KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT COMMUNICATIEWETENSCHAP
Een kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de dj-gemeenschap in Vlaanderen
Promotor : Prof. Dr. K. ROE Verslaggever : Drs. S. MALLIET
VERHANDELING aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Communicatiewetenschappen door Koen GALLE
academiejaar 2004-2005
Inhoud Lijst van figuren
1
Voorwoord
2
Inleiding
3
1. Literatuur
6
1.1 Inleiding
6
1.2 Begripsomschrijving
9
1.3 Geschiedenis
11
1.3.1 De basis: de grammofoon
12
1.3.2 De ontwikkeling: De telefoon, radio en AC-stroom maken de opkomst van de radio-dj mogelijk
14
1.3.3 De eerste radio-dj’s en de reactie van de muziekindustrie
16
1.3.4 De vinylplaat, de term disc jockey en het NIR
19
1.3.5 De tweede wereldoorlog, Rock and Roll en de BRT
20
1.3.6 De stereoklank en de FM-band
21
1.3.7 De dj maakt zich los van de radio
22
1.3.8 Het disco-tijdperk en de 12-inch singel
25
1.3.9 De Jamaicaanse Soundsystems
26
1.3.10 De Amerikaanse hiphop
27
1.3.11 Elektronische dansmuziek wordt mainstream en de dj wordt een superster
29
1.3.12 De Vlaamse Dj in ontwikkeling
31
1.3.13 Het einde en de wedergeboorte van vinyl
33
en de opkomst van de cd 1.4 De dj en zijn verschillende gedaantes
34
1.4.1 De dj als dj
35
1.4.2 De dj als artiest
35
1.4.3 De dj als muzikant
37
1.4.4 De dj als hogepriester
37
1.5 De dj als postmodern figuur
38
1.6 Besluit
41
2. Het kwantitatief onderzoek 2.1 Probleemstelling
43 43
2.2 Methoden
44
2.3 Resultaten professionele dj
53
2.3.1 Waar en wanneer
53
2.3.2 Inkomsten en uitgaven
56
2.3.3 Muziek
59
2.3.4 Betrokkenheid
62
2.3.5 Besluit
65
2.4 Resultaten discotheek-dj
66
2.4.1 Waar en wanneer
67
2.4.2 Inkomsten en uitgaven
68
2.4.3 Muziek
70
2.4.4 Betrokkenheid
72
2.4.5 Besluit
74
2.5 Resultaten allround-dj
75
2.5.1 Waar en wanneer
76
2.5.2 Inkomsten en uitgaven
78
2.5.3 Muziek
79
2.5.4 Betrokkenheid
80
2.5.5 Besluit
82
2.6 Vergelijking tussen de verschillende categorieën
83
2.6.1 Waar en wanneer
84
2.6.2 Inkomsten en uitgaven
88
2.6.3 Muziek
92
2.6.4 Betrokkenheid
97
2.6.5 Besluit
102
2.7 De huwelijks- en andere verwante feesten-dj: een geval apart
104
2.7.1 Waar en wanneer
104
2.7.2 Inkomsten en uitgaven
106
2.7.3 Muziek
107
2.7.4 Betrokkenheid
109
2.7.5 Besluit
110
3. Het kwalitatief onderzoek
112
3.1 Inleiding
112
3.2 Evolutie carrière en Poppunt
113
3.2.1 Evolutie carrière en bepalende factoren
113
3.2.2 Poppunt en Young Talent Corner
121
3.3 Techniek versus platenkeuze en de functie en de status van een dj
122
3.3.1 Wat een dj kunnen moet: techniek versus platenkeuze
122
3.3.2 Functie van de dj
125
3.3.3 Status van de dj
126
3.4 Manieren om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek
127
3.5 Vormen van reclame
132
3.6 Commercieel versus underground en feest- versus muziekbeleid
134
3.6.1 Commercieel versus underground
134
3.6.2 Feestbeleid versus muziekbeleid
140
3.7 Voor- en nadelen media en attributen
141
3.7.1 Voor- en nadelen media
141
3.7.2 Attributen die een dj met zich mee neemt naar een feest
143
3.8 Auteursrecht en illegaal kopiëren 3.8.1 Auteursrecht en SABAM
145 145
3.8.2 Illegaal kopiëren en downloaden door de dj en problemen met SABAM
146
3.9 Verzoeknummers
153
3.10 Positie van de vrouw in de dj-(mannen)wereld
154
3.11 De dj-cultuur
155
3.12 Besluit
157
Algemeen besluit
161
Referenties
166
Bijlage 1. Vragenlijst enquête
169
Bijlage 2. Vragenlijst interview
176
Bijlage 3. Opgave van de uitgevoerde werken
180
Bijlage 4. Klachtenbrief IFPI
183
Lijst van figuren Figuur 1. Waar de dj geregeld draait
85
Figuur 2. Waar de dj een residency heeft
86
Figuur 3. Waar de dj draait uitgedrukt in afstand
86
Figuur 4. Hoe vaak draait de dj gemiddeld
87
Figuur 5. Het gemiddelde publiek van de dj
88
Figuur 6. De vraagprijs van de dj per uur
89
Figuur 7. De redenen voor variatie van de vraagprijs
90
Figuur 8. Het boekingskantoor
90
Figuur 9. Wekelijkse uitgaven aan nieuwe muziekstukken
91
Figuur 10. Hoe worden de uitgaven bekostigd
92
Figuur 11. Onderscheid mainstream-underground
93
Figuur 12. Media gebruikt om te draaien
93
Figuur 13. Aantal muziekstukken
94
Figuur 14. Waar wordt nieuwe muziek aangekocht
95
Figuur 15. Illegale downloads van muziek
95
Figuur 16. Verzoeknummers
96
Figuur 17. Hoe lang de Dj draait
97
Figuur 18. Dj-gerelateerde activiteiten
99
Figuur 19. Hoeveel producties en uitgebracht op cd of vinyl
100
Figuur 20. Reclame
101
Figuur 21. Magazines en radio
102
1
Voorwoord Bij het begin van het onderzoek was de voornaamste zorg het verkrijgen van toegang tot de wereld van de dj’s. De vlotte medewerking van de ongeveer 200 dj’s die de enquête invulden en in het bijzonder de 13 dj’s die met veel plezier meewerkten aan de diepteinterviews bepaalden dan ook het slagen van deze thesis. Bedankt Raoul, Koen, Ed, Tim, Thierry, Merdan, Klaas, Noisy Volpex, Hans, Bram, Gijs, Kris en Jos. Verder wens ik te bedanken: mijn promotor, professor Keith Roe. Hij gaf me de kans net voor mijn vertrek naar Barcelona nog mijn onderwerp te wijzigen en gaf me steeds de vrijheid en de tips die ik nodig had; alle gesprekspartners die ergens mee een deeltje van deze thesis hielpen vormen; mijn ouders en familie, omdat ze onvoorwaardelijk al hun steun en hulp gaven en mijn vrienden voor de afleiding en ontspanning die ze me vaak gaven; in het bijzonder ook mijn erasmuskotgenoten Carlos, Tomasso, Dominic en Antoine voor de inspiratievolle omgeving die ons kot voor me vormde en Remke, Maarten en Isabelle gewoon om er te zijn. Tot slot wens ik nog de dj in het algemeen te bedanken, omdat hij zulk interessant onderzoeksonderwerp vormde.
2
Inleiding Elke vrijdag- en zaterdagavond, vaak zelfs nog vele zondagavonden en avonden voor feestdagen en zelfs op weekdagen worden dansfeesten georganiseerd. In elke stad, elke gemeente, elk kleinste gehucht kan men uit dansen, elk weekend opnieuw. Parochiezalen, tenten, huizen, koten, panden, schuren, scholen, oude gebouwen, cafés, jeugdhuizen, muziekcentra, boten, discotheken, hallen, tot zelfs openluchtlocaties of kelders doen daarbij dienst als locatie. Alle feesten hebben daarbij één enkel kenmerk geheel. Ze concentreren zich rond muziek. En buiten de enkele gevallen dat een muziekgroep, orkest, fanfare of een andere live-opvoering die muziek verzorgt, uitgezonderd concerten uiteraard, is het de dj die er verantwoordelijk voor is. Slechts één persoon is dus elk weekend verantwoordelijk voor het centrale element van duizenden feesten. En van die persoon hangt, een aantal andere factoren als promotie niet meegerekend, het succes van een feest af. Want speelt hij geen leuke, passende, sfeervolle en/of dansbare muziek, dan loopt het feest mis, dan ontbreekt de sfeer, dan loopt het fout. De dj heeft dus een grote verantwoordelijkheid. De dj is bovendien een raar figuur. Hij staat afgezonderd van iedereen, meestal onbereikbaar, in een donker hoekje van de locatie. Urenlang staat hij daar alleen, weg van iedereen, als een outcast in een kooi. Hij staat vaak hoger dan de anderen, maar toch is hij enkel zichtbaar door een lichtvlek op zijn achterhoofd. Hij staat te knikken met zijn hoofd, met een koptelefoon half over zijn hoofd getrokken. Hij danst niet zoals de rest van het publiek. Hij lijkt na te denken, in concentratie, niet af te leiden. Maar hij is ook druk bezig, het zweet drupt van zijn voorhoofd. Slechts af en toe nipt hij van een drankje, om dan snel weer verder te doen. Hij draait aan knopjes, drukt op knopjes, kijkt naar schermpjes. Ook in het dagelijks leven verbaast hij. Hij is altijd met muziek bezig. Zelfs in de auto wil hij de cd-speler bedienen en dat met dezelfde finesse en hetzelfde enthousiasme als op een feest. Hij is obsessief op zoek naar nieuwe muziek. Hij kan geen platen- of cd-winkel passeren zonder het te voelen kriebelen en toch maar binnen te gaan om de nieuwe releases te beluisteren. Hij offert zelfs zijn drinkgeld op om toch maar die laatste nieuwe cd te kopen. Zijn collectie zal nooit volledig zijn. Muziek moet luid zijn. En hij droomt. Want ooit zal hij op die fuif spelen, dat feest. En alle dansers zullen hem aanbidden, zullen aan zijn voeten dansen. Hij zal de koning van de avond zijn, dé dj waar iedereen over spreekt, het middelpunt van de belangstelling.
3
Dit plaatje roept onmiddellijk heel wat vragen op. Wie is die dj? Waarom doet hij zo? Wat staat hij daar te doen? En als deze vragen een antwoord krijgen komen heel wat nieuwe vragen boven drijven. Waar doet hij dat nog? Hoe vaak doet hij dat? Moet hij daarvoor ver rijden? Nog meer vragen dienen een antwoord te krijgen. Hoe betaalt hij al die cd’s en platen? Waar koopt hij ze? Hoeveel verdient hij? En het houdt niet op. Wat voor soort muziek speelt hij eigenlijk? Hoeveel cd’s en platen zou hij hebben? Zou hij mijn verzoeknummer spelen? Hoe lang doet hij dit al? Hoe kan ik hem vragen voor mijn feest? De lijst van vragen die over en aan een dj gesteld kunnen worden lijkt eindeloos. Dit onderzoek vertrok daarom net vanuit deze lijst van vragen. Van bij het begin werd een groot vraagteken geplaatst achter het woord “dj”. Van daaruit werd besloten die dj aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Uiteraard kon het onderzoek niet elke dj beslaan. Daarom beperken we ons tot de mobiele of de feesten-dj, die zich onderscheid van de radio-dj. Ook bakenen we de dj geografisch af. Enkel de Vlaamse dj vormt het onderwerp van dit onderzoek. Voordat het onderzoek besproken wordt, beginnen we met ons af te vragen wie de dj nu eigenlijk is en waar hij vandaan komt. Het literatuuroverzicht dat het eerste deel vormt geef ons hier een antwoord op. In de begripsbepaling gaan we de dj definiëren. Ook gaan we daarbij op zoek naar de juiste schrijfwijze. Vervolgens gaan we na waar de dj vandaan komt. In zijn jonge geschiedenis kijken we wat nodig was voor zijn ontwikkeling, wie die mogelijkheden creëerde en welke obstakels hij moest overwinnen. Na het doorlopen van zijn geschiedenis, kijken we in welke gedaantes de dj kan voorkomen. Hij is immers niet alleen dj, ook artiest, muzikant en zelfs hoge priester. Dat laatste lijkt te passen bij zijn complex en raar figuur. Tot slot zien we dat onderzoeksmatig de dj een interessant, want postmodern onderwerp is. De dj verdient dus heel wat aandacht. De aandacht gaat zoals op een feest in dit onderzoek volledig zijn richting uit. Wanneer we te weten zijn gekomen wie die dj nu eigenlijk is en waar hij vandaan komt, kan het eigenlijke onderzoek aangevat worden. Dat onderzoek verloopt in twee delen. In het eerste deel (deel twee) worden de resultaten van het kwantitatieve onderzoek besproken. Aan de hand van een enquête werden honderden gegevens van evenveel dj’s verzameld. De resultaten worden besproken volgens een aantal onderwerpen en verdeeld over de dj’s volgens een aantal categorieën. Die onderwerpen behandelen waar de wanneer de dj actief is, hoe hij financieel alles regelt, welke 4
muziek- en mediavoorkeuren hij heeft en tot slot hoe hij verder betrokken is bij het dj’en. Maar dit alles wordt dus niet voor alle dj’s samen besproken, maar volgens een aantal categorieën die na het kwantitatieve onderzoek opgesteld werden. Die categorieën verdelen de dj’s volgens de locatie waar ze regelmatig dj’en en volgens het professionele karakter van hun activiteiten. Zo kwamen we tot vier categorieën: de professionele dj, de discotheek-dj, de huwelijks- en andere verwante feesten-dj en tot slot de allround-dj die zowel de zaalfuif-, jeugdhuis, als café-dj omvat. De resultaten uit de dataverwerking worden nu niet naakt gegeven. Ze gaan vergezeld van de resultaten uit het tweede, kwalitatieve onderzoek. In dit onderzoek werden een aantal dj’s uit alle categorieën, 13 in het totaal, aan een diepte-interview onderworpen. In dit interview kwamen niet alleen de onderwerpen uit het eerste onderzoek aan bod, maar werden nog heel wat andere interessante dj-onderwerpen besproken. De dj’s worden in dit onderzoek aan de hand van citaten aan het woord gelaten. Via hun ervaringen worden heel wat resultaten duidelijker, overzichtelijker, beter verstaanbaar. Maar daarmee voelde het onderzoek nog niet voltooid. Zoals al gezegd werd in de interviews heel wat meer besproken dan enkel de resultaten uit het kwantitatieve onderzoek. Heel wat andere, interessante inzichten kwamen naar boven. Op basis daarvan werd het derde en laatste deel opgesteld, dat enkel resultaten uit het kwalitatieve onderzoek bevat, waar nodig verder aangevuld met literatuur. Daarbij worden een aantal thema’s die om meer uitleg schreeuwen van helderheid voorzien. Zo wordt onder andere behandeld hoe de carrière van een dj evolueert, wat de functie en de status van een dj zijn, hoe de dj op de hoogte blijft van nieuwe muziek en hoe hij zichzelf promoot. Ook heikele thema’s als het auteursrecht en de tegenstelling tussen underground en mainstream komen aan bod, samen met nog een aantal specifieke djthema’s. Op die manier wordt getracht een totaalbeeld te scheppen van de figuur van de dj. Na het lezen van deze thesis zal hopelijk duidelijk geworden zijn wie deze figuur, die zich niet makkelijk laat kennen, is. Dat de dj als complex figuur altijd vragen zal oproepen lijkt niet te vermijden, maar via dit onderzoek gaat het aantal onbeantwoorde vragen hopelijk toch al steil omlaag.
5
Deel 1. Literatuur 1.1. Inleiding Wanneer we literatuur openslagen met betrekking tot de dj merken we twee zaken op. Ten eerste valt op dat er in feite slechts weinig literatuur over bestaat. Een handvol boeken handelen expliciet over de dj, zoals het werk “The world of dj’s and the turntable culture” van Todd Souvignier (Souvignier, 2003, pp.1-333). Verder bestaan er werken over de muziek in het algemeen, waar in het kort de dj behandeld wordt of over de muziekgeschiedenis waar de rol van de dj in belicht wordt. Een voorbeeld van zulk werk is “Pop! Een halve eeuw beweging” van Gert Keunen (Keunen, 2002, pp.1-477). Tot slot werden ook enkele licenciaatsthesissen interessant bevonden, zoals de thesis van Kristof Vanden Eynde die de dj als artiest behandelde (Vanden Eynde, 2003-2004, pp. 1-122). In die thesissen werd echter hetzelfde als hier gerapporteerd, namelijk dat er weinig literatuur rond de dj bestaat (Vanden Eynde, 2003-2004, pp. 2-3; Hendrickx, 1998-1999, pp. 12-14). Ten tweede valt op dat er verder heel wat literatuur bestaat over thema’s die gerelateerd zijn aan de dj. Maar in plaats van tientallen bladzijden literatuur te schrijven over onderwerpen die de dj aanbelangen, maar niet rechtstreeks over hem gaan, zal in deze licenciaatsthesis eerder het eigen onderzoek aan bod komen. Het gaat om volgende thema’s die betrekking hebben op de dj, maar niet rechtstreeks over hem gaan: •
De clubcultuur: Als onderdeel van populaire cultuur vormt de clubcultuur een ruim onderzocht fenomeen. Vooral het werk “Club Cultures” van Sarah Thornton is een interessant werk. Zij beschrijft de club cultuur als een smaakcultuur die samengebracht wordt door micromedia zoals flyers en uitgaansmagazines. Daarbij evolueerde de clubcultuur tot een zelfbewuste subcultuur en wordt onderzocht hoe die clubcultuur zich verhoudt tot de grote massa, de mainstream. Ook de relatie van de clubcultuur tot de media wordt onderzocht (Thornton, 1995, pp. 1-8). De dj vormt uiteraard ook een onderdeel van die clubcultuur. In zulke clubs treedt het publiek een andere wereld in en heerst een sterk samenhorigheidsgevoel. De dj is als het ware de ceremoniemeester van dit gebeuren (Keunen, 2002, p.307). Toch gaan we niet dieper in op die clubcultuur. We wensen immers te onderzoeken wie de dj is en waar hij mee bezig is. Daarbij vormt de locatie, waarvan de club of discotheek er maar één is, het kader. Dieper ingaan op de clubcultuur zou ook betekenen dat 6
dieper moet ingegaan worden op de jeugdhuis-, café- of zaalfuifcultuur. In het bestek van dit onderzoek is dit dan ook onmogelijk. •
Escapisme: Muziek, feesten, fuiven, clubs, raves, festivallen, evenementen, enzovoort kunnen allen een middel tot escapisme betekenen. Escapisme slaat op het wegvluchten van de dagelijkse beslommeringen naar een eigen, geheel andere wereld. Dit escapisme kan vaak door de muziek alleen opgewekt worden. Repetitieve beats bij elektronische dansmuziek in clubs bijvoorbeeld kunnen al zulk effect opwekken. Maar ook drugs vormen een deel van deze uitgaanscultuur en dit escapisme. De komst van housemuziek aan het eind van de jaren ’90 ging gepaard met de komst van vooral ecstasy als uitgaansdrug (Keunen, 2002, p.311; Thornton, 1995, p.21; Brewster & Broughton, 1999, pp. 336-339). Ook dj’s gebruiken drugs, al blijkt uit de interviews met de Vlaamse dj’s dat dit gebruik in Vlaanderen weinig voorkomt. Geen enkele van de geïnterviewde dj’s verklaarde immers soft- of harddrugs als marihuana of ecstasy te gebruiken tijdens een dj-set. Enkel alcohol en sigaretten worden geconsumeerd. Dj Ed vertelt waarom: “Een joint? Neen daar doe ik niet aan mee, dan kan ik niet goed nadenken welke plaat ik ga opzetten, dan ben ik te veel op een trip” (Corver, 02.05.2005). Om die reden gaan we niet dieper in op het escapisme en drugsgebruik.
•
Het beeld van de dj in de media: De consumptie van media door de dj wordt behandeld in dit onderzoek. Er wordt immers nagegaan welke op dj’s gerichte media door welke dj’s geconsumeerd worden. Maar op het beeld van de dj in de media gaan we niet dieper in, omdat dit de omvang van deze thesis te uitgebreid zou maken. Een korte blik op dit thema leert ons wel dat vele dj’s ervaren dat de media de dj niet op een juiste manier afbeelden. Ten eerste vertelt dj E-Phonk dat mensen die niet met de dj vertrouwd zijn, de dj onder andere kennen vanuit het beeld dat de media over de dj ophangt: “De buitenwereld weet niet waar je mee bezig bent. Als je zegt dat je dj bent stellen ze zich iets groot voor, met grote muziekboxen en trouwfeesten of denken ze aan drugs en de hele mediavisie erop” (De Vogel, 05.04.2005). Ten tweede vertelt dj Starsky me tijdens ons interview: “Jij als interviewer bent één van de weinige die me fatsoenlijk en over interessante dingen interviewt. Reporters van kranten kennen meestal niets van de dj en waar hij mee bezig en stellen me dan ook de meest idiote vragen over waar ik op televisie naar kijk enzovoort” (Leroux, 06.04.2005).
7
•
Apparatuur: Hoe een mengpaneel, een cd-speler, een platenspeler en andere apparatuur werken en bediend dienen te worden levert heel wat interessante stof op. Maar het doel van dit onderzoek is vast te leggen waar de dj mee bezig is en niet welke apparatuur hij gebruikt. Wel gaan we in op de technieken die een dj kan gebruiken tijdens een dj-set, zoals het beatmixen of de backspin. Het gaat dus om het typisch gebruik dat een dj maakt van de apparatuur, zonder in te gaan op de apparatuur zelf. Deze technieken behandelen we in hoofdstuk 3.3.1.
•
Andere thema’s in verband met de dj: Nog een aantal andere thema’s hebben betrekking op de dj, maar behandelen we hier niet dieper. Zo kan heel wat verteld worden over dansen als sociale activiteit, als ontspanning of ook als ontvluchting uit de dagelijkse wereld. Dansers worden door de dj meegenomen in een draaiende spiraalbeweging waar ze zich volledig in kunnen laten gaan. De muziek kan daarbij een soort hypnotiserend effect hebben (Keunen, 2002, p.307). Ook kan heel wat meer verteld worden over de geschiedenis van de verschillende muziekgenres die dj in hun dj-sets gebruiken. Tot slot bestaat ook over de radiodj heel wat literatuur. Over de radiodj wordt verteld in de geschiedenis van de dj. We kijken hoe de dj evolueert uit de radiodj. Maar verder wordt op de genoemde thema’s niet ingegaan, omdat dit deze thesis te lang en te uitgebreid zou maken. In de volgende hoofdstukken gaan we vooreerst omschrijven wat een dj nu eigenlijk
juist is. We definiëren de dj, waarbij een verschillende schrijfwijze tussen het Amerikaanse en het Britse Engels opvalt. Vervolgens gaan we in op de geschiedenis van de dj. Daarin zullen we zien welke technologische ontdekkingen en ontwikkelingen nodig waren opdat de dj zich kon ontwikkelen, welke personen en gebeurtenissen van belang waren voor de dj, welke obstakels hij moest overwinnen en hoe de mobiele of feest-dj zich ontwikkelde uit de radio-dj. Daarbij nemen we een internationaal perspectief aan, waarbij we regelmatig terugvallen op de Vlaamse situatie. Ook de ontwikkeling van elektronische en een aantal andere muziekgenres wordt behandeld. Ten derde bekijken we de dj in een aantal gedaantes. Zo komt de dj als artiest, als muzikant en als hogepriester aan bod. Tot slot bekijken we de dj als een postmodern figuur. Op die manier vormt de dj immers een erg interessant studiedomein. Verder komt heel wat literatuur waar nodig aan bod in het onderzoek zelf. Vooral in het derde, kwalitatieve deel worden ideeën en opvattingen aangevuld met interessante literatuur.
8
1.2. Begripsomschrijving Bij een onderzoek naar de dj in Vlaanderen staat uiteraard de dj centraal. Dj is de afkorting voor diskjockey. Maar hoe omschrijft men het begrip diskjockey? Bij het opzoeken van de betekenis in een aantal woordenboeken en encyclopedieën kwamen volgende betekenissen op de proppen. Zo omschrijft het prisma woordenboek de diskjockey als hij die een grammofoonplatenprogramma regelt en toelicht. Een vrij abstracte definitie, die ons weinig vertelt. Wat is immers een grammofoonplatenprogramma? We veronderstellen dat het gaat om platendraaiers, pick-ups. Maar vandaag gebruikt de dj veel meer apparatuur dan enkel een grammofoonplatenprogramma. En wat is zijn taak? Het regelen en toelichten van dit programma. Dat de dj alles regelt lijkt verstaanbaar. Hij kiest welke muziek wordt gespeeld en wanneer. Maar licht hij daarbij ook steeds zijn keuze toe? Vandaag gebruikt slecht een minderheid van de dj’s de microfoon, zo blijkt uit het kwantitatief onderzoek (zie hoofdstuk 2.3.3.). De definitie van Prisma is dus sterk achterhaald (Weijnen, 1996, p.93). Een blik op een aantal encyclopedia maakt ons niet veel wijzer. Zo blijkt de ééndelige encyclopedie van Het Spectrum en de Standaard Uitgeverij het woord disc jockey niet te bevatten. Ook Rony Hendrickx (1998-1999, p.7) omschreef in zijn thesis omtrent de rol van de dj in 30 jaar populaire muziek in Vlaanderen al dat weinig encyclopedieën de term disc jockey bevatten. Enkel in de Britannica online encyclopedie (Britannica Concise Encyclopedia, 2005) staat disc jockey omschreven en wel als “a person who plays recorded music on radio or television or at a nightclub or other live venue”. In deze definitie gaat men dus uit van opgenomen muziek en van een opsplitsing tussen radio, televisie, een nachtclub of een andere plaats. Het is al een grote stap in de richting, maar deze definitie voelt nog niet als perfect aan. Ze spreekt immers over opgenomen muziek, maar wat met muziek die de avond zelf wordt opgenomen? Zo bestaan er personen die door middel van een microfoon geluid opnemen tijdens een feest zelf en hier vervolgens verschillende geluidseffecten op toepassen. Het begrip “opgenomen muziek” dient dus nog anders omschreven te worden. Ook wordt er niets vermeld over de functie van een dj. Waarom staat een dj muziek te spelen voor een publiek? Daarom gebruiken we liever de definitie van Wikipedia, een online encyclopedie, die het begrip disc jockey als volgt omschrijft: “A disc jockey (often DJ or deejay) is an individual who selects and plays pre-recorded music for the enjoyment 9
of others.” Ondanks het minder wetenschappelijke karakter, lijkt dit een sterkere definitie dan die van Britannica. Dat net de definite van een on-line encyclopedie als meest waardevol wordt gekozen, lijkt geen toeval in het licht van de vaststelling dat weinig literatuur over de dj bestaat. Wikipedia omschrijft de dj dus als het individu die reeds vooraf opgenomen muziek kiest en afspeelt en dit specifiek voor het plezier van anderen. Hierbij ziet ze als voornaamste functie van de dj het entertainen. Het kwalitatief onderzoek toont aan dat dit door de dj’s zelf als voornaamste functie wordt gezien (zie hoofdstuk 3.3.2.). In dit onderzoek gaan we er daarbij van uit dat dit plezier van anderen tijdens een feest tot uitdrukking komt via de dans. Uiteraard kan een dj ook muziek spelen voor een publiek waarbij hun plezier niet via dans tot uitdrukking komt. De vele tooghangers tijdens een feest bewijzen dit bijvoorbeeld. Dat een dj voor een dansend publiek speelt is dus niet noodzakelijk, maar we gaan er gemakkelijkheidshalve wel van uit. Vervolgens gaat Wikipedia verder door de plaatsen te omschrijven waar een disc jockey zijn functie kan uitvoeren. Hierbij wordt, net als bij Britannica,
een
basisonderscheid gemaakt tussen de radio (bij Britannica wordt ook televisie onderscheiden) en een aantal sociale gebeurtenissen (Wikipedia, 2005). Dit onderscheid is fundamenteel voor dit onderzoek, aangezien hier de eerste afbakening gebeurt. Het onderzoek dat volgt spitst zich immers enkel toe op dj’s die muziek spelen tijdens een aantal sociale gebeurtenissen, gaande van huwelijken, discotheken, zalen, jeugdhuizen, café’s tot zelfs restaurants of boten enzovoort. Tijdens het kwantitatief onderzoek worden een aantal plaatsen waar dj’s spelen omschreven (zie deel 2). Hier komt onmiddelijk een tweede afbakening naar voren, dit maal op geografisch gebied. Dit onderzoek spitst zich immers enkel toe op Vlaanderen en Brussel. Wallonië werd omwille van het taal- en cultuurverschil niet betrokken bij het onderzoek. De geschiedenis van de dj in Vlaanderen (voor het gemak wordt Brussel hier steeds bij gerekend) verliep immers anders dan die in Wallonie (zie hoofdstuk 1.3.7). Opvallend zijn de verschillende schrijfwijzen die gebruikt worden. Zo spelt Wikipedia discjockey met een “c”, terwijl prisma diskjockey met een “k” spelt. Dit verschil is het gevolg van de verschillende manieren waarop de woorden ontstaan zijn. Disk kwam reeds in het Engels voor omstreeks het midden van de 17de eeuw en dat gebaseerd was op woorden als “whisk”. Later kwam ook disc de engelse taal binnen, gebaseerd op het Griekse discus, dat verwijst naar het vlakke ronde object waarmee atleten elkaar bekampen in werpwedstrijden. In de 19de eeuw werd disc het 10
standaardwoord voor audio-opnamen op een vlakke plaat, zoals de grammofoonplaat. Het was deze term die leidde tot het begrip disc jockey. De eerste BBC technici gingen dan ook een onderscheid maken tussen enerzijds de discs, waarmee men doelde op de grammofoonplaten en anderzijds de disks, waarmee men een eigen transcriptiesysteem omschreef. Bij het begin van de 20ste eeuw bleek het woord disc vooral in het Brits Engels gebruikt te worden, daar waar disk vooral in het Amerikaans Engels voorkwam, beide als woorden voor de grammofoonplaat. In de jaren ’40, wanneer IBM de eerste hard disks ontwierp, werd het woord disk gebruikt, terwijl Sony en Philips bij de ontwikkeling van de compact disc, het woord disc gebruikten. Het is dus duidelijk dat de “c”-schrijfwijze vooral voorkomt voor het omschrijven van een geluidsdrager en dan vooral in het Brits Engels, terwijl de “k”-schrijfwijze vooral voorkomt voor het benoemen van een gegevensdrager in combinatie met een computer en dan vooral in het Amerikaans Engels. Maar dit betekent niet dat beide termen ooit exclusiviteit verwierven. Vandaag nog steeds bestaat heel wat inconsistentie in het gebruik van beide termen. In deze studie zal de term “discjockey” of gewoon “dj” gebruikt worden, vanuit de overtuiging dat dit geschiedkundig het meest gepaste woord is (Wikipedia, 2005). Nu we de dj definieerden, gaan we kijken waar de dj vandaan komt en hoe hij doorheen de tijd evolueerde.
1.3. Geschiedenis Wanneer we beter willen begrijpen waar de dj zich mee bezig houdt, moeten we ook weten waar hij vandaan komt. In dit hoofdstuk komt de geschiedenis van de dj aan bod. We belichten hierbij een aantal scharniermomenten, een aantal technologische innovaties en een aantal trendsetters die bepalend waren voor de ontwikkeling van de dj tot wat hij nu geworden is. Veel literatuur bestaat omtrent het thema niet. Er zijn enkele boeken, maar die zijn vooral Angelsaksisch geïnspireerd. Eén boek, “The world of dj’s and the turntable culture” van de hand van Todd Souvignier, bleek erg interessant voor dit onderzoek. Het geeft immers een synthese van de geschiedenis van de dj en maakt daarbij gebruik van een aantal oudere werken, zoals “Last night a dj saved my life: the history of the disk jockey” door Brewster en Broughton, een ander toonaangevend werk in de literatuur over dj’s. Daarnaast waren de werken “Pop, een halve eeuw beweging” van Gert Keunen en “Sprekende machines: geschiedenis van de fonografie en de 11
muziekindustrie” van Gust De Meyer erg interessant. Tot slot was de thesis van Hendrickx erg belangrijk, vooral dan voor de ontwikkeling van de dj in ons eigen land.
1.3.1. De basis: de grammofoon Opdat een dj vooropgenomen muziek kan afspelen, dient hij over een geluidsdrager en een machine te beschikken die deze geluidsdragers kan afspelen. Lang voor de dj bestond, werden hiervoor technologieën ontwikkeld en wel door een aantal bekende uitvinders. Zo was het de Amerikaan Thomas Edison, bekend van de gloeilamp, die gezien wordt als verantwoordelijk voor het uitvinden van de fonograaf en dit aan het einde van de 19de eeuw. De fonograaf was het eerste toestel om klanken op te nemen en opnieuw weer te geven. Het principe was simpel: muziek werd opgenomen door een representatie van de geluidsgolven op een fysiek medium te maken. Edison merkte dat telkens wanneer je in een papieren kegel of een trommelvlies praatte, er een vibratie ontstond. Hij slaagde erin deze vibraties naar een naald te brengen en een inscriptie van deze vibraties op een dun stuk folie over te zetten. Op die manier ontstond de eerste fonograaf, waarop Edison als eerste een patent kreeg in 1878. Edison’s eerste model stond nog helemaal los van elektrische stroom. Het was enkel de cilinder, waarop de folie bevestigd was, die men aan het draaien moest houden met de hand. Edisons uitvinding kreeg onmiddellijk heel wat belangstelling, onder andere van toenmalig president Rutherford B. Hayes. Het gebeurde immers niet elke dag dat iemand een principe uitvond om muziek vast te leggen op een fysieke drager (Souvignier, 2003, pp.24-25; De Meyer, 1997, pp.20-22). Opgemerkt moet worden dat Edison in feite niet de allereerste was. Al in 1877 deponeerde de Fransman Charles Cros de patenten voor een grammofoon. Maar omdat hij niet over voldoende financiële middelen beschikte om zijn ideeën ook in de praktijk om te zetten, blijft hij vaak onvermeld (De Meyer, 1997, pp. 19-20). Zulke belangrijke uitvinding werd natuurlijk door heel wat andere creatievelingen opgemerkt, die ook hun graantje wilden meepikken. Eén van de meest bekende en belangrijke was Alexander Graham Bell, bekend voor de uitvinding van de telefoon. Hij voerde al snel enkele verbeteringen door aan Edison’s model1 en noemde zijn model de
1
Hij verving onder andere de folie door wax en zorgde voor een met veren op te winden motor.
12
grafofoon. Grafofoon is fonograaf, maar met omgekeerde lettergrepen, een kunststukje van Bell om vooral Edison het leven zuur te maken. Er ontstond een ware concurrentiestrijd tussen beide uitvinders, tot een investeerder beide uitvinders en hun bedrijven samen bracht in de “North American Phonograph Company”. Samen probeerden ze zich te richten op het bedrijfsleven door het maken van de eerste soort van dictafonen2. Maar hun dure afspeel- en opneemapparatuur zorgde voor een heuse flop en hun bedrijf ging in 1894 over de kop (Souvignier, 2003, p.25; De Meyer, 1997, p.24). Ondertussen had een Duitse immigrant in de Verenigde Staten, Emile Berliner, een eerste design ontworpen voor een grammofoon op basis van een schijf, of zoals algemener bekend en afkomstig van het Engels een disc. De cilinder werd afgevoerd en vervangen door een platte disc met een spiraalvormige groef. Ook het principe om de disc te vervaardigen werd door Berliner op punt gesteld, gebruik makend van een bad van zuren. Vooral zijn proces om een master te vervaardigen, waarna men een bijna oneindig aantal kopieën kon maken, bleek erg revolutionair. Op die manier kon de grammofoon later immers tot massamedium uitgroeien. Het enige nadeel aan Berliners eerste modellen was dat ze moesten aangedreven worden met de hand, wat ze veel goedkoper dan Bell en Edisons modellen maakte, maar ook veel primitiever (Souvignier, 2003, pp.26-27; De Meyer, 1997, pp.25-26). Edison en Bell lieten het hier uiteraard niet bij. Beide gingen ze opnieuw hun eigen weg uit. Edison richtte, na een aantal rechtszaken om de rechten op zijn uitvinding opnieuw in handen te krijgen, “the National Phonograph Company” op. Bell richtte tegelijk de “Columbia Graphophone Company” op3. Beiden richtten ze zich met hun fonografen op de markt van het entertainment en de thuisbeluistering. Door het gebruik van motoren die door veren opgewonden dienden te worden konden beiden hun apparaten met winst verkopen en het product werd bekend en geliefd. Ook Berliner bleef niet achter en ontwikkelde samen met een winkeleigenaar voor machines een eenvoudige motor. Op die manier voerden drie bedrijven de markt aan met fonografen die gebaseerd waren op veren en een cilinder (Edison en Bell) of grammofonen die gebaseerd waren op een disc (Berliner) als muziekdrager (Souvignier, 2003, pp.26-27; De Meyer, 1997, pp. 27-28).
2 3
Uiteraard niet te vergelijken met de dictafonen van nu. Wat later uitmondde in de vandaag bekende platenmaatschappij Columbia.
13
Maar Berliner ondervond snel heel wat problemen. Hij werd uit de markt gespeeld door een handige distributeur die zelf grammofonen begon te produceren en zat al snel in slechte financiële papieren. Elridge Johnson, een medewerker van Berliner, had ondertussen echter opnieuw heel wat verbeteringen aangebracht aan het model4en richtte de “Consolidate Talking Machine Company” op. Met zijn beter geluid kon hij heel wat klanten lokken en zijn product, “Victor records” genaamd, werd dan ook snel een succes. Ook de andere producenten begonnen te beseffen dat de disc heel wat meer mogelijkheden bood dan de cilinder. Vooral dan hun geluidskwaliteit, hun gebruiksgemak en makkelijk formaat maakten dat rond 1912 de cilinders definitief verdwenen. Enkel Edison bleef tot 1929 cilinders produceren, maar begon ook in 1913 al met de productie van discs. (Souvignier, 2003, pp.28-29)
1.3.2. De ontwikkeling: De telefoon, radio en AC-stroom maken de opkomst van de radio-dj mogelijk Zoals reeds beschreven waren de eerste grammofonen en hun technologieën volledig mechanisch. Het was de telefoon die het opnemen en afspelen van geluid elektronisch maakte. Een telefoon beschikt immers over twee belangrijke apparaten, namelijk een microfoon en een luidspreker. Beide zijn in staat een bepaalde vorm van energie om te zetten in een andere (Souvignier, 2003, p.30; De Meyer, 1997, p.62). Eenvoudigweg komt dit erop neer dat een microfoon geluidsgolven kan omzetten in elektrische stroom, terwijl de luidspreker net het omgekeerde doet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van elektromagnetische velden. (De Grooff, 2001, p.204) Het was opnieuw Bell die als eerste het procédé van de telefoon ontwikkelde en er een patent voor kreeg. En net zoals met de grammofoon was het opnieuw Edison die de strijd, vooral in de rechtbank uitgevochten, aanbond met Bell. Hun concurrentiestrijd maakte wel dat de telefoon en het bijhorend procédé steeds beter werden. (Souvignier, 2003, p.30) Naast de telefoon, waren het de ontwikkeling van radio en de AC-stroom die de opkomst van de eerste dj, de radio-dj mogelijk maakten. Reeds in 1860 bewees de Schotse ingenieur James Clerk Maxwell het bestaan van elektromagnetische radiogolven. Zes jaar later
4
bevestigde Heinrich Hertz, een fysicaleraar, Maxwell’s
Hij verbeterde onder andere het replicatieproces voor de disc.
14
theorie. Zijn naam is vandaag nog steeds bekend als de meeteenheid voor frequenties. Ironisch genoeg kende Hertz geen praktische toepassing voor wat hij ontdekte. Het was een jonge Italiaan, Guglielmo Marconi, die als eerste, dat was in 1895, in staat was signalen te verzenden en te ontvangen over een afstand van ongeveer een mijl. Die eerste verbindingen verzonden echter geen muziek of zelfs spraak, het ging om reeksen van morse, kleine codes in de vorm van pulsaties. Maar in feite was het niet Marconi, maar een voormalig werknemer van Edison, Nikola Telsa, die als eerste radio uitvond. Het was al in 1891 dat Telsa experimenteerde met radio om in 1897 als eerste in de Verenigde Staten een patent voor radio aan te vragen en te verkrijgen. Ondertussen speelde Telsa ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de AC-stroom. Samen met George Westinghouse ontwikkelde hij stroomgeneratoren en distributiesystemen die al snel heel New-York van licht voorzagen. Op die manier werd AC-stroom5 de standaard voor energievoorziening, vandaag nog steeds gebruikt over heel de wereld. Het duurde tot 1924 voor de eerste geluidsrecorders en –afspelers volledig elektronisch waren, met als eerste fabrikant Bells bedrijf. Vooral het gebruik van nieuwe technieken zoals de microfoon en de versterker, zoals al gezegd afkomstig van de telefoon, speelden hierbij een belangrijke rol en zorgden voor een sterke kwaliteitsverhoging. De rest van de industrie volgde snel. In 1925 kwam dan ook al snel de eerste commerciële opname, een nummer van Art Gilham in dienst van Columbia. In 1926 ontwikkelde Victor Records het prototype van de eerste moderne platenspeler of grammofoon, die beschikte over een versterker en luidspreker en vandaag vooral bekend is uit films of oude boeken. Toen waren vooral de versterker en de luidspreker revolutionair. Voor het eerst kon immers een hele ruimte gevuld worden met opgenomen muziek. Een van de artiesten die het best inspeelde op die ontwikkelingen was Bing Crosby6 (Souvignier, 2003, pp.32-35). Verder zijn nog een aantal kleinere uitvindingen belangrijk voor de ontwikkeling naar moderne radio. Zo maakte Lee de Forest het in 1906 mogelijk audiosignalen te versterken en wordt Reginald A. Fessenden gezien als de eerste persoon die de menselijke stem via de radio uitzond. Fessenden combineerde gebabbel met muziek op fonografen en op de viool en kan zo als de eerste radio-dj gezien worden (Souvignier, 2003, p.35). Daar waar vroeger immers enkel morse werd doorgezonden en draadloze 5
Onderscheiden van de DC-stroom van batterijen omwille van hun capaciteit om te fluctueren tussen positieve en negatieve stroom, daar waar de DC-stroom enkel positieve stroom voorziet. 6 Door dicht en zacht bij de microfoon te zingen ontwikkelde hij een nieuwe sound voor die tijd. Hij liet vooral de versterker zijn stem dragen.
15
verbindingen vooral voor de zeevaart werden gebruikt, was de verrassing erg groot plots een stem uit een kastje te horen komen. Zijn innovatie bleef uiteraard niet onopgemerkt en al snel gingen ook anderen experimenteren met radio. Alhoewel vooral de zeevaart aanvankelijk de radio bleef gebruiken en radio hoofdzakelijk werd gezien als een draadloze telefoon, voor de verbinding van het één punt naar het ander, waren er toch een aantal uitzonderingen. Zo waren er enkele pioniers als Charles Doc Herrold die uitzendingen maakten voor hun buren of nabijgelegen wijken. Lee de Forest was al langer bezig met radio en ging zich ook bezig houden met uitzendingen. Met platen en apparatuur van Columbia, in ruil voor een aantal reclameboodschappen, zond hij drie maal per week een show uit. Columbia werd zo één van de eerste radiosponsors. Maar de eerste wereldoorlog was een bruusk eind voor de evolutie van de radio, die toen nog in zijn kinderschoenen stond. De overheid nam alle radiostations over en gebruikte ze om informatie over de vijand door te zenden of het moreel van de troepen te ondersteunen. Pas in 1919 kon De Forest opnieuw uitzenden. Maar ook ditmaal duurde zijn geluk niet lang, aangezien een jaar later een federale radio-inspecteur de studio van De Forest sloot. “There was no room in the ether for entertainment” was de officiële reden. Het begin van een moeilijke evolutie voor de (radio-)dj (Souvignier, 2003, pp.8487).
1.3.3. De eerste radio-dj’s en de reactie van de muziekindustrie Tot dan toe was radio nog het domein van een aantal radioverslaafde amateurs, die met hun gebabbel en geëxperimenteer weinig luisteraars bereikten. Het was een ingenieur van Westinghouse, Frank Conrad, die radio weg bracht uit die beperkte sfeer en het commercialiseerde. Hij plaatste een fonograaf naast de microfoon en speelde platen, de hele dag lang. Vooral een uitzending uit 1920 kan als revolutionair worden gezien, toen ook voor het eerst de uitslagen van de presidentsverkiezingen via radio werden bekend gemaakt. Maar voornamelijk de dj bleek de aantrekkingspool van Conrad’s radiostation, KDKA Radio, te zijn. Het spelen van gratis muziek bleek van groot belang en Westinghouse begon met het aanbieden van eenvoudige draadloze radio-ontvangers, geschikt voor elke consument. Al snel ontstonden ook andere stations en zelfs nationale netwerken en de radio-dj werd als het ware een beroemdheid (Souvignier, 2003, pp.8889). De Verenigde Staten kozen hierbij voor een politiek van reguleren, uitdelen van 16
licenties en taxeren. Iedereen die over de apparatuur en de licentie beschikte, kon een radiostation oprichten. In Europa ging het anders. Daar ontstonden na de eerste wereldoorlog een aantal nieuwe natiestaten waar nogal wat gespannen relaties tussen sociale klassen en ideologieën bestonden. De nieuwe media konden coherentie creëren en daarom werd ervoor gekozen de nieuwe media in handen van de overheid te leggen. Bovendien waren de meeste Europese landen vrij klein, met slechts een beperkte capaciteit voor nationale kanalen, wat een extra reden was om vrije concurrentie te vermijden (Vandebosch, 2003, p.105). Maar voor de geschiedenis van de dj blijken de Verenigde Staten steeds toonaangevend te zijn geweest. In elke evolutie gingen de VS voor op Europa, met het Verenigd Koninkrijk in een tussenpositie (Souvignier, 2003, pp.88-89). Een mogelijke reden hiervoor is dat in de VS meer privé-initiatief mogelijk was omwille van de vrije concurrentie, terwijl in Europa steeds het logge overheidssysteem een rol speelde. We zullen de geschiedenis dan ook vanuit een Amerikaans standpunt uitleggen, met verwijzingen naar Europa waar nodig. Ook de Belgische en Vlaamse situatie zal, wanneer nodig, uit de doeken gedaan worden. Het gevolg van de boom van radiostations in de Verenigde Staten was dat er ook al snel heel wat geld mee gemoeid was. De muziekindustrie merkte dat hun platen die op de radiostations veel airplay kregen, ook meer begonnen te verkopen, maar waren vooral bang dat het publiek niet meer zou kopen, omdat de muziek nu gratis te beluisteren viel via een radiotoestelletje. De overheid schaarde zich al snel achter de muziekindustrie en de verantwoordelijken voor de licenties gingen al snel voorrang geven aan radiostations die enkel livemuziek uitzonden. Het was het einde van de jaren ’20 en de dj zag reeds een eerste berg die hij moest overwinnen (Souvignier, 2003, pp.88-89). Die berg werd vooral opgetrokken om geldredenen. Muziek werd immers gemaakt en de makers, bedenkers van die muziek konden hun creaties zomaar niet gratis laten gebruiken door de radiostations. De discussie die toen uitbrak betekende het begin van het auteursrecht, zoals we dat vandaag nog steeds kennen. Een nummer, bestaande uit woorden en noten, is immers een intellectueel bezit. Al snel gingen schrijvers van nummers en de muziekuitgevers geld verdienen door de nummers die ze bezaten uit te lenen. We spreken van een basisvorm van copyright. De maker en enkel de maker heeft het exclusieve recht een kopie van zijn nummer te maken of te verkopen. Iedereen kan het nummer vertolken of opnemen, maar moet er dan wel een som geld voor betalen, en dit via de zogenaamde uitvoeringsrechten. Ook wanneer een platenmaatschappij een 17
nummer wilde uitbrengen op plaat, diende deze al geld te betalen aan de maker en/of uitgever van het nummer. Toen al sprak men van royalty’s. Om dit alles in goede banen te leiden werden organisaties opgezet, zoals het ASCAP (American Society of Composers and Publishers) dat zich bezig hield met het innen van uitvoeringsrechten (Souvignier, 2003, pp.90-91; De Meyer, 1997, pp.74-75). Vandaag houdt SABAM zich hiermee bezig in België. Op het auteursrecht en de relatie tussen SABAM en de dj gaan we dieper in in hoofdstuk 3.8. Gedurende de jaren ’20 waren nog heel wat radiostations gewoon om in de ether livemuziek uit te zenden. Maar steeds meer en meer radio-dj’s begonnen ook platen te gebruiken. Wanneer aan het einde van de jaren ’20 de depressie uitbrak moesten de meeste radio-dj’s zelfs omwille van economische redenen platen gebruiken. Platenmaatschappijen reageerden verbolgen en lieten al snel het embleem “Not licensed for broadcast” op de platen drukken. Maar radio-dj’s bleven platen gebruiken in hun uitzendingen, er was dus meer nodig om hen te stoppen. Een gerenommeerd artiest uit die tijd, Fred Waring, was één van de belangrijkste manifestanten tegen het gebruik van platen op de radio. Wanneer hij een bootleg, dat is een illegaal opgenomen muziekplaat, opmerkte van een van zijn nummers op een radiostation, ging hij dan ook onmiddellijk een rechtszaak aan, die hij won. Maar daarbij liet hij het niet, hij wilde verder gaan. Als het van hem afhing zou er geen enkele plaat op de radio te horen zijn en daarvoor kreeg hij in 1937 ook gelijk voor de rechtbank. De slag leek gestreden, de dj leek het pleit te hebben verloren. Maar het Amerikaanse hooggerechtshof verbrak die beslissing en plots konden radio-dj’s elke plaat spelen zonder daarbij de platenmaatschappijen of muzikanten iets te moeten betalen. Platenmaatschappijen legden zich geleidelijk neer bij het verlies en veranderen hun tactieken. Radioprogramma’s konden nu immers een plaat in de kijker plaatsen en dat beseften de platenfirma’s ook. Ze legden radio-dj’s meer en meer in de watten, zelfs door het uitdelen van gratis platen of promo’s zoals ze nu worden genoemd. Capitol Records was de eerste platenmaatschappij die hiermee begon, een tactiek die vandaag de dag nog steeds bestaat en meer uitgebreid besproken wordt in het kwantitatieve deel bij de resultaten van de professionele dj (zie hoofdstuk 2.4.3). Hiermee was de kous echter nog niet af voor de muziekindustrie. James Caesar Petrillo, de voorzitter van de Amerikaanse federatie voor muzikanten, vroeg een studie aan om na te gaan of platen een invloed hadden op de werkgelegenheid van muzikanten. Alhoewel het resultaat negatief was en ondanks de uitspraak van het hooggerechtshof waarnaar net verwezen werd, eiste Petrillo van de platenmaatschappijen toch meer geld. 18
Deden ze dit niet zou muziek van de radio gehouden worden. De platenmaatschappijen weigerden, dus Petrillo kondigde een muzikantenstaking aan. Samen met de tweede wereldoorlog die toen net was begonnen, betekende dit dat meer dan een jaar lang zo goed als geen enkele plaat gemaakt werd in de Verenigde Staten. De dj kon dus toch nog niet vrij evolueren (Souvignier, 2003, p.94; De Meyer, 1997, pp.75-76).
1.3.4. De vinylplaat, de term disc jockey en het NIR Aanvankelijk werkten de platenspelers niet met vinyl, zoals we dat nu gewoon zijn. Schellak (vanaf 1897), vulkaniet of een aantal andere materialen (voor 1897) waren toen nog de basisbestanddelen voor de toenmalige grammofoonplaat (BBC, 2005). De draaisnelheid van een platenspeler wordt uitgedrukt in RPM (revolutions-per-minute) of toeren per minuut. Over de jaren heen ontstonden een aantal standaarden., gaande van 60 tot 120 RPM. Het was AT&T, het voormalige bedrijf van Bell, dat als eerste de standaard van 33 en 1/3 toeren per minuut vastlegde voor professioneel gebruik. Aanvankelijk grensde haar gebruik tot de filmindustrie, maar al snel werd ze voor muziek ook gebruikt. Ondertussen schakelde men ook over op vinyl, een soort van plastiek, dat langer meegaat en goedkoper is. De belangrijkste reden hiervoor was de tweede wereldoorlog en de invasie van Japan in Zuidoost Azië. Daardoor ontstond in de hele wereld immers een gebrek aan schellak (Souvignier, 2003, p.95). Daarenboven kon men op vinyl meer groeven met minder plaats ertussen schrijven. Op die manier, omstreeks 1948, was de “microgroove record” geboren, beter bekend als de LP of de 33-toerenplaat. Draaiend op 33 en 1/3 toeren en met een grootte van 12 inch maakte de LP het mogelijk langere nummers op de markt te brengen. Het was vooral Columbia dat hiermee als eerste naar buiten kwam. Een jaar later bracht concurrent Victor Records het 7 inch formaat uit, aangepast aan 45 toeren per minuut. Beide formaten gingen in concurrentie met elkaar, tot zover de consument het noorden verloor en de verkoop daalde. De industrie besloot dan in het begin van de jaren ‘50 een consensus te sluiten. Vanaf dan werden LP’s voor albums gebruikt en 45-toerenplaten voor singles (Souvignier, 2003, pp.38-39; De Meyer, 1997, pp.83-85). We keren nog even terug naar de jaren ’40. De termen disc jockey en dj stammen immers uit de beginjaren van dit decennium. Het was journalist Walter Winchell die de term discjockey lanceerde, geïnspireerd door Martin Block, een populaire 19
radiopresentator die de luisteraars voorhield live-artiesten in zijn studio te hebben, terwijl hij gewoon platen opzette. Andere bronnen verwijzen naar Jack Kapp die dj’s “record jockey’s” noemde omdat ze het volume of “gain” op hun mengpaneel als het ware berijden. (Souvignier, 2003, p.95) Ondertussen was in België radio ook uit zijn startblokken geschoten. Al langer werd er geëxperimenteerd met radio, in 1930 werd het Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-Omroep opgericht (het NIR) (Vandebosch, 2003, p.113). Vooral tijdens de jaren ’40 werd deze erg populair. Maar in tegenstelling tot de VS, waar dj’s op de radio al vooropgenomen muziek speelden, bleven radio-uitzendingen in België nog beperkt tot live-muziek (Hendrickx, 1999, p.20).
1.3.5. De tweede wereldoorlog, Rock and Roll en de BRT Zoals al gezegd, betekenden een grote muzikantenstaking en de tweede wereldoorlog opnieuw grote obstakels voor de ontwikkeling van de dj. De radiostations, zowel in de Verenigde Staten als in Europa werden het propaganda- en informatiemedium bij uitstek (Vandebosch, 2003, p.105). Wanneer de Verenigde Staten zich moeiden in de tweede wereldoorlog, trokken overigens ook dj’s naar de oorlog. Zij moesten, gewapend met een platenspeler, een kleine versterker en een hoop platen het moreel van de soldaten opkrikken (Souvignier, 2003, p.95). Het Amerika van de na de tweede wereldoorlog leefde in een erg racistisch klimaat. Het was bijvoorbeeld normaal dat zwarten achteraan en blanken vooraan in de bus zaten. De muziekindustrie en ook het radiolandschap werd tot dan toe gedomineerd door blanken. Zwarten vonden dus helemaal hun gading niet in het muziek- en radioaanbod. De introductie van Afro-Amerikaanse muziek betekende een enorme explosie in de populariteit van populaire muziek en de hele muziekindustrie. De aanvaarding van zwarte artiesten in de populaire muziek hielp ook de opkomst van mensenrechtenorganisaties. Zwarte radio-dj’s brachten een heel andere stijl dan hun blanke collega’s. Zij speelden met woorden, rijmden en waren vooral veel plezieriger om naar te luisteren. Hun stijl werd dan ook steeds populairder en zelfs overgenomen door blanke radio-dj’s. Een van die blanke radio-dj’s, Alan Freed, zorgde met een van
20
zijn shows zelfs voor de introductie van de term Rock and Roll7. Hij gebruikte die term om de up-tempo Rythm and Blues te beschrijven die hij speelde (Souvignier, 2003, p.104-106). Ondertussen werd de radio-dj in Europa ook populair. In het Verenigd Koninkrijk kwam reeds in 1946 voor het eerst vooropgenomen muziek op de radio, gepresenteerd en gedraaid door de radio-dj. In België duurde het tot het begin van de jaren ’60 voor het zover kwam. Een jaar na de splitsing van het NIR/INR in een Nederlandstalige en Franstalige afdeling ging ook het Vlaamse BRT voor het eerst vooropgenomen muziek gebruiken. Die splitsing blijkt achteraf het begin te zijn van een verschillende evolutie van de dj in het noorden en zuiden van België (Hendrickx, 1999, pp.20-23).
1.3.6. De stereoklank en de FM-band Een volgende belangrijke evolutie voor de dj was de introductie van stereoklank in 1958 en FM-radio gedurende de jaren ‘60. Tot dan toe hoorde je overal hetzelfde geluid uit de luidsprekers komen. Het was Alan Blumlein die besefte dat mensen steeds twee oren hebben en dat het verdelen van geluid op die manier een sterk gevoel van ruimte en richting kan creëren (Souvignier, 2003, pp.39-40; De Meyer, 1997, pp.86-87). Edwin Armstrong ontwikkelde, ondanks heel wat problemen met de aanvaarding ervan, de FM-band. Vanaf het midden van de jaren ‘60 werd het geluid van de FM-band over heel de wereld als superieur aan de AM-band gevonden (Souvignier, 2003, pp. 98-101). Maar FM-radio kwam niet onmiddellijk van de grond. Aanvankelijk waren FM-stations kopieën van AM-zenders, met dezelfde programma’s, maar een betere geluidskwaliteit. Het was pas in 1967, toen een wet verplichtte meer met de FM-zenders te doen, dat er iets veranderde. Er werd een nieuw format geïntroduceerd, genaamd freeform. Freeform betekent simpelweg dat de dj de muziek kiest die zal afgespeeld worden, zonder het gebruik van programmatie en speellijsten. Freeform radio bleef maar een tiental jaar populair en maakte dan opnieuw plaats voor speellijsten en een programmatie, zoals we dat nu kennen. Freeform maakte het de dj mogelijk zijn eigen weg te gaan, zonder de beperkingen van een afspeellijst of een programmaschema. Dat freeform en het einde ervan betekenden dat de dj zijn eigen weg buiten de radio-omgeving moest zoeken, is
7
Hij bracht een show genaamd Allan Freed’s Rock and Roll Show.
21
vanzelfsprekend. Latere initiatieven, zoals vrije radio en studentenradio zouden nog een heropleving van freeform betekenen, maar op zich zou freeform de populaire radio nooit meer bereiken (Souvignier, 2003, pp.110-113).
1.3.7. De dj maakt zich los van de radio Tot nu toe spraken we steeds over de radio-dj en zijn evolutie. Uiteraard was diens evolutie van levensbelang voor de mobiele dj, de dj die op verschillende feesten speelt. We noemen hem de mobiele of de feest-dj om hem te onderscheiden van de radio-dj die de muziek kiest en afspeelt in een radio-omgeving. In de begripsomschrijving werd al duidelijk dat dit onderzoek zich enkel op de mobiele of feestdj richt. Maar wanneer ging die mobiele dj zich losmaken van de radio-omgeving en zijn eigen weg op? En wanneer ging men meer doen dan alleen plaatjes leggen? Vooraleer de dj aan het werk ging tijdens feesten, was er natuurlijk ook al muziek. Die muziek werd toen gebracht, net als men aanvankelijk in de ether deed, door muzikanten (Hendrickx, 1999, p.22). De meeste bronnen over de eerste dj zullen steeds verwijzen naar de legendarische Britse dj Jimmy Savile of naar de hiphop dj’s, maar in feite was men reeds vroeger aan het experimenteren geslagen met dj’en. Het was aan het einde van de jaren ’30 dat in de avant-garde kunstscène platen als muziekobjecten werden behandeld. Eén van de pioniers was John Cage, die fonografen begon te gebruiken als samplers. Hij componeerde muziekstukken waarbij hij meerdere platenspelers naast elkaar liet lopen samen met andere instrumenten. Ook Pierre Schaeffer, een Franse componist, experimenteerde met muziek op dezelfde manier. Zonder het te weten en ook zonder veel succes waren zulke personen de voorlopers van de hiphop-dj’s, die vinyl zouden gaan gebruiken op een erg originele manier (Souvignier, 2003, pp. 102-103). Maar voorlopig bleef de dj nog beperkt tot de radio. Er werd uiteraard al gedanst op muziek, maar die muziek was steeds afkomstig van muzikanten of de jukebox . Er is heel wat discussie over wie als eerste platen ging spelen voor een publiek en dus de eerste mobiele dj kan worden genoemd. Jimmy Savile, zoals al vermeld, is voor velen een van de eerste dj’s zoals ze in deze studie naar voren komen. Savile had zijn eigen geluidssysteem en nam dit mee naar verschillende dance halls doorheen het Verenigd Koninkrijk. Savile was dus niet alleen de eerste dj, maar zorgde ook voor zijn eigen materiaal. Het belangrijkste aan Savile was dat hij twee platenspelers gebruikte 22
waarmee hij de stiltes tussen twee nummers, zoals dat voorkwam bij een jukebox of de orkestjes die speelden, wilde wegwerken. Hij deed dit voor het eerst in 1946 en was zo dus de eerste mobiele dj. Een volgende belangrijke dj was de Amerikaan Terry Noel. Noel begon platen te spelen tijdens de opkomst van de bekende dansstijl de twist en tijdens de opkomst van de discotheek. Discotheek is een Frans woord en betekent letterlijk een bibliotheek voor platen. Men zegt dat het zeelieden waren die er hun platen achterlieten in cafés, om ze dan te spelen wanneer ze even aan land waren. Nog net voor de tweede wereldoorlog opende een club in Parijs die zichzelf “La Discothèque” noemde. Het begin van het moderne woordgebruik van discotheek (Souvignier, 2003, pp. 113-116). Dat men het woord discotheek begon te gebruiken voor de plaatsen waar mensen op muziek dansten betekende ook een meer institutionele verandering. Voordien werd immers de “live”-uitvoering van muziek door muzikanten als waardevoller gezien dan de opname van muziek. Dat het woord “disc” vanaf dan deel uit maakt van wat al snel een erg populaire plaats zou worden, is dan ook geen toeval (Thornton, 1995, p.28). Na de oorlog ontstonden steeds meer discotheken en verspreidde het idee zich ook over de rest van de wereld, aanvankelijk in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Terry Noel speelde rond 1965 in één van de topdiscotheken van New York en wilde meer doen dan alleen de platen na elkaar spelen. Hij begon het einde van de ene plaat en het begin van de volgende plaat over elkaar te spelen. Francis Grasso, de opvolger van Noel, verfijnde de techniek nog. Hij ging twee platen op zulke manier mixen dat het publiek niet meer merkte dat hij verschillende platen gebruikte. Daarvoor nam hij de plaat vast bij de eerste beat en laat ze daar op het juiste moment opnieuw los. Wanneer platenspelers op de markt kwamen waarbij de snelheid van ronddraaien kon aangepast worden, begon Grasso ook hiermee te experimenteren. Deze twee mannen deden wat vandaag nog altijd gebeurd, ze mixten platen op zulke manier dat het publiek kon blijven dansen en zorgden zo als het ware voor een revolutie in de dj-wereld (Souvignier, 2003, pp. 113-116). Vooraleer we verder kijken hoe de dj verder evolueerde keren we even terug naar eigen land. Zoals al gezegd werd er al gedanst, dansen is immers zeker geen fenomeen van de twintigste eeuw. Maar waar in de VS en de UK in de tweede helft van de jaren ’40 al de eerste mobiele dj’s opdoken, duurde het in Vlaanderen nog tot 1969 vooraleer de eerste mobiele dj op het toneel verscheen. (Hendrickx, 1999, p.28) Om te begrijpen waarom de muzikanten, die voordien de mensen lieten dansen, niet meer aan de bak kwamen en vervangen werden door de mobiele dj dient de toenmalige 23
context te worden beschreven. We doen dit aan de hand van de Vlaamse situatie, die zo goed als identiek is als de Amerikaanse, maar dan enkele decennia later. In Vlaanderen werd muziek tijdens de jaren ’40 en in het begin van de jaren ’50 door zogenaamde “Big Bands” gebracht. Dit zijn orkesten die voornamelijk jazz getinte muziek spelen en gekend waren door hun grote bezetting aan muzikanten. Ze waren afkomstig uit de Amerikaanse “folly twenties” en werden snel erg populair in Vlaanderen. Maar wanneer de jaren ’50 verder evolueerden geraakten de Big Bands niet meer aan de bak. Hun stijl paste niet meer in de veranderende behoeften van het jonge muziekpubliek. Die raakten immers meer en meer geïnteresseerd in de nieuwe muziekgenres die vanuit de VS kwamen overgewaaid. Vooral rock and roll sprak tot de verbeelding. Die nieuwe muziek kon niet meer worden verzorgd door de grote big bands, maar slechts door een handvol muzikanten, gewapend met elektrische gitaren en drumstellen, wat erg verschillende instrumenten waren dan het arsenaal van de big bands. Zo ontstonden snel heel wat nieuwe muziekgroepen, maar weinigen haalden een hoog niveau. De meeste geraakten niet verder dan het spelen van covers van groepen die het wel maakten. Ze gingen zich dan ook richten op feesten in de eigen regio waar gedanst werd, die feesten die vooraf het terrein waren van de big bands. Maar niet alleen de veranderingen op muzikaal gebied speelden een grote rol, ook het feit dat de coverbands een lagere bezetting hadden, maakte dat ze hun vraagprijs onklopbaar laag konden zetten. Maar ook daar bleef het niet bij, want terwijl de coverbands in Vlaanderen furore maakten, zette zich in de Verenigde Staten en ook de UK alweer een nieuwe evolutie door. Daar kwam ondertussen, zoals reeds uitgelegd, de mobiele dj immers op de proppen. Waarom kon die mobiele dj de coverbands nu verdringen? Ten eerste omwille van zijn vakmanschap. De dj werd de persoon die door zijn perfecte muziekkennis en het gebruik van apparatuur als platenspelers en een mengpaneel het publiek immers constant aan het dansen kon houden. Er waren geen stiltes meer tussen de nummers en de geluidskwaliteit was ook stukken beter. De dj’s brachten ook de echte muziek, terwijl de coverbandjes de muziek enkel konden imiteren. Ten tweede speelde opnieuw geld een belangrijke rol. Daar waar de coverbandjes al een stuk minder vroegen dan de big bands, kon de dj nog minder vragen. Hij moest immers enkel zichzelf betalen. In Vlaanderen speelde deze laatste ontwikkeling zich dus af in 1969. In Wallonië duurde het, omwille van de populariteit van de France “chanson” nog een stuk langer vooraleer de mobiele dj op de proppen kwam (Hendrickx, 1999, pp.22-28).
24
1.3.8. Het disco-tijdperk en de 12 inch singel Al snel, tegen het einde van de jaren ’60, werd het publiek waarvoor de Amerikaan Grasso zijn nieuwe dj-kunsten uithaalde een duidelijk homopubliek. De New-Yorkse club waar Grasso speelde, Sanctuary, was niet alleen gekend voor zijn muziek, maar ook voor een wild nachtleven van seks en drugs. Al snel ontstond dan ook een echte nachtscène, met discotheken over heel de Verenigde Staten. Zowel de scène als de muziek werden “disco” genoemd en beide werden gedurende de tweede helft van de jaren ‘70 snel gecommercialiseerd tot een mainstream, hetero publiek. Het succes van de film “Saturday Night Fever” is daar het beste voorbeeld van. Maar het disco-tijdperk was geen lang leven beschoren. Tegen het eind van de jaren ’70 betekenden homofobia, racisme, verval en nog vele andere factoren het einde van de disco zoals die toen bestond. Tot vandaag nog is disco als muziekstijl bekend, maar de eraan gekoppelde levenswijze kennen we enkel uit films en legendes als de discotheek “Studio 54”. Het einde van het discotijdperk betekende voorlopig ook het einde van het grote danspubliek. De dansscène ging opnieuw underground waarbij vooral zwarten, spaanstaligen of homo’s uit dansen gingen in de Verenigde Staten. Pas met de opkomst van de rave aan het eind van de jaren ’80 kwam daar verandering in. (Souvignier, 2003, pp.117-118; Keunen, 2002, p.47) Het geluid van de vinylplaten bleef ondertussen verbeteren, met vooral het opnemen via meerdere sporen als belangrijkste troef. Maar sinds de introductie van stereoklank veranderde in feite weinig aan het vinyl zelf. Het duurde tot het midden van de jaren ’70 voor een volgende evolutie doorbrak, namelijk de 12-inch singel. Het waren vooral de dj’s die hier achter vroegen en wel omdat, gespeeld op een snelheid van 45 toeren per minuut, er veel meer plaats is op zulke vinylplaten. Plaats die vooral ingevuld zou worden door remixen of uitgebreide versies van nummers en op die manier nog meer aan de wensen van de dj voldoet. Bovendien is haar kwaliteit heel wat beter dan de LP, die hetzelfde 12 inch-formaat heeft. Er is immers meer plaats, want minder muziek aanwezig op de vinyl. Tenslotte werd de 12 inch single ook handiger bevonden door de dj. Sindsdien is de 12 inch-formaat met voorsprong het meest verkochte vinylformaat (Souvignier, 2003, pp.39-41; Keunen, 2002, p.274; Thornton, 1995, pp.59-60). Het idee om verschillende remixen van een nummer op een vinylplaat te plaatsen is echter niet Amerikaans. Het kwam uit Jamaica, samen met nieuwe technieken om platen op te nemen en de ontwikkeling van de eerste vormen van rap. 25
1.3.9. De Jamaicaanse Soundsystems Al in de jaren ’50 begonnen Jamaicaanse ondernemers mobiele geluidssystemen voor dj’s te installeren, waarmee grote openluchtfeesten gehouden werden. Wie wij omschrijven als dj, werd daar omschreven als selector, terwijl de dj daar de man met de microfoon is, wat wij omschrijven als rapper of MC. Samen met die mobiele geluidssystemen ontstond een geheel nieuw muziekgenre, gekend als reggae. Reggae was sterk verbonden met de Rastafarie godsdienst en wilde vooral een eigen culturele kracht geven aan de Jamaicaanse bevolking (Souvignier, 2003, pp.119-120; Keunen, 2002, p.244). De geluidssystemen -er ontstonden er al snel heel wat- gingen met elkaar in competitie. Vaak werd zelfs in rechtstreekse competities uitgemaakt wie de beste was. Technieken die toen gebruikt werden om de concurrentie te vlug af te zijn, zien we vandaag nog steeds. Zo gebeurde het dat dj’s het label van hun vinyl gingen afschrapen om hun platen geheim te houden, een techniek die vandaag door sommige grote dj’s nog steeds wordt gebruikt. De Jamaicanen waren ook de eersten om ritmische vocale geluiden aan de muziek toe te voegen en zo de eerste human beatboxes te creëren, vandaag ook nog steeds erg populair en de voorloper van de Amerikaanse MC en rapper. Een andere concurrentietechniek was het maken van instrumentale nummers waar de MC’s over konden praten. Het resultaat wordt “dub plates” genoemd, vandaag eveneens nog steeds gebruikt. Omwille van economische redenen - de Jamaicaanse bevolking was niet erg rijk - ging men ook remixes maken van een nummer. Door de bas- en drumlijnen van een nummers steeds opnieuw te gebruiken, samen met wisselende melodieën en lyrics ontstonden steeds nieuwe versies van een nummer. Wat vandaag dus vanzelfsprekend is, werd in feite reeds in het midden van de jaren ‘60 in Jamaica voor het eerst gedaan. Ondertussen kwam ook ska, een variant van reggae, op de proppen en werd de dub ontwikkeld. De dub is een type van remix waarbij een nummer wordt herwerkt door de nadruk te leggen op een aantal delen van het nummer, andere er uit te laten en vooral via het gebruik van effecten als echo en reverb. Het was King Tubby die in 1970 de dub ontwikkelde. Lee Perry, een producer, vond die dub erg aantrekkelijk en ging er mee experimenteren. Zijn experimenten maakten de dub en haar structuur de voorloper van bijna alle typen van dansmuziek die later ontwikkeld werden. Tot slot waren Jamaicaanse dj’s ook erg invloedrijk, omdat het de eerste dj’s waren die een carrière als dj gingen combineren met een carrière als producer. Vandaag 26
de dag merken we dat een dj, wil hij zijn carrière een stapje verder brengen, ook muziek moet gaan produceren (zie hoofdstukken 1.4.2. en 3.2.1.). Jamaica betekende dus meer dan alleen witte stranden, Bob Marley en marihuana. De Jamaicaanse dj was de voorloper van de hedendaagse dj, zonder hem zag de dj vandaag er misschien wel heel anders uit. Maar niet alleen de Jamaicaanse dj, ook de Amerikaanse hiphop was erg belangrijk. (Souvignier, 2003, pp.119-122; Keunen, 2002, pp.244-245)
1.3.10. De Amerikaanse hiphop Het was een Jamaicaan, Clive Campbell, die de Jamaicaanse dj in Amerika introduceerde. Hij bracht een eigen geluidssysteem samen en ging daarmee muziek spelen. De eerste mobiele dj was hij niet, wel de eerste die de nieuwe elementen uit de Jamaicaanse cultuur ging gebruiken. Hij noemde zichzelf Kool dj Herc. dj’s als Francis Grasso waren Kool dj Herc immers voor, zij speelden al een groot aantal platen aan elkaar, zodat het publiek kon blijven dansen. Maar waar zij zo goed als de hele plaat speelden, ging Herc in het begin van de jaren ‘70 slechts een deel van de plaat gebruiken, de beat. Herc merkte immers dat dansers steeds wachtten tot de beat in een nummer begon. Zulke stukken met beats noemde Herc “breakbeats”. De dansers noemde hij “B-boys”, waaruit de term “breakdancers” groeide, een term die vandaag nog steeds populair is. Herc gebruikte ook MC’s en zijn geluid inspireerde dan ook heel wat andere dj’s en MC’s tot het ontstaan van hiphop en rap. Conflict was een belangrijk aspect van de toenmalige muziekcultuur. Zowel geluidssystemen als dj’s en MC’s vochten dan ook dagelijks een muzikale oorlog uit. “Block Parties” waren erg populair. Het waren buurtfuiven in openlucht en op straathoeken waarbij de elektriciteit afgetapt werd van elektriciteitspalen of naburige huizen (Souvignier, 2003, pp.122-123; Keunen, 2002, pp.268-269). Kool dj Herc stond aan de top van deze cultuur en was zo de inspirator van velen, waaronder twee belangrijke pioniers. De eerste was Joseph Saddler, beter bekend als Grandmaster Flash8. Flash ging de mixstijl van zijn voorgangers Kool dj Herc enerzijds en Francis Grasso anderzijds samenbrengen en perfectioneren. Hij ontwikkelde hiervoor een systeem zodat het mogelijk werd vooraf een nummer te beluisteren, terwijl het publiek danst op een ander nummer (Souvignier,
8
De titel “Grandmaster” komt uit de Oosterse gevechtskunsten.
27
2003, pp.123-126; Keunen, 2002, p.274). Vandaag is dit een vanzelfsprekende techniek voor de dj, maar toen was het een heuse revolutie. Verder nam hij het mixen zelf onder handen. Na lang oefenen slaagde hij er vingervlug in een soort van menselijke “loop” te creëren, door steeds dezelfde delen van twee nummers, de breakbeats, snel na elkaar te plaatsen. Hij noemde dit de “Quick Mix Theory”. Om te weten waar de beat in het nummer begint plaatste hij teken op het label van de plaat. Deze theorie wordt vandaag nog steeds door de hiphopdj gebruikt en is bekend als de “Clock Theory”. Aanvankelijk leek niemand zijn mixstijl te begrijpen, maar toen hij MC’s begon te gebruiken, kwam alles in een stroomversnelling. De rappers deden meer dan enkel een aantal opvallende zinnen of woorden te roepen, ze gingen verhalen vertellen en liefst nog zo dat alles goed klonk of rijmde. Hun band, de “Grandmaster flash and the furious five” betekende het begin van een succesvolle hiphopscène (Souvignier, 2003, pp.123126; Keunen, 2002, p.274). Grandmaster Flash’s invloed was dus ontzettend groot en ging zelfs verder. Hij was de eerste die een “beatbox” ging gebruiken, waarbij door middel van een drummachine een drum nagebootst wordt. Hij was ook de eerste die het geluid van “scratching”, een techniek waarbij een plaat voor- en achterwaarts onder de naald wordt bewogen, vastlegde op vinyl en dit in de single “the adventures of Grandmaster Flash on the wheels of steel” in 1981. Maar de scratch was Flash’s idee niet, het kwam van een van zijn leerlingen, Theodore Livingstone, beter bekend als GrandWizzard Theodore. Flash merkte dat de jongen reeds op jonge leeftijd een bijzondere aanleg had voor dj’en. Zo was hij de eerste die een “Quick mix by eye” deed, een mixtechniek waarbij de naald met de hand opnieuw naar de eerste groef van de plaat wordt gebracht, zonder dat er wordt voorbeluisterd via de koptelefoon en zonder het terugspinnen van de plaat zoals Flash dat deed. GrandWizzard Theodore ontdekte de scratch per toeval. Op een dag stond hij immers te oefenen in zijn kamer toen zijn moeder kwam klagen dat de volumeknop te hoog stond. Theodore liet één plaat spelen en liet, zonder goed te beseffen wat hij deed, de andere plaat voor en achteruit onder de naald schuiven. Hij was gefascineerd door het geluid en begon te experimenteren. Door de scratch op een ritmische wijze te gebruiken werd de platenspeler een leidend of zelfs een soloinstrument. Sinds Flash met de scratch op zijn single experimenteerde, werd de scratch het uithangbord van de hele hiphopcultuur (Souvignier, 2003, pp.127-130). Maar “the adventures of Grandmaster Flash on the wheels of steel” was niet de eerste rapsingle. Aanvankelijk geloofden Flash en de zijnen immers niet in het commerciële succes van 28
hiphop en rap. Het was in 1979 dat voor het eerst een hiphopplaat verscheen, gemaakt door de Sugar Hill Gang. Maar Flash’s nummers waren de eerste waar de dj het middelpunt van de belangstelling werd. Op die manier betekende hiphop het begin van de dj die niet meer enkel platen speelde, maar er actief mee ging experimenteren en zo het publiek ging entertainen. Vandaag nog is de scratch een veel gebruikte techniek, ook onder de Vlaamse dj’s (Souvignier, 2003, pp.127-130; Keunen, 2002, p.274). Afrika Bambaataa, een tijdsgenoot van Herc en Flash, zorgde voor een belangrijke evolutie in hiphop. Voor Bamabaataa werden de meeste platen gemaakt zoals de Sugar Hill Gang ermee begonnen was, met live muzikanten. Bambaataa, die aangetrokken door de leuke hoes een plaat van Kraftwerk had gekocht, was de eerste die drum machines en synthesizers ging gebruiken op een hiphopplaat. Zijn single “planet rock” uit 1982 werd dan ook een mijlpaal in de geschiedenis van elektronische muziek. Zowel de housemuziek uit Chicago als de technomuziek uit Detroit, als alle andere elektronische muziekgenres zijn verder gegaan op de ideeën van Bambaataa en zijn “planet rock” (Souvignier, 2003, pp.132-133; Keunen, 2002, p.276).
1.3.11. Elektronische dansmuziek wordt mainstream en de dj wordt een superster Zoals
besproken
werd
na
het
discotijdperk
de
dansscène
opnieuw
een
undergroundgebeuren. Een van de redenen daarvoor was het AIDS-virus. De discoscène was een sterke homoscène en aangezien AIDS aanvankelijk vooral voorkwam bij Amerikaanse homoseksuelen, werd het danspubliek letterlijk kleiner. Maar het werd nooit helemaal stil, nog steeds gingen enkelen, gebukt onder de tragedie, dansen in hun favoriete club. Ondertussen, het was het begin van de jaren ’80, werden de technologieën voor het maken van een eigen plaat steeds meer bereikbaar voor het grote publiek. Jongeren gingen experimenteren en al snel ontstonden nieuwe muziekgenres (Souvignier, 2003, p.134). Technologische ontwikkelingen als de sampler, de sequencer en het midi-systeem maakten dit mogelijk (Keunen, 2002, 309). Zo ontstond omstreeks 1982 in Chicago house. De naam komt van “the Warehouse”, een discotheek in Chicago waar Frankie Knuckels, vandaag nog steeds actief als dj en producer, het mooie weer maakte (Souvignier, 2003, p.134). Het geluid van house was warm, terwijl vanuit Detroit omstreeks 1986 een agressiever, kouder geluid ontstond, genaamd techno (Swerts, z.d.). Beide genres werden snel opgemerkt door Europese promotoren en 29
vonden dan ook gemakkelijk hun weg naar discotheken, raves en allerlei andere feesten. Vooral Groot-Brittannië en Ibiza fungeerden hier als draaischijf. Vandaag blijkt elektronische dansmuziek vooral in Europa een mainstream scène te zijn, terwijl ze in de Verenigde Staten toch vooral underground blijft. De grote krachten van onze hedendaagse samenleving zoals reclame, media en entertainment pikten elektronische dansmuziek en de dj op en commercialiseerden ze. Verschillende subgenres als garage, drum’n bass, hardtechno, deephouse, ... ontstonden en dj’s plukten daar de vruchten van. Grote, wereldberoemde dj’s als Carl Cox en Fatboy Slim werden rocksterren en vroegen lonen waar de gewone arbeider een hele leven voor werkt. Ze kwamen in clubs en op locaties over de hele wereld (Souvignier, 2003, pp.133-134; Keunen, 2002, p. 310-311). Eén van de belangrijkste redenen dat de dj een superster werd was de guestdj. Wat vandaag een erg normaal gegeven lijkt, een dj die van de ene plaats naar de andere gaat, was toen een nieuwigheid. Voordien was de dj immers een anoniem persoon. De nadruk lag op het feest en de dans en de dj was enkel de leverancier van de muziek en niet meer dan dat. dj’s draaiden dan ook op één plaats en verplaatsten zich niet van locatie tot locatie. Wanneer promotoren in Groot-Brittannië echter begonnen te ontdekken dat het inhuren van dj’s die het op andere plaatsen goed doen, voor heel wat extra volk kon zorgen, werd de praktijk van de guest-dj ingevoerd (Brewster & Broughton, 1999, pp. 364-365). Disc Jockey werd een commerciële bezigheid. De celebrity-dj werd geboren. Dit is een beroemdheid, in Vlaanderen een “BV” genoemd, die om wat geld bij te verdienen gaat dj’en (Brewster & Broughton, 1999, p.372). De dj werd een marketingproduct. Aan het eind van de jaren ’90 leek dit de dj-praktijk te gaan verwoesten. Het geld leek de liefde voor muziek te overwinnen. Maar een implosie bleef uit. Het belang van het feest werd langzaam van bij de dj en vooral de superster-dj weggehaald en op andere aspecten, zoals de inkleding van de locatie gelegd. Ook kreeg jong talent steeds meer en meer kansen, wat ook in Vlaanderen tot uiting komt in projecten als Poppunt en de Young Talent Corner (zie hoofdstuk 3.2.2.). De situatie normaliseerde en alhoewel de superster-dj niet verdwenen is, neemt hij een minder belangrijke plaats in de dj-wereld in. Wat vandaag de status van de dj en dan vooral de Vlaamse dj is, wordt besproken in hoofdstuk 3.3.3. Duidelijk is het dat vandaag tegenover dat commerciële gebeuren waarin de dj terecht is gekomen, nog steeds een stevige underground rechtstaat (Brewster & Broughton, 1999, p. 366-371). Op de tegenstelling tussen die underground en die mainstream gaan we dieper in in hoofdstuk 3.6.1. 30
Dj’s houden zich ook niet enkel bezig met het draaien van plaatjes. Meer en meer dj’s gingen remixen of eigen nummers maken, een idee zoals al gezegd afkomstig uit de Jamaicaanse cultuur. Vandaag kunnen we zeggen dat er twee soorten dj’s zijn die doorheen de tijd evolueerden. Enerzijds is er de dj die platen draait en in elkaar mixt. Anderzijds is er de dj of ook wel turntablist genaamd, die actief met zijn platen bezig is, door er scratching of andere technieken op toe te passen. Het eerste type van dj houdt zich vooral met elektronische dansmuziek bezig, het tweede type vooral met hiphop (Souvignier, 2003, p.135).
1.3.12. De Vlaamse dj in ontwikkeling Daar waar de Amerikaans dj vrij snel zijn eigen weg op ging en zich distantieerde van de radio-dj, was dit in Vlaanderen helemaal anders. De eerste mobiele dj’s in Vlaanderen doken pas op in het jaar 1969 en kunnen volgens Hendrickx (1999, p.48) eigenlijk op één hand geteld worden. Het waren Mike Verdrengh, Zaki, Jo de Clerq, Gust de Coster en Guy de Pré. Omdat zij voor Vlaanderen echte pioniers waren werden ze de “grote vijf” genoemd. Hoe kwam het nu dat aanvankelijk slechts een aantal dj’s in Vlaanderen plaatjes draaiden? Dit kwam omdat de radio in Vlaanderen relatief laat, in 1961, was begonnen met het spelen van vooropgenomen muziek. Wanneer dan acht jaar later het idee van de mobiele dj vanuit de VS overgewaaid kwam, waren slechts enkelen in staat die functie op zich te nemen. De eerste radio-dj’s verdienden aanvankelijk ook erg weinig en zagen hun functie als mobiele dj dan ook als een handige bijverdienste. Omdat zij de eerste waren in Vlaanderen, konden zij eigenlijk doen wat ze wilden. Anderzijds waren ze allen erg vertrouwd met het medium radio, wat maakte dat de eerste mobiele dj’s hun radiowerkwijze op feesten zouden verder zetten. Op die manier konden
ze
ook
tegemoet
komen
aan
de
stijgende
populariteit
van
hun
radioprogramma’s. Wie wilde de bekende radiostemmen immers ook niet in het echt aan het werk zien? Al snel groeiden de zogenaamde “radio-roadshows” dan ook uit tot een groot succes, in die mate dat de formule vandaag nog steeds bestaat. Denk maar aan “de Pré-historie live” van Radio 2 of de afrekeningfuiven van Studio Brussel (Hendrickx, 1999, pp.50-53).
31
De populariteit van de “radioroadshows” bereikte al snel een hoogtepunt in het begin van de jaren ’70. De “grote vijf” waren niet in staat alle feesten te doen, de vraag werd groter dan het aanbod. Heel wat nieuwe dj’s begonnen de stiel dan ook uit te oefenen. Aanvankelijk gingen de meeste dj’s de weg op van de “grote vijf”. Via vocale tussenkomsten werd van het ene naar het andere nummer gegaan. Maar ondertussen ontstonden overal ter wereld, ook in Vlaanderen, discotheken. Gekoppeld aan de populariteit van de discomuziek en later de elektronische dansmuziek, ontstond zo een nieuw type van dj, de discotheek-dj. Die discotheek-dj zette zich af van de radio en haar specifieke stijl. Geholpen door de nieuwe technieken zoals het mengpaneel ging de discotheek-dj nummers aan elkaar mixen en liet hij het praten achterwege. Zij brachten ook enkel dansmuziek, terwijl de andere dj’s een bredere waaier aan muziekstijlen brachten (Hendrickx, 1999, pp.50-53). Dit type van dj’s, de discotheek-dj, bleek al snel erg belangrijk te worden. Tijdens de discoperiode, maar vooral tijdens de jaren ’80 en de opkomst van de elektronische dansmuziek, werd de discotheekcultuur immers een echte subcultuur. Haar invloed werd dan ook altijd groter en groter, zodat ook de andere dj’s de mixtechnieken van de discotheek-dj’s gingen gebruiken en zodat het praten tussen nummers definitief verdween tijdens een feest. Of toch niet helemaal, want zoals nog zal blijken gebruikt de dj die muziek op huwelijksfeesten en jubilea verzorgt nog steeds een microfoon (Hendrickx, 1999, pp.50-53). Ook ging de discotheek-dj zich, inspelend op het ontstaan van verschillende subgenres in elektronische dansmuziek, steeds meer en meer richten op 1 genre. Vooral de opkomst van house speelde hierbij een belangrijke rol. Wanneer de dj de jaren ’90 binnenging, werden zijn taken nog verder uitgebreid. Niet alleen speelt de dj plaatjes voor een publiek, hij gaat ze zelf ook maken. De rol van dj/producer was uiteraard geen Vlaamse uitvinding. Zoals al vermeld ligt de basis voor deze evolutie in Jamaica. De grote en bekende dj ging een sterrenstatus aannemen, net zoals de Amerikaans dj (Hendrickx, 1999, pp.55-57). De dj-praktijk commercialiseerde zich en steeds meer en meer jongeren wilden dj worden. Rond de eeuwwisseling spraken velen dan ook over een boom van jonge dj’s. Vandaag is dj’en in Vlaanderen nog steeds een populair beroep, maar een meer realistische visie steekt de kop op. dj Raoul vertelt: “Er zijn teveel wannabe’s, maar die vallen meestal toch snel door de mand” (Belmans, 29.03.2005). Alhoewel dus niet elke dj om de juiste redenen met dj’en bezig is, wint de visie dat enkel de rechtschapen dj’s overblijven duidelijk veld. Tot slot is het het vermelden waard dat daar waar begin jaren ’90 de dj zich vooral richtte op één 32
genre, dit een decennium later anders ligt. Vandaag is vooral eclecticisme een vaak voorkomende term. Meer uitleg over dit eclecticisme wordt gegeven in hoofdstuk 3.11.
1.3.13. Het einde en de wedergeboorte van vinyl en de opkomst van de cd Tot slot gaan we nog even in op de laatste technologische ontwikkelingen. We keren daarvoor nog even terug naar de jaren’80. Toen ontstond immers een nieuwe technologie voor het opslaan van muziek. Die technologie zou een ernstige bedreiging voor
de
vinylproductie
betekenen.
Reeds
andere
muziekdragers,
zoals
de
muziekcassette waren uitgevonden, maar geen enkele had de vinylverkoop tot dan kunnen doen dalen. De compact disc deed dit echter wel en betekende een voorlopige dood voor vinyl. (Souvignier, 2003, pp.41) De technologie voor de compact disc is gebaseerd op de digitale technologie, waarmee men reeds in 1930 experimenteerde. Het duurde echter tot de jaren ’70 vooraleer onderzoekers bij Philips lasers begonnen te gebruiken om reeksen van nummers in glas te branden en zo de ontwikkeling van de cd in een stroomversnelling brachten. Het waren Philips en Sony samen die tegen het einde van de jaren ’70 het procédé voor de cd vervolledigden en omstreeks 1983 werd de cd op de Amerikaanse markt gebracht. Aanvankelijk, omwille van hun prijs, was hun verkoop laag, maar tegen het einde van de jaren ’80, toen ook alle grote platenmaatschappijen besloten geen stocks van vinyl meer terug te nemen van groothandelaars, kwam de cd van de grond en verloor het vinyl terrein. Na verloop van tijd werd de cd ook goedkoper dan het vinyl en ook hun formaat was handiger, dus verdween vinyl in het begin van de jaren ’90 volledig uit de muziekhandel (Souvignier, 2003, pp.41-44; De Meyer, 1997, pp.175179). Of toch niet helemaal, want er was nog één groep die heilig bleef vasthouden aan zijn vinyl, de dj’s. Niet de radio-dj’s, want zij waren al langer overgeschakeld op tape en cd, maar wel de mobiele dj’s. Zij hielden vooral van het gebruiksgemak van het vinyl. Een cd kon je toen immers nog niet stoppen of beginnen waar en wanneer je wilde, evenmin kon je ermee scratchen of kon je het tempo bewerken. Op die manier overleefde het vinyl, dan toch gedeeltelijk (Souvignier, 2003, pp.41-44). Want alhoewel vinyl het vandaag nog goed doet bij de dj, blijkt cd steeds populairder te worden. De voor- en nadelen van beide media worden in hoofdstuk 3.7.1.tegenover elkaar afgewogen. Overigens ging die gedeeltelijke overstap naar cd met dezelfde gevoelens 33
gepaard als toen de dj de live-muzikant verdrong. Net als toen de muzikant immers dreigde zijn kennis van muziek en het instrument dat hij speelde nutteloos te zien worden, zag de dj zijn zorgvuldig opgebouwde collectie en zijn materiaalbeheersing overbodig worden. Ook het koude kille geluid van de cd tegenover het warme geluid van vinyl herinnert aan een argument dat de live-muzikanten met hun warme muziek enkele decennia terug tegen de dj’s brachten (Thornton, 1995, pp.63-64). De opkomst van de cd remde ook de ontwikkeling van de platenspeler. Tegen het einde van de jaren ’80 resulteerde dit in een erg kleine markt van slechts enkele aanbieders. In die markt was en is vooral de “Matsushita-corporatie” van ontzettend groot belang. Haar belangrijkste product, de “technics-platenspeler”, voor het eerst op de markt gebracht in 1972, is vandaag nog steeds de standaard in platenspelers voor dj’s. Haar voordelen zijn haar gewicht, wat haar meer stabiel en resistent tegen trillingen van buitenaf maakt, en haar directe aandrijving, waarin ze verschilt van de meer logge riemaandrijving van andere platenspelers. Vooral de technics SL-1200, die doorheen dertig jaar slechts 3 uitvoeringen kende, is het pronkstuk van de technics collectie en staat in bijna alle clubs en plaatsen ter wereld waar muziek met vinylplaten wordt afgespeeld. Ook de Vlaamse dj’s vertelden dat technics de meest voorkomende en beste platenspeler ter wereld is. Gekoppeld aan deze wedergeboorte van vinyl is er ook de opkomst van heel wat nieuwe of uitbreidende firma’s in de productie van platenspelers, met klinkende namen als Numark, Gemini, American Audio, Vestax, JB Systems (Souvignier, 2003, pp.41-44). Tot zover de geschiedenis van de dj. Hoe het vandaag met de dj gesteld is, is het onderwerp van deze thesis en wordt dan ook besproken in deel twee en drie van dit onderzoek, namelijk het kwantitatief en kwalitatief onderzoek. In het volgende hoofdstuk gaan we kijken welke verschillende gedaantes de dj kan innemen.
1.4. De dj en zijn verschillende gedaantes De dj is een figuur die vele gedaantes aanneemt. Op enkele van die gedaantes gaan we hier dieper in. Opvallend is dat vele van deze ideeën gebaseerd zijn op de grote, professionele dj’s met een hoge status en veel aanzien. Niet altijd kloppen deze ideeën dan ook voor alle dj’s, dus zowel de professionele, discotheek- als allround-dj’s. Toch behandelen we deze ideeën ook hier, omdat ze ons vaak iets leren over wat de lagere 34
categorieën van dj’s juist niet hebben, maar graag zouden willen. In het kwantitatieve onderzoek zal zo bijvoorbeeld nog blijken dat het vooral professionele dj’s zijn die zelf muziek maken en vooral die zelfgemaakte muziek ook aan een platenfirma verkocht krijgen.
1.4.1. De dj als dj Uiteraard is het belangrijkste gedaante van de dj het dj’en zelf. In de begripsomschrijving wordt besproken wat een dj eigenlijk is. In hoofdstuk 3.3.2. wordt behandeld wat de functie van een dj is. Ook zijn status wordt er besproken. Verder handelt natuurlijk heel dit onderzoek over de dj, waar hij mee bezig is en waar hij niet mee bezig is, hoe hij alles organiseert, regelt, financiert, enzovoort.
1.4.2. De dj als artiest Dj’s beperken zich niet enkel tot het spelen van muziek op feesten, ze gaan ook zelf muziek maken. Dit “doe het zelf” principe is afkomstig uit de punkmuziek, waar voor het eerst de conventionele regels van de muziek aan de kant werden geschoven en men zelf ging experimenteren (Giegas, 1999, p.159). Tegen het midden van de jaren ’80 was de dj niet alleen meer diegene die met smaak de juiste muziek achter elkaar plaatste, hij ging zelf die muziek maken. Het waren de Jamaicaanse cultuur, hiphop en later vooral house die deze praktijk met zich meebrachten. Dj’s raakten ontzettend geïnteresseerd in de opzienbarende manier waarop muziek toen gemaakt werd (Brewster & Broughton, 1999, pp.320-326). Vooral de sampler en de MIDI-technieken waren daarbij van belang. Via die sampler kunnen verschillende stukjes geluid opgenomen en makkelijk opgeroepen worden, terwijl de MIDI-technieken al die geluiden samen brengen (Keunen, 2002, p. 279; Brewster & Broughton, 1999, pp.335-336). Op die manier wordt muziek gemaakt als recyclage, waarbij stukken muziek afkomstig van verschillende bronnen samen worden gebracht en tot een nieuw nummer worden geconstrueerd. Die bricologe-werkwijze wordt ook behandeld in hoofdstuk 3.11. Dit zelf maken van muziek komt op twee manieren tot uiting. Enerzijds kan een dj zelf eigen composities maken. Hij maakt dus zelf originele muziek, al heeft het concept “origineel” een andere 35
betekenis door de samplingtechnieken. Anderzijds kwam sinds de jaren ’80 ook een andere manier van muziek maken op de proppen, namelijk het remixen van muziek. Bij een remix wordt de muziek herwerkt waarbij de remix licht kan afwijken of eerder in het geheel niet meer kan lijken op het origineel. Daarbij zien we doorheen de geschiedenis een evolutie in de rol van de dj. Steeds meer kreeg hij bij zijn remixen de vrijheid om volledig af te wijken van het originele nummer (Brewster & Broughton, 1999, pp. 330-335). Ook de mash-up, waarbij op een illegale wijze twee of meer nummers samen worden gemixt tot één nieuw nummer, is in feite een vorm van een remix (Souvignier, 2003, pp.158-160). Omwille van het illegaal karakter van die mashup is de remix een meer geïnstitutionaliseerde vorm, terwijl mash-ups voornamelijk in de illegaliteit en de underground circuleren. De beroepen dj, remixer en producer worden nu door heel wat (vooral professionele) dj’s gecombineerd. Wat maakt dat die drie beroepen zo makkelijk samengaan? Omdat de dj steeds urenlang tijdens zijn dj-sets kan observeren hoe zijn publiek danst, wanneer de emoties oplaaien, welke delen van een muzieknummer het opwindendst zijn, enzovoort. Op die manier leert hij als het ware wat de mensen doet dansen en kan hij deze ervaring makkelijk omzetten in zijn remixen en producties. En het werkt ook omgekeerd, want via remixen en producties leert de dj ook beter hoe een muzieknummer in elkaar zit, wat dus ook zijn dj-sets ten goede zal komen. De dj kan zo zijn dj-sets opbouwen als een muzieknummer, waarbij heel elementair gezien de intro, de opbouw, de climax en de outro de basisbestanddelen vormen. Bovendien ligt ook de technische kennis die noodzakelijk is voor dj’en, remixen en producen dicht bij elkaar. Tot slot zal een dj, wanneer hij urenlang andermans muzieknummers speelt, wel meer dan éénmaal denken: “Dit kan ik toch beter” (Brewster & Broughton, 1999, pp. 330335). Dat de dj dus makkelijk een artiest kan zijn, moet duidelijk zijn. In hoeverre de Vlaamse dj’s artiesten zijn behandelen we in de resultaten van het kwantitatief onderzoek. Van de Vlaamse professionele dj’s die werden geïnterviewd, blijkt alleen dj Raoul met producen en remixen bezig te zijn. Als producer is hij een deel van het duo “Swirl People”. Hoe dit in zijn werk gaat vertelt hij zelf: “ Heel wat geluiden die we gebruiken komen van platen. Alles kan, niets moet, als het maar goed klinkt. De creativiteit is wat daarbij telt. Iemand kan bijvoorbeeld met een hele slechte computer goede muziek maken of iemand kan in een miljoenenstudio erg slechte muziek maken. Ik haal inspiratie uit alledaagse muziek die ik hoor. Soms begint dat gewoon met een 36
beat en dan ga je verder, je speelt bijvoorbeeld iets en je bent vertrokken. Soms heb je al paar dagen een idee en dan moet dat er uit. Je amuseert je vooral. Het kan op een uur lukken, soms heb je een paar dagen nodig, maar ook niet meer dan dat. Het moet plezant blijven, het mag nooit een sleur worden” (Belmans, 29.03.2005). Over die remixen vertelt Raoul dan weer: “Ik word ook regelmatig gecontacteerd voor remixen. Men stuurt mij dan de verschillende delen op, stemmen en andere delen en dan doe ik er mijn goesting mee” (Belmans, 29.03.2005). Ook deze getuigenissen tonen dus duidelijk het bricolageprincipe van de sampler.
1.4.3. De dj als muzikant De dj is niet alleen artiest in de letterlijke zin van het woord, hij is ook een muzikant. Net zoals de muzikant immers noten heeft waaruit hij kan kiezen en een oneindige vrijheid heeft om deze aan elkaar te plakken, heeft ook de dj zijn muzieknummers waaruit hij kan kiezen en waarbij hij een zelfde oneindige vrijheid heeft om deze aan elkaar te plakken. Uiteraard speelt de dj steeds nummer van anderen. Toch zouden zonder de dj deze nummers weinig betekenen. Bovendien is het beroep van dj, zoals juist aan bod kwam, erg nauw verbonden met het beroep van remixer en producer. Dat een dj, net als iemand die met een gitaar op een podium of met een accordeon op straat staat, een muzikant is moet dus duidelijk zijn (Brewster & Broughton, 1999, p.17).
1.4.4. De dj als hogepriester De dj kan gezien worden als de incarnatie van een oude, romantische rol, namelijk die van hogepriester. Doorheen de geschiedenis was dans immers sterk verbonden met religieuze beleving. Daarbij was er steeds één persoon die zulke dansen leidde, de hogepriester. Moderne religie stapte geleidelijk af van dans als religieuze beleving, vooral omwille van haar verbondenheid met het seksuele, maar niettegenstaande dat bleef de mens dansen. De dj is daar in grote mate verantwoordelijk voor. Hij is vandaag de hogepriester die zijn publiek tracht op te hitsen door middel van muziek. Hij tracht een bepaalde emotie over te brengen. Hij neemt zijn publiek mee op een trip, een soort spirituele beleving. Op die manier ontstaat er een sterk wij-gevoel waarbij het besef van 37
tijd en ruimte vervaagt. De dansvloer wordt in feite een soort heilige plek (Brewster & Broughton, 1999, pp.11-12; Keunen, 2002, p.307). Dit alles lijkt uiteraard sterk overdreven voor een buitenstaander. Maar drie redenen bevestigen toch de rol van dj als hogepriester. Ten eerste zal iedereen die zich eens een hele nacht op de dansvloer bevond het gevoel van samenhorigheid, van plezier en geluk bevestigen. De danser zal het zelf niet bekennen, maar hij of zij zal zichzelf wel herkennen in de soort van spirituele ervaring die hij of zij meemaakte. Ten tweede toont ook de ervaring van een internationaal top-dj het spirituele karakter van de dj. Die dj werd immers aangeklampt door dansers die een bijbel mee hadden gebracht en hem vergeleken met één van de bijbelfiguren (Brewster & Broughton, 1999, p.362). Dj’s kunnen zo echte supersterren, zelfs Goden worden. Op de dj als superster gaan we verder dieper in. Ten derde wordt ook de rol van de dj als hogepriester duidelijk wanneer men het belang van zijn figuur globaal bekijkt. Vandaag is het dj-beroep immers één van de best verdienende beroepen uit de uitgaanscultuur. Bovendien zijn over de hele wereld miljoenen mensen betrokken in die uitgaanscultuur, een ware miljoenenindustrie, die in feite bijna geconcentreerd is rond de dj. Het succes van de avond is immers steeds afhankelijk van de dj. Geen goede dj betekent vaak geen goede avond (Brewster & Broughton, 1999, p.13).
1.5. De dj als postmodern figuur Zoals al gezegd bestaat heel weinig literatuur over de dj zelf. Toch is de dj een erg interessant onderwerp voor onderzoek. De rol die de dj speelt, de functie die hij uitoefent, de gedaantes die hij aanneemt, dat waarmee hij zich wel en niet bezig houdt (allemaal zaken die in deze thesis aan bod komen) maken van hem immers een postmodern figuur. Dat is het gevolg van verschillende redenen. Ten eerste, het gaat dan om professionele dj’s, kan men zich afvragen of de dj wel echt een job uitoefent. Professionele dj’s verdienen er heel wat geld mee, maar ze amuseren er zich ook erg mee. Bovendien valt op dat professionele dj’s de droom van elke dj hebben waar gemaakt. Ze slaagden er immers in van hun hobby hun beroep te maken (Brewster & Broughton, 1999, pp. 18-19). Zo vertelt discotheek-dj Merdan Taplak: “Ik heb er al vaak over gedacht en het zou mooi zijn mijn brood met dj’en te kunnen verdienen, maar voorlopig reken ik er niet op. Mocht de kans zich voordoen (…) dan zeg je daar niet
38
neen tegen natuurlijk” (Taplak, 18.04.2005). Hoofdstuk 2.4 bekijkt de professionele dj in detail. Ten tweede combineert de dj productie en consumptie. Hij consumeert, net als de hele wereld kan doen, muziek. Hij gaat naar platen- en cd-winkels, kiest de muziek die hem interesseert en betaalt ervoor. Maar anderzijds maakt hij ook voortdurend muziek. Hij plakt de muzieknummers die hij speelt immers aan elkaar en maakt er één lange compositie van. Hij is creatief bezig met de muziek die hij voordien consumeerde. De dj is op die manier muzikant. Het kan zelfs zover gaan dat hij zelf muziek maakt, door het maken van producties of remixen en vervolgens zijn eigen producties in zijn dj-sets gebruikt. Opnieuw een erg postmodern en interessant concept (Brewster & Broughton, 1999, pp. 18-19). Over de dj als consument en producent hebben we het in de resultaten van het kwantitatieve onderzoek. Ten derde is hij niet alleen een performer, iemand die zijn kunsten komt vertonen voor een publiek. Hij is ook een promotor. Hij promoot immers de muzieknummers die hij zelf voordien consumeerde. Opnieuw erg postmodern (Brewster & Broughton, 1999, pp. 18-19). Dit onderwerp wordt behandeld in 3.6.1. Daar zien we onder andere welke rol de dj speelt bij het uitkomen van een nieuw muzieknummer. Ten vierde treedt de dj op als een filter in de overvloed van informatie in onze hedendaagse maatschappij. Elke week komt er immers zoveel nieuwe muziek overal ter wereld uit. Op geen enkele manier kan de consument dit overzien, laat staan een keuze maken. De consument laat zijn keuze afhangen van de dj, die op die manier een soort gate-keeper wordt. Ook dit filteren van de informatiestroom is een erg postmodern gegeven (Brewster & Broughton, 1999, pp. 18-19). Dit wordt verder besproken in het hoofdstuk over de functie van de dj, waaruit zal blijken dat dit gate-keepen slechts als tweede functie wordt gezien (zie hoofdstuk 3.3.2.) Het mag hier al duidelijk zijn dat dj’s, wanneer zij gezamenlijk in heel Vlaanderen bijvoorbeeld een muzieknummer gedurende een bepaalde periode spelen, dit nummer erg aan bekendheid zal winnen. Zo vertelt dj Starsky: “Een dj kan een nummers kraken of maken, maar niet één dj apart, maar vele dj’s samen” (Leroux, 06.04.2005). Overigens blijkt ook uit de geschiedenis dat deze functie al langer geen geheim is. Zo was het aan het eind van de jaren ’40 in de Verenigde Staten helemaal niet abnormaal dat radio-dj’s geld toegestopt kregen om een bepaald nummer te spelen en zo te promoten. De techniek heette toen Payola (Souvignier, 2003, pp.107-108). Een schandaal volgde echter en de techniek werd
39
illegaal. Maar niettegenstaande beseft ook de muziekindustrie dat de dj een erg belangrijke rol kan spelen bij het promoten van een muzieknummer. Tot slot gaat de dj aan het werk als een soort bricoleur. Hij kiest verschillende muzieknummers en brengt deze samen tot één geheel. Met het vandaag heersende eclecticisme beperkt hij zich daarbij niet tot één muziekgenre (Brewster & Broughton, 1999, pp. 18-19). Op dit bricoleren gaan we dieper in in hoofdstuk 3.11. Het mag ook hier duidelijk zijn dat het om een erg postmodern concept gaat.
40
1.6. Besluit In dit literatuuroverzicht werden een aantal zaken duidelijk. Vooreerst werd besproken wie de dj eigenlijk juist is. Na het op een rij zetten van een aantal definities kwamen we tot de conclusie dat de dj de persoon is die reeds vooraf opgenomen muziek kiest en afspeelt en dit specifiek voor het plezier van anderen. Daarbij bakenden we de dj af van de radio-dj en vermeldden we eveneens dat dit onderzoek enkel over de Vlaamse dj gaat. Ook werd opgemerkt dat twee schrijfwijzen voor disc jockey mogelijk zijn, waarbij de Europese schrijfwijze met “c” ook hier gebruikt wordt. Vervolgens werd de geschiedenis van de dj onder de loep gelegd. Vooreerst werden daarbij een aantal technologische ontwikkelingen aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, zoals de grammofoonplaat, de telefoon, de radio en de AC-stroom besproken die de ontwikkeling van de (radio-)dj mogelijk maakten. Onmiddellijk viel ook op dat de dj niet vrij kon evolueren, maar dat hij vaak in contact kwam met hogere autoriteiten of commerciële krachten. Vervolgens zagen we hoe de radio-dj zich wist te ontwikkelen, ondanks alle beperkingen die de overheid en de muziekindustrie hem oplegden. Na de tweede wereldoorlog zorgde de zwarte Amerikaans dj voor de stijgende populariteit van de radio-dj en zorgden de stereoklank en de FM-band voor het definitieve succes van de radio-dj. De dj ging zich langzaam losmaken van de radio. Aanvankelijk nog erg elementair gingen die eerste dj’s muziek aan elkaar plakken. Ook de eerste discotheken rezen op. Ondertussen duwden overal ter wereld de dj de livemuzikanten op feesten weg. De disco-scène zorgde voor het eerst voor van een wijdverspreide, populaire danscultuur, die echter omwille van aids niet lang bleef bestaan. Maar niet alleen in de VS was heel wat activiteit. Ook in Jamaica heerste een bloeiende muziekcultuur rond reggae, die heel wat invloed zou hebben op de hele wereld. Het vertrek van een Jamaicaanse dj naar de VS zorgde dan ook voor een ware revolutie in de dj-praktijk. Dj’s gingen vanaf dan niet alleen maar platen opzetten, maar ze ook actief en creatief bewerken. Tot slot ontwikkelden eind jaren ‘70 ook hiphop en wat later elektronische muziek als house zich. Allemaal innovaties waar de dj een belangrijke rol in speelde. Wat aanvankelijk nog een sterke undergroundbeweging was, veranderde in de jaren ’90 in een heuse populaire uitgaanscultuur gedreven door marketing en geldgewin. De dj evolueerde mee tot superster-dj zodat vandaag twee soorten dj’s tegenover elkaar staan, namelijk de underground-dj die voor innovatie en vernieuwing zorgt en de mainstream-dj die voor commercie zorgt. Ondertussen 41
ontwikkelde ook de Vlaamse dj zich, waar vooral de “grote vijf” uit de jaren ‘70 als pioniers gezien mogen worden. Aanvankelijk werden vooral radiomethoden gebruikt door deze eerste mobiele dj’s in hun “radioraodshows”, maar later omwille van de opkomst van de discotheek en de elektronische muziek maakte ook in Vlaanderen de dj zich helemaal los van het medium radio. De Vlaamse dj maakte zo goed als dezelfde ontwikkeling mee als de Amerikaanse, maar steeds enkele jaren later. Tot slot leek de opkomst van de cd aan het eind van de jaren ‘80 het bestaan van vinyl te bedreigen. Het was echter de dj die vinyl levend hield. Het belang van de dj blijkt dus uit deze samenvatting. Ondanks conflicten met autoriteiten en de muziekindustrie ligt de dj aan de basis van de hedendaagse dans- en muziekcultuur. Eens de muziekindustrie de waarde van de dj inzag, ging ze hem gebruiken als product. Maar niettegenstaande dat bleef de dj, vooral dan in de marge van de muziekindustrie, werkzaam als kracht en vernieuwer. Het is dan ook onmogelijk zich in te beelden hoe de wereld er vandaag zonder de dj zou uitzien. Ten derde gingen we na welke gedaantes de dj aanneemt. Zijn eerste gedaante, de dj als dj is uiteraard het meest logische. Maar de dj neemt ook andere gedaantes aan. Zo zijn heel wat dj’s ook artiesten. De dj als artiest gebruikt vooral het recyclageprincipe. Daarbij wordt nieuwe muziek opgebouwd uit delen verzameld uit verschillende bronnen. Daarnaast is de dj ook een muzikant. Net als elke andere muzikant noten combineert tot muziek, combineert hij muzieknummers tot één geheel. Ten derde heeft de dj ook een religieus gedaante. Door middel van zijn wordt hij een spirituele ceremonieleider, een hogepriester van de dansvloer. Ook al lijkt dit erg pretentieus, onder andere het belang dat in de hedendaagse samenleving aan de dj en het uitgaan als sociale activiteit gegeven wordt bevestigt dit alleen maar. Tot slot bleek de dj een erg interessant onderwerp voor onderzoek. Hij bezit immers een aantal eigenschappen die van hem een opvallende postmoderne figuur maken. Men kan zich immers afvragen in hoeverre de (professionele) dj echt van een job kan spreken. Ook is de dj zowel producent als consument en zowel performer als promotor. Daarnaast treedt de dj ook op als gate-keeper, als sorteerder van de informatieovervloed in onze maatschappij. Tot slot is de dj de exponent van het postmoderne bricoleren in het selecteren en spelen van verschillende muzieknummers uit verschillende genres tijdens zijn dj-sets. Allemaal thema’s die verder in deze thesis behandeld worden.
42
2. Het kwantitatief onderzoek 2.1. Probleemstelling In deze licenciaatsthesis wordt de Vlaamse dj onderzocht. Dat deze figuur heel wat vragen op roept kwam in de algemene inleiding van deze thesis al aan bod. Waarom koos ik er nu voor de dj als onderwerp van een licenciaatsthesis te nemen? Twee redenen zorgden daarvoor. Ten eerste ben ik zelf dj. In die hoedanigheid loopt mijn fascinatie voor de dj en alles waar hij mee bezig is hoog op. Bovendien had ik een stapje voor bij het zoeken en leggen van contacten met dj’s. In mijn persoonlijke vriendenkring bevinden zich immers heel wat dj’s. Ten tweede viel me op, toen ik literatuur over de dj opensloeg, hoe weinig reeds over de dj geschreven werd. En wanneer dan over hem werd geschreven, gebeurde dat bijna altijd vanuit dezelfde invalshoeken. Vooral een geschiedkundige invalshoek kwam vaak voor. Ook hoe het djmateriaal functioneert en behandeld moet worden was een veel voorkomend onderwerp. Tot slot viel op dat wanneer men het over de dj had, het steeds ging over de professionele dj, die ontzettend veel geld verdient, de wereld rondreist en steeds een groot publiek voor zich heeft. Met dit onderzoek wil ik niet alleen die professionele dj beschrijven, maar de hele dj-gemeenschap in Vlaanderen in kaart brengen. Bovendien wil ik nagaan waar ze mee bezig zijn, hoe ze zich organiseren, hoe vaak ze er mee bezig zijn, hoeveel ze er aan uitgeven en verdienen, wat hen bezig houdt, enzovoort. Daarbij werd een erg specifiek onderzoeksmodel aangenomen. Er werd immers voor gekozen vooraf geen hypothesen op te stellen, maar verkennend te werk te gaan. Het is ook moeilijk hypothesen op te stellen zonder de juiste literatuur. Daarbij bundelde ik mijn eigen inzichten en ervaringen als dj met de inzichten en ervaringen van een aantal bevriende dj’s om de vragenlijsten voor het kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek op te stellen. Zo gingen ook aan het opstellen van de categorieën heel wat gesprekken vooraf om te staven of mijn inzichten ook door anderen gedeeld werden. Er werd dus vertrokken van een groot vraagteken rond de dj en het doel is van dit vraagteken een uitroepteken te maken. Op die manier is deze thesis een erg lijvig werk geworden. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de gekozen analysemethode bij het kwantitatief onderzoek. Ik koos er daar immers voor eerst elke categorie afzonderlijk te behandelen, vooraleer de verschillende categorieën te vergelijken. Het positieve gevolg is dat elke categorie nu in zijn 43
specifieke eigenheid bloot gelegd wordt. Het negatieve gevolg is dat dit heel wat ruimte inneemt en een deel van de resultaten die reeds in de afzonderlijke bespreking van de categorieën aan bod kwamen, herhaald worden in de vergelijking tussen de verschillende categorieën. Mocht ik opnieuw moeten beginnen zou ik daar zeker rekening mee houden, maar hier was mijn werk al te ver gevorderd om nog zulke grondige wijzigingen te maken.
2.2. Methoden Mijn onderzoek bestaat uit twee delen, een kwantitatief en kwalitatief luik. Deze methodebeschrijving bevindt zich in het kwantitatieve onderzoek, maar heeft dus ook betrekking op het kwalitatieve. Voor het eerste, het kwantitatieve luik, stelde ik een enquête op, die terug te vinden is in bijlage 1. Voor het opstellen van de vragen vroeg ik me af wat zo al belangrijk is voor een dj, waar hij allemaal mee bezig is, hoe hij alles regelt, enzovoort. Op basis van eigen ervaring en na het toetsen van de vragen bij collega-dj’s kwam ik tot 31 vragen, die ik opsplitste in vier categorieën:
Waar en wanneer: De vragen peilen naar de plaatsen waar de dj speelt, hoe vaak, voor welk publiek en hoe ver van zijn eigen woonplaats. Vooral de plaatsen waar de dj draait zijn van groot belang, deze bepalen immers in welke categorie de dj terecht komt. Ook wordt gevraagd of de dj resident is op een bepaalde plaats. Residents hebben een speciale band met een plaats. Ze spelen er op regelmatige basis (bijvoorbeeld éénmaal per maand) en als gevolg zijn ze erg vertrouwd met de plaats.
Inkomsten en uitgaven: Met deze vragen wordt de financiële kant bevraagd. We peilen hierbij naar het loon dat de dj gemiddeld verdient met zijn hobby of beroep als dj en hoeveel hij uitgeeft aan nieuwe muziekstukken. Ook werd nagegaan of hij gebruik maakt van de diensten van een boekingskantoor, of zijn prijs kan variëren en of hij andere inkomsten gebruikt om de aankoop van nieuwe muziekstukken te bekostigen wordt bevraagd.
Muziek: Hier wordt alle relevante informatie rond de muziekvoorkeur bevraagd. Welke genres de dj speelt en hoe hij zijn stijl zou omschrijven zijn twee belangrijke vragen. De stijlomschrijving van de dj helpt vooral om fouten en zelfover- en onderschattingen van de dj onder controle te houden. Verder wordt ook nagegaan welke media de dj gebruikt, hoeveel muziekstukken zijn collectie bevat en waar hij 44
die muziekstukken koopt. Tot slot peilen we ook naar de technieken die een dj tijdens zijn djset gebruikt, of hij wel eens geconfronteerd wordt met verzoeknummers en wat hij daarmee doet, of hij wel eens illegaal muziek downloadt en waar hij zichzelf ziet in de splitsing commercieel-underground.
Betrokkenheid: In deze categorie wordt nagegaan in hoeverre de dj met het dj’en bezig is. Nagegaan wordt hoe lang de dj al bezig is, of hij zelf organiseert en muziek produceert en of hij zich bezig houdt met 1 of meerdere van de opgesomde djgerelateerde bezigheden. Ook wordt gevraagd hoe en in welke mate de dj reclame maakt voor zichzelf. Tot slot wordt ook nagegaan of de dj magazines leest of radioshows met betrekking tot het dj’en beluistert. Het streefdoel voor de enquête was 200 respondenten, uiteindelijk werden 197
respondenten bereikt. Dit tekort van drie respondenten is het gevolg van de gebruikte methode. De enquête werd immers via een digitaal tekstbestand (via Microsoft Word) verspreid, waarin de respondenten de juiste antwoorden in het vet moesten aanduiden. Geen al te efficiënte methode, gezien de mogelijkheden van het internet vandaag. Maar gebrekkige kennis en hulp over online enquêtes en vooral een afstand van 2000 kilometer (tijdens de verspreiding van de enquête bevond ik me in Barcelona ter gelegenheid van mijn Erasmusuitwisseling) maakten dat ik toch voor deze methode koos. Achteraf toch niet zo een slechte keuze, want de respons was goed tot uitstekend en na ongeveer een maand behaalde ik 203 enquêtes. Maar bij het coderen bleken een aantal enquêtes niet geschikt voor analyse en dit om twee redenen. Ten eerste bleken enkele enquêtes verkeerd ingevuld, ten tweede vulden ook enkele noorderburen de enquête in. Toen ik deze enquêtes uit de analyse verwijderde, bleef ik met 197 enquêtes over. Een kleine fout die met het gebruik van een online-enquête wellicht niet was voorgevallen. Daarbij gaan we ervan uit dat de steekproef representatief is voor de Vlaamse djgemeenschap, maar absolute zekerheid is daar niet over. De Vlaamse dj-gemeenschap is immers niet zo makkelijk te bereiken. Een telefoonboek met alle dj’s bestaat niet, een overkoepelende organisatie evenmin. Ook SABAM (als auteursvereniging is de dj één van haar belangrijkste klanten) brengt geen oplossing, aangezien vele dj’s SABAM liever zien gaan dan komen (zie hoofdstuk 3.8). De enige manier om dj’s te bereiken was via het internet. Mijn persoonlijke ervaring vertelde me dat dj’s vaak goed vertrouwd zijn met het internet. Hun interesse in muziek en de technologie daarachter vertaalt zich ook vaak in interesse voor technologie en het audiovisuele in het algemeen. 45
Het internet is verder een handige manier voor dj’s om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek (zie hoofdstuk 3.4) en heel wat dj’s gebruiken het internet ook om reclame te maken voor zichzelf (zie hoofdstuk 3.5). Allemaal stellingen die makkelijk bevestigd worden door het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. Mijn keuze voor het internet was dus geen slag in het onbekende. De enquête werd op een speciaal daarvoor ontworpen webpagina voor downloading aangeboden. Telkens werd de dj gevraagd naar deze webpagina te surfen, de enquête te downloaden, te openen, in te vullen, op te slaan en door te sturen naar mijn e-mailadres. Drie strategieën werden daarbij gehanteerd. Ten eerste werden de enquêtes verspreid via mijn persoonlijke adressenboek. Vanuit mijn persoonlijk ervaring als dj beschik ik over een vrij uitgebreid mailadressenbestand van dj’s. Hierbij werd de sneeuwbalmethode toegepast. Elke email bevatte de vraag haar verder te zenden naar dj’s uit het eigen adressenbestand. Op die manier en met de hulp van een aantal invloedrijke personen bereikte mijn e-mail heel Vlaanderen. Ten tweede werd een oproep verspreid op een tiental Vlaamse internetfora die gericht zijn tot dj’s. Aangezien de meeste fora één of enkele centrale muziekgenres hebben, werden hier verschillende fora uitgekozen. Zo is het partyforum (www.partyforum.be) bijvoorbeeld meer gericht op underground elektronische muziek, terwijl het dj2dj-forum (www.dj2dj.be) eerder naar de mainstreamkant van de elektronische muziek leunt. Ten derde werd een uitnodigingsmail naar dj’s, clubs en organisatoren gestuurd met het verzoek de enquête in te vullen of door te sturen naar dj’s. Hierbij werden de mailadressen van de dj’s, clubs en organisatoren verzameld via het internet en publiek sites. De drie manieren hadden vrij veel succes. Op die manier bereikte ik exact 197 dj’s uit verschillende hoeken van Vlaanderen, van jong tot oud, onbekend tot bekend, verspreid over verschillende genres en smaken. Voor het tweede, het kwalitatieve luik werd een semi-gestructureerde vragenlijst opgesteld, die terug te vinden is in bijlage 2. Dit betekent dat aan elke dj sowieso 64 vragen werden gesteld. Wanneer de dj verkoper is in een platenzaak, zelf organiseert, zelf muziek maakt, werkt voor een radiostation, djspeciaalzaak, verhuurbedrijf, evenementenbureau of boekingskantoor werden hem nog een aantal extra vragen gesteld. Verder waren de vragen vooral bedoeld om de dj te laten spreken, vertellen en op die manier niet alleen een antwoord op de gestelde vraag te verkrijgen, maar een dieper inzicht in hoe de dj-wereld concreet in elkaar zit. De vragen waren opnieuw in een aantal categorieën verdeeld:
46
Evolutie: Met deze vragen wordt nagegaan hoe, wanneer, waarom de dj begonnen is met dj’en, hoe hij verder geëvolueerd is en wat daarbij de scharniermomenten waren.
Waar, hoe vaak en resident: Hier wordt nagegaan waar en hoe vaak de dj draait, ook waar hij resident is, hoe hij tot die residency is gekomen en hoe belangrijk die residency voor zijn carrière is.
Economie: Bij deze vragen wordt alles wat te maken heeft met geld bevraagd: van de vraagprijs van de dj, tot zijn uitgaven en alles wat daarmee rechtstreeks of onrechtstreeks te maken heeft.
Genre en mainstream-undergound: Gepeild wordt welke genres de dj speelt, op welk publiek hij zich toespitst, hoe hij op de hoogte blijft van nieuwe muziek en alles wat daarmee te maken heeft. Ook wat hij vindt van het onderscheid mainstream-underground komt hier aan bod.
Opdoen muziekkennis: Hier wordt meer in detail nagegaan op welke verschillende manieren de dj muziekkennis vergaart. Het gaat dan om de radio, magazines en het internet.
Techniek en media: Onderzocht wordt in hoeverre de dj techniek en andere factoren belangrijk vindt, welke media en waarom hij die media gebruikt en hoe hij een dj-set voorbereidt en beleeft.
Internet en reclame: Alles omtrent internet en het gebruik daarvan voor de dj wordt hier bevraagd. Ook hoe de dj zichzelf promoot is een onderdeel van deze categorie.
Illegale kopieën: Hier wordt nagegaan in hoeverre de dj gebruik maakt van illegale kopieën en wat zijn mening erover is. Ook wordt hier bevraagd hoe de dj tegenover SABAM staat.
Dj-wereld: Een aantal vragen over de dj-wereld worden hier gesteld, gaande van het status van de dj, tot de functie en de vraag of er teveel dj’s zijn in Vlaanderen. Ook de mening van de dj over wat een goede van een slechte dj onderscheidt en wat men vindt van de dj-wereld in het algemeen wordt bevraagd.
Meningvragen: Tot slot wordt de mening van de dj onderzocht in verband met consumptie van alcohol, vinyl en trends. Ook wordt nagegaan in hoeverre de dj een persoonlijke deontologie heeft en in hoeverre de dj speelt voor de liefhebbers van de muziek of voor de liefhebbers van het feest.
47
Tot slot werden zoals al gezegd een aantal vragen gesteld, specifiek gericht op een bepaalde aan het dj’en gerelateerde activiteit. Uiteraard werden deze vragen enkel voorgelegd aan die dj’s die zich specifiek met die activiteiten bezig houden. Uit de resultaten van het kwantitatieve luik werden 13 dj’s geselecteerd die in het
kwalitatieve luik ook werden bevraagd. Deze dj’s werden uiteraard niet zomaar geselecteerd. Na het kwantitatieve luik werden een aantal categorieën van dj’s opgesteld. Hierbij werd uitgegaan van de plaats waar de dj geregeld draait en de professionaliteit van zijn activiteiten. Op die manier kwamen we tot volgende hiërarchische categorieën:
Professionele dj: Hij verdient met dj’en zijn brood en antwoordde op de vraag of zijn dj-inkomsten zijn hoofdinkomsten zijn dus positief. Bij alle andere categorieën ontbreekt deze eigenschap. De resultaten van het kwantitatieve luik toonden aan dat er in de steekproef 13 zulke dj’s waren, wat overeenkomt met 6,60 procent. Het is duidelijk dat dit niveau slechts door enkele “gelukkigen” bereikt wordt.
Discotheek-dj: Hij draait geregeld in een discotheek. Dit onderscheidt hem van alle lagere categorieën, die eventueel ook af en toe in discotheken draaien, maar niet geregeld. Uiteraard kan hij ook in café’s, jeugdhuizen of zalen draaien. Maar hij verschilt van de professionele dj’s omwille van het feit dat hij zijn brood niet verdient met het dj’en. In de steekproef beantwoordden 35 dj’s aan deze eigenschappen, wat overeenkomt met een percentage van 17,77 procent.
Zaalfuif-, café- of jeugdhuis-dj (allround-dj): De dj draait geregeld in een zaal, café of jeugdhuis. Dit onderscheidt hem van alle lagere categorieën. Hij draait dus niet geregeld in discotheken, wat hem onderscheidt van de discotheek-dj en is evenmin professioneel met draaien bezig, wat hem onderscheidt van de professionele dj. Deze drie plaatsen (zalen, cafés en jeugdhuizen) worden samen genomen, omdat uit het kwantitatieve luik bleek dat dj’s deze drie plaatsen vaak combineren. Het grootste aantal dj’s uit de steekproef, namelijk 121 of 61,42 procent bevindt zich in deze categorie.
Soms in discotheek, zaal, café of jeugdhuis: Hij vindt van zichzelf dat hij slechts af en toe op één van deze locaties speelt. 26 van de dj’s of 13,20 procent vond van zichzelf dat hij niet regelmatig draait in één van deze locaties.
Huwelijks- of andere verwante feesten-dj: Hij draait geregeld of af en toe een huwelijks- of ander verwant feest. Hier worden enkel de dj’s in aanmerking genomen die alleen dit doen. Uiteraard kunnen ook andere categorieën van dj’s op 48
huwelijks- of verwante feesten draaien, maar om hun eigenheid te onderzoeken werd toch een aparte categorie aangemaakt. Slechts twee dj’s of 1,02 procent spelen uitsluitend huwelijks- of andere verwante feesten. Uiteraard spelen meer dj’s op zulke feesten, de analyse toonde immers ook aan dat iets minder dan 10 procent van alle dj’s wel eens op een huwelijks- of verwant feest draait. Maar om een juiste analyse van deze categorie en de bijhorende activiteiten te krijgen, beperken we ons tot deze twee dj’s. Deze categorie neemt, wegens haar lage vertegenwoordiging, dan ook een speciale plaats in en zal vooral kwalitatief benaderd worden.
Bedroomdj: Hij draait nooit op locatie, enkel zoals het woord het zelf zegt in zijn slaapkamer, kelder, woonkamer of waar dan ook thuis. De categorieën zijn hiërarchisch onderscheiden en toch ook niet. Wel onderscheiden
omdat de plaats waar de dj geregeld draait, bepalend is voor de categorie waarin hij terecht komt, met de hoogste plaats als de meest belangrijke. Niet onderscheiden omdat zulke categorieën op geen enkele manier waardeoordelen willen bevatten. Op elk niveau is de dj op zijn manier bezig met dj’en, wat nog ruim zal aangetoond worden bij de resultaten van het kwalitatief onderzoek. Volgende dj’s werden geselecteerd voor de interviews van het kwalitatieve onderzoek: Professionele dj’s:
Starsky (Koen Leroux): Hij is samen met kompaan Tonic (Wiebe Loccufier) resident in de Gentse discotheek Culture Club en de Brusselse discotheek Dirty Dancing. Verder draaiden ze wel al eens in praktisch elke discotheek, zaal of jeugdhuis in Vlaanderen. Bijna twee jaar geleden gaf hij zijn job aan de stad Gent op om zich voltijds met het draaien bezig te houden.
Raoul (Raoul Belmans): Hij is al 14 jaar bezig met platen draaien. Na zijn studies is hij onmiddellijk voltijds platen gaan draaien en ook producen. Vandaag is hij resident van de bekende houseclub Food, van het Gentse Decandence en ook van het Amerikaanse Frisky Kansas City. Hij draaide al zowat overal in Vlaanderen en heeft ook al heel wat internationale dj-sets in onder andere de Verenigde Staten, Australië, Zuid-Amerika en nog zoveel plaatsen meer. Zijn dj-carrière combineert hij met een producercarrière, als lid van Swirl People en als verantwoordelijke voor het houselabel Aroma.
Ed (Edwin Korver): Hij vormt al acht jaar samen met Kim (Kim Mathijs) het bekende dj-koppel Ed&Kim. Zijn vandaag resident voor Eazy Fuck in Leuven en At 49
the Village in Brussel. Ed is een buitenbeentje, aangezien hij zijn djcarrière combineert met een functie bij de platenfirma News. Discotheek dj’s:
E-phonk (Tim de Vogel): Hij is een jonge beloftevolle dj die een residency in Decandence combineert met dj-sets in discotheken als het Brusselse Fuse, het Hasseltse The Zoo of vele andere plaatsen. Hij houdt zich ook bezig met één van de belangrijkste internetsites in Vlaanderen in verband met uitgaan, muziek en dj’s (http://www.partyforum.be/) en het organiseren van heel wat feestjes.
Merdan Taplak (Merdan Taplak): Hij is een Antwerpse dj die geregeld in discotheken als Café d’Anvers, La Rocca of op vele andere plaatsen draait. Daarnaast organiseert hij ook zelf feesten.
Thierry (Thierry): draaide vier jaar lang in discotheek Le Casting in Haasrode en drie jaar lang in discotheek de Toekomst in Put.
Zaal-, café- en jeugdhuisdj’s:
Harryson (Bram de Winde): Hij werd benaderd als café-dj. Hij is resident in een Mechels café. Hij draait daarenboven ook regelmatig in jeugdhuis Onder den Toren in Londerzeel.
Gijs (Gijs Vranckaert): Hij werd benaderd als café-dj. Hij is resident in een Brussels café. Hij draait daarenboven regelmatig in Sint-Pauluszaal te Opwijk.
Noisy Volpex (anoniem): Hij werd benaderd als zaal-dj. Hij is resident van het concept Bass XL dat doorgaat in een zaal in Oostende. Hij draait daarenboven ook vaak in café’s of jeugdhuizen.
Klaas (Klaas de Coster): Hij werd benaderd als zaal-dj. Hij draait regelmatig in de Sint-Pauluszaal te Opwijk. Hij heeft jarenlange ervaring in zalen in zowel Opwijk als de ruime regio er rond.
Snagh (Hans): Hij werd benaderd als jeugdhuis-dj. Hij is resident voor jeugdhuis Nijdrop te Opwijk. Hij speelt minstens 1 maal per maand in Nijdrop en heeft daarenboven ervaring met zaalfuiven.
Kris Renton (Kris de Smedt): Hij werd benaderd als jeugdhuis-dj. Hij is resident voor jeugdhuis Ifi te Merchtem. Hij heeft bovendien ervaring in zalen.
Huwelijks- of andere verwante feesten-dj
DJ Jos (Jos Vermeir): Hij draait minstens twee maal per weekend in een feestzaal waar voornamelijk trouwfeesten, jubilea en andere feesten doorgaan. Hij heeft daarenboven jarenlange ervaring met zaalfeesten. 50
Een aantal van deze dj’s worden in de bronvermeldingen op eigen aanvraag niet met de volledige of correcte naam aangeduid. Een aantal categorieën werden niet benaderd en dit om volgende redenen. Zo werd de categorie van dj’s die van zichzelf vinden dat ze slechts soms in een discotheek, café, jeugdhuis of zaal draaien niet benaderd, omdat hun karakteristieken uiteraard overeen komen met diegenen die er vaker draaien. Evenmin werd de categorie bedroomdj’s benaderd. Zij beantwoorden immers niet aan de definitie van de Disc Jockey (zie hoofdstuk 1.2). Daar werd de dj omschreven als iemand die muziek kiest en afspeelt en dit voor het plezier van anderen. Op een slaapkamer ontbreekt dus duidelijk het laatste element, het entertainen van anderen. Ook wordt 1 plaats waar dj’s kunnen draaien en die aan bod kwam in de enquête, namelijk het evenement, niet gebruikt voor de analyse. Er kan immers niet gesproken worden over een evenementen-dj, zoals er een jeugdhuis-dj of zaalfuif-dj is. Om dit te begrijpen dienen we het begrip evenement te bekijken. Om evenement te definiëren is de “grootte” van het feest van belang. Wanneer men aan een evenement denkt, denkt men immers aan een grootschalig gebeuren. We zouden dan ook het evenement van de zaal willen onderscheiden wat betreft de opzet. Evenementen worden daarbij opgezet door grote, nationale organisaties. Ze hebben tot doel een deel of heel Vlaanderen te bereiken en worden vergezeld door grote promotieacties. Grote bedrijven sponsoren evenementen en ze richten zich op een groot publiek, dat kan variëren van enkele duizenden personen tot bijvoorbeeld 30.000 personen op “I Love Techno” te Gent. Het onderscheid met de zaal ligt dus niet in de locatie, maar in de opzet van het gebeuren. Omdat evenementen, omwille van hun grootse opzet, veel minder georganiseerd worden dan andere feesten komen zij niet aan bod in de analyse. Zoals nog zal blijken uit het kwantitatieve onderzoek is het vooral de professionele dj, die omwille van de grootte van zulke feesten, op evenementen draait. Verder werd bij de analyse van de resultaten een kunstgreep uitgehaald. Omwille van het hedendaags eclecticisme in de muziek (zie hoofdstuk 3.11) werden immers een aantal muziekgenres samen gecodeerd. Een dj draait allround commercieel wanneer die in dj-sets zowel hiphop/rn’b, top40, rock, klassiekers van de laatste drie decennia en club en house aan bod laat komen. 16 procent van de dj’s in Vlaanderen blijkt in dit profiel te passen. Een dj draait allround underground wanneer die in dj-sets zowel techno, house en electro en aanverwante genres aan bod laat komen. Een kleine 14 procent van de dj’s blijkt dit te doen. Omwille van de subjectiviteit van de 51
muziekgenres worden de categorieën van dj’s echter niet vergeleken volgens de muziekvoorkeur, al vormen ze wel de link met de subcultuur waar de dj stijlelementen uit leent, zoals we zullen zien in hoofdstuk 3.11. Tot slot dient opgemerkt te worden dat omwille van de leesbaarheid de dj meestal in de mannelijke vorm wordt omschreven. De overgrote meerderheid van de Vlaamse dj’s zijn ook mannen, maar dit gebruik wil op geen enkele manier de vrouwelijke dj discrimineren of beledigen. Aan hen wordt extra aandacht besteed in hoofdstuk 3.10. In de volgende hoofdstukken wordt de Vlaamse dj besproken per categorie en wordt gekeken waar die verschillende categorieën van elkaar verschillen. Ook de huwelijksen aanverwante feesten-dj wordt als geval apart besproken. Daarbij komen een aantal interessante thema’s naar boven, die in het derde, kwalitatieve deel verder worden uitgelegd. Het gaat bijvoorbeeld over het onderscheid tussen mainstream en underground, het belang van techniek, het gebruik van vinyl en cd, het spelen van verzoeknummers en nog zoveel meer. Deze thema’s worden dieper behandeld in deel drie van dit onderzoek.
52
2.3. Resultaten professionele dj De groep van professionele dj’s in Vlaanderen is relatief klein. Iets minder dan zeven procent van alle dj’s verdient zijn brood met het dj’en. In dit hoofdstuk wordt de groep van professionele dj’s in detail onder de loep gelegd. De verschillen met de andere categorieën worden later in een apart onderdeel besproken. Vooreerst worden de demografische kenmerken bekeken. De Vlaamse professionele dj is zo goed als altijd een man, al spelen toch ook enkele vrouwen mee in dit mannenwereldje. Net geen 85 procent van de professionele dj’s is van het mannelijke geslacht. Voorbeelden van vrouwelijke professionele dj’s zijn dj Trish en dj Stephanie. Hoe zij de rol van vrouwen in de djwereld zien, wordt uitgelegd in hoofdstuk 3.10. Verder is de professionele dj gemiddeld 28 jaar oud. Dat dit verschilt van de andere categorieën hoeft geen betoog, maar zal later verder toegelicht worden.
2.3.1. Waar en Wanneer De professionele dj draait het vaakst op evenementen en in discotheken. 77 procent van hen draait geregeld op een evenement, 69 procent draait geregeld in een discotheek. Dit ligt voor de hand, aangezien dit de plaatsen zijn waar het meest professioneel met muziek wordt omgegaan. Verder is opvallend dat de professionele dj ook geregeld in cafés en jeugdhuizen draait (beide 61 procent) . Ze beperken zich dus niet tot discotheken of evenementen, maar draaien in feite overal waar ze gevraagd worden. Een reden hiervoor is dat ze aangesloten zijn bij een boekingskantoor. Dj Ed verklaart het als volgt: “ Een boekingskantoor dat is een goede aanvulling, dat is goed voor de jeugdhuizen, de kleinere festivalletjes. Het zijn niet altijd de leukste boekingen, maar het vormt toch een mooie aanvulling. Die overeenkomst is niet exclusief, voor de rest worden we voor de grotere dingen zelf aangesproken” (Corver, 02.05.2005). De reden waarom ze zich bij een boekingskantoor aansloten, was dus dit alternatieve aanbod. Overigens was het het boekingskantoor zelf die de dj’s aansprak en niet omgekeerd. Net geen 54 procent van deze groep gaat ook geregeld in een zaal muziek spelen. Opnieuw bewijst dit dus dat zulke dj’s overal spelen. Enkel huwelijksfeesten, jubilea en andere verwante feesten komen bij hen vrijwel niet aan bod. Slechts 7 procent draait daar geregeld. De redenen hiervoor liggen voor de hand. Een professionele dj is fulltime 53
met muziek en een aantal muziekgenres bezig. Hij beschikt dus niet over de uitgebreide en brede collectie van bekende en commerciële muziek waarover zulke dj die op huwelijks- en andere verwante feesten speelt beschikt. Het huwelijks- of verwant feest kent immers een hele andere dynamiek dan het gewone feest. De professionele dj’s die toch op zulke feesten draaien, doen dit waarschijnlijk voornamelijk als vriendendienst. Op het huwelijksfeest wordt dieper ingegaan in hoofdstuk 2.8. Aansluitend hierbij zijn de resultaten op de vraag waar de dj slechts soms gaat spelen. Hierbij blijken vooral het jeugdhuis (30 procent) en de zaalfuif (23 procent) naar voren te komen. Dit betekent dus dat de professionele dj die niet regelmatig op zulke plaatsen gaat draaien, er wel nog soms zal spelen. Het is dus duidelijk, de professionele dj draait op alle plaatsen, behalve de huwelijks- en verwante feesten. dj Raoul illustreert dit perfect: “Ik ben nu 14 jaar bezig en draai meerdere malen per weekend. Heb dan ook overal al gedraaid in België. Noem het op, ik heb er al gedraaid. Nu momenteel draai ik regelmatig in [de Gentse discotheek] Decadence bijvoorbeeld maar dat verandert regelmatig” (Belmans, 29.03.2005). Net geen 77 procent van de professionele dj’s beschikt over een residency. Een residency is een locatie waar een dj geregeld (bijvoorbeeld elke twee weken) gaat dj’en. Hij krijgt dan een soort vast contract. Een residency verdien je als dj niet zomaar. Heel wat ervaring en talent zijn vereist om aan de eisen van de eigenaar van de plaats te voldoen. Daarom draaien ook zoveel professionele dj’s een of meerdere residency’s. Zij zijn er immers al jaren mee bezig en hebben heel wat ervaring. Wanneer we kijken waar die residency’s vooral voorkomen, blijken opnieuw discotheken en evenementen het meest naar voren te komen voor de professionele dj’s. Ongeveer 40 procent van de professionele dj’s met een residency beschikken er over één in een discotheek of evenement. Een opvallend resultaat tonen echter de cafés. Daar blijken 50 procent van de dj’s uit deze groep een residency te hebben. Residency’s op zaalfuiven en in jeugdhuizen komen amper voor. Dat in cafés altijd muziek kan gespeeld worden maakt dat zij zich goed lenen tot plaatsen waar dj’s residency’s kunnen hebben. Voor een professionele dj is een residency belangrijk, maar niet het belangrijkst. Het belangrijkste voordeel van een residency is de vrijheid en mogelijkheid tot experimenteren. Ook de vaste stek, de gewaarborgde praktijk is een groot voordeel. In sommige gevallen kan een residency ook echt een grote katalysator spelen in de carrière van een dj. Zo betekende de residency van dj Starsky (samen met dj Tonic) in de Gentse discotheek “Culture Club” een belangrijke stap in de carrière van het dj-koppel. Starsky legt uit hoe 54
alles in zijn werk ging: “Plots ging alles snel en kregen we een plaats in de grote zaal van de Culture Club. Daar speelden de Dewaele Brothers niet meer en ook Mo en Benoelie speelden minder, dus ze waren op zoek naar nieuwe residents. Het bizarre was dat we daar, toen we er de eerste keer stonden, direct een residency aangeboden kregen. Na vijf platen al kwam de baas dat zeggen, we waren erg zenuwachtig en het was erg surrealistisch. Later kwamen ook grotere dingen, maar het zijn de residency’s die het echt gedaan hebben, daar hecht ik meer belang aan” (Leroux, 06.04.2005). Professionele dj’s blijken over ten lande te draaien. Net geen 77 procent van de dj’s speelt immers regelmatig dicht bij de eigen woonplaats, maar een even groot aantal speelt ook regelmatig buiten zijn eigen provincie. Iets minder, 61 procent van alle professionele dj’s speelt ook regelmatig binnen zijn eigen provincie en een even groot percentage speelt regelmatig buiten Vlaanderen. Zo speelt dj Raoul overal ter wereld. Hij was de dag van het interview net terug van de Verenigde Staten, Miami, waar hij een hele week had gedraaid en zijn eigen muzieklabel had vertegenwoordigd op de Miami Music Winter Conference (Belmans, 29.03.2005). Of een dj internationaal ook van de grond komt hangt er vooral van af of hij contacten heeft in het buitenland. Personen of boekingskantoren die de boekingen van een dj in het buitenland regelen zijn de beste manieren om ook buiten Vlaanderen of België aan het werk te kunnen. dj Ed is de enige van de professionele dj’s die werden geïnterviewd die zulke contactpersoon in het buitenland niet heeft. Zo vertelt hij: “We hebben niemand die het in het buitenland regelt, spijtig genoeg, want we draaien daarom slechts weinig buiten België” (Corver, 02.05.2005). Wanneer we kijken naar de plaatsen buiten Vlaanderen blijkt West-Europa wel het meest voor te komen. De meeste professionele dj’s draaien geregeld is in onze buurlanden Duitsland, Nederland en Frankrijk en in ons buurtaalgebied Wallonië. Enkel dj Raoul getuigde wereldwijd te draaien (Belmans, 29.03.2005). Op de vraag hoe vaak de dj gemiddeld draait, kwam het antwoord “meerdere malen per weekend het meest voor”. 70 procent van alle professionele dj’s blijkt dus een erg druk weekend te hebben. Slechts 15 procent zegt één maal per weekend te spelen en nog eens 15 procent draait enkele keren per maand. Deze resultaten zijn logisch, aangezien de professionele dj zijn brood moet verdienen met het draaien van platen en dit dus best zo vaak mogelijk kan doen. Vaak combineren dj’s zelfs twee dj-sets op verschillende locaties dezelfde avond. Zo vertelde Starsky dat hij en zijn dj-partner vaak boekingen in jeugdhuizen combineren met boekingen in discotheken. In het jeugdhuis 55
draaien ze dan rond middernacht, in de discotheek een stuk later (Leroux, 06.04.2005). Dat sommige professionele dj’s minder draaien, kan verklaard worden door het feit dat ze hun inkomsten van het draaien, combineren met hun inkomsten van het produceren van muziek. Op momenten dat ze hard bezig zijn met het maken van nieuwe muziek, kunnen ze dan het draaiwerk op een lager pitje zetten. Een andere verklaring kan zijn dat de dj aan het einde van zijn carrière komt en minder en minder boekingen aanneemt.Uiteraard zijn nog andere, persoonlijke verklaringen mogelijk. De professionele dj draait het meest voor een publiek dat 500 tot 2000 personen telt. 61 procent kruiste dit antwoord aan. Ook een publiek dat 100 tot 500 personen telt is vaak het publiek van de professionele dj (net geen 54 procent). Een publiek van meer dan 2000 personen komt weinig voor (7 procent). Professionele dj’s weten ook ongeveer voor wat voor soort publiek ze dj’en. Zo omschreef Ed zijn publiek als “het switch publiek. Die houden van elektronische dansmuziek. Dat gaat van iets commerciëler in jeugdhuizen enzovoort, tegenover iets onbekender, donkerder in clubs” (Corver, 02.05.2005). Alle drie de geïnterviewde professionele dj’s verklaarden ook over fans te beschikken. Het feit dat zij op professionele wijze met dj’en bezig zijn, is immers het gevolg van het feit dat ze vaak en op verschillende locaties mogen draaien. Dit betekent dat zij vaak en op verschillende locaties graag worden geboekt. Een logisch gevolg is dan ook dat zij een publiek, bekend status ontwikkelen, waarbij zich een groep van fans ontwikkelt. Het fanschap neemt niet dezelfde vormen aan als een rockster, maar toch getuigen professionele dj’s al van fans die hen overal volgen. Zo zegt dj Starsky: “Er is zelfs iemand die speciaal voor ons naar Parijs was gekomen,dat was erg speciaal, maar het is een heel vriendelijke gast” (Leroux, 06.04.2005). Over de publieke status van de dj buigen we ons dieper in hoofdstuk 3.3.3.
2.3.2. Inkomsten en uitgaven Professionele dj’s verdienen hun brood met het spelen van muziek. Om voldoende te verdienen, spelen ze zoals al gezegd vaak meerdere malen per weekend, maar vragen ze ook opvallend meer geld dan andere dj’s voor een dj-set. Meer dan de helft (53 procent) van de dj’s vraagt meer dan 100 euro voor 1 uur draaien. Iets minder dan 40 procent vraagt tussen 51 en 100 euro voor 1 uur dj’en. Slechts een klein aantal, net geen acht 56
procent, vraagt slechts tussen 31 en 50 euro per uur. Maar de vraagprijs is een vaag gegeven en steeds onder invloed van persoonlijke interpretatie. De ene dj vraagt een prijs per uur, de andere per set, de andere per avond. Ook laten zoals al gezegd zo goed als alle dj’s in Vlaanderen hun vraagprijs variëren. Zo ook de professionele dj. Alle professionele dj’s laten hun vraagprijs variëren en de voornaamste reden hiervoor is de grootte van het feest. Meer dan drie vierde van de professionele dj’s kruiste dit antwoord aan. Ook de inkomsten die de organisatie uit het feest zal halen en een eventuele vriendendienst worden beide door een vierde van de dj’s als mogelijke reden opgegeven. Tot slot dienen ook locaties waar de dj’s een residency hebben vaak minder te betalen, zo verklaart dj Starsky (Leroux, 06.04.2005). Wanneer een professionele dj een boeking krijgt, wordt meestal een mondelinge overeenkomst gemaakt, eventueel via e-mail bevestigd. Enkel bij grote organisaties of bij locaties waar men een vaste plaats (residency) krijgt worden schriftelijke contracten gemaakt. Bij die overeenkomsten worden vaak ook technische specificaties vermeld. Een bepaald type van cd- of platenspelers en de aanwezigheid van monitors is meestal het onderwerp van deze specificaties. Opvallend is wel dat de professionele dj’s die geïnterviewd werden hier niet al te streng in waren. Dj Ed omschrijft het als volgt: “We doen daar niet moeilijk in. Ik zou bijvoorbeeld willen vragen dat er pioneers cd-spelers staan, maar dat brengt meestal wat extra kosten mee om die apparatuur te huren, dus we doen dat niet” (Corver, 02.05.2005).
Het zijn ook enkel die grote instanties of
residency’s die per rekeningoverschrijving uitbetalen. Andere organisaties betalen meestal cash na de dj-set. Uiteraard is dit een erg subjectief gegeven en is iedereen vrij dit te organiseren zoals hij of zij wil. Dj Raoul bijvoorbeeld sluit steeds een contract af, terwijl dj’s Starsky en Ed steeds mondelinge overeenkomsten sluiten. Belangrijker is dat professionele dj’s hun brood verdienen met het dj’en en dus ook belastingen moeten betalen, net als iedere andere werkende. Een aantal juridische statuten komen daarvoor in aanmerking. De professionele dj’s uit deze interviews werken allen als zelfstandigen, al dan niet in bijberoep. Zij schrijven facturen uit en betalen op het door hen verdiende brutoloon belastingen tot ze een bepaald nettoloon overhouden. Ook gebruiken dj’s vaak de rechtsvorm van een vzw. Niet alle professionele dj’s doen beroep op de diensten van een boekingskantoor. 61 procent van de dj’s verklaarde dit te doen. Vaak zijn de boekingen via het boekingskantoor ook slechts een aanvulling bij andere boekingen, die hen rechtstreeks bereiken. Vele dj’s willen immers geen exclusiviteit aan een boekingskantoor geven, 57
zoals bijvoorbeeld dj Ed verklaarde (Corver, 02.05.2005). Anderzijds blijkt een boekingskantoor voor internationale boekingen wel meestal noodzakelijk. Zo werkt dj Raoul met een boekingskantoor specifiek voor de Verenigde Staten en één specifiek voor Europa en Azië (Belmans, 29.03.2005). Professionele dj’s verdienen heel wat geld, ze geven ook heel wat uit. Net geen 40 procent van alle professionelen geeft wekelijks tussen 51 en 100 euro uit aan nieuwe muziek. 30 procent van hen geeft wekelijks zelf tussen 101 en 250 euro uit. 23 procent geeft wekelijks tussen 31 en 50 euro uit, terwijl net geen acht procent slechts tussen 10 en 30 euro per week uitgeeft. Professionele dj’s steken dus heel wat geld in dj’en, logisch ook aangezien het hun beroep is. Dat er toch professionelen zijn die minder geld in hun beroep steken kan te maken hebben met het producerwerk dat ze eventueel hebben, waardoor ze hun dj-activiteiten op een lager pitje zetten of een eventueel nakend einde van de dj-carrière. Maar ook een verzadiging van de collectie kan een reden zijn voor minder aankopen. Tot slot gaf dj Ed nog een andere reden aan. Zijn werk bij de platenfirma News levert hem de mogelijkheid op nieuwe muziek aan groothandelprijs te kopen. Op die manier betaalt hij slechts de helft van de normale aankoopprijs (Corver, 02.05.2005). Hoe professionele
dj’s dit alles betalen ligt voor de hand. Aangezien hun dj-
inkomsten hun hoofdinkomsten zijn betalen ze hun nieuwe muziekaankopen uiteraard met het geld dat ze verdienen door te draaien. Toch zijn ook andere inkomsten voor een dj mogelijk. Zo kan hij zelf platen produceren, artikels schrijven voor een muziektijdschrift, meewerken aan een radioshow en nog zoveel meer. Zijn hoofdinkomsten haalt hij echter uit zijn dj-werk en deze inkomsten zullen dan ook het meest gebruikt worden om nieuwe muziek aan te kopen. dj Raoul illustreert dit uitstekend: “Je trekt auteursrechten bij SABAM, dat is de moeite, maar vooral een bonus. Je krijgt ook royalty’s van platenfirma’s. Rijk wordt je met die rechten niet, maar het is wel een goede bonus. Ook op compilaties verschijnen is verwaarloosbaar” (Belmans, 29.03.2005). Vermeldenswaardig is dat dj Raoul, voor het verwerken van die auteursrechten, een publisher inhuurt. Die persoon is de tussenpersoon tussen SABAM als auteursrechtenorganisatie en de dj (Belmans, 29.03.2005). Uiteraard is de situatie van de professionele dj niet te vergelijken met die van andere dj’s. Wat hij verdient met draaien en alle andere activiteiten zoals net werden opgesomd, moet hij ook gebruiken om te leven. Hij kan dus niet teren op een ander hoofdinkomen of op de hulp van ouders of een voogd, zoals de andere dj’s. 58
Uitzondering is wel dj Ed. Die koos ervoor om toch nog een extra hoofdinkomen aan te nemen. Hij werkt immers voor platenfirma News. Zijn werk ligt echter in de lijn van zijn djactiviteiten en hij verklaart ook: “Ik zou, moest ik alles in het zwart doen wel toekomen denk ik. Dan zou ik ook nog een werkloosheidsvergoeding krijgen” (Corver, 02.05.2005). Om die redenen behandelen we hem ook als professionele dj.
2.3.3. Muziek De eerste vraag omtrent muziek die aan alle dj’s werd voorgelegd was de genres die ze spelen. Hieruit conclusies trekken is moeilijk en wel om volgende redenen. Ten eerste kan men vandaag niet meer zeggen dat een dj één genre speelt. Meestal combineert de dj een aantal genres en stijlen. Daarom werden een aantal genres ook samengenomen tot allround commercieel en allround underground om het coderen te vergemakkelijken (zie hoofdstuk 2.2)). Ten tweede zijn de genres die een dj speelt sterk subjectief. Het gaat om een persoonlijke smaak. De 13 dj’s die uit onze steekproef als professioneel naar voren kwamen hebben een bepaalde smaak, die mogelijk kan verschillen van 13 andere professionele dj’s. Maar anderzijds valt wel op dat drie genres opvallend meer naar voren komen. Het gaat om house (46 procent), techno (30 procent) en hiphop en R’nB (46 procent). Naast een hele waslijst aan andere genres, blijken deze drie genres toch wel duidelijk meer vertegenwoordigd en dit kan makkelijk verklaard worden. Zoals uit de geschiedenis van de dj (zie hoofdstuk 1.3) kan afgeleid worden, speelden deze genres immers een ontzettend belangrijke rol bij de ontwikkeling van de dj. Hiphop dj’s legden de basis voor het typische gebruik van vinyl door de dj, terwijl house en techno belangrijke katalysators waren voor de ontwikkeling van de dj in de laatste decennia. Op de vraag welke media gebruikt worden kwam vinyl het meest naar voren. 92 procent van de professionele dj’s zegt vinyl te gebruiken. Maar ook de professionele dj laat de opkomst van de cd niet links liggen. Net geen 70 procent van alle dj’s gebruikt cd. Cd word vaak echter niet om dezelfde redenen als vinyl gebruikt. Zo verklaarde dj Ed dat hij enkel de cd’s gebruikt die hem toegestuurd worden door platenfirma’s en nog niet op vinyl verkrijgbaar zijn. (Corver, 02.05.2005) Opnieuw speelt Eds functie bij een platenfirma hier een grote rol. Maar ook andere dj’s kunnen zulke promo’s toegestuurd krijgen en alhoewel deze vaak op vinyl toekomen, worden cd’s voor promo’s nu ook 59
vaker en vaker gebruikt. Een andere reden om cd te gebruiken is om eigen producties te testen, zoals dj Raoul verklaarde. Raoul gaf nog een interessante reden. Hij legt het zelf als volgt uit: “Ik koop soms ook platen met een slecht stuk, bijvoorbeeld een slechte vocal en dan steek ik ze in de computer en maak ik er een edit van en brand ik die op cd” (Belmans, 29.03.2005). Tot slot gaf ook dj Starsky een interessante reden. Omwille van het groot aantal vinylplaten waarover hij beschikt en de soms verre en moeilijke verplaatsingen naar het buitenland, kopieert hij heel wat vinylplaten op cd. Op die manier vermindert het gewicht van hun platenbakken sterk en kunnen ze meer muziekstukken meenemen naar feesten (Leroux, 06.04.2005). Uiteraard kunnen dj’s cd ook gebruiken als volwaardig medium en niet zozeer als bijkomstig medium van vinyl. Dat dit weinig gebeurt bij professionele dj’s blijkt duidelijk uit de verwondering die ontstond toen de Engelse dj Dave Clarke vorig jaar besliste over te stappen van vinyl op cd. De actuele technische ontwikkelingen van die cdspelers dragen hier sterk toe bij (Topradio, 2004). Wat de voor- en nadelen zijn van beide media wordt besproken in hoofdstuk 3.7. We gaan nog even in op het gebruik van promo’s. Een promo is een verkorting van promotie en neemt de vorm aan van een cd of vinylplaat die gratis rondgestuurd wordt door een platenfirma. Doel is een nieuw muzieknummer te verspreiden bij dj’s en belangrijke personen uit de muziekindustrie en om zo na te gaan wat het potentieel van dat nummer is. dj Raoul beschrijft passend hoe deze praktijk er aan toe gaat: “Bijna elke dag krijg ik promo’s met de post. Dat is redelijk doelgericht, vroeger kreeg ik wat rommel, maar ik stuur altijd feedback en als ik dat laat weten dan sturen ze de volgende keer dat bepaald genre niet meer op. Dus dat is aanbod is meestal redelijk goed. Het zijn vaste labels waar ik dingen van krijg, 80 procent is daar dan bruikbaar van. Ik krijg die op voorhand en ze vullen mijn aankopen aan, vaak krijg ik ze maanden voor ze uit zijn”(Belmans, 29.03.2005). Promo’s vullen de aankopen van de professionele dj’s sterk aan en verminderen dus hun aankoopkosten. Vroeger werden promo’s verstuurd naar elke dj die in de Vlaamse muziekwereld iets betekende. Dat waren dan vooral professionele dj’s en in mindere mate discotheek-dj’s. Vandaag, omwille van de achteruitgang van de muziekindustrie, krijgen enkel de belangrijkste, vaak internationaal actieve dj’s promo’s in hun postbus, zoals dj Raoul. Verder worden ook computer en Mp3 en Final Scratch gebruikt door een klein aantal professionele dj’s. Beide worden door net geen acht procent van de dj’s gebruikt. Deze verdeling tussen vinyl en cd blijkt ook uit de geschatte grootte van hun collectie. De 60
professionele dj beschikt gemiddeld over 7855 vinylplaten, tegenover 1456 cd’s. Opgemerkt moet wel worden dat het voornamelijk om singlevinylplaten gaat die slechts een aantal versies van 1 nummer bevatten, terwijl cd’s vaker een 15-tal nummers bevatten. Al die vinylplaten en cd’s moeten ook ergens gekocht worden. Alle professionele dj’s kopen muziek in winkels in Vlaanderen. Vaak zijn professionele dj’s kind aan huis in zulke winkels. Ze kopen iedere week grote hoeveelheden nieuwe muziek en komen dan ook minstens wekelijks in meestal dezelfde muziekwinkel(s). Gevolg is dat ze vaak over een “bakje” beschikken waar de uitbater van de zaak een selectie van muziek volgens het genre van de dj achterlaat. Zowat alle professionele dj’s verklaren zulk “bakje” te hebben, maar dit voordeel komt hen zeker niet exclusief toe. Ook discotheekdj’s en allround-dj’s kunnen van deze service genieten. Van belang is vooral hoe vaak de dj in een bepaalde winkel komt en hoe goed hij de uitbaters kent. Maar daar laten professionele dj’s het niet bij. Het internet blijkt een tweede belangrijke bron te zijn. Het gaat dan om on-line muziekcatalogi waarbij de muziekstukken, meestal vinylplaten, thuis bezorgd worden. Een goed voorbeeld van zulke service is de website nuloop.com. 77 procent van alle professionele dj’s blijkt ook op die manier muziek aan te kopen. Online-aankopen hebben heel wat voordelen. dj Raoul (Belmans, 29.03.2005) beschrijft zulke services als globaliserend. Ze maken het mogelijk muziek te kopen vanachter de eigen computer die normaal enkel in winkels in verre landen te verkrijgen is. Ten derde zijn ook winkels in het buitenland populair bij professionele dj’s. Iets meer dan de helft van de professionelen (53 procent) koopt muziek in het buitenland. Dit gaat samen met het feit dat deze groep van dj’s ook regelmatig in het buitenland draait, zoals we al zagen. Een dj-set in het buitenland kan makkelijk gecombineerd worden met een bezoekje aan de plaatselijke platenwinkel. Op die manier breidt de collectie van de dj niet allemaal maar uit, ook zal hij veel muziek ontdekken die in eigen land niet te koop is, alhoewel dit voordeel dus met de online verkoopservices langzaam wegvalt. Tot slot houdt ook een klein aandeel van de professionele dj’s zich bezig met de aankoop van mp3 via het internet (15 procent). De professionele dj houdt zich slechts beperkt bezig met het illegaal downloaden van gratis mp3’s. Slechts 30 procent geeft toe zich hiermee bezig te houden. Het is duidelijk dat de professionele dj erg tegen de praktijk is. Vele professionelen produceren ook zelf muziek
en
verliezen
dus
aanzienlijk
wat
inkomsten
omwille
van
de
downloadproblematiek. Zo keurt dj Raoul elke vorm van illegaal downloaden af. Het 61
excuus van de dj die downloadt omdat hij een bepaald nummer anders niet kan vinden, wimpelt hij ook af. Dj’s kunnen en mogen volgens hem geen geld verdienen door het spelen van gratis gedownloade muziek. (Belmans, 29.03.2005) Ook dj Ed toont dat het een heikel thema in de professionele muziekbusiness. “Goh daar kan ik lang over babbelen” (Corver, 02.05.2005) is zijn reactie op mijn vraag. We gaan meer in detail op de problematiek in in hoofdstuk 3.8. Zo goed als alle professionele dj’s worden wel eens geconfronteerd met verzoeknummers. Of ze er ook op ingaan hangt af van de mate waarin het past in de djset. Deze resultaten zijn vertekend door het ontbreken van een antwoordcategorie in de enquête. De drie professionele dj’s die hier werden geïnterviewd verklaren allen er niet helemaal negatief tegenover te staan. Als het past zijn ze allen perfect bereid op een verzoeknummer in te gaan. Alleen past het meestal niet of zoals dj Raoul zegt “ik heb dat 9 op de 10 toch niet mee” (Belmans, 29.03.2005). Wanneer we dan kijken welke technieken het populairst zijn, beatmixen het meest populair. 92 procent van alle professionele dj’s gebruikt beatmixing. Ook samples worden door de professionele dj vaak gebruikt (Net geen 70 procent), kort gevolgd door de loop, de backspin en de effectenbox, die elk door iets meer dan 60 procent van de dj’s gebruikt worden. Tot slot wordt ook scratchen door iets minder dan de helft van alle dj’s gebruikt (46 procent). Techniek is vrij belangrijk voor de professionele dj, maar een goede platenkeuze is voor hen minstens even belangrijk. In hoofdstuk 3.3 gaan we dieper in op het belang van techniek en platenkeuze voor de Vlaamse dj. Tot slot werd gepeild naar de mate waarin de dj zijn muziek commercieel of eerder underground vindt. Net niet alle professionele dj’s vinden hun muziek zowel mainstream als alternatief, terwijl zeven procent ze puur underground vindt. Geen enkele professionele dj vindt zijn muziek puur commercieel. Ook over dit heikel thema zijn heel wat opmerkingen te geven. We gaan er dan ook dieper op in in hoofdstuk 3.6.
2.3.4. Betrokkenheid De gemiddelde leeftijd van de professionele dj is 28 jaar oud. Als we kijken hoe lang de professionele dj nu al met dj’en bezig is, blijkt dat 54 procent van de professionelen meer dan 10 jaar met dj’en bezig is. 31 procent is er al vijf tot tien jaar mee bezig, terwijl slechts 15 procent er één tot vijf jaar mee bezig is. Het is dus nu reeds duidelijk 62
dat een carrière als professioneel dj heel wat jaren ervaring vraagt. dj Raoul bijvoorbeeld begon op zijn 16de te draaien. Vandaag is hij 30 jaar oud en kan dus al op een carrière van 16 jaar terugkijken (Belmans, 29.03.2005). Verder werd nagegaan met welke andere activiteiten de professionele dj’s bezig zijn. Vooreerst peilden we in hoeverre het organiseren van feesten een belangrijke activiteit is voor de professionele dj. Hier blijkt dat iets meer dan de helft van de professionelen (54 procent) zich bezig houdt met het organiseren van feesten. Allen draaien ook zelf op hun georganiseerde feesten. Van de drie professionele dj’s die voor dit onderzoek werden geïnterviewd organiseert enkel Raoul feesten. Hij getuigt zelf: “In principe doe ik die fuiven ook niet zelf, het is [de Leuvense discotheek] Silo die dat doet. Ik beslis welke dj’s en affiche ik wil en ik verdien er niks aan, het is vooral voor de naam van het label. Ik ga ook niks helemaal zelf organiseren, daar heb ik geen tijd en zin voor” (Belmans, 29.03.2005). Het organiseren van fuiven is dus relatief gezien niet zo’n populaire activiteit bij professionele dj’s, logisch ook omdat hun professionele activiteit hen er weinig tijd voor over laat. Er moeten dus andere activiteiten zijn deze groep meer uitoefent. Eén van de meest belangrijke blijkt het producen van muziek te zijn. 92 procent van alle dj’s blijkt bezig te zijn met het maken van muziek. De verklaring hiervoor wordt door dj Starsky gegeven. Hij getuigt immers dat een dj, wil hij een bepaald extra niveau bereiken, dit enkel kan door zelf muziek te maken (Leroux, 06.04.2005). De muziekgenres waarin de professionelen muziek maken komen niet helemaal overeen met de genres die ze spelen op feesten. Daar waar vooral House, Techno en Hip Hop en R’nB populaire dj-genres waren, blijken House, Electro en Drum’n Bass de meest populaire producergenres te zijn. Dezelfde opmerkingen die we reeds maakten bij de bespreking van de dj-genres blijven hier uiteraard gelden. Als we nagaan hoeveel producties de professionele dj’s maakten, blijkt de helft van de dj’s nog slechts enkele producties op zijn naam te hebben. 17 procent blijkt er al een tiental gemaakt te hebben, terwijl 33 procent er al meer dan tien maakte. Uiteraard kwamen niet alle producties op de markt. De helft van hen slaagde er al in producties bij een label verkocht te krijgen. Hoeveel de professionele dj’s dus bijna allen bezig zijn met het maken van muziek, blijkt het niet zo makkelijk en vanzelfsprekend te zijn die muziek ook te verkopen. Waarmee is de professionele dj nog bezig? De meest populaire activiteit blijkt het meewerken aan een radioprogramma of meer algemeen het werken voor een radiozender. 61 procent van alle professionele Vlaamse dj’s houdt zich hiermee bezig. 63
Dat de feest-dj van de radio-dj stamt, zoals we zagen in het deel over de ontstaansgeschiedenis van de dj, verklaart dit resultaat. dj Starsky bijvoorbeeld legt zelf uit hoe hij meewerkt aan het Studio Brussel programma Switch: “We maken wekelijks een paar mixen, is een goed half uur muziek dat dan wordt uitgezonden tussen acht en tien uur. De vergoeding stelt niks voor, moesten ze het vragen, ik zou het voor niks doen” (Leroux, 06.04.2005). Minder populair zijn de andere activiteiten, zoals medewerking aan een internetsite gerelateerd aan dj’en (23 procent) of werken in een platen- of cdwinkel (15 procent). Veel van de activiteiten die voorkwamen in de enquête kwamen zelf niet voor in de resultaten. Het wordt zo duidelijk dat de professionele dj, die al fulltime bezig is met dj’en, daarnaast vooral zelf muziek maakt en medewerkt aan een radiostation of – programma. Ook het organiseren van feestjes houdt hem of haar in mindere mate bezig, maar verder gaat de professionele dj niet. We zullen in de volgende delen zien of de andere dj’s zich meer of minder met dj-gerelateerde activiteiten bezig houden. Maakt een professioneel dj nog reclame voor zichzelf? Hij heeft na al die jaren toch een zekere naam en een bepaald imago opgebouwd. De resultaten tonen aan dat vooral het boekingskantoor, wanneer de dj erbij aangesloten is, een belangrijke vorm van reclame is. 53 procent van de professionelen ziet het boekingskantoor immers als een vorm van reclame. Daarnaast blijkt ook de mixtape een erg aantrekkelijk vorm van reclame. 46 procent van de professionele dj’s gebruikt zulk instrument om reclame te voeren. Verder beschikt 38 procent van hen over een naamkaartje en 23 procent over een website. Het wordt verwacht dat dit laatste antwoord ondervertegenwoordigd is, omwille van het ontbreken van het antwoord “website” op de enquête. Tot slot zegt 30 procent helemaal geen reclame voor zichzelf te maken. Professionele dj’s zijn al jaren bezig, hebben al op verschillende plaatsen gedraaid en zijn vrij bekend (op hun publieke status gaan we dieper in in hoofdstuk 3.3.3). In principe hoeven ze dus nog weinig reclame te maken. Toch trachten ze zichzelf te promoten. We laten dj Ed uitleggen hoe dit in zijn werk gaat: “We promoten onszelf wel, we zijn er mee bezig, we zeggen goedendag tegen mensen die we kennen, maar we pushen onszelf niet. We zijn altijd erg met muziek bezig geweest, zo schreven we voor plastiks magazine en werkten we voor stubru bijvoorbeeld en zo wordt je naam altijd wat belangrijker” (Corver, 02.05.2005). Daarbij is een netwerk van relaties erg belangrijk. Hierop gaan we dieper in in hoofdstuk 3.2.1.
64
Tot slot gingen we ook na welke magazines en welke radioprogramma’s in verband met dj’en de Vlaamse professionele dj’s lezen en beluisteren. Net geen 70 procent leest regelmatig specifieke dj-magazines. Muziekmagazines worden door iets minder dan de helft van de dj’s gelezen (46 procent), terwijl uitgaansmagazines slechts door 30 procent van hen worden opengeslagen. Algemene magazines met muziekrubrieken worden dan weer door 61 procent van alles dj’s gelezen. Het is dus duidelijk dat professionele dj’s specifiek op zoek gaan naar dj-literatuur. Vele professionele dj’s schrijven ook voor zulke magazines. Zo schreef dj Ed jarenlang voor het muziekmagazine “Plasticks”. Het hoge resultaat voor algemene magazines met muziekrubrieken, zoals Humo, blijkt het gevolg te zijn van de algemene populariteit van zulke magazines. Ook de andere groepen dj’s, zoals we nog zullen zien, lezen zulke magazines immers ongeveer even veel. 61 procent van alle professionele dj’s luisteren ook geregeld naar radioshows gericht op het muziekgenre dat ze draaien. Dat dit cijfer niet hoger ligt kan verklaard worden door de uitzenduren van zulke shows. Die zijn immers meestal ’s nachts en in het weekend, op tijdstippen dat de professionele dj meestal achter de platen- of cdspelers staat. Ook werken, zoals we al zagen, heel wat dj’s uit deze groep, mee aan radioshows, waardoor hun behoefte om ernaar te luisteren mogelijk kleiner wordt.
2.3.5. Besluit De professionele dj draait overal, dit betekent op elke locatie (behalve huwelijks- of aanverwante feesten) en overal in Vlaanderen en zelfs erbuiten. De grote meerderheid van hen beschikt over een residency. De professionele dj draait meerdere malen per weekend, voor 100 tot 500 of zelfs 500 tot 2000 personen, waar vaak zelfs echte fans tussen zitten. Hij vraagt meestal meer dan 100 euro voor een uur draaien, al kunnen ook zijn prijzen variëren. Deze resultaten zijn alle logisch in het licht van het professionele karakter van de dj, die met zijn inkomsten niet alleen zijn muziekaankopen (die tot 250 euro per week kunnen gaan) maar ook zijn dagelijks kosten moet voorzien. De professionele dj dient dan ook belastingen te betalen en werkt meestal als zelfstandige, al dan niet in bijberoep. Vaak doet hij ook beroep op de diensten van een boekingskantoor, maar bijna nooit verleent hij zulk kantoor exclusiviteit. De professionele dj gebruikt zowel vinyl als cd en heeft een aantal eigen redenen om cd te gebruiken, zoals bijvoorbeeld het verminderen van het bagagegewicht wanneer lange 65
afstanden overbrugd moeten worden. De professionele dj is de enige die promo’s in de bus krijgt. Verder is hij vaak kind aan huis in Vlaamse platenwinkels, maar ook buitenlandse winkels en het internet (on-line met thuisverzending) zijn voor hem bronnen voor muziekaankopen. De professionele dj is resoluut tegen het illegaal downloaden van muziek van het internet. De meerderheid van de professionele dj’s maakt immers zelf muziek en is zo rechtstreeks slachtoffer van deze misdrijven. De professionele dj, die gemiddeld 28 jaar oud is, draait meestal al meer dan tien jaar. Op die manier bouwde hij veel ervaring op, een belangrijke eigenschap om het professionele karakter te kunnen bereiken. Naast het maken van muziek houdt de professionele dj zich ook bezig met radiowerk en in mindere mate met het zelf organiseren van feesten. Andere dj-gerelateerde activiteiten komen echter minder voor bij de professionele dj, omdat hij al heel wat tijd en werk steekt in zijn djactiviteiten. De professionele dj maakt vooral reclame via het boekingskantoor waar hij bij aangesloten is, via de mixtape of via een naamkaartje. Ook het opbouwen van een netwerk, waar we dieper op ingaan in hoofdstuk 3.2.1., is voor de professionele dj een belangrijke vorm van reclame. Tot slot houdt de professionele dj zich actief bezig met djliteratuur. Ook radioshows gericht op het genre dat hij draait boeit de meerderheid van de professionele dj’s. Het mag dus duidelijk zijn dat deze dj’s op een professionele manier bezig zijn met dj’en. Ze leven van het dj’en en staan er dus mee op en gaan er mee slapen. Vandaar ook dat de status van professionele dj voor vele jonge dj’s een droom is.
2.4. Resultaten discotheek-dj De discotheek-dj draait regelmatig in een discotheek. Wat is nu juist een discotheek en hoe onderscheidt het zich van de andere locaties waar feesten voorkomen? Het online etymologisch woordenboek van de Amsterdamse Universitaire pers bevestigt wat we reeds in het deel over de geschiedenis van de dj schreven. Discotheek is afkomstig van het Franse discothèque en staat voor “een nachtclub waar gedanst wordt op grammofoonplatenmuziek’ (Amsterdam University Press, 2003). Belangrijk is het gegeven nachtclub hierbij. Een nachtclub is een plaats waar op geregelde tijdstippen (meestal in het weekend en af en toe ook op weekdagen) feesten worden gehouden. Daarbij zorgt de organisatie (die ook kan samenvallen met de eigendom van de 66
nachtclub) voor de inkleding van de avond, ook dus op muzikaal gebied. Dit is het belangrijkste kenmerk dat hen onderscheidt van de zaalfuiven. In zaalfuiven wordt een zaal immers afgehuurd door een organisatie die volledig onafhankelijk van de eigenaar de avond inkleedt. Op zaalfuiven wordt in hoofdstuk 2.6 dieper ingegaan. Belangrijk is nog om op te merken dat discotheken ook als zalen kunnen doorgaan. De discotheek wordt dan verhuurd aan onafhankelijke organisaties. Meestal gebeurt dit op weekdagen, dagen dat de discotheek zelf geen feesten organiseert. Een goed voorbeeld is de discotheek “Decadence” in Gent. In het weekend kent deze discotheek zijn eigen programmatie en muzikale inkleding, maar in de week is de zaal af te huren door bijvoorbeeld studentenverenigingen voor hun studentenfeesten. Ook discotheken als Fuse te Brussel en Musicafe te Leuven werken op dezelfde manier. De groep van discotheek-dj’s is iets groter dan de groep van professionele dj’s. 35 dj’s uit de steekproef wat overeenkomt met 17,77 procent behoren tot deze categorie. In dit onderdeel leggen we hen onder de loep. De discotheek-dj is opnieuw bijna steeds van het mannelijke geslacht (97 procent). Verder telt hij een gemiddelde leeftijd van 26 jaar.
2.4.1. Waar en wanneer De discotheek-dj draait uiteraard het meest in een discotheek. Alle discotheek-dj’s draaien geregeld in een discotheek, dit was immers ook de voorwaarde om tot deze categorie te horen. Maar discotheek-dj’s beperken zich niet tot discotheken, ze draaien ook op vele andere locaties. Daarbij blijken de zaalfuiven (48 procent) en de cafés (43 procent) het meest populair. Ook evenementen (46 procent) krijgen heel wat discotheek-dj’s achter de draaitafels. Iets minder populair zijn de jeugdhuizen. Daar komt iets meer dan 30 procent geregeld de muziek verzorgen. Discotheekdj’s lijken dus net als de professionele dj, maar in mindere mate, overal te spelen. Zo verklaart dj Merdan Taplak: “Ik speel in cafés, jeugdhuizen, zalen, discotheken, en evenementen en dat één maal per weekend” (Taplak, 18.04.2005). Een diepere vergelijking komt later aan bod. 66 procent van alle Vlaamse discotheek-dj’s beschikt over een residency. Zij hebben logischerwijze ook het vaakst een residency in een discotheek. 65 procent van alle discotheek-dj’s met een residency zijn resident in de of één van de discotheken waar ze 67
draaien. Verder kunnen discotheek-dj’s nog over andere residency’s beschikken. Een vaste plaats in een café is daarbij het populairst. Net geen 40 procent van de discotheekdj’s met een residency is immers zo’n resident. Jeugdhuizen en evenementen daarentegen blijken weinig voor te komen bij de discotheek-dj’s met een residency. In beide gevallen hebben ongeveer een vijfde van de Vlaamse discotheek-dj’s er een residency. Dezelfde voordelen van een residency als bij de professionele dj’s werden ook door de discotheek-dj’s vermeld. Discotheekdj’s draaien overal in Vlaanderen. Zowel buiten de eigen provincie (63 procent) als erbinnen (69 procent) draaien discotheek-dj’s platen en cd’s. Maar buiten Vlaanderen komen ze minder aan de bak. Slechts een vierde van de discotheek-dj’s gaat ook buiten Vlaanderen muziek spelen. Vooral Nederland komt hier het meest aan bod. Dat daar dezelfde taal als hier gesproken wordt, maakt contacten en boekingen uiteraard makkelijker. Alhoewel onze andere buurlanden, in mindere mate dan de professionele dj, toch ook aan bod komen. Net niet de helft van de discotheek-dj’s (48 procent) draait gemiddeld enkele keren per maand. Iets minder dan 30 procent komt een maal per weekend aan de bak. Slechts een minderheid van 11 procent draait meerdere malen per weekend, terwijl een andere 11 procent niet meer dan één maal per maand speelt. De discotheek-dj draait dus geregeld, maar niet constant. Hij is er intensief mee bezig, maar heeft toch nog af en toe een vrije weekendavond, in tegenstelling tot de professionele dj, die er bijna altijd mee bezig is. Het publiek dat een discotheek-dj daarbij voor zich heeft, ligt in 71 procent van de gevallen tussen de 100 en 500 personen. De grootte van dat publiek hangt uiteraard voornamelijk af van de capaciteit van de discotheek en de mate waarin de discotheek gevuld is wanneer de discotheek-dj zijn ding doet. 29 procent van de dj’s draait gemiddeld voor een publiek dat tot 2000 personen reikt. Slechts vijf procent mag geregeld proeven van een publiek van meer dan 2000 personen, terwijl slechts drie procent gemiddeld voor minder dan 100 personen speelt.
2.4.2. Inkomsten en uitgaven De discotheek-dj blijkt geen overheersende vraagprijs te hebben. Drie mogelijke vraagprijzen halen immers ongeveer dezelfde resultaten. Zowel meer dan 100 euro (26 68
procent), tussen 51 en 100 euro (26 procent) en tussen 31 en 50 euro (29 procent) blijken dus veel voorkomende vraagprijzen van discotheek-dj’s te zijn. Een minderheid van 15 procent vraag tussen 21 en 30 euro en slechts 3 procent vraagt tussen 10 en 20 euro. Ook discotheek-dj’s verdienen dus best heel wat geld met draaien, maar ook zij laten allen hun prijs variëren waar nodig. De voornaamste reden hiervoor is net zoals bij de professionelen de grootte van het feest. Ook wanneer het om een vriendendienst gaat (46 procent) of afhankelijk van de afstand (34 procent) kan de prijs variëren. Zo stelt dj Thierry: “Heel moeilijk uit te leggen hoe ik dat regel. Vele mensen hebben bijvoorbeeld een dj nodig voor een uurtje of twee uren, dan moet je je verplaatsen voor korte tijd. Daar voor heb ik een vaste prijs van 100 euro per uur. Maar soms draai ik ook voor vrienden en dan wil ik het hen niet aan doen zoveel te vragen (Thierry, 30.03.2005). Een vierde van de discotheek-dj’s doet beroep op de diensten van een boekingskantoor. Het is dus duidelijk dat een boekingskantoor vooral professionele dj’s vertegenwoordigt. Ongetwijfeld spelen economische redenen hier een belangrijke rol. Voor een boekingskantoor is het niet altijd financieel interessant genoeg om ook discotheek-dj’s te vertegenwoordigen. Anderzijds willen niet alle discotheek-dj’s zich aan een boekingskantoor binden. Zo getuigt dj E-phonk: “Ik ben dat niet van plan, ik vind het veel sympathieker dat men mij zelf kan bereiken, ik hoef niemand die dat voor mij regelt” (De Vogel, 05.04.2005). Andere discotheek-dj’s zien een boekingskantoor dan weer als een mogelijke opstap naar de professionele status. Dj Merdan Taplak stelt bijvoorbeeld: “Ik ben niet bij een boekingskantoor aangesloten, maar ben dat wel van plan, is makkelijker om aan meer boekingen te geraken. Als de kans zich voordoet en ik ga zelf muziek maken en zo verder en als alles lukt, dan zeg je [tegen een professionele status] niet nee tegen natuurlijk” (Taplak, 18.04.2005). Discotheekdj’s verdienen dus een aardig centje, maar geven ook heel wat geld uit aan nieuwe muziek. 34 procent van de dj’s geeft wekelijks tussen 51 en 100 euro uit aan nieuwe muziek, terwijl 28 procent zijn uitgaven iets meer beperkt (van 31 tot 50 euro). Een vijfde van de discotheek-dj’s geeft tussen 10 en 30 euro uit aan nieuwe muziek, terwijl 17 procent tussen 101 en 250 euro uitgeven aan nieuwe muziek. Het is duidelijk dat discotheek-dj’s minder koopkrachtig zijn dan professionele dj’s, wat ook duidelijk overeenkomt met het lagere inkomen dat zij halen uit hun dj-activiteiten. Het overgrote deel van de discotheek-dj’s (86 procent) gebruikt het geld dat ze verdienen met het draaien om nieuwe muziek aan te kopen. Maar voor de discotheek-dj is dit niet voldoende. Waar de professionele dj immers al zijn inkomsten samenkomen en 69
vervolgens dient aan te wenden om nieuwe muziek te kopen en om te leven, ligt dit bij de discotheek-dj’s en andere categorieën van dj’s anders. Zij kopen nieuwe muziek aan met het geld dat ze verdienen met draaien, maar vullen dit bijna altijd aan met inkomsten uit andere bronnen. Voor de discotheek-dj is die andere bron in 54 procent van de gevallen zijn hoofdinkomen. Dit is ook logisch, aangezien de discotheek-dj zoals al gezegd een gemiddeld leeftijd van 26 jaar heeft en dus meestal al aan het werk is. Slecht in 17 procent van de gevallen doet de discotheek-dj beroep op giften van bijvoorbeeld ouders of familie en slechts in 11 procent van de gevallen doet hij beroep op inkomsten van een bijverdienste. Opnieuw is dit logisch, aangezien de discotheek-dj meestal niet meer studeert en dus grotendeels op zijn eigen benen staat. Een goed voorbeeld vinden we bij dj E-phonk. In het volgende citaat toont hij passend aan dat een discotheek-dj duidelijk andere bronnen zoekt om zijn uitgaven aan muziek te dekken en voornamelijk dan een hoofdinkomen: “ Wat ik uitgeef bleef de voorbije jaren ongeveer evenveel, sinds ik vast werk. Ervoor was dat ook al evenveel, maar toen bespaarde ik vooral op andere dingen” (De Vogel, 05.04.2005). Dj E-phonk heeft sinds hij werkt dus wat meer financiële ruimte om platen te kopen, terwijl hij vroeger zijn geld beter moest tellen. Een hoofdinkomen is dus zeker handig, maar het is ook anders mogelijk. Zo is dj Merdan Taplak nog voltijds student en betaalt hij zijn uitgaven dan ook “met geld dat ik verdien met het draaien en met een bijverdienste. Ik krijg alleszins geen geld van mijn ouders. Ik ga ook nog regelmatig wat uit buiten het draaien en dat betaal ik ook zelf, vooral met mijn bijverdienste” (Taplak, 18.04.2005).
2.4.3. Muziek De eerste muziekvraag die de dj’s werd voorgelegd peilde naar de genres die ze spelen. Twee genres kwamen hier opnieuw het meest naar boven, namelijk house (48 procent) en techno (37 procent). Opvallend is dat hip hop en R’nB hier geen hoog resultaat meer halen, in tegenstelling tot de professionele dj’s, terwijl drie andere genres, namelijk club/dance (23 procent), trance (20 procent) en drum’n bass (17 procent) hier wel opduiken. Opnieuw gelden hier de opmerkingen die al bij de bespreking van de populairste genres van de professionele dj’s gegeven werden. Op de vraag welke media worden gebruikt, blijven de resultaten dezelfde. Opnieuw is vinyl het meest populair. Bij de discotheek-dj’s haalt het zelf het maximumresultaat 70
van 100 procent. Cd’s worden daarnaast door 43 procent van de discotheek-dj’s gebruikt. Andere media kwamen bij de discotheek-dj’s niet voor. Welke media gebruikt worden is echter niet zozeer afhankelijk van de categorie, eerder van de persoonlijke keuze van iedere dj afzonderlijk. Wat de voor- en nadelen zijn van beide media wordt besproken in hoofdstuk 3.7.1. De discotheek-dj heeft gemiddeld zo een 943 cd’s en een 2688 vinylplaten. Al die muziek moet ook ergens gekocht worden natuurlijk en daarvoor doen de discotheek-dj’s voornamelijk beroep op winkels in België. 85 procent koopt immers muziek binnen de eigen landsgrenzen. 28 procent gaat die landsgrenzen ook buiten om muziek te kopen. Ook het internet met haar on-line catalogi met thuisbezorging is populair. 60 procent van de discotheek-dj’s koopt op die manier muziek. Tot slot krijgt een kleine minderheid van de discotheek-dj’s promo’s in de bus. Een exact percentage is onbekend, maar het gaat hier geschat slechts om enkele procenten. Zoals al opgemerkt zijn het immers vooral de professionele dj’s die promo’s in hun postbus krijgen. Ook aan discotheek-dj’s werd gevraagd of ze gebruik maken van programma’s om muziek gratis via het internet te downloaden. 32 procent van de discotheek-dj’s gaf toe dit regelmatig te doen. Daar waar de professionele dj’s felle tegenstanders zijn van illegale downloading, is de mening bij de discotheek-dj’s iets meer gematigd. Zo verklaart dj E-phonk waarom hij downloadt: “Voor oudere dingen die niet meer te vinden zijn en voor dingen die ik niet zou kopen en slechts eenmalig zou spelen. Van die eerste categorie, als ik die achteraf vind, dan koop ik ze absoluut” (De Vogel, 05.04.2005). Maar ook discotheek-dj’s downloaden nog niet zoveel als het derde type van dj, zoals we later nog zullen zien. De vraag naar welke technieken de dj’s het meest gebruiken is opnieuw afhankelijk van de mate waarin de dj’s techniek belangrijk vinden. In hoofdstuk 3.3 gaan we dieper in op het belang van techniek en platenkeuze voor de Vlaamse dj. De meest populaire techniek voor de discotheek-dj is opnieuw beatmixen. Alle discotheek-dj’s duidden beatmixen aan als een techniek die ze gebruiken tijdens hun djsets. Verder zijn er een aantal technieken die door ongeveer de helft van de discotheekdj’s worden gebruikt. Het gaat om de effectenbox (54 procent), de backspin (51 procent), scracthen (51 procent) en samples (45 procent). Ook de loop wordt door 37 procent van alle Vlaamse discotheek-dj’s gebruikt. Zowat alle dj’s, dus ook de discotheek-dj’s, worden geconfronteerd met verzoeknummers. De resultaten tonen aan dat iets minder dan 90 procent van de 71
discotheek-dj’s regelmatig een verzoekje voorgeschoteld krijgen. Of ze erop ingaan hangt sterk af of het nummer past in de dj-set. Zoals reeds gezegd zijn deze resultaten vertekend door het ontbreken van een antwoordcategorie in de enquête. Tot slot vroegen we de discotheek-dj’s ook waar ze zichzelf zagen staan op de as commercieel-underground. Hier tonen de resultaten dat 52 procent zichzelf zowel commercieel
als
underground
omschrijft,
terwijl
45
procent
vindt
enkel
undergroundmuziek te spelen. Slechts 3 procent omschrijft zichzelf als totaal commercieel. Interessante resultaten, die later zullen afgewogen worden met de andere categorieën.
2.4.4. Betrokkenheid Zoals we al zagen is de gemiddelde leeftijd van de discotheek-dj 26. Dit gegeven, samen met de resultaten op de vraag hoe lang de dj al draait, geven ons een betere kijk op de discotheek-dj. De resultaten tonen immers dat de discotheek-dj’s niet allemaal dezelfde anciënniteit hebben. Ongeveer een derde van de discotheek-dj’s is al meer dan tien jaar met draaien bezig, terwijl een ander derde er al vijf tot tien jaar mee bezig is en nog een ander derde een jaar tot vijf jaar draait. Het is duidelijk makkelijker in de categorie van discotheek-dj te komen dan in de categorie van professionele dj. Ook al vraagt het draaien in een discotheek ook om een zekere ervaring en muziekkennis, de status is duidelijk makkelijker en sneller verkrijgbaar dan de status van professional. Zo klaagde dj E-phonk over het feit dat sommige jonge dj’s te snel de status van discotheek-dj krijgen: “In de middenlaag kom je soms te snel. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen met driehonderd platen die daar al zitten. Dat klopt niet, dat is te snel” (De Vogel, 05.04.2005). Verder gaan we dieper in op andere activiteiten waar een discotheek-dj zich mee kan bezig houden. Vooreerst werpen we een blik op de organisatietalenten van de discotheek-dj’s. 68 procent van organiseren regelmatig feesten. Allen draaien ze ook op die feesten. Het organiseren van feesten is dus iets waar heel wat discotheek-dj’s zich mee bezig houden. dj Merdan Taplak verklaart waarom hij feesten organiseert: “Enerzijds omdat dat leuk was in onze buurt iets te hebben, om de mensen te tonen waar je mee bezig bent en anderzijds omdat het gewoon fantastisch is dingen te organiseren” (Taplak, 18.04.2005). 72
Daarnaast springen een aantal andere activiteiten in het oog. Zo houdt een vijfde van de discotheek-dj’s zich bezig met een internetsite gerelateerd aan dj’en en houdt 17 procent van de discotheek-dj’s zich bezig met flyering en medewerking aan een radiostation of een radioprogramma. Andere activiteiten als werken in een platen- of cdwinkel, een djverhuurbedrijf, een evenementenbureau, een boekingskantoor of een platenfirma komen slechts bij een zeer klein percentage van de discotheek-dj’s voor. dj E-Phonk werkt bijvoorbeeld actief mee aan Partyforum.be, een site en forum met alle info over het Belgische en internationale nachtleven en dito muziekindustrieën (De Vogel, 05.04.2005). Tot slot kijken we in hoeverre discotheek-dj’s zich bezig houden met het maken van muziek, een activiteit die de professionele dj’s erg vaak uitoefenen. 40 procent van de discotheek-dj’s blijkt zich hiermee bezig te houden. De genres die het meest geproduced worden door de discotheek-dj’s zijn dezelfde genres die door hen het meest gedraaid worden, namelijk house, techno en drum’n bass. De meeste discotheek-dj’s (58 procent) hebben slechts enkele producties op hun naam staan. 15 procent slaagde er in een tiental muziekstukken te maken, terwijl 28 procent meer dan 10 producties maakte. Uiteraard worden opnieuw niet alle producties ook op de markt gebracht. Slechts 28 procent van de discotheek-dj’s die producen slagen er ook in hun muziek aan een label te verkopen. Zoals al gezegd is producen iets waar vooral professionele dj’s zich mee bezig houden en wat vaak een opstap betekent naar die professionele status. Discotheekdj’s maken heel wat reclame voor zichzelf. Slechts 15 procent verklaart immers resoluut geen reclame te maken voor zichzelf. Een mixtape is het belangrijkste middel om reclame te maken voor de discotheek-dj’s. 62 procent van de discotheek-dj’s maakt wel eens zulke opname om zichzelf in de kijker te spelen. Dj Merdan Taplak reageert als volgt: “Ik zet vaak een mix online en informeer de mensen via mail erover. Ik zou dat later ook via een website willen organiseren (Taplak, 18.04.2005). Ook internet blijkt een belangrijke rol te spelen bij het maken van reclame. 45 procent van de discotheek-dj’s verklaart internetfora te gebruiken om reclame te maken. Ten derde zijn websites een handige manier om reclame te maken. De resultaten tonen aan dat elf procent van de Vlaamse discotheek-dj’s zulke website heeft. Dit cijfer is waarschijnlijk te laag, aangezien het keuze “website” niet voorkwam bij de antwoorden op de enquête, maar dus enkel bij de keuze “andere” kan worden ingevuld. Tot slot blijken ook een flyer (20 procent) en een naamkaartje (20 procent) en in mindere mate het boekingskantoor (17 procent) een belangrijke vorm van reclame. 73
Tot slot kijken we nog even welke media de discotheek-dj’s gebruiken om op de hoogte te blijven van de muziekgenres die zij spelen. Discotheekdj’s lezen vooral uitgaansmagazines (48 procent), algemene magazines met muziekrubrieken (40 procent) en djmagazines (37 procent). Muziekmagazines vallen minder in de smaak (23 procent), terwijl 37 procent van de Vlaamse discotheek-dj’s zegt geen magazines te lezen. 60 procent van de discotheek-dj’s luistert ook geregeld naar een radioshow gericht op het muziekgenre dat ze spelen.
2.4.5 Besluit De discotheek-dj draait logischerwijze steeds geregeld in een discotheek. Verder draait hij net als de professionele dj overal, zowel wat betreft locaties als geografisch, maar in vergelijking met de professionele dj in mindere mate. Ook in het buitenland draait de discotheek-dj, maar dan vooral in onze dichte buurlanden of in Wallonië en in mindere mate dan de professionele dj. De meerderheid van de discotheek-dj’s beschikt over een residency, vooral dan in discotheken uiteraard. Discotheekdj’s draaien enkele keren per maand tot wekelijks, ze draaien dus geregeld, maar zeker niet constant. Daarbij hebben ze meestal een publiek van 100 tot 500 personen voor zich. De discotheek-dj heeft geen overheersende vraagprijs. Hij vraagt van 31 tot zelfs meer dan 100 euro per uur. Dat geld gaat ook even snel weer buiten, aangezien hij wekelijks van 31 tot zelfs 100 euro aan nieuwe muziek uitgeeft. Hij betaalt zijn nieuwe aankopen vooral met zijn inkomsten uit het dj’en, aangevuld met het vast inkomen, logisch aangezien de discotheek-dj gemiddeld 26 jaar oud is en dus meestal een vaste job heeft. De anciënniteit van de discotheek-dj varieert sterk. Een derde van de discotheek-dj’s draait langer dan tien jaar, een ander derde draait tussen vijf en tien jaar en een ander derde draait tussen één en vijf jaar. De categorie van de discotheek-dj’s is dus duidelijk breder en makkelijker te bereiken dan de categorie van professionele dj’s. Maar men kan er dus even makkelijk in blijven plakken en nooit de professionele status bereiken. De professionele dj koopt nieuwe muziek vooral in winkels in België, aangevuld met het internet (on-line met thuisverzending) en in mindere mate met winkels in het buitenland (lees buiten Vlaanderen). Naast dj’en houdt de discotheek-dj zich ook sterk bezig met het organiseren van feesten en in mindere mate met het zelf maken van muziek. Slechts een klein aandeel van hen die muziek maken, kan deze muziek ook aan een platenfirma 74
verkopen. Wat betreft reclame zijn de mixtape en het internetfora het meest populair. De discotheek-dj leest voornamelijk uitgaansmagazines en in mindere mate djmagazines. De meerderheid van hen luistert naar een radioshow gericht op het genre dat ze draaien.
2.5. Resultaten allround-dj De allrounddj draait regelmatig in een zaal, café en/of jeugdhuis. Deze drie types van dj’s worden samen behandeld, omdat uit het onderzoek blijkt dat heel wat dj’s deze drie locaties combineren. In de methodebeschrijving (zie hoofdstuk 2.2) wordt uitgelegd hoe de categorieën werden opgesteld. Wat zijn nu juist zalen, cafés of jeugdhuizen? Vooral het begrip zaal zorgt voor wat onduidelijkheid. Bij de definiëring van een discotheek kwam het begrip zaal al aan bod. Een zaal onderscheidt zich van de discotheek in die mate dat in een zaal een onafhankelijke organisatie de locatie afhuurt en dan ook verantwoordelijk is voor de muzikale inkleding. Onder die locaties kan om het even wat vallen. Het gaat vaak om parochiezalen, leegstaande panden, schuren, hallen, … maar ook openluchtfeesten vallen hier onder. Een café is makkelijker te definiëring. Het Van Dale woordenboek omschrijft het woord “café” als volgt: “Openbaar lokaal waar men zowel koffie en thee als bier, sterke dranken en likeuren kan verkrijgen en gebruiken” (Kruyskamp, 1976, p.431). Typisch voor cafés’s is nu dat er zo goed als altijd muziek speelt. Die muziek kan simpelweg door de uitbater van het café worden verzorgd, door bijvoorbeeld een cd te laten spelen of de radio op te zetten, maar kan ook door een dj worden verzorgd. Tot slot is er het jeugdhuis. Dat wordt door Van Dale omschreven als “clubhuis voor de jeugd” (Kruyskamp, 1976, p.1085). Net als bij het café is het jeugdhuis een plaats waar vaak muziek wordt gespeeld. Dit kan nu op twee manieren in een jeugdhuis. Enerzijds zijn er caféavonden, waar het jeugdhuis dezelfde functie heeft als het café en anderzijds zijn er fuifavonden, waar het jeugdhuis dezelfde functie heeft als de discotheek of de zaalfuif. Want een jeugdhuis kan immers fuiven organiseren in eigen organisatie, zoals de discotheek of kan haar infrastructuur verhuren aan derde organisaties, zoals de zaal.
75
De groep van deze dj’s is het meest omvangrijk. 61,42 procent of 121 dj’s uit de steekproef voldoen aan de eigenschappen om als zaalfuif- café- of jeugdhuisdj omschreven te worden. Voor het gemak noemen we deze categorie de allround-dj. Daarmee doelen we op het feit dat de allround-dj dj-activiteiten in een zaal, café of jeugdhuis vaak combineert. Ook discotheek- en professionele dj’s kunnen op deze plaatsen draaien, maar zij bezitten een eigenschap die de allround-dj’s niet hebben: de discotheek-dj draait geregeld in discotheken en de professionele dj verdient zijn brood met dj’en. De allround-dj’s zijn opnieuw voornamelijk van het mannelijke geslacht. Slechts twee procent van de allround-dj’s zijn vrouwen. Verder is de gemiddelde Vlaamse allround-dj 24 jaar oud. Opnieuw een duidelijk verschil met de andere categorieën.
2.5.1. Waar en wanneer Zoals reeds gezegd combineert de allround-dj draaien in zalen, cafés en jeugdhuizen. Dit blijkt duidelijk uit de cijfers. De resultaten tonen immers dat deze drie plaatsen het vaakst door allround-dj’s bezocht worden om te draaien. Daarbij blijkt nog een klein overwicht voor de zaalfuif. 67 procent van de allround-dj’s draait immers geregeld in een zaal. 55 procent draait geregeld in een jeugdhuis, terwijl 52 procent van de Vlaamse allround-dj’s geregeld in een café draait. Ook uit het kwalitatief onderzoek blijkt dit. Zo verklaart dj Snagh: “Ik draai zowel in het jeugdhuis als in cafés en zalen, gemiddeld drie keer per maand. Het is eigenlijk best aangenaam op verschillende locaties te mogen draaien, ze hebben elk hun eigen voordelen” (Hans, 16.04.2005). Verder draaien net geen 15 procent van alle allround-dj’s geregeld op een evenement en 12 procent draait geregeld op een huwelijks- of verwant feest. In discotheken draaien de allround-dj’s niet geregeld, anders zouden ze niet in deze categorie zitten. Maar het is ook niet zo dat allround-dj’s nooit in discotheken draaien. Hiervoor is de vraag waar de dj soms draait van belang. Uit de resultaten blijkt dat 14 procent van de allround-dj’s soms in een discotheek gaat draaien. Al bij al draait de allround-dj’s dus weinig in discotheken of andere plaatsen buiten de zaal, het café of het jeugdhuis. Uiteraard zijn er heel wat zalen, cafés en jeugdhuizen in Vlaanderen. Aan djmogelijkheden dus geen gebrek voor deze groep.
76
Net niet de helft, 45 procent, van de allround-dj’s bezit een residency. Die residency’s verspreiden zich logischerwijze ook over de plaatsen waar de allround-dj het vaakst draait, de zaal (22 procent van de allround-dj’s met een residency), het café (40 procent van de allround-dj’s met een residency) en het jeugdhuis (50 procent van de allround-dj’s met een residency). Het blijkt dus dat residency’s in zalen weinig voorkomen, in cafés al iets meer en het meest in jeugdhuizen. Allrounddj’s draaien meestal dicht bij de eigen woonplaats. 76 procent van de Vlaamse allround-dj’s verklaarde immers in het eigen dorp of de eigen stad te draaien. 42 procent van hen gaat ook geregeld buiten de eigen woonplaats, maar binnen de eigen provincie draaien. Nog slechts een vierde van hen gaat ook buiten de eigen provincie draaien, maar blijft binnen Vlaanderen, terwijl slechts 7 procent ook buiten Vlaanderen draait. Hierbij zijn onze dichte buurlanden Nederland en Duitsland het meest populair, samen met uiteraard het aangrenzend taalgebied Wallonië. De allround-dj draait meestal enkele keren per maand. 41 procent verklaarde immers aan die frequentie te draaien. Slecht een tiende van de allround-dj’s draait een maal per weekend en een twintigste draait zelfs meerdere malen per weekend. Net geen vijfde van de Vlaamse allround-dj’s draait slechts één maal per maand en 24 procent draait slechts enkele keren per jaar. Voor de allround-dj’s is draaien dus een hobby, maar geen heel intense. Ze hebben nog geregeld een avond of zelfs een heel weekend vrij. Zo vertelt dj Gijs: “Ik kan niet zeggen dat ik daar elke week met de volledige goesting sta, ik wil er alleszins niet mijn beroep van maken, het blijft een hobby” (Vranckaert, 10.04.2005). Toch niet iedereen koestert deze jongensdroom blijkbaar. 66 procent van de allround-dj’s verklaarde voor een publiek van 100 tot 500 personen te spelen. Net geen 30 procent verklaarde voor een publiek van minder dan 100 personen te spelen. Dit komt overeen met het gemiddelde publiek dat naar een zaal, café of jeugdhuis komt. Waar een café vaak niet meer dan 100 bezoekers telt, zullen zalen of jeugdhuizen makkelijker zoveel of meer bezoekers hebben. Slechts 7 procent draait voor een publiek van 500 tot 2000 personen. Het gaat hierbij voornamelijk om grote zaalfuiven of evenementen.
77
2.5.2. Inkomsten en uitgaven 30 procent van de allround-dj’s vraagt voor een uur draaien 21 tot 30 euro. 17 procent vraagt tot 50 euro, terwijl nog 12 procent zelfs tussen 51 en 100 euro vraagt. Net geen vijfde van de allround-dj’s vraagt tussen 10 en 20 euro en 15 procent vraagt zelfs minder dan tien euro. Een prijs van 25 euro per uur is dan ook een prijs die vaak uit de interviews naar voor kwam. Net zoals bij de andere dj’s, kan ook voor de allround-dj’s deze prijs variëren. 95 procent verklaarde zijn prijs te laten variëren en twee redenen blijken daarvoor het meest belangrijk. Ten eerste passen 44 procent van de allround-dj’s hun prijs aan wanneer het vrienden of kennissen zijn die het feest organiseren. Ten tweede laat 42 procent van de allround-dj’s zijn prijs variëren afhankelijk van de grootte van het feest. 16 procent vindt ook het tijdstip en de lengte van de dj-set belangrijk. Voor het regelen van hun zaken doen slechts weinig allround-dj’s beroep op de diensten van externen, zoals een boekingskantoor. Een minderheid van drie procent verklaart aangesloten te zijn bij een boekingskantoor. De allround-dj regelt dus voornamelijk zijn zaken zelf. De allround-dj zal zijn verdiende geld steeds bijna helemaal opnieuw in nieuwe muziek investeren en dit vaak zelfs met verlies. dj Klaas vertelt bijvoorbeeld: “Ik steek alles wat ik verdien met het draaien in nieuwe muziek, maar ik denk dat als ik echt goed ga rekenen da ik er zeker verlies op zal maken, dat ik er zelf geld zal insteken” (De Coster, 15.04.2005). De helft van de allround-dj’s geeft wekelijks tien tot 30 euro uit aan nieuwe muziek. Slechts zes procent geeft minder dan 10 euro per week uit. Een vijfde van de allround-dj’s geeft wekelijks 31 tot 50 euro uit aan nieuwe muziek, terwijl 16 procent tussen 51 en 100 euro uitgeeft. Aangenomen wordt dat wie meer uitgeeft, ook meer verdient met het draaien, al kunnen en moeten andere inkomsten de nieuwe muziek vaak mede bekostigen. Naast het geld dat men verdient met het draaien zelf, dat door 58 procent van alle Vlaamse allround-dj’s wordt gebruikt om hun nieuwe aankopen te betalen, worden ook giften (34 procent), een bijverdienste (33 procent) en de hoofdverdienste (28 procent) als inkomsten gebruikt. De allround-dj verdient dus met het draaien zelf niet voldoende om al zijn nieuwe muziek aan te kopen, maar gebruikt vaak nog andere bronnen. Zo vertelt dj Noisy Volpex: “Met mijn hoofdverdienste betaal ik mijn aankopen, want ik heb niet genoeg met wat ik verdien van te draaien. Het is een hobby in feite zoals iemand anders veel geld in zijn auto steekt bijvoorbeeld” (Volpex, 17.03.2005).
78
2.5.3. Muziek Opnieuw gelden dezelfde opmerkingen die we al maakten bij de bespreking van de meest populaire genres van de professionele en discotheek-dj. Opvallend is dat opnieuw twee genres als meest populair naar voor komen bij de allround-dj’s, namelijk techno (33 procent) en house (25 procent). Ook club en dance blijken populaire genres voor de allround-dj’s, want worden door 16 procent van hen gespeeld. Andere genres halen opnieuw te kleine scores om te vermelden, wat in de lijn ligt van de opmerking dat vele dj’s vandaag heel wat verschillende genres combineren. Wat betreft de gebruikte media blijkt vinyl ook bij de allround-dj’s het meest populair. 92 procent van alle Vlaamse allround-dj’s gebruikt vinylplaten tijdens zijn djsets. Iets meer dan de helft van de allround-dj’s (55 procent) gebruikt cdspelers. Andere media halen lage scores. Final Scratch en mp3 worden door slechts een twintigste van alle allround-dj’s gebruikt. Wanneer we kijken waar de allround-dj’s hun muziek aankopen, blijken ze zowat allemaal geregeld in een Belgische winkel te kopen. 95 procent kruiste immers dat antwoord aan op de enquête. 56 procent koopt ook online aan, waarbij de muziek thuis wordt bezorgd. Iets meer dan een vijfde van de allround-dj’s (22 procent) koopt muziek in het buitenland. Maar muziek wordt vandaag niet alleen meer aangekocht maar ook illegaal en gratis gedownload. Net niet de helft van de allround-dj’s (47 procent) downloadt wel eens op die manier muziek van het internet. Een allround-dj, die omwille van de gevoeligheid van het onderwerp anoniem wenst te blijven vertelt het volgende: “Voor ik naar een fuif vertrek brand ik vaak nog een cd met de laatste nieuwe muziek, die ik dan opzoek op internet” (anoniem, z.d.). Dit alles maakt dat de allround-dj gemiddeld over 488 cd’s en 867 vinylplaten beschikt. Zij die met de computer en mp3 draaien beschikken gemiddeld over 3383 mp3’s en zij die met final scratch draaien beschikken gemiddeld over 3175 nummers. Die laatste cijfers zijn niet representatief, omwille van de minieme minderheid die slechts met mp3 en final scratch speelt. Wanneer we kijken welke technieken door hen het meest gebruikt worden, komt opnieuw het beatmixen als populairste techniek naar voor. 95 procent van de allrounddj’s verklaarde deze techniek te gebruiken. Vervolgens halen een aantal technieken interessante resultaten. Zowel de backspin (67 procent), als de scratch (56 procent), 79
waarbij telkens de vinylplaat met de hand bewerkt wordt, zijn erg populair. Tegenwoordig beschikken de nieuwste cd-spelers trouwens ook over dezelfde functies. Ook samplegebruik (42 procent), de effectenbox (31 procent) en de loop (28 procent) vallen in de smaak bij een deel van de allround-dj’s. Op het belang van techniek voor de dj gaan we dieper in in hoofdstuk 3.3. Verder gingen we na in hoeverre de allround-dj’s geconfronteerd worden met verzoeknummers. 92 procent van hen verklaarde regelmatig een verzoekje te krijgen. Opnieuw zal de dj erop in gaan wanneer het past in zijn set. Een exact percentage kan hier echter niet worden gegeven, aangezien de antwoordcategorie “soms, als het in mijn set past” ontbrak op het enquêteformulier. Tot slot vindt de allround-dj zich meestal zowel een underground als commercieel dj. 70 procent van de allround-dj’s verklaarde immers zowel bekendere als minder bekende muziek te spelen. 23 procent stelt enkel alternatieve muziek te spelen, terwijl slechts 7 procent stelt enkel commerciële muziek te spelen. Kris Renton vertelt in dit verband: “Ik bevind me tussen de twee. Ik vind commerciële muziek, muziek die gemaakt wordt om te verkopen en meestal vind ik die muziek niet goed gemaakt. Je hebt ook commerciële muziek dat wel goed gemaakt is en dat draai ik wel. Zoals bijvoorbeeld Michael Jackson. Dat is ook commercieel, maar is toch goed gemaakt” (De Smedt, 21.07.2005).
2.5.4. Betrokkenheid Zoals we al zagen is de gemiddelde allround-dj 24 jaar oud. Dit weerspiegelt zich ook in de resultaten op de vraag hoe lang de dj al draait. De meerderheid (51 procent) draait immers al één tot vijf jaar. Net geen 30 procent draait al langer dan vijf jaar, maar minder lang dan 10 jaar. Tien procent draait minder dan één jaar, terwijl 8 procent al langer dan 10 jaar draait. De allround-dj is dus jonger dan de andere categorieën en heeft bijgevolg ook minder ervaring. In hoeverre houdt hij zich nu bezig met djgeralteerde activiteiten? Vooreerst kijken we hoeveel allround-dj’s zich bezig houden met het organiseren van feesten. 63 procent van houdt zich hiermee bezig. Organiseren is dus een dj-gerelateerde activiteit die heel wat allround-dj’s bezig houdt. Zo goed als alle allround-dj’s draaien ook zelf op hun feesten. Slechts vier procent verklaarde dit niet te doen. Dj Noisy Volpex is al een ancien wat betreft feestjes organiseren: “Ik ben 80
medeorganisator van Bass-XL. Ik organiseer al van mijn 17 jaar feestjes. Ik ben daar mee begonnen omdat ik ook zelf begon te draaien en mijn eigen feestjes wilde maken” (Volpex, 17.03.2005). Verder is het maken van muziek de meest populaire activiteit. 37 procent van alle allround-dj’s maakt zelf muziek. Opnieuw zijn techno (24 procent) en house (22 procent) het meest populair, maar ook trance (22 procent) en hip hop en R’nB (18 procent) blijken erg populair als producegenre voor de allround-dj’s. Uitzonderlijk is de hoge score voor drum’n bass en jungle (31 procent). Mogelijk houden vele dj’s zich met deze muziekstijl bezig, maar verwacht wordt dat voornamelijk toeval hier aan het werk is, vooral dan omdat genres erg subjectieve gegevens zijn en dat een andere groep van allround-dj’s die zelf muziek maken waarschijnlijk een andere smaak zou hebben. Slechts een vijfde van de allround-dj’s die zelf muziek maken, krijgen hun muziek ook aan een platenfirma verkocht. De helft van de producers uit deze categorie blijkt overigens nog maar enkele producties op zijn naam te hebben. Een tiende van hen maakte er al een tiental, terwijl 40 procent al meer dan tien producties op zijn naam heeft. Andere populaire activiteiten onder de allround-dj’s zijn flyering (25 procent), medewerking aan een radiostation of –programma (16 procent) en medewerking aan een internetsite gerelateerd aan dj’en (15 procent). De allround-dj maakt graag reclame voor zichzelf. Slechts iets meer dan een vierde (26 procent) van de dj’s zegt immers expliciet geen reclame voor zichzelf te maken. Verder zijn een aantal middelen om reclame te maken erg populair onder de allrounddj’s. Vooreerst is de mixtape erg populair. 58 procent van de Vlaamse allround-dj’s maakt zulke demo om zichzelf te promoten. Daarnaast zijn ook de internetfora (44 procent) en de flyer (16 procent) erg populaire reclamemedia. Slechts 3 procent zou over een website beschikken om zichzelf te promoten, maar dit cijfer moet sterk onderschat zijn, aangezien de categorie “website” niet als vast antwoord op de enquête vermeld stond, maar zelf door de dj bij “andere” moest worden ingevuld. Tot slot gingen we ook bij de allround-dj’s na welke gedrukte en auditieve media in verband met dj’en zij gebruiken. Wat betreft magazines blijken dj- (24 procent) en muziekmagazines (16 procent) minder populair te zijn dan uitgaans- (47 procent) en algemene magazines met muziekrubrieken (56 procent). Een vierde van de dj’s verklaart geen magazines te lezen. 66 procent van de Vlaamse allround-dj’s verklaart geregeld een radioshow te beluisteren gericht op het muziekgenre dat hij speelt. 81
2.5.5. Besluit De groep van allround-dj’s is de meest omvangrijke groep, opnieuw voornamelijk mannelijk. Het zijn allround-dj’s omdat ze regelmatig in cafés, jeugdhuizen en zalen dj’en. Net niet de helft van de allround-dj’s beschikt over een residency, vooral dan in jeugdhuizen en cafés en in mindere mate in zalen. De allround-dj draait voornamelijk dicht bij zijn eigen woonplaats en enkele keren per maand. Het is dus eerder een hobby en duidelijk een veel minder intens gebeuren dan voor de discotheek-dj. De allround-dj draait voor een publiek van 100 tot 500 personen en verdient meestal tussen 21 en 30 euro voor een uur dj’en. Hij regelt daarbij zijn zaken zelf en moet bij het aankopen van nieuwe muziek vaak beroep doen op extra inkomsten uit giften, een hoofd- of een bijverdienste, omdat het geld dat hij verdient met het dj’en niet voldoende is. Hij geeft meestal wekelijks tussen 10 en 30 euro uit aan nieuwe muziek. Hij gebruikt zowel vinyl als cd die hij voornamelijk aankoopt in Vlaamse winkels. Een kleine minderheid koopt ook on-line met thuisverzending muziek aan en nog een kleinere minderheid koopt muziek buiten Vlaanderen. De allround-dj is de categorie die het vaakst muziek downloadt. Net niet de helft van hen geeft toe muziek illegaal te downloaden. Mogelijk ligt dit cijfer in realiteit nog veel hoger, rekening gehouden met de sociale onwenselijkheid van deze vraag. De allround-dj is gemiddeld 24 jaar oud en draait meestal al één tot vijf jaar, wat betekent dat hij niet zo veel ervaring heeft als de discotheek- of de professionele dj. Afgeleid hieruit kan ook worden dat de meeste dj’s, wanneer ze beginnen met dj’en ongeveer één jaar bedroomdj blijven, tot ze de status van allround-dj aannemen. Allrounddj’s houden zich sterk bezig met organiseren van feesten. In mindere mate maken ze ook zelf muziek, waarbij slechts een minderheid zijn muziek ook aan een platenfirma verkocht krijgt. Drie vierden van de allround-dj’s maken reclame voor zichzelf, waarbij vooral de mixtape en internetfora populair zijn. dj’s lezen niet vaak gespecialiseerde djmagazines, veeleer uitgaansmagazines, maar de meerderheid van de allround-dj’s luistert wel naar een radioprogramma gericht op het genre dat hij speelt.
82
2.6. Vergelijking tussen de verschillende categorieën In dit deel worden de drie groepen, de professionele dj, de discotheek-dj en de allrounddj, met elkaar vergeleken. De vierde groep, de huwelijks- en verwante feesten-dj wordt hier niet besproken. Hij heeft immers een apart karakter en verschilt in zulke mate van de andere dj’s dat hij in een apart hoofdstuk wordt besproken. Voor elke onderdeel van de kwantitatieve analyse zullen de drie verschillende groepen naast elkaar gelegd worden, waarbij ook steeds op zoek gegaan wordt naar redenen voor de eventuele verschillen of gelijkenissen. De dj-gemeenschap is een echte mannenwereld. Bij zowel de allround-dj’s als de discotheek-dj’s blijken op enkele procentpunten na alle dj’s mannelijk. Bij de professionele dj’s blijkt 15 procent van het vrouwelijk geslacht te zijn. De verschillen zijn hier voornamelijk te wijten aan de omvang van de groep van professionele dj’s in de steekproef. Slechts zeven procent van alle dj’s zijn immers professionelen. Indien een grotere groep professionelen onderzocht zou worden, zou de verhouding tussen de geslachten bijna volledig in het mannelijk voordeel uitvallen. Dat de djwereld een mannenwereld is hoeft dus geen betoog, wat de positie van de vrouw hierin wordt besproken in hoofdstuk 3.10. De gemiddelde leeftijd van de Vlaamse dj in het algemeen is 24 jaar. Dat is ook de gemiddelde leeftijd van de allround-dj. De discotheek-dj is gemiddeld 26 jaar oud, terwijl de professionele dj nog twee jaar ouder is. Het is dus duidelijk dat hoe hoger de categorie, hoe meer ervaring en hoe langer de dj bezig is met draaien. We gaan hier later nog dieper op in. Vooraleer we dit deel beginnen, dient nog een belangrijke opmerking te worden gemaakt. De verschillen die gevonden worden tussen de types van dj’s en de verschillende plaatsen waar ze draaien mogen nooit rechtlijnig worden gezien. Ze moeten steeds gerelativeerd worden. Niet elke dj uit dezelfde categorie is immers op dezelfde manier met draaien bezig. Vooral het subjectieve karakter van muziekgenres en het onderscheid tussen mainstream en underground komen hierbij boven. Een voorbeeld zal veel verduidelijken. Zo kan er een allround-dj zijn die in een undergroundcafé muziek draait en dus tot de categorie van allround-dj behoort, maar op een andere manier met muziek bezig is dan de allround-dj die in een commercieel danscafé muziek speelt. Het onderscheid commercieel-mainstream komt zo ook naar voren in het beleid van de zaak. Het ene café wil bijvoorbeeld alleen een goed feest en 83
is weinig geïnteresseerd in de muziek die daarvoor gespeeld wordt, als er maar gedanst wordt en zal daarvoor de laatste dj vragen. Een andere café kan daarentegen eerder goede muziek willen laten horen en dus eerder een streng muziekbeleid voeren en de eerste dj uit het voorbeeld vragen. Op deze materie wordt nog verder ingegaan in hoofdstuk 3.6.
2.6.1. Waar en wanneer Wanneer we kijken waar de verschillende types van dj’s regelmatig draaien, vallen eerst een aantal logische zaken op. Zo draaien alle discotheek-dj’s in discotheken, aangezien dit de eigenschap is om lid te kunnen uitmaken van de categorie discotheek-dj. Een gevolg daarvan is dat geen enkele allround-dj draait in een discotheek, toch niet op regelmatige basis. Verder valt het op dat professionele dj’s overal draaien. Een groot aantal van hen spelen immers zowel in cafés, jeugdhuizen, zaalfuiven, discotheken en op evenementen. Enkel huwelijksfeesten laten ze aan zich voorbij gaan. Dit is duidelijk niet het geval bij de andere dj’s. De discotheek-dj draait, zoals zijn naam doet vermoeden, vooral in discotheken en in mindere mate ook in zalen, cafés, op evenementen en in jeugdhuizen. Hij draait dus ook overal, maar in mindere mate dan de professionele dj. Een allround-dj ten slotte draait amper in discotheken, zeker niet op geregelde basis en draait evenmin vaak op evenementen. Enkel in cafés, jeugdhuizen en in zalen gaat dit type dj vaak draaien. Logisch, want die eigenschap is noodzakelijk om deel te kunnen uitmaken van deze categorie. Huwelijksfeesten zijn weinig populair in geen enkele van de categorieën. Het is vooral de huwelijksfeest-dj als aparte categorie die zich hiermee bezig houdt. Maar ook andere dj’s kunnen dj’en op een huwelijks- of verwant feest. Daarbij valt op dat de discotheek-dj niet en de professionele dj en de allround-dj weinig dj’en op zulke feesten. Daarbij kunnen we zeggen dat het vooral dj’s zijn die meer naar de mainstream neigen die zich met zulke feesten bezig houden. Zij passen immers het best in het feestbeleid dat bij zulke huwelijks- of aanverwante feesten gevoerd wordt. Over mainstream en een feestbeleid wordt meer uitleg gegeven in hoofdstuk 3.6. Over huwelijks- en aanverwante feesten wordt meer uitleg gegeven in hoofdstuk 2.8. Tot slot valt op dat hoe hoger de categorie, hoe meer de dj op een evenement draait. De reden hiervoor ligt in de grootse opzet van een evenement. Meer uitleg daarover wordt gegeven in de methodesectie (hoofdstuk 2.2) van dit onderzoek. 84
Figuur 1. Waar de dj geregeld draait, 169 dj’s, januari 2005 Waar 100 80 procent
cafe
60
jeugdhuis
40
huwelijk
20 0
zaalfuif professionele discotheekdj Dj
allrounddj
discotheek evenement
Type dj
Verder gaan we dieper in op de residency’s. Bij de professionele dj’s beschikt net geen 77 procent over een residency, bij de discotheek-dj’s is dat 66 procent en bij de allround-dj’s gaat het om 45 procent van de dj’s. Het is dus duidelijk dat hoe hoger het type, hoe vaker een residency voorkomt. Dit kan makkelijk verklaard worden. Zoals we nog zullen zien stijgt immers ook de anciënniteit en dus ook de ervaring met het type dj. En hoe meer ervaring, hoe groter de kans om als resident te mogen draaien, al geldt deze regel niet overal. Sommige residency’s kunnen immers ook handig zijn om ervaring op te doen, zoals dj Harryson getuigde (De Winde, 04.04.2005). Ook bepaalt, zoals al opgemerkt, het muziekbeleid van de zaak of de muziek of het feest primeert. Wanneer de muziek primeert, zal de ervaring een grotere rol spelen voor het toekennen van de residency. Wanneer echter het feest primeert, is de stap naar een minder geroutineerde dj sneller gemaakt. Verder is ook duidelijk dat de plaatsen waar de verschillende types van dj’s het vaakst een residency hebben erg overeen met de plaatsen waar zij regelmatig draaien (zie figuur 1). Voor de professionele dj gaat het om de discotheek en het evenement, voor discotheek-dj om de discotheek en in mindere mate het evenement en de zaalfuif en voor allround-dj’s om het jeugdhuis, het café en ook de zaalfuiven. Opvallend is dat het café voor alle drie de groepen een groot aantal residency’s oplevert. Dit heeft te maken met het karakter van een café. Een café kan immers iedere avond muziek brengen en kan daarbij zo vaak als het wil een dj of een computer inzetten. Café’s bieden dus meer mogelijkheden tot een residency dan de andere plaatsen.
85
Figuur 2. Waar de dj een residency heeft, 169 dj’s, januari 2005
Waar resident 70 60 50 40 Procent 30 20 10 0
cafe jeugdhuis huwelijk zaalfuif discotheek professionele Dj
discotheekdj
evenement
allrounddj
Type Dj
Zoals al bleek uit de beschrijving van de plaatsen waar de dj’s draaien, blijkt hier opnieuw dat de professionele dj’s overal draaien, niet alleen in alle verschillende soorten locaties, ook overal ten lande en zelfs buiten Vlaanderen. Ook de discotheek-dj draait overal in Vlaanderen, maar minder erbuiten. De allround-dj draait dan weer vooral dicht bij zijn eigen woonplaats. Hoe verder echter de locatie, hoe minder de allround-dj er draait. Dit maakt dus duidelijk dat hoe hoger het type dj, hoe meer men gevraagd wordt en hoe meer bekendheid men heeft over heel Vlaanderen. Figuur 3. Waar de dj draait uitgedrukt in afstand, 169 dj’s, januari 2005 Afstand 80 70 60 50 Procent 40 30 20 10 0
dicht bij de woonplaats verderaf, maar binnen eigen provincie buiten eigen provincie professionelediscotheekdj allrounddj Dj
buiten Vlaanderen
Type Dj
Hoe hoger het type dj, hoe meer bekend men is over heel Vlaanderen en ook hoe vaker men draait. Zoals de volgende grafiek aantoont draaien professionele dj’s
86
duidelijk vaker dan discotheek-dj’s, die op hun beurt duidelijk ook frequenter dj’en dan de allround-dj’s. Al is het laatste verschil meer beperkt dan het eerste. Figuur 4. Hoe vaak draait de dj gemiddeld: 169 dj’s, januari 2005 Hoe vaak 70 60 50 40 Procent 30 20 10 0
enkele keren per jaar 1 keer per maand enkele keren per maand een maal per weekend professionele discotheekdj Dj
allrounddj
meerdere malen per weekend
Type Dj
Verder gingen we na hoe groot het publiek is waarvoor de dj speelt. De resultaten tonen duidelijk aan dat hoe hoger het type dj, hoe groter het publiek is waarvoor men speelt, waarbij een publiek van 500 tot 2000 personen sterk daalt naargelang de categorie lager wordt. Een publiek van 100 tot 500 personen geeft echter andere resultaten. Dit blijkt immers zo goed als even hoog te liggen in de drie categorieën. Een ongeveer even groot aandeel uit elke groep speelt dus voor een publiek van 100 tot 500 personen. Dit kan makkelijk verklaard worden. Een publiek van 100 tot 500 personen is immers een publiek dat gemiddeld het vaakst voorkomt, zowel in discotheken, zaalfuiven als jeugdhuizen. Enkel in cafés kan mogelijk vaker een publiek van minder dan 100 personen voorkomen, vandaar ook dat bij de allround-dj zulk publiek hoger vertegenwoordigd is. Op evenementen kan vaker een publiek hoger dan 2000 personen voorkomen, vandaar ook dat zulk publiek vaker bij de professionele dj’s voorkomt. Exacte algemene cijfers over het gemiddeld aantal bezoekers van cafés, jeugdhuizen, zaalfuiven, discotheken en evenementen zijn er niet, het gaat hier dus om schattingen.
87
Figuur 5. Het gemiddelde publiek van de dj, 169 dj’s, januari 2005
Publiek 80 70 60 50 Procent 40 30 20 10 0
minder dan 100 Tussen 100 en 500 Tussen 500 en 2000 Meer dan 2000 professionele discotheekdj Dj
allrounddj
Type Dj
2.6.2. Inkomsten en uitgaven In dit deel bekijken we de economische verschillen tussen de drie groepen van dj’s. Het eerste financiële aspect is de vraagprijs.
De grafiek maakt snel duidelijk dat de
professionele dj heel wat meer vraagt dan de twee andere categorieën. De meerderheid van de professionelen vraagt immers meer dan 100 euro per uur. Een groot deel van hen vraagt ook tussen 51 en 100 euro per uur. Het is dus duidelijk dat allen uit deze categorie heel wat geld vragen. Die eensgezindheid ontbreekt in de andere categorieën. Daar waar de meeste discotheek-dj’s nog steeds heel wat geld zullen vragen, steeds meer dan 21 en in de meeste gevallen zelfs 31 euro en vaak ook meer dan 100 euro, zal de allround-dj van helemaal niets tot 100 euro vragen. Meer dan 100 euro wordt door de allround-dj weinig gevraagd. Bij de professionelen is het dus duidelijk dat veel geld moet betaald worden om hen aan het draaien te krijgen, terwijl het bij de discotheek en de allround-dj meer variabel is. De ene vraagt veel, de andere minder. Ook binnen de categorieën kunnen dus waarschijnlijk nog opsplitsingen worden gemaakt, maar dat is stof voor een eventueel vervolgonderzoek.
88
Figuur 6. De vraagprijs van de dj per uur, 169 dj’s, januari 2005
Vraagprijs per uur 60 50 40 Procent 30 20 10 0
Minder dan 10 euro Tussen 10 en 20 euro Tussen 21 en 30 euro Tussen 31 en 50 euro Tussen 51 en 100 euro professionele discotheekdj allrounddj Dj
Meer dan 100 euro
Type Dj
Overigens hebben weinig dj’s een vaste prijs, maar laten ze die steeds variëren. Zowel alle professionele dj’s als alle discotheek-dj’s passen hun prijs aan op basis van een aantal factoren. 95 procent van de allround-dj’s doet hetzelfde. Dit verschil is verwaarloosbaar. Bij alle dj’s leeft immers de democratische ingesteldheid dat niet alle organisaties evenveel geld gevraagd moet worden en ze houden daarom rekening met een aantal omstandigheden. De belangrijkste factoren zijn zoals we al zagen de grootte van de fuif, de afstand en of het om een vriendendienst gaat. Hierbij zetten we deze factoren even tegen over elkaar. De grootte van de fuif speelt vooral een rol bij de professionele en discotheek-dj en in mindere mate bij de allround-dj. De afstand speelt vooral een rol bij de discotheek-dj. Of het om een vriendendienst gaat is dan weer vooral belangrijk voor de discotheek-dj. Dit ligt in de lijn van de vorige bevindingen. De professionele dj is als een vakman bezig en laat zijn prijs vooral van formele kenmerken als de grootte van de fuif afhangen. Andere dj’s kunnen makkelijker vriendendiensten presteren en hun vraagprijs dus ook van informele kenmerken laten afhangen.
89
Figuur 7. De redenen voor variatie van de vraagprijs, 169 dj’s, januari 2005
Redenen variatie vraagprijs 80 60 Procent 40
vriendendienst
20 0
afstand grootte professionele discotheekdj Dj
allrounddj
Type Dj
Zoals te voorspellen was, gebruikt vooral de professionele dj het boekingskantoor. Slechts een vierde van de discotheek-dj’s doet er een beroep op en slechts enkele allround-dj’s zijn bij zulke organisatie aangesloten. Het boekingskantoor hoort dus bij de professionaliteit van de professionele dj. Hij hoger de dj, hoe meer hij beroep zal doen op de diensten van zulk kantoor. Hij draait immers veel vaker dan de andere types en kan dus best wat hulp gebruiken bij onder andere het verwerken van zijn boekingen, inkomsten en bij het maken van reclame. Figuur 8. Het boekingskantoor, 169 DJ’s, januari 2005 Boekingskantoor
80 60
professionele Dj discotheekdj
Procent 40
allrounddj
20 0
boekingskantoor
90
Hoeveel geld de dj uitgeeft komt sterk overeen met zijn inkomsten. De resultaten komen overeen met de resultaten van de inkomsten van de dj. De professionele dj geeft duidelijk het meest uit aan nieuwe muziek. Bij de discotheek-dj heerst meer verscheidenheid. De meesten geven tussen de 31 en 100 euro per week uit. De allrounddj blijkt vooral tussen 10 en 30 euro uit te geven. Opnieuw blijkt dus dat hoe hoger de categorie, hoe meer geld aan nieuwe muziek uitgegeven wordt. Figuur 9. Wekelijkse uitgaven aan nieuwe muziekstukken, 169 dj’s, januari 2005
Wekelijkse uitgaven aan muziek 50
Minder dan 10 euro
40 Procent
Tussen 10 en 30 euro
30
Tussen 31 en 50 euro
20
Tussen 51 en 100 euro
10 0
Tussen 101 en 250 euro professionelediscotheekdj allrounddj Dj
Meer dan 250 euro
Type DJ
Wanneer we kijken naar de uitgaven van de dj blijkt vooral het geld dat de dj verdient met het draaien zelf de uitgaven te dekken. Maar een belangrijk verschil valt onmiddellijk op. Daar waar de professionele dj, omwille van zijn hoge inkomsten, voldoende heeft aan het geld dat hij met dj’en verdient, gaan de discotheek en allrounddj’s nog op zoek naar andere inkomsten. Logisch, want de professionele dj haalt meestal enkel inkomsten uit zijn dj-activiteiten. Soms heeft hij nog een bijverdienste, zoals werken voor een radiostation of het maken van muziek, maar die inkomsten zijn, zoals dj Raoul verklaarde, veel kleiner dan de dj-inkomsten (Belmans, 29.03.2005). De discotheek-dj haalt zijn extra inkomsten voornamelijk uit zijn hoofdverdienste. Opnieuw logisch, aangezien de discotheek-dj ouder is dan de allround-dj en dus al vaker over een hoofdverdienste beschikt. Allrounddj’s daarentegen zijn jonger en zijn dus nog vaker met hun studies bezig. Zij kunnen hun extra inkomsten dan ook zowel uit een bijverdienste, hoofdverdienste als uit giften halen.
91
Figuur 10. Hoe worden de uitgaven bekostigd, 169 dj’s, januari 2005
Uitgaven hoe 100 geld verdiend met draaien
80 procent
bijverdienste
60
hoofdverdienste
40
giften
20 0
andere professionelediscotheekdj allrounddj Dj Type dj
2.6.3. Muziek Techno en house de meest populaire genres bij alle types van dj’s. Ook electro, drum ’n bass en hiphop/R’nB zijn vaak voorkomende genres. Maar de keuze van genres is erg subjectief. Een onderscheid tussen de verschillende types van dj’s maken op basis van genres is dus weinig zinvol. Een beter onderscheidend kenmerk is de commercialiteit van de muziek. Zoals reeds uitgelegd kunnen dj’s eerder mainstream, commerciële, bekende muziek spelen of eerder underground, alternatieve, onbekende muziek. Opvallend daarbij is dat in alle drie de categorieën zowel mainstream als underground het meest voorkomende antwoord is. Zo verwerpen heel wat dj’s in feite impliciet de tegenstelling tussen underground en mainstream, zoals we nog zullen zien in hoofdstuk 3.6. Merkwaardig is ook dat vooral (iets meer dan 40 procent van de) discotheek-dj’s expliciet aangeven underground muziek te spelen. Een verklaring zou gezocht kunnen worden in het type van beleid (een muziek- of feestbeleid) dat in de locatie waar ze dj’en gevoerd wordt, maar dan zou dit ook moet gelden voor de professionele dj, die op dezelfde locaties als de discotheek-dj draait, maar dan met een grotere frequentie. Deze verklaring moet dus afgevoerd worden. De enige reden voor dit verschil is dan een wiskundige fout of eventueel de grootte van de steekproef. Hier blijft dit onderzoek dus in gebreke. Maar toch is het duidelijk dat heel wat dj’s zowel mainstream als underground aankruisten. Dit thema wordt verder behandeld in hoofdstuk 3.6.
92
Figuur 11. Onderscheid mainstream-underground, 169 dj’s, januari 2005
Mainstream-underground 100
mainstream
80 procent
60 40
zowel mainstream als underground
20
underground
0
professionele discotheekdj Dj
allrounddj
type dj
Vervolgens keken we welke media populair zijn bij de verschillende categorieën van dj’s. Zoals al uit de algemene resultaten bleek, is vinyl het populairst. Zowat alle dj’s uit alle categorieën gebruiken vinylplaten. CD wordt eveneens erg vaak gebruikt. Andere media, zoals minidisc, computer en MP3 en Final Scratch worden duidelijk door slechts kleine minderheden, in alle drie de categorieën gebruikt. Figuur 12. Media gebruikt om te draaien, 169 dj’s, januari 2005 medium 100
procent
cd
80
vinyl
60
minidisc
40
computer en MP3
20
Final Scratch
0
professionele discotheekdj Dj
allrounddj
andere
type dj
Als we kijken hoeveel muziekstukken een dj in zijn bezit heeft, blijkt duidelijk dat de professionele dj meer muziekstukken heeft, zowel op cd als vinyl, dan de discotheek-dj. Die heeft op zijn beurt weer meer muziekstukken dan de allround-dj. Uiteraard heeft dit
93
alles te maken met de anciënniteit. Zoals we nog zullen zien is de professionele dj immers al het langst met dj’en bezig, langer dan de discotheek-dj die op zijn beurt langer met dj’en bezig is dan de allround-dj. Enkel het aantal cd’s en vinylplaten is hier van belang. De andere aantallen zijn weinig representatief, omwille van het beperkte gebruik van deze media, zoals net besproken werd. Figuur 13. Aantal muziekstukken, 169 dj’s, januari 2005
Aantal muziekstukken 8000 7000 6000 5000 aantal 4000 3000 2000 1000 0
aantal cd's aantal vinylplaten aantal minidisc's aantal mp3's professionele discotheekdj Dj
allrounddj
aantal final scratch andere
Type Dj
Al die muziek moet ook aangekocht worden en daarvoor doen alle categorieën van dj’s beroep op winkels in België. Verder blijken ook online catalogi (met thuisverzending) bij alle types van dj’s erg populair. Wat betreft buitenlandse winkels, blijken vooral professionele dj’s buiten België muziek aan te kopen. Dit hangt uiteraard samen met de geografische spreiding waar professionele dj’s draaien. Veel meer dan de twee andere categorieën draaien deze dj’s immers in het buitenland, zoals we al zagen. Opnieuw zien we dus dat hoe hoger de categorie is hoe meer in
het buitenland
aangekocht wordt. Ook kopen professionele dj’s meer on-line (met thuisverzending) aan, maar dat verschil is kleiner. Wat hen onderscheidt van de andere categorieën is dus dat ze duidelijk meer en andere alternatieve manier zoeken om muziek aan te kopen, waarvoor het buitenland en het internet interessante bronnen zijn.
94
Figuur 14. Waar wordt nieuwe muziek aangekocht, 169 dj’s, januari 2005
Aankopen waar 100
winkels in België online catalogi
80 60
Procent
papieren catalogi
40 winkels in het buitenland
20 0
professionele discotheekdj allrounddj Dj Type dj
in MP3 formaat via internet andere
Een heikel punt is de vraag of dj’s muziek op illegale wijze downloaden via het internet. Opvallend is dat het vooral allround-dj’s ( iets meer dan de helft) zijn die zich hiermee bezig houden. Zowel discotheek-dj’s als professionele dj’s houden zich hier minder mee bezig. Vooral professionele dj’s hebben hier een reden voor. Ze zijn zelf professionelen, verdienen hun brood met draaien en kunnen dit dus niet doen zonder daarvoor de rechthebbenden te vergoeden. Anderzijds maken ze zelf ook vaak muziek en zouden ze niet meteen een goed voorbeeld geven met het kopiëren van muziek. Allrounddj’s daarentegen verdienen met hun draaien vaak niet voldoende om al hun muziek aan te kopen, zoals we reeds zagen. Andere inkomsten zijn hiervoor een oplossing, maar ook het gratis downloaden van muziek vormt een goede oplossing om het gebrek aan inkomsten op te lossen. Op de problematiek van downloaden gaan we dieper in in hoofdstuk 3.8. Figuur 15. Illegale downloads van muziek, 169 dj’s, januari 2005 Illegale Downloads
50 40 Procent
professionele Dj
30
discotheekdj
20
allrounddj
10 0
download
95
Omwille van de subjectiviteit van draaitechnieken heeft het weinig zin deze te vergelijken over de verschillende categorieën. Het belang van techniek tegenover platenkeuze wordt besproken in hoofdstuk 3.3.1. We merken nog even op dat vooral beatmixen, de backspin en de scratch erg vaak gebruikt worden. Interessanter is om tot slot van dit deel nog na te gaan in hoeverre de dj’s geconfronteerd worden met verzoeknummers. Een fout bij het opstellen van de enquêtes heeft er echter voor gezorgd dat de resultaten vertekend zijn. Wilden de dj’s “soms” antwoorden, dan moesten ze die antwoordcategorie zelf aanbrengen, wat ook een aantal deden. Zowat alle dj’s uit alle categorieën verklaarde wel eens met verzoeknummers geconfronteerd te worden. Verder blijkt, ondanks de vertekening, dat naar mate de categorie hoger wordt, de dj minder op verzoeknummers zal ingaan. Het blijkt dus dat zijn onafhankelijkheid groter wordt. Mocht de antwoordcategorie “soms” wel aanwezig zijn, wordt verwacht dat een veel groter aantal deze categorie zou hebben gekozen. De interviews toonden dit immers aan. Nu plaatsten enkele dj’s eigenhandig die antwoordcategorie op het antwoordblad. Op die manier zijn toch resultaten verzameld, alhoewel die dus vertekend zijn. Figuur 16. Verzoeknummers, 169 dj’s, januari 2005
Verzoeknummers 100 80 Procent
60
confrontatie
40
erop in
20 0
er niet op in professionele discotheekdj Dj
allrounddj
soms
Type Dj
96
2.6.4. Betrokkenheid Interessant zijn de resultaten op de vraag hoe lang de dj al draait. Hier blijkt zeer duidelijk hoe de professionele dj zijn status verkregen heeft, simpelweg door er een lange tijd mee bezig te zijn. Uiteraard is dit niet de enige factor, maar alleszins een belangrijke. Op de andere factoren wordt ingegaan in hoofdstuk 3.2.1. Figuur 17 toont duidelijk aan dat hoe hoger de categorie, hoe langer men bezig is met dj’en, met de professionele dj en de allround-dj als uitersten. De meerderheid van de professionele Dj’s is al langer dan 10 jaar met draaien bezig, omgekeerd is de meerderheid van de allround-dj’s langer dan een jaar, maar korter dan 5 jaar met dj’en bezig. De discotheekdj’s zweven ertussen. Opvallend is opnieuw dat in deze categorie een grotere verscheidenheid heerst, waarbij een aantal discotheek-dj’s tussen 1 en 5 jaar draaien, een aantal tussen 5 en 10 jaar en een aantal langer dan 10 jaar. Figuur 17. Hoe lang de dj draait, 169 dj’s, januari 2005
Anciënniteit 60 50 40 Procent 30 20 10 0
minder dan 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar professionele discotheekdj Dj
allrounddj
Langer dan 10 jaar
Type dj
Hieruit kunnen we besluiten dat een dj gemiddeld volgende weg aflegt: 1. Bedroomdj: Het eerste jaar van zijn dj-carrière draait de dj nog niet voor een publiek, maar enkel thuis en dan vaak in zijn slaapkamer. Vandaar de benaming “bedroomdj”. 2. Allround-dj: Vervolgens wordt de dj allround-dj. Hij gaat dj’en in cafés, jeugdhuizen of zalen. Meestal blijft de dj deze status aanhouden tot hij een vijftal jaren draait.
97
3. Discotheek-dj: Deze categorie varieert sterk wat betreft anciënniteit. Een dj kan er in terecht komen wanneer nog maar enkele jaren dj is, maar ook wanneer hij al langer dan 10 jaar draait. Deze categorie is dus erg breed. 4. Professionele dj: Deze categorie is het moeilijkst te bereiken. De professionele dj is meestal al meer dan een decennium met dj’en bezig en bouwde zo heel wat ervaring op. Het moet duidelijk zijn dat dit een modelparcours is, een gemiddeld parcours, maar dat uiteraard niet elke dj dit parcours op dezelfde weg aflegt. Op de factoren die belangrijk zijn in een dj-carrière wordt dieper ingegaan in hoofdstuk 3.2.1. Een erg populaire activiteit voor alle drie de groepen is het organiseren van feesten. Meer dan de helft van de dj’s uit de drie groepen houdt zich hier mee bezig. Verder valt op dat bijna alle professionele dj’s muziek maken, terwijl slechts een minderheid van de discotheek-dj’s en allround-dj’s hiermee bezig zijn. Dat zelf muziek maken een belangrijke opstap betekent naar de professionele status wordt eveneens besproken in hoofdstuk 3.2.1. De professionele dj werkt daarnaast nog vaak voor een radiostation, terwijl die activiteit bij de andere groepen minder populair is. Maar andere activiteiten worden door de professionele dj weinig uitgeoefend. Enkel de medewerking aan een internetsite wordt nog door een vijfde van de professionele dj’s uitgeoefend. Dat ligt anders bij de discotheek-dj en de allround-dj. Die zijn in mindere mate bezig met het maken van muziek, maar een bredere waaier van dj-gerelateerde activiteiten worden uitgeoefend.
Zo
zijn
flyering,
het
werken
in
een
dj-verhuurbedrijf
of
evenementenbureau ook door die groepen van dj’s uitgevoerde activiteiten, al gaat het telkens maar om minderheden.
98
Figuur 18. dj-gerelateerde activiteiten: 169 dj’s, januari 2005
dj-gerelateerde activiteiten 100 90 80 70 60 Procent 50 40 30 20 10 0
organiseer produce verkoper platen/cd winkel radiostation djspeciaalzaak djverhuurbedrijf
professionele discotheekdj Dj Type dj
allrounddj
evenementenb ureau flyering internetsite andere
In volgende figuur (19) gaan we even dieper in op het maken van muziek zelf. Of er verschillen zijn in de muziekgenres die door de dj’s gemaakt worden laten we buiten beschouwing. De subjectiviteit maakt zulke vergelijking immers nutteloos. Maar wel relevant is het aantal producties de dj’s maakten en of deze ook op vinyl of cd uitgebracht werden. Opvallend daarbij is dat voor wat betreft het aantal producties, de resultaten voor de drie groepen ongeveer gelijk zijn. Ongeveer de helft van de muziekmakende dj’s uit alle groepen maakte er enkele. Slechts een tiental procent van hen maakte er een tiental en ongeveer 30 procent van hen maakte er meer dan 10. Dit resultaat wordt beter begrijpbaar wanneer we kijken hoeveel van die producties ook werkelijk bij een platenfirma terecht kwamen en op cd of vinyl werden uitgebracht. Hier blijkt dat hoe hoger de categorie, hoe meer van die producties werkelijk werden uitgebracht. Er is dus een zeker status, een naambekendheid nodig, die maakt dat de dj zijn producties kan verkopen. Maar die producties moeten uiteraard ook kwalitatief goed zijn. Niet alleen naambekendheid, ook de jarenlange ervaring waarover professionele dj’s beschikken is dus van groot belang.
99
Figuur 19. Hoeveel producties en uitgebracht op cd of vinyl, 169 dj’s, januari 2005
Produce aantal en exploitatie 60 50 40 Procent 30 20 10 0
enkele een tiental meer dan tien professionele discotheekdj Dj
allrounddj
op cd of vinyl
Type Dj
Wanneer we kijken naar de verschillende reclamevormen, zien we dat één reclamevorm populair is bij alle types van dj’s, namelijk de mixtape. Ongeacht de categorie van dj blijkt dit dus een vorm van reclame te zijn die vaak gebruikt wordt. De andere vormen van reclame blijken meer samen te gaan met het type dj. Zo gebruikt de professionele dj vooral een naamkaartje en het boekingskantoor voor zijn reclame. Het naamkaartje gaat samen met het professionele karakter van zijn dj-activiteiten. Dat het boekingskantoor vaak verantwoordelijk is voor de publiciteit rond een professionele dj is niet verwonderlijk, aangezien we reeds zagen dat iets meer dan 60 procent van alle professionele dj’s beroep doet op de diensten van zulk kantoor. Bij de andere groepen van DJ’s valt vooral het gebruik van internetfora op. Die internetfora blijken dus voor de niet-professionelen de manier bij uitstek om zichzelf te promoten. Vooral omdat zij minder vaak een boekingskantoor hebben dat hen steunt of over een naamkaartje beschikken en vooral ook omdat zij simpelweg nog niet dezelfde status hebben als de professionele dj, bij wie in feite reclame soms zelf overbodig wordt, dienen de nietprofessionelen wel gebruik te maken van andere wegen zoals het internet. In het kwalitatieve deel gaan we meer specifiek op deze vormen van reclame in.
100
Figuur 20. Reclame, 169 dj’s, januari 2005
Reclame 70 60 50 40 Procent 30 20 10 0
mixtape internetfora flyer naamkaarte boekingskantoor professionele discotheekdj Dj Type Dj
allrounddj
geen reclame andere
Tot slot kijken we even welke media die te maken hebben met dj’en, magazines en radioshows, door de dj’s geconsumeerd worden. Hier komen interessante resultaten naar voren. Vooreerst blijkt dat magazines die specifiek met dj’en of muziek te maken hebben meer gelezen worden naarmate de categorie van dj’s hoger is. Opnieuw heeft dit met de professionaliteit te maken. Hoe hoger de categorie, hoe professioneler men met muziek bezig is en hoe meer nood men heeft aan vakliteratuur. Omgekeerd worden uitgaansmagazines meer gelezen door de niet-professionelen dan door de professionele dj’s. Algemene magazines met muziekrubrieken worden door iedereen gelezen. Enkel de discotheek-dj’s hebben hier een lichte achterstand, maar deze wordt veeleer aan het toeval geweten. Het type van dj’s bepaalt dus in hoeverre vakliteratuur wordt gelezen, maar algemene magazines zoals Humo bijvoorbeeld vallen hier buiten. Voor wat radioshows betreft die gericht zijn op het muziekgenre dat de dj speelt, zoals Switch op Studio Brussel bijvoorbeeld, blijken geen verschillen voor te komen tussen de types van dj’s. Ongeacht het type van dj blijkt iedere dj even geïnteresseerd te zijn in radioshows over het muziekgenre dat hij speelt.
101
Figuur 21. Magazines en radio, 169 DJ’s, januari 2005
Magazines en radio 70 60 50 40 Procent 30 20 10 0
djmagazines muziekmagazines uitgaansmagazines algemene magazines met muziekrubrieken
professionele discotheekdj allrounddj Dj Type Dj
geen van voorgaande magazines radioshows
2.6.5. Besluit De verschillende categorieën van dj’s hebben dus een aantal gelijkenissen en zeker heel wat verschillen. Die verschillen hebben vooral te maken met de mate waarin en de wijze waarop de dj met het dj’en bezig is. Vooral de professionele dj onderscheidt zich van de niet-professionelen. Maar ook de discotheek-dj onderscheidt zich van de allround-dj. Vooraleer we de belangrijkste verschilpunten op een rijtje zetten, kijken we eerst even waar de verschillende categorieën gelijkenissen vertonen. Zoals al langer duidelijk, zijn zo goed als alle dj’s van het mannelijke geslacht. Zo goed als alle Vlaamse dj’s draaien voornamelijk met vinyl en cd en omschrijven zichzelf zowel als mainstream en underground. Ze laten allen hun prijs variëren en kopen allen nieuwe muziek in Vlaamse winkels. Tot slot houdt een meerderheid van alle Vlaamse dj’s zich bezig met het organiseren van feesten en luistert een meerderheid van hen naar radioshows gericht op het genre dat ze draaien. Deze elementen hangen dus niet af van de categorie van dj. De volgende elementen echter wel. Vooreerst valt duidelijk op dat hoe hoger de categorie (waarbij voor alle duidelijkheid de professionele dj de discotheek-dj voorgaat, die op zijn beurt de allround-dj voorgaat) hoe ouder de dj is. Dit gaat samen met de anciënniteit die de dj heeft. Hoe hoger de categorie, hoe langer de dj met dj’en bezig is. Vervolgens valt op dat hoe hoger de categorie is, hoe hoger de frequentie van dj’en, hoe groter de geografische spreiding en hoe groter het publiek is. Al valt hier wel op dat een publiek
102
van 100 tot 500 personen bij alle categorieën vaak voorkomt. Ook bepaalt de categorie of men over een residency beschikt. Opnieuw geldt de regel dat hoe hoger de categorie is, hoe meer residency’s voorkomen. Ook op economisch gebied is de categorie van de dj bepalend. Zowel de vraagprijs als de uitgaven stijgen met het type van dj. Die vraagprijs is bovendien meer variabel bij niet-professionelen (dus bij discotheek- en allround-dj’s). De professionele dj’s vragen allen veel geld, terwijl er bij de discotheek en allround-dj’s minder een soort eenheidsloon bestaat. Alle dj’s laten zoals reeds gezegd hun vraagprijs variëren. De redenen daarvoor verschillen. De professionele dj brengt vooral formele redenen aan, zoals de grootte van het feest, terwijl bij de nietprofessionele dj vooral informele redenen, zoals een vriendendienst, primeren. De mate waarin de dj beroep doet op de diensten van een boekingskantoor hangt ook af van het type. Hoe hoger het type, hoe sneller men op zulke diensten beroep doet. Alle dj’s betalen hun aankopen met het geld dat ze verdienen met het dj’en. Dit volstaat voor de professionele dj, terwijl de niet-professionele dj’s vaak op zoek gaan naar alternatieve bronnen. Daarbij gebruikt de discotheek-dj vaker een hoofdinkomen, terwijl de allround-dj’s zowel op giften, een hoofd- of een bijverdienste beroep doen. Alle dj’s kopen muziek in Vlaamse winkels, maar professionele dj’s vullen hun muziekcollectie ook meer dan de andere dj’s aan met aankopen uit het buitenland. Ook online kopen zij meer aan, al is dit verschil kleiner. Zij gaan dus meer dan de andere dj’s op zoek naar alternatieve bronnen, vaak ook omdat ze omwille van hun dj-activiteiten sowieso in het buitenland komen. Vooral allround-dj’s downloaden illegaal muziek. De andere types van dj’s zetten zich hier feller tegen af. De allround-dj heeft immers vaak andere manieren nodig om aan nieuwe muziek te geraken, aangezien hij vaak te weinig verdient om alles op een legale wijze aan te kopen. Alle dj’s worden geconfronteerd met verzoeknummers, maar het valt op dat hoe hoger de categorie, hoe minder men hierop ingaat en hoe meer onafhankelijk men dus is. Wanneer we kijken naar dj-gerelateerde tijdsbestedingen blijkt producen vooral een activiteit te zijn waar de professionele dj zich mee bezig houdt. Zoals we nog zullen zien in hoofdstuk 3.2 is dit erg belangrijk voor een professionele dj. Daarbij valt ook op dat voor wat betreft het aantal producties, alle categorieën er ongeveer evenveel maakten, maar dat het vooral de professionele dj is die zijn producties ook aan een platenfirma verkocht krijgt. Zijn status en ervaring helpen hem hier zeker bij. Andere activiteiten, zoals flyering en het meewerken aan een internetsite gerelateerd aan dj’en komen vooral bij de niet-professionelen voor. Zoals al gezegd organiseert ook een meerderheid van alle dj’s feesten. Voor wat betreft reclame 103
maakt een meerderheid van alle dj’s reclame voor zichzelf. De mixtape en de mond aan mond reclame blijken bij alle types van dj’s erg belangrijk. Verder maakt de professionele dj vooral gebruik van een naamkaartje en het boekingskantoor, terwijl de niet-professionelen vooral internetfora gebruiken. Tot slot valt op dat in tegenstelling tot de radioshows, die door alle dj’s uit alle categorieën beluisterd worden, specifieke djmagazines vooral door professionele dj’s gelezen worden. Vooraleer we een aantal dj-onderwerpen dieper behandelen, behandelen we de huwelijks en andere verwante feesten-dj, die een apart geval vormt.
2.7. De huwelijks- en andere verwante feesten-dj: een geval apart Dat de huwelijksfeest-dj, zoals we hem hier zullen noemen, een apart geval is wordt snel duidelijk uit de steekproef. Slechts twee dj’s uit de 197 ondervraagden bleken immers aan de voorwaarden te voldoen om tot deze categorie te behoren. Enkel zij draaien immers regelmatig op huwelijks- of aanverwante feesten en dit dan nog exclusief. Ook andere dj’s, uit andere categorieën draaien op zulke feesten, maar om het specifieke karakter van de huwelijksfeest-dj aan het licht te brengen, bakenden we deze categorie af tot diegene die enkel op zulke feesten dj’en. De statistische analyse op basis van de antwoorden van deze twee dj’s is op die manier uiteraard niet bruikbaar. Daarom bouwen we dit deel op, op basis van het kwalitatieve interview met dj Jos. Representativiteit is hier dan ook geen doel, veeleer willen we aantonen op welke manier de huwelijksfeest-dj met het dj’en omgaat. Dat een huwelijksfeest-dj het onderstaande ook op een andere manier kan doen, wordt dus niet tegengesproken. Maar een aantal redenen, die hier onder gegeven zullen worden, tonen aan dat toch heel wat van de huwelijksfeest-dj’s hun activiteiten op een manier aanverwant aan die van Dj Jos zullen organiseren. Voor het gemak noemen we deze dj in de volgende tekst steeds de huwelijksfeest-dj.
2.7.1. Waar en wanneer De huwelijksfeest-dj draait zoals al gezegd enkel op huwelijks- of aanverwante feesten. Zulke feesten worden dus omwille van een duidelijke reden zoals een huwelijk, een 104
jubileum,… georganiseerd. Plaatsen voor zulke feesten kunnen verscheiden zijn. Meestal worden huwelijks- of verwante feesten in feestzalen gehouden, maar ook alternatieve locaties als tuinen, stranden, kastelen, … kunnen voor zulke feesten dienen. Wanneer het om een feestzaal gaat, beschikt de zaal meestal over een dj, die door de organisatie ingehuurd kan worden. Gaat het om andere locaties, dan wordt de dj meestal door de organisatie zelf gezocht. Op die manier zien we twee types van huwelijksfeestdj’s. Er is de huwelijksfeest-dj die voor een feestzaal draait. Zijn materiaal staat daar steeds opgesteld en hij staat onder contract van de eigenaar van de feestzaal. dj Jos is een typisch voorbeeld van zulke dj. Op dit soort dj gaan we dan ook het meest in in dit deel, zonder daarbij het andere type van huwelijksfeest-dj uit het oog te verliezen. En dat is de huwelijksfeest-dj die niet onder contract staat van de eigenaar van een feestzaal, maar steeds rechtstreeks gecontracteerd wordt door de organisator van een feest. We noemen hem de freelance huwelijksfeest-dj, in tegenstelling tot de feestzaal huwelijksfeest-dj. Hij draait niet steeds in dezelfde feestzaal en beschikt over apparatuur die hij telkens met zich meeneemt. Dit materiaal kan zijn eigendom zijn, of hij kan in dienst van een discobarverhuurder werken. Een zoektocht op het internet levert makkelijk tientallen zulke discobarverhuurders op. Uiteraard kan een feestzaal huwelijksfeest-dj ook op freelance basis gaan draaien. De categorieën zijn dus niet exclusief. Maar deze types vormen de basis van hoe huwelijksfeesten georganiseerd worden. Beide types van huwelijksfeest-dj’s draaien voornamelijk dicht bij de eigen woonplaats. Weinigen reizen het hele land door of gaan zelfs in het buitenland draaien, zoals professionele dj’s doen. Het lokale karakter van de huwelijksfeest-dj gaat ook samen met zijn onbekend status, waarover straks meer. Het publiek van een huwelijksfeest-dj zijn de gasten van het feest, meestal tussen 100 en 500 personen. De huwelijksfeest-dj draait meestal meerdere malen per weekend, net zoals de professionele dj. Om dit te begrijpen gaan we dieper in op het status van de huwelijksfeest-dj. Die heeft immers geen publieke status zoals de andere dj’s. Hij wordt niet zozeer gevraagd omwille van de naam en reputatie die hij opbouwde. Veeleer werkt hij voor een feestzaal, die hem aanbiedt telkens wanneer een organisator een feest wil geven. dj Jos verklaart het als volgt: “Ze komen immers een feest vastleggen in de zaal, de eigenaar zegt wie de dj is, legt wat uit over mij en dat ze altijd al tevreden waren. Mensen nemen contact met me op en ik vraag hen een muzieklijst op te stellen. Buiten de feestzaal draai ik nergens, alles staat ook ginder, dat is erg makkelijk “ (Vermeir, 105
20.04.2005). De huwelijksfeest-dj draait dus verschillende malen per weekend, omdat er verschillende feesten per weekend in de feestzaal georganiseerd worden. Ook het andere type van huwelijksfeest-dj, de freelance dj, draait vaak meerdere malen per weekend. Maar de intensiteit van zijn draaien hangt, net zoals de andere types van dj’s, meer samen met andere factoren, als zijn publiek status en de reclame die hij voert, in tegenstelling tot de huwelijksfeest-dj die voor feestzalen draait en zo een gewaarborgde praktijk heeft. Maar nog altijd gaat ook de freelance huwelijksfeest-dj niet op dezelfde manier om met draaien als de andere types van dj’s. Dit komt vooral omwille van de muziek die van hen op zulke feesten verwacht wordt. Daarover wordt verder meer uitleg gegeven.
2.7.2. Inkomsten en uitgaven De huwelijksfeest-dj is de enige dj die een vaste prijs heeft. Zoals we al zagen laten zowat alle andere dj’s hun vraagprijs afhangen van een aantal factoren, zoals grootte van het feest of vriendendienst. De huwelijksfeest-dj daarentegen, zowel de feestzaal-dj als de freelance dj, draait meestal voor een vaste prijs. Daarin zitten zowel de prestaties van de dj’s, als het verhuur van de apparatuur, als andere onkosten inbegrepen. Voor een huwelijksfeest-dj zijn de inkomsten uit dj’en zo goed als nooit zijn hoofdinkomsten. Want alhoewel hij, net als de professionele dj vaak een erg drukke agenda heeft, blijft zijn karakter te lokaal om meer geld te vragen. Zo vraagt Dj Jos 225 euro voor een hele nacht draaien, wat ruim onvoldoende zou zijn om bijvoorbeeld een gezin van brood en onderdak te voorzien. Want zoals we nog zullen zien, is die gezinssituatie een vaak voorkomende situatie voor een huwelijksfeest-dj. De gemiddelde leeftijd van huwelijksfeest-dj’s is immers meestal vrij hoog.
Ook op de diensten van een
boekingskantoor zal een huwelijksfeest-dj geen beroep doen, al kan men zeggen dat de eigenaar van de feestzaal voor de feestzaal huwelijksfeest-dj in feite de rol van boekingskantoor verzorgt. De huwelijksfeest-dj is meestal geen grote koper meer. Hij koopt nieuwe muziek slechts om zijn collectie aan te vullen met de actuele populaire muziek. dj Jos legt het als volgt uit: “Goh ik hoef niet constant de nieuwste muziek te kopen. Op 100 trouwfeesten zijn er 95 die muziek uit de jaren 70-80-90 willen. Dus nieuwe muziek mag, maar dat moet niet te vaak. Ik ga zeker maandelijks achter nieuwe muziek en koop 106
dan voor ongeveer 125 euro. Ik koop dan alleen nieuwe muziek, want mijn collectie van classics is bijna volledig ” (Vermeir, 20.04.2005). Dj Jos geeft de reden aan waarom hij geen grote koper meer is. Zijn collectie is bijna verzadigd. Uiteraard zijn niet alle dj’s al zo lang met draaien bezig als dj Jos en beschikken zij niet allen over dezelfde collectie, toch toont dit opnieuw aan dat huwelijksfeest-dj’s op een andere manier met dj’en en muziek bezig zijn dan de andere types van dj’s. Maar voor we daar op ingaan bekijken we nog hoe de huwelijksfeest-dj zijn uitgaven aan nieuwe muziek bekostigt. Omdat de huwelijksfeest-dj zijn dj’en nooit als hoofdverdienste ziet, maar hij vooral afhankelijk is van een andere job, gaat hij op een andere manier te werk dan de discotheek- of allround-dj’s die nog geen vast inkomen hebben. Net zoals de professionele dj en de werkende discotheek- en allround-dj’s maakt het voor hem immers niet uit welk geld nu gebruikt wordt om nieuwe muziek te bekostigen. Al het geld komt samen en wordt zowel gebruikt voor nieuwe muziekaankopen als andere, bijvoorbeeld gezinskosten.
2.7.3. Muziek De huwelijksfeest-dj gaat op een heel andere manier met muziek om dan de andere types van dj’s. Dit heeft te maken met het onderscheid tussen een dj bij wie de muziek het belangrijkste is en een dj bij wie het feest primeert. We gaan op dit onderscheid verder in in hoofdstuk 3.6. De huwelijksfeest-dj is duidelijk een feestdj in de letterlijke zin van het woord. dj Jos verwoordt het als volgt: “ In mijn circuit moet je alle soorten muziek aanvaarden, je mag u zin niet spelen, maar die van het volk en jij moet je daarmee amuseren” (Vermeir, 20.04.2005). Voor de huwelijksfeest-dj is een eigen stijl niet zo belangrijk. Veeleer moet hij die muziek draaien waar het publiek met 100 procent zekerheid op danst. De huwelijksfeest-dj is dan ook een overtuigd voorstander van bekende, populaire, commerciële, mainstream muziek. Als enige categorie zegt het zelf expliciet dat het enkel zulke muziek speelt. Een uitgebreide kennis van de populaire muziek van de laatste vier tot vijf decennia is dan ook noodzakelijk. Op die manier wordt dj’en zelfs een soort van standaardprocedure, zo zegt ook dj Jos zelf: “ Op den duur heb k soort van ritueel, mijn repertoire komt vaak terug, met hun persoonlijke lijst erbij natuurlijk. […] Voor een trouwfeest wil ik het kunnen draaien voor de mensen, wil ik bijhebben als ze achter iets vragen. Daarom heb ik van alles mee, de dingen dat het meest gevraagd worden” (Vermeir, 20.04.2005). Het is dus duidelijk dat de 107
huwelijksfeest-dj op een andere manier dan de andere dj’s met muziek omgaat. Voor wat de media betreft gebruikt hij dezelfde media als de andere dj’s, met opnieuw cd en vinyl als het meest populair. De vinylcollectie van de huwelijksfeest-dj als dj Jos is meestal het gevolg van het collectioneren gedurende decennia, toen de cd nog niet geboren was. Want de komst van de cd heeft ook de huwelijksfeest-dj geholpen. Dj Jos gebruikt beide omdat ze beide voor hem een aantal voordelen hebben. Hij legt het uit als volgt: “Vinyl gebruik ik graag omwille van nostalgie, als ik het mee heb op vinyl neem ik het op vinyl, je kan dat goed leggen, met uw vingers gebruiken. Er zit ook altijd een beetje vertraging in, de plaat zit niet direct op snelheid. Cd daarentegen kan je op een bepaald punt zetten en is veel sneller. Maar het is toch veel plezanter met vinyl, ook omwille van die krak in die plaat bij een oud nummer” (Vermeir, 20.04.2005). De huwelijksfeest-dj koopt zijn muziek voornamelijk in winkels in België. Dat hangt samen met het lokale karakter van zijn activiteiten. Maar de huwelijksfeest-dj heeft ook alternatieve manieren om muziek aan te kopen ontdekt. Zo verklaarde dj Jos geregeld muziek op een legale wijze te downloaden: “Ik heb er niet veel, als ik dan ‘s echt download is het omdat ik iets niet meer vind in de winkel. Nu zal ik het mij makkelijker kopen via de betaalsites van I-tunes. Want op Kazaa bijvoorbeeld crashen ze vaak, zijn ze vaak van slechte kwaliteit” (Vermeir, 20.04.2005). Net zoals de huwelijksfeest-dj er expliciet voor uitkomt populaire muziek te spelen, komt hij er ook voor uit dat techniek helemaal niet zo belangrijk is. In tegenstelling tot een feilloze techniek is veeleer de platenkeuze voor de huwelijksfeest-dj van belang. dj Jos zegt dan ook dat het belangrijkste is: “Dat je blijft mixen op het zelfde ritme voor een paar platen na elkaar. Ze moeten in dezelfde swing kunnen verder gaan. Het heeft dus allemaal te maken met de platenkeuze” (Vermeir, 20.04.2005). Daarnaast is het belangrijkste hulpmiddel van de huwelijksfeest-dj de microfoon. Die gebruikt hij om nummers aan te kondigen, boodschappen door te geven of om de overgang naar een ander ritme te camoufleren. De huwelijksfeest-dj wordt vaak geconfronteerd met verzoeknummers. Een gebruikelijke praktijk is dat de feestelingen vooraf een lijst met nummers doorgeven die ze gedurende de avond zeker willen horen. De openingsdans tijdens een huwelijk is uiteraard het beste voorbeeld. Maar ook gedurende de avond worden huwelijksfeest-dj’s overstelpt met verzoeknummers. Dit hangt opnieuw samen met de muziek die een huwelijksfeest-dj speelt. Zoals al gezegd moet de huwelijksfeest-dj de muziek spelen die zijn publiek graag hoort en verzoeknummers geven hier volledige zekerheid toe. 108
2.7.4. Betrokkenheid De huwelijksfeest-dj is vaak al een hele tijd met dj’en bezig. Representativiteit is hier geen doel, dus deze uitspraak geldt zeker niet voor de hele huwelijksfeest-dj-populatie. Maar het gaat samen met de andere kenmerken die de huwelijksfeest-dj bezit dat hij ook al een meer gevorderde leeftijd dan de andere dj’s bezit. Zijn uitgebreide muziekcollectie, zijn muziekkennis, zijn ervaring maken dat hij vaak al heel wat langer bezig is met dj’en dan de dj’s uit andere categorieën. Overigens heeft een huwelijksfeest-dj niet heel zijn leven op huwelijks- of aanverwante feesten gespeeld. dj Jos bijvoorbeeld zou 20 jaar geleden onder de categorie allround-dj zijn gevallen. dj Jos legt zelf uit: “Ik beginnen spelen in de Sint-Pauluszaal. Ik ben dat blijven doen en speelde elke week, ik was toen een jaar of 18. Dat is blijven gaan tot ik het wat beu was, toen ik een jaar of 30 was. Dan niet meer gespeeld, tot mijn kameraad Joost de draad terug opgenomen heeft, toen hij vroeg of ik in zijn feestzaal wilde komen spelen“ (Vermeir, 20.04.2005). Dit citaat maakt duidelijk hoe dj Jos in staat was een indrukwekkende collectie en heel wat ervaring op te bouwen. Je zou kunnen besluiten dat het draaien van huwelijksfeesten een soort van pensioensvorm van dj’en is, voor de dj die na zijn vroege pensioen nog geen afscheid kan nemen van zijn hobby. Maar opnieuw moet het duidelijk zijn dat met deze uitspraak geen representativiteit gezocht wordt. Wanneer we verder kijken naar de betrokkenheid van de huwelijksfeest-dj op het djgebeuren blijkt die erg mager te zijn. De huwelijksfeest-dj organiseert zelf geen feesten of maakt geen muziek. dj-gerelateerde activiteiten die wel bij huwelijksfeest-dj’s voorkomen zijn medewerker van een radiostation, vaak lokale radio’s en medewerker van een djverhuurbedrijf. Bij dat laatste kan de dj dan meer doen dan alleen dj’en. Hij kan zich bijvoorbeeld ook bezighouden met het opzetten en afbreken van de installatie voor en na het feest. De huwelijksfeest-dj maakt ook op een hele andere manier reclame dan de andere types van dj’s. De belangrijkste reclame is mond op mond reclame. Dit hangt zoals we eerder al vermeldden samen met het niet-publieke karakter van de huwelijksfeest-dj. Vooral de feestzaal-dj is hieraan gebonden. Dj Jos verklaart dit als volgt: “Veel mensen hebben me al ‘s op een feest gehoord en vragen me nu ook voor hun trouw. Ze bevelen me aan” (Vermeir, 20.04.2005). Verder wordt hij automatisch aangeboden door de feestzaal. Hij beschikt dus over een gewaarborgde praktijk en is zo ook een soort 109
uithangbord van de feestzaal. In feite is die gewaarborgde praktijk een soort van residency zoals we die bij de andere types van dj’s zien. De freelance huwelijksfeest-dj daarentegen beschikt niet over die gewaarborgde praktijk en moet dus net zoals de andere dj’s reclame voeren om boekingen binnen te rijven. Dit doet hij vooral via de discobarverhuurservice waarvoor hij eventueel werkt. Ongeacht of die in zijn of andermans bezit is wordt vaak de discobarservice met de dj geadverteerd. Lokale dagof weekbladen en lokale radiostations zijn hiervoor de uitgelezen media. Tot slot leest de huwelijksfeest-dj weinig tot geen gespecialiseerde media omtrent de muziek die hij draait en luistert hij niet speciaal naar radioshows gericht op zijn genre. Omdat hij populaire muziek speelt, zijn dit immers alle populaire media die door de hele bevolking gelezen en beluisterd worden. Men kan dan ook moeilijk spreken van gespecialiseerde media op dezelfde manier als de media die bijvoorbeeld professionele dj’s lezen of luisteren. Dj Jos illustreet dit op passende wijze: “Ik luister op mijn werk naar de radio en wissel af van zender tot zender, schrijf dan de nummertjes op als ik ze wil hebben” (Vermeir, 20.04.2005).
2.7.5. Besluit Uit dit onderzoek komen dus twee types van huwelijksfeest-dj’s voor. Er is de feestzaalhuwelijksfeest-dj, die in opdracht van een feestzaal draait en er is de freelance huwelijksfeest-dj die al dan niet in opdracht van een eigen of andere discobarverhuurservice werkt. De huwelijksfeest-dj wordt gekenmerkt door zijn lokale karakter en daaraan gekoppeld zijn onbekende, niet-publieke status. Veeleer wordt hij immers gevraagd als feestdj, waarbij hij zijn eigen smaak ondergeschikt moet maken aan de smaak van het publiek. De huwelijksfeest-dj heeft vaak een drukke agenda, zeker de feestzaaldj die door middel van de feestzaal een gewaarborgde praktijk bezit. Huwelijksfeest-dj’s hebben een vaste prijs, maar zijn daartegenover geen grote kopers meer omwille van hun quasi-verzadigde collectie. Ze hebben immers jarenlange ervaring en een indrukwekkende collectie. Techniek is voor de huwelijksfeest-dj van minder belang, vooral de platenkeuze primeert. Huwelijksfeest-dj’s houden zich weinig bezig met reclame. Dit hangt sterk samen met hun lokale en onbekende karakter. De belangrijkste vorm van reclame is voor hen dan ook mond-op-mond reclame. De 110
feestzaal-dj is vooral het uithangbord van een feestzaal en de freelance-dj dan weer van de discobarverhuurservice waar hij eventueel voor werkt. Tot slot houden huwelijksfeest-dj’s zich weinig bezig met andere dj-gerelateerde activiteiten en hebben ze weinig interesse in gespecialiseerde media (radio en pers) omtrent hun genre, vooral dan omdat deze in feite niet bestaat, maar een onderdeel is van de hele mainstreammuziekcultuur waar ook de grote massa uit consumeert. Nu we alle types van dj’s van elkaar onderscheiden hebben, behandelen we in deel drie een aantal thema’s die op elke dj betrekking hebben.
111
3. Het kwalitatieve onderzoek 3.1. Inleiding Tijdens het kwantitatief onderzoek kwamen een aantal onderwerpen, thema’s en vraagstukken aan bod die meer toelichting wensen. Daarvoor doen we een beroep op de interviews. Tijdens het kwalitatief onderzoek werden 13 dj’s bevraagd door middel van een uitgebreid interview. De vragen van dit interview zijn te vinden in bijlage 2. Die interviews vormen samen met mijn kennis en literatuur waar nodig én interessant de basis voor dit derde deel. Vooreerst bekijken we hoe de carrière van een dj evolueert en wat de belangrijkste factoren daarin zijn. Dat de dj daarbij zelf initiatief moet nemen zal duidelijk blijken. Een tweede belangrijk thema, dat in hoofdstuk drie behandeld wordt, is het onderscheid en het bijhorend belang van de platenkeuze versus de techniek van een dj. In datzelfde hoofdstuk behandelen we de functie en de status van een dj. Een functie die hij kan vervullen en een status die hij kan bereiken door op een gepaste manier die platenkeuze en techniek te combineren. De dj, wil hij echter zijn functie blijven uitvoeren en zijn status blijven behouden, dient voortdurend op de hoogte te blijven van nieuwe muziek die gemaakt wordt. Daarvoor bestaan een aantal manieren, die behandeld worden in hoofdstuk vier. Maar een dj, wil hij überhaupt al dj’en, moet aan zijn mogelijke doelgroep laten weten dat hij met dj’en bezig is. Hij moet met andere woorden reclame maken. De middelen die hij daarvoor kan gebruiken komen aan bod in hoofdstuk vijf. Niet elke dj gaat nu op dezelfde manier met dj’en om. Er zijn twee soorten van dj’s, namelijk de underground- en de mainstream-dj. In realiteit bevindt elke dj zich op een continuüm tussen beide uitersten. Dit onderwerp wordt behandeld in hoofdstuk zes. Dj’s maken, zoals blijkt uit het kwantitatief onderzoek, vooral gebruik van vinyl en cd als muziekdragers. De voor- en nadelen van beide media en enkele attributen van de dj worden in detail behandeld in hoofdstuk zeven. Wanneer een dj nu muziek speelt, gebruikt hij werken van andere auteurs. Hierbij treedt het auteursrecht in werking. De organisatie die dit in België regelt is SABAM. Het auteursrecht en de relatie tussen SABAM en de dj worden behandeld in hoofdstuk acht. Vervolgens bekijken we een voor dj’s typisch verschijnsel. Een dj is de persoon die de muziek selecteert tijdens een feest. Maar vaak wil het publiek ook meebeslissen. Dit doet het via verzoeknummers. Dit voor vele dj’s vertrouwd fenomeen wordt in hoofdstuk negen besproken. Dat de dj vooral mannelijk is kwam duidelijk naar voor uit het kwantitatief 112
onderzoek. Hoe de vrouwelijke dj zich hierbij voelt en gedraagt en of zij hier problemen van ondervindt wordt in hoofdstuk tien bekeken. Tot slot en als een soort van concluderend hoofdstuk vragen we ons af wat voor soort cultuur de dj-cultuur nu eigenlijk is en of we wel van een dj-cultuur kunnen spreken. Hoofdstuk elf geeft ons hier een antwoord op.
3.2. Evolutie carrière en Poppunt 3.2.1. Evolutie carrière en bepalende factoren Waarom begint een dj te draaien? Hoe evolueert zijn carrière? Wat zijn de bepalende factoren daarin? Allemaal vragen die we hier zullen trachten te beantwoorden. Uit de interviews kwamen een aantal factoren naar boven die bepalend zijn voor de carrière van een dj. Elk van die factoren speelt een rol voor om het even welke dj, maar het verhaal van elke apart dj is verschillend. Voor de ene dj is factor x van groot belang, voor de andere dj is factor y dan weer belangrijker. Het gaat om de volgende factoren: • Mensen kennen: Eén van de belangrijkste factoren is zonder twijfel het leggen van connecties. De dj-wereld is immers een wereld vol informele contacten. “Via via” is een vaak gehoorde uitdrukking. Er bestaat immers geen telefoonboek waarin alle dj’s genoteerd staan of er is geen overkoepelende organisatie die je kan opbellen om een dj te boeken. Vooral bij de allround-dj’s, minder bij de discotheek-dj’s en de professionele dj’s worden boekingen vooral verdient omdat men mensen kent, veeleer dan omwille van de dj-kwaliteiten. Vooral de eerste boekingen blijken zo te verlopen. Nadien gaan uiteraard ook dj-kwaliteiten een rol spelen (zie verder). Zo getuigt dj Klaas: “Ik heb altijd geprobeerd te draaien op fuiven van mensen die ik ken. Ik ben dat blijven doen en ben ook meer platen en cd’s gaan kopen. Ik werd dan meer en meer gevraagd en ik stond dan al snel iedere week in een bepaalde zaal” (De Coster, 15.04.2005). De discotheek-dj’s en vooral de professionele dj’s daarentegen worden veeleer omwille van hun dj-kwaliteiten gevraagd. Hij bouwde reeds een bepaalde status op, een zekere naambekendheid, die verder dan het lokale reikt. Maar toch is voor hen ook een netwerk van relaties van groot belang. Dit netwerk kan bijvoorbeeld ook handig zijn bij het ontdekken van nieuwe muziek. Internet speelt daarbij vandaag een belangrijke rol. Zo verklaart dj Raoul: “Ik heb een groot netwerk van house, 113
vooral via internet, via msn of AOL. Het gaat om het uitwisselen van nieuwe releases, demo’s, alles wat je wil. Ik vind dat wel goed, vroeger bestond dat niet en was dat moeilijker om contact te houden met die mensen.(…) Internet is een ferme revolutie, die ik ten volle heb gebruikt (Belmans, 29.03.2005). • Talent en motivatie: Uiteraard mag een dj nog zoveel mensen kennen, hij moet het ook bewijzen achter de draaitafels. Dj’s die het daar niet waarmaken, vallen snel door de mand. Een zeker talent, een feeling is dus noodzakelijk. Dit talent op zich is evenmin voldoende, maar moet aangevuld worden met oefening, thuis of op feesten. Op die manier bouwt men ervaring op, leert men hoe men zijn functie als dj moet vervullen. Op die functie gaan we in in hoofdstuk 3.3.2. Samen met dit talent hangt de motivatie, de liefde voor muziek. Eén van de meest gehoorde redenen waarom een dj met draaien is begonnen is de liefde voor muziek. Zo verklaart dj Starsky: “Wat trok me aan? Ik weet het niet, ik zeg altijd dat ik geen danser ben, ik ben vooral een muziekliefhebber. Beginnen draaien, dat was zeer onbewust, het was nooit de bedoeling. Ik genoot er gewoon ontzettend van de mensen te laten dansen” (Leroux, 06.04.2005). Die motivatie zet zich dan om in een “ervoor gaan”-mentaliteit. De dj wil graag vaak en op verschillende locaties draaien en gaat daarbij zo goed mogelijk zijn best doen alle hier opgenoemde factoren, bewust of onbewust, zo goed mogelijk in te kleden. De dj is bezig met muziek, gebruikt geschreven en audiovisuele media, bezoekt platenwinkels, gaat zelf uit, enz. Het is een hobby (of een beroep) die (dat) erg intensief beleefd kan worden. • Geld: Dj’en is geen goedkope hobby. Een vinylplaat kost al gauw ongeveer 10 euro, een cd kost gemiddeld 15 euro. Materiaal, zoals professionele cd- en platenspelers kosten honderden euro. Uiteraard gaat iedere dj daar zo ver in als hij zelf wenst. Vooral wat betreft materiaal kan heel wat geld bespaard worden. Tweedehands aankopen en minder bekende merken kunnen de prijs al drukken. Maar ook andere oplossingen zijn mogelijk wanneer men zich geen materiaal kan aanschaffen. Zo ging dj Starsky vroeger op het materiaal van een Gentse discotheek oefenen, omdat hij thuis zulk professioneel materiaal nog niet had (Leroux, 06.04.2005). Maar al bij al mag het duidelijk zijn dat men toch over een zeker kapitaal moet beschikken om ten eerste te beginnen met dj’en en ten tweede er verder in te gaan. Want zoals al behandeld, zijn het enkel de professionele dj’s die met hun dj-activiteiten voldoende verdienen om zowel hun muziekaankopen als hun dagelijks brood te bekostigen. Andere dj’s kennen vaak verlies, waarbij ze inkomsten uit een hoofdinkomen of 114
bijverdienste en uit giften combineren met de inkomsten uit het dj’en zelf om hun muziekaankopen te bekostigen. • Toeval en geluk: omwille van de informaliteit in de dj-wereld is er geen vast pad te bewandelen. Iedere dj gaat zijn eigen weg en slaagt meer of minder in zijn opzet. Dat toeval en geluk daarbij van belang zijn hoeft niet te verbazen. Het is vaak een kwestie van de juiste persoon op de juiste plaats. Exacte cijfers zijn er niet, maar geschat wordt dat er vandaag in Vlaanderen alleen al duizenden dj’s actief met draaien bezig zijn. Daarvan bestaat het grootste deel, zoals we gezien hebben, uit allround-dj’s. Om in die groep regelmatig te draaien is toeval en geluk van groot belang. Juist die ene dj en niet die andere, alhoewel ze niet verschillen wat betreft talent en ervaring, mag bijvoorbeeld een bepaald feest van muziek voorzien omdat hij per toeval bevriend is met een familielid van een organisator van het feest. Maar ook bij de andere groepen is deze factor ontzettend belangrijk. Zo verklaart dj Starsky dat omwille van het wegvallen van een aantal vaste waarden in de Gentse discotheek Culture Club hij en zijn dj-partner dj Tonic een kans kregen als resident: “We raakten erg geïnteresseerd in electro en we begonnen die electro op de radio en in de discotheek “69” te spelen. In die discotheek hebben we drie maal gespeeld en plots ging alles snel en kregen we een plaats in de grote zaal van de Culture Club. Daar speelden de 2manydj’s niet veel meer en ook dj’s Mo en Benoelie speelden minder, dus ze waren op zoek naar nieuwe dj’s. Het bizarre was dat we daar, toen we er de eerste keer stonden, direct een residency aangeboden kregen” (Leroux, 06.04.2005). Geluk is dus een belangrijke factor, maar geluk moet ook afgedwongen worden en kan dus enkel een rol spelen in combinatie met de andere factoren. • Originaliteit: Dat er vandaag duizenden Vlaamse dj’s zijn, maakt dat wil een dj van zich laten horen, hij zich moet onderscheiden. Hoe hoger de dj-categorie, hoe meer dit geldt. Het is als bij de proclamaties van de resultaten na het einde van het academiejaar voor de Vlaamse studenten. Vooral de dj’s met grote of grootste onderscheiding worden opgemerkt en krijgen aandacht, terwijl de grijze massa veeleer onbekend en lokaal blijft. Originaliteit als dj kan zich uiten in het zoeken van nieuwe muziek, speciale nummers, leuke remixen. Maar naast muzikale originaliteit is ook de vormelijke originaliteit van belang. Een opvallende dj-naam, een leuke website, … kunnen allen ervoor zorgen dat een dj zich onderscheidt van de andere. Het kan zelfs zo ver gaan dat een dj een gimmick wordt. Een goed voorbeeld is dj Lektroluv. Gekleed in een lange witte jas met een groen masker en een grote zonnebril speelt hij 115
muziek als een zogenaamde remedie tegen ziektes. Zijn identiteit is onbekend, al wordt algemeen aangenomen dat een Vlaamse top-dj achter dit originele project zit (NEWS, 2005). Alhoewel vandaag het vormelijke steeds belangrijker wordt, is muzikale originaliteit toch nog steeds het belangrijkst. Ook Brewster en Broughton rapporteren deze factor in hun werk over de dj als een erg belangrijke (1999, pp.1415). • Muziek maken: een laatste factor is het zelf maken of bewerken van muziek, in welk genre dan ook. Zelf muziek maken blijkt vooral een belangrijke opstap tot de professionele status of meer. Zo verklaart dj Starsky: “Als je op een hoger niveau zit, is het belangrijk om iets te maken, al zijn het maar edits, remixen of een mixcd. We hebben immers overal gedraaid en als je dan stapje hoger wil, moet je zelf muziek maken“ (Leroux, 06.04.2005). Ook andere voorbeelden tonen dit duidelijk aan. Dirk Swartenbroeckx, beter bekend als dj Buscemi, begon zijn carrière als producer en maakte een aantal erg in de smaak vallende albums. Al snel werd hij ook gevraagd om dj-sets te presteren, alhoewel hij in feite weinig ervaring als dj had. Het maken van muziek kan in feite dus volstaan om als professionele dj aan de slag te kunnen gaan. Dit erg extreem voorbeeld toont echter niet de regelmaat. Veeleer is een combinatie van alle factoren nodig. Wanneer de dj’s in de interviews gevraagd werden waarom ze begonnen waren met draaien, fronsten ze allen de wenkbrauwen en moesten ze diep nadenken. Het leek alsof velen niet meer exact wisten waarom ze waren begonnen, ze verklaarden dat ze er letterlijk waren ingerold. Zoals al gezegd speelt de liefde voor muziek een belangrijke rol, maar die liefde voor muziek moet steeds omgezet worden in het verlangen voor een publiek muziek te spelen. Die omzetting gebeurt vaak via volgende wegen: • Vrienden of familie: Een vriend of familielid is al bezig met draaien en de dj ontdekt via deze weg zijn interesse voor muziek. • Jeugdhuis: Participatie aan de werking van een jeugdhuis zet zich om in het spelen van muziek op caféavonden of feesten. • Studentenverenigingen: Participatie aan de werking van een studentenvereniging zet zich om in het spelen van muziek in het studentencafé of op studentenfeesten. Uiteraard zijn er nog mogelijke wegen om met het draaien in contact te komen, maar uit de interviews kwamen deze drie manieren telkens opnieuw naar boven. Aanvankelijk komt een dj dan steeds in de groep van allround-dj’s terecht. Een gebrek
116
aan ervaring, aan connecties, talent, financiële kracht, … maakt dat het bijna onmogelijk is om onmiddellijk in de categorie van discotheek- of professionele dj terecht te komen. Uitzonderlingen als dj Buscemi bevestigen alleen de regel. Vervolgens kan de dj op verschillende manieren evolueren. Deze manieren komen uit de interviews. Een exclusieve lijst van manieren is dit dus niet. Vast en zeker zijn ook andere wegen mogelijk, maar deze lijst moet toch al een beeld schetsen van hoe het er aan toe gaat. Elke dj maakt zelf uit welke combinatie van manieren hij gebruikt. • Zelf-promotie: Aanvankelijk vooral op lokaal niveau kan de dj beginnen zichzelf bekend te maken, te promoten. Hij kan zijn brede vriendenkring, maar ook anderen laten weten dat hij beschikbaar is als dj. Dj Gijs illustreert dit als volgt: “Dan begon ik wat reclame voor mezelf te maken, op school bijvoorbeeld en werd ik meer gevraagd in de Sint-Pauluszaal” (Vranckaert, 10.04.2005). Uiteraard is deze zelf-promotie een onderdeel van de meer algemene promotie die een dj gedurende heel zijn carrière kan voeren. In hoofdstuk 3.5 worden de manieren geschetst waarop een dj promotie kan maken. • Zelf feesten organiseren: Door zelf feesten te organiseren laat de dj aan de buitenwereld weten waar hij mee bezig is. Bovendien creëert hij voor zichzelf kansen om te dj’en. Door feesten te organiseren komt men ook in contact met interessante personen die ook met muziek of dj’en bezig zijn. Het kan een springplank vormen naar andere boekingen. • Radiowerk: Dat de feest-dj afkomstig is van de radio-dj zagen we reeds in het deel over de geschiedenis van de dj (zie hoofdstuk 1.3). Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook werken voor een radiostation een belangrijke impuls kan geven aan de carrière van een dj. Dj Raoul bijvoorbeeld begon housemuziek te draaien op de radio. Hij vertelt zelf: “House begon ik te spelen op de radio, op Scorpia, in Haacht. Ik ben daar verzeild geraakt via vrienden en ineens was er zaterdagavond een gat vrij en ik mocht dat non-stop vullen met dansmuziek” (Belmans, 29.03.2005). Opnieuw zien we hier trouwens hoe geluk en de “juiste persoon op de juiste plaats” uitdrukking van belang is. • Residency: Op de voordelen van een residency gingen we in wanneer we het belang van de residency voor de professionele dj behandelden (zie hoofdstuk 2.4.1.). Die voordelen gelden ook voor de andere categorieën van dj’s, maar het is duidelijk dat hoe hoger de categorie van dj’s is, hoe vaker een residency voorkomt. Een residency
117
kan daarbij zowel een impuls, als een bekroning van een carrière van een dj betekenen. • Referenties: Wanneer een dj een boeking binnen haalt op een interessante locatie, kan hij deze boeking later gebruiken als referentie voor het binnenhalen van andere boekingen. Dj Merdan Taplak wist zo een aantal interessante referenties binnen te halen: “Vanaf dat je een aantal referenties hebt, kan je die beginnen gebruiken om meer te spelen. Mano Mundo bijvoorbeeld gold als referentie voor Sfinx. Ook Young Talent Corner op 10 days off was een mooie referentie. (…) Zo gaat het aan het rollen. Nu speel ik bijna wekelijks” (Taplak, 18.04.2005). • Zelf uitgaan: door naar feesten te gaan waar een dj zelf van droomt ooit te spelen leert hij de locaties kennen, de gebruiken, het publiek, de muziekstijl, enz. Hij leert er ook interessante personen kennen die een impuls kunnen betekenen in zijn carrière. • Solliciteren: Een dj kan zichzelf aanbieden bij de organisatoren van feesten, bij de eigenaars van discotheken, bij een jeugdhuis, bij de uitbater van een café, enzovoort. Het meest gebruikte wapen daarbij is de mixtape. Via het internet of via persoonlijk contact kan de dj de persoon in kwestie aanspreken en vragen naar zijn mixtape te luisteren. • Dj-contest: Dit wordt verder meer in detail besproken. Het mag alleszins duidelijk zijn dat een dj vandaag, wil hij boekingen verdienen, niet in zijn luie zetel mag blijven zitten. Zichzelf promoten, aanbieden, met de muziek bezig zijn, origineel zijn, mensen aanspreken, investeren, … is allemaal nodig om het vandaag als dj te maken. In het kwantitatief onderzoek (zie hoofdstuk 2.7.4) kwamen we al tot een conclusie over hoe de carrière van een dj evolueert. Om volledig te zijn herhalen we dit inzicht hier. Daarbij baseren we ons op de anciënniteit en ervaring van de dj. De dj werkt volgens dit model steeds een soort parcours af, dat als volgt gaat: 1. Bedroom-dj: Het eerste jaar van zijn dj-carrière draait de dj nog niet voor een publiek, maar enkel thuis en dan vaak in zijn slaapkamer (of elke andere kamer). Vandaar de benaming “bedroomdj”. 2. Allround-dj: Vervolgens wordt de dj allround-dj. Hij gaat dj’en in cafés, jeugdhuizen of zalen. Meestal blijft de dj deze status aanhouden tot hij een vijftal jaren draait.
118
3. Discotheek-dj: Deze categorie varieert sterk wat betreft anciënniteit. Een dj kan er in terecht komen wanneer nog maar enkele jaren dj is, maar ook wanneer hij al langer dan 10 jaar draait. Deze categorie is dus erg breed. 4. Professionele dj: Deze categorie is het moeilijkst te bereiken. De professionele dj is meestal al meer dan een decennium met dj’en bezig en bouwde zo heel wat ervaring op. Het moet duidelijk zijn dat dit een modelparcours is, een gemiddeld parcours, maar dat uiteraard niet elke dj dit parcours op dezelfde weg aflegt. Tot slot bespreken we de dj-contest. Het woord dj-contest zegt het zelf, het is een wedstrijd tussen dj’s. De manier waarop die wedstrijd gebeurt is verschillend. Twee soorten contests vallen op. Ten eerste zijn er die contests die live uitgevochten worden tijdens een feest. Daarbij dienen de dj’s elkaar rechtstreeks te bekampen door of achtereenvolgens een dj-set te spelen of achtereenvolgens een dj-mix te doen. Een jury beslist vervolgens wie de wedstrijd wint op basis van een aantal factoren als platenkeuze, techniek, aandacht voor het publiek, enzovoort. Daarnaast zijn er ook wedstrijden die niet ter plekke worden uitgevochten. Bij zulke contests dient men een demo of mixtape in te zenden, waarbij vervolgens een jury de beste demo’s selecteert. Bij zulke wedstrijden bestaat de prijs meestal uit een dj-set tijdens een bekend en/of groot feest of tijdens een radioprogramma. De eerste soorten van contests worden vooral gehouden in jeugdhuizen, cafés en zalen. De tweede soort van contests daarentegen hebben als prijs vaker een dj-set in een discotheek of tijdens een groot evenement. Voorbeeld van zulke djcontests zijn “discover the dj” van het Studio Brussel programma “Switch” of de Young Talent Corner van Poppunt, een initiatief van de Vlaamse overheid (zie verder). Bij “discover the dj” worden de geselecteerde demo’s uitgezonden tijdens het radioprogramma Switch op Studio Brussel. Dj E-Phonk, die selecteert welke demo’s uitgezonden worden, vertelt daarover het volgende: “Met discover the dj selecteren we elke week een aantal dj’s voor een aantal projecten. Van de driehonderd demo’s die we hebben gehoord, bleek da slechts een 20-tal goed waren en 3 heel goed. (…) Veel jonge gasten draaien te hard of 30 ervan beginnen met Daans Housewife. Ook is vaak de kwaliteit niet goed. Zo hoor je bijvoorbeeld een gsm ertussen of valt het geluid weg. Mensen nemen het vaak op zonder het na te beluisteren. Ook kraken, of opnames die precies met de micro naast de naald opgenomen zijn komen vaak voor. Mensen beseffen niet dat het op de radio moet kunnen worden uitgezonden” (De Vogel, 05.04.2005).
119
Het doel van contests wordt meestal door de organisatoren omschreven als het geven van kansen aan jong talent. Aan dj-contests nemen immers vooral jonge dj’s deel, die nog weinig bewezen hebben en op weinig ervaring kunnen teren. Het gaat dus vooral om allround- of discotheek-dj’s. Dj Ed vertelt als professionele dj: “Nu op dit niveau neem ik niet meer deel aan dj-contests. Enkel als ik nog niet lang bezig was zou ik er aan deel nemen” (Corver, 02.05.2005). Professionele dj’s zetelen vooral in de jury van dj-contests of verzorgen na afloop ervan een dj-set. Hun aanwezigheid verhoogt immers vaak de aantrekkelijk van een dj-contest. Die aantrekkelijkheid is ook afhankelijk van wat men kan winnen met zulke wedstrijd. Wanneer het enkel om materiaal gaat, zoals bijvoorbeeld een hoofdtelefoon of een mengpaneel, is de aantrekkelijkheid minder hoog dan als de prijs een dj-set op een interessante locatie is. Maar vandaag getuigden vele dj’s over de problemen die voorkomen bij dj-contests, vooral dan bij de contests die live worden uitgevochten. Een groot probleem is dat veel contests georganiseerd worden als dekmantel om veel volk naar een feest te lokken. Een gebrek aan professionaliteit is daar dan vaak het gevolg van. Zo vertelt dj Klaas: “Ik heb dat één keer gedaan, maar ik speelde vroeg en er waren dan ook heel wat problemen, er was ook niet veel volk. Dat viel dus sterk tegen, het was allesbehalve professioneel. Ze lieten niks weten, slecht materiaal enzovoort” (De Coster, 15.04.2005). Een ander probleem is dat vaak heel wat kandidaten toegelaten worden, waardoor elke dj slechts een korte tijd heeft om zichzelf te bewijzen. Tijdens de Diesel U-Music wedstrijd, kreeg iedere kandidaat bijvoorbeeld maar 15 minuten de tijd om zichzelf te bewijzen. Diezelfde Diesel U-Music contest kreeg bovendien heel wat kritiek omtrent haar geloofwaardigheid. Een kledingmerk dat een dj-contest organiseert kon van het begin al op weinig geloofwaardigheid rekenen, maar ook om andere redenen werd aan de eerlijkheid van de contest getwijfeld. Zo getuigt dj Raoul: “Nu heb je bijvoorbeeld Diesel U-Music, dat is doorgestoken kaart als je het mij vraagt, omdat je ziet wie gaat winnen, het is voorspelbaar. Vorig jaar was dat met dj’s Hermanos Inglesos, die hadden al gespeeld in culture club. Zij kregen ook hun management van Clear Channel, dat was inbegrepen in de prijs. Clear Channel hebben die mannen in mijn ogen gebruikt als een marketing product. Ik zou het niet in hun plaats willen doen, het is wel wat jammer dat ze het niet alleen hebben kunnen maken. Een duwtje in de rug is niet slecht, maar dit is er over vind ik” (Belmans, 29.03.2005). Dezelfde geloofwaardigheid wordt door vele dj’s bij vele andere contests in vraag gesteld. Maar niemand verliest graag natuurlijk. Tot slot blijken vandaag in Vlaanderen tientallen contests te worden georganiseerd. 120
Omwille van dit overaanbod daalt de waarde van die contests. Initiatieven als “Young Talent Corner” en “Discover the dj” zijn lichtpunten, maar een soort overkoepelende organisatie die wedstrijden organiseert en controleert zou niet slecht zijn. De overheid probeert hier al een handje toe te steken. Via Poppunt en de Young Talent Corner tracht het de dj een duwtje in de rug te geven.
3.2.2. Poppunt en Young Talent Corner De Vlaamse overheid doet zijn best jonge beloftevolle dj’s te steunen. Het doet dit via het Poppunt project en meer specifiek via “Young Talent Corner”. Poppunt omschrijft zichzelf als aanspreekpunt voor muzikanten en dj’s in Vlaanderen. Doel van Poppunt is de Vlaamse muzikanten en dj’s info en advies te geven over allerhande zaken, gaande van muzikale tot juridische, fiscale en sociale thema’s (Poppunt, z.d.). Specifiek naar dj’s toe kent Poppunt twee interessante initiatieven. Ten eerste is er een online database, te vinden op hun site www.poppunt.be, waarin dj’s zich gratis kunnen inschrijven. Het biedt de dj de mogelijkheid zich kenbaar te maken in een Vlaamse database, die overigens door heel wat promotoren wordt bezocht. Bovendien is het mogelijk een mixtape van de dj te beluisteren (Poppunt, z.d.). Ten tweede is er de “Young Talent Corner”, een dochterorganisatie van Poppunt die zich specifiek bezig houdt met jonge, talentvolle dj’s. YTC legde een demopool aan, waar iedere dj, ongeacht het genre, zijn demo voor kan inschrijven. Wanneer YTC aan een evenement meewerkt, dan worden afhankelijk van het genre door een professionele jury een aantal dj’s geselecteerd die in een speciale “Young Talent Room” mogen dj’en. Het meest bekend zijn de Kozzmozz-fuiven, die een aantal keren per jaar in de Gentse Vooruit worden georganiseerd. YTC is dan ook een samenwerking van Poppunt en Kozzmozz. Hoe gaat dit in zijn werk? De organisatie maakt een database aan van alle ingezonden demo’s. Vervolgens wordt er een eerste voorselectie gehouden. De demo’s die deze eerste voorselectie overleven komen in de handen van een aantal professionele dj’s die het kaf van het koren scheiden. Zij maken een lijst van een twintigtal demo’s. Deze lijst wordt in samenspraak met de professionele dj’s en de concertorganisatoren besproken voor elk evenement of feest waaraan Poppunt meewerkt. De gekozen dj’s krijgen elk een aantal uren de tijd zichzelf te bewijzen. 121
YTC werkt ook samen met het Studio Brussel programma Switch. Elke week nodigt Switch een aantal jonge, talentvolle dj’s uit in het programmaonderdeel Discover The dj. Eens per maand worden deze dj’s gekozen uit de demopool waarover YTC beschikt. Tot slot beschikt YTC op haar website over een aantal interessante links voor dj’s (Young Talent Corner, z.d.). Een dj kan dus een aantal factoren trachten te bespelen om het als dj te maken. Maar een dj moet ook gewoon goed kunnen dj’en. Daarvoor dient hij zo goed mogelijk platenkeuze en techniek te combineren. Op die manier kan hij zijn functie zo goed mogelijk uitoefenen en een bepaalde status verdienen. Op deze elementen gaan we in het volgend hoofdstuk in.
3.3. Techniek versus platenkeuze en de functie en de status van een dj 3.3.1. Wat een dj kunnen moet: techniek versus platenkeuze Tijdens een dj-set zijn twee factoren voor een dj van ontzettend groot belang. Er is enerzijds de platenkeuze, het selecteren van de muziek en er is anderzijds de techniek, de wijze waarop de dj die nummers aan elkaar plakt. Beide zijn belangrijk, maar het zijn erg subjectieve en persoonlijke factoren. Elke dj hecht immers meer of minder belang aan één of beide. Dj E-phonk (De Vogel, 05.04.2005) bijvoorbeeld vindt dat een dj enkel de elementaire beatmixtechniek onder de knie moet hebben, terwijl bijvoorbeeld dj Gijs (Vranckaert, 10.04.2005) vindt dat trucjes en een feilloze techniek erg belangrijk zijn. Hoe kunnen beide nu beter begrepen worden? Techniek heeft dus te maken met het aan elkaar plakken van de muziek die een dj speelt. Het doel daarbij is dat het publiek blijft dansen. Omdat de dj werkt met een mengpaneel kan hij immers nummers aan elkaar plakken, zonder dat bij de overschakeling naar een volgend nummer een stilte valt. Bij dit overschakelen kunnen heel wat trucjes gebruikt worden, zoals scratching, de backspin of het gebruik van loops, samples, enzovoort. Zulke trucjes kunnen een dj uniek maken. Het belang van techniek hangt overigens samen met het genre. Vooral bij hiphop is techniek van ontzettend groot belang. Bij andere genres als house en techno komt techniek vaker op de tweede plaats. Het is ook van belang het juiste tempo aan te houden. Om dit tempo aan te houden is natuurlijk de platenkeuze van groot belang. Ieder muzieknummer heeft immers een eigen ritme. Beide, techniek en platenkeuze zijn 122
dus erg met elkaar verbonden. Zo verklaart dj Raoul gepast: “Techniek is redelijk belangrijk, maar je kan iemand achter een draaitafel zetten die perfect kan beatmixen, maar dat kan saai zijn, dus platenkeuze is ook heel belangrijk. Er zijn mensen die beatmixen niet belangrijk vinden, maar als het sloppy gaat, blijkt het toch niet goed te zijn voor velen, dus techniek is toch ook belangrijk” (Belmans, 29.03.2005). Door middel van een juiste selectie en volgorde van de muziek kan de dj het tempo onderhouden. Daarbij zijn consistentie en het verzorgen van de opbouw van belang. De dj mag dus niet van de hak op de tak springen en dient zich aan te passen. aan het tijdstip en de sfeer van het moment. Dj’en is dus allesbehalve makkelijk. Alhoewel techniek perfect aan te leren is op eigen materiaal in de slaapkamer, doet een dj het meeste ervaring op tijdens feesten zelf. Daar leert hij welke muziek hij op welk moment kan spelen, hoe hij het publiek kan aanvoelen, hoe hij interactie met zijn publiek kan uitlokken en hoe hij een lijn in zijn djset kan steken. Tot slot dient een dj ook enthousiasme te tonen. Zulke beleving van een dj straalt immers vaak door in zijn dj-set en in de sfeer van het feest (Giegas, 1999, p. 159; Thornton, 1995, p. 29; Brewster & Broughton, 1999, p. 11-17). Uiteraard zijn ook voorbeelden tegen dit ideale dj-profiel te vinden. Maar al bij al zijn deze karakteristieken die uit het kwalitatief onderzoek komen als belangrijkste bevonden. De bronverwijzingen tonen aan dat ook enkele auteurs deze kwaliteiten als belangrijkste omschreven. Om het gebruik en het belang van techniek duidelijk te maken, zullen een aantal technieken hier uitgelegd worden. Het gebruik van deze technieken door de verschillende categorieën van dj’s wordt in het kwantitatieve luik uitgelegd. De basistechniek van het dj’en is het beatmixen. Zo goed als alle dj’s beatmixen hun muzieknummers aan elkaar. Hiervoor zijn de basisbenodigdheden voor een dj-set nodig, namelijk een mengpaneel en twee media, bijvoorbeeld twee platenspelers of twee cdspelers of onderlinge combinaties. Bij beatmixen wordt door middel van de “pitchcontrol”, een functie waarover professionele platen- en cd-spelers beschikken, de snelheid van het te mixen nummer aangepast aan het nummer dat op dat moment voor het publiek speelt. Zonder dit technisch verder uit te leggen, moet het duidelijk zijn dat op die manier de snelheid van de muziek dezelfde blijft en de dj aan hetzelfde tempo kan verder spelen. Afhankelijk van het genre en het type dj is dit aanhouden van hetzelfde tempo nu meer of minder belangrijk. Techno- of house-dj’s worden bijvoorbeeld verwacht steeds aan ongeveer hetzelfde tempo te draaien, terwijl 123
bijvoorbeeld de huwelijksfeest-dj van het ene naar het andere tempo kan springen. Al is het ook voor die laatste van belang om geen al te grote verschillen te leggen. Zo getuigt immers huwelijksfeest-dj Jos: “Ik vind het ritme het belangrijkste. Dat je blijft mixen op hetzelfde ritme voor een paar platen na elkaar. Ze moeten in dezelfde swing kunnen verder gaan. Het heeft dus allemaal te maken met de platenkeuze, mixen is ook belangrijk, of de microfoon gebruiken. Dat doe ik vooral om te breken met een ritme. Als ik wil overschakelen, gebruik ik de microfoon, dan breekt dat het ritme van de mensen en zijn ze klaar voor iets nieuws” (Vermeir, 20.04.2005). Het mengpaneel maakt het mogelijk om van de ene schuif, waar het ene nummer speelt, naar de andere schuif, waar het andere nummer speelt, over te schakelen. Bovendien beschikt een mengpaneel over een equalizer, waarbij de tonen van elk van de nummers kunnen aangepast worden. Een volgende veelgebruikte techniek is scratchen. Alhoewel scratchen uitgevonden werd (zie hoofdstuk 1.3) en vooral bedoeld is voor vinyl, maken gesofisticeerde technieken vandaag ook scratching met cd-spelers mogelijk. Bij scratchen wordt de vinylplaat met de hand tegengehouden (hetzelfde procédé gebeurt bij de cd waarbij een plastieken schijf de vinylplaat vervangt) zodat men als het ware de muziek met de hand vast neemt. Door de vinylplaat nu voor- of achterwaarts te bewegen ontstaat het typische “scratchende” geluid. Een andere veelgebruikte techniek is de loop. Bij de loop, van het engelse werkwoord “to loop”, wordt een deel van een muzieknummer simpelweg herhaald. Een volgende techniek is de sample. Een sample is een deel van een nummer, bijvoorbeeld een zanglijn (een vocal) of een gesproken tekst die op vinyl of op cd opgeslagen wordt en vervolgens afgespeeld wordt. Een sampler is een machine die ter plekke samples kan registreren, opslaan en opnieuw afspelen. Ook de backspin hoort tot veelgebruikte dj-technieken. Bij de backspin wordt de vinylplaat zoals bij de scratch letterlijk met de hand vast genomen en met grote kracht terug gedraaid. Op die manier ontstaat een typisch geluid dat vaak gebruikt wordt om een muzieknummer weg te mixen. Ook cd-spelers kunnen tegenwoordig deze techniek uitvoeren. Een andere interessante techniek is het gebruik van de effectenbox. Een effectenbox kan afzonderlijk als een machine aan het mengpaneel worden aangesloten of kan als vast onderdeel aan een mengpaneel vast zitten en heeft een aantal functies of beter effecten die op de muziek kunnen uitgevoerd worden. Zo kan men met een effectenbox bijvoorbeeld een echo in de muziek leggen. Tot slot hoort ook het gebruik van de microfoon tot de technieken. Met de microfoon kan men zijn eigen stem voor het hele publiek versterken. De microfoon wordt door 124
slechts een tiende van de Vlaamse dj’s gebruikt (zie resultaten kwantitatieve onderzoek). Vooral de huwelijksfeest-dj gebruikt dit hulpmiddel, maar ook anderen zoals bijvoorbeeld de Mc’s bij hiphop of drum’n bass dj-sets gebruiken zulk hulpmiddel. In dat laatste geval is het uiteraard niet de dj zelf die de microfoon gebruikt.
3.3.2. Functie van de dj Door middel van een juiste platenkeuze en een passende techniek kan een dj nu zijn functie uitoefenen. Die functie wordt door alle dj’s omschreven als het publiek entertainen. De dj moet zijn zaal laten bewegen, het publiek laten dansen, sfeer creëren, ambiance scheppen en plezier maken. Ook wanneer de dj een niet-dansend publiek voor zich krijgt, zoals bijvoorbeeld een dj die tijdens een concertavond of festival tussen de verschillende concerten draait, dient hij nog altijd zijn publiek te entertainen. De tweede functie van een dj is zijn publiek iets bij te leren. De dj kan immers een soort gatekeeper zijn, die nieuwe muziek selecteert en als het ware voorkauwt voor zijn publiek. Hoe hoger de categorie van dj, hoe meer de dj hier mee bezig is. Een kleine groep van dj’s gaat zelfs een stap verder en vernieuwt zichzelf constant. Dj Raoul, zelf een professionele dj die graag zijn publiek nieuwe muziek aanleert, omschrijft zulke dj’s als djdj’s: “Je hebt een djdj, iemand die altijd met iets nieuws uitkomt, altijd nieuwe dingen gebruikt, altijd speciale dingen doet. Een goed voorbeeld is dj Mark Farina” (Belmans, 29.03.2005). Dat de dj op die manier een postmodern figuur is, die helpt bij het verwerken van de informatiestroom, wordt besproken in hoofdstuk 1.5. Maar door geen enkele dj wordt deze functie als belangrijkst gezien. Pas als het publiek zich amuseert en plezier maakt mag ook deze functie voldaan worden. Dj’s die enkel deze functie nastreven krijgen vaak negatieve kritieken. Zo vertelt dj Ed: “ Ik respecteer iedereen en ik heb zelf ook studentenfuiven bijvoorbeeld gedaan, dus moet je daar de undergroundman niet gaan uithangen. Ik heb soms zelfs meer respect voor iemand die een commercieel feest kan maken dan iemand die denkt da hij underground is en daar alle onbekende off-beat dingen draait. Daar krijg ik de zenuwen van” (Corver, 02.05.2005). De dj dient dus interactie met het publiek te hebben, aan te voelen wat het publiek wil horen en niet alleen draaien wat hij zelf goed vindt. Overigens kan een dj nooit goed doen voor iedereen. Altijd wel zijn er mensen die iets niet goed vinden. Dj Harryson vertelt: “Ik krijg wel eens complimentjes, ik word ook wel eens 125
uitgescholden” (De Winde, 04.04.2005). Tot slot omschrijft dj Raoul een goede dj als volgt: “Een goeie dj kan in een warming-up het publiek doen dansen. Want dat is het moeilijkste stuk van heel de avond, iedereen is nog nuchter en je moet ze doen dansen. Als je dan kan draaien, dan kun je ook het begin en het einde aan” (Belmans, 29.03.2005).
3.3.3. Status van de dj Als een dj het goed doet, als hij zijn functie goed uitoefent, verdient hij een bepaalde status. Maar een dj is een tegenstrijdig figuur. Enerzijds is hij immers een anoniem persoon. Waar de dansvloer op een feest immers vaak verlicht wordt met een hele batterij een spots en lichten, staat de dj vaak afgezonderd en zonder veel belichting. Bovendien worden dj’s bijna nooit aangekondigd en spreken ze zelf, in tegenstelling tot vroeger, bijna niet meer tussen de nummers die ze spelen (Giegas, 1999, p. 159; Thornton, 1995, p. 65). Anderzijds echter rust op de schouders van de dj een belangrijke taak. Hij is verantwoordelijk voor de muzikale inkleding van het feest en op die manier vaak ook voor het succes, het welslagen van het feest. Hoe zit het dan met de status van de dj en in het bijzonder de Vlaamse dj? Opvallend is dat ongeacht de categorie van de dj, alle dj’s getuigen dat ze respect krijgen van mensen die vertrouwd zijn met wat een dj doet. Het gaat dan vooral om een groep jonge mensen die geregeld een feest bezoeken, dj’s in hun vriendenkring hebben of om andere redenen met de dj-wereld en het uitgaansleven in contact komen. Mensen uit de buitenwereld daarentegen hebben vaak geen flauw idee hoe het er aan toe gaat en vormen hun beeld over de dj vooral op basis van de dj op het laatste huwelijksfeest waar ze uitgenodigd waren of op basis van gemediatiseerde verhalen over drugs en vechtpartijen. Dj E-Phonk getuigt: “De buitenwereld weet niet waar je mee bezig bent. Als je zegt da je dj bent stellen ze zich iets groot voor, met grote muziekboxen en trouwfeesten of denken ze aan drugs en de hele mediavisie erop. De mensen die er mee bezig zijn geven je wel respect denk ik. Het is altijd plezant als iemand je achteraf komt vertellen dat het goed was” (De Vogel, 05.04.2005). De hoeveelheid respect die een dj krijgt verschilt wel naargelang de categorie van dj. Daarbij blijkt dat een professionele dj het meest respect en aanzien verdient. Hij draait zeer vaak en op verschillende plaatsen in het land en is daarom gekend en geliefd bij velen. Vaak heeft hij zelfs het status van een rockster. Zo getuigt 126
allround-dj Harryson: “Sommige dj’s zijn bijna een even grote held als een rockgroep, het aanzien kan dus heel groot zijn. Op ons niveau is dat uiteraard anders” (De Winde, 04.04.2005). Een professionele dj als Raoul relativeert deze status zelf: “ik heb wel wat aanzien, wat fans, ik maak zoveel platen ook en ben vaak in het buitenland en veel mensen hebben daar bewondering voor, ik vind het wel tof dat ze dat appreciëren. Maar ook kritiek komt voor en dat moet je kunnen aanvaarden, ik heb liever dat ze dat durven zeggen” (Belmans, 29.03.2005). De discotheek-dj en vooral de allround-dj genieten meer lokaal van respect. Zij draaien immers vooral lokaal, zodat hun bekendheid vaak niet verder kan reiken. Tot slot dient vermeld te worden dat de situatie tegenover een tiental jaren geleden wel erg veranderd is. Waren toen dj’s nog halfgoden, dan is de dj vandaag opnieuw een normaal persoon. Dj’s Raoul en Ed , die de hele periode meemaakten, getuigen: “Het is natuurlijk allemaal wat moeilijker dan vroeger, ik heb het wat makkelijker gehad, ik was juist voor die grote dj-hype, er waren toen nog maar weinig dj’s” (Belmans, 29.03.2005) en “het is een heel stuk minder dan vroeger. Begin jaren 90 verkocht men mixtapes voor 1000 frank, nu is dat een heel stuk minder. Ik denk dat het publiek die halfgodstatus nu gewoon veel minder aanvaard. Wij zelf krijgen zeker wel respect, maar vooral van mensen die met muziek bezig zijn, maar we hebben zeker geen groupies bijvoorbeeld” (Corver, 02.05.2005). Dat de grote massa steeds meer en meer vertrouwd geraakt met de figuur van de dj lijkt hier dus de belangrijkste reden te zijn. Dat de dj overigens een supersterstatus kan hebben, is het gevolg van een evolutie in de jaren ’90 in Groot-Brittannië. Die evolutie wordt besproken in hoofdstuk 1.3.11. Nu we zagen hoe de dj zijn functie kan uitvoeren en zo een bepaalde status kan verwerven, gaan in op de manieren waarop een dj steeds op de hoogte kan blijven van nieuwe muziek.
3.4. Manieren om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek In de resultatensectie van het kwantitatieve onderzoek zagen we reeds een aantal methoden om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek in de genres die de dj speelt. We zagen al in hoeverre elk type van dj magazines in verband met dj’en of muziek leest en radioprogramma’s daar omtrent beluistert. In dit deel werken we die methoden verder in detail uit en gaan we ook in op enkele andere manieren, die in het kwalitatieve 127
onderzoek naar boven kwamen. Volgende methoden worden gebruikt door de Vlaamse dj: • Radio: Op de Vlaamse radiostations, zowel lokale als nationale, zijn twee soorten radioprogramma’s te beluisteren. Ten eerste zijn er de algemene programma’s, meestal overdag geprogrammeerd, die verschillende genres van muziek uitzenden. Ten
tweede
zijn
er
gespecialiseerde
programma’s,
meestal
’s
avonds
geprogrammeerd, die één of enkele muziekgenres behandelen. De programmatie van de Vlaamse zender Studio Brussel is een goed voorbeeld van zulke programmatie. Overdag is bijvoorbeeld een programma als “Music at Work” te beluisteren, dat verschillende muziekgenres programmeert, terwijl s’avonds programma’s als “Court Circuit” en “Switch” zich specifiek met elektronische muziek bezig houden. Zulke programmatie is te bekijken op de website van de radiozender www.stubru.be. De Vlaamse dj gebruikt nu beide om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek. Daarbij zal logischerwijze de meer underground gerichte dj de gespecialiseerde programma’s gebruiken, terwijl de meer mainstream gerichte dj de algemene programma’s zal beluisteren. Meer uitleg over het verschil tussen underground en mainstream wordt in hoofdstuk 3.6 gegeven. Maar dj’s gebruiken de radio niet alleen om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek in de genres die ze draaien. Ook om naar muziek te luisteren die ze niet draaien, maar simpelweg graag horen, gebruiken dj’s de radio. Sommige dj’s getuigden zelfs dat ze enkel daarvoor naar de radio luisteren. Zo vertelt dj E-Phonk: “Ik luister naar Court Circuit, Gilles Peterson Worldwide met heel goeie soul en broken beat, vooral om te luisteren; verder meer de bizarre dingen zoals Duyster. Naar house en techno luister ik minder, dat is muziek die thuis hoort in een club, met de vibe er rond. Zelfs op café ben ik daar niet voor te vinden” (De Vogel, 05.04.2005). Overigens is dit een erg subjectief en persoonlijk gegeven. Iedere dj kiest uiteraard wanneer hij of zij de radio aanzet en weer af zet en hoe lang hij of zij er naar luistert. • Tijdschriften: Vier soorten tijdschriften vormen voor de dj interessante lectuur. Ten eerste zijn er specifieke dj-magazines. Zij brengen een aantal interviews met dj’s en artiesten en artikels over thema’s die te maken hebben met dj’en. Ook muziekreviews en charts van bekende dj’s worden er in opgenomen. In Vlaanderen bestaat zulk magazine niet. Het Engelse “Mixmag” is een goed voorbeeld van een dj-magazine. Dj E-Phonk weet echter te vertellen dat de traditie van goede kwalitatieve Engelse djmagazines voorbij is: “De meeste goeie magazines zijn failliet gegaan, zoals Seven, 128
een Engels boekje dat wekelijks uitkwam met charts en platen(p)reviews. De grote Engelse boekjes doen niet meer dan zichzelf te hypen en gaan meer over kleding dan over muziek (De Vogel, 05.04.2005). Ten tweede zijn er de muziekmagazines, zoals het Nederlands “OOR” (www.oor.nl) of het Vlaamse “Plastiks” (www.plastiks.be). Zulke magazines richten zich in het algemeen op muziek of specialiseren zich eventueel in een aantal genres en brengen een aantal interessante artikels en interviews, gecombineerd met een karrenvracht aan reviews van nieuwe cd’s en vinyl. Op die manier vormen zulke magazines uiteraard een ideaal instrument voor dj’s. Een derde type van magazines zijn de uitgaansmagazines. Voorbeelden van zulke magazines
in
Vlaanderen
zijn
Move-x
(www.move-x.be)
en
Outsoon
(www.outsoon.be). Beide magazines komen maandelijks uit en geven een overzicht van wat er die maand in het Vlaamse uitgaansleven zoal te doen is. Verder brengen ze vaak ook een aantal artikels en interviews met dj’s, artiesten of andere personen uit de muziekindustrie. Ook muziekreviews en charts komen in zulke magazines voor. Omdat zulke magazines echter vaak gratis verdeeld worden en daarom vooral financieel overleven van sponsoring blijkt echter de inhoud voor vele dj’s kwalitatief niet goed genoeg. Zulke magazines blijken dan ook meestal vooral op de wc te belanden. Tot slot lezen dj’s ook algemene magazines als het Vlaamse “Humo” waarin muziekrubrieken voorkomen. Dj Jos bijvoorbeeld getuigt: “Ik kijk wel altijd naar de top in humo en welke cd’s er nieuw zijn” (Vermeir, 20.04.2005). • Vrienden/Kennissen/Andere dj’s: Vele dj’s zien vrienden, kennissen en andere dj’s als belangrijke bronnen om nieuwe muziek te leren kennen. Zo antwoordt dj E-Phonk op de vraag hoe hij nieuwe muziek leert kennen als volgt: “Erg belangrijk ook zijn mijn gesprekken met andere mensen, want de meeste mensen die ik ken zijn dj of muziekfan” (De Vogel, 05.04.2005). Tot slot kaart ook dj Noisy Volpex een interessant gegeven aan. Vaak komen dj’s immers samen om nieuwe muziek te beluisteren, technieken te proberen en ideeën uit te wisselen. Het vroegere romantische idee van de zolderkamer verliest echter steeds meer belang sinds de opkomst van het internet en de internetfora en communities. Noisy Volpex vertelt: “Het internet heeft een aantal privé-gemeenschappen ontwikkeld, dat waren vroeger zolderkamers om nieuwe platen uit te wisselen, nu gaat dat via internet en communities. Iedereen heeft er toegang toe, maar je moet het vinden en je registreren en je aan de etikette te houden” (Volpex, 17.03.2005). Op die manier komen we vanzelf bij de volgende manier om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek. 129
• Internet: Het internet biedt heel wat mogelijkheden om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek en zorgde dan ook voor een soort revolutie voor de dj. Dj Raoul getuigt: “Ik heb een groot netwerk van house, vooral via internet, via msn of AOL. Dat is uitwisselen van nieuwe releases, demo’s alles wat je wilt. Ik vind dat wel goed, vroeger bestond dat niet en was dat moeilijker om contact te houden. Vroeger zag je die mensen alleen in Miami op de Winter Music Conference. Internet is een ferme revolutie, die ik ten volle heb gebruikt” (Belmans, 29.03.2005). Internet in al haar gedaantes biedt dus verschillende mogelijkheden en zonder daarbij op technische eigenschappen in te gaan worden hier een aantal van die mogelijkheden op een rijtje gezet. Ten eerste is er het internetforum. Zulk forum is een plaats waar gebruikers, al dan niet geregistreerd, op een aantal vastgelegde of zelf opgerichte onderwerpen kunnen reageren via tekst of beeld. Fora gericht op dj’s of muziekliefhebbers komen in Vlaanderen in veelvoud voor. Een heel belangrijk forum in Vlaanderen is het “partyforum” (www.partyforum.be), dat een onderdeel is van de uitgaanssite “partyguide.be” en waar onder andere ook de enquête voor het kwantitatieve onderzoek van deze thesis werd verspreid. Op dit forum kan bijvoorbeeld gediscussieerd worden over thema’s in categorieën als “dj’s en producers”, “Switch en discover the dj”. Dat het forum erg populair is kan afgeleid worden uit de duizenden geregistreerde gebruikers, de honderden berichten per dag en de steun die het krijgt van heel wat institutionele partners uit de Vlaamse muziek- en uitgaanswereld. Overigens wordt zulk forum beheerd en georganiseerd door een handvol vrijwilligers; heel wat van hen zijn overigens dj’s. Zo getuigt dj E-Phonk: “van het forum [partyforum] ben ik administrator, van de site [partyguide] ben ik content provider. Ik doe interviews en bepaal ook mee hoe het beleid gaat. (…) Het is een vzw, het is vrijwilligerswerk en het is eigenlijk te veel werk voor het aantal mensen waarmee we zijn; structureel moet er nog hard aan gewerkt worden, maar het bolt wel goed” (De Vogel, 05.04.2005). Ten tweede is er de essentie van het internet, de websites. Dj’s gebruiken de websites van platenfirma’s en labels, van artiesten en dj’s, van platenwinkels of muziekwinkels, van radiostations, van hitlijsten, … om nieuwe muziek te leren kennen. Ten derde biedt het internet de mogelijkheid elektronische post of beter e-mail te verzenden. Op die manier zijn heel wat dj’s geabonneerd op de nieuwsbrieven via e-mail van platenwinkels, discotheken, dj’s, artiesten, organisaties, … en leren zij zo ook nieuwe muziek kennen. Tot slot biedt het internet ook de mogelijkheid te downloaden. Op de mp3 en de illegale download 130
daarvan gaan we later in, hier richten we ons op de livesets en mixtapes die in mp3 of ander formaat online worden geplaatst. Livesets zijn dj-sets die tijdens een feest werden opgenomen, meestal door een radiostation. Die dj-sets worden door dat radiostation dan uitgezonden en door slimme internetgebruikers opgeslagen op hun computer en vervolgens als mp3 aangeboden via verschillende websites en fora. Ook mixtapes worden door dj’s online aangeboden via verschillende websites en fora. Over de mixtape als vorm van reclame hebben we het ook in hoofdstuk 3.5.. In de resultaten van het kwantitatief onderzoek kan ook gevonden worden hoeveel dj’s uit elke categorie van deze vorm van reclame gebruik maken. Vele dj’s gebruiken zulke livesets of mixtapes van dj’s om nieuwe muziek te leren kennen. Zo getuigt dj Kris Renton: “Ik luister amper radio, want muziek die ik wil horen wordt slechts zelden gedraaid. Meestal luister ik cd’s, platen, of mixsetjes” (De Smedt, 21.07.2005). • Platen- of cdwinkel: Uiteraard is ook de platenwinkel zelf een belangrijke bron om nieuwe muziek te leren kennen. Het grote verschil met de andere manieren is dat men in de platen- of cd-winkel ook onmiddellijk de mogelijkheid heeft die nieuw ontdekte muziek te kopen, ongeacht of het om een online of een echte platenwinkel gaat. Bij de andere manieren dient men zijn ontdekkingen daarentegen te onthouden of bij te houden om ze nadien in de platen- of cd-winkel of via andere wegen aan te kopen. • Connecties bij platenfirma’s of labels: Slechts weinigen, vooral professionele of discotheek-dj’s, kunnen via connecties bij platenfirma’s of labels nieuwe muziek leren kennen. Zo vertelt dj Starsky: “We proberen ook een keer per week naar News te gaan waar we bij iedereen eens rond gaan” (Leroux, 06.04.2005). Ook een job bij zulke platenfirma is natuurlijk handig. Dj Ed, die zijn status van professionele dj combineert met een job bij de platenfirma News, getuigt: “Dat is handig omdat ik bij een platenfirma werk. Als eerste zie ik wat er binnenkomt, ik kijk naar de releaselijsten. Ik zit eigenlijk bij de bron” (Corver, 02.05.2005). • Promo’s: De promo’s, vinyl of tegenwoordig meer en meer cd’s die door de platenfirma’s en labels aan dj’s, vooral professionele, worden toegezonden zijn tot slot een erg handige manier om nieuwe muziek te leren kennen. Op de promo wordt dieper ingegaan in de resultatensectie van het kwantitatief onderzoek en meer bepaald bij de professionele dj (zie hoofdstuk 2.4.3). Hier vermelden we nog dat ook discotheek-dj’s en allround-dj’s promo’s kunnen toegezonden krijgen. Maar in tegenstelling tot de professionele dj’s, die er niet voor hoeven te betalen, dienen zij er een vergoeding voor te betalen. Bovendien komt er heel wat toeval en geluk bij kijken 131
om tot de ontvangerslijst van promo’s bij een platenfirma te behoren. Zo getuigde dj Kris Renton: “Men heeft het mij éénmaal aangeboden om iemand’s plaats op een promolijst in te nemen, maar ik heb het niet gedaan. Je betaalt veel en weet niet wat je gaat krijgen, dan doe ik het liever zelf” (De Smedt, 21.07.2005). De dj moet niet alleen zelf op de hoogte blijven van nieuwe muziek, hij moet zijn mogelijke doelgroep ook op de hoogte brengen en houden dat hij met dj’en bezig is. In het volgend hoofdstuk bekijken we de verschillende vormen van reclame die een dj kan gebruiken.
3.5. Vormen van reclame De dj, wil hij boekingen verdienen, moet zichzelf bekend maken. In het deel over de evolutie van de carrière van de dj hadden we het al over zelf-promotie. Bij het begin van zijn dj-carrière gaat de dj aan anderen, vooral op lokaal niveau, bekend maken dat hij dj is. Die zelf-promotie is nu een onderdeel van de algemene promotie die alle dj’s voeren en die hier aan bod komt. In het kwantitatieve luik gaan we na hoe de verschillende groepen van dj’s hiervan gebruik maken. De dj kan deze instrumenten nu op twee manieren gebruiken. Ten eerste kan hij zichzelf actief promoten, naar voren schuiven, in de schijnwerpers treden. Dj Starsky vertelt daarover: “Een dj mag zich een beetje verkopen, maar niet overdreven. We lachen bijvoorbeeld nogal met de Brusselse dj’s, die zichzelf verkopen met zodanig veel onzin dat het niet meer geloofwaardig is (Leroux, 06.04.2005). Aan het andere uiteinde van het continuüm staat de dj die zichzelf niet verkoopt, maar er van uitgaat dat het ongeveer vanzelf zal gaan. Zo verklaart dj Kris Renton: “Nu hoop ik dat de mensen dat ik ken mijn naam zullen uitbreiden. Ik geef cd’s aan de mensen die ik ken en stuur ze niet meer actief rond of zet ze niet meer on-line” (De Smedt, 21.07.2005). De meeste dj’s bevinden zich echter ergens in het midden van het continuüm, waarbij de ene dj meer en de andere minder zichzelf in de kijker zet. Daarbij kunnen de dj’s een aantal instrumenten gebruiken: • Het internet: Via het medium internet kan de dj zichzelf promoten. Daarvoor heeft hij drie mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is de website. Heel wat dj’s beschikken over een eigen website met als belangrijkste oogmerk promotie, zo vertelt dj Starsky: “Het doel van de site is ons promoten, plus een aantal dj-sets, opdat de mensen een idee krijgen wat we draaien. Er staan ook foto’s op en een biografie en 132
recensies enzovoort. Er staat eigenlijk alles op wat mensen nodig hebben die ons willen boeken” (Leroux, 06.04.2005). De tweede mogelijkheid via het internet is email. Elektronische post kan immers gebruikt worden om vrienden en kennissen en andere ontvangers op de hoogte te brengen van feesten waar de dj draait of meer algemeen waar de dj mee bezig is, zoals het organiseren van feesten bijvoorbeeld. Vele dj’s ontwikkelen een soort van nieuwsbrief die ze elke bepaalde tijdsperiode doorsturen. Tot slot kan de dj ook gebruik maken van internetfora. In het deel over de manieren waarop de dj op de hoogte kan blijven van nieuwe muziek (zie hoofdstuk 3.4) wordt dieper ingegaan op het internetforum. Hier beperken we ons met te vermelden dat op zulke fora zowel reclame kan gevoerd worden voor de dj zelf als voor feesten waar de dj draaien gaat of gedraaid heeft. Ook verwijzingen naar webpagina’s waar mixtapes gedownload kunnen worden zijn op internetfora voorhanden. • De mixtape: De mixtape wordt omschreven als een dj-set die door de dj wordt opgenomen op een muziekdrager (cd, mp3, …) om zijn platenkeuze en techniek aan mogelijke organisatoren of anderen voor te stellen. De mixtape dankt zijn naam aan de cassettetape, het medium dat vroeger gebruikt werd om dj-sets op te nemen. Vandaag echter heeft de cd de cassette volledig vervangen, maar wordt de naam mixtape nog steeds gebruikt. De mixtape kan nu op twee mogelijke manieren worden verspreid. Ten eerste kan de mixtape op een draagbaar medium als de cd of de minidisc opgeslagen worden en verspreid worden aan organisatoren, vrienden of anderen. Ten tweede kan een mixtape digitaal opgeslagen worden als mp3 (of in een ander bestandsformaat) en ter downloading aangeboden worden. Dj Merdan Taplak gebruikt bijvoorbeeld deze tweede manier: “Ik zet vaak mix online en informeer de mensen via mail erover. (…) Ik stuur ze ook soms op, als de mensen er achter vragen. Een cd plus biografie, die ik dan duizend maal mail en spam en dan krijg ik wel eens een reactie” (Taplak, 18.04.2005). • Een netwerk van relaties: Deze factor wordt behandeld in hoofdstuk 3.2.1, waar het kennen van mensen als factor in de evolutie van een dj-carrière wordt behandeld. Hier benadrukken we nog dat de dj-wereld een erg informele wereld is, waar connecties en vriendschappen erg belangrijk kunnen zijn. Zichzelf als dj profileren bij deze contacten kan dan heel wat opleveren, van boekingen, over handige informatie tot andere contacten. Bovendien kunnen zulke connecties een netwerk voor het verdelen van mixtapes betekenen. 133
• Het naamkaartje: Vooral de professionele dj gebruikt deze vorm van reclame. dj Raoul vertelt hierover: “Ik geef mijn naamkaartje wanneer iemand mijn gegevens vraagt. Zoals bijvoorbeeld op de Music Winter Conference in Miami, dan smijt ik daar mee. Vroeger was dat vooral ter promoting, nu vooral om contacten te onderhouden. Je komt daar veel mensen tegen en dan is zo een kaartje handig. Als je een bic en een papiertje moet zoeken, komt dat niet echt professioneel over” (Belmans, 29.03.2005). Het naamkaartje wordt vooral door de professionele dj gebruikt (zie hoofdstuk 2.7). • Het
boekingskantoor:
Het
boekingskantoor
in
haar
hoedanigheid
als
vertegenwoordiger van de dj maakt uiteraard ook reclame voor haar dj’s. Uiteraard zijn het opnieuw vooral professionele dj’s, die de hoofdbrok van de dj’s van een boekingskantoor uitmaken, die op die manier reclame voeren. Via deze verschillende instrumenten kan de dj zijn doelgroep laten weten dat hij met muziek bezig is. Maar niet elke dj is op dezelfde manier met muziek en dj’en bezig. We maken een onderscheid tussen een commerciële en een underground-dj. In het volgend hoofdstuk bespreken we dit onderscheid.
3.6. Commercieel versus underground en feest- versus muziekbeleid 3.6.1. Commercieel versus underground Eén van de moeilijkste onderwerpen dat behandeld wordt is de discussie rond de splitsing tussen commercieel en underground, tussen mainstream en alternatief, tussen bekend en onbekend. Daarvoor kijken we eerst wat mainstream en underground eigenlijk betekenen. Aan de hand van de housesubcultuur wordt een praktisch voorbeeld gegeven. Vervolgens zien we waarom het onderscheid broodnodig is en hoe de situatie in de realiteit is. Tot slot kijken we welke weg een nieuw muzieknummer aflegt en welke krachten spelen opdat het al dan niet in de mainstream terecht komt. Ook wordt hier het onderscheid tussen majors en independents gemaakt en linken we de categorieën van dj’s aan de reisweg van een nieuw muzieknummer. Wat is nu commerciële muziek? Eenvoudig gezegd is dat muziek die veel verkoopt. Maar is dat niet het doel van iedere artiest? We bevinden ons dus op glad ijs. Er bestaan inderdaad twee soorten muziek. Er is enerzijds de muziek die gekend is bij de grote 134
massa, bij dat publiek dat niet intensief met (een bepaald genre van) muziek bezig is en dat enkel met (een bepaalde genre van) muziek in contact komt via feesten, de radio, de televisie, enz. Anderzijds is er die muziek die enkel gekend is door zij die intensief met (een bepaald genre van) muziek bezig zijn. Het is muziek die niet in de hitlijsten voorkomt, waarvan geen muziekvideo’s op televisie spelen en die je niet makkelijk op commerciële radiostations zal horen. Zwart-wit onderscheiden we zo commerciële muziek van alternatieve muziek. Mainstream en underground vormen zo beide deel uit van een subcultuur gebaseerd op een muziekgenre. Zo heeft de housesubcultuur bijvoorbeeld haar mainstream en underground. Ook de dj maakt hier dus deel van uit. De underground houdt zich dan actief, creatief en authentiek bezig met een subcultuur. De mainstream daarentegen misbruikt als het ware die inspanningen van de underground en commercialiseert ze (Giegas, 1999, p.167). Op subculturen gaan we dieper in in hoofdstuk 3.11. Hier willen we aan de hand van een concreet voorbeeld bekijken welke krachten er werken in die mainstream en underground. Daarvoor gaan we op bezoek in de housewereld, een wereld die voor vele dj’s erg vertrouwd is. Opvallend is dat muziek, in het algemeen, altijd in beweging is. Enerzijds is muziek conservatief, omwille van het bewezen succes, de nostalgie of de sociale en structurele verankering. Anderzijds echter is muziek progressief, omwille van technologische vernieuwingen, saaiheid of sociale en structurele veranderingen. Beide krachten wisselen elkaar nu voortdurend af (Keunen, 2002, pp.395-399). Telkens nu een nieuw genre ontstaat vallen muzieknummers op die een nieuw genre bekend willen maken. Op die manier lijkt het dat een genre plots ontstaat en onmiddellijk in de mainstream staat. Maar het omgekeerde is waar. Een genre ontstaat geleidelijk in de underground en kent verschillende kleine stijlvernieuwingen. Pas later wordt het al dan niet door de mainstream opgepikt en gecommercialiseerd. De gevestigde muziekindustrie en hun marketingstrategieën en vooral de media spelen hierbij een belangrijke rol (Keunen, 2002, pp.300-400). House bijvoorbeeld ontstond zoals we al in de beschrijving van de geschiedenis van de dj zagen (zie hoofdstuk 1.3.11) eind jaren ‘70 in Chicago in een sterke undergroundsfeer. Al snel ontstonden echter nieuwe subgenres zoals acid house en bereikte house ook het Europese vasteland. Daar waren vooral Groot-Brittannië en Ibiza verantwoordelijk voor. House werd een levensstijl voor velen, een echte subcultuur, maar tegelijk ook een hitfabriek (Keunen, 2002, p.310; Giegas, 1999, p.167). Steeds meer werd het een middel om veel geld te verdienen, via oppervlakkige 135
en vooral commercieel interessante muzieknummers. House was geen pure undergroundstijl meer, maar brak definitief in de mainstream door. House had overal haar invloed, van hitlijsten en discotheken over jongerencentra, radiozenders tot het dagelijks leven en zelfs huwelijksfeesten (Keunen, 2002, p.316). Vandaag kent de housesubcultuur nu dus twee gezichten. Er is de mainstream zoals die net beschreven werd en er is de underground, waar heel wat gemotiveerde dj’s, artiesten en andere personen voor voortdurende vernieuwing zorgen. Wat betekent dit nu voor een dj? Een dj heeft in feite de keuze tussen deze twee soorten van muziek. Hij kan commerciële muziek spelen en zich zo tot een publiek richten dat zoals net omschreven niet intensief met (een bepaald genre van) muziek bezig is.Of hij kan alternatieve muziek spelen en zich tot het tweede type publiek richten dat wel intensief met (een bepaald genre van) muziek bezig is of alleszins van zulke muziek houdt. Hoe ziet het er in realiteit uit? In realiteit is die opsplitsing in feite onnodig en toch ook niet. Onnodig omdat vele dj’s in de interviews getuigden dat die opsplitsing fictie is omdat ze in feite voorbij gaat aan een splitsing die veel belangrijker is, namelijk de splitsing tussen goede en slechte muziek. Zo vertelt dj Starsky: “Ik vind het jammer dat de meeste dj’s die lijn trekken. Alter ego heeft nu bijvoorbeeld een hitje en daarom draaien vele dj’s dat niet meer. Maar dat wil toch niet zeggen dat dat slecht is. (…) Dus waarom niet weg me die splitsing en in de plaats de splitsing goed-slecht” (Leroux, 06.04.2005). Belangrijk voor vele dj’s is dus enkel de smaak van de dj. De dj speelt enkel die muziek die hij goed vindt, of die nu commercieel is of niet. Waarom is die splitsing toch nodig? Omdat de discussie die er rond ontstaat net voor heel wat dynamiek zorgt. Het maakt dat dj’s en artiesten zich steeds trachtten te vernieuwen, steeds op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen, nieuwe mengvormen tussen muziekgenres. Het maakt dat muziek in beweging blijft en steeds zichzelf in vraag stelt. Die innovatieve krachten spelen dan vooral in de undergroundsfeer. Dit idee werd theoretisch al geformuleerd door Vos. Hij maakt een onderscheid tussen cultuur gericht op complement en cultuur gericht op substitutie. Complementaire cultuur is dan cultuur die voor bevestiging zorgt van de gevestigde waarden, die inpasbaar is in wat algemeen aanvaard wordt. In ons geval behoort populaire muziek dan ook tot de complementaire cultuur. Omgekeerd zal cultuur gericht op substitutie die gevestigde waarden aanvallen en de situatie herdefiniëren. Tot deze vorm van cultuur behoort dan underground muziek. Vos gaat nu verder en maakt naast deze opsplitsing nog een opsplitsing tussen 136
officiële en niet-officiële cultuur. Officiële cultuur is cultuur die erkend wordt door een elite. Logischerwijze gebeurt dit bij niet-officiële cultuur dan niet. Deze splitsing is echter irrelevant voor het hier behandelde onderwerp. Of mainstream en underground muziek aanvaard worden door een elite, verandert niets aan de dynamiek die door de splitsing ontstaat (De Meyer, 1995, pp.48-49). Op die manier komen we tot drie types van dj’s. Er is ten eerste de underground-dj, die fel bezig is met zulke alternatieve, onbekende muziek. Ten tweede is er de mainstream-dj, die enkel bezig is met bekende, populaire muziek. Het derde type, de dj die beide tracht te combineren, is het belangrijkste type. In feite is dit type het meest voorkomende type, zo toonde ook het kwantitatief onderzoek aan (zie hoofdstuk 2.7.3). De dj-wereld kan zo op een continuüm worden geplaatst, waarbij mainstream het ene en underground het andere uiteinde vormt. Å---------------------------------------------------------------------------------------------------Æ mainstream
underground
Nu we een underground van een commerciële dj hebben onderscheiden kunnen we ons de vraag stellen hoe beide types van dj’s met muziek bezig zijn. De pure underground- of mainstream-dj, de zogenaamde uiteinden van het continuüm, komen amper voor. De mengvorm van beide, die zich in het midden van het continuüm bevindt is de vaakst voorkomende. Daarbij kan een dj zich meer naar de underground- of meer naar de mainstreamkant laten uitzakken. De dj die meer naar de undergroundkant neigt houdt ervan de mensen te laten dansen met muziek die ze niet of nauwelijks kennen. Dj Ed omschrijft het passend: “Heel commercieel betekent alleen hitjes spelen. Underground daarentegen betekent een goede set opbouwen, waar af en toe een bekend nummer in past, maar zeker niet de hele tijd” (Corver, 02.05.2005). Deze dj wil zijn publiek nieuwe muziek laten kennen, als het ware opvoeden, maar uiteraard boven alles een plezierige avond laten beleven en laten dansen. De dj die daarentegen meer naar de mainstreamkant leunt, wil zijn publiek niet zozeer laten dansen met onbekende muziek, maar kiest er daarentegen voor met bekende muziek zijn taak te vervullen. Dj Starsky leunt duidelijk meer naar de mainstreamkant: “Commercieel is geen vies woord. Als iets commercieel is, betekent dit dat het goed is en hoef je het niet weg te smijten” (Leroux, 06.04.2005). Wanneer we commercieel en underground nu vergelijken over de 137
verschillende categorieën van dj’s, merken we dat in alle categorieën van dj’s, behalve de huwelijksfeest-dj, de dj van zichzelf vindt dat hij zowel mainstream- als undergroundmuziek speelt (zie hoofdstuk 2.7.3.). Het is dus niet zo dat een professionele dj vooral underground muziek zou spelen, terwijl een allround-dj vooral mainstream zou spelen. Enkel de weg die een nummer aflegt nadat het geboren wordt, loopt, zoals verder beschreven, min of meer gelijk met de verschillende categorieën. Maar nog altijd bevinden we ons op glad ijs. Schrijven over commercieel betekent schrijven over iets dat door een groot publiek wordt geapprecieerd. Maar daarmee heb je dat publiek nog niet omschreven. Wat voor een bepaalde publiek commercieel is, is voor een ander publiek underground. Zo zou je kunnen zeggen dat de muziek die dj Starsky draait voor een “studio brussel”-publiek commercieel is, maar voor een “radio donna”-publiek underground. Bovendien hoeft een dj niet maar één plaats in te nemen op het continuüm. Hij kan als het ware tussen meerdere plekken reizen, naar gelang het publiek waarvoor hij speelt. Zo stelt dj Ed dat hij zich op voorhand altijd inlicht over de locatie waar ze zullen spelen: “Ik probeer altijd te vragen wat voor soort fuif het is, zien wie er nog draait en er al heeft gedraaid. Dan weet je al een beetje wat je kan verwachten. In jeugdhuis Nijdrop bijvoorbeeld speel ik iets minder hitjes dan jeugdhuis Suzy in Zoersel. In [de Lierse discotheek] Zazou dan weer veel meer freaky, onbekende muziek” (Corver, 02.05.2005). Tot slot moeten we ook opmerken dat de splitsing commercieel versus underground geen enkel waardeoordeel inhoudt. Waar een dj zich ook op het continuüm bevindt, elke dj die met zijn muziek en zijn stijl het publiek aan het dansen krijgt, verdient respect. We kijken tot slot hoe een nummer, geschikt voor dj’s, evolueert nadat het geboren wordt. Belangrijk is te zien dat het hier enkel om nummers geschikt voor dj’s gaat. Nietdansnummers, zoals bijvoorbeeld rockplaten leggen een heel andere weg af (Keunen, 2002, p.320). Een dansnummer echter legt vaak volgende weg af. Eerst wordt het door de
platenfirma
op
vinyl
uitgebracht.
Elke
platenfirma
heeft
daarbij
zijn
distributienetwerk, zodat een muziekplaat vaak razendsnel de wereld rondgaat. (Keunen, 2002, p.320; Corver, 02.05.2005). Vervolgens wordt de plaat opgepikt door grote (meestal professionele) dj’s die zich het dichts bij de bron bevinden. Zij spelen het maanden voordat het in de populaire hitlijsten, op de radio- en op televisiezenders terecht komt. Later gaan andere dj’s en muziekliefhebbers het nummer oppikken en zelf kopen. Ook radiozenders gaan het nummer spelen. Platenfirma’s merken de stijgende 138
populariteit en beslissen om een nummer ook op cd-single uit te brengen. Maar het kan ook gebeuren dat een nummer dat voor dj’s erg bekend is, nooit op single terecht is gekomen, omdat het niet voldoende commerciële waarde voor de platenfirma’s heeft en zo het grote publiek nooit bereikt. Het zijn dus in feite de grote (professionele) dj’s die het dichts bij de bron staan, die een nummer onbewust uitverkiezen tot potentiële hit. Zij komen immers al in contact met een nummer in het eerste stadium, via bijvoorbeeld het radiostation waarvoor ze werken, via de platenwinkel waar ze minstens wekelijks komen, via de promo’s die ze in de bus krijgen, via de contacten met een platenfirma die ze hebben of via verschillende andere wegen. Vervolgens komt zulk nummer in een stroomversnelling terecht waar verschillende krachten een rol spelen, van radiostation, over platenfirma, tot elke dj die het nummer speelt. Of een nummer het tot hit gaat maken en dus vanuit de underground in de mainstream komt is in feite bijna niet te voorspellen, maar is een samenspel van heel wat factoren (Corver, 02.05.2005). Daarbij dient ook een onderscheid gemaakt te worden tussen majors en independents. Majors zijn grote platenfirma’s zoals Sony of Universal die vooral op een commerciële doel gericht zijn. Zij opereren over heel de wereld en hebben meestal ook alle stadia van de productie in eigen handen. Hun marktaandeel is op die manier vaak voldoende groot (Vanden Eynde, 2003-2004, p.19). Independents hebben daarentegen vaak andere doeleinden, zoals de liefde voor muziek. Zij steunen vooral beginnende artiesten, worden niet gekenmerkt door de logge structuren van een groot commercieel bedrijf als de major en kan zo sneller de evoluerende muziekgenres volgen (Vanden Eynde, 20032004, p.20). Het lijkt alsof majors tot de mainstream behoren en independents tot de underground, maar dit onderscheid is te makkelijk. Majors gaan immers vaak verschillende sublabels oprichten, om zo beter te kunnen inspelen op de specifieke vraag in verschillende genres en via zulke sublabels kunnen ze zich ook op de underground richten (Keunen, 2002, p.452). Toch valt op dat vooral de grote namen uit de dansmuziek onderdak vinden bij majors. Het zijn de independents die de motor vormen van de underground (Keunen, 2002, p.320). Opvallend is nu dat de weg die een nummer aflegt in feite samen valt met onze opdeling van de dj-wereld. Een nummer komt vooreerst terecht bij de eerste categorie, de professionele dj. Die dj speelt een nummer maanden voordat het grote publiek een nummer kent. DJ Raoul stelt het als volgt: “ De laatste tijd is gebleken dat we veel platen al draaiden voor dat het een hit werd. Bijvoorbeeld Shakedown, dat speelde ik al een jaar op voorhand en tegen dat het een hit was kon ik dat niet meer horen. Dan kwam 139
ze dat vragen, maar had ik dat niet meer mee, dan lag dat al thuis helemaal versleten (Belmans, 29.03.2005). Deze uitspraak toont ook het problematische van populaire muziek aan. Vele dj’s die zich afzetten tegen commerciële muziek en hitjes doen dit omdat ze zulke muziek al beu zijn gehoord. Ze kennen die muziek immers al veel langer dan het grote publiek. Bovendien wordt zulk nummer dan nog eens oneindig vaak in verschillende audiovisuele media geëxploiteerd. Samen met of iets later dan de professionele dj ontdekt ook de discotheek-dj een nummer. Daarbij kan hij op dezelfde manieren als de professionele dj met een nummer in contact komen of kan hij net via die professionele dj’s een nummer leren kennen. Ook hij kent een nummer dus meestal voordat het populair wordt bij het grote publiek. De allround-dj daarentegen leert een nummer net voor of samen met het grote publiek kennen. Hij is minder intensief met dj’en bezig en dus ook minder intensief in het ontdekken van nieuwe muziek. Vooral de platenwinkel leert hem nieuwe muziek kennen, waar hij dan nog minder frequent dan de professionele of discotheek-dj heen gaat. Deze uitleg was nu erg algemeen. In realiteit kent uiteraard niet elke professionele dj elk nummer dat op vinyl uitkomt en kent niet elke allround-dj elk nummer dat in de hitlijsten komt. Bovendien kunnen ook allrounddj’s sneller een nummer leren kennen of professionele trager. De genres waarin een dj zich verdiept spelen hier een belangrijke rol.
3.6.2. Feestbeleid versus muziekbeleid Het onderscheid tussen commercieel en mainstream hangt nu sterk samen met het onderscheid tussen een feest- en een muziekbeleid dat organisaties kunnen voeren. Of het nu gaat om een discotheek, een jeugdhuis, een zaal, een café of om het even welke locatie, iedere organisatie maakt zelf de keuze of het een muziek- of een feestbeleid voert. Dit betekent niet dat een organisatie die een muziekbeleid voert, het feest schuwt. Het onderscheid slaat veeleer op het type van dj dat de organisatie achter zijn draaitafels wil plaatsen. Een organisatie die een muziekbeleid voert gaat op zoek naar een dj die op het continuüm meer naar de undergroundkant leunt. Voor een organisatie die een feestbeleid voert is de muziek op zich niet zo belangrijk, maar is het veeleer belangrijk dat er een feest ontstaat. Zulke organisatie gaat dan ook op zoek naar een dj die meer langs de mainstreamkant van het continuüm staat.
140
Elke locatie, van een discotheek tot een jeugdhuis kan nu een muziek- of een feestbeleid voeren. Overigens is zulk beleid niet bindend. Zo verklaart dj Snagh, verantwoordelijke voor de dj-werking in een Vlaams jeugdhuis immers: “De zaterdagavond dient de dj steeds breed te gaan en heel wat bekende muziek te spelen. Maar op vrijdagavonden is er plaats voor meer experiment en onbekende muziek” (Hans, 16.04.2005). Nu we een mainstream- van een underground-dj onderscheiden hebben, gaan we kijken wat de voor- en nadelen van cd en vinyl zijn, de twee meest gebruikte media door de Vlaamse dj. Ook bespreken we een aantal attributen die de dj met zich mee kan nemen.
3.7 Voor- en nadelen media en attributen 3.7.1 Voor- en nadelen media Omdat vinyl en cd de twee meest gebruikte media zijn gaan we enkel de voor- en nadelen van deze twee media voor de dj bespreken. Wat betreft vinyl komen volgende voordelen naar voor: • Superieure klank: Hiervoor verschaft dj Raoul ons uitleg: “ Het belangrijkste is dat de klank beter is, een cd klinkt slechter in een club. Dat komt door het masterproces. Op vinyl wordt immers een stuk van de bass en de hoge tonen weggeknipt en dat maakt het juist warm klinken in een club” (Belmans, 29.03.2005). • Betere handelbaarheid: Omdat bij vinyl de naald letterlijk de groeven van de plaat afleest en dit hele proces op de platenspeler zichtbaar is, is vinyl beter behandelbaar. Men kan de vinyl met de hand tot rust brengen, men kan scratchen, een backspin uitvoeren (zie hoofdstuk 3.3.1.). Men kan ook makkelijk de naald met de hand verplaatsen. • Betere leesbaarheid: Gekoppeld aan die betere behandelbaarheid is vinyl voor een dj ook beter leesbaar. De dj ziet immers waar de naald op de vinylplaat ligt en wanneer er bijvoorbeeld een break, dit is het moment in het nummer wanneer de baslijn wegvalt, aankomt. • Langere en verschillende versies: Een ander voordeel van de vinylplaat, van de single dan toch, is dat er één nummer in verschillende versies op voorkomt. Zo vraagt
141
een artiest vaak aan verschillende remixers om zijn nummer te herwerken. Bovendien verschillen de versies op vinylsingles ook van de radio-edits (die ontworpen worden om op de radio afgespeeld te worden) in lengte. Daardoor kan een dj langer uitgesponnen overgangen tussen zijn nummers uitvoeren. • Nostalgie: De vinylplaat is vooral voor oudere dj’s een nostalgisch instrument. Tot het begin van de jaren ’90 was de vinylplaat immers het enige medium waar muziek op verscheen. De jongere generaties van dj’s kennen dit gevoel minder, al verklaren zij ook dat het geruis en het gekraak van een vinylplaat er een meerwaarde aan geeft. • Verschil met cd wat betreft muziek die op vinyl wordt uitgebracht: Niet alle muziek wordt zowel op cd of vinyl uitgebracht. Muziek die gedraaid wordt door dj’s die zich meer aan de undergroundkant van het continuüm bevinden (zie hoofdstuk 3.6) komt vooral uit op vinyl, terwijl het met cd net omgekeerd is. • Betere herkenbaarheid: Dj Ed verklaart passend dit voordeel: “Omdat het makkelijker is de plaat te onthouden, terwijl omgekeerd bij cd’s moet je de naam kennen. Dj Saint Dic bijvoorbeeld kent echt alleen platen op basis van het uiterlijk” (Corver, 02.05.2005). • Verzamelobject: Dj E-Phonk verklaart dit voordeel dan weer passend: “Ik ben een verzamelaar en heb het gevoel dat ik een nummer niet heb als ik dat niet heb op vinyl” (De Vogel, 05.04.2005). • Uitzicht en uitstraling: Ook het uitzicht, de grote hoezen en het ronde, zwarte vinyl is voor vele dj’s een pluspunt van vinyl. Voor vele dj’s gaat vinyl samen met authenticiteit. Als nadelen van vinyl wordt vermeld dat het te groot en te zwaar is en dat het in vergelijking met de cd en haar grotere opslagmogelijkheden relatief duur is. Ook betekent 1 kras op een vinyl vaak de vuilbak. Maar vinyl heeft lang niet de monopoliepositie meer die het vroeger had. Daarvoor is de opkomst van cd en vooral de opkomst van nieuwe technologieën in de cd-spelers te groot. De voordelen van de cd zijn: • Grote opslagcapaciteit: In vergelijking met een vinylplaat, waar aan de hoogste snelheid een viertal nummers of een twintigtal minuten per kant kan geperst worden, heeft de cd slechts één kant die echter 74 minuten muziek kan bevatten.
142
• Licht en klein: De cd heeft niet alleen meer plaats, maar is ook lichter en kleiner en kan dus makkelijker vervoerd worden dan de vinylplaat. Voor de dj, die vaak honderden cd’s te verplaatsen heeft, is dit een belangrijk argument. • Verschil met vinyl wat betreft muziek die op cd wordt uitgebracht: Niet alle muziek wordt zowel op vinyl als op cd uitgebracht. De muziek die op cd wordt uitgebracht is vooral gericht tot dj’s die zich meer aan de mainstreamkant van het continuüm bevinden. Zo vertelt dj Gijs: “Als je voor breed publiek moet draaien heb je wel cd’s nodig, niet alles bestaat op vinyl” (Vranckaert, 10.04.2005). • Technologie: Terwijl bij vinyl technologisch het hoogtepunt bereikt lijkt, is dit niet het geval bij cd. Nieuwe technologieën maken dat met moderne cd-spelers veel meer mogelijk is dan met platenspelers. Zo kan men met moderne cd-spelers bijvoorbeeld een loop leggen of herinneringspunten in een nummer leggen. Ook de mogelijkheid om een cd te kopiëren vormt een belangrijk voordeel voor vele dj’s. Op dat onderwerp gaan we dieper in in hoofdstuk 3.8. Het belangrijkste nadeel van de cd-spelers is dat men cd binnen in een bakje steekt en dus niet kan behandelen of lezen zoals de vinylplaat. Al hebben moderne cd-spelers ook daar een oplossing voor gevonden aan de hand van het jog-wheel. Dit is een soort wiel dat een betere behandelbaarheid van de cd mogelijk maakt.
3.7.2 Attributen die een dj met zich mee neemt naar een feest De dj neemt naast zijn muziek heel wat attributen mee naar een feest. De meest belangrijke worden hieronder op een rijtje gezet: • Koptelefoon: Het belangrijkste attribuut voor de dj is de koptelefoon. Door middel van de koptelefoon kan de dj immers het in te mixen nummer via het mengpaneel voorbeluisteren. Iedere dj heeft dan ook een koptelefoon met zich mee wanneer hij gaat draaien, in tegenstelling tot de volgende attributen, die niet door alle dj’s worden meegenomen naar feesten. • Naalden: Voor vele dj’s zijn de naalden van een platenspeler ontzettend belangrijk. Slechte naalden kunnen een vlotte behandeling van het vinyl in de weg staan. Dj Raoul vertelt: “Je hebt zo van die beruchte plaatsen waar ze niet goed zijn.[ De Gentse discotheek] Decadence bijvoorbeeld, daar hebben ze wel reserves, maar toch.
143
Sommige hebben van die naalden die stof opslurpen, ik heb er die luider klinken. Soms loopt het wel is mis, als ze naar binnen schuiven bijvoorbeeld. Je bent dat al bijna gewoon dat dat soms niet in orde is” (Belmans, 29.03.2005). • Slipmatten: Deze stoffen matten met dezelfde vorm en grootte als een vinylplaat liggen tussen de platenspeler en de vinylplaat en zorgen ervoor dat de vinylplaat vast op de platenspeler blijft liggen. Meestal zijn ze aanwezig, maar af en toe gebeurt het dat ze van slechte kwaliteit zijn of helemaal afwezig zijn. • Eigen discobar: Het gebeurt ook dat dj’s hun eigen materiaal meenemen naar fuiven. Naast platenspelers, cd-spelers en een mengpaneel kunnen hier ook versterkers en boxen bij horen. Zo goed als geen professionele of discotheek-dj’s houden zich hier mee bezig. De praktijk komt ook vooral voor bij zaalfuifdj’s, omdat in cafés en jeugdhuizen meestal de geschikte apparatuur aanwezig is. De dj kan al dit materiaal beschikken en met zichzelf mee verhuren of hij kan in dienst van een discobarverhuurder draaien. • Vinylhulpstukken: Hierbij denken we aan een plastieken hulpstukje dat midden op de platenspeler moet bevestigd worden voor oude kleine vinylplaten of een stofdoek om stof van vinyl te verwijderen. • Andere hulpmiddelen: Een zaklamp die de dj kan helpen wanneer hij over weinig licht beschikt om zijn platen en cd’s te zien, een handdoek, deodorant en water om het zweten onder vaak sterke spots tegen te gaan en eventueel een proper T-shirt voor als het te warm wordt. Zowel cd als vinyl beschikken over een aantal sterke voordelen. Elke dj beslist zelf welke media hij gebruikt en waar hij zich het best bij voelt. Wanneer hij nu muziek gebruikt, gebruikt hij werken van auteurs, die daarvoor vergoed willen worden. Daarvoor bestaat het auteursrecht, dat in het volgend hoofdstuk behandelt wordt. Ook behandelen we de problemen die dat auteursrecht vandaag met zich meebrengt.
144
3.8. Auteursrecht en illegaal kopiëren 3.8.1. Auteursrecht en SABAM Van uitermate groot belang voor een dj is het auteursrecht. Elke dj maakt het wel eens mee. Na een aantal uren draaien komt een organisator met de vraag om alle nummers die hij speelde op een lijst in te vullen. De reden hiervoor is simpel. De artiesten van wie de dj nummers gebruikte, willen vergoed worden. Uiteraard kan de dj zelf niet aan elk van de artiesten een bepaald bedrag betalen. Daarvoor bestaan bemiddelende verenigingen. In België is dit SABAM. SABAM is de afkorting van het Vlaamse en Waalse “Societé des Auteurs Belge/Belgische Auteurs Maatschappij”. SABAM zorgt in België voor het collectief beheer van de auteursrechten. Wat zijn nu juist die auteursrechten en hoe worden ze geregeld? Het auteursrecht heeft drie functies. Ten eerste wil het de auteur beschermen en diens creativiteit aanmoedigen. Een auteur, moet net als iedereen arbeid verrichten, van zijn werk kunnen leven en moet dus vergoed worden. Ten tweede wil het investeringen beschermen. Dit betekent dat het de persoon die risico’s neemt door in een werk geld en middelen te stoppen, bij muziek is dat bijvoorbeeld de uitgever, wil beschermen. Ten derde wil het ook aan de behoeften van het publiek beantwoorden en de verspreiding van kennis en de toegang tot cultuur mogelijk maken. Zonder het auteursrecht was een georganiseerde verspreiding van bijvoorbeeld cd’s immers onmogelijk. Dit auteursrecht, dat gezien wordt als een menselijk recht en bij wet in België geregeld wordt sinds 22 maart 1886 (geactualiseerd in 1994), is uiteraard enkel van toepassing als het werk een origineel werk is (SABAM, 2001). Met betrekking tot de dj is dit auteursrecht van enorm belang. Maar het is de dj niet die er verantwoordelijk voor is, wel de organisator van het feest waar de dj draait. Deze moet een bijdrage betalen aan SABAM voor het gebruiken van de rechten van de gespeelde muziek. Afhankelijk van de aard van de organisatie verschilt de manier van betaling. Niet-permanente manifestaties, zoals SABAM ze noemt, dienen een aanvraag tot toelating in te dienen.
Permanente manifestaties, bijvoorbeeld in een bar of
discotheek, dienen met SABAM een contract af te sluiten, dat op basis van een aantal factoren als de grootte van de ruimte en de gebruikte geluidsapparatuur, een bepaalde jaarlijkse prijs berekent. Dit betekent concreet voor de dj dat hij bij niet-permanente manifestaties een lijst moet maken van de nummers die hij speelde. SABAM noemt dit 145
de opgave van de uitgevoerde werken. In bijlage drie is een exemplaar van zulke opgave van de uitgevoerde werken te vinden. Bij permanente manifestaties daarentegen hoeft dit niet, het contract dekt immers voldoende de auteursrechten die dienen vergoed te worden. (SABAM, 2004) Een jeugdhuis is bijvoorbeeld zulke locatie waar de dj’s de opgave van de uitgevoerde werken niet invullen. Niet alleen de uitvoerende dj is betrokken bij het auteursrecht, ook de dj die zelf muziek produceert. Hij wordt uiteraard ook beschermd door het auteursrecht, maar SABAM doet nog meer voor hem. Zo zal SABAM de werken van de bij haar aangesloten auteurs bekend maken op verschillende nationale en internationale manifestaties en zal het de auteurs aanmoedigen en steunen door prijzen uit te reiken. In het geval van muziek zijn dit de Zamu-awards (SABAM, 2001).
3.8.2. Illegaal kopiëren en downloaden door de dj en problemen met SABAM Een groot probleem voor de muziekindustrie van vandaag is piraterij. Piraterij wordt omschreven als een frauduleuze schending van de juist besproken auteursrechten en komt voor in verschillende vormen, vormen waaraan ook een dj zich schuldig kan maken. De meest voorkomende vorm van piraterij is het kopiëren of schrijven van muziek op een blanco cd en deze cd dan niet enkel in privé-situaties gebruiken. Voor eigen gebruik, bijvoorbeeld in de wagen is het kopiëren van een cd toegelaten. Wanneer je die kopie echter verkoopt, of in het geval van een dj speelt op een fuif, ben je echter strafbaar. Er loopt dan immers iets grondig fout. Wanneer een cd wordt gemaakt, werken heel wat mensen mee. Zo is er een auteur, zijn er de uitvoerders, de muzikanten, de producent en nog heel wat andere spelers, die allen recht hebben op een vergoeding. Koopt men een cd in de winkel, worden allen eerlijk vergoed. Kopieert men een cd of downloadt men nummers van het internet zullen diegenen die ervoor werkten niets krijgen. Men kan spreken van diefstal (SABAM, 2001). Een dj dient dus, net als alle anderen, aangekochte muziekdragers te gebruiken. Doet hij dat niet verdient hij zelf geld met zijn prestaties, zonder voor de aangekochte muziek te betalen. Maar en dat is merkwaardig, blijken ook legale downloads of kopieën voor een dj onbruikbaar te zijn. Zo stelt SABAM: “Indien een dj muziek downloadt via bijvoorbeeld iTunes of Skynet, mag hij uiteraard de originele downloads draaien vanaf de harde schijf van zijn PC, maar het is niet toegestaan om de muziek eerst op CD te kopiëren en dan in fuiven te
146
draaien. (…) Dat de DJ over de originele geluidsdragers (bijvoorbeeld thuis) beschikt speelt absoluut geen rol wanneer hij met kopieën wordt betrapt” (De Win, 13.07.2005). Dat de dj voor die legale download betaalde of een privé-kopie maakte blijkt geen rol te spelen voor SABAM. Naast SABAM houdt een tweede organisatie in België zich bezig met auteursrechten, namelijk IFPI. Deze internationale vereniging voor de fonografische industrie
vertegenwoordigt
de
muziekproducenten.
Haar
Belgische
afdeling
vertegenwoordigt ongeveer 95 procent van muziekproducenten en omschrijft haar functie als volgt. Ten eerste zet het zich in voor de bestrijding van de muziekpiraterij. Ten tweede tracht het de waarde van muziek in de samenleving, zowel op cultureel, economisch als sociaal vlak te bevorderen. Ten derde streeft het naar een redelijke toegang tot de muziekmarkt en een aanpassing van de auteurswetten. Tot slot tracht het informatie te verstrekken over hoe de muziekindustrie in elkaar zit (IFPI, z.d.). Onder andere door artiesten aan het woord te laten, een grote artiestenpetitie op te zetten, een grote mediacampagne onder het motto “don’t copy music” te starten en ook persberichten over muziekkopieerders die betrapt werden online te plaatsen wil IFPI de kopieerder afschrikken en sensibiliseren. IFPI houdt zich dus niet zoals SABAM bezig met de regeling van de auteursrechten, het strijdt veeleer tegen het misbruik van die auteursrechten. Tot zover de theorie. In praktijk lopen de zaken uiteraard heel wat anders. Het illegaal kopiëren en downloaden van muziek is een probleem dat vandaag de hele muziekindustrie in nauwe schoentjes zet. Ook dj’s downloaden en kopiëren muziek. Hiervoor heeft hij een aantal redenen: • Om muziek te hebben die de dj niet vindt in het aanbod van de cd- of de platenwinkel. Dj Raoul reageert daar echter op: “Als mensen zeggen kan je dat niet kopiëren voor mij, want ik vind het niet dan zoek ik een computer en zoek ik het hen op. Ze zijn dan verbaasd en dat wilt zeggen dat ze ofwel nog niet gezocht hebben ofwel te lui zijn” (Belmans, 29.03.2005). • Om muziek te hebben die de dj niet wenst te kopen omdat hij die muziek slechts éénmaal of enkele keren zal gebruiken. • Om muziek die hij aankocht in zijn wagen of elders te kunnen beluisteren. Op die manier loopt de aangekochte muziek geen kans op beschadiging of diefstal.
147
• Om nieuwe muziek te ontdekken. Nadien wordt de gesmaakte muziek al dan niet aangekocht op cd of vinyl. • Omdat de dj voor een breed publiek draait en niet over voldoende geld beschikt om al die muziek en die verschillende genres op cd of vinyl aan te kopen. Daarbij kan het zo ver gaan dat de dj enkel over gekopieerde cd’s beschikt. Een dj getuigt anoniem: “ Al mijn cd’s zijn kopieën. Maar ik ben wel van plan te kopen. Want cd’s zijn van een betere kwaliteit, plus de mensen moeten ook hun brood verdienen, plus er is het gevaar van SABAM. Ik vind het zeker verkeerd dat ik alleen kopieën heb, maar ik zou direct failliet zijn als ik alles op cd zou moeten kopen. Is gewoon onmogelijk voor me” (anoniem, z.d.). Maar ook heel wat dj’s verzetten zich sterk tegen het illegaal kopiëren en downloaden van muziek. Hiervoor heeft de dj de volgende redenen: • Het respect voor de artiest, die zijn ideeën, arbeid en geld investeert in een product waarvoor hij dan ook vergoed dient te worden. De kopieerder maakt immers zelf de muziekindustrie kapot. Zo getuigt dj Snagh: “De artiesten verliezen veel geld aan die kopieën, de platenfirma’s verliezen geld, gaan minder risico’s nemen, alleen gevestigde waarden krijgen nog een kans, nieuwe bands vinden moeilijker een platenfirma, enzovoort “ (Hans, 16.04.2005). Anderzijds kan men de platenfirma’s verwijten te lang de komst van de nieuwe technologieën naast zich neer te leggen, zo vertelt dj E-Phonk: “Er is ook deels de arrogantie van de muziekindustrie die dat verlies geleden heeft omdat ze te veel naast zich neerlegde. Eens die technologie er kwam hadden ze daar in moeten investeren. Ze hebben dat eerst laten zijn en op belachelijke manieren aangevochten om dan pas achteraf er tegen in te gaan” (De Vogel, 05.04.2005). • Als dj is het ongehoord om zelf geld te verdienen door het werk van anderen te misbruiken. Een dj die zich laat vergoeden door organisatoren moet die inkomsten ook gebruiken om nieuwe muziek aan te kopen en niet om illegale goedkope kopieën te maken. De dj heeft hierin een voorbeeldfunctie. Hij kan als muziekliefhebber en kenner naar de buitenwereld een signaal geven dat illegaal kopiëren verkeerd is. Bovendien is dit geen eerlijke concurrentie met dj’s die het wel eerlijk spelen. Het is ook te makkelijk om op die manier als dj te beginnen. Een collectie moet men opbouwen en kan men niet op één dag en met duizenden downloads beginnen.
148
• De inferieure kwaliteit van de MP3 en de gekopieerde cd. De MP3 technologie is gebaseerd op compressietechnologieën. Daarbij wordt heel wat “overbodige” informatie weggelaten zodat de opslagcapaciteit omhoog gaat. Gevolg is wel een vermindering van de geluidskwaliteit, zeker tijdens een feest, waar de muziek vaak hard staat. Dj Harryson vertelt: “Het belangrijkste is de kwaliteit. Iemand die met muziek bezig is hoort snel dat het om een mp3 gaat” (De Winde, 04.04.2005). De dj’s die we interviewden filosofeerden ook over oplossingen voor deze problematiek. Zij komen met volgende oplossingen over de brug: • Verlaging van de prijs van de cd (en vinyl): Door de prijs van de cd te verlagen zal het een aantrekkelijker product worden. Voor vele jongeren is de prijs van een cd nu immers te hoog. Maar dj Ed argumenteert: “De prijs maakt ook wat uit, maar het is niet evident, want je hebt een aantal basiskosten om een cd te maken. Een BTWverlaging is wel een goed voorstel” (Corver, 02.05.2005). Het is dus niet eenvoudig de prijs van de cd te verlagen. De overheid zou wel kunnen helpen. Door de cd van een luxe- naar een basisproduct te brengen, zou men in plaats van 21 nog slechts zes procent belastingen moet betalen. Aangezien men dezelfde beweging maakte voor boeken, moet dit voor cd’s ook haalbaar zijn. De gemiddelde prijs van een cd zou dan met enkele euro’s naar beneden gaan. Alle dj’s zijn voorstander van zulke beweging. Alleen lijkt de overheid voorlopig weinig interesse te hebben in deze oplossing. • Meer controle op kopiëren en downloaden: Door meer controles uit te voeren, zowel bij particulieren als bij dj’s, zou een soort schrikbewind ontstaan dat iedereen moet afschrikken te kopiëren of te downloaden. Vandaag worden al controles uitgevoerd, zowel door SABAM als IFPI. Volgend bericht verscheen bijvoorbeeld op de website van IFPI België: “Op de avond van vrijdag 24 oktober voerde de Lokale en Federale Politie in een aantal cafés en discotheken in de regio Sambreville een controle uit. De politie werd daarbij vergezeld door vertegenwoordigers van de RSZ en
van
het
Ministerie
van
Financiën
en
kreeg
technische
steun
van
vertegenwoordigers van IFPI België en SABAM. De uitgaansgelegenheden werden onderworpen aan een sociale en fiscale inspectie en er werd ook gecontroleerd op namaak van muziek. Honderden illegaal gekopieerde muziek cd’s werden daarbij in beslag genomen en een aantal jukeboxen die gebruik maakten van nagemaakte cd’s werden gerechtelijk verzegeld” (IFPI Belgium, 2003). SABAM zelf verklaarde via email het volgende: “Elk weekend worden er controles uitgevoerd door beëdigde controleurs. Elk weekend zijn er dj's die betrapt worden. Indien zij voor de eerste keer 149
betrapt worden zal SABAM - samen met IFPI - een voorstel van minnelijke regeling maken. De illegale cd's zullen vrijwillig aan SABAM moeten afgegeven worden en een schadevergoeding van 20 euro (dekt zowel de ontdoken auteursrechten als de naburige rechten van de platenfirma's) per illegale geluidsdrager zal voorgesteld worden. De recidivisten of degenen die deze minnelijke schikking weigeren worden vervolgd” (De Win, 13.07.2005). • Praktische oplossingen als legale downloads of computers in winkels waar men cd’s kan samenstellen: Met beide werden al experimenten uitgevoerd en vooral legale downloads blijken wel een oplossing te bieden. Maar zoals dj Merdan Taplak vertelt: “Waarom zou je halve euro betalen terwijl je ze gratis kan downloaden. Een halve euro zou moeten betaald worden, want dat is een teken van respect, maar ik vrees dat het geen oplossing is. Ik zie voorlopig geen echte oplossing voor het probleem” (Taplak, 18.04.2005). • Het gewoontepatroon veranderen: het vorige citaat geeft het in feite aan, men is vandaag niet gewoon te betalen voor muziek. Het komt gratis uit de radio en op televisie, het wordt gratis van het internet gedownload of wordt gratis gekopieerd. Wanneer men iedereen opnieuw kan laten gewoon worden dat muziek een normaal product is waar voor moet betaald worden zoals men voor brood moet betalen, zullen heel wat problemen opgelost zijn. Maar is dit nog wel mogelijk? Een ander probleem in verband met auteursrechten dat de dj erg aanbelangt is het online plaatsen van de mixtape. Een mixtape is zoals uitgelegd in hoofdstuk 3.5 een djset die door de dj wordt opgenomen om zijn platenkeuze en techniek aan organisatoren of anderen voor te stellen. In zulke dj-set wordt muziek van anderen dus gebruikt om een eigen creatie te maken, net als op een feest. Nu echter bevindt de geluidsdrager (mp3) zich op het internet en kan hij dan ook eindeloos gekopieerd worden. Dit vormt een inbreuk op de auteurswet. SABAM reageert als volgt op deze inbreuk: “SABAM vertegenwoordigt de auteurs, componisten en uitgevers van beschermde werken. Deze laatsten zijn soms de artiesten zelf, maar meestal hebben ze niets te maken met de groepen die hun werken interpreteren. Artikel 1 van de wet op het auteursrecht bepaalt dat de auteur/componist recht heeft op eerbied voor zijn werk en dat maakt het hem mogelijk zich te verzetten tegen elke wijziging ervan. Bijgevolg kunnen deze online djsets een inbreuk op het moreel recht van de auteur vormen. Enkel de auteur kan hierover beslissen. Dit betekent dat zodra iemand een beschermd werk wilt wijzigen dit enkel kan gebeuren wanneer de voorafgaandelijk toelating rechtstreeks aan de auteur(s) 150
werd gevraagd en wanneer de auteur(s) zijn toestemming heeft (hebben) gegeven“ (Van Win, 13.07.2005). SABAM schermt dus met het morele recht. Maar het geeft geen volledig antwoord op de vraag die hen gesteld werd. Die luidde immers: “Wat is jullie mening over de dj-sets die online geplaatst worden door een dj. Enerzijds stelt hij muziek tentoon zonder er auteursrechten voor te betalen. Anderzijds zijn de nummers in elkaar gemixt en vormen ze vaak publiciteit voor de artiesten. Bovendien stellen vele dj’s dat de artiesten die zij gebruiken nooit uitbetaald zouden worden omdat ze onbekend zijn”. De muziek in zulke mixtape wordt gemixt en dus geknipt voorgesteld en is dus niet afzonderlijk te downloaden. Bovendien vormt de aanwezigheid van een nummer in de mixtape van een dj vaak een impuls voor andere dj’s om die muziek te kopen. Ze vormen dus extra publiciteit. Tot slot vertegenwoordigt SABAM volgens vele dj’s niet genoeg de onbekende producers waarvan zij muziek draaien. Zo getuigt dj E-Phonk: “Wat die setjes betreft heb ik het er moeilijk mee, want alle artiesten die ik speel zijn onbekend, dat is niet de grote industrie. Bovendien heb je die platen ook zelf gekocht” (De Vogel, 05.04.2005). E-Phonk geeft meteen een andere reden aan die bij de dj’s gevoelig ligt. Ze kochten immers al elk muziekstuk afzonderlijk aan en vragen zich af waarom ze opnieuw zouden moeten betalen. Voor zulke mixtapes worden dj’s immers niet uitbetaald zoals bij een dj-set op een feest, het is enkel een vorm van publiciteit. Bij dj’s heerst ook heel wat ontevredenheid over de kosten die betaald moeten worden wil men een mixtape op legale wijze online ter beschikking stellen. Daarover klaagt dj E-Phonk: “De regeling die SABAM heeft is alleszins niet OK. Het kost ongeveer 200 tot 300 euro per maand, dat is onbetaalbaar, de manier waarop ze dat berekenen is alsof we een on-line radio zijn” (De Vogel, 05.04.2005). Maar dj’s begrijpen anderzijds de problematiek van auteursrechten en zijn zelf vaak bereid water bij de wijn te doen. Zo plaatst dj Raoul zijn mixtapes vaak in mindere kwaliteit on-line, uit respect voor de originele auteurs en artiesten (Belmans, 29.03.2005). Daarenboven plaatst Raoul slechts zelden een mixtape online, om dezelfde redenen als dj Ed: “Ik vind ook dat een live-set altijd de magie van de avond mist. Het was bijvoorbeeld in de [Brusselse discotheek] Fuse het één hitje achter het ander, maar dat was gewoon de vibe toen. Maar mocht je dan de dj-set uit de [Lierse discotheek] Zazou horen zou je het omgekeerde merken” (Corver, 02.05.2005). Niet iedereen gebruikt mixtapes dus, maar diegene die ze wel gebruiken dienen alvast voorzichtig te zijn om geen boete te riskeren. Zo ontvingen heel wat dj’s een klachtenbrief van Ifpi in hun elektronische postbus. Een voorbeeld van de brief is te vinden in bijlage 4. 151
Ook het invullen van de opgave van de uitgevoerde werken vormt voor vele dj’s een probleem, zo bleek uit de interviews. Dj Ed getuigt: “ Die lijsten, dat slaat nergens op, ik vul ze bijna nooit in en er is nooit controle over” (Corver, 02.05.2005). Dj Ed was niet de enige die dit commentaar gaf. Soortgelijke commentaren werden door alle geïnterviewde dj’s gegeven. De dj na zijn prestatie een lijst laten invullen met alle nummers die hij draaide lijkt inderdaad prehistorisch. Hoe lossen dj’s dit vandaag op? Heel wat dj’s beschikken over een standaardlijst, die ze telkens opnieuw gebruiken. Andere dj’s vullen alleen Vlaamse producties in, om de Vlaamse artiesten een steentje bij te dragen. Tot slot kan een dj, die zelf artiest is, zijn eigen producties op de lijsten invullen, om zelf nog wat geld te verdienen. Het is dus duidelijk dat het systeem met de opgave van de uitgevoerde werken volledig achterhaald is. Een ander, eventueel veel praktischer online-systeem zou een betere oplossing zijn. Ook SABAM denkt aan zulke oplossing: “Niet veel dj's vullen hun optreedprogramma's in. Dit heeft als gevolg dat SABAM ook andere gegevens moet gebruiken om het geïnde geld zo correct mogelijk te kunnen reparteren. De verkoopsgegevens van de Ultratop 1000 Dance worden bijgevolg gebruikt. In de veronderstelling dat de dj's hun administratieve taak correct zouden uitvoeren zou SABAM de cijfers van de Ultratop niet meer moeten gebruiken. Dit is wat wij willen voor de toekomst. Er wordt aan een veilige online aangifte van programma’s gewerkt” (De Win, 13.07.2005). Maar ondertussen steekt SABAM de schuld op de dj’s. Bovendien geeft hun hedendaagse werkwijze, de verdeling van de vergoedingen via de hitlijsten, een ander groot probleem aan. Door zulke verdeling gaan immers alle auteursvergoedingen naar de grote vissen, de bekende artiesten. Onbekende producers uit heel wat undergroundgenres blijven vaak in de kou staan, zo getuigt bijvoorbeeld dj Merdan Taplak: “Hoe ze de dj een lijst laten invullen is belachelijk, dat klopt niet. Je vult een lijst in en alleen de Spearsen krijgen hun geld. Het systeem klopt dus totaal niet” (Taplak, 18.04.2005). Ook de andere dj’s getuigden over dit probleem. Zoals we al zagen vindt de grote meerderheid van de dj’s van zichzelf dat hij zowel mainstream- als undergroundgerichte muziek speelt. Dat betekent dat waarschijnlijk steeds een groot deel van de auteurs en artiesten, zij die zich aan de undergroundkant bevinden, in de kou blijven staan. Al bij al lijkt SABAM net als de platenindustrie de nieuwe ontwikkelingen te lang naïef te hebben behandeld. Vandaag, nu de kopiecultuur ver doorgedrongen is, heeft SABAM het moeilijk deze cultuur te lijf te gaan met haar deels voorhistorische werkwijze. Een doorgedreven algemene reorganisatie lijkt nodig, vooral dan met 152
betrekking tot de dj, één van haar belangrijkste klanten, zoals ze zelf zegt: “SABAM is absoluut niet tegen dj's : in tegendeel. dj's zijn grote consumenten van ons repertoire en bijgevolg, belangrijke klanten voor ons en voor de platenfirma's” (De Win, 13.07.2005). Vooral het systeem door middel van de opgave van de uitgevoerde werken en hun beleid omtrent legale downloads en mixtapes voor en door dj’s valt daarbij op. Dat de dj nu niet altijd de enige is die de muziek selecteert, zien we in het volgende hoofdstuk.
3.9. Verzoeknummers Wanneer we de dj definieerden, was een deel van die definitie van groot belang voor dit onderwerp. We definieerden de dj immers als de persoon die vooropgenomen muziek selecteert en afspeelt. Vooral het woord “selecteren” is van belang. Alhoewel de dj zo goed als alle muziek selecteert, blijkt ook het publiek af en toe graag die taak over te nemen. Iedere dj wordt immers met verzoeknummers geconfronteerd. De algemene resultaten van het kwantitatief onderzoek toonden aan dat 90 procent van alle Vlaamse dj’s geregeld met een verzoeknummer wordt geconfronteerd. Wanneer we dit nu openleggen volgens de verschillende categorieën blijft dit aantal even hoog. Opvallend zijn echter de resultaten van de vraag of de dj op zulk verzoeknummer ook in gaat. Ondanks de vertekening die gerapporteerd werd, toonden de resultaten daar duidelijke verschillen aan tussen de verschillende categorieën, waarbij de professionele dj minder ingaat op verzoeknummers dan de discotheek-dj, die er op zijn beurt minder op ingaat dan de allround-dj. Naarmate de categorie hoger wordt, wordt zijn onafhankelijk dus groter. Dj Raoul getuigt als professionele dj het volgende: “Ik ga er niet op in. Ik zeg wel dat ik is zal zoeken, maar ik heb dat 9 op de 10 kansen toch niet mee” (Belmans, 29.03.2005). Dj Klaas daarentegen, een zaalfuifdj, toont ook het voordeel van verzoeknummers aan: “Soms denk ik ja, waarom heb ik daar zelf nog niet aan gedacht. Langs de andere kant heb je soms een stomme aanvraag die totaal niet past en dan gaat het natuurlijk niet. Het moet dus zeker passen” (De Coster, 15.04.2005). Klaas’ laatste zin is meteen de conclusie wat betreft verzoeknummers. Zowat alle dj’s zijn bereid een verzoeknummer te spelen, als het maar past in de muziekkeuze die ze zelf in gedachten hebben. Uiteraard moet de aanvrager ook beleefd zijn keuze overbrengen, want zoals dj Gijs getuigt: “ Het hangt ook af van de manier waarop ze het komen vragen. Dat is 153
dikwijls erg onbeleefd. Ze komen er vaak ook om de twee minuten achter vragen, dat knapt af” (Vranckaert, 10.04.2005). De dj-wereld is een echte mannenwereld. Hoe vrouwen overleven wordt in het volgende hoofdstuk besproken.
3.10. Positie van de vrouw in de dj-(mannen)wereld Het kwantitatieve onderzoek toonde het al aan: de dj-wereld is een echte mannenwereld. Vrouwelijke dj’s komen weinig voor. De redenen hiervoor zijn verschillend. De eerste reden is een historische reden. Wanneer de dans- en uitgaanscultuur ontstond in de Verenigde Staten, was deze vooral geconcentreerd rond vooral een homoseksueel, mannelijk publiek, zoals in de geschiedenis van de dj beschreven wordt (zie hoofdstuk 1.3). Maar ook een bredere maatschappelijke reden kan aangekaart worden. Vrouwen hebben het lang moeilijk gehad om zich te emanciperen van de man op de arbeidsmarkt en in het dagelijkse leven. Dat weinig dj’s vrouwelijk zijn kan hier ook een gevolg van zijn. Tot slot kan men argumenteren dat vrouwen veel minder het obsessieve karakter hebben noodzakelijk bij het verzamelen van muziek. Een dj dient immers steeds op de hoogte te zijn van nieuwe muziek (zie hoofdstuk 3.4) en vrouwen zouden hier minder in opgaan dan mannen. Al deze redenen zijn speculaties, maar kunnen toch een deel van de achterstand van de vrouw verklaren (Brewster & Broughton, 1999, p. 373). Een blik op hoe de vrouw zich hierbij voelt is dus niet ongepast. Daarvoor werden de meningen van twee vrouwelijke professionele dj’s gevraagd (dj’s Stephanie en Baby B). Zij vertelden beide dat het verschil tussen de vrouwelijke en de mannelijke dj eigenlijk miniem is. Echte nadelen ondervindt de vrouwelijke dj omwille van haar geslacht niet. Mannelijke en vrouwelijke dj’s hebben dezelfde weg af te leggen, zo vertelt dj Baby B: “ Er heerst dezelfde regel voor iedereen: wees goed met je werk en je zal geraken waar je wil geraken” (Baby B, 20.05.2005). Een tiental jaren geleden, toen vrouwelijke dj’s letterlijk nog rariteiten waren, was de aanwezigheid van de vrouw achter de draaitafels vaak nog erg speciaal en leidde dit vaak tot extra media-aandacht en zo ook extra boekingen, zo vertelt dj Stephanie ( Stephanie, 20.05.2005). Maar vandaag levert het geslacht de vrouw alleen enkele kleine voordelen op. Zo worden er regelmatig “female dj-nights” georganiseerd op verschillende locaties, moeten vrouwen vaak hun platen- of
154
cd-bakken niet dragen (Stephanie, 20.05.2005) en krijgen vrouwelijke dj’s af en toe aanbiedingen van kledingwinkels om hun kledij te dragen ( Baby B, 20.05.2005). Vrouwen kunnen echter ook misbruik maken van hun geslacht. Sommige vrouwen durven wel eens hun vrouwelijke kenmerken en uiterlijk uitspelen om boekingen te verdienen. In die gevallen vallen ze echter snel door de mand, zo besluit dj Baby B (Baby B, 20.05.2005). In het laatste hoofdstuk bekijken we wat voor soort cultuur de dj-cultuur is en of we überhaupt van een dj-cultuur kunnen spreken.
3.11. De dj-cultuur De titel van deze thesis bevatte aanvankelijk het woord “dj-cultuur”. Passend was het dan ook de vraag te stellen wat voor soort (sub-)cultuur dit is en vooral of we überhaupt over een dj-cultuur kunnen spreken. Dj’en is voor vele een vrije tijdsbesteding. Enkel professionele dj’s kunnen dj’en als hun beroep omschrijven, maar wie maakt er niet graag van zijn hobby zijn beroep? Subcultuur is nu een middel om die vrije tijd vorm te geven (Giegas, 1999, p.165). Wanneer subculturen besproken worden kan men niet voorbijgaan aan de visie van het “Centre for Contemporary Cultural Studies”. Zij enten subculturen op een voortdurende klassenstrijd, waarbij de arbeidersklasse de subcultuur vormt en de middenklasse de tegencultuur. De reden voor het vormen van een sub- en tegencultuur zou het gebrek aan middelen van de arbeidersklasse zijn (Giegas, 199, p.164). Deze visie kreeg echter snel heel wat kritiek te verwerken. Niet zozeer externe verklaringen zoals de maatschappelijke achtergrond, maar veeleer stijlverschillen zouden de basis voor subculturen vormen (Giegas, 199, p.165). Ook andere elementen van de visie van het CCCS werden aangevallen, maar daarop ingaan zou ons hier te ver leiden. Waar het hier om gaat is dat een subcultuur gebaseerd is op een eigen stijl. Een eigen stijl waardoor die subcultuur zich afzet van andere subculturen of van een mogelijke tegencultuur. Kan de dj-cultuur nu steunen op een eigen stijl en zet het zich zo af van andere subculturen? Het antwoord is negatief. De benaming “dj-cultuur” is in feite verkeerd. Alle Vlaamse dj’s samen vormen geen dj-cultuur, maar elke apart zijn ze een onderdeel van een eigen subcultuur. Samen met organisatoren in clubs, het uitgaanspubliek, muziekjournalisten, maar ook met bijvoorbeeld kledingontwerpers en trendsetters vormen de dj’s een subcultuur die gebaseerd is op het muziekgenre dat ze
155
spelen (Thornton, 1995, p.12). Een house-dj vormt bijvoorbeeld een onderdeel van de housesubcultuur, zoals die omschreven wordt door Anja Giegas (1995, pp.167-170). Om die reden werd het woord “cultuur” uit de titel gehaald. Het is echter zo eenvoudig niet. Het kwam al vaker aan bod in deze thesis, vandaag overheerst het eclecticisme. Veel minder dan een decennium geleden spelen dj’s niet meer één muziekstijl, maar stellen ze een pakket samen van muziekgenres dat hen interesseert. Dit gaat hand in hand met het eclecticisme in de hedendaagse muziek. Die muziek is immers een hybride mengeling van stijlen. Er zijn zoveel bastaardkinderen dat genregrenzen lijken te vervagen (Keunen, 2002, p.404). House bijvoorbeeld is de grootvader van tientallen kleinkinderen met klinkende namen als garage, acid house, deep house, discohouse, Nu-house, hiphouse, techhouse, progressive house, broken beats, nu-jazz, ambient house, … Die genres zijn het gevolg van wisselwerking, actie en reactie tussen verschillende genres en subgenres. Naarmate hedendaagse muziek evolueert, lijkt de noemer steeds groter te worden. Nieuwe muziek komt erbij en de oude blijft immers bestaan. Maar ook al lijkt het een recent fenomeen, dit eclecticisme in de muziek is een typisch fenomeen (Keunen, 2002, p.404). In de geschiedenis van de dj behandelden we bijvoorbeeld al het ontstaan van hiphop uit de Jamaicaanse reggae en soundsystems. Het eclecticisme van de dj vandaag gaat ook samen met de hedendaagse sampletechnieken en bricolage-gebruiken. Waar het eclectisme vroeger tot uiting kwam in samenwerking tussen artiesten uit verschillende genres, vormen vandaag de digitale sampletechnieken de oplossing (Keunen, 2002, p. 409). Via het knippen en plakken van bestaande muziek wordt steeds opnieuw nieuwe muziek gemaakt. Vooral elektronische dansmuziek is schatplichtig aan de digitale technieken. Originaliteit ligt zo niet meer in het maken van nieuwe muziek, veeleer in het hermaken van bestaande muziek in een nieuw vorm. De mash-up en de remix zijn hier dé exponent bij uitstek van. Op een legale (remix) of illegale wijze (mash-up) worden nummers herwerkt en herknipt. Bij de remix wordt een nummer herwerkt tot een weinig of veel herkenbare versie. Bij de mash-up worden twee of meer nummers gecombineerd tot één nieuw nummer (Souvignier, 2003, pp.158-160). Die bricolage zien we niet enkel bij het maken van nummers. Ook dj’s zelf bricoleren tijdens dj-sets voortdurend. Een dj moet immers selecteren en combineren, waarbij platenkeuze en techniek van ontzettend groot belang zijn (zie hoofdstuk 3.3.1.) (Giegas, 1999, p. 174).
156
Dit eclecticisme betekent dus dat een dj verschillende genres en subgenres combineert in zijn dj-set. Dit geldt voor alle categorieën van dj’s. Raoul als professionele dj combineert bijvoorbeeld vaak house met disco en funk (Belmans, 29.03.2005). E-Phonk (De Vogel, 05.04.2005) als discotheek-dj plakt house aan techno en electro en Klaas als allround-dj vertelt zelf: “Ik mix vaak een nummer van nu met één van de jaren 80, zodat er steeds afwisseling is. Dat doe ik het liefste” (De Coster, 15.04.2005). Ook en eigenlijk vooral de huwelijksfeest-dj combineert verschillende genres. Wat betekent dit nu voor de dj als onderdeel van een subcultuur? De dj is zo in feite lid van verschillende subculturen. Hij bricoleert zo zijn dj-identiteit uit verschillende subculturen, net zoals een godsdienstig-religieuze bricolage de laatste jaren opmars maakt. Uiteraard zijn er ook dj’s die slechts één genre draaien. Een hiphopdj zal bijvoorbeeld alleen hiphop spelen en zal zijn stijl vooral lenen aan de hiphopsubcultuur. Maar het valt op dat de meeste dj’s hun stijl als dj halen uit verschillende subculturen. Het gebruik van scratchen, een typisch gebruik in de hiphopsubcultuur, door techno-dj’s is een goed voorbeeld van zulke bricolage.
3.12 Besluit In dit deel kwamen heel wat interessante thema’s die betrekking hebben op de Vlaamse dj’s aan bod. Vooreerst merkten wat dat een dj, wil hij een dj-carrière opbouwen, hij zelf initiatief moet nemen. Een aantal manieren, zoals promotie, het organiseren van feesten, dj-contests en nog zoveel meer blijken immers mogelijke manieren om hogerop te raken. Belangrijke factoren daarbij zijn talent, financiële middelen, toeval en geluk, originaliteit, het opbouwen van een netwerk van kennissen en tot slot het zelf maken van muziek. Kan een dj, bewust of onbewust, deze factoren op een passende wijze kneden dan kan hij een succesvolle dj-carrière opbouwen. Ook de overheid tracht de dj een duwtje in de rug te geven, via de Poppunt en “discover the dj” projecten. Maar een dj moet natuurlijk ook goed kunnen dj’en. Daarvoor dient hij op een passende wijze techniek en platenkeuze te combineren. Dit blijkt een erg subjectief gegeven te zijn. Die platenkeuze en techniek dienen gecombineerd te worden met een juiste opbouw van een dj-set en interactie met het publiek. Op die manier kan de dj zijn functie uitoefenen, namelijk het entertainen van het publiek. Pas als deze functie vervult wordt kan de dj ook een tweede functie, namelijk het publiek nieuwe muziek aanleren, 157
uitoefenen. Een dj kan echter nooit goed doen voor iedereen. Maar toch krijgt een dj heel wat respect, vooral dan binnen de dj-wereld en van mensen die met zijn bezigheden vertrouwd zijn. Hoe hoger de categorie van dj, hoe meer respect hij hierbij verdient. Vandaag echter blijkt het respect voor een dj heel wat minder te zijn dan vroeger. Vooral de gewenning aan de figuur van de dj bij het grote publiek is hier de oorzaak van. Wil een dj nu zijn taak goed uitoefenen, dient hij voortdurend op de hoogte te zijn van nieuwe muziek. In het kwantitatieve onderzoek kwamen radio en tijdschriften als bronnen van nieuwe muziek al aan bod, maar ook vrienden, kennissen en andere dj’s, het internet, de platen- of cdwinkel, promo’s en connecties bij een platenfirma of een label kunnen interessant zijn. Overigens valt op dat het romantische beeld van de zolderkamer waar dj’s samenkomen vervaagt en vervangen wordt door het internet en dan vooral het internetforum en de communities. Maar wil een dj draaien, dient hij zichzelf bekend te maken bij zijn mogelijke doelgroep. Daarbij kan men zichzelf erg actief promoten of eerder hopen of verwachten dat externe krachten werken. De dj bevindt zich meestal ergens midden op dit continuüm. Instrumenten die de dj kan gebruiken variëren van de mixtape, over het internet, tot een naamkaartje en het boekingskantoor. Ook een netwerk van relaties biedt een mogelijkheid tot reclame. Niet elke dj gaat nu op dezelfde manier met dj’en om. Er bestaan drie types van dj’s. Er zijn enerzijds de pure underground- en anderzijds de pure mainstream-dj. Zij vormen de uiteinden van een continuüm. Het derde type van dj is de dj die zich op dit continuüm bevindt en meer naar de mainstream of de underground neigt. In realiteit komt dit type van dj het vaakst voor. Beide, underground en mainstream zijn nu een onderdeel van een subcultuur, waarbij de underground voor de vernieuwing en dynamiek zorgt en de mainstream voor de commercie. Vele dj’s stellen voor het onderscheid tussen mainstream en underground te laten vallen voor een onderscheid tussen goede en slechte muziek, gebaseerd op het subjectieve gegeven “smaak”, maar het onderscheid is anderzijds broodnodig omdat het net voor dynamiek en vernieuwing zorgt. Wanneer we kijken naar de weg die een dansnummer aflegt vooraleer het al dan niet uit de underground komt, blijkt dat die weg samengaat met de categorieën van dj’s die in dit onderzoek naar voor komen. Tot slot valt ook op dat het onderscheid tussen underground en mainstream samenvalt met het onderscheid tussen een feest- en een muziekbeleid dat een organisatie kan voeren. 158
De Vlaamse dj gebruikt zowel vinyl als cd. Alhoewel vinyl nog steeds het meest populair is, haalt cd heel wat achterstand in. Vinyl blijft voorlopig marktleider onder de dj’s onder andere omwille van haar superieure klank, betere behandelbaarheid en leesbaarheid en de nostalgie. Cd echter heeft eigen voordelen zoals haar hogere opslagcapaciteit, haar kleine gewicht en beperkte grootte en haar technologie. Overigens worden meer naar de underground gerichte muzieknummers vooral op vinyl uitgebracht, terwijl meer naar de mainstream gerichte muzieknummers meer op cd uitkomen. Een koptelefoon, naalden en eigen slipmatten zijn vaak voorkomende attributen die een dj met zich mee neemt. Ook een eigen discobar, vinylhulpstukken en zelfs een zaklamp kan de dj met zich meenemen. Wanneer de dj nu draait, gebruikt hij werken van artiesten. Daarvoor dient een vergoeding betaald te worden en dit wordt door het auteursrecht geregeld. Het is de organisator van een feest die zulke bijdrage moet betalen. Een belangrijk probleem is echter het illegaal downloaden en kopiëren van muziek, waaraan ook dj’s zich schuldig maken. Omdat de rechthebbenden hier niet vergoed worden, gaat het hier grondig fout. Het zijn SABAM, als auteursrechtenvereniging en IFPI, als vertegenwoordiger van de muziekproducenten, die hier regulerend en controlerend optreden. Maar meteen valt op dat bijvoorbeeld legale downloads die op een cd gebrand worden evenmin gebruikt mogen worden door de dj. Dj’s downloaden muziek die ze niet vinden of niet vaak wensen te gebruiken en om nieuwe muziek te ontdekken. Ook wanneer ze voor een breed publiek draaien en dus een brede collectie nodig hebben downloaden dj’s. Andere dj’s kanten er zich sterk tegen uit respect voor de artiest, omwille van de inferieure kwaliteit of omdat men vindt dat men geen geld kan verdienen op andermans rug. Oplossingen die de dj’s geven stellen een lagere prijs, eventueel via BTW-verlaging, meer controle, legale downloads en een verandering van het gewoontepatroon voor. Met betrekking tot de mixtape teert SABAM op het moreel recht van de auteurs. Maar dat de dj al betaald heeft voor het nummer, dat de nummers verknipt in een dj-set zitten en dat ze zo voor heel wat publiciteit zorgen wordt niet in rekening gebracht. Tot slot blijken ook veel dj’s moeite te hebben met de opgave van de uitgevoerde werken. Omwille van het slecht functioneren van dit systeem gebruikt SABAM de hitlijsten om haar vergoedingen te verdelen. Op die manier echter vrezen heel wat dj’s dat het geld enkel naar de grote artiesten gaat. De dj in zijn hoedanigheid als keuzeheer van de muziek wordt soms bij zijn taak geholpen door het publiek en dit door middel van verzoeknummers. Daarbij valt op dat 159
alle categorieën van dj’s geconfronteerd worden met verzoeknummers, maar hoe hoger de categorie, hoe minder de dj erop in gaat. Hoe hoger de categorie, hoe onafhankelijker de dj is. Wanneer een nummer echter in een dj-set past, willen alle dj’s zulk nummer wel spelen, als het verzoek maar vriendelijk gesteld wordt. Dat de dj-wereld een echte mannelijke wereld is viel op in het kwantitatief onderzoek. De vrouw ondervindt echter geen noemenswaardige nadelen als dj en dient dezelfde weg af te leggen als de mannelijke dj. Alleen enkele kleine voordelen als extra boekingen komen voor. Al mag een vrouwelijke dj haar uiterlijk niet gebruiken als promotiemiddel. Oorzaken voor de ondervertegenwoordiging van de vrouw liggen bij de opkomst van de elektronische dansmuziek, in de algemene achterstelling van de vrouw in de samenleving of in het obsessieve, vooral mannelijk karaktertrekje dat dj’s nodig hebben bij het verzamelen van muziek. Tot slot blijkt dat dj’s samen niet één cultuur vormen. Omdat (sub-)culturen verbonden zijn met vrije tijd en zich afzetten tegenover elkaar op basis van stijlkenmerken, valt op dat dj’s elk apart onderdeel zijn van een subcultuur gebaseerd op een muziekgenre. Maar omwille van het heersend eclecticisme in de actuele muziekwereld is het niet zo eenvoudig. Zowel artiesten als dj’s bricoleren muziek tot muzieknummers en dj-sets, zodat elke dj deel uit maakt van verschillende subculturen, waaruit hij stijlelementen leent om zijn dj-identiteit vorm te geven.
160
Algemeen besluit In dit onderzoek trachtten we na te gaan wie de complexe figuur van de dj is en waar hij zich mee bezig houdt. Geen makkelijke opdracht, omwille van de complexiteit van en de contestatie over de dj. Niemand, behalve zij zelf, weet immers goed waar de dj mee bezig is. Vooral mensen die niet regelmatig een stapje in de nachtwereld zetten, lijken weinig of niets te weten van deze nachtvogel. Academici die de dj bestudeerden blijken dan ook weinig voor te komen. Binnen het beperkte materiaal dat voorhanden is werd vooreerst de dj omschreven als de persoon die vooraf opgenomen muziek selecteert en afspeelt. Dit doet hij niet zomaar, maar specifiek voor het plezier van anderen. Deze definitie geeft onmiddellijk een aantal belangrijke concepten aan. Zo gaat het om vooraf opgenomen muziek. Doorheen de tijd was het de dj die ervoor zorgde dat we vandaag over zulke vooraf opgenomen muziek beschikken. Dit ging niet zonder slag of stoot, net zoals een aantal andere problemen die de dj had, onder andere omtrent auteursrecht. De dj stond aan de wieg van heel wat genres die evolueerden onder de muziekopname. Er was de Jamaicaanse dj en de invloedrijke reggae, er was de Amerikaanse disco die de danscultuur en dus ook de dj voor het eerst in de mainstream bracht en er was de hiphop die voor de ontwikkeling van heel wat dj-technieken zorgde. Er was de house die elektronische dansmuziek verspreidde over heel de wereld en in elke locatie waar muziek gespeeld wordt, met de dj in haar kielzog. Er waren heel wat technologische evoluties nodig opdat de dj kon ontstaan, zoals de grammofoon en ook de radio-dj was een belangrijk voorloper van de dj. Maar de dj zelf stond ook aan de basis van heel wat technieken, zoals het mengpaneel. De dj ging ook niet alleen muziek spelen, hij ging ze ook zelf maken. Hij was een kenner, een trendsetter, een voorbeeld. Doorheen de geschiedenis werd de dj dus één van de belangrijkste personen in de populaire cultuur. De dj kreeg langzaam respect en werd niet alleen gezien als de persoon die de muziek selecteert en afspeelt, maar ook als artiest, muzikant en zelfs hogepriester van het spiritueel gebeuren dat een dansavond kan worden. De dj werd zo een postmodern figuur die heel wat academici voor honderden vraagtekens plaatst. Dit onderzoek had dan ook tot doel een deel van deze vraagtekens weg te werken. We keren terug naar de definitie. De dj gebruikt dus vooraf opgenomen muziek en selecteert en speelt deze. Dit selecteren en spelen is dus wat de dj doet. Wie kiest en speelt er niet graag? Het lijken beide erg holle term die heel wat meer uitleg verdienen. Daarom werd in het tweede en derde deel de figuur van de dj op een kwantitatieve en 161
kwalitatieve wijze bestudeerd. Daarbij viel al snel op dat niet alle dj’s gelijk zijn. Niet alle dj’s zijn op dezelfde wijze met het dj’en bezig, steken er evenveel tijd, geld en moeite in. We dienden dus de dj’s van elkaar te onderscheiden via een aantal categorieën waarvoor we ons baseerden op de plaats waar de dj regelmatig speelt en de professionaliteit van zijn activiteiten. Op die manier kwamen we tot vier categorieën van dj’s. We onderscheiden de professionele dj, de discotheek-dj, de allround-dj (die zowel de zaalfuif-, jeugdhuis-, en café-dj omvat) en tot slot de huwelijks- en verwante feesten-dj. Tussen de Vlaamse dj’s blijken nu heel wat verschillen voor te komen, verschillen die vaak hun oorsprong vinden in de categorie van dj’s, waarbij de professionele dj de hoogste categorie is, de discotheek-dj hem achterna komt en de allround-dj besluit. De huwelijks- en andere verwante feesten-dj is een geval apart. Algemeen kan besloten worden dat de verschillen tussen de verschillende categorieën het gevolg zijn van een verschil in intensiteit waarmee men met dj’en bezig is. Daarbij is de professionele dj als een soort voorbeeld voor alle andere categorieën. Hij slaagde er immers in van zijn hobby zijn beroep te maken, wat een droom van vele dj’s is. De discotheek-dj vormt de middelste categorie. Deze categorie hinkt steeds achterop op de professionele dj, maar heeft ook steeds een grote voorsprong op de allround-dj, al zijn ook een aantal verschillen gebonden aan het professionele karakter van de professionele dj. Al deze verschillen blijken duidelijk uit het kwantitatief onderzoek. Hoe hoger de categorie, hoe ouder de dj is en hoe meer ervaring hij heeft. Ook bepaalt de categorie hoe vaak, waar, voor hoeveel personen de dj draait en de residency die een dj kan hebben. Op financieel gebied komen dezelfde verschillen voor. Hoe hoger de categorie, hoe meer de dj verdient met dj’en, maar ook hoe meer hij uitgeeft. Alle dj’s laten hun vraagprijs verschillen, maar de professionele dj geeft hier vooral formele redenen voor op, terwijl de niet-professionelen vooral informele redenen aangeven. Ook valt op dat de professionele dj steeds veel geld vraagt, terwijl de niet-professionele dj’s bredere grenzen aan hun loon stellen. Hoe hoger de categorie, hoe vaker ook beroep gedaan wordt op een boekingskantoor. Verder blijkt de categorie ook te bepalen hoe de dj zijn aankopen bekostigt. Daarvoor heeft de professionele dj voldoende aan zijn djinkomsten, wat logisch is aangezien het om zijn beroep gaat. Andere dj’s gaan op zoek naar alternatieve inkomsten, waarbij in de lijn van hun leeftijd de discotheek-dj vooral een hoofdinkomen gebruikt, terwijl de allround-dj giften en hoofd- en bijverdienste combineert. Alle dj’s kopen muziek aan in Vlaamse winkels, maar de professionele dj 162
gaat meer op zoek gaat naar alternatieve bronnen als on-line aankopen en buitenlandse aankopen dan de niet-professionele dj. Omdat allround-dj’s echter vaak niet over voldoende financiële middelen beschikken, durven zij zich meer dan de andere dj’s te richten tot een laatste alternatieve bron van muziek, het internet. Verder ging het onderzoek ook na welke andere activiteiten de dj’s bezig houden. Hoe hoger de categorie, hoe meer dj’s zelf muziek maken en daar ook succes mee hebben. Alle categorieën van dj’s organiseren regelmatig feesten, maar andere dj-gerelateerde activiteiten komen vooral bij niet-professionele voor. Professionele dj’s hebben hun handen immers al vol met het dj’en en muziek maken zelf. Ook de promotiemiddelen werden onderzocht. Alle dj’s gebruiken de mixtape en de mond op mond reclame, blijkbaar universele vormen van reclame voor de dj. De professionele dj gebruikt verder vooral formelere middelen als het naamkaartje of het boekingskantoor waarbij hij is aangesloten, terwijl omgekeerd de niet-professionele eerder informele middelen als het internetforum gebruikt. Tot slot toont het onderzoek dat vooral professionele dj’s specifieke dj-literatuur lezen. Het mag dus duidelijk zijn dat er heel wat verschillen bestaan tussen de verschillende dj’s die vooral te maken hebben met de mate waarin hij betrokken is bij het dj’en. Hij meer de dj ermee bezig is, hoe professioneler hij zijn activiteiten organiseert en uitvoert, met de professionele dj als model. Er blijft echter nog een vierde type van dj over, de huwelijks- of andere verwante feesten-dj. We onderscheiden twee types van deze dj, namelijk de dj die voor een feestzaal draait en de dj die freelance draait, al dan niet in opdracht van een discobarverhuurservice. Deze dj heeft vooral een lokaal en onbekend, niet-publiek status. Hij is een echte feestdj met een bijna verzadigde collectie en heel wat ervaring. Hij omschrijft zichzelf als mainstreamdj die draait louter in functie van de feestelingen. De huwelijksfeest-dj is dan ook niet zozeer betrokken bij het dj’en zoals de andere categorieën en promoot zichzelf dan ook niet actief. Hij is een bijzondere dj, die vaak vroeger tot een andere categorie behoorde, maar nu als het ware in de seniorenafdeling speelt, als een soort dj-pensioen, al had dit onderdeel geen enkele representativiteit gezien de beperkte aanwezigheid van deze dj in de steekproef. Tot slot werden in het derde deel van dit onderzoek een aantal onderwerpen die om meer uitleg vragen opengelegd. Die resultaten zijn het gevolg van de gesprekken met de dj’s. Daarbij werd de dj opgedragen vrij te vertellen, wat tot heel wat interessante inzichten leidde. Zo werd vooreerst een antwoord gevonden op de vraag waarom de ene 163
dj het wel maakt en de andere niet. Factoren als geld, talent, geluk, originaliteit kwamen daarbij naar boven. Die tweede factor talent komt naar boven bij het tweede thema dat behandeld werd. De dj moet immers ook gewoon goed kunnen dj’en en daarvoor dient hij op een gepaste wijze platenkeuze en techniek combineren. Op die manier kan hij zijn primaire functie, namelijk het publiek entertainen, uitvoeren en een bepaalde status verdienen. Een status die gelijk staat met respect, vooral dan binnen de uitgaanscultuur en dan nog afhankelijk van de categorie van de dj. Wil een dj zijn functie goed uitoefenen dient hij steeds op de hoogte te zijn van de nieuwe muziek die uitkomt. Daarvoor heeft hij een aantal middelen als radio, magazines, het internet ter beschikking. Vooral die laatste evolutie was erg belangrijk voor de dj. Maar wil de dj kansen krijgen, dient hij bekend te zijn bij zijn mogelijk doelgroep. Daarvoor kan hij zich op twee manieren, actief of passief, promoten. Overigens zijn niet alle dj’s op dezelfde manier met dj’en bezig. Elk dj bevindt zich op een continuüm tussen de mainstream en de underground. Beide krachten vullen elkaar aan, waarbij de underground voor vernieuwing en de mainstream voor commercie zorgt. Verder zagen we dat alle dj’s zowel met vinyl als cd draaien, waarbij vooral vinyl omwille van onder andere haar warme geluid en behandel- en leesbaarheid populair is. Cd maakt echter opmars omwille van haar grotere opslagcapaciteit en handiger formaat en omwille van de nieuwe technologieën die voor cd ontstaan. Wanneer dj’s muziek gebruiken, gebruiken ze de rechten die de auteurs op die muziek hebben. Zulke rechten worden geregeld via het auteursrecht en in België via SABAM. De dj heeft geen al te vlotte relatie met SABAM. Enerzijds zijn het zoals we gezien hebben vooral allrounddj’s die illegale downloads gebruiken tijdens hun dj-sets en zo in aanraking komen met de organisatie. Anderzijds hebben heel wat dj’s problemen met de opgave van de uitgevoerde werken, een lijst die men na elke dj-set zou moeten invullen ter verdeling van de geïnde auteursrechten. Ook SABAM’s regelingen in verband met de mixtape zorgen voor heel wat onbegrip bij dj’s. Dj’s zoals we zagen in de definitie selecteren en spelen muziek, maar worden hier vaak bij geholpen door middel van verzoeknummers. Daarbij blijkt opnieuw een verschil te bestaan tussen de dj’s, waarbij de professionele dj duidelijk onafhankelijker is. Vervolgens gingen we na of de vrouw nadelen ondervindt in een mannelijke dj-wereld en het antwoord is negatief. Heel dit onderzoek spraken we steeds over de dj-wereld en niet over de dj-cultuur. De oorzaak ligt in de vaststelling dat er niet één dj-cultuur bestaat, maar dat elke dj deel uitmaakt van een subcultuur waarbij
164
het muziekgenre de basis vormt. Eclecticisme maakt dat het plaatje echter niet zo eenvoudig is. De dj is vandaag meer dan ooit een bricoleur in alles wat hij doet. De Vlaamse dj-gemeenschap is dus allesbehalve homogeen. Elke dj is op zijn manier met dj’en bezig, waarbij de categorie van de dj erg bepalend is. Opvallend is het beperkt institutioneel karakter van de dj-wereld. Er bestaat geen overkoepelende organisatie en ook de overheid houdt zich slechts weinig met de dj bezig, al is het Poppunt project zeker geen slecht initiatief. Vooral informele contacten zijn van groot belang voor de dj. Het is duidelijk dat een dj, wil hij het maken als dj, zijn eigen weg moet zoeken. Hij moet rekening houden met het auteursrecht en een voorbeeld stellen voor de rest van de bevolking. Hij moet zich een plaats vinden tussen de mainstream en de underground. Hij dient op de hoogte blijven van nieuwe muziek. Maar hij moet vooral zichzelf en zijn publiek amuseren. Want zoals dj Starsky zegt: “Ik geniet er gewoon ontzettend van de mensen te laten dansen” (Leroux, 06.04.2005). Het beeld van de dj dat in de inleiding geschetst werd, is nu niet meer zo wazig. We weten nu waar hij zich mee bezig houdt, hoe hij dat doet, waarom hij dat doet, enzovoort. Dat de dj in het middelpunt van de belangstelling staat hoeft daarbij niet te verwonderen. Hij heeft elke keer een grote verantwoordelijkheid, die hij zo goed mogelijk tracht in te vullen. Besluiten doen we dan ook met de populaire vocal uit het nummer “Get Down” van Avantgarde: “Tonight I’m your dj (…) so put your feet back on the ground” (Avantgarde, 2004).
165
Referenties •
Amsterdam University Press (2003). Discotheek. [22.07.2005, Amsterdam University Press, http://www.etymologie.nl].
•
Avantgarde. (2004). Get Down. Op Get Down [LP]. Willich: Q-Vertriebs.
•
Baby B (
[email protected]). (20.05.2005). positie van de vrouw in de Djwereld [Email aan Galle K. (
[email protected])].
•
BBC
(2005).
A
history
of
vinyl.
[13.04.2005,
BBC,
http://www.bbc.co.uk/music/features/vinyl/18901899.shtml]. •
Belmans, R. (Leuven, 29.03.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Brewster, B.& Broughton, F. (1999). Last night a dj saved my life: the history of the disc jockey. Londen: Headline.
•
Britannica Concise Encyclopedia (2005).
Disc jockey. [1112.04.2005,
Britannica, http://www.britannica.com/ebc/article?tocId=9362816&query=Disc%20jockey &ct=]. •
Corver, E. (Gent, 02.05.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
De Coster, K. (Opwijk, 15.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.]. De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
De Grooff, D. (2001). Het grote woordenboek van de nieuwe media. Leuven: Davidsfonds.
•
De Meyer, G. (1995). Populaire Cultuur. Leuven: Garant.
•
De Meyer, G. (1997). Sprekende machines: geschiedenis van de fonografie en de muziekindustrie. Leuven: Garant.
•
De Smedt (Merchtem, 21.07.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
De Vogel, T. (Dendermonde, 05.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
De Winde, B. (Opwijk, 04.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
166
•
Giegas, A. (1999). Housemuziek in Vlaanderen. In G. De Meyer, K. Roe, Het zijn maar liedjes (pp. 157-178). Leuven: Garant.
•
Hans (Opwijk, 16.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Hendrickx, R. (1998-1999). De platenruiter: de rol van de deejay in 30 jaar populaire muziek in Vlaanderen. [licenciaatsthesis]. Leuven: KUL Departement Geschiedenis.
•
Ifpi (z.d.). Ifpi Belgium. Opdracht. [09.03.2005, Ifpi: www.ifpi.be].
•
IFPI Belgium (2003). Controles in café’s en discotheken in Sambreville. [09.03.2005, IFPI Belgium: http://www.ifpi.be/].
•
Keunen, G. (2002). Pop, een halve eeuw beweging. Lannoo.
•
Kruyskamp, C. (1976). Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. ‘s Gravenhave: Martinus Nijhoff.
•
Leroux, K. (Gent, 06.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.
•
NEWS (2005). Dr. Lectroluv. [15.08.2005, NEWS: http://www.lektroluv.be/].
•
Poppunt (z.d.). Dj’s laat van je horen en voeg je gegevens toe. [09.03.2005, Poppunt: http://www.poppunt.be/frontsite/jsp/bulk/dj/index.jsp].
•
Sabam (2001). Alles over Sabam. Het auteursrecht in de kijker. [08.03.2005, Sabam: http://www.sabam.be/website/data/sabamnl.pdf].
•
Sabam
(2004).
Gebruikers.
Muziek.
[08.03.2005,
Sabam:
http://www.sabam.be/website/nl/010001.htm]. •
Souvignier, T. (2003). The world of dj’s and the turntable culture. Milwaukee: Hal Leonard Corporation.
•
Stephanie (
[email protected]) . (20.05.2005). positie van de vrouw in de Djwereld [Email aan Galle K. (
[email protected])].
•
Swertz,
O.
(z.d.).
techno.
[27.04.2005,
Electronica
Primer,
http://phobos.plato.nl/e-primer/techno.htm]. •
Taplak, M. (Antwerpen, 18.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Thierry (Leuven, 30.03.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Thornton, S. (1995). Club Cultures. Cambridge: Blackwell.
167
•
Topradio. (2004). Dave Clarke stopt met vinyl. [19.07.2005, topradio, http://www.topradio.be/new/website/artikel.asp?ID=139].
•
Van Win, J. (
[email protected]). (13.07.2005). Visie SABAM op de Dj [Email aan Galle, K. (
[email protected])].
•
Vandebosch, H. (2003). Ontwikkeling, Structuur en Organisatie van de media: audiovisuele media. Leuven: KUL.
•
Vanden
Eynde,
K.
(2003-2004).
Turntablism:
de
Dj
als
artiest?
[licenciaatsthesis]. Leuven: KUL. •
Vermeir, J. (Merchtem, 20.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Volpex, N. (Oostende, 17.03.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Vranckaert, G. (Opwijk, 10.04.2005). De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.]. De Djcultuur: een interview en gesprek [interview met Galle, K.].
•
Weijnen, A.A. (1996). Prisma Nederlands. Utrecht: Het Spectrum.
•
Wikipedia.
(2005).
Disc
Jockey.
[12.04.2005,
Wikipedia:
[12.04.2005,
Wikipedia:
http://en.wikipedia.org/wiki/Disc_jockey]. •
Wikipedia.
(2005).
Disc
Jockey.
http://en.wikipedia.org/wiki/Disk]. •
Young Talent Corner (z.d.). Deelnemen [09.03.2005, Young Talent Corner: http://www.youngtalentcorner.be/nieuwe%20site/index.htm].
168
Bijlage 1. Vragenlijst enquête Deze enquête is een onderdeel van mijn universitaire thesis over de Djcultuur in Vlaanderen. Bedoeling van deze thesis is na te gaan hoe de Djcultuur in Vlaanderen georganiseerd is, hoe alles in zijn werk gaat, kortom wat maakt dat jullie doen wat jullie doen. Met deze enquête zal ik een typologie van Dj’s opstellen. Uiteraard is dit slechts voorbereidend werk, want om werkelijk te ontdekken hoe alles in zijn werk gaat is meer nodig. Maar om deze thesis te laten slagen, is deze enquête noodzakelijk. Daarom hoop ik op jullie medewerking. Uiteraard blijft alles wat je in deze enquête vertelt vertrouwelijk en zullen de gegevens nooit in andermans handen terecht komen. Hoe verloopt de enquête? Wanneer de antwoorden door mij gegeven zijn, plaats je het antwoord dat voor jou van toepassing is in vet, bv: 1. Wat is je haarkleur? • Blond • Bruin • Zwart Wanneer het om een open antwoord gaat, vul je je antwoord in vet in na de drie puntjes, bv: 1. Wat is je haarkleur? … Zwart De enquête zal slechts een tiental minuten van je tijd in beslag nemen. Eenmaal klaar slaag je de enquête op als je djnaam, bv. “djkoen.doc” en mail je het bestand naar
[email protected] . Hartelijk bedankt voor je enorm geapprecieerde medewerking! Koen Galle Student Communicatiewetenschappen te Leuven en zelf een kloppend hart voor muziek en DJ’ing.
169
Djnaam: … Geslacht: … Geboortedatum: … Woonplaats: …
A. Waar en Wanneer 1. Waar draai je geregeld? (meerdere antwoorden mogelijk) • Café (jongeren-, danscafe, enz.) • Jeugdhuis • Huwelijksfeesten/ Jubilea / verwante feesten • Zaalfuiven (of tent of openlucht) • Discotheek (bv. Fuse, La Rocca, enz.) • Evenement (bv. I Love Techo, Pukkelpop, enz.) wordt slechts enkele of een keer per jaar georganiseerd) • Andere? … Ben je een residentDJ? ( je draait ergens wekelijks, maandelijks, enz.) • Ja • Nee In welke van deze gelegenheden ben je resident dj? Duidt dit aan met een “R” achter de gelegenheid. In welke van deze gelegenheden heb je één of enkele malen gedraaid, maar draai je niet geregeld? Duidt deze aan met een “S” achter de gelegenheid. 2. Draai je voornamelijk …? • Dicht bij je woonplaats (eigen dorp, stad) • Verderaf, maar toch nog steeds in je eigen provincie • Buiten je eigen provincie • Buiten Vlaanderen, waar? … 3. Hoe vaak draai je gemiddeld? • Enkele keren per jaar • 1 keer per maand • enkele keren per maand • een maal per weekend • meerdere malen per weekend 4. Voor hoeveel mensen draai je gemiddeld? • Minder dan 100 • Tussen 100 en 500 • Tussen 500 en 2000 • Meer dan 2000 170
B. Inkomsten en Uitgaven 1. Hoeveel is je vraagprijs voor 1 uur draaien? • Minder dan 10 euro • Tussen 10 en 20 euro • Tussen 21 en 30 euro • Tussen 31 en 50 euro • Tussen 51 en 100 euro • Meer dan 100 euro 2. Kan deze prijs variëren? • Ja • Nee Zo ja, om welke reden? … 3. Zijn jou DJ-inkomsten jou hoofdinkomsten? • Ja • Nee 4. Laat je jou vertegenwoordigen door een boekingskantoor? • Ja • Nee Zo ja, welk? … 5. Hoeveel geef je gemiddeld wekelijks aan nieuwe muziek (die je gebruikt om te draaien) uit? • Minder dan 10 euro • Tussen 10 en 30 euro • Tussen 31 en 50 euro • Tussen 51 en 100 euro • Tussen 101 en 250 euro • Meer dan 250 euro 6. Hoe bekostig je je uitgaven aan nieuwe muziek (muziek die je gebruikt om te draaien) • Met het geld dat je verdient door te draaien • Met een bijverdienste (bv. in een supermarkt) • Met je hoofdverdienste • Met giften (van je ouders, grootouders, …) • Andere: …
171
C. Muziek 1. Welke genres speel je? (meerdere antwoorden mogelijk) • HipHop/R’nB • Top40 • Rock • Klassiekers (jaren 60-70-80-90) • Techno • Trance • Hardcore • House • Club/dance • Jazz/downtempo • Wereldmuziek/folk • Reggae • Drum’n bass/ Jungle • Electro • Breakbeat • Andere? … 2. Hoe zou je je eigen stijl in een aantal woorden omschrijven? … 3. Met welk medium draai je? (meerdere antwoorden mogelijk) • CD • Vinyl • Minidisc • Computer en MP3 • Final Scratch • Andere? … 4. Waar koop je je muziek? (meerdere antwoorden mogelijk) • Winkels in Belgie • On-line catalogi (met thuisverzending) • Papieren catalogi (met thuisverzending) • Winkels in het buitenland • In MP3formaat via internet • Andere? … 5. Maak je gebruik van programma’s om muziek gratis via internet te downloaden? • Ja
172
•
Nee
Zo ja, welke programma’s? … 6. Hoeveel muziekstukken heb je ongeveer per medium? (meerdere antwoorden mogelijk) • CD? … • Vinyl? … • Minidisc? … • MP3? … • Final Scratch? • Andere: …. ? …. 7. Welke van de volgende technieken of hulpmiddelen gebruik je? (meerdere antwoorden mogelijk) • Beatmixen • Scratchen • Microfoon • Loop • Backspin • Sampler • Samples (bv. op vinyl, cd, md, etc.) • Equalizer • Effectenbox • Andere? … 8. Word je wel eens geconfronteerd met verzoeknummers? • Ja • Nee Zo ja, ga je daar dan op in? • Ja • Nee 9. Vind je dat de muziek die je speelt in haar genre … is ? a. Bekend, mainstream, commercieel b. Zowel bekender als minder bekend c. Onbekend, underground, alternatief
D. Betrokkenheid 1. Hoe lang draai je al? •
Minder dan 1 jaar 173
• • •
Tussen 1 en 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
2. Organiseer je zelf ook fuiven/evenementen/festivals? • Ja • Nee Zo ja ga dan verder met vraag 3, zo nee, ga verder naar vraag 5 3. Onder welke naam(en) worden die fuiven/evenementen/festivals dan gegeven? …. 4. Draai je zelf op jou fuiven? • Ja • nee 5. Houd je je met andere dingen, gerelateerd aan het dj’en, bezig? (meerdere antwoorden mogelijk) • • • • • • • •
Verkoper in een platen- of cdwinkel Werken voor een radiostation, welk station? … Werken voor Dj speciaalzaken (verkoop van djmateriaal) Werken voor Djverhuurbedrijven (verhuur van djmateriaal) Werken voor Evenementenbureau Flyering Medewerker aan een internetsite gerelateerd aan DJ’en Andere? …
6. Produce je zelf muziek? • Ja • Nee Zo ja ga verder met vraag 7, zo nee ga verder naar vraag 10 7. In welk genre? • HipHop/R’nB • Top40 • Rock • Klassiekers (jaren 60-70-80-90) • Techno • Trance • Hardcore • House • Club/dance • Jazz/downtempo • Wereldmuziek/folk • Reggae
174
• • • •
Drum’n bass/ Jungle Electro Breakbeat Andere? …
8. Hoeveel producties (per nummer) heb je al gemaakt? • Enkele • Een tiental • Meer dan tien 9. Zijn je producties ook uitgebracht op cd of vinyl? • Ja • nee Zo ja, op welk label? … 10. Hoe maak je voor jezelf (als dj) reclame? (meerdere antwoorden mogelijk) • Mixtapes • Internetfora • Flyer • Naamkaartje • Boekingskantoor • Ik maak geen reclame voor mezelf • Andere: … 11. Welke van volgende magazines lees je op regelmatige basis? • Djmagazines (bv. Mixmag) • Muziekmagazines (bv. Oor) • Uitgaansmagazines (bv. Move-X) • Algemene magazines met muziekrubrieken (bv. Humo) • Geen van voorgaande 12. Luister je regelmatig naar radioshows die gericht zijn op het muziekgenre dat je draait? (bv. Switch voor elektronische muziek, the Hop voor Hip Hop, …) • Ja, welk? …. • Nee
Dat was het! Heel erg bedankt, nu vlug opslaan en doorsturen naar
[email protected] Groeten Koen
175
Bijlage 2. Vragenlijst interview Vaste vragen Evolutie 1. Hoe ben je begonnen als DJ? Hoe lang is dat geleden? Waarom ben je begonnen? 2. Kan je je evolutie als dj schetsen? 3. In die evolutie, welke personen, gebeurtenissen, … waren van groot belang? 4. Welke factoren denk je, zijn het belangrijkst voor een dj om vooruitgang te boeken, om groter te worden? (talent, geld, kennissen, …?) Waar en hoe vaak en resident 5. Waar draai je? Hoe vaak? 6. Ben je een resident dj? Zo ja waar? Hoe ben je daartoe gekomen? 7. Vindt je die residency belangrijk voor je djcarriere en waarom? Economie 8. Hoeveel verdien je met draaien? Van welke factoren laat je je prijs afhangen? 9. Heb je een prijs per uur of per avond? Zitten daar bepaalde verplichtingen aan vast (bv. een bepaald type van materiaal) 10. Zijn jou djinkomsten jou hoofdinkomsten? Wanneer en waarom besliste je er je hoofdinkomsten van te maken? 11. Laat je je vertegenwoordigen door een boekingskantoor? Hoe ben je hierbij gekomen en hoe gaat dit in zn werk? 12. Indien niet, gebruik je contracten of enkel mondelinge overeenkomsten? Waarom? 13. Hoe wordt je uitbetaald? (In de hand of via overschrijving?) 14. Hoeveel geef je zelf uit aan nieuwe muziek? Zie je een evolutie in de hoeveelheid platen die je aankoopt? 15. Welke factoren bepalen of je een plaat koopt? (bekendheid, kwaliteit, je favoriete dj draaide ze ook, …) 16. Hoe betaal je dit? 17. Waar koop je nieuwe muziek? Ken je de verkopers uit die zaken persoonlijk? Helpen ze je bij het kiezen van platen? 18. Heb je ook toegang tot een promocircuit? In hoeverre bestaat zulk circuit? 19. Koop je ook tweede hands en indien ja, waar? 20. Verkoop je zelf platen en indien ja, hoe? Genre en mainstream-underground 21. Welke muziekgenres speel je? Speel je dit al heel je leven? Kan je die evolutie kort schetsen? 22. Spits je je toe op een bepaald publiek? Merk je dat je fans hebt, mensen die speciaal voor jou naar een fuif komen? Heeft u persoonlijke contact met “fans”? 23. Volg je een bepaald stramien? Een bepaalde draaivolgorde? 24. Is er muziek die je niet draait? Draai je soms 1 nummer meerdere keren? 25. Word je wel eens geconfronteerd met verzoeknummers? Wanneer ga je daarop in, wanneer niet? 26. Vind je dat je muziek eerder commercieel, mainstream, bekend is of eerder alternatief, underground en onbekend is, of eerder tussen de twee? Verklaar je nader. Hoe sta jij tegenover de splitsing commercieel-underground? Wat vind je van het spelen van hitjes?
176
27. Wat doe je om op de hoogte te blijven van nieuwe muziek in de genres die je draait? 28. Draai je thuis? Om welke redenen? (bv; om te oefenen of om nieuwe mixen uit te proberen of om …) 29. Doe je wel eens mee aan een djcontest? Zo ja waarom? Heb je er al gewonnen? 30. Wat vind je van de contests in Vlaanderen? Opdoen muziekkennis 31. Luister je zelf naar speciale radioshows met betrekking tot het genre dat je draait? ZO ja waarom? (Gebruik je bv. de afgespeelde djsets) 32. Lees je specifieke magazines in verband met djen? Zo ja waarom, wat haal je eruit, wat interesseert je eruit? 33. Gebruik je het internet om muziekkennis op te doen? Zo ja welke sites bezoek je regelmatig? 34. Andere manieren om muziekkennis op te doen? Leg uit. Techniek en media 35. Welke technieken gebruik je tijdens een djset? 36. Vindt je techniek belangrijk? Welke andere factoren zijn belangrijk? (platenkeuze, snelheid van mixen, …) en waarom? Welke factor is voor jou het belangrijkste? 37. Welke media gebruik je en waarom? (voordelen, nadelen) 38. Hoe groot is je collectie en hoe bouwde je die op? Zijn er bepaalde factoren waardoor je meer of minder begon te kopen? Is er een soort passie om muziek te kopen? 39. Je neemt niet alle platen mee naar een fuif, hoe maak je deze keuze? Heb je daar regels voor? (gewoonte)? 40. Hebt u een eigen discobar die u eventueel mee kan nemen naar fuiven? Of regelt u het huren van discobar zelf? 41. Neemt u attributen mee naar fuiven? (bv koptelefoon, naalden, effectenbox, …) en waarom? 42. Hoe bereidt je je voor op een djset, de dag zelf of de avond ervoor? (bv. een vast ritueel, uitproberen van mixjes, …) 43. Hebt u last van zenuwen voor of tijdens het draaien? Internet en reclame 44. Gebruik je het internet om jezelf te promoten als dj? Zo ja, hoe dan? 45. Heb je een eigen website? Maakte je die zelf? Wat is het doel van die site? 46. Zet je wel eens mixen online? Waarom? Wat is je mening over de auteursrechten bij deze mixen? Verspreid je mixtapes op een andere manier? 47. Maak je nog op andere manieren reclame voor jezelf? 48. Koop je muziek via het internet? Via welke site? Wat vind je de voordelen en nadelen hiervan? 49. Werk je mee aan een internetset gerelateerd aan djen? Wat doe je daar precies? Hoe kwam je daartoe en waarom? 50. Een van de meest voorkomende antwoorden op de vraag hoe je reclame maakt, was via het opbouwen van een netwerk van relaties. Hoe ervaar jij dit?
177
Illegale kopieën 51. Maak je illegale kopieën van muziek of download je wel eens illegaal muziek? Zo ja waarom? 52. Maak je gebruik de nieuwe websites die legaal downloaden van muziek tegen betaling aanbieden? 53. Hoe sta je tegenover de kopiecultuur van vandaag? Vind je dat een dj , omwille van zijn sociale voorbeeldfunctie, niet mag kopiëren. 54. Wat betekent voor jou Sabam? Hinderen of helpen ze je? Dj-wereld 55. Vind je dat er in Vlaanderen teveel djs zijn? Is het te makkelijk om dj te worden? 56. Welk aanzien heeft een dj in Vlaanderen denk jij? (bv. uitgescholden worden als het niet naar iemands zin is of groot aanzien als je een leuke set speelt). Kan je voorbeelden geven uit eigen ervaring? 57. Wat is voor jou de functie van een dj? Kan een dj een nummer tot een hit maken? 58. Hoe zou jij een goede van een slechte dj onderscheiden? 59. Hoe zou jij de djcultuur in Vlaanderen omschrijven? Meningvragen 60. Bestaan er bepaalde regels, waaraan een dj zich moet houden? (bv. geen gekopieerde cds gebruiken, ingaan op verzoeknummers, voor je publiek spelen en niet voor jezelf, nooit twee maal hetzelfde nummer, …) Wat zijn eventueel jou persoonlijk regels, ethiek? 61. Consumeer je tijdens of voor het draaien alcohol of andere softdrugs (bv. een jointje)? Denk je dat dit (je) prestaties beinvloed? 62. Denk je dat vinyl eeuwig door de dj zal gebruikt worden of zal cd het vinyl vervangen? Waarmee draai jij het liefst en wat vind je de voordelen en nadelen ervan? 63. Kan je in een set zowel muziek spelen voor de liefhebbers van de muziek als voor de liefhebbers van het feest? 64. Welke trends zijn vandaag belangrijk op muzikaal gebied voor jou?
178
Variabele vragen Verkoper in een platenzaak 65. Welke functie oefen je uit in de platenzaak? Hoe gaat dit in zn werk? 66. Hoe werkt een platenzaak in het algemeen? 67. Hoe zie jij jou functie als verkoper? (zoveel mogelijk verkopen of goede muziek verkopen?) Organiseer je zelf 68. Organiseer je zelf fuiven en onder welke naam? Hoe ben je hierbij gekomen? 69. Wat is jou functie bij de organisatie van die fuiven? 70. Wat soort van publiek spreek je met je fuiven aan? 71. Hoe selecteer je de djs die komen draaien? Radiostation 72. Werk je voor een radiostation? Hoe ben je erbij gekomen? 73. Wat doe je daar? Hoe gaat dit in zn werk? Produce 74. Produce je zelf muziek? In dezelfde genres als je draait of ook andere? 75. Welke programma s, instrumenten gebruik je daarvoor? 76. Waar haal je je inspiratie? 77. Zijn je platen al uitgebracht? Hoe vond je een platenmaatschappij? Hoe gaat dit in zn werk? 78. Liet je al platen in het zwart drukken? (whitelabels?) Weet je daar iets meer over? Laat je je werk auteursrechterlijk beschermen bij Sabam? Waarom (niet) ? Djspeciaalzaak-verhuurbedrijf-evenementenbureau-boekingskantoor? 79. Werk je in een djspeciaalzaak-verhuurbedrijf-evenementenbureau of boekingskantoor? Zo ja wat doe je daar en hoe gaat dit in zn werk?
179
Bijlage 3. Opgave van de uitgevoerde werken Verplicht in te vullen door de dj of de verantwoordelijke voor de muziek
OPGAVE VAN DE UITGEVOERDE WERKEN - DJ / MECHANISCHE TOESTELLEN (CD, Cassette, ...) Naam van de dj, discobar of verantwoordelijke voor de muziek : Beschrijving van de manifestatie : Plaats, Zaal : Adres : Data van uitvoering : ................/ ................/................ - .............../ ............... /................
Geachte mevrouw, mijnheer, De doelstelling van deze opgave is : SABAM toe te laten de geïnde vergoedingen uit te keren aan de rechthebbenden van de beschermde werken uit het nationaal en internationaal SABAM-repertoire, die u tijdens de hogervermelde manifestatie heeft uitgevoerd. Het correct verdelen van de auteursrechten kan alleen gebeuren, indien u dit programma uiterlijk 8 dagen na de activiteit volledig ingevuld en ondertekend terugstuurt naar ons hierboven vermeld regionaal inningskantoor. Wij danken u alvast voor uw bereidwillige medewerking. Gelieve te noteren dat, indien het programma niet tijdig wordt overgemaakt, SABAM zich het recht behoudt, de gebruikelijke tarieven met 30% te verhogen, en langs gerechtelijke weg een schadevergoeding te eisen van 20% op de verschuldigde auteursrechten, met een minimum van 124 €. De dj die bij SABAM een trimestrieel programma instuurt, dient hieronder alleen zijn naam, adres en codenummer te vermelden.
De inrichter: Naam: Adres: Telefoon: Fax/ Code: E-mailadres De dj: Naam: Adres: Telefoon: Fax/ Code: E-mailadres Aankruisen wat van toepassing is : Mechanische toestellen OF Diskjockey TITEL VAN HET WERK
AUTEURS/COMPONISTEN/BEWERKERS
UITVOERDERS
REFERENTIENR
(niet de titel van de cd of plaat vermelden) 1. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 2. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 3. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 4. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 5. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 6. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 7. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 8. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 9. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... ..............................
180
10. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 11. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 12. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 13. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 14. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 15. ................................................................................... ..................................................................................... ........................................................... .............................. 16. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 17. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 18. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 19. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 20. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 21. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 22. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 23. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 24. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 25. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 26. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 27. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 28. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 29. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 30. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 31. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 32. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 33. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 34. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 35. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 36. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 37. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 38. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 39. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 40. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 41. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 42. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 43. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 44. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 45. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 46. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 47. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 48. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 49. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. ............................. 50. ................................................................................... ..................................................................................... .............................................................. .............................
181
Gelieve hieronder de namen te vermelden van de dj's of artiesten die eveneens zijn opgetreden tijdens deze manifestatie : dj / artiest :................................................................................................................................................................................. dj / artiest :...............................................................................................................................................................
Onvolledige of niet-ondertekende programma's zijn uitgesloten van de verdeling van de geïnde rechten. Waar en echt verklaard, Gedaan te : ................................................................... Datum : ........ / ......... / ........
Handtekening van de inrichter, Handtekening van de dj, Al de gegevens die u over uzelf verstrekt worden opgenomen in onze verwerkingen Registratie en administratie van vennoten met het oog op het beheer van de auteursrechten en klantenbeheer. De houder van het bestand is SABAM C.V.B.A.-Burg. Ven. met zetel te 1040 Brussel, Aarlenstraat 75-77. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 heeft u een recht van toegang en een recht tot verbetering. U kunt aanvullende inlichtingen over deze verwerkingen vinden in het openbaar register bedoeld in art. 18 van de wet.
Voorbehouden aan SABAM Nr Contract/Gelegenheidsinning : Programmanummer : Maand van afrekening : Bedrag : Nummer van betaling : Genre evenement : E156N Agentschap erkend door de C.V.B.A. SABAM - Belgische Vereniging van Auteurs, Componisten en Uitgevers.
TITEL VAN HET WERK (niet de titel van de cd of plaat vermelden)
AUTEURS/COMPONISTEN/BEWERKERS UITVOERDERS REFERENTIENR
182
Bijlage 4. Klachtenbrief IFPI Geachte Mevrouw, Heer, Ik maak u dit schrijven over, waarvan de datum van het elektronisch schrijven als verzendingsdatum geldt, in mijn hoedanigheid van Bedrijfsjurist van IFPI Belgium. IFPI Belgium V.Z.W. is de Belgische nationale vertegenwoordiger van I.F.P.I. (“International Federation of the Phonographic Industry”). Onze leden zijn Belgische producenten van fonogrammen of licentienemers van producenten van fonogrammen. Onze leden produceren of verdelen ongeveer 95% van de op de Belgische markt legaal verdeelde en/of verkochte geluidsdragers. IFPI Belgium werd gemandateerd door haar leden om in rechte op te treden ter bescherming van de rechten op de muziekopnamen van hun repertoire. U kan onze ledenlijst raadplegen op de site www.ifpi.be. Eén van onze taken is het bestrijden van alle inbreuken op de intellectuele eigendom van onze leden en actie te ondernemen tegen alle natuurlijke – en rechtspersonen die het illegaal gebruik van het repertoire van onze leden vergemakkelijkt, aanmoedigt of toelaten, zowel off- als on-line. Wij hebben vastgesteld dat de eigenaar(s) van de hierondervermelde URL(‘s), die door u worden beheerd, muziekopnamen waarvan onze leden de rechten bezitten, in digitaal formaat of links naar deze muziekopnamen ter beschikking stelt aan het publiek. http://users.pandora.be/****** Krachtens artikel 39 van de wet van 30 juni 1994, hierna de auteurswet genoemd, hebben onze leden het exclusief recht om de hen toebehorende muziekopnamen te reproduceren, aan het publiek mede te delen op om het even welke wijze en te verdelen of hiervoor hun toelating te geven. Wij vragen u om onmiddellijk deze inbreuk op de rechten van onze leden te staken en van de beheerders te eisen dat zij de muziekopnamen van de bovenvermelde web-pages alsook (indien zij de originele drager niet bezitten) van de harde schijf van de PC verwijderen of bij gebreke aan een reactie van deze personen zelf de nodige maatregelen te nemen teneinde de toegang tot deze site onmogelijk te maken. Bij gebreke aan een prompte reactie zullen wij ons wenden tot de bevoegde rechtbank teneinde de staking van deze inbreuken te bekomen en een passende schadevergoeding te eisen. Wij behouden ons in alle geval het recht om een vergoeding voor de schade die onze leden hebben geleden te eisen. Gelieve ons de ontvangst van deze notificatie per kerende te bevestigen en ons te informeren over de door u genomen maatregelen om deze inbreuk stop te zetten. Dit electronisch schrijven geldt als kennisgeving en ingebrekestelling en wordt u overgemaakt onder voorbehoud van al onze rechten en zonder nadelige erkentenis.
183
Wij vrijwaren u voor de tegen u ingeleide vorderingen voor schade die rechtstreeks het gevolg is van de door ons gevraagde maatregelen onder de volgende voorwaarden : - de maatregelen werden enkel genomen tegen de door ons genotificeerde url’s en de beheerders van deze url’s ; - de maatregelen werden prompt genomen . In afwachting van uw berichten, verblijven wij, Met beleefde groeten, Olivier Maeterlinck Bedrijfsjurist - Juriste d' Entreprise - Company lawyer IFPI Belgium VZW-ASBL (406.594.306) place de l'Almaplein, 3 b 2 1200 Brussel-Bruxelles tel.: 0032-2-779.41.74 fax: 0032-2-779.16.69 www.ifpi.be
184