INTESSENS KW JULi 2013
KWintessens is een nieuwsbrief voor relaties van KroeseWevers en verschijnt 5 maal per jaar.
INHOUDSOPGAVE KroeseWevers partner van NEOS
KroeseWevers partner van NEOS KroeseWevers Corporate Finance is onlangs officieel partner geworden van NEOS Business Finance. Via dit kanaal kunnen bedrijven geholpen worden als zij zoeken naar alternatieve financieringsvormen. Veel goedlopende MKB-bedrijven worstelen namelijk met het krijgen van voldoende (groei) kapitaal. Het financieringslandschap is ingrijpend en blijvend veranderd. De komende jaren zal een
Voorwaarden voor afstempelen
enorme vraag ontstaan naar herfinancieringen terwijl banken steeds terughoudender worden in het
Let op met onzakelijke leningen
dat deze bedrijven onbelemmerd kunnen doorgaan in hun ontwikkeling.
De personeelslening als
Krediet dat werkt als kapitaal
Kenmerken krediet
NEOS Bedrijfsfinanciering heeft als doel de financieringsmarkt voor het MKB te vernieuwen. Dit vanuit de gedachte dat MKB-ondernemers de ruggengraat en de motor vormen van onze economie. Zij zorgen voor groei, innovatie en werkgelegenheid en dienen daarom ondersteund te worden in hun bedrijfsvoering. Volgens het principe ‘krediet dat werkt als kapitaal’ heeft NEOS een innovatieve methode ontwikkeld om (groei) kapitaal te genereren voor het MKB. Deze nieuwe methode maakt het mogelijk dat institutionele beleggers en pensioenfondsen kunnen investeren in het MKB, iets wat deze organisaties niet rechtstreeks mogen. Onderdeel van deze methode is de introductie van een nieuw fonds, het Capital Credit Fund (CCF). NEOS is de beheerder van dit fonds en werkt daarin nauw samen betrouwbare partners, waaronder KroeseWevers.
Een lening van NEOS heeft de volgende kenmerken: - De lening kan met of zonder zekerheid worden toegekend - Minimale omvang van de lening bedraagt € 250 000 tot maximaal € 4 miljoen - Looptijd 2-7 jaar - Minimale aflossing gedurende de looptijd van de lening is 50% van de hoofdsom - Maximaal 1 jaar aflossingsvrij - Vast rentepercentage gedurende de looptijd, rentebetaling per kwartaal - Geen boete bij vervroegde aflossing - Leningen worden alleen in euro’s verstrekt
van uw pensioen in eigen beheer
arbeidsvoorwaarde
Tips
Kijk voor de meest actuele nieuwsitems op onze website:
kroesewevers nl En volg ons via Twitter @kroesewevers
verstrekken van nieuw krediet. Een financiering via NEOS kan ervoor zorgen
KroeseWevers partner van NEOS Een partnerprogramma waarin financiële dienstverleners met bewezen kwaliteit kunnen participeren is een belangrijke pijler onder de nieuwe aanpak. KroeseWevers kent de ondernemer goed en is op de hoogte van de financieringsbehoefte van de onderneming. Als deelnemer in het partnerprogramma kan KroeseWevers alle informatie verzorgen die nodig is voor een kredietaanvraag bij NEOS. Bij toekenning van de financiering verwacht NEOS een periodieke kredietrapportage over de onderneming opgesteld door of onder toezicht van KroeseWevers. Als de resultaten substantieel afwijken van de begroting zal KroeseWevers samen met de ondernemer kijken naar de oorzaken en de eventueel te treffen bijsturingsmaatregelen en dit terugkoppelen naar NEOS.
Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor krediet van NEOS moet een onderneming aan de volgende voorwaarden voldoen: - Kredietnemer is gevestigd in Nederland en opgericht naar Nederlands recht - Onderneming bestaat 2 jaar of langer en is operationeel winstgevend - Omzet van minimaal € 1 miljoen en minstens 5 medewerkers - Minimaal 50% van het operationele resultaat wordt gerealiseerd in Nederland - Bestaande kredietrelatie met een Nederlandse bank wordt gecontinueerd - Geen financiering van standalone holdings - Uitgesloten sectoren: vastgoed(ontwikkeling), financiële dienstverlening, horeca - Overige uitsluitingen: financiering van verliezen en dividenden, herfinanciering van aandeelhoudersleningen.
Nadere informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met KroeseWevers Corporate Finance. KWintessens - juli 2013
FISCAAL
Voorwaarden voor afstempelen van uw pensioen in eigen beheer Door tegenvallende beleggingsresultaten en de alsmaar stijgende levensverwachting kan uw pensioen-bv in zwaar weer terechtkomen. Hierdoor bestaat de kans dat wanneer u met pensioen gaat uw pensioen-bv, wegens ontoereikend vermogen, de toegezegde pensioenverplichtingen niet kan nakomen. Vanaf dit jaar is het mogelijk om zonder fiscale gevolgen eenmalig op de pensioeningangsdatum een vermindering toe te passen op de pensioenaanspraken, ook wel afstempelen genoemd. De voorwaarden zijn streng. Zo is afstempelen pas mogelijk bij een lage dekkingsgraad en een onderdekking veroorzaakt door (reële) ondernemings- en/of beleggingsverliezen.
bedraagt dan € 420 000. Uw aangepaste pensioen is in dat geval € 45 000.
Dekkingsgraad van 75% of lager
De onderdekking moet zijn veroorzaakt door (reële) ondernemings- en/of beleggingsverliezen. Hiervan is in ieder geval geen sprake als u in de zeven kalenderjaren voorafgaand aan uw pensioeningangsdatum bijvoorbeeld een dividenduitkering heeft ontvangen van de BV of als er aandelenkapitaal in die jaren is terugbetaald. Wel kan dan de waarde van de activa worden verhoogd met de terugbetaling of de uitkering vermeerderd met samengestelde interest. Is door deze correctie de dekkingsgraad toch niet hoger dan 75%, dan is afstempelen nog steeds mogelijk.
Er moet op de pensioeningangsdatum sprake zijn van een dekkingsgraad van 75% of lager (onderdekking). Deze dekkingsgraad wordt berekend door het totaal aan activa te delen door het totaal aan passiva (exclusief het eigen vermogen). Voor de pensioenverplichting geldt de fiscale waarde. Stel het aan u toegezegde pensioen bedraagt € 75 000 per jaar. De activa van uw pensioen-BV bedragen € 450 000. De passiva bestaan uit een pensioenverplichting van € 700 000 en € 50 000 aan crediteuren. De dekkingsgraad bedraagt nu 60% (€ 450 000 / € 750 000 x 100%). Voldoet u aan alle voorwaarden, dan mag u op de pensioeningangsdatum de pensioenaanspraken van uw BV eenmalig verminderen met 40%. De fiscale waarde van uw pensioenverplichting
Onderdekking door ondernemings- en/ of beleggingsverliezen
Vennootschapsbelasting voor de pensioen-BV Door de afstempeling/vermindering van de pensioenaanspraken valt er een deel vrij. Dat vrijgevallen deel hoort tot de belastbare winst en
uw pensioen-BV moet hierover vennootschapsbelasting betalen. Dit heeft echter geen gevolgen voor de verkrijgingsprijs van uw aanmerkelijk belang in de BV.
Schriftelijk akkoord Alle betrokken partijen, waaronder uzelf en mogelijk ook uw partner als pensioengerechtigde, het bestuur, de werkgever en de betrokken aandeelhouders moeten schriftelijk akkoord zijn met de vermindering van de pensioenaanspraken. Het is verstandig vooraf een verzoek in te dienen bij de belastinginspecteur om na te gaan of is voldaan aan alle voorwaarden.
Vermindering als uw pensioenuitkeringen al zijn ingegaan Ontvangt u op 1 januari 2013 al pensioenuitkeringen vanuit uw pensioen-BV, dan mag u toch gebruikmaken van de mogelijkheid tot afstempelen. Uiteraard moet wel aan alle voorwaarden worden voldaan. Bovendien is deze mogelijkheid tijdelijk, namelijk tot en met 31 december 2015.
Let op met onzakelijke leningen Eind 2011 heeft de Hoge Raad in drie arresten de spelregels uiteengezet voor de aftrekbaarheid van een oninbare vordering van een aandeelhouder aan zijn BV of tussen verbonden BV’s onderling. Ook regresvorderingen die ontstaan doordat derden een beroep doen op een hoofdelijke verbondenheid of borgstelling vallen onder deze regels, die echter nog veel onduidelijkheden bevatten. Recent heeft de Hoge Raad enkele nieuwe arresten gewezen die een nadere invulling geven.
Welke leningen? Een DGA en zijn BV’s dienen onderling zakelijk te handelen. Wanneer een DGA of een vennootschap aan een gelieerde vennootschap een lening verstrekt, horen daarbij in beginsel dezelfde voorwaarden te worden gesteld als een onafhankelijke derde zou doen. Wanneer aandeelhoudersmotieven een rol spelen bij de totstandkoming van de leningovereenkomst, dan kan sprake zijn van een onzakelijke lening. Dit is het geval wanneer de lening onder zodanige voorwaarden is aangegaan dat een derde niet bereid zou zijn om deze lening te verstrekken al dan niet tegen
een hogere, niet winst-afhankelijke rente. Hierbij spelen onder meer het bestaan van een schriftelijke leningovereenkomst, verstrekte zekerheden en afspraken over looptijd en aflossingen een rol. Ook de activiteiten en bezittingen van de debiteur spelen een rol. Als een lening op deze gronden als onzakelijk wordt aangemerkt, is onder meer een eventuele afwaardering wegens insolvabiliteit niet aftrekbaar.
Aandeelhoudersmotieven In een recent arrest heeft de Hoge Raad verduidelijkt in welke situatie sprake kan zijn van
aandeelhoudersmotieven. Dat is niet het geval als het aandeelhouderschap voortvloeit uit het verstrekken van de lening. In deze zaak was de crediteur op het moment van geldverstrekking nog geen aandeelhouder, maar kreeg hij in feite als beloning voor het verstrekken van de lening aandelen in de debiteur. In dat geval is sprake van onafhankelijke en dus zakelijke verhoudingen. Ook bij verstrekking van een converteerbare, achtergestelde lening is in beginsel sprake van zakelijke verhoudingen als de geldverstrekker voorafgaand aan de geldverstrekking geen aandeelhouder was. >> KWintessens - juli 2013
FISCAAL >> Garantstelling binnen concern Ook als in groepsverband sprake is van onderlinge borgstellingen of hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake van een lening van bijvoorbeeld de bank, kan zich een probleem voordoen met de aftrekbaarheid als een of meerdere vennootschappen daadwerkelijk worden aangesproken door de crediteur. Binnen een concern wordt vaak gebruik gemaakt van een ‘paraplukrediet’. De verbonden vennootschappen gaan met de bank één kredietovereenkomst aan waarbij iedere vennootschap een bedrag kan lenen en al deze vennootschappen voor het geheel hoofdelijk aansprakelijk zijn. Met een dergelijke garantstelling wordt volgens de Hoge Raad vaak primair het groepsbelang gediend in plaats van het belang van de garantstellende vennootschap zelf. Als de bank op grond van deze garantstelling bij een vennootschap aanklopt,
ontstaat een regresvordering op de oorspronkelijke schuldenaar, die veelal insolvabel blijkt. De afwaardering van deze regresvordering is dan onder omstandigheden niet aftrekbaar.
rol en zal in veel gevallen de aftrek niet worden toegestaan. In deze situatie is het dan ook aan te bevelen om een schriftelijke overeenkomst met zakelijke voorwaarden aan te gaan.
Ouders van de DGA
Controleer interne verhoudingen
In met name bedrijfsopvolgingssituaties staan ouders van de nieuwe DGA borg voor schulden van de vennootschap of hebben deze zelf een vordering op vennootschap. In veel gevallen zal het daarbij via de zogenaamde (al dan niet ongebruikelijke) terbeschikkingstellingsregeling gaan om een werkzaamheid en dus progressieve belastingheffing in box 1. Als een dergelijke borgstelling wordt uitgewonnen of de vordering insolvabel blijkt, ontstaat een verlies dat volgens de hoofdregel aftrekbaar is. Ook hierbij speelt echter het leerstuk van de onzakelijke lening/borgstelling een
Met name de garantstelling en geldverstrekking binnen concern of door de (ouders van de) DGA aan de eigen BV leidt op dit moment tot een stortvloed aan vragen van en correcties door de Belastingdienst en daaruit voortvloeiden rechtszaken. Het is belangrijk om daarop voorbereid te zijn en te zorgen voor gedegen, schriftelijke afspraken die ook daadwerkelijk worden nageleefd. Uw adviseur kan u uiteraard ondersteunen bij het opstellen van deze overeenkomst.
De personeelslening als arbeidsvoorwaarde Als werkgever heeft u een aantrekkelijk instrument tot uw beschikking om een goed functionerende werknemer aan u te binden: de personeelslening. U mag uw werknemer een lening verstrekken, bijvoorbeeld voor de aankoop van een huis, tegen geen of een lage rente. Het mes snijdt aan twee kanten, want uw werknemer profiteert hier uiteraard ook van. U moet dan wel een aantal fiscale regels in acht nemen.
Rentevoordeel Als u geld uitleent aan uw werknemer en deze betaalt minder rente over de lening dan bij een kredietverlener, dan heeft uw werknemer een rentevoordeel. In het algemeen geldt dat het rentevoordeel van een geldlening die u aan de werknemer verstrekt, belast is en tot het loon wordt gerekend. Het maakt daarbij wel verschil of u als werkgever gebruikmaakt van de oude regeling voor vergoedingen en verstrekkingen in de loonbelasting of van de werkkostenregeling.
Personeelslening voor de eigen woning Dit is voor beide regimes niet het geval als uw werknemer de lening gebruikt voor het kopen, onderhouden of verbeteren van een eigen woning. Het rentevoordeel is dan onbelast, mits er wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo moet uw werknemer onder meer schriftelijk aan u verklaren dat hij de lening in de inkomstenbelasting als een eigenwoningschuld aangeeft. U als werkgever moet deze verklaring in de loonadministratie bewaren. In de aangifte loonheffingen
geeft u aan dat er sprake is van een onbelast rentevoordeel.
Van een onbelast rentevoordeel is ook sprake als uw werknemer de lening gebruikt voor het kopen van belastingvrije zaken, bijvoorbeeld een (elektrische) fiets onder de fietsenregeling. Ook het rentevoordeel van een aan het werk gerelateerde studielening van de werknemer kan onder de oude regeling voor vergoedingen en verstrekkingen onbelast blijven.
dan bedraagt het belaste rentevoordeel dus 3%. Bij een laagrentende personeelslening vermindert u het te belasten rentevoordeel met een eventuele eigen bijdrage van uw werknemer. Het belaste rentevoordeel kunt u eenvoudig uitrekenen door het geleende bedrag te vermenigvuldigen met het verschil tussen de normrente en de rente die u daadwerkelijk aan uw werknemer in rekening brengt. Het bedrag dat uit deze berekening komt, kunt u aan het einde van het kalenderjaar aan het loon van de desbetreffende werknemer toerekenen.
Personeelslening voor andere doeleinden
Personeelslening en de werkkostenregeling
Voor andere renteloze of laagrentende personeelsleningen is het rentevoordeel in het algemeen wel belast. Gebruikt u de oude regeling voor vergoedingen en verstrekkingen, dan hanteert de Belastingdienst de regel van de nominale normrente (in 2013 is die 3%). Is de lening renteloos,
De werkkostenregeling kent het systeem van de normrente niet. Hier is de regel dat het rentevoordeel is belast tegen de waarde in het economisch verkeer. U kunt de waarde bepalen door de rente van verschillende banken te vergelijken. Uiteraard kunt u als werkgever altijd beslissen om het belaste rentevoordeel in de ‘vrije ruimte’ van de werkkostenregeling te laten vallen.
Aankoop belastingvrije zaken
KWintessens - juli 2013
FISCAAL
Veranderingen in de 30%-regeling Veel werkgevers die expats in dienst hebben, kiezen voor de praktische 30%-regeling van de Belastingdienst. Dit jaar zijn er enkele punten aangepast in de regeling.
Extraterritoriale kosten Uitgezonden en ingekomen werknemers krijgen vaak een vergoeding van hun werkgever voor de extraterritoriale kosten. Met de 30%-regeling mag u als werkgever, zonder nader bewijs, maximaal 30% van het loon, inclusief de vergoeding voor de extraterritoriale kosten, onbelast uitkeren aan de uitgezonden of ingekomen werknemer. Kiest u niet voor de 30%-regeling, dan moet u alle vergoedingen voor extraterritoriale kosten aannemelijk maken en verantwoorden in uw loonadministratie.
Inkomensnorm Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling is dat de ingekomen werknemer (de werknemer die naar Nederland komt) een specifieke deskundigheid moet bezitten. Voor het aantonen daarvan geldt een inkomensnorm die ieder jaar wordt geïndexeerd. De inkomensnorm voor 2013 is als volgt: - voor werknemers die jonger dan 30 jaar zijn en een mastertitel hebben: € 27 190 exclusief de onbelaste vergoeding; - voor overige werknemers: € 35 770 exclusief de onbelaste vergoeding.
Let op Werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen hoeven niet aan een inkomensnorm te voldoen.
Aanpassing einddatum De datum waarop de 30%-regeling van uw werknemer uiterlijk eindigt (na maximaal 96 maanden), staat in de beschikking die u van de Belastingdienst krijgt. Gaat de werknemer echter eerder bij u uit dienst, dan eindigde de regeling in 2012 in ieder geval op de laatste werkdag. In 2013 is dat anders: de 30%-regeling eindigt in ieder geval op de laatste dag van het loontijdvak na het loontijdvak waarin de laatste werkdag valt. Stel dat de laatste werkdag van uw werknemer 15 april is. Bij een loontijdvak van een maand mag u de 30%-regeling toepassen tot en met 31 mei 2013.
Ruimere definitie ingekomen werknemer Sinds 1 januari 2012 geldt er een kilometergrens. Dit houdt in dat de 30%-regeling voor ingekomen werknemers alleen nog geldt als de werknemer in de 24 maanden voor zijn eerste werkdag in Nederland langer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde. Deze beperking geldt (met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012) niet voor de werknemer die in Nederland heeft gewerkt en na een verblijf in het buitenland weer in Nederland is komen werken. Voorwaarde is wel dat de eerste werkperiode in Nederland maximaal acht jaar geleden is begonnen. Ook moet deze werknemer dan wel vóór die eerste werkperiode in Nederland op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond.
Er lopen op dit moment meerdere procedures over de vraag of de 150-km grens al dan niet in strijd is met EU-recht. In een proefprocedure hierover heeft op 1 mei 2013 de advocaat-generaal, adviseur van de Hoge Raad, aangegeven de regeling niet in strijd met EU-recht te achten, ook niet wanneer de afstand tussen arbeidsplaats en woonplaats meer dan 150 km bedraagt. De Hoge Raad volgt de adviezen van de advocaat-generaal meestal op, maar het blijft afwachten op het eindoordeel van ons hoogste rechtscollege.
Tip Voor buitenlandse werknemers met de doctorstitel (gepromoveerden) aan een Nederlandse universiteit die binnen een jaar na hun promotie voor u in Nederland gaan werken, geldt onder voorwaarden een uitzondering op de regels van ingekomen werknemer. Informeer ernaar bij uw adviseur. KWintessens - juli 2013
TIPS Te laat betalen aan banden gelegd
dan € 1 345 aan BTW te betalen. Voor een ontheffing moet u een verzoek indienen bij de Belastingdienst en gelden er enkele voorwaarden. U mag dan geen BTW op de facturen vermelden, zodat de afnemer geen BTW in aftrek kan brengen. Dient u het verzoek in vóór 1 juli 2013, dan krijgt u ontheffing met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013. Voor de inkomstenbelasting moet u overigens wel gewoon een administratie bijhouden. Wilt u geen gebruik maken van de ontheffing, dan kunt u gebruik maken van de vermindering van af te dragen omzetbelasting. Wanneer de per saldo af te dragen BTW in een kalenderjaar minder dan € 1 345, dan hoeft u deze in zijn geheel niet af te dragen. Tussen € 1 345 en € 1 883 hoeft u een deel van de BTW niet af te dragen. Als de afnemer aftrekgerechtigd is, mag deze de BTW, die in dat geval wel op de factuur moet worden vermeld, wel in aftrek brengen, zodat per saldo een (voor de inkomstenbelasting belastbaar) voordeel resteert.
De betalingstermijnen bij overeenkomsten tussen bedrijven en bij overeenkomsten tussen bedrijven en overheden zijn wettelijk vastgelegd. Vanaf 16 maart 2013 geldt dat, als er contractueel niets is geregeld, er moet worden betaald binnen dertig dagen na de dag waarop de factuur is ontvangen. Partijen mogen wel een andere termijn afspreken, mits de betalingstermijn niet onredelijk is. Ook mag in een overeenkomst met de klant of leverancier een langere betaaltermijn van maximaal zestig dagen worden afgesproken. Een nog langere betalingstermijn kan alleen als kan worden aangetoond dat dit voor geen van beide partijen nadelig is. De overheid is altijd verplicht om de facturen van bedrijven uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de factuur te betalen.
Let op Wordt er toch te laat betaald, dan mag u een standaardvergoeding voor incassokosten vragen. Heeft u hier niets over afgesproken, dan is deze vergoeding een bepaald percentage van de rekening en met een minimum van € 40.
De Belastingdienst gaat strenger toezicht houden op recentelijk opgerichte (zuivere) stamrecht-BV’s en al langer bestaande BV’s met een stamrechtgerechtigde DGA tussen de 60 en 65 jaar. In de praktijk gebeurt het regelmatig dat een bv bij het ingaan van het stamrecht te weinig vermogen heeft om aan de uitkeringsverplichting te voldoen. Tegenvallende beleggingsresultaten kunnen een oorzaak zijn, maar ook in het verleden gedane dividenduitkeringen en verstrekte leningen aan de DGA. Kan de bv niet aan haar uitkeringsverplichtingen voldoen, dan kan de Belastingdienst dit zien als afkoop. Het gevolg is direct belasting betalen over de waarde van het stamrecht vermeerderd met mogelijk revisierente. Om dit te voorkomen, controleert de Belastingdienst strenger op stamrecht- en leningsovereenkomsten. Ook de ontwikkeling van de vermogenspositie van de stamrecht-BV zal scherper in de gaten worden gehouden.
Geen administratieve verplichtingen voor ‘kleine’ commissaris
Sinds 1 januari dit jaar is in beginsel iedere commissaris BTW-plichtig, zelfs als u minder dan vier commissariaten vervult. Mocht de vergoeding voor uw commissariaatwerkzaamheden echter zo laag zijn dat u onder de kleineondernemersregeling valt, dan komt u mogelijk in aanmerking voor ontheffing van administratieve verplichtingen voor de BTW. Dit is het geval als u verwacht jaarlijks niet meer
Onwetende erfgenamen gevrijwaard van schulden
Belastingdienst gestart met stamrechtproject
Goedkoop rijden met een oldtimer blijft mogelijk
Een erfgenaam die na het zuiver aanvaarden van een nalatenschap met een onverwachte schuld uit de erfenis wordt geconfronteerd, krijgt straks de mogelijkheid om een machtiging te vragen aan de kantonrechter om alsnog de nalatenschap beneficiair te aanvaarden. Voorwaarde is wel dat de erfgenamen niets te verwijten valt: zij kenden de schuld niet en konden er ook niet van op de hoogte zijn. Voor deze extra bescherming aan onwetende erfgenamen moet de wet nog wel worden aangepast. Bij beneficiair aanvaarden worden de schulden van de erflater gewoon betaald uit de opbrengst van de erfenis. Als deze opbrengst niet groot genoeg is, vervallen de overgebleven schulden. Uw privévermogen blijft dan buiten schot.
BTW op oninbare vordering via afzonderlijk verzoek
Bent u op de hoogte van provinciale subsidies?
Veel ondernemers laten onnodig subsidies liggen. Tijdgebrek is een veelgehoord excuus en dat is jammer. Want door handig gebruik te maken van subsidies kunt u geld besparen. Naast landelijke subsidies zijn er ook provinciale subsidies. Wist u dat er ook provinciale regelingen zijn voor bedrijfsfinanciering? Op Antwoordvoorbedrijven.nl vindt u een handig overzicht van de verschillende regelingen. Van een starterslift in Noord-Brabant tot aan het innovatiefonds in Limburg. En van een stimuleringsregeling vrijetijdseconomie in Gelderland tot aan het MKB & Technofonds in Flevoland.
Recent heeft de Staatssecretaris een compromis bereikt over de oldtimerbelasting. Vanaf 1 januari 2014 geldt vrijstelling van MRB voor alle motorrijtuigen van 40 jaar en ouder. Het gaat hierbij om benzine-, diesel- en LPG-oldtimers, motorfietsen, bussen, vrachtauto’s en kampeerauto’s. Daarnaast geldt er vanaf 2014 een overgangsregeling voor personen- en bestelauto’s rijdend op benzine, motorfietsen, bussen en vrachtauto’s die op 1 januari 2014 ouder dan 26 jaar maar nog geen 40 jaar zijn. Deze voertuigen komen in aanmerking voor een kwarttarief in de MRB met een maximum van € 120 per jaar (motoren ongeveer € 30 per jaar). Voorwaarde is wel dat er in de maanden december, januari en februari niet van de openbare weg gebruik wordt gemaakt. Voor dieselauto’s en auto’s met een ingebouwde LPG-installatie geldt geen overgangsregeling. Dat betekent dat voor deze auto’s die jonger zijn dan 40 jaar het volle MRB-tarief verschuldigd is.
Veelal moet de BTW op uw debiteuren worden voorgefinancierd. Het komt immers regelmatig voor dat uw klant u later betaalt dan u de fiscus moet betalen. Indien blijkt dat u de verzonden rekening niet geïnd krijgt dan is er een wettelijke mogelijkheid om de BTW terug te krijgen. Het verzoek om teruggaaf moet afzonderlijk van de aangifte worden ingediend. In een zaak voor het Hof Amsterdam is recentelijk nog bevestigd dat de teruggaaf BTW niet verwerkt mag worden in de aangifte omzetbelasting. Weliswaar is goedgekeurd dat de BTW in creditnota’s wel rechtstreeks in de aangifte in mindering kan worden gebracht maar deze faciliteit geldt niet voor de oninbare debiteuren.
Extra controle op openstaande BTW-schulden
De Belastingdienst heeft aangekondigd ondernemers extra te gaan controleren op openstaande BTW-schulden op de balans. Dit gebeurt door de BTW-aangiften van ondernemers te vergelijken met de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Heeft u nog niet afgedragen BTW-schulden over voorgaande jaren, dan is het verstandig zo snel mogelijk contact op te nemen met uw accountant. Worden deze openstaande BTW-schulden namelijk aangegeven vóór 1 juni 2013, dan kunt u een hoge boete voorkomen. In dat geval geldt namelijk géén boete tot een belastingbedrag van € 20 000, en daarboven een boete van 5%. Wordt de schuld na die tijd aangegeven, dan kan er een fors hogere boete worden opgelegd. KWintessens - juli 2013
VESTIGINGEN Almelo
Stadionlaan 50 Telefoon (0546) 82 14 28
Deventer
Munsterstraat 2E Telefoon (0570) 61 30 92
Doetinchem
Hamburgerbroeklaan 22 Telefoon (0314) 37 48 00
Emmen
De Bukakkers 20 Telefoon (0591) 65 78 00
Enschede
Pantheon 2 Telefoon (053) 850 49 00
Oldenzaal
De Matenstraat 47 Telefoon (0541) 53 06 66
Raalte
Meidoornlaan 24 Telefoon (0572) 36 22 33
COLOFON KWintessens is een nieuwsbrief voor de relaties van KroeseWevers en verschijnt 5 maal per jaar. De inhoud van deze nieuwsbrief is bedoeld als algemene informatie en vormt geen advies en is ook niet bedoeld om enig recht of enige verplichting te creëren. Raadpleeg voor het nemen van beslissingen altijd uw adviseur. Ondanks dat deze nieuwsbrief met uiterste zorg is samengesteld aanvaarden uitgever, redactie, auteurs, noch het accountants- en belastingadvieskantoor of Nexia Nederland BV waar deze auteurs werkzaam zijn enige aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, drukfouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen of nalaten) daarvan.
Redactie
mr. Hans Eppink mr. Boris Meinders
Redactie-adres
KroeseWevers Pantheon 2 Postbus 142 7500 AC Enschede T 053 - 850 49 00
[email protected]
Abonnementen
Wilt u de KWintessens voortaan ontvangen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] en het wordt u gratis toegezonden. Mocht u naar aanleiding van de inhoud van deze nieuwsbrief vragen hebben dan kunt u contact opnemen met één van onze kantoren.
Kroese Wevers is lid van Nexia International, het wereldwijde netwerk van onafhankelijke accountants- en advieskantoren.