landbouw-service M A G A Z I N E
Sociale onderhandelingen?
J uli 2 011
Oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen
Fendt 700 Vario : een compacte trekker met een hoog vermogen
> verbondsnieuws
IN H OUD VOORWOORD
3
NIEUWS Nieuws Van De Beroepsvereniging
4
SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen
5
Sociale onderhandelingen in pc 132
6
Sociale onderhandelingen interprofessioneel akkoord
7
LANDBOUW Aantal ondernemers in de landbouwsector
8
Eretekens voor arbeiders en zelfstandigen
11
Erkende loontrieerders
11
DOSSIER OP DE BAAN KOMEN MET LANDBOUWVOERTUIGEN Oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen
C O L O F ON
ACTUEEL Snelheidsovertredingen landbouwvoertuigen
16
Slechte betalers. Hoe lossen we het op?
18
Uitwisselbaarheid tussen vkl en ikkb
19
EHEC
20
Erkenning fytoproducten voor verkopers en voor gebruikers voor rekening van derden
24
“Landbouw-Service” is een periodieke nieuwsbrief voor de leden van de Nationale Centrale Landbouw-Service, de enig erkende beroepsvereniging voor aannemers van land- en tuinbouwwerken, loonsproeiers, handelaars in veevoeders en in meststoffen.
Landbouw-Service bezoekt fabriek van New Holland in Polen in 2012
25
Loonwerk in Nederland
26
UIT DE OUDE DOOS
21
FYTOLICENTIE
22
Copyright: Nationale Centrale Landbouw-Service is niet aansprakelijk voor het gebruik van de informatie in deze publicatie. Citeren mag mits bronvermelding.
DOSSIER MEST
landbouw-service
Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Bosch, Algemeen Secretaris Nationale Centrale Landbouw-Service, Spastraat 8, 1000 Brussel T 02 238 06 33, F 02 238 04 41, e-mail:
[email protected]
2
12
/ Landbouw-service
MAP 4
28
Mestverwerking
30
Verbruik van kunstmest in EU zal toenemen
32
ACTIVITEITEN MECANIC’SHOW 2011 evoluties in alle sectoren
33
Werktuigendagen - Oudenaarde
34
De Beurs van Libramont 2011
35
DOSSIER Mechanisatie Nieuwigheden
36
Actualiteit
44
v e r b o n d s n i e u w s <
VOORWOORD Weeral klagen over het weer heeft geen zin. Elk jaar zijn de seizoenen anders georganiseerd, en moeten de toeleveranciers aan de landbouw op een constructieve en efficiënte manier hierop inspelen. “Uitstekend jaar voor de landbouw”. Dat lees ik in de krant. De landbouwsector in België heeft - op de varkenssector na - een uitstekend jaar achter de rug en 2011 lijkt nog beter te worden. De meeste boeren zullen over 2010 dan ook meer belasting betalen dan in het rampjaar 2009. Grosso modo steeg het arbeidsinkomen in de landbouw vorig jaar met ruim 35 %. Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat 2009 een absoluut dieptepunt betekende voor het landbouwinkomen. In 2009 viel het landbouwinkomen terug tot een derde van een vergelijkbaar beroepsinkomen. Dat het zo uitstekend gaat, moet dus worden genuanceerd. We merken dat dagelijks aan de vragen die op het secretariaat toekomen, over onbetaalde facturen, tot het aanklagen van de oneerlijke concurrentie die door de landbouwers wordt aangedaan. Dat de boeren hun kost verdienen, dat is hen gegund. Het is ook voor de toeleveranciers aan de landbouw een goede zaak dat het inkomen van de boer er op vooruit gaat. We hebben heel wat leden kunnen verder helpen met het invullen van de formulieren voor de breedtevergunningen en de aanvragen voor uitzonderlijk vervoer. Daartoe heeft LandbouwService ook een verklarende nota opgesteld en per mail aan de leden gestuurd. Leden die nog geen e-mail adres hebben, worden verzocht contact op te nemen met het secretariaat. Graag nodigen we u ook uit op de studiedag voor loonwerkers die we op 25 juli organiseren in Libramont. U vindt er meer info over in dit magazine. We doen nu ook al een vooraankondiging voor een zeer interessante studiereis naar de fabriek van CNH in Polen. Deze zal doorgaan in februari 2012. Het is al weer de derde editie van uw ledenblad in 2011. We hebben vele positieve reacties gekregen van onze leden, maar ook van onze adverteerders. Het doet deugd en geeft ons een extra stimulans om het tijdschrift verder te professionaliseren. Uiteraard staan we altijd open voor interactie. Zo kunnen uw praktische vragen in dit magazine aan bod komen, want uw probleem is vaak een probleem van de ganse sector. Johan VAN BOSCH Algemeen Secretaris Landbouw-Service
Johan Van Bosch verwacht uw reacties:
[email protected]
Landbouw-service /
3
> NIEUWS
NIEUWS van de beroepsvereniging Belangenverdediging Op diverse fronten werden de belangen van de loonwerkers verdedigd. Een greep uit de dossiers, waar LandbouwService uw belangen verdedigd heeft in de periode april - juni 2011: • Overleg met Vegaplan: voorbereiding van contacten met VKL - CUMELA en OVOCOM. • Overleg met Cumela: er werd werk gemaakt van de gelijkschakeling van het IKKB-systeem met het Nederlandse VKL-systeem. • Overleg met OVOCOM: diverse discussies over het afvoeren van landbouwproducten naar de eerste losplaats, wat wij aanzien als secundair transport (in het geval de loonwerker ook de activiteit op het veld uitvoert) • Overleg met het Agrofront: aankaarten van problemen over de nummerplaten en het zogenaamde oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen. • Overleg met Agoria: aankaarten van problemen over de landbouwvoertuigen die niet reglementair op de baan komen. • Overleg met de transportverenigingen: met betrekking tot het zogenaamde oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen. • Overleg met de federale overheidsdienst mobiliteit naar aanleiding van de problemen die de transportbonden aankaarten. • Overleg met CEETTAR voor een aantal Europese dossiers, waaronder het dossier van de loontrieerders en de oneerlijke concurrentie met de landbouwsector. • Overleg binnen de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO: we zijn hier twee keer mee samengekomen en hebben een advies geformuleerd over
4
/ Landbouw-service
de fytolicentie. Daarnaast kwamen ook heel wat andere problemen aan bod: schijnzelfstandigheid, BTW-problematiek op transport, de vergunningen uitzonderlijk vervoer en het FAVV (Voedselagentschap) • Overleg met Eduplus (Vlaanderen) en Mission Wallonne des Secteurs Verts (Wallonië), de opleidingsinstituten voor de groene sectoren, gespecialiseerd in opleiding voor arbeiders. • Overleg met het PCLT over de opleidingen in onze sector. • Overleg met de vakbonden: voor het sluiten van een sociaal akkoord binnen het paritair comité 132. • Overleg met het Sociaal Fonds en opvolging van de eindejaarspremies
van de arbeiders die ressorteren onder het paritair comité 132. • Overleg met het Paritair Comité 132 voor het afsluiten van CAO’s ter uitvoering van het sociaal akkoord dat is afgesloten tussen Landbouw-Service en de vakbonden. • Overleg met UNIZO, waar we onder meer zetelen in de sociale commissie. Dit dient als basis voor onze eigen sociale onderhandelingen binnen het paritair comité 132. • Overleg met een aantal politici van diverse politieke partijen over de problematiek van het zogenaamde oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen. • Overleg met de Mestbank over het
SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN >
nieuwe MAP en de bepalingen voor de mestvoerders. • Overleg met een aantal constructeurs van landbouwmachines, dealers en handelaars in toebehoren voor publiciteit in het Magazine van LandbouwService. U merkt het! Landbouw-Service is dag en nacht in de bres voor u en verdedigt uw belangen op alle vlakken. We hopen dat u onze inspanningen zeker kan appreciëren.
Libramont Ook dit jaar organiseert Landbouw-Service een studiedag voor loonwerkers in Libramont. De studiedag gaat door op maandag 25 juli in de voormiddag. Na de vergadering wordt een lunch aangeboden door het Landbouwkrediet. Meer informatie ontvangt u per separate uitnodiging.
Polen Begin februari 2012 organiseert Landbouw-Service een studiereis naar Polen. Deze studiereis is een copie van de studiereis die we in 2010 naar Polen organiseerden. Dit was zo een succes dat we het wel moeten herhalen. Zo zullen we de fabriek van New Holland in Płock bezoeken, een dealer bezoeken, maar ook enkele aangename toeristische uitstappen doen in Warschau en in de omgeving van Płock. Diegenen die interesse hebben om deel te nemen, kunnen zich melden bij het secretariaat.
Lonen Technische land- en tuinbouwwerken (132.000)
1/07/2011
CATEGORIE 1 > Categorie 1A
€ 8,12
> Categorie 1B
€ 9,91
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 9,96
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 10,06
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 10,17
CATEGORIE 2 > Categorie 2
€ 10,41
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 10,46
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 10,56
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 10,66
CATEGORIE 3 > Categorie 3
€ 10,95
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 11,00
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 11,10
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 11,20
CATEGORIE 4 > Categorie 4
€ 12,05
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 12,10
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 12,20
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 12,30
CATEGORIE 5 > Categorie 5
€ 13,23
Studiedagen van juni 2011
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 13,28
Op 15 juni 2011 organiseerde Landbouw-Service een studiedag in Roeselare, op 16 juni hadden we een studiedag in Geel. We hadden Sibylle Verplaetse, diensthoofd mestafzet van de Mestbank, uitgenodigd, die een zeer interessante uiteenzetting gaf over de nieuwe wetgeving inzake mest en derogatie. Daarnaast werd de achterban geconsulteerd voor de sociale onderhandelingen. Andere items die aan bod kwamen, was de problematiek van het reglementair op de baan komen met landbouwvoertuigen en de fytolicentie.
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 13,38
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 13,48
Vergoedingen Vergoeding op verplaatsing
€ 14,77
Huisvestingsvergoeding
€ 14,77
Scheidingsvergoeding per verplichte overnachting
€ 7,99
Nachtwerk • in de winteruurregeling (tussen 22u en 6u)
+20 %
• in de zomeruurregeling (tussen 23u en 7u)
+20 %
Landbouw-service /
5
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
SOCIALE ONDERHANDELINGEN
In PC 132
Op 10 juni 2011 hebben vakbonden en werkgevers binnen het paritair comité 132 voor ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken een sociaal akkoord bereikt. Dit akkoord lag in de lijn van het interprofessioneel akkoord. De CAO’s ter uitvoering van dit sociaal akkoord werden ondertekend op 12 juli 2011.
E
lementen van het sociaal akkoord van het paritair comité 132:
1 Koopkracht • Ecocheques: net zoals de voorbije jaren worden er voor de voltijdse arbeiders ecocheques voorzien voor een waarde van 250 euro. De ecocheques voor deeltijdse en tijdelijke arbeiders worden pro rata berekend. • De baremieke lonen verhogen op 1 januari 2012 met 0,3 %. Dit valt volledig binnen het kader dat interprofessioneel werd vastgelegd. • Er worden nieuwe anciënniteitstoeslagen voorzien: - Voor arbeiders die tussen 1 en 5 jaar dienst hebben: toeslag van 0,03 euro per uur - Voor arbeiders met meer dan 20 jaar dienst: toeslag van 0,38 euro per uur. - De andere anciënniteitstoeslagen blijven onveranderd, waardoor de toeslagen er als volgt uit zien: • Van 1 tot 5 jaar dienst: + 0,03 euro • Van 5 tot 10 jaar dienst: + 0,05 euro • Van 10 tot 15 jaar dienst: + 0,15 euro • Van 15 tot 20 jaar dienst: + 0,25 euro • Meer dan 20 jaar dienst: + 0,38 euro Dit laat toe om jonge werknemers na een jaar al een opslag te geven. Ook oudere werknemers worden gestimuleerd om te blijven werken, ze krijgen immers een hogere toeslag vanaf 20 jaar dienst.
6
/ Landbouw-service
2 2e Pensioenpijler Er wordt momenteel ongeveer 1 % van de lonen afgedragen voor de opbouw van een pensioen voor de arbeiders die ressorteren onder het paritair comité 132. Gelet op het interprofessioneel akkoord, dat een verhoging van de lonen voorziet op 1 januari 2012 met 0,3 %, wordt ook de bijdrage voor de tweede pensioenpijler verhoogd vanaf 1 januari 2012 met 0,5 %. Dit komt netto neer op een verhoging van ongeveer 0,3 %
3 Sociaal fonds Tijdens de vorige sociale onderhandelingen werd de syndicale premie reeds vastgelegd op het wettelijk maximum van 135 euro. Tijdens deze sociale onderhandelingen zijn we met de vakbonden overeengekomen om dit bedrag automatisch te koppelen aan het belastingvrije bedrag.
Indien de overheid beslist om dit bedrag te verhogen, dan wordt dit bedrag ook automatisch verhoogd.
4 Vervoerskosten Vanaf 1 januari 2012 wordt er een fietsvergoeding ingevoerd voor arbeiders die met de fiets naar het werk komen. Deze fietsvergoeding bedraagt 0,21 euro per kilometer. Daarnaast werd overeengekomen om de verplaatsingsvergoedingen met eigen vervoer terug te betalen aan 70 % van de effectieve prijs van een abonnement van de NMBS voor het overeengekomen aantal kilometers. Ook dit gaat in vanaf 1 januari 2012. Momenteel wordt er 50 % terugbetaald. 5 Opzeggingstermijnen Ook in het interprofessioneel akkoord is er sprake van het naar elkaar toegroeien
<
van de statuten van arbeiders en bedienden. Concreet is er vooral een groot verschil in de opzeggingstermijnen. Daarom werd interprofessioneel overeengekomen om de opzeggingstermijnen van arbeiders te verhogen. Dit betekent dat arbeiders die vanaf 1 januari 2012 in dienst komen ook een langere opzeggingstermijn hebben. Dit zou een discriminatie zijn ten opzichte van de arbeiders die nu al in dienst zijn. In dat kader hebben we met de vakbonden afgesproken om de opzeggingstermijn voor arbeiders die van 6 maand tot 4 jaar in dienst zijn vastgelegd wordt op 40 dagen (nu is dat 35 dagen).
6 Verlenging van CAO’s De volgende CAO’s worden verlengd:
• CAO Arbeidsduur • CAO Vorming (met verhoging van 5 % van het aantal deelnemers die jaarlijks worden opgeleid): er zal wel worden bekeken of er een tussenkomst in de lonen kan gebeuren voor arbeiders die opleiding volgen. Momenteel is er geen tussenkomst voor de eerste twee dagen per twee jaar. • CAO Brugpensioen • CAO Flexibiliteit: deze CAO wordt verlengd tot 30 september 2013. Deze CAO laat ons toe om onze arbeiders 65 uren per week tewerk te stellen, met een maximum van 12 uren per dag. Op jaarbasis mogen er wel maximum 1.976 uren gepresteerd worden (dit komt dan neer
op een jaarlijks gemiddelde van 38 uren per week).
7 CAO risicogroepen Er wordt 0,10 % van de lonen betaald aan de RSZ voor risicogroepen. We hebben dit tot 2008 geïnd via het Sociaal Fonds, maar aangezien dit alleen mocht gebruikt worden voor risicogroepen, hebben we dit laten afvloeien naar de RSZ. Evenwel zal een technische werkgroep bekijken of we dit bedrag niet terug zelf kunnen innen en een opleiding of tussenkomst voorzien voor de risicogroepen. We denken dan bij voorbeeld aan stagecontracten of leercontracten voor jongeren die laaggeschoold zijn en geen zin meer hebben in de school.
SOCIALE ONDERHANDELINGEN
Interprofessioneel akkoord
Begin dit jaar beklonken de sociale partners een nieuw interprofessioneel akkoord. Het interprofessioneel akkoord (IPA) is een sectoroverschrijdend akkoord van de Belgische werknemers- en werkgeversorganisaties. Vaak wordt de regering als derde partner bij de onderhandelingen betrokken. Welke nieuwe krijtlijnen werden er uitgetekend in het ontwerpakkoord? • Lonen Zowel werkgevers als vakbonden waren het eens over het behoud van de automatische loonindex. Voor 2011 zal er niets extra bovenop de bestaande loonindex mogelijk zijn. Voor 2012 wordt er ruimte vrijgemaakt voor een stijging van 0,3%. Geschat wordt dat de automatische loonindexatie met 3,9 % zal stijgen. In totaal wordt dus een stijging van 4,2% ver wacht voor de komende twee jaar.
• Statuut arbeiders en bedienden Er werd afgesproken dat de verschillen tussen het arbeiders- en bediendenstatuut waar mogelijk moeten verdwijnen. Zo zijn er nog heel wat verschillen in ontslagvergoeding, vakantiegeld, tijdelijke werkloosheid, … Stap voor stap zullen de statuten in volgende akkoorden geharmoniseerd worden. Wat betreft de ontslagbescherming zal die voor arbeiders in een eerste fase met 10% verbeteren, terwijl hogere bedienden 3% moeten inleveren. Het systeem zal gelden voor nieuwe contracten.
Ook wordt de carensdag voor arbeiders vanaf 2014 afgeschaft. Dat is de eerste dag dat een werknemer, onder het arbeidersstatuut, ziek wordt en thuis blijft. Die arbeider wordt daar, in tegenstelling tot een bediende, niet altijd voor vergoed • Pensioen Prepensioen op 56 blijft mogelijk op voorwaarde dat er 20 jaar nachtwerk, 40 jaar dagwerk of werk in de bouwsector aan vooraf gegaan is. De sociale partners lichten nu hun instanties in. De vakbonden zouden op 4 februari hun stem over het ontwerpakkoord uitbrengen.
Landbouw-service /
7
> L A NDBOUW
AANTAL ONDERNEMERS
in de landbouwsector
I
n de pers horen we vaak dat het aantal bedrijven in de landbouwsector daalt. Daarom zijn we op zoek gegaan naar studies over het aantal startende ondernemers in de landbouwsector en het aantal ondernemers die stoppen met hun landbouwactiviteiten. Met de wetenschap dat 2007 een top-
Vlaanderen
Brussel
Nace 2008
Wallonië
2008
Starters
2009
Werkgelegenheid
Starters
Werkgelegenheid
17
1
12
0
2
0
0
1
0
239
2.135
238
443
C-E F
1.089
295
1.109
161
G
1.618
979
1.595
965
H-U
6.036
31.520
5.635
6.484
8.999
34.930
8.560
8.053
1
1.343
370
1.128
179
2
7
0
7
0
C-E
1.910
1.722
1.757
3.202
F
5.727
1.648
5.077
1.433
G
6.885
3.240
6.675
2.984
H-U
24.323
13.662
23.648
11.504
40.195
20.642
38.292
19.302
803
43
663
34
2 C-E F
8
2
6
0
744
855
740
842
2.745
1.733
2.496
1.133
G
4.201
2.051
4.177
1.723
H-U
10.787
4.408
10.345
6.291
19.288
9.092
18.427
10.023
2.163
414
1.803
213
1 2
15
2
14
0
C-E
2.893
4.712
2.735
4.487
F
9.561
3.676
8.682
2.727
G
12.704
6.270
12.417
5.672
H-U
41.146
49.590
39.628
24.279
68.482
64.664
65.279
37.378
01: Landbouw • 02: Visserij • C - E: Industrie • F: Bouw • G: Handel • H - U: Diensten Bron: FOD Economie
8
ling over verschillende sectoren van het aantal oprichtingen van btw-plichtige bedrijven met de werkgelegenheid die op einde van het vierde kwartaal van het jaar van oprichting werd aangegeven. Uit deze tabel blijkt dat er in 2008 in totaal in de landbouwsector 2.163
1
1
België
jaar was op het vlak van starters is het duidelijk dat na een terugval die is ingezet in 2008 en zich heeft doorgezet tot 2009, het aantal oprichtingen van nieuwe ondernemingen in 2010 is teruggekeerd naar het peil van 2007 of iets daarboven. De aansluitende tabel geeft een verde-
/ Landbouw-service
>
JAAR 2009
Landbouw
Visserij
Nijverheid
Handel
Vrije beroepen
Diensten
Diversen
Totaal
Vlaams Gewest Hoofdbezigheid
564
7
2.594
5.554
1.770
862
252
11.603
Bijkomende bezigheid
195
1
785
1.860
1.105
504
143
4.593
Actief na pensioen(leeftijd)
288
0
385
554
261
127
21
1.636
1.047
8
3.764
7.968
3.136
1.493
416
17.832
Totaal
Waals Gewest Hoofdbezigheid
277
4
1.446
3.243
1.202
520
95
6.787
Bijkomende bezigheid
102
1
482
1.097
851
298
47
2.878
Actief na pensioen(leeftijd)
125
1
204
382
204
52
3
971
Totaal
504
6
2.132
4.722
2.257
870
145
10.636
Brussels Gewest 25
0
1.346
1.553
787
216
119
4.046
Bijkomende bezigheid
9
1
95
242
263
40
16
666
Actief na pensioen(leeftijd)
0
0
1
94
99
18
0
252
34
1
1.482
1.889
1.149
274
135
4.964
Hoofdbezigheid
Totaal
Domicilie in het buitenland 16
2
227
339
233
46
25
888
Bijkomende bezigheid
0
2
33
105
63
7
4
214
Actief na pensioen(leeftijd)
0
0
8
15
10
1
1
35
16
4
268
459
306
54
30
1.137
Hoofdbezigheid
Totaal
Totaal regeling Hoofdbezigheid
882
13
5.613
10.689
3.992
1.644
491
23.324
Bijkomende bezigheid
306
5
1.395
3.304
2.282
849
210
8.351
Actief na pensioen(leeftijd)
413
1
638
1.045
574
198
25
2.894
1.601
19
7.646
15.038
6.848
2.691
726
34.569
Totaal
starters waren, wat neerkomt op 3,1 % van het totaal aantal starters. In 2009 waren er dat 1.803 of 2,8 % van het totaal aantal starters. Procentueel telt Wallonië meer starters in de landbouwsector: 4,1 % in 2008 en 3,6 % in 2009. Voor Vlaanderen waren er in 2008 “slechts” 3,3 % starters in de landbouwsector, in 2009 waren er dat 2,9 %. Naast het aantal startende ondernemers is ook het aantal ondernemers die
stoppen met hun landbouwactiviteiten van belang. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van het aantal verzekeringsplichtigen dat in de loop van het jaar 2009 zijn beroepsactiviteit heeft stopgezet, ingedeeld volgens de aard van de activiteit (hoofd- of bijkomende bezigheid of actief na pensioen(leeftijd)), het Gewest en de bedrijfstak. Daaruit blijkt dat er in 2009 in totaal
1.601 ondernemers in de landbouwsector stopten met hun activiteiten. Daarvan was 65 % gelegen in het Vlaams Gewest, 31 % in Wallonië. Ongeveer de helft van deze ondernemers uit de landbouwsector had landbouw als hoofdbezigheid. Procentueel zijn er meer stoppers dan starters. 4,5 % van het totaal aantal stoppers bevindt zich in de landbouwsector, tegenover 2,8 % starters in de landbouwsector. Landbouw-service /
9
L A NDBOUW <
ERETEKENS
voor arbeiders en zelfstandigen
E
ind 2012 organiseert LandbouwService opnieuw een nationaal congres. We zoeken daar nog naar een gepaste locatie en aangename invulling. Toch denken we ook aan het uitreiken van eretekens voor onze arbeiders en voor werkgevers en zelfstandi-
gen. Het lijkt ons een gepaste waardering voor onze leden en medewerkers. Namens de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties binnen het Paritair Comité 132 voor tech-
nische land- en tuinbouwwerken, hebben wij gevraagd om de procedure op te starten voor het toekennen van eretekens aan werknemers en zelfstandigen in de sector van aannemers van land- en tuinbouwwerken.
Erkende loontrieerders D
e Nationale Centrale LandbouwSer vice is de enige erkende beroepsvereniging van alle toeleveranciers en dienstenleveranciers aan de landbouw. Meer bepaald richt Landbouw-Service zich tot de loonwerkers, loonsproeiers, mesthandelaars, maar ook tot de loontrieerders. Op Europees vlak is Landbouw-Service mede-oprichter van EMSA, de European Mobile Seed Association. EMSA is de koepelorganisatie van de loontrieer-
ders in Europa. Landbouw-Service heeft de ambitie om representatief te worden voor de sector van de loontrieerders en aldus de belangen van de loontrieerders zowel op nationaal als op Europees vlak kan verdedigen. In de eerste plaats richten we ons tot de loontrieerders die beschikken over mobiele installaties om de zaden bij de boeren te behandelen. Gelet op het feit dat er een nieuwe wetgeving komt
over de plantenrassen en kwekersrecht, moeten we dit op de voet volgen. Leden van Landbouw-Service kunnen eveneens de informatie verkrijgen van EMSA en aan de vergaderingen van EMSA deelnemen.
Landbouw-service /
11
> DOSSIER OP DE BAAN KOMEN MET LANDBOUWVOERTUIGEN
ONEIGENLIJK GEBRUIK
van landbouwvoertuigen PARLEMENTAIRE VRAGEN
I
n het vorige magazine hadden we het uitvoerig over het zogenaamde oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen, dat wordt aangeklaagd door de transportsector. De parlementaire vragen over dit onderwerp blijven komen. Vraag nr. 116 van de heer volksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van 02 maart 2011 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister: Tractoren die werftransport verzorgen. De indruk groeit dat er steeds meer tractoren met kipkarren als werftransport de baan opgaan. Een tractor met kipkar kan gemakkelijk 30 ton transporteren, net zoveel als een oplegger met kipkar. Ze hebben geen tachograaf of rusttijden nodig en zijn niet ingeschreven in de transport of de bouw. Omdat tractoren geen accijns betalen op de motorbrandstof (ze mogen op rode mazout rijden), zouden ze ook een financieel voordeel hebben op vrachtwagens die met witte mazout moeten rijden. 1. a) Hoe vaak gaan landbouwvoertuigen in overtreding met betrekking tot het gebruik ervan voor goederenvervoer? 2. a) Hoe groot was het aantal ongevallen met vrachtwagens in 2008, 2009 en 2010? b) Hoe groot was het aantal ongevallen met tractoren met oplegger in 2008, 2009 en 2010? 3. a) Vindt u dat tractoren die werftransport verzorgen, op oneerlijke wijze concurreren met de transportsector? b) Hoe staat u tegenover de vraag van de transportsector, om de inschrijving van de landbouwtractoren te verbinden met een agrarisch gebruik, buiten de openbare weg?
12
/ Landbouw-service
Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister van 02 mei 2011, op de vraag nr. 116 van de heer volksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van 02 maart 2011 (N.): 1. a) en b) In 2009 hebben de wegcontroles, uitgevoerd door de controleurs van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer in het kader van verhoogde controles op het gebruik van landbouwvoertuigen zonder vervoersvergunning, 24 voertuigen in overtreding opgeleverd (op 119 gecontroleerde voertuigen) en de controles in ondernemingen hebben geleid tot de vaststelling van één onderneming die in overtreding was (op 19 gecontroleerde ondernemingen met een hoog risicoprofiel). 2. In 2008 vonden er 2.775 ongevallen met vrachtwagens met lichamelijk letsel plaats. Het aantal ongevallen met landbouwtractor met lichamelijk letsel bedroeg 260. We beschikken over geen ongevallencijfers voor 2009 en 2010. 3. a) Het gebruik van landbouwtractoren in het kader van het wegvervoer zorgt inderdaad voor oneerlijke concurrentie ten opzichte van de transportsector. Afgezien van de vervoersvergunning en het feit dat het rijbewijs C+E verplicht is voor landbouwtractoren, gebruikt in het wegvervoer, moeten deze landbouwtractoren niet uitgerust zijn met een tachograaf en mogen zij ook met zogenaamde rode diesel rijden. Om deze problematiek het hoofd te bieden worden op dit ogenblik een aantal maatregelen overwogen in overleg met de vertegenwoordigers van de transportsector en de landbouwsector.
b) Een van de mogelijke maatregelen strekt ertoe om een afzonderlijke kentekenplaat in te voeren, zodat de controles op het gebruik van landbouwtractoren voor het wegvervoer zouden vergemakkelijkt worden en daaraan maatregelen zouden kunnen worden gekoppeld om het concurrentienadeel te verminderen. Vraag nr. 133 van de heer volksvertegenwoordiger Herman De Croo van 31 maart 2011 (N.) aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister: Oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen voor het goederenvervoer. Op een eerder gestelde vraag over de mogelijke concurrentievervalsing door het inzetten van landbouwvoertuigen voor goederenvervoer, antwoordde de staatssecretaris dat hij enkele initiatieven zou ontwikkelen ter opvolging van dit probleem (vraag nr. 6292 van de heer Guido De Padt van 16 juni 2008, Integraal Verslag, Kamer, 2007-2008, commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven, 16 juni 2008, CRIV 52 COM 258, blz. 27). In het najaar van 2010 vond minstens één nieuw ongeval met een zwaar beladen landbouwvoertuig plaats. Na overleg met de transportsector blijkt dat het oneigenlijk gebruik van zwaar beladen landbouwvoertuigen aanhoudt en dat dit een sinds lang aanslepend probleem is. 1. Beschikt u over objectieve gegevens die de omvang van het oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen voor het goederenvervoer weergeven? 2. a) Hoeveel controles werden in 2009 en 2010 door de controledienst van
>
de administratie gepland en effectief uitgevoerd? b) De staatssecretaris gaf immers aan de controles op te voeren. Wat waren de resultaten van deze controles? 3. U kondigde aan het probleem verder aan te kaarten op de bijeenkomsten van het actieplan ‘vrachtwagens’. a) Werd het probleem aangekaart op deze bijeenkomsten? b) Wat waren de concrete stappen die u ondernam in de nasleep van deze overlegmomenten? 4. U kondigde eveneens aan projecten op te starten in samenwerking met de dienst Douane en Accijnzen rond het gebruik van rode stookolie. Werd gevolg gegeven aan deze plannen? 5. Een speciale overleggroep zou worden opgericht.
a) Werd deze werkgroep opgericht? b) Wat waren de resultaten van dit overleg? 6. U gaf aan dat uw administratie zou nagaan welke wijzigingen aan de regelgeving moeten worden doorgevoerd of in elk geval nuttig zouden zijn. a) Wat waren de conclusies van dit onderzoek? b) Werd concreet gevolg gegeven aan de resultaten van dit onderzoek? Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister van 02 mei 2011, op de vraag nr. 133 van de heer volksvertegenwoordiger Herman De Croo van 31 maart 2011 (N.): 1. Ik beschik over geen objectieve gegevens over de omvang van het onei-
genlijk gebruik van landbouwvoertuigen in het goederenvervoer. De meningen daarover lopen trouwens uiteen: volgens sommigen blijft dit een marginaal verschijnsel in het totale weg ver voer, voor anderen worden landbouwtractoren stelselmatig ingezet op werven allerhande. Wat er ook van zij, feit is dat daardoor het gewone wegvervoer oneerlijk wordt beconcurreerd aangezien landbouwvoertuigen op rode diesel rijden en geen tachograaf aan boord hebben. 2. De verscherpte controle op het oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen is een gevolg van de overeenkomst die ik op 22 oktober 2008 met de beroepsfederaties van transporteurs in het goederen- en personenvervoer over de weg heb afgesloten.
Landbouw-service /
13
>
> DOSSIER OP DE BAAN KOMEN MET LANDBOUWVOERTUIGEN
>
Op 13 november 2008 hebben de controleurs van de Afdeling Controle van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer een instructie gekregen met betrekking tot een verscherpt toezicht op het onwettig gebruik van landbouw voertuigen. Aldus werd gestart met wegcontroles op basis van klachten en eigen observatie door de wegcontroleurs van deze afdeling. Klachten met voldoende informatie om een controle mogelijk te maken kunnen verstuurd worden naar het e-mailadres
[email protected]. Zij worden onmiddellijk aan de bevoegde ploeg doorgegeven. Naast deze controles op de weg is de A fdeling Controle in september 2009 gestart met controles in de bedrijven die na een filtrage van gegevens uit de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen), de databan k van de DI V (Directie Inschrijvingen van Voertuigen) uit de databank Transis (vergunningen) een risicoprofiel vertonen voor het onrechtmatig gebruik van landbouwvoertuigen. 3. a) en b) Landbouw voertuigen zijn niet onder wor pen a an dezel fde regels als vrachtwagens, in het bijzonder voor wat betreft de brandstofaccijnzen en de tachograa f.
Het gebruik van landbouwvoertuigen buiten de landbouwactiviteiten is niettemin onderworpen aan het bezit van een vervoervergunning, een rijbewijs C (of C + E), evenals aan de bijzondere regels in verband met de ladingzekering voor voertuigen van groep C. Bovendien is de ma x imum toegelaten snelheid van landbouwvoertuigen beperkt tot 40 km / h, die in het kader van het wegvervoer strik t wordt gecontroleerd Teneinde de goede naleving van deze regels te controleren, werd er in het kader van het Actieplan betreffende de coördinatie van de controles op het wegvervoer op 17 maart 2011 beslist tot een versterkte controle van de land- en bosbouwvoertuigen in samenwerking met de controlediensten van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de lokale politie en de Inspectie van de sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Hiertoe zullen gezamenlijke acties georganiseerd worden via de provinciale Cellen Vervoer van het Actieplan. 4. De controles rond het gebruik van rode diesel behoren tot de bevoegdheid van de minister van Financiën. Ook Douane en Accijnzen is betrok-
Wegcontroles Aantal gecontroleerde voertuigen
Aantal overtredingen
Aard overtreding
2009
119
24
• 18 zonder vergunning • 6 overbelading
2010
137
19
• 11 zonder vergunning • 8 geen rijbewijs C (+E)
Bedrijfscontroles Aantal gecontroleerde bedrijven
Aantal overtredingen
Aard overtreding
2009
19
1
• geen vergunning
2010 (1)
-
-
-
(1) in 2010 werd niet meer uitgevoerd wegens gering aantal overtredingen
14
/ Landbouw-service
ken bij het bovengenoemde Actieplan. Uiteraard neemt zij op het terrein de controle van de brandstof voor haar rekening. 5. In overleg met de vertegenwoordigers van de transport- en landbouwsector, legt mijn administratie zich momenteel toe op de problematiek van het oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen in het kader van het wegtransport. Versch i llende voorstellen sta a n momenteel ter discussie, gaande van een adequate definiëring van zowel landbouw- als niet-landbouwactiviteiten tot het in het leven roepen van een speciale nummerplaat teneinde de landbouwtractoren voor het wegvervoer beter te kunnen controleren.
STANDPUNT VAN LANDBOUW-SERVICE Op 19 april 2011 bereikte een werkgroep van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit met vertegenwoordigers van de landbouworganisaties, de loonwerksector en de transportsector een voorlopig akkoord over de omschrijving van het begrip ‘landbouwactiviteiten’ in het kader van het oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen. Vanuit principieel standpunt blijven de landbouworganisaties en LandbouwService voorstander van het werken met een genuanceerde limitatieve lijst van niet-landbouwactiviteiten. Tevens wordt op deze wijze het oneigenlijk gebruik van landbouwvoertuigen zeer sterk teruggedrongen.
In dat geval wordt beschouwd als landbouwactiviteit: elke activiteit, behalve 1. grondverzet, tenzij de chauffeur aantoont dat dit gebeurt in het kader van het beheer van de eigen landbouwexploitatie; 2. het transport van afval, m.u.v. toegelaten meststoffen, bodemverbeteraars en het eigen bedrijfsafval; 3. vervoer van materiaal en goederen in het kader van infrastructuur- of bouwwerken;
<
4. vervoer van bouwmateriaal, tenzij de chauffeur aantoont dat dit gebeurt in het kader van het beheer van de eigen landbouwexploitatie.
Landbouwloonwerk Landbouw-service en de landbouworganisaties gaan akkoord gaan met volgend voorstel: Onder landbouwvoertuigen, bestemd voor het voorttrekken van machines, landbouwwerktuigen, al dan niet geladen aanhang- of transportwagens, en aangewend voor het verrichten van land- of bosbouwactiviteiten wordt verstaan, wanneer zij op de openbare weg rijden en gebruikt worden: door aannemers van landbouwwerken voor een landbouw- of bosbouwexploitatie van derden, voor zover het vervoer op de openbare weg slechts gebeurt tussen de exploitatie, de bijhorende erven en direct aansluitend de los- of laadplaats door dezelfde aannemer.
Nummerplaat voor landbouwvoertuigen in landbouwgebruik De landbouworganisaties en LandbouwService kunnen akkoord gaan met het invoeren van een specifieke nummerplaat voor landbouwvoertuigen ingezet in de landbouw- of bosbouwsector, onder de volgende expliciete voorwaarden: 1. de zogenaamde landbouwvoordelen (vrijstelling periodieke keuring, het gebruik van motorbrandstof zonder of aan verminderde accijnzen, rijbewijs G en vrijstelling wegverkeersbelasting) worden duurzaam én juridisch gekoppeld aan de voertuigen die beschikken over een dergelijke nummerplaat; 2. de bestuurder van een voertuig zonder landbouwnummerplaat, mag het voertuig besturen met een rijbewijs G, indien het wordt ingezet voor landbouwactiviteiten (zowel in het kader van de eigen exploitatie als in het kader van het landbouwloonwerk); 3. de nummerplaat wordt ingevoerd voor
nieuw ingeschreven tractoren; voor de tractoren die vandaag reeds ingeschreven zijn, wordt een overgangsperiode van vijf jaar in acht genomen; aan de herinschrijving is geen technische keuring van het voertuig verbonden; 4. de administratieve last verbonden aan het herinschrijven van het voertuig dient zoveel als mogelijk worden beperkt en mag geen aanleiding zijn voor het aanrekenen van extra kosten (behoudens de retributie van 13 euro aangerekend voor de administratieve herkeuring); 5. de kost voor het herinschrijven van het landbouwvoertuig dient beperkt te worden tot de retributie van 20 euro, zoals die geldt voor de Europese nummerplaat; 6. er dient voorzien te worden in een adequate sanctionering van de personen/bedrijven die middels een valse verklaring op eer een dergelijke nummerplaat verkrijgen.
Eis een precisiestrooier !
w w w. j o s k i n . co m • Brede of smalle bak
Tornado3 • Ferti-SPACE
• Verticale strooiwalsen • Beitels uit Hardox staal • Grote strooibreedte (15 m) • Trekgemak • Volume tot 24 m3
odellen Diverse m Libramont! esteld in g n o o t n te ns! Bezoek o
E ENER O R T G OND E H W Tel: 04 377 35 45 • E-mail:
[email protected]
Landbouw-service /
15
> A C T UEE L
Snelheidsovertredingen
landbouwvoertuigen
Volksvertegenwoordiger Jef Van den Bergh heeft op 25 maart 2011 een schriftelijke parlementaire vraag gesteld aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister met betrekking tot de snelheidsovertredingen door landbouwvoertuigen. Hierbij de tekst van de schriftelijke vraag: In onze verkeersreglement e r i ng we rd e n t ra ct ore n alt ijd beschouwd als trage voertuigen (niet sneller dan 40 km / h) die hoofdzakelijk gebruikt worden voor landbouwdoeleinden, en daarvoor slechts beperkt op ons wegennet verschijnen (erf-veld). De reglementering is ook gericht op deze visie. Landbouw voertuigen zijn ondertussen zodanig geëvolueerd en sneller geworden dat men ze steeds meer ziet als een aantrekkelijk alternatief voor vrachtwagens, die uiteraard een heel verschillende reglementering kennen. Met tractoren kunnen transporteurs de reglementering voor vrachtwagens ontwijken. Hierdoor komt de reglementering van landbouwvoertuigen onder vuur te liggen.
16
/ Landbouw-service
Nochtans, als de beperkte snelheid van “trage voertuigen” (40 km/h) zou afgedwongen worden, zouden deze tractoren onmiddellijk een veel minder aantrekkelijk alternatief vormen voor vrachtwagens. Het is dan ook noodzakelijk dat de nodige snelheidscontroles worden uitgevoerd. 1. a) Hoeveel controles op de snelheid van trage voertuigen waren er in 2010? b) Hoeveel overtredingen werden vastgesteld? 2. Is er een evolutie in de overtredingen te zien sinds 2005? 3. Hoe overweegt u de maximumsnelheid van trage voertuigen beter af te dwingen? Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister van 02 mei 2011, op
de vraag nr. 131 van de heer volksvertegenwoordiger Jef Van den Bergh van 25 maart 2011 (N.): Van het aantal uitgevoerde snelheidscontroles bij dit voertuigtype kan door de politie geen nationaal beeld gegeven worden. Voor wat de snelheidsovertredingen begaan door trage voertuigen betreft, zijn er uit de nationale gegevensbank van de politie cijfers beschikbaar van 2006 tot het eerste semester van 2010 (bestaande uit processen-verbaal en onmiddellijke inningen vastgesteld door de federale en de lokale politie). (Zie tabel) In overleg met de vertegenwoordigers van de transporten landbouwsector, legt mijn administratie zich momenteel toe op de problematiek van het oneigenlijke gebruik van de landbouw-
>
Klasse van het hoofdvoertuig/ aantal inbreuken
2006
2007
2008
2009
1° semester 2010
Landbouw- / bosbouwtrekker
51
122
78
69
39
Landbouwmaterieel
5
2
1
2
2
Traag voertuig omgevormd voor landbouw
1
0
1
1
0
Landbouwmotor
0
1
2
0
2
Trage lichte vrachtauto
10
14
10
6
6
Trage vrachtauto
1
7
4
4
0
TOTAAL
68
146
96
82
48
voertuigen in het kader van het wegtransport. Ver sch i l lende ma atregelen sta a n momenteel ter discussie. Zoals door het geachte lid wordt benadrukt, zijn de landbouwvoertuigen inderdaad niet onderworpen aan
dezelfde regels als de vrachtwagens, in het bijzonder voor wat betreft de brandstofaccijnzen en de tachograaf. Het gebruik van landbouwvoertuigen buiten de landbouwactiviteiten is niettemin onderworpen aan het bezit van een vervoervergunning, een rijbewijs
C (of C + E), evenals aan de bijzondere regels in verband met de ladingzekering voor voertuigen van groep C. Bovendien is de maximum toegelaten snelheid van landbouwvoertuigen beperkt tot 40 km/h, die in het kader van het wegvervoer strikt wordt gecontroleerd. Teneinde de goede naleving van deze regels te controleren, werd er in het kader van het Actieplan betreffende de coördinatie van de controles op het wegvervoer op 17 maart 2011 beslist tot een versterkte controle van de land- en bosbouwvoertuigen in samenwerking met de controlediensten van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de lokale politie en de Inspectie van de sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Hiertoe zullen gezamenlijke acties georganiseerd worden via de provinciale Cellen Vervoer van het Actieplan.
Ontdek de toekomst
Ons nieuw gamma geeft u het kwaliteitsniveau en de betrouwbaarheid die u van onze machines verwacht. Bovenop komt de spitstechnologie en het onevenaarbare comfort dat u nodig heeft om uw oogstprestaties te optimaliseren. Voor meer informatie over onze voorseizoencondities neem contact op met Erik De Ridder : 0474 750 125 www.JohnDeere.be
Peperstraat 4A - 3071 Erps-Kwerps Tel. : 02 759 40 93 - Fax. : 02 759 99 28 E-mail :
[email protected]
Landbouw-service /
17
> A C T UEE L
Slechte betalers
Hoe lossen we het op?
Hoe optreden tegen slechte betalers? Welke stappen moet ik ondernemen? Dat zijn vragen die we de laatste tijd meer en meer horen op het secretariaat van Landbouw-Service. Deze vragen komen sinds de economische crisis van 2008 op regelmatige basis binnen. En iedere loonwerker heeft wel eens te maken met een klant die niet betaalt. Hierbij gaan we dieper in op de mogelijke oplossingen.
E
en eerste raad die we willen meegeven is dat u best niet te lang wacht om actie te ondernemen tegen slechte betalers. De loonwerker heeft alle recht om na de vervaldag aan te manen. En beste is dat u blijft aandringen tot u de betaling heeft ontvangen. De opvolging van dergelijke dossiers mag niet nodeloos aanslepen. De kans dat u de betaling nog zal ontvangen daalt immers gevoelig hoe verder de vervaldag verlopen is.
18
/ Landbouw-service
Hierbij enkele tips: 1. Laat het niet zo ver komen • Wees niet te gul met krediet aan uw klanten. U bent als ondernemer ook geen bank… U moet zelf ook BTW, RSZ, uw leningen afbetalen. • Maak tijd en energie vrij voor debiteurenopvolging. Voor de meeste loonwerkers valt het uitbesteden van debiteurenbeheer duur uit. Toch is het opvolgen van betalingen voor elke loonwerker even belangrijk als bijvoorbeeld het loonwerk zelf. Maak er dus tijd en energie voor vrij, want het brengt geld op. • Vraag expliciet om uw geld: persoonlijk contact is de beste manier om aan uw centen te geraken. • Maak duidelijke betalingsvoorwaarden: uw klant moet uw betalingsvoorwaarden en termijnen kennen. • Koester gezonde argwaan: indien u een nieuwe klant krijgt, stel u dan gerust wat vragen waarom die bij u terecht komt, zonder dat u direct de opdracht aanvaardt. Het kan best zijn dat deze potentiële klant zijn facturen bij zijn loonwerker niet meer kon betalen, en daarom op zoek gaat naar een nieuwe loonwerker. • U kan ook onmiddellijk een voorschot of contant geld vragen, zeker als u met nieuwe klanten te maken krijgt. • Factureer zo snel mogelijk: wacht niet te lang met het opstellen van facturen. Wie te lang wacht, kan niet
verwachten snel betaald te worden en geeft de indruk geld genoeg te hebben. • Weiger verdere levering aan hardnekkige wanbetalers: dit zal het moeilijkste zijn in onze sector. Trek dus lessen uit het verleden en handel er ook naar.
2. Neem zelf initiatief Aanmaning Het aanmanen van uw schuldenaar kan op verschillende manieren gebeuren: per telefoon, via een plaatsbezoek of schriftelijk. De telefonische aanmaning is meestal de eerste stap. Dit doet u best op een correcte, beleefde, professionele en klantvriendelijke manier. Daarna kan u ook bij uw klant op bezoek gaan en vragen waarom hij zijn factuur nog niet betaald heeft. Soms gaat het over een vergetelheid, en staat uw factuur nog op de schouw. Een schriftelijke aanmaning is dan een formele vaststelling dat uw klant zijn verplichtingen niet nakomt. In deze brief geeft u uw klant een precieze termijn waarbinnen hij de betaling dient uit te voeren. Aangetekende ingebrekestelling Reageert uw klant niet op uw aanmaningen, dan zou u hem per aangetekende brief in gebreke moeten stellen. Zo kan de klant niet ontkennen dat hij de brief niet heeft gekregen. Als de klant de brief niet afhaalt bij de post doet geen afbreuk aan de bewijskracht van uw aangetekend schrijven. Het bewijs van aangetekende zending moet u goed bewaren, samen
>
met het afschrift van de ingebrekestelling. U kan in deze ingebrekestelling verwijzen naar eerdere telefoongesprekken, plaatsbezoeken of aanmaningen die u reeds verstuurde. Daarnaast geeft u een korte betalingstermijn en deelt u de schuldenaar mee dat u bij gebreke aan betaling verdere (gerechtelijke) stappen zal ondernemen. Reageren op protesten Regelmatig uiten klanten hun klachten pas op het moment dat er effectief aangemaand wordt. U reageert best op klachten die u per aangetekend schrijven werden overgemaakt. Een minnelijke regeling U kan natuurlijk ook proberen om de zaak in der minne te regelen. Best is wel dat u dit ook vastlegt op papier en laat aftekenen.
3. Als het echt niet anders kan:
doe een beroep op externe hulp Incasso Een incassokantoor is een commercieel bedrijf dat als activiteit heeft het invorderen van openstaande facturen. Aandachtspunt is dat u moet opletten voor de mogelijke kostprijs van de opvolging van uw openstaande facturen. In de meeste gevallen betaalt u niet alleen een abonnementsgeld maar ook een bepaald percentage van het bedrag dat het incassokantoor voor u kon recupereren. Gerechtsdeurwaarder Een gerechtsdeurwaarder kan u op verschillende manieren bijstaan bij het innen van een openstaand saldo. In eerste instantie is hij echter niet meer dan een officiële “postbode” die angst aanjaagt. Op basis van de gegevens die u aan hem verschaft, zal de gerechtsdeurwaarder trachten minnelijk te incasseren door één of meerdere aanmaningen te versturen. Bij het minnelijk incasso heeft de deur-
waarder nog geen enkele uitvoerende macht, maar de impact van zijn brieven is uiteraard groot. Indien uw schuldenaar de betaling van uw facturen blijft weigeren, kan u aan de gerechtsdeurwaarder de opdracht geven om te dagvaarden. Wanneer de klant zich dan niet vrijwillig schikt in een veroordelend vonnis, zal de deurwaarder ingeschakeld worden voor de tenuitvoerlegging. Ook de gerechtsdeur waarder moet natuurlijk betaald worden voor zijn prestaties. Zijn tarieven zijn vastgelegd bij Koninklijk besluit, en op elke akte staat een detail van de kosten. Advocaat Net als de gerechtsdeurwaarder kan de advocaat u helpen bij het aanmanen en in gebreke stellen van uw schuldenaars. Voordeel is dat de meeste ondernemers een huisadvocaat hebben, die het reilen en zeilen van uw onderneming kent en vertrouwd is met uw situatie.
Uitwisselbaarheid tussen VKL en IKKB Op 23 juni 2011 werd een akkoord ondertekend waarin het Nederlandse kwaliteitssysteem VKL en het Belgische systeem IKKB gelijkwaardig zijn. Concreet gaat het over: • Een Belgische loonwerker, die beschikt over het IKKB-certificaat en in Nederland loonwerkactiviteiten uitvoert, wordt als gelijkwaardig beschouwd als een Nederlandse loonwerker die beschikt over een Nederlands VKL-certificaat. • Een Nederlandse loonwerker, die beschikt over een Nederlands VKLcertificaat en die in België loonwerkactiviteiten uitvoert, wordt als gelijkwaardig beschouwd als een Belgische loonwerker die beschikt over een IKKB-certificaat. • IKKB gecertificeerde telers mogen het loonwerk laten uitvoeren door een Nederlandse loonwerker die een VKL-certificaat heeft. Indien
de loonwerkactiviteit secundair transport 1 omvat, moet de Nederlandse loonwerker over een GMP+ certificaat beschikken. • VVAK-gecertificeerde telers mogen het uitvoeren van loonwerk laten verrichten door een Belgische loonwerker die een certificaat IKKB. • Voor het spreiden van dierlijke en andere meststoffen moet de loonwerker erkend zijn in het land waar hij deze loonwerkactiviteit gaat uitvoeren (België of Nederland).
Op de foto: Romain Cools (voorzitter Vegaplan), Frank Kramer (Nederland Pro act), Eveline Nottebaere (Vegaplan) en Lionel Vanneste (Landbouw-Service)
Landbouw-service /
19
> act u e e l
EHEC N
aar aanleiding van de crisis in de Europese groentensector, heeft de Europese Commissie beslist om steun te geven aan de boeren. Wij vroegen ons af of ook loonwerkers of loonsproeiers economische schade hebben geleden door de EHEC-crisis. Een honderdtal leden reageerden op onze oproep. De meesten ondervinden wel wat “economische” schade, met name laattijdige betalingen en kleine vermindering van
het areaal. Het merendeel van de leden leed geen schade. Toch vroegen een aantal leden zich af waarom de landbouwsector steeds staat te springen en te bedelen voor schadevergoedingen, terwijl de loonwerkers aan de kant staan. Naar boeren wordt steeds geluisterd, en waar staan de loonwerkers? Ook op Europees vlak volgen we dit dossier nauwgezet via onze Europese beroepsvereniging CEETTAR.
Claas Jaguar samen met Claas Orbis =
de meest efficiënte combinatie voor het hakselen!
De CLAAS-machines worden in België verkocht door een netwerk van professionele agenten. Er is er steeds één in uw buurt. Voor meer informatie:
http://CLAAS.VANDERHAEGHE.BE of 081/25 09 09
20
/ Landbouw-service
UI T DE OUDE DOOS <
Uit de OUDE DOOS We keren we terug naar het jaar 1966. In het juli-augustus nummer van 1966 vinden we een open brief van Synagra, de graanhandelaars aan de loondorsers.
Landbouw-service /
21
> F Y T O L I C EN T IE
FYTOLICENTIE In de vorige editie van dit Magazine kwamen we uitgebreid terug op de nieuwe fytolicentie. De verschillende types kwamen er aan bod, evenals de nieuwe wettelijke verplichtingen. Het ontwerp van koninklijk besluit ligt dan wel ter tafel, maar zijn we daar als Landbouw-Service wel gelukkig mee?
L
andbouw-Service maakt deel uit van de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO. Dit is een adviesorgaan naar de bevoegde minister voor middenstand en landbouw. Johan Van Bosch is voorzitter van de commissie land- en tuinbouwgebonden activiteiten. In mei 2011 heeft de Hoge Raad een advies geformuleerd over de fytolicentie (het ontwerp van koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen en ter verwezenlijking van hun duurzaam gebruik). Het ontwerp van koninklijk besluit voor-
ziet in de gedeeltelijke omzetting van de Europese richtlijn 2009/128/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden. Deze richtlijn bepaalt ondermeer dat de lidstaten een systeem van certificaten moeten opzetten opdat de professionele gebruiker, de distributeur en de voorlichter over voldoende kennis zouden beschikken om gewasbeschermingsmiddelen te verkopen of te gebruiken. In bijlage I van de richtlijn wordt die kennis omschreven. In België wordt dit
systeem van certificaten aangeduid als de fytolicentie. Momenteel bestaat er in België reeds een erkenningsstelsel voor de gebruikers en verkopers van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. Dat erkenningsstelsel is gebaseerd op een aantal artikels van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. Het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit heft die artikels op en voert dus een nieuw stelsel in.
2. Vrijstelling voor kleine distributeurs
logisch dat deze aantonen dat zij over de nodige kennis beschikken. De Hoge Raad koppelt hieraan wel de verplichte fysieke aanwezigheid van de persoon die de nodige informatie bij de verkoop verschaft. Uit informatie van de Europese Commissie blijkt namelijk dat de verplichting om op het tijdstip van de verkoop personeel met een fytolicentie ter beschikking te hebben dat de nodige informatie kan verschaffen, niet betekent dat dit personeel ook fysiek ter plaatste moet zijn. Dat personeel moet enkel bereikbaar zijn. Grote winkels die deel uitmaken van een keten kunnen aldus in één van hun winkels een dergelijk personeelslid voorzien dat dan telefonisch kan gecontacteerd worden of zij kunnen een callcenter opzetten. Kleine distributeurs beschikken niet over die mogelijkheden en zullen dus een concurrentienadeel ondervinden. Bovendien garandeert volgens de Raad enkel de fysieke aanwezigheid van de persoon die de informatie kan verschaffen dat die informatie ook daadwer-
STANDPUNTEN 1. Onoverzichtelijk en onduidelijk Het ontwerp is onoverzichtelijk en onduidelijk. Het heeft betrekking op heel wat verschillende operatoren maar voornamelijk op kleine ondernemingen en hun personeelsleden. De huidige tekst is voor hen te moeilijk leesbaar wat een negatieve invloed zal hebben op de praktische uitvoering ervan. In het begin van het ontwerp wordt eerst uitvoerig aandacht besteed aan het spuiten vanuit de lucht terwijl deze activiteit in België nagenoeg niet wordt toegepast. De gedetailleerde bepalingen terzake zouden volgens de Raad gezien hun uitzonderlijk karakter dan ook beter in een afzonderlijk uitvoeringsbesluit opgenomen worden. Het besluit zou ook beter in aparte hoofdstukken of afdelingen ingedeeld worden, volgens de categorie van licentie die nodig is. Per licentie kunnen dan alle onderwerpen (personeel toepassingsgebied, opleiding, aanvullende opleiding, overgangsmaatregelen) behandeld worden.
22
/ Landbouw-service
Artikel 6 van de richtlijn 2009/128/EG voorziet de mogelijkheid om kleine distributeurs die alleen producten voor nietprofessioneel gebruik verkopen vrij te stellen van het bekomen van een fytolicentie. Hoewel niet in de richtlijn vastgelegd, blijkt de Europese Commissie onder de noemer “kleine distributeurs” de ondernemingen te verstaan met minder dan 10 personeelsleden en een jaaromzet of jaarlijks balanstotaal van niet meer dan 2 miljoen euro. In het ontwerp van koninklijk besluit wordt er van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt en het ontwerp voorziet dan ook geen vrijstelling voor de kleine distributeurs. De Hoge Raad vindt dat een goede keuze en is voorstander van de professionalisering van de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen en een vrijstelling voor kleine distributeurs zou dat ondermijnen. De verkoop situeert zich bij voorkeur bij speciaalzaken en het is niet meer dan
<
kelijk gegeven wordt. De kans dat de klant bijvoorbeeld naar een callcenter zal bellen is eerder klein. Indien men in het besluit toch niet uitdrukkelijk zou bepalen dat de persoon die de informatie kan verschaffen fysiek in de vestigingseenheid aanwezig moet zijn op het moment van de verkoop, dan is de Hoge Raad er wel voorstander van de vrijstelling voor de micro-distributeurs in het ontwerp op te nemen. Volgens de Raad kan in dat geval enkel door middel van die uitzondering een gediversifieerd distributie-aanbod gegarandeerd worden. In dat geval zou ook moeten verduidelijkt worden op wie die vrijstelling juist van toepassing is. Aangezien die criteria niet duidelijk in de richtlijn zijn vastgelegd, moeten deze dan wel duidelijk in het ontwerp bepaald worden zodat daar geen misverstanden over kunnen bestaan. In het kader van de professionalisering van de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen pleit de Raad er tevens voor dat gewasbeschermingsmiddelen strikt gescheiden worden gehouden van voedingsmiddelen en dat er strikter zou toegezien worden op de reeds bestaande regels terzake. Het kan volgens de Raad niet dat gewasbeschermingsmiddelen in de winkelrekken tussen voedingsmiddelen worden aangeboden.
3. Personen die sproeien voor derden Voor een veilig en duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dienen volgens de Hoge Raad alle personen die gaan sproeien voor derden en daarbij de gewasbeschermingsmiddelen aanleveren te beschikken over een fytolicentie “Distributie/Voorlichting”. Dergelijke activiteit vergt een heel goede kennis van de gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik ervan en het is dan ook logisch dat men daarvoor over de zwaarste licentie beschikt. Dit geldt niet alleen voor de loonsproeiers maar voor iedereen die voor derden gaat sproeien en daarbij de gewasbeschermingsmiddelen aanlevert. Voor de personeelsleden, die werken onder het gezag van zij die deze activiteit uitoefenen en die volgens de Raad dus moeten beschikken over een licentie
“Distributie/Voorlichting”, volstaat wel de fytolicentie “Assisistent professioneel gebruik”.
4. Organisatie van de opleiding en de aanvullende opleiding Met betrekking tot de opleiding en de aanvullende opleiding zal verduidelijkt moeten worden welke vormingsactiviteiten in aanmerking komen en hoe die vormingsinitiatieven zullen worden georganiseerd, gecoördineerd en opgevolgd. De Hoge Raad vraagt voor die opleidingen te werken met de erkende vormingsinstellingen, erkend door de regionale ministeries van landbouw. Daarbij wordt ondermeer gedacht aan PCLT, CRA-W, NCBL, NAC en voor personeelsleden aan EduPlus en Mission Wallonne des Secteurs Verts. Daarnaast zou de mogelijkheid moeten voorzien worden dat ook erkende beroepsorganisaties kunnen instaan voor de organisatie van opleidingen.
5. Koppeling met de sectorgidsen Voor een goede toepassing van het ontwerpbesluit in de toekomst en een goede controle op het gebruik gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingstoffen bij de landbouwproducenten, wordt best gebruik gemaakt van de koppeling met de sectorgids voor primaire plantaardige productie (G-012) en de sectorgids voor aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie (G-033). In deze gidsen zijn regels opge-
nomen over de registratie van het gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingstoffen. De twee gidsen werden goedgekeurd door het FAVV. Door die koppeling zal iedere gebruiker en voorlichter bekend en gekend zijn.
6. Verkoop op afstand Gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsmiddelen kunnen in de praktijk ook op afstand verkocht worden. Over die verkoopskanalen wordt er in het ontwerp niet gesproken en er zijn derhalve ook geen specifieke regels voor. De Raad vreest dat de voorwaarden voor verkoop en gebruik die men nu wil invoeren via die weg gemakkelijk omzeild zullen kunnen worden.
7. Opslag voor derden De Raad is van mening dat ook de opslag van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingstoffen voor derden geregeld moet worden. Momenteel wordt deze optie door het besluit niet behandeld. Goede regels terzake laten echter een betere controle toe en komen dus een veilig en duurzaam gebruik ten goede. Er moet duidelijk vastgelegd worden dat, behalve wanneer men over de hoogste fytolicentie “Distributie/Voorlichting” beschikt, de gewasbeschermingsmiddelen per landbouwer afzonderlijk moeten opgeslagen worden. Momenteel is dit reeds in de sectorgids zo vastgelegd maar in dit ontwerpbesluit is dat niet meer opgenomen. Landbouw-service /
23
> A C T UEE L
Erkenning fytoproducten voor verkopers en voor gebruikers voor rekening van derden
Velen onder ons gebruiken verpakkingen in alle maten en soorten voor onze beroepsactiviteit. Of het nu de verkoper van het magazijn is die verkoopt aan de landbouwer of een privépersoon, het personeel dat instaat voor het onderhoud van de openbare en privéwegen of - en dit belangt ons aan - de loonwerker voor rekening van derden. De landbouwer geniet een afwijking voor louter beroepsmatige werkzaamheden die hijzelf verricht voor zijn eigen teelten.
D
e Europese wetgeving is onverbiddelijk wat de toepassing van de richtlijnen betreft: controle van het spuitmateriaal, beheer van het fytolokaal, erkenning van de loonwerker en binnenkort de erkenningskaart voor natuurlijke personen; op www.fytoweb.be vindt u alle nodige informatie. Teneinde de gebruikers van pesticiden voor landbouwgebruik de kans te geven zich in orde te stellen, organiseert de “Fédération Jeunes Agriculteurs” een cursus van 120 uur (in de praktijk zijn dat 20 dagen van 6 uur, gevolgd door examens) waarbij een herhaling wordt gegeven van zowel de basis van het plantenrijk als de
24
/ Landbouw-service
formulering van een gewasbeschermingsmiddel, de technische benadering van het spuittoestel, de verschillende soorten ongedierte en plagen en alle materiaal ter bestrijding ervan. In het gedeelte ‘Wetgeving’ komt het beheer van het fytolokaal ter sprake, evenals de goede praktijken inzake het gebruik van producten en verpakking, voor en na gebruik. De cursus ‘Toxicologie’ herinnert er ons aan dat elk product dat we hanteren, solventen, brandstof en gas in de eerste plaats vergif is en dus met voorzichtigheid dient behandeld te worden. De manier waarop pesticiden worden
gepresenteerd is sterk geëvolueerd : de actieve stof zit steeds vaker vervat in een andere vorm : emulsie, microgranulaten,
en zodanig verpakt dat de stof gemakkelijk hanteerbaar is. De erkenning van het product is het resultaat van een lange reeks testen en dure, administratieve procedures. En wat doen wij daarmee? Wij staan versteld van het weerstandsvermogen van ziekten, insecten en onkruid. We mogen ook niet vergeten dat er centra tot onze beschikking staan voor de opvolging van de preventieve maatregelen. Doorheen de andere modules wordt er gewezen op het voornaamste doel van de landbouw: het voeden van de bevolking. Intensieve teelten en korte rotatieteelten dienen te worden vermeden maar de economie dwingt ons te kiezen voor de teelten die het meest opbrengen. Tot slot zou ik iedereen willen aanraden deze opleiding te volgen. Een goede, regelmatige inzet en een basiskennis van de landbouw volstaan om te slagen in het eindexamen dat door Volksgezondheid wordt georganiseerd. De deelname aan de cursus vergt een zekere inspanning voor een bedrijfsleider maar we mogen niet vergeten dat de Europese richtlijnen steeds strenger worden. Er is nu al sprake van een verplichte erkenning van alle sproeiers (bedrijfsleider, arbeiders, …) en vervoerders. Een verwittigd loonwerker…. Ik ben alvast geslaagd in mijn examen. Anne-Marie
LANDBOUW-SERVICE BEZOEKT
fabriek van New Holland in Polen in 2012 Van 4 tot 7 februari 2012 organiseert Landbouw-Service een studiereis naar Polen. Hierbij het voorlopige programma. (data onder voorbehoud)
Zaterdag - 4 FEBRUARI 2012 09.50u Aankomst in Warschau Airport met vlucht LO 232 uit Brussel. 12.00u Lunch in Brewery Kompania Piwna in Warschau. 14.00u Bezoek aan het Koninklijk Paleis in Warschau 20.00u Diner in Restaurant Ale Gloria in Warschau. Overnachting in Hotel Sheraton in Warschau.
Europese Aardappeldagen MACHINEDEMONSTRATIES TENTOONSTELLING PROEFVELDEN
Zondag - 5 FEBRUARI 2012 09.00u 10.00u 12.00u 16.00u 20.30u
Ontbijt in hotel. Bezoek aan Warschau per autocar. Lunch in Restaurant Sekret in Warschau. Vrije namiddag in Warschau. Transfer per autocar naar Plock. Diner in Hotel Starzynski in Plock.
Maandag - 6 FEBRUARI 2012 08.00u Ontbijt in het hotel. 08.45u Transfer per autocar naar New Holland Plant in Plock 09.00u Welkomstkoffie bij aankomst, bezoek aan de fabriek. 12.00u Lunch in de Canteen Inside Plant. 14.00u Bezoek aan New Holland Dealer Rol Serwice en bezoek aan New Holland Big Farmer 18.00u Diner in typisch Pools Restaurant Figaro in Plock.
Dinsdag - 7 FEBRUARI 2012 08.00u Ontbijt in het hotel. 09.00u Bezoek aan het landbouwmuseum (40 km van Plock) - Pauze in de Old Tavern voor warme thee, koffie of warm bier - Trip per slee 12.00u Lunch in Restaurant Oberza Pod Strzecha 13.10u Transfer naar Warschau Downtown. 17.00u Transfer naar Warschau Airport. 19.50u Terugreis met vlucht LO 231 naar Brussel. Vooraanmelding is reeds mogelijk. Deze studiereis wordt aangeboden aan een prijs van 800 euro per persoon (op basis van een tweepersoonskamer). Toeslag voor een eenpersoonskamer bedraagt 100 euro. In deze prijs zijn de vluchten, transfers, hotels, eten en dranken tijdens het eten inbegrepen. Persoonlijke uitgaven zijn niet inbegrepen.
7- 8 sept. 2011 KAIN (DOORNIK)
België www.potatoeurope.com
Landbouw-service /
25
> A C T UEE L
LOONWERK in Nederland Onze Nederlandse zusterorganisatie CUMELA groepeert loonwerkers en ondernemers die actief zijn in het grondverzet. CUMELA organiseert jaarlijks een enquête om de bedrijfsresultaten in de sector in kaart te brengen. Het resultaat is duidelijk: “fors lagere resultaten in 2010”.
H
et beeld van deze CUMELA-bedrijven is dat er in 2010 een sterke daling was van het bedrijfseconomische resultaat ten opzichte van 2009. De agrarische loonwerkers dalen evenwel minder ten opzichte van het vorige jaar. De daling in 2010 is fors en volgt op een daling van het resultaat in 2009. Na jaren van forse investeringen, laten de meeste bedrijven het in 2010 wat afweten. Globaal gezien heeft de Nederlandse loonwerkerssector veel minder
26
/ Landbouw-service
geïnvesteerd dan in het topjaar 2008.
Wat zijn de oorzaken? Begin 2010 was er weinig werk door de vorst en eind 2010 was dit wederom het geval. De bedrijven hebben in deze drie maanden minder omzet gerealiseerd, die ze de andere jaren wel hadden. 2010 kende vervolgens meer pieken en dalen in het werk. Dit heeft weer tot gevolg dat er beperkt op kosten kon worden bespaard. Het effect van het
lager resultaat mag niet alleen worden toegeschreven aan de economische crisis, maar ook de extreme winterse omstandigheden en de fors gestegen brandstofkosten. De effecten van deze koude wintermaanden in 2010 op de landbouwloonwerkers waren minder heftig. De omzet in de koude maanden is hier van nature lager. Ook de toenemende concurrentie zal wel zijn effect gehad hebben op de individuele resultaten van de ondernemingen.
<
KUHN, dat is mijn kracht!
> gedragen en half-gedragen wentelploegen > rotoreggen en landbouwfrezen > mechanische en pneumatische lijnzaaimachines > precisiezaaimachines > minimale zaaitechnieken
GROND-EN ZAAITECHNIEK be strong, be KUHN
PACKO AGRI WERKT UITSLUITEND MET
B-8210 Zedelgem T : 050/25 00 10
EEN PROFESSIONEEL DEALERNET.
B - 5 5 9 0 C i n e y T : 0 8 3 / 6 1 1 4 74
KENNIS EN SERVICE BIJ DE DEUR.
E :
[email protected] W : www.packo.be
M900_NL_210x125_TM900_NL_210x125 01/07/11 14.22 Pagina 1
Trelleborg TM900 High Power. De landbouwband zonder gelijken. De TM900 High Power, ontworpen in codesign met de belangrijkste fabrikanten van landbouwmachines, is bedoeld voor tractoren van meer dan 200 pk en voor een snelheid tot 65 km/h. Een groot trekvermogen, een uitstekend zelfreinigend vermogen, comfort en minder brandstofverbruik maken van de nieuwe Trelleborg TM900 High Power de meest geavanceerde radiaalband voor de landbouw.
Ogilvy&Mather
TRELLEBORG TM900 HIGH POWER. KRACHT OP HET EERSTE GEZICHT.
| www.trelleborg.com/wheelsystems |
Landbouw-service /
27
> DOSSIER M ES T
MAP 4 MAP 4 ging dit jaar in voege. Het gewijzigde Mestdecreet werd op 4 mei 2011 goedgekeurd in het Vlaams Parlement. In de komende weken en maanden zullen nog verder uitvoeringsbesluiten worden gepubliceerd.
H
et Europees nitraatcomité keurde in mei de Vlaamse derogatieaanvraag in het kader van de nitraatrichtlijn goed. Op woensdag 4 mei keurde het Vlaams parlement het nieuwe mestdecreet goed. Het decreet zet het akkoord in Vlaamse wetgeving om en kadert in het actieprogramma Nitraatrichtlijn 2011-2014. De derogatie laat toe dat binnen de bemestingsnormen en onder strikte voor-
28
/ Landbouw-service
waarden meer dierlijke mest gebruikt mag worden. In 2010 maakten 3.100 bedrijven gebruik van de derogatieregeling voor een totaal areaal van 83.500 ha. Daardoor kon 6,5 miljoen kg stikstof uit dierlijke mest bijkomend afgezet worden op Vlaamse akkers en weiden, uiteraard onder strikte voorwaarden. Dit is dierlijke mest die anders extra verwerkt moest worden.
AGR-GPS voor alle erkende mestvoerders Alle mestvoerders moeten vanaf 1 januari 2012 beschikken over een operationeel AGR-GPS-systeem. Dit is een uitbreiding voor de klasse A- en klasse E-voerders (vervoer per boot). Zij moeten vóór 1 januari 2012 een aantal gegevens aangetekend meedelen aan de mestbank. Zij zullen
>
binnenkort een schrijven krijgen van de Mestbank, maar dit kan ook gebeuren via volgende link: Indien de Mestbank op 1 januari 2012 niet beschikt over de nodige gegevens of wanneer de klasse A-voerders nog vervoermiddelen gebruiken die niet erkend of compatibel zijn, dan worden deze A-voerders geschorst. De transportmiddelen moeten dus beschikken over een apparaat, systeem en een testbericht kunnen versturen. Nu kan een loonwerker nog werken zonder AGR-GPS voor volgende werken: • burenregelingen • het brengen van eigen mest naar eigen grond van één bepaalde landbouwer. Vanaf 2013 kan een loonwerker geen burenregelingen meer uitvoeren. Let wel op: een loonwerker die erkend mestvoerder is, moet ook rijden onder AGR-GPS wanneer hij mest van een landbouwer op de grond van die landbouwer brengt. De Mestbank deelt mee dat ze de intentie heeft om te werken aan administratieve vereenvoudiging: vanaf 2012 nog slechts één categorie van mestvoerder voor transport over de weg zal zijn. Als iedereen AGR-GPS heeft, is de indeling in de klassen niet meer noodzakelijk.
Hoe gaat het verder met de burenregelingen?
Analyseverplichting in het kader van derogatie
• Vanaf 2013 is er een uitbreiding voorzien van mogelijkheden van burenregeling. Het geldt ook voor vervoer tussen exploitaties van éénzelfde bedrijf (met maximaal drie exploitaties), kunnen binnen heel Vlaanderen werken onder burenregeling. Tot op heden is dat beperkt tot de fusiegemeenten. • Daarnaast is er vanaf 2013 ook een uitbreiding van burenregeling van vervoer van dierlijke mest van landbouwer naar verwerker en voor vervoer van effluent van verwerker naar landbouwer, mits dit gebeurt binnen dezelfde gemeente of fusiegemeente en met een weging van elke vracht bij aankomst of vertrek op de verwerkingsinstallatie. Momenteel kan dat alleen gebeuren onder A-voerders. Dat wordt dus mogelijk onder burenregeling. • Vanaf 2013 is er ook een nieuwe procedure voor burenregeling: het vervoer door aanbieder of afnemer kan enkel met transportmiddelen (trekkend voertuig) waarvan de aanbieder of afnemer zelf eigenaar is. Bovendien moet het vervoer ten laatste 24 uren op voorhand gemeld worden aan de Mestbank.
Momenteel bestaat er geen analyseverplichting voor derogatiemest. Wel is er een analyseverplichting voor het vervoer door een erkend mestvoerder. Er zal wel een nieuw uitvoeringsbesluit komen over derogatiemest. Effluent kan dan ook aanzien worden als derogatiemest. Een effluent-attest kan dan door de Mestbank gegeven worden onder volgende voorwaarden: maximum 1 kg N/ton en 1 kg fosfaat/ton en maximum 15 ton/ha. De analyseverplichting is van toepassing voor transport door erkend mestvoerder en voor burenregeling. Gewijzigde analyseverplichting: alle dierlijke mest die aangevoerd wordt naar een derogatiebedrijf moet over een analyse beschikken vóór het transport (behalve voor transport tussen exploitaties van hetzelfde bedrijf). Nieuw is eveneens dat de analyse de verantwoordelijkheid is van de afnemer: geen verantwoordelijkheid voor erkende mestvoerders (geen analyse of attest in transportwagen vereist). De afnemer is verantwoordelijk voor de attesten (dunne fractie of effluent) en zorgen dat het transport op basis van gekende analyse van maximum 1 jaar oud gebeurt. Toch zal de Mestbank in 2011 geen controles hierop uitvoeren.
Landbouw-service /
29
> DOSSIER M ES T
Mestverwerking In 2010 reikte de Mestbank mestverwerkingscertificaten (MVC’s) uit voor 26,9 miljoen kg verwerkte stikstof. Tegenover 2009 betekent dat een stijging van de verwerking van stikstof uit Vlaamse dierlijke mest met 10%.
O
p 27 mei 2011 verstuurde de Mestbank de mestverwerkingscertificaten (MVC’s) voor 2010 aan 129 mestverwerkers en mestverzamelpunten en aan 90 landbouwers. Zij hebben in 2010 stikstof uit Vlaamse dierlijke mest verwerkt tot stikstofgas, ammoniumsulfaat of eindproducten die ze exporteerden of afzetten bij particuliere tuinen, parken en plantsoenen. Er werden MVC’s voor 21,7 miljoen kg verwerkte stikstof uitgereikt. In vergelijking met 2009 betekent dat een stijging met ongeveer 1 miljoen kg verwerkte stikstof (+ 5 %). De stijging is volledig te danken aan een toename van de verwerkte niet-pluimveemest. De verwerkte pluim-
i
veemest, goed voor 7,1 miljoen kg stikstof, bleef stabiel in vergelijking met 2009. De Mestbank reikte eerder ook al aan landbouwers MVC’s uit voor de export van onbehandelde dierlijke mest in 2010 en dit voor 5,2 miljoen kg stikstof. Het betrof in hoofdzaak export van pluimveemest (90 %). In vergelijking met de cijfers uit 2009 is dat een aanzienlijke stijging van 1,3 miljoen kg stikstof (+ 34 %).
MVC’s elektronisch te verhandelen Op het online loket van de Mestbank (http://mestbanking.vlm.be) kunnen landbouwers, mestverwerkers en mestverzamelpunten vanaf nu hun MVC’s verhandelen. Bovendien kan men er de
meest actuele situatie van de MVC-rekeningen raadplegen. De online MVC-overdracht betekent een hele administratieve vereenvoudiging. Waar vroeger een formulier ingevuld, door beide partijen ondertekend en opgestuurd moest worden, is de overdracht van MVC’s nu in een paar klikken geregeld. Op het loket vinden landbouwers, mestverwerkers en verzamelpunten een overzicht van hun MVC-rekening vanaf 2007 tot vandaag. Ook handig is de knop waarmee ze de gegevens van hun rekening naar excel kunnen omzetten en bewaren op de eigen pc. Daarnaast kan bij elke overdracht een afschrift geprint worden.
Hoeveelheid aangevoerde mest naar biologieën per maand (in ton), bron: VLM-Mestbank Download figuur: http://www.vcm-mestverwerking.be/newsfiles/aanvoernaarbiologieen_.jpg 250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
2007
30
/ Landbouw-service
2008
2009
2010
April Mei
April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart
Januari Februari Maart
April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart
Januari Februari Maart
April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
Januari Februari Maart
0
2011
>
Mestverwerkingsinstallaties kampen met aanvoerpiek in december Tijdens de studiedagen van LandbouwService van juni 2011 riep Sibylle Verplaetse (diensthoofd mestafzet bij de Mestbank) de mestvoerders op om de veehouders te mobiliseren om mestaanvoer naar de mestverwerking te spreiden over het jaar. Afgelopen winter hadden verschillende biologische verwerkingsinstallaties te kampen met capaciteitstekorten. Op verschillende plaatsen stonden de opslagtanks tot de nok gevuld, wat soms tot calamiteiten heeft geleid. Een aantal verwerkers heeft ook mest moeten weigeren terwijl er in de zomer vaak nog capaciteit onbenut was. Het is immers zowel in het belang van de veehouder als van de transporteur en verwerker om de aanvoer meer te spreiden over het jaar. De veehouders moeten zich bewust worden van de risico’s en nadelen van late afvoer. Als de verwerkingsinstallaties vol zitten en er werd nog niet afgevoerd, kan de varkensboer in de problemen raken om alsnog aan zijn verwerkingsplicht te voldoen. Bovendien is afvoer in de zomer vaak goedkoper, bij late afvoer komt de factuur misschien later maar wel aangedikt. Volgens het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) is het bovendien belangrijk voor het biologisch proces van de verwerking dat de voeding continue verloopt. Wanneer zich extra mest aandient kan de instal-
latie niet zomaar opgedreven worden. De extra mest moet dan bijkomend gebufferd worden in een opslagtank, wat de verwerkingskost nog eens extra omhoog jaagt. Niet alleen moet tijdig voldaan worden aan de vereisten van de basisverwerkingsplicht. De tijdige afvoer van mest naar verwerkingsbedrijven is ook belangrijk voor bedrijven die gekozen hebben voor ‘uitbreiding mits mestverwerking’.
Zij moeten deze extra verwerkingsplicht invullen met bedrijfseigen mest van de desbetreffende diersoort. De mest moet bovendien het desbetreffende jaar al verwerkt zijn. Ook bedrijven die een overname realiseerden waarbij 25% van de overgenomen nutriëntenemissierechten moeten verwerkt worden door verwerking van bedrijfseigen mest moeten hier extra aandacht voor hebben.
niet te missen voor land- e tuinbouwersn én liefhebbers
30ste Internationale
Werktuigendagen
Oudenaarde 24 & 25 september 2011
Landbouw-ServiceB130xH190_NL.indd 1
www.werktuigendagen.be
20/06/11 09:38
Landbouw-service /
31
> DOSSIER M ES T
Verbruik van kunstmest in EU zal toenemen Het gebruik van kunstmest in de EU zal tegen 2020 met 7,7 procent toenemen. Het areaal waarop kunstmest wordt ingezet zal daarentegen dalen, meldt sectorvereniging Fertilizers Europe. K+S, de Duitse kunstmestfabrikant, spreekt van een groeimarkt. “Buiten Europa tekent zich een grote groei af, maar ook binnen Europa is er ruimte voor ontwikkeling door de scherpere mestwetgeving en aandacht voor nutriënten.”
F
ertilizers Europe wijt de toename van het kunstmestverbruik onder meer aan de hogere prijzen voor landbouwproducten. De consumptie van kaliumkunstmeststoffen zal toenemen met 18,5 procent tot 3,2 miljoen ton, het verbruik van fosfaat stijgt met 12,5 procent tot 2,7 miljoen ton en het verbruik van stikstof zal toenemen met 3,8 procent tot 10,8 miljoen ton. Vooral in Midden- en Oost-Europa zal zich een stijging aftekenen. Het areaal waarop kunstmest aangewend wordt, zal daarentegen dalen. Vandaag wordt 135,1 miljoen hectare grond binnen Europa met
32
/ Landbouw-service
kunstmest bewerkt. Volgens Fertilizers Europe zal dit areaal in 2020 nog slechts 134,6 miljoen hectare bedragen. De Duitse kunstfabrikant K+S profiteert van deze ontwikkelingen. “De vraag naar minerale meststoffen neemt toe. Enerzijds is dit te verklaren door de groeiende wereldbevolking, waardoor de vraag naar voedsel stijgt, en anderzijds spelen de hoge prijzen voor gewassen zoals graan en soja een rol, omdat boeren hierdoor meer geld ter beschikking hebben voor productiemiddelen”, stelt Jaap Brink van K+S Benelux in agd.media.
Volgens Brink groeit de meststoffenmarkt op middellange termijn twee tot drie procent per jaar. “Deze groei zal zich vooral buiten Europa aftekenen, in Azië en Zuid-Amerika. Maar ook binnen Europa is er ruimte voor een kleine groei. Daarbij speelt de mestwetgeving een belangrijke rol. Als boeren immers minder dierlijke mest mogen gebruiken, waar kalium en magnesium in zit, neemt de vraag naar kunstmeststoffen met kalium en magnesium toe. Daarenboven groeit de bewustwording dat voedingsstoffen belangrijk zijn.” (Bron: VILT)
A C T IVI T EI T EN >
MECANIC’SHOW 2011
evoluties in alle sectoren Dit jaar opnieuw wordt de Beurs van Libramont de afspraak voor de nieuwigheden van de landbouwmechanisatie. Inderdaad, de Commissie "Machines & Produits" heeft 21 machines geselecteerd, waarvan 2 ook meedoen aan de Bosbouwdemo’s, die doorgaan op disndag 26 en woensdag 27 juli in Paliseul.
D
e evoluties op de geselecteerde tractoren hebben betrekking op verschillende componenten zoals motor en transmissie. Sinds de voorstelling van de eerste traploze transmissie bieden bijna alle merken een dergelijke oplossing. Case IH onderscheidt zich door voor het eerst een tractor uit te rusten met een traploze transmissie zowel voor de wielen als voor de aftakas. Om aan de emissienormen te kunnen voldoen onderscheidt John Deere zich van de meeste concurrenten door een EGR systeem aan te bieden op de 8R modellen, in combinatie met een roetfilter en twee achter elkaar geplaatste turbocompressoren. De nieuwe serie 720 van Fendt onderscheidt zich door een panoramische voor-
ruit en het VarioActive stuur. Op gebied van grondbewerking en zaaitechnieken worden een groot aantal nieuwigheden voorgesteld. Het toepassen van grote gedragen ploegen kenmerkt zich door zware lasten voor de hefinrichting van de tractor. Om dit probleem te verkleinen ontwikkelde Kuhn de Optidrive+ aankoppeldriepunts, met geveerde hydraulische derde punt. Een kleiner brandstofverbruik leidt de constructeurs toe om andere grondbewerkingsalternatieven toe te passen. Kuhn biedt zo de Striger, een machine speciaal ontworpen om een plaatsspecifieke grondbewerking toe te passen tussen de rijen. Wat de graanzaaimachines aangaat heeft Sulky de Xeos, een nieuw gamma
pneumatische zaaimachines ontworpen met een verdeelkop aanpasbaar aan de vraag, spuitsporen aanwending, afsluiting 1 rij op 2, 1 rij op 3, zaaien op een halve werkbreedte. Op de precisie zaaimachines probeert Kverneland Accord het afleggen van het zaaigoed te verbeteren om de grondoppervlakte beter te benutten door middel van electronica en de elektrische aandrijving van de zaaischijven. Monosem past een dempend systeem op de steunend parallelogram van de NG4+ zaaielementen zodat de zaaidiepte gelijker blijft, zelfs met hogere snelheden. Op de veldspuiten merken we vooral toepassingen om de precisie te verhogen en de restvloeistof tot een minimum te beperken. De Hardi Evrad werd gese-
Landbouw-service /
33
>
> A C T IVI T EI T EN
>
lecteerd voor zijn nieuw Opti-Spray systeem dat toelaat om één of verschillende spuitdoppen te activeren in functie van de spuitparameters. Agrifac, met de nieuwe Condor zelfrijder, pakt de problematiek van de restvloeistoffen aan. De speciale spuitboom en de pneumatische vering met vier onafhankelijke wielen zijn ook origineel. Op het gebied van het toedienen van organische meststoffen werden twee innovaties geselecteerd op mestspreiders met verticale molens. De Perard Optium beschikt over een veiligheidssysteem en spreidmolens met messen en strooischoepen. De Fliegl ADS mestspreider is de eerste met smalle bak, verticale molens en afschuifsysteem. Twee maaidorsers werden ook geselecteerd. Claas biedt een geveerd rupsenonderstel aan, de Terra-Trac, dat een maximale snelheid van 40 km/u toelaat. CNH voorziet de CX 5000 en 6000 maaidorsers van het Opti-Fan systeem, dat het toeren-
tal van de blazer automatisch aanpast in functie van de helling. De voederwinning vraagt machines die steeds meer capaciteit hebben. De gedragen maaier Pöttinger Novacat 442 met een werkbreedte van 4,30 m, wordt gekenmerkt door het veersysteem en de hydraulische aankoppelarm. De facturatie van werkzaamheden met een opraapwagen is niet altijd evident. Daarom stelt Pöttinger een facturatiesysteem voor dat de weeggegevens van de wagen gebruikt, alsook de werkfasen van de machine. Voor het oogsten van ruwvoeders proberen de constructeurs het verbruik van de hakselaars te beperken door een beter beheer van het vermogen. CNH stelt zo een automatisch beheer van de motor voor in functie van de vulling van de machine, terwijl Krone het Power Management systeem aanbiedt, dat de motorregeling aanpast zodat men twee vermogens kan bekomen met één enkele motor.
Voor transportwerkzaamheden stelt Joskin een concept van transport zelfrijder voor dat speciaal ontwikkeld werd om alle Joskin Cargo uitrustingen te kunnen gebruiken. Bosbouwmachines maken ook deel van de selectie voor de Mecanic Show 2011. De Rabaud Xylomax versnipperaar is uitgerust met een veelzijdige rotor, dat met messen, klepels of de twee kan worden uitgerust. Rousseau stelt een maaiarm voorzien van een electronische controle en een bedieningsterminal om de machine te bedienen. Zoals tijdens de laatste editie worden de geselecteerde machines tentoongesteld in een speciaal voorziene park. Deze machines worden ook voorgesteld in de Grote Ring vrijdag 22, zaterdag 23, zondag 24 juli om 13.30 uur en maandag 25 juli om 11.45 uur. O. MISERQUE Voorzitter van de Commissie "Machines & Produits"
WERKTUIGENDAGEN - Oudenaarde De Nationale Centrale Landbouw-Service organiseert voor de Waalse loonwerkers op 25 september 2011 een reis naar de Werktuigendagen in Oudenaarde.
D
e Nationale Centrale Landbouw-Service organiseert voor de Waalse loonwerkers op 25 september 2011 een reis naar de Werktuigendagen in Oudenaarde. We vertrekken aan het Hotel "Les Trois Clés" in Gembloux om 8u00 stipt (de wagens kunnen enkel worden geparkeerd achter het hotel). Men kan eveneens de bus nemen op de parking langs de autosnelweg in Saint-Ghislain om 8u45. De toegangtickets voor de beurs worden ons aangeboden door de organisatie en zullen in de bus worden verdeeld. De firma Hilaire Van der Haeghe neemt de kosten op zich (het is onze bedoeling elk jaar een andere sponsor te vinden voor de reis). Om 17u00 worden we allen ontvangen op de stand van het Landbouwkrediet. Het vertrek is voorzien omstreeks 17u45.
34
/ Landbouw-service
<
De Beurs van Libramont 2011 De grootste openlucht landbouwbeurs van Europa vindt dit jaar plaats van 22 tot 27 juli: een tentoonstelling van vier dagen op het terrein van de “Foire de Libramont” en twee dagen met bosbouwdemonstraties in Paliseul.
Van 22 tot 25 juli 2011 26 en 27 juli 201 1 Bosbouwdemons : traties
D
it evenement, dat uniek is in Europa, verwacht opnieuw zo’n 200.000 bezoekers en 700 exposanten uit binnen- en buitenland. Zoals bij elke editie, is het programma weer goed gevuld en zeer gevarieerd. De Grand Ring zal het theater zijn van talrijke animaties met onder andere dierenwedstrijden. Libramont is in de eerste plaats een technisch gebeuren met landbouw-, bosbouw- en civieltechnische machines. De Mecanic Show zal opnieuw de aandacht trekken met de voorstelling van de nieuwe ontwikkelingen sinds vorig jaar en de opmerkelijkste vernieuwingen die binnenkort beschikbaar zullen zijn. De Mecanic Show staat op het programma van de Informatiedag voor loonwerkers op maandag 25 juli. Er zullen diezelfde dag meerdere uiteenzettingen worden gegeven over actuele problemen: risicobeheersing in het bedrijf, evolutie van het precisiezaaien en het breed bemesten. Deze landbouwbeurs wordt al sinds meerdere jaren georganiseerd in samenwerking met de Commissie “Machines & Producten” van de Foire de Libramont met de steun van het Landbouwkrediet. De beurs is ontstaan in 1926 ter bevordering van het Ardense trekpaard. Sindsdien heeft de beurs zich uitgebreid tot andere sectoren maar het paard blijft het middelpunt van het gebeuren. Het speelt de hoofdrol in de uitsleepwed-
strijd en de nationale en internationale jumpingwedstrijden. De verspreiding van het Ardense trekpaard is nog steeds het doel van de operatie “Het paard in steden en gemeenten”. Zoals alle onpare jaren, zullen de twee bosbouwdagen bestaan uit een unieke tentoonstelling van bosbouwmachines in het bos zelf. De organisatoren rekenen op een 150-tal exposanten waarvan 30% machines voorstellen voor energiehout. Er zal ook nieuw materiaal worden gepresenteerd, meer bepaald met betrekking tot het sorteren van hout-
spaanders. Machines die men gewoonlijk in parken ziet, zullen hier worden gedemonstreerd. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan kerstbomen, de trots van de Waalse tuinbouw. Andere sterke momenten zijn het waterbeheer, Natura 2000 en de internationale wedstrijden voor het uitslepen en het houthakken. Kortom, de 77ste Land- en Tuinbouwbeurs van Libramont ziet er veelbelovend uit, de organisatoren hebben trouwens alles in het werk gesteld om er een groot succes van te maken. Landbouw-service /
35
>
DOSSIER M E C H A NIS A T IE
DOSSIER Mechanisatie door Otto OESTGES
NIEUWIGHEDEN
Deutz-Fahr verbreedt het aanbod tractoren met traploze transmissie
M
et de nieuwe 4-cilinder Agrotron TT V 410/420/430, verbreedt Deutz-Fahr haar aanbod aan tractoren met traploze transmissie in de vermogensklasse van 120 tot 140 pk. Het Agrotron TTV gamma bestaat nu uit zes modellen met een maximaal vermogen van 224 pk. Dankzij hun uitrustingen zijn tractoren van deze vermogensklasse te gebruiken voor verschillende toepassingen: voederwinning, spuitwerkzaamheden, ploegen, zaaien en werkzaamheden met een frontlader.
Viercilinder motoren met Common-Rail inspuiting De 4-cilinder turbodiesel motoren met een maximaal vermogen van 121, 130 en 142 pk zijn uitgerust met een Common-Rail inspuitsysteem (DCR) met vier kleppen en externe recyclage van de uitlaatgassen (AGRex). Dankzij dit hogedruksysteem (1800 bar), zijn deze motoren economisch, minder vervuilend en presteren ze ook beter.
Traploze transmissie ZF TTV Zoals op de grotere Agrotron modellen TTV 610, 620 et 630, biedt deze transmissie vier werkgroepen aan. Voor elke werkgroep wordt de bijna totaliteit van de kracht mechanisch overgebracht. Dit wil zeggen dat de tractoren niet te veel hydraulische verliezen vertonen, zelfs aan geringe snelheid. De bekomen snelheid ligt tussen 0 en 50 km/u (of 40 km/u).
36
/ Landbouw-service
De maximale snelheid van 50 km/u wordt bereikt met een economisch motortoerental van 1.750 omw/min (40 km/u aan 1.400 omw/min). Deze transmissie biedt drie rijstrategiën aan voor verschillende toepassingen. Naast de manuele en automatische modus beschikt de bestuurder ook over een speciale modus voor aftakastoepassingen. Vermelden we nog tussen de andere eigenschappen een 4-toeren aftakas (540/540E, 1000/1000E omw/min) en het hydraulisch systeem met varia-
bele druk en debiet (Load-Sensing).
Cabine Classe S De S - cabi ne v a n de A g rot ron 410/420/430 biedt een glasoppervlakte van meer dan 6,5 m² aan, waardoor men over een uitstekende zichtbaarheid geniet. De voornaamste bedieningselementen zijn geïntegreerd in de multifunctionele armleuning "Power Com V" en zijn gerangschikt met verschillende kleuren volgens de functie. De "I Monitor" terminal is bovendien ISOBUS compatiebel.
>
Bij Massey-Ferguson, nieuwe veelzijdige tractoren en een nieuw SCR systeem van de 2de generatie voor de MF 8600
M
assey-Ferguson kondigde recent de aankomst aan van een nieuwe gamma tractoren van 80 tot 100 pk, die het al rijk gevulde programma van de constructeur komt vervolledigen. Deze bestaat uit vier modellen, de MF 5420, 5430, 5440 en 5550 met Perkins 4-cilinder motoren die een vermogen van respectievelijk 82, 92, 102 en 107 pk ontwikkelen. Een nieuw verzwaard onderstel maakt het mogelijk om zware werkzaamheden met een frontlader en/of een frontlift uit te voeren. De Dyna-4 semi-powershift transmissie biedt 16 snelheden vooruit en achteruit. De nieuwe duikende motorkap garandeert een uitstekende zichtbaarheid terwijl de toegang voor onderhoudswerkzaamheden zeer gemakkelijk blijft. Vermelden we ook nog dat alle MF 8600 modellen voortaan uitgerust zijn met SCR voorzieningen van de tweede generatie. Dit systeem, dat in samenwerking met Agco Sisu Power en Bosch ontwikkeld is, wordt gekenmerkt door catalysatoren in de uitlaat, een geïntegreerd bedieningsunit met een hogere werkdruk voor de
common-rail inspuiting. Dankzij nieuwe sensoren wordt de AdBlue oplossing optimaal ingespoten om de uitlaatgassen te verwerken. Bovendien werden een groot aantal bedieningsparameters van het AdBlue doseersysteem
verplaatst naar de electronische controle unit (ECU). Dankzij de SCR oplossing van de tweede generatie is het bovendien mogelijk om het nominaal toerental naar 2.100 omw/min te brengen, en dus het verbruik en het lawaai te beperken.
Een aftakas met traploze instelling bij Case IH
B
ekroond tijdens de SIMA 2011, deze aftakas met traploze instelling laat de gebruiker toe om een oneindig aantal aftakastoerentallen te bekomen, die bovendien tijdens het werk aangepast kunnen worden zonder te ontkoppelen.
Het werkingsprincipe van de traploze aftakas is identiek als deze van de traploze transmissies die voor het eerst voorgesteld werd op de CVX tractoren in 1996. Het gewenste toerental voor de aftakas wordt bepaald afzonderlijk van de motor, zodat de twee aan een optimaal regime kunnen werken met een daling van het brandstofverbruik als uitgangspunt. Deze doeltreffenheid is gebonden aan de technologie die een vermogensverdeler integreert, zodat hydraulische en mechanische componenten samenwerken. Het hydrostatisch gedeelte
van het systeem is uitgerust met sensoren op de in- en uitgaande as zodat de snelheden constant waargenomen worden. Om het verbruik te beperken kan het motortoerental gereduceerd worden als de aftakas in werking is. Het hydrostatisch gedeelte compenseert het zakken van het aftakastoerental, zodat het traploos ingesteld kan worden. De traploze aftakas verbreedt het automatisch beheersconcept voor de productiviteit (APM) van Case IH. De tractor bewaakt automatisch het motortoerental in functie van het gevraagd vermogen. Deze exclusieve voorziening laat toe om de werkefficiëntie, maar ook het werkgemak te verhogen.
Landbouw-service /
37
>
DOSSIER M E C H A NIS A T IE
Fendt 700 Vario : een compacte trekker met een hoog vermogen
D
e nieuwe compacte Fendt 700 Vario reeks bestaat uit drie modellen met een maximaal vermogen van 200, 220 en 240 pk. Deze reeks wordt gekenmerkt door talrijke technologische ontwikkelingen: "Visio Plus" cabine met gebogen voorruit, technieken uit de 800 en 900 Vario trekkers en motoren met SCR technologie die aan de Europese normen 3b (Tier IV Interim) voldoen. De nieuwe 700 reeks werd de 15de juni aan de internationale pers voorgesteld in de Fendt fabriek van Marktoberdorf. Deze trekkers werden ook gedemonstreerd in ons land op 20 en 21 juni in
Oudenaarde en Mont-St-Guibert in het kader van het Europese "Fendt DemoTour".
Een optimale zichtbaarheid op de frontlader De volledig nieuwe "Visio Plus" cabine verhoogt optimaal de zichtbaarheid door een voorruit die verder loopt in het dak, een glasoppervlakte van 6,10 m² en het ontbreken van een B-stijl rechts. De gebruiker kan kiezen tussen verschillende cabineveringen. Naast de mechanische en pneumatische vering van de cabine biedt Fendt ook een pneumatische
vering op drie punten, al voorgesteld op de 800 en 900 Vario modellen.
Vooruitstrevende motortechnologie en transmissie De motoren met SCR technologie komen van Deutz. Deze 6-cilinders hebben een cilinderinhoud van 6,6 l met vierkleppentechnologie en een Common-Rail inspuitsysteem met een werkdruk van 1.600 bar. De Vario 180 ML transmissie maakt natuurlijk gebruik van de opgedane ervaring, met meer dan 100.000 Vario transmissies in gebruik. Dankzij het TMS systeem om de motor en de transmissie te beheren, blijft de 700 Vario altijd werken op een optimaal economisch niveau. Vermelden we ook nog dat de 700 Vario over niet minder dan 22 connecties beschikt: vijf dubbelwerkende ventielen achteraan en twee vooraan, power beyond, ISOBUS aansluiting…
Een 4 in 1 Vario terminal De nieuwe Variotronic terminal herbergt, voor de eerste keer, alle bedieningselementen van de trekker, de camera’s toepassingen, alsook de documentatiefuncties en het geleidingssysteem. Het kopakkermanagementsysteem maakt deel uit de standaarduitrusting.
MX Utility U6 : frontlader met parallelogram
M
X, dat gespecialiseerd is in het bouwen van frontladers en frontliften, stelt de nieuwe frontlader Utility U6 met parallelogram voor. Op deze frontlader, die voorzien is voor trekkers van 45 tot 70 pk, werden de prestaties duidelijk verhoogd door het toevoegen van een parallelogram. De hefcapaciteit bedraagt nu meer dan 1.350 kg op maximale hoogte, tegen 860 kg voor de
38
/ Landbouw-service
uitvoering zonder parallelogram. Zoals de andere MX-frontladers wordt deze frontlader uitgerust met het Fitlock 2 systeem, zodat men maar één keer van de trekker moet stappen om de frontlader aan- of af te koppelen. Deze frontlader is te verkrijgen met drie bedieningsmogelijkheden: de ECO monohendel, de Propilot en de FlexPilot lage druk bedieningseenheid.
>
Trelleborg presenteert het TM Blue concept
T
’ijdens de SIMA 2011 stelde Trelleborg Wheel Systems de TM BlueTM voor, een landbouwband concept dat garant staat voor een optimaal respect van het milieu, een verhoogde productiviteit en een kleiner brandstofverbruik. Dit concept verenigt een aantal technieken, brevetten, oplossingen en toepassingen die meehelpen om het gebruik van natuurlijke grondstoffen en het impact op het milieu te verlagen terwijl de productiviteit verhoogt. Om de grondeigenschappen beter te beschermen beschikt de TM-band over een extra brede loopvlakte en een bewegende basisstructuur die toelaat om de bodemdruk uniform op de grond over te brengen. Deze band beschikt over een speciaal ontworpen loopvlakte. Deze wordt gekenmerkt door facetten tussen de nokken zodat de zelfreinigingseigenschappen verbeteren terwijl de trekkracht ook verhoogt. De speciale vorm van de nokken garanderen minimale trillingswaarden, en dus een verhoogd rijcomfort. Volgens de fabrikant, en voor een tractor van 260 pk op de baan, kan de TM Blue een verbruiksdaling van 3.000 liter per jaar toelaten, ten opzichte van de gemiddelde prestaties op de markt (referentiematen 710/70R42 600/70R30). Tijdens de SIMA stelde Trelleborg Wheel Systems ook enkele nieuwe maten voor de 710/70R42 TM 900 High Power, speciaal ontworpen voor groot vermogen trekkers van de laatste generatie;
• de 710/50R26.5 Twin Radial, voor aanhangwagens en drijfmestvaten; • de TM 2000, voor oogstmachines en maaidorsers.
Nieuwe Terra Trac rupsen voor de Claas Lexion
C
laas werd bekroond met een Zilveren medaille tijdens de « Innovation Awards » van de SIMA 2011 voor een nieuw Terra Trac rupsenonderstel voor de maaidorsers Lexion 770 en 750.
Deze uitrusting beschikt over een pneumatische vering zodat de trillingen opgevangen door de machine tot een minimum herleid worden. Onafhankelijke hydraulische cilinders waarborgen een per fecte b o dem v ol g i n g v a n de Ter r a Trac. De machine beschikt zo automatisch over een hellingscompensatie systeem, wat z i ch v e r t a a lt door een toegenomen stabili-
teit in bochten. Bovendien waarborgt de onafhankelijke vering een beter bestuurderskomfort. Uitgerust met Terra Trac rupsen kan de Lexion een maximale snelheid van 40 km/u halen op de weg. De voornaamste troeven van de Terra Trac zijn: een betere bescherming van de bodem (66 % ten opzichte van een versie met standaard banden), een betere trekkracht in moeilijke omstandigheden of hellingen, een uitstekende wegligging voor een breedte van amper 3,50 m, een betere stabiliteit van het maaibord (zelfs met grote werkbreedtes), een kleinere rolweerstand, minder slip en dus een gunstiger brandstofverbruik. Landbouw-service /
39
>
DOSSIER M E C H A NIS A T IE
Nieuwe modellen compacte cultivators Lemken Kristall
H
et gamma gedragen cultivators Lemken Kristall omvat voor het ogenblik starre modellen van 3, 3,5 en 4m alsook modellen die hydraulisch dichtvouwen van 4, 5 en 6m. Deze zomer wordt het gamma vervolledigt met nieuwe getrokken en plooibare modellen met een werkbreedte van 4, 5 en 6m. In 2012 worden dan
modellen van 8 en 12 m op de markt gebracht, om de universele werktuigendrager Gigant uit te rusten. Standaard wordt de Kristall uitgerust met de nieuwe TriMix scharen, die toelaten om drie werkzaamheden uit te voeren in één werkgang : de punt bewerkt de grond op de gewenste diepte, de vleugels mengen de grond en het
Amazone Green Drill voor vanggewassen
V
oor het doorzaaien en het zaaien van vanggewassen stelt Amazone het Green Drill systeem voor. Deze uitrusting kan opgebouwd worden op verschillende grondbewerkingsmachines van Amazone met een maximale werkbreedte van 4 m, zoals de compacte schijveneg Catros, de mulchcultivator Cenius, de KE rotoreg of de roterende cultivator KG. De zaadtank van de Green Drill heeft een capaciteit van 200 liter. Het zaad wordt gedoseerd door elektrisch aangedreven verdelingswielen en geleid door flexibele slangen naar ketsplaten voor een verdeling juist voor of achter de rol. Het geheel wordt gecontroleerd door een standaard bediening of een computer met een selectiemenu om de zaaihoeveelheid, de werksnelheid, de bewerkte oppervlakte of het aantal werkuren weer te geven.
40
/ Landbouw-service
verlengde van de vleugels waarborgt een intensievere mengeling. Dankzij de drievoudige werking van de TriMix scharen heeft de Kristall cultivator minder tanden nodig, wat zich vertaalt door een kleinere vermogensbehoefte. Op deze manier wordt het mengen van de grond bijna zo efficient als met brekers met drie of meer rijen tanden.
< DOSSIER M E C H A NIS A T IE >
Hardi-Evrard : nieuwe modellen en interessante evoluties
H
ardi-Evrard heeft heel wat nieuwigheden voorgesteld tijdens de SIMA 2011. Vermelden we eerst de getrokken
modellen Meteor 3.500 en 4.200 liter. Deze spuiten met een tankinhoud van 3.500 en 4.200 liter krijgen een nieuw onderstel en nieuwe tank berekend om
de restvloeistof tot nul te herleiden. Standaard krijgen deze spuiten een geveerde dissel, een centrifugale pomp van 800 l/min en een nieuwe DPAE Regular HC 6500 regulatie met BUS CAN technologie. Deze kan in optie uitgerust worden met een dosis aanpassingssysteem "Opti-Spray", een electronische vulunit, een precisie landbouwpakket en het overdragen van gegevens via een SD kaart. De getrokken "i" veldspuiten kunnen voortaan integraal beheerd worden door een ISOBUS terminal. Deze laatste kan ook de automatische sectiesluitingen, het heffen/zakken van de spuitboom, de hellingscorrectie en de variabele geometrie bedienen. Hardi-Evrard stelde ook een spuitboom van 28 m die verticaal dichtvouwt voor de Master gedragen modellen van 800 tot 1.800 liter.
Een nieuwe sleepslang van 18m bij Joskin
H
et bedrijf van Soumagne vervolledigt haar gamma werktuigen voor drijfmesttanken met een nieuwe "Penditwist" sleepslang van 18 m. De voornaamste eigenschap van dit sleepslang is het dubbel dichtvouwen van de boom, noodzakelijk om de ingenomen ruimte op de tank te beperken. De "Penditwist" werd ontworpen op basis van een onderstel van 15 meter op dewelke twee verlengstukken van 1,50 m aangebracht worden (met hydraulische bediening) om een werkbreedte van 18 m te bekomen. De verdeelblok is nog steeds gebaseerd op het “Scalper” systeem gepatenteerd door Joskin, maar met een groter volume. Sectiekranen gevestigd aan de uitgang van de verdeelblok laten toe om de buitenste secties apart af te sluiten en verder te werken op een werkbreedte van 15 meter. De verdeler is ontworpen om een groter lucht volume aan te brengen. De mest wordt homogener verdeeld en de piekbelastingen worden zo veel mogelijk ver-
meden. De mestaanwending vindt plaats van bovenaf de verdeler wat toelaat de hydraulische druk op de motoren sterk te verlagen. Voor transportwerkzaamheden berust de
sleepslang in twee uitsparingen aangebracht langs het vat. Dit systeem verhoogt de veiligheid en wordt geoptimiseerd door de druk uitgevoerd door de achterlift op de sleepslang. Landbouw-service /
41
>
DOSSIER M E C H A NIS A T IE
Tecnoma : een gamma zelfrijders van 2500 tot 5200 liter, evoluties op het gebied van spuitbomen en uitrustingen
T
ijdens de laatste twee jaar heeft Tecnoma haar volledige gamma zelfrijdende spuiten vernieuwd. De laatste toevoeging is de Laser 2500 l, uitgerust met spuitbomen van 20 tot 30 m. De aandrijving wordt verzorgd door een Tier III motor van 176 pk en een 40
km/u hydrostaat op de 4 wielen. De gedragen modellen Maxis zijn vanaf nu beschikbaar met spuitbomen van 27 en 28 m. In optie kunnen ze ook uitgerust worden met een tweede vat van 750 of 1.100 l dat voorop de trekker bevestigd wordt.
Bij de getrokken spuiten wordt het gamma vervolledigd met de Tecnis, met een tank van 6.000 liter. Deze spuit krijgt een nieuw stalen onderstel, is geschikt om aan hogere snelheden te werken en kan uitgerust worden met een volgas voor een draaihoek tot 30°. Vermelden we nog dat de constructeur uit Epernay een Zilveren medaille kreeg tijdens de « Innovation Awards » van de SIMA 2011 voor zijn ILS systeem (Intelligent Localized Spray). Dit nieuw product past de eigenschappen van precisie landbouw toe. Door de spuitsecties te beheren laat het toe om herbiciden lokaal te spuiten, en zo de gebruikte dosissen te verlagen. Een camera voorop de trekker of zelfrijder maakt infrarode beelden van het gewas zodat onkruid herkend kan worden ten opzichte van het gewas. Op deze manier wordt de opening of sluiting van de secties bediend.
Vicon Agrifac Condor : een nieuwe generatie zelfrijdende veldspuiten
D
e Kverneland Groep stelde onlangs een nieuwe zelfrijdende spuit voor onder de benaming "Vicon Agrifac Condor". Deze machine onderscheidt zich door een pendelend onderstel, vier aangedreven en gestuurde wielen en een traploze spoorbreedte aanpassing tussen 1,50 en 2,25 m. Het spuitgedeelte bestaat uit een tankinhoud tot 5.000 l en een nieuw pneumatisch geregelde drukregelaar. Dit systeem laat toe om zeer snel werkbreedtes aanpassingen door te voeren, zoals het geval is met GPS gestuurde spuitbomen. Dankzij de elektrisch bediende "Green Flow Plus" voorziening is het niet meer noodzakelijk
42
/ Landbouw-service
om de restvloeistof te verdunnen, het wordt simpelweg teruggespoeld. Vermelden we ook nog dat het geheel gecontroleerd wordt door de "Eco Tronic Plus" computer met kleuren-
scherm en dat toelaat de geactiveerde secties te zien alsook de verschillende vloeistoffen onder druk of niet in de machine.
< DOSSIER M E C H A NIS A T IE >
Joskin Cargo-Track : een polyvalente zelfrijdende werktuigendrager
H
et programma poly valente werktuigendragers, dat voor het eerst in 1996 voorgesteld werd, wordt vandaag aangevuld met een autonome zelfrijdende werktuigendrager aangedreven door een motor van 450 pk en 8 aangedreven wielen.
De eerste Cargo-Track werd ontwikkeld in samenwerking met de Nederlandse constructeur Veldhuizen. Deze beschikt over een star onderstel met twee beweegbare assen vooraan en een zwenkas achteraan. De transmissie beschikt over 16 snelheden die toelaten om een maximale
snelheid van 80 km/u te behalen. De Cargo-Track is ontworpen om alle werktuigen van het Cargo Joskin gamma, alsook de toekomstige ontwikkelingen te gebruiken. Voor het ogenblik wordt het voertuig met een Silo-Cargo silagewagen van 45 m³ voorgesteld.
Nieuwe PreChop hakselaar voor de grootpakkenpersen Krone Big Pack
D
e PreChop werd voor het éérst in 2007 voorgesteld. Deze hakselaar
wordt vooraan op de Krone Big Pack persen bevestigd. Dit systeem werd
volledig herbekeken om de capaciteit te verhogen. De nieuwe spiraalvormige rotor laat toe het stro beter te snijden en vraagt bovendien minder vermogen. De bevestiging van de messen werd geoptimiseerd en hun aantal is toegenomen van 72 tot 88. Voor het ogenblik is de nieuwe PreChop leverbaar voor de persen Big Pack 1270 XC, 1290 XC, 1290 HDP XC en 12130 XC. Deze hakselaar garandeert een kort en homogeen gehakseld stro dat achteraf gebruikt kan worden in pluimveestallen, voor het afdekken van aardbeienplantjes of zelfs als ruw voeder voor rantsoenen die een tekort aan vezels vertonen. Landbouw-service /
43
>
DOSSIER M E C H A NIS A T IE
Bij New Holland wordt de CSX vervangen door de CX
O
m de CSX-modellen te vervangen stelt New Holland twee nieuwe gamma’s maaidorsers voor: de CX 5080/5090 en de CX 6080/6090. Voor deze machines past de constructeur een nieuwe nomenclatuur toe: CX geeft aan dat het om conventionele maaidorsers gaat, terwijl het eerste cijfer 5 of 6 het aantal schudders weergeeft. De laatste twee cijfers 80 of 90 vermelden de capaciteit van de machine. De CX 5000 en 6000 machines zijn uitgerust met Fiat Powertrain motoren met SCR, om aan de Tier A4 normen te voldoen, en hebben een maximaal vermogen van 258 tot 333 pk. De graantanken hebben een capaciteit van 7.000 tot 9.300 liter en worden van bovenaan geledigd (100 l/min). Alle modellen kunnen uitgerust worden met vier dorselementen: dorstrommel van 60 cm diameter, stroafscheider, nadorstrommel en Straw FlowTM. Het geheel wordt aangevuld met de "OptiTresch" en "Multi-Tresch" systemen. De eerste is een afdekplaat achter de dorskorf die de kwaliteit van het graan of van het stro kan verbeteren, in functie van de vraag. De tweede verandert de
agressiviteit van de nadorstrommel in functie van het geoogste gewas. Deze machines zijn bovendien uitgerust met een dorskorf bestaande uit verschillende secties, zodat de aanpassingstijden tussen het oogsten
van verschillende gewassen tot een minimum herleid worden. Het bekroonde "Opti-Fan" systeem neutraliseert de verliezen ter hoogte van het reinigingssysteem. De functie "Smart-SieveTM" past bovendien automatisch de zeven op hellende percelen. De volledig vernieuwde cabine beschikt over een bestuurderspost met "Command Grip" joystickbediening en een IntelliViewTM aanraakscherm. Deze
voorziening die op de armleuning aangebracht is laat de bestuurder toe om alle gebruiksparameters van de machine in het oog te houden, alsook het geleidingssysteem te activeren. Vermelden we ook nog dat deze machines te verkrijgen zijn met een vochtigheids- en opbrengstsensoren.
ACTUALITEIT PotatoEurope 2011
D
e Europese aardappeldagen worden dit jaar georganiseerd op 7 en 8 september in België en meer bepaald op een terrein van 23 ha dat eigendom is van M. Witdouck in Kain, in de buurt van Doornik. Dit internationaal evenement zal 165 exposanten afkomstig uit 13 verschillende landen verwelkomen, en die de verschillende aspecten van de aardappelketen (mechanisatie, plantsoen, fyto, meststoffen…) verantwoorden. De rooidemonstraties zijn ontegenspre-
44
/ Landbouw-service
kelijk één van de sterke punten van PotatoEurope. Zes constructeurs (AVR, Dewulf, Grimme, Ploeger, Underhaug en WM Kartoffeltechnik) zullen 15 machines aan het werk tonen, gaande van één tot vier rijen per werkgang. De tractoren en kippers nodig tijdens de demonstratie worden ter beschikking gesteld door Case IH/Steyr en MDM Industrie. De bezoekers zullen ook vijf inschuurlijnen (Anné, Bijlsma Hercules, Grimme, Miedema en Tong Peal) aan het werk
zien, alsook, en voor de eerste keer, een demonstratie pootmachines. Dit evenement wordt georganiseerd door Fedagrim, in samenwerking met CARAH, PCA, FIWAP, ILVO, CRA-W en SYNGENTA.
>
"Setting Directions" : John Deere toont de weg
"D
e weg tonen", was het thema van de samenkomst van de John Deere dealers, die plaats vond van 31 mei tot 27 juni in Lissabon. Dit evenement heeft zo’n 5.000 mensen (dealers, belangrijke klanten, landbouwexperten en journalisten) aangetrokken. De twee voornaamste objectieven van dit uniek evenement waren het bekendmaken van de groeistrategie van John Deere voor de komende jaren en de voorstelling van meer dan honderd nieuwe producten in de landbouw en voor het onderhouden van groene zones voor de landen van Regio 2 (Europa, CEI, Noord-Afrika, Midden Oosten). John Deere heeft een nieuwe strategie voorgesteld die het bedrijf moet toelaten een omzet van 50 miljard US $ te behalen tegen 2018. Deze strategie berust op een verhoging van de activiteit in twee hoofdsectoren, deze van machines en oplossingen voor de landbouw, maar ook voor het grondverzet. Deze strategie voorziet ook ontwikkeling in de Tuin & Park en de Bosbouw, alsook in begeleidingsactiviteiten zoals financiële diensten, motoren (Power Systems), wisselstukken en intelligente oplossingen. In dit verslag beperken we ons tot het melden van de belangrijkste nieuwigheden. In één van de volgende edities komen we dan er uitgebreid op terug. Vooreest stelt John Deere het concept “FarmSight” voor om de werking van de machines en het beheer van de bedrijven te verbeteren. Deze omvat draadloze technologieën die de bedrijven, loonwerkers en dealers toelaten om gegevens uit te wisselen. Eén van de eerste elementen van de "FarmSight" wordt het nieuw telematisch systeem "JDLink Inside". Naast de localisatie van een machine op afstand en de controle van afstellingen of van het mazoutverbruik laat deze JDLink Ultimate ook toe om een afstandsdiagnose uit te voeren, dankzij de exclusieve service technologie Service ADVISOR Remote. De machine verstuurt automatisch waarschuwingsberichten
via e-mail of sms als een onderhoudsbeurt noodzakelijk is. Wat de trekkers aangaat moeten we eerst de komst van de nieuwe 6R serie melden, met drie modellen met een nominaal vermogen van 170 tot 210 pk. Ze beschikken over motoren Tier 3B zonder toevoeging van urea, een nieuwe vering en een nieuwe cabine met ongekende zichtbaarheid, alsook tal van “intelligente” oplossingen. Het zwaarste model, de 6210R, heeft een maximaal vermogen van 240 pk met actieve boost voor een eigen gewicht onder de 8 ton. Deze trekker wordt bovendien uitgerust met banden met een doormeter van 2,05m. De nieuwe 7R, met vijf modellen met een nominaal vermogen tussen 200 en 280 pk (en actieve boost van 230 tot 310 ch), is vooral bedoeld voor grote akkerbouwbedrijven en loonwerkers. De drie zwaarste modellen krijgen een Power Tech PVX motor van 9,0 l, terwijl de twee andere een Power Tech PSX motor van 6,8 l krijgen. De 8R tractoren gecommercialiseerd sinds het voorjaar 2011 zijn uitgerust met 6 cilinder Power Tech PSX motoren met een cilinderinhoud van 9 liter. Ze hebben 15 pk meer vermogen dan hun voorgangers en beschikken over een actieve boost van 35 pk. Standaard zijn deze tractoren uitgerust met de systemen JDLink Ultimate en Service Advi-
sor Remote, alsook de nieuwe Command Center Green Star 3. Vermelden we ook nog dat de 8R leverbaar is met een frontlift en -aftakas, alsook een rupsonderstel (3 modellen). Tussen de nieuwe machines voorgesteld voor 2011, vermelden we nog: • de getrokken spuit R962i met een tankinhoud van 6200 liter en spuitbomen tot 40 m. • de rondebalen persen 960 et 990, reeds voorgesteld tijdens de SIMA en bekroond door een Gouden medaille (zie Landbouw-Service van mei 2011). • de maaidorsers van de nieuwe S serie, waar 45% van de componenten vernieuwd werden. Het zwaarste model wordt aangedreven door een motor met een maximaal vermogen van 625 pk en de graantank heeft een inhoud van 14.100 liter. • de maaidorsers W en T worden aangedreven door Euro IIIB motoren met een cilinderinhoud van 6,8 en 9,0 liter; deze maaidorsers krijgen een nieuw cabine en een heleboel geïntegreerde intelligente oplossingen.
Een Belgisch constructeur aanwezig op de Agrishow in Brazilie
D
e Belgische constructeur Dewulf, gespecialiseerd in het rooien van aardappelen en wortelen, heeft zijn recentste technologie voorgesteld tijdens de Agrishow in Ribeirão Preto, São Paulo, Brazilie. De aanwezigheid van het bedrijf tijdens deze Agrishow viel samen met de lancering van een Latino-Amerikaanse departement van de APH Groep, de commerciële partner van Dewulf.
Landbouw-service /
45
>
DOSSIER M E C H A NIS A T IE
Stand van zaken bij AGCO/FENDT
T
ijdens een persconferentie georganiseerd de 15de juni in de Fendt fabriek van Marktoberdorf (Beieren) in het bijzijn van meer dan 200 journalisten uit 24 landen, presenteerde M. Peter-Josef Paffen, Vice-Voorzitter, en Directeur generaal van Fendt, de stand van zaken van het bedrijf, de mogelijkheden en de toekomstige ambities van het merk. Hij verklaarde onder meer dat, volgens een onderzoek van de DLG, de conjunctuur in de landbouwwereld gevoelig verbeterd is. De gevoelige prijsstijging voor de landbouwproducten is de voornaamste schakel van deze verbetering. Voor dit jaar verwacht Fendt een stijging van zo’n 15 tot 20% van de trekkerverkopen, tot ongeveer 15.000 trekkers. Op gebied van maaidorsers biedt Fendt tegenwoordig een compleet gamma modellen met schudders, van het hybride type of met rotors, met een vermogen gaande van 200 tot 500 pk. Vermelden we ook nog dat Fendt ook ronde en vierkante balenpersen aanbiedt, alsook een zelfrijdende hakselaar, waarvan de eerste vijf machines pas afgeleverd zijn. De totale omzet voor het jaar 2010 van alle Fendt-machines (tractoren, maaidorsers en persen) daalde met zo’n 6 %, of 1.063 miljoen euro. Volgens M. Paffen, mikt Fendt dit jaar op een toename van de omzet dat zo’n 1,2 miljard euro zou moeten vertegenwoordigen. De voorziene investeringen voor het jaar 2011 voor alle productie eenheden van Fendt
worden geraamd op 115 miljoen euro. Een groot gedeelte van dit bedrag wordt geïnvesteerd in de nieuwe eindassemblage lijn voor tractoren. In het kader van zijn project Fendt Ahead², heeft de groep een totaal van 172 miljoen euro besteed aan de twee Duitse productie eenheden (Asbach-Baümenheim en Marktoberdorf). Binnen Fendt blijven de investeringen in onderzoek en ontwikkeling voortdurend stijgen. In 2010 werden 43 miljoen euro geïnvesteerd in verschillende projecten voor tractoren en de nieuwe Katana hakselaar. M. Paffen benadrukte nog "het is met veel tevredenheid dat we de beslissing van de voorzitter van de AGCO Board vernomen hebben om 120
bijkomende banen te creëren binnen het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum van Marktoberdorf". Wat marktontwikkeling en de positie van Fendt aangaat heeft M. Paffen aangekondigd dat, in Duitsland en voor 2011, alle constructeurs een toename met 15% van het aantaal inschrijvingen verwachten, tot 26.500 tractoren. Met een marktaandeel van 20,5% voor de tractoren van meer dan 51 pk blijft Fendt de eerste speler op de markt. Ondanks een serieuse vermindering van de inschrijvingen blijft Frankrijk de belangrijkste Europese markt, met 28.663 ingeschreven trekkers. Fendt heeft een marktaandeel van 8 %. In België verhoogt het marktaandeel van Fendt tot ongeveer 12%.
75 jaar maaidorsers bij Claas
D
e introductie van Amerikaanse maaidorsers in Europa in de jaren 1920 mislukte volledig omdat deze machines niet aangepast waren aan onze oogstomstandigheden. Deze eerste poging om maaidorsers te gebruiken had wel de firma August Claas, dat het licht zag in 1913 in Harsewinkel, aangemoedigd om te timmeren aan het bouwen van een eerste prototype in
46
/ Landbouw-service
het begin van de jaren 1930. Alhoewel dit idee geniaal was, kwam deze veel te vroeg, omdat de benodigde technologien (zware tractoren, hydraulische en elektrische systemen) nog niet op punt waren om een maaidorser achter een tractor te kunnen aankoppelen. In 1936 stelt August Claas de eerste pikbinder voor die in Europa gebouwd is.
Deze machine had een dagelijks rendement van 30 ton tarwe. Tijdens de zes volgende jaren werden 1.450 machines van dit type gebouwd. De eerste zelfrijdende maaidorser werd voorgesteld in 1953. In de loop der jaren is de capaciteit van deze machines steeds toegenomen en tegenwoordig is een Claas Lexion in staat om 100 ton tarwe per uur te dorsen.
Een must Welkom op de informatiedag voor landbouwloonwerkers op maandag 25 juli om 09u45 in het Business Center (vooraf inschrijven) Met de samenwerking van het Landbouwkrediet
Van 22 tot 25 juli 2011 op het beursterrein van Libramont Op 26 en 27 juli 2011 Bosbouwdemonstraties te Paliseul (België)
www.foiredelibramont.com Tél. 061 23 04 04
E
MEER PRODUCTIVITEIT.
De breedste messentrommel en grootste gewaskneuzer op de markt staan garant voor een maximale productiviteit. De blazer met instelbare positie zorgt voor een totale efficiëntie, zowel bij maïs als gras.
HAKSELKWALITEIT NAAR WENS.
RIJPLEZIER VAN DE BOVENSTE PLANK.
MEER HAKSELEN MET MINDER KOSTEN.
Dankzij het Hydroloc™aandrijfsysteem van de invoerrollen past u de snijlengte vanuit de cabine aan uw specifieke vereisten aan.
De cabine biedt u een zicht van 360° en bevat alle bedieningen om de machine in te stellen. Optimaal comfort verzekerd dus.
De Variflow™-blazer vermindert de vermogensbehoefte met 40pk bij het hakselen van gras. Power Cruise™, het intelligente motorbeheer, vermindert het brandstofverbruik tot 20%.
De reeks FR9000 – 5 modellen Van 424 tot 824 pk* maximumvermogen - * ECE-norm 120. www.newholland.com 24u/7d bijstand en info Gratis oproep vanaf een vaste lijn. Bij mobiel bellen,
NEW HOLLAND TOP SERVICE 00800 64 111 111
informeer bij uw provider of uw oproep zal worden aangerekend. Alternatief nummer: 02 2006116
New Holland verkiest
-smeermiddelen
btsadv.com
FR9000 DE WINNENDE TECHNOLOGIE!