Geestelijke vorming, vernieuwing & missionaire gemeenteopbouw
Jaargang 13 | Nummer 3 | Prijs e 2,25
3
Najaar 2009
Materiaal voor 13 weken geloofsopbouw
Kwetsbaar en toch weerbaar
Van de redactie
Suggesties voor gespreksgroepen op basis van vier ontmoetingen Persoonlijke weerbaarheid
Gemeente-zijn
Het is moeilijk om kwetsbaar en weerbaar te zijn, om onszelf te durven zijn en eigen standpunten in te nemen. Weerbaarheid vraagt om een innerlijk houvast waarbij we ons waardevol weten voor God en anderen en onze verantwoordelijkheid aanvaarden. Lees en bespreek zo mogelijk met anderen de eerste vier artikelen (pag. 4 tot 24).
In het verband van de kerkelijke gemeente is het goed leren omgaan met elkaars verschillen en mogelijkheden van het grootste belang. De Bijbel spreekt over de balans tussen waarheid en liefde, vrijheid en verantwoordelijkheid, van leer en leven, zie de artikelen 8-10 (pag. 40 tot 58)
Relaties Weerbaarheid in relaties houdt in dat we leren leven met grenzen en onszelf niet laten overvragen. Maar dit mag niet ten koste gaan van de bereidheid om er te zijn voor de ander. Om gericht te zijn op het belang van anderen. Zie artikel 5-7 (pag. 24 tot 40)
Weerbaarheid in de samenleving De laatste drie artikelen haken in op vragen over een realistische levenshouding, over volharding, waakzaamheid en trouw aan bijbelse uitgangspunten (pag. 58 tot 76).
Kwetsbaar en toch weerbaar Bij het woord kwetsbaarheid is te denken aan het bereikbaar en toegankelijk zijn voor mensen, waarbij we in onze houding en ons spreken bruggen willen slaan naar de ander. Tegelijkertijd is weerbaarheid nodig om grenzen aan te durven geven, eigen overtuigingen te ontwikkelen en tot doordachte keuzes te komen. Het heeft alles te maken met een nederige en vrij-
moedige levenshouding. Vanuit het besef dat we ondanks eigen beperkingen ‘geworteld’ mogen zijn als een boom geplant aan water (Jeremia 17:7,8). Jezus was kwetsbaar in zijn mens-zijn, Hij wilde één van ons zijn, maar ook weerbaar als Zoon van God. Hij wist wie Hij was en waarom Hij leefde.
P.S. In het laatste artikel (pag. 76) wordt het belang van kleine groepen benadrukt waarbij deelnemers ontdekken hoe ze persoonlijk en samen Jezus kunnen leren vertegenwoordigen: Kwetsbaar, integer, weerbaar en moedig. Daarbij wordt ook geschikt materiaal genoemd.
Inhoudsopgave 4 Kwetsbaar en toch weerbaar Drs. Wil Doornenbal
10 Als Jezus je aanraakt, ga je vanzelf rechtop lopen Toon Geluk
16 Het belang van waken Ds. Tim Vreugdenhil
20 God laat alles meewerken ten goede
Greg Ogden
24 Wat heb je in huis? Tjitske Lemstra
30 Ontplooiing in dienst van de ander Henri Nouwen
34 Elkaar opscherpen in liefde Anne Pals
40 Herders gezocht! Drs. Yme Horjus
46 ‘Leer mij lezen’ en ‘Leer mij leven’ Hans Maat
52 Kiezen doe je met je hart Mr. drs. Timon Ramaker
58 Een realistische levenshouding Marleen Ramaker
2
64 Geloven: Hoe houd je het vol?
Ds. Taeke Veenstra
68 Een christen is
geen ‘deurmat’ Gerard Feller
Verder in dit nummer:
76 De kring is een werkplaats
waar het geloof kan groeien en concreet wordt Roger Dragstra
80 Voor elke dag
90-dagen-dagboek
Beschikbaar zijn voor Gods verlangen
GROEI werkt samen met Uitgeverij Ark Media (onderdeel van Stichting Ark Mission, de organisatie die zich inzet voor bijbelverspreiding (www.arkmission.nl). Eerder in GROEI verschenen bijbeloverdenkingen voor elke dag nu gebundeld tot 365 dagen kalender. Niet jaargebonden. Om neer te zetten met ringband aan bovenzijde (11 x 15 cm), d9,95. In de boekhandel verkrijgbaar of via IZB-boekhandel 033-4613225 of Johannes Multimedia 0343-412857. Bijzonder geschikt als cadeau!
3
Geloof en mens-zijn Drs. Wil Doornenbal
Kwetsbaar en toch weerbaar
We hebben in ons land verschillende kleine stadjes zoals Goes, Hoorn, Enkhuizen of Deventer. Zo’n stad had vroeger eigen rechten, die het verdedigde. Het had daarom poorten die overdag meestal openstonden zodat mensen binnen konden komen maar die ’s nachts en bij gevaar werden gesloten. De steden bouwden ter verdediging ook een wal of een muur, die ongewenste gasten buiten moest houden. We kunnen ons leven en ons hart zien als een stad met wallen en poorten. Hoe kunnen we de poorten van onze stad openhouden, dus kwetsbaar zijn, en toch ook weerbaar zijn? Poorten gaan niet op een automatische klok open of dicht; dat moeten we zelf doen. Hoe doe je dat? Hoe kun je blijven kiezen voor een open, kwetsbare levenshouding en toch ook weerbaar zijn?
M
et deze paradox van zowel weerbaar als ook kwetsbaar zijn begeven we ons wat de Bijbel betreft op vertrouwd terrein. Daar vinden we deze schijnbare tegenstelling constant terug, bijvoorbeeld in Openbaring 5:1-6. “Ik (Johannes) zag een sterke engel, die luid riep: “Wie is waardig om de zegels te verbreken en de boekrol der geschiedenis open te maken? Maar er was niemand in de hemel of op de aarde of onder de aarde die de rol mocht openmaken en lezen. Ik vond het zo erg, dat ik begon te huilen. Maar één van de ouderlingen zei tegen mij: “U hoeft niet te huilen, want de leeuw uit de stam Juda heeft de overwinning behaald. Daarom mag Hij de zeven zegels verbreken en de rol open maken. Toen zag ik in het midden van de troon een Lam staan, en het leek wel of hij geslacht was.”
veilig voor mogelijke gevaren van buiten; je hoeft niet bang te zijn voor het kwaad, dat je omgeeft. Jezus Christus koos in zijn leven op aarde welke kant Hij van zichzelf naar voren bracht. Toen gewapende soldaten bijvoorbeeld naar Getsemané kwamen om Hem gevangen te nemen, koos Hij eerst voor weerbaarheid. Hij toonde zijn kracht en zijn geestelijke overmacht van de Leeuw,
We zullen steeds opnieuw moeten overwegen of we voor iets of iemand de poorten willen openen of sluiten, of we kwetsbaar willen zijn of dat we ons gaan verweren.
Lam en leeuw Christus de weerbare leeuw uit Judas’ stam blijkt kwetsbaar, zacht en open te kunnen zijn als een lam. Christus als lam blijkt de weerbare kracht van een leeuw te bezitten. Wat een troostrijke combinatie! Bij een lam ben je namelijk veilig met je eigen beperkingen. Voor een lam hoef je niet bang te zijn, want het haalt niet agressief naar je uit. Aan de andere kant ben je bij de kracht van een leeuw
4
waardoor de soldaten op de grond vielen. Daarna koos Hij voor de kwetsbaarheid van het Lam: Hij liet zich binden en liet zich wegvoeren. Hij was geen weerloos slachtoffer, maar koos bewust (Johannes 18:1-12).
Allebei nodig Als we alleen maar kwetsbaar zijn, hebben we niets om ons te verweren. Mensen
5
Geloof en mens-zijn
krijgen dan vaak medelijden met ons en vinden ons een zielenpiet. Of ze maken misbruik van onze zwakheid. Wanneer de ‘poorten’ van ons leven steeds openstaan, kan het bovendien innerlijk overvol worden aan mensen, noden en meningen. We vinden geen ruimte meer voor onszelf,
De positieve bijdrage van kwetsbaarheid is dat we meer stilstaan bij wat we nu echt in het leven de moeite waard vinden.
voor onze eigen meningen en verlangens. Maar als we alleen maar kiezen voor weerbaarheid, kan het betekenen dat ons kwetsbare ‘ik’ nooit meer tevoorschijn kan komen. We worden dan een vreemde voor onze partner, voor vrienden, collega’s en zelfs onze kinderen. Niemand die ons echt meer kent. En misschien worden we nog wel het meest een vreemde voor onszelf. Zoals bij alles in het leven gaat het ook hier om het zoeken van een balans en daar zullen we steeds aan moeten werken... Evenwicht in ons leven is geen lot dat passief over ons heen komt, maar we zullen steeds opnieuw moeten overwegen of we voor iets of iemand de poorten willen openen of sluiten, of we kwetsbaar willen zijn of dat we ons gaan verweren.
Wat is kwetsbaarheid? We noemen iets kwetsbaar als we zorgvuldig met iets of iemand om moeten gaan om het niet te beschadigen. En die kwetsbaarheid is niet uit te bannen. Denk maar aan bezittingen die veel voor ons betekenen zoals die nieuwe iPod, of het schaaltje dat we van oma hebben geërfd: ze kunnen zomaar beschadigd raken. Ook onze gezondheid is kwetsbaar; van de
6
ene op de andere dag kunnen we patiënt zijn. Maar ook onze zelfwaardering kan beschadigd worden. En kwetsbare relaties vragen om verzorging en aandacht. Onze baan kan op de tocht komen te staan, er is geen garantie dat het welzijn van onze kinderen geen gevaar loopt. Maar ook in het geloofsleven kunnen we opeens moeite en twijfel ervaren. Zo roept de man uit Marcus 9:24 tegen Jezus: “Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.”
dat ons in negatieve zin verharden. We bouwen dan een muur zonder poort tussen onszelf en de mensen om ons heen. We laten onszelf niet meer zien; en als noodzakelijk gevolg verstenen we vanbinnen. We worden bitter en leven zonder echt contact met onszelf en met anderen. Dat wat het kwetsbare leven ons nog zou kunnen bieden, ontvangen we niet meer. Wie niet kwetsbaar is en wil zijn, heeft geen ziel; hij wordt niet echt mens.
Door de geschiedenis heen probeert de mens aan die kwetsbaarheid te ontkomen. Hij maakt standbeelden van zichzelf en richt monumenten op. In de Griekse mythologie treedt Achilles op: de beroemdste der dappere helden uit de Trojaanse Oorlog. Zijn moeder had hem helemaal ondergedompeld in de wateren van de Styx om hem onkwetsbaar te maken. Maar ze moest de baby om het niet te laten verdrinken bij zijn hiel vasthouden; dat bleef dan ook het plekje waar hij dus wel kwetsbaar was. Juist daar werd Achilles als volwassene dan ook dodelijk door een pijl getroffen. We spreken nu nog over de achilleshiel als we het hebben over iemands kwetsbare plek. Onze cultuur accepteert het kwetsbaar zijn niet. We moeten jong, mooi en sterk zijn. Kwetsbaarheid is bijna een schande. Toch kan kwetsbaarheid positieve effecten op onszelf hebben.
Manipulatie
Positief en negatief De positieve bijdrage van kwetsbaarheid is dat we meer stilstaan bij wat we nu echt in het leven de moeite waard vinden. We beseffen meer wat klatergoud is en wat wij echt belangrijk vinden. Daar waar de dood bijvoorbeeld naderbij komt, komen soms ook mensen dichter bij elkaar. Het besef groeit dan dat het leven eindig is. In contact met anderen roept onze kwetsbaarheid soms het beste bij anderen op, zoals solidariteit en bereidheid om te helpen. Als we bang zijn voor kwetsbaarheid kan
Onze kwetsbaarheid kan bij de ander ook negatieve krachten oproepen, zoals de behoefte om ons te domineren of te manipuleren. Manipulatie kunnen we vergelijken met het werk van een poppenspeler in een marionettentheater. De poppen zijn met touwtjes aan hem verbonden en door aan de touwtjes te trekken bepaalt hij wat ze doen. Ze dansen, buitelen en lopen wanneer hij dat wil. En zolang hij wil. Zo kunnen mensen zijn als de poppenspeler: die bepalen dan hoe wij ons moeten voelen en ons moeten gedragen. En soms zijn wij de poppenspeler voor een ander, dan kan een ander aan ons touwtje vastzitten. Wanneer we ons in onze kwetsbaarheid laten manipuleren, geven we onze emoties en gedrag in de handen van een ander, de poppenspeler. Dit houdt in dat de ander ons geen recht tot kiezen toekent. We mogen wel kiezen... als we maar kiezen wat de ander al voor ons gekozen heeft. De poppenspeler kan ons bijvoorbeeld door tranen, zwijgen, nukkigheid, of door zwaarmoedigheid dwingen zijn kant op te gaan. Je mag wel je eigen leven leiden, als je maar precies de mens wordt die de poppenspeler in gedachten heeft. Wat zijn de touwtjes waarmee een ander ons naar zijn poppen kan laten dansen? Soms kan het betekenen, dat iemand je een schuldgevoel aanpraat. Bijvoorbeeld: “Als jij mij niet helpt dan…” Dit kan ondersteund worden met zuchten of tranen.
Of: “Heb je dat niet voor God of voor de kerk over? Is het je te veel om…?” Ook kan een appel gedaan worden op onze schaamte. “Zo hoort het…”. “Wat moet men wel niet denken als jij...?” “Een christenman hoort toch sterk te zijn, dus moet jij...” Het zijn echter de zelfgekozen normen van de poppenspeler. Men kan ons ook manipuleren door te wijzen op ons gevoel van onvermogen. “Toen en toen koos je voor die studie of die baan en dat is ook niet goed afgelopen. Dus luister nou maar naar mij...” Maar met het bang maken voor ons eigen vermogen om te kiezen maakt men ons afhankelijk van de touwtjes van de poppenspeler. Weerbaar zijn blijft dan ook belangrijk.
Ontwikkelen van weerbaarheid Wij hadden vroeger koloniën, die waren van ‘ons’. We haalden de bodemschatten uit de grond en vervoerden die naar het westen. De kolonie was immers van ‘ons’? Om te kunnen kiezen voor zowel kwetsbaarheid als weerbaarheid is het van groot belang om onszelf niet tot een soort
Als je open blijft naar de ander toe kun je je ook afvragen hoe je naar de ander kunt oversteken. Mogen mensen je raken met hun verdriet en zorg?
kolonie van een ander te laten maken. Goede vragen aan onszelf zijn dan ook: Van wie ben ik; wiens kolonie ben ik? Van de kinderen? Bepalen zij hoe ik mijn tijd moeten indelen? Van mijn ouders? Heersen zij in wezen over mijn tijd en keuzen? Van mijn partner? Of van mijn gemeente? Je zult het waarschijnlijk met mij eens zijn, dat we allereerst onvervreemdbaar het eigendom van God zijn. Niemand mag
7
Boeksignalement zomaar bezit van ons nemen. We behoren God toe en we zijn uniek voor Hem en anderen. Concreet betekent het dat we zelf de verantwoordelijkheid hebben om te leren van onze successen en mislukkingen en dat we steeds zelf onze keuzes maken. Wanneer iemand ons bijvoorbeeld steeds met onterechte kritiek of jaloerse gevoelens aanvalt, kies er dan met weerbaarheid voor om die invloed innerlijk niet toe te laten.
Openheid en kwetsbaarheid Ga eerlijk met je eigen gevoelens om. Probeer te registreren wat goed voelt voor jou en wat niet, en loop daar niet van weg. Het betekent dat we voortdurend het gesprek met onszelf nodig hebben over ons verdriet, onze teleurstellingen en onze verlangens. Anders verstenen en verstarren we innerlijk. Beoefen ook open handen naar God toe zodat Hij met die gevoelens aan het werk kan. Beoefen daarnaast ook openheid naar anderen. Er zijn mensen die zich voorgoed pantseren nadat ze teleurgesteld zijn. Ze gaan geen intieme relaties meer aan, en ze willen zich niet meer binden. Als je open blijft naar de ander toe kun je je ook afvragen hoe je naar de ander kunt oversteken. Mogen mensen je raken met hun verdriet en zorg? Onze broosheid als mensen is iets gezamenlijks. Als we door de kwetsbaarheid van een ander zelf niet meer mens worden, is er iets niet goed. Solidariteit houdt in een wederkerige erkenning van onze kwetsbaarheid. De ander is niet zielig, ook wij zijn het niet. Het betekent vertrouwen op de kracht die in de ander schuilgaat, en deze door liefde tevoorschijn laten komen. We mogen het Lam en de Leeuw blijven navolgen voor onszelf en voor ons contact met anderen en zo het leven leiden dat Hij voor ons bestemd heeft.
8
Om over na te denken / gespreksvragen: 1. L ees 1 Korintiërs 16:13 en 2 Korintiërs 12:9 en 10. Welke tegenstelling komt hierin naar voren? 2. W at leren we over gezonde weerbaarheid in de geschiedenis van Matteüs 15:21-28? 3. H oe ervaren we de balans tussen kwetsbaarheid en weerbaarheid in ons eigen leven? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info De geciteerde bijbelgedeelten in dit artikel komen uit de NBG vertaling 1951. Drs. Wil Doornenbal studeerde klinische en sociale psychologie en is auteur van verschillende boeken, waaronder Leven met jezelf… en anderen?, Geloven zoals je bent, Samen verder en het boek voor jongeren: Wat wil jij - wat wil ik? In haar meest recente boek Komt het door mij? schrijft ze over hoe om te gaan met terecht en onterecht schuldgevoel. Alle boeken zijn uitgaven van Boekencentrum – Zoetermeer.
De lotus en het kruis De schrijver Ravi Zacharias werd in 1946 in India geboren en emigreerde later naar Canada. Hij studeerde theologie en wordt gezien als een autoriteit op het gebied van de wereldgodsdiensten, sekten en filosofie. Hij doceerde o.a. aan de universiteiten van Oxford en Cambridge. Voor dit boek koos hij voor een originele uitwerking van veel gesprekken die hij had met boeddhistische monniken en leraars, waarbij hij veel waarde hechtte aan een goed gesprek ondanks verschillende visies. In het verhaal staat een lijdende vrouw centraal die in haar nood geen uitweg meer zag. Wat zou Jezus tegen deze vrouw gezegd kunnen hebben? Hoe had Hij een boodschap van hoop kunnen geven? Waarin onderscheidt zich zijn boodschap met die van Boeddha? Het is een fictief verhaal, maar op een respectvolle manier komen wezenlijke verschillen aan de orde en het unieke van Jezus’ leven en boodschap. Gideon – Hoornaar | 91 pag. € 11,25 | ISBN 9789060678367
Christenen verkennen andere godsdiensten in West-Europa
Citaat
Verpakt spreken doen we vaak uit onzekerheid. We hopen daardoor niet gekwetst te worden als de ander ons afwijst. Of we zijn bang dat we door onverbloemd te spreken de ander voor het blok zetten. Het kan dus voortkomen uit onzekerheid over onszelf of bezorgdheid voor de ander. Maar op beide terreinen draagt het verhullend praten weinig bij aan de goede communicatie. Wil Doornenbal Uit: Omgaan met jezelf en anderen, Boekencentrum – Zoetermeer
Dit studieboek werd geschreven door Pieter Boersema, Jaap Hansum, Evert van de Poll en Pieter Siebema, verbonden aan de vakgroep Godsdienstwetenschap en missiologie van de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven (België). De auteurs willen de lezer stimuleren oog te hebben voor mensen om ons heen met een andere religie. Om hun religieuze gedrag beter te begrijpen door er als het ware van binnenuit naar te kijken. Citaat: “religieus gedrag kan alleen ‘begrepen’ worden als we het culturele waardesysteem erachter begrijpen”. Het
kan inhouden dat – hoewel we het niet met iemands zienswijze eens zijn – het inzicht in de denkwijze van de ander groeit en respect binnen de relatie versterkt wordt. Het boek bespreekt godsdiensten in Europa (het jodendom; de islam; het hindoeïsme en het boeddhisme) vanuit christelijk perspectief. Citaat: “We schrijven in de eerste plaats voor christenen die meer willen weten over andere godsdiensten, al sluiten we lezers met een niet-christelijke achtergrond beslist niet uit.” De auteurs schrijven vanuit een evangelische en reformatorische achtergrond en hopen dat het boek een aanzet is om op een eerlijke manier met de ander in gesprek te gaan. Boekencentrum – Zoetermeer | 283 pag. € 23,50 | ISBN 9789023922223
Man en vrouw in bijbels perspectief Er verscheen een derde druk van dit grondig opgezette boek over Gods bedoeling voor de mens bestaande uit man en vrouw. De ondertitel is: een bijbels-theologische verkenning van de man-vrouwverhouding met het oog op de gemeente. Het is een uitgave vanwege de Gereformeerde Bond in de PKN, samengesteld door een studiecommissie onder leiding van ds. C. den Boer. Allereerst wordt aandacht gegeven aan de vraag hoe betrouwbaar de Bijbel is en welk gezag Gods Woord in ons denken en leven heeft. Daarna wordt de man-vrouwrelatie in het Oude en Nieuwe Testament belicht en de concrete betekenis van Jezus’ komst, boodschap en omgang met mannen en vrouwen. Ook krijgt de betekenis van man en vrouw aandacht in het verband van huwelijk, gezin en de gemeente. De auteur was predikant en daarnaast ook docent Nieuwe Testament bij o.a. Theologische Universiteit Gereformeerde Bond en Christelijke Hogeschool Ede. Het boek doet recht aan veelgestelde vragen en het doordenken van de bijbelse boodschap. Kok – Kampen | 217 pag. € 23,50 | ISBN 9789043514415
9
Geloof en identiteit Toon Geluk
Als Jezus je aanraakt, ga je vanzelf rechtop lopen
Het was tijdens een vakantie op Kreta dat ik in een prachtig klooster een oude vrouw zag. Zij viel op doordat ze erg krom was. Ze liep sterk voorovergebogen voetje voor voetje door het klooster. Het was een wonder dat ze niet vooroverviel. Toen ze op een stoel was gaan zitten om uit te rusten, heb ik stiekem een foto van haar gemaakt. Er ging van alles door me heen. Ik maakte mijn eigen verhaal bij deze vrouw. Dit was een vrouw die een zwaar leven achter de rug had. Dit was een weduwe die door haar kinderen verlaten was en bedelend door het leven ging. Of nee, dit was een vrouw die een zware hernia nooit te boven was gekomen. Hoe dan ook, voor mij was dit de vrouw die Jezus ontmoet in Lucas 13:10-17.
I
k wil naar deze geschiedenis kijken aan de hand van vier kernwoorden: machteloosheid, nederigheid, onaantastbaarheid, ontvankelijkheid. Allereerst iets over machteloosheid.
Machteloosheid Ik kan me voorstellen dat deze vrouw zich bijzonder machteloos voelde. Niet in staat tot enige arbeid, niet in staat haar medemens aan te kijken. Het enige wat ze zag waren de stenen vlak voor haar voeten. Ze zal een stok nodig gehad hebben. Om staande te blijven. Machteloos zich op te richten. Wij lopen soms ook krom omdat we ons machteloos voelen. Misschien niet letterlijk, dan toch wel geestelijk. Ten opzichte van mijzelf kan ik me zo volstrekt machteloos voelen: mijn fouten, mijn angsten, mijn voornemens (die ik niet kan volbrengen), mijn gevoelens. Ik weet niet hoe het jullie vergaat in het leven, ik heb me dikwijls machteloos gevoeld in mezelf. Een strenge God, een strenge kerk, een streng thuismilieu, een strenge school. Dat hakt erin. Vaak zat ik alleen met mijn angsten, mijn frustraties, mijn onhandigheid. Niet alleen ten opzichte van mezelf, ook
10
ten opzichte van anderen kan ik me zo machteloos voelen. Een schoolherinnering: ik werd op het plein heel vaak gevloerd door Niek, het zoontje van de dominee. Hij zat op judo en zag in mij een leuk oefenobject. Als ik dan weer eens onder lag en hij zijn knieën op mijn bovenarmen zette, riep hij steevast een
We lopen soms ook krom omdat we ons machteloos voelen. Misschien niet letterlijk, dan toch wel geestelijk. woord dat zijn vader elke zondag gebruikte: genade? En pas als ik hem nasprak ‘genade’, mocht ik weer gaan staan. Als ik het journaal zie, met alle ellende die dan op me afkomt, kan ik me ook zo machteloos voelen: zoveel vreselijke dingen overal. En nergens kan ik echt wezenlijk iets aan doen. Op het dak van het Paleis op de Dam staat Atlas, die de hele wereld op zijn rug draagt. Ook hij is er krom van gaan lopen. Ik houd mezelf dan maar voor dat we niet meer kunnen doen dan onze arm kan rijken.
11
Geloof en identiteit
En hoe machteloos kun je je voelen tegenover God. Hoe kun je soms David nazeggen: “Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van mijn zonden bewust, tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen”. Of Petrus: “Heer, ga uit van mij, ik ben een zondig mens!”
Nederigheid Nederigheid is een christelijke houding, maar wat houdt nederigheid precies in? Sommigen noemen ‘zelfvernedering’ als ze het woord nederigheid horen. Jezelf minder achten, de minste zijn. Ruimte maken voor een ander. Of zelfverloochening. Je wilt iets heel graag, maar je ziet ervan af omdat een ander er recht op zou hebben. Of omdat je jezelf niet wilt opdringen. Omdat je een ander voor wilt laten gaan. Gevoed door de tekst uit Lucas 14:11: “Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden”.
Een te krampachtige wil om nederig te zijn kan leiden tot een vorm van zelfvernietiging.
Het kan een christelijke houding zijn. Met nadruk op ‘kan’. Want als je hier de theologie en de psychologie door elkaar haalt, gebeuren er ongelukken. Je kunt je zo laten inpakken door de wens klein en nederig te blijven, dat je erin omkomt. Als je altijd een ander laat voorgaan, als je altijd de eigen wensen opzijzet, als je altijd je gevoelens negeert, dan kan dat leiden tot depressiviteit. Uiteindelijk kan het leiden tot zelfontwaarding: je bent niets meer waard in je eigen ogen. Systematisch genegeerde behoeften doen je jezelf voorbijlopen. Je weet ten slotte niet eens meer wat je zelf van iets vindt,
12
wat je wel of niet belangrijk vindt, wat je waard bent. Een te krampachtige wil om nederig te zijn kan leiden tot een vorm van zelfvernietiging. Met zelfdoding als ultiem gevolg. Wie op deze wijze krom loopt, is in de ban van de duivel, zeg ik hier Jezus na. Bezeten … door een geest die haar ziek maakte, staat er in Lucas, al achttien jaar door Satan geboeid. Zó krom zijn betekent geboeid zijn. Zo kun je geboeid zijn door eigen waanideeën, door vertekeningen van de werkelijkheid. Maar wat is nederigheid dan wel? Nederigheid komt van humilitas = humus = aarde. Nederigheid is het besef dat je aards bent, van beneden. Het is de relativering van een te verheven ego. Soms heb je wat gepresteerd in het leven, je krijgt er waardering voor, er klinkt applaus. Dan zou je haast vergeten dat je gewoon van de aarde bent, dat je met beide benen op de grond behoort te staan. Nederigheid is niet jezelf minachten, jezelf de grond in praten. Nederigheid en moed hebben alles met elkaar te maken: de moed om jezelf te accepteren, voluit te beseffen dat je gewoon mens bent, uit de aarde genomen. Dat houdt je met twee voeten op de grond. Het is de beslissing dat ik mezelf aanvaard, met mijn sterke en mijn zwakke kanten. Je bent sterk als je jezelf toestaat ook zwak te zijn. Sommigen spélen nederigheid. Omdat die houding applaus oplevert. Omdat ze daarmee aandacht krijgen. Ze weten geen andere manier. Op het plein voor de Nôtre Dame in Parijs zagen we een gekromde vrouw lopen. Het leek een echt oud vrouwtje, bij nader inzien was het misleiding: het bleek een jonge dame die op die manier de toeristen geld aftroggelde. Zo kun je door namaaknederigheid de aandacht van anderen trekken… Er is een stroming in de psychologie die zegt dat niet je gevoel je houding bepaalt, maar dat je gevoel voortkomt uit je houding. Als je krom gaat lopen, ga je
je ook depressief voelen. Wie zich depressief voelt, moet zich dus afvragen hoe hij loopt. En eerlijk is eerlijk: als ik met de handen op de rug wandel met mijn blik naar beneden, ben ik me niet bewust van mijn omgeving. En ga ik me ook steeds minder prettig voelen. Vanuit die houding kan ik geen energie halen. Die haal ik uit een opgerichte houding, blik omhoog, handen omhoog. Als zij zich somber voelde of als ik wat negatief was, citeerde mijn moeder een oud kerklied van Jodocus van Lodenstein: “’t Oog omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet! ’t Ware leven, lieven, loven is maar, waar men Jezus ziet”.
Onaantastbaarheid En dan zo’n prachtige wending in het verhaal. “Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God.” Het zal je maar gebeuren: achttien jaar ziek geweest. Al die jaren de hemel niet meer gezien. Dat is ernstig. In NoordKorea weten ze dat ook. Zelfs de ongelovigen weten dat christenen niet zonder de hemel kunnen. Een boek dat over de strafkampen gaat heeft als titel: Zij mochten de hemel niet zien. Citaat: Op last van Kim Sung Il mochten de christenen in de gevangenis nooit hun hoofd oprichten en naar de hemel kijken. De blauwe lucht was voor hun ogen verboden terrein enkel omdat ze in de hemel geloofden... Jezus legde haar de handen op. Hoe vaak lees je dat niet in de Bijbel. Jezus legt de dochter van Jaïrus de handen op, de jongeling te Naïn, Lazarus. Als Jezus je aanraakt, ga je vanzelf rechtop lopen. Je kunt niet anders meer. Jezus vernieuwt telkens weer je leven. Als je je aan laat raken! Wie krom loopt van ellende en niemand meer heeft die hem of haar aanraakt, die geen liefde ervaart van anderen, komt er alleen niet meer uit. Die heeft Jezus nodig. Die heeft onvoorwaardelijke liefde
nodig. Genezende handen. Pas dan krijg je echt gevoel van eigenwaarde. Als je bevestigd wordt in je bestaan, als je gezien wordt, als je contact hebt met de Heiland. Als je weet waarin je gevoel ten diepste gegrond is, als je behalve het besef dat je aards bent, ook het besef hebt dat je hemels bent. Geadopteerd, als zoon of dochter aanvaard. Puur omdat Jezus je heeft aangeraakt. En gezegd heeft: Je bent verlost! Je bent van mij!
Nederigheid en moed hebben alles met elkaar te maken: de moed om jezelf te accepteren, voluit te beseffen dat je gewoon mens bent, uit de aarde genomen.
Op dat moment word je onaantastbaar in je eigen waarde. Omdat je waarde door Jezus bepaald is. Mensen hebben dan weinig tot geen invloed meer op je.
Ontvankelijkheid Thuis zijn bij mezelf. Dat geeft zelfvertrouwen. Dat ik mezelf goed voel, onafhankelijk van anderen. Dat kan als ik mezelf recht in de ogen kan kijken. Als ik niets te verbergen heb. Als het mijn wens is een transparant leven te leiden voor Gods ogen. Ontvankelijk is een mooi woord: het is de houding van ontvangen. Een houding van openheid en eerlijkheid. Van kwetsbaarheid ook. Want als ik me openstel en bereid ben tot ontvangen, kan ik makkelijk gekwetst worden. Openheid vraagt vertrouwen. Als ik thuis ben bij mezelf, als ik mezelf in de ogen durf te kijken, doe ik ook mijn best anderen in de ogen te kijken. Dat valt niet mee als je nog rondloopt met gekwetste en beschadigde gevoelens. Iemand heeft je iets aangedaan, iets vreselijks aangedaan. Of je koestert
13
Accent zelf nog wrok jegens iemand. Dan heb je een opdracht uit te voeren. Ten eerste in de relatie met God, ten tweede in de relatie met die ander. Hoe vaak hoor ik niet mensen zeggen: hij moet maar eerst naar mij toe komen. Hij is de dader, zij is de schuldige. Mensen die een leven lang wachten tot de ander komt. In de Bergrede lees ik dat Jezus zegt: als je je gave bij het altaar brengt en je realiseert je dat je broeder iets heeft tegen jou, laat je gave bij het altaar liggen en verzoen je eerst met je broeder. Jij bent degene die actie onderneemt. Jij spreekt als eerste de wens tot verzoening en vergeving uit. En dat vraagt nogal wat. Want het kan heel diep zitten. Misschien is er
Als ik thuis ben bij mezelf, als ik mezelf in de ogen durf te kijken, doe ik ook mijn best anderen in de ogen te kijken.
heling nodig waarbij deskundigen een rol spelen. Waar eerst psychologische schade moet worden hersteld. Toch blijft de opdracht tot vergeving staan. ‘… gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren …’ Wie op deze manier in het leven staat, aanvankelijk met een kromme houding, veroorzaakt door de last van het leven, kan fier rechtop gaan staan. Het is immers Jezus die je aanraakt, je leven heelt. Het is Jezus die je in de ogen kijkt, die je de moed en de kracht geeft om onaantastbaar in het leven te staan, om te vergeven en vergeving te ontvangen. ’t Oog omhoog, het hart naar boven!
Om over na te denken / gesprekvragen:
1. Wat sprak u het meest aan in dit artikel? 2. W at zegt Kolossenzen 3:9 en 10 over vernieuwing, groei en houvast?
Info De bijbelgedeelten in dit artikel worden geciteerd uit de NBG vertaling 1951. Toon Geluk werkt als zelfstandig adviseur in het onderwijs (interim-management, training, coaching en mediation). Hij is getrouwd met Corrie en samen leiden ze met enige regelmaat huwelijkscursussen en -seminars.
Citaten Jezus keek niet minachtend neer op de verbitterden, de machtelozen en afgeschrevenen, met wie Hij te maken kreeg. Hij vereenzelvigde zich met hen, Hij liet zich ter wille van hen minachten zonder bitter te worden, opdat verbitterde mensen zichzelf konden gaan accepteren en hun zelfrespect behielden. Hij mat hen niet met vreemde maatstaven maar erkende hen in hun eigen aard, en riep zó hun gaven tevoorschijn. Daarmee is ons geen patentoplossing gegeven, maar wel een richtsnoer voor onze houding. Walter Trobisch Uit: Ik wilde dat ik kon vliegen, Kok – Kampen
Een hamer verbrijzelt glas, maar smeedt staal Rond mijn veertigste had ik een burnout. Ik was er slecht aan toe en mijn huisarts bereidde me erop voor dat ik voor langere tijd mijn werk moest neerleggen. Ik was moe en depressief en voelde me bovendien gebruikt en misbruikt. In deze periode zat ik gedachteloos wat te bladeren in een nieuwsbrief, die ik had gekregen. Ik las niet, want ik kon niets opnemen, ik staarde slechts naar het papier. Tot ik getroffen werd door deze regel: ‘Een hamer verbrijzelt glas, maar smeedt staal!’ Deze woorden lieten met niet meer los en als ik terugzie op deze donkere periode uit mijn leven, weet ik dat deze regel het begin is geweest van mijn genezing. Wat wil ik zijn, onder de klappen, moeilijkheden en tegenslagen van het leven, glas, of staal? Laat ik me erdoor kapotmaken of smeden? Een mens kan kiezen! Ik heb toen gekozen, op mijn knieën, stamelend biddend om hulp en sterkte. Tot verbazing van mijn huisarts en vele anderen kon ik een half jaar later weer aan het werk! Mijn begeleidend arts wist niets van deze levensregel, maar speelde er onbewust op in. Toen ik hem vertelde hoe ik door onbegrip, pesterijen en tegenwerking in deze toestand was geraakt, merkte hij op: ‘Natuurlijk, mensen proberen je gek te maken, maar jij laat je gek maken!’ Aan die mensen en omstandigheden kun je weinig veranderen, maar jij kunt veranderen! Dat is een kwestie van kiezen. Die
keuze wordt bewuster en gemakkelijker als we gaan zien hoe het leven in elkaar zit. De hamer van tegenslag en moeilijkheden kan niemand van ons ontlopen, maar iedereen kan kiezen wat hij onder de klappen van het leven wil zijn, glas of staal. Denk maar aan mensen die over u roddelen of kritiek op u hebben. Hun woorden kunnen zijn als een hamer en hun blikken kunnen u als mokerslagen treffen. Je kunt je dan aan gruzelementen laten slaan, je kunt je echter ook door diezelfde critici laten smeden tot een sterker mens! Volwassen worden en vooruitkomen in het leven, is een kwestie van voortdurend kiezen. Voor een christen is dat kiezen met Gods hulp, vertrouwend op de kracht van de Geest, die in ons woont. Zo kan de Heer ons helpen om iedere moeilijkheid om te zetten in een door God gegeven mogelijkheid. Dick Langhenkel Uit: Eyeopeners, Boekencentrum – Zoetermeer
Niet mijn eigen persoonlijkheid moet centraal staan, maar God. De blik moet naar buiten en op Hem gericht zijn. Door Zijn ogen moet ik naar mijzelf kijken. Thomas a Kempis
GROEI- JAARGANG 2009 – NR. 3
14
15
Geloof en praktijk Ds. Tim Vreugdenhil Aan de ingang van Getsemané blijven acht leerlingen achter. Drie anderen mogen mee. De vertrouwelingen: Petrus, Johannes en Jakobus. Meestal bidt Jezus alleen. Nu niet. Nu heeft Hij menselijk gezelschap nodig, vrienden die Hij deelgenoot kan maken van zijn gevoelens. En tegelijk is dat driemanschap ook een soort nachtwacht. Er hangt immers dreiging in de lucht.
D
e drie musketiers of bodyguards. Ongetwijfeld geen stoere mensen aan wie je verder niet zoveel kunt zien. De drie leerlingen moeten behoorlijk verwilderd zijn geweest. Hun Jezus, altijd meester van elke situatie, van anderen en van zichzelf, is nu in dodelijke paniek en weet niet meer waar Hij het zoeken moet. Misschien dat het zelfs een opluchting voor hen is als Jezus vervolgens toch de eenzaamheid verkiest. Maar niet dan nadat Hij hen een opdracht geeft: “Blijf hier waken.”
Het belang van waken 16
Eén uur later gebeurt wat Jezus kortgeleden nog als gelijkenis verteld had: “Laat de Heer jullie niet slapend aantreffen als Hij plotseling komt”. In het leger is zoiets een doodzonde: slapen terwijl je opgedragen is op wacht te staan. Jezus spreekt Petrus aan (overigens weer bij zijn oude naam “Simon,” met andere woorden: laat dat ‘rots’ maar even weg...). Petrus, de man die ruim een uur geleden uitriep dat hij als het moest met Jezus wilde sterven. Die Petrus is niet in staat om één uur met Jezus te waken. Je hoort de gekwetstheid tweeduizend jaar later nog altijd in Jezus stem: “Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken?” Dat herhaalt zich, en het is alsof de evangelist Marcus het stupide van de situatie wil benadrukken door een nietszeggende reden voor het feit dat ze opnieuw in slaap gevallen zijn: Want hun ogen vielen steeds dicht. Dat hebben de discipelen maar niet tegen Jezus gezegd: Ze wisten niet wat ze Hem moesten antwoorden.
Waakzaam Wat is er nu zo pijnlijk aan dit verhaal? Heeft het iets met falende vriendschap te maken? Zeker. Ligt het probleem in het negeren van een opdracht van Jezus om wakker te blijven? Ook dat. Maar er is nog een dieper probleem. Deze mannen zijn nu zo’n drie jaar dag en vaak ook nacht in het gezelschap van Jezus. Zij hebben uit ervaring kunnen vaststellen dat Jezus zeer waarschijnlijk de meest alerte, de meest wakkere mens is die de wereld ooit heeft gezien. De voorbeelden liggen in de evangeliën voor het oprapen. Jezus is in letterlijke zin het meest wakker: als de leerlingen gaan slapen, gaat Hij vaak nog bidden. Maar ook figuurlijk is Jezus altijd
Jezus is altijd en overal waakzaam. Vaak is een gedachte nog niet eens uitgesproken of Jezus weet er al van.
en overal waakzaam. Vaak is een gedachte nog niet eens uitgesproken of Jezus weet er al van. Vaak is een probleem nog niet eens door anderen gesignaleerd of Jezus ziet het al aankomen. Vaak is een mens nog amper opgemerkt of Jezus heeft haar of hem al gezien. Bovendien blijkt Jezus een meester in het aanwijzen van de vele manieren waarop mensen zich in slaap laten sussen. Hoe meer je meeloopt met Jezus, hoe meer je
17
Geloof en praktijk
het doorkrijgt en hoe gênanter het soms wordt. Vaak blijk ik mijn ogen te sluiten voor de noden van een ander (‘dat had ik niet gezien!’). Ik droom dat ik best een goed mens ben en ben totaal niet alert op de zwakke plekken in mijn eigen karakter (‘hè? Ben ik dat?’). Ik doe mijn ogen dicht voor patronen in mijn levensstijl die ongezond zijn (‘je kunt niet overal op
Starend naar het scherm (van televisie of internet) hebben wij ondertussen nauwelijks meer door wat er nu echt om ons heen gebeurt.
letten’). Sterker nog: ik ben me nauwelijks bewust van de twee belangrijkste dingen in deze wereld: van de aanwezigheid van God (‘God? Die zie ik eigenlijk niet zo’) en van de realiteit van het kwaad (‘ach, dat valt toch ook wel mee’). Probeer het eens: één uur alert te zijn op al die dingen! Het is vermoedelijk te veel gevraagd. “Kun je niet één uur waken?” Grote kans dat ook ik - net als Petrus - niet goed weet wat ik daarop zeggen moet. Zelfs al zou je al die dingen willen zien, zegt Jezus, dan gaat je dat nog niet lukken. Je kunt het niet. Zelfs als je geest gewillig is (dat is al heel wat!), dan nog is je lichaam zwak. Zelfs voor wie het zou willen, is het doen nog een probleem.
Een wakker mens Het antwoord op de startvraag (‘waarop moet ik alert zijn?’) is in de Bijbel dus geen simpele moraal, zo van: wees een wakker mens, doe je best, hou je ogen open, je kunt het! Wat wij in de Bijbel lezen, is: je kunt het nu juist niet. Nog geen uur! Scherp gezegd: de alertheid van bet gemiddelde dier is stukken groter dan die van de gemiddelde mens. Geen schepsel is gemakkelijker in slaap te sussen dan uitgerekend ik. Onze wereld, onze cultuur
18
gaat slapend ten onder, zoals Herman van Veen ooit treffend zong hoe een medium als de televisie ons gezamenlijk in slaap sust: starend naar het scherm (van televisie of internet) hebben wij ondertussen nauwelijks meer door wat er nu echt om ons heen gebeurt. Als Jezus naar onze cultuur kijkt, zegt hij hetzelfde als toen: “Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten?” Keer op keer gaat Jezus’ gelijkenis letterlijk op en treft hij mensen - juist vaak ook zijn eigen volgelingen - slapend aan. Christenen zijn dus niet mensen die wakker zijn, in tegenstelling tot de rest. Christenen laten zich wel storen door die vraag van Jezus, als het moet elk uur opnieuw: slaap je nog? En net als in het liedje over vader Jakob is er maar één middel om van een slaper een waker te worden: als alle klokken luiden. Vier van die klokken stel ik je ten slotte kort voor, beter gezegd: ik laat ze horen. Het zijn de klokken die het christelijk geloof aan een slapende wereld te bieden heeft.
Klok 1: Het kruis Bijzonder aan het Getsemané-verhaal is dat Jezus, als Hij zijn leerlingen tot driemaal toe slapend aantreft, deze mensen niet verwenst, laat staan vervloekt. Hij zegt na de derde maal: Kom, “het is zover.” Voor wat? Voor straf? Sancties? Nee. Voor het ogenblik waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Dat is: de Man die altijd wakker is, Hij die sluimert noch slaapt, Israëls God, wordt in handen van de slapers gesteld (zondaars zijn mensen die niet opletten wat ze aan het doen zijn). Deze uitlevering loopt binnen een etmaal uit op het kruis. Rond het kruis is er niemand die waakt en bidt, Jezus durft het niemand meer te vragen, er is ook niemand meer om het aan te vragen. Jezus doet het aan het kruis alleen. Daar drinkt Hij de beker. De beker met de slaapdrank die de hele wereld in zijn ban houdt. Hij bidt ondertussen: Vader, vergeef het de mensen, want ze weten niet wat ze doen, ze slapen! Zelfs daar en dan blijft Jezus
wakker. Totdat Hij roept: het is volbracht. Dat betekent: de waakzaamheid die Ik heb opgebracht, hoeft niemand anders meer op te brengen. Niet één uur, niet één minuut. Wel vraagt Jezus vanaf nu: alert te zijn op het kruis. Je ogen ervoor te openen dat God op Golgota moest waken omdat jij zo vaak ligt te slapen. Zelfs bij het kruis kun je in slaap vallen, en het overkomt veel christenen en niet-christenen. Maar nergens roept de stem van Jezus je krachtiger wakker dan juist daar.
Klok 2: De opstanding Aan het einde zegt Jezus: liggen jullie hier nu nog steeds te slapen? En dan volgt er een kort commando, dat je letterlijk moet nemen: Sta op! Door Jezus’ opstanding krijgen die woorden een diepe betekenis. De doodsslaap van de hele wereld en van alle mensen is doorbroken. Het is geen lot meer (zoals het was tussen paradijs en Getsemané). Het is nu een keuze: wil je blijven liggen? Je kunt ook opstaan! In het Nieuwe Testament is ‘slaap’ vaak identiek aan ‘dood’. “Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen” (Efeziërs 5:14). En daar achteraan legt Paulus uit wat hij met die woorden bedoelt: “Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige (wakkere) mensen. Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd.” Alleen het geloof dat Jezus wakker is, kan mij echt wakker maken. Hoe meer ik geloof dat Jezus is opgestaan, hoe meer ikzelf ook uit mijn slaap kan opstaan. Nog anders gezegd: er bestaat een evangelische alertheid (wees waakzaam!) en de kracht om dat te doen, komt van de opgestane Jezus zelf (geloof in de opstanding!).
Klok 3: Gebed Bidden is een praktische manier om wakker te blijven: zolang je bidt, slaap je in ieder geval niet. Gebed is een manier om deel te krijgen aan Gods alertheid. Om te zoeken naar God: wat wil Hij?
Met mijn leven, met de wereld? Wie op wacht staat, kan zelf met zijn kijker de horizon afspeuren en soms moet dat. Maar de kern van het christelijk geloof is dat de ‘Commander-in-Chief’, God zelf, jou inzicht wil geven in zijn plannen. De kern van het Evangelie is uiteindelijk niet: wees alert op allerlei gevaren. Maar: wees vooral alert op God.
Klok 4: Moeilijke omstandigheden in je leven Grote christelijke denkers hebben altijd gezegd: de vreugde van het eeuwige leven is dat daar geen pijn meer zal zijn. In dit aardse leven is er veel zinloze pijn. Maar sommige (lang niet alle!) pijn gebruikt God als signaal: om mij wakker te houden. Tal van psalmen getuigen van die route: hoe pijn om het bestaan mensen bedroeft, verwart, verlamt. Maar ook hoe pijn je uiteindelijk kan brengen bij Hem die nooit slaapt, die er altijd voor je is, bij God. Zelfs Jezus, staat er in Hebreeën 5, heeft alleen door lijden gehoorzaamheid geleerd. Pijn om wat me overkomt, om mensen of dingen die ik mis: het kan een manier zijn waarop God mij gehoorzaamheid wil leren. In de letterlijke zin: dat je hoort naar God, ziet op God, verlangt naar God. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Wat maakt het beeld van de dodelijk bedroefde Jezus in Getsemané bij je los? 2. Bespreek de vier klokken uit het slot. Hoe zou je ze alle vier geregeld kunnen luiden? GROEI – JAARGANG 2009 – NR.3
Info
Dit artikel komt uit Overstag (van Wijnen – Franeker, ISBN 9789051943351, 150 pag., € 14,95) en is met toestemming van de uitgever overgenomen. Tim Vreugdenhil (1975) is theoloog en predikant van Stadshartkerk Amstelveen.
19
Omgaan met moeite Greg Ogden
God laat alles meewerken ten goede
God verwerkt onze omwegen in zijn wegenkaart De toetssteen van het geloof is het vermogen om God te vertrouwen wanneer het leven op zijn zwaarst is. Maar wat is de basis voor dat vertrouwen?
D
e belofte waarop alle beloften van God gegrond zijn, is: “En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede” (Romeinen 8:28). Dit vers is zo bekend dat de diepgang ervan ons maar al te gemakkelijk ontgaat, net als de hoop die erin doorklinkt ons gemakkelijk ontgaat doordat er in de christelijke wereld zo luchthartig, haast clichématig mee wordt omgesprongen. We vuren het af op het probleem van een ander, als een arts die geen zin heeft in een telefoontje na werktijd: “Slik dat vers en bel me morgenochtend.” Paulus schrijft dit niet om de diepte van het verdriet waarmee wij geconfronteerd worden, te bagatelliseren. Hij zegt dat alles wat ons in deze wereld overkomt, gezien kan worden vanuit het standpunt van onze goede God, die deze wereld regeert met soevereine macht en dus alles volgens zijn goedgunstigheid laat verlopen.
Voor iedereen Er zijn twee voorwaarden waaraan voldaan moet worden, wil deze belofte van toepassing zijn op iemands leven. De eerste voorwaarde springt eruit in de Griekse zinbouw van dit vers. In verschillende Nederlandse vertalingen is “voor hen die God liefhebben” achter “God doet alle dingen meewerken ten goede” geplakt. Maar in het Grieks gaan de woorden “voor hen die God liefhebben” vooraf aan de belofte dat “alles bijdraagt aan het goede.” Het is duidelijk dat we om onder Gods bescherming te staan, blijk moeten geven van liefde voor God. God liefhebben is
20
Hem gehoorzamen. Sommige vertalingen zeggen: “Wij weten dat God in alles meewerkt ten goede”, met andere woorden: door onze bereidwillige en ongedwongen onderwerping aan Gods plan stuurt God alles zoals Hij wil (…) Als iemand God liefheeft en God vertrouwt en God aanvaardt, wanneer iemand voelt, weet en ervan overtuigd is dat God een volmaakt wijze en volmaakt liefhebbende Vader is, dan kan hij nederig alles aanvaarden wat God op zijn weg brengt. Zonder vertrouwen dat God in zijn genade het goede zal voortbrengen uit iedere situatie, zullen we worstelen met Gods plannen en doelstellingen en eindigen in verbittering. Onze liefde voor God is onze verklaring
Wij kijken in ons leven naar de onderkant van het weefwerk. Wat wij van de onderkant zien is een warboel van losse draden en willekeurige patronen.
tegenover God dat wij ons coöperatief zullen opstellen in zijn allesomvattende wil. Geroepen zijn is de oproep ontvangen hebben, geluisterd hebben en ingegaan zijn op Jezus’ opdracht om Hem na te volgen. Het is onszelf onderwerpen aan de opvoeding van Jezus Christus, die ons wil omvormen naar zijn beeld. We kunnen geen aanspraak maken op Gods belofte dat alles zal bijdragen aan het goede tenzij we zijn ingegaan op zijn oproep en
21
Omgaan met moeite
ons leven hebben toevertrouwd aan een God die goed is.
Niet alles is goed De belofte is dat God op zijn soevereine wijze zelfs uit dat wat kwaad is, het goede voortbrengt. Laten we eens een aantal consequenties van deze waarheid bekijken. - God verwerkt onze omwegen in zijn wegenkaart. Onze doodlopende wegen worden zijn doorgaande routes. Niets wordt verspild in Gods koninkrijk. Een van de kenmerken van Perzische tapijten is dat ze vol met fouten zitten, maar wanneer de tapijtwever een fout ontdekt, vindt hij een creatieve oplossing om die fout te verweven in het patroon, zodat er een harmonieus geheel ontstaat. - Met de tijd verandert ons perspectief. Door de tijd heen verandert de betekenis van gebeurtenissen in ons leven. Veel van wat er in deze wereld gebeurt, zal onbegrijpelijk of zelfs onafgerond blijven totdat Christus in zijn koninkrijk komt en het kwaad goed maakt en het recht laat zegevieren. Het perspectief van de tijd is nodig om de gebeurtenissen in ons leven in het bredere kader van Gods bedoelin-
Als God de kruisiging van zijn Zoon kan laten bijdragen aan het goede, dan kan Hij elke verschrikking die zijn kinderen overkomt omkeren in het goede. gen te gaan zien. - Het leven is niet willekeurig en grillig. Wanneer je naar bepaalde gebeurtenissen in het leven kijkt, vraag je je af of er een plan is. Larry Crabb heeft geschreven: “Niemand zal tot de conclusie komen dat God goed is, door het leven te bestuderen”. Jerry Sittser schrijft: “Een van de moeilijkste aspecten van mijn verlieserva-
22
ring (hij verloor tijdens een ongeluk veroorzaakt door een dronken automobilist drie generaties vrouwen uit zijn familie: zijn moeder, zijn vrouw en zijn vierjarige dochter) was dit gevoel van pure willekeur. De gebeurtenis lag volkomen buiten mijn controle, een ‘ongeluk’ noemen we dat. (…) Ik begon met cynisme naar de absurditeit van het leven te kijken. Ik dacht: misschien is er echt geen God en heeft het leven echt geen zin. Ik werd gekweld door mijn onvermogen om ook maar enige zin in deze tragedie te ontdekken.” Een tragedie is veel beter te verdragen wanneer we er een of ander hoger doel aan kunnen toekennen. (…) In Romeinen 8 stapt Paulus uit de groeven van de tijd (vers 28) op de fundering van Gods eeuwige voornemen (vers 29 en 30).
Weefwerk Wij kijken in ons leven naar de onderkant van het weefwerk. Wat wij van de onderkant zien is een warboel van losse draden en willekeurige patronen. Paulus gaat van de onderkant van het weefgetouw naar de kruk waarop de wever zit. Hij doet een stapje achteruit, naar een hemels perspectief, door zich te concentreren op Gods kijk op de eeuwigheid. Hij beschrijft een keten met vijf onverbrekelijke schakels, vanaf Gods plan van voor alle tijden, tot zijn afsluitend handelen in de eeuwige heerlijkheid. God laat alles bijdragen aan het goede omdat Hij, voordat wij geschapen werden, al een doel met ons heeft en bezig is om dat doel te bereiken. Tegelijk verwerkt Hij daarin onze vrije wil. “Wie Hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. Wie Hij hiertoe heeft bestemd, heeft Hij ook geroepen; en wie Hij heeft geroepen, heeft Hij ook vrijgesproken; en wie Hij heeft vrijgesproken, heeft Hij nu al laten delen in zijn luister” (Romeinen 8:29-30).
De geschiedenis vertelt Als we niet kunnen constateren dat Gods goedheid zal overwinnen door te kijken naar de gebeurtenissen in het leven, waar moeten we dan naar kijken? Het historische bewijs dat God in alles het goede uitwerkt, is het kruis. Als we erbij waren geweest op de dag van Jezus’ dood, hadden we dan iets anders gezien dan een daad van zinloos geweld? Als wij volgelingen van Jezus geweest waren, zouden we dan niet in wanhoop vertrokken zijn en gezegd hebben: “Wat had dit voor zin? Waarom moest Hij sterven?” Op zijn best hadden we geconcludeerd dat het kruis had gediend om het kwaad te ontmaskeren dat schuilt in het menselijk hart. Maar dat kwaad had getriomfeerd. Welke conclusie hadden we anders kunnen trekken? Toch geldt, om Jozef te citeren in Genesis 50:20: “Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd”. Jozef was door zijn broers voor dood achtergelaten, en toch was hij door God gered om Farao’s rechterhand te worden en zo de belangen van Gods uitverkoren volk te behartigen. Het kruis, dat bedoeld was ten kwade, was – naar het plan en de voorkennis van God – het redmiddel voor een verloren mensheid. Als God de kruisiging van zijn Zoon kan laten bijdragen aan het goede, dan kan Hij elke verschrikking die zijn kinderen overkomt omkeren in het goede.
De gevolgen van het kruis J.J. Packer verduidelijkt in God leren kennen (Novapres – Apeldoorn) wat de gevolgen van het kruis zijn. “Als gelovigen vinden we in het kruis van Christus de verzekering dat wij, als individuen, geliefde van God zijn; de Zoon van God (…) heeft mij lief en heeft zich voor mij prijsgegeven. Nu we dit weten, kunnen we de belofte dat alles bijdraagt aan het goede voor hen die God liefhebben en die volgens zijn voornemen geroepen zijn, op onszelf toepassen. Niet sommige dingen, maar alles draagt bij! Stuk voor
stuk alles wat ons overkomt, brengt Gods liefde voor ons tot uitdrukking, en overkomt ons om Gods plannen met ons te bevorderen. Dus wat ons betreft is God liefde – heilige, almachtige liefde – op elk moment en in elke omstandigheid van het leven van elke dag. Zelfs wanneer wij het waarom en het waartoe van Gods handelen niet zien, weten we dat er liefde in en achter zit; en dus kunnen we altijd blij zijn, zelfs wanneer de zaken menselijk gesproken fout lopen. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. God leren liefhebben ondanks vragen, twijfels en strijd… Wat vraagt dit van ons? 2. In hoeverre zijn wij geoefend om het tijdelijke in het licht van het eeuwige te plaatsen? 3. Denk na over de betekenis van het kruis. Waarom kan de gedachte ons helpen dat God het niet-goede en onrechtvaardige van het kruis ten goede heeft gekeerd? Waaruit blijkt dat de Eeuwige alles overziet wanneer we denken aan het Oude en Nieuwe Testament? 4. God wil alles mee laten werken ten goede wanneer we Hem liefhebben… Welke uitdaging ligt hierin? En hoe kunnen we elkaar hierin aansporen op een eerlijke, en toch pastorale manier? GROEI – JAARGANG 2009- NR. 3
Info De Amerikaan Greg Ogden is predikant van de Presbyterian Church in Oak Brook (Illinois). Hij schreef een discipelschapprogramma dat resulteerde in het boek Van harte leerling van Jezus (Medema – Vaassen, ISBN 9789063535032, 263 pag., € 19,95). Dit fragment uit het boek is met toestemming van de uitgever van overgenomen.
23
Weerbaarheid Tjitske Lemstra
Leren leven met grenzen
Wat heb je in huis?
Laat ik – nu ik me aan het schrijven zet van een artikel over grenzen – maar beginnen met mijn eigen grenzen aan te geven. De tijd die ik voor dit artikel heb, is beperkt. Bovendien, ik ben geen psycholoog en heb ook niet doorgeleerd voor maatschappelijk werkende. Was dat wel het geval geweest, dan zou ik vanuit die discipline iets kunnen zeggen over dit onderwerp. Ik moet het doen met wat ik in huis heb: dat wat ik in de loop der jaren heb geleerd door eigen ervaringen, door wat ik van anderen, soms wijze mensen, leerde én door het bestuderen en doorgeven van Gods Woord. Ik zal ook met het schrijven van een artikel met mijn grenzen moeten leven.
G
renzen zijn merkwaardige dingen. Je ziet ze niet, maar we hebben er, vaak zonder dat we ons dat bewust zijn, mee te maken. Daarbij kan het gaan over grenzen van allerlei aard: ons lichaam (gezondheid, conditie), onze psyche en emoties, onze tijd en relaties, onze portemonnee, ons huis, onze mogelijkheden, talenten en onze beperkingen. Door een vraag, een (on)uitgesproken verwachting of wanneer mensen een beroep op ons doen, kunnen we ons plotseling bewust worden van onze grenzen. Zoals dat ging bij Marije.
De verantwoordelijkheid voor het aangeven van eigen grenzen ligt bij onszelf.
‘Kun jij tussen de middag onze jongste misschien opvangen? Jij bent tóch thuis!’ De vraag werd nonchalant gesteld, het leek wel alsof Floortje ervan uitging dat het antwoord ‘ja’ zou zijn. ‘Mijn werktijden zijn veranderd, en nu lukt het me niet meer om tussen de middag thuis te komen.’ Marije voelde haar hart bonzen. Kors opvangen? Elke dag? Tussen de middag was toch al spitsuur met haar eigen clubje. Aan de an-
24
25
Weerbaarheid
dere kant: ze wilde Floortje graag een plezier doen. Daarvoor was je tenslotte buren. Bovendien gingen ze naar dezelfde kerk, dat gaf nog een extra band. En verplichting. Maar als ze eraan dacht er elke middag nog een druktemaker bij te hebben, kreeg ze het al benauwd. ‘Ik wil het er vanavond even met Frits over hebben,’ was alles wat ze zo gauw kon bedenken.
Om te weten wanneer je ‘ja’ en wanneer je ‘nee’ zegt, is het nodig te weten wie je bent en wat je kunt.
Hoe zal dit aflopen? Er zijn verschillende scenario’s denkbaar: •M arije laat haar man de kastanjes uit het vuur halen. Hij beslist voor haar en zij vertelt Floor: ‘Jammer, maar Frits vindt het geen goed idee en heeft het liever niet.’ Ook jammer voor Marije. Ze kruipt weg achter haar man en ontloopt daarmee haar eigen verantwoordelijkheid. Daardoor ‘groeit’ ze niet door deze ervaring. •M arije zegt ‘ja’. Om de lieve vrede. Omdat ze geen ‘nee’ durft te zeggen. Omdat ze aardig gevonden wil worden. Omdat ze niet wil dat Floor denkt dat zij niets voor een ander overheeft. Omdat ‘je nu eenmaal moeilijk kunt weigeren als je iets wordt gevraagd’. Of omdat de Bijbel ons immers leert dat we elkaar moeten dienen. • Marije zegt: ‘Floor, ik heb erover nagedacht, maar eerlijk gezegd vind ik dat uurtje tussen de middag met onze eigen jongens al behoorlijk intensief. Ik zie het echt niet zitten om Kors er ook nog bij te hebben. Ik hoop dat je een andere oplossing vindt.’
Verantwoordelijk Het is fascinerend om op de eerste bladzijden van de Bijbel in geuren en kleuren
26
te lezen hoe God al het geschapene heeft bedacht en tot leven heeft gewekt. Het heeft me vaak getroffen hoe er bij herhaling wordt verteld – wellicht omdat we het zo moeilijk kunnen geloven – dat God de mens schiep naar ‘zijn beeld en gelijkenis’. Met de opdracht om het beheer te voeren over alles wat God heeft gemaakt. Beide, zowel ‘naar Gods evenbeeld geschapen’ als ‘beheer voeren’ verwijzen er m.i. naar dat God ons als verantwoordelijke mensen heeft geschapen. (Het was niet zijn bedoeling dat wij ons achter elkaar verschuilen en de verantwoordelijkheid op elkaar schuiven, zoals onze oermoeder en oervader dat deden na de zondeval). Let wel, God schiep ons als mens, met een ‘menselijke maat’: het is zijn bedoeling niet dat wij als een tweede Atlas de hele wereld op onze nek nemen en ‘alles voor iedereen’ denken te moeten zijn. Als mens zijn we begrensd.
Regie De verantwoordelijkheid voor het aangeven van eigen grenzen ligt bij onszelf. Dat is soms (vaak) niet gemakkelijk. Wie wil leren verstandige grenzen te stellen en te respecteren, moet bereid zijn verantwoordelijkheid te dragen voor eigen gevoelens, gedachten, verlangens, gedrag en beperkingen. Dr. Henry Cloud en dr. John Townsend, klinisch psychologen en auteurs van Grenzen, menen dat het wellicht een van onze grootste uitdagingen is te weten wanneer we ‘ja’ en wanneer we ‘nee’ moeten zeggen op de verschillende terreinen van ons leven. Want wie altijd ‘ja’ zegt, laat zich overvragen en komt geheid in de problemen – al te goed is buurmans gek – en zal bovendien niet toe komen aan eigen opdrachten en verwachtingen. We moeten de regie van ons doen en laten in eigen handen nemen/houden.
Zelfkennis Om te weten wanneer je ‘ja’ en wanneer je ‘nee’ zegt – met andere woorden gezonde grenzen stelt – is het nodig te
weten wie je bent en wat je kunt. En, om het in geestelijk perspectief te plaatsen, daarvoor moet je een idee hebben ‘waarvoor je hier op aarde bent’. Met welke mogelijkheden en talenten ben je door je Schepper gezegend en welke beperkingen moet je accepteren en in acht nemen. Wie dat wil ontdekken kan zichzelf eens een aantal vragen stellen, zoals: Wat doe ik graag, waar ben ik goed in en wat geeft me energie? En let eens op de complimentjes die je (soms) krijgt. Wuif ze niet weg uit bescheidenheid of misplaatste nederigheid, maar beschouw ze liever als een indicatie en bevestiging van je mogelijkheden en talenten. En naar alle waarschijnlijkheid liggen de taken die stress opleveren en slapeloze nachten, eerder op het terrein van iemands beperkingen dan op dat van de mogelijkheden. Een mens leert door vallen en opstaan. Wie wijs is, zal acht slaan op ervaringen van stress en onbehagen en accepteren dat hij in dat geval mogelijk eigen grenzen heeft laten overschrijden.
Wat heb je in huis? Paulus geeft de Korintiërs een aantal heldere aanwijzingen als hij hen oproept hun geloofsgenoten te hulp te komen met een collecte. Dan is natuurlijk de eerste vraag: hoeveel wordt er van ieder van ons verwacht? Paulus zegt in 2 Korintiërs 8:12: “Als u bereid bent mee te doen, wordt niet verwacht dat u geeft van wat u niet heeft, maar van wat u heeft”. God vraagt niet van ons dat wij geven wat we niet hebben. Het gaat om de bereidheid en vervolgens om een inschatting of we het gevraagde ‘in huis hebben’. Zo niet, dan hoeven we het ook niet te geven. Beter gezegd: dan kunnen we het niet geven omdat we het niet hebben. Maar wie het beetje dat hij wel heeft, geeft, ontdekt dat dit beetje soms op wonderlijke manier vermenigvuldigd wordt. Denk maar aan de vijf broodjes en twee vissen die een jongen uit handen gaf en waarmee duizenden mensen werden gevoed. ‘Vertel me eens, wat
hebt u nog in huis?’ vroeg Elisa aan die straatarme weduwe die hem haar nood klaagde. Alleen nog een kruikje olie. Maar ze was bereid dat kleine beetje olie uit te schenken tot alle kannen en kruiken die ze bij de buren had kunnen bemachtigen, waren gevuld. En ze haar schulden kon voldoen en er genoeg over was voor haar en haar kinderen (2 Koningen 4:1-8).
Drijfveren Je hoort mensen nogal eens zeggen dat ze zoeken naar een leven in balans. Eerlijk gezegd betwijfel ik of dat een juist streven is voor een volgeling van Jezus. Als ik aan zijn leven denk, heb ik het idee
Wie het beetje dat hij wel heeft, geeft, ontdekt dat dit beetje soms op wonderlijke manier vermenigvuldigd wordt.
dat de balans soms ver te zoeken is. Jezus is soms zo begaan met de mensen dat Hij niet aan eten en rusten toekomt. Er is zelfs een moment dat zijn moeder en broers Hem opzoeken omdat ze denken dat Hij ‘over de rooie is’ (Marcus 3:20-21). Maar op andere momenten laat Jezus de nood de nood en vertrekt Hij met zijn discipelen naar een rustige plaats voor een korte adempauze. Hij laat zijn discipelen in Sichar de boodschappen doen omdat Hij moe is, maar even later is Hij tot hun verbazing in een diepgaand gesprek verwikkeld met een Samaritaanse vrouw. Als ze hun verbazing daarover uitspreken, onthult Hij hun zijn diepste drijfveer: “Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die mij gezonden heeft en zijn werk voltooien” (Johannes 4:34). Jezus’ hart was onverdeeld, zijn motivatie was duidelijk: Hij was er niet op uit om het de mensen naar de zin te maken, maar om de wil van zijn Vader te doen en zijn werk te voltooien. Met een kleine variatie op de
27
Boeksignalement uitspraak van de auteurs van Grenzen: een van de grootste uitdagingen van ons leven is wellicht om zó afgestemd te zijn op onze Hemelse Vader, dat wij ontdekken wanneer we ‘ja’ en wanneer we ‘nee’ moeten zeggen. Bijbelleessuggestie: Lees eens over Jezus’ leven, bijvoorbeeld de eerste drie hoofdstukken van Marcus. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Lees Lucas 10:38-42. Jezus valt met twaalf hongerige vrienden het gastvrije huis van Marta binnen. Daar gebeurt iets heel bijzonders. Maria, de zuster van Marta, gedraagt zich als ‘feministe avant la lettre’. Zij handelt in strijd met wat haar is geleerd en voldoet geenszins aan wat haar omgeving van haar verwacht. In plaats van haar zuster te helpen, gaat zij ‘aan de voeten van Jezus zitten’ op een plaats die aan mannen was voorbehouden. En als Marta, inwendig kokend omdat haar zuster haar al het werk laat doen, Jezus opdraagt tegen Maria te zeggen dat zij haar zuster moet helpen, doet Jezus niet wat Marta vraagt. Integendeel, Hij prijst Maria, die heeft gekozen, het beste deel dat niet zal worden weggenomen. In wie van de twee vrouwen herken je je het meest? 2. ‘Nee’ zeggen is vaak moeilijk. Hoe zou dat komen? 3. L ees 2 Korintiërs 9:6 en 7. Welke principes reikt Paulus hier aan? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
28
Info
Het mysterie van het lijden
Tjitske Lemstra-van der Kooi is moeder van vier volwassen zoons, en grootmoeder van zeven kleinkinderen. Zij is de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd en als redacteur verbonden aan Quinta, een lifestylemagazine voor 55+’ers over Geloven, Genieten, Geven. In het kader van dit artikel beveelt ze de volgende boeken aan: Grenzen, wanneer zeg ik ja, wanneer zeg ik nee, hoe bepaal ik mijn eigen grenzen, Dr. Henry Cloud, Dr. John Townsend, Koinonia Uitgeverij – Hoogblokland. Kon ik maar alles tegelijk, Hoe ga je om met je perfectionisme, zelfverloochening en prestatiedruk? Ellen Banks Elwell & Joan Bartel Stough, Kok – Kampen.
Citaat
Mensen met gezonde grenzen kunnen ja zeggen tegen het goede en nee tegen het verkeerde. Ze voelen zich net zo vrij om tegen iemand van wie zij houden nee te zeggen als ja. Er kan geen sprake zijn van liefde als er geen vrijheid is. Wie ja zegt op de vragen van een ander uit angst om de ander te kwetsen, of het contact te verliezen, kan niet liefhebben. Dr. John Townsend Uit: Tussen vlucht en verlangen, Coconut – Almere
In dit beknopte maar bijzonder krachtig en helder geschreven boek gaat Rudi Hakvoort, universitair hoofddocent aan de TU Delft, aan de hand van verschillende bijbelpassages in op de vraag waar God is wanneer het leven moeilijk is. Het is echt een aanrader, omdat de auteur recht doet aan vragen en deze vanuit de Schrift op een concrete manier belicht. De verrassing over Gods Woord wordt erdoor vergroot. Ook wordt je als lezer erbij bepaald dat Christus de weg door het lijden heen aanwijst en zelfs is voorgegaan. Hij kon ondanks de kwellende waaromvraag waarmee Hijzelf worstelde, zijn Vader blijven vertrouwen. Door de toegankelijke manier van schrijven is dit boek ook een aanrader voor mensen die niet veel van het christelijk geloof weten maar wel op zoek zijn naar antwoorden. Voorhoeve – Kampen | 96 pag. € 12,50 | ISBN 9789029719131
Genade ervaren Ds. Jos Douma, schrijver van o.a. Jezus ontdekken, Jezus aanbidden en Jezus uitstralen, schreef dit boek over genade naar aanleiding van een prekenserie die hij in de Fonteinkerk in Haarlem gehouden heeft en waarop veel mensen reageerden. Hij herschreef zijn preken tot een persoonlijk leesboek. Volgens de auteur wordt het woord genade vaak door gelovigen gebruikt, maar wat is het precies en is deze genade ook te ervaren? Aan de zes hoofdstukken gaat een inleidend hoofdstuk vooraf en ter afronding volgen
enkele gespreksvragen zodat de inhoud ook in kleine groepen besproken kan worden. De thema’s zijn: Je hebt niet meer dan mijn genade nodig (over gebrokenheid); Je leeft niet meer onder de wet maar onder de genade (over wettisch en evangelisch leven); De vergevende, genezende en bevrijdende kracht van genade ervaren; Wij ontvangen zelfs genade op genade. De inhoud van het boek is ook als een bezinningstraject binnen het verband van de gemeente te gebruiken. Kok – Kampen | 103 pag. € 13,50 | ISBN 9789043514972
Eerste hulp bij Bijbellezen De titel van dit boek doet recht aan de inhoud ervan, samengesteld door Christopher D. Hudson, Carol Smith en Valerie Weidemann. Het is heel toegankelijk en helder geschreven met veel informatie over veelgestelde vragen over de Bijbel. De beste raad is om gewoon maar met het boek te beginnen en je te laten verrassen. De inhoud is ondergebracht in zes delen: De Bijbel begrijpen (het overzicht, het verhaal en de tijdbalk van de Bijbel); Hoe je Bijbel kunt lezen (met aandacht hoe je de inhoud kunt bestuderen en wat het betekent voor ons leven); De bijbelse cultuur; Bijbels en vertalingen; Waar je het kunt vinden (bijvoorbeeld Jezus’ gelijkenissen, zijn wonderen) en ten slotte een helder overzicht van de verschillende Bijbelboeken. Voorhoeve – Kampen | 288 pag. € 19,50 | ISBN 9789029719025
29
Onderlinge relaties Henri Nouwen In onze technologische en in hoge mate prestatiegerichte samenleving wordt het leven bepaald door een voortdurende drang om hogerop te komen. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen hoe het zou zijn wanneer we niet deze stijl van leven zouden ambiëren.
Ontplooiing in dienst van de ander
O
ns hele bestaan is gericht op het succesvol beklimmen van de maatschappelijke ladder en het bereiken van de top. Ook onze levenskracht is afhankelijk van het feit of we deelnemen aan de klim naar boven en van de vreugde die we voelen als wij op die weg beloond worden.
Concurrentiestrijd Vanaf het moment dat we daarvoor ontvankelijk zijn, prenten onze ouders, leraren en vrienden ons in dat het onze heilige plicht is het in deze wereld te maken. Een echte man of vrouw laat zien dat hij of zij niet alleen in staat is om de lange concurrentiestrijd om het succes te voeren, maar daar ook nog als overwinnaar uit tevoorschijn kan komen. Iedereen en alles brengt ons bij dat we kennis moeten vergaren en dat we beter moeten zijn dan anderen; we moeten ervoor zorgen dat we invloed kunnen uitoefenen en succesvol zijn. En zelfs de liefde geldt als iets dat veroverd moet worden of als beloning voor de overwinnaar. Op die manier wordt het leven ons voorgeschoteld als een reeks veldslagen die we kunnen winnen of verliezen. Als we winnen, hebben we ons leven geleid volgens de idealen van onze omgeving; maar als we verliezen, is dat onmiskenbaar te wijten aan onze eigen tekortkomingen. Ik doe niet denigrerend over ambitie en ik ben ook niet tegen vooruitgang en succes. Maar echte groei is iets anders dan het ongebreidelde streven om hogerop te komen, waarin het bereiken van de top het doel op zich wordt en waarin ambitie niet langer in dienst staat van een hoger ideaal. Er is een groot verschil tussen de
30
onwaarachtige ambitie die leidt tot het krijgen van macht en het waarachtige streven om lief te hebben en dienstbaar te zijn. Het is het verschil tussen proberen er zelf beter van te worden en proberen onze medemens een duwtje in de goede richting te geven. Het probleem ligt niet in het verlangen naar groei en vooruitgang als individu of als gemeenschap, maar in het feit dat het opwaartse streven zelf wordt gemaakt tot een heilige plicht. In dat verband geloven we heilig dat God met ons is als we succesvol zijn, terwijl falen betekent dat we gezondigd hebben. De vraag is dan: “Is God met ons?” Als dat zo is, zal God ervoor zorgen dat wij als overwinnaar tevoorschijn komen.
Echte groei is iets anders dan het ongebreidelde streven om hogerop te komen, waarin het bereiken van de top het doel op zich wordt.
Wij hebben geleerd om groei op te vatten in termen van gestage toename van menselijke mogelijkheden. Tot wasdom komen betekent gezonder worden, sterker, intelligenter, rijper en productiever.
De weg naar beneden Het verhaal van onze verlossing staat lijnrecht tegenover de filosofie van het opwaarts gerichte streven. De grote paradox die de Heilige Schrift ons laat zien is dat waarlijke en totale vrijheid alleen gevonden wordt in het neerwaarts gerichte streven. Het Woord van God kwam tot ons
31
Onderlinge relaties
en Hij leefde onder ons als een slaaf. De goddelijke weg is zonder twijfel de weg naar beneden. Centraal in ons geloof als christenen staat het raadsel dat God ervoor koos het goddelijke mysterie te onthullen door zich onvoorwaardelijk en vol overgave te onderwerpen aan de neerwaartse kracht. God koos niet alleen een onaanzienlijk volk uit om het Woord van de verlossing door de eeuwen heen uit te dragen, Hij koos niet alleen een klein groepje uit dit volk uit om Gods beloften te vervullen, Hij koos niet alleen een eenvoudig meisje uit een onbekend stadje in Galilea uit om
Het verhaal van onze verlossing staat lijnrecht tegenover de filosofie van het opwaarts gerichte streven. de tempel van het Woord te worden, maar God koos er ook voor om de volheid van de goddelijke liefde tot uitdrukking te laten komen in een Man wiens leven eindigde in een vernederende dood buiten de muren van de stad. De vroege christenen waren in hun hoofd en hun hart zo doordrongen van dit mysterie dat zij in de lofzang voor Christus zongen (Filippenzen 2:6-8): Hij die bestond in de gestalte van God heeft zich er niet aan willen vastklampen gelijk aan God te zijn. Hij heeft zichzelf ontledigd en de gestalte van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd; Hij werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan een kruis. Inderdaad, de enige die vanaf het begin met God was en die God was, openbaarde zich als een klein, hulpeloos kind, als een vluchteling in Egypte, als een gehoorzame jongeling en een onopvallende volwas-
32
sene, als een boetvaardige leerling van de Doper, als een prediker uit Galilea met in zijn gevolg wat eenvoudige vissers, als een man die zijn maaltijd deelde met zondaars en die sprak met vreemdelingen, als een uitgestotene, een misdadiger, een bedreiging voor zijn volk. Hij ging van macht naar machteloosheid, van aanzien naar onaanzienlijkheid, van succes naar mislukking, van kracht naar zwakte, van glorie naar smaad. Gedurende zijn hele leven bood Jezus van Nazaret weerstand aan het opwaarts gerichte streven. Er waren mensen die Hem wilden kronen tot koning. Zij wilden dat Hij zijn macht toonde. Zij wilden deelhebben aan zijn invloed en met Hem op de troon zitten. Maar Hij reageerde met een consequent ‘nee’ op al die verlangens en wees hen op het neerwaarts gerichte pad. “De Mensenzoon moet lijden... kun je de beker leegdrinken?” Zelfs na zijn dood, toen zijn volgelingen over Hem spraken als over een overwonnen vrijheidsstrijder: “En wij hadden zo gehoopt dat Hij het was die Israël zou verlossen” (Lucas 24:21) moest Hij hen opnieuw herinneren aan het neerwaartse pad: “Moest de Messias niet zo lijden en dan zijn heerlijkheid binnengaan?” (Lucas 24:26)
Dienen Jezus laat er weinig twijfel over bestaan dat Hij zijn manier van leven aan zijn leerlingen voorhoudt: “Een leerling staat niet boven zijn meester en een slaaf niet boven zijn heer” (Matteüs 10:24). Met grote volharding blijft Hij wijzen op het neerwaarts gerichte pad: “Wie groot wil worden onder jullie, moet jullie dienaar zijn, en wie onder jullie de eerste wil zijn, moet jullie slaaf zijn. Zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen” (Matteüs 20:26-28). De weg naar beneden is de weg van het kruis: “Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden” (Matteüs 10:39). Diep in ons hart weten we al dat succes,
roem, invloed, macht en geld ons niet de innerlijke vreugde en vrede bieden waarnaar we hunkeren. In zekere zin kunnen we zelfs een beetje jaloers zijn op de mensen die alle onwaarachtige ambities hebben laten varen en die een diepgaande vervulling hebben gevonden in hun verbintenis met God. Ja, soms vangen we een glimp op van die geheimzinnige vreugde in de glimlach van mensen die niets te verliezen hebben. Dan begint het besef te dagen dat de neerwaartse weg niet de weg is naar de hel, maar de weg naar de hemel. En bij die gedachte is het ook makkelijker te aanvaarden dat in het rijk van God de armen de brengers zijn van de blijde boodschap. Deze inzichten maken ons duidelijk dat we intuïtief al enigszins argwanend staan tegenover de weg omhoog. Maar niettemin blijft de compromisloze reactie van Jezus schokkend. We willen heus wel toegeven dat we de armen eigenlijk niet mogen vergeten, dat we onze gaven zouden moeten delen met hen die minder gelukkig zijn en dat we iets van onze overdaad zouden moeten opgeven ten gunste van de velen die daar geen deel aan hebben. Maar zijn we bereid toe te geven dat degenen die we niet mogen vergeten, die minder welvarend zijn, die het niet gemaakt hebben, in wezen de gelukzaligen zijn in het rijk van God, degenen die ons oproepen de weg naar beneden te kiezen, zoals ook Jezus deed? Dit alles kan ons tamelijk somber en ontmoedigend in de oren klinken, tot we erachter komen dat Jezus volgen op het neerwaartse pad betekent dat we binnentreden in een nieuw leven, het leven in de geest van Jezus zelf. (…) De neerwaarts gerichte weg is de weg van God, niet die van ons. God openbaart zich aan ons als God, juist door de neerwaartse kracht, want alleen de Ene die God is, kan de goddelijke privileges loslaten en worden zoals wij. Het grote mysterie waarop ons geloof rust is dat de Ene,
die in geen enkel opzicht op ons lijkt, die niet met ons kan worden vergeleken en niet met ons kan wedijveren, onder ons is gekomen en net zo sterfelijk is geworden als wij. Deze uitdrukking van neerwaarts streven is voor ons onnatuurlijk omdat het hoort bij de essentie van onze zondige, gebroken staat van zijn dat iedere vezel van ons wezen is doordrongen van de geest van rivaliteit en competitie. We komen onszelf steeds weer tegen op het pad van het opwaarts gerichte streven dat ons zozeer bekend is, zelfs tegen beter weten in. Net als we denken dat we nederig zijn, komen we erachter dat we ons tegelijkertijd afvragen of we wel nederiger zijn dan onze buurman en we kijken al om ons heen om onze beloning op te eisen. Het neerwaarts gerichte streven is het goddelijke pad, de weg van het kruis, de weg van Christus. Het is juist die goddelijke manier van leven die onze Heer ons wil aanreiken door zijn Geest.
Om over na te denken / gespreksvragen:
1. Lees 1 Korintiërs 1:4-10 en bespreek welke accenten hierin gelegd worden. 2. Wat wordt benadrukt in 1 Korintiërs 3:1-9? 3. Jezus wist wie Hij was: de Zoon van God. Van daaruit kon Hij zijn opdracht tot dienen aanvaarden maar ook oproepen tot navolging. Zie Johannes 13:3-4. en 14-17.
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info Dit artikel is op basis van enkele fragmenten uit Nederigheid en dienstbaarheid, Lannoo – Tielt en is met toestemming overgenomen. (84 pag. € 12,95). Henri Nouwen (1932-1996) was naast wetenschapper (pastoraalpsycholoog) ook schrijver en pastor.
33
Gemeente-zijn Anne Pals Conflicten in de gemeente Regelmatig krijg ik een verzoek om een christelijke gemeente te begeleiden in het omgaan met interne spanningen. Vroeger zei ik spontaan mijn medewerking toe, maar eerlijk gezegd ben ik daar momenteel wat voorzichtiger mee. Voor je het weet ben je er een klein jaar mee bezig en slokt het veel tijd op. De hulpvraag komt meestal nadat het conflict
De hulpvraag komt meestal nadat het conflict te grote vormen aangenomen heeft en men met de handen in het haar zit.
Elkaar opscherpen in liefde De praktijk van de gemeente Het was in een tijd dat de fusie tussen de twee gemeenten net plaatsgevonden had. In de oudstenraad bevonden zich twee stromingen en de spanning was soms om te snijden. De formele fusie had wel plaatsgevonden en alle papieren waren getekend, maar aan de emotionele fusie was men nog niet toegekomen. Je zou kunnen zeggen dat er sprake was van een ‘verstandshuwelijk’. Onderhuidse spanningen kwamen regelmatig boven tafel met alle emotionele reacties van dien. Er was veel onderlinge irritatie. In deze periode begon een zuster negatief te spreken over anderen. De vorige persoon waarover ze had geroddeld, was ondertussen afgetreden en dat had de sfeer geen goed gedaan. Verschillende keren had een broeder hier iets van gezegd. Als hij er weer iets van zou zeggen was de kans groot dat de spanningen zouden verergeren en dat was niet wenselijk.
34
D
it doorkijkje laat zien dat het omgaan met (dreigende) conflicten niet altijd gemakkelijk is. Iemand de ‘waarheid’ zeggen heeft niet altijd het gewenste effect. Ook het bewaren van de ‘eenheid’ is van groot belang. Veel conflicten in de gemeente vinden dan ook plaats binnen de spanning tussen waarheid en eenheid. In dit artikel zal duidelijk worden dat er meer speelt dan waarheid en eenheid. Met name mensen die zich afgewezen voelen kunnen soms heel moeilijk met conflicten omgaan en daar hebben we in deze tijd mee te maken.
te grote vormen aangenomen heeft en men met de handen in het haar zit. Wanneer een conflict moeilijk hanteerbaar is in een gemeente – en dat is niet zelden het geval – zie je dat mensen al afhaken. Het beperken van de schade is dan het doel op korte termijn en het weer beter met elkaar leren omgaan is het doel op langere termijn. Met het bemiddelen of een uitspraak doen bij conflicten binnen de christelijke gemeente heb ik weinig positieve ervaringen. Wanneer je zwart op wit een compromis aan het papier toevertrouwt en dit de strijdende partijen voorlegt, gaat er nogal eens iets mis. Bij het geschrevene hebben mensen allerlei subjectieve belevingen waarvan je niet de bedoeling had deze op te wekken. Je bent in ieder geval voor de één partij en soms voor de ander, in het andere kamp, óók. Het eigene aan conflicten in gemeenten is dat het ook gaat over waarheid en eenheid en dit compliceert het hanteren van conflicten. Gelukkig heb ik ook ervaringen die goed zijn. Mensen die zich weer met God en elkaar verzoenen waardoor er weer ruimte komt voor een goede omgang met elkaar.
35
Gemeente-zijn
Ik heb zelf enkele jaren achter de rug van betrokkenheid bij een fusie en haar nasleep tussen twee kerken die samen de PKN zijn gaan vormen. Ik heb dat als heel lastig ervaren. Als procesbegeleider in een andere gemeente ervaar ik het staan in de spanning van conflicten als veel minder lastig omdat ik dan geen subject ben in conflicten die er zijn. Het was soms zwaar, maar ook heel leerzaam te zien wat een conflict met mensen doet. In dit
Afwijzing is een kracht die bijzonder destructief kan zijn. Het geven van kritiek is, als een zachte regen, iemands groei bevorderen zonder zijn wortels te ondergraven.
artikel wil ik wat meer ingaan op de diepere betekenis die onderlinge spanningen voor gemeenteleden kunnen hebben. Ik heb niet de pretentie volledig te zijn, maar wel dat ik de vinger bij herkenbare, zere plekken leg. Het zou mij een lief ding waard zijn wanneer het zó herkenbaar is, dat in een vroeg stadium de uitwas van een conflict voorkomen kan worden.
Waarheid, eenheid en afwijzing Wanneer we even teruggaan naar het voorbeeld aan het begin van dit artikel, valt op dat het in sommige situaties moeilijk is op een eenvoudige manier om te gaan met de waarheid. Na veel nagedacht en gebeden te hebben, heeft een broeder van de oudstenraad uit het voorbeeld het over een heel andere boeg gegooid. Hij besefte dat het negatief speken over een ander meer te maken had met haar persoon en de context van de gemeente waaruit ze voortkwam. Wat was er namelijk aan de hand? De gemeente van deze zuster was kleiner dan de andere fusiepartner en bij de inzet van de fusie speelde dit sterk. Je kunt wel zeggen dat er een
36
‘negatief gemeentebeeld’ was: wij zijn klein en moeten ons aan de andere grotere gemeente overleveren waarbij onze identiteit in het nauw komt. Dit gemeentebeeld had invloed op het functioneren van die leden die deel uitmaakten van de nieuwe oudstenraad van deze gefuseerde gemeente. Als tweede zat deze zuster niet erg goed in haar vel. Ze zag anderen gauw als een bedreiging en voelde zich erg snel afgewezen. Dit had als gevolg dat roddel haarzelf groter maakte en de ander kleiner. Ze voelde zich in heel het proces sterk ondergewaardeerd en als het werk in de kerk dan ook je hele ziel en zaligheid heeft, komen er processen op gang die niet in verhouding staan met de formele werkelijkheid. Afwijzing is een kracht die bijzonder destructief kan zijn. Hij is haar overwegend positief gaan benaderen en stelde zich kwetsbaar op door te vragen of ze nog opmerkingen naar hem toe had. Hij informeerde naar haar privésituatie en liet merken dat hij haar op een aantal punten waardeerde. Het effect was verrassend, ze trok bij en ging constructiever meedoen en de roddel verdween.
Opscherpen in liefde De conclusie is niet dat we op een lichtvaardige manier geen kritiek durven geven. Een belangrijk uitspraak die ik eens van studenten ingelijst kreeg was: “Het geven van kritiek is, als een zachte regen, iemands groei bevorderen zonder zijn wortels te ondergraven”. Deze zin was mijn stokpaardje en ze gaven hiermee aan dat ze dit tussen de oren gekregen hadden als iets belangrijks. Salomo zegt in Spreuken 27:17: “Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens”. Dit betekent dat we elkaar mogen scherpen om zo van elkaar te leren. Hebreeën 10:24 en 25 spreekt niet alleen over elkaar scherpen in liefde, maar wordt gevolgd door de oproep om de onderlinge samenkomsten niet na te laten. Aan deze teksten is te zien dat het onderwerp relevant is voor het gemeenteleven. “La-
ten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.” We kunnen veel van elkaar leren door elkaar op te scherpen en elkaar aansporen lief te hebben. Dit kunnen we alleen doen als we bij elkaar komen en als we open durven zijn naar elkaar.
Afwijzing en sociale angst De belangrijkste reden om geen opbouwende kritiek op elkaar te leveren is de angst voor een afwijzende reactie. Nu is het zo dat in de gemeente van Christus tucht bijna niet meer in het vizier is. Wanneer je kritiek krijgt, stap je gewoon over naar een andere gemeente waar ze van datgene waar kritiek op is, geen probleem maken. Natuurlijk heeft dit alles te maken met de ‘geest’ van de tijd, maar ik denk dat er meer speelt. In deze tijd worstelen veel mensen met hun identiteit en voelen velen zich als persoon snel afgewezen. Ik zie het in de kerk op allerlei vergaderingen en bijeenkomsten. Wanneer iemand afwijzing ervaart door een reactie van de ander, komen er krachten los die relaties onder spanning zetten. Mensen willen zich dan beschermen tegen afwijzing. Binnen deze spanning is het moeilijk elkaar nog op te scherpen in liefde en elkaar aan te sporen goed te doen. Je hebt dan genoeg aan je pet hangen om zelf ‘overeind’ te blijven als persoon. Onderlinge relaties in de gemeente staan soms onder druk. De vraag is of dit nodig is. Misschien moeten we weer leren op een goede wijze kritiek te geven. Veelal kunnen we dit te weinig omdat we onszelf niet onder kritiek durven te stellen omdat dat voelt als afwijzing.
wil iemands groei bevorderen, zonder zijn wortels te ondergraven”. Om op deze manier kritiek te geven zijn een aantal regels van belang. Een belangrijke regel is: Geef kritiek vanuit uw persoonlijk beleven, in de zin van: “Ik vind dat…” of “Ik ervaar u als…”. Het voordeel hiervan is dat de kritiekontvanger de mogelijkheid heeft over de kritiek anders te denken dan de kritiekgever. Dit zorgt ervoor dat de ander zich niet klemgezet voelt. Kritiek geven in de geest van: “Jij bent… en ik wil dat je verandert” is schadelijk. Iemand voelt zich hierdoor aangevallen als persoon en voelt de kritiek als eis tot verandering. Op deze wijze kritiek geven heeft veelal tot gevolg dat de demotivatie er iets aan te doen alleen maar groter wordt. Een andere belangrijke regel is dat de kritiek concreet moet zijn, zodat de ontvanger weet over welk gedrag het gaat. Als laatste is het zaak rekening te houden met het incasseringsvermogen van de ander en tevens suggesties voor verbe-
Kritiek krijgen kan juist iemands groei bevorderen. tering te geven. Bij kritiek ontvangen is het belangrijk te luisteren en dóór te vragen wat de ander precies bedoelt. Meteen vanuit de verdediging reageren geeft een zwakte aan. Accepteren betekent nog niet dat je het ermee eens bent. Kritiek krijgen kan juist iemands groei bevorderen. Bij het ontvangen van kritiek is het belangrijk dat er geluisterd wordt in plaats van meteen heftig te reageren. Vragen wat het nu concreet voor iemand betekent en wat er precies speelt is een volwassen manier van omgaan met kritiek.
Hoe geef je de ander kritiek?
Zelfliefde, afwijzing en geborgenheid
Een belangrijke vuistregel voor het geven en ontvangen van kritiek is, zoals we al zagen: “kritiek is als een zachte regen; het
Zelfliefde is een belangrijke sleutel voor een gelukkig huwelijk. Deze stelling onderbouw ik met Efeziërs 5 waar de
37
Boeksignalement noodzaak van zelfliefde een aantal keren aan de orde komt in de relatie tussen man en vrouw. Wanneer je te weinig zelfliefde hebt, vraag je meer om bevestiging wat de ander van je vindt en of die nog wel voldoende van jou houdt. Nu is dit op zich prima, maar het kan ook te veel zijn, zodat het niet in balans is. Onenigheid kan dan snel ervaren worden als afwijzing. De vraag kan spelen of de ander dan nog wel van je houdt en je nog wel ziet zitten. Wanneer we dan ook nog beseffen dat de afwijzing die ervaren wordt, krachten los kan maken om je persoonlijke identiteit overeind te houden, wordt duidelijk dat conflicten dan niet van de lucht zijn. Iemand die zichzelf aanvaard als een gewild schepsel van God, zal meer in balans zijn en dat zal doorwerken in het omgaan met kritiek. Laten we elkaar positief benaderen en niet nalaten elkaar op te scherpen in liefde. Dan bedekken we niets, maar kijken elkaar liefdevol in de ogen.
Wat is nu waarheid? De Bijbel spreekt op verschillende manieren over waarheid. De waarheid is allereerst een uitspraak over de werkelijkheid. Jezus zegt: “Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de waarheid” (Johannes 8:45). De waarheid komt ook – en niet het minst – in de Bijbel voor als een atmosfeer, een klimaat waarin mensen leven en werken. De apostel Johannes spreekt over “de weg van de waarheid volgen” (2 Johannes:4). Wanneer we deze visie op waarheid gebruiken voor het elkaar opscherpen in liefde, komt de norm niet onder druk te staan. Van fundamenteel belang is wél dat we ons aan de waarheid overgeven. Zo komen wij tot “kennis der waarheid” (1 Timoteüs 2:4). Jezus is zelf de Waarheid in eigen Persoon. Hem navolgen is in de waarheid wandelen. De Geest der waarheid wil ons daarin leiden (Johannes 16:13). Wanneer, naast waarheid en eenheid, ook het ‘in de waarheid wandelen’ hoog op
38
de agenda staat, zouden deze soms conflicterende thema’s wel eens lager op de agenda komen te staan. Natuurlijk hebben we in de gemeente te maken met persoonlijkheden die vanuit hun opvoeding of onder druk van markante levensgebeurtenissen gevoelig blijven voor afwijzing. Toch blijft dan de vraag hoe u daar dan op reageert. Zien ze in uw ogen de ogen van de Vader van onze Here Jezus Christus? Weten ze zich door u aanvaard ondanks alles? Als dat zo is, gaat de gemeente weer functioneren als gemeente van onze Here. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. I n 1 Korintiërs 13 gaat het erover dat de liefde alles bedekt. In hoeverre is dit in tegenstelling met het voeden van een open klimaat in de gemeente waarin mensen elkaar opscherpen? 2. M ensen die gevoelig zijn voor afwijzing hebben een positieve benadering nodig. In hoeverre is er ook nog sprake van zonde die, gevoelig voor afwijzing of niet, gewoon aan de kaak gesteld moeten worden? Hoe kun je dit aanpakken? 3. H oe gaan we om met situaties waarin communicatie stagneert? Hoe voorkom je bitterheid als je onrecht is aangedaan of je gemanipuleerd voelt? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info
Anne Pals MB is begeleidingskundige, conflictbegeleider, docent supervisie, coaching en gemeenteopbouw aan de CHE. Voor begeleiding op het gebied van omgaan met spanningen in de gemeente kunt u contact opnemen met: Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie aan de CHE te Ede,
[email protected], telefoon: 0318-696323. Een andere organisatie die kan helpen is: Netwerk vredestichters, omgaan met meningsverschillen binnen de gemeente. Zie www.vredestichters.nl Voor materialen die gaan over omgaan met spanningen in de gemeente kunt u terecht op de site van de Evangelische Alliantie: www.ea.nl of bel: 0343-513693.
De God van de schepping In dit boek belicht ds. L.M. van de Linde de eerste elf hoofdstukken van het bijbelboek Genesis. Destijds werd de inhoud voorbereid voor een serie radioprogramma’s over Genesis 1 tot en met 11, maar ook via dit boek is het boeiend om de opbouw ervan te overdenken. Daarbij komen verrassende aspecten aan de orde zoals de bespreking van de zevende dag: de dag waarop God alles tot voltooiing bracht en de mens zich in God en zijn schepping kon verheugen. Dat door de zonde die dag ‘met een open en eeuwig einde’ is afgesneden neemt niet weg dat in Christus de voltooiing en eeuwige rust toch zichtbaar zal worden en nu al een werkelijkheid in geloof mag zijn. Kok – Kampen | 141 pag. € 17,50| ISBN 9789043515979
De belofte van de herder Dit boek, geschreven door de gezaghebbende theoloog dr. J.I. Packer en Carolyn Nystrom, bespreekt Gods leiding in onze keuzes. Voor veel christenen kan het zoeken naar Gods leiding geassocieerd worden met onzekerheid, want wat gebeurt er als die leiding niet duidelijk is? Kan die onzekere angst geen pijnlijke plek worden wanneer ontwikkelingen anders lopen? De auteurs benadrukken dat God als goede Herder de belofte geeft dat Hij dwars door vragen en onduidelijkheden heen zijn schapen wil leiden en beschermen, waarbij we leren ‘rusten’ in Gods zorg. Psalm 23 vormt dan ook de rode draad door het boek heen. De goede herder spoort zijn schapen aan hem te volgen, Hij
gaat ze voor. Het betekent wel dat we als volgelingen van Jezus zijn instructies moeten willen volgen en openstaan voor de veranderende kracht daarvan. Zijn woord wil zicht geven op keuzes en ons helpen na te gaan wat ons motiveert. Zijn we bijvoorbeeld op onze hoede voor trots waardoor onze liefde en toewijding aan God en zijn Woord wordt ondermijnd en Gods gedachten niet in ons hart wortel kunnen schieten? Het boek biedt veel stof tot reflectie aan. Voorhoeve – Kampen | 267 pag. € 22,50 | ISBN 9789029719063
Vrij om te kiezen Timon Ramaker, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede, schreef in het kader van de CHE Reeks een overzichtelijk en puntig geschreven boek over keuzes maken in een mediacultuur. Keuzes hebben te maken met wat voor ons belangrijk is en met onze visie op de mens en zijn betekenis voor God en de ander. Volgens de auteur zijn keuzes maken en de reflectie daarop niet alleen een relationeel proces maar omvat het alles wat we zijn. Het heeft te maken met levenskunst en met onze levensweg en visie. Met in vrijheid leren kiezen voor het goede. In ontspannenheid, zonder dat we het idee hebben dat ons leven ervan afhangt. Citaat: “Heel ontnuchterend is de humor van Jezus als Hij ons voorhoudt dat wij ons als intellectuele en creatieve mensen zo snel zorgen maken over bijvoorbeeld onze kleren, terwijl de bloempjes in de berm zomaar fantastisch mooi zijn… waar maak je je druk om, zegt Hij met zijn beeldspraak.” In zijn boek gaat hij op zoek naar christelijke levenskunst als antwoord op onze keuzecultuur met zijn keuzestress. Boekencentrum – Zoetermeer | 115 pag. € 11,90 | ISBN 9789023923404
39
Pastoraat Drs. Yme Horjus
Elkaar terechtwijzen is verantwoordelijkheid dragen voor elkaar In het Nieuwe Testament vinden wij regelmatig het woord elkaar. Een elkaar-woord dat ons in toenemende mate problemen oplevert is: elkaar terechtwijzen. In Mattëüs 18:15-17 staat “Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden of een tollenaar behandelt”. Het woordje ‘elkaar’ staat er niet bij, maar de tekst gaat wel uit van die gedachte: wederkerige verantwoordelijkheid voor elkaar!
E
Herders gezocht! 40
lkaar terechtwijzen en elkaar liefhebben. Als we dit zo naast elkaar neerzetten, begint het een beetje te knetteren. Passen deze begrippen wel bij elkaar? Verdragen ze elkaar wel? Naar ons gevoel staan ze op gespannen voet met elkaar. Is het niet dezelfde spanning tussen God liefhebben en zijn geboden gehoorzamen, waarbij je zijn wil voor je leven aanvaardt? De Bijbel nodigt ons uit deze twee niet tegen elkaar uit te spelen. Gebod en liefde staan in een spanningsvolle relatie tot elkaar. Beide woorden maken deel uit van het bijbelse spreken. Hoe verhouden die zich nu tot elkaar?
Gezonde gemeente Het elkaar terechtwijzen komt veel in het Nieuwe Testament voor. Vanaf het eerste begin van de gemeente had dit een plek in het gezonde functioneren van de gemeente. Zo zegt Paulus in Kolossenzen 3:16 over het samenkomen als gemeente: “Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen
en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft”. Met andere woorden: het terechtwijzen hóórt er gewoon bij. Het zou in de gemeente net zo gewoon moeten zijn als het elkaar bemoedigen, elkaar vertroosten en elkaar opbouwen. Maar hier wringt toch ergens de schoen. Elkaar terechtwijzen is vandaag niet meer vanzelfsprekend.
Terechtwijzen heeft bijbels gesproken alleen recht van bestaan vanuit een oprechte zorg voor de groei van een ander in zijn geloof.
Onze tijd is een tijd van verdraagzaamheid en tolerantie. Wij geven elkaar in onze samenleving de ruimte voor eigen opvattingen en levensstijlen. Onze tijd is ook een tijd van individualisme en pluriformiteit. Elk individu heeft zijn eigen
41
Pastoraat
waarheid en niemand mag hem daarin te na komen. In dat klimaat past het gewoon niet dat iemand dan tegen je zegt dat je tekortschiet of ernaast zit. ‘Wie denk je wel dat je bent?’ kun je naar je hoofd geslingerd krijgen. ‘Mijn waarheid heeft evenveel recht van bestaan als jouw waarheid!’ Wij zijn natuurlijk kinderen van onze tijd. Wij hebben daar als volgelingen van de Heer, die samen zijn gemeente vormen, ook iets van meegekregen. Wij zouden het
Het geheim van de terechtwijzing is het geheim van de zoekende liefde.
allemaal moeilijk vinden als er plotseling iemand uit de gemeente op ons afstapt en zou zeggen: ‘Er is iets in je gedrag waar ik zorgen over heb en dat tegen het Evangelie ingaat’. We voelen dat als een aantasting van ons privédomein, als een inbreuk op onze zelfstandigheid en autonomie. We maken zelf wel uit wat goed voor ons is en dat er misschien iets scheef zit, hoeft een ander ons niet te vertellen. Dat is iets tussen God en ons. Daar heeft niemand zich mee te bemoeien.
Liefde en waarheid Als het erop aankomt, hebben we moeite met het gebod. De liefde scoort in het huidige kerkelijke klimaat veel hoger. Wij laten ons in alle zaken van gemeentelijk beleid liever leiden door de liefde, de barmhartigheid en de ontferming. Wij zijn vuurbang geworden voor dogmatisme en theologische scherpslijperijen. Inderdaad is daar ook veel kwaad mee aangericht. Maar is alles onder de mantel van de liefde verbergen daar het juiste antwoord op? Is pastoraat nu alleen maar een arm om iemands schouder zonder hem of haar ook in liefde de waarheid te
42
zeggen? Johannes zegt in het begin van zijn evangelie dat liefde en waarheid bij elkaar horen: de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. Als er een ding duidelijk wordt uit het lezen van het Nieuwe Testament dan is dat in ieder geval dit: het woordje ‘elkaar’, dat kenmerkend is voor het leven van de gemeente, betekent niet alleen dat wij er-met-elkaar-zijn in de gemeente, maar ook dat wij er-voor-elkaar-zijn. Het eerste, het met-elkaar-zijn, heeft te maken met de eenheid en de verbondenheid in de gemeente en het tweede, het er-voorelkaar-zijn, met onze verantwoordelijkheid voor elkaars geestelijk welzijn. Het een is met het ander gegeven. Als je in God gelooft en Jezus als je Heer belijdt, krijg je de gemeente er gratis en voor niks bij. Wij kunnen niet op onze allerindividueelste manier geloven. Het geloof is alleen te beleven in gemeenschap met andere gelovigen. Geloven doe je niet op je eentje. Geloven is inclusief. Dat is wat het Nieuwe Testament zegt. Als iemand ontmoedigd is, mogen anderen hem of haar bemoedigen. Als iemand verdriet heeft, mogen anderen hem of haar troosten. Als iemand de weg van de zonde opgaat, is het de taak van de anderen hem of haar te bestraffen, te vermanen en terecht te wijzen. Waarom moeten we elkaar terechtwijzen? Kort gezegd komt het hierop neer: als er zonde in ons leven is, vormt die een blokkade in onze geloofsgroei. En omwille van deze geloofsgroei, moeten wij elkaar op die zonde aanspreken.
Stagnatie geloofsgroei Wij zijn allen een nieuwe schepping in Christus. Dat is onze status bij onze bekering en overgave aan de Heer. Maar het is ook waar dat wij die nieuwe schepping nog moeten worden. Wij moeten worden wat wij al zijn. Dat is de weg die wij moeten gaan in de groei van ons geloof. Vooral zijn zorg over de geloofsgroei
van de broeders en zusters was de reden waarom Paulus in zijn brieven zoveel raadgevingen, maar ook vermaningen en terechtwijzingen opnam. Hij voelde zich verantwoordelijk voor anderen in hun groei naar het beeld van de Here Jezus Christus. “Broeders en zusters, in de naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt” (1 Tessalonicenzen 4:1-3).
Je broeder winnen
Terechtwijzen heeft bijbels gesproken alleen recht van bestaan vanuit een oprechte zorg voor de groei van een ander in zijn geloof. En als bij iemand die groei stagneert door een concrete zonde in z’n leven, dan heb je samen in de gemeente voor hem of haar een verantwoordelijkheid. Want het kan zijn dat zonde zich zó nestelt in iemands leven, dat hij of zij uiteindelijk bij de Heer vandaan groeit. En vaak is dat een sluipend proces. Het is een hellend vlak van eerst een stuk vreugde missen, vervolgens doet het geloof je niet veel meer, daarna raak je wat onverschillig, je gaat niet meer regelmatig naar de gemeente en het eind van dat liedje is dat je een ‘godverlater’ bent geworden.
Het valt mij op dat ook in de benadering van mensen bij Jezus genade en waarheid samengaan. Hij haalt ze niet uit elkaar. Ze zijn wezenlijk met elkaar verbonden. Hij
Soms zie je dat hier en daar in de gemeente gebeuren. Mensen die, zoals de schrijver van de Hebreeënbrief dat zo treffend zegt, ‘verachteren in de genade’. Bij sommigen is er sprake van dat zij zich maar ten dele openstellen voor het werk van Gods Geest in hun leven. Halve overgave en halve toewijding. In de gelijkenis van de zaaier zegt de Here Jezus over een deel van het zaad dat tussen de dorens is gevallen: de zorg voor de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord. Maar daarnaast kun je ook spreken van ‘verachteren in de genade’ als gevolg van een concrete zonde in je leven.
In Matteüs 18 gaat de Here Jezus ervan uit dat mensen dreigen achterop te raken of zelfs verloren dreigen te gaan voor het koninkrijk van God. Als wij zo iemand aanspreken op zijn zonde en hij wil luisteren: ...dan hebt gij uw broeder gewonnen! Met terechtwijzen kun je iemand winnen! Zo belangrijk is terechtwijzen! Ik las een prachtige uitspraak in dit verband: ‘De Heer van de gemeente benoemt u persoonlijk tot schipper van de reddingboot, die uitvaart om uw broeder of zuster te behouden.’ Jezus zegt tegen ons: ‘ga heen, red uw broeder, hij is in levensgevaar...!’
Wie mogen terechtwijzen? In ieder geval niet zij die als het ware staan te popelen om een ander tot de orde te roepen.
is trouw aan de zaak van het Koninkrijk en Hij is trouw aan de mensen voor wie Hij gekomen is. Daarom zegt Hij tegen de overspelige vrouw in Johannes 8: “Heeft niemand u veroordeeld? Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!” Zij mag genade ontvangen in haar leven, maar wordt ook met de waarheid geconfronteerd. Stel dat het ons – door het bestuderen van Gods Woord – duidelijk wordt dat het in het leven van de broeder en zuster om zonde gaat, wat dan? Dan geldt het criterium van genade en waarheid, net zoals bij de overspelige vrouw. Genade heeft dan te maken met de royaliteit van de vergeving en waarheid met het slaan van de piketpalen van Gods geboden. God
43
Boeksignalement wijst de zonde af, maar de zondaar heeft Hij lief. Wie mogen terechtwijzen? In ieder geval niet zij die als het ware staan te popelen om een ander tot de orde te roepen. Zij zijn bij wijze van spreken de laatsten die dat mogen doen. Als mensen er behagen in scheppen een ander eens flink de les te willen lezen, reiken zij zichzelf een brevet
Wat verloren dreigt te gaan, moet weer gevonden worden.
van onvermogen uit. Zij dus niet. Wie dan wel? Paulus zegt in Galaten 6:1 “Broeders en zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid”. Alleen zulke mensen mogen terechtwijzen. Mensen die een herder willen zijn. Alleen mensen met een herderlijk hart zijn bij machte om anderen innerlijk te winnen voor de weg van Jezus en hen te helpen de zonde in hun leven te overwinnen. Opvallend is dat de verzen in Matteüs 18 die over de tucht en de terechtwijzing in de gemeente gaan, voorafgegaan worden door de gelijkenis van de honderd schapen, waarvan één schaap verdwaald raakt. De herder laat de negenennegentig schapen alleen en gaat in zijn zoekende liefde op weg naar het verloren schaap. Dat deze gelijkenis voorafgaat aan dat streng aandoende stuk over de terechtwijzing en tucht is niet voor niets. Het zegt iets over onze gezindheid bij het terecht-
44
wijzen. Het geheim van de terechtwijzing is het geheim van de zoekende liefde. Zo wil Jezus dat wij een ander, als dat nodig is, vermanen en terechtwijzen in dezelfde zoekende liefde als de Heer. Wat verloren dreigt te gaan, moet weer gevonden worden. Dat kunnen alleen mensen die herders willen zijn. Daarom klinkt altijd weer in de gemeente de oproep: herders gezocht! Terechtwijzen is een uitnemende dienst die wij aan elkaar mogen verrichten. Het gaat om niets minder dan iemand winnen! Laat ons verlangen ernaar uitgaan dat wij voor elkaar zulke herders willen en mogen zijn. Bijbelleessuggestie: Lucas 6:41-42 Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Wat denkt u bij de woorden ‘elkaar vermanen’? 2. Hoe zou u het vinden als iemand uit de gemeente met u wil praten over iets in uw gedrag of houding waarvan hij of zij vindt dat het niet met het Evangelie in overeenstemming is? 3. Welke voorwaarden zijn belangrijk om te kunnen vermanen? Denk hierbij aan Lucas 6:41-42. GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info Drs. Yme Horjus is voorganger van de Baptistengemeente De Kei in Ede en was voorheen werkzaam als docent en rector aan het Baptisten Seminarium in Bosch en Duin.
Twaalf gewone mannen De bijbelleraar John MacArthur schreef een bijzonder boek over de twaalf apostelen. Hij beschrijft hoe Jezus hen uitkoos en voorbereidde voor hun opdracht om Hem te vertegenwoordigen. Zij brachten de wereld in opschudding (Handelingen 17:6) en toch was dit volgens de auteur niet “omdat zij buitengewone talenten hadden, ongewone intellectuele bekwaamheden, machtige politieke invloed, of een bijzondere sociale status. Zij brachten de wereld in opschudding omdat God door hen heen werkte” (pag. 30). Hij werkt in aparte hoofdstukken uit hoe Jezus met ieder van zijn discipelen een weg ging, hoe Hij hun karakter kon vormen en hoe zij toegerust werden. Ook de persoon Judas Iskariot wordt belicht en wat we van hem kunnen leren. Het is een boek om niet snel uit te lezen maar in rust te overdenken, erdoor bemoedigd en aangespoord te worden en er eigen lessen uit te trekken. Het Zoeklicht – Doorn | 237 pag. € 15,95 | ISBN 9789064511189
In gesprek met God Een relatie veronderstelt het hebben van een gesprek. Over en weer. De auteur Trevor Hudson, predikant en pastoraal therapeut en woonachtig in Zuid-Afrika, werd gefascineerd door vragen die God aan ons stelt en waarop we mogen antwoorden. Citaat: “In plaats van steeds maar weer in de Bijbel naar antwoorden te zoeken, begon ik zorgvuldiger na te denken over de vragen die God stelt.” Hij raakte er meer en meer
van overtuigd dat God – door het stellen van deze vragen – een diepere relatie met ons wil aangaan. Hij wil als een sprekende God gekend worden wat kan leiden door meer geestelijke intimiteit. Ook kan het bezig zijn met vragen van God aan ons meer inzicht geven, waarbij God ook de unieke relatie benadrukt die Hij met ons wil hebben. De eerste vijf vragen zijn uit het Oude Testament en de laatste vijf vragen uit het Nieuwe Testament. Een bijzonder boekje dat ook toegankelijk is geschreven. Boekencentrum – Zoetermeer | 134 pag. € 13,50 | ISBN 9789023923510
Gezond geloof De theoloog Peter Scazzero ontdekte in zijn eigen leven als voorganger, echtgenoot en vader dat er spanning kan bestaan tussen dat wat christenen belijden en de praktijk van het dagelijks leven. Hij gaf zijn boek daarom als ondertitel mee: je gevoelsleven in lijn met je geestelijk leven. Daarbij stelt hij dat we als volgelingen van Jezus ons bewust moeten zijn dat kennis over Hem toch moet leiden tot het beleven van de dagelijkse ontmoeting met Hem. Hoe kunnen we eerlijk met onszelf en onze gevoelens leren omgaan en hoe worden we meer echt in de ontmoeting met God, onszelf en anderen? Het boek is een warm pleidooi voor geestelijke volwassenheid, waarbij we onze menselijkheid niet ontkennen maar openstaan voor de doorwerking van het Evangelie op allerlei terreinen van ons leven. Ook worden veel doordachte suggesties gegeven en voorbeelden die herkenning geven. Plateau – Heerenveen | 260 pag. € 19,95 | ISBN 9789085201182
45
Jongeren, kerk en cultuur
‘Leer me lezen’ en ‘Leer me leven’ In deze bijdrage val ik maar met de deur in huis; veel christenen missen een helder en allesomvattend bijbels oriëntatiekader. Het lukt hun maar mondjesmaat om hun kinderen voor te gaan in een sympathieke christelijke levensstijl, die de wereld ten goede komt en het leven van hun kinderen op scherp zet. Christelijke jongeren zijn, bij gebrek aan goede voorbeelden en stevig onderwijs in hun kerk, overgeleverd aan zichzelf en leven het leven zoals dat tot hen komt. En net als die zondaar of goddeloze in Psalm 1, gaat ze dat buitengewoon goed af.
Hans Maat
E
en stevige binnenkomer. Maar toch: luisterend naar jongeren valt het mij op dat zij behoorlijk weerbaar zijn als het gaat over hun gewone leven van alledag. Ze werken en studeren, investeren in hun netwerk en ontwikkelen kwaliteiten. Ze worden daarbij geholpen door goedwillende ouders, docenten, mentoren en vrienden. Gaandeweg ontwikkelen zij een visie voor het leven, vooral dankzij de media. Ze selecteren en wegen handig in de constante informatiestroom die op hen afkomt. De vragen ’werkt het voor mij?’ en ‘wat heb ik eraan?’ sturen hen bij hun beslissing of zij deze informatie integreren in hun denken.
Levensvisie Toch blijft die ene grote vraag staan: Krijgen onze kinderen en jongeren ook een levensvisie mee voor hun christelijk leven? Bezitten zij een allesomvattend bijbels wereldbeeld en een samenhangende benadering van christen-zijn vandaag? Ik vrees eigenlijk van niet. Om te prikkelen stel ik dat het jongerenprobleem eigenlijk een ouderenprobleem is. In hoeverre zijn wij als ouderen nu echt onderscheidend ten opzichte van niet-christenen? Maken wij – voor zover het van ons afhangt – wel weerbare gelovigen? We lijken zelf – onbewust en onbedoeld – verdwaald in de jungle van levensmotto’s en levensstijlen waarin ieder maar doet wat hem of haar het beste lijkt. En laten we eerlijk zijn: als gezin merken we niet zo snel dat we de weg kwijt zijn. We hebben immers geleerd het leven zo te construeren dat het goed voelt. Het is precies zoals IKEA het in één zin aan ons onderwijst: ‘Design your own life’.
We lijken zelf verdwaald in de jungle van levensmotto’s en levensstijlen waarin ieder maar doet wat hem of haar het beste lijkt.
Of wat dacht u van het credo ‘I shop, therefore I am! Het materiële wereldbeeld waarin het kopen van spulletjes ons bestaan legitimeert. Het trieste gevolg hiervan laat zich raden: Het ontbreekt onze gedoopte en opgedragen kinderen aan een bijbels toetsingskader van waaruit zij als christen kunnen leven.
Denken en doen Misschien denken wij dat het wel meevalt. Veel van onze kinderen gaan nog naar de kerk en nemen daar deel aan activiteiten. Dat zal hen toch helpen te leven als christen? Voor mij is dat nog
46
47
Jongeren, kerk en cultuur
maar de vraag. Luisterend naar de vragen van jongeren en kijkend naar hun gedrag, bespeur ik een opmerkelijk gebrek aan eenheid in denken en doen. Het lukt hun slechts moeizaam om met een bijbelse lens te kijken naar alles wat aan hen voorbijkomt. Jongeren geven het ook zelf aan: ‘we willen wel leven uit één stuk als jonge christenen, maar we weten niet goed hoe dat moet!’ Zij zeggen eigenlijk: hoe kunnen wij onderscheiden wat Gods betrokkenheid en wil is in de wereld om mij heen en in mijn dagelijkse issues?
We willen wel leven uit één stuk als jonge christenen, maar we weten niet goed hoe dat moet!
Hoe kijken wij als christenjongeren naar de principes van de economie, de werkwijze van de marketing, de uitgangspunten achter de politiek, de logica in de wiskunde of de motieven achter een technische ontwikkeling? Waar is God in het theater, in de film, de literatuur, de vormgeving, de medische ethiek of de gedragsregels van een bedrijf? Zou het niet goed zijn als voorgangers op zondag, jeugdleiders in het jeugdwerk en vaders en moeders thuis hun kinderen breder gaan onderwijzen? Niet in een totale ban op de wereld. Niet in een laissez-fairebenadering van de cultuur, van vrijlaten en gedogen. Met beide opvoedstijlen zijn christelijke kinderen, tieners en jongeren niet geholpen. Wel met onderwijs dat aantoont dat onze God breder werkzaam is dan alleen in onze christelijke gewoonten en subculturen.
Subcultuur Jarenlang hebben we geroepen dat de zuilen afbrokkelden. Tegelijkertijd is er mede door de christelijke media en chris-
48
telijke organisaties hard gewerkt aan een eigen meer brede subcultuur die ook participeert in de samenleving. Dat is op zich mooi, dat wij christelijke kranten, omroepen, literatuur, kunst etc. hebben. Het goede en bewarende zie ik daarvan in. Maar toch… hoe betrokken zijn wij nu werkelijk op de seculiere samenleving met al haar cultuuruitingen, als wij steeds een christelijk alternatief bieden? Heeft deze eigen christelijke subcultuur ook niet een achterkant? Brengt deze manier van leven ons met onze kinderen niet in een spagaat? Een onhoudbare spagaat tussen leer en leven, tussen wat sacraal is – lees heilig – en wat seculier – lees werelds – is. Hoezeer ik waardeer dat wij onze kwetsbare kinderen enigszins beschermen voor wat er allemaal te koop is; te veel bescherming leidt tot een soort geestelijke schizofrenie of anders gezegd: onheilig dualisme. Dat wij ons zo graag in een christelijke subcultuur bewegen, heeft ook historische wortels. Als Nederlandse christenen zijn we immers langdurig beïnvloed door de antithese ‘kerk en wereld’. Die op haar beurt weer wortelt in het Griekse denken waarin er sprake was van twee werelden: een geestelijke bovenwereld en een materiële onderwereld. Zijn wij niet uiterst dualistisch in ons bewegen tussen twee werelden, een christelijke en een wereldse? Maar echte integratie en verbinding is er niet. Terwijl het verlossend handelen van onze God de hele schepping aangaat. En daarbij is de cultuur waarin wij met onze kinderen leven, geheel inbegrepen. Kort gezegd denk ik dat velen het als volgt voelen: ‘betrokken raken op de cultuur en daar ook deel van uitmaken is voor het gevoel van veel christenen zondig vanuit de gedachte dat die cultuur hen besmet’. Met als gevolg dat veel christenen lijden aan culturele anorexia! Juist omdat het mij aan het hart gaat dat zoveel jongeren en ouderen de gelovige weg niet meer weten in onze complexe cultuur, pleit ik voor een nieuwe manier
van christen-zijn. Een met oude papieren, overigens.
Dubbel luisteren Het zou prachtig zijn als we thuis en in al ons onderwijs allereerst wortelen in Gods Woord. Zoals die rechtvaardige van Psalm 1 die geplant is aan frisse waterstromen. Die waterstromen staan voor Gods wet en Gods Woord. Die man overdenkt dat woord, dag en nacht en waar hij zich ook bevindt. Het leert hem de wil van God onderscheiden in allerlei levenssituaties. De rechtvaardige man komt tot bloei en alles wat hij doet, gelukt. Dat heeft niets te maken met succesgeloof. Hij leert de weg gaan die God hem wijst en vindt daar zijn geluk en bestemming in. Daar begint het voor ons allemaal. Dat allesomvattend christen-zijn. Gewoon luisteren naar het Woord van God. Door het te onderzoeken, tekst met tekst te vergelijken en de inhoud te memoriseren. Door biddend te lezen. Laat de ouders opnieuw de Bijbel ontdekken als een frisse waterstroom waarin zij diep wortelen. En leer ouders hun kinderen daarbij te betrekken. Het is een grote taak voor de christelijke gemeente om ouders daarin toe te rusten. Het eerste is dus eigenlijk: leer me lezen. Maar er is méér. John Stott, de bekende anglicaanse predikant, zei het kernachtig in de volgende quote: ‘Listening to the Word and…listening to the world!’ Dat laatste, luisteren naar de wereld, formuleer ik als ‘het lezen van de cultuur’. Als we met een bijbelse lens willen leren de cultuur te lezen, moeten we die niet mijden. Of er slechts tegen waarschuwen en ons terugtrekken in een reformatorisch of evangelisch bastion. Onze jongeren zijn de seismografen die ons laten zien wat er staat te gebeuren; en dan doel ik niet op een komende explosie, maar eerder dat ons christen-zijn implodeert, van binnenuit. We dienen de wereld toch het best door ons erin te bewegen en deze te veranderen. Zo kweken we vanuit betrokken-
heid weerbare jonge christenen die een allesomvattend bijbels wereldbeeld ontwikkelen op alle terreinen van het leven. Samen met onze kinderen op zoek gaan door vragen te stellen als: Wat is de bedoeling achter een bepaald televisieprogramma? Op welke manier legt de schrijver een dilemma bij ons neer? Wat zegt de kunstenaar eigenlijk met dit aanstootgevende werk? Hoe voelt het in een stadion als mensen een gezamenlijk ritueel beleven bij de voetbal? Wat zegt die popsong ons over de liefde en het leven?
Als we met een bijbelse lens willen leren de cultuur te lezen, moeten we die niet mijden.
Wees niet te beschroomd in het lezen van een seculier boek of het bekijken van een film. Ervaar eens in het stadion hoe daar saamhorigheidsrituelen worden gevierd. Luister in de supermarkt, de media, de reclame, op het sportveld wat daar wordt gezegd. Begrijpen wij welke levensvisie, welk wereldbeeld en denken deze mensen motiveert? Kunnen wij het plaatsen waarom een sportman, een politicus, een acteur, een zanger zo populair is in deze tijd? Zou het zelfs kunnen dat er goede elementen in zitten die toch ten diepste ook van de Schepper Geest afkomstig zijn? Kan ik dat vervolgens ook waarderen in een film of een boek of een song? Of samen met mijn kind of mijn catechisanten? En ten slotte: kan ik vanuit een bijbels kader en luisterend naar Gods Woord hier ook kritisch op reflecteren? Laten we eerst luisteren, begrijpen en waarderen en dan pas kritiseren. Het lijkt mij dat zulke oefeningen nodig zijn om de kinderen en jongeren te leren om te onderscheiden. Om hen te kunnen aanmoedigen als kind van God in deze
49
Accent wereld te leven. Betrokken op die wereld van muziek, kunst, economie, architectuur, relaties, film, literatuur of sport. Niet om hierin op te gaan, maar om deze als gelovige te beïnvloeden door de verlossende kracht van Christus juist daar te presenteren. Dan ontstaan er nieuwe plekken waar God bestuurt en dat is het wezen van Gods koninkrijk; dat is overal waar God de baas is. Natuurlijk zijn er ook grenzen voor ons en onze kinderen. Er zijn momenten dat wij als oudere of jongere christen tegen elkaar moeten zeggen; ik wil niet verder betrokken zijn. Dat is bijbels legitiem omdat we de opdracht kennen om door niets gebonden en overheerst te worden (1 Korintiërs 6:12). Maar dat vraagt wel om uitleg en daar liggen vandaag dan ook de grote missionaire kansen! Maak het verschil, waar je ook bent en leg uit waarom je niet verder kunt of wilt deelnemen. De dilemma’s waar onze kinderen tegenaan lopen – als ze werkelijk betrokken raken – zijn groot. Grenshantering is een spannend maar serieus spel, een zoektocht die ons leert op het scherpst van de snede Christus Jezus te blijven volgen. We leveren onze kinderen daarom niet uit aan een benadering waarbij met alles kan worden geëxperimenteerd. We kiezen pedagogisch voor begeleide confrontatie en theologisch voor Christus’ heerschappij over hun leven. We laten onze jongeren niet alles ondergaan, want richting geven en veiligheid bieden zijn uiterst belangrijk in deze stormachtige en kwetsbare periode naar het ontwikkelen van een eigen identiteit. Daarom lijkt me het investeren in de ouders van nu de grote uitdaging voor iedere kerk. Dat is voor mij de meest belangrijke bijdrage aan goed jeugdwerk en aan de weerbaarheid van jongeren. Nog één keer terug naar Psalm 1. De rechtvaardige mens die tot bloei komt, bij wie alles gelukt, vinden we terug in Jezus,
50
die het ultieme beeld van de rechtvaardige is. Jezus, geworteld in Gods Woord, was betrokken op de cultuur waarin Hij leefde. Hij trok zich niet terug met een christelijk boek op een christelijke camping. Hij trad de cultuur van die dagen tegemoet en was uiterst relevant in zijn onderwijs. Bij Hem ontstonden voortdurend missionaire kansen. Hij onderscheidde waar het op aankwam en was vruchtbaar in zijn werk. Hij wil ons leren hoe we in betrokkenheid op onze cultuur blijven zoeken naar Gods leiding op alle terreinen van het gewone leven. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Lees Psalm 1 en denk na over de volgende vraag: Op welke manier kunt u zich identificeren met de zondaar, de goddeloze? Op welke manier kunt u zich identificeren met de rechtvaardige? 2. Kunt u verschillen noemen tussen de moderne cultuur/denkwijze en de bijbelse manier van leven? En in hoeverre beïnvloedt dat ons en onze kinderen? Hoe kunnen we als gemeenteleden kinderen helpen te wortelen in Gods Woord en betrokken te zijn op de huidige cultuur en deze met elkaar te verbinden? GROEI – JAARGANG 2009 – NR.3
Info
Hans Maat geeft leiding aan de gemeenteondersteuning in de HGJB en is spreker, trainer en adviseur. Daarvoor werkte hij met kinderen in het basisonderwijs, met studenten in het hbo en als docent aan de jongerenwerkersopleiding van De Wittenberg. Verder geeft hij advies en lezingen/workshops voor jongeren, kerk en cultuur, gemeenteopbouw en voor christelijk leraarschap in het onderwijs.
Wees eerlijk Over het algemeen baseren we onze eigenwaarde op dat wat andere mensen van ons denken en op de manier waarop zij op ons reageren. Maar wat gebeurt er als iemand ons niet aardig vindt, het niet met ons eens is of ons verkeerd begrijpt? Vaak vertrouwen we op onze eigen werken en successen en beschouwen we die als bepalend voor onze positie ten opzichte van God. Maar wat gebeurt er als we meerdere keren falen en het vertrouwen in onze eigen bekwaamheid verliezen? We zijn afhankelijk van bedrijven en instellingen voor ons inkomen, maar wat gebeurt er als de economie instort en we onze baan kwijtraken? We zijn afhankelijk van onze carrière, onze prestaties en onze relaties om vervulling te ervaren, maar wat gebeurt er als we overspannen raken of de heftige gevoelens verdwijnen? Om gelukkig te kunnen zijn, zijn we afhankelijk van onze omstandigheden, maar wat als die omstandigheden veranderen zonder dat wij daar iets aan kunnen doen? Wat gebeurt er wanneer de pilaren waar onze hoop en onze zekerheden op rusten onder ons vandaan geslagen worden en we niets overhouden om ons aan vast te klemmen dan alleen aan God zelf? Is God genoeg? Kunnen we er op vertrouwen dat God zal voorzien in onze behoeften, zowel de praktische als de geestelijke? In Lucas 12:28 lezen we: “Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan
niet kleden, kleingelovigen?” Zijn schriftgedeeltes als deze werkelijk relevant in onze hightechmaatschappij? Zijn God en het concept dat christendom genoemd wordt werkelijk echt? Zo echt dat we ons leven en onze reputatie ervoor op het spel zouden zetten? Of zijn we allemaal verstrikt geraakt in één of ander psychologisch spelletje? Om de volheid van het leven als christen te kunnen ervaren moeten we in staat zijn deze vragen te beantwoorden. En juist op dat punt van wanhopige afhankelijkheid ontdekken we dat het antwoord op deze vragen een volmondig ja is! Het komt hierop neer: het bereiken van het punt van wanhopige afhankelijkheid is het bereiken van het einde van ons kunnen. En juist op dat punt begint God zijn grootste werk in ons. Daar gebeuren de wonderen en daar begint een diepere, intiemere wandel met God dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. Het is het punt waarop we het beste wat God te geven heeft kunnen ontvangen, al zijn onze omstandigheden nog zo moeilijk. Max Davis Uit: Wanhopig afhankelijk, Novapres – Hoenderloo
51
Geloof en levensstijl Timon Ramaker
Kiezen doe je met je hart Hoe kies jij eigenlijk? Dat is een lastige vraag, want dat is vaak een van die dingen die je gewoon doet. Ik wil hierbij een onderscheid maken tussen: hoe neem je beslissingen (hoe kies je) en op grond waarvan (waarom kies je)? Het hoe heeft te maken met persoonlijkheid, gewoonte en discipline. Mensen verschillen hierin.
A
rend denkt als hij een studiekeuze moet maken goed na over alle mogelijkheden. Hij kijkt naar de onderwijsprogramma’s, hij kijkt naar de arbeidsverwachtingen en praat eens met mensen uit het vak. Sophie kijkt vooral bij welke studie ze zich het beste voelt. Margriet kijkt welke studie ze zich het meest kan inbeelden. De vraag naar het waarom van je keuze is meer inhoudelijk. In je antwoord zul je gaan verwoorden wie je zelf bent en wat je belangrijk vindt. Het vooronderstelt een visie op jezelf en anderen (mensvisie) en een visie op je omgeving (in dit voorbeeld een visie op het beroep en de maatschappij waarin je een beroep uitoefent: maatschappijvisie). Ik geef hier karikaturaal drie stijlen van kiezen die elk eigen accenten leggen op zowel het hoe als het waarom.
Premodern (traditioneel) kiezen De eerste stijl is de traditionele. Mensen zien zichzelf als deel van een gemeenschap en laten zich bij het maken van keuzes leiden door de traditie. Wat is in onze gemeenschap belangrijk? Wat moet je doen om daaraan bij te dragen? Wat wordt er van je verwacht? In deze stijl staan waarden centraal als plichten,
52
trouw, loyaliteit, gemeenschapszin en dienstbaarheid. Het leven wordt gezien als een roeping. Bij het kiezen is er net zoals bij een kompas een vast punt dat richtinggevend is.
Modern kiezen Deels als een reactie hierop is er een andere stijl ontstaan: de moderne. Mensen gingen zichzelf steeds meer als individu zien. De gemeenschap bestaat bij gratie van een verzameling individuen. In de
Kiezen heeft te maken met je hele bestaan, dus dat doe je ook met je hele persoon! Goed kiezen betekent dat je je hoofd, je gevoel, je intuïtie, ja alles inzet.
moderne tijd zijn het individuen zoals burgers, klanten, consumenten die kiezen. Het individu kan zelf met zijn ratio inzien wat goed (voor hem of haar) is. Kiezen is daarom vooral een rationele calculatie
53
Geloof en levensstijl
waarin voor- en nadelen afgewogen worden. Het leven is een project dat uitgestippeld wordt. Misschien dat hier het beeld van de kaart past: het leven is met ons verstand in kaart gebracht en op grond daarvan maken we keuzes.
Postmodern kiezen Veel mensen in de belevingscultuur kiezen niet zozeer op grond van objectieve gebruikswaarde van producten (rationele nutcalculatie), maar op grond van belevingswaarde. Het leven is niet uit te tekenen. Zogenaamde kaarten zijn subjectieve constructies van lokale gemeenschappen en dus heel betrekkelijk. We kennen ze, maar varen onze eigen koers waarbij we rekening houden met andere posities (beeld van radar). Keuzes zijn niet altijd
God heeft ons een eigen persoonlijkheid en creativiteit gegeven en is benieuwd hoe wij ons leven vormgeven.
goed aan anderen uit te leggen, maar dat hoeft ook niet. ‘Zo voelt het goed.’ Het is belangrijk om met het veranderende leven mee te gaan en daar niet tegen te vechten. ‘Go with the flow.’(…) Wat is nu de beste keuzestrategie? Volgens mij geen van drieën. Het is belangrijk om te zien dat de drie genoemde strategieën alle beperkt zijn en aanvulling nodig hebben. Ik wil proberen de goede kanten van deze stijlen samen te brengen in een door het christelijk geloof geïnspireerd mensbeeld, dat ik hier het creatieve mensbeeld noem.
Hart Kiezen heeft te maken met je hele bestaan, dus dat doe je ook met je hele persoon! Goed kiezen betekent dat je je hoofd, je gevoel, je intuïtie, ja alles inzet.
54
Daar hebben we ook een motto voor: kiezen doe je met je hart. Nu moet ik dat wel gelijk uitleggen, want kiezen met je hart wordt vaak begrepen als kiezen met je gevoel. Maar je hart is veel meer dan gevoel! Je hart is de kern waar je leven samenkomt. Als je kiest met je hart, dan doe je dat met je hele zijn. In je hart komt alles samen: je denken, je voelen, je willen, je verlangen. In je hart leeft wat je echt belangrijk vindt, in je hart zijn heel kernachtige overtuigingen over het leven en over jezelf opgeslagen. (Het is niet zo dat wat in je hart leeft per se waar is.) In de Bijbel zie je dat mensen in hun hart worden aangesproken door God. Wat wil je nou echt? Waar gaat het je om? Hoe sta je tegenover mij? De relatie tussen God en mensen wordt in de Bijbel niet in de eerste plaats gekenmerkt door een gezagsrelatie (ook al is het volstrekt duidelijk dat God gezaghebbend is; in bijbelse taal: koning is), maar door het hartzoekende avontuur dat God met mensen is aangegaan. God benadert ons als mensen die kunnen kiezen. Dat kiezen is niet alleen een keuze tussen twee opties (bijvoorbeeld wel of niet naar God luisteren), maar omvat veel meer (bijvoorbeeld hoe luister jij naar God?). God heeft ons een eigen persoonlijkheid en creativiteit gegeven en is benieuwd hoe wij ons leven vormgeven. Ik ga dat nog iets uitwerken.
Vrijheid en verantwoordelijkheid Het tweede hoofdstuk van de Bijbel vertelt hoe God Adam in de tuin heeft geplaatst om haar te bewerken en te beschermen. ‘God bracht de mens in de tuin.’ De tuin is er voordat Adam ook maar wat te kiezen heeft. Adam kan niet maken dat de appels naar boven vallen. Maar binnen die tuin is er van alles mogelijk. Dat blijkt uit het vervolg van Genesis 2, waar God aan mensen vraagt om cultuur te maken. Nadat God de dieren heeft gevormd, brengt Hij ze bij de mens ‘om te zien welke namen de mens ze zou geven’ (vers 19). Let op de herhaalde beweging
die in het woordje brengen in het aangehaalde gedeelte zit. Ik krijg de indruk dat God zelf benieuwd is met welke creativiteit de mens aan de slag zal gaan! Want dat namen geven is iets creatiefs. Hoe reageert de mens op de dieren, wat gaat hij ermee doen, hoe benoemt hij ze? Het kan zus, maar ook zo. Er is vrijheid. God heeft ons bedoeld om namen te geven, om te reageren op onze omgeving. Samen met het bebouwen en bewerken (vers 15) vertelt het benoemen (vers 19) wat cultuur vormen is. Christenen zijn geen cultuurmijders, maar willen cultuur vormen met het oog op Gods Koninkrijk. (…) Vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid. Echte vrijheid is altijd ergens op gericht. Ethici maken een onderscheid tussen ‘vrijheid van’ en ‘vrijheid tot’. Als je echt vrij bent, ben je niet alleen vrij van (dwang bijvoorbeeld), maar weet je ook waarom je voor iets kiest (vrijheid tot). Waarom doe jij wat je doet? Wat vind jij echt de moeite waard? Laat je je meevoeren in de belevingsstroom of maak je eigen keuzes? Hoe reageer je in een concrete situatie? Dat is een spannend en creatief proces. Daarom noem ik de bijbelse kijk op de mens het creatieve mensbeeld. God heeft ons in een concrete situatie geplaatst (natuur en cultuur, met natuurwetten, maar ook andere ‘levenswetten’) en is benieuwd wat wij gaan doen. Uiteraard zijn er grenzen aan wat kan en niet kan. Het tragische van de mensengeschiedenis is nu net dat we dat vergeten en doen alsof we eigen godjes zijn. (…) Als wij zien wie we zijn, met grenzen en mogelijkheden, en oog hebben voor God en de ander, ontdekken we dat we vrij zijn om te kiezen.
consequenties groot zijn (studiekeuze bijvoorbeeld) en de toekomst onzeker (of het nu om een relatie gaat of om het kopen van een huis), is het moeilijk. Er staat wat op het spel. • We hebben het idee dat als we nee zeggen we daarmee onszelf beperken. Een keuze maken voelt soms meer als nee zeggen tegen andere opties dan als ja zeggen tegen de gekozen optie. Als je kiest, begrens je je mogelijkheden. En jezelf begrenzen is toch per se negatief? We kunnen niet alles, ervaren we dan en dat doet soms een beetje pijn. • We hebben het idee dat het succes van ons kiezen (en ons leven?) van ons afhangt. Wij moeten ons leven maken en met verkeerde keuzes verpest je het misschien! Dit keuzeperfectionisme kan
Keuzestress
Vrijheid is het hoogste goed in onze tijd. In andere tijden en culturen was dat misschien ‘waarheid’, ‘eer’ of ‘gemeenschap’. In onze cultuur vinden we vrijheid het belangrijkste. Vrij om jezelf te zijn, om te doen en te laten wat je wilt. Maar wat wordt bedoeld met vrijheid? Vaak zullen
Ik denk dat er drie redenen zijn waarom veel mensen in onze vrijheidscultuur keuzestress ervaren: • Keuzes zijn niet vrijblijvend. Als je verkeerde keuzes maakt, zul je met de gevolgen moeten leven. Zeker als de
Christenen zijn geen cultuurmijders, maar willen cultuur vormen met het oog op Gods Koninkrijk.
ons keuzestress geven of zelfs compleet verlammen. Achter al deze drie redenen zit een bepaalde eenzijdige visie op vrijheid en de betekenis van grenzen. Als we echt willen leren kiezen, zullen we opnieuw moeten kijken naar wat vrijheid nu precies is en ontdekken dat nee zeggen niet negatief hoeft te zijn, maar dat het juist de manier is waarop je tot iets komt! Ik wil dat nu uitwerken en kijk dan naar wat dat betekent voor de drie genoemde redenen.
Autonomie
55
Geloof en levensstijl
mensen zich helemaal niet zo bewust zijn van wat voor vrijheidsconcept ze hebben. Toch heeft iedereen een morele visie op wat vrijheid is. Bewust of onbewust. Gearticuleerd of niet. Het vrijheidsideaal dat in onze cultuur diep verankerd zit, begint ongeveer in de zestiende eeuw in de filosofie te aarden en stelt dat de mens autonoom is. De ideale mens is niet ge-
Keuzeperfectionisme kan ons keuzestress geven of zelfs compleet verlammen.
bonden door uiterlijke omstandigheden, maar maakt zijn eigen keuzes en beoordelingen. Hij is zichzelf tot wet (autonomos). Vanaf de moderne tijd staat de mens als het ware tegenover de wereld en bekijkt haar, vormt zich kennis over haar in de zich ontwikkelende wetenschap, beheerst haar door de zich ontwikkelende techniek, maakt eigen keuzes op basis van inschatten van machtsfactoren (politiek) et cetera. De gedachte ontstaat dat mensen de wereld, de samenleving en ook het eigen leven kunnen maken (maakbaarheidsgeloof). Maar doet dit plaatje wel recht aan ons leven? In de twintigste eeuw zijn veel mensen daaraan gaan twijfelen als gevolg van bijvoorbeeld de wereldoorlogen en milieu- en klimaatcrisissen. Het leven blijkt niet zo beheersbaar. Ik noem hier twee belangrijke redenen waarom het geschetste vrijheidsconcept niet klopt. •H et subject is zelf onderdeel van de wereld. De zogenaamd autonome mens is zelf iemand van vlees en bloed die onderhevig is aan de natuurwetten en daar niet buiten staat. Om het christelijk in te vullen: mensen zijn door God geschapen. De mens is niet het centrum van het universum; de werkelijkheid
56
begint bij God. Daarom is christelijk denken en ook christelijke ethiek principieel theocentrisch (God centraal) in plaats van antropocentrisch (mens centraal). Dat betekent niet dat christelijke ethiek niet humanistisch is; integendeel: mensen komen tot ontplooiing waar ze echt mens zijn: beelddragers van God. • De wereld beperkt ons niet per se. Zij hoeft niet eerst beheerst te worden voordat wij vrij kunnen zijn. Juist in een goede relatie tot haar kunnen we vrij leven. Dankzij bomen ademen we, dankzij gewassen krijgen we onze vitaminen en dankzij anderen ervaren we vreugde en kennen we liefde. Natuurlijke grenzen die wij ervaren, maken ook dat we kunnen leven! Wat betekent dit voor de kunst van het kiezen? Ik wil hieronder de genoemde drie redenen voor keuzestress in omgekeerde volgorde volgen, dus eerst keuzeperfectionisme, dan onze negatieve waardering van grenzen en ten slotte het niet vrijblijvend zijn van keuzes.
Je leven is gegeven In de eerste plaats betekent het bijbelse mensbeeld dat ons leven niet van onszelf afhangt. Wij hoeven niet ons leven te maken; het is ons gegeven. Natuurlijk doen jouw keuzes ertoe, maar met je goede en domme keuzes mag je leven. Echt leven. Christenen noemen dat genade. Het besef dat je leven uiteindelijk door God gegeven is en dat Hij jou draagt en je wil leiden, ontspant bij het nemen van beslissingen. Jouw keuzes doen ertoe, maar Hij zal in alles (goede en minder goede consequenties) alles laten meewerken ten goede (Romeinen 8).
Creativiteit door grenzen In de tweede plaats stelt de christelijke visie op de schepping en jouw leven als gave van God vragen bij het gangbare idee van vrijheid. In onze cultuur hebben we vaak het idee dat echte vrijheid niet
door regels beperkt wordt. Daarom houden mensen van onze tijd liever de opties open. Inderdaad: grenzen beperken opties, maar dat is niet per se negatief, maar juist creatief. Het spreekt mij erg aan dat de Bijbel zegt dat God schiep door het stellen van grenzen. ‘Water, jij hier en niet daar!’ (Genesis 1, Job 38 en Psalm 104). Hij creëert iets nieuws door te begrenzen en te kiezen. Goede grenzen en goede keuzes maken iets mogelijk. Ze geven dynamiek. Misschien helpt het beeld van een schilder die naar een leeg doek zit te staren. Hij heeft een pallet bij zich met allemaal mooie kleuren. Rood, blauw, geel, groen… Hij ziet de kleuren, maar weet niet waar hij mee moet beginnen. Waarom zou hij voor geel kiezen en niet voor rood? Onzinnig natuurlijk. Pas op het moment dat hij een keuze gaat maken, komt er iets tot stand. Onze keuze komt niet uit het niets voort, maar is altijd een reactie op iets. Het is niet zo dat we uit het niets opeens voor een keuze staan, maar we lopen op een weg en moeten dan een keuze voor rechtsaf of linksaf maken. We zijn al aan het surfen en moeten dan kiezen of we voor een golf gaan of niet. We zijn al aan het beeldhouwen en moeten dan kijken waar we de beitel in de steen zetten. Niet alleen de beeldhouwer of schilder is creatief, maar iedereen. Iedereen maakt keuzes en kan daarin z’n creativiteit kwijt. (…)
Commitment Dat leidt tot het derde. Kiezen is soms gewoon moeilijk. Loesje is treffend als ze schrijft: ‘Zeg niet steeds vrijheid als je vrijblijvendheid bedoelt.’ Wat een beslissing om te gaan trouwen! Hoe kan ik zeker weten dat ik mijn vriend(in) de leukste in de hele wereld vind? Moet ik niet veel meer ervaring op het liefdespad hebben voordat ik zo’n belangrijke keuze maak? Veel mensen deinzen terug voor een definitieve keuze en houden liever opties open. Kiezen is niet in de eerste plaats nee zeggen tegen al het andere,
maar vooral ja zeggen tegen dat waar je voor kiest. Als je trouwt, zeg je niet in de eerste plaats ‘nee’ tegen alle andere mogelijke partners, maar toch vooral ‘ja’ tegen de man of vrouw van wie je houdt! Zulk kiezen is niet in de eerste plaats een jezelf beperken, maar ergens voor gáán. Hoeveel stellen heb ik niet horen beamen hoeveel rust het geeft in een relatie als juist al die andere ‘opties’ uitgesloten zijn! Kiezen is niet zozeer je beperken, maar een weg inslaan die iets mogelijk maakt. Grenzen zijn dan geen belemmeringen voor vrijheid, maar vormen samen met jouw keuzes je vrijheid! Bijbelleessuggestie: Matteüs 6:19-34 Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Wat betekent ‘kiezen met je hart’? (zie tekst onder tussenkopje ‘hart’) 2. Herkennen wij in ons leven ‘keuzestress’, met andere woorden moeite met keuzes maken? 3. In het artikel komt de uitspraak voor dat ‘nee’ zeggen niet negatief hoeft te zijn, maar dat het juist de manier is waarop je tot iets komt’. Ben je het hiermee eens? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info Dit artikel is gebaseerd op fragmenten uit hoofdstuk 3 en 4 van Vrij om te kiezen, (Boekencentrum – Zoetermeer) en is met toestemming van de uitgever overgenomen. Timon Ramaker is getrouwd met Heidi, vader van drie kinderen en doceert mediaethiek en filosofie aan de Christelijke Hogeschool Ede. Hij schreef onder meer Sprekend boek. God ervaren in de bijbel? (GROEIspecial) en is medeauteur van Bij zinnen komen, een boek over de belevingscultuur (Buijten & Schipperheijn – Amsterdam).
57
Onderlinge relaties Marleen Ramaker
Jezus maakte duidelijk dat het zicht op Gods werkelijkheid Hem bezielde om te dienen.
Een realistische levenshouding Wanneer we naar onze wereld kijken ziet het er niet rooskleurig uit: de natuur lijdt, volkeren lijden en de sociale onrechtvaardigheid en verdeeldheid is overweldigend. Maar ook het individuele leven van mensen is niet ideaal, ongeacht televisiespotjes met lachende mensen en ideaalgeschetste omstandigheden. We kennen geschondenheid in onze wereld, in onze directe omgeving en in ons eigen leven. Het kan ons onrustig maken, pijn doen en ons herinneren aan eigen tekort en falen.
H
et nieuwe leven van Jezus in ons – door het werk van zijn Geest – neemt het feit niet weg dat we nog fouten maken, verdriet kennen en veroorzaken. We leven uiteindelijk als ‘licht’ en ‘zout’ in een donkere wereld die aan bederf onderhevig is. En ook in ons eigen hart en leven zijn er donkere plekken waarmee we met Jezus in het licht moeten leren wandelen en waar verandering nodig is. Hoe kunnen we dan op een realistische manier als ‘licht’ onze plaats innemen en hoe kunnen we geloven in de kracht van ‘zout’ en deze werking ook in ons eigen leven toelaten?
Bedreigde gevoelens Om in ons eigen leven meer weerbaar en toegerust te zijn is het belangrijk om een groot struikelblok onder ogen te zien: onderlinge onzekerheid en bedreiging waarbij wij ons kunnen terugtrekken of juist krampachtig willen bewijzen. In Prediker 4:4 lezen we: “Ook zag ik, dat al het zwoegen, alsook alle bekwaamheid in het werk, louter naijver is van de een op de ander...” In een Engelstalige vertaling staat:“… every skill which is done is the result of rivalry
58
between a man and his neighbour” (NASB). Vertaald betekent het: elk werk dat gedaan wordt is het gevolg van rivaliteit tussen een mens en zijn naaste.
Het nieuwe leven van Jezus in ons neemt het feit niet weg dat we nog fouten maken, verdriet kennen en veroorzaken.
Naijver, jaloezie en rivaliteit: emoties die aangeven dat de ander gauw een bedreiging vormt. Willen we, om onszelf goed te voelen, vaak niet net een beetje méér kundig, intelligent, charmant, sociaalvaardig en bemind zijn? Voelen we ons niet gauw ‘minder’ wanneer de ander op bepaalde terreinen méér kwaliteiten heeft? De ik-gerichtheid die we sinds de rebellie van de mens ten opzichte van God kennen, heeft ons vervreemd van Hem en elkaar. Om die reden is het samenvattende gebod van Jezus van zo’n grote betekenis:
59
Onderlinge relaties
“... gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht. Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet” (Marcus 12:30-31). Alleen wanneer onze liefde voor God groter wordt dan onze liefde voor onszelf, leren we in de vrijheid te staan en anderen te respecteren en lief te hebben als medemensen. Dan leren we ons aan God te spiegelen, niet aan medemensen. Mensen met meer of minder bekwaamheden, gaven en mogelijkheden.
Alleen wanneer onze liefde voor God groter wordt dan onze liefde voor onszelf, leren we in de vrijheid te staan anderen te respecteren en lief te hebben als medemensen.
Dan leren we ons verheugen over het feit dat God een unieke relatie met zijn kinderen wil hebben en ieder kind op eigen wijze wil inschakelen. Dan zijn gaven en talenten van anderen geen bedreiging, maar kunnen we dankbaar zijn voor datgene wat God in hen gegeven heeft. Dan leren we aanvullend denken, niet vanuit een bedreigd gevoel.
Het belang van de ander Een tegenpool van Prediker 4:4 is Filippenzen 2:3-4 waarin we lezen: “... doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder letten niet slechts op zijn eigen belang, maar ieder lette ook op dat van anderen. Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was...” Wat betekent dit nu concreet? • Let op het goede in de ander en wees daarmee oprecht blij. Zoek ook naar
60
mogelijkheden om dit op een oprechte manier kenbaar te maken. Bijvoorbeeld: “Ik waardeer je omdat...” • Ga realistisch met elkaar om. Ieder mens is onderweg. Ook voor de gelovige geldt dit. Wees dankbaar voor datgene wat God in de ander bewerkte en toon vertrouwen in verdere ontwikkeling en groei. • Bevestig mensen in hun eigen waarde en betekenis. Laat hen merken dat ze er mogen zijn, dat ze belangrijk zijn. Dat geeft hun de ruimte om te groeien. Zo bemoedigen en stimuleren we elkaar. • Communiceer dat we elkaar nodig hebben. Dat teamgeest en samenwerking voor ons belangrijk is. • Help elkaar om tot verdere ontplooiing te komen. Om méér zicht te krijgen op eigen gaven, bekwaamheden en mogelijkheden. Deze twee emoties (rivaliteit óf onderlinge betrokkenheid waarbij de ander geen bedreiging vormt) kennen we in ons hart. Ons ik-gevoel wil echter vaak ten koste van anderen bevestigd worden. Die spanning is er gewoon... en juist hierin moeten we Jezus’ vernieuwende werk in ons leven verwelkomen. Dan werkt het zout-zijn en licht-zijn door in ons eigen leven en in de ontmoeting met anderen.
Zout en licht John Stott schrijft hierover in De levende kerk (Ark Media – Amsterdam): “Zout en licht komen beide veel voor. Ze veranderen de omgeving waarin ze worden geplaatst. Als zout in aanraking komt met vlees of vis, gebeurt er iets: de aantasting door bacteriën wordt tegengegaan. Ook als het licht wordt aangedaan, gebeurt er iets: de duisternis wordt verdreven. Verder zou je kunnen zeggen dat zout en licht elkaar aanvullen. De invloed van zout is van negatieve aard, want het gaat het bederf door bacteriën tegen. De invloed van licht is van positieve aard, want het brengt licht in de duisternis. Zo heeft ook de invloed van christenen
in de maatschappij een negatieve kant (door de verspreiding van kwaad tegen te gaan) en een positieve kant (door het Evangelie uit te dragen en te laten zien wat waar en goed is)” (pag. 125, 126). Hij schrijft verder dat waar kwaad toeneemt, de uitdaging voor christenen alleen maar groter wordt. Citaat: “Wij moeten met hernieuwde vastberadenheid de taak die Jezus ons heeft gegeven op ons nemen, namelijk het zout en het licht in deze wereld zijn” (pag. 126). Daarbij zijn christenen geen utopisten maar realisten die blijven geloven in de belofte dat de Geest hen wil gebruiken, juist in de ernst van deze tijd. Daarom worden we opgeroepen om vanuit een houding van gebed beschikbaar te zijn voor Gods werk: in ons spreken, in ons handelen en in een houding van dienen. In Johannes 13:3-4 lezen we bijvoorbeeld dat Jezus, “wetende, dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging” opstond van de maaltijd en zijn kleding aflegde en een linnen doek opnam en deze om zich heen sloeg. Daarna begon hij de voeten van zijn discipelen te wassen. Als Zoon van God wilde Jezus dienen. Hij zei daarna dat ook wij in die houding er moeten zijn voor de ander. Jezus maakte duidelijk dat het zicht op Gods werkelijkheid Hem juist bezielde om te dienen. Daarom kon Hij zich geven.
Toerusting blijft beperkt Er zijn voor de ander is niet altijd makkelijk. Vooral als die ander een andere achtergrond heeft, anders geaard is of door een andere cultuur gevormd is. Hoe kun je dan goed met elkaar omgaan? Toerusting is daarbij belangrijk. De kerk heeft hierbij een belangrijke opdracht. Want hoe kunnen we weerbaar bruggen slaan naar het hart en denken van anderen? Het is goed dat verschillende hulpmiddelen zoals boeken en cursussen ontwikkeld zijn om elkaar hierbij te helpen. Toch neemt dit niet weg dat we met een bepaalde spanning moeten leren leven
en dat we in dit alles beperkingen zullen blijven ervaren. We zullen bijvoorbeeld nooit op alles een antwoord weten en we zullen nooit in staat zijn om ons volledig te vereenzelvigen met vragen, strijd en verdriet van onze medemens. Maar realistisch omgaan met eigen beperkingen betekent tegelijkertijd dat we geloven in de mogelijkheden die er wel zijn en die God kan gebruiken. Paulus voelde zich bijvoorbeeld vaak zwak, maar juist dan besefte hij dat God met zijn kracht wel bruggen
Wij moeten met hernieuwde vastberadenheid de taak die Jezus ons heeft gegeven op ons nemen, namelijk het zout en het licht in deze wereld zijn.
kon slaan. Hij roept in zijn brieven dan ook vaak op tot gebed en afhankelijkheid. Wij kunnen de uitdaging van onze tijd aan wanneer we, ziende op God, aan de slag gaan met de werkelijkheid van elke nieuwe dag. God belooft daarbij vrucht die bewerkt wordt door zijn Geest. Vrucht hangt niet af van onze mate van toerusting, scherpzinnigheid of hard werken, alhoewel God toerusting wil gebruiken, maar het geheim is vertrouwen in het werk van Gods Geest en toewijding aan datgene wat Hij ook in en door ons leven kan uitwerken. Wanneer Jezus’ licht en de uitwerking van ‘zout’ meer ervaren zal worden, zullen mensen tot Hem getrokken worden.
Elkaar nodig Wanneer we elkaar niet als een bedreiging zien maar als een aanvulling, kunnen we elkaar bemoedigen en stimuleren. We willen dan van elkaars ervaring en inzichten leren. Ook zal het gezamenlijke gebed voor en met elkaar kan dan groeien
61
Boeksignalement en het samen nadenken over de betekenis van ‘licht’ en ‘zout’ zijn. Want als het zout op smaak blijft zal het opgemerkt worden en kan er invloed van ons uit gaan. Wan-
Wij kunnen de uitdaging van onze tijd aan wanneer we aan de slag gaan met de werkelijkheid van elke nieuwe dag.
neer we denken aan Jezus’ bekende ‘bergrede’ betekent het dat we ernst maken met bijbelse gerechtigheid en met liefde, zelfs als het mensen betreft waarmee we het moeilijk hebben of die ons onrecht aandoen.
Bekeren van pessimisme Jezus spreekt over het leren leven als kinderen van Gods koninkrijk waarbij onze levensstijl door Hem bepaalt wordt, door de regels van zijn Koninkrijk. In dit verband nog een citaat van John Stott uit De levende kerk: “Wij moeten ons bekeren van ons pessimisme. Christenen hebben geen reden om pessimistisch te zijn. Geloof en pessimisme gaan niet samen. Wij zijn zeker geen wereldvreemde idealisten, maar realisten; we staan met beide benen op de grond. We weten dat de zonde in de menselijke natuur zit en daarom ook in de maatschappij. Wij willen geen utopie najagen. Maar we weten ook dat het Evangelie de kracht bezit om
dingen te veranderen en dat Christus ons heeft opgedragen om echt zout en licht in de wereld te zijn. Laten we onszelf dan opwerpen als Gods vertegenwoordigers om dingen te veranderen. Laten we geen smoesjes verzinnen door onszelf als minderwaardig te beschouwen. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Denk na over Jezus’ woorden uit Matteüs 7:31-34. Hoe kunnen we zijn Koninkrijk zoek? 2. Uit onszelf kunnen we niet veel doen maar wel als we vertrouwen stellen in Gods kracht. Wat zegt Paulus hierover in 2 Korintiërs 12:9 en 10 en 13:4? 3. Denk na over Spreuken 13:20. Welke betekenis kunnen we voor elkaar hebben en wat is onze ervaring op dit terrein? 4. Hoe ervaar ik de kracht van het gebed? Zie Kolossenzen 4:2-4. Geloof ik dat Hij open deuren kan geven en sta ik hiervoor open? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info De geciteerde bijbelgedeeltes in dit artikel komen uit de NBG vertaling 1951. Marleen Ramaker coördineert de redactie van GROEI en ontwikkelde diverse toerustingsmaterialen en boeken zoals o.m. Leven in harmonie met God, jezelf en de ander. Wie mag ik zijn en worden? en Elke dag opnieuw.
Niet de dupe
Help je kinderen door je echtscheiding heen De psycholoog Thomas A. Whiteman richtte een aantal christelijke counselingbureaus op waaraan meer dan honderd therapeuten verbonden zijn. Hij is vooral gespecialiseerd in het coachen van relaties met problemen en in het begeleiden van echtscheidingen waarbij kinderen betrokken zijn. Dit boek is hiervan een voorbeeld. Juist omdat hij zich bewust is van de pijn waar mannen en vrouwen en kinderen doorheen gaan, wil hij door middel van dit boek mensen bemoedigen. Hij geeft veel informatie en adviezen door vanuit de praktijk en denkt hierbij aan betrokkenen, maar ook aan de mensen die indirect hiermee te maken krijgen zoals familie, kerkelijke gemeenten en vriendenkringen. In dit boek wil de auteur vooral veel aandacht aan kinderen geven. Citaat: “Vaak lijden zij nog meer dan hun ouders. Hun leven wordt op zijn kop gezet en ze weten niet precies waarom. Allerlei emoties die ze niet begrijpen, overspoelen hen. Soms geven ze zichzelf de schuld van de ontreddering. Geen twijfel mogelijk. Het is moeilijk om kind te zijn als je ouders uit elkaar gaan. Maar mijn boodschap voor hen is dezelfde: Je kunt er doorheen komen. Hoe diep je momenteel ook gekwetst bent, het zal weer beter gaan. Je wordt sterker na deze nare ervaring.” Kok – Kampen | 190 pag. € 17,50 | ISBN 9789043514132
Luisteren is een kunst Ds. Jan Minderhoud schreef een op de praktijk afgestemd boek over het voeren van verschillende gesprekken in het pastoraat zoals het bondige gesprek, het adviesgesprek, motiverende gespreksvoering, het
62
groepsgesprek (bijvoorbeeld in huiskringen en Bijbelstudies), het gesprek in vergaderingen, op huisbezoek en ziekenbezoek. In zijn inleiding benadrukt hij allereerst het belang van goed leren luisteren. Citaat: “Een goed gesprek leren voeren is een leerproces, een levenslang leerproces. Bovendien: elk gesprek biedt vele momenten van herkansing, om met vallen en opstaan, door goed en slecht luisteren heen, toch met elkaar op het goede spoor te komen.” Ook noemt hij dat goed luisteren een offer in kan houden, zoals de bereidheid je eigen verhaal even los te laten en de volle aandacht te richten op het verhaal van de ander. Boekencentrum – Zoetermeer | 156 pag. € 14,90 | ISBN 9789023923442
Blijf van m’n ouders af! Reineke Klok en Gijsbertje Smaal-Zwaan zijn beiden werkzaam bij Eleos, respectievelijk als psycholoog en als creatief therapeut. Zij hebben vooral met jongeren tussen de 14 - 25 jaar te maken. Dit boek is geschreven voor jongeren van wie de vader of moeder te maken heeft met psychische problemen zoals schizofrenie, dwanghandelingen of met verslavingsproblematiek. Problemen van ouders worden vaak ook de problemen van kinderen door de bijzondere band tussen ouders en kind. Dit boek wil herkenning geven, vragen en gevoelens bespreekbaar maken en suggesties aanreiken. Concrete vragen die aan de orde komen zijn o.a.: Ik begrijp niet wat er aan de hand is. Dat maakt mij onzeker, wat moet ik met allerlei situaties en gevoelens? Hoe kan ik mijn ouders helpen en waar moet ik grenzen leren aangeven? Welke steun geeft het geloof? Ik heb, denk ik, hulp nodig maar vraag er niet zo makkelijk om etc. Jes! – Zoetermeer | 62 pag. € 12,90 | ISBN 9789023923121
63
Volharding Ds. Taeke Veenstra
Geloven: Hoe houd je het vol? Een woord dat met de regelmaat van de klok in de pers opduikt, is ‘kerkverlating’. Duizenden leden laten zich ieder jaar uitschrijven. Ooit deden ze belijdenis van hun geloof en beloofden Jezus te zullen volgen. Wat brengt al die mensen ertoe om af te haken?
A
llerlei oorzaken kunnen daarbij een rol hebben gespeeld. Het volgen van Jezus bracht bijvoorbeeld niet wat ze ervan verwachtten. Of het materialisme kreeg hen in de greep. Misschien hebben ze te veel nare dingen meegemaakt. Het kan zijn – en volgens mij is dat de diepste oorzaak – dat ze zich het geloof niet eigen gemaakt hebben, maar meer uit traditie belijdenis deden. Of ze haken af doordat er in de kerk te veel ruzie en te weinig warmte is. Helaas moeten we constateren, dat er over de hele breedte van het christenleven veel ontrouw voorkomt. We leven in een wereld waarin alles lijkt samen te spannen om de gelovige te bewegen de strijd op te geven en dus niet staande te blijven.
Het geloof – een glijbaan? Er zijn mensen die denken dat het geloof een soort glijbaan is. Je gaat bovenaan zitten en je laat je maar naar beneden glijden. Het gaat allemaal eigenlijk vanzelf… Wanneer je dat denkt, heb je het wel mis. Ja, als je christen-zijn niet verder komt dan de buitenkant, valt het allemaal wel mee. Als je er een zondagsgeloof op na houdt, heb je nergens last van. Maar wie echt aan de Here Jezus verbonden is, die moet ook rekenen op strijd en tegenstand. Vandaar ook de oproep in de Bijbel: “Strijd de goede strijd van het geloof ” (1 Timoteüs 6:12).
64
Trouw moet blijken De weg waarop Jezus ons voorgaat, is niet de gemakkelijkste. Hij leidt ons niet een sprookjestuin binnen waar altijd de zon schijnt en vriendelijke kabouters ons toelachen. Dat is een verkeerde voorstelling van het geloof. De wereld wordt er
Wat is vriendschap zonder trouw? In de navolging van Jezus is het niet anders.
niet plotsklaps anders door als we Jezus volgen. Onze persoonlijke omstandigheden veranderen ook niet altijd in een handomdraai. We blijven onderdeel van een gebroken en verscheurde wereld. Wat er wel verandert? Wijzelf! De manier waarop we in het leven staan, wordt anders en de wijze waarop we tegen onze situatie aankijken. We staan er niet langer alleen voor. Er is een Herder die meetrekt. Hij leidt en beschermt ons. Bij Hem kunnen we terecht met onze zorgen en zonden. Op de dag van onze belijdenis beloven we Jezus te volgen in leven en sterven. Trouw moet blijken. Dat geldt in het dagelijkse leven al. Wat is vriendschap zonder trouw? In de navolging van Jezus
65
Volharding
is het niet anders. Wie achter Hem aan gaat, tekent niet in op een vluchtig avontuurtje. Het is geen zaak voor even, maar voor het leven. Het komt aan op volharding (Matteüs 24:13). Jezus zegt het zelf: “Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens” (Openbaring 2:10). Het spreekt niet vanzelf dat we blijven volgen. Dat is het nooit geweest. In de gelijkenis van het zaad waarschuwt Jezus al voor een ‘tijdgeloof’, een geloof dat geen wortels heeft (Matteüs 13:21).
Dat betekent in de praktijk elke dag opnieuw keuzes maken. Die keuzes die naar Gods bedoeling zijn.
In de Bijbel komen we diverse mensen tegen die afhaken. Paulus klaagt over Demas, die hem in de steek gelaten heeft. Eerst deed Demas enthousiast mee, maar na verloop van tijd kreeg hij toch de ‘tegenwoordige wereld’ weer lief. Hij ging ervandoor (2 Timoteüs 4:10). Hoeveel Demassen lopen er vandaag niet rond? Wie garandeert ons, dat wij zelf trouw zullen blijven? We houden het alleen vol als we Jezus in het oog houden. Hij heet niet voor niets de Leidsman en Voleinder van ons geloof.
Geen prestatie maar gratie Het geheim om staande te blijven in het geloof is geen zaak van menselijke prestatie, maar een zaak van Gods gratie, dat is van Gods genade! In de Leerregels van Dordrecht, een van de belijdenisgeschriften van de kerken uit de Reformatie (hoofdstuk 5, artikel 3), wordt dat prachtig verwoord: “Vanwege deze overblijfselen van de zonde in ons en ook vanwege de aanvechtingen van de wereld en de Satan zouden de bekeerden (de gelovigen) in de genade geen stand kunnen houden, indien zij aan hun eigen krachten overgelaten werden.
66
Maar God is getrouw, Die hen in de hun eenmaal gegeven genade door zijn barmhartigheid bevestigt en tot het einde toe met kracht bewaart.” Dat betekent: ook een gelovige kan niet op eigen benen staan, kan niet op zichzelf vertrouwen of zichzelf bewaren. We zijn dan aan onze eigen krachten overgelaten. Aan onze ik-zucht, onze eigengerechtigheid, onze hoogmoed, ons zelfvertrouwen. Wat zou er dan van ons terechtkomen?
Vastgehouden worden De Here trekt zijn handen niet terug van zijn kind. Nooit, ook niet wanneer de handen van de gelovige niet in Gods handen liggen; ook niet wanneer de gelovige Gods handen niet voelt en zelfs denkt dat de Here zijn hand heeft teruggetrokken. Hij verlaat niet wat zijn hand begon. Dat is een duidelijk gegeven heel de Bijbel door. Dat zou de eer van de Here verduisteren, wanneer Hij dat zou doen. Hij is het aan zijn eigen plan verplicht om te voltooien wat Hij in gang heeft gezet. Het werk dat Hij begonnen is, zal Hij voleinden. Zo schreef Paulus het aan de gemeente van Filippi (Filippenzen 1:6). Op paaszondag dit jaar hebben 25 jonge mensen in de Bethelkerk op Urk hun geloof mogen belijden. Na hun ‘ja-woord’ knielden zij voor Gods aangezicht neer, in afhankelijkheid van Hem. En daarmee beleden zij, hoe zeer ze zich op Gods genade aangewezen weten om trouw te kunnen blijven. Met het gebed: “Zo waar helpe mij God Almachtig!” om deze belofte, deze eed gestand te doen. Als voorganger heb ik hun toen de handen mogen opleggen. Een prachtig symbolisch gebaar! Van hogerhand word je vastgehouden. De Here God houd je zijn Vaderhanden boven het hoofd. Hij houdt je vast omsloten in zijn Vaderhanden. En – zo zegt de Here Jezus – “niemand zal ze uit mijn hand roven” (Johannes 10:28). Vergelijk maar de derde belijdenisvraag: “Verklaart gij, dat het uw oprechte voor-
nemen is, God de Here lief te hebben en te dienen naar zijn Woord, tegen de zonde en de wereld te strijden en in het belijden van zijn Naam voor de mensen door Gods genade trouw te blijven in leven en sterven?” Zo kunnen we alleen maar ‘door Gods genade’ trouw blijven. Door de kracht van zijn heilige Geest!
Dagelijkse keuze Dat betekent in de praktijk elke dag opnieuw keuzes maken. Die keuzes die naar Gods bedoeling zijn en die tot heil en zegen van de naaste zijn. Hoe doe je dat? Het betekent dagelijks je handen vouwen en daarna de handen uit de mouwen! Dat houdt in: leven in afhankelijkheid van de Vader in de hemel en schuilen bij Hem. Van jezelf afzien om op te zien tot Hem. Het telkens weer vragen: “Here, wat wilt U, dat ik zal doen?” En: “Help mij, elke dag opnieuw, om goede keuzes te maken”. Dat wil zeggen: stel je open voor Hem en maak gebruik van de middelen uit zijn hand. Vergelijk het met een gereedschapskist. Je moet die kist natuurlijk wel opendoen en het gereedschap eruit halen om iets te kunnen maken en herstellen. Zonder gereedschap begin je immers niets! In geloofstaal gezegd: Lees je bijbel, bid elke dag. Hanteer het gereedschap dat God geeft. En laat je leiden door de kracht van zijn Geest. Leg je eigen zwakke handen in zijn sterke Vaderhanden. Dat is: Hem zoeken in het gebed en je bewust zijn dat je als een rank aan de wijnstok verbonden moet zijn en blijven. Alleen Jezus Christus kan wasdom geven en zijn Geest wil in ons werkzaam zijn. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Hoe ga je om met mensen die het geloof kwijtgeraakt zijn? Lees in dit verband Johannes 10:28 en 29, Filippenzen 1:6 en 1 Tessalonicenzen 5:24. 2. Op welke terreinen is strijd gaande en welke middelen geeft God om te strijden en stand te houden? Zie Efeziërs 6:10-20.
Info
De geciteerde bijbelgedeeltes in dit artikel komen uit de NBG vertaling 1951. Ds. Taeke Veenstra is gemeentepredikant op Urk sinds 1988. Daarvoor stond hij als predikant in Ulrum (Groningen). Hij is voorzitter van het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum (CGT).
Citaten
Eiken worden sterk door de druk van de wind. Diamanten worden gevormd onder hoge druk. De hoogste wolkenkrabbers hebben de diepste funderingen. De manier waarop arenden omgaan met storm is veelzeggend. Kleinere vogels worden door stormwinden naar de aarde gedwongen. Ze zijn niet sterk genoeg om in een storm te blijven vliegen. Arenden worden door de stormwinden juist tot nieuwe hoogtes gedreven. Hun vleugelgestel is zo sterk dat de storm hen niet dwingt om te landen, maar nog dichter bij hun bestemming brengt. De manier waarop wij omgaan met tegenslag en storm in ons leven, bepaalt of wij onze bestemming bereiken of niet. Want kracht en karakter groeien alleen door het goed omgaan met weerstand en problemen. Henk Stoorvogel en Eugène Poppe Uit: Geboren om te vliegen, Voorhoeve – Kampen Geloof dat berust op traditie of verstandelijke leringen en argumenten, houdt in deze tijd geen stand. Waarom komen op dit moment zoveel mensen uit bij het ongeloof? Omdat ze van God en het Evangelie verwachten dat het een antwoord geeft op alle levensraadselen. Wie dat verwacht komt bedrogen uit! Maar wie het ermee waagt, ondanks alles, ondanks alle vragen die blijven, die ontdekt een onuitputtelijke bron van levensmoed en levensvreugd. Henk Stoorvogel en Eugène Poppe Uit: Geboren om te vliegen, Voorhoeve – Kampen
67
Geloof en relaties Gerard Feller
Assertiviteit in het licht van de Bijbel
Een christen is geen ‘deurmat’
We leven in een snel veranderende wereld. Door de explosieve ontwikkeling in communicatie- en informatietechnologieën, zoals internet, satellietverkeer, kabel- en neurale netwerken en databanken, leven we in een steeds kleiner lijkende wereld, die we aanduiden met ‘global village’.
O
ndanks de toenemende digitale communicatierevolutie, lijken ‘gewone’ communicatievaardigheden zoals emotioneel inlevingsvermogen, sociale vaardigheden, omgaan met grenzen, juist steeds meer af te nemen. We worden in onze cultuur ‘overspoeld’ met een andere geest, die onze cultuur door secularisatie, individualisme en pluriformiteit transformeert naar een anti-christelijke samenleving, waarbij ‘anti’ vooral in de betekenis van ‘in de plaats van’ bedoeld wordt. Welvaart en hebzucht lijken de twee leidende waarden in de dynamiek van het Westen geworden. Dit draagt bij tot zwakke banden in relaties. Hoe kunnen we in dit alles standhouden?
Assertiviteit en identiteit Het Engels kent in tegenstelling tot het Nederlands het werkwoord ‘to assert’ wat volgens het woordenboek betekent: jezelf kenbaar maken, voor jezelf opkomen, duidelijk je eigen mening zeggen. ‘Nee’ durven zeggen zonder je schuldig te voelen, keuzes kunnen maken en risico’s durven nemen. Maar zeker ook: uiting geven aan je gevoelens van vriendschap, liefde en genegenheid, en negatieve emoties durven uiten. Assertief zijn betekent ook vrijmoedig zijn. Het uitgangspunt van assertiviteit en christen zijn is in de eerste plaats geworteld in onze christelijke identiteit. In de vele assertiviteitstrainingen die we de laatste jaren gegeven hebben, is het opmerkelijk dat veel christenen zich
68
nauwelijks bewust zijn, dat juist deze identiteit de basis is van hoe met grenzen, communicatie en conflicten om te gaan. Vaak blijkt de identiteit in de praktijk meer te steunen op lichamelijke criteria, zoals mooie kleding en een goed figuur of op psychosociale criteria zoals intelligentie, status of emotionele vaardigheden dan wel op (pseudo)geestelijke criteria zoals een bediening in de kerk, geestelijke gaven of een ontwikkeling in het geloof. Hoewel al die zaken op zich niet onbelangrijk zijn, is dit toch een zeer wankele
Het uitgangspunt van assertiviteit en christen zijn is in de eerste plaats geworteld in onze christelijke identiteit.
en vergankelijke basis voor identiteit en zelfaanvaarding. Door de snel veranderende omstandigheden in het leven, zoals ouder worden, trauma’s, verlies en ziekte kan er dan gemakkelijk een identiteitscrisis ontstaan. Natuurlijk dienen christenen hun identiteit veel meer te ontlenen aan het nieuwe leven en de nieuwe identiteit die ze door geloof in Jezus Christus door genade ontvangen hebben. De waarde van iets wordt bepaald door de prijs die ervoor betaald is.
69
Geloof en relaties
Petrus zegt in 1 Petrus 1:18-19: “Gij weet dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die u van de vaderen is overgeleverd, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk lam”. Deze identiteit is onvergankelijk, niet gebouwd op onze inspanningen of eigen mogelijkheden, maar op de eeuwigdurende genade van God. In de cursus christelijke assertiviteit die Stichting Promise geeft, is dit een wekelijks terugkerend onderdeel, waarin cursisten aan de hand van Gods Woord teksten overdenken die inhoud geven aan onze identiteit. Aan de hand
De barmhartige Samaritaan grijpt kordaat, beheerst, zakelijk en efficiënt in. Uit zijn daden en woorden blijkt dat hij welbewust de verantwoordelijkheid voor zijn keuze op zich neemt.
van een vragenformulier leert men de intellectuele, emotionele en spirituele kant van die identiteit te ontdekken, door zich te verdiepen in wat Gods Woord zegt wie wij in Hem mogen zijn, en dit met elkaar te delen.
Subassertiviteit en agressief gedrag Subassertief betekent dat een persoon te weinig assertief is, over zich heen laat lopen, afhankelijk is, niet kan zeggen wat hij/zij wil, of bijvoorbeeld bang is om met iemand in conflict te komen. De geremde, zich steeds aanpassende persoon, die het moeilijk vindt om voor zijn rechten op te komen of uiting te geven aan zijn gevoelens, verlangens, verwachtingen en meningen, is subassertief. Subassertiviteit is dus een uiting van sociale angst. Subas-
70
sertieve mensen denken en handelen in zekere zin oneerlijk door te zwijgen of mee te praten met de ander. Natuurlijk heeft eenieder het recht om te zwijgen, als het dan maar duidelijk is dat hij of zij zwijgt. Subassertieve mensen draaien, met hun zwijgen, om de waarheid heen en komen niet op voor zichzelf, terwijl ze dat diep in hun hart wel zouden willen. Hij/zij zwijgt terwijl hij/zij wil praten. Hij/zij zou zelf zo graag aandacht willen, maar durft dit niet te uiten. Hij/zij besteedt daarom maar veel zorg aan dat wat anderen willen. Het tegenovergestelde van subassertief gedrag is agressief gedrag. Agressief betekent wél voor jezelf opkomen, maar op een vervelende manier. Je snoert anderen de mond of maakt ze belachelijk. Het lijkt op autoritair gedrag. Je komt voor jezelf op door anderen onnodig te kwetsen. Agressief gedrag breekt relaties af. Immers, degene die het gedrag ervaart zal zich in het nauw gedreven voelen en proberen in het vervolg de agressieve persoon zo veel mogelijk te vermijden. Het volgende citaat is van Wies Weijts, die als trainer/adviseur voor Schouten & Nelissen (een opleidings- en adviesbureau voor persoonlijke en organisatieontwikkeling) werkt: “Om je in de moderne wereld te kunnen ontwikkelen heb je behoefte aan drie kerncompetenties: de zorg voor jezelf en anderen, de vrijmoedigheid om je eigen weg te gaan en de vastberadenheid om greep te houden op je eigen koers.” In deze formulering herken ik veel bijbelse waarden van juiste verbondenheid en omgaan met grenzen. Een bijbels voorbeeld van assertiviteit vinden we ook in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan in Lucas 10:25-37. De Samaritaan durft enkeling te zijn, anders te handelen dan anderen. Geen van de voorbijgangers wil handelen, hij wel. Hij gaat ook in tegen wat vriend en vijand van hem verwacht. Als Samaritaan helpt
hij een gewonde die – hoogstwaarschijnlijk – Jood is. Hij trekt zich niets aan van de gespannen verhoudingen tussen Joden en Samaritanen. De Samaritaan grijpt kordaat, beheerst, zakelijk en efficiënt in. Uit zijn daden en woorden blijkt dat hij welbewust de verantwoordelijkheid voor zijn keuze op zich neemt. De Samaritaan is zichzelf en speelt geen vroom toneel als hij de gewonde opraapt. Uit niets blijkt dat hij halfhartig of als reddend slachtoffer optreedt. Hij heeft de gewonde lief door zich open te stellen voor diens pijnlijke situatie. Gelet op de vijandschap tussen Joden en Samaritanen is zijn houding er een van zelfverloochening. Zijn zelfverloochening is oprecht, want er komt geen verwijt over zijn lippen. De Samaritaan is zorgzaam. Hij gaat in zijn liefde niet te ver. Hij levert zich niet uit aan de gewonde. Hij domineert niet over hem in zijn hartelijkheid. Hij verzorgt hem, maar weet zich ook weer van hem los te maken. Hij luistert naar Gods roepstem die via de gewonde tot hem komt. “Heb uw naaste lief als uzelf” stond ook in de wetten van de Samaritanen.
Lichaamstaal Zoals bekend bestaat ruim tachtig procent van alle communicatie uit lichaamstaal. Vaak hebben we daar als christenen weinig aandacht aan geschonken vanuit de, naar mijn mening, onbijbelse visie dat er verschil is tussen de ‘binnen- en buitenkant’ van de mens, of – nog erger – dat het lichaam slechts gezien wordt als een ‘omhulsel’, iets minder belangrijks in een mens. Voor mij als psychosomatisch therapeut is het al jaren duidelijk dat de mens een onlosmakelijke eenheid is van geest, ziel en lichaam. We zien dat duidelijk in het leven van de Here Jezus. Zijn lichaamstaal was niet gemaakt, maar volkomen in overeenstemming met zijn zondeloze ziel. Bij de gevangenneming weken de gerechtsdienaren terug voor zijn ’lichaamstaal’ van woord, blik en gestalte. Bij de schriftgeleerden en farizeeën
beproefde Hij het afgestompte geweten van hen, door hun blik te vangen bij de genezing van de man met de verschrompelde hand. Hoe vlamde zijn toorn toen op, om daarna weer plaats te maken voor diepe droefheid. In Marcus 10:23 werkten zijn ogen mee om de apostelen de gevaren van grote rijkdom in te prenten. Daarna is er in vers 27 weer een blik om hen troost te geven en te benadrukken dat bij God niets onmogelijk is. Jezus kende de macht van zijn ogen. In de nacht van het verraad leidde Jezus Petrus door zijn ogen naar de reddende uitgang van diep berouw. Met een open oog heeft Hij de natuurverschijnselen waargeno-
Subassertieve mensen denken en handelen in zekere zin oneerlijk door te zwijgen of mee te praten met de ander.
men. Hij zag de mussen op het dak, de bloemen in de tuin, de kleermaker bij het verstellen, de kinderen die Hij bij zich riep. Hij had een volmaakte beeldspraak, passend bij Iemand, die een volmaakte lichaamstaal had. Duizenden mensen liepen hem na in de woestijn, om zijn toespraken te horen. Hij laat zich een penning overhandigen. Hij stelt een kind in het midden, Hij wijst met een vinger naar de leliën des velds en de vogels, op het vissersnet aan de oever van de zee en op de Zaaier en de akker. Hij geeft aanschouwelijk onderwijs door zinnebeeldige handelingen. De apostelen moesten leren de minste te zijn, en daarvoor neemt Hij een linnen doek en een waterbekken en wast hun de voeten. Ze moeten weten dat Hij gaat sterven. Het brood dat het beeld is van zijn lichaam, verbreekt Hij voor hun ogen. Ze moeten weten dat Hij sterft voor hen, en daarvoor reikt Hij hun het verbroken brood aan, op-
71
Accent dat ze het mogen eten. Ze moesten weten waar Hij bleef, daarom voer Hij voor hun ogen ten hemel op. De ‘uitstraling’ van Jezus was er altijd één van medeleven, liefde en barmhartigheid. Zijn vriendelijkheid en goedheid zorgden ervoor dat de
Een christen is geen ‘deurmat’ waar iedereen zijn ‘voeten op kan vegen’ en zal ook emotioneel vaardig moeten zijn om op gepaste wijze te kunnen communiceren.
geen ‘deurmat’ waar iedereen zijn ‘voeten op kan vegen’ en zal ook emotioneel vaardig moeten zijn om op gepaste wijze te kunnen communiceren. We moeten leren onze emotionele capaciteit te verhogen, maar ook het ‘emotioneel schakelen’ vanuit emoties tot rust. In het emotionele stressmanagement is het van belang om in alle emotionele stress jezelf te blijven. Het uiterste volmaakte voorbeeld vinden we in de Here Jezus aan het kruis. Hij leed, fysiek en emotioneel zoals niemand ooit geleden heeft, en toch raakte Hij niet getraumatiseerd en bleef zichzelf. “Vader vergeef het hun”. Om over na te denken / gespreksvragen:
ouders hun kinderen bij Hem brachten, zodat Hij ze kon aanraken. Een zonnige hartelijkheid heeft Hem op al zijn wegen begeleid, en hoewel Judas Hem met een kus zou verraden, verweet Hij Simon, dat deze Hem geen kus gegeven had. De oude oosterse wijze om een begroeting met een kus te verbinden werd een christelijke zede.
Andere christelijke aspecten Naast het praktisch leren omgaan en oefenen door middel van leren van sociale vaardigheden en rollenspelen als het gaat om grenzen met zichzelf, vrienden, werk, familie en God zijn er enkele belangrijke bijbelse onderwerpen waar we in de trainingen veel aandacht aan besteden. In het boek Spreuken zijn er geweldig veel wijze lessen te vinden als het gaat om communicatie. Ook pastorale onderwerpen als vergeving, omgaan met teleurstellingen en verlies, twijfels in het geloof en communicatie in de relatie met God, zijn zaken die voor ons inhoud geven aan assertiviteit. Ook het omgaan met agressie van anderen, en de ‘omweg’ die we in onze reactie naar anderen via God kunnen maken, zijn van groot belang. Een christen is
72
1. Wat leer ik uit Spreuken 12:18, 15:30 en 21:13? Hoe kan ik groeien in sociale vaardigheden en inlevingsvermogen? 2. Waarom heeft een gezond waardegevoel alles te maken met een vrijmoedige, betrokken houding? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
Info Gerard Feller is psychosomatisch fysiotherapeut en pastoraal counselor. Hij is hoofdredacteur van het blad Promise, het magazine van Stichting Promise. Feller geeft samen met zijn vrouw Coby al jaren assertiviteitstrainingen. Voor meer informatie zie www.stichting-promise.nl
Citaat
Om te kunnen leven moet een mens weten wie hij is, anders verdwaalt hij.
Jezus: God en mens Jezus zei: “Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken, (…) als je in mij blijft en ik in jou, zul je veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen”. Jezus weet waar Hij het over heeft. Hij weet hoe het is om met menselijke zwakte en feilbaarheid te worstelen. Dus alles wat Hij ons vraagt is realistisch, Hij heeft het zelf ook meegemaakt en gedaan. Toen Jezus zich terugtrok in de woestijn om veertig dagen te vasten, kwam de duivel om Jezus te verleiden met het idee dat hij stenen in brood kon veranderen zodat Hij kon eten. Hij nam Jezus mee naar het topje van de tempel in Jeruzalem en fluisterde dat Hij zichzelf er vanaf kon gooien zodat Hij door engelen gered zou worden en voor eens en voor altijd kon bewijzen dat hij de Zoon van God was. (Dán zou iedereen geloven!) Hij nam Jezus ook mee naar het topje van een berg en zei Hem dat alles wat Hij zag van Hem kon zijn, als Hij maar knielde om Satan, en niet God, te aanbidden. “De mens leeft niet van brood alleen”, zei Hij tegen de duivel terwijl Hij pijnlijke hongersteken in zijn maag voelde. “Er staat geschreven: stel God niet op de proef”, antwoordde Hij toen hij uitgedaagd werd om de wereld te laten zien wie Hij was door één grootse wonderbaarlijke daad. “Aanbid de Heer uw God, vereer alleen Hem”, was zijn repliek toen de duivel hem de wereld aanbood in ruil voor zijn ziel. God weet het. Hij weet hoe het is om je zwak te voelen. Hij weet hoe het is om lief te hebben en liefgehad te worden. Hij bracht drie jaar door met twaalf goede vrienden en een entourage van helpers en volgelingen. Hij weet hoe het is om te worden teleurgesteld. Hij weet hoe het is om feest te vieren, te eten en drinken en gelukkig zijn. Hij weet hoe
het is om te worden verraden door een goede kameraad. Hij weet hoe het is om oneerlijk berecht te worden. Hij weet hoe het is om verschrikkelijke angst te voelen. (In de Bijbel staat dat Hij bloed zweette voor zijn dood.) Hij weet hoe het is om te lijden zonder iets verkeerd gedaan te hebben. En Hij weer hoe het is om in plaats van iemand anders te sterven. Door mens te worden nam God deel aan de grootste empathische daad uit de geschiedenis. Niemand kan Hem er ooit nog van beschuldigen dat Hij ver weg is En toch gaat de incarnatie – God die mens werd – dieper dan zuivere empathie. De God die we in Eden de rug toe keerden bood ons verzoening. Jezus wist dat Hij moest sterven zodat de weg naar de Vader voor iedereen toegankelijk zou worden. Kijk waar het Hem gebracht heeft, hoonden de mensen toen Hij aan het kruis hing. Het bracht Hem helemaal naar ons. Er staat in de Bijbel: “Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes 3:16). God is liefde, en Jezus was Gods vleesgeworden liefde. Door liefde bleef Jezus overeind toen Hij naar Pilatus gebracht werd. Liefde dreef Hem naar zijn dood, om ons van onszelf te redden. Als we ervoor kiezen kunnen we deze Leider volgen, een leider die met ons meeloopt, die zijn positie niet misbruikt, niet hypocriet is of ons vanaf de kant toeschreeuwt. Een leider die ons vraagt te doen wat Hij deed: liefhebben, vergeven en dienen. Brian Draper Uit: Jezus, God en mens, Ark Boeken – Amsterdam (Niet meer verkrijgbaar.)
Mr. J. van der Hoeven Uit: Wie doof is kan niet zingen, Buijten & Schipperheijn – Amsterdam
73
Accent
Boeksignalement
Wees eerlijk Over het algemeen baseren we onze eigenwaarde op dat wat andere mensen van ons denken en op de manier waarop zij op ons reageren. Maar wat gebeurt er als iemand ons niet aardig vindt, het niet met ons eens is of ons verkeerd begrijpt? Vaak vertrouwen we op onze eigen werken en successen en beschouwen we die als bepalend voor onze positie ten opzichte van God. Maar wat gebeurt er als we meerdere keren falen en het vertrouwen in onze eigen bekwaamheid verliezen? We zijn afhankelijk van bedrijven en instellingen voor ons inkomen, maar wat gebeurt er als de economie instort en we onze baan kwijtraken? We zijn afhankelijk van onze carrière, onze prestaties en onze relaties om vervulling te ervaren, maar wat gebeurt er als we overspannen raken of de heftige gevoelens verdwijnen? Om gelukkig te kunnen zijn, zijn we afhankelijk van onze omstandigheden, maar wat als die omstandigheden veranderen zonder dat wij daar iets aan kunnen doen? Wat gebeurt er wanneer de pilaren waar onze hoop en onze zekerheden op rusten onder ons vandaan geslagen worden en we niets overhouden om ons aan vast te klemmen dan alleen aan God zelf? Is God genoeg? Kunnen we er op vertrouwen dat God zal voorzien in onze behoeften, zowel de praktische als de geestelijke? In Lucas 12:28 lezen we: “Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen?”
74
Verbonden met God Zijn schriftgedeeltes als deze werkelijk relevant in onze hightechmaatschappij? Zijn God en het concept dat christendom genoemd wordt werkelijk echt? Zo echt dat we ons leven en onze reputatie ervoor op het spel zouden zetten? Of zijn we allemaal verstrikt geraakt in één of ander psychologisch spelletje? Om de volheid van het leven als christen te kunnen ervaren moeten we in staat zijn deze vragen te beantwoorden. En juist op dat punt van wanhopige afhankelijkheid ontdekken we dat het antwoord op deze vragen een volmondig ja is! Het komt hierop neer: het bereiken van het punt van wanhopige afhankelijkheid is het bereiken van het einde van ons kunnen. En juist op dat punt begint God zijn grootste werk in ons. Daar gebeuren de wonderen en daar begint een diepere, intiemere wandel met God dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. Het is het punt waarop we het beste wat God te geven heeft kunnen ontvangen, al zijn onze omstandigheden nog zo moeilijk. Max Davis Uit: Wanhopig afhankelijk, Novapres – Hoenderloo
Ds. C. van der Leest, gereformeerd predikant in Groningen, schreef dit boek over gebed. Hij stelt in zijn inleiding dat geloof in God per definitie samengaat met gebed. Citaat: “Schraalheid in het geloof veroorzaakt schraalheid in het gebed, maar ook omgekeerd. Want zoveel is duidelijk: verbonden zijn met God en spreken tot God gaan altijd gelijk op. Wie de schraalheid van zijn geloof wil tegengaan, zal zich daarom altijd ook toeleggen op het gebed.” De opbouw maakt het lezen boeiend en overzichtelijk. Zo staat de auteur stil bij de vraag tot wie wij bidden en waarom wij bidden en de inhoud van ons bidden. Daarbij gaat hij ook in op vaak gestelde vragen zoals: luistert God wel en heeft vragen zin? Wat houdt verhoring in? De Vuurbaak – Barneveld | 102 pag. € 9,90 | ISBN 9789055604029
Paulus en de opstanding In de serie luisteroefeningen verscheen een nieuw deel waarbij ds. H.C. Marchand ingaat op de opstanding uit de doden. In acht bijbelstudies gaat de auteur in op de geschiedenis uit Handelingen 16-18 waarbij Paulus’ bezoek aan Griekenland centraal staat en de thema’s opstanding, rouwverwerking, wederkomst en het laatste oordeel veel aandacht krijgen. Hij zoomt vooral in op de tweede en derde zendingsreis in Griekenland en West-Turkije (48-56 na Christus) waarbij zijn missie
onder de heidenen tot ontplooiing komt. Ds. Marchand heeft gekozen voor gebruik van de Herziene Statenvertaling als tegemoetkoming aan zijn wijkgemeente in Nieuwerkerk aan den IJssel waar dit al gebeurt. Ook wilde hij er zelf meer vertrouwd mee worden. Boekencentrum – Zoetermeer | 95 pag. € 9,90 | ISBN 9789023921264
Het grote Bijbelvragenboek Sally Ann Wright en Paola Bertolini schreven een mooi geïllustreerd kinderboek rondom de verhalen uit de Bijbel. Daarbij is als invalshoek gekozen voor vragen zoals: Wie heeft de wereld gemaakt? Waarom stuurde God een grote watervloed? Wat beloofde God aan Abraham? Wie verkochten Jozef als slaaf? Aan de hand van de vragen wordt de rode draad gevolgd die door het Oude en het Nieuwe Testament heenloopt. Zo worden bijvoorbeeld de vrienden van Jezus belicht, zijn wonderen en lessen, zijn lijden, sterven en opstanding maar ook de jonge kerk die na Jezus’ terugkeer tot de Vader het Evangelie doorgeeft aan anderen in de kracht van Jezus’ Geest. Een stimulerende en goed opgezette uitgave die kinderen zeker zal boeien. De Vuurbaak – Barneveld | 63 pag. € 12,50 | ISBN 9789055604111
75
Gemeente-zijn in de praktijjk Roger Dragstra
De kring is een werkplaats waar het geloof kan groeien en concreet wordt. Jessica, 19 jaar, kreeg een speciale dag aangeboden. Het begon met een opdracht vanuit het kringenmateriaal en het werd een echte meidendag om nooit te vergeten. Ze was er ook wel even aan toe. Ze moest al meer dan een jaar een paar keer per week voor nierdialyse naar het ziekenhuis. Deze dag kreeg ze aangeboden door haar kring1.
E
r zijn natuurlijk veel meer, heel verschillende voorbeelden van wat er gebeurt in onze kringen. Ik kies voor het voorbeeld van Jessica, omdat ik op de eerste plaats Jessica’s gezicht, toen ze me vertelde over deze dag, zo weer voor me zie. Op de tweede plaats is het een voorbeeld van waaruit ik drie principes onder je aandacht kan brengen.
Eerste principe: de kring is de plaats voor relaties en geloofsgroei Hoewel onze gemeente sterk groeit2, durf ik wel te stellen dat het gemeente-zijn van Christus niet in de eerste plaats gaat om het op zondagochtend samenkomen en groter groeien. Het gaat om het maken van discipelen. Discipel vind ik een mooi woord. Het betekent ‘leerling in de praktijk’. Maar hoe vorm je discipelen? Hoe doe je dat, met mensen die vanuit de wereld tot geloof komen? Hoe doe je dat als de gemeente te groot wordt om het vanzelf te laten gebeuren? Het voorbeeld van Jezus’ vorming van zijn discipelen en de wijze van gemeente-zijn in Handelingen 2:46 zijn voor ons de basis geweest om met kringenwerk te starten. In de kring staat discipelschap voorop. Discipelschap in de kring betekent dat het Woord van God en het dagelijks leven elkaar raken. In
76
de kleine groep is er de vertrouwdheid om de vragen te stellen die ontstaan in het leven en die in het licht van het Woord van God te (leren) zien. In die vertrouwdheid mag het Woord van God zo dichtbij komen dat het je dagelijks leven raakt en beïnvloedt. Dat leidt tot niet alleen woorden, maar ook daden.
Tweede principe: de kring is de plaats voor onderlinge zorg Het lijkt vanzelfsprekend om voor elkaar te zorgen in de gemeente. Maar mijn ervaring is dat in de regel christenen vaak op zoek zijn naar wat een gemeente voor henzelf te bieden heeft: spreekt de prediking aan, zijn de programma’s goed, is er een zekere mate van vrijblijvendheid, begrijpen ze mij en krijg ik de zorg en aandacht die nodig is. Het kost moeite om oog te hebben voor anderen, als je druk bent met jezelf. En toch is het zorgen voor elkaar een kenmerk van de nieuwtestamentische gemeente. Het is het voor ons een wezenlijk onderdeel van gemeente-zijn. Dat betekent dat de zorg niet is geprofessionaliseerd maar dat de voorganger, pastoraal werker en het zorgteam (team van getrainde vrijwilligers) de kringen helpen om de verantwoordelijkheid te nemen voor de basiszorg. In het voorbeeld van Jessica betekende het dat de kring niet wachtte op anderen, maar zelf betrokken was bij haar situatie.
Derde principe: de kring is de plaats om je gave te ontdekken en in te zetten Wat je als lezer natuurlijk niet in het voorbeeld van Jessica kunt lezen, is de rol
van de kringleiders. En dat is eigenlijk een compliment voor deze leiders. Ze stimuleren, corrigeren en initiëren. Door hun stijl van leidinggeven worden de kringleden ingeschakeld. Ze ontdekken hun gaven en ontwikkelen deze door het in praktijk te brengen. Gavengericht werken bouwt de kring en de gemeente op. Door deze coachende stijl van leidinggeven werd de opdracht uit het kringmateriaal een concrete actie waar vrijwel de hele kring aan meedeed. De kring is een werkplaats waar het geloof kan groeien en concreet wordt. De ingrediënten waarmee dat gebeurt zijn voeding vanuit het Woord van God, oefening in de praktijk van het leven, bijstelling door van elkaar te leren en aanmoediging om vol te houden en door te gaan. In
Discipelschap in de kring betekent dat het Woord van God en het dagelijks leven elkaar raken.
onze gemeente geloven we dat we samen de gemeente vormen en verantwoordelijk zijn voor elkaar, het Grote Gebod en de Grote Opdracht. (Zie Marcus 12:28-31 en Matteüs 28:18-20.)
Tot slot nog een praktische opmerking Materiaal dat ons geholpen heeft om gemeentebreed de basis te leggen voor de principes die ik hierboven heb genoemd,
1. Kring is de naam voor een kleine groep van mensen die betrokken zijn bij onze gemeente. De kring is een groep van leden (die zijn altijd in een kring ingedeeld) en mensen die geen lid zijn maar wel actief betrokken zijn bij de gemeente. 2. De gemeente mocht een groei doormaken van 120 leden in 2003 naar 215 leden op dit moment. We zijn uitgegroeid van 5 meer Bijbelkennis georiënteerde groepen naar 15 kringen gericht op Bijbels leven: discipelschap, dienen, diaconie en delen (delen: vermenigvuldigen van leiderschap en de kring zelf). Dat betekent dat rond de 425 volwassenen, jongeren en kinderen in onze gemeente betrokken zijn.
77
Boeksignalement was het GROEIboek Groeien in geloof van ds. Dick van Keulen. We hebben zelf een werkmap geschreven om het bruikbaar te maken voor de kringen. Ds. Van Keulen heeft bij de start van de twee seizoenen bij ons gepreekt. Na afloop van de diensten hebben ds. Van Keulen en de kringleiders samen de lunch gebruikt en doorgepraat over het materiaal en vooral over het maken van discipelen.
Het kost moeite om oog te hebben voor anderen, als je druk bent met jezelf.
Ik wil je uitdagen te doen wat niemand anders zal doen. Geef je energie eraan. Zet je geld er voor in. Laat het leidend zijn voor de inzet van je tijd! Ga op pad en maak alle volken tot discipelen van Jezus onze Heer! Van harte wens ik je daarbij veel plezier en Gods zegen bij dit mooie werk. Om over na te denken / gespreksvragen: 1. Lees Jakobus 1:22. Kunt u uit eigen leven bijbelse opdrachten noemen die u wel kent (gehoord hebt), maar nog niet omgezet hebt in daden? 2. V olgens Efeziërs 4:11-13 hebben we allemaal verschillende gaven gekregen om de gemeente mee te dienen. Weet u wat uw gave is en hoe u die kunt inzetten? 3. R eageer eens op deze uitspraak: “ GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 3
78
Info
Navolging
Roger Dragstra is sinds 2003 voorganger van de Baptisten Gemeente in Appingedam. Daarvoor was hij werkzaam als stafmedewerker bij Youth for Christ en de Navigators. Hij is getrouwd met Willeke en vader van drie opgroeiende kinderen. Het GROEIboek Groeien in geloof en de digitale handleiding (gemaakt door de Baptistengemeente Appingedam) die in dit artikel genoemd worden zijn te bestellen via
[email protected] Het GROEIboek kost € 10,- per exemplaar, de handleiding kan kosteloos toegestuurd worden.
Citaten
Als kerken bekend komen te staan als plekken waar je kunt leren liefhebben, vertrouwen, hopen, vergeven, waar je levenswijsheid kunt verkrijgen, dan zouden ze wel eens aantrekkelijk kunnen gaan worden. Misschien zal men het zelfs noodzakelijk gaan vinden om daar te zijn. Graham Tomlin Uit: Geestelijk fit, Voorhoeve – Kampen
In de mate waarin wij in de genade en liefde van onze God rijpen, zal een gedurig toenemende geest van liefde en vriendelijkheid bezit van onze ziel gaan nemen. Christenen die een geest van bitterheid koesteren en voeden, kunnen wel veel weten en diepe inzichten hebben, maar ze zijn onrijp in de genade en liefde. Een mens die oordeelt en veroordeelt mag dan wel zeer scherpzinnig zijn, maar met dat al is hij toch in zijn hart onrijp. C.H. Spurgeon
De serie Reflector Relevant is een aanvulling op de catecheseserie Reflector door dr. M. van Campen. In dit boekje schrijft ds. Cees Rentier, werkzaam voor de Stichting Evangelie & Moslims, over de verschillen tussen christenen en moslims, waarbij hij tieners vanaf 16 jaar op het oog heeft. Voor jongeren vanaf 12 jaar is er De mensen van het boek. Hoe je als christen omgaat met moslims en de islam. Het boekje Navolging is mooi vormgegeven en voorziet in puntige informatie waarbij ook het concrete getuigende contact met onze moslimnaaste aandacht krijgt. Voor catechesetoepassing zijn verwerkingsvragen opgesteld rondom de verschillen in het navolgen van Jezus of Mohammed. Dit alles op een respectvolle manier maar ook met het oog op het serieuze gesprek met de moslimnaaste. Boekencentrum – Zoetermeer | 40 pag. € 5,90 | ISBN 9789023923145
Ik wil vliegen In dit boek gaat Christa Rosier in op leven na borstkanker. Ze deelt gedachten en gevoelens voorafgaand aan de operatie, gevolgd door de zware chemokuur met alles wat daarbij hoort en het herstelproces. Toen zij plotseling hoorde dat ze borstkanker had – elke dag treft dat bericht 30 Nederlandse vrouwen, dus 12.000 per jaar – kwam ze in een ‘onherbergzaam gebied’ terecht. Het werd een moeilijke reis waarbij ze met vragen worstelde die ze met God onder ogen wilde zien en anderen wil bemoedigen. Nog maar zo kort geleden moesten
ze als gezin een zoon verliezen en nu dit... Het hielp haar om over haar moeilijke weg te schrijven, waarbij het niet alleen ging om de buitenkant van haar lichaam, maar vooral om de binnenkant. Het boek is op basis van de columns die ze voor het vrouwenblad Eva schreef, aangevuld met teksten, citaten en schilderijen die ze maakte. Achterin is een bijlage met informatie voor vrouwen die te maken hebben met borstkanker. Boekencentrum – Zoetermeer | 96 pag. € 14,90 | ISBN 9789023923015
Geboren om te vliegen De auteurs Henk Stoorvogel en Eugène Poppe schreven een boek over geestelijke lessen uit het leven van de arend, wel de koning van de lucht genoemd. De arend, die ook in de Bijbel regelmatig als voorbeeld genoemd wordt. Zo noemen de auteurs het gezichtsvermogen van de arend. Enerzijds kunnen ze als enige beest recht tegen de zon in kijken, aan de andere kant scherp de aarde zien. Hun gezichtsvermogen is tweeënhalf maal zo scherp en reikt viermaal zover als het gezichtsvermogen van de mens. Hij heeft zijn focus dus niet alleen op de zon maar ook op de aarde. In hoeverre houden wij onze focus scherp op Christus en op onze opdracht hier op aarde? Een ander voorbeeld: de vleugels die vliegen mogelijk maken, waarbij de auteurs het samenspel tussen competentie en karakter belichten en het werk van de heilige Geest daarbij. Maar ook de staart wordt belicht, die dient om af te remmen, bij te sturen en de balans te bewaken. Een boeiend boek voor persoonlijk geloofsleven, voor gemeente-zijn en leidinggevenden. Voorhoeve – Kampen | 208 pag. € 18,50 | ISBN 9789029719094
79
Voor elke dag
Beschikbaar zijn voor Gods verlangen
I
“Wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.” Marcus 10:45
n dit 90-dagen-dagboek staan we allereerst stil bij het Evangelie naar Marcus. De auteur Johannes Marcus was niet een van de twaalf discipelen van Jezus. Wel lezen we over hem in het bijbelboek Handelingen. Hij was een vriend van Petrus en hielp Paulus tijdens zijn eerste zendingsreis (Handelingen 13:13). Het evangelie is tussen 55 en 65 na Christus geschreven en had vooral de christenen in Rome voor ogen. De belangrijkste Persoon in het Evangelie is Jezus Christus, wiens bereidheid tot dienen benadrukt wordt. In Marcus 10:45 komt dit heel kernachtig tot uitdrukking: “Wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen”. Jezus, de Zoon van God, was bereid als mens onder ons te wonen en zijn leven te geven als een verzoening voor onze schuld en zonde. Hij maakte de weg vrij naar de Vader, zodat iedereen die in Jezus Christus zijn vertrouwen uitspreekt, vrijmoedig tot Hem mag komen. Maar Hij kwam niet alleen als Verlosser maar ook als Heiland en Heer. Hij wil ons zicht geven op Gods verlangen voor ons leven, waarbij Hij ons tot een beelddrager van zijn Vader wil omvormen. Wij behoren immers God de Vader toe en maken deel uit van het koninkrijk van God. Wat bete-
kent het om burger van zijn rijk te zijn en wat is zijn verlangen voor ons leven? Ook in de opvolgende bijbelgedeelten komt dit aan de orde. Steeds weer blijkt uit het Nieuwe Testament dat God ons wil inschakelen bij zijn werk in deze wereld en dat zijn Geest ons wil toerusten. Wat dit betreft zijn de volgende drie woorden veelbetekenend: bereikbaar, beschikbaar en bruikbaar zijn. Het betekent dat we worden opgeroepen om bereikbaar te zijn voor Gods liefde, vergeving en vorming. Dat we bereid zijn om beschikbaar te zijn voor zijn opdracht voor ons leven en dat we toegerust willen worden om meer bruikbaar te zijn. In de dagen 41-90 worden aspecten van die houding belicht vanuit de twee brieven van Petrus en de eerste brief van Johannes. Uit die brieven blijkt ook dat die opdracht uitgevoerd moet worden te midden van allerlei realistische omstandigheden. In vreugde en moeite, ook in de confrontatie met de tijdgeest. Maar juist daarin wil Gods Geest ons nabij zijn en het getuigenis van Jezus door ons heen zichtbaar maken. Het is ons verlangen dat dit 90-dagenproject zal aansporen om in vertrouwen en met verwachting open te staan voor Gods werk door ons heen.
Gebed Hemelse Vader, geef dat ik mij laat verrassen door uw Woord en help mij de betekenis ervan te verstaan. Ook wat betreft mijn persoonlijk leven en uw verlangen voor mijn leven.
80
81
Voor elke dag Marleen Ramaker Dag 1: Marcus 1:1-8
Jezus: Zoon van God
Jezus’ wonderen spreken
Marcus is zo enthousiast over de boodschap van Jezus, dat hij bij het begin wil beginnen: “Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.” Daarbij stelt hij nadrukkelijk dat Jezus de beloofde Messias, de Zoon van God is. Al in het Oude Testament werd naar Hem verwezen, en ook naar Johannes de Doper, degene die zijn komst zou aankondigen (verzen 4-8).
Marcus geeft in zijn evangelie veel aandacht aan Jezus’ wonderen. Hij benadrukt zijn goddelijkheid en zijn macht over ziekte en kwaad. Het zijn tekenen die wijzen op de unieke en centrale betekenis van de Messias, de beloofde Redder. Toch was Jezus niet gericht op de wonderen zelf maar op de boodschap waarom het ging: het koninkrijk van God en de noodzakelijke verzoening tussen God en de mens (verzen 37-38).
Persoonlijk: Hoe enthousiast zijn wij over het Evangelie? Wat is vooral voor ons belangrijk om aan anderen door te geven?
Dag 2: Marcus 1:9-20
Vervuld van Gods Geest God bevestigde zijn liefde voor Jezus (vers 11) en bemoedigde Hem voor de opdracht die Hij had gekregen. Vol van de Geest wordt Hij door de Satan op de proef gesteld. Hij hield stand en kan daarna met zijn opdracht beginnen door de eerste discipelen op te roepen tot navolging en leerling-zijn. Persoonlijk: Uit de verzen 13-15 blijkt dat naast Gods aanwezigheid en kracht de tegenstander van God actief is. Johannes de Doper is gevangen genomen. Toch werkt God dwars door alles heen zijn plannen uit.
Dag 3: Marcus 1:21-28
Jezus spreekt met gezag In Matteüs 4:12-13 staat dat Jezus van Nazaret naar Kafarnaüm is verhuisd, het hoofdkwartier van veel Romeinse troepen. Jezus onderwijst de mensen in de synagoge en ze zijn diep onder de indruk van zijn onderricht omdat Hij met gezag sprak (vers 22). Persoonlijk: Overdenk de verzen 23-28. Ook door dit wonder maakte Jezus duidelijk dat Hij de Zoon van God is en dat Hij de macht heeft over het kwaad. Hoe reageerden de mensen? Zie de verzen 27-28. Erken ik Jezus’ macht en wil ik op Hem afgestemd zijn?
82
Dag 4: Marcus 1:29-45
Persoonlijk: Het geheim van Jezus’ kracht en gezag was zijn verbondenheid met de Vader (vers 35). Hij deed niets zonder de Vader. Waaruit blijkt dit o.a.? Zie vers 38. In hoeverre stem ik mijn activiteiten af op de wil en het hart van de Vader?
Dag 5: Marcus 2:1-12
naar mensen die Jezus’ boodschap van hoop nodig hebben? Wil ik naar ze kijken met de ogen van Jezus? Overdenk in dit verband vers 17.
Dag 7: Marcus 2:18-28
Jezus is meer dan de sabbat In deze geschiedenissen maakt Jezus duidelijk dat Hij belangrijker is dan allerlei wetten en gebruiken. Uiteindelijk verwezen deze naar geestelijke waarheden waarvan Hij het centrum is. Hij is een bron van vreugde (vers 19) en in de rustdag gaat het om God en de gave van zijn Zoon. Jezus is een bron van rust, verfrissing en nieuwe oriëntatie. Hij geeft zicht op de vraag hoe we God en de naaste kunnen liefhebben als onszelf. Persoonlijk: Kunnen wij ook aan verstarde regels vastzitten die geestelijk leven belemmeren? Probeer een voorbeeld te geven. Wat is vooral belangrijk om geestelijk tot rust te komen en tot nieuwe energie?
Innerlijke bevrijding Opnieuw brengt Jezus het Evangelie (verzen 1-2). Daarbij ziet Hij niet alleen de lichamelijke nood van mensen maar ook hun innerlijke hunkering naar herstel, naar vergeving en bevrijding. Hij kan zonden vergeven (vers 5).
Jezus volgen Navolging begint bij het luisteren naar Jezus’ oproep. Wanneer Hij roept, wil Hij dat we in beweging komen en Hem gaan volgen binnen de situatie van ons eigen leven. Voor Levi betekende het de bereidheid zijn beroep op te geven en te vertrouwen op een nieuwe koers die ingezet werd. Maar ook hield het in dat hij oud-collega’s wilde bereiken met het goede nieuws van Jezus (vers 15). Persoonlijk: Ben ik bereid vooral om te zien
Dag 9: Marcus 3:13-30
Verdeeldheid houdt geen stand. Jezus’ optreden roept veel verwondering en opwinding op (vers 20). Daarnaast is er sprake van verzet ((vers 22). Jezus antwoordt heel duidelijk: een verdeeld koninkrijk kan niet standhouden. Hoe kan dan de Zoon van God het goede doen vanuit een tegenstrijdige bron, vanuit de macht van het kwaad? Ook waarschuwt hij de schriftgeleerden om niet tegen beter weten in zich tegen Gods Geest te verzetten, want Hij is wel de Heilige waarmee niet te spotten valt. Persoonlijk: Jezus ging voorafgaand aan het aanwijzen van zijn discipelen in gesprek met zijn Vader (vers 13). Wat kunnen we van Hem leren en welke plaats heeft gebed in ons leven?
Dag 10: Marcus 3:31-35
Gods familie
Persoonlijk: Wanneer schriftgeleerden zich hieraan storen, antwoordt Jezus hen door ook te genezen. Overdenk de verzen 6-11. Wat was de uitwerking (zie vers 12) en welke plaats heeft de volmacht van Jezus in ons leven?
Dag 6: Marcus 2:13-17
Persoonlijk: Jezus handelde uit bewogenheid (vers 3-4). Hij zocht het goede. Welke barrières kunnen een bewogen en betrokken levensstijl in de weg staan?
Dag 8: Marcus 3:1-12
Jezus is bewogen In dit gedeelte is het treffend te lezen dat Jezus boos en diepbedroefd op de hardleersheid van de farizeeën reageert (verzen 4-5). Zij begrijpen Hem niet en willen dit ook niet… ze zitten gevangen in hun eigen overtuigingen en meningen. Jezus toont opnieuw als Zoon van God zijn macht over ziekte, maar ze reageren hierop met nog meer rebellie in hun hart (vers 6).
In deze verzen maakt Jezus duidelijk dat naast de biologische familielijnen er sprake is van een nog belangrijker verband: Gods gezin. God wil dat zijn kinderen in verbondenheid met elkaar leven en elkaar erkennen en herkennen als broers en zussen van dezelfde Vader. Jezus kwam om dat mogelijk te maken. Ook maakt Hij ons bekend met de wil van de Vader (vers 35). Persoonlijk: Denk na over vers 35 en ga na hoe we Gods wil kunnen verstaan en elkaar kunnen helpen om op God gericht te blijven.
Dag 11: Marcus 4:1-20
Goede grond Via een gelijkenis legt Jezus uit dat het zaad van het Evangelie vraagt om goede grond. In het zaad ligt kracht verborgen waardoor groei
83
Voor elke dag
Dag 14: Marcus 4:35-41
Macht over de storm
Jezus: bron van wijsheid
In het gedeelte van vandaag komt Jezus’ bovennatuurlijke macht over de schepping tot uitdrukking. Als Zoon van God kan Hij de storm tot stilte manen (vers 39) en opnieuw zijn de discipelen diep onder de indruk van zijn gezag en volmacht (vers 41).
De mensen zijn opnieuw onder de indruk van Jezus’ wijsheid (vers 2). Maar daarnaast kunnen ze die niet onbevangen ontvangen omdat Jezus niet in hun beeldvorming past. Hij was toch maar een gewone timmerman (vers 4)?
Persoonlijk: Denk na over vers 38. Hoe zou ik persoonlijk gedacht en gevoeld hebben in die situatie? Wat leer ik van deze geschiedenis?
Dag 15: Marcus 5:1-20 en vrucht mogelijk is. Staan we hiervoor open? Overdenk de verschillende categorieën (verzen 1-8). Persoonlijk: Probeer de betekenis van vers 9 met eigen woorden weer te geven. Wat vraagt luisteren van ons? En welke belofte wordt in vers 20 gegeven?
Dag 12: Marcus 4:21-25
Oren om te horen Jezus geeft twee voorbeelden: wat bedoelt Hij te zeggen? En hoe kunnen we met de betekenis ervan ‘aan het werk’? Persoonlijk: Overdenk vers 22. Wat zou Jezus hiermee willen zeggen? Wat houdt het in voor verleden, heden en toekomst?
Dag 13 Marcus 4:26-34
Bovennatuurlijke kracht Het zaad van Gods Woord komt vanzelf op, zonder menselijk ingrijpen (26-28). Het is goed ons dit bewust te zijn. Vaak hebben we geen enkel zicht op de uitwerking van de verkondiging van Gods Woord, maar God kan het tot wasdom brengen. Persoonlijk: Overdenk de verzen 31 en 32. Welke bemoediging ligt hierin verscholen?
84
Dag 17: Marcus 6:1-13
Jezus’ macht over de Satan Uit deze geschiedenis blijkt dat Satan mensen kan binden, zodat ze een slaaf worden van verkeerde machten. Jezus laat ook nu zijn macht zien en zijn bewogenheid om deze man tot bevrijding te brengen (vers 8). De onreine geest herkende Jezus als Zoon van de allerhoogste God (vers 7). Persoonlijk: Wat zegt dit gedeelte over de betekenis en waarde van een mens? En wat werkte de bevrijding door Jezus uit (18-20)? Waarom konden de mensen zich niet over dit wonder verheugen (verzen 14-16)?
Dag 16: Marcus 5:21-43
Wanhoop uitspreken In deze twee geschiedenissen komen een man en een vrouw met hun wanhoop naar Jezus. Jezus luistert en neemt hun nood serieus. In het geval van de vrouw wil Jezus dat ze ook psychisch in de vrijheid komt: Hij vraagt haar te vertellen waarom ze zijn kleed aanraakte en na het uitspreken van de waarheid (vers 33) stelt Jezus haar gerust. Haar vertrouwen is niet beschaamd (vers 34). Persoonlijk: Waarom is het belangrijk om motieven en verlangens eerlijk uit te spreken en waarom hoeven we dan geen angst voor de Heer van het leven te hebben?
Persoonlijk: Jezus geeft zijn discipelen de autoriteit om namens Hem het Evangelie door te geven en in zijn kracht tekenen van het Koninkrijk te laten zien: tekenen die de komst van de Messias onderstrepen. Waaruit blijkt dat Jezus wil dat ze Hem volledig vertrouwen voor hun behoeften? Wat kunnen wij hiervan leren?
Dag 18: Marcus 6:14-29
Slapheid en onwil verlammen Herodes had respect voor Johannes de Doper en luisterde naar hem. Toch deed hij er niets mee (verzen 18-20), waardoor hij in grote problemen kwam (verzen 25-28) en hij als een marionet zich liet gebruiken voor kwaad. Persoonlijk: Wat blijkt uit vers 29 en wat leren we hiervan?
Dag 19: Marcus 6:30-44
Bewogen en betrokken Jezus ziet dat zijn leerlingen rust nodig hebben (verzen 30-32). Ze gaan met de boot weg maar als ze aan land komen, staan er veel mensen op hen te wachten. Jezus ziet de massa als een kudde schapen op zoek naar een herder en Hij vertelt ze dan over zijn Vader (verzen 34 en 35). Zijn bewogenheid gaat nog verder: ze hebben naast geestelijk voedsel ook eten nodig voor hun lichaam. Hij toont de macht van zijn Vader door brood en vis te vermenigvuldigen (verzen 37-44). Persoonlijk: Jezus leeft voor dat een bewogen en betrokken levensstijl belangrijk is. Ook maakt Hij duidelijk dat Gods bovennatuurlijke
zegen nodig is. Hoe beleef ik die afhankelijkheid van Gods ingrijpen en zegen?
Dag 20: Marcus 6:45-56
Jezus zoekt de stilte Uit de verzen 45-47 blijkt dat Jezus het contact met zijn Vader zoekt en nodig heeft. Tegelijkertijd blijft Hij oog houden voor de nood van zijn leerlingen (verzen 48-52) en staat Hij open voor de nieuwe gebeurtenissen (verzen 53-56). Persoonlijk: Wat leer ik van vers 52? Wat betekent het voor mij persoonlijk? Waarom verliezen we vaak Gods macht uit het oog?
Dag 21: Marcus 7:1-23
Buitenkant of binnenkant? Veel geestelijk leiders zaten zo gevangen in hun tradities en regels, dat ze voorbijgingen aan het meest belangrijke. Jezus noemt in vers 6 en 7 dat ze met lippendienst doof waren geworden voor dat wat wezenlijk is, zie vers 8. Het woord van God werd op deze manier ‘ontkracht’ (vers 13). Persoonlijk: Denk na over de betekenis van de verzen 15 en 20-23. Wat is de essentie van Jezus’ waarschuwing?
Dag 22: Marcus 7:24-37
Volhardend geloof Jezus was in de eerste plaats voor de Joden gekomen. Uiteindelijk was zijn komst, lijden en sterven en opstanding voor de hele wereld bedoeld. Deze vrouw weet dat ze geen Jodin is maar toch doet ze een beroep op Jezus’ macht en zorg (verzen 25-30). Jezus eert haar gelovig vertrouwen. Persoonlijk: Denk na over de geschiedenis van de dove man en de erkenning van mensen dat Jezus uniek en machtig is (vers 37).
85
Voor elke dag
Dag 23: Marcus 8:1-10
Het levende brood Jezus’ spreken wordt wel vergeleken met geestelijk brood: het is voedsel voor het hart, voor het innerlijk leven. Maar met dit teken maakt Hij ook duidelijk dat God als een hemelse Vader voor ons wil zorgen en dat Hij daarbij ons wil inschakelen: in wat we hebben en wat we doen, ook al is het nog zo beperkt. Persoonlijk: In hoofdstuk 6 kwam een dergelijk wonder ter sprake waarbij het vooral om Joden ging. In hoofdstuk 8 sprak Jezus voornamelijk voor heidenen, ook daar klinkt het Messiaanse teken van Gods zorg voor de wereld door. Overdenk vers 8. Hoe kunnen wij uit Gods overvloed delen met anderen?
Dag 24: Marcus 8:11-26
Oprechtheid De farizeeën leken haast niet overtuigd te willen worden. Daarom spreekt Jezus duidelijke taal. Alleen bij oprechtheid en de juiste gerichtheid kan licht doorbreken. Wanneer Jezus’ leerlingen zich zorgen maken over brood (vers 14) dan wijst Jezus op de vermenigvuldiging van brood (verzen 19-21). Hij wil ook zorgdragen voor de toekomst. Jezus waarschuwt voor de invloed van gist, een symbool van kwaad (vers 15). Zoals een kleine hoeveelheid gist brood kan laten rijzen, zo kan de hardhorendheid, hardleersheid en onwil van de schriftgeleerden een grote groep mensen beïnvloeden en besmetten. Persoonlijk: Wat was Jezus’ bedoeling met de tekenen die Hij verrichtte? Hoe open staan wij voor de essentie van zijn boodschap?
Dag 25: Marcus 8:27-38
Jezus de Messias Jezus vraagt heel bewust aan zijn discipelen wie Hij volgens hen is. Petrus verwoordt het: U bent de Messias (vers 29). Jezus maakt
86
daarna duidelijk dat Hij veel moet lijden en dat Hij zal worden afgewezen. Toch zal Hij overwinnen (vers 31). Jezus spreekt in alle openheid. Petrus kan het echter niet begrijpen en reageert fel (verzen 32-33).
Dag 30: Marcus 10:32-52
Jezus waarschuwt opnieuw Jezus wil dat zijn discipelen op de hoogte zijn van de dingen die komen: zijn verwerping en dood. Maar opnieuw benadrukt Hij ook zijn opstanding uit de dood (vers 34). De leerlingen begrijpen de ernst niet en steunen Jezus daarom niet in zijn lijden, wel vragen ze om erkenning en eer wanneer Jezus verheerlijkt zal zijn (verzen 36-45).
Persoonlijk: Waarom ziet Jezus achter Petrus’ woorden de tegenstander van God? Zie vers 33. Welk perspectief heeft Jezus voor ogen en waartoe roept Hij ons op? Overdenk de verzen 34-38.
Dag 26: Marcus 9:1-13
Persoonlijk: Mediteer over de verzen 43-45. Ga na wat navolging van Jezus concreet voor ons inhoudt en hoe dit vorm krijgt.
Jezus’ verheerlijking Jezus verwijst in vers 1 naar zijn verheerlijking. Vanaf vers 2 lezen we over een ‘voorproef’ op Jezus’ verheerlijkte positie als Zoon van God, de beloofde Messias en Verlosser van de wereld. Ook maakt God in vers 7 duidelijk dat Hij wil dat we naar zijn Zoon luisteren en op Hem gericht zijn en blijven. Zoals Johannes de Doper naar Jezus heeft verwezen (vergelijk de verzen 12 en 13 met Matteüs 17:11-13), zo maakt de hemelse Vader ook duidelijk dat het om zijn Zoon gaat. Persoonlijk: Wat betekent vers 8? Waaruit blijkt dat het om Jezus gaat?
Dag 27: Marcus 9:14-50
Ongeloof verlamt Jezus maakt in vers 19 duidelijk dat Hij moeite heeft met ongeloof, vooral na zijn ontmoeting op de berg met God, Elia en Mozes. Uit de verzen 23-25 blijkt verder dat we wel eerlijk ons ongeloof mogen uitspreken in het vertrouwen dat God iets doet met het geloof dat er is. Lees nu de verzen 30-32. Opnieuw spreekt Jezus over zijn naderende dood, maar ook over zijn opstanding. Zijn leerlingen begrijpen het nog niet, later zullen ze het opeens verstaan. Persoonlijk: Wat blijkt uit vers 29? En welke les geeft Jezus in de verzen 35-37 en ten slotte in vers 50?
Dag 28: Marcus 10: 1-16
Jezus blijft onderwijzen
Dag 31: Marcus 11:1-25
Een nog niet bereden ezel
In vers 1 wordt opnieuw genoemd dat Jezus het Woord van zijn Vader doorgeeft. Uit de verzen 3-9 blijkt dat Jezus verwijst naar het bijbelboek Genesis en daarin de betrouwbaarheid van de Schrift onderstreept. Hij kent het Woord en onderwijst eruit.
Jezus kwam niet op een paard of in een strijdwagen, maar op een eenvoudige ezel, zoals al voorzegd in Zacharia 9:9. De mensen riepen luidkeels: “Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer…” (vers 9) maar een paar dagen later zou diezelfde menigte roepen: “Kruisig hem.”
Persoonlijk. Probeer de betekenis van de verzen 13-16 kort samen te vatten. Hoe kunnen wij als een kind openstaan voor Gods Woord en koninkrijk? Wat vraagt het?
Persoonlijk: Overdenk de verzen 15-19. Wat zegt deze verontwaardiging over Jezus’ rechtvaardigheid en over het ontzag en de liefde voor de Vader? En over zijn verdriet over kortzichtigheid?
Dag 29: Marcus 10:17-31
Dag 32: Marcus 11:27-33 en 12:1-12
God de eerste plaats geven
Jezus wordt bevraagd
Jezus is bewogen met de rijke man (vers 21) maar juist omdat Hij hem liefheeft confronteert Hij hem met de noodzaak om God boven zijn bezit te plaatsen (vers 21).
De schriftgeleerden zijn kwaad op Jezus en vragen Hem op grond van welke bevoegdheid Hij zo gehandeld heeft (vers 28). Omdat het een valstrik was, komt Jezus met een tegenvraag. Zij raken in verwarring (verzen 29-33).
Persoonlijk: Overdenk de verzen 28-30. Jezus belooft dat Hij meer zal geven dan wij loslaten ter wille van het Koninkrijk. Hoe beleven wij dit? Zijn we ons dit bewust? Aanvaarden we daarbij ook de realistische opmerking van Jezus over vervolging? Waarom kan dit ons helpen om zuivere motieven te hebben?
Persoonlijk: Wat is de kern van Jezus’ gelijkenis? Waarom confronteert Hij de schriftgeleerden met hun onwillige en hardleerse houding? Jezus gebruikt daarbij een ander bijbelgedeelte om te waarschuwen voor het ernstige gevaar: de afkeuring van de belangrijkste hoeksteen.
87
Voor elke dag
Dag 33: Marcus 12:13-27
Huichelarij De schriftgeleerden willen Jezus opnieuw in een val lokken door Hem een vraag te stellen over het betalen van belasting. Jezus geeft op zo’n manier antwoord dat ze met stomheid geslagen zijn (verzen 15-17). In een tweede gesprek confronteert Jezus hen met Gods Woord. Kennen ze Gods kracht en Woord wel goed? Zie vers 24. Persoonlijk: In de verzen 26 en 27 reikt Jezus ons een belangrijke gedachte aan: vat het in het kort samen. Wat houdt het voor ons in?
ten opzichte van God en het evangelie van Jezus Christus (vers 13). Daarbij probeert Gods tegenstander ook volgelingen van Jezus te verleiden tot afval onder invloed van verkeerde leerstellingen en invloeden (21-23). Persoonlijk: Denk na over Jezus’ belofte in de verzen 24-27 en vers 31. Sta ook stil bij Jezus’ waarschuwing in de verzen 33-37.
Dag 36: Marcus 14:1-31
Liefde voor Jezus Jezus maakt duidelijk dat Hij uitingen van onze liefde op prijs stelt. In deze geschiedenis was de vrouw bereid een groot financieel offer te brengen omdat Jezus het waard was. Zij liet haar hart spreken en Jezus neemt het voor haar op wanneer er kritiek komt. Judas begrijpt het niet en hij neemt in zijn denken en hart afstand van Jezus (vers 10). Persoonlijk: Jezus spreekt over zijn naderende sterven en opstanding. Maar ook over hun verwarring, die zelfs leidt tot verlating en verloochening (verzen 27-31). Toch blijft Jezus trouw.
Dag 34: Marcus 12:28-44
God liefhebben boven alles In de verzen 28-34 benadrukt Jezus het grootste liefdegebod. Die liefde komt tot uitdrukking in de erkenning van Jezus’ koningschap over ons leven en in een levensstijl die liefde voor de ander weerspiegelt. Persoonlijk: Jezus waarschuwt vooral voor huichelarij en ‘buitenkantreligie’. Welke vormen kan dit krijgen? En wat leer ik van de de arme weduwe?
Dag 35: Marcus 13:1-37
Jezus’ tweede komst Jezus informeert zijn leerlingen over de moeilijke tijden die gaan komen. Tijden die gekenmerkt worden door menselijke trots en opstandigheid, met als gevolg vijandigheid
88
Dag 37: Marcus 14:32-52
Jezus kende angst Uit vers 33 blijkt dat Jezus angstig en benauwd wordt als Hij aan zijn naderend sterven denkt. Hij vlucht in gebed tot zijn Vader maar blijft ook zijn trouw aan Gods wil uitspreken. Hij verlangt naar de ondersteuning en nabijheid van zijn vrienden, maar ze vallen in slaap. Persoonlijk: Dat Jezus gesterkt is door zijn Vader blijkt uit de verzen 48 en 49. Hij durft de mensen te confronteren met de waarheid in het besef dat Gods wil tot uitvoering gebracht moet worden. Hoe kan het kennen van Gods wil voor mijn leven mij innerlijk krachtig maken?
Dag 38: Marcus 14:53-72
Valse beschuldigingen Jezus moet intens geleden hebben onder de
valse beschuldigingen. Mensen verdraaiden de waarheid en wezen deze zelfs af. Dat geldt ook al de ontkenning van Hem als Zoon van God, door de hogepriester (verzen 60-64). Daarna volgt de verloochening door Petrus, een van zijn leerlingen. Persoonlijk: Uit vers 72 blijkt dat Petrus diep geraakt wordt door de confronterende waarheid: hij verloochende zijn Heer. Al zijn grootspraak was gebakken lucht. Hij huilt.
Dag 39: Marcus 15
Pilatus ontloopt waarheid Uit dit bijbelgedeelte blijkt dat Pilatus weet dat Jezus onschuldig is, toch durft hij op basis hiervan geen recht te spreken. Hij is bang voor de aanklagers, probeert oplossingen te bedenken en kiest er uiteindelijk voor ze tevreden te stellen (vers 15).Het gevolg is dat Jezus wordt gekruisigd. Hij ervaart daarin zelfs godverlatenheid (vers 34), om door zijn dood verzoening mogelijk te maken. Het voorhangsel scheurt van boven naar beneden. God neemt het offer van zijn Zoon aan en maakt dit duidelijk in deze indringende gebeurtenis. De toegang tot de Vader is vrij, zie Hebreeën 2:14-18 en 4:14-16. Persoonlijk: Ga na waarom we net als Pilatus kunnen aarzelen en niet tot een besluit durven te komen. Hebben wij ons echt uitgesproken om Jezus na te volgen, ongeacht de consequenties?
Dag 40: Marcus 16
Jezus is opgestaan Omdat Jezus bereid was in onze plaats alle schuld en zonde op zich te nemen, kan God iedereen die in zijn Zoon gelooft vrijspreken. Hij is opgestaan, een teken dat in Christus alles hersteld is. In vers 6 wordt het verkondigd door een engel, waarbij ook een opdracht gegeven wordt (vers 7). Het is bijzonder dat hierbij ook specifiek Petrus wordt genoemd, als een teken van hoop en toekomst. Persoonlijk: Lees de verzen 15 en 16. Denk na over de concrete beloften van onze Heer.
Dag 41: Marcus 14:26-31 en 1 Petrus 1:1-2
God wil ons inzetten In de overdenking van het Evangelie naar Marcus kwam ook Petrus ter sprake, die niet kon geloven dat hij Jezus ooit zou verloochenen. Toch gebeurde het. Maar ook lezen we dat hij door berouw en verdriet heen weer de vreugde van herstel meemaakt (Johannes 21). Opnieuw maakt Jezus Petrus duidelijk dat hij Hem mag navolgen en dienen. God heeft een bedoeling met zijn leven, de brieven van Petrus zijn hiervan een illustratie. Persoonlijk: Volgens vers 2 wil Gods Geest ons heiligen, apart zetten, voor de dienst aan God. Het houdt wel in dat er sprake is van een gereinigd leven en toewijding aan Jezus en zijn Woord. Waarom horen deze aspecten bij elkaar?
Dag 42: 1 Petrus 1:3-5
Hoopvolle belofte Petrus gebruikt heel compacte zinnen, daarom overdenken we vandaag er maar twee. Petrus begint God te prijzen om wie Hij is: Vader van onze Heer Jezus Christus. Doordat Hij zijn Zoon heeft gegeven als een verzoening voor onze zonden, is een ‘nieuwe geboorte’ mogelijk ewworden. Door Jezus’ opstanding uit de dood, kan Hij ons het eeuwige leven geven en krijgen we de belofte van een onvergankelijke “erfenis die nooit verwelkt”. Persoonlijk: Volgens vers 5 is er een belofte van hoop die ons nu kracht geeft en in de toekomst een geweldig perspectief. Hoe beleef ik dit in de praktijk van mijn denken en beleven?
Dag 43: 1 Petrus 1:6-9
Echtheid Ook deze verzen herbergen veel rijkdom. Het betekent bijvoorbeeld dat Gods hoop en perspectief ons helpt om door beproevingen heen te groeien in weerbaarheid en echtheid. Ook al kunnen we nog veel niet ‘bewijzen’, God is te vertrouwen en Hij zal ons de vreugde van de redding laten ervaren.
89
Voor elke dag
Persoonlijk: Overdenk vers 7. Hoe beleef ik de echtheid van mijn geloof? Wanneer werd ik beproefd en hoe heb ik daarin Gods trouw ervaren?
Dag 44: 1 Petrus 1:10-12
Gods Geest wil verlichten In de verzen 10 en 11 wordt benadrukt dat de profeten in het Oude Testament al naar Jezus’ komst, lijden en opstanding verwezen hadden, door het werk van Gods Geest in hun leven. Zij maakten het niet mee maar het getuigenis van Jezus werd na zijn komst naar deze wereld verkondigd. Petrus benadrukt in vers 12 dit voorrecht. Persoonlijk: Wat lezen we in deze verzen over Gods Geest? Geloof ik dat Hij ook mij steeds meer zicht wil geven op de betekenis en invloed van Jezus Christus en zijn Woord?
Dag 45: 1 Petrus 1:13-19
Zuiver leven Waakzaamheid is belangrijk omdat Jezus terugkeert om zijn werk te voltooien (vers 13). Hij wil dat we heilig leven omdat onze God heilig is en ons beoordeelt. Hij heeft ons lief maar wil ook dat we Hem gehoorzamen uit liefde, zodat onze manier van leven Hem zal eren. Persoonlijk: Overdenk de verzen 18 en 19. Wat motiveert ons in onze toewijding aan God de Vader?
Dag 46: 1 Petrus 1:20-25
Gods Woord is eeuwig Al vanaf het begin van de wereld heeft God voorzien in de gave van zijn Zoon (vers 20). Wanneer we in Hem ons vertrouwen stellen, de opgestane en levende Heer, dan houdt het een leven met hoop in (vers 21). Daarbij roept Gods Woord ons op ons aan de waarheid te hechten en aan onderlinge liefde en betrokkenheid (vers 22).
90
Persoonlijk: Denk na over de verzen 23-25. Wat staat hierin over Gods Woord en geven wij het dit gezag? Bouwen wij ons leven op dit Woord?
Dag 52: 1 Petrus 2:21-25
Jezus: ons voorbeeld
Dag 47: 1 Petrus 2:1-3 en Psalm 119:5-16
Verlangen naar God Wanneer we naar Gods Woord verlangen en hierdoor willen groeien in geloof, zal het tot gevolg hebben dat we het verkeerde willen afschudden. Vooral omdat we meer en meer oog krijgen voor Gods goedheid en trouw (verzen 1-3). Persoonlijk: Hoe beleef ik de invloed en doorwerking van Gods Woord in mijn leven? Wat herken ik in Davids woorden uit Psalm 119?
Dag 48: 1 Petrus 2: 4-8
Levende stenen In de verzen 4 en 7 staat dat Jezus de bijzondere hoeksteen is waarop het gehele gebouw rust. Veel mensen wijzen Hem echter af en struikelen over Hem. In de verzen 5 en 6 wordt benadrukt dat God ernaar verlangt dat we ons als levende stenen door Hem laten gebruiken. Daarbij mogen we weten dat de Hoeksteen ons draagt. Hij is een vast fundament. Persoonlijk: In de tijd van de Bijbel werden stenen, die ruim voorhanden waren, opgepakt en gebruikt in de bouw. Daarbij waren ze qua vorm, grootte en kleur uniek. Ook wij mogen ons als unieke stenen laten oppakken en beschikbaar zijn voor Gods werk. Hoe zie ik dat?
Dag 49: 1 Petrus 2:9-10 en Titus 2:14-15
Gods daden verkondigen In de gedeelten voor vandaag wordt Gods plan met ons leven kort samengevat. Hij wil dat iedereen die bij Hem hoort zich bewust wordt dat hij/zij deel uitmaakt van Gods volk en van een heilig (is apart gezet) priesterschap, waarbij mensen opgeroepen worden om met God verzoend te worden. Om de duisternis achter
zich te laten en de weg van het licht te gaan. Persoonlijk: Wat is kenmerkend voor het priesterschap? En wat betekent het voor mij? Hoe kan ik me hierop voorbereiden?
Dag 50: 1 Petrus 2:11-15
Het goede doen In de omgang met mensen komen we in aanraking met onbegrip en afwijzing. Met situaties die het moeilijk maken om voor het goede te blijven kiezen (verzen 11-12). Het betekent dat we voortdurend vertrouwen tonen in Gods rechtvaardige oordeel, waarbij wij verantwoordelijk zijn voor ons aandeel. Persoonlijk: Lees opnieuw vers 15 en ga na wat dit kan betekenen voor uw houding ten opzichte van mensen waarmee u nu te maken hebt.
Dag 51: 1 Petrus 2:16-20
Innerlijk vrij blijven Petrus heeft veel moeilijke levenslessen moeten leren: het verwerken van zijn verloochening, het leren afleggen van schuldgevoelens hierover omdat Jezus hem vergeven heeft, maar ook het verdragen van vervolging en verdrukking. In dit alles leerde hij dat hij op God gericht moest blijven (vers 19) en dat God dwars door moeite heen het goede wil laten vrucht dragen (vers 20). Persoonlijk: Ga na hoe u gezag in uw leven ervaart (vers 18) en wat God van u kan vragen in situaties die niet makkelijk zijn en misschien zelfs oneerlijk.
Jezus is vertrouwd geweest met ontrouw, afwijzing en onrecht. Toch bleef Hij trouw aan zijn Vader en de opdracht voor zijn leven. Uit de verzen 24 en 25 blijkt dat Hij verzoening mogelijk maakte en daarmee een vernieuwd leven onder leiding van zijn Geest. Hij wil als een Herder ons leiden en ons tot onze bestemming laten komen. Persoonlijk: Overdenk opnieuw de verzen 21-23. Ga na wat dit voor ons persoonlijk betekent met het oog op zaken die spelen. Kunnen wij het oordeel overlaten aan een rechtvaardig God?
Dag 53: 1 Petrus 3:1-7
Relaties God wil mannen en vrouwen voor elkaar gebruiken. Ook in het huwelijk. Daarbij roept Hij op tot een gerichtheid op elkaar. Zo kan de vrouw door innerlijke schoonheid een ‘sieraad’ zijn voor haar man (vers 4). Ook kan ze door haar houding een getuige zijn van Jezus’ boodschap (vers 1). Daarnaast is het voor de man belangrijk zijn vrouw te respecteren, emotionele behoeften serieus te nemen en in gebed haar te steunen (vers 7). Persoonlijk: Ben ik bereid richtlijnen vanuit Gods Woord serieus te nemen? Geloof ik in de kracht van het goede en een onbevreesde houding (vers 6)? En toon ik voldoende respect?
Dag 54: 1 Petrus 3:8-12
Een zegenende houding God de Vader wil dat we kwaad niet met kwaad vergelden maar juist willen zegenen: het goede zoeken voor de ander. Hij noemt het zelfs een roeping (vers 9). Het vraagt de keuze voor goeddoen, voor de vrede najagen en voor een biddende houding (vers 12). Persoonlijk: Overdenk de verzen 8 en 9 en geef de meest belangrijke sleutelwoorden aan.
91
Voor elke dag
Dag 55: 1 Petrus 3:13-17
In lijden volharden Wanneer we vertrouwen op Gods bescherming en trouw, dan hoeven we niet bang te zijn (vers 14). Want Jezus is onze Heer en we willen Hem liefhebben en eren met heel ons hart, in wat voor omstandigheid ook. Het betekent dat we dan vrijmoedig ingaan op vragen en bereid zijn verantwoordelijkheid af te leggen van de hoop in Christus (vers 15). Persoonlijk: Denk na over de verzen 16 en 17. Waartoe worden wij opgeroepen? Hoe kunnen we in zachtmoedigheid respect blijven tonen? Wat vraagt het?
sieve onverschilligheid of rebellie ten opzichte van God waarbij we onze eigen weg gaan, los van Hem) of overgave en vertrouwen in Gods wil en leiding. Daarbij spreekt de Bijbel over een oordeel over levenden en doden. Persoonlijk: Waarom moeten we ernst maken met het oordeel en wanneer hoeven we hiervoor geen vrees te hebben? Op basis waarvan mag ik vrees inleveren?
Dag 58: 1 Petrus 4:6-11
Bezinnend gebed Wanneer we ons ervan bewust zijn dat de Heer terugkomt, is het belangrijk dat we in gebed nadenken over dat wat echt belangrijk is en wat God van ons vraagt. Liefde van God mag ontvangen, beleefd en doorgegeven worden. (verzen 7 en 8) Persoonlijk: Overdenk de verzen 9-11 en ga na welke voorbeelden Petrus noemt en wat dit voor ons persoonlijk inhoudt. Waarin zijn deze illustraties een stimulans?
Dag 59: 1 Petrus 4:12-16
In moeite volharden Dag 56: 1 Petrus 3:18-22
Jezus is verheerlijkt Jezus was bereid als Rechtvaardige zijn leven te geven (vers 18). Door zijn opstanding uit de dood is Hij een bron van leven geworden (vers 21). Persoonlijk: Lees en overdenk vers 22. Wat staat hierin over Jezus’ positie op dit moment? En welk gezag heeft Hij? Geloven wij dit en zijn we ons bewust wat dit voor ons inhoudt?
Dag 57: 1 Petrus 4:1-6
Laten leiden door God Het komt erop aan door wie we ons willen laten leiden: door onze ‘oude mens’ (dat is pas-
92
Johannes spoort ons in zijn brief aan om niet van slag te raken wanneer er sprake is van moeite, tegenslag en aanvechting. We leven nog in een geschonden wereld, ook al zal uiteindelijk Jezus’ overwinning in alle opzichten zichtbaar worden (verzen 12-13). Het lijden maakt nog deel uit van onze werkelijkheid maar Jezus is ons hierin voorgegaan en bleef gericht op zijn Vader. Persoonlijk: Denk na over de concrete betekenis van de verzen 15 en 16.
Dag 60: 1 Petrus 4:17-19
God is in lijden nabij God is een God van liefde maar Hij is ook rechtvaardig en heilig. Daarom spreekt de Bijbel over het oordeel. Hij wil dat zijn kinderen zuiver zijn in hun manier van leven en hij zal
de mensen die Hem afwijzen confronteren met hun ongeloof (verzen 17 en 18). God heeft ons geschapen en heeft daarom het recht om ons te bevragen. Persoonlijk: In vers 19 worden we opgeroepen in lijden toch te kiezen voor vertrouwen in God. Waarom? Wat kan de reden zijn dat we soms twijfelen aan zijn goedheid en bescherming?
Dag 61: 1 Petrus 5:1-7
Vrijwillige dienst In de verzen 2-4 worden leiders opgeroepen om vanuit belangeloze toewijding het goede te zoeken voor de gelovigen: een kudde die uiteindelijk de Herder toebehoort, Jezus Christus, die zijn leven gaf voor de schapen. Persoonlijk: Overdenk de verzen 5-7. Wat lezen we hierin over onderlinge gerichtheid, over nederigheid en over een vertrouwende levensstijl?
Dag 62: 1 Petrus 5:8-14
Waakzaamheid Wij hebben persoonlijk en als gemeente van Christus met een tegenstander te maken die wil verwoesten en verscheuren (verzen 8 en 9). Toch heeft God een bedoeling met ons leven en wil Hij ons de overwinning geven (vers 10). Hij is de machtige en laat ons niet los (vers 11). Persoonlijk: Overdenk de verzen 12-14. Op welke manier heeft Petrus willen bemoedigen en hoe kunnen wij andere gelovigen bemoedigen?
Dag 63: 2 Petrus 1:1-4
Kostbare beloften Uit vers 3 blijkt dat alles wat in onze manier van leven tot leven en vrucht leidt, te maken heeft met Gods kracht die in ons werkzaam wil zijn. Gods verlangen is dat zijn natuur - door het werk van de Geest van Jezus die in ons kwam wonen toen we Hem als Redder en Heer de regie over ons leven gaven - meer en meer zichtbaar zal worden (vers 4). Persoonlijk: Geloof ik persoonlijk dat ik door
het geloof in Jezus mag delen in de goddelijke natuur die Gods Geest wil uitwerken? En sta ik hiervoor open, ook vandaag?
Dag 64: 2 Petrus 1:5-11
Levende kennis Uit de verzen 5-7 blijkt dat het kennen van God en zijn wil leidt tot een groeiproces waarbij inzichten ‘handen en voeten’ kunnen krijgen: in relatie tot God maar ook tot anderen. In vers 8 staat dat God dan vrucht zal geven, dat er sprake zal zijn van positieve, concrete daden. Persoonlijk: Denk na over vers 9. Volgens dit vers kunnen we blind of bijziend worden wanneer we vervreemd raken van ons fundament in Christus. Hoe denk ik daarover?
Dag 65: 2 Petrus 1:12-15
De kracht van herinnering Ook al zijn we vaak vertrouwd met het Evangelie, toch wil Petrus volgelingen van Jezus aan de belangrijke essenties helpen herinneren. “Het lijkt me goed u wakker te houden door het telkens opnieuw onder uw aandacht te brengen.”(vers 13). Persoonlijk: Wat vroeg dit van Petrus volgens vers 15? De opdracht van Jezus had hem ‘bezield’. Wat zegt dit over zijn passie en hoe beleef ik ‘bezieling’?
Dag 66: 2 Petrus 1:16-22
Spreken namens God Petrus heeft als ooggetuige de kracht en majesteit van Christus gezien en gehoord (verzen 16-18). En hij ervoer de kracht van het profetische en betrouwbare Woord van God, een Woord dat zij namens hun Heer mochten doorgeven (verzen 20 en 21). Persoonlijk: Overdenk vers 19. Welke oproep klinkt erin door voor nu en de toekomst? En wat zegt dit over het gezag van Gods Woord door de eeuwen heen?
93
Voor elke dag
Dag 67: 2 Petrus 2:1-6
Gevaar van dwaalleer
Droogstaande bronnen
In elke periode van de geschiedenis is er sprake van dwaalleraren, waarbij mensen de waarheid geweld aandoen en door verkeerde motieven anderen verleiden. Hebzucht en egoïsme veroorzaken veel problemen, maar God weet ervan en de gevolgen blijven niet uit.
Gods Woord waarschuwt voor dwaalleraars omdat ze droogstaande bronnen zijn. Met hun woorden geven ze de indruk veel te kunnen bieden, maar ze zijn als ‘mistflarden’ die voorbijwaaien. Het erge is dat ze juist mensen kunnen verleiden die kwetsbaar zijn. Zij beloven vrijheid terwijl ze zelf slaaf zijn van het kwaad (vers 19).
Persoonlijk: Denk na over het voorbeeld van Noach en Sodom en Gomorra. In hoeverre zijn wij van de ernst doordrongen dat er met God en zijn waarheid niet valt te spotten?
Dag 68: 2 Petrus 2:7-11
Gods gezag verachten In deze verzen bepaalt Petrus ons erbij dat mensen zich overmoedig en arrogant tegenover God kunnen gaan opstellen. Ook kunnen gelovigen afdwalen en verkeerde wegen gaan. Tegelijkertijd lezen we dat God mensen staande kan houden, mannen en vrouwen die Hem trouw blijven, ook al leven ze in situaties waarbij veel mensen los van God leven. Persoonlijk: Waarin kan een arrogante houding zichtbaar worden? Probeer voorbeelden te noemen en ga voor uzelf na op welke valkuilen wij alert moeten zijn.
Dag 69: 2 Petrus 2:12-16
Onstandvastigheid Petrus schetst op radicale wijze waar hebzucht, zelfzuchtig genot waarbij met niemand rekening wordt gehouden, lastering en onrechtvaardig handelen toe kan leiden. Het leidt naar een doodlopende weg. Persoonlijk: Petrus spreekt over het verleiden van ‘onstandvastige zielen’. Wat betekent dit en hoe kunnen we meer weerbaar zijn en anderen helpen om meer weerbaar te worden? Welke verantwoordelijkheid kunnen we hierin hebben?
94
Dag 70: 2 Petrus 2:17-22
Persoonlijk: Voor welk gevaar waarschuwt Petrus ons? Overdenk de verzen 20-22. Dank God voor de gave van zijn Zoon die ons gereinigd heeft en voor zijn Geest die ons de kracht wil geven om stand te houden.
Dag 71: 2 Petrus 3:1-6
Jezus’ terugkeer vasthouden Opnieuw spreekt Petrus over wakker blijven en het vasthouden aan Jezus’ Woord (verzen 1-2). Vooral met het oog op spotternij en het ontkennen van Gods aanwezigheid en leiding door de geschiedenis heen. Ook de terugkeer van Christus wordt in twijfel getrokken en de herschepping van hemel en aarde (verzen 4-5). Persoonlijk: Wat kan de oorzaak van spotternij zijn? Herken ik het in mijn eigen omgeving? Wat is mijn houvast, ondanks de vragen om mij heen?
Dag 72: 2 Petrus 3:7-10
Gods reddingsplan te reageren. In hoeverre stimuleert het ons om te bidden voor de mensen om ons heen en maken we ernst met ons getuigenis? In welke vorm ook?
Dag 73: 2 Petrus 3:11-18
Gerechtigheid In vers 13 spreekt Petrus over de belofte dat Gods gerechtigheid zal overwinnen. In geduld en trouw staat Hij hiervoor garant. Wel vraagt het van ons het verlangen om in vrede en zuiverheid hierop voorbereid te zijn (vers 14). Persoonlijk: Denk na over de waarschuwing in de verzen 16-18. Hoe kunnen we standvastig blijven en groeien in de kennis en genade van God?
Dag 74: 1 Johannes 1:1-4
Waarheid doorgeven De apostel Johannes en de andere leerlingen van Jezus hebben Jezus gehoord, meegemaakt en ervaren dat Hij de Zoon van God is. Hij getuigt in deze brief over Hem en zijn Woord en verlangt naar de onderlinge band met hen, omdat Jezus samenbindt. In Hem is er eenheid. Persoonlijk: Denk na over de verzen 3 en 4. Welke relatie ligt er tussen onderlinge verbondenheid en vreugde? En hoe kunnen wij ons hiervoor inzetten?
Dag 75: 1 Johannes 1:5-10
Gods geduld en oordeel
Licht en duisternis
Het zijn maar drie verzen waarover we vandaag nadenken maar de boodschap is ernstig. God wil niet dat iemand verloren gaat, daarom is Hij nog steeds geduldig en geeft Hij tijd. Maar er komt een moment dat Hij zal oordelen.
In vers 5 staat duidelijk: “God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis.” Wanneer we dus zeggen bij God te horen dan moet dit ook uit onze levensstijl duidelijk worden. En wanneer we dankzij Jezus’ reiniging samen met andere gelovigen in de weg van het licht gaan, dan is er onderling contact en beleven we verbondenheid.
Persoonlijk: Wanneer we denken aan Gods belofte dat Hij zal oordelen en alles nieuw zal maken, dan houdt het ook nog een opdracht in voor nú. Mensen krijgen nog de tijd om op
Persoonlijk: Overdenk de verzen 8-10. Waarvoor
waarschuwt Johannes en bij welke belofte bepaalt hij ons? Hoe beleven wij dit in onze relatie met God en elkaar?
Dag 76: 1 Johannes 2:1-6
Jezus navolgen Jezus pleit voor ons waarbij Hij steeds weer het herstel van de relatie voor ogen heeft (verzen 1-2). Uit de verzen 3-5 blijkt dat ons belijden (“ik ken Hem”) weerspiegeld moet worden in ons doen en laten, alleen dan zal het als waarheid overkomen. Alleen dan eren we Jezus’ werk in ons leven. Persoonlijk: Herlees en overdenk vers 6. Waarbij word ik bepaald wanneer ik denk aan mijn navolging van Jezus?
Dag 77: 1 Johannes 2:7-11
Liefde doorgeven Gods liefde ontvangen en doorgeven is en blijft een belangrijke boodschap. Vooral door de komst van Jezus is het dichterbij gekomen omdat Hij de duisternis overwon en als ‘het Licht’ in ons wil leven en werken (vers 8). Persoonlijk: Denk na over de verzen 10 en 11. We lezen hierin dat de duisternis ons blind kan maken. Hoe kan dit gebeuren en wat is het antwoord op dit probleem?
Dag 78: 1 Johannes 2:12-17
De generaties Ouderen en jongeren hebben Gods liefde en waarheid nodig en mogen elkaar scherp
95
Voor elke dag
houden, vooral als het aankomt op toewijding aan de liefde en wil van God. Een compromisachtige houding ondermijnt ons getuigenis en onze invloed. Persoonlijk: Hoe beleef ik het begrip ‘wereld’ in mijn denken? Waar staat het? Zie in dit verband de verzen16 en 17.
Dag 79: 1 Johannes 2:18-20
Vijand van Christus De Bijbel bepaalt ons erbij dat er in het verloop en eind van de tijd steeds meer duidelijke tekenen zullen komen die wijzen op antichristelijke krachten en invloeden. Mensen die Christus afwijzen maar ook mensen die wel van Hem weten en ogenschijnlijk ‘christelijk’ zijn maar zich tegen Hem keren (vers 19). Maar wanneer we door Gods Geest geleid worden, ervaren we bescherming en ontvangen we inzicht (vers 20). Persoonlijk: Waaraan zouden mensen en krachten die antichristelijk zijn herkend kunnen worden?
Dag 80: 1 Johannes 2:21-24
In Christus blijven Wij worden opgeroepen om in de waarheid te blijven en alert te zijn op leugen. Het betekent dat alles wat ingaat tegen Christus, de Heer van het leven, wijst op leugen en het
niet willen erkennen dat God de Vader en God de Zoon één zijn. Persoonlijk: Denk in alle rust na over vers 24 en spreek in gebed uit wat uw verlangen en oprechte voornemen is.
Dag 81: 1 Johannes 2:25-29
Eeuwig leven Jezus Christus beloofde ons eeuwig leven (vers 25). Ook al proberen mensen en leringen ons aan het twijfelen en wankelen te brengen: de Geest in ons wil ons leiden en beschermen. Wij ontvingen immers de Geest als eerste gave toen we ons vertrouwen in Jezus stelden. Alleen Hij kan ons de kracht geven om als christen te leven. Persoonlijk: Waarom heeft dit Bijbelgedeelte alles te maken met de opdracht om in Christus te blijven? Overdenk de verzen 28 en 29.
Dag 82: 1 Johannes 3:1-10
Kinderen van God In de eerste drie verzen klinkt de belijdenis door dat we mogen weten een kind van God te zijn. Nu en later in de eeuwigheid, ook al hebben we daar nu nog geen goed zicht op. Maar we mogen er wel naar uitzien en ons erop voorbereiden door Jezus na te volgen in zijn reinheid (vers 3). Wij worden in de volgende verzen opgeroepen om niet te zondigen omdat Jezus rechtvaardig en goed is. Hij overwon het kwaad en we mogen in zijn overwinning staan. Persoonlijk: Hoe voorkomen we krampachtig te worden in de navolging? Lees in dit verband nog eens 1 Johannes 1:8-9 en dank God voor het werk van zijn Geest, die ons wil vernieuwen en beschermen.
Dag 83: 1 Johannes 3:11-17
Liefde in de praktijk Johannes benadrukt dat liefde het kenmerk is van oprecht geloof in God de Vader en God
96
de Zoon. Liefde is een vrucht die zijn Geest in ons wil uitwerken en wijst naar het leven dat uit God voortkomt. Persoonlijk: De verzen 16 en 17 geven het helder weer. Probeer over concrete voorbeelden na te denken en spreek er in gebed met God over.
Dag 84: 1 Johannes 3:18-24
Daden spreken Johannes schrijft in de verzen 18 en 19 dat ons spreken overeen moet komen met ons handelen. Dat het elkaar niet mag tegenspreken. En dat God ons hierbij niet alleen laat, blijkt uit vers 24 waarin staat we zijn Geest ontvingen en daardoor in Hem kunnen blijven. Tegenover zijn opdracht staat immers ook de belofte dat Hij het mogelijk kan maken (vers 23). Persoonlijk: In de verzen 20-22 spreekt Johannes over het zich aangeklaagd voelen. Kunt u voorbeelden geven van dit probleem? Waarom is God groter dan de aanklager, Satan, die ons voortdurend onderuit wil halen? Dank God voor wie Hij is en voor zijn beloften.
Dag 85: 1 Johannes 4:1-6
Valse profeten Omdat er valse leraars en profeten zijn, is het noodzakelijk om te onderzoeken of iets van God komt. Is het in conflict met Gods Woord, wordt Jezus erkend als Zoon van God maar ook als mens die in opdracht van God onder ons heeft gewoond en daardoor onze Verlosser kon worden? Volgens vers 4 wil de Geest van God ons beschermen en leiden, ook in het onderzoeken of iets van Hem komt. Persoonlijk: Ga na wat de essentie is van de verzen 5 en 6. Hoe kunnen we goed leren luisteren?
Dag 86: 1 Johannes 4:7-16
God nam het initiatief
in het liefhebben van ons, door het geschenk van zijn Zoon. Geloof in Hem betekent dat we zijn liefde beantwoorden en in navolging van Hem de weg van de liefde willen gaan (verzen 7-9). Door de Geest van Jezus die in ons leeft is dat mogelijk. Door concrete liefde wordt ook iets van God zichtbaar (vers 12) en zijn we wegwijzers naar Hem. Persoonlijk: Overdenk vers 16 en vraag God in welke opzichten Hij zijn liefde in en door ons wil uitwerken.
Dag 87: 1 Johannes 4:17-21
Angst afleggen Wanneer we ons ervan bewust zijn dat God ons liefheeft hoeven we geen angst te hebben voor het oordeel, het is immers in Jezus Christus weggenomen. Daarom kunnen we ons hart wagenwijd openstellen voor zijn vrede en liefde, waardoor er voor vrees geen ruimte is maar wel voor het liefhebben van de ander (vers 21). Persoonlijk: Probeer vers 19 uit het hoofd te leren want die waarheid kan veel angst en onzekerheid wegnemen. Gods liefde omarmt ons met alle kwetsbaarheid van ons mens-zijn. Hij ziet ons in zijn Zoon aan als zijn geliefde kinderen.
Dag 88: 1 Johannes 5:1-9
Geloof overwint Volgens vers 4 en 5 kan het geloof in deze grote liefde van God ons sterk maken waardoor we kunnen overwinnen. Niet omdat wij zo bijzonder zijn maar omdat we geloven in de kracht van Jezus, de Zoon van God. De verzen 6-8 herinneren aan Jezus’ doop in het water en aan zijn dood aan het kruis, waarna Gods Geest Jezus uit de dood liet opstaan. Persoonlijk: Lees Matteüs 3:16-17 en Matteüs 17:5. De Vader getuigt tijdens Jezus’ leven op aarde: “Dit is mijn geliefde Zoon…” Lees in dit verband opnieuw vers 9.
In vers 10 lezen we dat God het initiatief nam
97
Service & Colofon Meer informatie over GROEI
Dag 89: 1 Johannes 5:10-15
Voor (proef)abonnementen: Voor adreswijzigingen: Voor vragen aan de redactie: Voor vragen over de website:
Gevaar van ongeloof In de verzen 10-12 benadrukt Johannes het gevaar om Gods Woord niet serieus te nemen en het in ongeloof af te wijzen. Daar stelt hij tegenover dat God ons juist het leven in zijn Zoon wil geven en dat deze belofte betrouwbaar is. Persoonlijk: Vertrouwen kunnen we uiten door in gebed tot God te gaan. Overdenk in dit verband de verzen 14 en 15. Lever twijfels in en dank Hem uit de grond van uw hart voor de gave van zijn Zoon.
Dag 90: 1 Johannes 5:16-21
Verantwoordelijkheid Als gelovigen worden we opgeroepen om voor elkaar te bidden, vooral als er sprake is van zonde en opstandigheid. We moeten elkaar aan Gods bedoeling blijven herinneren en in gebed de ander nabij zijn. Wat betreft ‘dodelijke’ zonde dacht Johannes misschien
aan mensen die Christus en zijn Woord ontrouw waren geworden en volhardden in die houding van afwijzing en de ‘antichrist’ waren gaan volgen. Voor ons is dat moeilijk te doorgronden, daarom moeten we het oordeel aan God overlaten. Handelingen 5:1-11 is een illustratie van de ernst van opzettelijke zonde, alsof we God voor de gek kunnen houden. Hoe kunnen we op een nederige manier onze verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar aanvaarden? Persoonlijk: Lees de bemoediging van Johannes in vers 20. Dank God voor het feit dat we de Waarachtige mogen kennen en dat Hij ons wil beschermen. Ook vandaag.
Christianity Explored De cursus Christianity Explored helpt mensen om drie basisvragen te beantwoorden: Wie is Jezus? Waarom kwam Hij? En wat vraagt Hij van diegenen die Hem willen volgen? In 10 ontmoetingen ‘wandelen’ de cursisten door het hele Markus-evangelie. De structuur van elke CE-ontmoeting is eenvoudig en ontspannen: een informele maaltijd, een bijbelstudie, een korte uiteenzetting (of naar keuze een DVD) en een discussie. CE is flexibel
98
genoeg om in verschillende omstandigheden en vormen gebruikt te worden. CE biedt een schat aan materiaal voor de voorbereiding van de kringleiders. In detail worden suggesties gegeven voor een zorgvuldige voorbereiding van de CE-ontmoetingen. Het materiaal is beschikbaar in een NBV-versie en een HSV-versie. Discipleship Explored is een vervolg op CE en een reis door het bijbelboek Filippenzen voor iedereen die wil leren discipel van Jezus te zijn. Ga voor de actuele en uitgebreide informatie over alle materialen en de bestelmogelijkheden naar www.christanityexplored.nl
GROEI verschijnt viermaal per jaar en wordt uitgegeven door Stichting The Media Alliance in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum. De CGT-uitgave ‘Opdracht & Dienst’ is sinds de jaargang 2004 in GROEI opgenomen.
[email protected] of bel 088-326 33 95 zie onderstaande gegevens abonneeservice
[email protected] [email protected]
ABONNEMENT
ABONNEESERVICE
Voor abonnementen en adreswijzigingen kunt u terecht bij: Administratie GROEI, Postbus 1577, 8001 BN Zwolle. Telefoon: 088-326 33 95 E-mail:
[email protected]
Christenen dienen in de groei van het persoonlijk geestelijk leven, gericht op een actieve betrokkenheid bij de eigen plaatselijke kerkelijke gemeente en een getuigende levensstijl.
GROEI kent geen vaste abonnementsprijs, maar wordt elk kwartaal toegezonden aan allen die bereid zijn minimaal eenmaal per jaar de uitgave ervan te ondersteunen met een bijdrage naar draagkracht. Richtprijs € 13,75 per jaar. Wacht voor uw abonnementsbijdrage op toezending van een acceptgiro. Andere betalingen kunnen niet verwerkt worden omdat de banken ons uw adresgegevens niet meer doorgeven. Maak dus geen gebruik van uw eigen overschrijvingsopdracht!
REDACTIE
PROEFABONNEMENT
Mineke te Hennepe-Huurneman (internetredactie) Hester Klein-Schonewille (secretariaat) Marleen Ramaker-van Katwijk (hoofdredactie) Drs. Daan Riemens
Twee nummers voor € 5,of 4 nummers voor € 10,inclusief verzendkosten (automatische incasso).
DOELSTELLING
Abonnementsbijdrage € 5,- per jaar (automatische incasso).
(niet voor abonneeadministratie of
ABONNEMENTEN BUITENLAND
bestellingen)
De extra verzendkosten bedragen op jaarbasis binnen Europa € 10,- en buiten Europa € 20,-. Maar ook hier geldt het principe van de abonnementsbijdrage naar draagkracht. Van werkers in zending en ontwikkelingssamenwerking wordt geen extra portobijdrage verwacht.
UITGEVER
Oswin Ramaker GROEI OP INTERNET
De website www.groei.org biedt veel informatie zoals honderden boeiende artikelen uit eerder verschenen nummers op een thematische manier bij elkaar gebracht.
EN LOSSE NUMMERS
€ 2,25 plus verzendkosten. Een pakket van 6 ex. wordt u franco voor € 13,75 gezonden (automatische incasso). Bestellen via Johannes Multimedia:
[email protected] of telefoon 0343-41 28 57. Geef bij uw bestelling uw banknummer voor de eenmalige automatische incasso. Vanaf 10 ex. 20% korting. Vanaf 30 ex. 30% korting. Vanaf 40 ex. 40% korting.
STUDENTENABONNEMENT
ADRESGEGEVENS REDACTIE
Jachtlaan 22, 3958 EJ Amerongen, Telefoon 0343-45 19 12 E-mail:
[email protected]
(NA)BESTELLINGEN
VORMGEVING EN OPMAAK
Studio Leev met een V Tineke Verhoeff DRUK
De Groot Drukkerij B.V. Goudriaan COPYRIGHT
©The Media Alliance/GROEI 2009 Overname van artikelen, afbeeldingen resp. illustraties alleen na schriftelijke toestemming van de uitgever.
ADVERTENTIEBELEID
GROEI neemt geen advertenties op. De boeksignalementen worden op initiatief van de redactie geplaatst.
99
GROEI op internet: www.groei.org Een goudmijn aan materiaal voor geloofsopbouw en bijbelstudie •G roei concentreert zich op wat christenen samenbindt. Levens- en geloofsvragen worden vanuit bijbels perspectief belicht. •O mdat een kwartaal uit 13 weken bestaat, staan er in elk nummer 13 artikelen: één per week zodat de leesstof niet teveel is. • I n elk nummer een 90-dagen-dagboek voor persoonlijke bijbelstudie en gebed. •G roei wil lezers attenderen op goede boeken. Om die reden worden boeksignalementen geplaatst maar ook boekfragmenten in de vorm van citaten, accenten en korte artikelen. •D e abonnementsbijdrage naar draagkracht mag voor niemand een belemmering zijn. Voor deze regeling is gekozen in het vertrouwen dat mensen die meer kunnen missen, de uitgave en verspreiding van Groei zullen steunen door een extra bijdrage. •D e doelstelling: christenen dienen in de groei van het persoonlijk leven, gericht op een actieve betrokkenheid bij de eigen plaatselijke kerkelijke gemeente en een getuigende levensstijl.
9 771385 416007
ISSN 1385 - 416x
20093
• Voor alle eerder verschenen artikelen – en nog veel meer: www.groei.org Abonnementsbijdrage naar draagkracht. Richtprijs jaarbijdrage € 13,75 voor vier nummers. Proefabonnement twee nummers € 5,- vier nummers € 10,Studentenabonnement € 5,- per jaar Voor opgave
[email protected] of 088-326 33 95: met vermelding van bank/gironummer voor eenmalige incasso voor proefabonnement. Groei is een uitgave van Stichting The Media Alliance in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum.