INTESSENS KW APRIL 2013
KWintessens is een nieuwsbrief voor relaties van KroeseWevers en verschijnt 5 maal per jaar.
INHOUDSOPGAVE Innovatiebox aantrekkelijker voor MKB Aanpassen pensioenovereenkomst, een fiscale must Hoe nu verder met de levensloopregeling? IBAN: Pas uw administratie en software tijdig aan! ‘De vervuilende automobilist betaalt’ Tips
Innovatiebox aantrekkelijker voor MKB Bedrijven die de innovatiebox in de vennootschapsbelasting kunnen toepassen, mogen voortaan ook kiezen voor een forfaitaire regeling. In dat geval kunnen zij 25% van hun winst aanmerken als voordeel voor de innovatiebox. Dit is een sterke vereenvoudiging om de box toegankelijker te maken voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (MKB). De innovatiebox
Nadelen
Om gebruik te kunnen maken van de innovatiebox, moet u winst behalen met een eigen innovatie waarvoor u een octrooi (of kwekersrecht), een buitenlands patent of een S&O-verklaring heeft gekregen. De innovatiebox is er alleen voor bedrijven die onder de vennootschapsbelasting vallen. Door gebruik te maken van de innovatiebox, betaalt u aanzienlijk minder belasting over de voordelen uit innovatieve activiteiten. De voorwaarden zijn echter streng. Zo geldt er een boxdrempel, waardoor de voordelen pas laag belast zijn als u de voortbrengingskosten heeft ingelopen. In de praktijk blijkt de innovatiebox lastig uitvoerbaar en zijn de administratieve lasten groot.
Kiezen voor de forfaitaire regeling is niet altijd voordelig. De reguliere regeling is aantrekkelijker als u denkt meer dan 25% winst te behalen met innovatieve activiteiten of als het voordeel meer is dan het gemaximeerde forfaitaire bedrag van € 25 000. Bovendien geldt dat als u gebruik kunt maken van de innovatiebox, maar niet kunt kiezen voor de forfaitaire regeling, het werkelijke voordeel uit het immateriële activum alsnog moet worden bepaald met inachtneming van de drempel.
Forfaitaire regeling
Kijk voor de meest actuele nieuwsitems op onze website:
kroesewevers nl En volg ons via Twitter @kroesewevers
Om de innovatiebox toegankelijker te maken voor het MKB, is er daarom nu een forfaitaire regeling. Bij toepassing van de innovatiebox mag u 25% van uw winst aanmerken als voordelen uit innovatieve activiteiten. U hoeft geen rekening te houden met een drempel. Het forfaitaire bedrag is gemaximeerd op € 25 000 per jaar. U mag jaarlijks kiezen om de forfaitaire regeling al dan niet toe te passen, mits u in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren een immaterieel activum heeft voortgebracht.
Voordeel in praktijk Stel, u behaalt in 2013 een totale winst van € 100 000 en u komt in aanmerking voor de innovatiebox. U maakt de keuze voor de forfaitaire regeling. U mag nu 25% van uw winst, oftewel € 25 000 (tevens het maximale bedrag), toerekenen aan de innovatiebox. Hier geldt een effectieve heffing van maximaal 5%. Van de aan de innovatiebox toe te rekenen winst van € 25 000 wordt 5/25, oftewel € 5 000, in aanmerking genomen als belastbaar bedrag. Hierover bent u dan € 1 000 (20% van € 5 000) vennootschapsbelasting verschuldigd. Zonder toepassing van de innovatiebox zou de € 25 000 belast zijn met € 5 000 (20% van € 25 000) aan vennootschapsbelasting. Uw fiscale voordeel is dan ook € 4 000.
FISCAAL
Aanpassen pensioenovereenkomst, een fiscale must Vanaf 1 januari 2014 wordt de pensioenleeftijd wettelijk verhoogd naar 67 jaar en wordt de opbouw per jaar verlaagd. Dit leidt voor de meeste pensioenregelingen tot een verplichte aanpassing. Gevolg is dat langer doorgewerkt moet worden om hetzelfde pensioen te behalen. Het blijft mogelijk om eerder te stoppen met werken, maar de richtleeftijd wordt 67 jaar. Reeds opgebouwde rechten worden niet aangetast, dus premievrije pensioenen en ingegane pensioenen behoeven geen aanpassing. Indien de pensioentoezegging niet binnen de nieuwe fiscale eisen valt, zal sprake zijn van een bovenmatige pensioentoezegging en dat betekent dat over de waarde in het economisch
verkeer van de pensioenaanspraak belasting betaald dient te worden. De totale heffing kan oplopen tot 72%! Advies is dus om de toezegging aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Niets doen is geen optie! Dit aanpassen is tot uiterlijk 31 december 2013 mogelijk. Omdat het aanpassen enige tijd in beslag neemt, is het verstandig om niet te wachten tot het laatste moment. Veelal zullen verzekeraars met een voorstel komen, maar of dat ook het voorstel is dat voldoet aan uw wensen, zal bekeken moeten worden. Veelal zal overleg met de werknemers (OR) plaats moeten vinden omdat een arbeidsvoorwaarde gewijzigd gaat worden.
Ook voor de directeur groot aandeelhouder die pensioen in eigen beheer heeft, zal de pensioenovereenkomst aangepast moeten worden. Daarbij geldt wel dat dit een mooi moment is om te bekijken of de huidige toezegging nog voldoet aan de eisen en wensen die op dit moment aan pensioen gesteld worden!
Hoe nu verder met de levensloopregeling? Heeft u werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling, dan moet u rekening houden met de nodige wijzigingen dit jaar. Voor sommige deelnemers is het tegoed definitief vrijgevallen per 1 januari 2013. Andere mogen blijven deelnemen. Voor u als werkgever is het belangrijk dat u de veranderingen goed verwerkt.
Levensloopregeling in vogelvlucht Op 1 januari 2006 is de levensloopregeling ingevoerd. Hiermee konden werknemers een deel van hun brutosalaris sparen voor onbetaald verlof of om eerder met pensioen te gaan. Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling afgeschaft, maar er is wel een overgangsregeling. Met deze overgangsregeling heeft u nu te maken.
Deelnemers met een tegoed van minder dan € 3 000 Heeft uw werknemer deelgenomen aan de levensloopregeling en was zijn levenslooptegoed op 31 december 2011 minder dan € 3 000, dan is het tegoed definitief vrijgevallen op 1 januari 2013. Deze vrijval is belast. U moet loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. Het rendement dat sinds 1 januari 2012 is opgebouwd over het levenslooptegoed, moet u volledig belasten. Tot 2012 bouwde uw werknemer ook levensloopverlofkorting op over zijn inleg. Bij de berekening van de loonheffingen moet u rekening houden met deze opgebouwde levensloopverlofkorting.
Deelnemers met een tegoed van € 3 000 of meer Bedroeg het levenslooptegoed op 31 december 2011 € 3 000 of meer, dan mag uw werknemer tot 2022 gebruik blijven maken van de levensloopregeling. Hij mag dus gewoon door blijven sparen.
Let op Per 1 januari 2013 is een eventuele inleg in de levensloopregeling aftrekbaar voor alle loonheffingen, dus ook voor de werknemersverzekeringen. Uw bijdrage is geen loon. Daar staat tegenover dat een eventuele opname loon is voor alle loonheffingen. U betaalt als werkgever dus ook premies werknemersverzekeringen over de opname. Is uw werknemer op 1 januari 2013 61 jaar of ouder, dan geldt een afwijkende regeling.
Als uw werknemer zijn levenslooptegoed in 2013 in één keer volledig wil opnemen, dan profiteert hij van de 80%-regeling. U moet dan loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. De eis dat levenslooptegoed alleen kan worden opgenomen voor verlof is komen te vervallen. Uw werknemer mag het levenslooptegoed dus ook voor andere doeleinden opnemen. Het tegoed dat uw werknemer heeft opgebouwd vanaf 1 januari 2012 moet u volledig belasten. Ook hier moet u bij de berekening van de loonheffingen rekening houden met de opgebouwde levensloopverlofkorting. Heeft uw werknemer zijn volledige tegoed in 2013 opgenomen, dan kan hij niet meer bijstorten op de levenslooprekening. De levensloopregeling eindigt dan. Verder moet u als werkgever ook loonheffingen inhouden voor uw ex-werknemer met een levenslooptegoed die na zijn vertrek geen nieuwe werkgever heeft gevonden. Graag informeren wij u over de voor- en nadelen van opnemen van het levenslooptegoed in 2013. Heeft u daar vragen over neem dan contact op met uw belastingadviseur.
KWintessens - april 2013
FISCAAL
IBAN: Pas uw administratie en software tijdig aan! Consumenten en bedrijven moeten binnenkort verplicht gebruikmaken van een langer rekeningnummer van 18 tekens. Het gaat hier om het International Bank Account Number, oftewel IBAN. Ook komen er nieuwe standaarden voor overschrijvingen en incasso’s. Dit heeft consequenties voor bijvoorbeeld uw bedrijfsadministratie. Onderneem daarom nu al actie, zodat uw bedrijf op tijd klaar is. Ons land gaat op 1 februari 2014 helemaal over op het Europese betalingssysteem SEPA. Daarmee kunnen ondernemers en particulieren in het hele eurogebied op dezelfde manier betalen. Door de invoering van SEPA (Single Euro Payments Area) vervallen de vertrouwde Nederlandse rekeningnummers en worden ze vervangen door hun Europese tegenhanger IBAN.
Actie geboden De Nederlandsche Bank heeft eerder dit jaar gewaarschuwd dat MKB-bedrijven niet moeten wachten tot het laatste moment. Het gevaar bestaat immers dat u als ondernemer onvoorziene wijzigingen in uw administratie of software niet op tijd heeft doorgevoerd. Waar moet u aan denken? Een lijst met enkele aandachtspunten: - Aanpassing van uw softwarepakketten voor administratie- en facturatiesystemen aan het nieuwe rekeningnummer. - Voor incassoprocessen hebben de veranderingen de grootste gevolgen. Zo veranderen de termijnen voor een eenmalige incasso en de doorlopende machtigingen. Ook de Europese incassoregels wijzigen.
- Order- en factuurpapier en andere communicatiemiddelen (denk aan uw website) waarop het nieuwe rekeningnummer moet worden vermeld. - Houd rekening met eventuele liquiditeitskwesties na 1 februari 2014, omdat het betalingsverkeer en de incassoprocessen mogelijk trager verlopen door invoering van IBAN. - Voor de populaire online betalingsmethode IDEAL is er een SEPA-variant. Ondernemingen die met IDEAL werken voor onlinebetalingen, bijvoorbeeld in combinatie met een webshop, kunnen hiervan gebruikmaken.
www.overopIBAN.nl bevat alles wat u nodig heeft voor een soepele overgang. Denk aan een checklist, een toolkit en veelgestelde vragen.
Tip Maak gebruik van de IBAN BIC Service (www.ibanbicservice.nl) om voor bestaande Nederlandse rekeningnummers van bijvoorbeeld klanten en leveranciers de juiste bijbehorende IBAN en BIC op te zoeken.
Vanaf februari 2014 zijn betalingen alleen nog maar mogelijk met het langere rekeningnummer IBAN. Zonder maatregelen is er straks geen betalingsverkeer meer mogelijk. De huidige rekeningnummers en betaalmiddelen zijn namelijk na 1 februari 2014 niet meer te gebruiken. Deze lijst omvat uiteraard niet alle zaken waaraan u moet denken bij de SEPA-migratie. De website
‘De vervuilende automobilist betaalt’ ‘De vervuiler betaalt’. Wat geldt als een algemene regel in Nederland, geldt in het bijzonder voor de auto van de zaak. Vuile auto’s, of beter gezegd minder zuinige auto’s, worden in 2013 zwaarder belast. De CO2-normen worden jaarlijks opnieuw aangescherpt. Wilt u een nieuwe auto van de zaak aanschaffen waarin u ook privé gaat rijden, dan loont het de moeite om te kijken naar de CO2-uitstoot van de nieuwe auto. Het kan u een hoop geld besparen en u bewijst het milieu een dienst.
Bijtelling Rijdt u privé met een auto van de zaak, dan moet u een bedrag bij uw inkomen tellen voor het privégebruik, tenzij u kunt aantonen dat u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto heeft gereden. Deze bijtelling is bijna altijd een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Er zijn diverse categorieën die, oplopend naar vervuiling (of minder milieuvriendelijk), het percentage weergeven van de bijtelling: van zeer zuinig
(0%) via de tussenstappen 14% en 20% naar de minst milieuvriendelijke categorie van 25%. Voor de indeling in de categorieën is de CO2-uitstoot van de auto bepalend. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen diesel en andere brandstoffen. Dit onderscheid vervalt overigens vanaf 2015. Voor het vaststellen van het bijtellingspercentage gelden de CO2-normen op de dag van de tenaamstelling van de auto. Bij een in 2013 op naam gestelde auto zijn dat de normen zoals die per 1 januari 2013 gelden. De indeling geldt vervolgens gedurende een periode van 60 maanden. Rijdt u langer met de auto, dan wordt na deze vijf jaar opnieuw het bijtellingspercentage vastgesteld volgens de dan geldende regels. Uw autodealer kan u voorlichten over de diverse CO2-normen en
de gevolgen daarvan voor de bijtellingscategorie.
Let op Voor een auto die meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, geldt een bijtelling van 35% van de (veelal lage) waarde van de auto in het economisch verkeer.
Bijtelling en BTW De BTW die verschuldigd is over privé gebruik van de auto van de zaak wordt als fictieve dienst op het einde van het jaar voldaan. De verschuldigde BTW bedraagt 2,7% x cataloguswaarde (inclusief BTW en BPM) of een correctie op basis van werkelijk gebruik, waarbij woon-werkverkeer als privégebruik geldt. KWintessens - april 2013
FISCAAL Omdat roerende investeringgoederen, zoals auto’s, voor de BTW worden gevolgd en afgeschreven, geldt een lager forfait van 1,5% voor auto’s die langer dan vijf jaar in gebruik zijn bij de zaak. Deze regeling geldt ook voor auto’s die zakelijk zijn geëtiketteerd en die zonder het recht op aftrek van BTW zijn aangeschaft, te denken valt hierbij aan een auto die van een particulier is gekocht of een margeauto.
aan te schaffen. Nieuw dit jaar is dat de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) uitsluitend nog berekend wordt op basis van de absolute CO2-uitstoot. Ook het tarief van de CO2afhankelijke dieseltoeslag is per 1 januari 2013 aangescherpt en bedraagt nu € 56,13 per gram CO2-uitstoot vanaf 70 gram/km.
Tot slot zijn de tarieven van de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor 2013 gestegen met 2,2%. De vrijstelling voor zeer zuinige auto’s blijft tot 1 januari 2014 gelden. De MRB vrijstelling voor oldtimers vervalt per 2014 maar er komt mogelijk wel een uitzondering voor hobbymatig gebruik.
BPM en CO2-uitstoot
Ook de BPM wordt door de overheid gebruikt om u te stimuleren een zuinige en schone auto
TIPS Aftrek scholingsuitgaven in 2013 Voor het nieuwe jaar heeft het kabinet flink gesneden in de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven. Dit zijn uitgaven die u maakt voor het volgen van een opleiding of studie voor een (toekomstig) beroep. De scholingsuitgaven komen voor aftrek in aanmerking als deze meer bedragen dan de drempel van € 250 (was € 500). In 2013 zijn alleen nog de door de onderwijsinstelling verplicht gestelde en noodzakelijke kosten van de opleiding of studie aftrekbaar. U moet hierbij denken aan het les-, cursus- of collegegeld, examengeld of promotiekosten en de door de onderwijsinstelling verplicht gestelde leermiddelen en beschermingsmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan de verplichte studieboeken, verplicht gereedschap of een beschermingsbril. Als de uitgaven buiten de zogenaamde standaardstudieperiode vallen, geldt bovendien een maximum van € 15 000. Het begrip ‘standaardstudieperiode’ is daarbij per 1 januari 2013 gewijzigd en betreft nu een aaneengesloten periode van niet meer dan 5 kalenderjaren, waar het voordien ging om 16 zelf aan te wijzen, niet noodzakelijk aaneengesloten kwartalen. De standaardstudieperiode eindigt in ieder geval bij het bereiken van de 30-jarige leeftijd.
Veranderingen in premiekortingen De premiekorting voor het in dienst nemen van oudere, voormalige uitkeringsgerechtigde werknemers en de premiekorting voor
arbeidsgehandicapte werknemers, zijn beide per 1 januari 2013 omhooggegaan naar maximaal € 7 000 per jaar bij een 36-urige werkweek of meer. De premiekorting voor het in dienst hebben van een oudere werknemer is komen te vervallen. De overgangsregeling voor de premievrijstelling oudere werknemers blijft wel bestaan. Het kan zijn dat uw werknemer tegelijkertijd recht heeft op de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer en de premiekorting in dienst nemen oudere werknemer. In dat geval past u alleen de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer toe. Tegelijk toepassen mag niet meer.
Vrije ruimte werkkostenregeling omhoog De vrije ruimte van de werkkostenregeling is per 1 januari 2013 omhooggegaan van 1,4% naar 1,5%. Reden voor deze verhoging is de eveneens per 1 januari afgeschafte verplichte vergoeding van de bijdrage Zvw (Zorgverzekeringswet). Daarvoor in de plaats is de werkgeversheffing Zvw gekomen. U mag in 2013 tot maximaal 1,5% van de totale fiscale loonsom gebruiken voor onbelaste vergoedingen of verstrekkingen aan uw werknemers. Om bedrijven voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de nieuwe regeling is een overgangsperiode van drie jaar, tot 1 januari
2014, ingelast. Vanaf 1 januari 2014 zouden dan alle bedrijven de werkkostenregeling moeten toepassen. Staatssecretaris Weekers heeft inmiddels laten weten de overgangsperiode met één jaar te verlengen. Dit zou betekenen dat ook in 2014 nog geen verplichting bestaat om de werkkostenregeling toe te passen.
Verzekeringsadvies niet langer aftrekbaar Vorig jaar kon uw verzekeringsadviseur zijn advieskosten voor een lijfrente- of een arbeidsongeschiktheidsverzekering nog versleutelen in de verzekeringspremie zelf. De adviseur ontving dan een provisie van de verzekeraar. Vanaf 1 januari 2013 mag dit niet meer. Er geldt nu een zogeheten provisieverbod waardoor de kosten inzichtelijk moeten worden gemaakt en rechtstreeks bij u in rekening moeten worden gebracht. Het kabinet heeft dit provisieverbod aangegrepen om de advieskosten voor deze producten niet langer aftrekbaar te laten zijn. De zuivere premies die u betaalt voor een lijfrente- of een arbeidsongeschiktheidsverzekering blijven wel aftrekbaar. Voor een lijfrente is de premie uiteraard alleen aftrekbaar als u in een jaar te weinig pensioenopbouw heeft (jaarruimte) of als u in de afgelopen zeven jaren te weinig pensioen heeft opgebouwd (reserveringsruimte) en de premie tijdig is betaald.
KWintessens - april 2013
TIPS Gebruikelijk loon omhoog Dit jaar is het gebruikelijk loon voor onder andere de directeur-grootaandeelhouder (DGA) vastgesteld op € 43 000 (2012: € 42 000). Het gebruikelijk loon is het loon dat u, in beginsel, minimaal, per vennootschap waar u werkzaamheden voor verricht, moet verdienen en wat hoort bij de duur en het niveau van uw werk. Afhankelijk van uw eigen situatie kan het loon hoger of lager zijn (bijvoorbeeld als u in deeltijd werkt). De gebruikelijk loonregeling speelt al indien u een aanmerkelijk belang in een vennootschap heeft en werkzaamheden voor die vennootschap verricht. Wij weten uit ervaring dat indien u de gebruikelijk loonregeling niet op de juiste wijze toepast, dit tot vervelende financiële consequenties kan leiden. Graag informeren wij u ter zake nader zodat u een fiscaal optimaal van de gebruikelijk loonregeling gebruik kunt maken. Uit onderzoek is voorts gebleken dat een DGA bij een ongewijzigd salaris dit jaar netto minder overhoudt. Dit komt ondermeer door verhoging van de eerste tariefschijf in de inkomstenbelasting, door een hogere premie Zorgverzekeringswet en een verlaging van de maximale arbeidskorting voor hogere inkomens. Bij een gebruikelijk loon van € 43 000 op jaarbasis gaat u er ongeveer € 95 netto per maand op achteruit.
VAR-verklaring wordt webmodule Een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is maximaal een kalenderjaar geldig. Voor het nieuwe kalenderjaar kunt u vanaf 1 september een nieuwe VAR aanvragen. Sinds dit jaar ontvangt u de VAR van de Belastingdienst namelijk niet meer automatisch. Bovendien wordt de Verklaring binnenkort vervangen door een internetmodule. De huidige aanvraagprocedure vervalt dan. De aanvrager ziet direct hoe de Belastingdienst de ingevoerde gegevens over de arbeidsrelatie met een opdrachtgever beoordeelt. Vanaf 1 januari 2014 kan iedereen gebruikmaken van de internetmodule.
Schenken in 2013 Dit jaar mag u een maximumbedrag van € 5 141 belastingvrij schenken aan uw kinderen. Is uw kind of diens partner tussen de 18 en 40 jaar oud, dan mag u eenmalig belastingvrij een bedrag schenken van € 24 676. Deze eenmalig verhoogde vrijstelling kan nog verder worden verhoogd tot € 51 407 als uw kind het geld gebruikt voor een buitengewoon dure studie of voor de eigen woning. Opa en oma mogen hun kleinkinderen dit jaar verrassen met een belastingvrije schenking van maximaal € 2 057.
Zvw-bijdrage voor DGA’s met meerdere BV’s Per 1 januari 2013 is de premie zorgverzekeringswet niet langer door werknemers verschuldigd (via inhouding door de werkgever), maar is deze door de werkgever verschuldigd. Deze nieuwe werkgeversheffing wordt afgedragen via de aangifte loonheffingen. Voor werknemers met meerdere werkgevers geldt dat iedere werkgever de premie van 7,75% moet afdragen, ook als het totaal daardoor boven het maximum komt. Dit geldt in beginsel ook voor DGA’s die bij meerdere BV’s in loondienst is. Elke BV waaruit de DGA salaris ontvangt, dient daarbij de (ten opzichte van normale werknemers lagere) premie van 5,65% af te dragen. Na afloop van het jaar wordt het door de verschillende BV’s samen teveel aan afgedragen premies voor de DGA teruggegeven door de Belastingdienst, in beginsel in het derde kwartaal van het volgende jaar. De Belastingdienst kan alvast gedurende het lopende jaar (ook in het derde kwartaal) een voorschot verstrekken op de terug te betalen premie. De DGA kan ook gebruik maken van de doorbetaaldloonregeling waarbij één BV (vaak de holding) het salaris betaalt. In dat geval wordt slechts eenmaal de premie ZVW afgedragen.
AWBZ en vermogenstoets Per 1 januari 2013 is een vermogensinkomensbijtelling ingevoerd voor de eigen bijdrage in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze eigen bijdrage wordt berekend aan de hand van het verzamelinkomen, waarin een rendement van 4% over het box-3-vermogen is opgenomen. Sinds dit jaar wordt dit inkomen nog eens verhoogd met 8% van de rendementsgrondslag in box 3, zodat per saldo het forfaitaire rendement op vermogen voor de eigen bijdrage wordt gesteld op 12%. Vrijgesteld vermogen en vermogen dat niet in box 3 wordt belast telt niet mee bij deze vermogenstoets. Door deze forse bijtelling kan de eigen bijdrage aanzienlijk stijgen tot maximaal € 2 189,20 per maand. Het kan dan ook raadzaam zijn om na te gaan of het verminderen van het box-3-vermogen tot een voordeel leidt. Daarbij dienen wel zorgvuldig de gevolgen voor bijvoorbeeld de schenkbelasting in het oog te worden gehouden.
Crisisheffing mogelijk in strijd met EU-recht Met ingang van 2013 kent de Wet op de loonbelasting 1964 een eenmalige ‘crisisheffing’ van 16% over het jaarloon van 2012. Deze crisisheffing zal door de werkgevers dienen te worden afgedragen voor al hun werknemers die een jaarloon 2012 hebben van meer dan € 150 000. Heffing zal plaatsvinden voor het deel van het loon dat € 150 000 te boven gaat. Het bedrag aan crisisheffing dient in april 2013
te worden voldaan en in de aangifte loonheffing van maart 2013 te worden vermeld. Onder meer vanwege een recent arrest van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is de vraag of deze heffing rechtmatig is. Het arrest van het Hof zag niet op de crisisheffing, maar in deze procedure is bepaald dat het in strijd met EU-recht is om wetgeving met (materieel) terugwerkende kracht in te voeren. Wellicht is met eenzelfde redenering ook de crisisheffing in strijd met EU-recht omdat de plannen voor deze maatregel voortkomen uit het Kunduz-akkoord van april 2012, maar de maatregel wel van toepassing is op het loon over heel het jaar 2012. Wij raden aan om in voorkomende gevallen bezwaar te (laten) maken tegen de eigen aangifte loonheffing over maart 2013, waarbij wij u uiteraard graag van dienst zijn. Het is overigens mogelijk dat tegen het arrest van Hof Arnhem-Leeuwarden nog cassatie wordt aangetekend bij de Hoge Raad. Naar aanleiding van de recente cijfers van het CPB over het begrotingstekort is overigens aangegeven dat de crisisheffing mogelijk ook in 2014 van toepassing zal zijn, gerelateerd aan het loon over 2013. Daarbij is wel aangegeven dat naar verwachting een uitzondering zal worden gemaakt voor bedragen die in 2013 uit de levensloopregeling worden opgenomen. Het kabinet stimuleert de opname van deze bedragen in 2013 door eenmalig slechts 80% van het opgenomen bedrag te belasten. Het zou dan juist averechts werken om die bedragen vervolgens aan een extra werkgeversheffing te onderwerpen.
Deelnemingsrente-aftrekbeperking in de vennootschapsbelasting In de vennootschapsbelasting is per 1 januari 2013 de zogenaamde thincap-regeling afgeschaft. Deze regeling beperkte de renteaftrek wanneer een vennootschap in concernverband met teveel vreemd vermogen is gefinancierd. Rente, verschuldigd aan verbonden lichamen, is niet aftrekbaar als de verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen van de vennootschap boven een bepaalde ratio uitkomt. Wel geldt per 1 januari 2013 een nieuwe aftrekbeperking: de aftrekbeperking van deelnemingsrente. Het gaat dan om de rente op een lening ter financiering van een deelneming in een andere bv. Niet veel bedrijven in het MKB zullen worden geraakt door deze aftrekbeperking. De beperking komt pas in beeld als de deelnemingsrente meer dan € 750 000 per jaar bedraagt. KWintessens - april 2013
VESTIGINGEN Almelo
Stadionlaan 50 Telefoon (0546) 82 14 28
Deventer
Munsterstraat 2E Telefoon (0570) 61 30 92
Doetinchem
Hamburgerbroeklaan 22 Telefoon (0314) 37 48 00
Emmen
De Bukakkers 20 Telefoon (0591) 65 78 00
Enschede
Pantheon 2 Telefoon (053) 850 49 00
Oldenzaal
De Matenstraat 47 Telefoon (0541) 53 06 66
Raalte
Meidoornlaan 24 Telefoon (0572) 36 22 33
COLOFON KWintessens is een nieuwsbrief voor de relaties van KroeseWevers en verschijnt 5 maal per jaar. De inhoud van deze nieuwsbrief is bedoeld als algemene informatie en vormt geen advies en is ook niet bedoeld om enig recht of enige verplichting te creëren. Raadpleeg voor het nemen van beslissingen altijd uw adviseur. Ondanks dat deze nieuwsbrief met uiterste zorg is samengesteld aanvaarden uitgever, redactie, auteurs, noch het accountants- en belastingadvieskantoor of Nexia Nederland BV waar deze auteurs werkzaam zijn enige aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, drukfouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen of nalaten) daarvan.
Redactie
mr. Jochem van den Berg mr. Hans Eppink mr. Boris Meinders
Redactie-adres
KroeseWevers Pantheon 2 Postbus 142 7500 AC Enschede T 053 - 850 49 00
[email protected]
Abonnementen
Wilt u de KWintessens voortaan ontvangen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] en het wordt u gratis toegezonden. Mocht u naar aanleiding van de inhoud van deze nieuwsbrief vragen hebben dan kunt u contact opnemen met één van onze kantoren.
Kroese Wevers is lid van Nexia International, het wereldwijde netwerk van onafhankelijke accountants- en advieskantoren.