'Laat kinderen ook zelf kunst maken'
Leren van duurzame verandering
'Laat kinderen ook zelf kunst maken' Amsterdam - Amsterdam Kunsteducatie in Nederland richt zich te weinig op het zélf maken van kunst. Wat onderwijsinstellingen precies doen aan cultuureducatie wordt door niemand gecontroleerd. Het zijn twee conclusies van Anne Bamford, die in opdracht van het ministerie van OCW een onderzoek deed naar kunstonderwijs in Nederland. Haar rapport wordt vanmiddag gepresenteerd aan minister Plasterk. Bamford is verbonden aan de Wimbledon School of Arts in Londen. Eerder deed ze voor Unesco een wereldwijd onderzoek naar cultuureducatie. Het afgelopen jaar sprak zij met 170 schooldirecteuren, leraren, docenten in opleiding en medewerkers van kunstinstellingen over de effectiviteit van het Nederlands systeem. Wat viel u op aan het kunstonderwijs in Nederland? 'Allereerst: de verschillen zijn hier erg groot. Scholen die maar twee kilometer uit elkaar liggen, kunnen al een compleet ander programma hebben. Veel hangt af van de schooldirecteur en diens passie voor de kunst. Nederland kent in vergelijking met andere landen wel een efficiënt netwerk van coördinatoren bij gemeenten, kunstinstellingen en op de scholen zelf. Geld is ook niet het probleem. Voor leerlingen van de basisschool is er jaarlijks ruim 10 euro beschikbaar en de bonnen die middelbare scholieren krijgen voor het vak Kunstzinnige en Culturele Vorming (CKV) functioneren ook prima. Maar de nadruk ligt te vaak op 'cultuur' en te weinig op 'kunst maken'.' Hoe bedoelt u dat? 'Het onderwijs is hier erg gericht op het bezoeken van een theatervoorstelling, museum of concert. Daardoor is het zelf creëren, bijvoorbeeld acteren in een toneelstuk, ondergesneeuwd geraakt. Dat is een onbedoeld effect van de CKV-bonnen, die leerlingen zelf mogen uitgeven. Het ligt voor de hand dat ze die besteden aan het bezoeken van cultuur. Als alternatief voor de bonnen zou de overheid het geld aan de school kunnen geven in plaats van aan de leerling, om daarvan een toneelstuk te maken of een kunstenaar te laten werken met de leerlingen. Maar daar zit een risico aan: niet elk schoolbestuur heeft kunst hoog op de agenda staan. Dan bestaat de kans dat het geld aan iets anders wordt besteed.'
Waarom is kunstonderwijs zo belangrijk? 'Het interessante is dat daar in elk land andere argumenten voor worden gegeven. In Azië investeert men in kunstonderwijs omdat het innovatief denken bevordert en dus goed is voor de economie. In Europa ligt de nadruk meer op het belang voor individuele ontwikkeling en het ontwikkelen van creativiteit. En op het overdragen van erfgoed op jongere generaties. Die laatste argumenten worden ook in Nederland het meest genoemd. Ik denk niet dat het belang van kunstonderwijs hier ter discussie staat; iedereen die ik heb gesproken, zei het belangrijk te vinden. Het is alleen nog een verschil tussen erover praten en er ook naar handelen.' Waar ontbreekt het nog aan dan? 'Aan continuïteit en reflectie. Er worden als het ware veel stippen gezet, nu moeten die nog door lijnen met elkaar worden verbonden. Uit mijn onderzoek blijkt dat scholen die een langdurige samenwerking met een museum of theater zijn aangegaan, tevredener zijn over het resultaat dan scholen die kinderen het ene jaar meenemen naar toneel en het volgende jaar naar een expositie. Continuïteit is belangrijk, ook op de verschillende niveaus. Juist op havo en vwo wordt in Nederland de meeste tijd aan cultuur besteed, terwijl je mag aannemen dat op de vmbo's meer leerlingen zijn die van huis uit geen kunst meekrijgen. Het zou goed zijn om dat gelijk te trekken. Vmbo'ers gaan later vaak met hun handen werken en juist voor hen is het belangrijk creativiteit te ontwikkelen.' Wat gaat u de minister adviseren? 'De aanbevelingen uit mijn rapport mag ik nog niet prijsgeven, maar het beleid hoeft niet drastisch anders. Juist omdat scholen zo autonoom zijn, gaat het er om hoe zij invulling geven aan dat beleid. Daar zou beter toezicht op gehouden kunnen worden, want wat scholen precies doen aan kunsteducatie, controleert ook de onderwijsinspectie niet. Dat verbaasde mij. Het zou al bevorderlijk zijn als er iemand naar zou vragen.'
Van onze verslaggeefster Anneke Stoffelen gepubliceerd op 14 november 2007 16:25 Volkskrant
Dit artikel is uit het hart gegrepen als het gaat om het stimuleren en onderbouwen van aantrekkelijk onderwijs en leerlingenparticipatie. De gemeente en/of de onderwijsinstelling kunnen in dit kader de eerste stap zetten naar preventie Voortijdig schoolverlaten. In plaats van een ‘conferentie’ kunnen andere werkvormen ingezet worden om de leerlingen te stimuleren en te activeren. Live-kunst. Op alle scholen een dag lang 'live' kunst maken, waarbij leerlingen aan mee kunnen doen. Het moet wel echt een verrassing zijn. (ze mogen niet eens weten dat er 'iets' gaat gebeuren). Muurschildering. Je spreekt met de schoolleiding af dat een bepaalde muur geschilderd mag worden. Je begint 's ochtends (leerlingen zien je al als ze op school komen) en een leerling die mee wil doen krijgt ook een kwast en mag lekker mee schilderen. (ontmoeten, boeien, samen leren, praten over en een schilderij als aandenken). Dansclip. Je gaat een dansclip maken en iedereen die mee wil doen mag meedoen. Onder de regie van bijvoorbeeld de danser. (van het beeldmateriaal dat eruit komt kan een leuk filmpje voor de school gemaakt worden dat ze weer kunnen gebruiken voor andere activiteiten). Fotoreportage. Laat een fotograaf door de school lopen en foto's maken. Leerlingen kunnen op de foto, maar er zijn ook een paar andere fototoestellen en zo kunnen ze bijvoorbeeld ook uitgedaagd worden. Het Biechthokje. Een biechthokje maken waar leerlingen een videoboodschap in mogen spreken. De leerling moet nadenken over een pakkende tekst en de leerling denkt na over de vorm: een boodschap, raptekst, gedicht, wens, betoog, brandende vraag/ hartenkreet...enz. In het kader van het VSV beleid wordt naar school gaan opeens even een hele andere belevenis is.
Contact: Rodin groep Koningin Julianastraat 34 2631 BM Nootdorp
[email protected] www.rodin-groep.com