel
Aanstaande studenten Aan aankomende studenten kan met het beroeps-/opleidingsprofiel, mits herkenbaar geformuleerd, verduidelijkt worden in welke contexten en/of welke functies afgestudeerden hun werk vinden. Een vertaling in een voor deze doelgroep leesbare en begrijpbare versie kan gebruikt worden voor pr- en voorlichtingsactiviteiten. Docenten Het beroeps-/opleidingsprofiel geeft sturing aan de eigen onderwijsontwikkeling. Doordat het beroeps-/opleidingsprofiel in termen van competenties geformuleerd wordt, kan op een innovatieve manier het onderwijs doorgelicht en aangepast worden. Studenten In studiewijzers en overig informatiemateriaal kunnen duidelijk de onderwijskundige doelstellingen van een onderwijsmodule en de relaties met het opleidings- en Landelijk Opleidingsprofiel worden uitgelegd. Werkveld Door middel van het Landelijk Opleidingsprofiel wordt de discussie met het werkveld in modern formalisme voortgezet. Het geeft een handvat voor validatie door het werkveld. Visitatie- en accreditatiecommissies
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
34
Het beroeps- en opleidingsprofiel geven visitatie- en accreditatiecommissies inzicht in de uitgangspunten waarop het onderwijs is gebaseerd en de manier waarop dat is uitgewerkt. Het geeft een handvat voor validatie door de wetgever.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
35
BIJLAGE II Leden van de beroepenveldcommissies , opleiding TN, december 2010: De Haagse Hogeschool, Delft Ir U. Stelwagen dr. Ir A.W.F. Volker dr. G.C. van Rhoon Ing. M.Sc B.Sc M.J. van der Hoek Ing. J.Kooistra Ing. K.Hoogendijk
TNO Industrie en Techniek TNO Industrie en Techniek Erasmus MC van der Hoek Photonics FME-CWM EKO Instruments Europe B.V.
Fontys Hogescholen, Eindhoven dr. Ir. J.A.M.M. van Haaren Ir. M. van Eekhout drs. C. Westerbaan Van der Meij ing. J. Wijn
Philips Research Laboratories Eindhoven R&D dept, Océ-Technologies B.V. Venlo Syntens, Eindhoven Singulus Mastering B.V. Eindhoven
Saxion, Enschede Ir. S. Boelens dr. Ir. F. Blom ing. D. Kramer dr. Ir. R. Moerland ing M. Snikkers ir. P. Teunisse Ir. H. Velten
XTREME technologies GmbH , Aken R&D dept, Océ-Technologies B.V. Venlo RISO, Deventer Aalto University, Finland Ocean Optics, Zevenaar Thales, Hengelo Sensata Technologies, Almelo
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
36
Bijlage III: Competenties in de literatuur Het begrip competentie ligt aan de basis van het beroeps- en opleidingsprofiel van Technische Natuurkunde. Het is daarom goed om wat dieper op het begrip competentie in te gaan. Het beschrijven van competenties Aan de beschrijvingen van competenties worden eisen gesteld. In de beschrijving van een competentie dient een aantal verplichte elementen opgenomen te worden, eventueel aangevuld met een aantal optionele elementen. Verplichte elementen Beschrijving van een competentie De volgende elementen moeten in de omschrijving van een competentie terug te vinden zijn: - Er is sprake van een actuele situatie, d.w.z. er is een probleemstelling in een bepaalde omgeving. - Er is sprake van een beoogd (technisch inhoudelijk) resultaat. - Er is sprake van technisch inhoudelijke kennis en instrumenten (hulpmiddelen), vaardigheden en attitude nodig voor het succesvol uitvoeren van functies en taken. Optionele elementen In het volgende wordt een aantal opties genoemd die de verplichte specificaties van een competentie kunnen aanvullen. Deze kunnen zijn: - naam van de specifieke Meetbaar mbv indicatoren competentie, Waarneembaar Concrete - rol of rollen verbonden met de gedrag inhoud context | beroepsdomein van de competentie, - wijze van handelen, d.i. mate van zelfstandigheid, integriteit, nauwkeurigheid enz., - gedragsindicatoren (formulering: “Dit blijkt uit ....”), Taak Activiteit Resultaat - prestatie-indicatoren, d.i. een Opdracht Handeling uitspraak over het resultaat Probleemstelling dat gewenst is, hoe goed het in omgeving of Kenmerkende is (formulering: “..., zodat ...”), hulpmiddelen situatie - kritische situaties, waarin bij Kennis uitstek de genoemde competentie van belang is Vaardigheden voor effectief functioneren, - niveauverdeling en eventueel Attitude indicatoren per niveau. Figuur 1 - Schematische weergave van een competentie [8]. Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
37
Bijlage IV: Niet-beroepsspecifieke competenties In onderstaande tabel staan de drie niet-beroepsspecifieke competentiesegmenten die door het landelijke projectteam Competent HTNO zijn vastgesteld [8]. Segmenten
(Sleutel-) competenties
Trefwoorden
HBO Ingenieur
Denken in modellen, systemen, processen
- komen tot oplossingen via gebruik van modellen, systemen en processen - analyseren, evalueren, synthetiseren, probleem oplossend - transfer van kennis en informatie
Werken met innovatiecyclus
- toegepast onderzoek - fasen in ontwerp- of innovatiecyclus
Rol vervulling
- maken: projectleider - vertalen: verkoper, adviseur - ondernemer, entrepreneur
Professional
- sterk aanwezig besef om rekening te houden met maatschappelijk, ecologische en economische randvoorwaarden - sterk aanwezig besef om “vakoverschrijdend” te denken - strategisch denken - duurzaamheid - handelt op basis van relevante fysische en bedrijfskundige concepten, methoden en hulpmiddelen
Zelfsturing
Leren leren
- basishouding gericht op leven lang leren - op zelfstandige wijze een leerdoel en een leerstrategie bepalen en uitvoeren en resultaat terugkoppelen naar het leerdoel - reflecteren op eigen gedrag om feedback te geven en te ontvangen
Eigen verantwoordelijkheid nemen
- bij beroepsmatige en ethische dilemma’s een afweging maken op basis van gedegen maatschappelijke geaccepteerde normen en waarden en een besluit nemen
Initiatief nemen
- snel aanpassen aan veranderende werkomgevingen - intrinsiek gemotiveerd - op basis van doorzettingsvermogen prestatiegericht werken
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
38
SociaalCommunicatief
Zelfstandig en in team functioneren
- volgens planning uitvoeren van gerichte taken die bijdragen aan een vastgesteld resultaat - als deskundige, alleen of in teamverband, in opdracht van een klant uitvoeren van resultaat gerichte, onderling samenhangende handelingen - als deskundige, alleen of in teamverband, advies uitbrengen over vakinhoudelijke of beroepsmatige aangelegenheden - over het eigen handelen verantwoording aan zichzelf en anderen afleggen
Interdisciplinaire communicatie
- effectief sociaal en communicatief functioneren in multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext - goed mondeling en schriftelijk uitdrukken in beroepscontext
Leiding geven
- op basis van leiderschapsstijl werknemers aanmoedigen om door te zetten, hun fouten te tolereren en hen te laten leren van hun fouten - werknemers te stimuleren tot het ondernemen van eigen initiatieven - geeft zelf het voorbeeld naar medewerkers, - toont zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid - geeft medewerkers een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
39
Bijlage V: I.
Voorbeeld van een beschrijving competenties op kwalificatieniveaus
code comp.
1 vak1
1 vak2
1 vak3
1 vak4
1 vak5
1 vak6
1 vak7
1 vak8
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Vakinhoudelijke/ cognitieve competentie De HBO ingenieur TN werkt vanuit een basis van kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de natuurkunde. Hij laat dit zien door: bij kwalitatieve begripsvragen kennis, inzicht en een kwalitatieve verklaring (op basis van kennis en inzicht te tonen en in vaardigheden in een open kennis, inzicht en vaardigheden) te een practicumsituatie de opdracht (bijv. bij een casus) geven van een natuurkundig verschijnsel kwalitatieve vaardigheden te toe te passen; zodat het voor anderen duidelijk wordt; tonen. (toetsen in tentamen of proefpracticum); bij een gegeven in discussie te brengen welke theorie er bij een gegeven situatie/probleem de gegeven situatie/probleem de kwalitatief toegepast moet worden; bijbehorende theorie kwalitatief zelfgezochte bijbehorende toe te passen (verklaar waarom theorie kwalitatief toe te de lucht in een kamer met een passen; CV radiator circuleert ahv theorie dat warme lucht opstijgt); bij een gegeven bij een gegeven in discussie te brengen welke theorie er situatie/probleem de gegeven situatie/probleem de kwantitatief toegepast moet worden; bijbehorende theorie zelfgezochte bijbehorende kwantitatief toe te passen; theorie kwantitatief toe te passen; op navraag te beoordelen of op eigen initiatief te anderen te stimuleren om te controleren een gegeven resultaat van de beoordelen of een gegeven of een gegeven resultaat van de berekening realistisch is en de resultaat van de berekening berekening realistisch is en de juistheid juistheid van een berekening na realistisch is en de juistheid van een berekening na te gaan, mede te gaan, mede aan de hand van van een berekening na te aan de hand van een eenhedencontrole; een eenhedencontrole; gaan, mede aan de hand van een eenhedencontrole; de geldigheid van gegeven de geldigheid van theorieën en in de directe werkomgeving (PO-groep) theorieën en modellen te modellen te controleren / voorstellen te doen om de geldigheid controleren / toetsen aan toetsen aan randvoorwaarden van theorieën en modellen te gegeven randvoorwaarden en en uitgangspunten; controleren / toetsen aan uitgangspunten; randvoorwaarden en uitgangspunten; binnen een bepaalde termijn zich snel in een natuurkundig kennis te vergaren in een van of aanverwant vakgebied in te werken zonder dat dit te voren, door anderen afgebakend en aangegeven vakgebied voorgeschreven of stukje vakgebied; aangegeven is; analogieën tussen gegeven relaties en analogieën tussen vakgebieden te herkennen vakgebieden te herkennen en (beamen, erkennen); benutten; een vakinhoudelijke reactie te een vakinhoudelijke discussie anderen aan te zetten om met experts geven op een bepaalde te voeren. een discussie aan te gaan. bewering.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
40
code comp.
2 manag 1
2 manag 2
2 manag 3 2 manag 4
2 manag 5 2 manag 6
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Managing competentie De HBO-ingenieur TN initieert, definieert en realiseert technisch natuurkundig onderzoek Hij laat dit zien door: een probleem via een een probleem, zonder een aangeleverd stappenplan te aangeleverd stappenplan, in vertalen naar een uitvoerbaar concrete experiment; onderzoeksvoorstellen te vertalen; een gegeven technisch technische problemen te probleem te analyseren op analyseren qua risico of risico en haalbaarheid waarbij haalbaarheid, en zonodig een beperkt aantal criteria van daarbij prioriteiten aan te belang zijn; geven; via een aangeleverd stramien uit eigen beweging een een onderzoeksplan op te onderzoeksplan op te stellen; stellen (bijvoorbeeld deelproblemen formuleren); een onderzoeksplan uit te een onderzoeksplan uit te zijn onderzoeksplan en uitvoering c.q. voeren waarbij de voortgang voeren waarbij hij zelf de voortgang te verdedigen en anderen ook te stimuleren via een onderzoeksplan wordt bewaakt door een voortgang bewaakt; het onderzoek uit te voeren waarbij hij begeleider zelf de voortgang bewaakt; op verzoek een bijeenkomst op eigen initiatief een deskundigen bijeen te brengen en aan te van een aantal bijeenkomst van sturen; deskundigen te organiseren; deskundigen te organiseren; aan de hand van een gegeven op eigen initiatief volgens een planning te maken voor een project planning te communiceren met eigen planning met die ook te gebruiken is als voorbeeld opdrachtgevers over het opdrachtgevers te voor anderen. verloop van het onderzoek en communiceren over het de resultaten; verloop van het onderzoek en de resultaten.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
41
code comp.
3 exp1
3 exp2
3 exp3
3 exp4
3 exp5
3 exp6
3 exp7
3 exp8
3 exp9
3 exp10
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Experimenteercompetentie De HBO-ingenieur TN voert experimenten uit ten behoeve van onderzoek en /of ontwikkeling van producten en/of processen, is betrokken bij het ontwerp, de ontwikkeling, bouw en automatisering van complexe experimentele meetopstellingen waarin de natuurkunde een centrale rol speelt en ontwerpt / bouwt / automatiseert eenvoudige opstellingen zelf. Hij laat dit zien door: een experiment voor te een experiment voor te een experiment voor te bereiden en bereiden volgens een bereiden volgens een hiervoor in overleg met opdrachtgever schriftelijk geformuleerde schriftelijk voorgelegd en mede-experimentatoren te treden; concrete opdracht; probleem (bedenkt welke apparatuur nodig is, etc); een gevraagde relatie aan te een toetsbare hypothese te anderen aan te sturen of te bevragen bij geven tussen twee gegeven formuleren als richtsnoer voor het formuleren van een hypothese; grootheden (bijv. Temp. is een experiment evenredig met spanning); aan te geven of een experimenten op te zetten voorgeschreven statistische volgens statistisch methode geschikt is voor een verantwoorde methoden; bepaald experiment (bijv. de afweging een hele populatie te testen of een steekproef te nemen); keuze te maken uit een beperkt zelf meetmethoden te de zelf bedachte meetmethode met aantal voorgeschreven bedenken; anderen te bespreken en hen zonodig te meetmethoden; overtuigen; te beoordelen of een na beoordeling van apparatuur anderen te overtuigen van zijn keuze aangegeven apparaat geschikt een selectie of keuze te maken voor gebruik van apparatuur; is voor een bepaalde meting; voor een onderzoek, ontwikkelof ontwerpdoel; te beoordelen of een na beoordeling van anderen te overtuigen van zijn keuze softwarepakket geschikt is voor softwarepakketten een keuze voor gebruik van software; een simulatie of verwerking van te maken voor simulaties of de meetgegevens; gegevensverwerking; bij een concreet afgebakend in voorkomende gevallen zelf probleem een eenvoudig software als programma te schrijven (in automatiseringshulpmiddel Delphi of Labview) of aan te ontwikkelen; passen; een gegeven instrument (of op eigen initiatief een anderen het belang van testen, ijken en automatiserings-hulpmiddel) instrument of kalibreren van aan de hand van automatiseringshulpmiddel te automatiseringshulmiddelen aan te voorgeschreven richtlijnen te testen, ijken en zonodig te geven en ook te tonen; testen, ijken en zonodig te kalibreren; kalibreren; de aangeleverde apparatuur of de aangeleverde apparatuur of anderen aan te sturen apparatuur of instrumenten op juiste wijze instrumenten op juiste wijze instrumenten aan te sluiten en dit aan te sluiten / integreren tot aan te sluiten / integreren tot vervolgens te beoordelen; een opstelling volgens een opstelling; aangeleverd schema; op navraag bij de experimenten zelf aan te geven welke de doorwerking van de meetfouten in het aan te geven hoe groot de meetfouten er zijn en hoe die eigen experiment als onderdeel van een meetfouten van aangegeven doorberekend worden; groter onderzoek te beoordelen en meetgrootheden zijn en welke aanbevelingen te doen wat relevant is invloed deze hebben op de om te verbeteren; meetresultaten;
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
42
3 meetgegevens in een exp11 voorgeschreven grafiek weer te geven en deze gegevens te vergelijken met de theoretische of via een model verkregen waarden (ook literatuurwaarden);
een voorstel te doen om de meetgegevens grafisch te representeren, dit uit te voeren en zelf aan te geven welke grootheden hieruit geanalyseerd kunnen worden, waarbij de nadruk meer op interpreteren ligt t.a.v. een groter geheel waar het experiment deel van uitmaakt; 3 antwoord te geven op de vraag: zelf een keuze te maken uit de aan te geven waar anderen een vervolg exp12 kun je een voorstel doen ter te meten grootheden die van meting zouden kunnen doen; verbetering van de bepaling belang zijn en aan te geven vaneen grootheid zoals lengte, hoe die meting nauwkeuriger tijd etc.; kan worden uitgevoerd; a. volgens voorschrift a. resultaten schriftelijk te a. Aan anderen (medestudenten) tips 3 rapporteren volgens de in het kunnen geven ter verbetering van hun exp13 nauwkeurig en overzichtelijk een labjournaal bij te houden; werkveld geldende verslag b. een presentatie op de standaarden (verslag volgens b. in zijn voordracht anderen te voorgeschreven manier te richtlijnen Nederhoed) stimuleren en te motiveren om bijv. in b. zelf een geschikte vorm te het buitenland op stage te gaan of via de geven (poster of powerpoint e.d.); kiezen om de presentatie te presentatie iets van zijn toehoorders doen. gedaan te krijgen. (verkooppraatje)
Beroepsprofiel HBO-TN
een voorstel te doen om de meetgegevens grafisch te representeren, dit uit te voeren en zelf aan te geven welke grootheden hieruit geanalyseerd kunnen worden;
Mei 2011
43
code comp.
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Ontwikkel- / toepassingscompetentie De HBO-ingenieur TN vertaalt natuurkundige principes naar praktische toepassingen en andersom, en hij fungeert hierbij als een onmisbare schakel in een multidisciplinair team. Hij laat dit zien door: 4 ot1 bij een gegeven afgebakend bij een natuurkundig (beperkt,kort) experiment verschijnsel aan te geven uitleggen hoe de koppeling met welke aspecten van belang zijn de gegeven theorie is; en welke theorie hieraan te koppelen is; 4 ot2 aan te geven welke rol een bij een verschijnsel aan te in een discussie anderen te overtuigen aantal gegeven natuurkundige geven of dit natuurkundig van van de aanwezigheid en aard van de verschijnselen speelt in een aard is (kan ook van andere natuurkundige verschijnselen en sturing concrete situatie (bijv. welke rol aard zijn: chemisch, biologisch, te geven aan de koppeling met de speelt de opwaartse kracht bij psychologisch); theorie; de hete luchtballon); 4 ot3 een probleem systematisch aan creativiteit m.b.t. mogelijke anderen aan te zetten tot een te pakken oplossingen voor een systematische aanpak en hun creativiteit (bijv. bij een PGO-opdracht te probleem te tonen; te stimuleren; werken volgens de 7-sprong, of via een SPA methode); 4 ot4 te beoordelen of een bij een gegeven experiment te aan anderen over te dragen wat de voorgeschreven instrument bij bepalen welke systematiek is om tot beoordeling van een voorgelegde concrete meetinstrumenten geschikt een instrument te komen; toepassing geschikt is; zijn; 4 ot5 van twee apparaten de toepassing van natuurkundige anderen duidelijk te maken dat het overeenkomsten in verschijnselen in bestaande natuurkundig verschijnsel ook op een natuurkundige apparatuur te vertalen naar nieuwe manier benut kan worden (bijv. werkingsprincipes (verschijnsel) nieuwe, aanverwante en aan een MTS-er uit te leggen dat dit aan te geven; analoge toepassingen. (bijv. natuurlijk verschijnsel ook bij andere principe van de anemometer toepassingen te gebruiken is); toepassen om de geluidsdruk te meten); 4 ot6 een voorgeschreven technische een voorgeschreven een technische ontwikkeling uit eigen ontwikkeling te volgen; technische ontwikkeling uit beweging te volgen om er eigen eigen beweging te volgen; toepassingen uit af te leiden; 4 ot7 complexe processen en complexe processen in Complexe productieprocessen vanuit producten in natuurkundige natuurkundige termen te natuurkundige invalshoek te beschrijven, termen beschrijven; beschrijven en vanuit te ondersteunen en bij te sturen; natuurkundige invalshoek te ondersteunen; 4 ot8 antwoord te geven op de uit eigen beweging adviezen mede op grond van mogelijk adviesvraag m.b.t. een geven omtrent het gebruik of verschillende adviezen van anderen te natuurkundige techniek, toepassing van natuurkundige komen tot een eigen (totaal) advies; apparatuur of technieken, apparatuur of automatiseringshulpmiddel; automatiseringshulpmiddelen; 4 ot9 bij een concreet probleem bij een concreet probleem doelstellingen te formuleren en doelstellingen te formuleren en de haalbaarheid van een de haalbaarheid van een zelf voorgestelde toepassing te bedachte of gekozen onderzoeken; toepassing te onderzoeken; 4 ot10 de vaktaal van andere de geleerde vaktaal van samen te werken met mensen uit andere disciplines aan te leren (bijv. uit andere disciplines op de goede disciplines, daarbij de vaktaal van de elektronica, chemie etc.). plaats te gebruiken; andere disciplines te spreken en zonodig de rol van intermediair te vervullen.
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
44
5 mod1
5 mod2
5 mod3
5 mod4 5 mod5
Modelgebruik-competentie De HBO-ingenieur TN werkt met, veelal mathematische, modellen van de werkelijkheid en voert aan de hand daarvan simulaties uit. Hij laat dit zien door: de gegeven uitgangspunten de student kan de gegeven anderen aan te zetten om de van een model te begrijpen; uitgangspunten van een model uitgangspunten van een model duidelijk zelf omschrijven (en dus ook aan te geven; begrijpen); aan te geven waarom de zelf de geldigheidsgrenzen / anderen te stimuleren om de geldigheidsgrenzen / randvoorwaarden aan te geldigheidseisen van een model te voorwaarden van een gegeven geven; omschrijven. model juist zijn; een voorgeschreven model te een voorgeschreven model uit gebruiken en met gegeven te voeren en te interpreteren; uitgangspunten te interpreteren; gegeven analogieën tussen analogieën tussen modellen te modellen te verifiëren; herkennen en deze te gebruiken; bij een model de relatie met vergelijkingen van een model een gegeven vergelijking aan te op te stellen; geven;
5 op aanvraag de hoofdlijnen van mod6 het gegeven model te beschrijven; 5 modelberekeningen volgens mod7 voorschrift uit te voeren; 5 de gegeven experimentele mod8 resultaten te vergelijken met de resultaten van het model.
eerst de hoofdlijnen in het model te beschrijven en pas later details toe te voegen; modelberekeningen en simulaties uit te voeren; aan te geven hoe geldig de resultaten van de modelberekening zijn en aan te geven of dat ze naar verwachting zijn.
Specifieke professionele competentie De HBO-ingenieur TN is specialist op zijn vakgebied en neemt daarin zijn professionele verantwoordelijkheid. Hij laat dit zien door: 6 prof1 gegeven ontwikkelingen in het de ontwikkelingen bij een anderen aan te geven wat interessante vakgebied te volgen en er gegeven vakgebied te volgen vakgebieden zijn waarin belangrijke verslag van te doen (opdracht (bijv. bij het vakgebied van ontwikkelingen optreden; OSB); vacuüm); 6 prof2 kennis en vaardigheden uit het zelfstandig kennis en vakgebied op voorgeschreven vaardigheden op het wijze uit te breiden; vakgebied uit te breiden / op peil te houden; 6 prof3 de vereiste veiligheidsaspecten veilig te werken in een anderen aan te zetten tot veilig werken m.b.t. het practicum- of met natuurkundige verschijnselen en natuurkundepracticum te onderzoeksomgeving; apparatuur; kennen;
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
45
6 prof4 bij een gegeven opdracht aan te geven welke duurzaamheidaspecten erin zitten; 6 prof5 bij een gegeven toepassing / ontwikkeling van een natuurkundige techniek aan te geven of er ethische aspecten zijn; 6 prof6 vakinhoudelijke contacten met professionals te leggen, bijv. in het kader van OSB; 6 prof7 op de hoogte van het bestaan en belang van patenten en octrooien te zijn.
vanuit een intrinsieke houding rekening te houden met duurzaamheids en milieuaspecten; ethische verantwoordelijkheid te tonen in de ontwikkeling en toepassing van natuurkundige technieken;
anderen te stimuleren om met duurzaamheids en milieu aspecten rekening te houden;
op eigen initiatief naar een professional te stappen;
vakinhoudelijke contacten met professionals te onderhouden;
anderen op ethische aspecten bij de ontwikkeling en toepassing van natuurkundige technieken te wijzen;
op de hoogte te zijn hoe te kijken of eigen onderzoek leidt tot octrooien en patenten benut patent of octrooiaanvraag. kunnen worden (om ideeën op te doen of deze te kopen).
Commerciele competentie De HBO-ingenieur TN past kennis en vaardigheden uit de natuurkunde toe in een commerciele situatie, daar waar het gaat om producten of processen waarin natuurkundige technieken een essentiele of dominante rol spelen. Hij laat dit zien door: 8 comm erc1 8 op aangifte van de comm opdrachtgever met erc2 belanghebbenden te communiceren volgens gegeven richtlijnen (etiquette) 8 met gegeven richtlijnen en comm voorwaarden in opdracht een erc3 marktonderzoek te doen; 8 comm erc4 8 comm erc5
een product / proces volgens voorgeschreven richtlijnen te demonstreren; een bijdrage leveren aan de bekendmaking van een product /proces op voorgeschreven wijze;
de regie te voeren bij de communicatie met belanghebbenden;
zelfstandig een initiatief te nemen tot een marktonderzoek te doen marktonderzoek en dit dan ook als zonder dat is voorgeschreven voorbeeld voor anderen uit te voeren; hoe dat moet gebeuren; een product / proces naar eigen inzicht te demonstreren;
een bijdrage te leveren aan de bekendmaking van een product /proces en te bepalen wat de meest effectieve manier is; 8 samen met de klant de bij de samen met de klant vaststellen comm klant bekende specificaties te welke specificaties van belang erc6 inventariseren en te prioriteren zijn en te bepalen hoe de (vb printerspecificaties ); gegevens hiervan vastgesteld kunnen worden. Het apparaat bestaat dan al (frequentie analyzer); 8 te fungeren als verkoper / te fungeren als verkoper / een collega verkoper / comm vertegenwoordiger / inkoper vertegenwoordiger / inkoper vertegenwoordiger inkoper te coachen erc7 waarbij geen "speelruimte" of waarbij hij wel "speelruimte" en goed voorbeeldgedrag te laten zien. eigen inbreng mogelijk is. (bijv. heeft en ook wel zelfstandig zelfstandig de prijs veranderen ; (verkoper bij Dixons);
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
46
8 aan de hand van een protocol comm toe te zien op implementatie erc8 van een product of proces bij de klant; 8 de in algemene bewoordingen comm omschreven vraag / opdracht erc9 (beperkt tot één aspect) te vertalen naar een concrete opdracht (stap 2 van de 7sprong) en er eventueel een planning bij te maken.
9 dienst verl1 9 dienst verl2
9 dienst verl3
9 dienst verl4
9 dienst verl5
toe te zien op implementatie van een product of proces bij de klant; een vraag van de markt te vertalen naar specificaties die nagestreefd moeten worden. Er is hierbij meer interactie met de markt over de wensen van de markt (bijv. IPD project).
Dienstverleningscompetentie De HBO-ingenieur TN werkt als gespecialiseerd dienstverlener vanuit een natuurkundige invalshoek. Hij laat dit zien door: een casus uit te voeren die zich klantgericht op te stellen; geformuleerd is als opdracht van derden (maakt niet uit wie); een werkplan met specificaties in overleg met de als groepsleider een werkplan te maken en voorwaarden op opdrachtgever het werkplan op voor een (project)groep; haalbaarheid te beoordelen te stellen / aan te passen (stap 5 v/d 7-sprong); omtrent het zelf te verrichten werk; gericht onderzoek (in opdracht zelf te bepalen hoe hij gericht anderen aan te sturen op het uitvoeren gespecificeerd) te doen en onderzoek moet doen en van het onderzoek; daarmee kennis en vaardigheid daarmee kennis en in de natuurkunde toe te vaardigheid in de natuurkunde passen bij het diensverlenend toe te passen bij het werk; diensverlenend werk; conclusies te trekken bij een aanbevelingen te doen voor afgebakend probleem en vervolgonderzoek (bijv. bij daarbij technische adviezen te afstudeeropdracht); geven (casus soortelijke warmte beton); vanuit zijn specialisme in opdracht van een klant technische en financiële berekeningen uit te voeren of onderzoek / metingen te doen;
9 dienst verl6 9 dienst verl7
een meetrapport / PGOverslag te maken
een stage of afstudeerverslag te maken;
Kennisoverdrachtcompetenti e De HBO-ingenieur TN werkt als leraar, docent of trainer, waarbij kennis en vaardigheden m.b.t. onderwerpen uit de natuurkunde worden overgedragen en waarbij hij vakinhoudelijke kennis en vaardigheden combineert met didactische vaardigheden. Hij laat dit zien door: 10 ko1
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
47
10 ko2 eerstejaars te begeleiden bij het bestuderen en toepassen van basiskennis; 10 ko3 enkele voorgeschreven didactische vaardigheden toe te passen; 10 ko4 10 ko5 10 ko6 huiswerk van de eerstejaars te beoordelen en te controleren of het tentamen inhoudelijk goed aansluit en van juist niveau is; 10 ko7 10 ko8 knelpunten in de gedachtegang knelpunten in de en begripsvorming bij gedachtegang en medestudenten weg te nemen begripsvorming bij medestudenten te signaleren en weg te nemen.
Leiding geven De HBO-ingenieur TN geeft, om de doelen van het organisatieonderdeel waaraan hij leiding geeft, sturing aan medewerkers veranderende omgeving adequaat te blijven functioneren. Hij laat dit zien door: 11 mede voor taak en assistentie te geven bij het ervoor te zorgen dat medewerkers leiding werkverdeling te zorgen oplossen van duidelijk weten 1 knelpunten in de planning en wat hun rol is in het bereiken van prioriteitstelling van organisatiedoelen en hen hierbij werkzaamheden; begeleiden; 11 aanspreekbaar en bereikbaar medewerkers te motiveren taken te delegeren aan medewerkers leiding te zijn voor medewerkers; door hen aan te overeenkomstig hun functie en 2 spreken op hun kwaliteiten kwaliteiten 11 eerlijk en betrouwbaar te medewerkers aan te spreken open en helder te zijn over eigen positie leiding handelen naar op hun omgang en 3 medewerkers met collega's conflicten te helpen oplossen Leren Leren / Zelfsturing De HBO-ingenieur TN onderhoudt en ontwikkelt zijn handelsbekwaamheid en zet zijn eigen strategie op om in een continu veranderende omgeving adequaat te blijven functioneren. Hij laat dit zien door: 12 kritiek op geleverd werk te informatie te zoeken om eigen eigen functioneren op grond van zelfstu verwerken en eigen functioneren te ervaringen aan te passen ring1 functioneren met collega's te verbeteren bespreken; 12 de eigen leerbehoefte onder leer- en/of scholingsvragen op zichzelf bij te sturen op basis van leerzelfstu woorden te grond van werkervaring te en werkervaring ring2 brengen formuleren 12 problemen niet uit de weg te tegenslagen te overwinnen lering uit tegenslagen te trekken zelfstu gaan ring3 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid De HBO-ingenieur TN communiceert en werkt samen met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en voldoet aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt Hij laat dit zien door:
Beroepsprofiel HBO-TN
Mei 2011
48
13 met collega studenten met sociaal verschillende 1 vooropleiding en /of etnische achtergrond samen te werken 13 via anderstalige literatuur sociaal nieuwe stof zich eigen te 2 maken 13 eigen handelen te vergelijken sociaal met de werkomgeving en 3 werkervaring met collega's te bespreken
Beroepsprofiel HBO-TN
met collega's in een multidisciplinaire omgeving samen te werken
met collega's in een multiculturele omgeving samen te werken
een voordracht in een vreemde een stage of afstudeeropdracht in het taal te houden buitenland uit te voeren. voor zichzelf inzake eigen eigen handelen naar anderen te handelen conclusies te trekken verantwoorden en te maken keuzen te en die zonodig ook naar motiveren anderen te verwoorden
Mei 2011
49
Beroepsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde
Bijlage VI: Dublin descriptoren Het is een dwingende accreditatie-eis dat de startcompetenties van de Hbo-bachelor aansluiten bij het internationaal geaccepteerde niveau van de bachelor. Dit niveau is beschreven in de Dublin-descriptoren. De descriptoren zijn: • knowledge and understanding: have demonstrated knowledge and understanding in a field of study that builds upon and supersedes their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some aspects that will be informed by knowledge of the forefront of their field of study • applying knowledge and understanding: can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically demonstrated through devising and sustaining arguments and solving problems within their field of study • making judgements: have the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgements that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues • communication: can communicate information, ideas, problems and solutions to both specialist and non-specialist audiences • learning skills: have developed those learning skills that are necessary for them to continue to undertake further study with a high degree of autonomy Vervolgens zijn de competenties gekoppeld aan de Dublin descriptoren middels de volgende tabel.
Landelijk Opleidingsprofiel TN 7-102011_def.doc
50/53
28-6-2013
Beroepsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde
Tabel VI-1: Koppeling opleidingscompetenties met Dublin descriptoren.
Opleidingscompetenties
Dublin descriptoren Kennis en inzicht *) X
Toepassen
Oordelen
X
5
Communice ren 8
2
6
Lerend vermogen 6
1. Vakinhoud / cognitie 2. Onderzoekmanagement 3. Experimenteren
III
III
X
X
5,6,8,9,12
X
4. Ontwikkelen en Toepassen 5. Modelleren
II
X
X
4,8
2,3,4,5,10
10
II
X
X
2,8
6. Specifieke professionaliteit
II
X
X
5
6
2
7. Technische automatisering 8. Commercie
0
9. Dienstverlening
I
3,5
X
2
10. Kennisoverdracht
0
11. Leiding geven
II
X
12. Leren leren / Zelfsturing 13. Sociaal-comm. bekwaamheid
III
X
II
3
II
0
X X X
3
*) een X houdt in dat de desbetreffende competentie in zijn geheel (alle beschreven gedragscriteria) bijdragen aan de invulling van de Dublin descriptor. In andere gevallen zijn specifieke gedragscriteria beschreven die deze koppeling verduidelijken.
Landelijk Opleidingsprofiel TN 7-102011_def.doc
51/53
28-6-2013
Beroepsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde
Bijlage VII De 10 generieke kernkwalificaties voor de Hbo-bacheloropleidingen Op landelijk niveau heeft de accreditatiecommissie van de HBO-raad in haar eindrapport (september 2001) aangegeven over welke kerncompetenties elke afgestudeerde HBO’er dient te beschikken en beschreven in 10 generieke kernkwalificaties. De omschrijvingen van de generieke kwalificaties voor de Hbobachelor gaan op sommige punten verder dan de Dublin descriptoren. Dit is geen bezwaar, omdat de Dublin descriptoren een internationale beschrijving geven van de competenties waarover een afgestudeerde bachelor minimaal zou moeten beschikken. Daarbij is uitdrukkelijk gesteld dat een nadere invulling afhankelijk is van de nationale context. 1 Brede professionalisering: wil zeggen dat de student aantoonbaar wordt toegerust met actuele kennis die aansluit bij recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, alsmede aan de in het competentieprofiel geschetste (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld, teneinde zich te kwalificeren voor: 1. het zelfstandig kunnen uitvoeren van de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar; 2. het functioneren binnen een arbeidsorganisatie; 3. de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening, c.q. het beroep. 2 Multidisciplinaire integratie: de integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden (van verschillende vakinhoudelijke disciplines), vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. 3 Wetenschappelijke toepassing: de toepassing van beschikbare relevante (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken waar afgestudeerden in hun beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden. 4 Transfer en brede inzetbaarheid: de toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties. 5 Creativiteit en complexiteit in handelen: vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn. 6 Probleemgericht werken: het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten, het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen van de effectiviteit hiervan. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen: het stellen van realistische doelen, het plannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het
Landelijk Opleidingsprofiel TN 7-102011_def.doc
52/53
28-6-2013
Beroepsprofiel Hbo-bachelor Technische Natuurkunde
(beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. 8 Sociaal communicatieve bekwaamheid: het communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. 9 Basiskwalificering voor managementfuncties: het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en managementtaken. 10 Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: begrip en betrokkenheid zijn ontwikkeld met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen, samenhangend met de toepassing van kennis en de (toekomstige) beroepspraktijk.
Landelijk Opleidingsprofiel TN 7-102011_def.doc
53/53
28-6-2013