KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN Ria Govaerts en Greet Moons
Het Kunsthuis Yellow Art biedt een veilige ruimte voor creatieve artistieke processen. Waarom extra aandacht voor kunst? Bestaat er zoiets als psychiatrische en niet-psychiatrische kunst? Waarom kiest het OPZ voor een kunsthuis? Wat is de meerwaarde ervan? Hoe past dit verhaal in een boek over de therapeutische relatie? Wordt er aan therapie gedaan? Of is de kunst de helende factor?
Kunst en psychiatrie Historische schets Kunst en waanzin: beide hebben iets fascinerends en ongrijpbaar. Van in het begin van de vorige eeuw, toen de geesteszieke een ‘stem’ kreeg in de westerse maatschappij, was er ook een toenemende aandacht voor zijn artistieke uitingen. Deze liep parallel met nieuwe ontwikkelingen in de kunst. In 1921 verscheen ‘Ein Geisteskranker als Künstler’ van de psychiater Walter Morgenthaler. Hij besprak hierin een reeks werken van Adolf Wölfli, die als schizofrene patiënt verbleef in het Waldau-ziekenhuis bij Bern. Hans Prinzhorn, psychiater én kunsthistoricus, werkzaam in de universiteitskliniek van Heidelberg, verzamelde tussen 1919 en 1921 een indrukwekkende collectie van 5000 werken van bijna 450 patiëntenkunstenaars uit inrichtingen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
1
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS In zijn ‘Bildnerei der Geisteskranken’ uit 1922, die handelt over zijn verzameling, bekijkt hij de werken eerder vanuit een kunsthistorisch dan vanuit een psychiatrisch oogpunt. Hij zag de werken eerder als een expressie van een schizofreen bewustzijn dat ontstaan was uit de traumatische ervaring van de eerste wereldoorlog. Niet als de uiting van een zieke geest op zich dus, maar als een commentaar op de westerse beschaving. De reacties op zijn boek waren uiteenlopend: enerzijds gereserveerdheid van uit de psychiatrische wereld; anderzijds enthousiasme vanuit een hele generatie jonge kunstenaars. Dat werken uit deze collectie later zij aan zij hingen met werken van de Duitse expressionisten op de tentoonstelling over Entartete Kunst in 1938, bewijst dat zij samen met de kunst van dat ogenblik afweken van de toen geldende normen. Op het einde van de 19e eeuw waren er belangrijke technologische ontdekkingen die de kunst op andere sporen brachten. Om er maar enkele te noemen: de stoomturbine, de dieselmotor, de grammofoonplaat, de auto, de fotografie… Een andere manier van kijken drong zich op. Niet de realiteit zo goed mogelijk uitbeelden door onder andere de regels van het perspectief toe te passen, maar nieuwe vraagstukken beantwoorden in verband met vorm, kleur en waarneming, waren aan de orde. De 19e eeuwse romantiek leefde nog sterk in de impressionisten en postimpressionisten. De zoektocht naar het pure, essentiële, de waarheid. Waar het impressionisme zich losmaakte van het heersende academisme, gingen de post-impressionisten nog een stap verder. Op zoek naar vereenvoudiging van vorm en kleur en naar de uitdrukking van het essentiële lag het werk Paul Cézanne aan de basis van heel wat kunstrichtingen in de 20e eeuw. ‘…bij Cézanne is er sprake van een zoektocht naar de ondoorgrondelijkheid van de dingen. Juist omdat hij de lijfelijke dingen vanuit de kleur laat oprijzen vanuit de ‘aarde’, confronteert hij ons met een vreemde wereld. Hij confronteert ons met de oorspronkelijke vreemdheid van de dingen.’1 Ook andere schilders zochten elk op hun manier naar de essentie van de uitdrukking. Gauguin ging op zoek ging naar puurheid in Tahiti en vertaalde dit ook in vereenvoudiging van vorm en kleur. De eerste expressionisten zoals onder andere van Gogh en Munch drukten via de beeldtaal hun sterke emoties uit.
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN De link tussen het echte, pure in zogenaamde primitieve culturen en het echte, pure in de kunst en in de wereld van de geesteszieke, was dan ook niet ver te zoeken. De nieuwe eeuw bracht ook andere culturen dichterbij. Hun kunstvormen werden geïmporteerd en geïntegreerd in eigen werk. Denken we maar aan de belangstelling die de impressionisten toonden voor Japanse prenten. Ook de Afrikaanse kunst bepaalde mee het nieuwe gezicht van de westerse kunst. De directheid waarmee Picasso bijvoorbeeld zijn “Les demoiselles d’Avignon” (1907), schilderde, veroorzaakte door zijn rauwe primitieve uitdrukkingsvorm grote opschudding in de gevestigde artistieke wereld. Dat Picasso tegelijkertijd ook gecharmeerd was door het werk van Henri “le douanier” Rousseau, een autodidact die in een geheel eigen stijl “naïeve” schilderijen maakte, past ook in dezelfde tijdsgeest. In de eerste helft van de 20e eeuw, benadrukken verschillende kunststromingen het belang van ‘échte’ uitdrukkingsvormen. Ook het ontstaan van de psychoanalyse draagt bij tot de zoektocht van de expressionisten, dadaïsten en surrealisten naar het authentieke. Jean Arp, een dadaïst, schreef: ‘Vol afschuw keerden wij ons af van de slachthuizen van de wereld om ons tot kunst te wenden. We zochten naar elementaire kunstvormen, die, naar wij meenden, de mensheid zouden bevrijden van de politieke waanzin van deze tijd…’ Ze zochten spontaniteit in exotische culturen, maar vooral in de kindertijd en in toeval.2 Het surrealisme wilde de mens bevrijden. André Breton werkte tijdens de eerste wereldoorlog als inwonend arts in de psychiatrische kliniek van SaintDizier, waar hij mensen behandelde die door granaatvuur zenuwstoringen hadden opgelopen. De analyse van hun dromen bracht hem tot belangrijke uitgangspunten van het surrealisme, namelijk het belang van het onbewuste. Het dromend bewustzijn openbaarde de ongecensureerde waarheid. Breton beschouwde geesteszieken niet als ziek, maar als orakels. Geestelijke ontwrichting toonde volgens hem de nachtzijde van ons bestaan. Voor de surrealisten waren er dan ook 3 vormen van expressie die heel wat ongecensureerde symbolen konden prijsgeven, namelijk de primitieve kunst, de kunst van krankzinnigen en kindertekeningen. Zij bewonderden ook naïeve kunstenaars zoals de eerder genoemde Henri Rousseau en Ferdinand ‘le facteur’ Cheval, die zijn hele leven bouwde aan zijn ‘Palais Idéal’ in Hauterives. Hoe langer hoe meer werd originaliteit de kerngedachte van de kunst. 3
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS
Een belangrijk figuur is ook Jean Dubuffet, vooral omwille van zijn interesse in wat hij Art Brut’ noemde. Voortbouwend op het gedachtegoed van de surrealisten, zag hij ‘Art Brut’ als verzamelnaam voor werken van kunstenaars die los van enige culturele, kunsthistorische en academische invloeden, vanuit hun eigen inspiratie, pure artistieke creaties maakten. Naast werken van geesteszieken, die hij zocht in verschillende psychiatrische instellingen, verzamelde hij ook origineel werk van kunstenaars die in de marge de samenleving hun werk produceerden. Niet de waanzin, maar de academische normen zijn voor Dubuffet pathologisch. De belangrijke verzameling die hij opbouwde, is sedert 1976 ondergebracht in de ‘Collection de l’ Art Brut’ in Lausanne. Roger Cardinal kwam in 1972 met de term ‘Outsider Art’ als verzamelnaam van de kunst die wordt gemaakt door mensen die zich van maatschappelijke en artistieke eisen bevrijd hebben en die werken vanuit een innerlijke gedrevenheid zonder erom bekommerd te zijn wat de kunstwereld ervan denkt. Na de uitbouw van een apart circuit voor outsider art, zien we tegenwoordig meer een tendens om in- en outsider art in confrontatie met elkaar tentoon te stellen. Befaamde tentoonstellingmakers, zoals onder andere Harald Szeemann en Jan Hoet, beiden gefascineerd door persoonlijke mythologieën van mensen, stelden reeds werken van beide circuits samen tentoon. In Y.E.L.L.O.W (2001) stelde Jan Hoet ook werken tentoon die tot stand kwamen vanuit een samenwerking tussen officiële kunstenaars en kunstenaars met een psychische stoornis. Het is echter nog een lange weg naar werkelijke integratie, die waarschijnlijk meer te maken heeft met het gebrek aan acceptatie van de psychiatrische patiënt in onze samenleving dan met kunst.
Het belang van kunst in de psychiatrie
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN Dankzij de visie van sommige kunstenaars en kunsthistorici in de voorbije eeuw, bleef de fascinatie voor de geesteszieken wel bestaan, maar werden hun creatieve uitingen meer ernstig genomen. Door het genezende effect dat toegeschreven werd aan het uiten van het onbewuste en door de rijkdom van de beeldtaal voor datgene wat niet kon verwoord worden, startten heel wat instellingen met creatieve therapie. Tegelijkertijd zorgde de ontwikkeling van psychofarmaca ervoor dat de ‘binnenwereld’ van sommige geesteszieken minder bizar en meer toegankelijk werd en dat heel wat mensen met psychische problemen sedertdien een min of meer normaal leven kunnen leiden. De werken die in volkomen afzondering gemaakt werden, zonder enige invloed van buitenaf, zijn in deze tijd dan ook zo goed als onbestaand. Creatieve therapie wordt in de instellingen aangeboden aan iedereen en wordt meegenomen in de behandeling. Hier ligt nu het onderscheid met het kunsthuis, dat geen deel uitmaakt van de behandeling. Het is er voor mensen met een artistieke aanleg en gedrevenheid, die omwille van hun psychische problemen een aangepast kader nodig hebben om hun artistieke werk te kunnen maken. In een complexe samenleving is het zonder een goed sociaal vangnet en zonder adequate sociale vaardigheden moeilijk om overeind te blijven. Tijdens periodes van psychisch onevenwicht kan daarenboven de relatie met de werkelijkheid zo verstoord zijn, dat gewoon overleven al grote inspanningen vraagt. Een kunsthuis kan faciliteren zodat artistieke mensen met psychische problemen hun werk kunnen maken zonder voortdurend de confrontatie te moeten aangaan met hun (al dan niet tijdelijke) gebrek aan aanpassingsmogelijkheden aan de samenleving. In dit opzicht leunt een kunsthuis het nauwst aan bij een rehabilitatieprogramma, dat alles in het werk stelt om de cliënt zich maximaal te laten ontplooien.
5
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS
Kunsthuis Yellow Art
Historiek Naar aanleiding van een Wereldcongres over Psychiatrische Gezinsverpleging in mei 2000 te Geel werd voor het eerst een kunstproject opgezet. Samen met deelnemers van het OPZ werden verschillende kunstinstallaties in de stad gerealiseerd. Met groeiend enthousiasme werd in de twee volgende jaren deelgenomen aan nieuwe integratieprojecten of werden eigen projecten uitgebouwd. In deze context werd duidelijk dat de deelnemers via hun kunstuitingen sterk aanwezig kunnen zijn in de maatschappij en dat de belangstelling van het publiek voor deze uitingen een goede weg is om tot een langzame mentaliteitsverandering te komen. De mensen zien dat de kunst van mensen met psychische stoornissen niet danig verschilt van deze van andere kunstenaars. In 2001 werd Y.E.L.L.O.W opgezet in het ouderlijk huis van Jan Hoet te Geel. Naast werk uit de historische kunstcollectie van het OPZ, stelden een twintigtal hedendaagse kunstenaars hun werk tentoon. Verschillenden onder hen werkten een project uit samen met mensen met psychische stoornissen. Er kwamen enkele duizenden bezoekers uit binnen- en buitenland. Koningin Paola, die deze tentoonstelling bezocht, noemde voor het eerst deze ‘integratieve’ kunst, die groeide uit de onderlinge samenwerking, ‘Yellow Art’. In de maanden na de tentoonstelling organiseerden enkele deelnemers samen met kunstenaar Ronny Delrue, die in de voorbereiding van Y.E.L.L.O.W workshops in het OPZ opzette, een eigen tentoonstelling met werk dat tijdens deze workshops tot stand kwam met name ‘Gevoelige Geesten’. In het voorjaar van 2003 namen een aantal mensen van het OPZ deel aan een project ‘Die Andere Thuismatch’. Dit project werd gecoördineerd door het Cultureel Centrum en gerealiseerd onder leiding van Lucas Vandervorst, artistiek leider van theatergezelschap De Tijd, en Dree Peremans, exproducer Radio 1 en schrijver. Zowel drama, fotografie en beeldend werk kwamen aan bod. Voor de realisering van een kunstwerk in het kader van het masterplan selecteerden het OPZ en de kunstcel van de Vlaamse bouwmeester in 2003 vijf kunstenaars met internationale faam, een sterk inlevingsvermogen en
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN een uitgesproken maatschappelijk engagement: Suchan Kinoshita (Japan), Brian Maguire (Ierland), Guy Rombouts (België/Geel), Walter Swennen (België) en Kris Vleeschouwer (België). Deze vijf kunstenaars kregen de opdracht om vanuit een gevoel voor empathie en menselijk samenwerken in het OPZ workshops op te zetten van waaruit ze dan hun eigen kunstproject kunnen ontwikkelen. Bedoeling was om projecten voor te stellen die de verbondenheid tussen de psychiatrie en de maatschappij die haar omringt, beklemtoont. De workshops resulteerden in de tentoonstelling ‘Orange Summer’ in 2003, waarin werken vanuit de samenwerking tussen deze vijf kunstenaars en de deelnemers getoond werden. Van de uiteindelijk weerhouden projecten vertoont ‘Citizen’ van Brian Maguire de meest integratieve aspecten.
Visie Er is dus al ruimschoots kennis gemaakt met de integratieve kracht van kunstactiviteiten. Deelnemers tonen iets aan de maatschappij en krijgen hiervoor erkenning en waardering. De maatschappij merkt dat het stigma dat op deze mensen rust verwaarloosbaar wordt tegen de achtergrond van hun positieve kwaliteiten. Het focussen van alle intellectuele en emotionele capaciteiten op het gericht werken aan een artistiek oeuvre overstijgt (tijdelijk of kortstondig) aanwezige psychische stoornissen. Het verhoogt de capaciteit om greep te krijgen op de stoornis en doet het geloof in de eigen kracht stijgen. Artistieke activiteiten leiden tot een verhoogd zelfvertrouwen en een psychisch beter evenwicht. Het bezorgt hen een positief imago en is een hulpmotor voor integratie of reïntegratie in de samenleving. Voor het slagen van dit project is het belangrijk dat het kunsthuis geen deel uitmaakt van de ziekenhuisactiviteiten of het stigma van een psychiatrische behandeling draagt. Het moet zich bevinden op de grens van ziekenhuis en samenleving. Mensen met een psychische handicap werken er samen met anderen aan kunstprojecten die zowel in de beeldende, de dramatische, literaire, choreografische of muzikale sfeer kunnen liggen. Het onderscheid tussen het al dan niet psychisch gehandicapt zijn vervalt ten voordele van een verwantschap vanuit de artistieke activiteit. De samenleving komt in verwarring wanneer ze door omstandigheden niet meer in staat is om onderscheid te maken tussen wie nu wel en wie niet psychisch gestoord is. Ze wordt in dit geval verplicht tot nadenken over haar stigmatiserende rol tegenover groepen met een verschil. 7
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS
Yellow Art, opgericht in het voorjaar van 2004, consolideert de expertise die ondertussen is opgebouwd en biedt mensen met psychische problemen én artistieke mogelijkheden de kans om zich artistiek uit te leven buiten een therapeutische context. In een ongedwongen maar toch serieuze werksfeer krijgen de deelnemers de ruimte om te experimenteren en hun eigen artistieke project uit te werken. Bedoeling is dat zij een persoonlijk oeuvre creëren en na verloop van tijd met hun werk in de openbaarheid treden buiten het circuit van de geestelijke gezondheidszorg. Er wordt afgezien van het beoordelingssysteem ‘normaal versus ziek/gehandicapt‘ en het verschil tussen pathologische en normale kunst wordt overstegen. Yellow Art neemt initiatieven op kunstgebied en verdedigt de belangen van deelnemers met artistieke interesses en kwaliteiten. Yellow Art biedt faciliteiten in de vorm van atelierruimte, technische ondersteuning, materiaal, organisatie van cursussen, tentoonstellingen, sociale contacten. Het is geen therapeutisch centrum of geen dagactiviteitencentrum. De deelnemers kunnen opgenomen zijn, maar evengoed thuis wonen of in een andere opvangvorm verblijven. De deelnemers werken zelfstandig aan wat ze willen realiseren. Indien de deelnemers gehospitaliseerd zijn, worden ze begeleid door het multidisciplinaire team van de leefeenheid. Verblijven ze in een andere woonvorm of thuis, dan vinden ze hun psychiatrische begeleiding in de ambulante geestelijke gezondheidszorg of de psychiatrische thuiszorg. Om de opening naar de samenleving en de kunstwereld te verzekeren, worden regelmatig workshops met kunstenaars ingericht, tentoonstellingen georganiseerd en kunstprojecten opgezet. Om dit soort activiteiten te kunnen organiseren, is het belangrijk dat het kunsthuis niet geïsoleerd optreedt, maar functioneert binnen het kunstgebeuren in de gemeente en de ruimere regio. Dit werkt niet alleen inspirerend en verrijkend, maar ook destigmatiserend. Bedoeling is om op termijn met de werken in het reguliere kunstcircuit terecht te komen. Visie van Lode Weyns, psychiater in de divisie rehabilitatie: ‘Het project Yellow Art biedt de mogelijkheid op kunstzinnige wijze vorm te geven aan thema's die de mens met een psychisch lijden bezig houden en waar hij moeilijk of niet een taal voor vindt. Vele mensen met een psychiatrische aandoening voelen de behoefte om eigen inzichten en ervaringen die vaak zeer persoonlijk casu quo intiem zijn, te delen met
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN andere mensen. Zij ervaren onmacht en onbegrip, stuiten op de beperkingen van taal, zeker als onbewuste symbolisch geladen thema's vragen om expressie. Kunstzinnige vormgeving schept door de objectivering distantie van de affectief geladen motieven en bewerkt op deze wijze in zekere zin een 'gesprek', al is het met zichzelf; terzelfdertijd is het ook een mogelijke brug naar de ander waarbij de betekenis niet eenduidig en hierdoor vernietigend hoeft te zijn, maar in het kunstwerk als geheel meteen de betekenis met al haar interne tegenspraak mag blijven bestaan. Gedachten zijn ijle wind en kunnen onder meer bij mensen met een psychose onverwacht snel een windhoos worden. Kunstzinnige concretisering via materie met de beperkingen vandien kan de ijle wind laten luwen omdat inhoud dan toch vorm gekregen heeft dankzij juist deze beperkingen. Taal als communicatiemiddel is logisch (structuralistisch) en in zekere zin ook eindeloos: zij biedt niet de mogelijkheid op hetzelfde moment het tegendeel of meerdere tegenspraken te verwoorden tenware door het zwijgen; één lijn op een doek kan dat wel (Miró). In taal kan men hoogstens het moment nadien iets anders zeggen, maar dan is het eerdere al gezegd en voorbij en zo kan men bezig blijven. Tijdens de creatie van het kunstwerk - en dit kan ook een gedicht zijn omdat woorden zich hier tot een eenheid groeperen - deint de tijd uit tot het 'af' is: kunst wordt gedragen door een eenheid van tijd, het creatief proces, een moment dat een seconde of een jaar mag duren. Mensen met een psychisch lijden hebben veel te vertellen, wat onzegbaar is, kan soms beter op creatieve wijze uitgedrukt worden.’
Concrete werking Kunsthuis Yellow Art heeft zijn ateliers in een woning aan de staat, aan de rand van de campus van OPZ.1 . Het is in de eerste plaats een vrij atelier waar materiaal voorhanden is om te schilderen, te tekenen en keramisch te werken. Er is ruimte en mogelijkheid om nog allerlei ander artistiek werk te maken. Dit wordt bepaald door de interesse en kunde van de deelnemers zelf. Er is een aanbod van gemeenschappelijke activiteiten, zoals cursussen in een bepaalde techniek, bezoek aan tentoonstellingen en kunstateliers en deelname aan tentoonstellingen en evenementen. 1
Jan Hoet bracht in deze woning zijn kinderjaren door omdat zijn vader destijds arts was in het OPZ. Dit geeft het huis een extra uitstraling
9
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS In een kleine bibliotheek liggen boeken over kunst, recente artikels en informatie over tentoonstellingen. De begeleiding gebeurt eerst en vooral vanuit artistiek oogpunt, Er is steeds iemand met een artistieke opleiding aanwezig: een personeelslid, een vrijwilliger, een kunstenaar of een externe lesgever. In het kunsthuis zijn een coördinator en een verantwoordelijke voor de atelierbegeleiding. De coördinator is verantwoordelijk voor het algemene en artistieke beleid. Zij bouwt het kunsthuis zowel regionaal als in functie van de interesses en vragen van de deelnemers uit. Zij organiseert tentoonstellingen en projecten met kunstenaars en instellingen en staat in voor de externe relaties. De verantwoordelijke voor de atelierbegeleiding staat het dichtst bij de deelnemers. Zij organiseert de intakes en stelt homogene groepen samen. Zij onderhoudt waar nodig contacten met verwijzers en doet de praktische organisatie. Samen vormen zij een kunstcel die naast de uitbouw van het kunsthuis tevens ‘kunst in opdracht’ in het kader van de nieuwbouw en renovatie van de gebouwen, opvolgt en waar kan integreert in de werking van het kunsthuis. Omwille van de vruchtbare dynamiek die ontstaat in de samenwerking met gevestigde kunstenaars, is dit een steeds terugkerend item in de werking. De kunstcel zorgt ook voor de verfraaiing van de gebouwen van het OPZ. Op regelmatige basis worden in dit kader ook workshops opengesteld voor een veel breder publiek, dat misschien minder artistiek is, maar toch graag eens meeproeft van de creatieve sfeer. Voor hen worden activiteiten opgezet die sterk aangestuurd worden en die resulteren in groepswerken die her en der op de campus terecht komen.
doelgroep Het kunsthuis is er voor mensen met artistieke talenten en gedrevenheid, die omwille van hun psychische stoornissen al dan niet tijdelijk een aangepast kader nodig hebben om zich artistiek te kunnen ontplooien. Mensen die opgenomen zijn, in dagbehandeling of in nazorg met een revalidatiecontract, kunnen in principe gebruik maken van het kunsthuis mits betaling van de materiaalkosten.
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN Mensen die van thuis komen of uit een andere opvangvorm, betalen naast de materiaalkosten per halve dag een bescheiden bijdrage. In het intakegesprek wordt gepeild naar de motivatie en brengt de kandidaat recent gemaakt werk mee. Na enkele proefsessies wordt besloten of iemand in aanmerking komt voor het kunsthuis. Er wordt ook verwacht dat de deelnemers zich zelfstandig kunnen verplaatsen en in groep kunnen functioneren. De deelname is niet vrijblijvend. Er wordt een engagement verwacht. De deelnemers houden zich aan de afgesproken dagen en verwittigen bij afwezigheid.
Enkele resultaten Door in contact te komen met wat hen drijft en waarin ze goed zijn, vinden de deelnemers sneller het zelfvertrouwen om de stap naar een nieuwe start in de samenleving te zetten. Sommigen startten in de academie voor beeldende kunsten en anderen gingen vrijwilligerswerk doen. Door dit verhoogde zelfvertrouwen kunnen ze zichzelf ook langer handhaven. Zelf tentoonstellen in het kunsthuis, of extern zoals Karel Laenen die in 2005 deelnam aan de tentoonstelling ‘Geestelijk landschap’van Ronny Delrue in het Guislainmuseum, zorgt voor extra stimulans. Werk kunnen verkopen en ontwerpen kunnen leveren voor onder andere wenskaarten zorgt voor meer erkenning. Getuigenis van Paul Blockx, een deelnemer: ‘Hoewel ik er de laatste jaren op achteruit gegaan ben, en niet meer kan functioneren in de buitenwereld, kan ik in het kunsthuis toch terecht. En ik wel kan zeggen dat ik me hier verder ontplooid heb dank zij de workshops, de cursussen en de begeleiding. Wat mij betreft zou ik kunnen zeggen dat ik hier al meer bruikbaars geleerd heb dan in mijn tijd in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar ik bang was mijn nek uit te steken en koos voor de opleiding glasramen omdat mijn proffen vonden dat ik te wild schilderde.
11
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS Maar hier in het kunsthuis, heb ik dankzij een workshop van Brian Maguire het portret ontdekt. Nadien heb ik er al enkele geschilderd: portretten in mijn eigen wilde stijl. Dan ontdekte ik een nieuwe passie dankzij een cursus aquarelleren. Ik kan zeggen dat ik nu al resultaten boek in abstracte composities in aquarel. Maar het is oefenen, oefenen en nog eens oefenen. En dan is er de begeleiding, die ik vaak ter hulp roep om, als gelijken in de kunst, mijn werken te bekritiseren. En die me, zonder therapeutische bedoelingen, toch bijstaan in mijn leven als altijd angstige mens, door er gewoon als mens voor mij te zijn. Waar ze aan mijn werk zien of het goed met me gaat; waar ze aanmoedigen om te durven: durven wild schilderen, durven een aquarel in één penseelstreek op te zetten. Zodat ik zelf zie hoe mijn werk met mijn leven samenhangt . Ik vind dat ik een kwaliteitsvol leven kan leiden dankzij mijn werk hier, in het kunsthuis.”
Therapie op losse schroeven Als kunst uit zichzelf helend werkt, is er dan plaats voor een therapeut binnen het kunsthuis ? Therapie en kunst zijn beiden antwoorden op een actuele nood en dus is het ook niet verwonderlijk dat kunst en therapie in een bijzondere relatie staan tot elkaar. In het kunnen uiten van de creativiteit, in brede zin, ligt het geheim van de geestelijke gezondheid. Creëren spreekt de gezonde delen van de mens aan en tal van psychiatrische instellingen boden de laatste decennia allerlei therapieën aan waarbij de creativiteit expliciet werd aangewend als therapie. Er wordt een evaluatie van het werk gemaakt en verslag uitgebracht op teamvergaderingen. Vele therapeuten stappen echter af van de idee dat ze door het artistiek proces te beïnvloeden aan het genezingsproces kunnen bijdragen. Men ziet dat vele cliënten geremd worden in hun creatieve uitingen bij de idee dat hun werk niet op zich bestaat. Het feit dat hun werk door allerlei professionelen wordt geanalyseerd, geïnterpreteerd en ingedeeld volgens categorieën maakt hen minder vrij in het creëren. Methodieken, criteria en al dan niet diepzinnige besprekingen belemmeren echte expressie .
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN Daarom voorziet men de laatste decennia in een infrastructureel kader en mogelijkheden om de creativiteit de vrije loop te laten in een zo groot mogelijke autonomie. Hier ligt de nadruk op het artistieke, op kunst . Het werk behoort niet tot de intieme sfeer van een therapie, maar wordt open getoond. Ook wordt het werk niet besproken vanuit therapeutisch oogpunt maar vanuit de kwaliteit van het werk ; hierbij rekening houdend met vorm, kleur, compositie en originaliteit. Men ziet dat mensen zich hierdoor vanzelf beter voelen; waardering en erkenning voor de talenten in plaats van steeds bezig zijn met wat er niet goed loopt, werpt duidelijk zijn vruchten af . Volgens de letterlijke vertaling van het Grieks, is de therapeut een dienaar. Ook in het kunsthuis is dit de rol van de begeleiding. Professionaliteit, in het kader van therapeutisch weten, een brede maatschappelijke achtergrond en artistieke kennis, staan ten dienste van de deelnemer. De relatie is gebaseerd op gelijkwaardigheid waarbij de begeleiding zich niet gedraagt als de alwetende moeder die weet wat haar kind nodig heeft en goed bedoeld deze noden invult; maar daarentegen zich laat leiden door het verlangen van de deelnemer die zelf bepaalt wanneer en hoe hij dit verlangen invult. Dit wil niet zeggen dat men zich voor eender welke onderneming van de deelnemer laat gebruiken . Een belangrijke kwaliteit van de begeleiding is het therapeutisch weten dat men los-laat in het contact met de deelnemer maar als achtergrond dient in zijn basishouding. Het is dus nodig dat de begeleiding goed luistert naar de deelnemer in ‘het opvangen van betekenaars die hem tekenen om hem te laten tekenen’. Bij psychotische mensen is dit bijvoorbeeld of hun werk en/of de erkenning ervan een stut is om zich staande te houden en hoe die stut aan te bieden. Zo is er een man die schildert maar de kwaliteit van zijn werk is niet altijd even hoogstaand. Zijn entourage en niet in het minst hijzelf vinden echter van wel. Belangrijk is dan het empathisch vermogen van de begeleiding om, vanuit het referentiekader van deze deelnemer, hem een realistisch kijk op zijn werk te geven zonder dat hij hierbij decompenseert. Onvoorwaardelijke positieve gezindheid, congruentie en authenticiteit geven de cliënt een gevoel van veiligheid en er mogen zijn. Eén van onze jonge deelnemers daarentegen, zit in een heel andere fase. Hij heeft heel veel talent en ondanks de kwaliteit, is hij heel onzeker over zijn werk. Tijdens zijn studies aan de academie was hij de primus en hij had grootse plannen voor een carrière in de kunstwereld. Een reeks van psychoses verplichtte hem die plannen op te bergen. Zonder zijn artistieke werk verliest hij echter de samenhang in zijn persoonlijkheid; waardering 13
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS voor zijn werk is waardering voor zijn persoon. Hij heeft bevestiging nodig en wil zelf echt iets betekenen voor iemand in plaats van altijd geholpen te moeten worden. Hij komt vaak niet opdagen terwijl hij toch graag in het kunsthuis is. Hier moet de begeleiding empathisch, congruent en transparant zijn om hem telkens weer terug te motiveren. Toch is het belangrijk dat de begeleiding zich aanpast aan het tempo en het verlangen van de deelnemer omdat de waarden van de begeleiding en die van de deelnemer niet altijd hetzelfde zijn. Het kunsthuis werkt in die zin preventief om de deelnemers niet te laten afglijden in hun ziekte of probleem maar dit juist aan te wenden als creatief middel en inspiratiebron. Het uitbouwen van een veilige omgeving, aangepast aan de individuele noden op interpersoonlijk en materieel vlak vragen betrokkenheid en rechtstreekse communicatie van de begeleiding. De vrije ateliers lopen als rode draad door het programma. Daarnaast worden er workshops keramiek , waarnemingstekenen en aquarel georganiseerd maar niemand wordt verplicht om hieraan deel te nemen. Eén van de deelnemers die de workshop waarnemingstekenen volgde, raakte helemaal in de war omdat zijn waarneming anders was dan die van de lesgever. Hierdoor vond hij zijn werk, waarover hij oorspronkelijk zeer tevreden was , niet goed meer. Als begeleiding kan men hieruit verstaan dat hij gerust gelaten wil worden in zijn werk en wordt hem daarom een plaats aangeboden waar hij ongestoord kan werken . Bij anderen is het dan weer het aanvoelen dat het nodig is om hen te stimuleren en te streven naar verdere ontplooiing. Dit kan gebeuren door het bezoeken van tentoonstellingen, het aanbieden van kunstboeken of het samenwerken met kunstenaars. In deze samenwerking beogen we harmonie tussen geven en ontvangen, wederzijdse beïnvloeding, verwondering en bewondering . Het valt ook op dat mensen, die al jaren dwangmatig vastzitten in hetzelfde soort werk met hetzelfde materiaal, geïnspireerd raken door samen te werken met kunstenaars. Ook al waren zij vervuld van wat ze oorspronkelijk deden. De wederzijdse fascinatie voor elkaars werk zet hen op een ander spoor en opent nieuwe perspectieven. Zij worden als het ware besmet met meer en andere verlangens door het gebruik van nieuwe materialen en technieken . Het streven naar ‘net iets meer’, op voorwaarde dat dit aan de wensen van de deelnemer voldoet kan een enorme evolutie teweegbrengen. ( zie citaat Paul Blockx )
KUNST EN PSYCHIATRIE: THERAPIE OP LOSSE SCHROEVEN Daarnaast is het ook de taak van de atelierbegeleiding om de belangen van de deelnemer te behartigen in de buitenwereld. Het tentoonstellen van hun werk op een respectvolle en evenwaardige manier in het normale kunstcircuit is niet zo evident maar is een vereiste om het werk ernstig te nemen. Het eventueel verkopen van hun werken moet gebeuren omdat de koper gepakt wordt door het werk en niet door de maker ervan. Het geeft erkenning, waardering en een sociale status los van zijn probleem. Is niet iedereen daarnaar op zoek ? Omdat psychisch zwakke mensen dit vaak niet alleen kunnen moeten wij fungeren als steunpilaar die hen bijstaat met raad en daad, hen beschermt tegen eventueel misbruik en waar nodig zaken overneemt. Het is echter enkel de deelnemer die eigenaar is van het werk en beslist hoe ver hij wil gaan. Zo is er bijvoorbeeld Karel die prachtig authentiek werk maakt en hiermee reeds tentoonstelde in ‘Y.E.L.L.O.W‘ en samen met Ronny Delrue in ‘Gevoelige Geesten ‘ en ‘Geestelijk Landschap ‘. Hij was enorm fier om zijn werk te tonen maar wou zeker niet verkopen . Nu, een half jaar later, heeft hij beslist dat een aantal van zijn werken toch verkocht mogen worden . Dan is het goed om samen met hem te spreken over wat het gevolg is van een eventuele verkoop maar ook om proberen in te schatten hoe hij ermee omgaat. De houding van de begeleiding wisselt steeds tussen presentie en interventie. Aanwezig zijn op gelijkwaardige basis, processen faciliteren en zelf gedreven zijn, helpt mensen om hun artistieke weg te zoeken. Interveniëren wanneer het misgaat : het verglijden in psychotische gedachten of manie, lange afwezigheid door depressie … Het blijft een taak binnen het atelier om waakzaam te blijven. Ervaring en deskundigheid helpen ons om op de juiste manier af te stemmen op elke deelnemer en zijn mogelijkheden en zo de balans in evenwicht te houden.
Verwijzingen Auteur(s), Titel, in Naam boek of tijdschrift, Plaats uitgave: Uitgeverij, Jaar van uitgave of datum publicatie, paginaverwijzing.
15
RIA GOVAERTS EN GREET MOONS
1
Van den Braembussche, A.A., Denken over kunst, Coutinho, 2000, blz.279
2
Hughes, Robert, De schok van het nieuwe, Utrecht, Antwerpen: Veen/Reflex ,1991 blz. 61
Reinders, J.S., Toespraak bij opening van tentoonstelling uit de Prinzhorncollectie, Angerlo, 2004 Van de Vijver, Jean-Pierre, Inside or outside the outsider art?, Garant 2005 Museum Dr. Guislain, Rauw-Raw-Brut, symposium Gent, 17-19/11/2005 Y.E.L.L.O.W, tentoonstelling over Actuele Kunst en Psychiatrie, Geel, 20.05 – 15.07.2001 , organisatie OPZ, Janssen Pharmaceutica nv ism S.M.A.K Gent en cc de Werft Geel.