INTESSENS KW Augustus 2015
KWintessens is een nieuwsbrief voor relaties van KroeseWevers en verschijnt 5 maal per jaar.
Belastingherziening: werkenden erop vooruit? Een grootschalige herziening van de inkomstenbelasting. Dat was het doel van staatssecretaris Wiebes. Doordat het kabinet echter een minderheid heeft in de Eerste Kamer, heeft het kabinet daarbij de steun
INHOUDSOPGAVE Belastingherziening: werkenden erop vooruit?
Autobrief II: beloning voor de meest zuinige automobilist
Lopende afspraken zetten
transitievergoeding tijdelijk buiten spel
Bedrijfsopvolgingsregeling voor vastgoed-bv’s
Betere bescherming voor erfgenamen
Tips
De facturen van KroeseWevers voortaan digitaal ontvangen en automatisch inlezen in uw administratie? Laat uw gegevens achter op www.kroesewevers.nl/factuur en u ontvangt onze facturen vanaf heden digitaal (als .ubl en .pdf bestand).
Kijk voor de meest actuele nieuwsitems op onze website:
kroesewevers nl En volg ons via Twitter @kroesewevers
nodig van de oppositie. Nadat de benodigde ‘smeerolie’ was gevonden in de vorm van € 5 miljard aan meevallers op de begroting, legde het kabinet verschillende pakketten voor aan verschillende oppositiepartijen. Een akkoord op het totaal is inmiddels ver uit beeld, maar een lastenverlichting zal er als het aan het kabinet ligt toch komen. Grofweg zijn de maatregelen in te delen in plannen die het kabinet in ieder geval wil uitvoeren en plannen die ter onderhandeling dienen.
Basispakket
Let op
Er is zicht op lastenverlichting en het kabinet wil dit graag vormgeven door de lasten op arbeid te verlagen. Deze lastenverlichting wil het kabinet hoe dan ook doorvoeren, maar het blijft afwachten in hoeverre de oppositie daaraan wil meewerken. In hoofdlijnen stelt het kabinet de volgende combinatie aan maatregelen voor: • een impuls in de inkomensafhankelijke combinatiekorting en een verhoging van de kinderopvangtoeslag; • extra loonkostenvoordeel voor werkgevers die mensen met lage inkomens aannemen; • meer arbeidskorting voor inkomens tot ongeveer € 50.000; • verlaging van de inkomstenbelastingtarieven in de tweede en de derde schijf van 42% naar 40%; • verhoging van de inkomensgrens voor het toptarief. Mensen gaan pas vanaf een hoger inkomen het tarief van 52% betalen; • een volledige afbouw van de algemene heffingskorting.
In verband met de stroom aan bezwaarschriften tegen de box-3-heffing op spaargeld, is dit onderwerp inmiddels aangemerkt als ‘massaal bezwaar’. Daarbij worden enkele procedures gevoerd tot aan de hoogste rechter. De uitkomst van die procedures is vervolgens van toepassing op alle aanslagen die op of na 26 juni 2015 zijn of worden opgelegd en op alle aanslagen waartegen op die datum nog bezwaar of beroep kon worden ingesteld. Zelf bezwaar maken is daarom niet nodig, tenzij sprake is van zeer bijzondere, persoonlijke omstandigheden waardoor u zwaarder geraakt wordt door de box-3-heffing dan anderen.
Box-3-heffing Daarnaast wil het kabinet de vermogensrendementsheffing in box 3 aanpassen. Vooral de lage spaarrente zorgt ervoor dat de belastingdruk op spaargeld zeer hoog is. Dit leidt tot veel protesten onder spaarders, waarbij inmiddels ook de nodige juridische procedures zijn opgestart. Mede gelet op de maatschappelijke onrust, wil het kabinet de regeling omvormen tot een die meer recht doet aan de huidige maatschappelijke opvattingen. Hoe het kabinet dit exact wil vormgeven, is nog onduidelijk.
Keuzepakket Naast het pakket aan wijzigingen dat het kabinet in ieder geval wil doorvoeren, is ook een aantal opties aangedragen dat onderdeel vormt van onderhandeling. Een van de peilers van dit keuzepakket is het afschaffen van het verlaagde btwtarief voor veel goederen en diensten. Alleen voedingsmiddelen zouden nog onder het lage tarief blijven vallen. Deze maatregel is inmiddels van tafel, nu gebleken is dat de weerstand in zowel de samenleving als de politiek zeer groot is. Van andere wijzigingen zal moeten worden afgewacht of het kabinet daarvoor uiteindelijk een wetsvoorstel zal indienen en hoe dat eruit zal zien. Mogelijke onderwerpen zijn het meer gelijktrekken van de fiscale behandeling bij bedrijven van eigen vermogen en schulden, verdere vergroening van het belastingstelsel en het verruimen van het gemeentelijk belastinggebied. Met Prinsjesdag valt daar naar verwachting meer over te zeggen. KWintessens - augustus 2015
FISCAAL
Autobrief II: beloning voor de meest zuinige automobilist Eenvoudiger, stabieler en meer milieuwinst. In een notendop waar het kabinet naar streeft in de autobelastingen. Onlangs heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën in de ‘Autobrief II’ de beleidsvoornemens van het kabinet met betrekking tot de autobelastingen voor de jaren 2017 tot en met 2020 aan de Tweede Kamer gezonden. Eerder waren al veel zaken uitgelekt. Wat duidelijk naar voren komt is het stimuleren van elektrisch rijden.
Let op De Autobrief II bevat diverse voorstellen die nog niet zijn opgenomen in een officieel wetsvoorstel.
Bijtelling De Autobrief II bevat voorstellen voor de autobelastingen voor de periode 2017-2020. Het fiscale autobeleid wordt veel minder toegespitst op de CO2-uitstoot. In hoofdlijnen komen de plannen erop neer dat de fiscale stimulering van plug-in hybride auto’s wordt afgebouwd en alleen de stimulering van zogenoemde nulemissie-auto’s behouden blijft. In de inkomstenbelasting gaat het aantal bijtellingscategorieën van vier naar twee en wordt de maximale bijtelling verlaagd van 25% naar 22%. De op dit moment nog verlaagde bijtelling voor plug-in hybride auto’s van 7% (2015) wordt komende jaren stapsgewijs verhoogd tot het (nieuwe) reguliere tarief van 22%. Voor de volledig elektrische auto blijft de bijtelling 4%, maar vanaf 2019 geldt dit alleen voor de eerste € 50.000 van de catalogusprijs. Het deel van de catalogusprijs boven € 50.000 komt vanaf 2019 in het algemene bijtellingspercentage van 22% te vallen. Op deze beperking komt overigens een uitzondering: auto’s die elektrisch rijden op waterstof vallen volledig onder de 4%-bijtelling.
Schematisch ziet dit er als volgt uit: 2016 2017 2018 Nulemissie 4% 4% 4% Zéér zuinig (1-50 gr/km) 15% 17% 19% Zuinig (51-106 gr/km) 21% 22% 22% Overig (>106 gr/km) 25% 22% 22% *tot het deel van de catalogusprijs tot € 50.000
2019 4%* 22% 22% 22%
Tip
Belang voor de praktijk
De aangeschafte of zakelijke leaseauto blijft het percentage bij aanschaf of lease houden voor een periode van maximaal 60 maanden. Het is dus niet zo dat u jaarlijks met een ander bijtellingspercentage wordt geconfronteerd. Dit is dezelfde regeling die ook nu al geldt bij wijzigingen in de bijtellingsregeling.
De hiervoor beschreven maatregelen worden opgenomen in een wetsvoorstel dat de Staatssecretaris dit najaar bij de Tweede Kamer wil indienen. Gezien de aanzienlijke verhoging in de percentages vanaf 2016, is het raadzaam om nu al na te gaan of u nog voor vijf jaar gebruik wilt maken van de huidige percentages. Want wanneer u nog dit jaar wilt investeren in een plug-in hybride auto, zult u deze tijdig moeten reserveren bij uw dealer. De afleverdatum van de auto is namelijk bepalend voor het te hanteren percentage. De verwachting is dat de levertijd wel eens kan oplopen als gevolg van vorenstaande maatregelen. Voor vragen en advies hierover kunt u contact opnemen met één van onze adviseurs.
Afbouw BPM De aanschafbelasting BPM (Belasting van personenauto’s en motorrijwielen) gaat tot 2020 stapsgewijs naar beneden met gemiddeld 12%. Het kabinet wil zo het belang van de BPM geleidelijk verminderen.
Aanpassingen MRB
2020 4%* 22% 22% 22%
De motorrijtuigenbelasting (MRB) wordt in 2017 met gemiddeld 2% verlaagd voor alle personenvoertuigen. Voor vervuilende dieselpersonen- en bestelvoertuigen volgt vanaf 2019 een toeslag.
Lopende afspraken zetten transitievergoeding tijdelijk buiten spel Vanaf 1 juli 2015 vervangt de transitievergoeding de huidige ontslagvergoeding. Misschien bent u echter bij ontslag nog gebonden aan afspraken in bijvoorbeeld een lopende cao, een sociaal plan of in een individuele arbeidsovereenkomst. Dat zou kunnen betekenen dat u bij ontslag dubbel moet betalen. Om dit te voorkomen is er een overgangsregeling. Hoe deze in elkaar zit, is recent bekend gemaakt in de lagere regelgeving voor de Wet werk en zekerheid.
Lopende collectieve afspraken Lopende afspraken in de cao en/of een collectief sociaal plan over vergoedingen (zoals een ontslagvergoeding) of voorzieningen (bijvoorbeeld afspraken over bij- en omscholing) waarop uw werknemer recht heeft als u de arbeidsKWintessens - augustus 2015
overeenkomst beëindigt, gaan voor op de transitievergoeding. Daarmee is de transitievergoeding niet verschuldigd als uw werknemer recht heeft op vergoedingen of voorzieningen uit de lopende collectieve afspraken. Dit is anders
als de afspraken uitsluitend WW-gerelateerd zijn of in de collectieve afspraken expliciet rekening is gehouden met de komst van de transitievergoeding, want dan blijft de transitievergoeding wel verschuldigd.
>>
FISCAAL >>
Wanneer bepaalde groepen werknemers zijn uitgesloten van een ontslagvergoeding in de collectieve afspraken, hebben deze groepen wel recht op een transitievergoeding. Dit betreft vaak werknemers met een tijdelijk contract met een looptijd langer dan twee jaar.
Let op Zolang u gebonden bent aan de ontslagafspraken in de cao bent u volgens de overgangsregeling geen transitievergoeding verschuldigd. Dit geldt totdat deze afspraken uitdrukkelijk worden verlengd of gewijzigd, maar uiterlijk tot 1 juli 2016. De overgangsregeling blijft ook bestaan wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt na 1 juli 2016, maar het verzoek om toestemming of ontbinding van de overeenkomst is ingediend vóór 1 mei 2016.
Overige lopende afspraken
Let op
Wanneer in een individuele arbeidsovereenkomst of een reeds afgesproken sociaal plan met de ondernemingsraad een ontslagvergoeding is opgenomen, moet de werknemer kiezen tussen de transitievergoeding of de ontslagvergoeding/voorziening zoals opgenomen in deze lopende afspraken. Om die keuze weloverwogen te maken, heeft u een informatieplicht. U moet de werknemer informeren over: • de consequenties van zijn keuze; • de hoogte van zijn transitievergoeding; • de vergoedingen en voorzieningen waar hij recht op heeft volgens de lopende afspraken; • de termijn waarbinnen hij afstand moet doen van zijn recht op aanspraken op ontslagver goedingen/ voorzieningen.
De werknemer moet uiterlijk vier weken na de door u verstrekte informatie zijn keuze maken. Kiest hij voor de transitievergoeding dan moet hij dus binnen vier weken schriftelijk afstand doen van zijn recht op aanspraken op vergoedingen/voorzieningen bij ontslag. Verstrekt u geen informatie, dan heeft de werknemer recht op zowel een transitievergoeding als op de vergoedingen/ voorzieningen volgens de lopende individuele afspraken.
Bedrijfsopvolgingsregeling voor vastgoed-bv’s In sommige gevallen geldt de bedrijfsopvolgingsregeling ook voor vastgoed-bv’s, zo blijkt uit rechterlijke uitspraken. De Belastingdienst stelt doorgaans dat bij vastgoed-bv’s geen sprake is van een onderneming, maar alleen van beleggen waardoor de bedrijfsopvolgingsregeling niet zou gelden.
Bedrijfsopvolgingsregeling in de successiewet De bedrijfsopvolgingsregeling houdt in dat voor het schenken of erven van ondernemingsvermogen een hoge vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting geldt. Ondernemingsvermogen tot ruim € 1 miljoen is volledig vrijgesteld en daarboven is 83% vrijgesteld. Deze regeling geldt zowel voor ondernemingen van een natuurlijk persoon als voor tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen in een nv of bv. De vrijstelling is echter beperkt tot het vermogen waarmee een actieve onderneming wordt gedreven. Op in de bv ondergebracht beleggingsvermogen is de vrijstelling niet van toepassing.
Tip Heeft u aandelen in een vastgoed-bv die u schenkt of nalaat, of krijgt u aandelen in zo’n bv geschonken of nagelaten? Ga na of sprake is van een vastgoedonderneming voor een eventueel beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling.
Een vastgoed-bv is een bv die zich bezighoudt met beleggen in en verhuren van onroerend goed. Als sprake is van ‘normaal vermogensbeheer’, dan drijft de vastgoed-bv in fiscale zin geen onderneming. Degene die aandelen in zo’n vastgoed-bv erft of geschonken krijgt, heeft dan geen recht op de bedrijfsopvolgingsregeling. Doet de vastgoed-bv meer, bijvoorbeeld ook projectontwikkeling, dan komt de bedrijfsopvolgingsregeling sneller in beeld. Of sprake is van een onderneming of van ‘normaal vermogensbeheer’ wordt per geval beoordeeld.
Let op Er gelden meer voorwaarden voor de bedrijfsopvolgingsregeling. Uw adviseur kan u daar nader over informeren.
Enkele handvatten De verhuur van een bedrijfspand door een vastgoed-bv aan de werk-bv die is overgenomen
door bedrijfsopvolgers, is ‘normaal vermogensbeheer’. Echter, lagere rechters hebben in sommige gevallen anders geoordeeld: • Er was sprake van een omvangrijke en diverse beleggingsportefeuille in vastgoed waarvan het beheer specifieke kennis vereiste en substantiële arbeidsinzet van de aandeelhouders vergde. • Er was sprake van een vastgoedportefeuille van zo’n 20 tot 25 panden en daarnaast diverse projecten. De aandeelhouder werkte zo’n 30 uur per week voor de vastgoed-bv, hij gebruikte zijn zakelijk netwerk intensief en de bv was voor een flink deel gefinancierd met vreemd vermogen. • De vastgoed-bv richtte zich op projectont wikkeling. De beide broers die de aandelen erfden, deden het administratieve beheer, het technisch beheer en het commerciële beheer zelf. Er was volgens de rechter sprake van ‘meerarbeid’ die een hogere opbrengst tot gevolg had dan bij normaal actief vermogensbeheer.
Betere bescherming voor erfgenamen Wat te doen met een onverwachte schuld uit een erfenis? Die valt toch vaak rauw op het dak van de nabestaanden, die hierdoor in de financiële problemen kunnen komen. Daarom is er een nieuw wetsvoorstel ingediend om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden uit de nalatenschap. Ook de regels rondom zuivere aanvaarding worden verduidelijkt. Het wetsvoorstel ‘Bescherming erfgenamen tegen schulden’ pakt twee problemen aan: • Het onbewust zuiver aanvaarden van een
nalatenschap zonder weloverwogen beslissing. • Het opdoemen van een onverwachte schuld uit de nalatenschap.
Zuiver aanvaarden Als erfgenaam kunt u kiezen tussen aanvaarden of verwerpen van de erfenis. Aanvaarding kan
>>
FISCAAL >> zuiver of beneficiair. Het nadeel van een zuivere aanvaarding is dat u ingeval van een negatieve nalatenschap privé aansprakelijk bent voor de schulden uit de erfenis. Zuiver aanvaarden kan dus financieel nadelig uitpakken. Daarom is er de mogelijkheid van beneficiair aanvaarden.
Let op Bij beneficiaire aanvaarding verkrijgt een erfgenaam alleen de goederen (bezittingen) van de nalatenschap die zijn overgebleven na aftrek van de schulden. Zijn de schulden groter dan de bezittingen, dan hoeft u deze in principe niet uit uw privévermogen te voldoen.
Zuiver aanvaarden kan met een bewuste acceptatie van de nalatenschap door het afleggen van een verklaring. In de praktijk gebeurt het echter regelmatig dat erfgenamen onbewust een nalatenschap zuiver aanvaarden. De woning van de overledene moet bijvoorbeeld snel worden ontruimd, u neemt wat spulletjes mee uit die woning of u betaalt nog openstaande rekeningen van de overledene. Dit zijn allemaal gedragingen waarmee u een nalatenschap zuiver heeft aanvaard, zonder een weloverwogen
keuze. Het wetsvoorstel regelt dat straks alleen nog sprake is van zuivere aanvaarding door gedraging als u goederen uit de nalatenschap verkoopt of op andere wijze onttrekt aan eventuele schuldeisers.
is een onverwachte verplichting tot het betalen van een schadevergoeding door de overledene.
Onverwachte schuld Om erfgenamen te beschermen tegen een onverwachte schuld die bekend wordt na zuivere aanvaarding van de nalatenschap, krijgen zij de mogelijkheid om binnen drie maanden na ontdekking van deze schuld de kantonrechter te verzoeken om bescherming van privévermogen.
Let op Een onverwachte schuld is een schuld die de erfgenaam niet kende en ook niet behoorde te kennen op het moment dat hij de nalatenschap zuiver aanvaardde. Het gaat in ieder geval niet om schulden die uit de administratie blijken van de overledene, zoals hypotheekschulden, onbetaalde facturen en belastingschulden. Slechts in uitzonderingssituaties zal sprake zijn van een onverwachte schuld. Een voorbeeld van een dergelijke schuld
TIPS Benut innovatiefaciliteiten
Voor het zevende jaar op rij is er een toename te zien van het aantal bedrijven dat gebruik maakt van de fiscale innovatieregelingen WBSO en RDA. Het MKB vormt veruit de grootste gebruiker van deze innovatieregelingen. Hebt u werknemers in dienst die speur- en ontwikkelingswerk (S&O-werk) verrichten dan kunt u met de WBSO de loonkosten voor deze werkzaamheden binnen uw bedrijf verlagen. Voor de zelfstandig innovatieve ondernemer is er de S&O-aftrek. De RDA verlaagt de overige kosten en uitgaven van S&O-werk. Voor zowel de WBSO als de RDA dient u tijdig een WBSO-aanvraag in te dienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daarbij geldt dat de RDA niet afzonderlijk is aan te vragen, maar alleen tegelijk, via hetzelfde formulier, met de WBSO.
mag in het jaar van ontwikkeling van het activum en de twee daarop volgende jaren worden toegepast. Naast een administratieve lastenverlichting kan toepassing van het forfait extra voordeel bieden als de werkelijke voordelen van de innovatie in relatieve en absolute zin beperkt zijn.
In de vennootschapsbelasting bestaat daarnaast de innovatiebox. Ondernemers die met S&O-werk immateriële activa hebben ontwikkeld, kunnen daarvan gebruikmaken. De innovatiebox zorgt voor een effectief tarief van 5% vennootschapsbelasting over de winsten die met de innovatieve activa zijn behaald. Bij de vaststelling van de winst waarop de innovatiebox van toepassing is, kan gebruik gemaakt worden van een forfait. Dan wordt 25% van de totale winst toegerekend aan de innovatiebox, met een maximum van € 25.000. Het forfait
Belastingvrij stoppen met roken
Wist u dat u onbelast een cursus stoppen met roken mag aanbieden aan uw werknemers? Dat kan echter alleen als de cursus kwalificeert als arbovoorziening en u voldoet aan twee voorwaarden: • De werkgever neemt het initiatief voor de cursus. • De cursus maakt deel uit van het arboplan van de onderneming.
Lagere transitievergoeding voor kleine werkgever
Voorheen was alleen het ter beschikking stellen van een cursus stoppen met roken onbelast. Sinds 2015 mag u de cursus ook onbelast vergoeden of verstrekken. Ook de eis dat de cursus geheel of gedeeltelijk moet worden gegeven op de werkplek is komen te vervallen. Naast de cursus stoppen met roken kunnen ook andere arbovoorzieningen onbelast worden vergoed of verstrekt mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Neem voor andere mogelijkheden om uw arbeidsvoorwaarden te optimaliseren contact op met uw adviseur.
Bent u een kleine werkgever met minder dan 25 medewerkers en moet u vanwege een slechte financiële situatie om bedrijfseconomische redenen een werknemer ontslaan, dan bent u tot 1 januari 2020 mogelijk een lagere en wellicht zelfs geen transitievergoeding verschuldigd. Onder omstandigheden telt namelijk de arbeidsperiode van uw werknemer vóór 1 mei 2013 niet mee voor de hoogte van de transitievergoeding. U moet dan wel aan een aantal zware voorwaarden voldoen: • Het nettoresultaat van uw onderneming is in de drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of door u niet wordt voortgezet, kleiner geweest dan nul; • Er is sprake van een negatief eigen vermogen; en • De waarde van de vlottende activa is aan het einde van het boekjaar voorafgaand aan het jaar van beëindiging of niet voortzetting van de arbeidsovereen komst, kleiner dan de kortlopende schulden. Dit zijn schulden met een resterende looptijd van maximaal één jaar.
KWintessens - augustus 2015
TIPS het VMBO en MBO, voor HBO techniek, landbouw en natuurlijke omgeving, promovendi en technisch ontwerpers in opleiding (TOIO’s). Het beschikbare subsidiebudget per onderwijscategorie wordt evenredig verdeeld over de ingediende aanvragen. De regeling werkt dus niet volgens het ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’ principe. Voor het MBO is bijvoorbeeld € 188,9 miljoen beschikbaar.
Medisch specialist: zelfstandig ondernemer of bv met gebruikelijk loon?
Met de invoering van de integrale tarieven per 1 januari 2015 kunnen medisch specialisten niet meer via het ziekenhuis bij de zorgverzekeraar declareren. Dit zelfstandig declaratierecht werd gezien als een van de kernvoorwaarden voor zelfstandig ondernemerschap: zonder dit recht zou zonder maatregelen sprake zijn van een dienstbetrekking. Onder die dreiging zijn veel zelfstandig medisch specialisten overgestapt naar een andere rechtsvorm. Recent kwam in het nieuws dat deze overstap onnodig zou zijn. Het ondernemerschap is niet (alleen) afhankelijk van het zelfstandig declaratierecht en het daarmee gepaard gaande debiteurenrisico, maar kan ook op andere manieren worden ingevuld. Het Ministerie van VWS bevestigde dit recent in antwoord op Kamervragen. Kanttekening daarbij is wel dat het ondernemerschap dan wel aan de hand van andere parameters wordt ingevuld. Daarmee blijft in stand dat door het vervallen van het declaratierecht medisch specialisten niet meer vrijwel automatisch als zelfstandig ondernemer worden aangemerkt. Voor medisch specialisten die zijn overgestapt naar een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid zoals een bv, geldt de gebruikelijkloonregeling. Dat houdt in dat het salaris dat de medisch specialist als directeur-grootaandeelhouder (dga) een salaris dient te genieten dat vergelijkbaar is met dat van zijn collega’s in loondienst. De Belastingdienst heeft nu een standaard vaststellingsovereenkomst opgesteld op grond waarvan het gebruikelijk loon onder voorwaarden op € 120.000 kan worden gesteld. In deze voorwaarden is ook opgenomen dat de dga slecht een zeer beperkte rekening-courantschuld aan zijn bv mag hebben. Wetstechnisch speelt de hoogte van de eventuele schuld aan de bv echter rol bij de bepaling van de hoogte van het gebruikelijk loon. Daarnaast is het maar de vraag of een gebruikelijk loon van € 120.000 ook passend is bij de positie van de individuele medisch specialist. Het individueel optimaliseren van het gebruikelijk loon kan leiden tot een aanzienlijke belastingbesparing.
De regeling Praktijk Leren heeft tot doel het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijk- en werkleerplaatsen. De subsidie is een tegemoetkoming voor een werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Er is subsidie beschikbaar voor leerwerkbedrijven in
Het subsidiebedrag heeft een maximum van € 2.700 per leerling per studiejaar waarbij de werkgever minimaal 40 weken begeleiding heeft verzorgd. Het subsidieloket is inmiddels opengesteld, na afloop van het studiejaar kan de subsidie worden aangevraagd. De aanvraag kan tot uiterlijk 15 september 2015, 17:00 uur worden ingediend.
Einde voordeel personeelslening eigen woning
Subsidieregeling Praktijk Leren
Als werkgever kunt u een lening verstrekken aan uw werknemer. Betaalt deze werknemer vervolgens minder rente over de personeelslening dan bij een kredietverlener of geen rente, dan is sprake van een rentevoordeel. Dit rentevoordeel is belast, maar niet als de werknemer de lening gebruikt voor het kopen, onderhouden of verbeteren van zijn eigen woning. Dan geldt voor het rentevoordeel in de werkkostenregeling een nihilwaardering. Wordt het rentevoordeel wel belast in de loonbelasting, dan kan de werknemer de rente vervolgens als eigenwoningrente aftrekken in de inkomstenbelasting en vallen de loonbelasting en de aftrek per saldo tegen elkaar weg. Deze nihilwaardering vervalt naar alle waarschijnlijkheid per 1 januari 2016. Dit is opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2015, die bij de Tweede Kamer is ingediend. Reden voor de wijziging is dat het tarief waartegen de hypotheekrente in de hoogste tariefschijf kan worden afgetrokken met 0,5 procentpunt per jaar wordt afgebouwd. In 2015 is de aftrek maximaal 51%, terwijl het hoogste belastingtarief 52% bedraagt. Door de huidige nihilwaardering in de loonbelasting zouden werknemers met een dergelijke personeelslening niet door deze beperking worden geraakt.
Met de inwerkingtreding van de nieuwe ontslagregels per 1 juli 2015 moet u voor ontslag om bedrijfseconomische redenen of
De ingevulde formulieren kunt u inclusief bijlagen uploaden via het werkgeversportaal op uwv.nl. Zorg ervoor dat uw aanvraag compleet is. UWV kan uw aanvraag dan binnen vier weken afhandelen. Heeft u nog geen account voor het werkgeversportaal, vraag deze dan tijdig aan. Via dit portaal kunt u ook vragen stellen aan UWV en uw werknemers online ziek en beter melden.
Oprichten bv voor hoge eenmalige bate
Heeft u een hoge eenmalige bate in uw onderneming en wilt u daarover de belastingheffing beperken en eventueel uitstellen? Dan kunt u denken aan het oprichten van een bv, eventueel met terugwerkende kracht naar begin van dit jaar. Door de terugwerkende kracht kunt u, ook als u de eenmalige bate al heeft ontvangen, deze alsnog in een bv onderbrengen. Inbreng met terugwerkende kracht is alleen mogelijk als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo mag de terugwerkende kracht niet leiden tot een incidenteel fiscaal voordeel. Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het tariefsvoordeel niet incidenteel is, maar samenhangt met de rechtsvormkeuze en daarmee een permanent voordeel is. Immers, alle toekomstige baten worden tegen hetzelfde tarief belast. Dat sprake is van een hoge incidentele bate voorafgaand aan het besluit tot omzetting van de onderneming tot een bv, maakt nog niet dat ook sprake is van een incidenteel fiscaal voordeel.
Let op
De omzetting brengt extra kosten met zich mee, waardoor het voordeel wordt beperkt. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de verwachte inkomsten in toekomstige jaren, waarbij de effectieve druk in de bv wellicht juist hoger is dan in de ib-onderneming. Uw adviseur kan voor u nagaan of de omzetting van de onderneming in uw situatie voordeel kan opleveren.
Wilt u uw onderneming omzetten in een bv met terugwerkende kracht naar 1 januari 2015? Dan moet u vóór 1 oktober 2015 een intentieverklaring opstellen en bij de Belastingdienst registreren.
De huidige nihilwaardering voor het rentevoordeel van een personeelslening voor de aanschaf van een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter blijft wel bestaan.
Nieuwe aanvraagformulieren ontslagvergunning UWV
wegens langdurige arbeidsongeschiktheid verplicht bij UWV een ontslagvergunning aanvragen. UWV stelt hiervoor nieuwe aanvraagformulieren ter beschikking. De aanvraag bestaat uit drie delen: Deel A voor het invullen van meer algemene gegevens, Deel B vult u in voor elke werknemer voor wie u ontslag aanvraagt, Deel C voor het onderbouwen van uw aanvraag voor een ontslagvergunning.
KWintessens - augustus 2015
VESTIGINGEN Almelo
Stadionlaan 50 Telefoon (0546) 82 14 28
Deventer
Munsterstraat 2E Telefoon (0570) 61 30 92
Doetinchem
Hamburgerbroeklaan 22 Telefoon (0314) 37 48 00
Emmen
De Bukakkers 20 Telefoon (0591) 65 78 00
Enschede
Pantheon 2 Telefoon (053) 850 49 00
Oldenzaal
De Matenstraat 47 Telefoon (0541) 53 06 66
Raalte
Meidoornlaan 24 Telefoon (0572) 36 22 33
COLOFON KWintessens is een nieuwsbrief voor de relaties van KroeseWevers en verschijnt 5 maal per jaar. De inhoud van deze nieuwsbrief is bedoeld als algemene informatie en vormt geen advies en is ook niet bedoeld om enig recht of enige verplichting te creëren. Raadpleeg voor het nemen van beslissingen altijd uw adviseur. Ondanks dat deze nieuwsbrief met uiterste zorg is samengesteld aanvaarden uitgever, redactie, auteurs, noch het accountants- en belastingadvieskantoor of Nexia Nederland BV waar deze auteurs werkzaam zijn enige aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, drukfouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen of nalaten) daarvan.
Redactie
mr. Boris Meinders mr. drs. René Bruining Katrien Klein Colette Huizinga
Redactie-adres
KroeseWevers Postbus 142 7500 AC Enschede T 053-8504900
[email protected]
Abonnementen
Wilt u de KWintessens voortaan ontvangen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] en het wordt u gratis toegezonden. Mocht u naar aanleiding van de inhoud van deze nieuwsbrief vragen hebben dan kunt u contact opnemen met één van onze kantoren.
Kroese Wevers is lid van Nexia International, het wereldwijde netwerk van onafhankelijke accountants- en advieskantoren.