Kunnen we het maken? Denken over dieren
R.K. Scholengemeenschap ST. Canisius Vakgroep: Biologie
Inhoud Inleiding ............................................................................................................................................................ 3 1
2
3
Jouw kijk op dieren .................................................................................................................................. 4 1.1
Dierenwelzijn ................................................................................................................................... 5
1.2
Cavalierhonden: Leuk of ongezond? ................................................................................................ 6
Dierethiek ................................................................................................................................................. 7 2.1
Gevoelens......................................................................................................................................... 7
2.2
Dier of dingen? ................................................................................................................................. 8
Dier en industrie....................................................................................................................................... 9 3.1
4
Discussiespel .................................................................................................................................... 9
Dier en onderwijs ................................................................................................................................... 11
Inleiding Dieren zijn overal om ons heen. Sommigen dieren vertroetelen we, andere eten we op. We gebruiken dieren voor onderzoek, onderwijs en voor ons vermaak. Maar hoe komt het dat we sommige huisdieren als volledig gezinslid beschouwen en tegelijkertijd onverschillig blijven als er een varkenskarbonade op ons bord ligt? Hoe denken jullie over je relatie met dieren? Staat de mens boven de dieren? Hebben dieren ook rechten? En hebben mensen ook plichten richting dieren? In de tweede klas havo|vwo ga je in een aantal lessen eerst zelfstandig onderzoeken hoe jouw kijk op dieren eruit ziet. Vervolgens ga je in tweetallen of een groepje aan de slag met het opdoen en verwerken van informatie om de opdrachten te kunnen maken. Van je opgedane kennis en informatie maak je een verslag. Wanneer iedereen klaar is, volgt een groepsdiscussie. Is jouw mening veranderd? Leerdoelen: -
Je krijgt inzicht in je eigen houding ten opzichte van dieren; Je leert dat niet iedereen hetzelfde denkt over dieren; Je leert op basis van informatie een afweging te maken om je eigen standpunt al dan niet aan te passen; Je leert een gebalanceerde afweging te maken om je gedrag al dan niet aan te passen; Je leert met andere leerlingen te discussiëren en argumenteren over elkaars standpunten; Je leert je eigen houding rond dierenwelzijn op overtuigende wijze aan andere leerlingen te presenteren.
Werkvormen die hierbij aan bod komen: - Zelfstandig werken; - Informatie opdoen en verwerken; - Groepsdiscussie; - Groepsopdracht. Lesverdeling: Les 1 1. Jouw kijk op dieren 1.1 Dierenwelzijn Les 2 2. Dierethiek Les 3 3. Dier en industrie Les 4 4. Dier en onderwijs Les 5 Presentaties Beoordeling: 1. Jouw kijk op dieren 2. Dierethiek 3. Dier en industrie 4. Dier en onderwijs Presentaties
Vorming eigen mening Informatie rijksoverheid, aanschaffen huisdier met speurtocht, welzijn huisdier Verder denken over gevoelens van dieren Quiz maken gevolgd door groepsdiscussie In groepen deelinformatie zoeken van één thema Resultaat van alles groepswerk
Vorming eigen mening Vragen en essay (argumentatie) Beantwoording vragen Quiz maken gevolgd door groepsdiscussie In groepen deelinformatie zoeken van één thema Resultaat van alles groepswerk
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
Opbouw en argumentatie
20% 15% 5%
Resultaat groepswerk
40%
Presentatie
20% 3
1 Jouw kijk op dieren Als je de inleiding gelezen hebt ga je in de eerste opdracht nadenken over jouw houding, kijk op dieren. Denk hierbij niet alleen aan huisdieren maar ook aan dieren die gefokt worden voor voedsel (productiedieren), proefdieren en dieren, dierlijk materiaal dat gebruikt wordt tijdens biologielessen. Schrijf in het vak hieronder in ongeveer 10 zinnen op wat jouw mening is over: wat kunnen we wel en niet maken met dieren. Gebruik hierbij de volgende vragen: -
Wat mag je allemaal wel en niet doen met een kat of hond? (bijv. bereiden en eten van dit vlees) Waarom eten we wel het vlees van de koe of het varken? Hoe denk je over dieren die gebruikt worden om make-up te testen? Wat vind je van het gebruik van dieren of onderdelen van dieren tijdens de biologieles?
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
4
1.1 Dierenwelzijn Met dierenwelzijn wordt de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een dier bedoeld. Elk gehouden dier probeert zich aan te passen aan zijn leefomgeving. Een dier voelt zich het best in een omgeving waarin hij zijn natuurlijk gedrag kan vertonen en die hem geen stress, pijn of angst bezorgt. Elke diersoort vertoont zijn eigen natuurlijk gedrag. Kippen willen scharrelen, koeien moeten de rust hebben om te herkauwen, varkens hebben ruimte en een stabiele groep nodig, honden houden van regelmaat in hun leven, papegaaien hebben gezelschap nodig. Voeding, verzorging, huisvesting en behandeling zijn van invloed op het welzijn van gehouden dieren. Er is daarbij nog een factor die bepalend is voor het welzijn van productiedieren en dat is je houding als consument en de keuzes die je maakt bij de aankoop van vlees en andere dierlijke producten. De rijksoverheid heeft regels gesteld aan de omgang met dieren. Gebruik hiervoor de volgende site en beantwoord de vragen. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/dieren
Beantwoorden de volgende vragen die betrekking hebben op de site van de rijksoverheid:
1. Voor welke diergroepen kun je informatie vinden over dierenwelzijn? Antwoord:
2. Wat zijn oorzaken van welzijnsproblemen bij huisdieren? Antwoord:
3. Een oorzaak is het ondoordacht aanschaffen van een huisdier, waar kun je informatie vinden over het aanschaffen en houden van huisdieren? Antwoord:
4. Je wilt een huisdier, waar moet je dan allemaal aan denken, op letten? Antwoord:
5. Ga naar het tabblad "kids" van het LICG en start de speurtocht, wat is jouw topscore? Antwoord: Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
5
1.2 Cavalierhonden: Leuk of ongezond? In Nederland zijn 10.000 Cavalierhondjes. Volgens sommige deskundigen zijn veel van de Cavalierhondjes ongezond en daarom begint er binnenkort zelfs een rechtszaak. Door de jaren heen zijn de hondjes zo gefokt dat ze precies zijn zoals liefhebbers ze willen hebben. Met grote ogen en een klein hoofd. Maar volgens Stichting Dier en Recht zijn ze nu veel te klein en hebben ze veel ziektes. Het jeugdjournaal heeft een uitzending gemaakt waarin kort het welzijn van cavalierhonden word benaderd, bekijk deze. http://jeugdjournaal.nl/item/216905-cavalierhonden-leuk-of-ongezond.html
Opdracht: Schrijven een kort essay over de vraag of cavalierhonden in Nederland verboden moet worden of niet. Zorg voor goede argumenten zodat je straks jouw standpunt kunt verdedigen tijdens een korte discussie.
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
6
2 Dierethiek De meeste huisdieren worden beschouwd als volledige gezinsleden. Onze Hectors en Bello’s kunnen rekenen op luxe kussentjes, halsbanden en de beste medische zorg. Terwijl er tegelijkertijd in de bio-industrie miljoenen dieren worden behandeld als onderdeel van een productieproces. Waar komen deze verschillen vandaan? Is het terecht dat we ons het leed van bijvoorbeeld honden ontzettend aantrekken terwijl we niet zoveel lijken te geven om het lot van duizenden varkens? Op wat voor manier moeten we eigenlijk met dieren omgaan? Mogen we ze onbeperkt gebruiken voor onze eigen doeleinden of hebben dieren recht op een goede behandeling? Dierethiek gaat over het nadenken over wat mensen wel en niet met dieren mogen doen en over hoe je met dieren hoort om te gaan. Dit nadenken gaat niet alleen over huisdieren. Bijvoorbeeld het doorfokken van raskenmerken en rashonden met erfelijke aandoeningen. Ook wordt er nagedacht over het houden van hobbydieren, productiedieren en proefdieren. Een dier is geen ding! 2.1 Gevoelens Bekijk het filmpje over dieren en hun emoties: http://www.youtube.com/watch?v=uW10tdDYnGQ Bestudeer het artikel: "Te dom om te voelen? Het raadselachtige gevoelsleven van dieren." http://www.animalfreedom.org/paginas/column/emoties.html#top
Beantwoord de volgende vragen en geef argumenten:
1. Hoe denk je zelf over gevoelens van dieren? Antwoord:
2. Kunnen alle dieren wel of geen pijn ervaren? Antwoord:
3. Waar leid je dat aan af? Antwoord:
4. Hoe zit het met dode dieren, mogen we daar zomaar alles mee doen? Antwoord:
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
7
2.2 Dier of dingen? Bekijk de volgende twee filmpjes Filmpje 1: http://www.youtube.com/watch?v=Hmx3zbMVGBM Filmpje 2: http://www.youtube.com/watch?v=sKqkuKL9_c8&feature=relmfu Beantwoord de volgende vragen: 1. Waarom nemen we geen varken als huisdier? Antwoord:
2. Hoe komt het dat we landbouwdieren anders behandelen dan huisdieren? Antwoord:
3. In welk gedrag word een legkip belemmerd? Antwoord:
4. Wat voor effect heeft dit op de kip? Antwoord:
5. Hoe kunnen we voor verandering zorgen? Antwoord:
6. Hoe vind jij dat we landbouwdieren in de toekomst moeten behandelen? Antwoord:
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
8
3 Dier en industrie Veel Nederlanders mogen graag een stukje vlees eten. We weten allemaal dat vlees van dieren afkomstig is waardoor er veel over de veehouderij gesproken wordt. Het onderwerp is vaak op tv, internet en in de krant. Je gaat nu niet alleen kijken naar het welzijn van dieren maar ook naar de belangen van de boer, consument en overheid. Ga hiervoor naar de site van www.dierenindustrie.nl en maak de quiz. Wat is jouw uitkomst?................ Iedereen met dezelfde uitkomst vormt een groepje voor het discussiespel. Bekijk hieronder de rol die hoort bij jullie uitkomst en de stellingen. Bedenk met je groepje argumenten die je op kunt voeren tijdens de discussie.
3.1 Discussiespel In ons land is steeds meer weerstand tegen de bio-industrie. Niet alleen vanwege dierenwelzijn, maar ook omdat deze bedrijfstak de grootste veroorzaker van broeikasgassen is. Iedereen is het erover eens: de intensieve veehouderij moet anders! Maar welke kant gaan we op met de veeteelt in Nederland: worden het megastallen met strenge milieuregels, blijft het hetzelfde, gaat het de kant op van biologische veeteelt? In deze discussie spelen verschillende meningen en verschillende belangengroepen een rol. Maar wie zijn daarvan de belangrijkste? Is/zijn dat: 1. De overheid die de wetten en regels maakt? Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil minder regels maken. Hoe we met dieren omgaan, is deels de verantwoordelijkheid van de producent (boeren) en deel van de consument (burgers). Nederland verdient veel geld aan de hoge productie van vlees, eieren en zuivel en aan de export van levend vee. Deze inkomsten zijn belangrijk, maar duurzaamheid en dierenwelzijn ook. Het ministerie van landbouw ondersteunt de biologische landbouw, bijvoorbeeld door campagnes en subsidies. Aan die subsidies zit echter wel een grens… 2. De consumenten die kunnen kiezen welke producten ze wel of niet kopen? Consumenten willen veel keus, goede kwaliteit en niet te veel betalen. Scharrelvlees en biologisch vlees is voor veel mensen te duur. Ze vinden dat de minister van landbouw hier maar wat aan moet doen, bijvoorbeeld door subsidies aan biologische boeren te geven. En tja… als ze op tv zien hoe het er in de bio-industrie aan toe gaat, vinden ze dat eigenlijk niet kunnen.
3. De boeren die de veeteelt bedrijven? Veehouders hebben te kampen met zeer strenge regels, op het gebied van milieu en huisvesten van dieren. In Nederland misschien wel meer dan in andere landen. Dat brengt hoge kosten met zich mee. Het overgaan op biologische landbouw brengt wéér kosten met zich mee en je minder dieren houden. Bovendien – zo vinden de veehouders – willen consumenten in binnen- en buitenland graag goedkoop vlees. En… de situatie van de dieren in hun is zo slecht nog niet, is hun mening.
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
9
4. De dierenbeschermers die acties voeren voor diervriendelijke veeteelt? Dierenbeschermers willen de bio-industrie het liefst vandaag nog uitbannen, omdat het slecht is voor het welzijn van dieren. Zij pleiten voor betere huisvesting met meer ruimte in de stallen en altijd een uitloop naar buiten. Bovendien willen ze een verbod op ingrepen zoals het afknippen van staarten en tanden. De dierenbeschermers vinden dat consumenten een grote verantwoordelijkheid hebben. Zij kunnen immers kiezen voor scharrelvlees en –eieren, biologische producten of gewoon een dagje zonder vlees.
De klas discussieert over één van de volgende stellingen:
Wat is uiteindelijk jullie visie over de toekomst van veeteelt in Nederland? Schrijf ook de argumenten voor en tegen op.
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
10
4 Dier en onderwijs Tijdens de biologieles heb je wellicht al eens een kippenhart of koeienoog practicum uitgevoerd. In de klas heeft dit, zoals je gemerkt hebt verschillende reacties en gevoelens opgeroepen. Er zitten dan ook heel veel kanten aan zoiets. Een manier om alle kanten in kaart te brengen is het maken van een mindmap. Vraag je docent waar de mindmap te vinden is. Als je op een van de gekleurde vlakjes klikt, wordt een nieuwe mindmap geopend.
Opdracht:
Probeer met zijn allen te komen tot een met argumenten onderbouwde uitspraak over de volgende vraag: Mogen dieren en mag dierlijk materiaal gebruikt worden voor practica op school? En zoja, onder welke voorwaarden?
Werkwijze: Het werkt het handigste als je de mindmap als hulpmiddel gebruikt. Elk groepje van 4 á 5 leerlingen werkt een of meer aspecten (gekleurde vakjes) uit. Je bepaalt met je groepje hoe je dat gaat uitwerken. De ene groep zou bijvoorbeeld de biologiedocent kunnen interviewen, een andere groep zou een enquête kunnen houden onder leerlingen, maar het is natuurlijk ook nodig om relevante, en controleerbare (betrouwbare) informatie te verzamelen. Welke bronnen (welke experts, sites en boeken) wil je benaderen? En hoe weet je of die informatie betrouwbaar is? Kijk ook eens goed wat je van de bruikbaarheid van de alternatieven vindt. Bij de verschillende aspecten staan mindmaps die je op weg helpen. Tip1: Een handige manier om dit allemaal (zowel tussentijds als, als eindproduct) met elkaar te delen is, om samen een wiki op te zetten. Informatie over wiki’s vind je op: http://webtweepuntnul.wiki.kennisnet.nl/Wiki. Een makkelijke wiki die niet op dat lijstje staat is http://pbwiki.com/. Natuurlijk kun je de documenten die je maakt (tekst of spreadsheets) ook gewoon delen via je specifieke ELO op school. Tip2: Enkele mogelijke bronnen (maar kijk wel eerst goed of ze betrouwbaar zijn) over snijpractica zijn: -
http://www.scholieren.com/werkstukken/2634 een betoog van een scholier over dierproeven (deels over
snijpractica); -
http://www.nvon.nl/toa/bens_linke_soep/koeienogen een discussie over gekke koeienziekte (bse) en
regelgeving voor snijpractica; -
http://www.vet.uu.nl/nca/nca_nl/scholierenpagina van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van
Utrecht; http://www.proefdiervrij.nl/client/1/?websiteid=1&contentid=1064&pagetitle=Interniche van Proefdiervrij (deels ook over snijpractica). Tip3: Verwerk alle gegevens in een presentatie, poster, wiki en/of videoclip.
Lesbrief: Kunnen we het maken, denken over dieren
11