K.U. LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7729 BETONHERSTEL DRAAGBALKEN KLOKKENTOREN DEEL A Gebouwnr. 104-01 Adres :
Gebouw : Bibliotheek
Ladeuzeplein 21, 3000 Leuven
1. Tussenkomende partijen De gegevens van contactpersonen van de opdrachtgever, de bouwdirectie(s) belast met de controle op de uitvoering en de veiligheidscoördinator worden vermeld op de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid voor dit project. De gegevens van de bouwdirecties belast met de uitvoering en de aannemers voor zover bekend worden bijgehouden in bijlage 1.
2. Inventarisatie van de risico's en vastgestelde preventiemaatregelen In de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid bevinden zich concrete afspraken.
2.1.
R is i co' s ing e vo l ge de aa rd va n h et b ouw w erk
In de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid zijn aanwezige risico’s aangeduid op de aanstiplijst.
1 • • • • •
2 • • • •
3 • •
4 • •
•
Toegang tot toren De toegang tot de plaats waar gewerkt wordt gebeurt via smalle (spil)trappen. De werkplaats bevindt zich op aanzienlijke hoogte. Enkel klein materiaal kan via deze trappen tot boven gebracht worden. De trappen zijn niet voorzien op grote lasten (max. 5 personen gelijk per trap vleugel of samen max. 400kg) Het voorlaatste niveau wordt enkel bereikt via een vaste ladder. Het laatste niveau kan enkel bereikt worden met behulp van een losse ladder die ter plaatse klaar staat.
Besloten ruimte in de toren Op de werkvloer vlak boven de klokken is de vrij hoogte beperkt tot ongeveer 1m20. Deze ruimte wordt beschouwd als een besloten ruimte. Er wordt voor gezorgd dat als iemand aan het werk is in deze ruimte, dat een tweede persoon bij de toegang tot deze ruimte aanwezig is zodat deze indien nodig hulp in kan roepen. In functie van de toxiciteit van de gebruikte producten wordt zo nodig tijdelijk bijkomende ventilatie voorzien.
Werkruimte in toren De werkruimte is beperkt in oppervlakte en bovendien bevindt zich in deze ruimte eveneens de mechaniek van de beiaard (staalkabels, katrollen,…) In de vloeren bevinden zich mangaten. Deze moeten gesloten gehouden worden tijdens de werken op val van hoogte te voorkomen.
Actieve uursignalen De klok van de toren geeft op het kwartier een signaal. Op het uur wordt signaal gegeven met een grote klok. Dit signaal is bijzonder luidruchtig. Om gehoorschade te voorkomen zorgen de werknemers dat zij rond het vol uur niet aanwezig zijn op het niveau waar deze klok hangt. Indien zij hier alsnog moeten zijn dienen zij persoonlijke gehoorbescherming te gebruiken. Het absoluut verboden materiaal of materieel op de borstwering te leggen om te voorkomen dat dit naar beneden zou kunnen vallen.
2.2.
W e de rz i jds e inw erk in g va n a ct i vit e i t e n
2.3.
O pee n vo l gin g va n a ct i vit e ite n
2.4.
Installaties of activiteiten op o f in d e n ab i j he i d van de s it e
In de overeenkomst in verband met veiligheid en gezondheid zijn aanwezige risico’s aangeduid op de aanstiplijst.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel A 14/06/2010 Pagina 1 van 4
1
Werfinrichting en werkterreinafbakening
•
Indien een hefwerktuig gebruikt wordt, dan wordt voor aanvang van de werken wordt een werfinrichtingsplan opgesteld door de bouwdirectie belast met de uitvoering en overhandigd aan de opdrachtgever, aan de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering en aan de coördinatorverwezenlijking. • De zone rond een eventueel op te stellen hefwerktuig en de zone waar gevaar bestaat voor vallende voorwerpen door het gebruik van het hefwerktuig wordt volledig en degelijk afgesloten. De toegangen worden duidelijk gesignaleerd met “verboden toegang voor onbevoegden”. De bouwdirectie belast met de uitvoering zal hierop toezicht houden en zo nodig correctief optreden. • De K.U.Leuven zal een sanitair in het gebouw aanduiden dat gebruikt kan worden door de werknemers op de werf. De K.U.Leuven zal eveneens een geschikte plaats aanduiden waar de werknemers op de werf kunnen eten. • De werfinfrastructuur blijft ter plaatse tot het einde van de werf of tot dat de opdrachtgever of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering beslist dat deze mag opgeruimd worden. • Er zullen door de bouwdirectie belast met de uitvoering voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld worden voor bezoekers. • De werfinrichting voorziet in voldoende tijdelijke verlichting van de bouwplaats. • Werkterreinafbakening : - Alle plaatsen die gevaar voor ongevallen kunnen opleveren, moeten onmiddellijk worden afgebakend, zo nodig afgeschermd en verlicht en bovendien voorzien worden van de noodzakelijke signalering. - Alle plaatsen waar gevaar bestaat om te vallen, moeten stevig afgedekt worden na het beëindigen van de dagtaak, van een vaste leuning voorzien en een duidelijke signalering op voldoende afstand. - Bij het uitvoeren van werkzaamheden moet de voorkeur worden gegeven aan collectieve beschermingsmiddelen boven persoonlijke beschermingsmiddelen. - Het vroegtijdig verwijderen van werkterreinafbakening, signalering of collectieve beschermingsmiddelen is verboden. Hiervoor moet de voorafgaandelijke toelating bekomen worden van de bouwdirectie belast met de uitvoering. Buiten de hierboven beschreven eisen gelden steeds de minimumvoorschriften voor arbeidsplaatsen zoals ze zijn opgenomen in bijlage III van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen.
2
Vergunningen
Voor bepaalde werken zijn er werkvergunningen nodig zoals bepaald in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven". Deze vergunningen worden VOOR aanvang van de werken aangevraagd aan de projectcoördinator K.U.Leuven. Een kopie van deze vergunningen wordt overhandigd aan de veiligheidscoördinator. De procedure voor het bekomen van een werkvergunning dient opgevraagd aan de projectcoördinator. Voor bepaalde activiteiten zijn ook milieuvergunningen vereist. De aannemer meldt dit aan de milieudienst en aan de projectcoördinator van K.U.Leuven.
3
Werken met open vlam: BRANDPREVENTIE
In de gebouwen van de KU Leuven geldt in pricipe een algemeen rookverbod, zoals ook bepaald in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven". • Afhankelijk van de kenmerken van de bouwplaats en de afmetingen en het gebruik van de ruimten, de aanwezige uitrusting, de fysische en chemische eigenschappen van aanwezige stoffen of materialen, het aantal aanwezige personen, dient er een voldoende aantal passende brandbestrijdingsmiddelen te worden geplaatst. • Deze brandbestrijdingsmiddelen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. De brandbestrijdingsmiddelen dienen voorzien te zijn van een markering en veiligheidssignalering. • Op gezette tijden moeten testen en relevante oefeningen plaatsvinden. Het personeel dient getraind om met de blusmiddelen om te gaan. Bij oefeningen dient eveneens rekening gehouden met de voortdurend wisselende aanwezigheid op de werf en de coördinatie met de andere aannemers. • Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. • De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. • Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming een vuurvergunning aan.
4 •
•
Werken met gevaarlijke producten: Het gebruik van gevaarlijke producten moet vooraf zijn opgenomen in de risicoanalyse van de aannemer en opgenomen worden in het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan. Hiertoe zal de aannemer alle nodige informatie betreffende producten en risico’s aan de veiligheidscoördinator overhandigen alsmede de voorzien preventiemaatregelen. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse van de onderneming vermeld staan.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel A 14/06/2010 Pagina 2 van 4
• •
•
•
5
Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator-verwezenlijking en aan de projectcoördinator overhandigd worden. De steekkaart vermeldt ten minste: o naam van de fabrikant o fysische eigenschappen o bijzondere kenmerken o gevaren/verschijnselen o preventie o blusstoffen/eerste hulp/evacuatie Bij het gebruik van zeer gevaarlijke producten zal de aannemer een schriftelijke vergunning aanvragen aan de projectcoördinator. De projectcoördinator zal de aannemer informeren over de te volgen procedure voor het bekomen van dergelijke werkvergunning. Informatie is tevens te bekomen op de website. Een kopie van de vergunning zal aan de veiligheidscoördinator worden overhandigd om bijgevoegd te worden in het coördinatiedagboek. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse van de onderneming. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden. Met de coördinator-verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie…).
Veiligheidssignalisatie
Overzicht van de veiligheidssignalisatie die men binnen de gebouwen van de universiteit kan aantreffen bevindt zich in het "reglement werken met derden aan de K.U. Leuven" punt 2.2.
6
Toegangsprocedure voor werken in een in gebruik zijnd gebouw
Voor de toegang tot een in gebruik zijnd gebouw wordt de procedure gevolgd die is bepaald in het "reglement werken met derden aan de K.U. Leuven" punt 1.6.
2.5.
R is i co' s ing e vo l ge de u it vo e r in g va n la t e re w erkz aa m hed en
3. Werkzaamheden met verhoogd risico. Volgens art. 26 §1 van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen
3.1. 1 2 3 • • • • • • •
•
W e rkz aa mh ed en met g e va re n va n b ede l vi n g , w egzink en of va l le n Sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte Drijfzand of slib Valgevaar van een hoogte van 5 m of meer Bij werken die van op het balkon op bijkomende hoogte uitgevoerd moeten worden (met behulp van ladder, stelling,..) gebruiken de werknemers persoonlijke valbeveiliging om risico op val over de borstwering in te perken. Het absoluut verboden materiaal of materieel op de borstwering te leggen om te voorkomen dat dit naar beneden zou kunnen vallen. Wanneer werknemers werkzaamheden uitvoeren op een hoogte van meer dan 2 meter boven de begaanbare vloer, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de werknemers te beschermen tegen vallen. Geen enkele werkvloer van een verplaatsbare stelling mag aangebracht worden op een hoogte die meer bedraagt dan driemaal de kleinste afmeting van de steunbasis, behalve als de stabiliteit is verzekerd door middel van doeltreffende vasthechtings- of steuninrichtingen. Bij verrijdbare stellingen die zich in rusttoestand bevinden, moeten de remmen op de wielen vastgezet worden. Verrijdbare stellingen mogen alleen verreden worden als er zich geen mensen, materiaal of toestellen op bevinden. Bij het verplaatsen moet grote zorgvuldigheid aan de dag gelegd worden en moet de bodem absoluut zuiver en vlak zijn. Al het stellingmateriaal en elke stelling moet voor gebruik gecontroleerd te worden door een bevoegd persoon en periodiek: o ten minste één maal per week o na langdurige onderbreking der werken o na elke belangrijke wijziging o telkens als de weerstand of de stabiliteit in het gedrang kan zijn gebracht (artikels ARAB 434.5.1, 5.2 en artikel 441 en artikel 456) Alle ladders moeten op de vereiste lengte en in veilige toestand ter beschikking gesteld worden. Ladders die hieraan niet voldoen, dienen onverwijld van het terrein verwijderd of vernietigd worden. De ladders dienen bovendien goed onderhouden te worden en op geregelde tussenpozen nagezien te worden door een bevoegd persoon. (art. 43 bis A.R.A.B.)
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel A 14/06/2010 Pagina 3 van 4
•
Veiligheidsgordels (artikel 158 secties) dienen gecontroleerd te worden voor indienststelling en dienen jaarlijks en telkens de gordel een persoon tijdens een val heeft tegengehouden herkeurd te worden door een erkend organisme.
3 . 2 . W e rkz aa mh ed en met c he m is che of b i o log i sc he a ge nt ia
3 . 3 . W e rkz aa mh ed en met i o n is ere nd e st ra l i ng en
3 . 4 . E l e kt r i sche ho og span n in g of le i d in ge n on de r inw en d ig e d ru k va n 1 5 b ar
3 . 5 . W e rkz aa mh ed en met r i s ic o o p ve r d r ink ing
3 . 6 . O nd er gr ond se w erken
3 . 7 . W e rkz aa mh ed en met d u ik u itr us t i ng
3 . 8 . We rkz aa mh ed en onde r o ve r d ruk
3 . 9 . Springstoffen
3 . 10 . M on t ag e of de mo ntag e va n zw a re gep re f a br i cee rd e e l e ment en
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel A 14/06/2010 Pagina 4 van 4
K.U.LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7729 BETONHERSTEL DRAAGBALKEN KLOKKENTOREN DEEL B Gebouwnr. 104-01 Adres :
Gebouw : Bibliotheek
Ladeuzeplein 21, 3000 Leuven
1. Uit te voeren werken 1.1. 1)
B e sc hr i j vi n g va n het t e re a l iser en bo uw w e rk Aard van het project : Nieuwbouw Uitbreiding Verbouwing Herinrichting Instandhoudingswerken Afbraakwerken Infrastructuurwerken Bodemsanering
2)
Bestemming van het bouwwerk : bibliotheek
3)
De werken omvatten : Voorbereidende werken Afbraakwerken Ruwbouwwerken Lichte gevelbekledingen Dakwerken Buitenschrijnwerk en toebehoren Elektriciteit Liften VVK (verwarming, ventilatie, koeling) Fluïda en sanitair Estrichvloeren Zachte vloeren Harde en industriële vloeren Pleisterwerken en gipskartonconstructies Binnenschrijnwerk Vaste inrichting Metaalwerken Schilderwerken Verlaagde plafonds Buitenaanleg Inhuizing Sluitwerk en signalisatie Diversen
4)
Vermoedelijk maximum aantal werknemers tegelijkertijd op de bouwplaats : 5
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel A 14/06/2010 Pagina 1 van 7
1.2.
P l a nn i ng 1.
Ontwerpfase : planning opgemaakt door de bouwdirectie belast met het ontwerp
Deze planning der werken maakt melding van de fasen in de uitvoering der werken en omvat de hoofdactiviteiten. Ze is te vinden in bijlage 3. 2.
Uitvoeringsfase: planning opgemaakt door de bouwdirectie(s) belast met de uitvoering
De planning der werken wordt voor de start der werken besproken met de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, met de opdrachtgever en met de coördinator-verwezenlijking. De planning wordt regelmatig geactualiseerd en overhandigd aan voornoemde partijen. Tijdens de uitvoeringsfase zal de coördinator-verwezenlijking regelmatig de uitvoeringsplanningen van de verschillende aannemers opvragen en vergelijken om zo eventuele bijkomende coördinerende maatregelen te adviseren. De uitvoeringsplanning(en) worden bijgevoegd in bijlage 3.
2. Resultaten van de risicoanalyse volgens KB TMB Bijlage I, DeelA, Afdeling III. 2.1.
O rg an is at ie va n de t ij d e l i jke of m o b ie le bo uw plaa t s 1.
Samenwerking met de coördinator-verwezenlijking
De coördinator-verwezenlijking wordt aangesteld door de opdrachtgever zijnde K.U.Leuven. In het kader van de naleving van de wetgeving is elkeen verplicht zijn medewerking te verlenen aan de coördinator en alle nodige informatie verschaffen: a) een werfinrichtingsplan (door elke bouwdirectie belast met de uitvoering die herwerktuigen wenst op te stellen, zie ook VGP deel A punt 2.4.1) Bij de opstelling van het werfinrichtingsplan moet worden rekening gehouden met : de beschikbare ruimte en de bestaande toestand de ruimte die minimaal benodigd is de nieuwe toestand Het werfinrichtingsplan dient te vermelden : toegangen, wegen, rijrichting, parkings, … ligging van nutsleidingen zones voor keten, materiaalopslag, afvalcontainers… kranen en hijstoestellen elektrische verdeelborden EHBO-post werfafsluiting de wettelijk voorziene inrichtingen volgens bijlage III van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen. b) regelmatige actualisatie van de lijst der onderaannemers c) het veiligheids- en gezondheidsplan van de onderneming of de risicoanalyse van de eigen activiteiten en deze van onderaannemers en bijhorende preventiemaatregelen d) alle nodige informatie betreffende geleverde goederen en diensten, voor het samenstellen van het postinterventiedossier Er geldt eveneens een meldingsplicht voor onveilige situaties. Alle geformuleerde opmerkingen worden via de coördinator-verwezenlijking overhandigd aan de betrokken partij, die deze viseert. Tot de uiteindelijke afhandeling, worden deze opmerkingen regelmatig besproken
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel B 14/06/2010 Pagina 2 van 7
tijdens coördinatievergaderingen. De opmerkingen worden door de coördinator opgenomen in het coördinatiedagboek. 2. A.
Rol van de werfleider en van de verantwoordelijke van elke aannemer De werfleider is verantwoordelijk voor het toepassen van de preventiemaatregelen, in het bijzonder:
•
de wijze waarop alle werkzaamheden worden uitgevoerd en het nemen van de maatregelen voor het bewerkstelligen van een zo goed mogelijke arbeidsveiligheid.
•
het naleven van de bepalingen, opgesomd in het lastenboek, op zijn werf.
•
de aanwezigheid van voldoende middelen om de werken veilig te kunnen uitvoeren.
•
•
de instructies op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en welzijn, bij aanvang van de werkzaamheden, bij verandering van werkpost of op vraag van een werknemer. Indien speciale veiligheidsmaatregelen noodzakelijk worden (bv. bij zeer gevaarlijke werken), dient hij de modaliteiten te kennen en zijn werkmethoden hieraan aan te passen. het correctief toezicht op de naleving van de gestelde preventiemaatregelen.
B.
Vóór de aanvang van de werken neemt hij contact op met de veiligheidscoördinator om samen de specifieke risico's, eigen aan de uit te voeren werken, na te gaan. Hij dient deel te nemen aan de werfvergaderingen voor dewelke men hem uitnodigt en bij afwezigheid van de werfleider, dient een andere persoon van de onderneming, die dezelfde verantwoordelijkheden draagt, te worden afgevaardigd.
C.
Hij moet zorg dragen voor de veiligheid en gezondheid van zijn personeel, maar ook van de onderaannemers en zelfstandigen en van eventuele derden.
D.
Hij verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu strikt na te leven en hij moet de wetten en uitvoeringsbesluiten i.v.m. arbeidsmiddelen en P.B.M.’s toepassen.
E.
Hij ondertekent “voor kennisname” de door de coördinator voorgelegde, geregistreerde en gemelde opmerkingen, suggesties e.d.
3.
Risicoanalyses van de verschillende aannemers
De analyses van de verschillende aannemers, die bezorgd worden zoals bepaald in de overeenkomst i.v.m. veiligheid en gezondheid punt 3.2, worden ingevoegd bijlage 2. 2.2. V e rp l ic ht in ge n o pgel e gd do or d e o pd rach t ge ve r • Zie “Reglement voor werken met derden” 2.3. G eb ru ik en ex p lo it at i e op of in d e n ab i jhe i d va n h et t er re in • Er dient ten allen tijde over gewaakt dat er geen verwarring mogelijk is omtrent doorgangen, omleidingen,… voor zowel voetgangers als auto’s. • Alle omwegen dienen duidelijk gesignaleerd op een goed zichtbare plaats. • Werfdoorgangen zullen ten allen tijde gesloten worden teneinde onverwachte bezoekers op de werf te vermijden. Bij het beëindigen van de activiteiten zullen de doorgangen met een hangslot worden afgesloten. • Bij werken in een in gebruik blijvend gebouw dient er op gelet dat materiaal of materieel de doorgangen niet kan hinderen. Tevens dienen de collectieve beschermingen zoals leuningen e.d. steeds aanwezig te zijn. Voor het aanvangen van de werken zal een signalisatiebord worden aangebracht met aanduiding van de uit te voeren werken, ter kennisgeving van de gebruikers van het gebouw of de bedoelde zone. • Werken die risico’s kunnen induceren voor personeel, studenten, bezoekers worden steeds vooraf of ONMIDDELLIJK wanneer zij worden opgemerkt, gemeld aan de projectcoördinator en aan de veiligheidscoördinator, teneinde de te nemen veiligheidsmaatregelen te bepalen.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel B 14/06/2010 Pagina 3 van 7
• Verder is het verboden om de leveringen te blokkeren. Indien wegen afgesloten moeten worden in functie van de werkzaamheden, dienen vooraf afspraken gemaakt met de technische dienst i.v.m. timing, omleggingsmogelijkheden,… • Er dient steeds een maximale parkeermogelijkheid blijven. 2.4. C o ör d in at ie m aat reg el e n 1.
Verplaatsingsroutes of -zones of verkeersroutes of -zones Alle transport op de bouwplaats gebeurt via de voorziene wegen en doorgangen. Doorgangen en wegen dienen vrij te worden gehouden en mogen niet versperd worden door obstakels of hindernissen. Achteruitrijden van vrachtwagens, heftrucks, en dergelijke wordt tot het strikte minimum beperkt. Indien er toch achterwaarts moet worden gereden of gemanoeuvreerd, dienen de werfvoertuigen uitgerust te zijn met een dodehoekspiegel of begeleid te worden door een derde persoon. Verticaal transport van materialen en gereedschappen gebeurt met behulp van hefwerktuigen, waarvan de keuringsattesten op de werf aanwezig moeten zijn, en door opgeleid personeel. Verticaal transport van personen gebeurt bij voorkeur via trappen.
2.
Materialen en materieel en wederzijdse inwerking tussen hefwerktuigen De onderneming van buitenaf zal binnen de K.U.Leuven enkel die middelen gebruiken die voldoen aan de minimumvoorschriften, opgenomen in de bijlage van het KB van 12/8/’93 aangaande het gebruik van arbeidsmiddelen (codex titel VI hoofdstuk 1). Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse-onderneming. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinator-verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden. Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen: • Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest van een erkend organisme. Dit keuringsattest moet worden voorgelegd aan de projectleider en aan de coördinator-verwezenlijking. • Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet , in overleg met de coördinator-verwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt.
3. 4.
Beperking van manueel hanteren van lasten Het manueel hanteren van lasten wordt zoveel mogelijk vermeden. De te hanteren gewichten worden beperkt. De werknemers krijgen de nodige tilinstructies.
Opslag van materialen en gevaarlijke stoffen of producten De behandeling van gevaarlijke stoffen of producten gebeurt in overeenstemming met de bepalingen in punt 2.2 De werfinrichting zal voorzien in duidelijk afgebakende zones voor opslag van materialen, in het bijzonder voor de gevaarlijke producten. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving en in afspraak met de coördinator-verwezenlijking te gebeuren.
5.
Opslaan, verwijderen of afvoeren van aarde, afval, puin en gruis De zones voor tijdelijke opslag van grond, puin, afval zullen vooraf worden besproken met de opdrachtgever en aangeduid op het werfinrichtingsplan.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel B 14/06/2010 Pagina 4 van 7
6.
Alle werknemers zullen tijdens de werkzaamheden hun plaats van tewerkstelling alsook alle gebruikte toegangswegen tot de plaats van tewerkstelling doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden. De hoofdaannemer zorgt voor selectieve afvalverzameling en de verwijdering van het eigen afval en dat van onderaannemers en bezoekers. Werknemers mogen nooit afval onbeheerd op de bouwplaats achterlaten. Alle restanten van afval moeten volgens de aard van de stof afzonderlijk opgeslagen worden. De werknemers zorgen ervoor dat het opslaan van smeermiddelen, gebruikte oliën, motorbrandstoffen, oplosmiddelen,...(niet limitatief) gebeurt volgens alle wettelijke voorschriften. Voor de eventuele schade ontstaan tengevolge van bodemverontreiniging zal het bedrijf aansprakelijk gesteld worden. De werknemers zorgen ervoor dat de bodem van de opslagplaatsen voor afvalstoffen voorzien is van een beschermingslaag, zodat verontreiniging van de bodem in de omgeving en van de riolering volledig uitgesloten is. In de mate dat de werknemers de milieuvoorschriften en afvalverwijdering overtreden, zal de bouwdirectie na het schriftelijk in gebreke stellen, corrigerende maatregelen laten uitvoeren op kosten van hun bedrijf. Alle olievlekken, veroorzaakt door het bedrijf tijdens werkzaamheden dienen steeds met zand of andere absorberende materialen onmiddellijk verwijderd te worden door werknemers van of in opdracht van het bedrijf. In het kader van de emissiewetgeving moeten de werknemers reuk en lawaaihinder vermijden alsook het vrijkomen van schadelijke gassen.
Collectieve beschermingsmiddelen en tijdelijke toegangswegen Collectieve beschermingsmiddelen genieten de voorkeur boven persoonlijke beschermingsmiddelen. Alle plaatsen die gevaar voor ongevallen kunnen opleveren, moeten onmiddellijk worden afgebakend, zo nodig afgeschermd en verlicht en bovendien voorzien worden van de noodzakelijke signalering. Alle plaatsen waar gevaar bestaat om te vallen, moeten stevig afgedekt worden na het beëindigen van de dagtaak, van een vaste leuning voorzien en een duidelijke signalering op voldoende afstand. Het vroegtijdig verwijderen van werkterreinafbakening, signalering of collectieve beschermingsmiddelen is verboden. Hiervoor moet de voorafgaandelijke toelating bekomen worden van de bouwdirectie belast met de uitvoering Collectieve beschermingsmiddelen worden aangebracht door de bouwdirectie belast met de uitvoering en blijven ter plaatse totdat de bouwfase ze overbodig maakt. De bouwdirectie belast met de uitvoering draagt zorg voor de instandhouding en nodige inspecties ervan. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s): iedere aannemer zorgt zelf voor PBM’s van zijn werknemers. De bouwdirectie belast met de uitvoering zorgt voor de PBM’s van eventuele bezoekers.
7.
Het gebruik van algemene elektrische installatie Tijdelijke elektrische installaties aangelegd door de onderneming van buitenaf voor het uitvoeren van de werkzaamheden moeten vooraf gecontroleerd worden door een bevoegd persoon. Een attest hiervan moet afgeleverd worden aan de toezichthoudende K.U.Leuvenwerkleider. Wanneer werknemers elektrische kabels dienen aan te brengen, zullen zij erover waken dat de andere werknemers van de op de bouwplaats aanwezige bedrijven op een veilige manier (in het bijzonder het verhinderen van struikelrisico's) hun activiteiten zonder problemen kunnen verder zetten. Alle verplaatsbare elektrische bedrijfsmiddelen (stroomverdelers, aftakkingen, aansluitleidingen met stekkers, verlengkabels, koppelstukken,... deze opsomming is gesteld als voorbeeld en niet limitatief) gebruikt door werknemers van of in opdracht van het bedrijf, moeten voor elk gebruik door de werknemers op zichtbare gebreken gecontroleerd worden. Het omwikkelen met isolatieband is verboden. Tijdens werkzaamheden aan laagspanningsinstallaties gelden voor de veiligheid in de elektrische installaties en het gebruik van elektrische toestellen de A.R.E.I.- voorschriften, inzonderheid artikel 266.03.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel B 14/06/2010 Pagina 5 van 7
Voor werkzaamheden aan elektrische installaties door werknemers wordt steeds "de vitale vijf" toegepast. • het buiten spanning stellen (vrij schakelen) • voorzorgen nemen tegen het terug inschakelen (vergrendelen) • controle op het spanningsloos zijn (testen) • aarden en kortsluiten • afbakening van de werkzone Werkzaamheden uitvoeren onder spanning is alleen toegestaan als om dwingende redenen geen spanningsvrije toestand gecreëerd of gegarandeerd kan worden. In dit geval zorgen de werknemers dat : • er duidelijke afspraken gemaakt werden met de verantwoordelijke werknemer (instructies); • elk gevaar voor elektrocutie of voor lichtboogvorming uitgesloten wordt; • deze werkzaamheden steeds door twee werknemers uitgevoerd worden die vertrouwd zijn met werkzaamheden onder spanning en bovendien de eerste hulp kunnen verlenen; • alle technische, organisatorische en persoonlijke beschermingsmaatregelen worden genomen; • er uitsluitend gebruik gemaakt wordt van aangepast geïsoleerd materieel; • er steeds gebruik gemaakt wordt van de persoonlijke beschermingsmiddelen (o.a. veiligheidsbril, …). Werknemers van of in opdracht van een aannemer kunnen uitsluitend elektrische aansluitingen uitvoeren, elektrische borden betreden (artikel 47 AREI) en/of openen, automaten in- of uitschakelen in aanwezigheid van een bevoegde elektricien. Deze elektricien zal bijzondere aandacht schenken aan: • het voorafgaandelijk afschakelen van de installatie en ook nazien of deze buiten spanning is; • de correcte uitvoering van de aarding en de beveiligingen tegen elektrocutie; • de zekeringen en geleiders die voldoen aan de voorschriften van het AREI i.f.v. het afgenomen vermogen.
8.
Gemeenschappelijke stellingen en toegangsmiddelen Bij gebruik van stellingen gelden volgende specifieke bepalingen: Elke stelling vanaf 2 m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. De toegang tot de werkvloer gebeurt door middel van trappen (torens) of ladders. Voor de ingebruikname en minstens één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. Voor stellingen hoger dan 8 m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota’s opgemaakt worden. Bij gemeenschappelijk gebruik van stellingen, trappentorens, en dergelijke zal de onderneming die de stellingen levert en plaatst instaan voor het onderhoud en de instandhouding, evenals voor de controles en keuringen. De onderneming die het medegebruik geniet zal zijn werknemers vooraf inlichten over de gevaren en over het correct gebruik ervan. Toegangswegen worden door de aannemer onderhouden die ze heeft geplaatst. De andere aannemers dienen evenwel in te staan voor het correct gebruik ervan. Zo zullen zij beschadigingen en vervuiling vermijden. Bij gebeurlijke schade zal de aannemer-gebruiker de herstelling vergoeden aan de aannemer die instaat voor het onderhoud.
9.
Gebruiks- of exploitatieactiviteiten op de site of in de omgeving ervan Zie 2.3.
10. Het in goede orde houden van de bouwplaats Zie 2.5. 2.5. H e t i n g oed e o rd e h ou de n va n d e b ouw pla at s De bouwplaats en de werfketen worden minstens wekelijks opgekuist en het afval afgevoerd. Wegen, doorgangen en trappen worden vrij gehouden van obstakels en hindernissen.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel B 14/06/2010 Pagina 6 van 7
Materialen moeten ordelijk en stabiel, eventueel beschermd tegen weersinvloeden, in de voorziene zones gestapeld worden. De werknemers geven aandacht aan de hygiëne: steeds handen wassen voor het eten. Eten gebeurt uitsluitend in de daartoe voorziene werfkeet. H u l p ve r len i ng en e va cu at ie
2.6. 1.
EHBO: verplichte hulpmiddelen Deze zijn opgelegd door de Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op de bouwplaatsen (bijlage III - K.B. 03.05.99) - Deel 1 : Algemene minimumvoorschriften voor de arbeidsplaatsen op bouwplaatsen.
2.
Noodoproep - brand - arbeidsongeval - evacuatie Te volgen procedures zijn te vinden in het "reglement werken met derden aan de KU Leuven". Instructiefiches met de nodige informatie zijn te vinden in bijlage 5. De aannemers zullen hun werknemers van de te volgen procedures op de hoogte brengen aan de hand van deze fiches.
3.
Ophangen van de noodnummers De telefoonnummers, adressen en het juiste adres van de werf, zullen duidelijk zichtbaar en leesbaar opgehangen worden in de onmiddellijke omgeving van elke telefoonpost. De gegevens moeten leesbaar zijn van op de telefoonpost. Het document in bijlage 6 dient gebruikt te worden voor het afficheren van de noodoproepnummers. De aannemers zorgen er voor dat dit document bij elke telefoonpost uitgehangen wordt. 2 .7 . O ve r leg me t en sa me nw erking va n t uss en ko me nd e p art ijen • Voor de start der werken wordt door de coördinator-verwezenlijking en de opdrachtgever een coördinatievergadering samengeroepen op de bouwplaats. • Dezelfde afspraken zullen voor aanvang der werken doorgegeven worden aan de bijkomende aannemers en zelfstandigen evenals aan alle betrokken werknemers. • Zij maken de nodige tijd vrij voor de bouwheer en de coördinator-verwezenlijking tijdens hun geplande en onverwachte bezoeken. • Op iedere coördinatievergadering worden de eigen en de in het VGP beschreven veiligheidsaspecten en beheersmaatregelen besproken voor de lopende en eerstkomende activiteiten. • Tijdens de coördinatievergaderingen zal telkens de planning der werken voor de komende dagen besproken worden. Tijdens deze vergaderingen zullen afspraken gemaakt worden betreffende het gebruik van bepaalde werkzones in tijd en ruimte. Tevens worden de te nemen preventiemaatregelen besproken. Elke aannemer zal zich houden aan deze afspraken. Hij zal tevens zijn onderaannemers, leveranciers, werknemers, … inlichten. Elke afwijking van de gemaakte afspraken dient VOORAF gemeld aan de veiligheidscoördinator. • Alle incidenten en ongevallen worden geregistreerd in het dagboek der werken. Ongevallen met werkverlet, ook deze met onderaannemers, zelfstandigen of bezoekers worden onmiddellijk gecommuniceerd aan de coördinator verwezenlijking ; ofwel via GSM ofwel via FAX. • De coördinator-verwezenlijking heeft registratieplicht in een afzonderlijk coördinatiedagboek van o.a. alle opmerkingen, afspraken, gebeurtenissen, beslissingen…, zoals beschreven in art 31 tot 33 van het K.B. van 25.01.2001. Op verzoek van de coördinator-verwezenlijking zal de werfleider een handtekening zetten in dit coördinatiedagboek « voor kennisname » van gemaakte opmerkingen, afspraken… 2 .8 . Sa me nw erk ing en o ve r le g tu sse n w erkgeve r s en w er kn e mer s • De hoofdaannemer zorgt ervoor dat alle opgelegde beheersmaatregelen gecommuniceerd worden aan zijn eigen en onderaannemers personeel en aan andere betrokkenen. De hoofdaannemer houdt toezicht op de naleving ervan. • Toolboxmeeting: De toolboxmeetings worden minstens per ploeg gehouden met de eigen werknemers en/of met werknemers uit de onderaanneming(en). De leidinggevende maakt een kort verslag, met aanwezigheidslijst, op en overhandigt een kopie aan de veiligheidscoördinator. • Onthaalprocedure : elke werknemer die op de bouwplaats wordt tewerkgesteld zal door zijn werkgever op de hoogte worden gebracht van de veiligheid en gezondheidsvoorschriften die gelden op deze bouwplaats.
IR.-ARCH. S. LAUWERYS, VEILIGHEIDSCOORDINATIE TMB TEL. + 32 16 32 81 86 FAX + 32 16 32 29 82
[email protected]
W7729 VGP Deel B 14/06/2010 Pagina 7 van 7