KRW en drinkwater uit rijkswateren gevolgen van de Kaderrichtlijn Water voor bescherming drinkwatervoorziening uit rijkswateren
Ministerie V&W / RWS /RIZA december 2006 definitief
KRW en drinkwater uit rijkswateren gevolgen van de Kaderrichtlijn Water voor bescherming drinkwatervoorziening uit rijkswateren
dossier : A4722-01-001 registratienummer : versie :
Ministerie V&W / RWS /RIZA december 2006 definitief
DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
©
DHV B.V.
INHOUD
BLAD
SAMENVATTING
3
1 1.1 1.2 1.3
INLEIDING Achtergrond Doelstelling Onderzoeksvragen
5 5 7 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
BEGRENZING VAN BESCHERMINGSZONES Scheelhoek Biesbosch Brakel Heel Nieuwegein Nieuwersluis Andijk Enschede
9 11 12 13 14 15 16 17 18
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
RISICO’S EN MAATREGELEN Risico’s en Maatregelen Scheelhoek Risico’s en Maatregelen Biesbosch Risico’s en Maatregelen Brakel Risico’s en Maatregelen Heel Risico’s en Maatregelen Nieuwegein Risico’s en Maatregelen Nieuwersluis Risico’s en Maatregelen Andijk Risico’s en Maatregelen Elsbeekseweg Maatregelen versus plannen en activiteiten Consequenties nieuwe normering bestrijdingsmiddelen.
19 25 26 26 27 29 30 31 31 32 33
4
KOSTEN EN BATEN
36
5 5.1 5.2
IMPLEMENTATIEPLAN Stappenplan voor implementatie Locatiespecifieke invulling
40 41 43
6
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
44
7
COLOFON
47
BIJLAGEN 1 2 3 4 5
Overzichtskaarten Beschermingszones Kaart Beschermingszones per lokatie Berekeningsgrondslagen voor de bepaling van beschermingszones per winningslocatie Maatregeltabel met MKBA Beschermingsgebieden in relatie tot risico’s in kaart
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie -1-
DHV B.V.
6 december 2006, versie -2-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
SAMENVATTING Deze rapportage is een verdieping van het door DHV in 2005 uitgevoerde onderzoek naar de consequenties van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor bescherming van oppervlaktewateren die worden gebruikt als zwemwateren en oppervlaktewateren die dienen als bron voor drinkwaterproductie. Het doel van dit onderzoek is om in beeld te krijgen voor in totaal 8 innamepunten uit rijkswateren, enerzijds welke beschermingszones moeten worden aangehouden en vervolgens te analyseren welke risico’s via maatregelen zouden moeten worden afgedekt met een inschatting van de kosten en baten. Daarbij gaat speciaal de aandacht uit naar de rol van Rijkswaterstaat (RWS). De in dit rapport behandelde innamepunten uit rijkswateren zijn: 1 Scheelhoek, Haringvliet, Evides 2 Biesbosch, Maas, Evides 3 Brakel, afgedamde Maas, DZH 4 Heel, Lateraalkanaal, WML 5 Nieuwegein, Lekkanaal, Waternet 6 Nieuwersluis, Amsterdam-Rijnkanaal, Waternet 7 Andijk, IJsselmeer, PWN 8 Enschede, Twentekanaal, Vitens Algemene conclusies • Vastgesteld is dat de implementatie van de zone en het invullen ervan een samenspel is tussen de regionale RWS-directie en het betrokken waterleidingbedrijf. Eerst verantwoordelijke is RWS. • Het vastleggen van de beschermingszones gebeurt volgens de eerder gedefinieerde protocollen en waarbij locatie-specieke omstandigheden veelal mede de begrenzing bepalen. Dit wordt bepaald door locatie specifieke stromingscondities en fysieke begrenzingen in het oppervlaktewater. Het type bedrijfsvoering van de drinkwaterbedrijven (beschikbaarheid buffervoorraad of alternatieve bronnen) hebben wij niet mee laten tellen. • De contouren van beschermingszone II dient zich niet te beperken tot alleen rijkswateren in geval een reactietijd van 6 uur kan worden teruggerekend naar regionale wateren (risico’s houden zich immers niet aan bestuurlijke grenzen). • Gebeurtenissen op het land kunnen de waterkwaliteit beïnvloeden (bijv. afstromen bluswater). Daarom is besloten dat vanaf de watercontour van zone II een invloedsstrook van 100 m vanaf het water (dus landinwaarts) wordt meegerekend bij zone II, zodat infrastructuur en vestigingszaken kunnen worden meegenomen in de risico-inventarisatie en maatregelformulering. • Drinkwaterbedrijven blijken niet eenduidig om te gaan met risico’s zoals benoemd in hoofdstuk 3. Zo zien twee drinkwaterbedrijven een noodzaak voor een reactietijd die langer is dan de in dit rapport gehanteerde 6, 9 en 12 uur. Ook hier wordt geredeneerd vanuit de bedrijfsvoering waarbij het hebben van een buffervoorraad of een mogelijkheid om andere innamepunten in te schakelen meetelt in de afwegingen. Specifieke conclusies • In het stroomgebied van de Maas binnen Nederland worden meerdere beschermingszones voor winning van water ten behoeve van de drinkwatervoorziening voorgesteld. Deze zones sluiten deels op elkaar aan. Naast het instellen van de regionale beschermingszones II per innamepunt, zal de gehele Maas als beschermingszone III gehandhaafd blijven, hetgeen op dit moment al in Nederland is vastgelegd door voor de gehele Maas de functie “drinkwater” vast te leggen.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie -3-
DHV B.V.
•
•
•
•
De rol van RWS in de risicobeheersing ligt voor een groot deel in de pro-actieve sfeer bij het formuleren van beleid en vergunningsvoorwaarden. Daarnaast heeft de overheid een belangrijke rol in de preparatie maatregelen zoals het vastleggen van communicatieplannen, rampenplannen en multidisciplinaire alarm oefeningen (bijvoorbeeld met politie, brandweer en drinkwaterbedrijven). Recente ontwikkelingen in het veiligheidsbeleid benadrukken dit nogmaals. Indien polderwater wordt uitgemalen op rijkswater zoals vanuit de Bommelerwaard verdient het ten zeerste aanbeveling het polderwater aan monitoring op bestrijdingsmiddelen te onderwerpen en te zorgen voor aanvullende beheersmaatregelen in de landbouw. De op grond van de Kaderrichtlijn voorgestelde normering voor bestrijdingsmiddelen uit de prioritaire stoffenlijst sluit niet aan bij de vigerende normen in het Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren (BKMO). Geconstateerd wordt dat de hier genoemde stoffen noch in de huidige situatie, noch in de toekomst tot de probleemstoffen worden gerekend en dat veeleer aandacht zou moeten worden besteed aan stoffen die wel tot probleemstoffen voor de drinkwatervoorziening worden gerekend. Om de bescherming van het oppervlaktewater daadwerkelijk te realiseren, is het noodzakelijk om beschermingszone II een juridische status te geven waaraan handhavingregels kunnen worden gekoppeld. Handhaving is in eerste instantie een taak voor RWS, mogelijk gedelegeerd naar gemeenten en waterschappen. Juridisch vastleggen kan voor zowel zones, maategelen als procesmaatregelen (verplichte overleggen, documenten, etc.) gebeuren. Van belang is dat op landelijk niveau een discussie wordt gevoerd over de voor en nadelen van juridisch vastleggen en de diverse opties die beschikbaar zijn.
Aanbevelingen • Voor het vastleggen van Beschermingszone II bevelen wij aan een protocol toe te passen dat uitgaat van een reactietijd van 6 uur. Gebleken is dat een langere reactietijd, zoals 9 en 12 uur voor de innamepunten uit stromende wateren zoals Scheelhoek en Biesbosch, in dit geval als gevolg van de invloed van de getijbeweging geen significante verschillen in beschermingszone oplevert. Voor alle overige innamepunten uit rijkswateren blijkt de windinvloed de maatgevende factor te zijn. Hierbij is gekozen voor windkracht 6 die niet langer aanhoudt dan 6 uur. Vanwege uniformiteitoverwegingen bevelen wij één reactietijd van 6 uur aan. Hierbij zij opgemerkt dat dit een worst-case scenario betreft en dat hoogstwaarschijnlijk wanneer zich risico’s voordoen, de beschikbare reactietijd vanaf de rand van de beschermingszone vele malen langer zal zijn. Immers niet permanent waait er een wind van windkracht 6 vanaf de locatie waar het risico zich voltrekt, precies in de richting van het innamepunt, en ook zal het grootste gedeelte van de tijd de stroomsnelheid in de rivieren significant lager zijn dan de eens per tweehonderdvijftig jaar gebeurtenis. • Uiteindelijk dient een volledige risicoanalyse ten behoeve van de bescherming van oppervlaktewater voor drinkwater alle vier de beschermingszones te omvatten. Hierbij dient te veiligheidsketen op elke zone te worden toegepast. Deze aanpak waarborgt dat zowel bestaande als nieuwe maatregelen een passende plaats in de integrale, gebalanceerde risicobenadering krijgen. • Alhoewel winning van oeverfiltraat in dit rapport buiten beschouwing is gelaten omdat deze winningen formeel onder beheer van de provincie vallen, is het uit oogpunt van uniformiteit en integratie met het KRW-proces wenselijk, om ook hiervoor beschermingszones aan te wijzen en volgens hetzelfde stappenplan te implementeren.
6 december 2006, versie -4-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
1
INLEIDING
Deze rapportage is een verdieping van het door DHV in 2005 uitgevoerde onderzoek naar de consequenties van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor bescherming van oppervlaktewateren die worden gebruikt als zwemwateren en oppervlaktewateren die dienen als bron voor drinkwaterproductie. Het project is uitgevoerd onder begeleiding van een klankbordgroep waarin naast het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) ook de regionale directies van Rijkswaterstaat (RWS) en de drinkwaterbedrijven via het RIWA waren vertegenwoordigd. De klankbordgroep voor dit project bestond uit de volgende personen: Onno van de Velde (projectleider RIZA) Jaap van Steenwijk (RIZA) Paul Kok (RWS dir. Utrecht) Frederike van Wijk (RWS dir. Oost-Nederland) Silvana Ciarelli (RWS dir. Zuid-Holland) Hans Leushuis (RWS dir. Limburg) Peter Stoks (RIWA) Het uitvoerend team van DHV bestond uit: Fred Benoist (adviseur) François van Ekkendonk (projectleiding) Jos Peters (kwaliteitsborging en project management) De uitvoering van dit onderzoek is gestart eind augustus 2006. Een eerste concept rapport is op 1 november 2006 voorgelegd aan een brede groep van betrokkenen waarmee in een workshop reacties zijn verkregen op de eerste resultaten. Tijdens en na deze workshop kwamen veel bruikbare signalen los, die na verwerking geleid hebben tot de definitieve rapportage die voor u ligt.
1.1
Achtergrond
In de Kaderrichtlijn Water wordt gesproken over vier verschillende niveaus van beschermingszones voor de winning van oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater (zie Afbeelding 1). Onder een beschermingszone wordt verstaan een afgebakend gebied waarbinnen maatregelen worden genomen om de winning van water voor de bereiding van drinkwater te kunnen waarborgen. Een analogie kan worden getrokken met de reeds lang bestaande grondwaterbeschermingszone voor de onttrekking van drinkwater, begrensd door een looptijd van 25-jaar tot aan het fysieke onttrekkingpunt. In dit rapport beperken we ons tot de directe winning van oppervlaktewater. De winning van oeverfiltraat wordt vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Het gaat hier weliswaar feitelijk om rivierwater waarbij de bodempassage als voorbehandeling kan worden gezien, maar formeel valt de winning van oeverfiltraat echter tot de winning van grondwater, hetgeen als zodanig onder beheer van de provincie valt. Voor oppervlaktewateren wordt in de KRW onderscheid wordt gemaakt tussen: • Beschermingszone I: lokaal niveau direct rondom het fysieke innamepunt en de zuivering • Beschermingszone II: regionaal niveau, begrensd op basis van een protocol dat uitgaat van een reactietijd, • Beschermingszone III: nationaal niveau met afspraken over wateren met functie drinkwater,
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie -5-
DHV B.V.
•
Beschermingszone IV: stroomgebiedniveau met internationale afspraken voor bijvoorbeeld de Rijn en de Maas.
Beschermingszone IV (stroomgebied) Beschermingszone III (landsgrens)
Beschermingszone II (regionale zone)
zuivering
Beschermingszone I (lokatiegrenzen) Afbeelding 1:
Onderscheid tussen diverse niveaus van beschermingszones
Op het niveau van Beschermingszone III (landsgrens) en Beschermingszone IV (stroomgebied) lopen al acties of zijn reeds afspraken gemaakt. Beschermingszone I (lokatiegrenzen) is een zaak van de waterleidingbedrijven. De vraagstelling voor het voorliggende onderzoek spitst zich daarom toe op Beschermingszone II omdat hier nog geen verdere uitwerking aan gegeven is en wel het initiatief bij de waterbeheerder ligt (in dit geval RWS). De begrenzing van Beschermingszone II is ingegeven door het definiëren van een voldoende lange reactietijd waarbinnen belanghebbende partijen acties kunnen nemen tegen net buiten deze zone.optredende risico’s die een bedreiging vormen voor het gebruik van oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater. Bij optreden van risico’s binnen de grenzen van Beschermingszone II is onvoldoende reactietijd beschikbaar. Daarom zijn extra beschermende maatregelen nodig die zorgdragen voor het minimaliseren van risico’s. Integrale benadering beschermingszones Uiteindelijk dient een volledige risicoanalyse ten behoeve van de bescherming van oppervlaktewater voor drinkwater alle vier de beschermingszones te omvatten. Hierbij dient te veiligheidsketen (zie verderop) op elke zone te worden toegepast. Deze aanpak waarborgt dat zowel bestaande als nieuwe maatregelen een passende plaats in de integrale, gebalanceerde risicobenadering krijgen. Een dergelijke omvattende risicobenadering valt buiten de scope van onderhavig rapport, dat gericht is op de begrenzing en invulling van beschermingszone II.
6 december 2006, versie -6-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
1.2
Doelstelling
Het doel van dit onderzoek is om in beeld te krijgen voor in totaal 8 innamepunten uit rijkswateren, enerzijds welke beschermingszones moeten worden aangehouden en vervolgens te analyseren welke risico’s via maatregelen zouden moeten worden afgedekt met een inschatting van de kosten en baten. Daarbij gaat speciaal de aandacht uit naar de rol van RWS. De in dit rapport behandelde innamepunten uit rijkswateren zijn: 9 Scheelhoek, Haringvliet, Evides 10 Biesbosch, Maas, Evides 11 Brakel, afgedamde Maas, DZH 12 Heel, Lateraalkanaal, WML 13 Nieuwegein, Lekkanaal, Waternet 14 Nieuwersluis, Amsterdam-Rijnkanaal, Waternet 15 Andijk, IJsselmeer, PWN 16 Enschede, Twentekanaal, Vitens
1.3
Onderzoeksvragen
De specifieke vragen die in dit rapport worden beantwoord zijn opgedeeld in een viertal blokken Blok A: Begrenzing van beschermingszones Vraag 1: bepalen beschermingszones voor innamepunten Nieuwersluis in Amsterdam-Rijnkanaal en Heel in het Lateraalkanaal m.b.v. protocol D2, op basis van ingenomen volume. Vraag 2: bepalen van beschermingszones in kanalen eveneens onder invloed wind. Vraag 3: bepalen van beschermingszones voor alle acht innamepunten inachtneming van een reactietijd van respectievelijk 6, 9 en 12 uur. Blok B:
het dus van met
Beschermingsmaatregelen Vraag 4: Per innamepunt integraal pakket van maatregelen uitwerken conform het format van tabel 4.1 van de DHV-studie, waarbij de begrenzing van beschermingszone II is gebaseerd op een reactietijd van 6 uur en daarnaast wordt ingegaan op de verschillen met begrenzingen die op een reactietijd van 9 en 12 uur zijn gebaseerd. In de sfeer van pro-actieve maatregelen aangeven of een verbod van activiteiten aan de orde is, de activiteiten kunnen plaatsvinden mits voldaan wordt aan bepaalde extra voorzorgsmaatregelen, of dat ze op hetzelfde niveau kunnen blijven in combinatie met snellere alarmering. Voorts aangeven welke rol RWS speelt bij de uitvoering van die maatregelen in relatie ook tot de rollen van de andere relevante actoren. Vraag 5 Welke concrete knelpunten zijn bij de uitvoering van de maatregelen te verwachten in verband met voorziene/voorgenomen activiteiten, streekplannen e.d. (per innamepunt)? Vraag 6 Tot welke verschillen in de maatregelensfeer (verdergaand of minder vergaand) zou invoering van de door de Europese Commissie voorgestelde milieukwaliteitsnormen voor de prioritaire stoffen leiden ten opzichte van de instandhouding van de normen in bijlage I van het Besluit Kwaliteitsdoelstellingen Metingen Oppervlaktewateren (BKMO). Dit uitsluitend
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie -7-
DHV B.V.
te bezien voor de bestrijdingsmiddelen alachloor, atrazine, chloorfenvinfos, chloorpyrifos, diuron, endosulfan, HCB, HCH, isoproturon, pentachloorbenzeen, pentachloorfenol, simazine, TBT, trifluralin, DDT en de drins (uitgesplitst per innamepunt). Blok C:
Maatschappelijke kosten en baten van maatregelen Vraag 7 Wat zijn de maatschappelijke kosten en baten van die maatregelen (per innamepunt)? Voor baten valt te denken aan een vermindering van het aantal innamebeperkingen en -stops en per saldo een beter kwaliteit. Vraag 8 Wat zijn de meer-/minderkosten van maatregelen ten gevolge van de milieukwaliteitsnormen in het onder vraag 6 genoemde voorstel van de Europese Commissie ten opzichte van die in het BKMO (per innamepunt)? Ook hier uitsluitend te bezien voor de onder vraag 6 vermelde bestrijdingsmiddelen.
Blok D:
Plannen van aanpak Vraag 9 Per innamepunt plan van aanpak voor RWS uitwerken, dit op basis van de resultaten van de blokken A t/m C, en daarin aanbevelingen voor de te volgen strategie en procesgang opnemen.
In de hierna volgende hoofdstukken zullen de bovenstaande vragen worden beantwoord.
6 december 2006, versie -8-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
2
BEGRENZING VAN BESCHERMINGSZONES
Bij de bepaling van de beschermingszones voor de acht innamepunten uit rijkswateren hebben wij in eerste instantie de methodieken gevolgd zoals omschreven in rapport “KRW en oppervlaktewater” (DHV/RIZA, 2005). De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: Voor stilstaande wateren is het uitgangspunt dat de beschermingszone gelijk is aan de zone rondom het innamepunt ter grootte van het maximaal ingenomen volume gedurende de gewenste reactietijd van 6, 9 en 12 uur (protocol D.2). Voor innamepunten uit stromende wateren is de afgelegde weg tijdens maatgevende afvoer gedurende de gewenste reactietijd van 6 uur veelal bepalend voor de grootte van de beschermingszone stroomopwaarts (protocol D.1). Voor stilstaande wateren is de mogelijke invloed van wind meegenomen (windkracht 6 gedurende 6 uur). De grootte van de beschermingszone is voorts mede bepaald door fysieke begrenzingen in het watersysteem zoals dammen en sluizen. De beschermingszone in het watersysteem wordt uitgebreid met een landzone tot 100 meter uit de oever om rekening te kunnen houden met risico’s die zich voor kunnen doen vanuit bedrijventerreinen en wegen.
Maatgevende stroomsnelheid
Maatgevende wind
In dit rapport is in tegenstelling tot eerdere
In de eerdere rapportage is een maatgevende
rapportage rekening gehouden met de invloed van
windsnelheid met kracht 8 op de schaal van Beaufort
getijdenbeweging
de
gekozen, die als ‘worst-case’ wordt beschouwd. Het
beschermingszone. Dit geldt voor de locaties
onwaarschijnlijk dat deze windkracht voor een langere
Scheelhoek en Biesbosch. Voorts zijn wij er door
tijd optreedt. Bij nadere analyse van KNMI gegevens
WML op gewezen dat de maatgevende afvoer van
blijkt windkracht 8 slechts één keer per enkele jaren in
de rivier niet persé gelijk hoeft te zijn aan de
Nederland voor te komen en zelfs niet in alle
maximum afvoer tijdens de zogenaamde eens in
richtingen. Dit pleit er voor om als maatgevend een
250 jaar afvoergolf. Immers de inname van water
lagere windkracht te kiezen. De definitieve keuze van
bij dit soort afvoergolven is bij WML al eerder
de werkgroep is daarbij gevallen op windkracht 6 (10,8
gestaakt in verband met troebelheid bij hoge
– 13,8 m/s). Contouren bedragen dan ongeveer 7 km
afvoergolven.
bij een reactietijd van 6 uur. Ook hier geldt dat de
op
de
grootte
van
inname al eerder gestopt kan zijn in verband met troebelheid als gevolg van opgewoeld slib.
Het resultaat van de berekeningen en analyses voor de uiteindelijke bepaling van de beschermingszone’s is samengevat in Tabel 2-1. In deze tabel is weergegeven hoe groot de beschermingszones zijn in de zin van afstanden gemeten vanaf het innamepunt. Voor de stroomopwaartse en stroomafwaartse begrenzingen is tevens aangegeven welke overwegingen bij het kiezen van deze begrenzingen maatgevend zijn geweest. In bijlage 1 worden overzichtskaarten gepresenteerd met daarop ingetekend voor elke locatie de berekende beschermingszones waarbij als aparte thema’s de windinvloed (kaart 1), de stromingsinvloeden
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie -9-
DHV B.V.
of invloed van het innamevolume (beiden op kaart 2) zijn weergegeven. Kaart 3 van bijlage 1 presenteert een overzicht van de uiteindelijk gekozen beschermingszones. Op vier innamepunten wordt gebruik gemaakt van Maaswater. De beschermingszones bakenen telkens een deel van de Maas af. Dat laat onverlet dat de gehele Maas in Nederland de functie drinkwatervoorziening heeft, hetgeen valt onder Beschermingszone III. In de vier hier onderscheiden beschermingszones dient extra aandacht te worden besteed aan risicovermindering. Tabel 2-1 Begrenzingen van acht beschermingszones voor inname van oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater Lokatie 1 - Scheelhoek
Stroomopwaarts 14 km
2- Biesbosch
23 km
3 - Brakel
11 km
4 - Heel
1,5 km
Maatgevend voor bepaling Maximum afgelegde weg bij maximale afvoer in het Haringvliet binnen de range van 6 tot 12 uur Maximum afgelegde weg bij maximale afvoer in de Maas binnen de range van 6 tot 12 uur
Stroomafwaarts 3 km
Maatgevend voor bepaling Fysieke begrenzing Haringvlietdam en effect van wind
1,5 km
Getijstroom gedurende 3 uur (bij maximale afvoer)
Wind en fysieke begrenzing aftakking van de Maas Fysieke begrenzing sluis Heel Fysieke begrenzing Prinses Beatrix-sluizen
0 km
6,5 km
7 km
Fysieke begrenzing door afsluitdijk en Wilhelminasluis Wind en einde Lateraalkanaal Wind en open einde Lekkanaal in AMSTERDAMRIJKANAAL Wind gedurende 6 uur
5 - Nieuwegein
1 km
6 - Nieuwersluis
7 km
Wind gedurende 6 uur
7 – Andijk & WPJ
7 km
Wind gedurende 6 uur; halve cirkelvorm rondom innamepunt
8 - Enschede
1,5 km
Fysieke begrenzing sluis
7 km
3,5 km
Doodlopend uiteinde Twentekanaal in Enschede
In de hiernavolgende paragrafen wordt kort ingegaan op de individuele inname locaties waarbij dankbaar gebruik is gemaakt van Google Earth om de locaties herkenbaar in beeld te brengen.
6 december 2006, versie - 10 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
2.1
Scheelhoek
In Scheelhoek neemt Evides water uit het Haringvliet in voor de bereiding van drinkwater. Het betreft hier één innamepunt uit stromend water. Voor de aanwijzing van de beschermingszone behorende bij dit innamepunt is daarom protocol D.1 gevolgd met een aanpassing waarbij rekening wordt gehouden met de getijden beweging. Daarnaast is gekeken naar de mogelijke invloed van wind in combinatie met eventuele fysieke begrenzingen van het watersysteem. Deze overwegingen leveren het onderstaande eindresultaat voor de bepaling van de begrenzing van de beschermingszone. De verschillende reactietijden geven hier als gevolg van de getijdenbeweging geen aanleiding om andere beschermingszones aan te wijzen.
Lokatie 1 - Scheelhoek
Stroomopwaarts 14 km
Maatgevend voor bepaling Maximum afgelegde weg bij maximale afvoer in het Haringvliet binnen de range van 6 tot 12 uur
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Stroomafwaarts 3 km
Maatgevend voor bepaling Fysieke begrenzing Haringvlietdam en effect van wind
6 december 2006, versie - 11 -
DHV B.V.
2.2
Biesbosch
In de bekkens van de Biesbosch neemt Evides water uit de Maas in voor de bereiding van drinkwater. Het betreft hier één innamepunt uit stromend water. Voor de aanwijzing van de beschermingszone behorende bij dit innamepunt is daarom protocol D.1 gevolgd met een aanpassing waarbij rekening wordt gehouden met de getijdenbeweging. Daarnaast is gekeken naar de mogelijke invloed van wind in combinatie met eventuele fysieke begrenzingen van het watersysteem. Deze overwegingen leveren het onderstaande eindresultaat voor de bepaling van de begrenzing van de beschermingszone. De verschillende reactietijden geven hier als gevolg van de getijdenbeweging geen aanleiding om andere beschermingszones aan te wijzen. Lokatie 2- Biesbosch
6 december 2006, versie - 12 -
Stroomopwaarts 23 km
Maatgevend voor bepaling Maximum afgelegde weg bij maximale afvoer in de Maas binnen de range van 6 tot 12 uur
Stroomafwaarts 1,5 km
Maatgevend voor bepaling Getijstroom gedurende 3 uur (bij maximale afvoer)
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
2.3
Brakel
DZH neemt water in vanuit de Afgedamde Maas. In de normale situatie verpompt DZH water uit de Afgedamde Maas naar de Waal aan de andere kant van de sluizen om lekkage van Waalwater naar het innamepunt te voorkomen. Hierdoor stroomt bovendien het water van de Maas naar de Afgedamde Maas. Mocht zich in de Maas een verontreiniging voordoen, en dit wordt gemeten bij Heusden, dan stopt DZH het transport van water naar de Waal. Hierdoor ontstaat een stroming van de Waal naar de Maas, waardoor tegendruk ontstaat op het punt waar de Bergsche Maas de afgedamde Maas passeert. De verontreiniging komt op deze manier niet in de Afgedamde Maas terecht. Als beschermingszone wordt de gehele afgedamde Maas voorgesteld vanaf het aftakpunt bij de Bergsche Maas tot aan het innamepunt bij de afsluitdijk van de afgedamde Maas. Lozingen vanuit de Bommelerwaard op de afgedamde Maas zoals poldergemalen worden gezien als puntlozingen die moeten worden beschouwd als mogelijke risico’s. Lokatie 3 – Brakel
Stroomopwaarts 11 km
Maatgevend voor bepaling Wind en fysieke begrenzing aftakking van de Maas
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Stroomafwaarts 0 km
Maatgevend voor bepaling Fysieke begrenzing door afsluitdijk en Wilhelminasluis
6 december 2006, versie - 13 -
DHV B.V.
2.4
Heel
Waterleidingmaatschappij Limburg neemt water in vanuit het Lateraalkanaal ten behoeve van drinkwaterproductie via oeverfiltratie vanuit het bekken de Lange Vlieter te Heel. De inlaatcapaciteit vanuit het kanaal bedraagt 3.600 m3/uur. Als gevolg van schutverliezen bij de sluis ontstaat een debiet door het Lateraalkanaal van 7 a 9 m3/sec, leidend tot een stroomsnelheid van maximaal 2,5 cm/sec. In eerste instantie zou het Lateraalkanaal als een stilstaand water kunnen worden beschouwd. Als gevolg van de schutverliezen bij de sluis treedt echter enige stroming op. Daarom zijn zowel protocol D.2 (stilstaand water) als protocol D.1 (stromend water) gehanteerd, almede de invloed van wind. De verschillende reactietijden geven hier als gevolg van de fysieke begrenzingen van het Lateraalkanaal geen aanleiding om andere beschermingszones aan te wijzen. Lokatie
Stroomopwaarts
4 – Heel
1,5 km
6 december 2006, versie - 14 -
Maatgevend voor bepaling
Stroomafwaarts
Fysieke begrenzing sluis Heel
6,5 km
Maatgevend voor bepaling Wind en einde Lateraalkanaal
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
2.5
Nieuwegein
Ten behoeve van de drinkwatervoorziening van Noord-Holland onttrekt Waternet ter plaatse van het 3 Waterwinstation ir. Cornelis Biemond te Nieuwegein circa 4 m /s aan het Lekkanaal. Het gemiddeld debiet 3 door het Lekkanaal bedraagt 7,7 m /s hetgeen een langzame stroming veroorzaakt. Zowel het protocol voor stromend water D.1. als het protocol voor stilstaand water D.2. zijn toegepast. Daarnaast is gekeken naar de invloed van wind en uiteraard de fysieke begrenzingen van het Lekkanaal. Deze analyse leidt tot een begrenzing van de beschermingszone zoals in onderstaande tabel is weergegeven. De verschillende reactietijden geven hier als gevolg van de fysieke begrenzingen van het Lekkanaal geen aanleiding om andere beschermingszones aan te wijzen. Lokatie 5 - Nieuwegein
Stroomopwaarts 1 km
Maatgevend voor bepaling Fysieke begrenzing Prinses Beatrix-sluizen
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Stroomafwaarts 7 km
Maatgevend voor bepaling Wind en open einde Lekkanaal in Amsterdam-Rijnkanaal
6 december 2006, versie - 15 -
DHV B.V.
2.6
Nieuwersluis
Waternet neemt water in vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal in Nieuwersluis ten behoeve van aanvulling van de waterleidingplas. Het gaat hier om een relatief kleine onttrekking omdat het merendeel van het in de plas ingelaten water afkomstig is van uitslag uit de Bethunepolder en WRK1. Het Amsterdam-Rijnkanaal is te beschouwen als een langzaam stromend water met een minimale doorvoer. Daarom wordt in eerste instantie het protocol D.2 toegepast voor het begrenzen van de beschermingszone met een lengte van ongeveer 1 km. Veruit maatgevend blijkt echter de invloed van wind op de begrenzing van de beschermingszone (7 km stroom opwaarts en stroomafwaarts van het innamepunt). Er bevinden zich bovenstrooms en benedenstrooms geen fysieke grenzen in het Amsterdam-Rijnkanaal binnen de berekende contouren. De resulterende beschermingszone is weergegeven in onderstaande tabel. Bij toename van de reactietijd naar 9 en 12 uur zou met dezelfde uitgangspunten de beschermingszone 1,5 tot 2 maal zo groot worden (10,5 en 14 km in beide richtingen). Het is echter niet realistisch om aan te nemen dat hetzelfde windveld met dezelfde constante kracht gedurende deze nog langere perioden blijven aanhouden. Lokatie 6 - Nieuwersluis
6 december 2006, versie - 16 -
Stroomopwaarts 7 km
Maatgevend voor bepaling Wind gedurende 6 uur
Stroomafwaarts 7 km
Maatgevend voor bepaling Wind gedurende 6 uur
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
2.7
Andijk
PWN heeft twee innamepunten aan het IJsselmeer die op een kilometer afstand van elkaar liggen (WPJ en Andijk). Voor beide locaties is het te beschermen gebied bepaald met behulp van protocol D.2. Voor het IJsselmeer is echter gebleken dat de windinvloed de maatgevende factor is bij het bepalen van de beschermingszone. Dit leidt tot een beschermingszone in het IJsselmeer zoals in onderstaande tabel is weergegeven. Lokatie 7 – Andijk & WPJ
Stroomopwaarts 7 km
Maatgevend voor Stroom- Maatgevend voor bepaling afwaarts bepaling Wind gedurende 6 uur; halve cirkelvorm rondom innamepunt
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 17 -
DHV B.V.
2.8
Enschede
Vitens neemt oppervlaktewater in uit het kanaalpand Hengelo-Enschede voor de productie van drinkwater. Opgemerkt wordt dat momenteel (september 2006) de inname nog is onderbroken als gevolg van een brand op het nabijgelegen Vredestein-complex in augustus 2003. Het kanaalpand tussen Hengelo en Enschede meet ongeveer 5 km lang en is 4 m diep en 50 m breed. Het is een stilstaand water dat als eerste functie heeft scheepvaartkanaal met als doel de industrie in het noord-oosten te ontwikkelen. De functie van winning van water voor drinkwaterproductie is pas later aan dit kanaal toegevoegd. Protocol D.2 en de invloed van de wind zijn in eerste instantie gebruikt als aanwijzing van de lengte van te beschermingszone. Rekeninghoudend met de fysieke begrenzing van het innamepand is geconcludeerd dat het kanaalpand tussen sluis en de haven van Enschede in zijn geheel als beschermingszonde dient te worden aangemerkt. Dit resulteert in onderstaande tabel. De verschillende reactietijden geven hier als gevolg van de fysieke begrenzingen van het Twentekanaal geen aanleiding om andere beschermingszones aan te wijzen.
Lokatie 8 – Enschede
6 december 2006, versie - 18 -
Stroomopwaarts 1,5 km
Maatgevend voor bepaling Fysieke begrenzing sluis
Stroomafwaarts 3,5 km
Maatgevend voor bepaling Doodlopend uiteinde Twentekanaal in Enschede
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
3
RISICO’S EN MAATREGELEN
Voor een risicoanalyse per innamepunt is een analyse gemaakt volgens de in het eerste rapport (DHV, 2005) geïntroduceerde veiligheidsketen. Tabel 3-1: Benadering van risicoanalyse met behulp van de Veiligheidsketen VEILIGHEIDSKETEN – – – – –
risico-inventarisatie kans x effect wegnemen structurele oorzaken (elimineerbare risico’s) risicoacceptatie (onvermijdbare risico’s) voorkomen/beheersen ontwikkeling incident (verkleinbare risico’s)
Preparatie
– –
voorbereiding acties bij ongewenste situaties (verkleinbare effecten) netwerkanalyse
Repressie
–
Nazorg
– – –
bestrijding en hulpverlening bij ongewenste situaties (beperken van onvermijdbare effecten) risicocommunicatie zo snel mogelijk terug naar normale verhoudingen evaluatie
Risicoanalyse Pro-actie Preventie
Bij de algemene risicoanalyse hebben wij vervolgens een onderverdeling gemaakt naar soorten risico in de zin van termijn of frequentie van voorkomen van risico’s. Deze onderverdeling is gebruikt om de gedachtegang te structureren. De volgende risicocategorieën worden geïntroduceerd: Incidenteel/Calamiteit, Terugkerend/Seizoensafhankelijk en Trendmatige ontwikkelingen/Permanent aanwezig. Tabel 3-2:
Risicocategorieën met benoemde risico’s
Incidenteel Gevaarlijke stoffen transport Scheepvaart
Seizoensgebonden / Terugkerend Blauwalgen Overstorten
Industrie
Baggeren
Bluswater
Botulisme
Overstromingen
Mest en bestrijdingsmiddelen
Trendmatig / Structureel Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen Toename verhard oppervlak Toename lozingen Wijzigingen waterbeheer
Bouwactiviteiten
Tabel 3-2 geeft een kort overzicht van hoe in dit project invulling is gegeven aan deze risicocategorieën. De onderscheiden risicocategorieën worden hierna kort toegelicht.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 19 -
DHV B.V.
A: Incidenteel/Calamiteit Tot incidentele risico’s c.q. calamiteiten rekenen we de volgende risicogebieden: A1 Gevaarlijke-stoffen-transport: via Aanrijdingen, kantelen, te water raken. vrachtverkeer en kruisingen met leidingen A2 Scheepvaart: Aanvaringen; emissies. A3 Industrie; Bedrijfsongeval, storingen productie. A4 Bluswater Bij branden zoals het voorbeeld bij Vredestein kunnen door afspoeling van bluswater ongewenste stoffen in het oppervlaktewater terechtkomen. A5 Inundatie Buiten oevers treden rivier en afspoeling verontreinigingen van bedrijventerrein. A6 Bouwactiviteiten Emissies vanuit bouwterreinen. B: Seizoengebonden/terugkerend Onder seizoengebonden en terugkerende risico’s rekenen we die risico’s die zich met een zekere regelmaat voordoen onder invloed van bijvoorbeeld weersomstandigheden. We denken daarbij aan: B1
Blauwalgenbloei:
Bij speciale condities van weer en beschikbaarheid van nutriënten in sommige wateren een jaarlijks terugkerend verschijnsel (IJsselmeer) van de opbloei van cyanobacteriën die hinderlijke toxines afscheiden welke moeilijk door het zuiveringsproces worden verwijderd.
B2
Overstorten rioolstelsels:
Bij zware regenval wordt verdund rioolwater op het oppervlaktewater geloosd omdat de bergings- en afvoercapaciteit van gemengde stelsels wordt overschreden. Dit levert een risico op ondermeer pathogenen in het oppervlaktewater op.
B3
Nautisch baggeren
Vaarwegen moeten regelmatig op diepte worden gehouden. Het baggerproces levert een risico op opwoeling van gesedimenteerde verontreinigingen.
B4
Botulisme
In warme periodes bestaat in de natuur het risico op uitbraak van botulisme bij watervogels (en vissen). Theoretisch is het mogelijk de ziekte te verspreiden via het toxine in het drinkwater.
B5
Landbouwkundig gebruik bestrijdingmiddelen
6 december 2006, versie - 20 -
van
mest
en
Periodiek wordt in de landbouw gebruik gemaakt van meststoffen en bestrijdingsmiddelen die via drift en uit- en afspoeling in het oppervlaktewater terechtkomen. Dit zijn ongewenste stoffen in drinkwaterbronnen.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
C: Trendmatig/structureel De risico’s voor de drinkwatervoorziening die alom aanwezig zijn en/of in de toekomst zullen optreden als gevolg van ontwikkelingen in ruimtelijke ordening of economische groei, noemen we structureel of trendmatige risico’s. Hieronder rekenen we: C1 Landbouwgebruik bestrijdingsmiddelen Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw is gebonden aan regels die gesteld worden vanuit het toelatingsbeleid. Continu komen nieuwe middelen op de markt die worden onderzocht op de mate waarmee het milieu wordt belast. Aspecten ten aanzien van Drinkwaterwinning zijn onderbelicht. C2 Verstedelijking Door toename van verhard oppervlak in verstedelijkende gebieden vindt een intensievere afvoer van afvalstoffen naar het oppervlaktewater plaats via riolering en/of zuivering dan wel via oppervlakkige afvoer. C3 Wvo-vergunningsplichtige lozingen van Voor lozingen van afvalwater en effluent van afvalwater en lozingen van poldergemalen industrieën en rioolwaterzuiveringen zijn vergunningen verplicht wegens de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren. Bij herziening van vergunningen en verlenen van nieuwe vergunningen wordt vooral getoetst op de algemene eisen voor het ontvangende water met betrekking tot normen die zijn afgeleid voor een gezond ecologisch milieu. Specifieke aanvullende eisen voor lozingen binnen de invloedssfeer van drinkwaterinname punten zijn vooralsnog niet aan de orde. Een nadere beschouwing van lozingen van poldergemalen die weliswaar niet vergunningplichtig zijn, is hier ook aan de orde i.v.m. mogelijke verontreinigen uit het achterland C4 Wijzigingen in kwantitatief waterbeheer Peilwijzigingen en wijzigingen in stuwregime kunnen het oppervlaktewater voor drinkwaterproductie beïnvloeden. Voor bovengenoemde risico’s is in kaart gebracht aan wat voor maatregelen gedacht kan worden om de risico’s voor diverse schakels van de veiligheidsketen in te perken. Deze Risico-matrix is weergegeven in Tabel 3-3. Uit deze risico-matrix valt direct op dat risico’s met een trendmatig en/of structureel karakter voornamelijk kunnen worden ingedamd met maatregelen in de pro-actieve en preventieve sfeer. Risico’s met een seizoensmatig of terugkerend karakter worden voornamelijk via preventieve en enkele repressieve maatregelen bestreden. Voor risico’s met een incidenteel of calamiteus karakter kunnen over de volle lengte van de veiligheidsketen maatregelen worden benoemd die de bijbehorende risico’s afdekken.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 21 -
Tabel 3.3: RISICO-analyse en Maatregelen in relatie tot schakels uit de veligheidsketen. project: dossier: opdrachtgever: Incidenteel
bescherming drinkwater uit rijkswater A4722-01-001 RWS/RIZA
a Pro-actief risico wegnemen wegnemen structurele oorzaak / risico acceptatie Gevaarlijke stoffen A-1.1 omleiden gevaarlijke stoffen routes transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen A-1.2
b Preventie risico verkleinen nemen van maatregelen bij bestaande risico's infrastructurele voorzieningen om bij calamiteiten op de weg te voorkomen dat stoffen het water kunnen bereiken
c Preparatie voordat risico optreedt voorbereiding op repressie, verkleinen optredende effecten werkinstructie brandweer/politie
communicatieplan met alle betrokkenen
A-1.4
Pieklozingen industrie
Bluswater
A-4.3
meldplicht incidenten
wegpompen naar riolering
terrein schoonmaken
communicatieplan met alle betrokkenen voorkomen uitbreiden vlek met drijfschermen alarm oefenen met betrokken partijen
isoleren en verwijderen verontreiniging tijdelijke innamestop
doorspoelen oppervlaktewater
communicatieplan met alle betrokkenen
A-4.4 Overstroming rivier A-5.1 geen risicobedrijven in / afspoelen overstromingsgevoelige gebieden terreinen A-5.2 A-5.3 Bouwactiviteiten A-6.1 type toegestane bedrijven in bestemmingsplannen en vestigingsbeleid verankeren A-6.2 bouwvergunningen aanscherpen in beschermingsgebieden A-6.3 Seizoensmatig, Blauwalgen a.g.v B-1.1 terugkerend eutrofiëring B-1.2
Overstorten rioolstelsels
B-1.3 B-2.1
B-2.2 B-2.3 Nautisch baggeren B-3.1 B-3.2 B-3.3 Botulisme B-4.1 (temperatuur en zuurstofloosheid) B-4.2
B-4.3 Meststoffen en B-5.1 verbod op gebruik bestrijdingsmiddele bestrijdingsmiddelen op verharding n B-5.2
Trendmatige ontwikkelingen
crisisteam
doorspoelen oppervlaktewater
gedragsregels communiceren naar schippers waarschuwingsborden langs vaarwegen
maatregelen ter voorkoming van afstroming zoals: bassins creëren voor opvangen bluswater en gecontroleerd afvoeren
voorlichting communicatie consumenten
crisisteam isoleren en verwijderen verontreiniging
hogere dijken om risicovolle bedrijven extra te isoleren
signaleren bouwactiviteieten met remote sensing (vliegen) inspectie bij bouwactiviteiten en toezicht op materiaal gebruik blauwalgen bestrijding door nutriëntenbelasting te verminderen
opmengen, circuleren, doorspoelen wanneer zich ongunstige condities voordoen
tijdelijke innamestop
voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom
aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie
waterkwaliteitsspoor doortrekken naar drinkwaterbeschermingsgebieden saneren overstorten, afkoppelen regenwater. vergroten regenwaterbuffers milieuveilig baggeren verplicht
aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie
nutriëntenbelasting verminderen zodat eutrofiëring niet tot zuurstofloosheid leidt voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom signaleren gebruiksmomenten BM in groeiseizoen selectief monitoren op basis van periode gebruik BM
B-5.3 Landbouw gebruik C-1.1 generiek bestrijdingsmiddelen- en DW aspecten mee laten wegen in bestrijdingsmiddele mestbeleid (aanpassen voor RO-beleid n drinkwaterbeschermingsgebieden oppervlaktewater) C-1.2 aankopen aangrenzende gronden en gebruik bestrijdingsmiddelen verbieden C-1.3 toelatingsbeleid bestrijdingsmiddelen beter afstemmen op drinkwatervoorziening Toename verhard oppervlak /stedelijke ontwikkeling
C-2.1 risico's adresseren in Watertoets en aanvullende eisen formuleren
C-2.2 C-2.3 Toename lozingen C-3.1 afleiden effluent lozingen naar buiten Wvo vergund invloedssfeer C-3.2 Wvo-vergunning aanpassen
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
C-3.3 verplaatsen innamepunt C-3.4 C-3.3 C-4.1 verplaatsen innamepunt
DW aspecten mee laten wegen in RO-beleid
aanvullende zuiveringstrap bij lozers
aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie
combinatie-effect op DW mee laten wegen bij emissie-immissietoets
mogelijkheid om waterstromen te sturen via stuwen en zo een selectie te maken van meest geschikte aanvoerwater DW aspect mee laten wegen in wijzigingen kwantitatief waterbeheer
terrein schoonmaken
alarm oefenen met betrokken partijen isoleren en verwijderen verontreiniging communicatieplan met alle crisisteam betrokkenen self-monitoring bedrijven verplicht tijdelijke innamestop
A-2.2
A-4.1 geen risicobedrijven bij oppervlaktewater - RO maatregel A-4.2
zo snel mogelijk terug naar normale situatie doorspoelen oppervlaktewater
doorspoelen oppervlaktewater
beperkingen invoeren voor werkinstructie brandweer/politie intensiteit scheepvaart, manoeuvres, overslag en aanmeren.
A-3.1 afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer A-3.2 effecten op DW in vergunningsprocedure opnemen A-3.3
e Nazorg/Evaluatie
isoleren en verwijderen verontreiniging tijdelijke innamestop
A-2.1 vaarroute omleiden
A-2.3
tijdelijke innamestop
waarschuwingsborden langs wegen alarm oefenen met betrokken partijen gecontroleerde afspoeling wegwater; wegpompen naar riolering; drijflaag tegenhouden
A-1.3
Scheepvaart
d Repressie risico is opgetreden onvermijdbare effecten indammen
C-4.2 Wvo-vergunning (o.a. emissie/immissietoets en de verplichting tot debietsafhankelijk te mogen lozen) afstemmen op realistisch laagwater alsmede de drinkwaterfunctie rivier of ontvangende oppervlaktewater* C-4.3 I.r.t. de KRW prioritaire stoffen, normen niet alleen bepalen aan de hand van de ecologische functie maar ook de functie die een oppervlaktewatersysteem heeft voor de drinkwatervoorziening. * De vergunningverlening voor lozingen onder de Wvo moet niet worden gebaseerd op de gemiddelde afvoer van de Maas, maar op een realistische laagwater afvoer. Dat is vooral van belang voor de Grensmaas omdat daar 's zomers zeer lage afvoeren voorkomen, over een langere periode (bijv. 10-20 m3/s gedurende enkele maanden). Het is evident dat de waterkwaliteit tijdens laagwater sterker wordt beinvloed door (grote) puntlozingen dan tijdens een gemiddelde afvoer (ca. 300 m3/s voor de Maas). Mede om die reden heeft WML ook bezwaar gemaakt tegen de ontwerp Wvo beschikking die het Waterschap Roer en Overmaas wil verlenen aan het Chemelot complex (DSM Geleen). Een beleidsmatige discussie is hard nodig is, gelet op de groeiende kans op extreme laagwaters in de Maas (door klimaatverandering).
terrein schoonmaken
DHV B.V.
Vervolgens is in een aparte maatregeltabel per innamepunt weergegeven welke maatregelen van toepassing kunnen zijn en is een eerste voorzet gegeven voor de actor behorende bij deze maatregelen (WLM = waterleidingmaatschappij; GM= gemeente, PROV = provincie; RWS = Rijkswaterstaat, WS = waterschap, en IND = Industrie). De maatregelen waarvoor RWS als actor is aangewezen hebben voor het merendeel een pro-actief karakter. De rol van RWS ligt vooral in de pro-actieve/preventieve sfeer als we denken aan beleidsvorming, planvorming en vergunningverlening. Echter RWS kan wel degelijk een grote rol spelen bij preventieve maatregelen die bijvoorbeeld kunnen worden uitgevoerd via stuwregimes. Daarnaast speelt de rijksoverheid een belangrijke rol bij de handhaving. De Maatregeltabel laat zien dat het merendeel van de maatregelen voor alle innamepunten zou kunnen gelden. Een beperkt aantal genoemde maatregelen is heel locatiespecifiek (o.a. alternatief innamepunt Scheelhoek ivm Kierbesluit, doorspoelen oppervlaktewater bij Heel en Nieuwegein). In de navolgende paragrafen wordt per innamelocatie kort ingegaan op de locatiespecifieke situatie die tot de keuze voor specifieke maatregelen leiden. Weliswaar is bij deze risico analyse gefocust op beschermingszone II, maar een aantal maatregelen zoals aanscherpen van Wvo-normen en toelatingseisen bestrijdingsmiddelen hebben veel meer en nationaal karakter en passen wellicht eerder bij beschermingszone III en IV.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 23 -
Tabel 3-4: Maatregelen Legenda Code
ACTOREN
A = incidenteel
a = Pro-actief
RWS
B = terugkerend
b = Preventief
PROV =
=
Rijkswaterstaat
C = structureel
c = Preparatief
WS
=
Waterschap
d = Repressief
WLM
=
Waterleidingmaatschappij
e = Nazorg
GM
=
Gemeente
IND
=
Industrie Waternet Nieuwersluis Amsterdam-Rijnkanaal
PWN Andijk-WRKIII IJsselmeer
VITENS Elsbeekweg Twentekanaal
vaarroute omleiden
A-3.1a
Pieklozingen industrie
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-3.2a
Pieklozingen industrie
effecten op DW in vergunningsprocedure opnemen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-4.1a
Bluswater
geen risicobedrijven bij oppervlaktewater - RO PROV PROV PROV PROV PROV PROV PROV PROV maatregel
A-5.1a A-6.1a
Overstroming rivier / afspoelen terreinen Bouwactiviteiten
A-6.2a
Bouwactiviteiten
B-5.1a
Meststoffen en bestrijdingsmiddelen
geen risicobedrijven in overstromingsgevoelige gebieden type toegestane bedrijven in bestemmingsplannen en vestigingsbeleid verankeren bouwvergunningen aanscherpen in beschermingsgebieden verbod op gebruik bestrijdingsmiddelen op verharding
C-1.1a
Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen
C-1.2a
Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen Toename verhard oppervlak /stedelijke ontwikkeling
generiek bestrijdingsmiddelen- en mestbeleid (aanpassen voor drinkwaterbeschermingsgebieden oppervlaktewater) aankopen aangrenzende gronden en gebruik bestrijdingsmiddelen verbieden toelatingsbeleid bestrijdingsmiddelen beter afstemmen op drinkwatervoorziening risico's adresseren in Watertoets en aanvullende eisen formuleren
C-3.1a
Toename lozingen Wvo vergund
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer
C-3.2a
Toename lozingen Wvo vergund Toename lozingen Wvo vergund
Wvo-vergunning aanpassen
C-4.1a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
verplaatsen innamepunt
C-4.2a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
RWS Wvo-vergunning (o.a. emissie/immissietoets en de verplichting tot debietsafhankelijk te mogen lozen) afstemmen op realistisch laagwater alsmede de drinkwaterfunctie rivier of ontvangende oppervlaktewater*
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
C-4.3a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
C-1.3a C-2.1a
C-3.3a
A-1.1b
RWS
RWS
RWS
PROV
PROV
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
WLM LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
LNV
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
WS
WS
WS
WS
WS
WS
WS
WS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
WLM
verplaatsen innamepunt
I.r.t. de KRW prioritaire stoffen, normen niet alleen bepalen aan de hand van de ecologische functie maar ook de functie die een oppervlaktewatersysteem heeft voor de drinkwatervoorziening. Gevaarlijke stoffen transport infrastructurele voorzieningen om bij vrachtwagens en kruisingen calamiteiten op de weg te voorkomen dat waterwegen met pijpleidingen stoffen het water kunnen bereiken
Risico-analyse-met MKBA.xls Maatregelen MKBA
WML Heel Lateraalkanaal
Scheepvaart
DZH Brakel Andelse Maas
A-2.1a
Evides Biesbosch Maas
Risico Maatregel bij risiconiveau Gevaarlijke stoffen transport omleiden gevaarlijke stoffen routes vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
Evides Scheelhoek Haringvliet
Code A-1.1a
Waternet Nieuwegein Lekkanaal
Provincie
WLM
RWS
Pagina 1
Legenda Code
ACTOREN
A = incidenteel
a = Pro-actief
RWS
B = terugkerend
b = Preventief
PROV =
C = structureel
c = Preparatief
WS
=
Waterschap
d = Repressief
WLM
=
Waterleidingmaatschappij
e = Nazorg
GM
=
Gemeente
IND
=
Industrie Waternet Nieuwegein Lekkanaal
Waternet Nieuwersluis Amsterdam-Rijnkanaal
PWN Andijk-WRKIII IJsselmeer
VITENS Elsbeekweg Twentekanaal
A-2.2b
WML Heel Lateraalkanaal
Scheepvaart
DZH Brakel Andelse Maas
A-2.1b
Provincie
Evides Biesbosch Maas
Risico Maatregel bij risiconiveau Gevaarlijke stoffen transport waarschuwingsborden langs wegen vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
Rijkswaterstaat
Evides Scheelhoek Haringvliet
Code A-1.2b
=
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
Scheepvaart
beperkingen invoeren voor intensiteit scheepvaart, manoeuvres, overslag en aanmeren. gedragsregels communiceren naar schippers
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-2.3b
Scheepvaart
waarschuwingsborden langs vaarwegen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-4.2b
Bluswater
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
A-5.1b
Overstroming rivier / afspoelen terreinen
maatregelen ter voorkoming van afstroming zoals: bassins creëren voor opvangen bluswater en gecontroleerd afvoeren hogere dijken om risicovolle bedrijven extra te isoleren
RWS
RWS
A-6.1b
Bouwactiviteiten
signaleren bouwactiviteieten met remote sensing (vliegen)
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
A-6.2b
Bouwactiviteiten
inspectie bij bouwactiviteiten en toezicht op materiaal gebruik
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
B-1.1b
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
B-1.2b
Blauwalgen a.g.v eutrofiëring blauwalgen bestrijding door nutriëntenbelasting te verminderen Blauwalgen a.g.v eutrofiëring voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom
RWS
RWS
B-2.1b
Overstorten rioolstelsels
waterkwaliteitsspoor doortrekken naar drinkwater-beschermingsgebieden
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
B-2.2b
Overstorten rioolstelsels
saneren overstorten, afkoppelen regenwater.
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
B-2.3b
Overstorten rioolstelsels
vergroten regenwaterbuffers
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
B-3.1b B-4.1b
Nautisch baggeren Botulisme (temperatuur en zuurstofloosheid) Botulisme (temperatuur en zuurstofloosheid)
milieuveilig baggeren verplicht nutriëntenbelasting verminderen zodat eutrofiëring niet tot zuurstofloosheid leidt voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
Meststoffen en bestrijdingsmiddelen Meststoffen en bestrijdingsmiddelen Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen
signaleren gebruiksmomenten BM in groeiseizoen selectief monitoren op basis van periode gebruik BM DW aspecten mee laten wegen in RO-beleid
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
PROV PROV PROV PROV PROV PROV PROV PROV
Toename verhard oppervlak /stedelijke ontwikkeling Toename lozingen Wvo vergund
DW aspecten mee laten wegen in RO-beleid
PROV PROV PROV PROV PROV PROV PROV PROV
Toename lozingen Wvo vergund Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
combinatie-effect op DW mee laten wegen bij emissie-immissietoets mogelijkheid om waterstromen te sturen via stuwen en zo een selectie te maken van meest geschikte aanvoerwater DW aspect mee laten wegen in wijzigingen kwantitatief waterbeheer werkinstructie brandweer/politie
B-4.2b
B-5.1b B-5.2b C-1.1b
C-2.1b C-3.1b
C-3.2b C-4.1b
C-4.2b A-1.1c
A-1.2c
Wijziging waterbeheer (stuwregiem) Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
aanvullende zuiveringstrap bij lozers
Gevaarlijke stoffen transport alarm oefenen met betrokken partijen vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
Risico-analyse-met MKBA.xls Maatregelen MKBA
WS
WS
WS
WS
WS
WS
WS
WS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
Pagina 2
Legenda Code
ACTOREN
A = incidenteel
a = Pro-actief
RWS
=
Rijkswaterstaat
B = terugkerend
b = Preventief
PROV =
C = structureel
c = Preparatief
WS
=
Waterschap
d = Repressief
WLM
=
Waterleidingmaatschappij
e = Nazorg
GM
=
Gemeente
IND
=
Industrie
Evides Scheelhoek Haringvliet
Evides Biesbosch Maas
DZH Brakel Andelse Maas
WML Heel Lateraalkanaal
Waternet Nieuwegein Lekkanaal
Waternet Nieuwersluis Amsterdam-Rijnkanaal
PWN Andijk-WRKIII IJsselmeer
VITENS Elsbeekweg Twentekanaal
Provincie
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
werkinstructie brandweer/politie alarm oefenen met betrokken partijen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
Scheepvaart Pieklozingen industrie
communicatieplan met alle betrokkenen self-monitoring bedrijven verplicht
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-3.2c A-3.3c A-4.1c
Pieklozingen industrie Pieklozingen industrie Bluswater
meldplicht incidenten communicatieplan met alle betrokkenen voorkomen uitbreiden vlek met drijfschermen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-4.2c
Bluswater
alarm oefenen met betrokken partijen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-4.3c B-1.1c
Bluswater communicatieplan met alle betrokkenen Blauwalgen a.g.v eutrofiëring opmengen, circuleren, doorspoelen wanneer zich ongunstige condities voordoen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-1.1d
Gevaarlijke stoffen transport tijdelijke innamestop vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
A-1.2d
Gevaarlijke stoffen transport gecontroleerde afspoeling wegwater; vrachtwagens en kruisingen wegpompen naar riolering; waterwegen met pijpleidingen drijflaag tegenhouden
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
A-1.3d
Gevaarlijke stoffen transport crisisteam vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-1.4d
Gevaarlijke stoffen transport isoleren en verwijderen verontreiniging vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
A-2.1d A-2.2d A-2.3d A-3.1d A-3.2d
Scheepvaart Scheepvaart Scheepvaart Pieklozingen industrie Pieklozingen industrie
tijdelijke innamestop isoleren en verwijderen verontreiniging crisisteam tijdelijke innamestop wegpompen naar riolering
A-3.3d A-4.1d A-4.2d A-4.3d A-4.4d B-1.1d B-1.2d
Pieklozingen industrie Bluswater Bluswater Bluswater Bluswater Blauwalgen a.g.v eutrofiëring Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
B-2.1d
Overstorten rioolstelsels
C-3.1d
Toename lozingen Wvo vergund Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
isoleren en verwijderen verontreiniging tijdelijke innamestop voorlichting communicatie consumenten crisisteam isoleren en verwijderen verontreiniging tijdelijke innamestop aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie doorspoelen oppervlaktewater
Code A-1.3c
Risico Maatregel bij risiconiveau Gevaarlijke stoffen transport communicatieplan met alle betrokkenen vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
A-2.1c A-2.2c
Scheepvaart Scheepvaart
A-2.3c A-3.1c
A-1.1e
A-1.2e
Gevaarlijke stoffen transport terrein schoonmaken vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
A-2.1e A-3.1e A-3.2e A-4.1e A-4.2e
Scheepvaart Pieklozingen industrie Pieklozingen industrie Bluswater Bluswater
doorspoelen oppervlaktewater doorspoelen oppervlaktewater terrein schoonmaken doorspoelen oppervlaktewater terrein schoonmaken
Risico-analyse-met MKBA.xls Maatregelen MKBA
RWS
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
RWS
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
WLM
RWS
RWS
GM
GM
GM
GM
GM
RWS
RWS
RWS
RWS GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM GM
GM
GM GM
GM
GM GM
GM
GM
RWS
RWS
GM
GM
Pagina 3
DHV B.V.
3.1
Risico’s en Maatregelen Scheelhoek
Het ingenomen water in Scheelhoek is een wisselende mix van Rijn en Maaswater. Door EVIDES wordt continu aan biomonitoring gedaan (algen en daphnia) te Keizersveer. Bij alarm wordt inname gestopt. Bij de locatie Scheelhoek wordt gebruik gemaakt van monitoring van chemische waterkwaliteit bovenstrooms in het internationale Maas en Rijn alarm systeem waarmee vroegtijdig een verontreiniging in de bovenstroomse rivieren kan worden gesignaleerd. Andere belangrijke preventiemaatregelen zijn: frequent meten van bestrijdingsmiddelen, zoutgehalte on-line meten vanwege risico achterwaartse verzilting, toekomstige verplaatsing van het innamepunt als gevolg van verwachte verzilting door het “Kierbesluit”. Evides kijkt niet gericht naar zichtbare verontreinigingen (bijv. olievlekken) Er zijn ook geen gevallen bekend waarbij calamiteitenmeldingen direct via brandweer of politie tot acties of maatregelen bij de innamepunten hebben geleid. Tabel 3-5: Risicoanalyse
Beschermingszone II Risico’s
Maatregelen
Pro-actie
Verzilting door Kierbesluit
Verplaatsen innamepunt
Preventie
Verzilting door getijdeninvloed
Monitoring van chloridegehalte,
Preparatie
Toxische stoffen bovenstrooms
Repressie
Achterwaartse verzilting
Op moment van verwacht passeren extra meten Bioalarmering actief en gebruiken als trigger om inname preventief te sluiten Innamestop bij te hoge zoutgehalte
Nazorg Bij het analyseren van de risico-matrix en de benoemde maatregelen per risico in Scheelhoek is een viertal maatregelen onderscheiden dat niet op alle locaties van toepassing is, maar wel op de locatie Scheelhoek toepasbaar zou kunnen zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in Tabel 3-6. Tabel 3-6:
Locatie specifieke maatregelen voor locatie Scheelhoek
Risico Maatregel bij risiconiveau Code Evides Scheelhoek Haringvliet A-1.1a Gevaarlijke stoffen transport omleiden gevaarlijke stoffen vrachtwagens en kruisingen routes waterwegen met pijpleidingen
Actor
Extra kilometers door omrijden vrachtverkeer, handhaving en borden plaatsen
zie C-3.3a. In ditgeval wordt gedacht aan Kierbesluit Haringvliet waarmee bestaand innamepunt Scheelhoek onvermijdelijk ongeschikt wordt. Mogelijkheid voor waterleidingmaatschappij om alert te kunnen reageren op risico's in verband met bestrijdingsmiddelen.
C-4.1a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
verplaatsen innamepunt
RWS
B-5.2b
Meststoffen en bestrijdingsmiddelen
selectief monitoren op basis van periode gebruik BM
WLM
C-4.2b
Wijziging waterbeheer (stuw regiem)
DW aspect mee laten wegen in wijzigingen kwantitatief waterbeheer
RWS
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Toelichting
RWS
6 december 2006, versie - 25 -
DHV B.V.
3.2
Risico’s en Maatregelen Biesbosch
Bij innamelocatie Biesbosch zijn de volgende maatregelen van kracht in de huidige situatie. internationaal Alarmmodel, monitoring Eijsden RWS monitoring Keizersveer (afgestoten door RWS maar nu uitgevoerd door Evides) o traditionele parameters via sondes (EGV, pH, O2) o troebeling o biomonitoring (is de laatste vijf jaar betrouwbaar gebleken en heeft enkele keren tot innamestops geleid met achteraf een analyse van veroorzakende stoffen) o bewaking organische micro's met 2-daagse brede screening op bekende stoffen preventief sluiten inname bij berichtgeving calamiteiten specifiek monitoren op bestrijdingsmiddelen naar aanleiding van modelresultaten voor passeren verontreiniging innamestops bij te hoge troebeling (hoogwaterafvoergolven) innamestops bij te lage afvoer (is de laatste jaren precair geweest maar heeft niet tot daadwerkelijke stops geleid) buffercapaciteit Biesbosch is groot dus innamestops zijn goed op te vangen. reactietijd op monitoringlocatie 7 km bovenstrooms is kort maar tot nu toe afdoende Evides kijkt niet actief naar zichtbare verontreinigingen (bijv. olievlekken) Ook zijn geen gevallen bekend waarbij calamiteitenmeldingen direct via brandweer of politie tot acties bij de innamepunten hebben geleid. Locatiespecifieke risico’s en maatregelen kunnen op dit moment niet worden onderscheiden, behalve mogelijkerwijs dat in dit deel van de Maas mogelijk verontreinigingsrisico’s met inundatierisico’s samenhangen. Bij het analyseren van de risico-matrix en de benoemde maatregelen per risico in locatie Biesbosch is een drietal maatregelen onderscheiden dat niet op alle locaties van toepassing is, maar wel op de locatie Biesbosch toepasbaar zou kunnen zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in Tabel 3-7. Tabel 3-7:
Locatie specifieke maatregelen voor locatie Biesbosch
Risico Maatregel bij risiconiveau Code Evides Biesbosch Maas A-5.1a Overstroming rivier / afspoelen geen risicobedrijven in terreinen overstromingsgevoelige gebieden A-5.1b Overstroming rivier / afspoelen hogere dijken om risicovolle terreinen bedrijven extra te isoleren B-5.2b
3.3
Meststoffen en bestrijdingsmiddelen
selectief monitoren op basis van periode gebruik BM
Actor
Toelichting
PROV
zie A-4.1.a
RWS
Hoge investeringen noodzakelijk om significant risco uit te bannen. Beter om in de pro-actieve sfeer iets in het vestigingsbeleid te doen. Mogelijkheid voor waterleidingmaatschappij om alert te kunnen reageren op risico's in verband met bestrijdingsmiddelen.
WLM
Risico’s en Maatregelen Brakel
DZH maakt goed gebruik van de bestaande informatiebronnen (drinkwaterbedrijven, RIZA, het waterlaboratorium). Maar tegelijkertijd kent DZH een eigen verantwoording ten aanzien van het in te nemen water. Naast wettelijke meetprogramma’s bestaan er zodoende meetprogramma’s stroomopwaarts
6 december 2006, versie - 26 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
van het innamepunt Brakel. Met name op de meetpunten Veense Veer, Bernse Veer en Keizersveer wordt hierbij gekeken naar bestrijdingsmiddelen. Hiernaast wordt in Brakel gebruik gemaakt van biologische bewakingssystemen, die niet zozeer stofgericht, maar meer effectgericht de waterkwaliteit beoordelen. Het is het voornemen om deze wijze van innamenbewaking te gaan uitbreiden in de nabije toekomst. Verder speelt het reeds genoemde langlopende project ‘Aanvullende monitoring Afgedamde Maas’ een belangrijke rol in de signalering van bestrijdingsmiddelen. Dit project is onderdeel van de projecten Kwaliteitsbeheer Afgedamde Maas en Zuiver water in de Bommelerwaard. Ten aanzien van de meetprogramma’s kan in het algemeen worden gezegd dat DZH ruimschoots voldoet aan wet- en regelgeving. Naast het wettelijke pakket wordt er op ruime schaal een bovenwettelijk pakket gemeten, met name gemotiveerd op bewaking- en trendaspecten. In de rapportage naar VROM (REWAB) worden met ingang van 2003 door DZH alleen de wettelijk verplichte monsterpunten en parameters gerapporteerd. De overige (dus bovenwettelijke) resultaten worden niet gerapporteerd. Uit RIVM rapport 703719011/2006 Meetstrategie bestrijdingsmiddelen voor de drinkwaterbedrijven P.P. Morgenstern, J.F.M. Versteegh Bij het analyseren van de risico-matrix en de benoemde maatregelen per risico in Brakel is een tweetal maatregelen onderscheiden dat niet op alle locaties van toepassing is, maar wel op de locatie Brakel toepasbaar zou kunnen zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in Tabel 3-8. Tabel 3-8
Locatie specifieke maatregelen voor locatie Brakel
Risico Maatregel bij risiconiveau Code DZH Brakel Andelse Maas A-5.1b Overstroming rivier / afspoelen hogere dijken om risicovolle terreinen bedrijven extra te isoleren B-1.2b
3.4
Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom
Actor RWS
Toelichting Hoge investeringen noodzakelijk om significant risco uit te bannen. Beter om in de pro-actieve sfeer iets in het vestigingsbeleid te doen.
RWS
Risico’s en Maatregelen Heel
In het Lateraalkanaal zijn schepen toegestaan tot een lengte van 193 m, een breedte van 13,5 m en een diepgang van 3,5 m. Aandachtpunten bij beschermingszone en risicodekking voor WML zijn: • Afstemming Wvo met Drinkwaterwet; • Ecologische normen KRW minder strikt dan drinkwater inname normen; • Emissie-Immissietoets bij WVO-vergunningverlening aanpassen aan drinkwaternormen (actie RWS); • De Sleijebeek die voornamelijk gevoed wordt door de rwzi Panheel, mondt direct na de sluis uit in het Lateraalkanaal, 1 km bovenstrooms van het innamepunt. Tot op heden is er niet éénmaal een melding geweest van de “vuilwaterwacht” vanwege storing bij de zuivering. Dit is verontrustend omdat het niet aannemelijk is dat al de tijd dat WPH in bedrijf is zich nog geen storingen bij de rwzi hebben voorgedaan; • Position paper aan staatssecretaris Geel inzake drinkwaterinname naar aanleiding van twee incidenten in 2003 en 2004; In het daarop door van Geel geformuleerde antwoord, wordt
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 27 -
DHV B.V.
• • • •
verwezen naar het ontwikkelen van een AmvB doelstellingen KRW waarin aandacht moet worden besteed aan stoffen vanuit het drinkwaterbelang; 24 uur reactietijd gewenst mede gezien ervaring van alarmering alleen overdag; innamestop bij hoge afvoer Maas (hoger dan 1000 m3/sec); Dichtzetten sluis bij Heel of beperkt schutten door RWS gewenst bij alarm; Alternatieven bij langdurige innamestops: o Opschalen satelieten (WML); o Opschalen grondwaterwinningen (WML); o Mogelijkheden alternatief innamepunt wordt onderzocht (WML);
De invulling van de veiligheidsketen voor de winningslocatie Heel in het Lateraalkanaal, voor zover specifiek aangeduid door Waterleidingmaatschappij Limburg zijn weergegeven in Tabel 3-9 Tabel 3-9: Risicoanalyse Pro-actie
Preventie
Beschermingszone II Heel Lateraalkanaal Risico’s Verontreiniging binnen de beschermingszone door riooloverstorten en lozingen vanuit rwzi. Aanvoer van ongewenste stoffen van bovenstrooms
Preparatie
Minimaliseren van bovenstroomse aanvoer
Repressie
Te hoge verontreinigingsgraad in bronwater
Maatregelen Verplaatsen lozingspunten
Monitoring waterkwaliteit in Eysden en ter plaatse van innamepunt. Early warning-system via biomonitoring Mogelijkheid om doorvoer via Lateraalkanaal stop te zetten en verontreinigingen via hoofdstroom door te sluizen. Innamestop Terugspoelen bufferzone meetcompartiment
Nazorg Bij het analyseren van de risico-matrix en de benoemde maatregelen per risico in Heel is een twaalftal maatregelen onderscheiden dat niet op alle locaties van toepassing is, maar wel op de locatie Heel toepasbaar zou kunnen zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in Tabel 3-10.
6 december 2006, versie - 28 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Tabel 3-10
Locatiespecifieke maatregelen voor locatie Heel
Risico Maatregel bij risiconiveau Code WML Heel Lateraalkanaal A-1.1a Gevaarlijke stoffen transport omleiden gevaarlijke stoffen vrachtwagens en kruisingen routes waterwegen met pijpleidingen A-2.1a
Scheepvaart
A-5.1a
Overstroming rivier / afspoelen geen risicobedrijven in terreinen overstromingsgevoelige gebieden Toename lozingen Wvo Afleiden effluentlozingen naar vergund buiten invloedssfeer Toename lozingen Wvo verplaatsen innamepunt vergund
C-3.1a C-3.3a
vaarroute omleiden
Actor RWS
Extra kilometers door omrijden vrachtverkeer, handhaving en borden plaatsen
Het gaat hier om locatiespecifieke beïnvloeding van de scheepvaart. Op het IJsselmeer omvaren om cirkel zal minder gevolgen hebben dan het opleggen van lange omleidingen van vrachtverkeer over rivieren/kanalen PROV zie A-4.1.a RWS
WS
Verplaatsen lozingspunten van rwzi en overstorten
WLM
Extra leidingwerk (engineering) leidt tot hoge kosten, Door verleggen van inlaatpunt wijzigt de begrenzing van de beschermingszone met als gevolg mogeljke planschade, Tracé-studie met significante kosten
beperkingen invoeren voor intensiteit scheepvaart, manoeuvres, overslag en aanmeren. voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom mogelijkheid om waterstromen te sturen via stuwen en zo een selectie te maken van meest geschikte aanvoerwater
RWS
kosten communicatie (1), handhaving (2), kosten van vertragingen (2)
A-2.1b
Scheepvaart
B-1.2b
Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
C-4.1b
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
B-1.1c
Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
opmengen, circuleren, doorspoelen wanneer zich ongunstige condities voordoen
RWS
A-1.1e
Gevaarlijke stoffen transport doorspoelen oppervlaktewater vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
RWS
A-2.1e
Scheepvaart
doorspoelen oppervlaktewater
RWS
A-3.1e
Pieklozingen industrie
doorspoelen oppervlaktewater
RWS
A-4.1e
Bluswater
doorspoelen oppervlaktewater
RWS
3.5
Toelichting
RWS
RWS
Risico’s en Maatregelen Nieuwegein
Tabel 3-11: Risicoanalyse Pro-actie
Beschermingszone II Risico’s Risico’s die voortvloeien uit type land- en watergebruik (landbouwgif, industrieën, recreatie,
Preventie Preparatie
Bovenstrooms dreigt een verontreiniging of een watertekort.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Maatregelen Verbod op bepaalde activiteiten, Convenant met landgebruikers Beïnvloeding ruimtelijke ordening Aanmeerverbod direct bij innamepunt Monitoring van waterkwaliteit innamepunt Aansluiting op Rijn Alarmsysteem Sturing van waterstromen Nederrijn, Amsterdam-Rijn-kanaal en Waal via stuwprogramma aanpassen aan
6 december 2006, versie - 29 -
DHV B.V.
Repressie
waterkwaliteitseisen Inname stoppen Alternatieve bronnen inschakelen
Inlaatwater is ongeschikt
Nazorg Bij het analyseren van de risico-matrix en de benoemde maatregelen per risico in Nieuwegein is een zevental maatregelen onderscheiden dat niet op alle locaties van toepassing is, maar wel op de locatie Nieuwegein toepasbaar zou kunnen zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in Tabel 3-12 Tabel 3-12: Locatiespecifieke maatregelen voor locatie Nieuwegein Risico Code Waternet Nieuwegein Lekkanaal C-3.1a Toename lozingen Wvo vergund
Maatregel bij risiconiveau
Actor
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer
WS
beperkingen invoeren voor intensiteit scheepvaart, manoeuvres, overslag en aanmeren. DW aspect mee laten wegen in wijzigingen kwantitatief waterbeheer doorspoelen oppervlaktewater
RWS
A-2.1b
Scheepvaart
C-4.2b
Wijziging waterbeheer (stuw regiem)
A-1.1e
Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
A-2.1e
Scheepvaart
doorspoelen oppervlaktewater
RWS
A-3.1e
Pieklozingen industrie
doorspoelen oppervlaktewater
RWS
A-4.1e
Bluswater
doorspoelen oppervlaktewater
RWS
3.6
Toelichting Het gaat hier om opheffen van een continue lozing in de beschermingszone via verplaatsing van het lozingspunt met een leiding naar een plek waar beïnvloeding waterkwaliteit gedoogd kan worden. kosten communicatie (1), handhaving (2), kosten van vertragingen (2)
RWS
RWS
Risico’s en Maatregelen Nieuwersluis
Een locatiespecifiek risico voor het innamepunt Nieuwersluis is het risico dat fecale verontreiniging in het Amsterdam-Rijnkanaal plaatsvindt door eventuele toekomstige verplaatsing van de effluentlozing van RWZI Utrecht van Vecht naar Amsterdam-Rijnkanaal. Als pro-actieve maatregel moet worden gedacht aan extra vergunningseisen formuleren, bijv verplichting om effluent te desinfecteren. Een preventieve maatregel voor dit risico bestaat uit het nemen van een extra zuiveringsstap met desinfecteren in voorbehandeling ingenomen water. Bij het analyseren van de risico-matrix en de benoemde maatregelen per risico in Nieuwersluis is een drietal maatregelen onderscheiden dat niet op alle locaties van toepassing is, maar wel op de locatie Nieuwersluis toepasbaar zou kunnen zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in Tabel 3-13.
6 december 2006, versie - 30 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Tabel 3-13:
Locatiespecifieke maatregelen voor locatie Nieuwersluis
Risico Maatregel bij risiconiveau Actor Code Waternet Nieuwersluis Amsterdam-Rijnkanaal WLM C-1.2a Landbouw gebruik aankopen aangrenzende bestrijdingsmiddelen gronden en gebruik bestrijdingsmiddelen verbieden C-3.1a
Toename lozingen Wvo vergund
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer
A-2.1b
Scheepvaart
beperkingen invoeren voor intensiteit scheepvaart, manoeuvres, overslag en aanmeren.
3.7
WS
RWS
Toelichting Aankopen gronden gaat gepaard met hoge kosten
Het gaat hier om opheffen van een continue lozing in de beschermingszone via verplaatsing van het lozingspunt met een leiding naar een plek waar beïnvloeding waterkwaliteit gedoogd kan worden. kosten communicatie (1), handhaving (2), kosten van vertragingen (2)
Risico’s en Maatregelen Andijk
Uit de algemene risico-analyse vloeien geen locatiespecifieke risico’s voort voor winning van water uit het IJsselmeer. De risico’s die hier in de tabel worden onderkend en waarbij maatregelen zijn geformuleerd, gelden in principe voor alle acht onderzochte winninglocaties uit rijkswateren. Uiteraard zal bij het uitwerken van een plan van aanpak voor de locatie Andijk, de nadere invulling van maatregelen wel afhangen van de locale omstandigheden, waarbij de bedrijfsvoering van de waterwinlocaties eveneens een rol spelen. Het oplossend vermogen van deze algemene risco-analyse houdt echter nog geen rekening met effluent van de rwzi Wervershoof die via een sloot op het IJsselmeer loost. Er worden hier al wel extra maatregelen (desinfectie) genomen die rekening houden met het IJsselmeer als recreatiewater en als bron voor drinkwatervoorziening. Deze lozing valt daarom onder de categorie Wvo-vergunde puntlozingen die extra aandacht verdienen in het licht van de KRW.
3.8
Risico’s en Maatregelen Elsbeekseweg
Na een grote brand bij Vredestein bandenfabriek in augustus 2003 raakte het kanaalpand HengeloEnschede zwaar verontreinigd met een groot aantal stoffen die met het bluswater in het kanaal stroomden. Met onmiddellijke ingang is de inname van water door Vitens gestaakt en is de productiecapaciteit verlaagd. Ondanks de diverse maatregelen die sindsdien zijn genomen om de effecten van de verontreiniging te bestrijden (kanaalpand compartimenteren, afschuimen, baggeren) is het oppervlaktewater op dit moment door de inspecteur van volksgezondheid nog niet vrijgegeven voor de hervatting van de inname van water door Vitens. Vitens heeft tijdelijk andere productielocaties maximaal ingezet, waaronder de locatie Mander (grondwaterwinning). Vitens heeft provincie Overijssel toestemming gevraagd om de gedoogde jaarcapaciteit bij Mander te mogen overschrijden. Omdat het Twentekanaal voor langere tijd ongeschikt is voor het innemen van drinkwater, heeft Vitens een pijp van 3 km aangelegd om water te kunnen pompen uit het niet vervuilde deel van het kanaal. Gedurende een maand is in oktober-november 2003 deze pijpleiding gebruikt om tijdelijk de noodbekkens te vullen. Met RWS is afgesproken dat de sluisdeuren in ieder geval tot die tijd gesloten blijven. Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de officiële ingebruikname plaatsgevonden van de grensoverschrijdende transportleiding van Vitens. Het betreft een samenwerking met het Duitse waterbedrijf Nordhorner Versorgungs Betriebe (NVB) uit Nordhorn. Het Duitse drinkwater is onderdeel van de tijdelijke drinkwatervoorziening voor Enschede en omgeving.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 31 -
DHV B.V.
In een gesprek met Jacob de Vegt van Vitens kwamen beschermingsmaatregelen aan de orde die op dit moment aanwezig of wenselijk zijn bij het innamepunt. Mogelijke c.q. beproefde beschermingsmaatregelen: Innamestop. Monitoren 1x per week Afspraken met brandweer over communicatie bij calamiteiten Tijdelijke verlegging van innamepunt met extra leiding Buffercapaciteit met als uitgangspunt dat een innamestop maximaal 3 maanden duurt (hetgeen dus onvoldoende gebleken is) Sanering kanaalpand (geen afdoende resultaat met ingezette middelen) Wenselijke beschermingsmaatregelen zouden zijn: beperking van te vestigen industrieën beperking scheepvaart (maatschappelijk niet aanvaardbaar) doorspoeling (fysiek nu niet mogelijk, het kanaal loopt immers dood in Enschede)
3.9
Maatregelen versus plannen en activiteiten
Voor een eerste verkenning van mogelijke interventie van voorgenomen activiteiten die het uitvoeren van beschermingsmaatregelen in de weg zouden kunnen staan, is een grove analyse gemaakt van de doorsnede van de kaart met aangewezen beschermingszones en de Nieuwe Kaart van Nederland (NKvN). Deze laatste kaart is een GIS applicatie waarin van allerlei plannen van diverse organisaties (gemeenten, provincies, waterschappen, rijksoverheid etc.) diverse thema’s zoals wonen, werk, werk, infrastructuur, landinrichting etc. zijn gehangen aan kaartlagen. Voor dit rapport is gekozen om het thema “werk” uit gemeentelijke en provinciale plannen te doorsnijden met een bufferzone van 100 m rondom de aangewezen beschermingszones in rijkswateren. De plannen betreffen over het algemeen bestemmingsplannen en provinciale omgevingsplannen. In bijlage 5 is als voorbeeld voor de locaties Nieuwegein en Nieuwersluis weergegeven of en waar plangebieden voor het ontwikkelen van bedrijventerreinen raken aan de aangewezen beschermingszone. Het is duidelijk dat zelfs in de directe omgeving van de innamepunten er provinciale plannen met betrekking tot ontwikkelingen van bedrijventerreinen bestaan (bruine stippen). Binnen de contouren van 100 m vanaf de beschermingszone zijn tevens in gemeentelijke bestemmingsplannen locaties voor bedrijventerreinen aangewezen (roze-rood). In bijlage 5 is voorts nog een kaart opgenomen waarin het aantal scheepvaartincidenten in de periode 2000-2005 is weergegeven. Het is evident dat het aantal scheepsongevallen in het Lekkanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal binnen de aangewezen beschermingszone allesbehalve verwaarloosbaar is. De noodzaak om beschermingsmaatregelen behorend bij dit risico, te nemen wordt hiermee eens temeer geëtaleerd. Als derde kaart in bijlage 5 geeft weer op welke plekken buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd, de beschermingszones kruisen. Op deze kaart is niet weergegeven of het gaat om een ondergrondse of bovengrondse kruising maar wel is duidelijk dat dit risico een punt van aandacht behoort te zijn bij de totale risico analyse. Met name de Kerosine 2 leiding, die het Amsterdam-Rijnkanaal kruist binnen de beschermingszone behorend bij innamepunt Nieuwegein, verdient een nadere inspectie. 6 december 2006, versie - 32 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
3.10 Consequenties nieuwe normering bestrijdingsmiddelen. De vraag tot welke verschillen in de maatregelensfeer (verdergaand of minder vergaand) invoering van de door de Europese Commissie voorgestelde milieukwaliteitsnormen voor de prioritaire stoffen leiden ten opzichte van de instandhouding van de normen in bijlage I van het BKMO is beantwoord door de normwaarden voor beiden onderling te vergelijken. Het gaat hier om de bestrijdingsmiddelen alachloor, atrazine, chloorfenvinfos, chloorpyrifos, diuron, endosulfan, HCB, HCH, isoproturon, pentachloorbenzeen, pentachloorfenol, simazine, TBT, trifluralin, DDT en de drins. In Tabel 3-14 zijn de normwaarden naast elkaar gezet. In bijlage 1 van het BKMO blijken de bovengenoemde stoffen niet met name genoemd te worden. Daarom is in Tabel 3-14 een normwaarde opgenomen die in het BKMO wordt genoemd voor de stofgroep waartoe de genoemde bestrijdingsmiddelen behoren. Daarnaast is een kolom opgenomen met de algemene Milieukwaliteitsnorm (MKN) voor deze stoffen in oppervlaktewateren (vigerende normen).
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 33 -
DHV B.V.
Vergelijking van normen voor bestrijdingsmiddelen
Voorstel Europese Commissie voor normering prioritaire stoffen in zoete binnenwateren op basis van jaargemiddelden.
MAC- EQS 22 Inland surface waters
Voorstel Europese Commissie voor normering prioritaire stoffen in zoete binnenwateren op basis van maximaal toelaatbare concentratie.
mac_krw / mkn
AA-EQS21 Inland surface waters
aa_krw / mkn
Wettelijk Milieukwaliteitsnorm:Totaal in water. De getalswaarden voor de totale concentratie in water gelden voor een zwevende stof concentratie van 30 mg/l. Zie voor de methode van standaardisatie bijlage 9 en bijlage 8 van het CIW-rapport 'Normen voor het waterbeheer' van mei 2000. Overzichten in tabelvorm van normen voor metalen en organische stoffen in oppervlaktewater, sediment, bodem en grondwater. De milieukwaliteitseisen uit de ministeriële regeling van 22 december 2004.
0,05 1,1 0,3 0,1 2,4 0,6 0,05 0,002 0,1 0,05 0,003 0,03 0,1 0,43 0,2 0,1 0,02 0,005 0,05 0,009 0,01 0,05 0,92 0,02 0,1 0,32 0,3 0,05 0,0003 0,007 0,05 4 0,4 0,1 0,14 1 0,1 0,014 0,0002 0,1 0,038 0,03 0,1 0,0009 0,025 0,001 0,039 Σ=0,010 0,004
mac_krw / bkmo
MKN 76/464
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
0,7 6 14 0,273 2 6 20 0,25 0,3 2 6 50 0,1 0,6 2 10 1,8 2 18 0,465 0,01 0,05 0,1 0,25 0,05 0,2 1 1,111 0,04 0,4 0,8 0,022 1 3 10 0,938 0,14 23,33 1 8 20 0,1 4 10 40 7,143 0,0015 0,002 0,015 0,014 0,3 0,789 0,25 27,78 0,227 -
0,636 0,833 150 33,33 4,186 0,5 5,556 0,043 3,125 0,25 28,57 0,107 -
aa_krw / bkmo
Organochloor-pesticiden Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Organochloor-pesticiden Organochloor-pesticiden Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Organochloor-pesticiden Organochloor-pesticiden Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Organochloor-pesticiden Organochloor-pesticiden Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten Overige bestrijdingsmiddelen en afbraakprodukten aldrin dieldrin endrin
MKN 76/464
alachloor atrazine chloorfenvinfos chloorpyrifos diuron endosulfan HCB HCH isoproturon pentachloorbenzeen pentachloorfenol simazine TBT trifluralin DDT Aldrin Dieldrin Endrin Legenda BKMO
eenh
Bijlage I. Oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater BKMO
Bestrijdingsmiddelen
Prioritaire stoffen Vergelijking normenstelsels KRW MAC- EQS 22
Huidige normen
AA-EQS21
Tabel 3-14:
nieuwe normering is minder stringent dus vraagt om minder vergaande maatregelen.
Besluit van 3 november 1983, houdende regelen inzake kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren Bijlage I. Oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater. De bestrijdingsmiddelen uit de vraagstelling worden geen van allen met name genoemd in deze bijlage. Daarom zijn in de kolom BKMO, normwaarden voor groepen van stoffen overgenomen. 1
normering blijft gelijk
nieuwe normering is stringenter dus vraagt om verdergaande maatregelen. -
geen uitspraak mogelijk over maatregelniveau omdat één van de normwaarden ontbreekt.
Strikt genomen is het onderling vergelijken van de bovengenoemde getalswaarden voor de diverse normen niet correct. De waarnemingen worden immers bij de onderscheiden normenstelsels op verschillende wijze verwerkt tot een toetswaarde. De vigerende normen zijn gebaseerd op de 90-percentiel waarde van de waargenomen totaalgehalten bij een standaard zwevende stofgehalte van 30 mg/l. De KRW-normen die in deze tabel staan weergegeven betreffen een getalswaarde voor jaargemiddelde (AA) en maximaal toelaatbare concentratie (MAC) in opgeloste vorm. Desondanks geeft een vergelijking van deze normen een goede indruk van de mate van versoepeling c.q. aanscherping voor de verschillende stoffen.
6 december 2006, versie - 34 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Daarom is In de laatste vier kolommen het quotiënt van de KRW-norm en de vigerende norm weergegeven (beurtelings BKMO en MKN). Door middel van gekleurde vlakken is in Tabel 3-14 uitdrukking gegeven aan de consequenties van de KRW-normen. Een groen vlak betekent dat de KRWnorm stringenter is (quotiënt van normen < 1) en dat verdergaande maatregelen nodig zijn om in de toekomst aan de normen te voldoen. Een oranje vlak betekent dat de KRW-normen minder stringent zijn (quotiént >1) en dat een minder vergaand maatregelen pakket wordt gevraagd. Opvallend is dat voor bijna de helft van de genoemde bestrijdingsmiddelen de norm uit het BKMO een hogere waarde heeft dan de waarden die in het voorstel van de Europese commissie voor prioritaire stoffen wordt genoemd. Dit zou dus inhouden dat de nieuwe normgeving voor prioritaire stoffen in de KRW verdergaande maatregelen vraagt in beperking van gebruik en/of belastingsreductie voor het oppervlaktewater. Anderzijds levert een vergelijking met de reeds vigerende Milieukwaliteitsnorm (MKN) voor zowel jaargemiddelde (AA) als maximaal toelaatbare (MAC) waarden, voor een aantal stoffen een significant ander beeld. Dit wordt veroorzaakt doordat de specifieke normwaarden vaak een factor tien lager liggen dan de EC-normen. (Bij het vermelden van de normwaarden in Tabel 3-14 zijn de eenheden voor de MKN geconverteerd van ng/l naar µg/l). Waterleidingbedrijven dringen erop aan dat in normgeving die wordt gehanteerd voor vergunningverlening van lozingen op oppervlaktewateren (Wvo) rekening wordt gehouden met de functie van dit oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening en dat niet alleen naar de ecologische potentie (focus van de KRW) wordt gekeken. Dezelfde redenering geldt voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen binnen de invloedsfeer van oppervlaktewater met een functie voor de drinkwatervoorziening. Ondanks het feit dat sommige bestrijdingmiddelen misschien geen bedreiging voor de volksgezondheid vormen, is er bij de BKMO normering van uit gegaan dat deze stoffen als ongewenst worden beschouwd in de drinkwatervoorziening. De getalswaarden voor de normen zijn veelal ingegeven door de toenmalige detectiegrens van deze stoffen. Zodra een stof kan worden aangetoond is daarmee de norm overschreden. Of op een specifieke locatie ook daadwerkelijk maatregelen noodzakelijk zijn hangt uiteraard samen met de vraag of er in het verleden of in het heden reeds normoverschrijdingen zijn geconstateerd en of deze normoverschrijdingen in de toekomst nog worden verwacht. Tijdens een workshop over beschermingszones met vertegenwoordigers van waterleidingbedrijven en regionale directies van RWS bleek, dat de hier in beeld gebrachte bestrijdingsmiddelen uit de prioritaire stoffen-lijst over het algemeen niet de probleemstoffen zijn waarmee drinkwaterbedrijven hebben te kampen. Immers, voor deze stoffen moeten in de gehele Europese Unie emissiebeperkende maatregelen worden getroffen. Voor bestrijdingsmiddelen kan dat door bijvoorbeeld het intrekken van de toelating op EU-niveau. Voor dat soort stoffen kan dan lokaal/regionaal weinig extra meer worden gedaan. In Nederland wordt een belangrijke emissiereductie bereikt door het toelatingsbeleid (50% in 2006 en 75% op langere termijn). Eén van de beleidsdoelstellingen daarbij is om het aantal knelpunten bij waterleidingbedrijven ingrijpend terug te brengen. Op dit moment wordt bij RIVM een beleidsevaluatie uitgevoerd die deze emissiereductie blijkt te bevestigen. Interessanter lijken de stroomgebiedrelevante stoffen waar aanvullende maatregelen voor getroffen zullen moeten worden, en dan vooral die stoffen die voor drinkwaterbereiding een probleem vormen maar niet voor de ecologie. Dit is echter in het kader van voorliggend onderzoek niet nader uitgewerkt, maar verdient zeker de aandacht bij implementatie van de beschermingszones.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 35 -
DHV B.V.
4
KOSTEN EN BATEN
Voor een analyse van de kosten en baten van de in hoofdstuk 3 genoemde maatregelen is een invuloefening gedaan met daarbij de volgende overwegingen: ● Het risico van een bedreigende situatie voor de drinkwatervoorziening moet worden geminimaliseerd met de meest doeltreffende maatregelen. ● Het risico is gelijk aan de kans op een risico vermenigvuldigd met het effect dat als gevolg van datzelfde risico zou kunnen optreden (Riscico = Kans x Effect). ● De kans van optreden op een benoemd risico wordt ingeschat op basis van de volgende schaalverdeling: nihil o Kans 0 = o Kans 1 = laag o Kans 2 = redelijk o Kans 3 = hoog ● Het effect van het optreden van een benoemd risico op de drinkwatervoorziening wordt ingeschat op basis van de volgende schaalverdeling. o Effect 0 = nihil gering o Effect 1 = o Effect 2 = significant o Effect 3 = groot ● De kosten van een maatregel wordt eveneens in klassen gescoord, te weten: o Kosten 1 = verwaarloosbaar o Kosten 2 = significant o Kosten 3 = hoog ● Effectiviteit van een maatregel word uitgedrukt in de mate van risico-afname die de beschouwde maatregel effectueert. {Risicoverkleining = (Kansvóór x Effectvóór) – (Kansná x Effectná)} ● De keuze voor meest doeltreffende maatregelen zal in eerste instantie worden gedaan op basis van de meest kosten-effectieve maatregelen. De score voor kosten-effectiviteit in deze eerste grove evaluatie van maatregelen is berekend op basis van de risico-verkleining (1,2,3,4,5,6,8,9) gedeeld door de score voor kosten (1,2,3) Bij het invullen van de effectiviteit voor een aantal maatregelen is impliciet rekening gehouden dat acties worden ondernomen op basis van waarnemingen. Zo is een maatregel als monitoren van de bovenstroomse waterkwaliteit als effectief gescoord omdat impliciet is aangenomen dat op basis van een alarmerend meetresultaat, tijdig acties worden ondernomen om de drinkwatervoorziening te blijven waarborgen. Dit geldt vooral als met behulp van monitoring tijdig een signaal kan worden afgegeven om de inlaat tijdelijk te stoppen. In bijlage 4 is een compleet overzicht gegeven van de resultaten van deze invuloefening. In Tabel 4-1 is een selectie gepresenteerd van maatregelen waarvan de kosten-effectiviteitscore meer dan 3 bedraagt. Het betreft een zestal maatregelen die er op deze manier uitspringen. Deze zes maatregelen zijn echter dekkend voor het indammen van slechts vijf van de vijftien onderscheiden risico’s. Een andere evaluatie van deze MKBA-exercitie kan worden uitgevoerd op basis van een voorselectie van de grootste risico’s die moeten worden ingedamd. Dat wil zeggen het risico vóór het nemen van de maatregel. De mogelijke scores voor risico’s in deze analyses zijn de waarden 1, 2, 3, 4, 6 en 9. Indien alleen de risico’s met een score groter dan 3 worden meegenomen blijkt in deze exercitie het totaal aantal maatregelen te worden gereduceerd van 82 naar 36. Indien van deze maatregelen de meest kosten-
6 december 2006, versie - 36 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
effectieve worden geselecteerd per benoemd risico, resulteert dat in Tabel 4-2. Uit dit overzicht blijkt dat pro-actieve maatregelen en preventieve maatregelen voor nagenoeg alle benoemde risico’s als meest kosten-effectief worden ingeschat.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 37 -
DHV B.V.
Tabel 4-1:
Selectie van meest kosten-effectieve maatregelen uit MKBA
6 december 2006, versie - 38 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Tabel 4-2:
De meest kosteneffectieve maatregelen per benoemd risico met hoogste risicoscores.
Risico
Risicoscore Code vóór maatregel 6 A-1.2b
A1 Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen A2 Scheepvaart A3 Pieklozingen industrie A4 Bluswater A5 Overstroming rivier / afspoelen terreinen A6 Bouwactiviteiten
6 6 6 2 6
A-2.2b A-3.2d A-4.1a A-5.1a A-6.1a
B1 Blauwalgen a.g.v eutrofiëring B2 Overstorten rioolstelsels
2 2
B-1.1d B-2.1b
B3 Nautisch baggeren B4 Botulisme (temperatuur en zuurstofloosheid)
2 1
B-3.1b B-4.1b
B5 Meststoffen en bestrijdingsmiddelen C1 Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen
4 9
B-5.1b C-1.1a
C2 Toename verhard oppervlak /stedelijke ontwikkeling
6
C-2.1a
C3 Toename lozingen Wvo vergund C4 Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
9 9
C-3.1a C-4.2a
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Maatregel
KostenEffectiviteit
waarschuwingsborden langs wegen
3
gedragsregels communiceren naar schippers wegpompen naar riolering geen risicobedrijven bij oppervlaktewater - RO maatregel geen risicobedrijven in overstromingsgevoelige gebieden type toegestane bedrijven in bestemmingsplannen en vestigingsbeleid verankeren tijdelijke inname stop waterkwaliteitsspoor doortrekken naar drinkwaterbeschermingsgebieden milieuveilig baggeren verplicht nutriëntenbelasting verminderen zodat eutrofiëring niet tot zuurstofloosheid leidt signaleren gebruiksmomenten BM in groeiseizoen generiek bestrijdingsmiddelen- en mestbeleid (aanpassen voor drinkwaterbeschermingsgebieden oppervlaktewater) risico's adresseren in Watertoets en aanvullende eisen formuleren
3
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer Wvo-vergunning (o.a. emissie/immissietoets en de verplichting tot debietsafhankelijk te mogen lozen) afstemmen op realistisch laagwater alsmede de drinkwaterfunctie rivier of ontvangende oppervlaktewater*
6 december 2006, versie - 39 -
6 6 2 2 2 1 2 0,5 4 4 6 3 3
DHV B.V.
5
IMPLEMENTATIEPLAN
De implementatie van beschermingszone II zal zich richten op het bespreekbaar maken van de issues die spelen bij het waarborgen van de drinkwatervoorziening uit oppervlaktewater. Beschermingszone II is in die zin allereerst een middel om de betrokkenheid van belanghebbende partijen te organiseren. Eenmaal aan tafel kunnen afspraken worden gemaakt over onderlinge verhoudingen, taken en verantwoordelijkheden. Deze afspraken zullen op termijn leiden tot maatregelen die bijdragen aan het verminderen of zelfs uitbannen van risico’s voor de drinkwatervoorziening. Het instellen van een regionale beschermingszone maakt voor alle betrokkenen helder dat extra aandacht moet worden besteed aan het thema drinkwatervoorziening uit oppervlaktewater, vooral in het geval dat zich nieuwe ontwikkelingen voordoen in het gebied. Een van overheidswege ingestelde beschermingszone vormt een psychologische begrenzing: “hier is iets aan de hand”. Op het moment dat deze beschermingszone ook een juridische status krijgt , kan dit als basis dienen om via regelgeving bepaalde soorten maatregelen afdwingbaar te maken. We denken hierbij onder anderen aan vestigingsbeleid voor bedrijven, scheepvaartbeperkingen, lozingsvergunningen, gebruik bestrijdingsmiddelen. De eerder in dit rapport gekozen oplossingsrichtingen en maatregelen moeten per beschermingszone verder worden uitgewerkt in nauwe samenwerking met het drinkwaterbedrijf, de regionale directies van RWS en de andere mogelijk betrokken organisaties (zoals LTO, Industrie regionale waterbeheerders). Een implementatiefase vraagt om een andere structuur met andere werkvormen en werkwijzen. Een implementatieplan legt deze structuur vast.
6 december 2006, versie - 40 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
5.1
Stappenplan voor implementatie
De regionale directie van RWS is trekker van het implementatietraject voor beschermingszone II en zet de eerste stappen. Het eindresultaat van dit proces is een Beschermingszonedocument waarin beschreven staat: om welke zone het gaat (afbakening), welke risico’s hier spelen (aandachtpunten) wie relevante partijen zijn (belanghebbende en beïnvloedende partijen) tot welk niveau de risico’s dienen te worden teruggebracht (doelstelling) met welke maatregelen (middelen) door wie te nemen (taken en verantwoordelijkheden) Om te komen tot implementatie van Beschermingszone II is het gewenst om een aantal beleidsmatige stappen te nemen. Conform de in het RIVM rapport “Drinkwateraspecten en de Kaderrichtlijn Water; Criteria voor de bescherming van drinkwaterbronnen en kwaliteitsdoelstellingen” zijn de volgende stappen van belang. 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
opnemen van innamepunten in het Register beschermde gebieden (is verplicht); opstellen van gebiedsdossiers (prominente rol van RWS en de waterleidingbedrijven); aanwijzen beschermingszones o.b.v. gebiedsdossier (door VROM, RWS, waterleidingbedrijven); vaststellen van beschermingszones door(VROM, RWS, Provincie); voorstel en vaststellen drinkwaternormen door VROM, 2de kamer (dit loopt al) beschermingszones verwerken in bestemmingsplannen (Provincie) bescherming meewegen in Wm en WVO vergunningen (Prov., respectievelijk RWS)
In Tabel 5-1 introduceren wij een generiek stappenplan voor de implementatie van Beschermingszone II. Tabel 5-1:
Stappenplan voor implementatie Beschermingszone II
nr 1
Stap Benoemen contactpersoon binnen RWS
Taken -verantwoordelijk voor uitrollen beschermingszone en invulling daarvan. -indien zinvol kan later de uitvoering van taken naar andere actoren (buiten RWS) worden gedelegeerd
Initiatiefnemer en actoren RWS
2
1e vaststellen beschermingszone
-vastleggen gemaakte keuzen en achterliggende overwegingen (uitgaande van in dit rapport gegeven protocollen en zones)
RWS
3
1e risico-identificatie en -analyse
-vastleggen gemaakte keuzen en achterliggende overwegingen
RWS
4
Benoemen contactpersoon bij het waterbedrijf
-verantwoordelijk voor contact met RWS en uitvoering gedelegeerde taken
waterleidingbedrijf
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 41 -
DHV B.V.
nr 5
Stap overleg met waterleidingbedrijf
Taken doorspreken beschermingszone en risicoidentificatie en –analyse
Initiatiefnemer en actoren RWS waterleidingbedrijf
afstemming met beschermingszones I, III, en IV 6
Vaststellen definitieve beschermingszone
inclusief bijbehorende risico’s
RWS
7
Vaststellen taakverdeling
taken RWS
RWS waterleidingbedrijf
gedelegeerde taken waterleidingbedrijf onderlinge relatie 8
identificeren relevante partijen
-partijen zijn relevant als ze invloed (kunnen) hebben op de waterkwaliteit invloed (kunnen) hebben op de ruimtelijke ordening in/rond de beschermingszone ze invloed hebben op risicoreductie
RWS waterleidingbedrijf (industriële) lozers waterschap gemeente (RO, brandweer, politie) …
9
overleg met alle relevante partijen
-risico-identificatie en –analyse -maatregelen veiligheidsketen langslopen (monitoring, crisisprotocollen, oefeningen, etc.) -verantwoordelijkheden en taken -procesafspraken reguliere situatie crisissituatie
RWS waterleidingbedrijf waterschappen lozers gemeenten (RO-zaken, brandweer, politie) provincie (water en ROzaken) …
10
opstellen beschermingszonedocument
-vastleggen gemaakte afspraken -zonecontouren -risico’s en maatregelen -actoren, verantwoordelijkheden en taken -procesafspraken -procedures (monitoring en evaluatie)
RWS/waterleidingbedrijf
11
opstellen crisisplannen
-verantwoordelijkheden, organisatie (crisisteam) -communicatie -middelen -oefeningen -etc.
RWS/waterleidingbedrijf veranderplannen: nu > toekomst
12
monitoring en evaluatie
-zicht houden op ontwikkelingen -incidentenanalyse
RWS alle betrokken partijen
6 december 2006, versie - 42 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
5.2
Locatiespecifieke invulling
Het generieke stappenplan zal per innamepunt, dus per beschermingszone, locatiespecifiek worden ingevuld. Als trekker voor dit proces staat de waterbeheerder (regionale directie RWS) aan de lat.. Het beschermingszonedocument raakt op verschillende vlakken aan het zogenaamde gebiedsdossier dat per waterlichaam voor de KRW wordt opgesteld. Aangezien beiden voortvloeien uit de dezelfde overkoepelende KRW, is het van belang om erop toe te zien dat zoveel mogelijk onderlinge afstemming plaatsvindt. In Tabel 5-2 is als voorbeeld per innamepunt een inschatting gegeven welke in het oog springende locatie specifieke knelpunten de eerste aandacht verdienen.
Tabel 5-2
Locatie specifieke knelpunten die bij implementatie van beschermingszone II spelen
Locatie
Trekker
Belangrijkste risico’s
Belangrijkste maatregel
Actoren
1 - Scheelhoek
RWS ZuidHolland
Kierbesluit Haringvliet, verzilting, scheepvaart
verleggen inname, monitoren, beperken scheepvaart
Evides, Binnenvaart; DGT&L(1)
2 - Biesbosch
RWS ZuidHolland
RO-maatregel, BM-gebruik en toelating, Wegpompen
Evides, Provincie, LNV, LTO, Gemeente
3 - Brakel
RWS ZuidHolland
Risicobedrijven ver bovenstrooms, Bestrijdingsmiddelen, Pieklozingen industrie bovenstrooms Poldergemaal Bommelerwaard
WS Rivierenland , DZH, LNV, LTO, CTB, Provincie
4 - Heel
RWS Limburg
rwzi Heel, Industrie bovenstrooms
5 - Nieuwegein
RWS Utrecht
Bovenstroomse lozingen
Beheersmaatregelen in landbouw; Emissiereductie in project “zuiver water Bommelerwaard” 20012010 Aanscherpen WVO, selfmonitoring industrie, communicatieplan, sluisbeheer Sturing waterbeheer,
6 - Nieuwersluis
RWS Utrecht
rwzi Utrecht Scheepvaart
WVO-aanscherpen, beperking scheepvaart
Waternet, Binnenvaart
7 - Andijk & WPJ
RWS IJsselmeergebied
rwzi Wervershoof Scheepvaart
desinfectie beperking scheepvaart
PWN, WSHN, Binnenvaart
8 - Enschede
RWS Oost Nederland
Industrie, scheepvaart
Infrastructurele maatregelen, beperken scheepvaart
Vitens, Gemeente Enschede
(1)
WS Peel en Maasvallei, WML, DSM Waternet
DGT&L = Directoraat Transport en Luchtvaart, indien het gaat over het beleid van transport van gevaarlijke stoffen
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 43 -
DHV B.V.
6
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Algemeen • Vastgesteld is dat de implementatie van de zone en het invullen ervan een samenspel is tussen de regionale RWS-directie en het betrokken waterleidingbedrijf. Eerst verantwoordelijke is RWS. • Het vastleggen van de beschermingszones gebeurt volgens de eerder gedefinieerde protocollen en waarbij locatie-specieke omstandigheden veelal mede de begrenzing bepalen. Dit wordt bepaald door locatie specifieke stromingscondities en fysieke begrenzingen in het oppervlaktewater. Het type bedrijfsvoering van de drinkwaterbedrijven (beschikbaarheid buffervoorraad of alternatieve bronnen) hebben wij niet mee laten tellen. • De contouren van beschermingszone II dient zich niet te beperken tot alleen rijkswateren in geval een reactietijd van 6 uur kan worden teruggerekend naar regionale wateren (risico’s houden zich immers niet aan bestuurlijke grenzen). • Gebeurtenissen op het land kunnen de waterkwaliteit beïnvloeden (bijv. afstromen bluswater). Daarom is besloten dat vanaf de watercontour van zone II een invloedsstrook van 100 m vanaf het water (dus landinwaarts) wordt meegerekend bij zone II, zodat infrastructuur en vestigingszaken kunnen worden meegenomen in de risico-inventarisatie en maatregelformulering. • Drinkwaterbedrijven blijken niet eenduidig om te gaan met risico’s zoals benoemd in hoofdstuk 3. Zo zien twee drinkwaterbedrijven een noodzaak voor een langere reactietijd dan de in dit rapport gehanteerde 6, 9 en 12 uur. Ook hier wordt geredeneerd vanuit de bedrijfsvoering waarbij het hebben van een buffervoorraad of een mogelijkheid om andere innamepunten in te schakelen meetelt in de afwegingen. Specifiek • In het stroomgebied van de Maas binnen Nederland worden meerdere beschermingszones voor winning van water ten behoeve van de drinkwatervoorziening voorgesteld. Deze zones sluiten deels op elkaar aan. Naast het instellen van de regionale beschermingszones II per innamepunt, zal de gehele Maas als beschermingszone III gehandhaafd blijven, hetgeen op dit moment al in Nederland is vastgelegd door voor de gehele Maas de functie “drinkwater” vast te leggen. • De rol van RWS in de risicobeheersing ligt voor een groot deel in de pro-actieve sfeer bij het formuleren van beleid en vergunningsvoorwaarden. Daarnaast heeft de overheid een belangrijke rol in de preparatie maatregelen zoals het vastleggen van communicatieplannen, rampenplannen en multidisciplinaire alarm oefeningen (bijvoorbeeld met politie, brandweer en drinkwaterbedrijven). Recente ontwikkelingen in het veiligheidsbeleid benadrukken dit nogmaals. • Indien polderwater wordt uitgemalen op rijkswater zoals vanuit de Bommelerwaard verdient het ten zeerste aanbeveling het polderwater aan monitoring op bestrijdingsmiddelen te onderwerpen en te zorgen voor aanvullende beheersmaatregelen in de landbouw.. • De op grond van de Kaderrichtlijn voorgestelde normering voor bestrijdingsmiddelen uit de prioritaire stoffenlijst sluit niet aan bij de vigerende normen in het BKMO. Geconstateerd wordt dat de hier genoemde stoffen noch in de huidige situatie, noch in de toekomst tot de probleemstoffen worden gerekend en dat veeleer aandacht zou moeten worden besteed aan stoffen die wel tot probleemstoffen voor de drinkwatervoorziening worden gerekend. • Om de bescherming van het oppervlaktewater daadwerkelijk te realiseren, is het noodzakelijk om beschermingszone II een juridische status te geven waaraan handhavingregels kunnen worden gekoppeld. Handhaving is in eerste instantie een taak voor RWS, mogelijk gedelegeerd naar gemeenten en waterschappen. Juridisch vastleggen kan voor zowel zones, maategelen als procesmaatregelen (verplichte overleggen, documenten, etc.) gebeuren. Van belang is dat op
6 december 2006, versie - 44 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
landelijk niveau een discussie wordt gevoerd over de voor en nadelen van juridisch vastleggen en de diverse opties die beschikbaar zijn. Aanbevelingen • Voor het vastleggen van Beschermingszone II bevelen wij aan een protocol toe te passen dat uitgaat van een reactietijd van 6 uur. Gebleken is dat een langere reactietijd, zoals 9 en 12 uur voor de innamepunten uit stromende wateren zoals Scheelhoek en Biesbosch, in dit geval als gevolg van de invloed van de getijbeweging geen significante verschillen in beschermingszone oplevert. Voor alle overige innamepunten uit rijkswateren blijkt de windinvloed de maatgevende factor te zijn. Hierbij is gekozen voor windkracht 6 die niet langer aanhoudt dan 6 uur. Vanwege uniformiteitoverwegingen bevelen wij één reactietijd van 6 uur aan. Hierbij zij opgemerkt dat dit een worst-case scenario betreft en dat hoogstwaarschijnlijk wanneer zich risico’s voordoen, de beschikbare reactietijd vanaf de rand van de beschermingszone vele malen langer zal zijn. Immers niet permanent waait er een wind van windkracht 6 vanaf de locatie waar het risico zich voltrekt, precies in de richting van het innamepunt, en ook zal het grootste gedeelte van de tijd de stroomsnelheid in de rivieren significant lager zijn dan de eens per tweehonderdvijftig jaar gebeurtenis. • Uiteindelijk dient een volledige risicoanalyse ten behoeve van de bescherming van oppervlaktewater voor drinkwater alle vier de beschermingszones te omvatten. Hierbij dient te veiligheidsketen op elke zone te worden toegepast. Deze aanpak waarborgt dat zowel bestaande als nieuwe maatregelen een passende plaats in de integrale, gebalanceerde risicobenadering krijgen. • Alhoewel winning van oeverfiltraat in dit rapport buiten beschouwing is gelaten omdat deze winningen formeel onder beheer van de provincie vallen, is het uit oogpunt van uniformiteit en integratie met het KRW-proces wenselijk, om ook hiervoor beschermingszones aan te wijzen en volgens hetzelfde stappenplan te implementeren.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 45 -
DHV B.V.
7
COLOFON
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : :
Ministerie V&W / RWS /RIZA KRW en drinkwater uit rijkswateren A4722-01-001 47 pagina's Fred Benoist François van Ekkendonk Jos Peters 6 december 2006 Jos Peters
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
6 december 2006, versie - 47 -
DHV B.V. Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (033) 468 20 00 F (033) 468 28 01 E
[email protected] www.dhv.nl
DHV B.V.
BIJLAGE 1
Overzichtskaarten Beschermingszones
In deze bijlage vindt u twee overzichtskaarten Kaart 1-1: Overzichtskaart Nederland met 8 innamepunten en invloedscirkel van windkracht 6 uitgaande van reactietijd 6 uur en 12 uur. Kaart 1-3: Overzichtskaart Nederland met 8 innamepunten en de gekozen beschermingszones.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 1 -1-
´ A
A
Nieuwersluis
A A
Scheelhoek
A
Andijk
A
Nieuwegein
Brakel Biesbosch
A
A
Legenda
A
Wind
innamepunten 6 uur = 7 km
Enschede
Heel
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Overzichtskaarten innamepunten Kaartnummer: 1-1 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
12 uur = 14 km © DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´ Andijk
Enschede
Nieuwersluis Nieuwegein Scheelhoek
Brakel Biesbosch
Heel
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Overzichtskaarten Beschermingszones Kaartnummer: 1-3 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
DHV B.V.
BIJLAGE 2
Kaart Beschermingszones per lokatie
In deze bijlage vindt u achtereenvolgens de beschermingszones per winningslocatie opgetekend
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 2 -1-
´
Scheelhoek
2,900
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
1,450
0
2,900 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Scheelhoek Kaartnummer: 2-1 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´ Brakel
Biesbosch
4,400
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
2,200
0
4,400 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Biesbosch & Brakel Kaartnummer: 2-2 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´
Heel
3,000
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
1,500
0
3,000 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Heel Kaartnummer: 2-3 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´
Nieuwegein
3,000
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
1,500
0
3,000 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Nieuwegein Kaartnummer: 2-5 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´
Nieuwersluis
3,000
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
1,500
0
3,000 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Nieuwersluis Kaartnummer: 2-6 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´
Andijk
3,000
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
1,500
0
3,000 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Andijk Kaartnummer: 2-7 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
´
Enschede
3,000
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
1,500
0
3,000 Meters
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Enschede Kaartnummer: 2-8 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
DHV B.V.
BIJLAGE 3
Berekeningsgrondslagen voor de bepaling van beschermingszones per winningslocatie
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 3 -1-
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Scheelhoek Bij het toepassen van protocol D1 voor de reactietijden 6 uur, 9 uur en 12 uur is gebruik gemaakt van de maximaal gemeten stroomsnelheid (0,65 m/s) en de minimale stroomsnelheid (-0,025 m/s) tijdens maximale afvoer. Dit blijkt qua stroomsnelheden de meest kritische situatie op te leveren. De stroomsnelheden in het oppervlaktewater staan sterk onder invloed van getijdenwerking. Daarom is afgeweken van het protocol dat vraagt om een vermenigvuldiging van de maximale (momentane) stroomsnelheid met de gewenste reactietijd. Gedurende de getijdencyclus van 12 uur verandert immers de stroomsnelheid van maximaal naar minimaal en weer terug. Op deze locatie is gedurende een korte periode sprake van retourstroming. In Afbeelding 1 is de relatie aangegeven tussen de stroomsnelheid en de afgelegde weg van een waterpakket gedurende twee getijdenperioden (24 uur).
0,7 0,6 0,5 0,4
30,0 25,0 20,0
0,3 0,2 0,1 0 -0,1 0
15,0 10,0 5,0 3
6
9
12
15
18
21
afgelegde weg [km]
V [m/s]
Scheelhoek
24 -
tijd [uur]
V(t)
Afbeelding 1:
afgelegde weg
De relatie tussen stroomsnelheid en afgelegde weg bij maximale afvoer van het Haringvliet innamepunt Scheelhoek
Voor het bepalen van de maatgevende beschermingszone voor reactietijden 6, 9 en 12 uur is uitgegaan van het maximum van de afgelegde weg. De maatgevende afgelegde weg is afgelezen uit Afbeelding 1 aan de hand van het maximum gedurende de gewenste reactietijd (maxLx) van respectievelijk 6,7,8,9,10,11 en 12 uur. Daarnaast is het debiet als gevolg van getijdenwerking beperkte tijd stroomopwaarts gericht (minLx). De maatgevende afgelegde weg in beide stroomrichtingen bij deze reactietijden is weergegeven in Tabel 1. Tabel 1:
max L6 [km] 11,4 min L1 [km] -0,07
bijlage 3 -2-
De afgelegde weg in het Haringvliet bij diverse reactietijden ter hoogte van innamepunt Scheelhoek. zowel stroomafwaarts als stroomopwaarts (-)
max L7 [km] 12,3 min L2 [km] -0,06
max L8 [km] 13,0 min L3 [km] 0,11
max L9 [km] 13,4 min L4 [km] 0,50
max L10 [km] 13,6 min L5 [km] 1,17
max L11 [km] 13,6
max L12 [km] 13,5
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Uit de resultaten blijkt dat een reactietijd van 10 tot 11 uur vraagt om de grootse beschermingszone van 13,6 km bovenstrooms van het innamepunt en dat tegelijkertijd in een periode van 1 tot 2 uur mogelijke verontreinigingen van 70 m benedenstrooms van het innamepunt nog net kunnen bereiken. Een beschermingszone die loopt van 14 km stroomopwaarts van het innamepunt en 100 m stroomafwaarts van het innamepunt lijkt daarom gepast. Wanneer tevens de mogelijke invloed van wind gedurende lagere afvoeren wordt meegenomen is een beschermingszone die eindigt bij de stroomafwaarts gelegen fysieke begrenzing door de Haringvlietdam de meest aangewezen keuze.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 3 -3-
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Biesbosch Bij het toepassen van protocol D1 voor de reactietijden 6 uur, 9 uur en 12 uur is gebruik gemaakt van de maximaal gemeten stroomsnelheid (1,2 m/s) en de minimale stroomsnelheid (-0,2 m/s) tijdens maximale afvoer bij meetpunt Keizersveer (03-maart-2002, 2233 m3/s). Dit blijkt qua stroomsnelheden de meest kritische situatie op te leveren. In de Maas dient rekening gehouden te worden met getijdenstroming: de minimale en maximale stroomsnelheden worden dan ook niet zozeer bepaald door de afvoer, als wel door het getij. Daarom is afgeweken van het protocol dat vraagt om een vermenigvuldiging van de maximale (momentane) stroomsnelheid met de gewenste reactietijd. Gedurende de getijdencyclus van 12 uur verandert immers de stroomsnelheid van maximaal naar minimaal en weer terug.
Biesbosch
40,0
V [m/s]
1
30,0 0,5 20,0 0 0
3
6
9
12
15
18
21
24
10,0
afgelegde weg [km]
50,0
1,5
-
-0,5 tijd [uur]
V(t)
Afbeelding 2:
afgelegde weg
De relatie tussen stroomsnelheid en afgelegde weg bij maximale afvoer van de Maas bij innamepunt Biesbosch
De maatgevende afgelegde weg is afgelezen uit Afbeelding 2 aan de hand van het maximum gedurende de gewenste reactietijd (maxLx) van respectievelijk 6,7,8,9,10,11 en 12 uur. Daarnaast is het debiet als gevolg van getijdenwerking beperkte tijd stroomopwaarts gericht (minLx). De maatgevende afgelegde weg in beide stroomrichtingen bij deze reactietijden is weergegeven in Tabel 2. Tabel 2:
max L6 [km] 20,4 min L1 [km] -0,68
De afgelegde weg in de Maas bij diverse reactietijden ter hoogte van innamepunt Biesbosch, zowel stroomafwaarts als stroomopwaarts (-)
max L7 [km] 21,8 min L2 [km] -1,19
max L8 [km] 22,7 min L3 [km] -1,37
max L9 [km] 23,0 min L4 [km] -1,09
max L10 [km] 22,8 min L5 [km] -0,24
max L11 [km] 22,3
max L12 [km] 21,6
Uit de resultaten blijkt dat een reactietijd van 9 uur vraagt om een beschermingszone van 23 km bovenstrooms van het innamepunt en dat tegelijkertijd in een periode van 3 uur mogelijke verontreinigingen van 1,4 km benedenstrooms van het innamepunt nog net kunnen bereiken. Een beschermingszone die loopt van 23 km stroomopwaarts tot 1,5 km stroomafwaarts lijkt daarom gepast.
bijlage 3 -4-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Brakel GEGEVENS BRAKEL In de rapportage van 2005 is uitgegaan van de redenering dat Brakel een inname punt is uit stromend water. Er is destijds als uitgangspunt gekozen voor een virtueel innamepunt, namelijk het aftakkingspunt van de Maas naar de Andelse Maas. Hierbij beschouwde men de afgedamde Andelse Maas als voorbehandelingbekken omdat hier flocculatiemiddel wordt gedoseerd. Bij deze redenering is uitgegaan van een maatgevende stroomsnelheid in de Maas bij maximale afvoer. De berekening volgt hieronder. 1. kritische situaties met betrekking tot stroming Voor het maximale debiet wordt uitgegaan van een afvoergolf die eens in de 250 jaar voorkomt. Het debiet bij Borgharen bedraagt dan 3275 m3/s, waarbij de maximale snelheid 1,8 m/s wordt gemeten. 2. berekening afgelegde afstand in 6, 9 en 12 uur vmax = 1,8 m/s 6 uur 39 km 9 uur 58 km 12 uur 78 km Op basis van meetgegevens van RWS wordt ervan uitgegaan dat een omkering van de stromingsrichting niet voorkomt. 3. begrenzing in de lengte Voor de reactietijden van 6 uur, 9 uur en 12 uur mogen op basis van de voorgaande berekeningen begrenzingen worden aangenomen van respectievelijk 39km, 58 km en 78 km stroomopwaarts van het innamepunt. Voortschrijdend inzicht heeft echter opgeleverd dat de beschermingszone vanaf het daadwerkelijke inname-punt zou moeten worden gerekend. Immers de verblijftijd van het water in de Andelse Maas, voordat het bij het fysieke inlaatpunt bij de afsluitdijk aankomt bedraagt enkele weken. De stroomsnelheid in de afgedamde Maas is zo laag dat deze niet meer maatgevend is voor de beschermingszone. In plaats daarvan wordt nu de wind een maatgevende factor. De totale lengte van de Andelse Maas vanaf het aftakkingspunt tot aan de het fysieke innamepunt bedraagt 13 km.
Windinvloed winddrift factor [-] wind-snelheid [m/s] reactietijd [uur] verplaatsing olievlek [m]
0,03 10,8 6 6.998
9 10.498
12 13.997
Gekozen wordt nu om de gehele Andelse Maas als beschermingszone aan te wijzen. Verontreinigingen die via poldergemalen uit de Bommelerwaard op de Andelse Maas worden geloosd beschouwen we daarbij als puntlozing die WVO-plichtig zou moeten worden gesteld. Daarmee wordt dus niet de Bommelerwaard zelf (of een deel daarvan) tot beschermingszone gerekend maar worden wel risco’s onderkend die in de vorm van maatregelen zullen moeten worden ingedamd.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 3 -5-
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Heel De inname van het water uit het Lateraalkanaal betreft Maaswater op een afstand van nog geen twee kilometer vanaf de sluis bij Heel. De totale lengte van het Lateraalkanaal bedraagt 8 km. Het profiel van het Lateraalkanaal is weergegeven in Afbeelding 3. De natte dwarsnoorsnede bedraagt ongeveer 350 m2. Profiel Lateraalkanaal Natte doorsnede = 348,5 [m2]; gemiddelde diepte = 4,65 [m]
diepte [m]
0 -10
-2
0
10
20
30
40
50
60
70
80
-4 -6 -8 afstand oever [m]
Afbeelding 3:
Dwarsdoorsnede Lateraalkanaal
Protocol D2 (inname uit stilstaand water) Op basis van deze gegevens kan met behulp van protocol D2 de lengte van de beschermingszone worden bepaald uitgaande van een balk ter grootte van het volledige dwarsprofiel en een volume van de maximaal ingenomen hoeveelheid water gedurende de gewenste reactietijd. Protocol D1 (inname uit stromend water) Indien protocol D1 wordt toegepast op basis van de stroomsnelheid in het Lateraalkanaal die ontstaat bij een gemiddelde doorvoerdebiet van 9 m3/s als gevolg van schutverliezen van de sluis te Heel, wordt in dit geval grotere beschermingszone berekend. Protocol D2 met wind Indien eveneens de windinvloed op het te beschermen rijkswater wordt toegepast, gaan we uit van de een windkracht 6 op de schaal van Beaufort (10,8 m/s) en een winddriftsnelheid (constante factor) van 0,03. Dit zou een beschermingszone van 7 km in beide richtingen over het inname pand opleveren. Tabel 3: Berekening beschermingszone Lateraalkanaal
WML: Lateraalkanaal/Heel debiet [m3/s] kanaaldiepte [m] kanaalbreedte [m] kanaallengte [m] reactietijd [uur] innamevolume [m3] beschermingszone Vol. [m] beschermingszone Stroom [m] beschermingszone Wind [m]
Qinname 3.600 4,65 75 8.000 6 21.600 62 557 6.998
Qkanaal
9 32.400 93 836 10.498
[m3/s] Vs [m/s] Cd wind Uw [m/s] 12 43.200 124 1.115 13.997
9 0,026 0,03 10,8 24 86.400 248 2.230 27.994
Deze laatste berekening blijkt veruit maatgevend. De totale lengte van het Lateraalkanaal bedraagt echter slechts 8 km.
bijlage 3 -6-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
De inlaat van Heel is slechts 2 km benedenstrooms van de sluis Heel gesitueerd en slechts één kilometer benedenstrooms van het instroompunt van de Sleijebeek waarvan de afvoer grotendeels wordt gegenereerd door de rioolwaterzuivering van Heel. Het lijkt daarom gerechtvaardigd om het gehele Lateraalkanaal als beschermingszone aan te wijzen. In verband met de procesvoering van de zuivering te Heel wenst WML een reactietijd van 24 uur, temeer vanwege de ervaring dat in de nacht nooit alarmen van RWS worden doorgegeven. In dit licht zou eigenlijk de beschermingszone moeten worden uitgebreid naar de Maas bovenstrooms van de sluis Heel. De maatgevende stroomsnelheid treedt hier op bij de maximum afvoer van de Maas waarbij nog water wordt ingenomen uit het Lateraalkanaal. Het huidige ‘set-point’ voor inname-stop is bij een Maasafvoer boven 1000 m3/sec. In verband met troebeling wordt uit voorzorg bij Maasafvoeren hoger dan 1000 m3/sec de inlaat bij Heel gestaakt. De looptijd vanaf Eijsden tot Heel bij deze afvoer bedraagt ongeveer 12 uur. Een beschermingszone die het gehele Lateraalkanaal betreft in combinatie met de waterkwaliteitsmonitoring in de Maas te Eijsden levert daarom voldoende bescherming om binnen een periode van 12 uur alert te kunnen reageren op eventuele bovenstroomse calamiteiten in de Maas.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 3 -7-
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Nieuwegein Het Lekkanaal verbindt de Lek benedenstrooms van de stuw te Hagestein met het Amsterdam-Rijnkanaal. Het Lekkanaal is met de Lek verbonden via de Prinses Beatrixsluizen. Net zoals bij de Prinses Irenesluizen wordt ter voorkoming van indringing van zout water vanuit het Noordzeekanaal en ten behoeve van koelwaterlevering aan energiecentrales in Utrecht en Diemen en de gevestigde industrieën, op dagbasis gemiddeld 5 m3/s ingelaten. Uit gegevens over het aantal schuttingen blijkt dat per dag gemiddeld 85 schuttingen plaatsvinden, wat bij de gegeven schutkolk afmetingen neerkomt op een extra schutdebiet van 2,7 m3/s. Ref: RIWA 2005; A. van Mazijk; Rijn-Alarmmodel bij gestuwde Nederrijn-Lek; Evaluatie waterbalans en stoftransport Voor de aanvoer naar het Lekkanaal bestaan drie scenario’s, zie onderstaande figuur: 1 – via het Amsterdam-Rijnkanaal (Wijk bij Duurstede) – via de Nederrijn (Driel, Hagestein) en de Beatrixsluizen – via de Waal, het verlengde van het Amsterdam-Rijnkanaal en de Bernhardsluizen Afhankelijk van het debiet op de verschillende aanvoerroutes kan RWS het stuwprogramma aanpassen. Waternet zou graag zien dat het aanvoerscenario ook op basis van kwaliteit aangepast kan worden. Dit wordt in de toekomst wellicht mogelijk. Bij de hoogst voorkomende stroomsnelheid stroomt het water in 2 dagen van Lobith naar Nieuwegein. Dit is gedurende een paar maanden per jaar het geval.
1
RIWA, Rijn-Alarmmodel bij gestuwde Nederrijn-Lek, evaluatie waterbalans en stoftransport, januari 2005
bijlage 3 -8-
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Toepassing protocollen D2 (stilstaand water) levert een te beschermen gebied bij het innamepunt uit het Lekkanaal in de vorm van een balk met een lengte varierend van 300 tot 600 m afhankelijk van de gewenste reactietijd (6 uur – 12 uur). Het innamepunt betreft het middelste punt in de lengte. Als uitgegaan wordt van protocol D1 (stromend water) bij een debiet van 7,7 m3/sec door de Beatrixsluizen, dan volgt een beschermingszone van 400 m tot 800 meter bovenstrooms van het innamepunt. Tabel 4:
Berekening Beschermingszone Lekkanaal
Waternet: Lekkanaal/Nieuwegein WRKII debiet [m3/uur] kanaaldiepte [m] kanaalbreedte [m] kanaallengte [m] reactietijd [uur] innamevolume [m3] beschermingszone Vol. [m] beschermingszone Stroom [m] beschermingszone Wind [m]
Qinname 20.000 4,5 90 5.000 6 120.000 296 411 6.998
9 180.000 444 616 10.498
[m3/s] Vs [m/s] Cd wind Uw [m/s] 12 240.000 593 821 13.997
Qkanaal 7,7 0,019 0,03 10,8 24 480.000 1.185 1.643 27.994
Indien eveneens de windinvloed op het te beschermen rijkswater wordt toegepast, gaan we uit van de een windkracht 6 op de schaal van Beaufort (10,8 m/s) en een winddriftsnelheid (constante factor) van 0,03. Dit zou een beschermingszone van 7 km in beide richtingen over het inname pand opleveren. De totale lengte van het Lekkanaal bedraagt echter slechts 4 km. Het lijkt daarom gerechtvaardigd om het gehele Lekkanaal als beschermingszone aan te wijzen.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 3 -9-
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Nieuwersluis Toepassen van protocol D2 voor de inname vanuit het Amsterdam Rijnkanaal levert een onbruikbaar kleine beschermingszone op. Dit komt door de relatief kleine inname capaciteit. Tabel 5:
Berekening beschermingszone AMSTERDAM-RIJKANAAL-Nieuwegein
Waternet: Amsterdam-Rijnkanaal/Nieuwersluis inname capaciteit [m3/uur] 193 kanaaldiepte [m] 5 kanaalbreedte [m] 110 kanaallengte [m] 60.000 reactietijd [uur] 6 9 innamevolume [m3] 1.161 1.741 2 3 beschermingszone Vol. [m] beschermingszone Stroom [m] 393 589 10.498 beschermingszone Wind [m] 6.998
[m3/s] Vs [m/s] Cd wind Uw [m/s] 12 2.322 4 785 13.997
Qkanaal 10 0,018 0,03 10,8 24 4.644 8 1.571 27.994
Maatgevend als beschermingszone is hier de windinvloed die afhankelijk van de gewenste reactietijd van 6, 9 en 12 uur leidt tot een beschermingszone met een lengte van 7, 10,5 en 14 km in beide richtingen vanaf het innamepunt.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Andijk De maatgevende windinvloed leidt voor een gewenste reactietijd van 6 uur op basis van een winddriftfactor van 0,03 bij windkracht 6 (10,8 m/s op 10m hoogte) tot een cirkelvormige beschermingszone met een straal van 7 km vanaf de beide innamepunten. Bij een reactietijd van 9 uur en 12 uur wordt de beschermingszone wederom cirkelvormig met een straal van respectievelijk 10,5 km en 14 km.
Windinvloed winddrift factor [-] wind-snelheid [m/s] reactietijd [uur] verplaatsing olievlek [m]
0,03 10,8 6 6.998
9 10.498
12 13.997
Het is echter niet gerechtvaardigd is om bij een reactietijd van 9 en 12 uur nog steeds uit te gaan van een windveld dat de volle tijd op dezelfde kracht en richting blijft aanhouden.` Gekozen wordt daarom voor een circelvormige beschermingszone met een straal van 7 km.
bijlage 3 - 10 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
Berekeningsgrondslagen Beschermingszone Elsbeekweg (Twentekanaal) Het Twentekanaal is een waterweg die de drie grote steden van (Twente, Almelo, Hengelo en Enschede) aansluit op het landelijk netwerk van rivieren en kanalen. Het Twentekanaal is vooral aangelegd om de Twentse textielindustrie te ontwikkelen. Tegenwoordig heeft het kanaal meerdere functies, 1 2 3 4
Afbeelding 4:
binnenvaart transport van zout, aardolie, zand en grind recreatie (pleziervaart, roeisport en sportvisserij), afwatering van Enschede drinkwatervoorziening van Enschedet
Innamepunt Elsbeekweg in Twentekanaal
Het Twentekanaal is een stilstaand water zonder mogelijkheid voor doorspoeling. Het is daarom onbekend hoe lang het nog gaat duren voordat het oorspronkelijke innamepunt weer in gebruik kan worden genomen. Op basis van gegevens uit Tabel 6 kan met behulp van protocol D2 de lengte van de beschermingszone worden bepaald uitgaande van een balk ter grootte van het volledige dwarsprofiel en een volume van de maximaal ingenomen hoeveelheid water gedurende de gewenste reactietijd.
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 3 - 11 -
DHV B.V.
Tabel 6:
berekening beschermingszone Twentekanaal
Vitens: Twentekanaal/Elsbeekweg inname capaciteit [m3/uur] 1.450 kanaaldiepte [m] 4 kanaalbreedte [m] 50 kanaallengte [m] 5.000 reactietijd [uur] 6 innamevolume [m3] 8.700 lengte beschermingszone [m] 44
9 13.050 65
12 17.400 87
Hieruit blijkt dat als locale beschermingszone een lengte van 100 m met het innamepunt in het midden, afdoende is om binnen 12 uur maatregelen te nemen. Wanneer de windinvloed echter meegenomen wordt blijkt de hieruit volgende beschermingszone veruit maatgevend. De afgelegde weg in 6 uur bij windkracht 8 op de schaal van Beaufort bedraagt immers 11 km. Het verdient daarom aanbeveling om het gehele kanaalpand waarbinnen het innamepunt zich bevindt (lengte 5 km) tot beschermingszone uit te roepen.
bijlage 3 - 12 -
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
DHV B.V.
BIJLAGE 4
Maatregeltabel met MKBA
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 4 -1-
project: dossier: opdrachtgever:
bescherming drinkwater uit rijkswater A4722-01-001 RWS/RIZA
Legenda Code
Risico = Kans x Efect
Kosten-Effectiviteit = Risicovemindering / Kosten
A = incidenteel
a = Pro-actief
B = terugkerend
b = Preventief
Kans 0 = nihil
C = structureel
c = Preparatief
Kans 1 = laag
Effect 1 = gering
Kosten 1 = verwaarloosbaar
d = Repressief
Kans 2 = redlijk
Effect 2 = significant
Kosten 2 = significant
e = Nazorg
Kans 3 = hoog
Effect 3 = groot
Kosten 3 = hoog
kans op risico vóór maatregel
kans op risico ná maatregel
effect vóór maatregel
effect ná maatregel
risicovermindering Delta (Kans x Effect)
Kosten
Kosten-effectiviteit = Delta(KxE) / Kosten
Effect 0 = nihil
1
0
3
3
3
2
1,5
vaarroute omleiden
2
0
3
3
6
3
2
Pieklozingen industrie
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer
1
0
3
3
3
3
1
A-3.2a
Pieklozingen industrie
effecten op DW in vergunningsprocedure opnemen
2
0
3
3
6
3
2
A-4.1a
Bluswater
geen risicobedrijven bij oppervlaktewater - RO maatregel
2
0
3
3
6
1
6
A-5.1a
Overstroming rivier / afspoelen geen risicobedrijven in terreinen overstromingsgevoelige gebieden Bouwactiviteiten type toegestane bedrijven in bestemmingsplannen en vestigingsbeleid verankeren Bouwactiviteiten bouwvergunningen aanscherpen in beschermingsgebieden Meststoffen en verbod op gebruik bestrijdingsmiddelen op bestrijdingsmiddelen verharding
1
0
2
2
2
1
2
zie A-4.1.a
2
0
3
3
6
3
2
zie A-4.1.a
1
0
1
1
1
1
1
???
2
1
3
1
5
2
2,5
C-1.1a
Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen
3
1
3
1
8
2
4
C-1.2a
Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen Toename verhard oppervlak /stedelijke ontwikkeling
generiek bestrijdingsmiddelen- en mestbeleid (aanpassen voor drinkwaterbeschermingsgebieden oppervlaktewater) aankopen aangrenzende gronden en gebruik bestrijdingsmiddelen verbieden toelatingsbeleid bestrijdingsmiddelen beter afstemmen op drinkwatervoorziening risico's adresseren in Watertoets en aanvullende eisen formuleren
3
0
3
0
9
3
3
1
1
3
2
1,5
2
0
3
1
6
1
6
C-3.1a
Toename lozingen Wvo vergund
afleiden effluent lozingen naar buiten invloedssfeer
3
0
3
3
9
3
3
C-3.2a
Toename lozingen Wvo vergund Toename lozingen Wvo vergund
Wvo-vergunning aanpassen
3
0
3
3
9
3
3
verplaatsen innamepunt
3
0
3
3
9
3
3
C-4.1a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
verplaatsen innamepunt
1
0
3
3
3
3
1
C-4.2a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
Wvo-vergunning (o.a. emissie/immissietoets en de verplichting tot debietsafhankelijk te mogen lozen) afstemmen op realistisch laagwater alsmede de drinkwaterfunctie rivier of ontvangende oppervlaktewater*
3
0
3
3
9
3
3
C-4.3a
Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
I.r.t. de KRW prioritaire stoffen, normen niet alleen bepalen aan de hand van de ecologische functie maar ook de functie die een oppervlaktewatersysteem heeft voor de drinkwatervoorziening. Gevaarlijke stoffen transport infrastructurele voorzieningen om bij vrachtwagens en kruisingen calamiteiten op de weg te voorkomen dat waterwegen met pijpleidingen stoffen het water kunnen bereiken
3
0
1
1
3
2
1,5
1
1
3
1
2
2
1
Vangrail/bermsloot of iets dergelijks.
A-1.2b
Gevaarlijke stoffen transport waarschuwingsborden langs wegen vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
2
1
3
3
3
1
3
Voorlichting aan weggebruikers in combinatie met andere media
A-2.1b
Scheepvaart
2
0
3
3
6
3
2
kosten communicatie (1), handhaving (2), kosten van vertragingen (2)
A-2.2b
Scheepvaart
beperkingen invoeren voor intensiteit scheepvaart, manoeuvres, overslag en aanmeren. gedragsregels communiceren naar schippers
2
1
3
3
3
1
3
Aktief voorlichten van de scheepvaartbranche
A-2.3b
Scheepvaart
waarschuwingsborden langs vaarwegen
2
1
3
3
3
1
3
A-4.2b
Bluswater
maatregelen ter voorkoming van afstroming zoals: bassins creëren voor opvangen bluswater en gecontroleerd afvoeren Overstroming rivier / afspoelen hogere dijken om risicovolle bedrijven extra te terreinen isoleren
1
1
3
1
2
2
1
0
2
2
2
3
A-6.1b
Bouwactiviteiten
signaleren bouwactiviteieten met remote sensing (vliegen)
2
1
2
2
2
1
A-6.2b
Bouwactiviteiten
inspectie bij bouwactiviteiten en toezicht op materiaal gebruik
2
1
2
2
2
2
Code A-1.1a
Risico Maatregel bij risiconiveau Gevaarlijke stoffen transport omleiden gevaarlijke stoffen routes vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
A-2.1a
Scheepvaart
A-3.1a
A-6.1a
A-6.2a B-5.1a
C-1.3a C-2.1a
C-3.3a
A-1.1b
A-5.1b
Risico-analyse-met MKBA.xls Maatregelen MKBA
3
Toelichting Extra kilometers door omrijden vrachtverkeer, handhaving en borden plaatsen
Het gaat hier om locatiespecifieke beïnvloeding van de scheepvaart. Op het IJsselmeer omvaren om circel zal minder gevolgen hebben dan het opleggen van lange omleidingen van vrachtverkeer over rivieren/kanalen Het afleiden van een reguliere effluent lozing om laagfrequent voorkomende pieklozingen op het oppervlaktewater te voorkomen. Dit vraagt hoge investeringen van de industrie om op eigen terrein voorzieningen te treffen (zuivering, bedrijfsvoering, productieproces) Als het gaat om nieuwe industrie zijn de kosten van het zoeken van een andere locatie verwaarloosbaar maar het verplaatsen van bestaande bedrijven zal gepaard gaan met hoge kosten. Wel kan hier planschade optreden voor gemeenten die reeds plannen voor ontwikkelingen bedrijventerreinen hebben
Kosten vloeien voort uit prijsverschil met alternatieve bestrijdingsmethoden. Daarnaast kan worden bespaard op zuiveringskosten als geen aktief kool hoeft te worden geregenereerd bij de drinkwaterbereiding. Kosten vloeien voort uit prijsverschil met alternatieve bestrijdingsmethoden. Daarnaast kan worden bespaard op zuiveringskosten als geen aktief kool hoeft te worden geregenereerd bij de drinkwaterbereiding. Aankopen gronden gaat gepaard met hoge kosten Kosten van belangenbehartiging (drinkwaterlobby) zijn laag. Kosten voor alternatieve onkruidbestrijding zijn significant. Deelname aan Watertoets gaat gepaard met beperkte kosten maar wel zorgt er wel voor dat vroeg in besluitvormings rekening wordt gehouden met drinkwaterbelang. Het gaat hier om opheffen van een continue lozing in de beschermingszone via verplaatsing van het lozingspunt met een leiding naar een plek waar beïnvloeding waterkwaliteit gedoogd kan worden. Scherpere vergunningseisen zullen vragen om aanvullende zuiveringstechnieken bij waterschappen (RWZI's) Extra leidingwerk (engineering) leidt tot hoge kosten, Door verleggen van inlaatpunt wijzigt de begrenzing van de beschermingszone met als gevolg mogeljke planschade, Tracé-studie met significante kosten zie C-3.3a. In ditgeval wordt gedacht aan Kierbesluit Haringvliet waarmee bestaand innamepunt Scheelhoek onvermijdelijk ongeschikt wordt. Dit is een verdieping van de de maatregel aanpassen WVO, bij toename van WVO-vergunde lozingen (zie C-3.2a)
Kosten van belangenbehartiging/lobby zijn significant. Als de oppervlaktewateren binnen de beschermingszones aan KRWdoelen voldoen zou ook drinkwaternorm gehaald moeten worden.
Voorlichting aan vaarweggebruikers in combinatie met andere media 1 Dit is een infrastructurele maatregel die significante investeringen kost maar waarbij gevolgen als bij Twentekanaal wellicht voorkomen hadden kunnen worden. 0,666667 Hoge investeringen noodzakelijk om significant risco uit te bannen. Beter om in de pro-actieve sfeer iets in het vestigingsbeleid te doen. 2 Dit is een monitoring activiteit die door de waterleidingmaatschappij wordt ondernomen om omgevingsrisico's te verkennen. 1
Handhaving van specifieke vergunningseisen die aan bouwprojecten binnen de invloedsfeer van beschermingsgebieden plaatsvinden. Pagina 1
Legenda Code
Risico = Kans x Efect
Kosten-Effectiviteit = Risicovemindering / Kosten
A = incidenteel
a = Pro-actief
B = terugkerend
b = Preventief
Kans 0 = nihil
C = structureel
c = Preparatief
Kans 1 = laag
Effect 1 = gering
Kosten 1 = verwaarloosbaar
d = Repressief
Kans 2 = redlijk
Effect 2 = significant
Kosten 2 = significant
e = Nazorg
Kans 3 = hoog
Effect 3 = groot
Kosten 3 = hoog
kans op risico vóór maatregel
kans op risico ná maatregel
effect vóór maatregel
effect ná maatregel
risicovermindering Delta (Kans x Effect)
Kosten
Kosten-effectiviteit = Delta(KxE) / Kosten
Effect 0 = nihil
2
1
1
1
1
1
1
2
0
1
1
2
2
1
waterkwaliteitsspoor doortrekken naar drinkwater-beschermingsgebieden
2
2
1
0
2
2
1
Overstorten rioolstelsels
saneren overstorten, afkoppelen regenwater.
2
2
1
0
2
2
1
B-2.3b
Overstorten rioolstelsels
vergroten regenwaterbuffers
2
1
1
1
1
2
0,5
B-3.1b B-4.1b
Nautisch baggeren Botulisme (temperatuur en zuurstofloosheid) Botulisme (temperatuur en zuurstofloosheid)
milieuveilig baggeren verplicht nutriëntenbelasting verminderen zodat eutrofiëring niet tot zuurstofloosheid leidt voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom
1
1
2
0
2
1
2
1
0
1
1
1
2
0,5
1
0
1
1
1
2
0,5
Meststoffen en bestrijdingsmiddelen Meststoffen en bestrijdingsmiddelen Landbouw gebruik bestrijdingsmiddelen
signaleren gebruiksmomenten BM in groeiseizoen selectief monitoren op basis van periode gebruik BM DW aspecten mee laten wegen in RO-beleid
2
2
2
4
1
4
2
2
2
4
2
2
3
2
2
1
4
1
4
Toename verhard oppervlak /stedelijke ontwikkeling Toename lozingen Wvo vergund
DW aspecten mee laten wegen in RO-beleid
2
1
1
0
2
1
2
aanvullende zuiveringstrap bij lozers
3
3
1
0
3
3
1
Toename lozingen Wvo vergund Wijziging waterbeheer (stuwregiem)
combinatie-effect op DW mee laten wegen bij emissie-immissietoets mogelijkheid om waterstromen te sturen via stuwen en zo een selectie te maken van meest geschikte aanvoerwater DW aspect mee laten wegen in wijzigingen kwantitatief waterbeheer werkinstructie brandweer/politie
3
2
1
1
1
2
0,5
1
1
2
0
2
1
2
1
1
2
1
1
1
1
1
1
3
1
2
1
2
Code B-1.1b
Risico Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
B-1.2b
Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
B-2.1b
Overstorten rioolstelsels
B-2.2b
B-4.2b
B-5.1b B-5.2b C-1.1b
C-2.1b C-3.1b
C-3.2b C-4.1b
C-4.2b A-1.1c
Wijziging waterbeheer (stuwregiem) Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
Maatregel bij risiconiveau blauwalgen bestrijding door nutriëntenbelasting te verminderen voorkomen van stagnante zones; zorgdragen voor voldoende doorstroming van stuwpanden, nevengeulen en hoofdstroom
Toelichting
A-1.2c
Gevaarlijke stoffen transport alarm oefenen met betrokken partijen vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
1
1
3
1
2
1
2
A-1.3c
Gevaarlijke stoffen transport communicatieplan met alle betrokkenen vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
1
1
3
1
2
1
2
A-2.1c A-2.2c
Scheepvaart Scheepvaart
werkinstructie brandweer/politie alarm oefenen met betrokken partijen
2
2
3
2
2
1
2
2
2
3
2
2
1
2
A-2.3c A-3.1c
Scheepvaart Pieklozingen industrie
communicatieplan met alle betrokkenen self-monitoring bedrijven verplicht
2
2
3
2
2
1
2
2
1
3
2
4
2
2
A-3.2c A-3.3c A-4.1c
Pieklozingen industrie Pieklozingen industrie Bluswater
meldplicht incidenten communicatieplan met alle betrokkenen voorkomen uitbreiden vlek met drijfschermen
2
2
3
2
2
1
2
2
2
3
2
2
1
2
1
2
3
1
1
2
0,5
A-4.2c
Bluswater
alarm oefenen met betrokken partijen
1
1
3
2
1
1
1
A-4.3c B-1.1c
Bluswater Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
communicatieplan met alle betrokkenen opmengen, circuleren, doorspoelen wanneer zich ongunstige condities voordoen
1
1
3
2
1
1
1
2
2
1
0
2
2
1
A-1.1d
Gevaarlijke stoffen transport tijdelijke innamestop vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
1
1
3
0
3
1
3
A-1.2d
Gevaarlijke stoffen transport gecontroleerde afspoeling wegwater; vrachtwagens en kruisingen wegpompen naar riolering; waterwegen met pijpleidingen drijflaag tegenhouden
1
1
3
1
2
1
2
A-1.3d
Gevaarlijke stoffen transport crisisteam vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
1
1
3
2
1
1
1
A-1.4d
Gevaarlijke stoffen transport isoleren en verwijderen verontreiniging vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
1
1
3
2
1
2
0,5
A-2.1d A-2.2d A-2.3d A-3.1d
Scheepvaart Scheepvaart Scheepvaart Pieklozingen industrie
2
2
3
0
6
2
3
2
2
3
2
2
2
1
2
2
3
2
2
1
2
2
2
3
0
6
2
3
tijdelijke innamestop isoleren en verwijderen verontreiniging crisisteam tijdelijke innamestop
Risico-analyse-met MKBA.xls Maatregelen MKBA
Beleidsuitvoering door waterschap waarbij specifiek rekening wordt gehouden met de functie van het ontvangende water voor de drinkwatervoorziening. Beleidsuitvoering door waterschap waarbij specifiek rekening wordt gehouden met de functie van het ontvangende water voor de drinkwatervoorziening. Beleidsuitvoering door waterschap waarbij specifiek rekening wordt gehouden met de functie van het ontvangende water voor de drinkwatervoorziening.
Mogelijkheid voor waterleidingmaatschappij om alert te kunnen reageren op risico's in verband met bestrijdingsmiddelen. Mogelijkheid voor waterleidingmaatschappij om alert te kunnen reageren op risico's in verband met bestrijdingsmiddelen. Instellen van spuitvrije zones en overeenkomsten met landbouwbedrijven over type bedrijfsvoering in de buurt van beschermingsgebieden. Afspraken met gemeenten bij beschermingsgebieden over alternatieve onkruidbestrijding. Om te voldoen aan extra stringente vergunningseisen voor lozing in beschermingszones zal aanvullend gezuiverd moeten worden.
Door te oefenen zal bij optreden van het risico sneller en effectiever actie worden ondernomen waardoor ook effecten verminderen.
Door te oefenen zal bij optreden van het risico sneller en effectiever actie worden ondernomen waardoor ook effecten verminderen.
Het bedrijf moet investeren in meetprogramma's/apparatuur (kosten = 2) en zal daardoor ook bewuster met piek lozingen omgaan in de bedrijfsvoering waardoor aantal pieklozingen beperkt wordt (2 --> 1).
Effectbeperking door noodmaatregel. Wel effectief mits op tijd genomen. Redelijk kostbaar vanwege het klaar moeten hebben liggen van de drijfschermen. Door te oefenen zal bij optreden van het risico sneller en effectiever actie worden ondernomen waardoor ook effecten verminderen.
Pagina 2
Legenda Code
Risico = Kans x Efect
Kosten-Effectiviteit = Risicovemindering / Kosten
A = incidenteel
a = Pro-actief
B = terugkerend
b = Preventief
Kans 0 = nihil
C = structureel
c = Preparatief
Kans 1 = laag
Effect 1 = gering
Kosten 1 = verwaarloosbaar
d = Repressief
Kans 2 = redlijk
Effect 2 = significant
Kosten 2 = significant
e = Nazorg
Kans 3 = hoog
Effect 3 = groot
Kosten 3 = hoog
C-3.1d
Toename lozingen Wvo vergund Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
A-1.1e
Kosten-effectiviteit = Delta(KxE) / Kosten
Overstorten rioolstelsels
Kosten
B-2.1d
isoleren en verwijderen verontreiniging tijdelijke innamestop voorlichting communicatie consumenten crisisteam isoleren en verwijderen verontreiniging tijdelijke innamestop aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie aanvullende zuiverinstrap bij drinkwaterproductie doorspoelen oppervlaktewater
risicovermindering Delta (Kans x Effect)
Pieklozingen industrie Bluswater Bluswater Bluswater Bluswater Blauwalgen a.g.v eutrofiëring Blauwalgen a.g.v eutrofiëring
effect ná maatregel
A-3.3d A-4.1d A-4.2d A-4.3d A-4.4d B-1.1d B-1.2d
effect vóór maatregel
Maatregel bij risiconiveau wegpompen naar riolering
kans op risico ná maatregel
Risico Pieklozingen industrie
kans op risico vóór maatregel
Code A-3.2d
Effect 0 = nihil
2
2
3
0
6
1
6
2
2
3
0
6
2
3
1
1
3
0
3
2
1,5
1
1
3
2
1
1
1
1
1
3
2
1
1
1
1
1
3
2
1
2
0,5
2
2
1
0
2
1
2
2
2
1
0
2
2
1
2
2
1
0
2
2
1
3
3
1
0
3
2
1,5
1
1
3
2
1
1
1
A-1.2e
terrein schoonmaken Gevaarlijke stoffen transport vrachtwagens en kruisingen waterwegen met pijpleidingen
1
1
3
2
1
2
0,5
A-2.1e A-3.1e A-3.2e A-4.1e A-4.2e
Scheepvaart Pieklozingen industrie Pieklozingen industrie Bluswater Bluswater
2
2
3
2
2
1
2
2
2
3
2
2
1
2
2
2
3
2
2
2
1
1
1
3
2
1
1
1
1
1
3
2
1
2
0,5
doorspoelen oppervlaktewater doorspoelen oppervlaktewater terrein schoonmaken doorspoelen oppervlaktewater terrein schoonmaken
Risico-analyse-met MKBA.xls Maatregelen MKBA
Toelichting Pieklozingen die voortvloeien uit een voorspelbare stap in het productieproces (bijvoorbeeld periodiek schoonspoelen, opstarten, etc.) moeten worden gebufferd en daarna geleidelijk op de riolering worden geloosd. De kosten van aanleggen van een buffer worden als gering ingeschat.
Pagina 3
DHV B.V.
BIJLAGE 5
Beschermingsgebieden in relatie tot risico’s in kaart
In deze bijlage vindt u drie kaarten met daarin weergegeven de relatie tussen beschermingzone met: Kaart 1: gemeentelijke plannen en provinciale plannen onder het thema “werk” uit de Nieuwe Kaart van Nederland Kaart 2: scheepvaartincidenten Kaart 3: kruisingen met buisleidingen met gevaarlijke stoffen
Ministerie V&W / RWS /RIZA/KRW en drinkwater uit rijkswateren
bijlage 5 -1-
´ Nieuwersluis
Nieuwegein
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
Bedrijventerreinen (provincie)
Bedrijventerreinen (gemeenten)
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Ruimtelijke relatie met NKvN Kaartnummer: 3-1 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
E EEE E EEEEE E E E EE E EE E E E E EE E E E E E E E
E
E
E E
E
E
E E E E E E E E
E
E E E E
E E
E E
E E
E E E
E
E
E E E E E E E
E E
´
E
E
E E E
E
E
E
E E E E E E E E E E
E E
E
E Nieuwersluis E E E E E E E E E E
E E E
E E EE EEE E E E EEE EE E E EE E E EE E E E E E E E
E E E E E E E E E
E E EE EE EE E E E E
E E Nieuwegein E E E E E E E E E E E E EE EEE E E E E E EE E EE E E
E E
E E
E E
EE E
E
Legenda
E EE
A
E E
E
EEEEE E EE E E
E E EE
E
innamepunten beschermingszone 100m zone
E
Scheepsongevallen (2000-2005)
E EEEE EE
E EE E E E E EE
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Ruimtelijke relatie met scheepsongevallen Kaartnummer: 3-2 Versie: Definitief Datum: december 2006 E Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
© DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.
E E
E
´ Nieuwersluis
Nieuwegein
Legenda
A
innamepunten beschermingszone 100m zone
Buisleidingen Kerosine 1 Kerosine 2
Projectnaam: Bescherming drinkwatervoorziening Projectnummer: A4722-01-001 Opdrachtgever: Ministerie V&W / RWS / RIZA Kaartnaam: Ruimtelijke relatie met buisleidingen Kaartnummer: 3-3 Versie: Definitief Datum: december 2006 Opgesteld door:
[email protected] Bestandsnaam: D:\Gisdata\A4722_01.001\mxd\*.mxd
Natural Gas © DHV BV
© D HV Ruimte en Mobiliteit BV. Deze tekening mag niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV noch mag deze zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander w erk dan waar voor zij is vervaardigd.