LAKSTEMPELS
Norbert Biezen Lakstempels in de oudheid; verschillende culturen Lakstempels1 worden al eeuwenlang in vele culturen gebruikt. Zij worden gebruikt om in een weke of tijdelijk week gemaakte materie, die na gebruik snel verhardt, een impressie aan te brengen. In het oude Egypte kende men de scarabeeën, in Mesopotanië de rolstempels. Ook in China, in de vroege cultuur van Colombia en in de wereld van de Islam waren lakstempels in gebruik. Via de Grieks-Romeinse cultuur kwam het lakstempel als fenomeen ook naar de westerse wereld. In de Italiaanse stad La Spezia bevindt zich het Museo del Sigillo, waarin de collectie Capellini is ondergebracht. Dit is de grootste lakstempelverzameling ter wereld, die door het echtpaar Lilian en Euro Capellini in de loop van vele jaren is bijeengebracht. Deze collectie herbergt stempels van alle culturen en van alle tijden2. In de oudheid waren deze stempels en hun afdrukken vaak verbonden met magische en mysterieuze krachten. In de Grieks-Romeinse tijd en vooral in en na de middeleeuwen beginnen lakstempels in toenemende mate een rol te spelen in het rechtsverkeer. Het waren aanvankelijk vooral de kerkelijke en wereldlijke overheden die zich er van bedienden.
Lakstempels in de Middeleeuwen In een tijd dat slechts weinig mensen in staat waren door het plaatsen van een handtekening de echtheid van een document te garanderen boden lakstempelafdrukken de mogelijkheid voor autorisatie en verificatie van de echtheid. Verder bood een stempelafdruk – bij het ontbreken van enveloppen – de mogelijkheid vertrouwelijke brieven ontoegankelijk te maken voor onbevoegden. Door middel van afdrukken in gepigmenteerde bijenwas of later in zegellak kon voor iedereen duidelijk worden gemaakt van wie een document afkomstig was en welke personen bij de totstandkoming ervan betrokken waren. De afdrukken werden rechtstreeks op de documenten aangebracht, of op perkamenten linten, die met het te verifiëren document verbonden waren. In kringen van hooggeplaatsten kende men de functie van zegelbewaarder. Hij was degene die de macht had namens zijn opdrachtgever documenten te 15
Lakstempel (A) met wapen (Versélewel de Witt) Hamer, ca. 17e/18e eeuw
autoriseren en had daardoor een grote macht. In de middeleeuwen werd - net als in de Romeinse tijd - voor het zegelen soms een zegelring gebruikt, maar ook wel een cachet, een stempelschijf waaraan een vaste handgreep3 of een ring was bevestigd. Dergelijke stempels waren doorgaans gemaakt van eenvoudige, goedkope materialen als ijzer, brons of messing. De meeste zijn later omgesmolten, maar bij bodemvondsten (beerputten) komen er nog wel eens te voorschijn. Meestal zijn de afbeeldingen enigermate door grondzuren aangetast. Vaak zijn middeleeuwse lakstempels om misbruik te voorkomen - na de dood van hun eigenaar onbruikbaar gemaakt. Op de stempelplaat van stempels uit die eeuwen vindt men meestal afbeeldingen van heiligen of andere Christelijke symbolen; soms vindt men de afbeelding van een gebouw (b.v. een kerk of een klooster) of een stadssilhouet. Ook komen eenvoudige afbeeldingen voor van dieren, gebruiksvoorwerpen of handmerken, al dan niet in de vorm van een schildstructuur 4. Dankzij het feit dat aan de afbeeldingen vaak randschriften werden toegevoegd is het mogelijk van middeleeuwse stempels informatie te vinden omtrent hun gebruiker en om ze te dateren. In het Noord-Brabants Museum te ‘s-Hertogenbosch bevinden zich verschillende interessante middeleeuwse lakstempels en zegelafdrukken van Bossche schepenen5.
Lakstempels in de moderne tijd Hiermee worden gewoonlijk stempels aangeduid uit de periode na 1500. In het begin van de zestiende eeuw (rond het jaar 1531) komen voor het eerst lakstempels voor op schilderijen, o.a. van Hans Holbein. Lakstempels worden daarbij afgebeeld als onderdeel van de kantoorinventaris van de zakenman. Zij hebben de vorm zoals wij die heden ten dage kennen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen bureaustempels en lakstempels die worden gebruikt als onderdeel van de kleding of persoonlijke uitrusting. De bureaustempels zijn gewoonlijk tussen de 5 en de 10 cm hoog. In hun eenvoudigste vorm bestaan ze uit een houten handgreep en een metalen (messing of ijzer) stempelvoet. Soms zijn deze beide met elkaar verbonden door middel van een metalen bus. Tot in onze tijd worden dergelijke stempels vervaardigd o.a. ten behoeve van bepaalde beroepen: notarissen, bankemployees, postbeambten etc. Zij vertonen onderling verschillen in waarde door de gekozen houtsoort, de aangebrachte versiering, de samenstelling 16
Lakstempel (B) met wapen (Versélewel de Witt) Hamer, 17e eeuw
van de metalen stempelvoet en door de aangebrachte detaillering in de wapenafbeelding of het monogram. In de achttiende en de negentiende eeuw komen voor gebruik in de herenkamer of in het damesboudoir lakstempels in zwang die vervaardigd zijn van dure materialen, zoals zilver, goud, parelmoer, ivoor en (half)edelstenen. Voorzover houten handgrepen nog worden toegepast, worden deze kunstzinnig bewerkt. Voor het ontwerpen worden kunstenaars van naam en faam6 ingeschakeld. Zowel de handgreep als de afbeelding op de stempelvoet volgt de mode van het moment, al wordt er ook – vooral aan het einde van de negentiende eeuw, de periode van de neostijlen – wel teruggegrepen op vroegere stijlkenmerken. De stempelvlakken worden voorzien van een familiewapen, initialen (vaak in de vorm van een monogram), portretten, symbolische voorstellingen (al dan niet ontleend aan het familiewapen)7, intaglio’s8 etc. Daarnaast waren er sinds de zeventiende eeuw lakstempels in gebruik, die de eigenaar in zijn kleding of als onderdeel van zijn persoonlijke uitrusting bij zich droeg. Het gaat daarbij om knipkokers, châtelaines, horlogekettingen, pijpenkrabbers, wandelstokken, naaldenkokers etc. Het gebruik van dergelijke zaken in combinatie met een familiewapen was vaak een statussymbool. Daarom waren zij meestal ook vervaardigd van goud of zilver en voorzien van edelstenen. Agaat, kornalijn, onyx en chalcedon waren daarbij favoriet. Het zijn soms prachtige stukjes edelsmeedkunst. Ook hier werden naast initialen en monogrammen ook en vooral familiewapens toegepast. Niet altijd werd er zorgvuldig omgesprongen met de details van het familiewapen. Er zijn signetten bekend waarvan met zekerheid kan worden vastgesteld dat zij gespiegeld zijn afgebeeld. Andere geven de kleuren en metalen onjuist weer. Kennelijk was het bezit van een signet belangrijker dan de juistheid van de gebruikte voorstelling. Ergens in de 18e eeuw komen ook zegelringen weer in gebruik, waarbij de facto wordt teruggegrepen op de traditie van het Romeinse Rijk. Zegelringen hebben hun positie tot in de tegenwoordige tijd gehandhaafd.
Drie lakstempels van het geslacht Versélewel de Witt Hamer In het bezit van de familie Versélewel de Witt Hamer bevindt zich een drietal interessante lakstempels. Hieronder zal worden geprobeerd deze stempels te dateren of – bij voorkeur – aan te geven wie de oorspronkelijke eigenaar 17
geweest zou kunnen zijn. Als er – zoals in dit geval – geen informatie bestaat omtrent de periode waarin de stempels werden vervaardigd (b.v. goud of zilverkeuren, meestertekens, etc) dan is het dateren geen eenvoudige zaak. Dat wordt veroorzaakt doordat stempelsnijders in het kader van hun praktijkopleiding kennis namen van werkwijzen in andere landen, maar ook doordat in de tweede helft van de negentiende eeuw stijlimitatie hoogtij vierde hetgeen resulteerde in een veelheid van niet altijd gemakkelijk te herkennen neostijlen. Er moet dus bij de hieronder gegeven poging tot datering het nodige voorbehoud gemaakt worden. Het is een kwestie van bevestiging van vermoedens, analyseren, vergelijking met wél gedateerde objecten etc. De drie stempels De Witt Hamer hebben een houten handgreep en een messing voet en zouden dus kunnen worden gezien als tamelijk alledaags. Twee van hen (met de lichte kleur, hierna aangeduid met de letters A en B) lijken machinaal te zijn gedraaid uit een lokale houtsoort (linde?). Toch vertonen zij kenmerken, die hen bijzonder maken. Daarbij valt bij stempel A het ribbelpatroon op dat zich vlak boven de stempelvoet bevindt. Een dergelijk patroon is zeker niet gebruikelijk bij dit soort stempels. Ook de rillen op het ‘buikje’ van stempel B zijn bijzonder. Beide bewerkingen geven aan dat er veel zorg is besteed aan de vervaardiging hetgeen meestal duidt ook op een relatief hoge ouderdom. Zij zouden kunnen stammen uit de tweede helft van de 17e eeuw 9 . Stempel C is van een donkerder houtsoort of heeft door bewerking een donkerbruine kleur gekregen. Qua model gelijkt C sterk op stempel B. Mogelijk zou het ene stempel model hebben gestaan bij de vervaardiging van het andere.
Lakstempels met wapen (Versélewel de Witt) Hamer, 17e/18e eeuw
18
Voor het vaststellen van de ouderdom van een lakstempel is de afbeelding op de stempelvoet gewoonlijk belangrijker dan de versiering van de handgreep. De toegepaste schildvorm van de drie stempels was in de 17e en in de 18e eeuw in de Duitse landen zeer gebruikelijk10. Deze vorm lijkt – hoewel er onderlinge verschillen zijn – geïnspireerd op de schildvorm van de wapentekening uit 1601 (zie hierna). Vermoedelijk is stempel B op grond van de wat weelderiger versiering van iets later datum dan stempel A . Zowel stempel A als B kunnen op grond van de schildvorm afkomstig zijn uit het begin van de 17e eeuw (stempel B wellicht ook 18e eeuw). De stempelvoet van stempel C lijkt een wat vrijere interpretatie te zijn van het oorspronkelijke familiewapen. Op het schild blijkt de kleuraanduiding achterwege te zijn gebleven. Van de palen op het bovenste deel van het schild
Familiewapen (Versélewel de Witt) Hamer zoals afgebeeld op het adelsdiploma van Abraham Hamer (1601)
zijn slechts de contouren weergegeven terwijl het onderste gedeelte is omzoomd. Tenslotte vertoont stempel C, in tegenstelling tot de stempels A en B, een aanziende helm. Op grond van deze verschillen kan vermoed worden dat stempel C een imitatie zou kunnen zijn van later datum; het zou b.v. kunnen stammen uit het midden van de 19e eeuw. 19
Over de weergave van het wapen ‘(de Witt) Hamer’ is rond het einde van de 16e eeuw nogal wat onduidelijkheid geweest, waarbij fouten zijn gemaakt . Het aanvankelijk door Keizer Maximiliaan I aan Abraham Hamer verleende wapendiploma d.d. 15 september 1518 onderging een verbetering onder keizer Rudolf II met een diploma d.d. 18 oktober 1601. De afbeelding uit 1518 toont een steekhelm met wrong, terwijl de afbeelding uit 1601 een gekroonde, halfaanziende toernooihelm laat zien. Daarnaast toont het bovenste gedeelte van het schild uit 1518 een zilveren veld met 2 rode palen, terwijl op de wapentekening uit 1601 2 zilveren palen op een rood veld voorkomen. De drie beschouwde lakstempels vertonen een gekroonde toernooihelm, ergo: zij lijken afkomstig uit de periode na 1601. Om onverklaarbare redenen vertoont het bovenste deel van het schild van wapen A een viertal palen en het bovenste deel van wapen B zelfs 5. Volgens de wapenbeschrijving Hamer in Nederland’s Patriciaat van 1947 zouden de zilveren palen ‘blauw omzoomd’ zijn. Wellicht zijn deze ‘zomen’ een eigen leven gaan leiden en zijn zij als afzonderlijke palen herkenbaar in het bovenste gedeelte van het wapen van de beschreven lakstempels opgenomen. Al met al levert dit Lakstempel (C) met wapen (Versélewel de Witt) geen nieuwe informatie op voor de datering van de beide stempels. Hamer, midden 19e eeuw
20
Zolang geen verdere informatie ter beschikking staat (b.v. in de vorm van stempelafdrukken op een of andere akte) kunnen op grond van de genealogische informatie drie leden van de familie De Witt Hamer in aanmerking komen als mogelijk oorspronkelijk eigenaar van een van de lakstempels A en/of B. Dat zijn de hierboven reeds genoemde Abraham (1568 – 1641), diens zoon Ds. Hendrik (1594 – 1653), die predikant was te ’s-Gravendeel of diens zoon Petrus (1646 – 1716), predikant te Numansdorp. Zij behoren tot de generaties III, IV en V van het geslacht Hamer Lakstempel C zou mogelijk afkomstig kunnen zijn uit de nalatenschap van een van de leden van de negende (mogelijk ook de tiende) generatie van de familie (Versélewel) de Witt Hamer. Daarvoor zouden dan in aanmerking komen de gebroeders: de advocaat en rechter Mr. Cornelis de Witt Hamer (1813 – 1875), de apotheker Philippus Mattheus de Witt Hamer (1819 – 1848) of de geneesheer Dr. Boudewijn Versélewel de Witt Hamer (1821 – 1877). Van deze laatste werden verschillende nakomelingen (onder wie de probant) bij KB van 1 juli 1982 (nr. 183) ingelijfd in de Nederlandse adel.
In dit artikel zal het woord ‘lakstempel’ worden gereserveerd voor het instrument waarmee een stempelafdruk kan worden vervaardigd. Afhankelijk van de situatie zullen hiervoor ook de aanduiding ‘cachet’, ‘signet’ of ‘breloque’ worden gebruikt. De benaming ‘lakstempel’ wordt in het spraakgebruik ook wel gebruikt voor de afdruk of de zegeling; in dit artikel zal hiervoor de aanduiding ‘stempelafdruk’ worden gebruikt. 2 Zie Les Sceaux, Empreintes du Pouvoir (vertaald uit het Italiaans door Maria Laura Bardinet Broso). Het boek is in maart 2001 uitgegeven door Editions Langlaude in het kader van de ‘Bibliothèque de l’Image’. Het boek bevat – naast een veelheid van afbeeldingen – een aantal artikelen van vooraanstaande Italiaanse specialisten op het gebied van archeologie en cultuurhistorie. 3 De handgreep was vaak voorzien van een oog of een driepasoog zodat het stempel ook aan een koord kon worden gedragen. 4 Zie H. Hendrikse, Zegelstempels en Zegelringen uit Zeeuwse bodem, Uitgeverij Arpilis – Zaltbommel 2003. 5 Zie hiervoor o.a. Mr. G.J.J. van Wimersma Greidanus “Kwartieren Greidanus-Jaeger in Stamreeksen” in 1994 als deel XII uitgegeven in de reeks ‘Werken uitgegeven door het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde’. In dit boek zijn verschillende afbeeldingen opgenomen van deze stempels en afdrukken visueel weergegeven. 6 Bij de ontwerpers treft men namen aan als Fabergé, Bulgari, Perron, Bosio, Caron, Lalique(glas) 7 Deze populair in Engeland, waar men de crest gebruikt, het helmteken met daarbij de wapenspreuk en soms de initialen van de drager. 8 Zowel bij een camee als bij een intaglio wordt een portret aangebracht. Bij een camee wordt daarvoor de achtergrond van het portret weggesneden; bij de intaglio wordt de voorstelling zelf weggesneden zodat het portret in lak kan worden afgedrukt. 9 Het dateren van lakstempels is vaak een hachelijke zaak. Dat wordt o.a. veroorzaakt door het feit dat de vaklieden niet altijd op de hoogte waren van de laatste ontwikkelingen op het gebied van stijlen, maar ook doordat er vaak bewust werd teruggegrepen op stijlen en technieken uit vroeger tijden. 10 Zie o.a. Johann Siebmachers Wappenbuch von 1605, herausgegeben von Horst Appuhn, Harenberg Dortmund 1988. 1
Achtergrond illustratie: lakstempel C
Afdruk lakstempel A
21