Intellectuele eigendom
884
Kroniek van de Intellectuele Eigendom Dirk Visser1 Filteren, blokkeren en afsluiten. Uploaden en downloaden. Afvullen, navullen en hervullen. Tablet-computers, bh’s met extra bandjes en altijd weer die spijkerbroeken en die kinderstoelen. Sleutelwoorden, kleuterfoto’s, flippo’s en de geïnformeerde gebruiker. Het merkenrecht is al volledig Europees. Het auteursrecht zit in een Europese stroomversnelling. Het modellenrecht kreeg zijn eerste uitspraken van het Europese Hof. In het octrooirecht discussieert men over de vestigingsplaats van een gemeenschappelijk octrooigerecht en over eerlijk, redelijk en niet-discriminerend licentiëren. De geschriftenbescherming lijkt nu echt verleden tijd.
De ‘vrijheid van ondernemerschap’,
Handhaving op internet Iedereen in de politiek en daarbuiten lijkt intussen een uitgesproken mening te hebben over de onwenselijkheid van handhaving van auteursrechten op internet, omdat dit een onaanvaardbare beperking van privacy, uitingsvrijheid, ‘netneutraliteit’ en ‘het vrije en open internet’ tot gevolg zou hebben.2 Bij de bestrijding van kinderporno, terrorisme, haat zaaiende imams, virussen en spam ligt dat anders. Handhaving van intellectuele eigendomsrechten is bij bepaalde groepen zo impopulair dat er zelfs een ‘one issue’ politieke partij voor is, de Piratenpartij, die in het parlement van Berlijn vijftien zetels kreeg. In Nederland werd door de Tweede Kamer een motie aangenomen tegen een verbod op illegaal downloaden.3 De handhaving van IE-rechten op internet blijft ook in de rechtspraak een belangrijk thema. Omdat het aanpakken van individuele gebruikers of individuele (buitenlandse of anonieme) aanbieders vaak onmogelijk of onwenselijk is, ligt de nadruk op de verantwoordelijkheid van commerciële tussenpersonen. Moet een accessprovider een buitenlandse website blokkeren, nadat die website hier en in eigen land al is verboden wegens betrokkenheid bij grootschalige auteursrechtinbreuk? Ja, oordeelt Rechtbank Den Haag, want dat is proportioneel.4 Mag een algemeen preventief filtergebod aan een internetprovider of aan de exploitant van een sociaalnetwerksite worden opgelegd? Nee, dat gaat te ver, oordeelt het Europese Hof. Dat is in strijd met de privacy, de informatievrijheid en de
te vinden in art. 16 van het Europese handvest, is een nieuw grondrecht in de discussie vrijheid van ondernemerschap.5 Die laatste ‘vrijheid’ is een nieuw grondrecht in de discussie, dat te vinden is in art. 16 van het Europese handvest. Naast privacy en vrijheid van meningsuiting betrekt het Hof de vrijheid van internetondernemerschap in de afweging: van een internetondernemer mag niet het onmogelijke gevraagd worden.
eBay Is eBay aansprakelijk voor het feit dat individuele gebruikers inbreukmakende spullen verkopen via haar internetveilingsite? Alleen als zij een ‘actieve rol’ speelt bij dat illegale aanbod, aldus het Europese Hof.6 Wanneer van een ‘actieve rol’ sprake is, blijft onduidelijk. Lidstaten moeten ‘ervoor zorgen dat de op het gebied van de intellectueleeigendomsrechten bevoegde nationale rechterlijke instanties de beheerder van een elektronische marktplaats kunnen gelasten om maatregelen te treffen die niet alleen bijdragen tot het doen eindigen van de door de gebruikers
Auteur
Noten
nl en allerhande internet-nieuwsmedia,
10551, B9 10452 (Scarlet vs. Sabam) en
1. Prof. mr. D.J.G. Visser is hoogleraar IE in
2. Zie bijvoorbeeld de brief van minister
zoek op ACTA.
HvJ EU 16 februari 2012, C-360/10, IEF
Leiden, advocaat te Amsterdam en mede-
Verhagen (EL&I) en staatssecretaris Teeven
3. Motie ingediend door PVV, D66, Groen-
10920 B9 10804 (Sabam vs. Netlog).
werker van dit blad. De auteur is dank
(VenJ) aan de Tweede Kamer over het voor-
Links en PvdA, Kamerstukken II 2011/12,
6. HvJ EU 12 juli 2011, C-324/09, BIE
verschuldigd aan Moïra Truijens, advocaat
alsnog niet ondertekenen van het Anti-
29 838, nr. 33 (Auteursrechtbeleid).
2011, p. 334, IEF 9932, B9 9922, IER
te Amsterdam en aan Tim Iserief, juridisch
Counterfeiting Trade Agreement (ACTA)
4. Rb. Den Haag 11 januari 2012, LJN
2011/58, BIE 2011, nr. 107 (L’Oréal vs.
medewerker te Amsterdam. Bij de recente
totdat vaststaat dat het verdrag in lijn is met
BV0549, IEF 10763, B9 10644 (BREIN vs.
eBay).
rechtspraak staan verwijzingen naar de
de grondrechten in Nederland d.d. 24
Ziggo & XS4All).
websites ieforum.nl (IEF) en boek9.nl (B9).
februari 2012. Zie verder boek9.nl, ieforum.
5. HvJ EU 24 november 2011, C-70/10, IEF
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
1041
Intellectuele eigendom
De dreiging van een proceskostenveroordeling leidt tot talloze schikkingen die zich aan de openbare waarneming onttrekken van die marktplaats gepleegde inbreuken op die rechten, maar ook tot het voorkomen van nieuwe inbreuken van die aard. Deze bevelen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en mogen geen belemmeringen voor legitiem handelsverkeer scheppen’. Wat dit nu precies betekent, is nog niet duidelijk. Het is ook niet eenvoudig: Inbreuken ‘doen eindigen’ behoeft een ‘beheerder’ pas te doen nadat de inbreuk is geconstateerd. Dat kan bijvoorbeeld door zogenaamde ‘Notice and Take Down’ (NTD)-procedures, waarbij je bij grootschalige en diverse inbreuken altijd achter de feiten aan loopt. ‘[H]et voorkomen van nieuwe inbreuken van die aard’ waar het Hof het ook over heeft, vereist onvermijdelijk preventief toezicht in de vorm van filteren (van aanbod of van internetverkeer), blokkeren (van bepaalde of IP-nummers) en afsluiten (van aanbieders of gebruikers). En bevelen met die strekking moeten ‘doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en mogen geen belemmeringen voor legitiem handelsverkeer scheppen’. Algemene filterverplichtingen van alle verkeer van alle gebruikers onbeperkt in de tijd en op eigen kosten vond het Hof dus duidelijk te ver gaan. Hoe en of nieuwe inbreuken wel of niet effectief en evenredig kunnen worden bestreden via filtering of ander preventief toezicht is een onderwerp van felle discussie.7 Wél duidelijk is dat particulieren die incidenteel een namaakmerkproduct via eBay of marktplaats verkopen volgens het Europese Hof het merk niet gebruiken ‘in het economisch verkeer’ (in het Engels: ‘in the course of trade’) en daarom geen merkinbreuk plegen.8 Dat geldt vermoedelijk weer níet voor een (fysiek) namaakproduct waarmee het auteursrecht wordt geschonden. Het auteursrechtelijk openbaarmakings- en distributierecht kent geen beperking tot het ‘handelsverkeer’. Bij digitale verspreiding bestaat een dergelijke beperking in het auteursrecht ook niet. Want hoewel downloaden voor privégebruik uit illegale bron in Nederland (momenteel) lijkt toegestaan, is het ook zonder winstoogmerk uploaden van auteursrechtelijk beschermd werk verboden. De impact van het uploaden dat gevolgd kan worden door talloze malen downloaden is natuurlijk ook heel anders dan die van de verkoop van een nepparfum of nepkledingstuk via internet. Het onderscheid tussen digitale piraterij en illegale fysieke nepartikelen zal overigens verder vervagen. 3D-printers zijn in aantocht waardoor de legale en illegale digitale verspreiding zich zal kunnen gaan uitbreiden naar zelf thuis in 3D te printen gebruiksvoorwerpen.
Krantenartikelen op websites Eén vorm van handhaving van auteursrecht op internet lijkt de laatste tijd opvallend succesvol, helaas niet tegen piraterij, maar tegen bedrijven en organisaties die nieuws (vaak over zichzelf) op hun websites plaatsen. Een BV, sinds kort genaamd Auxen, voorheen Cozzmoss, vertegenwoordigt een groot aantal kranten en zoekt het internet af naar krantenartikelen die zonder toestemming op websites staan. De betreffende websites worden gesommeerd
1042
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
de artikelen te verwijderen en een schadevergoeding te betalen van enkele honderden of duizenden euro’s. Regelmatig wordt er geprocedeerd, vaak, maar niet altijd, met succes.9 Het bestaan van (het risico van) de volledige proceskostenveroordeling in IE-zaken maakt dat veruit de meeste website-eigenaren vrijwillig betalen. Door een arrest van Hof Leeuwarden is de (gratis) auteursrechtelijke persexceptie via de mogelijkheid van een auteursrechtvoorbehoud grotendeels buiten werking gesteld.10 Daardoor heeft Auxen vs. Cozzmoss het nog gemakkelijker bij haar lucratieve speur- en handhavingswerk dat niet op ieders sympathie kan rekenen, maar wel effectief lijkt. In dit verband is het ook nuttig om te wijzen op een vonnis waarin ABN AMRO werd veroordeeld tot een schadevergoeding nader op te maken bij staat, wegens het intern doorsturen aan elf (maar waarschijnlijk veel meer) collega’s van een digitale nieuwsbrief.11 Dergelijk intern doorsturen van digitale nieuwsbrieven is auteursrechtelijk en meestal contractueel verboden. Het gebeurt natuurlijk in de praktijk massaal en is moeilijk te controleren, maar er zit dus een risico aan. Ook bij foto’s die op internet worden gezet lijkt sprake van een lucratieve handhavingspraktijk, dankzij de (dreiging van) volledige proceskostenveroordeling. De schadevergoeding die in rechte wordt toegewezen blijft dan beperkt tot een paar honderd euro, maar met een volledige proceskostenveroordeling van een paar duizend euro wordt het toch interessant of gevaarlijk.12 De dreiging hiervan leidt tot talloze schikkingen die zich aan de openbare waarneming onttrekken.
Adwords Ook bij de legale handel speelt het internet de hoofdrol. Vorig jaar was er in deze kroniek veel aandacht voor de zogenaamde Google Adwords, de sleutelwoorden die adverteerders bij Google kopen, waardoor hun advertenties worden getoond wanneer een gebruiker van de zoekmachine een zoekwoord invoert. Deze Adwords blijven de gemoederen in het merkenrecht bezighouden. In de eerder hierboven al genoemde zaak L’Oréal vs. eBay was ook aan de orde of veilingsite eBay reclame mag maken voor haar eigen veilingsite door middel van Adwords die overeenstemmen met bekende merken die via haar veilingsite worden verkocht. In de zaak Interflora vs. Marks & Spencer was de vraag aan de orde of een concurrent het merk ‘Interflora’ als Adword mag gebruiken om de aandacht te vestigen op advertenties voor zijn eigen bloemenbezorgservice.13 Het Hof van Justitie blijft van mening dat er wat betreft merken als Adwords veel mag. De hoofdregel is dat gebruik van andermans merk als Adword niet mag als het misleidend is of kan zijn voor de gemiddelde internetgebruiker. En die gemiddelde internetgebruiker wordt daarbij geacht goed op de hoogte te zijn van hoe Google werkt, wat advertenties zijn en wat niet. Het Hof in Luxemburg laat op dit vlak momenteel duidelijk de vrije mededinging prevaleren boven het belang om bezwaar te maken tegen aanhaken en verwateren van merken. De
Haagse lagere rechtspraak zat ook al op die lijn en het Hof Den Haag bevestigde een uitspraak waarin via nadruk op de vrijheid van (prijs)vergelijkende reclame niet-misleidend Adword gebruik ruimhartig wordt toegestaan.14
Geldige reden In de Interflora-zaak geeft het Hof ook voor het eerst invulling aan de ‘geldige reden’ waardoor gebruik van andermans merk geoorloofd kan zijn. Via een Adword laten weten dat je een vergelijkbaar product aanbiedt kan zo’n geldige reden opleveren.15 Inmiddels stelde de Hoge Raad in een niet-Adword-gerelateerde zaak een prejudiciële vraag over de betekenis van ‘geldige reden’ wanneer een horecagelegenheid (The Bulldog) zijn naam gaat gebruiken voor een energiedrank en die naam gelijkenis vertoont met die van een andere energiedrank (Red Bull).16
niet mocht.19 Dit hing naar mijn overtuiging ongetwijfeld samen met hetgeen gasflessen in het recht meestal doen, te weten ontploffen. Een ontplofte gasfles brengt vaak juridische aansprakelijkheden met zich mee en aan een dodelijke ‘merkgasflessplinter’ is vaak moeilijk te zien of de fles onoordeelkundig of met het verkeerde gas door een derde was nagevuld. In een Deense zaak oordeelt het Europese Hof nu echter dat de (waarschijnlijk zeer stevige) gasflessen die door de firma Kosan Gas voorzien van hun merk leeg of gevuld op de markt werden gebracht door concurrent Viking Gas mochten worden nagevuld. Met de verkoop van de flessen had de merkhouder ‘de economische waarde van de flessen gerealiseerd’ en was zijn merkrecht daarmee uitgeput. Navullen mag dan, mits er duidelijk op gezet wordt dat de fles is nagevuld.20 En nu maar hopen dat ze niet ontploffen.
Afvullen van blikjes Bij de handhaving van het merkenrecht buiten internet lijkt de Google-Adword-rechtspraak effect te hebben gehad op een uitspraak over het in Nederland in opdracht van een derde met energiedrank afvullen van voor buiten de EU bestemde inbreukmakende blikjes.17 Het Hof van Justitie was van oordeel dat zo’n afvuller zelf het inbreukmakende merk niet in merkenrechtelijke zin ‘gebruikt’. Hij handelt slechts in opdracht van een derde en hij zorgt ‘uitsluitend voor de technische voorzieningen die nodig zijn voor het gebruik daarvan door die derde’. Het Hof verwijst daarbij naar de positie van zoekmachine-exploitant Google ten aanzien van het gebruik van Adwords. Een dergelijke kwalificatie is natuurlijk wel verdedigbaar, maar vanuit het oogpunt van effectieve handhaving van IE-rechten, bij voorkeur bij de bron, is het wat minder gelukkig. De bewuste opdrachtgever tot dit louter technisch navullen, de firma Smart Drinks Ltd., bevindt zich namelijk op de Britse Maagdeneilanden. Het wordt dus erg aantrekkelijk op een dergelijk meteorologisch en juridisch aantrekkelijk exotisch eiland een ‘opdrachtgever’ neer te zetten, waarna het ‘afvullen’ van inbreukmakende verpakkingen bestemd voor buiten de EU zonder problemen in de EU kan plaatsvinden.
Navullen van flessen Het navullen van daartoe bestemde gasflessen is wat het Hof van Justitie betreft in beginsel ook toegestaan.18 Het Benelux Gerechtshof was in het verleden van oordeel dat het navullen van merkgasflessen merkenrechtelijke juist
Het onderscheid tussen digitale piraterij en illegale fysieke nepartikelen zal overigens verder vervagen Hervullen van fusten Wat niet mag is andermans bierfusten hervullen met eigen bier en ze dan verkopen waarbij je net doet of het originele bier erin zit of als je weet dat de afnemer het in zijn café gaat tappen en net gaat doen alsof dit het originele bier is. Het eerste is merkinbreuk en het tweede is onrechtmatig volgens de Amsterdamse Voorzieningenrechter.21 Bierbrouwer Olm deed dit met Heineken-fusten en cafés die zich contractueel gebonden hebben om Heineken te schenken en gebruikmaken van een Heinekenkelderbierinstallatie en allerlei Heineken-artikelen (uithangborden, glazen, viltjes enz.). Olm ontkende de gang van zaken grotendeels, maar verklaringen van ex-werknemers en ‘observaties’ door een onderzoeksbureau van de levering van Heinekenfusten ‘in witte bestelbussen zonder opschrift’ aan de caféhouders overtuigden de Voorzieningenrechter. Bovendien bleven de fusten eigendom van Heineken waardoor de nieuwe Viking vs. Kosan-
7. Zie bijvoorbeeld de noot van Koelman
11. Rb. Amsterdam 26 oktober 2011, LJN
15. Zie ook: Van der Kooij, ‘Het Interflora-
1993/454 m.nt. DWFV, BIE 1994, p. 161
onder L’Oréal vs. eBay in BIE 2011, p. 347,
BU6269, IEF 10590, B9 10477 (EIG vs.
arrest en de geldige reden’, BIE 2011, p. 360.
m.nt. JHS (Shell vs. Walhout).
gevolgd door een naschrift van T. Cohen
ABNAMRO).
16. HR 3 februari 2011, LJN BU4915, IEF
20. Zie uitgebreid: Steinhauser, ‘Het na- of
Jehoram, een reactie van Koelman en een
12. Zie bijvoorbeeld: Rb. Amsterdam 29
10862, B9 10750 (Leidseplein Beheer vs.
hervullen en inwisselen van gemerkte ver-
dupliek van T. Cohen Jehoram.
februari 2012, IEF 10982, B9 10869 (W vs.
Red Bull; The Bulldog vs. Red Bull), HvJ EU
pakkingen’, BIE 2011, p. 248.
8. HvJ EU 12 juli 2011, C-324/09, BIE
S).
zaaknr. C-65/12.
21. Rb. Amsterdam (vzr.) 18 augustus
2011, p. 334, IEF 9932, B9 9922, IER
13. HvJ EU 22 september 2011, C-323/09,
17. HvJ EU 15 december 2011, C-119/10,
2011, LJN BR5357, IEF 10087, B9 10042,
2011/58 (L’Oréal vs. eBay).
BIE 2011, p.389, IEF 10209, B9 10161, IER
IEF 10674, B9 10558 (Winters vs. Red
IER 2011/70, BIE 2011, nr. 104 (Heineken/
9. Zie de rechtspraak op ieforum.nl en
2011/71/BIE 2011, nr. 116 (Interflora vs.
Bull).
Olm).
boek9.nl, zoek op ‘cozzmoss’.
Marks & Spencer).
18. HvJ EU, 14 juli 2011, C-46/10, IEF
10. Hof Leeuwarden 26 juli 2011, LJN
14. Hof Den Haag 22 november 2011, LJN
9944, B9 9934, IER 2011/69/BIE 2011, nr.
BR3119, IEF 10002, B9 9976 (NDP vs.
BU6275, IEF 10536 B9 1044, IER 2011/19/
86 (Viking Ga vs. Kosan Gas).
Flevoland).
BIE 2012, nr. 8 (Tempur vs. Medicomfort).
19. BenGH 30 september 1993, NJ
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
1043
Intellectuele eigendom
rechtspraak van het Hof van Justitie ook niet van toepassing was.
Namaakgoederen Voor de bestrijding van piraterij buiten internet was verder het arrest van het Hof van Justitie in zaken van Philips en Nokia tegen Chinese namaak een tegenvaller.22 Namaakgoederen kunnen op grond van de piraterijverordening (via de zogenaamde ‘vervaardigingsfictie’) alleen in beslag worden genomen als kan worden aangetoond dat ze bestemd zijn voor verhandeling binnen de EU. Zo niet, dan niet.
boven de cups, zodat haar bh’s bandjes bevatten die min of meer de bovenlijn van de cups volgen.25 Die bandjes zijn op zich overbodig en dus niet technisch bepaald en vormen een auteursrechtelijk beschermde intellectuele schepping. Er volgt een algemeen verbod, maar wel beperkt tot het auteursrecht op bepaalde bh’s.
Lijkt het te veel? Los van de piraterij en de echte namaakhandel op internet speelt bij de intellectuele eigendom natuurlijk ook vaak de ‘lijkt het te veel’-vraag, volgens mij de ‘kernvraag’ van de IE. Volgens collega Brinkhof is dit een onverantwoorde simplificatie van de complexe overeenstemingsen beschermingsomvangvragen die elk binnen hun eigen context moeten worden beantwoord.23
Lijkt de Galaxy tabletcomputer van Samsung te veel op de iPad van Apple? Nee, vond het Haagse gerechtshof,24 want er bestonden al vergelijkbare producten en veel van de vormgeving is technisch bepaald en kan daarom niet via het modellenrecht worden gemonopoliseerd.
Lijken de bh’s met extra bandjes van Sapph te veel op vergelijkbare, zeer bekende bh’s van Marlies Dekkers? Ja, de meeste wel, oordeelt Rechtbank Utrecht, want Marlies Dekkers heeft met de wijze van vormgeving van de bandjes boven de cups een oorspronkelijke invulling gegeven aan het idee of de stijl van het hanteren van bandjes
1044
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
Lijken de ‘meegroeikinderstoelen’ van verschillende fabrikanten te veel op de bekende Tripp Trapp-stoel van ontwerper Peter Opsvik? De rechterlijke oordelen lopen zeer uiteen, ten aanzien van dezelfde en verschillende ‘namaak’ Tripp Trapp-stoelen. De ene rechter ziet vooral een technisch bepaalde stoel in ‘sobere Scandinavische stijl’, waarin alleen de cursieve L auteursrechtelijk beschermd is. De andere rechter ziet ook een zwevend effect dat niet (alleen) technisch, maar ook esthetisch is.26
Lijken de spijkerbroeken die ‘geïnspireerd’ zijn op de (bij de doelgroep) bekende Elwood-spijkerbroek door de verschillende (sier)stiksels te veel? Of is het ‘slechts’ een gebruikelijke ‘look’ overgenomen van motorbroeken, zoals een motorrijdende rechter meent? Zodra een kenmerk wordt benoemd als voortvloeiend uit een stijl of als technisch bepaald, dan is dat kenmerk vrij. Auteursrechtelijk geniet de Elwood nog een redelijke beschermingsomvang, want
auteursrechtelijke verwatering bestaat niet, maar merkenrechtelijk is de vorm van de Elwood niet beschermd, want deze geeft ‘een wezenlijke waarde’ aan de waar.27 28
worden beoordeeld vanuit het perspectief van deze enigszins hybride, fictieve, in hoge mate aandachtige maatman.
Nieuwe handboeken Bij de bescherming van vormgeving en voor de IE in het algemeen is van belang te melden dat recent zijn verschenen een nieuwe druk van het Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht29 en gloednieuw Industriële eigendom Deel 3 Vormen, namen en reclame.30 Beide boeken zijn zeer nuttig voor de praktijk en het onderwijs.
De maatman in het modellenrecht Het Hof van Justitie deed in 2011 zijn eerste uitspraak over de inbreukcriteria in het modellenrecht.31 In het modellenrecht gaat het er om of er wel of ‘geen andere algemene indruk’ bij de ‘geïnformeerde gebruiker’ wordt gewekt. Het Hof heeft zich nu uitgesproken over die ‘geïnformeerde gebruiker’. Die blijkt wat minder deskundig dan de ‘gemiddelde vakman’ in het octrooirecht, maar deskundiger dan de ‘gemiddeld geïnformeerde,
De overeenstemmingsvraag in het modellenrecht wordt beoordeeld vanuit het perspectief van deze enigszins hybride, fictieve, in hoge mate aandachtige maatman omzichtige en oplettende gewone consument’ uit het merkenrecht en het reclamerecht. Een ‘geïnformeerde gebruiker’ is ‘een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is, hetzij door zijn persoonlijke ervaring, hetzij door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector.’ Dat leidt er toe ‘dat de geïnformeerde gebruiker in casu een kind van ongeveer vijf à tien jaar oud kan zijn óf de marketingdirecteur van een onderneming die voortbrengselen vervaardigt waarvoor reclame wordt gemaakt door [flippo’s32] aan te bieden’. De overeenstemmingsvraag in het modellenrecht moet dus
Wat aan deze uitspraak verder opvalt, is dat het Hof toestaat dat het uiterlijk van de door de modelrechthebbende ‘daadwerkelijk verhandelde modellen’ bij de overeenstemmingsvraag mag worden betrokken. Dat is van belang wanneer, zoals in casu, die daadwerkelijk verhandelde modellen verschillen van de ingeschreven modellen. Dit roept nogal wat kritische vragen op ten aanzien van de registerduidelijkheid en de rechtszekerheid. Wat moet er nu worden vergeleken? Kan de rechthebbende de beschermingsomvang van zijn modelrecht vergroten door een gewijzigd model te gaan gebruiken? Ten slotte valt op dat het Hof spreekt over een ‘onvolmaakt herinneringsbeeld’ dat bij de beoordeling een rol mag spelen. Dat is opmerkelijk omdat dit suggereert dat er een element van verwarringsgevaar in het modelrechtelijk inbreukcriterium zou zitten. En dat is weer anathema voor de fijnproevers, want verwarring is iets uit het merkenrecht! Verwarring is ook niet relevant in het auteursrecht, maar weer wel bij de verwarringwekkende onrechtmatige stijlnabootsing.33 Er is inmiddels ook een tweede uitspraak van het Hof van Justitie over modelinbreuk.34 Daarin wordt geoordeeld dat ‘de intentie en het gedrag’ van de gedaagde geen verschil maakt bij de beoordeling van de inbreukvraag. In casu had de gedaagde zelf een modelregistratie verricht nadat zij wegens inbreuk op een ouder model was aangesproken. De stelling dat in een dergelijke situatie eerst de nieuwe modelregistratie nietig verklaard moet worden, werd ook verworpen.
Motiveren in merkenzaken Een handleiding voor het motiveren van een beslissing in een eenvoudige IE-zaak kan helpen in het oerwoud van steeds iets wijzigende beschermings- en inbreukcri-
22. HvJ EU 1 december 2011, C-446/09 en
B9 9716 (Marlies Dekkers vs. Sapph).
8925, IEF 10171, B9 10120, IER 2012/4,
Jehoram, 1e druk, Kluwer: maart 2012 (464
C-495/09, IEF 10604, B9 10487, BIE 2012,
26. Hof Amsterdam 15 maart 2011, LJN
BIE 2012 nr. 5 (Benetton vs. G-Star),
p., € 69)
nr. 2 (Philips/Lucheng resp. Nokia/Com-
BQ3808, IEF 9475 B9 10669 (H3 vs. Stok-
HR 2 september 2011, LJN BQ3894,
31. HvJ EU 20 oktober 2011, C-281/10, IEF
missioners).
ke), Hof Den Haag 31 mei 2011, LJN
B9 10086 (G-Star vs. Bestseller).
10374, B9 10301/BIE 2012, nr. 3 (PepsiCo
23. D.J.G. Visser, Motiveren in IE-zaken,
BQ6773 IEF 9740, IER 2012/3/ (Hauck vs.
28. Zie over wezenlijke waarde ook:
vs. Grupo Promer Mon Graphic)
deLex 2011. Zie voor een kritische bespre-
Stokke), Hof Amsterdam 17 januari 2012,
Gerecht EU 6 oktober 2011, T-508/08 IEF
32. http://nl.wikipedia.org/wiki/Flippo.
king: Brinkhof, ‘Over motiveren in IE-zaken,
IEF 10797/B9 10669 (Stokke vs. Jamak).
103007, B9 10237 (Bang & Olufsen) en
33. Hof Den Bosch 15 november 2011, LJN
de kernvraag en basisemoties’, BIE 2011, p.
Zie voor eerdere rechtspraak: D.J.G. Visser,
HR 23 december 2011, LJN BT8460, IEF
BU4770, IEF 10502, B9 10431 (Duijsens vs.
284. Repliek Visser in BIE 2011, p. 320.
Motiveren in IE-zaken, deLex 2011.
10714, B9 10596 (Trianon vs. Revillon),
Broeren).
24. Hof ’s-Gravenhage 24 januari 2012,
27. Hof Den Haag 19 april 2011, LJN
vragen van uitleg aan HvJ EU (C-2/12).
34. HvJ EU 16 februari 2012, C-488/10, IEF
LJN BV1612, IEF 10819, B9 10698, IER
BQ2113, IEF 9654, B9 10158, IER 2011/54
29. Gielen (red.), 10e druk, Kluwer (eind)
10919 B9 10807 (Celaya Emparanza y
2012/10 (Apple/Samsung).
(H&M vs. G-Star),
2011 (760 p., € 64).
Galdos International vs. Proyectos Integra-
25. Rb. Utrecht 25 mei 2011, IEF 9700,
Hof Den Haag 13 september 2011, LJN BS
30. Van Nispen, Huydecoper & Cohen
les de Balizamiento).
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
1045
Intellectuele eigendom
teria,35 maar is ook snel weer verouderd. In het merkenrecht lijkt de Hoge Raad recent te hebben beslist in de eerder genoemde The Bulldog vs. Red Bull-zaak dat altijd zowel de visuele als de auditieve en de begripsmatige overeenstemming door de feitenrechter besproken moeten worden, omdat deze elkaar kunnen ‘compenseren’.36 Dat wil zeggen dat een hoge mate van overeenstemming op het ene vlak teniet gedaan kan worden door een duidelijk verschil op een ander vlak. Deze leer is afkomstig uit het Picasso vs. Picaro-arrest van het Hof van Justitie:37 de overeenstemming tussen deze twee merken (Picasso en Picaro voor auto’s) werd gecompenseerd door het duidelijk begripsmatig verschil. Eerder oordeelde het Hof van Justitie in de zaak Lloyd vs. Loints38 dat enkele auditieve overeenstemming voldoende kan zijn om merkinbreuk aan te nemen. Nu lijkt de Hoge Raad van oordeel dat de feitenrechter in ieder geval moet onderzoeken of van Picasso/Picaro-achtige compensatie sprake is. In het merkenrecht is verder van belang dat een inbreukverbod ten aanzien van een Gemeenschapsmerk territoriaal beperkt kan worden als er, bijvoorbeeld om taalkundige redenen, in bepaalde delen van de EU geen sprake is van verwarringsgevaar.39
ming gold, een beperkt auteursrecht, enigszins vergelijkbaar met onze geschriftenbescherming. Deze Lichtbilderbescherming voor minder creatieve foto’s was geringer in omvang en korter in duur.
Europees auteursrecht Zoals vorig jaar aangekondigd waren er het afgelopen jaar veel uitspraken over het Europese auteursrecht. Het object van auteursrechtelijke bescherming blijkt (definitief) geharmoniseerd en over het openbaarmakings- en verveelvoudigingsbegrip komt steeds meer rechtspraak. Eva Maria Painer is een Oostenrijkse fotograaf. Zij heeft jaren geleden foto’s gemaakt van de kleuter Natascha Kampusch. Dat meisje werd zoals bekend later jarenlang ontvoerd en misbruikt. Toen zij weer vrij was gekomen, maar er nog geen foto’s van haar beschikbaar waren, drukten verschillende Oostenrijkse en Duitse kranten foto’s af van Natascha Kampusch als kleuter, gemaakt door mevrouw Painer. Er werden ook ‘montagefoto’s’ afgedrukt waarop de kleuterfoto’s met de computer
De opsporingsexceptie komt alleen toe aan de overheid en niet aan de media ‘ouder’ waren gemaakt. Mevrouw Painer eiste vervolgens van deze kranten schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk en het weglaten van haar naam bij de foto’s. De kranten beriepen zich op het citaatrecht en op de opsporingsexceptie. De eerste vraag die door het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof werd gesteld aan het Europese Hof betrof de auteursrechtelijke bescherming en beschermingsomvang van portretfoto’s. Zijn portretfoto’s wel auteursrechtelijk beschermd? En hoe ruim is de beschermingsomvang? Hierbij moet bedacht worden dat in Oostenrijk en Duitsland van oudsher voor dergelijke foto’s het beperkte regime van de Lichtbilder-bescher-
1046
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
Het Hof van Justitie maakt daar korte metten mee. Het Hof oordeelt dat een portretfoto in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming wanneer een dergelijke foto ‘een intellectuele schepping van de auteur is die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzen van die auteur bij de totstandkoming van die foto’. Wanneer is vastgesteld dat de betrokken portretfoto de hoedanigheid heeft van een werk, geniet dit een bescherming die niet geringer is dan die waarvoor ieder ander werk, een fotografisch werk daaronder begrepen, in aanmerking komt’.40 De kans bestaat dat er nu mensen zijn die gaan betogen dat hieruit volgt dat aan alle minder creatieve (bijvoorbeeld technisch bepaalde, of in een gebruikelijke stijl gemaakte) werken in concrete gevallen geen beperktere beschermingsomvang meer mag worden toegekend. Ik denk niet dat die conclusie juist is. Volgens mij heeft het Hof alleen afgerekend met een apart (wettelijk) regime voor portretfoto’s en andere ‘Lichtbilder’. Mijns inziens heeft het Hof geen uitspraak gedaan over de beschermingsomvang in de praktijk van zeer creatieve en minder creatieve werken. Maar helemaal duidelijk staat het er niet, dus reken maar dat advocaten gaan betogen dat ieder werk, hoe ‘zwak’ ook, nu recht heeft op een ruime beschermingsomvang. Verder sprak het Hof zich in deze zaak streng uit over het vereiste van naamsvermelding bij citaten en oordeelde het dat de opsporingsexceptie alleen toekomt aan de overheid (de opsporingsautoriteiten) en niet aan de media. Op het gebied van het openbaarmakingsrecht oordeelde het Europese Hof dat de openbaarmaking van live muziek ter plaatse, zoals in een circus, niet Europees geharmoniseerd is,41 maar alle andere openbaarmakingen wel. Het vertonen van beelden van voetbalwedstrijden in
een café is een openbaarmaking42 en het doorgeven van satellietsignalen aan ‘een nieuw publiek’ ook,43 en zelfs het beschikbaar stellen van een cd-speler en cd’s in een hotelkamer,44 maar het laten horen van muziek in de wachtkamer van de tandarts weer niet.45 Het parallel importeren van smartcards uit andere Europese landen om via abonneetelevisie voetbal te kijken is wél toegestaan. Een verbod daarop is namelijk in strijd met het vrije verkeer van diensten in Europa.46
Het is geen onzin om te vinden dat het niet eerlijk is dat de rechten van oudere uitvoerende kunstenaars nog tijdens hun leven in het publiek domein vallen
Thuiskopieheffing Verder besliste het Hof in Luxemburg dat een filmregisseur zelf recht heeft op thuiskopievergoeding en dat een dergelijk recht niet van rechtswege of op grond van een vermoeden van overdracht bij de filmproducent mag liggen. Vermoedelijk betekent dit ook dat ook het Nederlandse werkgeversauteursrecht moet wijken voor dergelijke vergoedingsaanspraken van werknemers. Die Thuiskopievergoeding moet ook betaald worden door buitenlandse bedrijven die via internet aan Nederlandse consumenten leveren.47 Op nationaal niveau is het lot van de thuiskopievergoeding onduidelijk. Staatsecretaris Teeven wil de heffing afschaffen en tegelijk kopiëren (downloaden) voor eigen gebruik uit illegale bron verbieden. Dat plan is zelfs een van de door hem gepresenteerde ‘speerpunten’.48 Voor dat verbieden van downloaden uit illegale bron is echter mogelijk geen Kamermeerderheid te vinden. Maar zonder dat verbod is afschaffing van de Thuiskopieheffing vermoedelijk niet mogelijk en is waarschijnlijk zelfs uitbreiding naar andere dragers of apparaten (mp3-spelers en harddiskrecorders) nodig.
Andere speerpunten Andere, minder omstreden auteursrechtelijke speerpunten van de Nederlandse regering zijn de uitbreiding en verzwaring van het toezicht op collectief beheer, de introductie van auteurscontractenrecht, kort gezegd ter bescherming van de auteur tegen de uitgever en een zogenoemde ‘fair use’-beperking.49 Uitbreiding van het toezicht50 is vooral een reactie op klachten over ondoorzichtigheid en te hoge tarieven bij Buma en aanverwante organisaties.51 Of meer toezicht gaat helpen moet wor-
den afgewacht. Over auteurscontractenrecht wordt al weer een aantal jaren touw getrokken, maar het ziet er naar uit dat een wetsvoorstel daarover zeer binnenkort naar de kamer gaat. (De vakbonden van) auteurs van artiesten stellen zich er veel van voor.52 In de volgende kroniek is er vermoedelijk meer over te melden. Het laatste speerpunt is dat Nederland graag een flexibele fair use-beperking wil naast de bestaande beperkingen en daar in Europa voor wil gaan lobbyen.53 Dat wil Nederland al jaren, maar er is in Europa vooralsnog bij lange na geen meerderheid voor.
Verlenging naburige rechten Een verlenging van de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars en platenproducenten wilde Nederland juist niet. Maar na een intensieve lobby door de muziekindustrie was daar in Europa wel een meerderheid voor.54 Zonder enig bewezen rechtseconomische noodzaak of maatschappelijke winst moet dit recht voor 1 november 2013 worden verlengd van vijftig naar zeventig jaar na eerste openbaarmaking. Nederland wilde het niet en de meeste wetenschappers zijn er boos over, vooral omdat het een symbool is van de voortdurende uitbreiding van IE-rechten. Maar het is ook geen onzin om te vinden dat het sneu en niet eerlijk is dat de rechten van oudere uitvoerende kunstenaars nog tijdens hun leven in het publiek domein vallen, waardoor zij er niets meer aan verdienen. Vooral als men bedenkt dat de rechten van auteurs tot zeventig jaar na hun dood beschermd zijn, waardoor kinderen en kleinkinderen er nog van kunnen genieten.
35. D.J.G. Visser, Motiveren in IE-zaken,
56 (DHL vs. Chronopost).
46. HvJ EU 4 oktober 2011, C-403/08 en
rige rechten, Derde Nota van wijziging,
deLex 2011. Zie voor een kritische bespre-
40. HvJ EU 1 december 2011, C-145/10,
C-429/08, IEF 10278 (Premier League), zie
Kamerstukken II 2011/12, 31 766.
king: Brinkhof, ‘Over motiveren in IE-zaken,
IEF 10606, B9 10488 (Eva Maria Painer).
ook: Van Ginneken en Chavannes, ‘De wet
51. De Wisselwerking tussen Auteursrecht
de kernvraag en basisemoties’, BIE 2011, p.
41. HvJ EU 24 november 2011, C-283/10,
van Murphy’, Mediaforum 2011, p. 329.
en Mededingingsrecht, Erasmus Universiteit mei 2010.
284. Repliek Visser in BIE 2011, p. 320.
IEF 10550, B9 10453 (Circul Globus Bucu-
47. HvJ EU 16 juni 2011, C-462/09, IEF
36. HR 3 februari 2012, LJN BU4915, IEF
reti).
9791, B9 9803 (Thuiskopie vs. Opus).
52. Wat er speelt. De positie van makers en
10862, B9 10750 (Leidseplein beheer vs.
42. HvJ EU 4 oktober 2011, C-403/08 en
48. Speerpunten-brief Auteursrecht 20©20
uitvoerend kunstenaars in de digitale
Red Bull) Inmiddels bij HvJ EU, zaak
C-429/08, IEF 10278, B9 10218 (Premier
d.d. 11 april 2011, Kamerstukken II
omgeving, SEO Economisch Onderzoek
C-65/12.
League).
2010/11, 29 838, nr. 29.
maart 2011.
37. HvJ EG 12 januari 2006, C-361/04, IEF
43. HvJ EU 13 oktober 2011, C-431/09 en
49. Speerpunten-brief Auteursrecht 20©20
53. Hugenholtz en Senftleben, Fair use in
1477 (Erven Picasso vs. DaimlerChrysler;
C-432/09, IEF 10332, B9 10272 (Airfield
d.d. 11 april 2011, Kamerstukken II 2010/11,
Europe. In search of flexibilities (IViR vs. VU), november 2011.
Picasso vs. Picaro).
vs. Canal Digital).
29 838, nr. 29. Aan deze brief lagen diverse
38. HvJ EG 22 juni 1999, C-342/97, NJ
44. HvJ EU 15 maart 2012, C-162/10, IEF
rapporten en onderzoeken ten grondslag die
54. Directive 2011/77/EU of the European
2000, 375 m.nt. DWFV, IER 1999/48
11046, B9 10942 (Phonographic Perfor-
in de volgende voetnoten worden genoemd.
Parliament and of the Council of 27 Sep-
(Lloyd vs. Klijssen; Lloyd vs. Loint’s).
mance vs. Ierland).
50. Nota van wijziging bij wetsvoorstel tot
tember 2011 amending Directive
39. HvJ EU 12 april 2011, C-235/09, IEF
45. HvJ EU 15 maart 2012, C-135/10, IEF
wijziging van de wet toezicht collectieve
2006/116/EC on the term of protection of
9546, B9 9548, IER 2011/57/BIE 2011, nr.
11045, B9 10941 (SCF vs. Marco Del Corso).
beheersorganisaties voor auteurs- en nabu-
copyright and certain related rights.
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
1047
Intellectuele eigendom
Nijntje-parodieën
Het Amsterdamse hof oordeelde dat zeven Nijntje-parodieën vanwege de humoristische bedoeling, het ontbreken van concurrentiebedoelingen en het ontbreken van verwarringsgevaar zowel auteursrechtelijk als merkenrechtelijk toelaatbaar waren.55 Een parodie kan vermoedelijk ook te grof zijn, maar wanneer daarvan sprake is blijkt in deze zaak niet. In het merkenrecht zit de beoordelingsmarge in de ‘geldige reden’ van art. 2.20 lid 1 onderdeel d BVIE, in het auteursrecht in ‘hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is’ in parodie-art. 18b Aw. Het ontbreken van concurrentiebedoelingen is in de praktijk mijns inziens de belangrijkste en vaak de doorslaggevende factor. Het lastige is dat handhaven van auteursrechten op internet in het algemeen niet erg populair is en dat het maken van bezwaar tegen een mogelijk te grove parodie alleen maar nog meer parodieen oproept. Kunstenaar Dick Bruna heeft getracht zijn stelling ‘Nijntje is van de kinderen, daar moet je afblijven’ in rechte erkend te krijgen. Dat is dapper en het is jammerlijk mislukt. Arme Nijntje is aan de internetheidenen overgeleverd.
Octrooi(ge)recht ‘Er moet zo snel mogelijk een akkoord komen over één gemeenschappelijk Europees octrooi en één octrooigerecht. Dit komt de Europese economie ten goede.’ aldus minister Verhagen eind januari 2012.56 Helemaal waar, alleen dat zeggen we al vijftig jaar.57 ‘Octrooien aanvragen en verdedigen is in de EU nu nog tien keer zo duur als in de VS en Japan. Vorig jaar bereikte Nederland met een groep van 25 EU-landen een principeakkoord over het invoeren van één Europees octrooi. Dankzij dat akkoord hoeft een octrooi nog maar in één taal te worden vertaald. (…) Het Europees octrooibureau zorgt ervoor dat bedrijven met één aanvraag een octrooi in verschillende Europese landen kunnen krijgen. Het heeft verschillende vestigingen in Europa en het hoofdkantoor staat in München. Van de 6 000 mensen werken er 2 600 in Rijswijk. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van de Europese instelling in Nederland in totaal zo’n 5 500 arbeidsplaatsen oplevert en een toegevoegde waarde van € 560 miljoen per jaar.’58 Om deze laatste reden is Nederland extra enthousiast over het Europese octrooi. De vestigingsplaats van het toekomstige Gemeenschappelijk octrooigerecht heeft uiteraard ook interessante economische voordelen voor het gastland daarvan. Vandaar dat men daar nu ruzie over maakt in Europa.
1048
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
Een nieuwe trend in 2011 is de beperking van de handhavingsmogelijkheden voor houders van octrooien die onderdeel uitmaken van een bepaalde technische ‘standaard’. Een voorbeeld van zo’n standaard is het GSM-netwerk,59 welke is ontstaan door brancheoverleg bij het Europees Telecommunicatie en Standaardisatie Instituut (ETSI). ETSI is een onafhankelijke standaardiseringsorganisatie voor de telecommunicatie-industrie in Europa.60 Deelnemers zijn onder andere producenten van telecommunicatieapparatuur (waaronder Apple, Nokia, Samsung, LG, Sony, Motorola enz.) en leveranciers van netwerkdiensten. Gezamenlijk bepalen zij, om de onderlinge operabiliteit te optimaliseren, welke techniek in de branche de standaard wordt. Ook op andere technische gebieden worden dergelijke afspraken gemaakt. Deelnemers van deze standaardiseringorganisaties spreken over het algemeen af dat, als een van hen een octrooi heeft op de techniek die tot standaard verkozen wordt, hij de anderen altijd een Fair Reasonable And Non Discriminatory (FRAND) licentie zal aanbieden. In een van de zaken tussen Samsung en Apple,61 was ook sprake van een dergelijke afspraak. Partijen waren echter nog niet tot overeenstemming gekomen over de voorwaarden van de licentie en dus vroeg Samsung in kort geding een inbreukverbod. De president besliste dat, wanneer men afspreekt dat er sowieso een FRAND-licentie gegeven zal worden, het vragen van een inbreukverbod mogelijk gekwalificeerd kan worden als misbruik van recht en wees het gevorderde verbod af. Een vergelijkbare redenering hield de president in een opheffingskortgeding naar aanleiding van een door LG gelegd conservatoir beslag tot afgifte van Playstations 3 van Sony, die gebruikmaakte van bepaalde (eveneens gestandaardiseerde)62 Blu-Ray-technologie.63 Daarin overwoog de president dat, wanneer de octrooihouder zich heeft verplicht ‘hoe dan ook’ een FRAND-licentie te geven, van inbreuk nooit sprake kan zijn. Evenmin achtte hij dat het geval wanneer partijen nog in onderhandeling zijn over de licentievoorwaarden. Het beslag werd aldus opgeheven.
Bedrijfsgeheimen Internationaal wordt bescherming van bedrijfsgeheimen vaak tot de intellectuele eigendom gerekend. Op grond van art. 39 van het TRIPS-verdrag is Nederland verplicht vertrouwelijke bedrijfsinformatie te beschermen. Of die verdragsbepaling directe werking heeft is onduidelijk, maar het Haagse hof oordeelde dat de strekking ervan in art. 6:162 BW is geïncorporeerd.64 Dat is de facto al sinds 1919 (Lindenbaum vs. Cohen)65 het geval. Den Hartog concludeert dat in recente zaken66 werkgevers vaak aan het kortste eind trekken, vaak omdat het gestelde misbruik van vertrouwelijke informatie niet kon worden bewezen. Daarnaast mogen ex-werknemers hun algemene vakkennis blijven gebruiken en is concurrentie uiteraard toegestaan.
Octrooien aanvragen en verdedigen is in de EU nu nog tien keer zo duur als in de VS en Japan
Einde van de geschriftenbescherming en ‘Technip’ Aan het slot van de verslagperiode heeft het Hof van Justitie van de EU op 1 maart 2012 definitief afgerekend met de zogenaamde geschriftenbescherming. Deze bescherming van niet-creatieve, onpersoonlijke geschriften, die dateert van vóór de dit jaar honderdjarige auteurswet, had volgens velen afgeschaft moeten worden met de introductie van het databankenrecht dertien jaar geleden. De Nederlandse wetgever wilde de geschriftenbescherming echter graag handhaven, vooral ten behoeve van het omroepbladenmonopolie, dat zo belangrijk was voor de publieke omroep.67 Het Hof van Justitie heeft nu in de zaak Football Dataco geoordeeld dat de databankrichtlijn niet toestaat dat een gegevensverzameling die niet aan de originaliteitscriteria voldoet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.68 In de Football Dataco-zaak ging het om speelschema’s voor voetbalwedstrijden die volgens de Engelse rechter op grond van de ‘skill and labour’-theorie in Engeland wel auteursrechtelijke beschermd konden zijn. Daar heeft het Hof nu mee afgerekend: ‘de omstandigheid dat de samenstelling van de databank, afgezien van het creëren van de gegevens die zij bevat, aanzienlijke inspanningen en deskundigheid van de maker vergt, [kan], in se geen grond opleveren voor de auteursrechtelijke bescherming ervan (…), indien deze inspanningen en deskundigheid niet gepaard zijn gegaan met originaliteit bij de keuze en de rangschikking van die gegevens’. Als helemaal geen (originaliteits)drempel wordt opgeworpen, zoals bij geschriftenbescherming, is auteursrechtelijke bescherming a fortiori niet mogelijk. Het lijkt erop dat het Hof hiermee ook heeft afgerekend met de omstreden Technip-theorie van de Hoge Raad69 die inhield dat ook een ‘op ervaring en analytisch vermogen berustende visie van de maker’ aanleiding kan
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad in de Technip-zaak gewoon zijn eerlijkheids-onderbuik gevolgd geven tot auteursrechtelijke bescherming van een kinetisch schema dat werd gebruikt in de petrochemische industrie. Dergelijke bescherming van een gegevensverzameling met bij uitstek technische knowhow via de achterdeur van het auteursrecht werd door velen systematisch en principieel onwenselijk gevonden. Een ‘op ervaring en analytisch vermogen berustende visie’ komt erg dicht bij ‘skill and labour’ en is als te lage en systematisch onjuiste drempel voor auteursrechtelijke bescherming sinds ‘Football Dataco’ niet meer toelaatbaar. Dit blijkt ook uit de volgende overweging van het Hof: ‘Wat de samenstelling van een databank betreft, is aan dit oorspronkelijkheidscriterium voldaan wanneer de maker ervan, bij de keuze of de rangschikking van de gegevens van deze databank, zijn creatieve vaardigheden op een originele manier tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzes’.70 In de Technip-zaak ging het om keuzes die technische voordelen boden en dus niet om ‘vrije en creatieve keuzes’. Misschien zou Nederland en/of Europa er toch verstandig aan doen om de bescherming van technische knowhow als bedrijfsgeheim op grond van art. 39 TRIPs daadwerkelijk te codificeren, te harmoniseren en wat uit te bouwen. Want uiteindelijk heeft de Hoge Raad in de Technip-zaak gewoon zijn eerlijkheids-onderbuik gevolgd: die waardevolle kinetische schema’s voor de petrochemische industrie waren ‘gepikt’ door een ex-werknemer.
55. Hof Amsterdam 13 september 2011,
gisch overzicht van de ontwikkelingen:
vs. Samsung), Rb. ’s-Gravenhage 14 okto-
387-389.
LJN BS7825, IEF 10169, B9 10118 Media-
Jettinghof, ‘The quest for a transnational
ber 2011, LJN BT7610, IEF 10342, B9
67. Zie: Inleiding en parlementaire geschie-
forum 2012, p. 30, AMI 735.2012 (Mercis
patent system in Europe’, Recht der werke-
10698, IER 2012/10 (Apple vs. Samsung).
denis Databankenwet, BJU 1999, p. 132.
vs. Punt.nl).
lijkheid, 2011(32) 3, p. 52-65.
62. http://blu-raydisc.com.
68. HvJ EU 1 maart 2012, C-604/10, IEF
56. Persbericht d.d. 30 januari 2012, http://
58. Persbericht d.d. 30 januari 2012, zie
63. Rb. ’s-Gravenhage 10 maart 2011, IEF
10977, B9 10862 (Football Dataco).
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/intel-
boven.
9463 (Sony vs. LG).
69. HR 24 februari 2006, AMI 2006, p. 153
lectueel-eigendom/nieuws/2012/01/30/
59. Global System for Mobile Communica-
64. Hof Den Haag 29 maart 2011, IEF
(Technip vs. Goosens), met zeer kritische
een-europees-octrooi-stimulans-voor-euro-
tions, maar oorspronkelijk Groupe Spécial
9507, BIE 2012, p. 364 m.nt. Den Hartog
noot Quaedvlieg.
pese-economie.html.
Mobile.
(GBT vs. Ajinomoto).
70. HvJ EU 1 maart 2012, C-604/10, IEF
57. In 1962 werd er al een concept voor
60. http://www.etsi.org.
65. HR 31 januari 1919, NJ 1919/161 (Lin-
10977, B9 10862 (Football Dataco), ov. 38.
een Community Patent Convention (CPC)
61. Hof ’s-Gravenhage 24 januari 2012,
denbaum vs. Cohen).
afgeschoten. Zie voor een rechtssociolo-
LJN BV 1612/IEF 10819, B9 10281 (Apple
66. Zie voor een overzicht: BIE 2012, p.
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-04-2012 – AFL. 15
1049