Kwartaal Update
januari 2012
Gold&Discovery Fund In de eerste maand van dit jaar steeg goud bijna 11%, zilver 21%, terwijl de koperprijs 12% steeg. De waarde van onze portfolio steeg zelfs circa 18%. Hiermee lijkt een einde gekomen aan de zware correctie in grondstofgerelateerde aandelen van 2011. Ook afgelopen jaar voerde goud de lijst van best presterende beleggingscategorieën aan.
“Er lijkt een einde gekomen aan de zware correctie in grondstofgerelateerde aandelen”
Alhoewel zilver vorig jaar licht daalde, lag de gemiddelde zilverprijs maar liefst 70% hoger dan in 2010. Maar door een ontkoppeling van de waarde van de (edel-)metalen en de daaraan gerelateerde aandelen, verloor onze portfolio in 2011 meer dan een derde van haar waarde. Weliswaar geheel in lijn met de sector maar daardoor niet minder teleurstellend. Natuurlijk was de daling ook een reactie op het zeer sterke herstel in 2009 en 2010, waarbij onze NAV van 62 naar 255 steeg.
Portfolio We hebben in de loop van het jaar besloten de portfolio enigszins te herschikken door meer te investeren in winstgevende en cashflow-producerende grondstofbedrijven. De waardering van deze bedrijven is dusdanig laag dat ze een even groot opwaarts potentieel hebben, maar met een veel lager risicoprofiel. De weging van de zogenaamde “royaltybedrijven” is het afgelopen jaar zelfs verdubbeld. Deze bedrijven hebben een bedrijfsmodel waarbij ze nieuwe mijnen helpen financieren in ruil voor een deel van de productieopbrengst. In een tijd van steeds hogere prijzen is dit zeer winstgevend zonder bijbehorende operationele risico’s. Door deze aanpassingen wordt de portfolio wat minder volatiel en wordt het risicoprofiel verlaagd.
2011 2010
Junior
47,3% 61,3%
Producer 27,2% 18,8% Developer 14,9% 14,8% Royalty 10,6% 5,0%
www.gdfund.nl
— Pagina 2 —
Markten Om minder conjunctuurgevoelig te zijn is de focus op
“De investeringen in basismetalen betreffen vooral koper”
edelmetalen verder vergroot. Deze maken inmiddels bijna 77% van onze portfolio uit. Met name onze deelnemingen in zilver (23%) zijn wat uitgebreid, in de verwachting dat hier een outperformance zal plaatsvinden gedurende 2012.
Onze Rare Earth Elements (REE) posities zijn met 6% een stuk kleiner in vergelijking met vorig jaar. De REE-markt is afgelopen jaar zeer sterk gecorrigeerd nadat de onderliggende grondstofprijzen sterk waren opgelopen vanwege geopolitieke ontwikkelingen en de realisatie dat er tekorten op lange termijn dreigen op te treden.
De investeringen in basismetalen betreffen vooral koper (11%) en zink. Bij koper is nu al sprake van een klein productietekort terwijl dat bij zink vanaf 2015 wordt verwacht.
Geografisch Ten slotte heeft onze portfolio een lichte geografische verschuiving ondergaan. Onze focus op Noord-Amerika blijft onveranderd. Dit is de meest stabiele omgeving voor grondstofbedrijven, en dit is voor ons een belangrijke investeringsparameter.
Wel zijn er in de loop van het jaar significante ontdekkingen gedaan in Zuid-Amerika en dan met name Colombia. Ook hebben wij onze posities uitgebreid in bedrijven die actief zijn in Guyana en Brazilië.
www.gdfund.nl
— Pagina 3 —
Vooruitzichten Nu een acute financieringcrisis in de Eurozone lijkt voorkomen, verwachten we in het eerste halfjaar een verder herstel van de metaalprijzen en aandelenkoersen. De huidige situatie doet daarbij sterk denken aan die van eind 2008. Hierdoor lijkt er sprake van een zeer groot opwaarts potentieel. Wel verwachten we dat later dit jaar opnieuw onrust kan ontstaan door de problemen rondom Portugal. Ook een toenemende aandacht voor de fiscale problemen van Japan, het Verenigd Koninkrijk en de VS is niet uit te sluiten. Na de correctie van het laatste halfjaar lijkt de goudprijs haar
“Verder herstel van de metaalprijzen en aandelenkoersen verwacht”
langjarig stijgende trend te hervatten. Ook bij zilver is de langjarige opgaande trend gewoon intact. De grote vraag van beleggers en investeerders naar zilver is daarbij de grote aanjager.
www.gdfund.nl
— Pagina 4 —
Uptrend goudfondsen intact
Grondstoffentrend ook intact
www.gdfund.nl
— Pagina 5 —
Analyse investeringklimaat Eurocrisis De crisissfeer begin vierde kwartaal werd vooral veroorzaakt door de grote zorgen rondom de financiering van de zuidelijke Eurolanden. Nadat eerst de rente op Griekse staatsleningen tot ruim 20% steeg, begonnen ook de rentes voor Portugese, Italiaanse en Spaanse staatsleningen zeer sterk op te lopen.
“Niemand wil een instortende economie op zijn naam hebben”
Aangezien de omvang van deze obligatiemarkten niet in de honderden maar in de duizenden miljarden lopen, werden beleggers wereldwijd terecht zeer nerveus. Zonder het grootschalig inzetten van de geldpers, dreigden ook deze landen in een dodelijke spiraal van steeds grotere staatsschulden en vooral steeds hogere rentebetalingen terecht te komen. Het feit dat de ECB, onder aanvoering van een vertrekkende president Trichet en muitende Duitse bankiers, in eerste instantie de geldkraan niet veel verder wilden opendraaien, maakte de paniek compleet. Zonder krachtig optreden leek een spoedige ineenstorting van de Eurozone nabij.
Toch zijn we er altijd in blijven vertrouwen dat beleidsmakers op het laatste moment krachtdadig zouden ingrijpen. Niemand wil een instortende economie op zijn of haar naam hebben, zelfs Merkel niet. Centrale bankiers kunnen technisch gezien de balans van de centrale bank vrijwel onbeperkt laten oplopen door de geldkraan verder open te zetten en daarmee staatsobligaties op te kopen.
LTRO (Long Term Refinancing Operation) En zo geschiedde. Mario Draghi, die Trichet begin november als president van de ECB heeft opgevolgd, verraste de financiële wereld eind november met het nieuws dat er door de ECB een nieuwe kredietfaciliteit (LTRO) voor Europese banken was gecreëerd. Banken konden voor een periode van drie jaar vrijwel onbeperkt geld lenen tegen een extreem lage rentevergoeding van 1%. Als onderpand werden ondermeer Europese staatsobligaties geaccepteerd.
Meer dan 500 banken ontvingen onmiddellijk in totaal ruim 490 miljard. Op deze manier had de ECB een oplossing gevonden voor het feit dat de ECB, volgens het verdrag van Maastricht, niet zelf staatsobligaties van de aangesloten landen mag opkopen. Via de achterdeur was dat nu toch mogelijk. Dit maakt het Italiaanse banken bijvoorbeeld mogelijk om tegen 1% rente miljarden te lenen en daar eigen staatsobligaties mee te kopen tegen een jaarlijks rendement van 6%.
www.gdfund.nl
— Pagina 6 —
Het verschil levert een risicovrije winst van 600%. En de aangekochte staatsleningen mogen weer als onderpand dienen voor een nieuwe lening bij de ECB. Mooi vak bankieren. Het is precies dezelfde truc die de Fed de afgelopen jaren met haar eigen banken heeft uitgevoerd waardoor de bankwinsten weer konden stijgen en banken weer meer vet op de botten konden krijgen.
Rust op de markten is weer kunstmatig hersteld”
Hiermee sloeg de ECB dus een paar vliegen in een klap. Het risico dat de financiering van Europese probleemlanden onbetaalbaar zou worden, was op slag opgelost. Daardoor daalde de rente direct in de meeste probleemlanden. Hierdoor keerde de rust op de financiële markten snel terug.
Net als in 2009 is de rust op de markten dus kunstmatig hersteld door het inzetten van zeer onorthodoxe methoden. Beleggers beginnen nu te beseffen dat er technisch gesproken geen probleem is de centrale bankbalansen te gebruiken, om te voorkomen dat landen ten onder dreigen te gaan aan een te grote schuldenlast.
www.gdfund.nl
— Pagina 7 —
We zijn op een punt aangekomen waarbij niet de banken maar landen in financieringsproblemen komen. Vooral de enorme begrotingstekorten zijn in veel landen een groot probleem. Niet alleen Griekenland heeft een probleem tot een sluitende begroting te komen. Hun begrotingstekort van 13% valt in het niet bij de VS (40%) en Japan (45%).
“De ECB is sinds 2010 actief in het opkopen van staatsobligaties”
Dergelijke tekorten zijn alleen te dichten door de uitgaven te halveren of de belastingen te verdubbelen. Maar beide leveren een te groot risico op een verdieping van de economische problemen. Veel politici zien geen andere mogelijkheid dan de schulden verder op te laten lopen. En nu in steeds meer gevallen beleggers geen extra staatsobligaties meer willen kopen, althans niet tegen de huidige lage rentes, is de enige optie om de eigen centrale bank te vragen staatsobligaties op te kopen. Het opkopen van eigen staatsobligaties gebeurt al sinds 2001 in Japan en sinds 2008 ook in de VS en ook in Engeland. De ECB is pas sinds 2010 actief in het opkopen van staatsobligaties van probleemlanden. De balans van de Fed is hierdoor binnen een paar jaar opgelopen van 900 naar bijna 3000 miljard dollar. Bij de ECB zagen we deze oplopen van 1300 naar 2700 miljard euro.
www.gdfund.nl
— Pagina 8 —
Maar beleggers en investeerders snappen dat als banken vrijwel onbeperkt tegen 1% kunnen lenen zij deze wijze van financiering ook zullen toepassen op andere beleggingen die meer dan 1% per jaar opleveren. Door het inflatoire karakter van deze operaties, er wordt immers heel veel nieuw geld uit het niet gecreëerd, zien we ook de prijzen van hard assets, zoals grondstoffen, onmiddellijk oplopen.
Policy trap De huidige situatie wordt door sommige economen al een zogenaamde “policy trap” genoemd. Beleggers moeten er rekening mee houden dat de kans zeer groot is dat de nu ingeslagen weg een permanent karakter krijgt. Wie eenmaal deze route heeft gekozen, zal er hoogstwaarschijnlijk niet meer in slagen de financiering weer op orde te krijgen. Zo zoekt Japan al sinds 2001 haar toevlucht tot deze vorm van monetaire financiering, die in de VS eufemistisch met Quantative Easing (QE) wordt aangeduid. De komende jaren wordt het risico van verregaande geldontwaarding (inflatie) hierdoor steeds groter.
Willem Middelkoop
www.gdfund.nl