Handleiding
Dank u voor de aanschaf van het HT One Gmate™-systeem. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u gaat testen om correct gebruik te garanderen. Houd deze handleiding bij de hand zodat u deze later kunt raadplegen. mmol/L meter
Inhoud Het HT One Gmate™-systeem is gemakkelijk mee te nemen en kan op elk gewenst moment worden gebruikt voor het meten van de glucoseconcentratie in volbloed. Het is ook zeer eenvoudig, gebruiksvriendelijk en betrouwbaar. De HT One Gmate™ WHeeL-meter beschikt bovendien over automatische codering zodat u zich daarover geen zorgen hoeft te maken. Het systeem mag uitsluitend worden gebruikt voor het testen van glucose en uitsluitend met verse, capillaire volbloedmonsters. Het systeem is bedoeld als zelftest en kan zowel thuis als in een klinische omgeving worden gebruikt. Het mag niet worden gebruikt voor de diagnose van diabetes of voor het testen van pasgeborenen. Functies
1
2
3 4
5
6
De HT One Gmate™ WHeeL-meter heeft een scrollwieltje om een gebruikte teststrip op een eenvoudige manier uit te werpen. Dankzij de kleine omvang en het stijlvolle en gebruiksvriendelijke ontwerp kunt u de meter overal meenemen. Alle informatie kan op verschillende manieren worden weergegeven. Met slechts een klein monstervolume (0,5 µl) verschijnt het resultaat binnen 5 seconden. De glucosemeting in volbloed kan ook op alternatieve prikplaatsen worden uitgevoerd (AST = alternate site testing). Zodra de teststrip is ingevoerd, wordt de glucoseconcentratie gemeten zonder verandering van het codenummer of gebruik van een codechip.
Over het HT One Gmate™-systeem Voordat u start Naam en functie van de onderdelen Waarschuwingen Verkrijgen van de bloeddruppel Over alternatieve prikplaatsen (AST) Testen van uw bloedglucose Met controlevloeistof testen Bekijken van de resultaten Instellen van de meter Vervangen van de batterij Foutmeldingen Probleemoplossing Prestatiekenmerken Onderhoud van uw systeem Specificaties
4 5 7 10 13 16 18 22 25 28 32 33 35 36 38 40
Over het HT One Gmate™-systeem
Voordat u start
Het HT One Gmate™-systeem bestaat uit:
Symbolen
1. HT One Gmate™ WHeeL-Meter 2. Draagtas 3. Lancetapparaat 4. Lithiumbatterij (CR2032) 5. HT One Gmate™bloedglucoseteststrips 6. Lancetten De documenten die samen met uw systeem zijn geleverd, bestaan uit deze HANDLEIDING en een SNELSTARTGIDS. Indien er iets ontbreekt, dient u contact op te nemen met uw lokale distributeur.
4
Let op, zie de gebruiksaanwijzing
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
Uitsluitend eenmalig gebruik
Biologische risico’s
Vervaldatum
Bevat voldoende voor
tests
Serienummer
Gelijkstroom
Partijnummer
Afval gescheiden houden van ander huishoudelijk afval
Medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek Producent Gemachtigde Symbool voor temperatuurbegrenzing
5
Voordat u start
Naam en functie van de onderdelen
Gebruiksdoel Het HT One Gmate™-systeem is bedoeld als zelftest voor het meten van de glucoseconcentratie in vers volbloed. Het HT One Gmate™-systeem is bestemd voor uitwendig gebruik (in-vitrodiagnostiek) waarbij bloed wordt verkregen uit de vingertop, de onderarm, de bovenarm, de hand, de dij of de kuit. Testprincipe Het HT One Gmate™-systeem is gebaseerd op meting van een kleine elektrische stroom die ontstaat doordat de glucose in het bloedmonster reageert met de reagens in de teststrip. De sterkte van deze stroom is evenredig aan de glucoseconcentratie in het bloedmonster. De glucoseconcentratie in het monster wordt berekend op basis van de elektrische stroom en weergegeven op de meter.
Meterscherm Hier kunt u uw testresultaten en overige informatie aflezen. Knoppen Deze knoppen worden gebruikt om de opgeslagen resultaten op te roepen en de parameters aan te passen in de instelmodus. U kunt de meter uitschakelen door gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ te drukken.
Vooraanzicht
Instellen van de tijd en de datum Uw HT One Gmate™ WHeeL-meter wordt geleverd met vooraf ingestelde tijd, datum, jaar en meeteenheid. Voordat u de meter voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij van de meter vervangt, dient u de tijd en datum te controleren en in te stellen. Als u uw meter bij het eerste gebruik of na het vervangen van de batterij niet instelt, hoort u 3 piepsignalen bij het invoeren van een teststrip.
Teststrippoort Hier wordt het uiteinde van een HT One Gmate™-teststrip ingevoerd. De meter wordt ingeschakeld zodra u de teststrip invoert. Elektroden Het uiteinde van de teststrip wordt in de teststrippoort van de meter ingevoerd met de elektrode naar boven.
Zie pagina 28 (Instellen van de meter) om te controleren of de door u gewenste instellingen zijn opgeslagen. HT One Gmate™-teststrip
6
Scrollwieltje Dit wieltje wordt gebruikt om gebruikte teststrips te verwijderen. Door hieraan te draaien, wordt de gebruikte teststrip uitgeworpen.
Opnamepunt Het uiteinde van de teststrip waarin de bloeddruppel wordt opgezogen. 7
Naam en functie van de onderdelen
Gegevenspoort Deze is bedoeld voor het overdragen van de testresultaten naar de computer (de kabel moet apart worden aangeschaft).
Naam en functie van de onderdelen
C
AvgMemSet
1. 2. 3.
am pm
mmol/L mg/dL
Meterscherm
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Geeft het codenummer van de teststrip aan. Geeft de modus van de meter aan. Waarschuwt als de batterij bijna leeg is of moet worden vervangen. Laat testresultaten en meldingen zien. Laat de strip en het monster zien. Geeft aan dat de temperatuur te hoog of te laag is. Laat de ingestelde eenheden zien. Laat de ingestelde tijd zien. Geeft aan dat een alarm is ingesteld. Geeft datum en jaar aan.
Zijaanzicht
Batterijklep Verwijder de klep om batterijen te vervangen.
Doorzichtige AST-dop
* De doorzichtige AST-dop is een optioneel accessoire. Neem contact op met uw lokale distributeur.
Lancetuitwerper
Instelbare dop
Lancethouder
Spanknop
Ontspanknop
Lancetapparaat
8
Achteraanzicht
9
Waarschuwingen
Waarschuwingen
Waarschuwingen bij gebruik van het systeem
Waarschuwingen bij gebruik van de meter
•
•
•
•
•
• •
•
10
Het HT One Gmate™-systeem is uitsluitend bedoeld voor uitwendig gebruik (in-vitrodiagnostiek). Het HT One Gmate™-systeem wordt uitsluitend gebruikt voor het meten van vers, capillair volbloed. De HT One Gmate™ WHeeL-meter mag uitsluitend worden gebruikt met HT One Gmate™-teststrips en HT One Gmate™controlevloeistof. Gebruik het HT One Gmate™-systeem niet voor de diagnose van diabetes, voor het testen van pasgeborenen of het testen van arterieel bloed. Het HT One Gmate™-systeem bevat kleine onderdelen die verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Controleer de verpakking voordat u met de meting begint. Lees de handleiding en de bij de teststrip ingesloten informatie zorgvuldig door voordat u begint met testen. Neem geen belangrijke besluiten van medische aard zonder uw huisarts te raadplegen en/of een passende opleiding te hebben gevolgd.
•
• • •
• • •
•
Bewaar de meter buiten het bereik van jonge kinderen. Als een jong kind een batterij of een batterijklep inslikt, dient u direct een arts te raadplegen. Gooi de batterij niet in het vuur. De meter niet uit elkaar halen of veranderen. Stel de meter niet bloot aan hevige schokken, laat de meter niet vallen en ga er niet op staan. De meter is niet waterdicht. Was de meter niet en raak deze niet aan met natte handen. Maak de meter niet schoon met verdunningsmiddel of schuurmiddelen. Stel de meter niet bloot aan hoge temperatuur, hoge vochtigheid, regen en/of stof tijdens gebruik of opslag van de meter. Voer geen test uit direct na verplaatsing van de meter; de meter dient zich eerst aan te passen aan de nieuwe temperatuur. Wacht 20 minuten voordat u gaat testen.
11
Waarschuwingen
Waarschuwingen voor gebruik van de teststrip
• • •
• • •
•
• • •
•
•
12
Bewaar de teststrip op een koele en droge plaats (tussen 2 en 32 °C). Stel de strips niet bloot aan direct zonlicht of hitte. Doe het deksel van de flacon onmiddellijk en stevig dicht zodra u er een teststrip hebt uitgehaald. Als het deksel te lang open staat, kan dit leiden tot onnauwkeurige resultaten. Laat het bloed niet rechtstreeks op het oppervlak van de teststrip vallen. Duw de teststrip niet tegen uw vinger. Dit kan ertoe leiden dat het bloed niet goed wordt opgenomen. Gebruik geen teststrip die er beschadigd uitziet of al gebruikt is. Teststrips zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. Bewaar de teststrips in de originele flacon. Gebruik een teststrip die u uit de flacon hebt gehaald, altijd binnen drie minuten. Gebruik de teststrips altijd binnen 3 maanden (90 dagen) nadat u de flacon voor de eerste keer hebt geopend. Met schone, droge handen mag u de teststrip overal aanraken wanneer u deze uit de flacon haalt of in de meter invoert. Buig, knip of verander de teststrips niet.
Verkrijgen van de bloeddruppel
STAP 1 Was uw handen zorgvuldig met warm water om de bloedcirculatie in uw vingers te verbeteren. Droog uw handen goed af totdat de vinger waarin u gaat prikken volledig droog is.
STAP 2 Draai de dop van het lancetapparaat door deze linksom te draaien terwijl u het apparaat stevig vasthoudt.
13
Verkrijgen van de bloeddruppel
STAP 3 Terwijl u de lancethouder vasthoudt, plaatst u een nieuw steriel lancet in de onderkant van de lancethouder.
STAP 7 Door aan de dop van het lancetapparaat te draaien, kunt u de gewenste prikdiepte instellen. 1-2 voor zachte of dunne huid, 3 voor gemiddelde huid, 4-5 voor dikke of eeltige huid.
STAP 4 Draai het beschermdopje van het lancet.
STAP 8 Plaats het lancetapparaat in de goede positie. Duw het lanceerapparaat stevig tegen de vinger, waarbij de dop op de vinger rust. (Hoe harder u drukt, hoe dieper u prikt). Druk op de ontspanknop om een monster te nemen.
STAP 5 Plaats de dop van het lancetapparaat terug en draai deze rechtsom.
STAP 6 Houd het apparaat stevig vast in één hand en trek met de andere hand de spanknop naar achteren. Hierdoor spant u het lancetapparaat.
14
Verkrijgen van de bloeddruppel
Let op: Om het risico op infectie te verkleinen: • Was de prikplaats met water en zeep voordat u een monster neemt. • Een lancet of lancetapparaat mag niet door meer dan één persoon worden gebruikt. • Gebruik altijd een nieuw lancet – lancetten zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. • Houd uw meter en lancetapparaat schoon.
15
Over alternatieve prikplaatsen (AST)
Bovenarm Onderarm Hand Vingertop Dij Kuit
Met de HT One Gmate™ WHeeL-meter kunt u ook een bloedmonster nemen uit uw bovenarm, onderarm, hand, dij of kuit. Het verkrijgen van een bloeddruppel uit deze ‘alternatieve prikplaatsen’ is wellicht minder pijnlijk dan een monster uit uw vingertop. In nevenstaande afbeelding ziet u de locaties waar u kunt testen met het HT One Gmate™-systeem. Vermijd moedervlekken, aderen, botten en pezen. Raadpleeg uw zorgprofessional voordat u kiest voor een alternatieve prikplaats.
Als u op een andere plek dan de vingertoppen wilt prikken, neem dan contact op met de Klantenservice van GD Medical Pharma (e-mail: [email protected] of telefonisch: 0497-384836). Wij sturen u dan per post een AST dop toe die past op uw HT One Prikapparaat. 16
Over alternatieve prikplaatsen (AST)
Let op: Gebruik geen alternatieve prikplaatsen: • als u denkt dat uw bloedglucosewaarde snel verandert, zoals binnen twee uur na lichamelijke inspanning, een injectie met snelwerkende insuline of een insulinepompbolus of binnen twee uur na een maaltijd; • als u test voor hypoglykemie (lage bloedglucose) of als u lijdt aan onbewuste hypoglykemie. Het verkrijgen van een bloedmonster uit alternatieve prikplaatsen verloopt anders dan een monster uit uw vingertop.
Na het invoeren van een nieuw steriel lancet in de onderkant van de lancethouder, zet u de doorzichtige AST-dop op het lancetapparaat. De AST dop is niet standaard bijgevoegd. Deze dient u te bestellen. Zie pagina 16.
Plaats het lancetapparaat op de huid van de gekozen locatie, druk en houd het lancetapparaat een paar seconden vast. Druk vervolgens op de ontspanknop om een monster te nemen. Controleer via de doorzichtige dop of voldoende bloed is afgenomen. Als dit niet het geval is, masseert u de prikplaats voorzichtig totdat u voldoende bloed hebt verzameld. 17
Testen van uw bloedglucose
STAP 1 Houd de teststrip met het uiteinde met de elektrode naar boven. Voer het uiteinde met de elektrode in de teststrippoort van de meter. Voer de nieuwe teststrip in de meter totdat deze stopt. De meter wordt ingeschakeld. STAP 2 De tijd en datum verschijnen kort op het scherm. Vervolgens worden het codenummer en het teststripsymbool weergegeven. Er verschijnt een teststripsymbool dat zich vult met bloed, om u te laten weten dat de meter klaar is voor de test.
Testen van uw bloedglucose
STAP 4 Breng het opnamepunt van de teststrip in contact met de bloeddruppel. Houd vast totdat de meter piept. Het bloed wordt automatisch in de teststrip gezogen. Belangrijk: De omvang van het bloedmonster moet minimaal 0,5 microliter zijn (werkelijke grootte” “).
STAP 5 Nu ziet u de meter 5 seconden aftellen. STAP 3 Controleer of het op het scherm weergegeven codenummer overeenkomt met het codenummer dat staat vermeld op de flacon van de teststrips. Als het codenummer op het scherm verschilt van het codenummer dat staat vermeld op de teststripflacon, probeert u een nieuwe strip in te voeren. 18
STAP 6 Als de piepsignalen klinken, is het testresultaat beschikbaar. Het resultaat van uw bloedglucosetest verschijnt op het scherm. 19
Testen van uw bloedglucose
Let op: • Als uw testresultaat hoger is dan 600 mg/dl (33,3 mmol/L), wordt “HI” weergegeven op het scherm. • Als uw testresultaat lager is dan 10 mg/dl (0,6 mmol/L), wordt “Lo” weergegeven op het scherm.
STAP 7 Draai aan het uitwerpwieltje om de gebruikte strip uit te werpen. Het testresultaat wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Belangrijk: De meter wordt automatisch uitgeschakeld als deze 1 minuut lang niet wordt gebruikt. In dat geval zijn de testresultaten nog steeds in het geheugen opgeslagen.
Testen van uw bloedglucose
Onverwachte resultaten Als uw testresultaat lager is dan 50 mg/dL (2,8 mmol/L), hoger is dan 250 mg/dL (13,9 mmol/L), of als u “Lo” of “HI” op het meterscherm ziet, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw (huis)arts of zorgprofessional. Als u onverwachte resultaten blijft krijgen, controleert u uw systeem met controlevloeistof. Zie Met controlevloeistof testen (pagina 22). Verwachte resultaten Bloedglucosewaarden variëren afhankelijk van voedselinname, geneesmiddelendosering, gezondheid, stress of lichamelijke inspanning. Vraag uw zorgprofessional naar de voor u verwachte waarde. Verwachte bloedglucosewaarden voor niet-zwangeren zonder diabetes: • Nuchter: lager dan 100 mg/dL (5,6 mmol/L) • 2 uur na de maaltijd: lager dan 140 mg/dL (7,8 mmol/L)
Let op: Gebruikte teststrips en lancetten worden in uw omgeving mogelijk beschouwd als biologisch gevaarlijk afval. Volg de plaatselijke voorschriften voor de juiste afvalverwerking. 20
21
Met controlevloeistof testen
De HT One Gmate™-controlevloeistof bevat een specifieke hoeveelheid glucose en wordt gebruikt om te controleren of de meter en de teststrips goed werken. Controlevloeistof is afzonderlijk verkrijgbaar. Voer een test uit met de controlevloeistof: • als u de testprocedure wilt oefenen zonder bloed te gebruiken; • als u een nieuwe teststripflacon opent; • als u vermoedt dat de meter of de teststrips niet goed werken; • als u herhaaldelijk onverwachte testresultaten krijgt, of • als uw meter is beschadigd. STAP 1 Houd de teststrip met het uiteinde met de elektrode naar boven. Voer het uiteinde met de elektrode in de teststrippoort van de meter. Voer de nieuwe teststrip in de meter totdat deze stopt. De meter wordt ingeschakeld. STAP 2 De tijd en datum verschijnen kort op het scherm. Vervolgens worden het codenummer en het teststripsymbool weergegeven. Er verschijnt een teststripsymbool dat zich vult met bloed, om u te laten weten dat de meter klaar is voor de test.
22
Met controlevloeistof testen
STAP 3 Controleer of het op het scherm weergegeven codenummer overeenkomt met het codenummer dat staat vermeld op de teststripflacon. Als het codenummer op het scherm verschilt van het codenummer dat staat vermeld op de teststripflacon, probeert u een nieuwe strip in te voeren. STAP 4 Schud de flacon met controlevloeistof en verwijder de dop. Breng het opnamepunt van de teststrip voorzichtig in contact met een druppel controlevloeistof. Houd vast totdat de meter piept.
STAP 5 Nu ziet u de meter 5 seconden aftellen.
23
Met controlevloeistof testen
STAP 6 Als de piepsignalen klinken, is het testresultaat beschikbaar. Het resultaat van uw test met controlevloeistof wordt weergegeven op het scherm.
Controle testbereik 80-120 mg/dL
STAP 7 Vergelijk het resultaat dat is weergegeven op de meter met het bereik van de controlevloeistof dat staat vermeld op de teststripflacon. Als de verkregen resultaten niet binnen dit bereik vallen, werken de meter en de strips mogelijk niet goed. Herhaal de test met de controlevloeistof.
Als uw resultaat buiten het bereik ligt, kan dit de volgende redenen hebben: • u hebt de instructies in deze HANDLEIDING niet gevolgd; • de controlevloeistof was verlopen, besmet of verwaterd; • de teststrip had een verlopen vervaldatum of was beschadigd; • de test met de controlevloeistof is niet uitgevoerd bij 20 °C tot 25 °C; • er is een probleem met de meter. Als de test met controlevloeistof aanhoudend resultaten oplevert die buiten het bereik vallen dat staat vermeld op de teststripflacon, mag u de meter, de teststrips en de controlevloeistof niet meer gebruiken. Neem contact op met uw lokale distributeur.
Bekijken van de resultaten
STAP 1 Als de meter is uitgeschakeld, wordt de huidige tijd en datum weergegeven als u een van de knoppen indrukt en loslaat. Na korte tijd wordt een knipperende teststrip weergegeven. STAP 2 (Voor het openen van de review-modus) Als een knipperende teststrip wordt weergegeven, drukt u op ‘>’ en houdt u deze knop ingedrukt. Het nummer van het laatste glucoseresultaat wordt weergegeven. Laat de ‘>’-knop los. Het laatste glucoseresultaat wordt weergegeven.
Belangrijk: • Als er geen resultaat is, verschijnt “- - -” op het scherm.
STAP 8 Draai aan het uitwerpwieltje om de gebruikte strip uit te werpen. Het testresultaat wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. 24
25
Bekijken van de resultaten
Bekijken van de resultaten
STAP 3 Druk op ‘>’ en houd deze knop ingedrukt. Het nummer van het volgende glucoseresultaat wordt weergegeven. Laat de ‘>’-knop los. Het volgende glucoseresultaat wordt weergegeven. Het hogere nummer van het opgeslagen resultaat laat u het oudere resultaat zien.
STAP 5 Druk op ‘<’ bij het laatste testresultaat om het gemiddelde over 30 dagen te bekijken. Druk op ‘>’ bij het gemiddelde over 30 dagen om het laatste testresultaat te bekijken.
Er verschijnt een knipperende teststrip
Druk op ‘>’ om de oude testresultaten te bekijken en druk op ‘<’ om de recente testresultaten te bekijken. Gemiddelde over 7 dagen
STAP 4 (Voor het bekijken van de gemiddelde resultaten) Om het gemiddelde resultaat over 30 dagen te bekijken, drukt u op ‘<’ totdat een knipperende teststrip wordt weergegeven.
Gemiddelde over 14 dagen
Gemiddelde over 30 dagen
Laatste resultaat
2e resultaat
3e resultaat
STAP 6 Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ om de meter uit te schakelen.
Door nogmaals op ‘<’ te drukken, kunt u vooruit scrollen naar de gemiddelden over 14 dagen en over 7 dagen.
26
27
Instellen van de meter
STAP 1 Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ gedurende 3 seconden. Op het scherm verschijnt ‘Instellen’ en een knipperend jaartal.
Belangrijk: • Druk op ‘<’-of ‘>’ om de instelparameters in te stellen. • Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ om naar de volgende instelling te gaan. • Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ gedurende 3 seconden om de instelling te verlaten. STAP 2 Druk op de knop totdat het juiste jaartal wordt weergegeven. Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ om naar de instelling van de maand te gaan.
STAP 3 Als de maand knippert, drukt u op de knop totdat de correcte maand wordt weergegeven. Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om naar de instelling van de dag te gaan.
28
Instellen van de meter
STAP 4 Als de dag knippert, drukt u op de knop totdat de correcte dag wordt weergegeven. Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ om naar de instelling van het datumformaat te gaan.
STAP 5 Als de datum knippert, drukt u op de knop om het formaat ‘maand-dag’ of ‘dag-maand’ te selecteren. Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om naar de instelling van het uur te gaan.
STAP 6 Als het uur knippert, drukt u op de knop totdat het correcte uur wordt weergegeven. Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ om naar de instelling van de minuten te gaan.
STAP 7 Als de minuut knippert, drukt u op de knop totdat de correcte minuut wordt weergegeven. Druk gelijktijdig op ‘<’- en ‘>’ om naar de instelling van het tijdformaat te gaan.
29
Instellen van de meter
Instellen van de meter
STAP 8 Als “12h” of “24h” knippert, drukt u op de knop om het 12-uurs- of 24-uursformaat te selecteren. Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om naar de instelling van de eenheid te gaan.
STAP 11 Druk op de knop om het tijdstip van het eerste alarm in te stellen als het eerste alarm is aangezet volgens de eerder ingevoerde instellingen voor uur en minuut.
STAP 9 Als “On” of “Off” knippert, drukt u op de knop om het piepsignaal aan of uit te zetten. Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om naar de instelling van het alarm te gaan.
STAP 12 Als alle instellingen van de vier alarmen zijn voltooid, drukt u gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om de meter uit te schakelen.
STAP 10 Als “On” of “Off” knippert, drukt u op de knop om het eerste alarm aan of uit te zetten. Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om naar de instelling van het tweede alarm te gaan als het eerste alarm is uitgezet. Druk gelijktijdig op ‘<’ en ‘>’ om het tijdstip van het eerste alarm in te stellen als het eerste alarm is aangezet.
30
31
Vervangen van de batterij
STAP 1 Houd de nieuwe CR2032 3V-lithiumbatterij gereed ter vervanging. Druk stevig op de batterijklep en schuif deze in de richting van de pijl.
Verschijnt bij het invoeren van een gebruikte teststrip. Test opnieuw met een nieuwe teststrip.
STAP 2 Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe in het bakje met de ‘+’-kant naar beneden.
Deze foutmelding geeft aan dat de teststrip verkeerd is geplaatst of dat de teststrip is beschadigd. Haal de teststrip uit de meter en plaats deze opnieuw in de meter. Als de foutmelding wordt herhaald dan moet u een nieuwe teststrip plaatsen in de meter.
Let op: Bij het weggooien van de batterijen dient u altijd de plaatselijke milieuvoorschriften in acht te nemen. STAP 3 Schuif de batterijklep weer op zijn plaats en doe deze goed dicht. Belangrijk: Als het vervangen van de oude batterij door de nieuwe langer dan 1 minuut duurt, moet u de datum en tijd opnieuw instellen. Het verwijderen van de batterij heeft geen gevolgen voor het geheugen van de meter of de gebruiksinstellingen.
32
Foutmeldingen
Deze foutmelding geeft aan dat er een probleem is met de meter. Bekijk de instructies en test opnieuw met een nieuwe teststrip. Als dit bericht nogmaals verschijnt, moet u contact opnemen met de lokale leverancier.
Verschijnt als de omgevingstemperatuur LAGER of HOGER is dan het werkbereik van het systeem. Het werkbereik van het systeem is 10~40 °C. Herhaal de test zodra de meter en de teststrip binnen bovenstaand bereik vallen.
33
Probleemoplossing
Foutmeldingen
De batterij is bijna leeg maar u kunt nog een paar tests uitvoeren. Vervang de batterij zo snel mogelijk.
De batterij is leeg en u kunt geen test uitvoeren. Vervang de batterij onmiddellijk.
Na het invoeren van een teststrip, wordt de testmodus niet geopend. Waarschijnlijke oorzaak
Wat u moet doen
De batterij is leeg.
Vervang de batterij.
De batterij is niet goed geplaatst of er zit geen batterij in de meter.
Controleer of de batterij goed is geplaatst. Zie pagina 32.
De teststrip is ondersteboven ingevoerd, met het verkeerde uiteinde naar voren, of niet ver genoeg ingevoerd in de meter.
Voer de teststrip in met de bedrukte zijde naar boven en het uiteinde van de strip met de elektrode in de teststrippoort van de meter.
Defecte meter of teststrips.
Neem contact op met uw lokale distributeur.
Bloed of vreemd materiaal is in de teststrippoort terechtgekomen.
Neem contact op met uw lokale distributeur.
De test gaat niet van start na het aanbrengen van het bloedmonster. Waarschijnlijke oorzaak
Wat u moet doen
Het bloedmonster is te klein.
Herhaal de test met een nieuwe teststrip en een groter bloedmonster.
Defecte meter of teststrips.
Herhaal de test met een nieuwe teststrip. Neem contact op met uw lokale distributeur als dit probleem zich nogmaals voordoet.
Het monster is aangebracht nadat de meter is uitgeklokt (1 minuut) en automatisch uitschakelt. 34
Herhaal de test met een nieuwe teststrip. 35
Prestatiekenmerken
Prestatiekenmerken
Klinische nauwkeurigheid De nauwkeurigheid van het HT One Gmate™-systeem is vastgesteld door bloedglucoseresultaten van patiënten te vergelijken met resultaten die zijn verkregen met behulp van een YSI 2300 Glucose Analyzer.
Intra-run precisie (100 veneuze bloedtests per glucosewaarde)
Resultaten van de nauwkeurigheid van het systeem voor glucoseconcentraties van < 75 mg/dL (4,2 mmol/L) binnen ±5 mg/dL(0.28 mmol/L)
26.7% (8/30)
binnen ±10 mg/dL(0.56 mmol/L)
93.3% (28/30)
binnen ±15 mg/dL(0.83 mmol/L)
100.0% (30/30)
Resultaten van de nauwkeurigheid van het systeem voor glucoseconcentraties van ≥ 75 mg/dL (4,2 mmol/L)
Gemiddelde glucose
Standaard afwijking (mg/dL)
Variatiecoëfficiënt (%)
42 mg/dL(2.3 mmol/L)
1.2
2.9
100 mg/dL(5.6 mmol/L)
2.8
2.8
132 mg/dL(7.3 mmol/L)
2.9
2.2
232 mg/dL(12.9 mmol/L)
4.3
1.9
374 mg/dL(20.8 mmol/L)
9.9
2.6
Totale precisie (100 tests met controlevloeistof per glucosewaarde) Gemiddelde glucose
Standaard afwijking (mg/dL)
Variatiecoëfficiënt (%)
binnen ±5%
58.2% (99/170)
41 mg/dL(2.3 mmol/L)
0.8
2.0
binnen ±10%
95.3% (162/170)
103 mg/dL(5.7 mmol/L)
2.5
2.4
binnen ±15%
99.4% (169/170)
295 mg/dL(16.4 mmol/L)
8.5
2.9
binnen ±20%
100.0% (170/170)
Regressiestatistieken Helling
1.0004
Snijpunt
-2.1214 mg/dL
R2
0.9903
Aantal monsters
100
Testbereik
32.7~442 mg/dL
36
37
Onderhoud van uw systeem
Onderhoud van uw systeem
Uw HT One Gmate™-systeem behoeft geen speciaal onderhoud.
Reiniging van uw meter Om uw meter te reinigen, veegt u de buitenkant schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water en een mild reinigingsmiddel. Gebruik geen alcohol of ander oplosmiddel om uw meter te reinigen.
Het bewaren van uw systeem Bewaar uw meter, strips en controlevloeistof in uw draagtas na elk gebruik. Bewaar elk onderdeel op een koele, droge plaats bij een temperatuur van < 32°C, maar niet in de koelkast. Stel de onderdelen niet bloot aan direct zonlicht of hitte. Zorg ervoor dat de dop van de flacon met teststrips en/of controlevloeistof goed wordt afgesloten direct na elk gebruik om besmetting of beschadiging te voorkomen. Bewaar de teststrips uitsluitend in de originele flacon. Het controleren van de houdbaarheid van de strips en de controlevloeistof Op de flacons voor teststrips en controlevloeistof staat een vervaldatum vermeld. Als u een flacon met teststrips of controlevloeistof voor het eerst opent, noteert u de datum van opening op de hiervoor bedoelde ruimte op het etiket. Gebruik de teststrips altijd binnen 3 maanden nadat u de flacon voor de eerste keer hebt geopend.
Voorkom dat vloeistof, vuil, stof, bloed of controlevloeistof in de meter terechtkomt via de testpoort. Reiniging van uw lancetapparaat en de doorzichtige AST-dop Reinig het lancetapparaat aan de buitenkant door het schoon te vegen met een zachte doek, bevochtigd met milde zeep en water. Was de instelbare dop en de doorzichtige AST-dop met milde zeep. Dompel het lancetapparaat nooit onder in een vloeistof.
Let op: • Gebruik de strips of controlevloeistof nooit na de op de flacon vermelde vervaldatum of de weggooidatum (3 maanden nadat de flacon voor het eerst is geopend) - welke van beide het eerst plaatsvindt. Anders kan dit leiden tot onnauwkeurige resultaten. • Gebruik de teststrips niet als de flacon is beschadigd of open heeft gestaan. Dit kan foutmeldingen tot gevolg hebben of tests die hoger uitvallen dan het eigenlijke resultaat. 38
39
Specificaties
Specificaties
Model
PG-300 (HT One Gmate™ WHeeL-systeem voor bloedglucosecontrole)
Testmethode
Elektrochemische sensor
Kalibratiemethode
Plasma
Monster
Volbloed, capillair
Monstergrootte
0.5 µL
Testduur
5 seconden
Geheugen
500 bloedglucosetests met tijd en datum
Resultaatbereik
10 ~ 600 mg/dL (0.6~33.3 mmol/L)
Hematocriet
20 - 60%
Bedrijfstemperatuur
10~40°C
Relatieve luchtvochtigheid in bedrijf
10 - 90%
Hoogte
Maximaal 3048 meter
Voeding
Een CR2032 3V-lithiumbatterij, vervangbaar
Afmetingen
56.0mm x 88.0mm x 23.6mm
Gewicht
46.5g
40
Elektrische veiligheidsnormen De meter is getest voor immuniteit voor elektrostatische ontlading, overeenkomstig de voorschriften van IEC 61000-4-2. De meter is getest voor immuniteit voor hoogfrequentiestoringen binnen het frequentiebereik en de testwaarden, overeenkomstig de voorschriften van IEC 61000-4-3. De meter is getest voor elektromagnetische emissies, overeenkomstig de voorschriften van IEC 61326. Garantie Philosys geeft een garantie van 5 jaar op uw HT One Gmate™ WHeeL-meter ten aanzien van materiaaldefecten en productiefouten, met ingang van de datum van aankoop. De garantie is uitsluitend van toepassing op de oorspronkelijke koper en is niet overdraagbaar.
41
42
43
Distributeur: GD Medical Pharma BV Hallenstraat 21A, 5531 AB Bladel - Nederland [email protected] Obelis SA
Philosys Co., Ltd.
Made in Korea
Boulevard Général
827-3, Sangpyeong-ri,
Importeur Europa:
Wahis 53 1030
Okgu-eup, Gunsan-si,
HT Medical BV
Brussels, Belgium
Jeollabuk-do, Korea
0602R2
Revisiedatum 2012-12
Gedrukt in Korea