MS'GUSTA
deVos 'DOOIMAN y
Foto Corel
Mevr. Gusta de Vos-Poolman
gaat
in
October haar 40-jarig tooneel jubileum vieren in een tooneelspel van A. SteinLandesmann getiteld „Om het Kind . Het nederlandsche tooneelminnend publiek heelt tegenover Mevr. Gusta de Vos een dubbele plicht te vervullen. Het zal haar willen huldigen als de verdienstelijke actrice van het goede ras. maar ook willen terzijde staan
als de zorgvolle vrouw van Jan
C. de Vos, die zelf verplicht is om teruggetrokken te leven, doch die zij heeft bij te staan. Waarin wij, dat is het publiek, haar hebben te helpen!
LIEDJE BEVINDT ZICH OP PAGINA 26
TODJ^JLlUMHHil
PIE C; AiLÄNiriE PPIINS
OP HET WITTE BOEK •
In Trouvillc, de mode-badplaats van Frankrijk, is Niniche helpster bij het vaten-wasschen in het groote Kur-hötel. Haar hoogste wensch, ook eens mee te genieten, wordt plotseling vervuld. Van het balkon van het appartement, bewoond door een bekende danseres, waait een prachtig kleed. Niniche raapt het op, brengt het terug en mag het behouden. Deze danseres, Yvette, is verliafd op een zekeren Ferdinand, maar hun huwelijk wordt verhinderd door een oom, die zelfs een particuliere detective, Jonathan, belast met haar bewaking. Niniche komt in haar dienst. Jonathan tracht Yvette te fotografeeren. Hij wordt daarbij geholpen door den liftboy, die op zijn beurt de hulp van Niniche inroept. Deze laatste brengt door haar onhandigheid zich zelf op de film. Van dit oogenblik af wordt ze vervolgd door Jonathan, die in haar de danseres ziet. Als haar meesteres op reis is, kan ze de verleiding niet weerstaan om zich voor een enkelen keer te tooien met één van de prachtige gewaden uit de garderobe. Juist komt Jonathan binnen en neemt haar mee naar een bal in het Trocadero. Daar brengt hij haar in kennis met Cliffton, in de hoop, dat hij haar tot een ander huwelijk zal brengen dan met den neef. Ze worden verliefd op elkaar. De echte Yvette vindt daarin het middel om Jonathan verder op het dwaalspoor te leiden. Zij laat Niniche met Cliffton naar Parijs gaan. Ze logeert in één der voornaamste hotels, waar het bekend wordt, dat de beroemde danseres er is. Niniche verneemt, dat Yvette een kind heeft. Ze is dus niet alleen danseres, maar ook moeder geworden. Ze schrijft nu Cliffton een brief, waarin ze hem bekent, wie ze is en nu blijkt, dat deze werkelijk op haar verliefd is. Hij zoekt haar op en vindt haar teruggekeerd tot het oude bedrijf. Het huwelijk van beiden volgt. Yvette en Ferdinand is het intusschen gelukt, zich ook in het huwelijk te laten vereenigen. De arme Jonathan is de eenige, die er slecht bij vaart.
VERBODEN PARADIJS De Czarina regeert over een klein koninkrijk in den Balkan, waar zij met ijzeren wil alle intriges onderdrukt; in haar particulier leven echter is zij een temperamentvolle vrouw. De kanselier is haar toegenegen helper. Alexi is een jong officier in het leger, dat in de woelige grensgewesten voortdurend werk heeft. Hij ontdekt een complot van militairen om de Czarina af te zetten, en rijdt drie paarden dood om haar te waarschuwen, waarop de samenzweerders in de gevangenis geworpen worden. Alexi's kracht en goed voorkomen vallen bij de Czarina in den smaak en zij beloont hem met haar gunst. Alexi verlaat de zijde van zijn verloofde, Anna, eerste hof-
54et geheim van Pauline Starke's schoonheid @ Paulinè Starke is bekend door haar buitengewone schoonheid. Als alle amerikaansche
VW"*^ 'SO^
gen hem oogenblikkelijk de gunst van de koningin. Haar nieuw gevonden geluk brengt haar er toe, Alexi gratie te schenken. Zij stuurt hem terug naar het leger, geeft hem een jaargeld en laat hem trouwen met Anna.
DE SCHIRIK DER WOUDEN
3ackie Coosan als Hamlet Jackie zal Hamlet spelen David Belasco heeft voor zichzelf uitgemaakt dat Jackie er voor geknipt is Men ziet hier Belasco bezig om de knaap voor de nieuwe rol Ie kleeden dame van de koningin, en koestert zich in den zonneschijn van de liefde zijner koningin. Desniettegenstaande lijdt Alexi. Hij is verlangend een aandeel in de staatszaken te hebben, maar de Czarina lacht om zijn aspiraties. Alexi beseft nu, dat hij slechts een stuk speelgoed in haar handen is. Geruchten bereiken hem, dat de Czarina voor hem reeds tallooze anderen haar gunst geschonken heeft en hij sluit zich aan bij een samenzwering tegen haar. Als de kanselier haar zegt, dat hij een samenzwering tegen haar ontdekt heeft, waarin Alexi betrokken is, weigert zij hem te gelooven. Zij laat hem roepen, is nu alleen vrouw en snikkende verzekert zij hem, dat hij de eenige man is, voor wicn zij ooit ware liefde gevoelde, maar hij laat zich niet verteederen en slaat haar.... Zij roept om hulp, maar het paleis lijkt uitgestorven. Daar hooren zij in de verte soldaten. Triomfantelijk roept Alexi haar toe, dat zij haar komen halen, maar plotseling klinkt het; „Leve de Czarina". Alexi verbleekt, als hij bemerkt, dat hij verraden is. De kanselier treedt aan het hoofd van een detachement binnen en de Czarina beveelt hem, Alexi gevangen te nemen. Zij kan het niet over haar hart verkrijgen, zijn doodvonnis te teekenen. De sluye kanselier introduceert bij haar een jongen charmanten Franschen ambassadeur, die verlangend is de koningin een verdrag te laten teekenen met Frankrijk. Zijn manieren bezor-
De onmetelijke bosschen van Boulder Creek en omgeving werden steeds bewaakt door flink toegeruste, dappere boschwachters te paard. Ondanks het goede toezicht tierden de uitgebreide houtdiefstallen welig en scheen de handel in gestolen hout een buitengewoon voordeelig en winstgevend bedrijf. Ook hier zou de moderne tijd met haar uitvindingen zich doen gelden, en het Gouvernement besloot een vliegdienst te organiseeren om het onrechtmatig bedrijf van boven af te kunnen gadeslaan. Tom Mix was een der eersten, die naar Boulder Creek in luchtdienst werd gestuurd. De Sheriff haalde hem in zijn snelheidsfordje af en onmiddellijk werden de gemoederen van de ongure beeren dieven in beroering gebracht door de nieuwe controle. Fierro, een der groothandelaars in gestolen hout, droeg een zijner handlangers, Horgan, op om vooral met het begonnen werk door te gaan, ondanks vliegtuigen en bewaking en toen Horgan zich eenigermate tegen het vuile werk durfde verzetten, werd hem iets voor de voeten gegooid, waarover hij liever niet hoorde spreken, zoodat hij beloofde zijn werk te volvoeren. Tom Mix in zijn vliegmachine werd op zijn eersten tocht reeds zoo ongenadig in zijn achterwiek geschoten, dat hij een noodlanding volbracht, welke niet dagelijks voorkwam. Hij vloog n.1. met machine en al een schuur binnen, die bij het huis van Dr. Jerry behoorde. Tom Mix zelf was er beter afgekomen dan zijn deerlijk toegetakelde machine. Bij hem persoonlijk beperkte de schade zich tot een paar flinke schrammen. Jerry's nichtje verbond den zieken arm en onder een geurig kopje thee bemerkte Tom, dat hij nu pas begon te leven. De overheid had hem, behalve boschwachtersdiensten, ook nog de opdracht gegeven, eenige misdadigers gevangen te nemen. Een geweldige schrik maakte zich van hem meester, toen hij op zijn lijstje ook den naam van zijn lieve verpleegster zag, verdacht van moord op haar stiefvader. Het meisje was echter onschuldig; de moord was begaan door den schurkachtigen Horgan, met wien het arme kind op bevel van haar stiefvader had moeten trouwen, doch van wien zij onmiddellijk na het huwelijk was weggeloopen. Nu was het Tom best toevertrouwd om eens wat opfrissching in de misdadigers- en boevenatmosfeer der boschlanden te brengen. Met heldenmoed glijdt hij langs boomstammen, te paard, in vliegmachines, kortom, hij weet de bevolking zoo'n schrik in te boezemen, dat do lust tot stelen hun vergaat, tenminste gedurende den tijd, tot zijn huwelijk met Je lieve Ruth Melier is voltrokken.
meisjes doet ze trouwens ook al het mogelijke om die schoonheid te bewaren. Men ziet trouwens dat ze zich nog al eenige moeite getroost om haar doel te bereiken. Onze foto toont haar ochtendbezigheid.
~SÏW*
i Kroonprins Nicola heeft met zijn jacht een reis naar de Oost ondernomen. Zijn nicht Christiane is mee aan boord onder chaperone van haar tante, die zich evenwel niet druk maakt, want het is een publiek geheim, dat de jongelui man en vrouw zullen worden. Nicola kijkt door een verrekijker naar de oude sloten van de Turken en ziet hoe een man naar een venster klimt, waar een beeldschoon meisje voor staat. De man wordt neergeschoten en valt in zee, waar Nicola hem oppikt, om voor hij sterft nog juist de woorden op te vangen: Mijn meesteres wordt gevangen gehouden, redt haar. Prins Nicola hult zich in het kleed van een rijk Indiër en weet zoo met zijn gevolg in het paleis van den Pascha ontvangen te worden. Deze laat de schoonste danseressen voor hem verschijnen, maar aller glans wordt overschaduwd door die van één: Anar. Een smeekende blik uit haar oogen treft Nicola en als de Pascha hem een geschenk wil geven, vraagt hij slechts deze danseres. De Pascha werpt een duisteren blik op een van zijn bedienden en Nicolaas weet, dat Anar in levensgevaar verkeert; hij zal haar redden. Doordat een van zijn bedienden een verwarring weet te stichten, kan hij mét enkele volgelingen Anar's kamer bereiken, waar hij een touw bevestigt, dat beneden in zee uitkomt, waar een boot wacht. Anar heeft zich aan hem vastgeklemd en Nicola laat zich met zijn kostbaren last zakken. Daar bemerkt de Pascha wat er gaande is en snijdt het touw door, zij vallen, maar worden aan boord gehaald. Daar verneemt hij de treurige geschiedenis van Anar, die
geroofd en aan den Pascha verkocht werd. Uit medelijden ontstaat liefde en Christiane wordt jaloersch. Zij belooft den kapitein van het jacht, die haar het hof maakt, met hem te zu Ut n trouwen, als hij Anar onschadelijk maakt, wat deze op zich neemt Dun komt er een radiobericht, dat de vor>t overleden is en Nicola naar zijn vadei land moet terugkeeren Het jacht wendt den steven, maar in den nacht breekt een hevig onweer los. Christiane tracht zich van Anar te ontdoen, maai het lukt haar niet. Allen worden gered en keeren naar het Hof terug. Hier vindt Christiane nieuwe hulp tegen haar medeminnares. Lakeien overvallen Anar en nemen haar mee om haar gevangen te houden tot het huwelijk tusschen Nicola en Christiane voltrokken is. Maar als na de kroning en de huwelijksplechtigheid de bruid voor de eerste maal den sluier terugslaat, komt het stralende gelaat van Anar te voorschijn en de gehcele bevolking juicht de jonge vrouw toe, terwijl twee minnende harten een heerlijke toekomst tegemoet gaan. Aldus de korte inhoud van de Ufafilm, die onder bovenstaanden titel in ons land wordt uitgebracht.
1
-^
Op 't oogenblik maken vier Engelsche meisjes onder den naam The Four Cecil Girls een tournee door ons land. Menige plaats heeft reeds de eer van hel bezoek genoten. Waar ze geweest zijn, hebben ze de mooiste herinneringen achtergelaten. Een vlot troepje, aardige innemende figuurtjes, lieve gezichtjes. Kortom, al die factoren, die naast een goede beheersching van de kunst zelve meewerken tot hef hoogste succes. Wat de dans betreft, op dit gebied kan men moeilijk hooger eischen stellen. Los en lenig, gepaard aan een correcte uil voering van eiken pas, elke beweging, elk figuur.
DE JOH. »E WITT-HÜERDENKING TE DORDRECHT Ter herdenking van hel feit. dal voor 300 jaar Joh. de Will, de bekende raadpensionaris, geboren was. werd er Ie Dordrecht een gedenkteeken onthuld. Hierboven ziet mèn minister Rutgers een redevoering houden bij hel reeds beslaande standbeeld.
Foto's Godfried de Groot
-.
____^_^______^_
''
Greatest Artists
Rnest Recording-
The latest American ^ „fflS MASTER'S VOICE"' Jazz Band Dancing f 2.35
Vervolg JACK HYLTON'S nieuwste Jazz Band opnamen a f 2.35 B2063 The Farmertook another load awayl Hayl Hayl Fox Trot. Pango Pango Mald. FoxTrot. B2064 Isn't she the sweetest thing? Fox Trot. No wonder (That I love you). Fox Trot. B 2067 Tell all the world (I love you) Fox Trot. („P's and Q's"). We're back together again (My baby and me). Fox Trot. B2051 From now on. Fox Trot. Maybe you will, maybe you won't. Fox Trot.
SAVOY HAVANA BAND van bet Savoy Hotel te Londen B 2066 Der Rosenkavalier. Waltz. Midnight. Waltz. B 2065 My Fair Lady. Fox Trot. („Tell me more") Dit Tosti raise his bowle hat when he said „Goodbye". Tox Trot. B2067 (A) My Old Kentucky Home. (B) Carry me back to Old Virginny. (C) Dear Old Southland. (A) Swanee River. (B) Massa's in de cold, cold ground.
WIIIE IDÄMST WENSCHT ALLÉÉN EEN ORIGINEELE
SAVOY ORPHE ANS BAND van bet Savoy Hotel te Londen B2036 Please. Fox Trott AttheendoftheRoad.FoxTrot B2032 Madeira. Fox Trot. I like you best of all. Fox Trot. B 2031 The Toy Drum Major. Fox Trot When i think of you. Fox Trot. B2035 Blue Evening Blues. Fox Trot. Poor little Rich Girl. Fox Trot. B2028 Tell me,pretty Maiden.FoxTrot TWO Eyes. Fox Trot. B2053 Tell me more. Fox Trot. („Tell me more'") Why do I love you? FoxTrot. („Tell me more"). B2052 Seminole. Fox Trot (An Indian Love Song) Florida. Fox Trot.
GRAMOPHONE MET DE
OP DUBBELZIJDIGE MEEST KLANKVOLLE PLATEN
Kunst en reklame. Er is een mooi en intressant engelsch boek verschenen. Een z.g. „special"-mummer van het bekende kuinsttijdschrift the ' Studio. Dü werk handelt over bovenstaand onderwerp: Art and puiblicity. * ♦ * Het meest belangvrekkendle in dit (boek is niet zoozeer de tekst, alhoewel men alleraardigste voorbeelden van reklame uit die oudheid er iin vindit afgebeeld en de schrijver zeer overzichtelijk het breede veld behandelt. Het voomaamste zijn de afbeeldingen, welke men dan ook direct opslaat en doorbladert. *** Nog altijd zijn er tal van mesnschetn, al wordien hun gelederen regelmatig gedund, die, wanneer ze over reklame
PAUL WHITEMAN'S beroemde Jazz Band:
ART & PUBLICITY
Opnamen van de Grootste Amerikaansche Jazz Bands i 2.35
B 2054 Whoa I Nellie I Fox Trot. POZZO. Fox Trot. B 2055 Ah-Ha I Fox Trot. Just a little drink. Fox Trot.
WILLEM SPRENGER
B2039 Let It rain, let it pour. FoxTrot AllaboardforHeaven.FoxTrot B 2037 Remember. Fox Trot. Let it rain. Fox Trot. B 2038 Oh. Katherlna I Fox Trot The Lady of the Nile. Fox Trot. B 2061 Desert isle. Fox Trot. Who takes care of the Caretaker's Daughter? Fox Trot. B 2060 Look at those eyes. Fox Trot. Does my sweetie do, and how? Fox Trot.
AGENT DER GRAMOPHONE COMP. LTD.
PASSAGE 46 en L. v. MEERDERVOORT 60a TEL. 13778
TEL. 36208
DEN HAAG
.MIS M ASTER S VOICE" REIS-GRAMOPHONE EEN JUWEEL DER ENGELSCHE INDUSTRIE
MEEST GESORTEERD ADRES IN NEDERLAND VERZENDING NAAR ALLE PLAATSEN =
ZELFS BIJ HET BADEN behoort de REIS-GRAMOPHONE een serenade te zingen:
JACK HYLTON'S nieuwste JAZZ-BAND opnamen
£ 2.35 B2023 Oh FlOl Fox Trot. What a life I (When no one loves you). Fox Trot. B 2024 I know that someone loves me. Fox Trot. Give me lust a little bit of love. Fox Trot. B 2030 Temble Bells. Fox Trot. Bouquet. Fox Trot. 2056 Yearning. Fox Trot. Who. Fox Trot. > 2059 No one to love. Fox Trot. You're so near and yet so far. Fox Trot.
FINE PRINTING & DESIGN
Diverse Amerikaansche Dansorkesten:
VAN
Compleet i 95.met een jaar schriftelijke garantie
BESTEL NU Een der Showrooms, Laan van Meerdervoort 60a.
7
ffimsn
Hi^^llasterWoi^e !p© Y©U BlkM€\
Op dubbelzijdige onverslijtbare platen
-»,--.
•■ ' -lfPPPP^PPPiÄWJ
ORDERS BOVEN DE F25.WORDEN ü FRANCO GELEVERD!
««//■"d
Een typisch voorbeeld van een moderne, realistische amerikaansche teekening voor reklame-doeleinden. Teekening van Fr. B. Hoffman voor Erwin, Wasey and Cy.
over gehad, dat het gebied, waarop de reklame zich beweegt, uiterst groot is. Bij het doorbladeren van het engelsche boek, vindt men er weer de bevestiging in. Want de kunstenaar heeft zich niet alleen ingespannen, om de groote reklame-biljetter ie ontwerpen, hij heeft ook zijn hulp verleend om verpakkingen samen te stellen, advertenties te ontwerpen, aardige reklamekaartjes te teekenen, circulaires te schetsen, winkelkaarten te schilderen. Er is afwisseling van stof in overvloed, daarvan getuigt dit boek.
En afwisseling van behandeling ook. Nu eens is het de realistische wedergave van het voorwerp, de wijze waarop het geproduceerd of geconsumeerd, wordlt. Een andermaal wordt de reklame gebruikt om er mee1 te idealiseeren, om in een sprookjesomgeving ervoor en er van te vertellen. Een forsche teekening, staat naast de snoezige poppetjes, door een dartele teekenstift zooeven op 't papier geworpen. * *
dagen, als het jeugdige kind, 't coquette nufje, als den stoeren werkman, gij ziet den geweldigen vrachtwagen, naast den draagstoel uit den pruikentijd. Bloemen en planten dienen evenzeer als ornament en vlak. . Sport en ernst, karikatuur en silhouet. Geen middel wordt versmaadt, om er het groote doel mee te maken, de aandacht te trekken voor iets of iemand, zoodat de begeerte er naar of de behoefte ervan wordt opgewekt. * In Art and Publicity worden de verschillende reklame-uitingen bij elkaar gegroepeerd', samengebracht volgens de landen. Natuurlijk is het britsche werk er sterk in vertegenwoordigd, doch ook Frankrijk, Oostenrijk, Italië, Spange, Duitschland, Amerika en ons land, zij het dan met enkele modellen slechts, hebben medegewerkt. Dit maakt het boek des te
De reklame-kunstenaar gebruikt evengoed de oude van ^ JLA rrctra »x rauAifer, .
'■&
SPECIAL AUTUMN NUMBER OF "THE STUDIO" 1925
d'ORSAY,' 'M
Fransche ,.romantiek'' Teekening van Lepage.
hooren spreken, aan iets kelijks, aan iets opdringerigs denken. Nog steeds zijn er kunstenaars, die het beneden hun waardigheid beschouwen, eraan mede te werken om de reklame in de vele uitingen welke men ervan kent en waarmee men rekening heeft te houden een waardig en artistiek cachet te geven. Doch ook hun aantal wordt minder. *»* Een bekend fransch schrijver heeft de affiches, de straatbiljetten, met hun veelkleurige en afwisselende afbeeldingen, 't museum, de kunstverzameUng der armen genoemd. De courant en-rek lame, de reklame in tijdischriften en voor het uitstalvenster zijn evenzeer van groote Deteekenis bij de ontwikkeling van den smaak van de menschen. De ireklame past zich aan, aan de behoefte en verlangens der menigte. Doch zonder dat deze het weet of beseft, wordt zij ook door de reklame geleid. De reklame-kunstenaar speelt een groote rol, daar waar het er om gaat, het groote publiek begrip van nieuwe kunst Dij te brengen. *•* Wij hebben het er al meer
Een typisch voorbeeld hoe een combinatie van een (oto met een teekening, welke fotografische effecten imiteert, tot een goed geheel kan worden. Teekening van Fred Mizen voor Robbin en Myen
"Our National Weeklv
PUNCH
— clean, wholesome, witty & entertaining"
^ '"TEIL VOIR NEWSAGENT •^ I TO DELIVER "PLNCH.
Engelsche humor Teekening van Fred Pegron
Oostenrilksche humor Teekening van Cosl-Frey.
belangrijker en leerzamer. Want men krijgt te vergelijken, hoe hetzelfde onderwerp, hetzelfde streven al naar gelang van den volksaard wordt behandeld. * * * Er zou een afzonderlijk artikel te schrijven zijn over dat verschil in opvatting. Neem b.v. de humor in de reklame, hoe die in Engeland wordt getoond en wat daartegenover de franschen, Oostenrijkers en diuitschers doen. Het is alles verschillend en in den grond. Doch 'n zoodanige uitvoerige behandeling zou ons hier te ver voeren. Temeer, omdat men dan naast de verschillen, ook zou moeten trachten de punten van overeenstemming aan te toonen en den invloed van de reklamekunst in het eene land op dien van het andere. ♦•* Wat ik heb willen doen, is in hoofdzaak, zoo niet uitsluitend de aandacht op dit belangrijke boek en onderwerp vestigen. En daar in het boek de afbeeldingen wel van de grootste importantie zijn, moest ik natuuilijkerwijze, ook in mijn weekpi aatje aan de reproducties hiervan een voldoende ruimte laten. M. E. R. CURIUS.
„Trßinen,
die des nachts rangeeren". Tot voor einige jaren was de tot de gemeente Haren behoorendie streek Onnen in de spoorwegwereld zoo goed als onbekend. Thans weet elke sipoorwegman. dat Onnen het groote rangeerterrein beteekent ten Zuiden van Groningen, nader gepreciseerd; tusschen de stations Haren en De Punt. Op dit terrein heerscht in de nachtelijke uren 'n bedrijvigheid, waarvan men in de naburige stad over 't algemeen geen of weinig vermoeden heeft. Wanneer men des ochtends met den eersten sneltrein Onnen passeert, is het groote werk daar alweer volbracht en zijn de groote goederentreinen, die in dan vooravond werden gedirigeerd • naar dit, voor het geheele noorden zoo belangrijke rangeerterrein, reeds naar gelang van de verschillende bestemmingen der wagons gesplitst en tot opnieuw gegroepeerde convooien samengesteld. Sedert de ingebruikneming van dit rangeerterrein behoeft Hjen zich op de onderscheiden sitations in het noorden niet meer zoo druik te maken over de volgorde van de wagons in de goederentreinen. De algeheele hergroepecring te Onnen maakt het rangeeren op die verschillende stations overbodig. We hebben gaarne eens dfe moeite genomen om het nachtelijk bedrijf in Onnen gade te slaan, om onzen lezers eenig denkbeeld te geven van de wijze, waarop daar wordt gewerkt. Het terrein, Oostwaarts gelegen van de hoofdsporen der lijn Groningen-Assen, bevat tal van sporen; deze zijn onderverdeeld in a. aankomstsporen, b. richtingssporen, c. stations of volgorde sporen, e. vertreksporen. Ter toelichting diene, dat alle binnenkomende goederentreinen, zoowel uit het noorden als uit het zuiden worden geleid naar de aankomstsporen. Daar worden de wagons losgekoppeld, om vervolgens door een locomotief te worden geduwd naar den rangeerheuvel, gelegen tusschen de aankomstsporen en de richtingssporen. Indien bijv. een trein bestaat uit 2 wagons . voor Assen, 3 vooir Hoogeveen, 1 voor Ruinewold, 1 voor Zuidlaren, twee voor Zoutkamp, drie voor Winschoten, dan worden deze wagons via den heuvel geduwd respectievelijk 2 op het spoor voor Assen, 3 op dat voor Hoogeveen, enz. Zij komen dus te staan op de sporen van de richting waarvoor zij zijn bestemd en worden daarna andermaal via een heuvel op de
Overzichtsfoto van het rangeerterrein te Onnen
De nieuwe iocomotievenloods met werkplaats
Hoofdselnhuis bli den rangeerheuvel
^
Electrisch seinhuis te Onnen van waaruit rangeerterrein en hoofdsporen worden bediend.
■'■■"■
:
'■•
'%ym De werkplaats bü de Iocomotievenloods te Onnen
stations- of volgorde-sporen geduwd. De treinen kunnen nu in de gewenschte volgorde der wagons worden geformeerd en naar de vertreksporen worden getrokken. Een trein die ten slotte gereed is om naar het Zuiden te vertrekken, heeft den eerst af te geven wagen, bijv. dien voor Zuidlaren, achteraan, vervolgens de wagons voor Assen, enz., zoodat op de verschillende stations van bestemming op zeer eenvoudige wijze de wagons kunnen worden losgekoppeld. Het is duidelijk, dat het belangrijkste werk wordt verricht op het hoofdseinhuis, dat het geheele emplacement controleert, vanwaar de seinen en wissels worden bediend en dat andere seinhuizen beheerscht. Dit seinhuis is een meestersituk van moderne techniek. Den leek, die daar tal van electrische seinknoppen en wisselhandles ziet bedienen, alsof het de eenvoudigste zaak ter wereld was, vervult deze installatie met groot respect voor de hedendaagsche seifthuistechniek, te meer waar het hem blijkt, dat in dit systeem zelf een scherpe controle op de bediening van het apparaat is begrepen. We hebben het voorrecht gehad; van nabij te zien, met welk een accuratesse de geroutineerde wachter van 't heuvelseinhuis de practische distributie van de wagons over de verdeelingssporen leidt. Naar het noorden beeft hij in zijn uitkijkposit vrij uitzicht op de wagons, die van den heuvel afrollen. Hij zorgt ervoor, dat door den juisten wisselstand de voor de verschillende sporen besitemde wagons alle stuk voor stuk op het goede spoor komen. De machinist van de opduwende locomotief zorgt er voor, dat de losse wagens met behoorlijke tusschenpoozen over dien heuvel rollen. Is een over den heuvel geduwde wagon den wissel gepasseerd van het voor dezen wagon bestemde spoor, — betgeen de seinhuiswachter waarneemt door in Zuidelijke richting den loop van den wagon met de oogen te volgen — dan sitelt hij den wissel weer voor den volgenden wagon, welks bestemming hij kent van de voor hem liggende wagenlijsit. De aldus ovei de verschillende sporen verdeelde wagons worden, als zij eenmaal op het geweinsichte spoor rollen, door een rangeerder, die naast dat spoor aanwezig is, in hun vaart geremd. Hij doet dat door 'n zoogemaamde rangeerslof op een der rails te plaatsen. Een der voorwielen van den wagon begint dan te slepen en dientengevolge ook het andere voorwiel, zoodiat de wagon
Tuinbouwtentoonstelling te Winschoten Een
drietal
opnamen
van
hetgeen
op
deze
interessante
Gevolgen van het stormweer
De groote manoeuvres bij Amersfoort
Het s.s. Maaa, dat met zware slagzij te Rotterdam werd binnengesleept.
Een tele'oonpost van het „Roode iront"
»a
I
Dahlia-tentoonstelllns te Rotterdam
tentoonstelling
te
zien
was.
Pisulsse naar Indlë Het kleine gezelschap aan boord van de J, P. Coen.
Het nieuwe „Sonnevanck-pavliioen" te Harderwijk
De openluchtschool te Amsterdam
^LS'
1
_ . .■ . •. . ».. JI De zangdemonstratie in het Stadion ten Date van de geteisterde streken was ondanks het slechte weer een reusachtig succes.
■■■■■■^^^H Prof. Georqc KulenkampK de beroemde violist, zal een tournee door ons land maken.
Leonora Cortex, de jeugdige ameri. kaansche pianiste, »ierdein hetconcertgebouw haar eerste triomfen in ons land.
1la|yL
Minister Weller. arriveerde vorige week in den Haag.
Bü
"^
~_
1p
van
At
wh
f
■■■
4>
■KakÉ' ■■■■■■'-'Irl^t ^
*
f \ ■
De „3ava" te Amsterdam
n 1 \ ;> K ' )MMk
%'
*
\ *
^ IHë ^9Hè*nVl
DenieUWeAula Technische Hoogeschooi te Delft werd officieel in gebruik genomen.
"^
1
De kruiser .Java" werd te Amsterdam ook door H.M. de Koningin en Prinses Juliana bezocht.
•
TUT KI:_:..„ W.U..
jP'
i\1|Wj^ J»
-v
Het echtpaar Martin Klooatra en Jantien Leopold te Groningen, die hun 55-jarige bruiloft vierden.
Ar'
V
■■■
'
-
Thysse's hof te Dloemendaal werd officieel aan de stichting ,,Planten-en Vogeltuin" te Bloemendaal overgedtagt
m
■
spo-edig sti! staat. Bij het plaatsen dezer sloff&n wordt er voor gezorgd, dat er eenige afstand blijft tusschen de o.p hetzelfde spoor koroende wagons, vooral wanneer de inhomd der wagons bireekbaar is. In 't geheel kumnen er op 600 M. lange sporen 60 wagons staan. Talrijke wagons passeeren bovendien nog een weegbrug, zoodat hier ook het gewicht kan worden genoteerd. Nu eenmaal het bedienend personeel de noodige routine heeft verkregen, kan een trein van 60 wagons in ongeveer 1 5 ä 20 minuten worden gesplitst en op de richtingssporen gebracht. Des winters rangeert men 't liefst de treinen onmiddellijk na aankomst, omdat de aard van 'de olie in de draagpotten dan nog dun vloeibaar is, zoodat er op de snelste wijze '.ian worden gewerkt. Er is bij den aanleg van dat uiterst doelmatige rangeerterrein ook rekening gehouden met de weersinvloeden van zomer en winter. Br is n.l. een zbmer- en een winter-rangeerheuvel. De helling van dezen laatste is grooter dan die van den zomerheuvel, omdat des winters de
wagons minder goed afloopen wegens den toestand waarin de smeerolie zich bevindt. Het zou voor het rangeeren gemakkelijker zijn, indien altijd de winterheuvel werd gebruikt, althans wat de snelheid van rangeeren betreft. Dit wordt echter niet gewenscht'geacht; teneinde beschadigingen te voorkomen is
■■■ -WMW,^^^
"
de wintecrheuvel des zomers buiten gebruik gesteld. Alleen wanneer de verantwoordelijke ambtenaar den winterheuvel dbet ontsluiten, kan deze worden gebezigd. Thans is nog slechts de helft van het rangeerterrein in gebruik. Uit bezuinigingsoverwegingen wordt voortdurend
| f WAT DE DOKTER ZEGT Dezen keer een enkele wenk in verband met onze houding ten opzichte var^ kinderen. Ik kies zoo maar een enkel punt uit, dat me bijzgnder opviel en dat ik daarom even onder de aandacht wil brengen. Ik bedoel ditmaal de hoeveelheid slaap, die een kind noodig heeft. In zeer vele gevallen worden de kinderen veel te laat naar bed gebracht en dat is heel verkeerd. Een kind heeft nu eenmaal meer slaap noodig dan een volwassene en dat gaat bij oudere kinderen wel degelijk ook nog op. Een volwassene kan aan 7 of 8 uur ('t is persoonlijk nog al verschillend en één vast cijfer is er niet voor op te geven) genoeg hebben, maar een kind niet. Dat geldt voor de jongere natuurlijk in nog veel sterkere mate dan voor de oudere. Een klein kind leeft in zijn wakkere tijden verbazend intensief. Alles trekt zijn aandacht en houdt hem bezig. Een volwassene negeert een groot aantal van de gewone prikkels van de buitenwereld, maar een klein kind reageert op alles en is daardoor gedurende den tijd dat het wakker is „druk bezig". Dit is zeker één van de oorzaken, dat het meer slaap noodig heeft. Trouwens we behoeven daarvoor niet eens zoo ver te zoeken. Een zuigeling slaapt normaal verreweg ïiet grootste deel van dag en nacht en het spreekt van zelf, dat dit maar niet met een sprong verandert, maar geleidelijk aan tot het kind volwassen is. Daarom behoort men een kind dan ook niet in bed te stoppen op den tijd, dat dit nu toevallig eens geschikt uitkomt (b.v. als het donker wordt of zoo), maar met een vaste regelmaat, waarvan alleen in zeer bijzondere omstandigheden wordt afgeweken. Dan zal men ook de minste tegenwerking van de zijde van het kind ondervinden; het kind moet weten, dat het niet door dwingen of gezeur (het be-
kende „liedje van verlangen") bereikt nu eens om de ééne, dan weer om de andere reden, langer op te mogen blijven. Dat beperkt dan wel de bewegingsvrijheid van de ouders 's avonds, maar dat behoort nu eenmaal tot de lasten van het ouderschap. Natuurlijk acht ik het niet verkeerd eens een uitzondering te maken in bijzondere gevallen, maar dat moet een zeldzaamheid blijven 1 Zoo'n bijzonderheid heeft dan des te meer waarde voor het kind en maakt het genoegen des te grooter. Het is daarmee als met het eten. Een kind moet als regel mee-eten wat de pot schaft en niet door zeuren allerlei extra kostjes weten te krijgen. Des te fijner is het dan, wanneer het, b.v. op zijn verjaardag, eens zelf mag kiezen wat er gegeten zal worden. Zoo verhoogt men, door het kind niet te verwennen, de waarde van de genoegens, die men het verschaft. Ik hoop nu maar, dat men de orde en regel, die ik in dergelijke punten van opvoeding zou willen zien, onderscheidt van onnoodige gestrengheid, die minstens even hard af te keuren is als te groote toegevendheid. Maar al t« vaak ziet men dat ouders beginnen met voor het gezeur
gelet op vermijding van niet strikt noodzakelijke onkosten. Het beu veilbedrij f eischt slechts een personeel van vijf man, n.l. één men, die de wagons afkoppelt, één die de wissels bedient, en drie die de wagons op de richtingssporen op de rangeersloffen opvangen. Behalve het hoofdkeinhuis bij het dienstgebouw, is bij den overgang van den Onnerweg het geheel electrische seinhuis, dat niet alleen voor het rangeerterrein zelf, maar ook voor de hoofdsporen dient. Ook hier vindit men het moderne mechanisme, en dat naast groeten eenvoud in de bediening de grootste mate van zekerheid geeft. Dit prachtige rangeerterrein heeft aan den naam van Onnen een bekendheid gegeven, als welke de bewoners van dit gehucht een vijftiental' jaren geLeden niet hebben vermoed. Vanouds rijmden zij in beminnelijk optimisme: Unnen 't Is gewonnen. Inderdaad: met dit rangeerterrein is er thans véél, zeer veel gewonnen. A. V. W.
WENKEN VOOR DE •O' •o KINDERVOEDINO
1
van het kind te bezwijken, tot het ze eindelijk toch te bar wordt, waarop ze er dan ineens met onnoodige ruwheid en snauwen een eind aan maken. Dat is niet de manier om zijn autoriteit tegenover het kind te handhaven. Daarvoor is een rustige, bewuste, consequente houding noodig, wel te onderscheiden dus van een harde gestrenge. Maar om op de zaak terug te komen: hoe laat men dan precies kinderen naar bed moet sturen, is niet in een regeltje vast te leggen. In het algemeen kan men toch' m.i. wel zeggen, dat voor kinderen tot een jaar of vier 7 uur niet te vroeg is; daarna kan het langzaam aan later worden tot b.v. 9 uur op 1 4-jarigen leeftijd en dan weer verder tot 10 uur, als de kinderen zoo ongeveer volwassen zijn (17 ä 18 jaar). Trouwens als een volwassene vroeg op moet, is 10 uur ook al gauw een geschikte tijd voor hem. Men ziet ouders veel te veel 's avonds laat met kleine kinderen over straat wandelen. Dat kan natuurlijk een dood enkele keer wel eens niet te vermijden zijn, maar het moet werkelijk een groote uitzondering blijven. Een kind van 2, 3 jaar bewijst dat trouwens zelf ook wel, door in de meest onmogelijke houdingen en temidden van veel lawaai desnoods, vast in slaap te vallen. Trouwens oudere kinderen doen dat ook nog wel. En de kinderen maar op laten 's avonds en met de heele familie in een moeite door tegelijk naar bed te trekken, is wel heel gemakkelijk, maar niet minder verkeerd!
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
HARE KONINKLIJKE HOOGHEID HOBLIN „O, Mentone was afschuwelijk saai!" zei m'n zusters heldere stem. „In de pensions waren allemaal oude dames en alle inwoners twistten over het vraagstuk, wat de meest aantrekkelijke kant der stad was, de oost- of de westzijde. Bah, wat een mal nest." „Kom, kom, niets aan de Riviera is mal. Denk maar eens aan de Ruelle Giapetta en de Rue du Bartion, en dan die mooie oude lanen, die. zoo zacht naar zee afloopen ... Het is er eenig, schitterend mooi." „Goeie hemel, miss Hoblin kent u de Riviera ?" „Ik ben er eens geweest, als juffrouw van gezelschap," zei miss Hoblin zacht. We zaten aan tafel en mijn zuster, die met vacantie in Mentone geweest was, had het gesprek op de Riviera gebracht en wij waren niet weinig verwonderd te hooren, dat miss Hoblin, de kleine bleeke gouvernante, het zuiden kende. Malvina Hoblin was voor mij altijd een geheimzinnig raadsel geweest, stil en in zich zelf gekeerd, leefde ze haar leven van voor haar brood werk end meisje', kalm naast het rijke onbezorgde leven mijner zuster. Eenige dagen later, na de lunch, terwijl alle huisgenooten met tennisracket of golfstokken gewapend, waren vertrokken, vond ik haar alleen in een hoekje van den tuin, met haar groote oogen strak voor zich uit starend. Een gevoel van innig medelijden kwam in mij op, toen ik den droevigen, afwezigen blik opmerkte en een stoel tegenover den haren trekkend, zei ik zachtjes: „Zou het niet beter zijn, als u mij uw verdriet eens vertelde, miss Hoblin?" „Hoe weet u dat ik verdriet heb, Mr. Taylor ?" vroeg ze, verschrikt opziende. „Omdat ik het voel, ik leef ook met een ... herinnering", zei ik verlegen. „Ik was voor gezelschap bij een oude, rijke, excentrieke dame, die bijna al haar tijd en geld besteedde aan de „Vereeniging tot redding van zondaren" en wij waren gelogeerd in een klein pension te Monte Carlo. Ze leefde daar echter niet voor haar gemak, de speelzaal was haar jachtveld, dat zij ijverig afzocht, naar mogelijk nog te redden zondaars. Maar de lui daar zijn moeilijk te bekeeren en tweemaal achter elkaar sloeg ze een flater. Het was voor mij een zalige tijd, ik had niet veel meer te doen, dan 's avonds mevrouw's handdoeken uit te wasschen en over den spiegel te drogen. Ik voelde mij zoo gelukkig, als ik na moeders dood, nog niet geweest was. Den heelen dag had ik voor mij zelf en ik wandelde
WAT ZULLEN WE DUT SEIZOEN DANSEN eik nalaar komen er berichten over allerlei nieuwe danten
welke In trek zullen komen gedurende
den winter.
Maar altijd blijft 't resultaat zoo
Op geestige wijze bespot de engelsche teekenaar Hasseiden in de Daily Mirror de gebeurtenissen op dansgebied.
In een vorig nummer vertelde ik, dat de figuurdansen dit ioar weinig belangrifk waren, voor het publiek n.l., dat bals en dansgelegenheden bezoekt. Maar als dansidee zijn veel van de nieuwe figuurdansen alleraardigst. Sommige doen ultra-modern aan, andere houden een herinnering in aan onze oude mazurkatiid. Enkele staan in het teeken van den nationaaldans, uit welke de gezelschapsdans niet voor het eerst voedsel put. Het is eigenaardig, hoeveel variaties men op drie kwarts maat kan maken. De eerste nieuwe creatie. La Raquette, op het congres niet gedemonstreerd, was reeds in dit tempo geschreven. En de pas verschenen dansen, „El Raleo", „La Florida", de „Mazoura", de „Varsity Hitch", L'Ondée", de „Valsante San Rémo" en een deel van de „Slawoma" hebben alle »Ai, s/8 of 6k maat, „El Raleo", een dans van Baskischen oorsprong heeft typisch Spaansch klinkende muziek. Korte wals- en sluitpasies vormen den dans, daarbii slaat men met den voet op den grond, wat sinds de Paso Doblo uit de mode is geraakt. „La Florida" is een moderne wals met rustige sierlijke beweging. Deze beide dansen komen uit Frankrijk, evenals de Mazoura, een dans met sterk rhythmische pasjes, een moderne Mazurka, die aan dezen dans voornameliik door het muziekrhythme doet denken. De „Varsity Hitch" is een Amerikaansche dans, bekroond op een wedstrijd in Chicago. Deze dans heeft een alleraardigst wals-mazurka rhythme, met zeer eenvoudige en sierlijke passen. De „Caramba" komt uit Duitschland en is een sterk geaccentueerde One Step, die veel lijkt op de Paso Doblo van een paar jaar geleden. Zeer origineel is de „Slawoma", een Slavische dans met in het begin eenvoudige Mazurka- en fantasie passen, dan overgaande in One Step rhythme- Een dans, die op dansclubs bijzonder veel succes kan hebben. „L'Ondée'' is een langzame mineur wals met sterk ingehouden passen. Deze dans, als ik mij niet vergis een creatie van den heer |. B. M. Koenders uit Nijmegen, is technisch zeer mooi geconstrueerd. Voor niet geoefende dansers is het rhythme nogal moeilijk te vatten, maar hééft men dat rhythme eenmaal, dan is L'Ondée zeer prettig en genotvol. De heer Foster uit Huil bracht de Quadrille 1925 mee, de veel beschreven en veel betwiste dans. Deze Quadrille is werkelijk niet zoo onmogelijk, maar wij kunnen haar slechts een toekomst voorspellen op danscursussen, bals van dansleeraren en in zeer intiemen kring. Voor de dancing is en blijft de Quadrille een geweldpleging tegen den modernen tijd. Zooals gebruikelijk, werd er op het congres een wedstrijd in het creëeren van nieuwe society-dansen gehouden. De beste dans van deze w«s de „Flick-Fling" van den heer Maurice Mottie uit Antwerpen, een dans, die het geflikker van een waskaars nabootst en die terecht den eersten prijs verwierf. De tweede prijs werd toegewezen aan den heer Foster met „ Valsanle San Remo". Hoewel deze o.i. niet zoo mooi was, als de Queen Boston van den heer W. F, van Wijk, was ook deze dans alleszins een bekroning waard. Binnenkort zullen de danscursussen weer aanvangen. Dan zullen wi| spoedig kunnen constateeren, hoe het publiek over deze dansen denkt. Want ten slotte is Vox Populi Vox Dei. ALBERT HERFRED.
des morgens, des middags en des avonds". '* „En toen ontmoette u „hem" ?" waagde ik te vragen, toen ze zweeg, een liefdesgeschiedenis voelend. Ze kleurde tot onder haar dunne blonde haar. „Neen, hij was huisknecht in het pension, waar wij logeerden. Hij deed er van alles: schoenen poetsen, messen slijpen, tafeldekken en dienen, koken. Den eersten keer dat ik hem zag, maakte hij een kuiken klaar voor het diner. Even wachtte ze. „Hij was vijftien jaar jonger dan ik. Hij was een Russische prins. Een Romanoff. Zonder geld, hier en daar voor den kost werkend, kwam hij van Constantinopcl. Hij wilde naar Parijs en Londen, om' te dansen. O, wat danste hijl Het was een wonder. Maar bij ons .in het pension werd hij ziek, hij begon te hoesten, zijn oogen schitterden onnatuurlijk en op een avbnd bracht „madame la patronne" zelve, het diner op onze kamer. De kleine miss Hoblin sidderde, als was zij zelf ziek. Doch zij ging voort met eentonige stem: „Ik kon mijn ontroering met verbergen en vroeg verschrikt waar Paul was. Madame la patronne keek mij onderzoekend aan. „Hij heeft longontsteking, hij is naar het hospitaal gegaan, maar ik denk niet, dat ze hem opnemen voor den nacht. En dan zit ik er mee". Ze was blijkbaar woedend over de ongehoorde brutaliteit van haar employé om midden in het seizoen ziek te worden. „Wie zal hem oppassen, als hij vanavond terugkomt ? kwam ik angstig vragen. La patronne zei spottend: „U" stelt nog al belang in hem, gaat u hem oppassen ?" Ik ging. Mevrouw was vreeselijk boos en ik hoefde niet meer bij haar terug te komen. Madame la patronne bracht me de trap af, naar de kelderverdieping. Daar lag mijn prins, op zijn armoedige legerstede, gloeiend van de koorts,, terwijl een oude dokter met een zorgelijk gezicht naast zijn bed stond. Ik zei hem kosten noch moeiten te sparen, en viel toen hij weg was, naast Pauls bed op den grond.
CEMT
L SPECIAL
Ik lei mijn gezicht op zijn deken en schreide van ellende. Paul herkende mij niet, hij ijlde en sloeg wild om zich heen. Daarbij kwamen nog mijn geldzorgen; nadat ik den dokter betaald had, zou ik nauwelijks acht pond overhouden en madame la patronne moest nog tien pond hebben. Door de zorgvuldige oppassing, was Paul na een week zoover, dat hij kon opzitten en nu legde jk hem den stand mijner financiën bloot. Hij raadde mij aan, naar 't Casino te gaan en mijn armzalig beetje geld op te zetten. Ik deed het en het geluk diende mij, ik won honderd pond. Den volgenden dag speelde ik weer en won driehonderd pond. Ik betaalde madame en den volgenden dag gingen we naar Parijs. Hij had vrienden in Parijs, allen uitgewekenen en allen arm. 's Avonds kwamen ze bij ons en noemden mij „Hare Koninklijke Hoogheid Hoblin." Op een avond kwamen er een Russische hertog en hertogin, die mij geld gaven voor Paul, om dansen te leeren. Toen zij weg waren, knielde Paul naast mij neer en bedekte zijn gezicht met mijn handen, toen nam hij zijn guitaar en
zong voor mij, wondere Russische wijsjes, vol weemoed. Toen dacnt ik dat mijn geluk volmaakt was." Even zweeg de kleine gouvernante. Strak keek zij naar de rozen in den haag, die ónzen tuin van den weg scheidde. Zij ging verder. „Hij werd weer ziek. Alles verkochten wc, tot ons ondergoed aan toe, alles, behalve het prachtige costuum, waar Paul in danste. Dag en nacht zat ik te naaien om' hem toch maar alles te kunnen geven, wat hij hebben moest. Langzaam beterde hij en eindelijk ging hij weer uit om te dansen. En toen .... toen kwam Nadine. Ze was een kleine lachende fee, met zwart glinsterende oogen, nooit was ze stil, altijd lachen, babbelen en dansen. Ze danste hartstochtelijk en toen Paul dat gemerkt had, vroeg hij haar zijn partnerin te worden. Onmiddellijk dansten ze samen, uren en uren lang. Samen gingen ze vervolgens naar de theaters, waar ze optraden, terwijl ik thuis zat te naaien. Op een middag, het was koud, regenachtig weer, zat ik voor het raam met mijn werk, toen er een taxi voor de deur
stilhJeld en mijn prins, mijn Paul er uitstapte. Hij vloog de tirap op, d'e kamer in en viel voor mij op den vloer. „Mijn prinsesje," zei hij zacht, „ik ben rijk, schatrijk, Nadine en ik hebben een contract geteekend om naar Amerika te gaan, tegen een fabelachtig salaris." Hij maakte een pak open, dat de chauffeur naar boven gebracht had en liet mij een uitzet zien, een prinses waardig. „Mijn kleine lieveling, wil je als mijn prinses meegaan naar Amerika ?" Hij hield mijn handen vast en trok mijn hoofd op zijn schouder. Daar vloog de deur open en Nadine stond op den drempel. Ze had haar armen vol roode rozen, maar ze liet ze op den grond vallen, toen ze ons. daar zoo zag zitten. Haar gezicht werd spierwit, terwijl haar oogen van woede flikkerden. „Wat doe je daar, Paul ?" gilde ze. Ontdaan stond Paul op, als een betrapte schooljongen stond hij voor haar. Toen gooide hij zijn hoofd in den nek en zei kalm: „Ik heb miss Hoblin gevraagd, mijn vrouw te worden."
„Goede hemel, ben je gek?" Even zweeg ze, toen siste ze: „Als je haar trouwt, kom je niet met mij in Amerika." Paul stond op en wilde haai de kamer uitbrengen. Ze draaide zich om en hartstochtelijk de rozen op den grond fijntrappend, huilde ze, terwijl ze mij dreigend aanzag: „Je zult hem niet hebben, je zult hem niet hebben, zonder mij is hij niets, zijn toekomst ligt in mijn handen. Laat hij maar alleen met jou naar Amerika gaan, dan zullen jullie sterven van honger!" Ik vluchtte naar mijn slaapkamer en gooide de deur in het slot. Ja, 't was waar, zonder haar kon Paul niet naar Amerika. Hij hing geheel van haar af, stond nog aan het begin van zijn leven en ging met haar een schoone toekomst, vol roem en rijkdom tegemoet. En zou ik dit leven vernietigen ? Zachtjes trok ik mijn mantel aan, zette mijn hoed op en verliet door een achterdeur het hotel. Ik heb hem nooit teruggezien." Ze huiverde en hield haar hand voor haar oogen, toen stond ze op en strompelde langzaam naar boven. MARIE B.
BRIEF UIT BELGIË Tot de groote zomer-attractie's in Vlaamsch-België behooren de hier beruchte paardenkoersen van Waregem, waarover u te schrijven mij een aangenaam vacantie-werkje is. Meen niet, lezer, dat ik u onderhouden wil over doodgewone paardenkoersen. Het sportfeest te Waregem is op velerlei gebied het interessantste wat hier 's zomers gebeurt, en om de koersen op zich zelf, en om de pittoreske ligging van dorp en koersplein, en om den grooten volkstoeloop waarvan hier waarachtig niet de weerga bestaat. In Vlaanderen zijn er meer feestelijkheden waar een reusachtige volksmenigte samenstroomt, b.v. de bedevaart te Halle-bij-Brussel en de Vlaamsche doodenhulde düe nog onlangs te Diksmude aan den IJzer ruim 30.000 vlamdngen vereenigde. Dit getal wordt te Waregem overtroffen — en dat valt des te meer op, wijl Waregem anders een stil en ordentelijk dorp is dat slechts één rumoerigen dag kent, den dag der koersen. Maar het is dan ook een werkelijk rumoerige dag. Ik zou echter onderwijl gewoon vergeten te zeggen, waar Waregem ligt. Het is een zeer fatsoenlijk dorp op weinig afstand van de Leye-rivier, tusschen Gent en Kortrijk, juist op de grenslijn van West-Vlaanderen. Daar is aan dat dorp geen andere specialiteit verbonden. Alleen de koersen zijn er eenig. Op dien dag, den eersten Dinsdag van September, wordt er, uren in 't ronde, nergens gewerkt. Het is een feestdag voor gansch de streek en een mensch, die om de een of andere reden niet kan gaan naar de de koersen van Waregem, wordt algemeen beklaagd. Vanaf 's morgens brengen bijzondere treinen de vreemdelingen aan; vooral noord-Frankrijk is sterk vertegenwoordigd, maar ook uit Oostende, Brussel, Antwerpen komen aanzienlijke scharen sportliefhebbers. Het spreekt van zelf dat het dorp zich te dezer gelegenheid speciaal uitrust. Gansch het jaar wordt die koersdag in het oog gehouden. Overal is het dan „stalling voor velo's" en „Estamunet" en een spreuk zegt, dat er op dien dag te Waregem „veel kiekens worden gepluimd". Dit gebeurt werkelijk — ook in den figuurlijken zin, en gij zult hiervan nagenoeg de draagwijdte begrijpen, als ik u zeg, dat alle neringdoeners te Waregem dien dag hun jaarlijksche huur verdienen, zoodat de gewezen burgemeester, die de koersen inrichtte, terecht zeggen mocht, dat hij zijnen medeburgers de gelegenheid had geschonken, om gratis te wonen — wat natuurlijk vanwege een burgervader een buitengewoon verdienstelijke daad is. Een angst om het weer gaat den koersdag vooraf. Dat is legendarisch. Weken te voren wordt de vraag gesteld: welk weder
®^^ W^NDIMNOIN DN Dl N^TIUUK ^gfes DE HERFSTTIJLOOS. Als de herfst begint, kan men op de vochtige weilanden langs onze groote rivieren, de herfsttijloos vinden. In Zuid-Limburg staat zij ook wel langs de beekoevers (o.a. veel langs de Geul) en zelfs wel in enkele bosschen. Op het eerste gezicht denkt men aan de crocus, onze bekende voorjaarsplant. Maar... crocusjes in den herfst? Ja, inderdaad, 't zou niet zoo gek zijn, want er is wel een soort crocus die in den herfst bloeit. Dat is de saffraan crocus (crocus sativus L), die men in ons land slechts zelden gekweekt aantreft, maar uit welks groote gedroogde blcemnerven men in Frankrijk, Spanje en enkele andere Middellandsche-zee-landen, de saffraan bereid. Zooals wellicht bekend is, is saffraan geel van kleur, en wordt vooral door banketbakkers, e.d. gebruikt, voor kruiden en kleuren van gebakjes, enz. De herfsttijloos (colchicum antumnale) is echter geenszins verwant met de crocussen. Bij nader beschouwen, zal men zich verwonderen, dat de bloem geen groene bladeren bij zich heeft. De plant draagt zijn naam met eere, want: in den herfst verschijnen de lilakleurige bloemen, in het volgende voorjaar de bladeren met de doosvrucht, waarvan de zaden in den zomer rijp zijn. Dus „tijloos". Eigenaardig is, dat de plant toch wel eens van dezen regel afwijkt, al is het dan ook hoogstzelden. Men heeft n.1. wel eens bloemen in het voorjaar gevonden, zij bleken kleiner te zijn dan in den herfst. De plant heeft het nog niet zoo slecht ingepikt met dat bloeien in den herfst. Bloeide zij b.v. zoo omstreeks Mei, dan kreeg de bloem stellig slechts zeer zelden bezoek van insecten, daar dan de weiden vol bloeiende planten staan en voorts de bloemen der herfsttijloozen zich niet erg
Herfsttijlloos
hoog verheffen (zij zijn ter groote van den crocus), 't Gevolg zou zijn: géén bestuiving. Daarentegen in den herft (en het vroege voorjaar, waarvan de crocusjes gebruik maken om te bloeien), dan bloeien er betrekkelijk slechts weinig planten op onze weiden en zijn de herfsttijloozen tusschen de lage grassen reeds van verre
zichtbaar. Bijna steeds staan er vele bijeen. Welk een prachtige kleurencombinatie, die lila-tinten tusschen het donkergroene gras. Familie van de herfsttijloozen zijn de zoogenoemde droogbioeiers (colchicum byzantinum). De latijnsche naam zegt het al, afkomstig uit het oosten, uit de Levant (Byzantium = Konstantinopel). Men kan ze in den herfst in de bloemenwinkels koopen. Men krijgt dan een knol met eenige bloemknoppen. Men heeft ze slechts op de vensterbank of den schoorsteenmantel te zetten en zij bloeien dat het een lust is om ze te zien. En het mooiste is: zij hebben niets noodig. Al het voedsel zit reeds opgeslagen in den knol. Bij onze herfsttijloos is dat net zoo, ook haar bloemen groeien door het voedsel dat in den knol opgeslagen is. In het voorjaar wordt dit bijeengegaard, waarbij de groene bladeren, gelijk bij de meeste planten, een groote rol spelen. Deze zijn langwerpig, lancetvormig. De geheele plant lijkt in 't voorjaar wel op een tulp die nog niet bloeit. De zaaddoos zouden wij dan als de „tulpenbloem in den dop" kunnen beschouwen. De Herfsttijloos is giftig, voornamelijk zijn het de zaden en de knollen, maar ook de bloemen bevatten sporen gift. Tien gram van den knol of zes gram van het zaad is voor den mensch doodelijk. In de geneeskunde gebruikt men colchicum wel tegen jicht, rheumatiek, enz. Hieruut blijkt alweer dat er geen „rozen zonder doornen" zijn. Een plant welks bloemen steeds onze bewondering weer trekken, blijkt zeer giftig te zijn. Gelukkig zal wel niemand er aan denken op de zaden of de knollen te gaan kauwen. H. A. Zeer gaarne ontvangen wij van onze lezeressen en lezers foto s van interessante natuuropnamen, bloemen, planten en dieren
FÏEJMEsPULMPffiS
(Van onzen bijzonderen medeivecker)
1 Mildred Davies
Mildred Davies, die met Harold Lloyd getrouwd is, zal in een nieuw stuk dat door. Paramount wordt verfilmd, optreden. Zij heeft sedert drie jaren niet voor het witte doek gewerkt.
}
{ o
0
Is
Het filmen biedt eigenaardige moeilijkheden, vooral wanneer babies moeten meespelen. Dat ondervond Max Lindner, die zijn dochtertje Josette in een filmvertooning liet optreden. Door toevallige omstandigheden werd de afwerking vertraagd. En na drie maanden was Josette te groot voor haar roll Eenigen tijd geleden hebben we in ons blad onder deze rubriek medegedeeld, dat in Amerika een nieuwe regisseur zeer de aandacht trok. Het was Joseph von- Sternberg, een duitscher van geboorte. Heel lang heeft zijn glorie-tijdperk niet geduurd. Na zijn creatie van Salvation Hunters, engageerde de „Metro" hem. Zijn eerste film bij deze filmonderneming was The Masked bride met Mac Murray in de hoofdrol. Hij heeft de film echter niet kunnen afmaken, omdat zijn directie het werk, dat hij had gedaan, onbruikbaar vond, hem ontsloeg en Christy Cubanne in rijn plaats aanstelde. De Ufa te Berlijn gaat Faust verfilmen. Gösta Ehrman, een bekend Zweedsch acteur, is voor de rol van Faust geëngageerd. Thomas Meigham, een der sterren van de Paramount, bezoekt Europa en vertoeft thans te Parijs, waar de Paramount een groot kantoor heeft.
zal het Dinsdag zijn ? En even beslist komt dan elk jaar, na den koersdag, de bewering „dat er dit jaar méér volk geweest is dan verleden jaar." Vanaf 's middags tot den aanvang der koersen is dat dan langs alle straten een onophoudelijke stoet van drummende voetgangers, wielrijders, auto's, taxi's, camion'sen intusschen de bijzondere treinen' niet ophouden binnen te stoomen. Al dat volk vindt dan tenslotte plaats in de uitgebreide Gavermecrschen (zoo genoemd wegens de Gaverbeek die er doorstroomt) en te klokslag drie begint de eerste koers. De koersen te Waregem zijn verreweg de belangrijkste koersen met hindernissen vaa België — ik meen zelf ergens te hebben gelezen, dat zij, in hun genre, de merkwaardigste zijn van het vasteland. In ieder geval lokken zij het meeste volk. Zij zijn attractief. De sportliefhebbers gaan erheen om de werkelijke sport-waarde er van. Rijke lui verlaten op dien dag stad of badplaats en vinden zoo gelegenheid tot een prettig dagje buiten. De stemming te Waregem is namelijk vroolijk en ik hoorde een jong meisje dat rondkuierde op de „pesage' onder een prettig zonneschermpje zeggen „C'est amusant. C'est un peu campagne." Wat echter dan vooral den grooten hoop volk aanlokt zijn de ongelukken. Waregemsche koersen zonder ongelukken bestaan niet, of worden „slechte koersen" genoemd. Daar moeten minstens een paar paarden vallen en een paar jockey's aftuimelen — of een ieder beschouwt zich als bedrogen. Zelfs onder de volksmenigte zijn 'n paar kleine ongevalletjes welkom. Het lijkt bijna of het plein daartoe opzettelijk geschikt is. Vaak moet namelijk die groote massa over een gracht heen langs een eng plankje—en als dan een slachtoffer in 't water plonst, gaat er een belangstellend „Hal" op - en men amuseert zich. Daar is, naast de groote steeple met den beruchten sprong over de Gaverbeck, sinds den oorlog een „military" ingericht, in de welke een gouden beker wordt betwist. Dit jaar kampten vijf fransche officieren tegen vijf belgische. Frankrijk won definitief den beker -en nog wel met brio, want de twee eerstaankomendc paarden waren door fransche officieren bereden. De sprong over de beek is een oogenblik van ontzaglijke spanning. Het is werkelijk de moeite waard op dat moment gade te slaan hoe de aandacht van duizenden zich dan ineens concentreert op dat ééne punt: de beek. Het lijkt wel of iedereen een seconde ophoudt te ademen, en als dan de paarden den gewaagden sprong hebben voltrokken, schijnt het of een clectrische schok door de menigte vaart. Eiken modernen tooneelkunstenaar, die streeft naar gemeenschapskunst is zulk moment leerrijk. Ik heb den indruk er van in mij mede gedragen. UILESPIEGEL.
m
« V^ïl^B' -■
f-■■ is ^•-^
/M £S*- 'm:
V
Een iubileum bij de Fox
De koersen te Waregem
De sprong over de Gaverbeek.
Dezer dagen bestond het Nederland5Che kantoor van de Fox Film Corooration drie jaar. Ter gelegenheid van dit feit is de staf van The Netherlands Fox Film Corporation gekiekt. Op onze foto ziet men zittend van links naar rechts: mevr. B. Binger-Cantor (chef reclame- en titelvertaalaf deel ing), L. Groen (managen. J. Senator (assistantmanager); staande van links naar rechts: C. Pronk (chef technische af deeling), A.Zomerplaag (Ie vertegenwoordiger) J. Boekei (chef boekhouding). E. Ketjen (chef expeditie)
s^^^BSm
Br 1
l^Br
ßllkspresident von Hindenburg
in zijn maarschalk-uniform met generaal v. Seeckt tijdens de duitsche manoeuvres.
1
petw&aJJ Beften
Zijn opvatting.
DES VRIJEN ARMEN RIJKDOM] Neen, ter wereld is niets fmaiers. Dan het lot eens armoedzaaiers. Ook al loeren aan de deuren,
Waarom hij zijn baantje verloor. Zeg Jansen, hoe kom jij zoo zonder werk ? — Och, dat is me 'n pech! Ik was echo in een hotel in de bergen ... — En .. . — Op een goeien dag komt er een chinees en roept d'r iets in z'n eigen taal. Toen kon ik het niet herhalen en de heele boel was verraden. De held. Waar loop je zoo hard voor, de Haas? Och, ik moet er voor zorgen, dat twee mannen niet aan het vechten raken. Wie zijn die twee mannen ? Van der Kracht, die daar aankomt en ik . .. Een troost. Gast (opgewonden): Maar kellner, wees toch voorzichtig. Je gooit de soep over m'n nieuwe broek. Kellneir (geruststellend): O! maakt u zich maar niet ongerust, mijnheer. Na acht uur geeft de soep hier geen vlekken meer.
l/verigk crediteuren. Die vol hope presenteeren. Hunne lang-ver/aarde beeren. Ook al toont de bel ten zeerste. Heden is het weer de eerste. Toch is niemand werkli/k blijer. Dan de vrije hongerlijer. Geene zorgen voor belegging. Financieele medezegging, Hausses, baisses in de zaken. Dure zomerreizen maken. Over badplaatsen in 't Zuiden, Voor de kwaal der groote luyden. Bosschen uit naburige streken, Hèm de Harz of Schwarzwald bleken. Boven op het dak der woning. Heeft hij't Zonlicht van een koning.
Ideaal is hem slechts vrijheid. Zorgeloosheid is zijn blijheid. Hij heeft geen familiezorgen. Hij hoeft niemand iets te borgen. Heeft geen zware hypotheken, In termijnen, lang verstreken, Geene groot- of kassaboeken. Door de bank te onderzoeken. Geen curator zal hem smalen. Bij hèm is toch niets te halen.
Niet zoo bedoeld. Beste vriend, zei de ander, je moet in het leven leeren vergeven en vergeten. Och vergeven, zei de een, zou in dit geval nog gaan, maar vergeten, dat gaat niét... Zoo moet je niet spreken, zei de ander weer, ik zou je honderd dingen kunnen opnoemen, die ik ook heelemaal vergeten heb.
Zonder polis, zonder pandbrief. Heeft de arme bosch en strand lief, In den zak zijn krentenmikkie. En wat water in een blikkie. Zwerft hij over Codes weiden, Waar geen dure auto's rijden. Zonder claxon, zonder stanken. Kan hij de natuur bedanken. Voor het schoone, hem gegeven, In zijn vrije xwerversleven. Neen, ter wereld is niets fraaiers. Dan het lot eens armoedzaaiers. WOUTERTJE VAN DEN HAAG
\
Niets buitengewoons — Het is toch wel iets bijzonders, dat iemand zonder handen oiano kan spelen. — Vindt je dat. En jij zingt wei zonder dat ie stem hebt!
Patiënt: 0 dokter helpt mij uit mijn lijden, ik houd het niet vol. Dokter : Wie van ons tweeën is er dokter? Wie zal te zeggen hebben, wat er moet worden gedaan . ...?
Eigenlijk waar. Beste man, je kunt me zoo'n grooten dienst doen ... Wat dan ? Och, ik moet morgen een wissel van f 500.— betalen en ik! heb 't geld niet. Jij bent de eenige vriend van me, die me helpen kan. Ook mooi van je. Je wilt van een vriend f 500.— leenen, om ze aan een man te geven, dien je heelemaal niet kentl Voorzichtig. Mac Gregor (een onvervalschtc schot) zat door zijn radüo naar den kerkdienst te lud stèren. Plotseling nam hij zijn oortelefoon af. Wat is er? vroeg z'n vrouw. Och ze gaan daar direct met de collecte beginnen ....
Moelliikheden voor 'n franschen kelner
Aanvulling — Wanner ik trouw dan moet m'n aanstaande jong zijn, mooi, intelligent, gedistingeerd — Dus in aile opzichten een aanvulling van wat jij mist.
Zeg mijnheer, kan u mij ook zeggen, hoe 'tdaar mee staat. Wanneer ik morgen trouw kan ik dan overmorgen toch nog „gargon" bij u blijven? {N.B. de fransche naam voor kelner ,,gar. fon" beteekent ook vrijgezel).
*? fi^k-'-^-T *----•**-
uitvoerbaar. is die ignszei ze. Daar naar 'kunnen
Qecn water genoeg. Jantje en Marietje zijn samen uit geweest. Zonder dat moeder 't wist zijn ze in de wei gegaan. En daar is het ongeluk gebeurd. Jantje is in de sloot gevallen. Met veel moeite heeft Marietje er hem uitgeholpen. Kleine Jan begint te huilen, tranen met tuiten. Vol verontwaardiging roept zijn zusje daarop uit: Ja nou moet je nog gaan huilen ook, stoute jongen! Je bent zeker nog niet nat genoeg 1 Ook een opvatting. Ik begrijp je niet. Wanneer ik zooveel schuldeischers had als jij, zou ik geen stap op straat willen dOen, uit vrees iemand te ontmoeten, aan wien ik geld schuldig was. — Geen vrees hoor. Ik ga alleen maar met een taxi. En geen van mijn crediteuren kunnen zich dat penmitteeren. Dus ontmoet ik er nooit een. De intelligente hond. Die Janssen heeft 'n poedel. Ik heb nog nooit zoo'n beest gezien. Zoo?l Ja. De vorige week heb ik bij hem gegeten. Na het eten wou Janssen z'n vrouw ons wat voorspelen. Maar telkens als ze opstond om naar de piano tie gaan, dan begon de poedel te blaffen, te blaffen.... zoo erg, dat ze wel weer van de piano af moest gaan. Hebt il zelf soms een „goede 7' stuur hem dan naar de redactie Calgewater 22, Leiden
Een diplomaat. Ze waren vier weken gegetrouwd. En veertien dagen daarvan had ze zelf gekookt. Na een middagmaal, niet zonder zejfoverwinning genoten, vroeg zij hem, welk gerecht hij nu wel het best geslaagd vond. 't Is allemaal goed. Ja maar wat is bet beste ? De zalm uit de bus. Niet bepaald Hoe prachtig ondergaog toch, zou men dagen kiiken ....
Heb je het gehoord, onze vriend Janssen, die al over de 45 is, trouwt met een schatrijke jiuffrouw. 'Hij schijnt ineens z'n. zilveren bruiloft te willen vieren.
Vreesellik gebeuren Is het vleesch, dat je baas verkoopt, wel van een gezond beest. Veel erger! ???
MooR MET
BESTE
T LOOD
=1 MICHE
i—ir-i
Graaf d'Erdèval, een teer trotachédelman, bewoont met zijn familie bet familiekasteel. ID het dorp leefde een vrouw, die een kindje had. deze vrouw stierf en het kindje wordt in het huis van Graaf d'Erdéval's loon opgenomen. Het kind ia leer gehecht aan den oudsten kleinzoon van den graaf Jean. Zij is een mooi kind, rustig en intelligent, doch schoollessen kan ie slecht leeren. De dokter schrijft dit aan luiheid of zenuwachtiahcid toe, ]ean gelooft dat zij wel degelijk alles hoort en begrijpt. Jean heeft een gesprek met den dokter en daaruit blijkt, dat hij echt jongensachtig verliefd is op een zekere mevrouw Guerville. een coquette. Michc volgt het gesprek en als de dokter weg is laat ze merken, dat ze mevr. Guerville niet mag. Jean heeft door zijn lastig jongenshumeur de gunst van zijn grootvader verspeeld, Simone, zijn zusje, staat nu meer in de pas. Jean is gelukkig dat mevrouw Guerville hem op het diner vraagt, dat zij ter gelegenheid van haar verjaardag zal geveuMiche toont hoe groot haar liefde voor Jean is, door hem zelfs haar weinige spaarpenningen aan te bieden, zoodat hij naar het feest kan gaan. De oude markies stuurt zijn zoon voor diens vrouw een rijpaard. Het dier kwam vergezeld van den rijknecht van den Markies. Dere man bleek een onuitstaanbaar wezen. De Markies scheen heelemaal onder zijn invloed, terwijl hij zich tijdens het verblijf bij diens zoon, heelemaal niet aan de regelen van het huis stoorde. De man blijft zich echter aan niemand storen. Het is onbegrijpelijk hoe de oude Markies onder den plak van den man blijkt te staan. Iedereen merkt dit op. Na groote onaangenaamheden vertrekt de man weer naar het kasteel van den Markies. Ook daar speelt Anatole een groote rol en tyranniseert iedereen, Menschen en dieren zijn bang voor hem. Kennissen van den Markies die bij hem logeeren kunnen er niet over uit, dat deze man zoo'n rol speelt. Miinheer d'Erdtval, ontmoet ae kleine Miche weer en vraagt haar of zij ook weet hoe die Anatole heet. Het kind vertelt den Graaf dat Anatole, Malausson heet. De Graaf informeert naar Miche's vorderingen. Anatole dringt zich ook bij de gasten van, den Markies op zijn onhebbelijke manier op, Cerisy twijfelt er aan of hij ooit pikeur aan Saint Lö was. De informaties zijn héél ongunstig. Jean raadde z'n vader aan om krasse maatregelen te nemen, doch inn vader kalmeert hem. Uit de brieven van den Markies blijkt, dat Miche ziek ia geweest, de dokter raadt den Graaf aan, zijn vader te bezoeken. Mijnheer d'Erdéval schrijft zijn vader, dat hij spoedig komt. De toestand blnkt werkelijk ergerlijk te zij«. Het blijkt dat Anatole den ouden heer vreeselijk tyraooiseert. Hij blijft weg en men vindt de stal in een verregaanden toestand van vervuiling. Wanneer hij na enkele dagen terugkeert, blijkt hoezeer de Markies onder zijn invloed staat. Niets kan ronder Anatole gebeuren. Michc heeft op zich genomen, de boekenverzameling te sorteeren en zij doet dit prachtig, tot verbazing van den ouden Markies, Doch zij moet ook dit tersluiks doen uit vrees voor Anatole. die iedereen bedreigt, zelfs den ouden Markies ook. wien hij geld afzet. Mevr. d'Erdéval raadt haar man iemand aan te stellen die toezicht houdt.
ONZE NIEUWE PRUSVRAAG
Sinds eenigen tijd hebben wij de rubriek Prijsvragen laten rusten. Thans beginnen wij er weer mee. In samenwerking met de maatschappij, die de bekende Togal-tabletteh in den handel brengt, nemen wij hier elke week een plaatje op en vragen u hiervoor een onderschrift in te zenden. Dit onderschrift moet betrekking hebben op het plaatje en tegelijkertijd in verband staan met de goede werking der Togaltabletten voor rheumatiek, verkoudheid, slapeloosheid, influenza, ischias, griep, jicht, spit, hoofd- en zenuwpijn. Elke week wordt aan de beste inzending een prijs van f 2.50 in contanten uitbetaald. Zendt uw antwoord voor 9 October aan de Redactie, Galgewater 22, afd. Prijsvraag no. I, Leiden,
„Je begrijpt toch wel, dat niemand iets hooren zou; men zal lederen vriend van Miche, er is een hangslot aangemaakt." ons wantrouwen en verdrijven, zooals dat En woedend zei hij: „Varken dat je reeds met den pastoor en den dokter bent, Anatole, dat is alleen om ons te geschied is." beletten, de boot nog te halen!" „En zelfs mijnheer des Bordes; sinds „Pas op, mijnheer Jean," mompelde het een jaar heeft hij je vader niet gezien." meisje, „pas op; kijk, hij staat ginds en „Je ziet dus, hoe onmogelijk zoo iets kan ons juist zien!" zou zijnl Alleen wanneer een onzichtbare Jean keek naar boven en zag den man geest ons waarschuwde, maar anders zie ik op een kleine rots aan den oever van de geen uitkomst 1" Vire staan; hij riep hem toe: Er klonk een geritsel in de afgevallen „Waarom is de boot op deze wijze bladeren onder de groote kastanjeboomen vastgelegd?" en een kleine grijze gedaante kwam uit Met een grijnslach antwoordde mijnheer de duisternis te voorschijn. Anatole: „Simone; je voeten zullen nat worden „Omdat er deugnieten zijn, die ze wegdoor den dauw," riep mijnheer d'Erdéval. nemen." Maar de kleine gedaante antwoordde: Het was duidelijk, dat hij hiermede de „Het is niet jongejuffrouw Simone, mijnjonge Erdévals bedoelde, die steeds van heer de graaf, ik ben het, Miche!" de boot gebruik maakten. Jean verbleekte „Wel kind; wat doe je daar?" en maakte vlug den riem van zijn geweer „De keukenmeid heeft mij bevolen, los. Miche, die dit zag, raadde zijn gekastanjes voor het middagmaal te verzadachte en wierp zich op hem: melen ; ik moet mij haasten .... Daar luidt . „Neen, neen, niet aftrekken, mijnheer reeds de eerste bell" Jean, doe het niet!" En voor de bank verscheen Miche, die Had Anatole ook het voornemen van op een sukkeldrafje weg liep, terwijl de Jean geraden? Het leek wel zoo; want kastanjes uit een groote mand, die zij aan hij maakte zich haastig uit de voeten. den arm droeg, op den grond rolden. Jean keek naar Miche; die bevend in de kleine boot stond. Zij zag er zoo lief IX. en teer uit en haar smal gezichtje werd „Wat is dat; kun je de boot niet los omstraald door haar schitterende kastanjekrijgen?' vroeg Jean, toen hij, zijn gebruine haren. En hij vroeg: weer op den schouder, klaar stond, op „Ben je bang, Miche ?" jacht te gaan. „Neen, mijnheer Jeanl" „Neen, mijnheer Jean." „Je ziet zoo bleek en.... je spreekt „Wat is dat voor een geschiedenis ? zoo moeilijk!" Je hebt ze al meer dan twintig maal „Dat is van schrik; ik dacht dat u losgemaakt; kom, trek eens flink!" mijnheer Anatole zoudt dooden!" Miche trok uit alle macht, maar het „Ik had er wel lust in; niet om hem lukte niet, de boot los te maken. te dooden, maar om hem een kogel na „Maar, mijnheer Jean, de boot is op een te zenden ? Had jou dat verdriet gedaan ?" ongewone wijze vastgelegd; er is een Miche dacht even na en antwoordde met machine aan, die ik te voren nooit zag!" bevende stem: „Een machine, wat voor een machine ?" „Het zou mij niet spijten, als hij dood riep Jean uit en keek naar den boom, was; o neen; want het is een slechte kerel; waaraan de boot bevestigd was; „wel het zou een geluk zijnl Maar ik wil niet. drommel, dat verwondert me niet; kleine
dat u de oorzaak daarvan zoudt zijn; dat zou voor u onaangenaamheden kun-^V nen geven!" „Dat geloof ik ook," sprak Jean lachend, „maar waar is hij nu heengegaan; zeker naar de boerderij ? O, neen; hij had geen geweer bij zich." „Hij heeft toch 'geen geweer noodig om naar de boerderij te gaan ?" „O zeker wel; u weet dat nog niet; nooit waagt mijnheer Anatole zich buiten het park zonder zijn geweer!" „Waarom ?" „Omdat hij bang is; bovendien gaat hij ook niet naar de boerderij-; hij heeft er niets te doen; hij doet nooit wat; soms toont hij den bezoekers het landgoed; een enkel maal beslaat hij een paard; maar den mecsten tijd laat hij zich door mijnheer den markies bedienen," „Bedienen ?" „Ja zeker; wanneer hij te veel gedronken heeft, zoodat hij 's morgens niet kan opstaan, brengt mijnheer de markies hem de chocolade op bed en veel later wandelt mijnheer Anatole in een langen huisjas, heel deftig, door het kasteel. Hebt u dat nog niet gezien?" „Dat ontorak er nog maar aan!" „O; U zult het zien! Zeg eens, mijnheer Jean; gisterenavond, toen ik kastanjes verzamelde achter de bank bij den grooten beukeboom, hoorde ik mijnheer den graaf en mevrouw de gravin daarover praten..." „Waarover?" „Wel, over mijnheer den markies — mijnheer Anatole en nog rfleer. Zij zeiden, dat er iemand in het kasteel moest zijn, als zij allen zouden vertrokken wezen, om te zien wat er voorvalt — en om te waarschuwen als het noodig was!" „Ongetwijfeld! —- maar daar er niemand isl" „Ik ben er toch!" „Jij, arme kleine .., maar je bent tegenwoordig nooit op het kasteel..." „Ja, mijnheer Jean ... als u er niet zijt, mag ik wel komen; nu is het mij verboden, omdat ik geen goed gezelschap ben voor jongejuffrouw Simone, noch voor u of uwe broers. Denkt u niet, mijnheer Jean, dat ik u zou kunnen waarschuwen, als er soms iets gebeurde?" „Hoe kan dat kind ? Je kunt niet eens schrijven ?" „Ik zou wel een middel vinden ..." „Om te schrijven ?... dat kan men niet, zonder het geleerd te hebben!" „Neen; ik bedoel niet om te schrijven!... maar om u te waarschuwen!" „En bovendien zul je nooit iets te weten komen; men zal wel oppassen daarvoor! Anatole is zeer wantrouwend, grootvader ook. Als grooitvader een testament maakt, om Anatole een deel van zijn fortuin na te laten, zal men je dat heusch niet laten zien; en deed men dat, dan kon je het toch ook niet lezen ..." „En toch, mijnheer Jean, zou ik zoo graag iets voor u willen doen; ik zou mijn leven voor u willen geven; aan u dank ik, dat ik niet van honger ben omgekomen ot in het vondelingenhuis gebracht ben; ook,... houd ik van u, heusch!... en ook van mijnheer den markies, die mij tot zich heeft genomen!" „Je bent een heel lief meisje, Miche; ik houd ook veel van je —" Hij boog tot haar over om haar te kussen, zooals hij reeds zoo vaak had gedaan; maar hij zag eensklaps het jonge meisje in haar en verlegen streek hij zijn hand over haar prachtige haren, die schitterden in de zon. „Hoe oud ben je, Miche ?" vroeg hij. (Wordt vervolgd.)
-ggnm-
OHS SPORTHOEK JE
Uit New York wordt gemeld, dat de uitvinder Francisi Jenkins er in geslaagd is te Washington cinematografische beelden door middel van telefotografie over een afstand van 5 mijlen over te brengen en te projecteeren, volgensi een soortgelijke methode als die, welke bij de telefotografie zonder beweging wordt gebruikt, met dit verschil echter, dat de beelden 16 maal zoo snel worden opgenomen en overgebracht. Thomas Edison heeft tegelijkertijd als Jenkins verklaard deze uitvinding te hebben gedaan. Dansen zonder muziek; dat wil zeggen, zonder dat de muziek hoorbaar voor de niet-dansers wordt gespeeld, zal mogelijk worden, indien een nieuwe uitvinding op radio-gebied van blijvende practische waarde blijkt. Deze inventie maakt het mogelijk het geluid door oortelephoncs op te vangen, welke niet met draden aan een tpcstel zijn verbonden. Het ontvang toestel zendt den stroom, welke het opneemt, weder uit en binnen de sfeer, welke het behecrscht, kan het geluid, dus ook de muziek, beluisterd worden. Dansende paren met deze apparaten aan hun ooren, bewegen zich dus op de muziek, welke zij alleen en de buitenstaanders niet opvangen. Een minder prettige boodschap voor dames, die heur haar lieten bobbieën of shingelen is, dat zoowel in Parijs als in Londen het aantal vrouwen met kort haar, die, net als de mannen, een kaal hoofd krijgen, toeneemt. Voor hen blijft wel niets anders over, dan een pruik te gaan dragen!
0
•
Êlê, 1 \É ■T* *ftMJJr
• 9
0
•
S
mtlSLfc
wffli IrNSS tmnäpu
t
0
De reparatie aan de „Houses of Parliament" Men is op het oogenblik heel serieus bezig om het dak van de Houses of parliament in Londen, na te zien. Het is toch gebleken, dat de steenen monumenten, welke de versieringen van dit in gothischen stijl opgetrokken bouwwerk vormen, in een meest vervallen toestand verkeeren en een gevaar voor de voorbijgangers vormen. Voor deze herstelling is niet minder dan 12 millioen guldens uitgetrokken. New-York heeft, evenals bijkans alle groote wereldsteden geweldig te kampen met verkeersgelegenheden. Onder de voorstellen, welke gedaan zijn om verbetering er in te brengen, zijn er ook die naast den gewonen weg, tunnels en bruggen, adviseeren tot het maken van galerijen onder de huizen, eigenlijk in hetzelfde type als de „Lauben" in Bern. Boedha is in de mode! De upper ten in Londen heeft een groote voorliefde voor Boedha-beelden. In alle grootte worden zij gekocht, in de salons en boudoirs neergezet, in de handtasschen mee gedragen. In het Theatre de l'Odéon, dat in Parijs altijd gold voor een der serieuze schouwburgen, zal dit jaar, tegen kerstmis, ook een revne worden opgevoerd, waaraan de beroemde artisten van het gezelschap van dit theater meewerken.
Mijnheer Saklatvale is 'n Parsi, dus iemand uit Indië afkomstig, die als communist in het engelsche parlement werd gekozen. Als engelsch afgevaardigde zou hij de interparlementaire conferentie voor Engeland in Washington bijwonen. Verschillende zijner mede-afgevaardigden weigerden met den nog al heftigen voorstander van het communisme, die over Engeland heel wat onvriendelijks had gezegd, mee te gaan. Thans heeft ook de amerikaansche regeering hem toegang tot de Ver. Staten geweigerd. Mevr. Saklatvala is eene engelsche van geboorte. In de engelsche bladen wordt er op gewezen, dat in het Vereenigde Koninkrijk het boter en kaasmaken hoe langer hoe meer in onbruik geraakt. De boeren zenden hun melk ongeprepareerd naar de groote steden, waar zij er goede prijzen voor krijgen, waardoor Engeland verplicht is bijkans voor vijf millioen pond per maand boter en kaas uit het buitenland ie koopen. Gedeeltelijk ook uit ons land.
Noodle soup (noedel soep) is het nieuwste op het gebied van jazzband muziek. Natuurlijk komt deze dwaasheid weer uit New-York. Elk musicus (er zijn er in het geheel negen, die meespelen) krijgt een soepbord met een lepel voor zich. Daar in elk bord een verschillende hoeveelheid soep zit, geeft elk een andere noot te hooren.
Het a.s. voetbalseizoen. II. Telken jare, in den zomer, duiken van alle kanten, van meer of minder ingewijde zijden, berichten op omtrent spelersmutaties. Deze berichtjes dienen in hoofdzaak om het op sensatie beluste publiek aangenaam bezig te houden. Zij berusten meestal op gissingen en veronderstellingen en gelukkig v oor de betrokken clubs is er in den regel niets van waar. Dit jaar hebben in het Westen werkelijk eenige belangrijke mutaties plaats gehad. De versterking, die Ajax Amsterdam ontving in de gebroeders Andriessen en Twelker uit 't Gooi, de verbetering van het H.F.C.elftal met Weber (V.O.C.) en Sigmond (D.F.C.) zijn waarlijk vermeldenswaard. Gaan we nu allereerst de residentieele clubs na, dan zien we H.B.S. met precies hetzelfde elftal uitkomen als verleden jaar. Of het evenwel succes zal hebben, staat te bezien. H.V.V. heeft zich versterkt (?) met doelman Kremer uit Concordia Delft en den veteraan Bouwmeester, ex-Haarlem en Quick. Waarom H.V.V. hier een jonge veel belovende kracht den bons gaf, is ons niet duidelijk. We zagen den nieuwen keeper tegen A.D.O. aan het werk en vonden hem hoogstens den gelijke van zijn voorganger. Eigenaardig anders wel, dat de Oude Haagsche altijd zooveel goede doelverdedigers heeft gehad. Op 't oogenblik zijn behalve Kremer, ook Rekkers, de la Vieber en Mc Neil beschikbaar, die na ingespeeld te zijn, elkaar weinig zullen ontloopen. Quick zal dit 't dit jaar zonder Bosschart en Bontje moeten doen. Ze hebben in Smit uit Hollandia (Hoorn) een prima doelverdediger, die echter ons inziens niet zal kunnen verhinderen, dat D.H.C, dit jaar als nummer één eindigt en we de Hanenburgers dit seizoen niet in de eerste klasse terugzien. A.D.O. komt of liever kwam met hetzelfde team uit als verleden jaar. Dank zij den nieuwen buitenspelregel is Tap dit jaar nog gevaarlijker dan het vorige. Heeft hij geen pech met het schieten, zooals in den oefenwedstrijd tegen H.V.V., dan wordt hij in de tweede klasse de schrik der doelverdedigers en zal dan dit seizoen zeker een aanwinst voor het nationaal elftal blijken te zijn. De meest eigenaardige club uit het Haagje is V.U.C. Deze vereeniging organiseert telken jare in den zomer seriewedstrijden en speelt dan tegen eenige der sterkste vereenigingen uit het land. Dezen zomer zagen we op Eik en Duinen D.F.C., H.B.S., Stormvogels en V.O.C, volgens alle regelen der kunst door de tweede klasser slaan, maar nauwelijks is de competitie begonnen of V.U.C, presteert weinig of niets en laat zich b.v. door een tweede klasser met groote cijfers slaan. Allo! V.U.C.'ers! Jelui speelt al zooveel jaren in de tweede klasse. Voelen jelui er niet eens wat voor, de plaats van Quick in te nemen. There, where is a will, is a way. Van de overige Haagsche tweede klassers bereikte mij tot nu toe geen nieuws. Sparta en V.O.C, in Rotterdam toonden in de openingswedstrijden reeds, dit jaar over een flink elftal te beschikken, zoodat Sparta weder kans op het kampioenschap heeft en V.O.C, wel zal zorgen, dit jaar niet weer in de klem te komen. De eerste competitie-wedstrijd tegen Blauw-Wit in Amsterdam is op merkwaardige wijze gewonnen. Een 3—1 achterstand is in een kwartiertje omgezet in een 4—3 overwinning Werkelijk een heele prestatie. We gunnen de rood-zwarten ■dit succes gaarne, al geeft 't ons tevens geèh hoogen dunk van de verdediging van de club van Drilling. Zou v. d. Kluft de schoenen niet weer eens willen aantrekken? VETERAAN.
i
|
R.C.H.-Sparta 0-0 Een typisch spelmoment.
Een solfwedstrljd in den regen De beeren B.Carp en S. v. d.Graaf in den wedstrijd te Hilveisum
Het Be-Quick elftal dat met 4—0 won.
Uit den wedstrijd G.V.V.—De Quick te Groningen De G.V.V.-keeper valt uit.
Haarlem—H.B.S. 4—5 Een moment uit den vinnigen strijd.
Het G.V.V.-elftal
w
sin»«?
■ -.».,..■--',■
■
- ■"
■
■
De roeiwedstriiden op de Maas De oude vier in den wedstrijd, waarvan Nautilus winnaar.
Windhonden-rennen te Schiedam De winnende honden in oen eindstrijd.
♦
WIJ GEVEN Een bekend gezelschap Een
aantal
filmartisten, in
gezcischao
van de hertogin van
Sutherland. In het midden Marie Pickford met daarachter Douglas Fairbanks.
elke week foto's van de meest belangrijke wedstrijden, u/elke den Zondag, aan het verschijnen van ons blad voorafgaand, zijn gespeeld.
Me). N Grooss, winster 80 M. hirdloopen.
Athletiek-wedstrilden van het K.N.G.V. op het Huis te Werve te Rl)swl)k Start 1500 M. hardloooen voor heeren.
Mej. L, de Betue. winster versprmje;i m et 4.64 M.
'mm^^^v^^^y—
VêüTI
voor em ^druteip kiel veejfflBcM v 1
Aan gebeurtenissen, die aanspraak kunnen maken op een bespreking in deze kroniek, is in de afgeloopen veertien dagen al weer geenszins gebrek. Het Cor Ruys-Ensemble heeft ons na Martine, een nieuw stuk gebracht, de Haan in 't Hok, blijspel door Bruno Frank. Du sublime au ridicule, dat past zeker wel op dezen volgenden stap van Ruys en zijn gezelschap, want inderdaad juister is de tegenstelling tusschcn Martine, waarmee hij hel seizoen opende en de klucht, waarop hij ons thans vergastte, niet te kenschetsen. Tot zijn lof dient terstond gezegd te worden, dat het werkelijk een vergasten was, niet zoozeer ditmaal om het litterair genot, dat hij ons bood — want daarvan kon in een klucht als deze kwalijk sprake zijn. Maar een belangrijke vergoeding kregen we, dank zij het allervermakelijkste spel, de knappe caricatuur h la Pallenberg, die Ruys van de hoofdrol maakte en den dollen inhoud, welke mede door de wijze, waarop de speelster en spelers hem ten tooneele brachten, geducht op de lachspieren van de zaal moesten werken. De architect Alexander Schot is verliefd op een aardig meiskc Gabrielle, doch zijn strenge, zeer rijke en in het vergeestelijkte leven van het genootschap de Boeddha opgaande tante Gunderman wil, dat de van alle aardsche goederen ontblootte neef haar dochter Alice zal trouwen. Alexander wordt dan ook allesbehalve vroolijk verrast als plots zijn hoogst zedelijke tante met Alice een bezoek op zijn bureau komt brengen: nog juis^ bijtijds gewaarschuwd door zijn vriend Dr. Robert Fecht (die in tegenstelling met zijn kameraad, veel voor Alice voelt), weet hij zijn vriendinnetje, die ook op zijn bureau aanwezig was, in zijn slaapkamer te verstoppen. Wanneer tante, die haar neefje kent, weer eens de ronde doet om te zien, of er nergens een jonge dame verscholen is — bij een vorige gelegenheid had zij in geval van recidive op dat gebied, onterving als straf aangekondigd — en zij de slaapkamer tot grootcn schrik van den architect en zijn vriend dreigt binnen te gaan, komt er in stee van een lief meisje ... een beeldig, dichterlijk uitziend, in smoking (van Alexander!) gestoken jongeman voor den dag, die zich voorstelt als diens dichter-vriend uit München, Gabriel. Het zaakje loopt dus best, totdat tante neef en zijn vriend prest op haar buiten te komen logeeren, zulks in verband met de tijdelijke aanwezigheid daar van den Meester harer geestelijke broederschap, die den architect in de gemeenschap moet opnemen en hem rijp maken, opdat hij wellicht de eer waardig worde den Grootcn Tempel te bouwen, dien de Meester wenscht. Alexander laat zich, zeer tegen zijn wil pressen en nu
DE BLAUWE VOGEL
Een typisch „nummer"
Een van de gesprekken van den dag Is op het oogenblik het russisch-duitsche theater „De Blauwe Vogel", dat een tournee maakt door de groote plaatsen van ons land. Na een tijd van sterk realisme, is er', wederom een streven gekomen, met eenvoudige, vaak primitieve middelen een dramatisch effect te bereiken. En wanneer deze middelen in zuivere harmonie met elkaar zijn, kan dat effect een openbaring van schoonheid worden. Door harmonische samenwerking van schilderkunst, muziek, zang, dans en actie, alle in hun cenvoudigsten vorm, heeft „De Blauwe Vogel" een dergelijke schoonheid weten te bereiken. Zij geven een aantal op zich zelf staande tafereeltjes, elk door een meeslerhand geënsceneerd, nu eens tragisch, dan weer naïef, soms pittoresk, een enkele maal .burlesk, tafereeltjes maar het leven gegrepen of wondervolle trouvailles van een regisseur. De tusschentijden aangevuld door muziek en door den directeur Jushny, die als conferentier een sfeer van gedistingeerde gemoedelijkheid weet te scheppen. Wat somber krachtig is dat „Wolgalied", die stoere, maar doodelijk afgematte kerels, die, in lompen gehuld, de zware bark over de rivier trekken, telkens met een vleugje kracht, als de muziek even forsch inzet. En welk een diepe tragiek geeft een enkel tafereeltje, als „Und Das Leben Siegt," een tralievenster van een trein, die ballingen naar Siberië voert. Voor het venster moedelooze mannen en een bleeke, jonge vrouw in weduwkleeren, kijkende naar een paar duiven, die voedsel pikken van de treeplank. Uit het leven gegrepen boerentafereel^k!\ tf£ 1 tjes worden afgewisseld door alleraardigste scènetjes, als ,4e dwergen," die door K^/i^' '^M een keurigen enscènocringstruc zelf gingen ■fi'V M np^iRjU'^.-'^ , M en zich kunnen bewegen, als de „SophaV lü m m wtjsp^'iM u B ■ iB' t«^ :' «"' JT ^»- A<jfl|H Klatsch" een babbeluurtje van een paar sierpoppen, die op de leuning van een sofa ^^p^.^ ^, ^t zitten en. van een paar kussens, die elkaar PM ■ ->mm' o zooveel kwaads te vertellen hebben. De vrouw, de koetsier en de liefde. ALBERT HERFRED.
ÉmF ^B
mA'
beleven we de dolste situaties, dank zij het feit, dat Gabriel de rol van man moet blijven doorspelen, wat met zulk een succes geschiedt, dat Alice, de kamenier van tante, de keukenmeid, kortom het heele vrouwelijke personeel verliefd wordt op het aardige dichtertje. De Meester, die niets anders dan een charletan blijkt te zijn — voor hem is de Broederschap, de N.V. Boeddha, een zaakje en door met den architect samen te spannen hoopt hij ook het noodige te trekken uit de millioenen, die de tempel aan mevrouw Gunderman zou moeten kosten — slaagt er niet tijdig genoeg in om de millioenen los te krijgen, ontdekt, dat Gabriel een Gabrielle is, doch weet ook met de kennis van dit geheim den ardiitect niet te overreden zijn deelgenoot in het millioenen-zaakje te zijn. We beleven de meest dwaze scènes, met Gabriele), die hier als haan in het hok zulke successen heeft, met den verheven Meester, die er somwijlen een prachtig taaltje uitslaat en alleen door de in hooger sferen zwevende tante Gunderman niet doorzien wordt... Het eind van de klucht is, dat Alexander met Gabrielle kan trouwen, waar hij de uitverkorene voor het bouwen van een stadhuis blijkt te zijn geworden, dat Dr. Robert Fecht met Alice huwt en de Meester in het Reclamevak zal gaan. Bijzondere hulde verdient ditmaal Lucy van Ees, die bepaald een uitstekende travesti vertoond heeft en dan bovenal Cor Ruys, welke, zonder zich aan overdrijving schuldig temaken,'nprachtige creatie gaf van de figuur van den Meester — Charletan Comenius. Van gansch ander kaliber was hetgeen het Hofstad-Tooneel in den Koninklijken Schouwburg opvoerde. Eerst Ontrouw, 't vorige seizoen reeds 'gespeeld (en toen hier ook besproken) door Else Mauhs, Grimberg en Cor Ruys, wiens rol als de amantin-spe thans door Theo Frenkel zeer goed vertolkt werd. Grimberg en Else Mauhs dragen het stuk; wil men kranig en boeiend tooneelspel aanschouwen, dan mag men dit stuk, waarin Else Mauhs weer eens doet zien, welk een schitterende actrice zij is, niet overslaan. Tot besluit kregen we een dwaas ding van Speenhoff: „De ontoerekenbare", waarin vooral Jan van Ees, de grafelijke zoon, en Lilly Frenkel-Bouwmeester als de kamenier, die van het gravenzoontje een kind heeft, uitmuntend spel gaven. Beide opvoeringen getuigden weer van zeer goede regie en niet genoeg te loven samenspel. Men moet, om in den regel voortreffelijk ensembie-spel te bewonderen en ook kleinere rollen in goede handen te zien, de voorstellingen van dit gezelschap bijwonen. T. K.
1Ü lÉii I^PHK
E1 pr^jg^
Kv jflL
■*5aw^' '
;.
■^
ÜÜ^^ '"-''"■
5oerenliederen
1 EEN ROMAN VAN DEN | © EERSTEN CONSUL f ^
DOOR
W
|
MATHILDA MALLINQ
|
Het was een gure. stormachtige dag in den laten herfst van het jaar 1800 dat Ëdmëe de la FeuiUade een dochter uit een adehjk geslacht in de Vendèe. van den Abbs Bernier verneemt, dat lij den volgenden dag naar Parijs lou gaan vergezeld door Monsieur de Chantillon. De koningsgezinde partijen hebben vrede met de republikeinen gesloten en daardoor is deie reis mogelijk. Het jonge meisje is geschrokken met het bericht. Doch staat haar tegen, dat men. blijkbaar zonder haar voorkennis terug wil komen op de mogelijkheid haar uit te huwelijken aan Louis de Chateauneuf voor wien zij als kind bestemd was. Het was voor haar eenc vernederende gedachte, dat hare bloedverwanten haar bij de eerste beste gelegenheid wegzonden en eenen man wilden opdringen, die weliswaar sedert jaren tot haar gemaal was bestemd, maar die haar wellicht vergeten was. Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen. en zonder eenig ander vermogen, dan hare aanspraken op goederen, waarop beslag gelegd was. en die zij waarschijnlijk nooit zou terugkrijgen. Ja. zij bezat zelfs niet eene ordentelijke relsjapon. waarin zij voor hare familieleden zou kunnen verschijnen. Lang en breed wordt over Parijs gesproken. De reis daarheen duurde 14 dagen. Gedeeltelijk legde men den afstand in de koets af. ook reed Ëdmée wel achter op het paard van Monsieur de Chantillon. Zij hoorde voor het eerst met bewondering over Napoleon Bonaparte den eersten Consul, spreken. Edmée moest zich wel wennen aat^ de veranderingen die het nieuwe regime had veroorzaakt. Vroeg in den morgen vertrok het gezelschap op weg naar Parijs na een hartelijk afscheid van de bloedverwanten. In Panis ziet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. De ..legitimiiten" de aanhangers dus van het koningschap, zien in den Eersten Konsul Napoleon den man. die hun idealen zal helpen herstellen. Edmie woont een parade bij en is zéér getroffen door het optreden van Napoleon. Tegen haar wil juicht zij mee. Kort daarop wordt zij door Abbt Bernier aan den Eersten Konsul voorgesteld. Deze zegt ; „Ik heb u vroeger al eens gezien. Het was bij de voorlaatste parade". Napoleon heeft op buitengewoon welwillende wijze Edmée's belangen behartigd. Zij maakt kennis met de heerschende kringen en hoort hoe Josephine. Bonaparte's vrouw, haar man bedriegt met *een onbeteekenenden fat. zekeren Monsieur Charles. Bonaparte maakt een einde aan de fecatelijke samenkomsten, welke zijn vrouw organiseert tijdens zijn afwezigheid. Hij berispt Josephine ernstig en denkt aan echtscheiding. Hij wil haar nog een kans geven en geeft haar daarom een jaar tijd. De toestand is voor Frankrijk zeer ernstig geworden en Bonaparte volgt met spanning de ontwikkeling zijner militaire plannen. Op een zekere da^ gaat hij ter ontspanning In de Jardln des Plantcs wandelen en ontmoet daar Edmée de la Feulllade met haar tante en neef. Hij spreekt met haar en het meisje uit op naïvc wiize haar bewondering voor hem Napoleon vertrekt daarop naar Italic , Louis de Chateauneuf. Edmée's neef. heeft bemerkt hoe het meisje zich voor den Eersten Consul interesseert en hij is jaloersch. Aan tafel maakt hij hierover een scene, die eindijt met een llefdeiverklaring zijnerzijds. Edmée antwoordt hierop niet in toestemmenden geest, doch laat hem heel veel hoop Zij is In Louis gezelschap en dat van zijn vrienden en amuseert zich Voor het naar bed gaan staart zij door het venster
Het was of hare ziel in de eenzaamheid en de stilte, die haar omgaven, hare vleugels uitbreidde, en zij voelde, dat het leven, het groote leven der Natuur, dat de menschen den geheelen langen dag met duizend kunsten en de affectatie der beschaving van zich wijzen, haar naderde, zoo wonderlijk dicht naderde .... Plotseling omvatte zij het hooge, stevige vensterkruis, en terwijl zij het hoofd naar de bloemen neerboog, die zich daaraan in de hoogte slingerden, barstte Mademoiselle de la FeuiUade in heete tranen los. Zulke stemmingen en aanvallen had zij in den laatsten tijd dikwijls gehad. Zij kon niet eens zich zelve goed rekenschap van de oorzaak daarvan geven. Het was, alsof de lente, die rusteloos knoppen en bloemen opende, de vroolijke, bedwelmende lente van Parijs, haar koortsgloed in haar bloed goot, en in hare ziel een verlangen te voorschijn riep dat menigmaal zoo hevig werd, dat zij, wanneer zij alleen was, de handen ballen en het luide uitschreeuwen kon. Op andere tijden daarentegen kon zij weer in kwellenden angst, in twijfel en zorgen ineenzinken. Nergens was er troost voor haar. De Kerk, ja zelfs de Heilige Maagd waren haar niets. Natuurlijk ging zij als altijd naar de mis; maar zij liad een gevoel als had zij niets -te vragen. Welke beteekenis hadden de terugkeer van den koning en de zegepraal der Kerk voor haar? Zij dacht immers slechts aan de legers der godloochenende Republiek en voor hare overwinning kon zij niet bidden — zij, die in vroeger tijd zoo dikwijls om haar ondergang gesmeekt had. Buitendien had zij heimelijk, het trotsche gevoel, dat het Hoofd der Republiek zich wel zelf zou weten te helpen. Het
kwam haar als eene verkleining zijner eer voor, de zegepraal zijner wapenen als eene genade van God äf te bedelen. De deur werd langzaam en voorzichtig geopend. Valentine kwam binnen. Edmée schrikte op, en keerde zich om. Haar gezicht zag er nog uit, alsof eene regenwolk het besproeid had. „Wat wil je?" vraagde zij scherp. „Ik heb je niet geroepen." „O Mademoiselle, wordt niet boosl"het meisje hield deemoedig en als afwerend den gebogen arm voor zich in de hoogte, „maar er is eene boodschap voor Mademoiselle gekomen, een brief —" zij trok langzaam en omslachtig het bewuste document van onder haar fichu te voorschijn. „Een geheimzinnige man — ik geloof, dat het iemand van de politie was —" zij fluisterde en keek angstig in de kamer rond, „stak het mij heden toe, toen ik voor de huisdeur stond. En hij verlangde, dat ik een heiligen eed zou zweren, dat ik er niemand een woord van zeggen en, den brief alleen aan Mademoiselle geven zou. O God, nu heeft hij reeds den geheelen middag als een steen op mijne borst gelegen! Mademoiselle zal eens zien: wij worden in de gevangenis geworpen of gedeporteerd. Zij zeggen, dat wanneer men in de Vendée is geweest, men verloren is. Groote God, wat hebben wij dan misdaan?" Zij schreide droevig. ^Nu — nu — wees toch bedaard, Valentine!" Edmée nam den brief, en woog hem een oogenblik op de hand. „Je kunt er van verzekerd zijn, dat het maar een grap van Monsieur Louis is, om ons schrik aan te jagen. Steek maar gauw licht aan." Valentine verliet de kamer, en kwam dadelijk daarop met eene kaars op een zilveren kandelaar terug. Zij reinigde zorgvuldig de pit met den vinger, alvorens zij den kandelaar voor hare meesteres neerzette. Edmée keerde en draaide den brief, terwijl zij hem nieuwsgierig bekeek. Daar ontdekte zij plotseling het lak —- hij was namelijk verzegeld — en bloosde zoo hevig, dat zij zich instinctmatig omkeerde, en naar het venster ging. „Ga uit mijne kamer, Valentine!" zeide zij snel, met eene van ontroering trillende stem. Toen het meisje, reeds half uit de deur was, riep zij haar toe: „Kom weer binnen! Sluit de deur! Hoor eens," zij ging naar haar toe en greep haar bij de polsen vast, „als je ooit iemand een woord hierover zegt, als je ooit maar door de geringste toespeling iemand laat vermoeden, dat ik dezen brief gekregen heb, jaag ik je weg als een hond, en zie je Les Fougères nooit terug." „Ik zal zwijgen. Mademoiselle!" snikte zij. „Ik beloof het bij God.." „Ga dan, ga!" Edmée wachtte tot Valentine de deur achter zich gesloten had. Toen ging zij langzaam naar het licht en bekeek den brief nog eens. Met een volkomen onwillekeurig gebaar van overgroote dankbaarheid, bijna met vromen eerbied bracht zij hem aan hare lippen, en kuste het adres en het lak. Hij kwam van hem, van den Eersten Konsul. Slechts een paar in de grootste haast geschreven woorden, gedateerd van den 28sten Floréal uit Martigny, dus vóór den dag, waarop hij met de achterhoede den overtocht over den Grooten Sint-Bernhard beginnen zou. Zijne woorden waren hartstochtelijk, dwepend, onverstandig en onredelijk vermetel. Hij noemde geene reden, geene verontschuldiging daarvoor, dat hij zich zoo zonder iets te ontzien in haar leven drong, en zonder te vragen,
I
aanspraak op hare eerste, jonkvrouwclijke liefde maakte. Er was geene semirwv teele teederheid, geene verliefde vleierij in zijn brief, — er sprak de man uit, di'in het oogenblik, dat hij op het pm.t staat, zich voor het koenste waagstuk van zijn leven te geven, aan de vrouw, welke hem in zijne gedachten reeds toebehoort, en die hij voor geen prijs verliezen wil, een
:
■
JJ^UV,^,
stroom over haar leven, en verjoeg alle nolken en nevels uit haar tot nu toe aan inhoud zoo arm bestaan. In stralende majesteit, warm en almachtig als de Meizon ging zij op over hare jeugd en rijpte haar in weinige uren tot vrouw. De rijzende zon wierp haar teeder schijnsel over de witte en vergulde, met schitterende, paarlgrijze zijde bekleede meubels, toen Edmée zich langzaam ontkleedde en | in haar wit nachtgewaad, de ontbloote armen onder de golven van haar bronskleurig haar verborgen, eindelijk insliep, bewaakt door de vergulde rococo engelen, die, hunne bazuinen naar de vier hemelstreken gekeerd, den zwaren bedhemei droegen. VII. In Parijs sprak men van niets anders dan van de gebcuitenissen in Italië en de lotgevallen der reservearmee. In de meeste kringen hield men haar reeds voor verloren, en men fluisterde, dat er mannen waren, die er aan dachten, de plaats van den Eersten Konsul in te nemen. Dat Masséna genoodzaakt geweest was, Genua op den i 5den Prairial te ontruimen, en dat het er toen hoogst treurig had uitgezien, wist men; maar sedert waren er nog gecne tijdingen ontvangen. Het was in hel begin van Messidor en laat in den avond. De familie de Chäteauneuf had den geheelen dag bij eenige vrienden in de nabijheid van Vincennes doorgebracht, en reed thans in een open rijtug naar huis. Madame de Chäteauneuf had het hoofd tegen den schouder harer oude kamenier geleund en sliep; Edmée zat in cene lichte chdle gewikkeld tegenover haar en staarde met groote, wijdgeopende oogen, die niets van de werkelijkheid rondom haar zagen, peinzend in den 'lichten, warmen Juninacht. Als in een droom hoorde zij den hoefslag van Louis de Chateauneuf's paard, die naast het rijtuig reed. Het was haar een waar genot, dat zij niet meer behoefde te spreken, of zich eénigen dwang op te leggen. Den geheelen dag had zij van niets anders gehoord, dan van de wederwaardigheden van het leger en van generaal Bonaparte, zij had zijn naam zoo dijewijls gehoord, dat hij haar in de ooren suisde. Daarbij was zij half dood van angst, zoodat zij ten laatste door een innig verlangen vervuld werd, ver weg te zijn van deze ingebeelde, spotzieke menschen, om ten minste in vrede te kunnen zwijgen en weenen. Zij had dien ^vond eene vrouw leeren kennen, die, hoewel op eene andere wijze, eene even levendige belangstelling als zij zelve voor het Italiaansche leger en zijn bevelhebber scheen te koesteren. Het was de gemalin van den Zweedschen gezant. Madame de Staël. Terwijl de overige leden van het gezelschap naar den graaf de Sabran luisterden, diie zijne beroemde fabelen declameerde, was Edmée, die geen smaak voor literatuur bezat en ook niet genoeg merveilleuse was, om zich den schijn te geven, alsof dit wel zoo was, zacht naar het terras geslopen, om frissche lucht te scheppen en voor eenige oogenblikken de zoetachtige, benauwende parfums te ontvluchten, welke de vele dames in het salon verspreidden. Plotseling hoorde zij schreden achter zich, en toen zij zich omkeerde, herkende zij Madame de Staël met hare vriendin Madame de Récamier. Evenals alle jonge meisjes van dien tijd bewonderde Edmée Madame de Récamier vurig en beschouwde zij haar als een onbereikbaar ideaal van gratie en lieftalligheid. (Wordt vervolgd.)
Rosendaal, Dat was een aardig dagje! Eerst regen, vieze regen, motregen. Toen — we dachten dat het een regendag zou worden — tegen negen uur knapte het wat op en om tien uur hadden we het schoonste weer van de wereld. Wij op stapl ,,\Ve zullen eens naar de verrassingen gaan." ,,De verrassingen ? Wat bedoelt u daarmee, oom ?" „Wel je- hebt toch wel eens hooren praten over Rosendaal ?" „Rosendaal, met een 5, bij Arnhem; mooi park, kettingbrug, bedriegertjes.... O ja, ooml" „Welnu, daar gaan we heen." De jongens maakten zich klaar voor de reis en Bob ging met een borstel door heur „hair", wat er, meencn wij, zoo bij hoorde. Al spoedig stonden wij voor het hek. „Wilt u mij maar volgen," zei de man bij het hek, toen hij vernam, dat wij het landgoed wilden bezichtigen. De kranige man stapte, als een tamboer van de schutterij, van het eene pad naar het andere — en wij volgden hem gedwee — tot we eindelijk genaderd waren aan de kettingbrug. De „kettingbrug" is een bruggetje van een meter breed ongeveer — wij hadden geen centimeter bij ons om dat uit te meten — waarvan de planken aan twee kettingen zijn verbonden en in een sterke bocht hangt. „Daar moeten jelui overheen," zei de man. Dat deden we — maar één voor één — en het ging niet zonder „gevaar". Toen werden we gebracht naar de schelpengalerij, waar ons al het moois werd aangewezen, met een vertellinkje, waar de schelpen vandaan kwamen, enz. „Maar — wat is dat ? Een gegil — een geschreeuw — een gelach ... we waren allen druipnat, d.w.z. onze schoenen, onze broekspijpen. De man had ons verrast bij het kijken naar de schelpen en de kraan losgezet, die een twintigtal fonteintjes deed spuiten. De stugge toren van het kasteel, dat rondom in liet water ligt, keek ons niet erg vriendelijk op het lijf, maar dat kan ook niet anders, als men bedenkt, dat-ie daar al een vijfhonderd jaar, dag en nacht, als wachter heeft moeten staan. „Dat is een oude toren," zei Bob. „Ja," zei de man, „en daar binnen is een gevangenis, waar heel wat menschen hebben moeten zuchten.' „Stellig een der schoonste verrassingen van Rosendaal," meende Bob. Dé man moest even lachen. Hij vertelde ons verder het een en ander over de
.
. ,
,
-^
bezienswaardigheden van het landgoed en bracht ons vervolgens naar het hek. De jongens vonden Rosendaal een der aardigste landgoederen, die ze ooit hadden bezocht. „En nu gaan we de natuur van het landgoed bezichtigen." „De natuur, oom ? Maar we zijn toch buiten het hek, nietwaar?" „We gaan de bosschen in, die er ook bij hooren." Langs de bekende witte boerderij gingen we langzaam maar zeker bergopwaarts. Rondom ons zagen we bosch, al maar bosch, met een heerlijk groen tapijt, afgewisseld door het bekende boschbessengroen en het meer dan bekende heideplantje; ook de langzaam verdwijnende varen zagen we hier rijkelijk staan. Zonder iets bijzonders te merken, als dat we in stijgende lijn gingen, waren we op den Kluizenaarsberg gekomen, tachtig meter hoog, volgens deskundigen. Daar zagen we al spoedig de EmmaPyramide, die we opgingen. En toen stonden we honderd meter hoog, volgens deskundigen. Een bejaard vrouwtje stond er met drie prentbriefkaarten en twee kijkers, die op een orienteertafel van den Toeristenbond lagen. „Zijn die kijkers van u, juffrouw ?" „Jao, meneer." „Mogen we er door kijken?" Jjao, meneer." We keken er door: een verrassend schoon vergezicht over de Betuwe tot Nijmegen, Montferland, Achterhoek; verder de heuvels der Veluwe en in de verte — ja, daar zagen we drie naalden van het radiostation te Kootwijkerzand. In een paar tellen waren we weer beneden en kwamen bij een schuilhut voor een vijftig personen, maar daar behoefden we geen gebruik van te maken, want er was geen vochtje aan de lucht. Toch gingen we even kijken en eenmaal daar, namen we plaats op de lange banken om uit te rusten van het klauteren op de „bergen" van de Vale-ouwe. „Weet u ook iets van de geschiedenis van Rosendaal, oom ?" vroeg een der jongens. „Vanaf het jaar 1314 was Rosendaal een der voornaamste landgoederen van de graven en hertogen van Gelderland. In 1516 was hertog Karel genoodzaakt het te verpanden aan de familie van Scherpenzeel, welker leden het landgoed tot 1795 bezaten; daarna ging het over aan de families van Dorth, van Arnhem en Torck. In 1854 kwam het door huwelijk aan de familie van Pallandt, die het 'neden nog bezitten. In den toren is nog een oude gevangenis. Verder bezit het kasteel een zeer kostbare bibliotheek en, uit den aard der zaak, heel wat artikelen en schilderijen die betrekking hebben op de geschiedenis van Rosendaal. Onder die familie Torck zijn de z.g. verrassingen aangebracht, benevens de schelpengalerij en verdere bezienswaardigheden." Hierna gingen we weer op stap: langs een rijweg, bergaf, naar Beekhuizen, vervolgens naar Velp, toen per tram naar het Velperplein te Arnhem. THEOPHILE MALISSE. Een nieuwe abonné per week is gemakkelijk aangebracht en
ge ontvangt gratis een geheele bibliotheek
•—
«W
•
———-r—
Verkeerd begrepen door F. MONIOOMEKY
Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad Baron Evcrard verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Virginie. De baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg Mij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel. informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Je begrijpt hoe de jongens daar nieuwsgierig naar zijn en er met elkaar over praten. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloersch is. Na dat oom weg is. smeedt Humphrey plannen om voor de ..wilden" die bij zijn vader zullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het leauurtje van Virginie valt hem wat zwaar. Humphrey haa.t Alfred over tot een nachtelijk avontuur. Zij plukken paddestoelen voor het diner dat nu vader zal geven. Zij plukken de paddenstoelen, doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred is voor dien taak niet berekend. Virginie ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gega.-n. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginie is doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De dokter komt. doch het blijkt dat er niets ergs gebeurd is. Alfred moet de kamer houden tot zijn spijt want den volgenden dag heeft het „diner van de wilden" plaats. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zijn. doch tegen zijn gewoonten in is hij heelemaal niet zoo wellevend. Hij meent loch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan.
„Humphrey", sprak de baron, „waarom kom je niet hier, om den beeren goeden dag te zeggen?" „Vader", riep de knaap met een heldere stem, die door de geheele kamer klonk, „waar zijn de wilden ?" Bij deze vraag van den knaap schoot den baron eensklaps de vreeselijke waarheid te binnen. Hij herinnerde zich het gesprek der kinderen met hun oom en was ten einde raad. „Wilden, Humphrey?" zeide hij met een gemaakten glimlach, „waar denk je aan ? Er zijn hier geen wilden!" „Gij weet wel, wat ik bedoel, papa", antwoordde het kind op denzelfden toon, terwijl hij midden door de kamer naar zijn vader ging. „De wilden uk de bosschen, over wie gij Zaterdag met oom Charlie spraakt, en die gij ten eten wou vragen. Het waren twee vreemde woorden, het eene beteekende meen ik: wilden, en het andere was a ... a ..." „Kiezers", vulde de baron aan. Gelukkig voor baron Everard had de knaap de beide woorden, op dien Zaterdag voor het eerst gehoord, vergelen; verward antwoordde hij: „ja, ik geloof het wel — maar ik meende toch stellig, dat het met een „a" begon." „En jij dacht dat „kiezers" „wilden" beteekende, vervolgde zijn vader, gebruik makende van zijn voordeel, terwijl de gasten lachten. „Waarom heb je het mij niet gevraagd of in
Ü het woordenboek opgezocht. Ufschoon", voegde hij er, zich tot de omstanders wendende, bij, „ik geloof niet, dat het gemakkelijk zou geweest zijn dit aan een kind' van zeven jaren duidelijk te maken." „Neen voorzeker niet", antwoordden een of twee stemmen. „Maar waarom denkt hij dat het wilden beteekent", vroeg een ander lachende. „Ik varonderstel door den natuurlijken lust van een kind voor het buitengewone", zeide baron Everard; „het onbekende is altijd wondervol, en onwetendheid wordt het gemakkelijkst misleid." Hij wist bijna niet wat hij zeide, hij voelde slechts, dat er een antwoord gegeven moest worden, en toen dus de vrager tot zwijgen was gebracht, haalde hij ruimer adem. Maar nog was er een uitdrukking van halfvoldaanheid op Humphrey's gelaat, die den baron beangstigde, en vreezende dat hij zich nog een of ander te binnen zou brengen van hetgeen bij die vreeselijke gelegenheid gesproken was, dat den gasten den sleutel van het gesprek in
handen kon geven, trok bijden knaap naar zich toe en fluisterde hem in, dat hij liever weder naar zijn broertje moest gaan. Het moest nog vijf minuten duren alvorens men kon opdoen, en hij was niet gerust zoolang Humphrey in de kamer was. Als om zijn ongemanierd binnenkomen goed te maken, scheen Humphrey besloten te hebben, dat zijn heengaan meor naar de regelen der wellevendheid zijn zou, want zich naar den heer, die naast zijn vader stond, w^endende, reikte hij dezen de hand toe en wenschte hem „goeden nacht". Desgelijks deed hij met den voJgemden. „Zou hij nu ieder der aanwezigen een hand geven ?" dacht de baron in wanhoop, terwijl zijn oog ronddwaalde over zijn twintig gasten. Hieraan viel niet te twijfelen. Geduldig en regelmatig volbracht Humphrey zijn taak. Niet één werd voorbijgezien — niet één werd vergoten. Het deed er niet toe of er een terzijde stond aan het andere einde der kamer, of een
\?AN EN VOOR ONZE KLEINE VRIENDJES EN VRIENDINNETJES
ander verdiept was in de beschouwing van een boek met platen, of dat er een paar in een politiek gesprek waren gewikkeld, Humphrey ging naar den eersten toe en stoorde de anderen. Het onvermijdelijke „goeden nacht" klonk door de geheele kamer, de onvermiijdelijke kleine hand werd telkens weer uitgestoken. Later dacht de baron altijd aan deze oogenblikken van marteling terug, als aan een soort van nachtmerrie. ledere seconde werd met angst doorgebracht, ieder uitstrekken der hand was een oogenblik van gevaar, en ieder woord vaneen der gasten tot het kind gesproken, een bron van vrees. Eeuwigdurende oogenblikken! Het was alsof de wijzers der pendule niet bewogen, alsof de bel nimmer zou gaan; wanhopig stond de baron daar, de kleine gestalte met de oogen volgende door de gansche kamer, en luisiterde naar al wat deze of gene tot den knaap zijn vergissing zeide. „Dus dacht jij, dat je een bende wilden zou zien ?" vroeg er een. „Oom Charüe vertelde het mij", was het antwoord. Bamon Everard stond eerst op één been, vervolgens op het andere. (Nu nog dertien, sprak hij in zichzelf). „Dan zijt gij nu teleurgesteld", merkte de volgende lachend op. „Ja", zei Humphrey, er is niets vreemds te zien aan eenige beeren met zwarte rokken. (Nu nog twaalf, zuchtte de baron). (Wordt vervolgd.)
GEHEIME BRIEVEN
ük
%.
Een „record'breekster De kleine Thea is een vluggertje. Precies 180 minuten nadat ze op de wereld kwam. werd haar portret al gemaakt en ons toegestuurd. Vlugger kan'het zeker niet.
VEism
Trouwe vrienden
'n Vliegmachine!
Wanneer jului roovertje speelt, of om andere redenen geheime brieven aan je vrienden wilt schrijven, die de „vijand" niet mag lezen, dan is dat een gevaarlijke gesclticdenis! Ik weet een middel, jongens, om zulke mededeelingen te schrijven, zoodat de ,,inkt" ^r direct van 't papier kan worden geveegd. Er zijn twee dingen voor noodig: ie wat stijfsel, tweedens j odium tincture. Beide gemakkelijk te verkrijgen. Maak van stijfsel een papje en voeg er een paar druppels jodiumtincture bij. Met een gewone pen kunt ge met dit mengsel schrijven en de „inkt" droogt direct op met een donkerbruine kleur. Het eigenaardige nu is, dat ge het schrift met een schoon lapje of zakdoek gemakkelijk weg kunt vegen, zoodat het papier ais onbeschreven overblijft. Ik vond dit recept in een engelsch blad en dacht dat jului het wel aardig zoudt vinden, weer eens iets van mij te hooren. TANTE LIZE.
!
^^
i
"
.
^pppj' y
t>
VOOR ON^B UB^ERESSBN
Tegen modder Teneinde haar lichte kousjes tegen de modderspatten te beschermen, draagtdeie engelschéjonge dameheelruimt kaplaarzen
Voor de koffietafel Appelijs. 500 gram appelen: Bellefleur, Princesse de ru>hle of Goudreinette; 3/4 liter water; 400 gram witte suiker; het sap van 2 citroenen; 50 gram amandelpas; 100 gram roode wijn. Bereiding: De appelen schillen, het klokhuis verwijderen en met het water gaarkoken. Daarna door een haren zeef persen. Citroensap, suiker en amandelpas toevoegen en alles even latienkoken. Afkoelen, dtn wijn er doorroeren en bevriezen. Appelschoteltje. 500 gram zure appelen; 300 gram witte suiker; 100 gram amandelpas; l/2 liter melk; 50 gram maizena; 2 eieren; wat vanille; 50 gram boter; beschuitkruim. Bereiding: De appelen schillen, het klokhuis er uit boren en dunne schijfjes snijden. Eieren, suiker, maizena en vanille met een klein deel der melk tot een glad papje roeren en luchtig opkloppen. De rest der melk kokend toevoegen en alles even laten doorkoken. Bedek den bodem van een vuurvast schoteltje met een deel van den warmen room, leg er wat schijfjes appel op, naast elkaar en bedek deze weer met room. Ga zoo door tot het schoteltje vol is, eindigende met room. Bestrooi het geheel met beschuitkruim, leg de boter er aan kleine stukjes op en plaats het gedurende 3/4 uur in een flinken wannen oven. Men vult het schoteltje tot een centimeter onder den rand. Appeltaart. Voor het deeg: 300 gram poedersuiker; 1 ei; 350 gram boter; 500 gram tarwebloem. Voor de vulling: 750 gram zure appelen; 100 gram suiker; 50 gram boter; 100 gram abri-
De Mut*. Vroeger speelde de muts een gewichtige rol in het leven der vrouw. Zij was een der voornaamste bestanddeelen van haar toilet en bepaalde het uiterlijk voorkomen der burgervrouw, zoowel als dat der mode-dames. Het eerste mutsje van de jonggeborene, wat een schat van lieve herinneringen wekte 't nog na jaren in het hart der moeder, die 't als een heilig kleinood bewaarde. Op 't platteland komt 't nog wel voor, dat 't jonge meisje trouwt met dezelfde muts op, die eenmaal door grootmoeder en moeder op dezen gewichtigen dag werd gedragen. Met lint en bloemen versierd, van echte kant vervaardigd, waar de gouden of zilveren hoofdplaten doorheen schemeren, van juweelen haamaalden en gouden oorijzers voorzien, wordt de muts een pronkstuk, toonend den rijkdom en 't aaj^ien der draagster. De moderne tijdgeest heeft ook in de nationale kleederdrachten veel verandering gebracht, 't jongere geslacht tooit zich veelal niet zoo gaarne meer met de traditioneele kleedij. Onder 't visschersvolk is de muts nog 't meest in gebruik gebleven, maar overigens raakt ze uit de mode. Tegenwoordig blijft 't donker tulen kapseltje soms nog de e enige ijdelheid der ouden van
dagen, de waardigsic tooi haier weggedunde zadn-zilveren haren. Toch moest elke vrouw en meisje in haar kast een aardig mutsje klaar hebben liggen, want werkelijk, 't komt zoo heerlijk te pas, als we ziek zijn of als we eens voor den dag moeten komen, voor het haar is opgemaakt. Onze haardos is dan gewoonlijk niet erg flatteus, trekken we er echter een leuk mutsje overheen, dan zien we er altijd presentabel' uit. Mien kan 't best zelf maken, 't is eenvoudig genoeg en behoeft niet kostbaar te zijn. Als mien bijv. neemt een vierkanten lap gebloemd katoen of zijde, 58 c.M. lang en breed, aan den voorkant, ongeveer 12 c.M. van eiken hoek af bevestigt men 'n lint, dat van achteren wordt vastgestrikt. Men kan ook den lap rond maken en afzetten met een strookje of kantje van 3 ä 4 c.M. breedte. Men haalt den lap rondom in met een elastiek, zoodat 't mutsje altijd om 't hoofd sluit, hoe men 't ook opzet. Zoo'n 'muts van waschbare stof gemaakt, is tevens practisch om 't haar te beschutten bij stoffige werkjes of bij het bakken van visch, pannekoeken, enz. De haren blijven dan schoon en loopen we meteen geen gevaar, dat de walm en baklucht er aan blijven kleven.
r^ WELOON'S MOOE mz
HET WASSCHEN VAN FIJN GOED
Een aardis avondtolletie met korte mouwen, uitstekend ook voor dans-jurk te gebruiken.
cozenjam; 50 gram krenten; 50 gram rozijnen; 10 gram sucade; wat kaneel. Bereiding: Ei, suiker en boter goed dooreenmengen, bloem toevoegen en een gelijkmatig deeg ervan maken. Op een koele plaats eenigen tijd laten rusten. De appelen schillen, boren en zeer fijn hakken, vervolgens met fijngehakte sucade en de overige ingrediënten in een pan al roerende goed heet maken en terdege laten afkoelen. Vervolgens- 2/3 deel van het deeg uitrollen ter dikte van een rijkdaalder en hiervan snijdt men een ronde plak, middellijn ongeveer 22 ä 25 c.M. Plaat» deze op een bakplaatje en verdeel de vulling gelijkmatig op het deeg, 2 c.M. van den rand blijvende. Rol de rest van het deeg uit ter dikte van een gulden, snijd er reepjes van ter breedte van ongeveer 1 1V2 c.M. en leg ze als een netwerk over de vulling, ze aan den vrijgebleven rand goed vastdrukkend. Bestrijk de taart met melk of ei, bestrooi ze zeer dun met witte suiker en bak ze gedurende 30 ä 40 minuten in een matig warmen oven. Laat ze afkoelen en plaats ze op een platten schotel.
Dit moet steeds zeer voorzichtig geschieden. Toch kan men het gerust wasschen en is het niet noodig het te laten uitstoomen, indien maar het juiste waschmiddel gekozen wordt.
*
Met Lux kunt U de fijnste stoffen geregeld wasschen, zonder dat U bevreesd behoeft te zijn, dat zij zullen beschadigen. De fijne ruitvormige Luxvlokjes lossen in een oogwenk op tot een dik roomachtig schuim, dat al het vuil losmaakt. Alle goederen, die bestand zijn tegen zuiver water, zijn in het heerlijke Lux sop volkomen veilig. Fijne kanten kraagjes, manchetten, batisten zakdoekjes, zijden halsdoeken; wasch ze gerust in Lux. De Lever's Zeep Maatschappij, Vlaardingen
NUTTIGE WENKEN Wanneer ge met een zakmes tornt, wikkel dan om het lemmet een katoenen band tot ongeveer 21/2 c.M. van de punt. Ge kunt dan evengoed tomen en loopt weinig kans dat gd u snijdt.
CORRESPONDENTIE No. 73816 De klokken aan weerszijden in de rok geven aan deze japon het zeer moderne aanzien, het model is echter eenvoudig en gemakkelijk te maken van fluweel, serge, gabadine, wolcrèpe enz. en garneeren met gcirgeite en een smal kantje.
No. 73818
Keurige namiddasiapon moderne rok met plooien, te maken van serge, gabardine, wol crepe. enz. en gegarneerd met de eveneens zeer moderne fichu.
Van deze afbeeldingen, welke met toestemming der fa. Weldon Ltd. te Londen zijn gereproduceerd, zijn geknipte oatronen verkrijgbaar franco per post tegen toezending van f 0.75 aan mevr. Milly Simons. 2e Schuytatraat 261, Den Haap.
Mfij. J. L. M., Den Haag. Er zijn verschillende middelen, doch afdoende zijn ze niet. Sommige dames gebruiken met succes een doorgesneden citroen als middel tegen sproeten, ook wordt Sprutol aanbevolen. Het beste is eerst een huidarts te raadplegen.
L 110-17
11 ■
^
9*
Frankensiag 166 - Den Haag Telefoon 5058E
Directeur E. BOERMA DAMES-EN HEEßENKLEEDERMAICERI3 De Coupe in nieuwe banen wil zeegen : De lot iioß loc onopgeio^te moei iijkheid door (lim en projedie opsjelosl omdat de coupeurs, tijdens bet snijden rekening kunnen houden mei den indiMdueelen lichaamsvorm.
Gronioy en Heerenstraat 58 Telefoon 755 Amsterdam, Rokiu 70. Tete£ooD35808
Belaslzich met het SAMENSTELLEN van Cabaret proyramnja s en het organiseeren van Feestavonden. Concerten, Dravringroom Enter I ai uments, Soirees particulier es Kindervoorstellingen, etc. etc.
i
Tel. 36047
Inschr.da^el. van 2—3 «nÄ—IO Privé 'ei -Prospectus opaanvr
R^lnéét «" V*ï*H alles BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRI3SVERHOOGING SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN
Electro-Radio DE VRAAGBAAK VOOR RADIO-AMATEURS
ONZE
PRIJSCOURANT
Holl. Indisch Restaurant NOBACK
HET POPULAIRE TI3DSCHRIFT
f 2.75 PER HALF DAAR
OojteJnde27
CHEMISCHE WASSCHERU „DUINOORD" Begoniastraat 188 en 190 - Den Haag - Tel. 36048
VRAAGT
EN Ai.MI.RM-INSTITUUT
YARDA
T^H^^^^W
......1.-,.
HET „BUREAU-PISUISSE"
Naaml. Vennootschap
Ref
■ . ...v
J
PAVILLON ORIENTAL
RIJSTTAFELS vanaf HOLL. DINERS . . PENSIONS: Sweelinckstraat 158, Jacob Hopstraat 1 - DEN HAAG Telefoon 36257
...... f 1.25 f 0.80, f 0.95 en f 1.25 Beleefd aanbevelend, MEVR.
NOBACK
Godfried de (sroot /Fmstellaan 64 /Tmsterdam Telefoon 28474
=^HABLE^^ GEVERS DEYNOOTWEG 17-19 SCHEVENINGEN TELEFOON 50474
SIX-FOUR [Nieuwste Modedans) Onderwijs dagetijks
INSTITUUT C KLINKERT Stadhouderskade 1.S2
Geopend een naar de tischen destijds ingerichte Salon van de ouds gerenommeerde
HABLE-WAFELS LUNCH- EN
TEA-ROOM
Tel. 24232
Aanaenaamsten rustigst zitje van Scheveningên. halte lijnB.tegenoverde,Seinpost'
Amsterdam
RIJWI E LBEWAAR PLAATS
Specialiteit in;
T^oderne en /Trtistiebe foto's
Zelfde firma als oo de Boulevard Zeekant 9 Telefoon 50318
TAen sie de vele reproducties van ons werh in ,.Het Weekblad" Cinema ©Sheater
Hein. bijgenaamd ..Oranje-Hein", komt na langen tijd in Indië geweest te zijn. weer in zijn vaderland terug. Op den wal ontdekt hij Aal, een oude bekende van hem. die hem vriendelijk verwelkomt en het blijkt, dat ze al die jaren op hem gewacht heeft. Het gevolg is dan ook. dat zij in het huwelijksbootje stappen. Hein vat hel schoenmakersvak weer op en gaat ook uit porren. In heel de Jordaan raakt hij bekend als een bovenst beste man. terwijl Aal een mopperaarster wordt. Op de boven-étage woont Thijs met vrouw en kind: deze Thijs drinkt veel meer dan goed voor hem is en de ruzie is dan ook niet van de lucht af. Aan den overkant wonen de schoonouders van Thijs met hun dochter Dien, waarvan zi ook al niet veel plezier beleven, daar zij liefst 's nachts pas thuis komt. Op zekeren nacht, als Thijs weer dronken thuis komt, heeft er een hevige scène plaats, waarbij een politieagent een vaas op zijn hoofd krijgt en Dien naar Rotterdam vlucht, een briefje achterlatende, dat zij nu een veel beter leven tegemoet gaat. Bij Thijs gaat alles naar den lommerd en op zekeren dag. als zijn dochtertje dit tracht tegen te houden, slingert hij het kind op straat. Nu halen de buren wat er nog aan huisraad is naar beneden en Ant wordt liefderijk bij haar ouders opgenomen. Als het zoo ver is, krijgt Thijs berouw, want Ant wil perse van h em scheiden. Zij zal nu in haar eigen onderhoud voorzien en verhuurt zich als werkster. Op zekeren dag valt zij bij het lappen van een venster naar beneden en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Hein gaal Thijs, terwijl hij een wagen met kolen aan het lossen is meedeelen wat er gebeurd is. Thijs doet wanhopige
INDIEN GE VOOR HET INZEEPEN
Ais Uw Kinderen
Izich bezeerd hebben ■ gebruik dan dadelijk I
PUROLF ABONNEERT U OP
GEBRUIKT „Ready Cream" wordt geleverd in potten van 1 Kilogram tegen toezending van £3.— aan de
m 24 nummers per jaar f 1.50 per kwartaal
oo
u ©E ©@Di¥iai^
90
DEN HAAG
Z. BINNENSINGEL 211
TIHIi Ca¥i E)^IMOI!l€ MASCOTTE WAGENSTRAAT 68 Tel. 14172
99
V/H
DEN HAAG
■ Dir.-Eigenaar: C. F. HACK Dir. Artistique: CHARL. BRAAKENSIEK
HET WINTERSEIZOEN 1925-1926 15 HEROPEND met medewerking van de schitterende
THE ROYAL DANCING'BAND Kapelmeester 2. C. v. BRDCK
OPTREDEN VAN EERSTE KLASSE ARTISTEN Matinee van 4-8 uur
Soiree van 81/2-l1/2""«"
Restaurant geopend van 4—1 uur n.m. Zaterdags. Zon- en feestdagen 50 ets. entree.
pogingen 30*=
VOOR ADVERTKNTIES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTENTIK-BUHEAU LOUIS BENJAMIN. STATIONSWEG 61b, ROTTERDAM
,
^_
.
■
om
het
i o e=
drinken
te
=» Qg ■
laten en begint « O «=ae
■ HIEB GAAT MfN«
■ UIT PORKN tu 1
■ BeWAACT MEN ■ 1^ w ^^^B
1 KINDEREN.
1i
■
zich werkelijk te verbeteren. Drie weken later is Ant hersteld en haar dochtertje brengt haar een briefje van haar man. waarin hij vergeving vraagt. Zij antwoordt de scheiding lusschen tafel en bed maar blauw-blauw te zullen laten en weer bij hem haar intrek te zullen nemen. Maar groot is haar verrassing, als zij ziet, dal hij alle ruiten hersteld heeft, de muren opnieuw behangen en de meubelen weer ingebracht. Tegelijkerlijd is haar vader 70 jaar geworden en er wordt een groot feest gegeven, waarbij alle buren genoodigd worden. Ook Dien keert bij haar ouders terug en de feeststemming bereikt haar hoogtepunt als het orgel op het pleintje er lustig op los speelt ..
8
_—^3o • o t^-—- • • ■—- -«*i o «o l
— ~*l9» O
^ Il
y VAN DE VROUW
Tekst; FRANK ARN0LD1
1
iXciïmg. óWit^/Zirtte^fcodcvxïc.^gfoa^
MUXM/ .^iïwJCOMvjww
m^
^ o
?
o
o o
fyumb!
&w
ii
J f ?
^
o
f
ï
i
zfycc
mvtoct} Axxyt.kuuv)4
3 ^
JJT^ ^
dVt/
'Ty&Md.
$
WLCA
f
r^r
f
1
s ff
i
«
/um/.^n^ d4M\'COVii'0m''Min' styUfr../Z&vu, 2^kam^
r
h
%
MAV.wJO)-wtyn-AMOWSMV)"lieh
/-^N
£
J.
^ t~^E ^
/z&wi ów
^S
m
o
«5
Neen man! Je bent amper in huis zeg! Grijp nu niet direct naar de krant! En veeg nu toch voortaan je voeten, Mijn kleed ligt vol modder en zand. En jongen, denk eens om m'n kleeren, Ik kan eeuwig mijn mantels niet keeren!
Wanneer kijk je eens naar de kastdeur, Je weet, die 's al maanden defect. Kom niet met je getarnde colbert aan, Vijf minuten, voordat je vertrekt. Vroeger bracht je bonbons mee, en taartjes. Maar nu kranten.... voor jou en sigaartjes.
Loop 's morgens zoo vroeg niet te mopp'ren. Ik zie je zoo kort lederen dag, Je lacht en je praat op kantoor, maar Geef mij ook een glimp van je lach! Stop je scheerrommel niet in mijn waschzak! En gebruik ied're vaas niet voor aschbak!
Wat 'n dot, om dat voor me te koopen, 'k Begreep al niet, wat je toch had! Parfum? En bonbons? O, wat zalig! Och jongen, je bent toch een schat! Ja... 'k Vergeet veel, dat doen alle vrouwen.... Maar 'k vergeet nooit... om van je te hou'enü
Op deze muziek kan ook worden gezongen en voorgedragen de monoloog, welke in ons vorig no. werd opgenomen, getiteld: Huwelijks-klachtenboek van een man.
AO
o
vK***
&*%**
o [o*o>-
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
-^io»oi
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL .een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
LE1DSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 .... WITTE DE WITHSTRAAT 88
1
Onder diegenen, die op hel tooneel telkens weer opnieuw de aandacht vragen, behoort Sophie de Vries. F.r mogen eens tijden zijn, dal ze minder op den voorgrond treedt, een omstandigheid waartoe in de tooneeiwereld meestal allerlei factoren, die niets hebben uit te staan met de capaciteiten van de betreffende artisten, meewerken, toch is het uitgesloten dat het ware talent steeds kan worden achteruit gedrukt. Ook Sophie de Vries heeft tijden gekend, dal haar minder belangrijk werk werd toebedeeld, maar dan kon men haast stellig aannemen, dat 't was: reculer pour mieux sauter. Na zoo'n tijd kwam ze eensklaps weer met een creatie, die haar superioriteit bewees. In haar klopt het bloed van de ras-artiste. Hel zou ons te ver voeren om al de creaties die in 't bijzonder de aandacht trokken, op ie sommen. Wanneer haar een rol werd toegewezen, ook al beantwoordde deze niet geheel aan verwachtingen en was de indeeling ook wel ereis zonder die „tact en beleid geschied, welke de goede eigenschappen van den echten leider moeten zijn, dan nog gaf zij zich aan haar werk met al haar capaciteiten. Wie dat kan, die toont daardoor ernstig artist te zijn. Aan haar serieusheid evenmin als haar capaciteiten en artistieke gaven twijfelt dan ook niemand. Zelfs niet de collega's! Et ga veul dire quelque chose. Misschien dat we daar in het seizoen dal thans weer aangebroken is, nog eens op terugkomen.
:o:«
1
I •* *0•
| ê©PMiE DE VRIfó
'ipw. ofiM/,ècM^j&mdwwwV ^tcc. .^MJ^^OA^ yC^w.w]^w^mayi.tdd4üd
o o
o
0
J J J J1
o
o
0
CAAJ
io
i
O
^
/&>€..bzAV, £AbV(M ty^iu%ïAX^//wu>d. d^ifc
^
r^^ g
^^
F^
•*
0
II
Aymó^lQ^p wumdc^.wetwxcw-w
5
^mSMM
tr—hH^j a
AO
^
•*
<>
I'
0
I (I 0<
Louis Saalborn kent ieder tooneelliefhebber. Jarenlang heeft hij reeds deel uitgemaakt van Willem Rooyaards' gezelschap. Steeds heeft hij er zich een belangrijker positie verworven. Z'n groole capaciteiten konden niet duidelijker worden gedemonstreerd dan door het feit. dat hij in menige rol doubleerde met Koyaards, wanneer deze verhinderd was zelf op. te treden. Hel ongelukkige tooneelseizoen van hel vorig jaar heeft zn naam eensklaps nog meer naar voren gebracht. Royaards zag geen kans meer om zonder het bezit van een goeden vasten schouwburg een nieuw seizoen in te gaan, Dat beleekende dus, dal de Koninklijke Vereeniging ,,Het Nederlandsch Tooneel, waarin Royaard's oude gezelschap ..Hel Tooneel" was opgelost, zou verdwijnen. Toen was Saalborn soogenblik gekomen. Hij verzamelde een deel van de kern van het oude beproefde geze schap om zich en hij heeft zich aan het hoofd gesteld van dat troepje, dat in het volgend seizoen toch stellig de gedachte aan den arbeid van Royaards zal wakker houden.
Dat Saalborn succes moge hebben !
.:o:
• :o;
^""
^
,.. II*.
^-•J^CKil C©©C^N IH Z'H BïRGEiRÏJI:^ Jackie is dol op z'n broertje. De kleine Robert Anthony houdt trouwens evenveel van „z'n groote broer" als 't filmminnend publiek aller landen.
SAIAMAMJERSCHOENEN ZIJN ONS WEKELIJKSCH
LIEDJE BEVINDT ZICH OP PAGINA 26 ■-
^-iïr-nnnn'iilïj
■■
HB—aaUBB—BM
IN
PASVORn ONGEËVFNAAPn