Kwaliteit zorg van Thoraxcentrum UMCG Een artikel in Dagblad van het Noorden van vandaag suggereert dat de kwaliteit van de zorg van het Thoraxcentrum UMCG niet op orde zou zijn. Het artikel is gebaseerd op een brief van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de kwaliteit en kwaliteitsborging ten aanzien van het Thoraxcentrum UMCG, waarin IGZ verzoekt om een toelichting hierop door het UMCG. Een afspraak voor een presentatie door het UMCG hierover staat gepland in dit najaar. Dit onderstaande document vat samen wat op basis van diverse kwaliteitsindicatoren bekend is over de kwaliteit van de zorg in het Thoraxcentrum UMCG. In alle gevallen blijkt het Thoraxcentrum UMCG op deze indicatoren gelijk of beter te scoren dan nationale of internationale gemiddelden. Tevens is in dit document aangegeven hoe het interne systeem van kwaliteitsbewaking en – toetsing binnen het Thoraxcentrum is opgebouwd.
Het UMCG, inclusief het Thoraxcentrum, verzamelt en publiceert al jaren metingen van allerlei kwaliteitsindicatoren voor de zorg. Omdat het UMCG hecht aan transparantie, neemt het ziekenhuis ook deel aan diverse externe kwaliteitsonderzoeken. Consistente uitkomsten op veel indicatoren door de jaren heen bieden betrouwbare aanwijzingen over de kwaliteit die door een ziekenhuis of een afdeling wordt geleverd. Een analyse laat zien dat de zorg in het Thoraxcentrum UMCG door de jaren op vele indicatoren voortdurend gelijk of beter scoort dan nationale of internationale gemiddelden. Bijgaand zijn de uitkomsten van diverse soorten kwaliteitsindicatoren samengevat: Benchmark Hartchirurgie Nederland (CUSUM, Cumulative Sum Control Chart) in 4 grafieken weergegeven. In de CUSUM-grafiek wordt het aantal gewonnen levens weergegeven. Dit is een internationaal gebruikte methode. Deze grafiek is opgesteld door van iedere patiënt tevoren een ‘risicoscore’ op te maken, waarin het risico op overlijden per patiënt wordt weergegeven. Deze risicoscore wordt via internationale standaarden bepaald aan de hand van 18 criteria (dit is de zogeheten Euroscore). Indien een patiënt een operatie op goede manier doorstaat en blijft leven, dan levert dit een plusscore in de CUSUM-grafiek op. Indien een patiënt niet in leven blijft na een operatie, geeft dit een negatieve score. De hoogte van de score, plus of min, hangt af van de risicoscore van de patiënt. Alle individuele scores worden in deze grafiek bij elkaar opgeteld.
Grafiek 1) Uit een langjarig totaaloverzicht van Thoraxcentrum UMCG (2007-2011), gemeten over 4000 patiënten, blijkt dat de CUSUM-grafiek van Thoraxcentrum UMCG permanent positief is en dat deze een duidelijk stijgende lijn vertoond. Hieruit is af te leiden dat meer mensen dan op grond van hun risicoscore kon worden verwacht, de operatie hebben overleefd.
Grafiek 2) Er zijn verschillende soorten hartoperaties te onderscheiden. De bekendste hartoperatie is de kransslagaderoperatie (cabg), die bedoeld is om mensen met een bedreiging van een hartinfarct te beschermen tegen die bedreiging. De kransslagaderoperatie is de meest uitgevoerde hartoperatie in de wereld. In het UMCG worden per jaar ruim 400 kransslagaderoperaties uitgevoerd. Naast een CUSUM-grafiek voor alle operaties kan ook een cusum-grafiek voor kransslagaderoperaties gemaakt worden. Hetzelfde geldt voor hartklepoperaties (bijvoorbeeld aortaklepoperaties, avr). Ook daar kan een cusum-grafiek van gemaakt worden. Als een bepaalde operatie relatief weinig wordt uitgevoerd, omdat de hartziekte die behandeld moet worden zeldzamer is, heeft de cusum grafiek minder betekenis, omdat dan minder zeker is of het gevonden resultaat een afspiegeling is van de werkelijkheid of door toeval is bepaald.
Grafiek 3) Een goede methode om onderzoek te doen naar behaalde resultaten van hartoperaties is om deelgroepen te onderzoeken. In onderstaande grafieken is de hele groep patiënten die in 2011 is geopereerd verdeeld in een groep die een voorspeld operatierisico op sterfte heeft van minder dan 10% en in een groep die een sterfterisico heeft van meer of gelijk aan 10%. Vanzelfsprekend zijn meer goede resultaten te verwachten in de groep met het lagere risico. Als dat anders zou zijn, zou dat een goede reden zijn om de prestaties van het team dat de operaties uitvoert nader te onderzoeken. Daarnaast is het werkelijk gerealiseerde resultaat te vergelijken met het voorspelde resultaat.
Grafiek 4) De International Society for Heart and Lung Transplantation (ISHLT) verzamelt gegevens van alle hart- en longtransplantaties die wereldwijd gedaan worden door de leden van de ISHLT. Het UMCG doet ook mee aan de ISHLT. Zo zijn deze resultaten te vergelijken met de gezamenlijke resultaten van de ISHLT leden. Voor longtransplantaties is te zien dat in het UMCG na 10 jaar nog de helft van het aantal patiënten dat ooit een longtransplantatie onderging in leven is (50%) terwijl dat in de gehele groep van de ISHLT ongeveer 37% was.
Ook voor harttransplantaties is een goed resultaat te zien. Na 7 jaar zijn van de patiënten die in het UMCG zijn vervolgd nog 80% in leven, terwijl in de hele ISHLT groep dat er ongeveer 65% zijn.
Ad 2) De commissie Kwaliteit van de CRAZ (Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen) heeft in 2010 een audit uitgevoerd op het Thoraxcentrum UMCG. De bevindingen en aanbevelingen van deze commissie treft u aan in bijgaand pdf-bestand. Ad 3) Audit certificeringsbureau DNV: Initiële Audit Rapport / “zorgpad” open hart chirurgie; zie bijgevoegde pdf. Ad 4) Jaarverslag Thoraxcentrum UMCG 2011 Zie bijgevoegde pdf.
Interne bewaking en toetsing kwaliteit en veiligheid Binnen het Thoraxcentrum is een uitgebreid systeem van kwaliteitsbewaking opgesteld. Dit systeem omvat interne audits op de processen en organisatie van het Thoraxcentrum, afspraken over het beheer van protocollen en er is een vastgestelde werkwijze bij de invoer van nieuw beleid en/of majeure veranderingen van beleid. Het toetsen van handelingen en evalueren van nieuwe beleid is vastgelegd. Voor nieuwe behandelvormen en voor risicovolle processen zijn er multidisciplinaire prospectieve risico-analyses gemaakt. Ook is er een kerngroep kwaliteit bestaand uit de CdC’s Cardiothoracale chirurgie en Cardiologie, Manager Zorg, Bedrijfsmanager en stafmedewerker kwaliteit en patiëntveiligheid. Er is een actieve DIM-commissie. Er zijn structureel visitaties op de opleiding en kwaliteit van vakgroepen Cardiothoracale chirurgie en Cardiologie. Ook zijn door de afdeling Arbeid&Gezondheid op alle eenheden van Thoraxcentrum RI&E’s (Risico Inventarisaties & Evaluatie) gehouden. Vanuit het algemene beleid in het UMCG op het gebied van veiligheid en kwaliteit worden patiënt- en medewerkertevredenheid permanent gemeten. Verder is het beleid op de verschillende VMS-thema’s (veiligheid management systemen) geïmplementeerd. Verschillende thema's (pijn, decubitis, patiëntenidentificatie, e.d.) worden permanent gemeten en getoetst; hetzelfde geldt voor de toepassing van de SURPASS-procedure. Door deze structurele en uitgebreide aanpak is de kwaliteit en veiligheid binnen het Thoraxcentrum maximaal geborgd.
Conclusie In Nederland is afgesproken om een internationale standaard te hanteren om de kwaliteit en performance van de hartchirurgie dan wel de overleving na harttransplantatie te meten. Hierop scoort het UMCG beter dan op de internationale gemiddelden. Het UMCG hanteert deze standaardindicatoren om mogelijke kwaliteitsproblemen in huis op het spoor te komen, bijvoorbeeld wanneer uitkomsten van afdelingen achterblijven bij (inter)nationale gemiddelden of plotseling slechter uitvallen. Veel uitkomsten van verschillende indicatoren samen geven een betrouwbaar beeld. Dit overzicht van indicator-uitkomsten van de zorg van het Thoraxcentrum UMCG laat zien dat op alle indicatoren, voortdurend vergelijkbare of betere scores worden gehaald dan de internationale gemiddelden. Alle uitkomsten bij elkaar duiden op een goede kwaliteit van de geboden zorg in het Thoraxcentrum UMCG.