KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A Gebouwnr. 336-01 Adres :
Gebouw : Plantkunde
Kasteelpark Arenberg 31, 3001 Heverlee
Ordernummer: 2100153948
1. Tussenkomende partijen De gegevens van contactpersonen van de opdrachtgever, de bouwdirectie(s) belast met de controle op de uitvoering en de veiligheidscoördinator worden vermeld op de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid voor dit project. De gegevens van de bouwdirecties belast met de uitvoering en de aannemers voor zover bekend worden bijgehouden in bijlage 1.
2. Inventarisatie van de risico's en vastgestelde preventiemaatregelen In de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid bevinden zich concrete afspraken.
2. 1.
Ri si co 's ing evo l g e de aar d van h et b ouw w er k
In de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid zijn aanwezige risico’s aangeduid op de aanstiplijst.
2.2.
Weder zijdse inw erking van acti vi tei ten
2. 3.
O p een vo l gin g van acti vi tei ten
2 . 4.
I n sta l l a t i es o f a ct i vi t ei te n op o f i n d e n abij h ei d va n d e si te
In de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid zijn aanwezige risico’s aangeduid op de aanstiplijst.
1 2
Werfinrichting en werkterreinafbakening Vergunningen
Voor bepaalde werken zijn er werkvergunningen nodig zoals bepaald in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven". Deze vergunningen worden VOOR aanvang van de werken aangevraagd aan de projectcoördinator K.U.Leuven. Een kopie van deze vergunningen wordt overhandigd aan de veiligheidscoördinator. De procedure voor het bekomen van een werkvergunning dient opgevraagd aan de projectcoördinator. Voor bepaalde activiteiten zijn ook milieuvergunningen vereist. De aannemer meldt dit aan de milieudienst en aan de projectcoördinator van K.U.Leuven.
3
Werken met open vlam: BRANDPREVENTIE
In de gebouwen van de KU Leuven geldt in pricipe een algemeen rookverbod, zoals ook bepaald in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven". Afhankelijk van de kenmerken van de bouwplaats en de afmetingen en het gebruik van de ruimten, de aanwezige uitrusting, de fysische en chemische eigenschappen van aanwezige stoffen of materialen, het aantal aanwezige personen, dient er een voldoende aantal passende brandbestrijdingsmiddelen te worden geplaatst. Deze brandbestrijdingsmiddelen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. De brandbestrijdingsmiddelen dienen voorzien te zijn van een markering en veiligheidssignalering. Op gezette tijden moeten testen en relevante oefeningen plaatsvinden. Het personeel dient getraind om met de blusmiddelen om te gaan. Bij oefeningen dient eveneens rekening gehouden met de voortdurend wisselende aanwezigheid op de werf en de coördinatie met de andere aannemers. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming een vuurvergunning aan.
4
Werken met gevaarlijke producten: Het gebruik van gevaarlijke producten moet vooraf zijn opgenomen in de risicoanalyse van de aannemer en opgenomen worden in het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan. Hiertoe zal de aannemer alle
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
5
nodige informatie betreffende producten en risico’s aan de veiligheidscoördinator overhandigen alsmede de voorzien preventiemaatregelen. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse van de onderneming vermeld staan. Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator-verwezenlijking en aan de projectcoördinator overhandigd worden. De steekkaart vermeldt ten minste: o naam van de fabrikant o fysische eigenschappen o bijzondere kenmerken o gevaren/verschijnselen o preventie o blusstoffen/eerste hulp/evacuatie Bij het gebruik van zeer gevaarlijke producten zal de aannemer een schriftelijke vergunning aanvragen aan de projectcoördinator. De projectcoördinator zal de aannemer informeren over de te volgen procedure voor het bekomen van dergelijke werkvergunning. Informatie is tevens te bekomen op de website. Een kopie van de vergunning zal aan de veiligheidscoördinator worden overhandigd om bijgevoegd te worden in het coördinatiedagboek. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse van de onderneming. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden. Met de coördinator-verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie…).
Veiligheidssignalisatie
Overzicht van de veiligheidssignalisatie die men binnen de gebouwen van de universiteit kan aantreffen bevindt zich in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven".
6
Toegangsprocedure voor werken in een in gebruik zijnd gebouw
Voor de toegang tot een in gebruik zijnd gebouw wordt de procedure gevolgd die is bepaald in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven".
7
Werken in laboratoria
Binnen de laboratoria van de K.U.Leuven kan men geconfronteerd worden met allerlei risico’s, o.a. risico’s verbonden aan het gebruik van gevaarlijke producten, ioniserende straling (werken met radioactieve producten), niet-ioniserende straling (laser, UV, e.d.), biologische agentia (werken met bacteriën, e.d.), elektriciteit, enz. De risico’s in de labo’s evolueren ook in functie van de tijd, vandaar dat steeds moet worden geïnformeerd naar de aanwezige risico’s vooraleer een labo of een lokaal met specifieke gevaaraanduiding te betreden. Ingeval van twijfel over de aanwezige risico’s kan men steeds een beroep doen op de toezichthoudend K.U.Leuven-werkleider die eventueel op zijn beurt een beroep kan doen op de Preventiedienst. Voor werken in laboratoria is steeds een werkvergunning nodig.
2 . 5.
R i si co ' s i ng e vo l g e de ui t vo e r i n g van l a ter e w er kz aa m h ed e n
3. Werkzaamheden met verhoogd risico. Volgens art. 26 §1 van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen
3 . 1.
Wer k z aa m h ed e n m e t g e var en van b ed el vi n g, w egz i nken o f val len
3 . 2. W er kz aamh ed en m et ch emi sche o f bi ol ogi sch e agen ti a
3 . 3. W er kz a amh e d en m e t i o ni s er e nd e str al i ng e n
3 . 4. E l ekt ri s che ho og sp an nin g of l ei di n g en on d er i nw en di g e d ru k van 1 5 b a r
3 . 5. W er kz a amh e d en m e t ri s i co o p ver d r i n king ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
3 . 6. O nd e r gr ond s e w er ke n
3 . 7. W er kz a amh e d en m e t d ui kui tr ust i ng
3 . 8. Wer kz aamh ed en onder o ver d r uk
3 . 9. S p rin g st o ffen
3 . 10. M on t ag e of d em o n tag e van zw ar e g ep r efa b ri ce e r d e el e m en ten
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL B Gebouwnr. 336-01 Adres :
Gebouw : Plantkunde
Kasteelpark Arenberg 31, 3001 Heverlee
1. Uit te voeren werken 1 . 1. 1)
B es ch r i j vi n g van h e t te r e a l i s er e n b o uw w er k Aard van het project : Nieuwbouw Uitbreiding Verbouwing Herinrichting Instandhoudingswerken Afbraakwerken Infrastructuurwerken Bodemsanering
2)
Bestemming van het bouwwerk : kantoor/labo
3)
De werken omvatten : Voorbereidende werken Afbraakwerken Ruwbouwwerken Lichte gevelbekledingen Dakwerken Buitenschrijnwerk en toebehoren Elektriciteit Liften VVK (verwarming, ventilatie, koeling) Fluïda en sanitair Estrichvloeren Zachte vloeren Harde en industriële vloeren Pleisterwerken en gipskartonconstructies Binnenschrijnwerk Vaste inrichting Metaalwerken Schilderwerken Verlaagde plafonds Buitenaanleg Inhuizing Sluitwerk en signalisatie Diversen
4)
Vermoedelijk maximum aantal werknemers tegelijkertijd op de bouwplaats : 2
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
1. 2.
Pl anni ng 1.
Ontwerpfase : planning opgemaakt door de bouwdirectie belast met het ontwerp
Deze planning der werken maakt melding van de fasen in de uitvoering der werken en omvat de hoofdactiviteiten. Ze is te vinden in bijlage 3. Voorziene startdatum uitvoering : 19-11-2012 Geraamde duur der werken : 7+7+2 kalenderdagen Voorziene einddatum : 15-04-2013
-
2.
Uitvoeringsfase: planning opgemaakt door de bouwdirectie(s) belast met de uitvoering
De planning der werken wordt voor de start der werken besproken met de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, met de opdrachtgever en met de coördinator-verwezenlijking. De planning wordt regelmatig geactualiseerd en overhandigd aan voornoemde partijen. Tijdens de uitvoeringsfase zal de coördinator-verwezenlijking regelmatig de uitvoeringsplanningen van de verschillende aannemers opvragen en vergelijken om zo eventuele bijkomende coördinerende maatregelen te adviseren. De uitvoeringsplanning(en) worden bijgevoegd in bijlage 3.
2. Resultaten van de risicoanalyse volgens KB TMB Bijlage I, DeelA, Afdeling III. 2. 1.
O rg ani satie van d e tijd elij ke o f mo bi el e bo uw pl aats 1.
Samenwerking met de coördinator-verwezenlijking
De coördinator-verwezenlijking wordt aangesteld door de opdrachtgever zijnde KU Leuven. In het kader van de naleving van de wetgeving is elkeen verplicht zijn medewerking te verlenen aan de coördinator en alle nodige informatie verschaffen: a) een gedetailleerde uitvoeringsplanning Deze planning zal worden besproken met de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, met de opdrachtgever en met de coördinator. b) een werfinrichtingsplan c) regelmatige actualisatie van de lijst der onderaannemers d) het veiligheids- en gezondheidsplan van de onderneming of de risicoanalyse van de eigen activiteiten en deze van onderaannemers en bijhorende preventiemaatregelen e) alle nodige informatie betreffende geleverde goederen en diensten, voor het samenstellen van het postinterventiedossier Er geldt eveneens een meldingsplicht voor onveilige situaties. Alle geformuleerde opmerkingen worden via de coördinator-verwezenlijking overhandigd aan de betrokken partij, die deze viseert. Tot de uiteindelijke afhandeling, worden deze opmerkingen regelmatig besproken tijdens coördinatievergaderingen. De opmerkingen worden door de coördinator opgenomen in het coördinatiedagboek. 2. A.
Rol van de werfleider en van de verantwoordelijke van elke aannemer De werfleider is verantwoordelijk voor het toepassen van de preventiemaatregelen, in het bijzonder:
de wijze waarop alle werkzaamheden worden uitgevoerd en het nemen van de maatregelen voor het bewerkstelligen van een zo goed mogelijke arbeidsveiligheid.
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7942 VGP Deel B 06/11/2012 Pagina 2 van 6
het naleven van de bepalingen, opgesomd in het lastenboek, op zijn werf.
de aanwezigheid van voldoende middelen om de werken veilig te kunnen uitvoeren.
de instructies op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en welzijn, bij aanvang van de werkzaamheden, bij verandering van werkpost of op vraag van een werknemer. Indien speciale veiligheidsmaatregelen noodzakelijk worden (bv. bij zeer gevaarlijke werken), dient hij de modaliteiten te kennen en zijn werkmethoden hieraan aan te passen. het correctief toezicht op de naleving van de gestelde preventiemaatregelen.
B.
Vóór de aanvang van de werken neemt hij contact op met de veiligheidscoördinator om samen de specifieke risico's, eigen aan de uit te voeren werken, na te gaan. Hij dient deel te nemen aan de werfvergaderingen voor dewelke men hem uitnodigt en bij afwezigheid van de werfleider, dient een andere persoon van de onderneming, die dezelfde verantwoordelijkheden draagt, te worden afgevaardigd.
C.
Hij moet zorg dragen voor de veiligheid en gezondheid van zijn personeel, maar ook van de onderaannemers en zelfstandigen en van eventuele derden.
D.
Hij verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu strikt na te leven en hij moet de wetten en uitvoeringsbesluiten i.v.m. arbeidsmiddelen en P.B.M.’s toepassen.
E.
Hij ondertekent “voor kennisname” de door de coördinator voorgelegde, geregistreerde en gemelde opmerkingen, suggesties e.d.
3.
Risicoanalyses van de verschillende aannemers
De analyses van de verschillende aannemers, die bezorgd worden zoals bepaald in de overeenkomst i.v.m. veiligheid en gezondheid punt 3.2, worden ingevoegd bijlage 2. 4.
Bouwplaatsreglement
Dit reglement omvat de te volgen richtlijnen op deze werf en is bedoeld voor alle personen die op deze werf activiteiten uitvoeren of deze werf betreden. Het reglement bevindt zich in bijlage 4. Dit reglement zal uitgehangen op een voor de werknemers en bezoekers goed zichtbare plaats, zo kort mogelijk bij de toegang(en) tot de werf. 2 . 2. V e rpl i c h tin g en o pg el e gd do or d e o pd r ach tg e ver 2. 3.
Gebr ui k en exp loi tati e op o f i n d e n abi jhei d van h et ter r ein Er dient ten allen tijde over gewaakt dat er geen verwarring mogelijk is omtrent doorgangen, omleidingen,… voor zowel voetgangers als auto’s. Alle omwegen dienen duidelijk gesignaleerd op een goed zichtbare plaats. Werfdoorgangen zullen ten allen tijde gesloten worden teneinde onverwachte bezoekers op de werf te vermijden. Bij het beëindigen van de activiteiten zullen de doorgangen met een hangslot worden afgesloten. Bij werken in een in gebruik blijvend gebouw dient er op gelet dat materiaal of materieel de doorgangen niet kan hinderen. Tevens dienen de collectieve beschermingen zoals leuningen e.d. steeds aanwezig te zijn. Voor het aanvangen van de werken zal een signalisatiebord worden aangebracht met aanduiding van de uit te voeren werken, ter kennisgeving van de gebruikers van het gebouw of de bedoelde zone. Werken die risico’s kunnen induceren voor personeel, studenten, bezoekers worden steeds vooraf of ONMIDDELLIJK wanneer zij worden opgemerkt, gemeld aan de projectcoördinator en aan de veiligheidscoördinator, teneinde de te nemen veiligheidsmaatregelen te bepalen. Verder is het verboden om de leveringen te blokkeren. Indien wegen afgesloten moeten worden in functie van de werkzaamheden, dienen vooraf afspraken gemaakt met de technische dienst i.v.m. timing, omleggingsmogelijkheden,… Er dient steeds een maximale parkeermogelijkheid blijven.
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7942 VGP Deel B 06/11/2012 Pagina 3 van 6
2.4.
Coördinatiemaatregel en 1.
Verplaatsingsroutes of -zones of verkeersroutes of -zones Alle transport op de bouwplaats gebeurt via de voorziene wegen en doorgangen. Doorgangen en wegen dienen vrij te worden gehouden en mogen niet versperd worden door obstakels of hindernissen. Achteruitrijden van vrachtwagens, heftrucks, en dergelijke wordt tot het strikte minimum beperkt. Indien er toch achterwaarts moet worden gereden of gemanoeuvreerd, dienen de werfvoertuigen uitgerust te zijn met een dodehoekspiegel of begeleid te worden door een derde persoon. Verticaal transport van materialen en gereedschappen gebeurt met behulp van hefwerktuigen, waarvan de keuringsattesten op de werf aanwezig moeten zijn, en door opgeleid personeel. Verticaal transport van personen gebeurt bij voorkeur via trappen.
2.
Materialen en materieel en wederzijdse inwerking tussen hefwerktuigen De onderneming van buitenaf zal binnen de KU Leuven enkel die middelen gebruiken die voldoen aan de minimumvoorschriften, opgenomen in de bijlage van het KB van 12/8/’93 aangaande het gebruik van arbeidsmiddelen (codex titel VI hoofdstuk 1). Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse-onderneming. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden. Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen: Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest van een erkend organisme. Dit keuringsattest moet worden voorgelegd aan de projectleider en aan de coördinator-verwezenlijking. Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet , in overleg met de coördinator-verwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt.
3. 4.
Beperking van manueel hanteren van lasten Het manueel hanteren van lasten wordt zoveel mogelijk vermeden. De te hanteren gewichten worden beperkt. De werknemers krijgen de nodige tilinstructies.
Opslag van materialen en gevaarlijke stoffen of producten De behandeling van gevaarlijke stoffen of producten gebeurt in overeenstemming met de bepalingen in punt 2.2 De werfinrichting zal voorzien in duidelijk afgebakende zones voor opslag van materialen, in het bijzonder voor de gevaarlijke producten. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving en in afspraak met de coördinator-verwezenlijking te gebeuren.
5.
Opslaan, verwijderen of afvoeren van aarde, afval, puin en gruis Grond en puin : Afval : Alle werknemers zullen tijdens de werkzaamheden hun plaats van tewerkstelling alsook alle gebruikte toegangswegen tot de plaats van tewerkstelling doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden. Werknemers mogen nooit afval onbeheerd op de bouwplaats achterlaten.
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7942 VGP Deel B 06/11/2012 Pagina 4 van 6
6. 7.
In het kader van de emissiewetgeving moeten de werknemers reuk en lawaaihinder vermijden alsook het vrijkomen van schadelijke gassen. Verwijdering van gevaarlijke materialen
Collectieve beschermingsmiddelen en tijdelijke toegangswegen Collectieve beschermingsmiddelen genieten de voorkeur boven persoonlijke beschermingsmiddelen. Alle plaatsen die gevaar voor ongevallen kunnen opleveren, moeten onmiddellijk worden afgebakend, zo nodig afgeschermd en verlicht en bovendien voorzien worden van de noodzakelijke signalering. Alle plaatsen waar gevaar bestaat om te vallen, moeten stevig afgedekt worden na het beëindigen van de dagtaak, van een vaste leuning voorzien en een duidelijke signalering op voldoende afstand. Het vroegtijdig verwijderen van werkterreinafbakening, signalering of collectieve beschermingsmiddelen is verboden. Hiervoor moet de voorafgaandelijke toelating bekomen worden van de bouwdirectie belast met de uitvoering Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s): iedere aannemer zorgt zelf voor PBM’s van zijn werknemers. De bouwdirectie belast met de uitvoering zorgt voor de PBM’s van eventuele bezoekers.
8.
Het gebruik van algemene elektrische installatie Tijdelijke elektrische installaties aangelegd door de onderneming van buitenaf voor het uitvoeren van de werkzaamheden moeten vooraf gecontroleerd worden door een bevoegd persoon. Een attest hiervan moet afgeleverd worden aan de toezichthoudende KU Leuvenwerkleider. Wanneer werknemers elektrische kabels dienen aan te brengen, zullen zij erover waken dat de andere werknemers van de op de bouwplaats aanwezige bedrijven op een veilige manier (in het bijzonder het verhinderen van struikelrisico's) hun activiteiten zonder problemen kunnen verder zetten. Alle verplaatsbare elektrische bedrijfsmiddelen (stroomverdelers, aftakkingen, aansluitleidingen met stekkers, verlengkabels, koppelstukken,... deze opsomming is gesteld als voorbeeld en niet limitatief) gebruikt door werknemers van of in opdracht van het bedrijf, moeten voor elk gebruik door de werknemers op zichtbare gebreken gecontroleerd worden. Het omwikkelen met isolatieband is verboden. Tijdens werkzaamheden aan laagspanningsinstallaties gelden voor de veiligheid in de elektrische installaties en het gebruik van elektrische toestellen de A.R.E.I.- voorschriften, inzonderheid artikel 266.03. Voor werkzaamheden aan elektrische installaties door werknemers wordt steeds "de vitale vijf" toegepast. het buiten spanning stellen (vrij schakelen) voorzorgen nemen tegen het terug inschakelen (vergrendelen) controle op het spanningsloos zijn (testen) aarden en kortsluiten afbakening van de werkzone Werkzaamheden uitvoeren onder spanning is alleen toegestaan als om dwingende redenen geen spanningsvrije toestand gecreëerd of gegarandeerd kan worden. In dit geval zorgen de werknemers dat : er duidelijke afspraken gemaakt werden met de verantwoordelijke werknemer (instructies); elk gevaar voor elektrocutie of voor lichtboogvorming uitgesloten wordt; deze werkzaamheden steeds door twee werknemers uitgevoerd worden die vertrouwd zijn met werkzaamheden onder spanning en bovendien de eerste hulp kunnen verlenen; alle technische, organisatorische en persoonlijke beschermingsmaatregelen worden genomen; er uitsluitend gebruik gemaakt wordt van aangepast geïsoleerd materieel; er steeds gebruik gemaakt wordt van de persoonlijke beschermingsmiddelen (o.a. veiligheidsbril, …). Werknemers van of in opdracht van een aannemer kunnen uitsluitend elektrische aansluitingen uitvoeren, elektrische borden betreden (artikel 47 AREI) en/of openen,
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7942 VGP Deel B 06/11/2012 Pagina 5 van 6
automaten in- of uitschakelen in aanwezigheid van een bevoegde elektricien. Deze elektricien zal bijzondere aandacht schenken aan: het voorafgaandelijk afschakelen van de installatie en ook nazien of deze buiten spanning is; de correcte uitvoering van de aarding en de beveiligingen tegen elektrocutie; de zekeringen en geleiders die voldoen aan de voorschriften van het AREI i.f.v. het afgenomen vermogen. 9.
Gemeenschappelijke stellingen en toegangsmiddelen
10. Gebruiks- of exploitatieactiviteiten op de site of in de omgeving ervan Zie 2.3. 11. Het in goede orde houden van de bouwplaats Zie 2.5. 2 . 5. H et i n g o ed e o rd e h ou d en van d e b ouw pla at s De bouwplaats en de werfketen worden minstens dagelijks opgekuist en het afval afgevoerd. Wegen, doorgangen en trappen worden vrij gehouden van obstakels en hindernissen. De werknemers geven aandacht aan de hygiëne: steeds handen wassen voor het eten. Eten gebeurt niet in de laboratoria/kantoren. 2 . 6. H u l p ver l eni n g e n e va cu a t i e 1.
EHBO: verplichte hulpmiddelen Deze zijn opgelegd door de Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op de bouwplaatsen (bijlage III - K.B. 03.05.99) - Deel 1 : Algemene minimumvoorschriften voor de arbeidsplaatsen op bouwplaatsen.
2.
Noodoproep - brand - arbeidsongeval - evacuatie Te volgen procedures zijn te vinden in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven". Instructiefiches met de nodige informatie zijn te vinden in bijlage 5. De aannemers zullen hun werknemers van de te volgen procedures op de hoogte brengen aan de hand van deze fiches.
3. 2. 7. 2 . 8.
Ophangen van de noodnummers O ver l eg m et en samenw er ki ng van tu ssen kom end e par tij en S am enw erk i n g e n o ver l eg tu s se n w er k g ever s e n w er k n em er s De hoofdaannemer zorgt ervoor dat alle opgelegde beheersmaatregelen gecommuniceerd worden aan zijn eigen en onderaannemers personeel en aan andere betrokkenen. De hoofdaannemer houdt toezicht op de naleving ervan. Toolboxmeeting: De toolboxmeetings worden minstens per ploeg gehouden met de eigen werknemers en/of met werknemers uit de onderaanneming(en). De leidinggevende maakt een kort verslag, met aanwezigheidslijst, op en overhandigt een kopie aan de veiligheidscoördinator. Onthaalprocedure : elke werknemer die op de bouwplaats wordt tewerkgesteld zal door zijn werkgever op de hoogte worden gebracht van de veiligheid en gezondheidsvoorschriften die gelden op deze bouwplaats.
ARCH. E. LEIJSKENS, ADJUNCT VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 89 63 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7942 VGP Deel B 06/11/2012 Pagina 6 van 6