Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Onderzoeksmethode Deze bijlage beschrijft de onderzoeksmethode die is gehanteerd voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2011. Achtereenvolgens wordt ingegaan op vragenlijst, de steekproef, de wijze van dataverzameling, de dataverwerking incl. weging en toevoeging van bestedingscijfers. Tot slot wordt ingegaan op de wijze waarop is vergeleken met 2004, het gebruik van aanbodcijfers en de indeling van gemeenten en aankooplocaties in referentieklassen. De bijlage is opgesteld om maximale transparantie te bieden in de gevolgde werkwijze, zodat herhaalbaarheid en vergelijkbaarheid met de 2011 editie zo goed mogelijk geborgd is. Samengevat bestaat de aanpak van het Randstad Koopstromenonderzoek 2011 uit een enquête (combinatie van online en telefonisch onderzoek) onder 69.500 consumenten in Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en de directe schil van gemeenten daaromheen. Op deze manier is inzicht verkregen in het (ruimtelijk) consumentengedrag. De enquêteresultaten zijn (na weging en toevoeging van toeristische bestedingen) verrijkt met bestedingscijfers om zo omzet en het economisch functioneren van regio’s, gemeenten en aankooplocaties te bepalen.
1. Ontwikkeling vragenlijst Om inzicht te krijgen in het (ruimtelijk) koopgedrag is in nauwe samenspraak met de begeleidingscommissie een vragenlijst ontwikkeld. De drie belangrijkste uitgangspunten bij het ontwikkelen van de vragenlijst zijn: • maximale vergelijkbaarheid met de vorige meting uit 2004; • aansluiting zoeken bij de branche-indeling van winkelaanbod (van Locatus); • toevoegen nieuwe onderwerpen: internet, aankopen woon-werk, warenmarkt, koopzondag. Om de koopstromen goed te kunnen vergelijken met 2004 is dezelfde methode gehanteerd. Bij de dagelijkse artikelen wordt gevraagd naar de laatste en één na laatste aankoopplaats. Er wordt hier naar twee aankoopplaatsen gevraagd omdat het hoogfrequente aankopen betreft. Indien slechts naar één aankoopplaats zou worden gevraagd is de invloed van de dag waarop wordt geënquêteerd te groot. Bij de niet-dagelijkse artikelgroepen wordt naar de laatste aankoopplaats gevraagd. De methode waarbij naar de laatste aankooplocatie wordt gevraagd is ook wel bekend als de Yesterdaymethode. Een andere methode is door te vragen naar de aankooplocatie die doorgaans wordt gebruikt voor de aankoop van bepaalde artikelgroepen. Kwantitatief en kwalitatief deel De vragenlijst bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. In het kwantitatief deel worden de koopstromen geïnventariseerd. Waar gaan consumenten naar toe om bepaalde artikelgroep te kopen? In de dagelijkse sector is gevraagd naar twee artikelgroepen: levensmiddelen en artikelen voor persoonlijk verzorging. Deze twee artikelgroepen representeren meer dan 90 procent van de bestedingen in de dagelijkse sector.
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
In de niet-dagelijkse sector is gevraagd naar de volgende artikelgroepen:
Kleding Schoenen en lederwaren Electro (o.a. tv’s, audioapparatuur, computers, koelkasten, wasmachines) Huishoudelijke artikelen (o.a. serviesgoed, keukengerei, textiel- en linnengoed) Vrije tijd (o.a. speelgoed, computergames, sportartikelen, boeken, DVD’s) Juweliersartikelen Woninginrichting (o.a. meubelen, vloerbedekking, woningtextiel en verlichting) Doe-het-zelf (o.a. klusmaterialen, gereedschap) Bloemen, planten en tuinartikelen
Met deze groepen kunnen de branches die ook in het tabellenboek in 2004 waren opgenomen tegen elkaar worden afgezet. Daarnaast is het mogelijk - door aanvullend ook naar Vrije tijd te vragen - om aan te sluiten bij de clusters die het HBD onderscheidt bij de omzetkengetallen ten behoeve van ruimtelijk-economisch onderzoek (waarbij huishoudelijke en juweliersartikelen het deel luxe vertegenwoordigen in het cluster mode en luxe). Bij de vragen over waar de aankopen worden gedaan, kunnen respondenten een aankooplocatie kiezen. Deze lijst met aankooplocaties is in eerste instantie gebaseerd op de lijst aankooplocaties die Locatus hanteert. De lijst met aankooplocaties is daarna aan alle gemeenten voorgelegd en zij konden aankooplocaties toevoegen of een andere benaming aangeven. In het kwalitatieve deel worden vragen gesteld over bezoekmotief, de waardering van de aankooplocatie, het gebruik van internet, woon-werkaankopen, zondagaankopen, bezoek aan de warenmarkt en een blok achtergrondkenmerken. Na de inhoudelijke vaststelling is de vragenlijst geschikt gemaakt als online enquête en telefonische afname.
2. Steekproef Doel van het Randstad Koopstromenonderzoek 2011 is om een betrouwbaar en representatief beeld te verkrijgen van de koopstromen in het onderzoeksgebied. Het onderzoeksgebied is gedefinieerd als zijnde de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, gecompleteerd met de gemeente Almere en Nijkerk. Kaart 1 geeft het onderzoeksgebied weer.
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Op de kaart zijn tevens de gemeenten in het randgebied aangeven, waar ook een enquête heeft plaatsgevonden om de toevloeiing van daar uit in bepalen. Kaart 1 Onderzoeksgebied.
Bij het bepalen van de steekproefomvang voor het basisonderzoek zijn de volgende randvoorwaarden gehanteerd: • de steekproef dient een representatieve afspiegeling te zijn van de bevolking van de in het onderzoek te onderscheiden gebieden. De gegevens dienen een betrouwbaarheid van 95 procent bij een nauwkeurigheidsmarge van 5 procent te hebben. Dit resulteert in minimaal 385 enquêtes per gebied. • Bij de steekproeftrekking dient rekening te worden gehouden met het aantal aankooplocaties per gebied, waarover het wenselijk is dat er betrouwbare uitspraken over kunnen worden gedaan. De gegevens dienen een betrouwbaarheid van 85 procent bij een nauwkeurigheidsmarge van 5 procent te hebben. Dit resulteert in 210 enquêtes per aankooplocatie. • Om te bewaken dat er een goede spreiding van enquêtes in het gehele gebied plaatsvindt, is als derde randvoorwaarde opgenomen dat er minimaal 12 enquêtes per viercijferig postcodegebied afgenomen zijn. In aanvulling op het basisonderzoek konden gemeenten en regio’s de steekproef laten ophogen zodat meer gedetailleerde informatie over de koopstromen wordt verkregen. In totaal hebben 46 gemeenten / regio’s de steekproef opgehoogd. In totaal zijn er 69.507 geslaagde enquêtes afgenomen. Tabel 1 geeft de verdeling van afgenomen enquêtes per provincie en regio weer.
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Tabel 1 Verdeling van de enquêtes naar provincie, regio en randgebied provincie
regio
Zuid-Holland
Alblasserwaard
702
Alphen aan den Rijn e.o.
855
Bollenstreek
1.699
Delft/Westland
5.156
Den Haag / Wassenaar
3.456
Drechtsteden
1.859
Goeree Overflakkee Hoekse waard
429 1.789
Midden Holland
3.172
Ridderkerk e.o.
1.948
Rotterdam
2.977
Schiedam/Vlaardingen
1.438
Voorne Putten
2.757
Totaal
1.812 30.887
Eemland Noordwest
1.325
Eemland Zuidoost
1.273
SG Utrecht Noord
2.756
SG Utrecht oost
1.035
SG Utrecht Zuid
1.198
Utrecht Noordwest
2.475
Utrecht Zuidoost
1.967
Utrecht Zuidwest Totaal Noord-Holland
838
Leiden e.o.
Zoetermeer/Rijswijk Utrecht
enquêtes
1.154 13.183
Amstel- en Meerlanden
3.915
Amsterdam
1.775
Gooi- en Vechstreek
1.974
IJmond
1.353
Kop NH
1.739
Noord-Kennemerland
2.317
Waterland
1.156
West-Friesland
3.889
Zaanstreek
1.165
Zuid-Kennemerland Totaal Randgebied Totaal
2.246 21.529 3.908 69.507
3. Dataverzameling De dataverzameling heeft in de periode maart tot en met juli 2011 plaatsgevonden in de vorm van telefonische enquêtes en webenquêtes. De enquêtes zijn afgenomen via bestaande accesspanels alsmede een steekproefonderzoek.
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Gebruik accesspanels Het eerste deel van de dataverzameling heeft plaatsgevonden door gebruik te maken van Panelclix en het panel van GMI. Panelclix is een internetpanel met in Nederland ongeveer 250.000 panelleden. GMI beheert een panel met ongeveer 30.000 panelleden in Nederland. Alle panelleden in het onderzoeks- en randgebied zijn voor dit onderzoek per e-mail benaderd met het verzoek de online vragenlijst in te vullen. Na de uitnodigingsmail is twee keer per e-mail een reminder gestuurd. Door gebruik te maken van deze twee panels zijn in totaal 24.000 enquêtes gerealiseerd (20.800 via Panelclix en 3.100 via GMI). Enquête: combinatie van online en telefonisch onderzoek Nadat beide acccesspanels waren ingezet is een analyse gemaakt van de respons per viercijferig postcodegebied. Op basis van die informatie is bepaald hoeveel enquêtes nog nodig zijn om de gewenste stratificaties te realiseren. Deze bruto steekproef is aangeschreven met een brief op briefpapier van de desbetreffende provincie en ondertekend door de Gedeputeerde. In de brief werd in eerste instantie gevraagd om de enquête online in te vullen. Daarna zijn de personen in de steekproef benaderd om telefonisch aan het onderzoek deel te nemen. Voor de drie provincies samen zijn in totaal 200.000 brieven verstuurd. Afgerond hebben 44.000 personen aan het onderzoek deelgenomen. Ruim een derde van deze groep heeft de enquête online ingevuld (15.600 personen). De overige respons (28.400 enquêtes) zijn telefonisch gerealiseerd. De telefonisch interviews zijn afgenomen door ervaren interviewers van de interviewunit van I&O Research. De interviewers hebben vooraf een uitgebreide mondelinge en schriftelijke instructie gehad. Conform de ISO 205252 certicering van I&O Research is 5 procent van de gesprekken meegeluisterd, om zo de kwaliteit te bewaken en waar nodig te verbeteren. De gemiddelde gespreksduur bedraagt 13 minuten. Inzet gemeentepanels Tot slot is voor de dataverzameling gebruik gemaakt van een aantal gemeentepanels. In totaal hebben vijf gemeenten/regio’s hun internetpanel beschikbaar gesteld voor het koopstromenonderzoek. Er is gebruik gemaakt van de panels van de gemeente Delft, Leiden, Heerhugowaard en Landelijk. Daarnaast is het regionale WestFrieslandpanel ingezet. Door het gebruik van deze vijf panels zijn 1.560 enquêtes gerealiseerd.
4. Dataverwerking Na afronding van de dataverzameling zijn de enquêteresultaten verwerkt tot SPSS databestand, die vervolgens zijn gewogen, opgehoogd en voorzien van additionele informatie (toevloeiing van buiten, aanbodgegevens en bestedingscijfers). Om zorg te dragen voor de juiste onderlinge verhoudingen in het complete onderzoeks- plus randgebied is in de eerste plaats een inwonertalweging uitgevoerd. De herweging naar inwonertallen is in de onderzoeksgemeenten (d.w.z. Utrecht, Noord- en Zuid-Holland + Almere en Nijkerk) op postcodecijferniveau gedaan, in de randgemeenten op gemeentelijk niveau. Vervolgens is gekeken naar hoe de respons zich qua achtergrondkenmerken verhoudt tot de totale populatie. Dit om te bepalen of herweging naar persoonskenmerken nodig is. Herweging Uit analyse van de respons op basis van achtergrondkenmerken blijkt dat met name de (etnische) herkomst van respondenten afwijkt van de totale populatie. Er is daarom voor gekozen – mede in aansluiting op 2004 – te herwegen op basis van de herkomst van respondenten. Weging op basis van etniciteit op gemeentelijk niveau zorgt er niet voor dat andere achtergrondkenmerken van de respondenten meer gaan afwijken van de populatie.
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Tabel 2 Achtergrondkenmerken respons. steekproefdata kenmerk
ongewogen
gewogen
populatie
leeftijd <18 jaar
0%
0%
0%
18 t/m 29 jaar
10%
14%
20%
30 t/m 39 jaar
15%
17%
17%
40 t/m 49 jaar
22%
23%
20%
50 t/m 64 jaar
32%
30%
25%
65 en ouder
20%
16%
18%
0%
0%
0%
man
35%
37%
49%
vrouw
65%
63%
51%
96%
86%
86%
4%
14%
14%
laag
29%
27%
30%
midden
37%
38%
38%
hoog
35%
35%
31%
22%
24%
39%
5%
6%
7%
gehuwd / samenwonend z.k.
34%
31%
25%
gehuwd / samenwonend m.k.
34%
32%
25%
thuiswonend bij ouder(s) / verzorger(s)
3%
5%
0%
anders
2%
2%
1%
onbekend geslacht
herkomst Nederlands overig opleiding
huishoudensamenstelling alleenstaand alleenstaand m.k.
Leeftijd, opleidingsniveau en huishoudenssamenstelling van de respons vormt een vrij goede afspiegeling van de totale populatie. Wel hebben verhoudingsgewijs meer vrouwen aan het onderzoek deelgenomen dan woonachtig zijn in het onderzoeksgebied. Uit nader onderzoek blijkt dat de onderzoekresultaten uitgesplitst naar deze achtergrondkenmerken, niet verschillen. Een weging naar bijvoorbeeld huishoudenssamenstelling doet de resultaten niet veranderen. Omwille vergelijkbaarheid met 2004 en reproduceerbaarheid bij een volgend onderzoek is besloten de enquêtedata daarom alleen op herkomst te corrigeren. Tot slot blijkt dat de combinatie van online en telefonisch onderzoek elkaar goed aanvullen en daarmee gezamenlijk de representativiteit van de onderzoeksrespons vergroten. Toevloeiing van buiten het onderzoeksgebied De koopstromen houden niet op bij de grenzen van het onderzoeksgebied. Voor de toevloeiing uit de gemeenten direct buiten het onderzoeksgebied is daarom ook in het randgebied geënquêteerd (zie kaart 1 aan het begin van deze bijlage). Daarnaast is er sprake van toevloeiing uit de rest van Nederland (buitenlandse toevloeiing is net als in 2004 buiten beschouwing gelaten). Voor het bepalen van toevloeiing uit de rest van Nederland is gebruik gemaakt van het Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON). MON is de ‘opvolger’ van het in 2004 gebruikte Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG). MON omvat de (normale) dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking in Nederland in een jaar. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de uitkomsten van MON 2005 tot en met 2009 (vijf jaren).
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
De uitkomsten van MON 2010 waren nog niet beschikbaar, zodat de uitkomsten over 2009 het meest recent zijn. Gerekend is met het gemiddelde over deze vijf jaren, omdat de MON een steekproefonderzoek is en forse uitschieters kan laten zien voor één jaar. Het gemiddelde levert meer solide betrouwbare toevloeiingscijfers voor de rest van Nederland. Van belang zijn de verplaatsingen binnen Nederland met als aankomstbezigheid winkelen of boodschappen doen. Over geheel Nederland gerekend gaat het om 1.894 miljoen van deze verplaatsingen met winkelen als doel (gemiddeld over 2005-2009). Volgens cijfers van het HBD is er in 2010 op jaarbasis 83 miljard in winkels besteed. Dat betekent een gemiddelde van € 42,24 per verplaatsing in Nederland. Vervolgens is het aantal verplaatsingen bepaald van personen die buiten het onderzoeksgebied en buiten het randgebied wonen en in het onderzoeksgebied winkelden of boodschappen deden. Gemiddeld zijn dit er 8,1 miljoen op jaarbasis. Vermenigvuldigd met het bedrag van € 42,24 levert dit een toevloeiing op richting het onderzoeksgebied van € 343,6 miljoen op jaarbasis. In een vervolgstap is bepaald welk aandeel van deze toevloeiing volgens de gegevens uit MON terecht komt in de gemeenten in het onderzoeksgebied. Van deze lijst zijn de gemeenten afgevoerd waarvan verondersteld kan worden dat ze door toeval in het overzicht terecht zijn gekomen (een heel laag aandeel of slechts één vermelding in de periode van vijf jaar). De totale toevloeiing is herverdeeld over de overblijvende gemeenten en toegedeeld aan het centrum van die gemeenten en bij de G4 aan het centrumgebied en de grootschalige woonboulevard. De verplaatsingen van buiten het onderzoeksgebied en randgebied zijn alle over relatief grote afstand. Het aandeel dagelijkse aankopen is daarom op nihil gesteld, omdat dagelijkse aankopen nauwelijks worden gedaan op meer dan 20 kilometer afstand. Dat betekent dat de toevloeiing geheel is toegerekend aan niet-dagelijkse goederen. Bestedingscijfers Voor het berekenen van de bestedingen / omzetten per regio, gemeente en aankooplocatie zijn bestedingscijfers van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) gebruikt. Gemiddeld besteedt een inwoner van Nederland jaarlijks € 2.510,- aan dagelijkse artikelen. De bestedingen in de niet dagelijks sector liggen met € 2.460,- iets lager. Ten opzichte van 2004 zijn de bestedingen in de dagelijkse sector toegenomen, die in de niet-dagelijkse sector liggen nu lager. Voor de berekening van bestedingen per branche zijn de bedragen uit tabel 4 gehanteerd. Voor de feitelijke bestedingen van respondenten zijn de bestedingsbedragen op het niveau van de gemeente gecorrigeerd voor de CBS inkomenscijfers (RIO 2009). Daarnaast is er gerekend met een prijselasticiteit van 0,25 procent in de dagelijkse sector en 0,5 procent in de niet dagelijkse sector. Tabel 3 Gemiddelde bestedingen dagelijkse en niet-dagelijkse sector. kenmerk
2011
2004
Dagelijkse sector
€ 2.510
€ 2.059
Niet dagelijkse sector
€ 2.460
€ 2.396
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Tabel 4 Bestedingscijfers en aandelen per branche naar sector. kenmerk
bestedingscijfers
bestedingsaandeel
€ 2.262
90%
€ 248
10%
Kleding
€ 554
23%
Schoenen en lederwaren
€ 118
5%
Electronica
€ 332
13%
Huishoudelijke artikelen
€ 153
6%
Woninginrichting
€ 399
16%
Doe-het-zelf
€ 191
8%
Bloemen, planten en tuinartikelen
€ 252
10%
Vrije tijd
€ 406
17%
€ 56
2%
Dagelijkse sector Levensmiddelen Persoonlijke verzorging Niet-dagelijkse sector
Juweliersartikelen Bron: HBD; bewerking I&O Research.
Aanbodcijfers Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het winkelaanbod en het economische functioneren (vloerproductiviteiten) is informatie over het winkelaanbod aan de enquêtedata gekoppeld. De aanbodcijfers zijn afkomstig van Locatus (2011). Locatus beheert een landsdekkend bestand met daarin voor alle winkels de branche en het winkelvloeroppervlakte. Benchmarks en tijdreeksen Om resultaten van aankooplocaties en gemeenten goed te kunnen duiden zijn referentieklassen gemaakt. Zo kan eenvoudig de desbetreffende gemeente of aankooplocatie worden vergeleken met een vergelijkbare gemeente of aankooplocatie. Voor gemeenten zijn de referentieklassen gebaseerd op het inwonertal. Voor aankooplocaties is een verdeling gemaakt naar grootte én naar functie. Onderscheiden functies zijn: centrumlocaties, ondersteunende locaties, woonboulevard en overige locaties. De volgende groepen zijn gedefinieerd: 1. Gemeentegrootte
<10.000: 21 10.000-20.000: 44 20.000-50.000: 58 50.000-100.000: 23 100.000-200.000: 8 >200.000: 4
2. Omvang nieuwe indeling (aantallen volgen na vaststellen definitieve factsheetslijst)
tot 5.000 m2 (-) 5.000-10.000 m2 (-) 10.000-20.000 m2 (-) 20.000-40.000 m2 (-) 40.000-80.000 m2 (-) boven 80.000 m2 (-)
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Onderzoeksmethode
Om ontwikkelingen in de tijd te kunnen monitoren zijn de cijfers uit 2004 gecorrigeerd voor gemeentelijke herindelingen. De cijfers over regio’s uit 2004 die in dit rapport worden gepresenteerd, kunnen hierdoor afwijken van hetgeen in de 2004-rapporten zijn opgenomen.
5. Ontsluiten van alle gegevens van het Randstad Koopstromenonderzoek 2011 Naast dit hoofdrapport zijn de resultaten van het koopstromenonderzoek op nog twee manieren ontsloten. Factsheets Voor regio’s, gemeenten en aankooplocaties zijn factsheets gemaakt met daarop de volgende informatie: • een korte samenvatting met de belangrijkste conclusies; • kaartbeelden met binding, afvloeiing en toevloeiingscijfers; • aanbod- en omzet gegevens; • gegevens over economisch functioneren; • beoordelingscijfers. De factsheets zijn samengesteld als er voldoende waarnemingen zijn gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen (85 procent betrouwbaarheid, maximaal zes procent onnauwkeurigheid). Dit houdt in dat er 33 factsheets voor regio’s zijn gemaakt, 129 voor gemeenten en 222 voor de aankooplocaties. www.kso2011.nl Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2011 is een aparte website ontwikkeld, www.kso2011.nl. Op deze website zijn alle factsheets, alsmede dit hoofdrapport te vinden. Tevens is daar een SWING applicatie beschikbaar waarin op interactieve wijze alle beschikbare data wordt ontsloten aan de hand van (excel-)tabellen en grafieken.
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Vragenlijst
Vragenlijst Allereerst volgen nu enkele vragen over waar u boodschappen doet. Het gaat hierbij niet alleen om winkels, maar ook om bijvoorbeeld de markt of internet. Deze vragen worden aan elke respondent gesteld. 1
Waar, in welke plaats en in welk winkelgebied, heeft u de LAATSTE KEER uw dagelijkse of wekelijkse boodschappen gedaan? Denkt u daarbij aan levensmiddelen, alcoholische dranken, tabak en schoonmaakartikelen. ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 2
En in welke plaats en in welk winkelgebied heeft u de EEN-NA-LAATSTE KEER dagelijkse of wekelijkse boodschappen gedaan? Denkt u daarbij aan levensmiddelen, alcoholische dranken, tabak en schoonmaakartikelen. ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 3
Waar, in welke plaats en in welk winkelgebied, heeft u de LAATSTE KEER artikelen voor persoonlijke verzorging gekocht? Denkt u daarbij aan drogisterij- en parfumerie-artikelen. ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 4
En in welke plaats en in welk winkelgebied heeft u de EEN-NA-LAATSTE KEER artikelen voor persoonlijke verzorging gekocht? Denkt u daarbij aan drogisterij- en parfumerie-artikelen. ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 5
Waarom heeft u uw dagelijkse of wekelijkse boodschappen in < plaats/winkelgebied vraag 1> gedaan? MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK; TELEFONISCH: SPONTAAN ANTWOORDEN WEB: ANTWOORDCATEGORIEEN TONEN
Dichtst bij huis
Compleetheid winkelaanbod
Compleetheid aanbod artikelen
Prijsniveau winkelaanbod
Sfeer/uitstraling winkelgebied
Bereikbaarheid per openbaar vervoer
Bereikbaarheid per auto
Parkeermogelijkheden
Parkeertarief
Op de route van/naar werk
Op de route van/naar andere activiteiten
Combinatie met bezoek familie/vrienden
Anders, nl. __________________________________
Weet niet
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
6
Vragenlijst
Hoe vaak doet u uw dagelijkse of wekelijkse boodschappen in
? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
7
(bijna) Dagelijks
1-2 keer per maand
3 tot 4 keer per week
Minder dan 1-2 keer per maand
2 keer per week
Weet niet
1 keer per week/wekelijks
Geen antwoord
Welk vervoermiddel heeft u gebruikt toen u DE LAATSTE KEER uw dagelijkse of wekelijkse boodschappen heeft gedaan in < plaats/winkelgebied vraag 1>? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
8
Te voet
Fiets
Auto
Scooter / brommer
Scootmobiel
Bus
Trein
Tram
Metro
Anders, nl. __________________________________
Weet niet
U heeft aangegeven de laatste keer de dagelijkse boodschappen in te hebben gedaan. Kunt u deze aankoopplaats voor de volgende aspecten een rapportcijfer geven? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Compleetheid winkelaanbod
Sfeer en uitstraling winkelgebied
Veiligheid winkelomgeving
Parkeermogelijkheden
Aanbod van daghoreca
Bereikbaarheid per auto
Bereikbaarheid per openbaar vervoer
Nu willen wij graag meer weten over de plaatsen waar u winkelt, dat wil zeggen kleding, schoenen, elektra en dergelijke koopt. Deze vragen worden aan elke respondent gesteld . 9
Waar, in welke plaats en in welk winkelgebied, heeft u de LAATSTE KEER gewinkeld? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
10
11
Vragenlijst
Waarom heeft u de laatste keer gewinkeld in < plaats/winkelgebied vraag 9>? MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK; TELEFONISCH: SPONTAAN ANTWOORDEN WEB: ANTWOORDCATEGORIEEN TONEN
Dichtst bij huis
Compleetheid winkelaanbod
Compleetheid aanbod artikelen
Prijsniveau winkelaanbod
Sfeer/uitstraling winkelgebied
Bereikbaarheid per openbaar vervoer
Bereikbaarheid per auto
Parkeermogelijkheden
Parkeertarief
Op de route van/naar werk
Op de route van/naar andere activiteiten
Combinatie met bezoek familie/vrienden
Anders, nl. __________________________________
Weet niet
Op welke dag heeft u < plaats/winkelgebied vraag 9> voor het laatst bezocht om te winkelen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
12
Maandag
Vrijdag
Dinsdag
Zaterdag
Woensdag
Zondag
Donderdag
Hoe vaak bezoekt u < plaats/winkelgebied vraag 9> om te winkelen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
13
(bijna) Dagelijks
1 keer per half jaar (ENQ: 5-7 maanden)
3-4 keer per week
1 keer per jaar (ENQ: 8-12 maanden)
2 keer per week
Minder dan 1 keer per jaar
1 keer per week/wekelijks
Doorgaans nooit
1-2 keer per maand
Weet niet
1 keer per kwartaal (ENQ: 2-4 maanden)
Geen antwoord
Welk vervoermiddel heeft u gebruikt toen u DE LAATSTE KEER ging winkelen in < plaats/winkelgebied vraag 9>? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
ENQ: INDIEN MEERDERE VERVOERMIDDELEN GEBRUIKT-> UITGAAN VAN VERVOERMIDDEL WAARMEE DE GROOTSTE AFSTAND IS AFGELEGD
Te voet
Fiets
Auto
Scooter / brommer
Scootmobiel
Bus
Trein
Tram
Metro Anders, nl. __________________________________
Weet niet
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
14
Vragenlijst
U heeft aangegeven voor het winkelen DE LAATSTE KEER naar te zijn gegaan. Kunt u deze aankoopplaats voor de volgende aspecten een rapportcijfer geven? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Compleetheid winkelaanbod
Sfeer en uitstraling winkelgebied
Veiligheid winkelomgeving
Parkeermogelijkheden
Aanbod van daghoreca
Bereikbaarheid per auto
Bereikbaarheid per openbaar vervoer
We leggen u nu negen specifieke groepen artikelen voor. Voor elk van deze artikelgroepen is de vraag waar u die heeft gekocht. Het gaat daarbij niet alleen om winkels, maar bijvoorbeeld ook om internet, de markt of postorderbedrijven. 15
In welk winkelgebied in welke plaats heeft u de LAATSTE KEER < artikelgroep> gekocht? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst < artikelgroep> 1. Kleding (vraag 15) 2. Schoenen en lederwaren (vraag 16) 3. Electronica (o.a. tv’s, audioapparatuur, computers, koelkasten, wasmachines) (vraag 17) 4. Huishoudelijke artikelen (o.a. serviesgoed, keukengerei, textiel- en linnengoed) (vraag 18) 5. Woninginrichting (o.a. meubelen, vloerbedekking, woningtextiel en verlichting) (vraag 19) 6. Doe-het-zelf (o.a. klusmaterialen, gereedschap) (vraag 20) 7. Bloemen, planten en tuinartikelen (vraag 21) 8. Vrije tijd (o.a. speelgoed, computergames, sportartikelen, boeken, DVD’s) (vraag 22) 9. Juweliersartikelen (vraag 23) Nu volgt nog een aantal aanvullende vragen over koopgedrag. A Woon-werk aankopen 24
Verricht u betaald werk buitenshuis? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
25
Ja
Nee
Ga naar vraag 30
Weet niet
Ga naar vraag 30
Geen antwoord
Ga naar vraag 30
In welke plaats werkt u? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Noteer plaats, noteer postcode 26
Hoe vaak verricht u tijdens (b.v. in de pauze), voor of na het werk (onderweg) aankopen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Vaak
Nooit
Ga naar vraag 30
Soms
Weet niet
Ga naar vraag 30
Zelden
Geen antwoord
Ga naar vraag 30
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
27
Vragenlijst
Welke artikelen heeft u tijdens uw laatste aankoop voor of na het werk of in de pauze gekocht? MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK
28
Levensmiddelen
Persoonlijke verzorging
Kleding
Schoenen en lederwaren
Electronica (o.a. tv’s, audioapparatuur, computers, koelkasten, wasmachines)
Huishoudelijke artikelen (o.a. serviesgoed, keukengerei, textiel- en linnengoed)
Woninginrichting (o.a. meubelen, vloerbedekking, woningtextiel en verlichting)
Doe-het-zelf (o.a. klusmaterialen, gereedschap)
Bloemen, planten en tuinartikelen
Vrije tijd (o.a. speelgoed, computergames, sportartikelen, boeken, DVD’s)
Juweliersartikelen
Anders, namelijk:
En hoeveel heeft u toen uitgegeven? __________
29
Euro
Weet niet
Kunt u aangeven waar u deze aankopen de laatste keer heeft gedaan? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Voor het werk in mijn woonplaats
Na het werk in de plaats van mijn werk
Voor het werk onderweg
Na het werk onderweg
Voor het werk in de plaats van mijn werk
Na het werk in mijn woonplaats
Tijdens het werk in de lunchpauze
Weet niet
Tijdens het werk via internet
Geen antwoord
B Zondagaankopen 30
Hoe vaak maakt u gebruik van de koopzondag? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
31
Meer dan 4 keer per maand
1 keer per jaar (ENQ: 8-12 maanden)
2-4 keer per maand
Minder dan 1 keer per jaar
1 keer per maand / maandelijks
Nooit
Ga naar vraag 33
1 keer per kwartaal (ENQ: 2-4 maanden)
Weet niet
Ga naar vraag 33
1 keer per half jaar (ENQ: 5-7 maanden)
Geen antwoord
Ga naar vraag 33
In welk winkelgebied heeft u voor het laatst op koopzondag winkels bezocht? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer/respondent kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 32
En hoeveel heeft u tijdens uw laatste bezoek op koopzondag besteed in winkels? _______________ Euro
Weet niet
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
33
Vragenlijst
Hoe vaak bezoekt u op zondag een supermarkt? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
34
Meer dan 4 keer per maand
1 keer per jaar
2-4 keer per maand
Minder dan 1 keer per jaar
1 keer per maand / maandelijks
Nooit
Ga naar vraag 36
1 keer per kwartaal
Weet niet
Ga naar vraag 36
1 keer per half jaar
Geen antwoord
Ga naar vraag 36
In welke winkelgebied heeft u voor het laatst op zondag een supermarkt bezocht? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer/respondent kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 35
En hoeveel heeft u tijdens uw laatste bezoek op zondag besteed in de supermarkt? _______________ Euro
Weet niet
C Warenmarkt 36
Hoe vaak vaak bezoekt u de warenmarkt? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
37
Dagelijks
1 keer per maand
Enkele malen per week
Minder dan 1 keer per maand
1 keer per week
Nooit
Ga naar vraag 40
1 keer per 2 weken
Weet niet
Ga naar vraag 40
Waar heeft heeft u de LAATSTE KEER de markt bezocht? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
< lijst met plaatsen / winkelgebieden waaruit interviewer kiest > Telefonisch: spontaan antwoorden Web: doorkliklijst 38
Welke artikelen heeft u tijdens uw laatste bezoek op de markt gekocht? MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK
39
Levensmiddelen
Persoonlijke verzorging
Kleding
Schoenen en lederwaren
Electronica (o.a. tv’s, audioapparatuur, computers, koelkasten, wasmachines)
Huishoudelijke artikelen (o.a. serviesgoed, keukengerei, textiel- en linnengoed)
Woninginrichting (o.a. meubelen, vloerbedekking, woningtextiel en verlichting)
Doe-het-zelf (o.a. klusmaterialen, gereedschap)
Bloemen, planten en tuinartikelen
Vrije tijd (o.a. speelgoed, computergames, sportartikelen, boeken, DVD’s)
Juweliersartikelen
Anders, namelijk:
Ik heb geen artikelen gekocht
En hoeveel heeft u toen uitgegeven? _______________ Euro
Weet niet
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Vragenlijst
Internet 40
Hoe vaak doet u aankopen via internet? Let op: het gaat dan om artikelen die ook in de winkel kunnen worden gekocht en meegenomen (en dus niet om bijvoorbeeld reizen, verzekeringen, hotelovernachtingen of kaartjes voor een voorstelling) ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
41
Dagelijks
1 keer per maand
Enkele malen per week
Minder dan 1 keer per maand
1 keer per week
Nooit
Ga naar vraag 44
1 keer per 2 weken
Weet niet
Ga naar vraag 44
Welk artikel heeft u tijdens uw laatste aankoop via internet gekocht? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
42
Levensmiddelen
Persoonlijke verzorging
Kleding
Schoenen en lederwaren
Electronica (o.a. tv’s, audioapparatuur, computers, koelkasten, wasmachines)
Huishoudelijke artikelen (o.a. serviesgoed, keukengerei, textiel- en linnengoed)
Woninginrichting (o.a. meubelen, vloerbedekking, woningtextiel en verlichting)
Doe-het-zelf (o.a. klusmaterialen, gereedschap)
Bloemen, planten en tuinartikelen
Vrije tijd (o.a. speelgoed, computergames, sportartikelen, boeken, DVD’s)
Juweliersartikelen
Anders, namelijk:
Was dit een nieuw of gebruikt artikel? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
43
Nieuw
Gebruikt
En hoeveel heeft u toen uitgegeven? ___________
Euro
Weet niet
Tot slot een aantal afsluitende vragen 44
Wat is uw hoogst voltooide opleiding, dus die u met een diploma heeft afgesloten? Geen opleiding Lagere school, basisonderwijs Lager beroepsonderwijs, voorbereidend beroepsonderwijs (LBO, VBO, VMBO-praktische leerweg, Ambachtschool, huishoudschool, LTS, LHNO, LEAO, LAS, etc.) Lager/middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (MAVO, MULO, VMBO-theoretische leerweg,VGLO, LAVO etc.) Middelbaar beroepsonderwijs (MTS, UTS, MEAO, INAS, Kleuterleidster, etc.) Hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, VWO, HBS, Gymnasium, Lyceum, MMS, Atheneum, etc.) Hoger beroepsonderwijs/kandidaats (HBO, HTS, HEAO, Kunstacademie (AKI), Hogeschool, Lerarenopleiding, Sociale Academie, etc.) Universitair Weet niet
Randstad Koopstromenonderzoek 2011
Vragenlijst
45
Hoe is uw huishouden samengesteld? Ik woon alleen Ik woon alleen (zonder partner) met kinderen Ik ben gehuwd / woon samen zonder thuiswonende kinderen Ik ben gehuwd / woon samen met thuiswonende kinderen Ik woon bij mijn ouder(s) / verzorger(s) Anders, namelijk:
46
Tot welke bevolkingsgroep rekent u zichzelf?
47
Wat is uw geslacht?
48
Nederlands Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Kaapverdiaans Indonesisch/Moluks Chinees Anders, namelijk:
Man Vrouw
Wat is uw leeftijd? __________
jaar
HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING EN EEN PRETTIGE DAG/AVOND VERDER!