Handleiding
CyberScan CON 1500 Bench Conductivity/ TDS/ Resistivity Meter
NEDERLANDS
Copyright © 2006 All rights reserved. Eutech Instruments Pte Ltd Oakton Instruments Version 1.1 ML
1 INTRODUCTIE 2 SCHERM EN FUNCTIES VAN DE TOETSEN 2.1 Scherm 2.2 Toetsenbord 3 VOORBEREIDING 3.1 Informatie over Geleidbaarheids elektrode. 3.2 Aansluitingen 3.3 AC/DC Adapter aansluiten 3.4 Aansluiten van de Electrode Arm 4 KALIBRATIE 4.1 Belangrijke kalibratie informatie 4.2 Meter gereedmaken voor Kalibratie 4.3 Temperatuur Kalibratie 4.4 Automatisch of handmatig, één of meer punts Kalibratie (P5.0) 4.4.1 Selectie van Automatisch of handmatige Kalibratie (P5.0) 4.4.2 Selectie van één of meer punts kalibratie (P5.0) 4.5 Automatische Kalibratie (alleen geleidbaarheid kalibratie) 4.5.1 Meer punts kalibratie 4.6 Handmatige kalibratie (geleidbaarheid, TDS & Resistivity Kalibratie) 4.6.1 Meer punts kalibratie: 4.7 TDS Kalibratie 4.7.1 TDS kalibratie met geleidbaarheids standaard & aanpassing van de TDS factor 4.7.2 Instellen van TDS omzettingsfactor (P6.0) 4.7.3 TDS kalibratie m.b.v. TDS oplossingen 5 METINGEN 5.1 Temperatuur compensatie 5.2 Metingen uitvoeren 5.3 Instellen Stability Indicator (P8.0) 6 GEHEUGEN FUNCTIE 6.1 Opslaan in geheugen 6.2 Geheugen opvragen 6.3 Opgeslagen data verwijderen (P13.0) 7 COMMUNICATIE / PRINT FUNCTIE 7.1 RS232C kabel aansluiten 7.2 De meter gebruiken met printer of computer 7.2.1 Baud Rate instellen ( P9.0) 7.2.2 Parity Bit instellen (P10.0) 7.2.3 Stop Bit instellen (P11.0) 7.3 Printing opties selecteren (P12.0) 8 ANDERE FUNCTIES 8.1 Bekijken van Kalibratie & Elektrode data (P1.0) 8.2 Verwijderen van Kalibratie gegevens (P14.0) 8.3 Cell constante selectere (P2.0) 8.4 Temperatuur coëfficiënt instellen (P3.0) 8.5 Standaard temperatuur instellen (P4.0) 8.6 °C of °F selecteren (P7.0) 9 ONDERHOUD 9.1 Re-platiniseren van 2-Cell Elektrode P15.0 9.1.1 Replatinisering procedure 9.2 De meter schoonmalen 9.3 Electrode onderhoud 10 FOUTMELDINGEN
Oakton Instruments P.O Box 5136, Vernon Hills, IL 60061, USA Tel: (1) 888-462-5866 Fax: (1) 847-247-2984
[email protected] www.4oakton.com www.oaktoninstruments.com
Eutech Instruments Pte Ltd. Blk 55, Ayer Rajah Crescent, #04-16/24 Singapore 139949 Singapore Tel: (65) 6778 6876 Fax: (65) 6773 0836
[email protected] www.eutechinst.com
Eutech Instruments Europe bv Wallerstraat 125k 3862 CN Nijkerk The Netherlands Tel: (31) 33 2463887 Fax: (31) 33 2460832
[email protected] www.eutech.nl
3 3 3 3 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 12 12 12
1
INTRODUCTIE
Deze handleiding legt de werking van deze meter uit. Het kan zijn dat er voor meer informatie over de meter of meettheorieën naar onze website (www.eutechinst.com) wordt verwezen, u ziet dan het volgende symbool: De website geeft aanvullende informatie over applicaties, theorieën en hints en tips. Op de laatste pagina van de handleiding treft u informatie aan over de specificaties en garantie van de meter en hoe te handelen bij eventuele problemen. 2
SCHERM EN FUNCTIES VAN DE TOETSEN
2.1
Scherm Meet stand
Kalibratie stand Toont de Conductivity, TDS of Resitivity waarde in de meet – of kalibratie stand. Waarde stabiel
Buffer informatie
Mededelingen
Toont temperatuur waarde
2.2
Toetsenbord
KEY
Function Druk op om de kalibratie te beginnen of om terug te gaan naar de meetstand zomder de gekalibreerde waardes op te slaan. Om uS, kohm of TDS te selecteren. Om de meter in te stellen. PRINT: Voor het printen van huidige waardes of waardes uit het gehuegen naar een PC of printer (afhankelijk van de meter setup). ENTER: Voor het bevestigen van selecties of wijzigingen. Voor het scrollen door de verschillende menu’s en geheugenplaatsen. Voor het scrollen door de verschillende menu’s en geheugenplaatsen. Voor het aan-en uit schakelen van de meter.
3
VOORBEREIDING
3.1 Informatie over Geleidbaarheids elektrode. Een 2 of 4 cel geleidbaarheidselektrode kan op deze meter worden aangesloten. Bij deze meter wordt een 4-cel TDS / geleidbaarheids elektrode geleverd met een cell constante van K = 1.0(Part No: EC620-165) en een ingebouwde temperatuur sensor voor automatische temperatuur compensatie. De volgende elektrodes kunnen worden gebruikt: 1. Een 2 cel elektrode kan op de dual pin connector aan de achterzijde van de meter worden aangesloten. 2. Een 4-cel elektrode met een DIN connector into kan op de DIN aansluiting aan de achterzijde worden aangesloten. 3. Sluit de ATC probe aan door de 1/8” mini-phone jack aan de achterzijde aan te sluiten. Verwijder voor gebruik de plastic beschermkap van de elektrode en laat de elektrode voor 10 minuten in gedestilleerd of demi water weken. Opm.: Sluit nooit tegelijkertijd een 2 en 4 cel elektrode aan. 3.2 Aansluitingen De meter heeft 6 aansluitingen: 1. 2. 3. 4. 5.
Power connector (center negatief) 2-Cell TDS/geleidbaarheid connector Temperatuur connector RS232 connector 4-cel TDS/geleidbaarheid connector met ingebouwde temperatuur probe LET OP: Trek niet aan de kabel om zo te voorkomen dat de kabel breekt. 3.3 AC/DC Adapter aansluiten De meter wordt in combinatie met een adapter gebuikt. Deze adapter wordt meegeleverd. LET OP: Zet de meter en de adapter uit voordat deze wordt aangesloten. 1. Zet de meter en adapter uit. 2. Selecteer de correcte AC/DC Adapter met 110/220 VAC (output Voltage: 12V DC, Current: >=500mA). 3. Doe de adapter D.C. stekker in de meter. Zet eerst de adapter aan en vervolgens de meter. 3.4 Aansluiten van de Electrode Arm De meter beschikt over een uitschuifbare plaat voor de bevestiging van een elektrode arm. De arm kan zowel aan de rechter als aan de linker zijde van de meter gemonteerd worden. Positie van de elektrode arm: Verwijder met een schroevendraaier de metalen uitschuifbare plaat aan de onderzijde van de meter. Schuif de plaat uit naar het tweede gat en schroef deze weer vast. Elektrode arm plaatsen: Plaats de arm op de pin van de metalen uitschuifbare plaat.
4-Cell Conductivity probe EC620-165
1.
3.
2.
4.
5.
4
KALIBRATIE
4.1 Belangrijke kalibratie informatie De meter heeft 4 meet bereiken. De meter kan op 1 punt voor alle bereiken worden gekalibreerd of, voor een betere nauwkeurigheid, De keuze één punt of meer punten kalibratie kan in het setup menu worden geselecteerd. Bij 1 punt kalibratie zal de vorige kalibratie worden vervangen door de nieuwe waarde. Zelfs wanneer er in een ander bereik wordt gekalibreerd. Voorbeeld: de vorige kalibratie was in 1413 µS in het 0 tot 2000 µS bereik, nu wordt er gekalibreerd met 12.88 mS tot 20.00Ms, De nieuwe kalibratie zal de vorige kalibratie in het 0 tot 2000 µs overschrijven. Bij meer punts kalibratie zal alleen de kalibratie in het betreffende bereik worden overschreven. Voorbeeld: de vorige kalibratie was in 1413 µS in het 0 tot 2000 µS bereik, nu wordt er gekalibreerd in 1500 µS in het 0 tot 2000 µS bereik. Alleen de vorige kalibratie van 1413µS zal in dit bereik worden overschreven, kalibraties in alle overige bereiken blijven behouden. Om de meter helemaal opnieuw te kalibreren of wanneer er een nieuwe elektrode is aangesloten is het aan te bevelen om eerst alle oude kalibratie data te wissen. De volgende bereiken zijn beschikbaar: Meter bereik symbol Geleidbaarheid bereik r1 0 µS – 200.0 µS/cm r2 200.0 µS – 2.000 mS/cm r3 2.000 mS – 20.00 mS/cm r4 20.00 mS – 500.0 mS/cm
TDS bereik 0 – 200.0 ppm 200.0 – 2000 ppm 2000 – 20000 ppm 20000 – 99999 ppm
Resistivity bereik 0 – 20.00 KΩ 20.00 – 200.0 KΩ 200.0 KΩ – 2.000 MΩ 2.000 – 100.0 MΩ
4.2 Meter gereedmaken voor Kalibratie Voor het beginnen van de kalibratie moet de meter in de juiste meetstand staan. Voor de beste resultaten dient een kalibratie vloeistof gekozen te worden die dichtbij de te meten waarde ligt. 4.3 Temperatuur Kalibratie De elektrode heeft een ingebouwde temperatuur sensor die in de fabriek gekalibreerd is. Kalibreer de temperatuur alleen zelf als er langere periodes fouten hebben voorgedaan of wanneer er een nieuwe sensor is geplaatst. 1. Zet de meter aan. 2. Druk op std. 3. Druk op MODE: Om de temperatuur kalibratie stand te selecteren. 4. Doe de elektrode in een oplossing waarvan de temperatuur bekend is. (bv. a temperatuur bad). Wacht tot dat de temperatuur stabiel is. 5. Scroll met save/▲ of view/▼ naar de juiste temperatuur waarde. (bv. de temperatuur van het temperatuur bad). De waarde is maximaal ± 5.0 °C aan te passen. 6. Druk op ENTER om te bevestigen. De meter zal de kalibratie uitvoeren en teruggaan naar de meetstand. Opm: Druk op CAL/MEAS om de temperatuur kalibratie te verlaten zonder op te slaan. Opm: De temperatuur heeft effect op de nauwkeurigheid van de geleidbaarheid/TDS, na een temperatuur kalibratie moet een geleidbaarheid/TDS kalibratie worden gedaan. 4.4 Automatisch of handmatig, één of meer punts Kalibratie (P5.0) Er kan gekozen worden voor een automatische geleidbaarheid kalibratie of handmatige geleidbaarheid / TDS kalibratie. Bij automatische kalibratie vindt en bevestigd de meter automatisch de betreffende bekende kalibratie oplossing. De bekende kalibratie oplossingen voor automatische kalibratie zijn: Bij 25.0°C : 84µS , 1413µS , 12.88mS , 111.8mS Bij 20.0°C : 76µS , 1278µS , 11.67mS , 102.1mS Bij handmatige kalibratie, kunnen alle oplossingen worden gebruikt, deze waardes kunnen in ieder bereik handmatig worden aangegeven. 4.4.1 Selectie van Automatisch of handmatige Kalibratie (P5.0) Automatische kalibratie kan alleen in de geleidbaarheid stand, handmatige kalibratie kan zowel in geleidbaarheid als TDS stand. Alleen voor geleidbaarheid metingen; 1. Druk op SETUP. 2. Druk op save/▲ of view/▼ totdat P5.0 (ACAL) verschijnt.
3. Druk op ENTER 4. Druk op save/▲ of view/▼ voor een keuze. “YES” activateerd automatische kalibratie, “NO” activateerd handmatige kalibratie.
5. Druk op ENTER om te bevestigen, of op CAL/MEAS om terug te gaan naar de meetstand. 4.4.2 Selectie van één of meer punts kalibratie (P5.0) Bij één punt kalibratie kan er op één punt in één bereik gekalibreerd worden, dit punt is het kalibratie punt voor alle bereiken. Meer punts kalibratie geeft een hogere nauwkeurigheid door ieder bereik afzonderlijk op één punt te kalibreren. Deze kalibratie is alleen van toepassing op het geselecteerde en gekalibreerde bereik. 1. Druk op SETUP. 2. Druk op save/▲ of view/▼ totdat (SPCAL) verschijnt. Dit wordt alleen getoont indien het menu via Resistivity of TDS mode is geopend. Vanuit de geleidbaarheid stand moeten eerst de stappen 1 t. 5 uit p4.4.1 worden herhaald. 3. Druk op ENTER. 4. Druk op save/▲ of view/▼ voor een keuze. “YES” activateerd één punt kalibratie, “NO” activateerd meer punts kalibratie.
5. Druk op ENTER om te bevestigen, of CAL/MEAS om terug te gaan naar de meetstand 4.5 Automatische Kalibratie (alleen geleidbaarheid kalibratie) Standaard buffer waardes zijn: 84.0 uS/ 1.413 mS/ 12.88 mS/ 111.8 mS De procedure beschrijft een kalibratie met een 1413 µs kalibratie oplossing. Opm.: kies automatische of handmatige kalibratie volgens p 4.4.1 Opm.: kies één -of meer punts kalibratie volgens p 4.4.2 Opm.: Druk op CAL/MEAS om terug te gaan zonder op te slaan. 1. Druk, indien nodig, op MODE om de geleidbaarheid stand te selecteren. 2. Spoel de elektrode met demi water of speciale oplossing, daarna afspoelen met een beetje kalibratie vloeistof. 3. Doe de elektrode in de kalibratie vloeistof. De bovenste stalen ring moet ondergedompeld zijn. Roer de elektrode zodat een homogeen monster ontstaat. Wacht tot de meting stabiel is. 4. Druk op CAL/MEAS voor de kalibratie stand. Standardize verschijnt boven in de hoek van het scherm. Het primaire scherm toont de gemeten waarde, het secundaire scherm toont de waarde van de kalibratie vloeistof. 5. Wacht tot de Stable indicator aan gaat. 6. Druk op ENTER om te bevestigen en terug te gaan naar de meetstand. 4.5.1 Meer punts kalibratie herhaal stap 1 tot 6 met de bekende kalibratie oplossing voor ieder kalibratie punt in ieder bereik totdat alle bereiken zijn gekalibreerd. 4.6 Handmatige kalibratie (geleidbaarheid, TDS & Resistivity Kalibratie) De procedure beschrijft een kalibratie met een 1413 µs kalibratie oplossing. Opm.: kies automatische of handmatige kalibratie volgens p 4.4.1 Opm.: kies één -of meer punts kalibratie volgens p 4.4.2 Opm.: Druk op CAL/MEAS om terug te gaan naar de meetstand zonder de wijzigingen op te slaan. Opm.: Verzeker u ervan dat u de juiste TDS factor heeft ingesteld bij TDS kalibratie. 1. Herhaal stap 1 tot 4 van p 4.5 2. Wacht tot de waarde stabiel is en druk op Save/▲ of view/▼, pas de waarde in het bovenste scherm aan, aan de gebruikte kalibratie vloeistof. 3. Druk op ENTER om te bevestigen en terug te gaan naar de meetstand.
4.6.1 Meer punts kalibratie: Herhaal stap 1 tot 3 voor ieder kalibratie punt in ieder bereik totdat alle bereiken zijn gekalibreerd. Opm.: Bij een succesvolle kalibratie wordt het buffer icoon getoond in het midden van het scherm in de meet stand. 4.7
TDS Kalibratie
4.7.1 TDS kalibratie met geleidbaarheids standaard & aanpassing van de TDS factor In plaats van de TDS te kalibreren met een TDS oplossing kan ook met een geleidbaarheid oplossing worden gekalibreerd, hierbij moet een TDS omzettingsfactor in de meter worden aangegeven. Meer informatie over het bepalen van de TDS factor vindt u op onze website: www.eutechinst.com 4.7.2 Instellen van TDS omzettingsfactor (P6.0) De fabrieksinstelling van de TDS omzettingsfactor is 0.5. Indien uw oplossing een andere TDS factor heeft kunt u deze voorafgaand aan de kalibratie aanpassen, hiermee verbeterd u de nauwkeurigheid. 1. Druk op MODE om de TDS stand te selecteren. 2. Druk op Setup. 3. Druk op save/▲ of view/▼ totdat P6.0 verschijnt. 4. Druk op ENTER. 5. Druk op save/▲ of view/▼ om de berekende TDS conversie factor in te stellen. 6. Druk op ENTER om te bevestigen, of CAL/MEAS om terug te gaan naar de meetstand. 4.7.3 TDS kalibratie m.b.v. TDS oplossingen Na het instellen van de juiste TDS Factor, kunt u in de TDS stand kalibreren. 1. Druk op MODE om de TDS stand te selecteren. 2. Volg de instructies bij p 4.6 voor de rest van het kalibratie proces, nu met de TDS kalibratie oplossingen. Opm.: De TDS waarde kan tot ± 40% van de standaard waarde worden aangepast. Indien de waarde meer dan 40% afwijkt dient de elektrode te worden gereinigd of te worden vervangen.
5
METINGEN
5.1 Temperatuur compensatie De meter kan meten met automatische (ATC) of handmatige (MTC, alleen bij 2 cel elektrodes) temperatuur compensatie. In de fabrieksinstelling staat de ATC aan. Indien de elektrode is aangesloten zal het scherm ATC aangeven. 5.2 Metingen uitvoeren 1. Spoel de elektrode af met demi water. Schud de elektrode droog. Spoel de elektorde af met wat monster vloeistof om vervuiling of verdunning van het monster te voorkomen. 2. Druk op ON om de meter aan te zetten. 3. Doe de elektrode in het monster. De bovenste ring moet ondergedompeld zijn. Roer de elektrode zodat een homogeen monster ontstaat. 4. Wacht tot de meting stabiel is. 5. Druk op MODE om geleidbaarheid, TDS of Resistivity te selecteren (indien nodig). 5.3 Instellen Stability Indicator (P8.0) Voor het activeren of de-activeren van de stabiliteit indicator (STABLE icoon verschijnt bij stabiele waardes). 1. Druk op setup. 2. Druk op save/▲ of view/▼ tot P8.0 verschijnt 3. Druk op enter om te selecteren. 4. Druk op save/▲ of view/▼ voor: “YES”, stabiel is aan or “NO”, stabiel is uit.
5. Druk op enter om te bevestigen, of CAL/MEAS om terug te gaan naar de meetstand. 6
GEHEUGEN FUNCTIE
De meter kan tot 100 gegeven sets opslaan. De gegeven sets bevatten geleidbaarheid, TDS, Resistivity en temperatuur. 6.1 Opslaan in geheugen 1. Druk op save/▲ tijdens een meting om gegevens in het geheugen op te slaan. Een geheugen nummer zal kortstondig verschijnen. 2. Druk op save/▲ voor het opslaan van een nieuwe meting. Opm.: Indien het geheugen vol is zal de eerst opgeslagen waarde overschreven worden. 6.2 Geheugen opvragen 1. Druk op view/▼ om de laatst opgeslagen meting te selecteren. 2. Druk op enter om de opgeslagen waarde te tonen 3. Druk op enter om terug te gaan, nu wordt de volgende geheugenplaats getoond. 4. Druk op save/▲ or view/▼ om naar een specifieke geheugen plaats te gaan, druk op enter om te selecteren. 5. Druk op std om het geheugen te verlaten. Opm.: Opgeslagen waardes blijven ook na uitschakeling van de meter in het geheugen. 6.3 Opgeslagen data verwijderen (P13.0) Verwijdert alle opgeslagen data sets (van voorgaande metingen) uit het geheugen. 1. Druk op setup 2. Druk op save/▲ of view/▼ tot P13.0 verschijnt. 3. Druk op enter 4. Druk op save/▲ of view/▼ voor: “YES”, verwijdert alle data of “NO”, behoudt alle data.
5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan naar de meetstand. Opm. Nadat enter is ingedrukt ter bevesiging, zal “clear” knipperen. Wacht tot “clear”niet meer knippert alvorens een andere toets in te drukken. 7
COMMUNICATIE / PRINT FUNCTIE
7.1 RS232C kabel aansluiten De meter heeft een RS232C aansluiting voor het versturen van data naar een printer of computer via een kabel. De data is in ASCII format. Met dit format kan de data met verschillende programma’s worden bewerkt (bv. Microsoft Excel, Lotus, Quattro-pro etc.). Met de meter wordt Data Acquisition Software (DAS) geleverd. 1. Plaats de RS232C stekker in de RS232C port van de meter. 2. Draai de schroeven vast. Om de meter direct op een printer aan te sluiten moet de printer beschikken oven een 9 pin of 25 pin RS 232C seriële port. 7.2 De meter gebruiken met printer of computer 1. Plaats de CD-ROM met de Data Acquisition Software (DAS) in de CD-ROM drive van de computer en volg de instructies op uw scherm. 2. Sluit de meter met de RS232C kabel aan op de computer. 3. Open het programma op de computer, ga naar “File” en open “Communication settings” . De instellingen MOETEN als volgt zijn ingesteld: a. Baud Rate: 9600 / b. Parity Bit: None / c. Stop Bit: 1 / d. Data Bit: 8 / e. Flow Control: None 7.2.1 Baud Rate instellen ( P9.0) Hiermee is de baud rate (bits per second) in te stellen. 1. Druk op setup 2. Druk op ▲/save of ▼/view tot bAud verschijnt. 3. Druk op enter 4. Druk op ▲/save of ▼/view voor het instellen van de baud rate 4800, 9600, 19200 or 38400 bps. 5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan. 7.2.2 Parity Bit instellen (P10.0) Hiermee is de parity bit in te stellen. 1. Druk op setup 2. Druk op ▲/save of ▼/view tot PArit verschijnt. 3. Druk op enter 4. Druk op ▲/save of ▼/view, selecteer: 0 (none), 1 (odd) or 2 (even). 5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan. 7.2.3 Stop Bit instellen (P11.0) Hiermee is de stop bit van de communicatie protocol interface in te stellen. 1. Druk op setup 2. Druk op ▲/save of ▼/view tot StOP verschijnt. 3. Druk op enter 4. Druk op ▲/save of ▼/view, selecteer 1 of 2. 5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan. 7.3 Printing opties selecteren (P12.0) De meter kan als volgt worden ingesteld: • Print huidige meetwaarde of • Print alle opgeslagen data. Opm.: Alle communicatie instellingen voor zowel de printer als de meter moeten aan elkaar gelijk zijn om te kunnen printen.
1. Druk op setup 2. Druk op ▲/save of ▼/view tot P12.0 verschijnt. 3. Druk op enter. 4. Druk op ▲/save of ▼/view, selecteer Current (huidige waarde) of Memory (alle data) data printen. 5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan. Opm. Alle opgelsagen waardes blijven ook na het printen in de meter opgeslagen. 8
ANDERE FUNCTIES
8.1 Bekijken van Kalibratie & Elektrode data (P1.0) Voor het bekijken van de gekalibreerde buffers afhankelijk van de stand (geleidbaarheid/ Resistivity/ TDS), het elektrode type (2-Ce/ 4-Cel), gekalibreerde elektrode cell constante en de gekalibreerde buffer waarde. 1. Druk op setup. 2. Druk op save/▲ of view/▼ tot P1.0 (CAL) v erschijnt. 3. Druk herhaaldelijk op enter om de effectieve Cel Constante en vorige kalibratie data in ieder bereik (r1, r2, r3 or r4) te bekijken. 4. Na het bekijken van alle data wordt het onderstaande scherm getoond. Dit scherm toont de waarde waarop de meter gekalibreerd is.
5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan. Opm. Indien er geen kalibratie gegevens zijn op een specifiek punt toont het scherm “----“. Opm. De Cel constante van een elektrode zal na verloop van tijd en gebruik afnemen. Met deze functie kan worden bekeken of de elektrode aan vervanging toe is voordat deze defect gaat. Een indikatieve waarde voor het vervangen van de elektrode is of 0.60 of 1.40 (±40% van 1.000). Opm. Vanuit de geleidbaarheid setup stand worden de waardes in µS of mS getoond. Vanuit de TDS stand worden de waardes in ppm of ppt getoond. 8.2 Verwijderen van Kalibratie gegevens (P14.0) Voor het verwijderen van iedere individuele kalibratie in ieder individueel bereik. 1. Druk op setup. 2. Druk op save/▲ of view/▼ tot P14.0 verschijnt. 3. Druk op enter. 4. Druk op save/▲ of view/▼ selecteer: NO, behoudt de huidige waardes of YES, verwijderd alle kalibraties en bijbehorende gegevens. 5. Druk op enter om te bevestigen, of std om terug te gaan. 8.3 Cell constante selectere (P2.0) Er kan een cell constante van K = 1.0, 10, or 0.1 gekozen worden. De bijgeleverde elektrode heeft een cell constante van K=1.0. 1. Druk op setup. 2. Druk op save/▲ of view/▼tot ‘2CEL’ verschijnt. 3. Druk op save/▲ of view/▼ om te kiezen tussen K = 0.1, 1.0, of 10. 4. Druk op enter om te bevestigen en terug te gaan naar het sub-menu. 5. Druk op std om terug te gaan naar de meetstand. 8.4
Temperatuur coëfficiënt instellen (P3.0)
De temperatuur coëfficiënt is de verandering in geleidbaarheid per graad (temperatuur), het wordt uitgedrukt in % per °C. Het precies instellen van de temperatuur coëfficiënt van de oplossing geeft een nauwkeurig temperatuur compensatie bij vrijwel alle oplossingen. De aanpassing is 0.000 tot 10.000 % per °C. De standaard instelling van de meter is 2.100% per °C. 1. Druk op setup 2. Druk op save/▲ of view/▼ tot P3.0 verschijnt. 3. Druk op enter om de temperatuur coëfficiënt van de oplossing te bekijken. 4. Druk op save/▲ or view/▼ om de temperatuur coëfficiënt van de oplossing te selecteren.
5. Druk op enter of std om terug te gaan naar de meetstand. 8.5 Standaard temperatuur instellen (P4.0) De meter kan de geleidbaarheid meting aanpassen aan een geselecteerde standaard temperatuur. De standaard temperatuur kan worden ingesteld tussen 15°C en 30°C (59 to 86 °F). Meter standaardinstelling is 25.0°C (77 °F). 1. Druk op setup. 2. Druk op save/▲ of view/▼ tot P4.0. (“tnor”) verschijnt. 3. Druk op enter. 4. Druk op save/▲ of view/▼ om de temperatuur aan te passen.
5. Druk op enter of std om terug te gaan naar de meetstand. 8.6 1. 2. 3. 4.
°C of °F selecteren (P7.0) Druk op setup. Druk op save/▲ of view/▼ tot P7.0 verschijnt. Druk op enter. Druk op save/▲ of view/▼ om °C of °F te selecteren.
5. Druk op enter of std om terug te gaan naar de meetstand. 9
ONDERHOUD
9.1 Re-platiniseren van 2-Cell Elektrode P15.0 Het re-platiniseren van de probe is alleen mogelijk bij 2-cel elektrodes. Gedurende dit proces wordt er een nieuw laagje platinum op de cel geplaatst. Re-platiniseer indien de cel constante met meer dan 50% van de normale waarde is gewijzigd. Het proces duurt minder dan 5 minuten. 9.1.1 Replatinisering procedure 1. Doe de elektrode in een bruikbare replatinisering oplossing. 2. Druk op setup 3. Druk op save/▲ of view/▼ tot P15.0 verschijnt. 4. Druk op save/▲ of view/▼, selecteer: “YES”, start procedure or “NO”, annuleert de procedure.
5. Druk op enter om te bevestigen of std om terug te gaan naar de meetstand. 6. Druk op save/▲ of view/▼, selecteer “YES” start replatinisering proces, een klok wordt getoond.
7. Druk op enter om te beginnen, de klok gaat aftellen. Na volledige aftelling zal de meter terug gaan naar de meet stand. Opm. Herhaal stap 2 indien langere replatinisering nodig is. Opm. Na replatinisering moet een nieuwe cel constante worden ingesteld. 9.2 De meter schoonmalen De meter heeft geen onderhoud nodig, maar het is aan te bevelen om de meter af en toe af te nemen met een vochtige doek. 9.3 Electrode onderhoud 1. Houdt de elektrode schoon. 2. Doop de elektrode voor 5 tot 10 minuten in een kalibratie oplossing voor een goede nauwkeurigheid. 3. Spoel de elektrode na gebruik af met demi water. 4. Voorkom het krassen door harde voorwerpen. 5. Schuur de elektrode niet langs harde oppervlakken. 6. Doe de elektrode niet in olie-achtige oplossingen. 7. Her - kalibreer de meter na het schoonmaken van de elektrode. 10
FOUTMELDINGEN
Melding ERR. Or Ur -5.0°C/ 23.0°F 105°C/ 221.0°F Err1
Omschrijving Fout melding voor geleidbaarheid. Geleidbaarheid waarde > 500mS Resistivity >100Mohm TDS >99999 ppm Resistivity is niet voldoende Indien de temperatuur onder het bereik is Indien de temperatuur onder het bereik is Communicatie fout