Jaarverslag 2008
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Jaarverslag 2008 Dienst voor de Intellectuele Eigendom
2 Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Dienst voor de Intellectuele Eigendom Koning Albert II-laan 16 B - 1000 BRUSSEL België Tel.: +32 2 277 52 89 +32 2 277 52 88 Fax: +32 2 277 52 62 E-mail:
[email protected] Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be tel. 02 277 51 11 Vanuit het buitenland: tel. + 32 2 277 51 11 Verantwoordelijke uitgever:
Robert GEURTS Directeur-generaal Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Koning Albert II-laan 16 B-1000 BRUSSEL België
Wettelijk depot: D/2009/2295/75 S4-09-0133/0655-09
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
INHOUDSTAFEL Voorwoord...........................................................................................................................................................................................................................5 1. Voorstelling van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom..................................................................7 1.1. Een Dienst binnen de FOD Economie...........................................................................................................................7 1.2. Opdrachten en doelstellingen.................................................................................................................................................8 1.3. Organigram................................................................................................................................................................................................... 11 1.4. Personeel......................................................................................................................................................................................................... 12 2. Activiteiten van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom................................................................. 13 2.1. Informeren..................................................................................................................................................................................................... 13 2.1.1. Contactpunt Intellectuele Eigendom.................................................................................................. 13 2.1.2. Nieuwe brochures met een coördinatie van de Belgische wetgeving betreffende het octrooirecht en het auteursrecht........................... 14 2.1.3. Herstructurering van de pagina’s over intellectuele eigendom op de internetsite van de FOD Economie...................................................................................... 14 2.1.4. De online octrooidatabanken......................................................................................................................... 15 2.1.5. De opzoekingen in de octrooidatabanken.................................................................................... 17 2.1.6. De octrooikopieën.......................................................................................................................................................... 20 2.2. Sensibiliseren............................................................................................................................................................................................ 20 2.2.1. Distributie van informatiebrochures................................................................................................... 20 2.2.2. Deelname aan beurzen en tentoonstellingen........................................................................ 20 2.2.3. Organisatie van informatiesessies......................................................................................................... 20 2.2.4. Coördinatie van het PATLIB-netwerk................................................................................................. 21 2.2.5. Organisatie van een examencentrum voor het Europese kwalificatie-examen voor erkend octrooigemachtigde bij het Europees octrooibureau........................................................................................................................... 22
3
2.3. Registreren, verlenen en publiceren van rechtstitels over industriële eigendom...................................................................................................................................................................... 24 2.3.1. Uitvindingsoctrooien.................................................................................................................................................. 25 2.3.2. Aanvullende beschermingscertificaten (ABC)....................................................................... 31 2.3.3. Kwekerscertificaten................................................................................................................................................... 33 2.3.4. Benelux merken, tekeningen en modellen................................................................................ 35 2.4. Taksen en vergoedingen innen. ......................................................................................................................................... 37 2.4.1. De proceduretaksen................................................................................................................................................... 37 2.4.2. De instandhoudingstaksen............................................................................................................................... 40 2.4.3. De vergoedingen voor octrooiopzoekingen en -kopieën........................................... 43
4
2.5. Ontwerpen en aanpassen van het wettelijke kader rond de intellectuele eigendom....................................................................................................................................................... 45 2.6. Vertegenwoordigen van België in de internationale instellingen en samenwerken aan projecten gelanceerd in het kader van deze instellingen.................................................................................................................................................................................... 50 2.7. Het secretariaat waarnemen van de adviesverlenende organen over intellectuele eigendom................................................................................................................................................... 53 2.8. Coördineren van de strijd tegen de namaak.................................................................................................... 54 Afkortingenlijst.......................................................................................................................................................................................... 57
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
VOORWOORD Het document dat voor u ligt, is het eerste, afzonderlijke jaarverslag dat door de Belgische Dienst voor de intellectuele Eigendom werd opgesteld. Het heeft betrekking op het jaar 2008. De voorbije jaren werden de activiteiten van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom besproken in het jaarverslag van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of van diens Algemene Directie voor de Regulering en Organisatie van de Markt, waaronder hij valt. In dit jaarverslag krijgt u na de voorstelling van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) een uitgebreid overzicht van diens prestaties en realisaties van het jaar 2008 op het gebied van informatie, sensibilisatie, registratie, boekhouding en regulering inzake intellectuele eigendom in België. Als belangrijkste feiten of realisaties van het afgelopen jaar 2008 kunnen wij hier alvast vermelden: • de wijziging van de wetgeving via de inwerkingtreding op 1 januari 2008 van de wet van 6 maart 2007, die voorziet in een aanzienlijke verlaging van de taks die de aanvrager van een Belgisch octrooi betaalt voor de aflevering van een verslag van nieuwheidsonderzoek; diezelfde wet voorziet eveneens in een verhoging van de jaartaksen die de octrooihouders betalen voor de instandhouding van hun octrooien in België; • de uitgave van twee nieuwe brochures met een gecoördineerde versie van de volledige Belgische wet- en regelgeving inzake het octrooirecht en het auteursrecht, die deze materies voor het publiek toegankelijker en transparanter maken; • de verbetering van de online toegang van het publiek tot het Belgische Octrooiregister op de internetsite van de Federale Overheidsdienst Economie, door de ingebruikname van een snellere en meer betrouwbare server en de installatie van beter gestructureerde zoek- en resultatenpagina’s; • de continue uitbreiding (front- en backfile) van de collectie elektronische documenten (octrooispecificaties, vertalingen, overeenkomsten betreffende licentie, overdracht, …) in de octrooidatabanken Esp@cenet en EPATRAS die het publiek online kan raadplegen op de internetsite van de Federale Overheidsdienst Economie. Verder kunt u in dit jaarverslag lezen dat de DIE in 2008: • 540 rapporten van onderzoek naar de stand van de techniek opgesteld heeft, in opdracht van voornamelijk octrooigemachtigden en van octrooiafdelingen van grote firma’s;
5
• voor het eerst te Brussel een examencentrum inrichtte voor het Europese kwalificatie-examen voor Europees octrooigemachtigde; • 709 Belgische octrooiaanvragen ontvangen heeft, tegen 617 in 2007; • meer dan 16 miljoen euro aan taksen boekte waarvan meer dan 7 miljoen euro bestemd was voor de Belgische Schatkist. U verneemt ook dat er in 2008 in België 5.461 Belgische octrooien en 94.910 Europese octrooien van kracht waren. Ik houd eraan om alle medewerkers bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom te bedanken voor hun inzet en bijdragen aan deze resultaten van het jaar 2008. En ik hoop dat u, lezer, aan de hand van dit jaarverslag de Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom en zijn aanbod van diensten en producten waarop u een beroep kunt doen, beter leert kennen. Robert Geurts,
6
Directeur-generaal Regulering en Organisatie van de Markt
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
1. Voorstelling van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom 1.1. Een dienst binnen de FOD Economie De DIE maakt deel uit van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (hierna “FOD Economie”), en meer bepaald van de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt. Als administratieve entiteit in de schoot van de FOD Economie, heeft de Dienst voor de Intellectuele Eigendom geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid ten opzichte van de federale Staat. De inkomsten en uitgaven verbonden aan zijn activiteiten maken bovendien deel uit van het algemene budget van de Staat. De Dienst voor de Intellectuele Eigendom (hierna “DIE” ) bestaat uit twee diensten: de dienst “Juridische en Internationale Zaken” en de dienst “Productie, Boekhouding en Informatie”.
7
1.2. Opdrachten en doelstellingen De FOD Economie stelt zich resoluut op als instrument ter beschikking van de regering, om, in een federale, Europese en internationale context, de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt. De FOD Economie oefent deze opdracht uit in het raam van de Lissabonstrategie voor de groei en de werkgelegenheid, die de kenniseconomie en de innovatie als belangrijkste actiedomeinen voor het economische beleid van de lidstaten van de Europese Unie naar voor schuift. De FOD Economie is zich bewust van het feit, dat de intellectuele eigendom op federaal niveau één van de belangrijkste hefbomen is voor de implementatie van de Lissabonstrategie, en beheert deze materie door zoveel mogelijk de nadruk te leggen op het bevorderen van de kenniseconomie in België maar ook in Europa. Binnen deze context vervult de DIE de volgende algemene opdrachten:
8
• Beheren van de (aanvragen voor) industriële eigendomsrechten (octrooien, aanvullende beschermingscertificaten, kwekersrecht, merken, tekeningen en modellen) De tussenkomst van de DIE kan één of meer beheersactiviteiten inhouden, zoals het ontvangen van de aanvragen, het verlenen van de titels, het innen van de taksen of het inschrijven van de statuutwijzigingen; de draagwijdte ervan varieert in functie van het betrokken recht en van het niveau waarop het werd verleend (Belgisch, Benelux, Europees, communautair of internationaal). Om deze opdracht in overeenstemming met de Lissabonstrategie uit te oefenen, tracht de DIE voortdurend de Belgische verleningsprocedure van industriële eigendomstitels te moderniseren en de kwaliteit ervan te verbeteren. Dit moderniseringsproject strekt ertoe aan alle gebruikers een performant instrument ter beschikking te stellen dat is aangepast aan de juridische en technische normen (ICT) die gelden op Europees en internationaal niveau. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de kwaliteitsverbetering, opdat de titels die door de DIE worden afgeleverd (octrooi, aanvullend beschermingscertificaat en kwekerscertificaat) zouden beantwoorden aan de wettelijk voorgeschreven beschermingsvoorwaarden en een optimale rechtszekerheid kan worden gewaarborgd. Men moet immers vermijden dat titels worden verleend die slechts in schijn geldig zijn, gelet op de zeer nadelige gevolgen die daaruit kunnen voortvloeien voor de economische actoren op de betrokken markt. • Informeren en sensibiliseren van het publiek, zijnde de houders van de rechten maar ook elke potentiële gebruiker van het intellectuele eigendomsstelsel
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Het bevorderen van de kenniseconomie impliceert dat de innoverende ondernemingen, in het bijzonder de kmo’s, de universiteiten en de onderzoeksinstellingen, worden gesensibiliseerd en voorgelicht over het cruciaal belang van de intellectuele eigendomsrechten voor het valorisatieproces van hun producten en diensten. In deze optiek tracht de DIE zijn sensibiliserings- en informatieactiviteiten te oriënteren naar doelgroepen met een groeipotentieel, in termen van gebruik van de intellectuele eigendomsrechten (o.a. kmo), en de noden van die doelgroepen op te volgen, om aldus een volledig en actueel aanbod van producten en diensten te kunnen voorstellen. Deze acties zijn er in de eerste plaats op gericht de intellectuele eigendomsrechten begrijpelijker en toegankelijker te maken voor het doelpubliek (gebruikers of houders van deze rechten). • Ontwerpen en aanpassen van het wettelijke kader voor de intellectuele eigendom Een moderne, innovatiegerichte economie moet kunnen steunen op een efficiënt systeem van intellectuele eigendom. De reglementering van de intellectuele eigendomsrechten is bijgevolg een belangrijk instrument voor het zeker stellen van de ontwikkeling en promotie van de kenniseconomie. Een goede reglementering legt de voorwaarden vast voor de bescherming, de draagwijdte en de beperkingen, en bepaalt wie ervan kan genieten. Op die manier kan het evenwichtspunt worden bepaald tussen het monopolie dat is toegekend aan de uitvinders en de scheppers, en de toegang tot de knowhow, de wetenschappelijke kennis en de cultuur. De aanpassing van de regelgeving van toepassing op de intellectuele eigendom is bovendien een onmisbaar instrument voor het volbrengen van de overige taken van de DIE, vooral de modernisering van de procedures op het gebied van beheer van Belgische titels van industriële eigendom alsook de verbetering van de toegankelijkheid van deze titels en van de kwaliteit ervan. • België vertegenwoordigen binnen de internationale instellingen en samenwerken aan projecten die voorgesteld worden in het kader van deze instellingen Zoals in tabel 1 aangegeven1, wordt de intellectuele eigendom gekenmerkt door een samenbestaan van verschillende beschermingsniveaus voor elk industrieel eigendomsrecht.
1 De gebruikte afkortingen in de tabel verwijzen naar volgende organisaties:
- - - - -
BBIE: Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom; CPVO: Communautair Bureau voor Plantenrassen; OHIM: Office for Harmonization in the internal market; WIPO: Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom; UPOV: Union pour la Protection des Obtentions Végétales.
9
Tabel 1: Beschermingsniveau van industrieel eigendomsrecht Industrieel eigendomsrecht Niveau Octrooi
Kweekproduct
Merk
Tekening en Model
Nationaal
Belgisch octrooi
Belgisch certificaat
nihil
nihil
Benelux
nihil
nihil
Benelux Merk (BBIE)
Benelux Tekening en Model (BBIE)
Communautair
nihil (ontwerp van gemeenschapsoctrooi)
Gemeenschapscertificaat (OCVV)
Gemeenschapsmerk (OHIM)
Communautaire Tekening en Model (OHIM)
Europees
Europees octrooi
nihil
nihil
nihil
Internationale samenwerking (UPOV)
Internationale samenwerking (WIPO- Systeem van Madrid)
Internationale samenwerking (WIPO- Systeem van Den Haag)
Internationaal
10
Internationale samenwerking (WIPO - PCT)
De doelstelling van de FOD Economie bestaat erin, voor elk industrieel eigendomsrecht, een verhouding te definiëren tussen de bestaande of toekomstige systemen (cfr. het ontwerp van Verordening over het gemeenschapsoctrooi), die het beste de kenniseconomie en de innovatie promoot. Het dient echter te worden onderstreept dat de hefbomen waarmee deze relatie kan worden bepaald, verdeeld zijn over verschillende beslissingsniveaus en dus “ontsnappen” aan het toezicht van één enkele staat of van één enkele organisatie van publiek recht. Het naast elkaar bestaan op het communautaire niveau van systemen voor het verlenen van industriële eigendomstitels is momenteel een feit voor de merken, tekeningen en modellen en de kweekproducten. De vraag is, hoe, voor elk van deze industriële eigendomstitels, elk systeem op optimale wijze kan bijdragen tot het promoten van de innovatie in Europa en vooral dan in België. Wat de uitvindingsoctrooien betreft, zal er zolang het gemeenschapsoctrooi niet wordt aangenomen, geen sprake zijn van een co-existentie van twee systemen van titelverlening. De huidige situatie kenmerkt zich dan ook door een complementariteit tussen het nationale octrooistelsel en het Europese octrooistelsel. Het is nog de vraag of deze beide systemen samen optimaal bijdragen tot het bevorderen van de innovatie.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
1.3. Organigram Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Dienst Juridische en Internationale Zaken
Dienst Productie, Boekhouding en Informatie
Recht inzake octrooien en ABC
Registratie Verlening
Kwekersrecht
Publicatie octrooien
Recht inzake merken, tekeningen en modellen
Boekhouding
Auteursrecht en naburige rechten
Informatie
Coördinatie van de strijd tegen de namaak
Contectpunt Intellectuele Eigendom
De dienst ”Juridische en Internationale Zaken” heeft tot taak de wetgeving en reglementering over intellectuele eigendom uit te werken en aan te passen aan de evolutie van het communautaire en internationale recht. De DIE vertegenwoordigt België in de intergouvernementele organisaties die bevoegdheden hebben op het vlak van de intellectuele eigendom. Hij volgt de (pre)contentieuze of niet-contentieuze procedures op waarin de Belgische staat of de DIE betrokken zijn of een belang hebben om op te treden (prejudiciële vragen voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, de Raad van State of het Grondwettelijk Hof). Een andere opdracht bestaat erin het secretariaat te verzekeren van adviesverlenende en beslissingsorganen over intellectuele eigendom alsook adviezen uit te brengen over de draagwijdte van de regelgeving op het vlak van de intellectuele eigendom. Tot slot neemt hij ook deel aan de coördinatie van de strijd tegen namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten.
11
De dienst ”Productie, Boekhouding en Informatie“ is belast met het registreren, verlenen en publiceren van de industriële eigendomsrechten voor het Belgische grondgebied, vervult een rol van tussenpersoon voor het registreren van internationale rechten en verspreidt de informatie over de intellectuele eigendom. Deze afdeling zorgt eveneens voor de promotie, het opzoeken en het zo ruim mogelijk verspreiden van de informatie in verband met de uitvindingsoctrooien en int de taksen voor het registreren, publiceren en in stand houden van de industriële eigendomstitels.
1.4. Personeel De gegevens i.v.m. het personeelsbestand (in voltijds equivalenten (vte)) van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom staan vermeld in tabel 2 (situatie op 31/12/2008). Tabel 2: Personeelsbestand (in voltijdse equivalenten)
Dienst voor de Intellectuele Eigendom Dienst juridische en internationale Zaken
12
Dienst Productie, Boekhouding en Informatie Gemeenschappelijke steuncellen (administratieve en logistieke steun) Totaal
8,0 29,4 5,7 43,1
In tabel 3 staan de gegevens i.v.m. de verdeling van het aantal voltijdse equivalenten (vte) per niveau vermeld (situatie op 31/12/2008). Tabel 3: Verdeling van de voltijdse equivalenten per niveau Dienst voor de Intellectuele Eigendom Niveau A adviseurs en attachés Niveau B administratieve experts Niveau C bestuursassistenten Niveau D administratieve medewerkers Totaal
13,6 4,1 15,4 10 43,1
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
2. Activiteiten van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom 2.1. Informeren 2.1.1. Contactpunt Intellectuele Eigendom Sinds november 2007 heeft de DIE een Contactpunt Intellectuele Eigendom geopend waar iedereen die geïnteresseerd is in de intellectuele eigendom kan worden ontvangen. Dit Contactpunt omvat verschillende door de DIE aangeboden diensten, te weten: • een persoonlijk onthaal; • toegang tot de informatie en tot de brochures; • een zaal voor opzoeking en raadpleging van octrooien, merken, tekeningen en modellen; • een vertrouwelijke ruimte voorbehouden voor de indiening van aanvragen voor octrooien, merken, tekeningen en modellen; • de inning van taksen;
13
• de officiële ontvangst van documenten afkomstig van kantoren van raadgevers over industriële eigendom; • ruimten voorbehouden voor ontmoetingen met de deskundigen van de DIE. In 2008 werden zo een 1.800 klanten in het Contactpunt Intellectuele Eigendom onthaald en waren er ongeveer 3.000 telefonische oproepen. 2.1.2. Nieuwe brochures met een coördinatie van de Belgische wetgeving betreffende het octrooirecht en het auteursrecht Om het publiek beter te informeren, heeft de DIE in 2008 brochures gepubliceerd met een coördinatie van de Belgische wetgeving betreffende het octrooirecht en het auteursrecht. Deze ééntalige of tweetalige brochures worden gratis ter beschikking gesteld van het publiek onder papieren alsook onder elektronische vorm.
14
Zij zijn erg gegeerd bij het publiek dat deelneemt aan beurzen en seminaries die gewijd zijn aan de intellectuele eigendom, alsook bij de professionele milieus met inbegrip van de academische en gerechtelijke milieus die gespecialiseerd zijn in deze materie. 2.1.3. Herstructurering van de pagina’s over intellectuele eigendom op de internetsite van de FOD Economie In het kader van zijn actieplan tot uitvoering van de Lissabonstrategie, heeft de FOD Economie beslist om zijn internetsite volledig te vernieuwen. Hiertoe werden de bladzijden betreffende de intellectuele eigendom onderworpen aan een grondige herziening. De doelstelling van deze herstructurering is niet enkel om de bestaande pagina’s aan te vullen en aan te passen maar ook om de informatie duidelijker en toegankelijker te maken voor alle gebruikers van het systeem van de intellectuele eigendom, particulieren of ondernemingen. De pagina’s zijn onderverdeeld in drie grote thema’s: • de verschillende intellectuele eigendomsrechten (octrooien, merken, auteursrecht, enz.), • de vragen die gemeenschappelijk zijn aan de verschillende rechten (bijvoorbeeld de strijd tegen namaak en de rol van de intellectuele eigendom bij innovatie), • en de institutionele en praktische informatie (de DIE, de Raad voor de Intellectuele Eigendom, de taksen, de formulieren, enz..).
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
2.1.4. De online octrooidatabanken De Dienst voor de Intellectuele Eigendom stelt een reeks octrooidatabanken via het internet ter beschikking van het publiek. Hier kan men terecht voor bibliografische en technische informatie betreffende octrooien. Deze informatie stelt de ondernemingen in staat om een inbreuk op de beschermingsrechten van anderen en overbodige investeringen in onderzoek en ontwikkeling van al bestaande technologie te vermijden. Verder vinden zij er ook de coördinaten van eventuele zakenpartners en van mogelijke licentienemers en -verleners.
EPATRAS De Internet site http://epatras.economie.fgov.be stelt het publiek een databank ter beschikking voor de opzoeking en raadpleging van documenten betreffende de in België gevalideerde Europese octrooien. De EPATRAS databank (European Patent Translation System) bevat de vertalingen van de in België gevalideerde Europese octrooien. De DIE vult EPATRAS geleidelijk aan met de andere documenten van de Europese octrooidossiers, zoals de kennisgevingen van de wijziging van statuut (licenties, overdracht, inpandgeving,…). De documenten zijn geklasseerd in drie taalverzamelingen (Frans, Nederlands of Duits) volgens de hoofdtaal van het document. Deze databank is uitgerust met een “full text” zoekmotor en met een vertaalmotor voor vier talen (Duits, Frans, Nederlands en Engels). Eind 2008 bevatte de databank EPATRAS de vertalingen van de Europese octrooien die in België gevalideerd werden met een publicatienummer tot EP 0 110 000 en alle vertalingen van de in België gevalideerde Europese octrooien, die sinds 01/07/1994 tot op heden werden ingediend. Vooraleer een nieuwe bij de DIE geregistreerde vertaling in de databank EPATRAS kan worden geraadpleegd, moet ongeveer een twintigtal dagen gerekend worden. Zij zal vanaf de indiening uiteraard altijd op aanvraag bij de DIE kunnen worden geraadpleegd. Eind 2008, werden de documenten betreffende de statuutwijzigingen, die in de loop van het jaar 2008 werden ingediend, gepubliceerd in EPATRAS. De databank zal in 2012 de documenten bevatten van alle in België gevalideerde Europese octrooien. Eind 2008, bevatte de EPATRAS site 200.000 documenten.
15
16
De EPATRAS site (European Patent Translation System) is eveneens toegankelijk via de Internet site van de DIE http://economie.fgov.be/nl.
ESP@CENET De databank Esp@cenet bevat de documenten van de octrooiaanvragen en van de octrooien gepubliceerd door de WIPO, het Europees Octrooibureau (hieronder “EOB”), en de nationale diensten van de lidstaten van de EOB waaronder België. Ze bevat de volledige documenten van de Belgische octrooien gepubliceerd sinds 1984. De internetsite Esp@cenet van de DIE is direct toegankelijk via het internetadres http://be.espacenet.com. Hij is ook toegankelijk via de internetsite van de DIE http://economie.fgov.be/nl
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
BREV In november 2008 heeft de DIE een nieuw Belgisch Register (BREV) der uitvindingsoctrooien online gebracht. De nieuwe site brengt enkele nieuwigheden. Een specifieke hulp bij het invullen van de opzoekingspagina werd toegevoegd. De navigatie in de resultatenpagina werd gewijzigd. De door de opzoeking geleverde gegevens worden getoond in een tabel wat de lectuur ervan vergemakkelijkt. Sommige gegevens in die tabel zijn vollediger en beter gestructureerd. Zo kan de gebruiker alle wijzigingen van de octrooihouder vinden in een chronologische volgorde. De tabel met resultaten bevat eveneens een link naar de internetsite Esp@cenet om het document van een sinds 1984 gepubliceerd Belgisch octrooi te consulteren en naar EPATRAS om het nationale dossier van een Europees octrooi te raadplegen. Het register BREV is direct toegankelijk via de internet site van de DIE http://economie.
fgov.be/nl .
17
2.1.5. De opzoekingen in de octrooidatabanken De medewerkers van de DIE voeren op verzoek standaardonderzoeken of onderzoeken op maat naar uitvindingsoctrooien uit in het EPOQUE-systeem van het Europees octrooibureau. Zo kunnen ze: • de stand van de techniek in een bepaald domein bepalen; • de nieuwheid van een uitvinding controleren; • verschillende types van technologiebewaking verrichten; • de vrijheid van exploitatie van een product of van een technologie controleren om met name het risico op namaak te vermijden;
• een opzoeking verrichten om de kans op nietigverklaring van een octrooi of van oppositie tegen een octrooi in te schatten; • specifieke statistieken op het gebied van uitvindingsoctrooien afleveren. In 2007, ter gelegenheid van een forum georganiseerd door de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, werd de dienstverlening op het gebied van octrooiopzoeking van de DIE geselecteerd als één van de beste internationale praktijken om de kmo’s te informeren, te ondersteunen en te begeleiden. Grafiek 1: Aantal octrooiopzoekingen 800 700
657
690 610
600
634 540
500
18
400 300 200 100 0 2004
2005
2006
2007
2008
Bron: FOD Economie, DIE.
Het aantal octrooiopzoekingen uitgevoerd door de medewerkers van de DIE (zie grafiek 1) is lichtjes gedaald sinds 2005 als gevolg van de door de DIE gevoerde actie bij het publiek om de toegang tot de octrooi-informatie te vergemakkelijken, hoofdzakelijk via de databanken op zijn internetsite (BREV, Esp@cenet et EPATRAS). Er werd echter een sterke toename van de complexiteit van de behandelde dossiers vastgesteld. De grafiek 2 geeft voor het jaar 2008 de categorieën van klanten weer die octrooiopzoekingen aanvroegen:
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 2: Categorieën van klanten die octrooiopzoekingen aanvroegen
Uitvinders 12%
Kmo 11%
Octrooigemachtigden 47%
Instituten 9%
Juristen 1% Universiteiten 6%
Multinationals 14%
Bron: FOD Economie, DIE.
De grafiek 3 geeft voor het jaar 2008 de categorieën van octrooiopzoekingen weer, uitgevoerd door de medewerkers van de DIE: Grafiek 3: Categorieën van octrooiopzoekingen Exploitatievrijheid: 5%
Anterioriteiten: 76%
Technische bewaking: 10%
Specifiek: 1%
Statistiek: 1%
Oppositie: 4%
Naam: 2%
Inpadoc: 1%
Bron: FOD Economie, DIE.
19
2.1.6. De octrooikopieën De DIE levert ook, op verzoek: • kopieën van octrooidocumenten (35.000 bladzijden in 2008); • voor eensluidend verklaarde kopieën van octrooidocumenten (282 in 2008).
2.2. Sensibiliseren Om de kenniseconomie en de innovatie in België te stimuleren, verzorgt de DIE de promotie van het systeem van intellectuele eigendomsrechten. Hiertoe verdeelt de DIE informatiebrochures maar neemt daarnaast ook deel aan beurzen en tentoonstellingen en organiseert hij informatieve sessies voor zijn doelpubliek en voor de betrokken milieus. De DIE coördineert eveneens de activiteiten van het PATLIB-netwerk in België en hij organiseert een centrum voor Europees kwalificatie-examen om erkend octrooigemachtigde bij het Europees octrooibureau te worden.
20
2.2.1. Distributie van informatiebrochures Werden verdeeld in 2008: • 1500 brochures voor inleiding tot de intellectuele eigendom; • 1000 brochures “Regelgeving inzake uitvindingsoctrooien”; • 810 brochures “Regelgeving inzake auteursrechten en naburige rechten”. 2.2.2. Deelname aan beurzen en tentoonstellingen In 2008 heeft de DIE op de stand van de FOD Economie actief deelgenomen aan: • Beurs Ondernemen (Brussel); • Forum des entrepreneurs (Liège). 2.2.3. Organisatie van informatiesessies De DIE heeft verschillende informatie- en sensibilisatiesessies gehouden bij verschillende organismen en verenigingen, zoals: • Faculté Universitaire des sciences Agronomiques de Gembloux (studenten bio-ingenieur): “Inleiding tot de Intellectuelle eigendom en het octrooi in het bijzonder“; • Centexbel – Gent : “Het lezen van octrooidocumenten”;
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
• Sirris (WTCM/CRIF) – Leuven: opleiding “De verschillende ‘search tools”; • Sirris – Agoria – Seraing: “Het belang van de octrooi-informatie“; • HEC-ULg entrepreneurs – Liège:“Ik bescherm me, ik informeer me; de octrooien als informatiebron”; • VLAO – Gent: “Intellectuele eigendomsrechten in een kmo”; • Chambre de commerce - Luxembourg:“Ik bescherm me, ik informeer me; de octrooien als informatiebron“; • “Tournee” in Vlaanderen met Bizidee • Vrije Universiteit Brussel en Rijksuniversiteit Gent:“Strategie voor octrooiopzoekingen“; • Universiteit Antwerpen: “Strategie voor octrooiopzoekingen”. 2.2.4. Coordinatie van het PATLIB-netwerk De naam PATLIB komt van PATent LIBrary. Het PATLIB-netwerk is een netwerk van centra voor octrooi-informatie doorheen Europa, opgericht door de nationale octrooidiensten van de lidstaten van de Europese octrooiorganisatie (EPO). De doelstelling ervan is om de toegang tot de octrooi-informatie gemakkelijker te maken voor alle types van gebruikers en meer in het bijzonder de kmo, dit door de distributie van octrooi-informatie en brochures betreffende intellectuele eigendom, het ter beschikking stellen van opzoekingsmiddelen in de octrooidatabanken, de organisatie van seminaries enz. Het eerste PATLIB-centrum van het Europese netwerk werd opgericht in 1994. Vandaag omvat dit netwerk ongeveer 300 centra over heel Europa.
Internetadres: http://patlib.european-patent-office.org/ In België is het PATLIB samengesteld uit 8 centra, verdeeld over de universiteiten maar ook binnen sectorale onderzoekscentra (Centra de Groote).
21
In het kader van een samenwerkingsprogramma tussen de DIE en het EPO werden in 2000, 3 octrooicellen met activiteiten binnen de sectorale Centra De Groote opgericht, te weten: • PATLIB CENTEXBEL: Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor de Belgische Textielindustrie; • PATLIB WTCB: Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf; • PATLIB SIRRIS (vroeger CRIF): Collectief Centrum van de Technologische Industrie. In augustus 2002 heeft de DIE besloten om de naam PATLIB toe te kennen aan de 3 octrooicellen van de Centra de Groote en heeft hij de oprichting van nog 3 andere PATLIBcentra in universitaire middens gelanceerd, te weten: • Université Libre de Bruxelles (ULB); • Université de Liège (ULg);
22
• Katholieke Universiteit Leuven (KUL). In 2004 werd het Centre PATLIB Hainaut opgericht, samengesteld uit l’Université de Mons, la Faculté Polytechnique de Mons en la Chambre de Commerce et d’Industrie du Hainaut. Tot slot werd in 2005 het laatste Belgische PATLIB centrum opgericht bij de Vrije Universiteit Brussel (VUB). In de loop van 2008 heeft dit netwerk gezorgd voor een sterkere verspreiding van octrooiinformatie en voor meer acties om het publiek ter zake te sensibiliseren en te informeren. De verschillende centra en de DIE hebben zo verschillende activiteiten kunnen ontwikkelen en kwalitatieve ondersteuning kunnen bieden, hoofdzakelijk aan de kmo’s en de wetenschappelijk onderzoekers.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
23
2.2.5. Organisatie van een examencentrum voor het Europese kwalificatie-examen voor erkend octrooigemachtigde bij het Europees octrooibureau Personen die een octrooiaanvrager willen vertegenwoordigen bij het Europees Octrooibureau, moeten slagen in een Europees kwalificatie-examen voor erkend Europees octrooigemachtigde waarmee wordt vastgesteld of zij de vereiste kennis en bekwaamheden hebben. Dit kwalificatie-examen wordt ieder jaar in de maand maart over heel Europa gehouden. De examens worden georganiseerd door een Examenraad die is samengesteld uit personeelsleden van het EOB en leden van het Europees Octrooi-instituut (EPI). De Examenraad wordt bijgestaan door een Examensecretariaat. In samenwerking met het Examensecretariaat organiseerde de DIE van 4 t.e.m. 6 maart 2008 een examencentrum in examenlokalen van de FOD Economie te Brussel. 24 kandidaten, hoofdzakelijk afkomstig uit België, legden het Europese kwalificatieexamen voor erkend, Europees octrooigemachtigde af in dit examencentrum.
2.3. Registreren, verlenen en publiceren van rechtstitels inzake industriële eigendom De Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) beheert de aanvragen inzake industriële eigendomsrechten (octrooien, aanvullende beschermingscertificaten, kwekerscertificaten, merken, tekeningen en modellen). De reikwijdte van de interventie van de DIE, die kan bestaan in één of meer beheershandelingen zoals het ontvangen van indieningen, het verlenen van rechtstitels, het innen van taksen of de inschrijving van statuutwijzigingen, varieert naargelang van het betrokken industriële eigendomsrecht en het niveau waarop het wordt verleend (Belgisch, Benelux, Europees, communautair of internationaal). De DIE registreert de Belgische, Europese en internationale (PCT) octrooiaanvragen voor uitvindingen, de aanvragen voor een Belgisch aanvullend beschermingscertificaat voor een geneesmiddel of een gewasbeschermingsmiddel, de aanvragen voor een Belgisch kwekerscertificaat en de aanvragen voor een Benelux-merk, -tekening of –model.
24
Hij verleent en publiceert de Belgische octrooien, aanvullende beschermingscertificaten en kwekerscertificaten. Hij registreert en publiceert: • de vertalingen, in één van de Belgische nationale talen, die worden ingediend ter validatie van Europese octrooien met aanduiding van België, die door het Europees Octrooibureau in het Engels werden verleend;
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
• de overeenkomsten op het gebied van overdrachten, licenties, inpandgevingen, … die de octrooi- en certificaathouders sluiten met andere partijen, opdat deze uitwerking zouden hebben ten opzichte van de DIE en tegenstelbaar aan derden zouden zijn. 2.3.1. Uitvindingsoctrooien Een octrooi is een uitsluitend en tijdelijk exploitatierecht verleend door de overheid voor iedere uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid. Dit recht treedt pas in werking op de dag waarop het octrooi door de overheid verleend en gepubliceerd wordt. Het betreft hier een verbodsrecht. Het octrooi geeft de octrooihouder het recht om iedere derde die niet zijn toestemming heeft verkregen, het volgende te verbieden: • het gebruik van de werkwijze waarop het octrooi betrekking heeft of de aanbieding van het gebruik ervan op het aangegeven grondgebied; • de vervaardiging, de aanbieding, het in het verkeer brengen, het gebruik dan wel daartoe in te voeren of in voorraad te hebben met voornoemde doeleinden van het geoctrooieerde product of van het product dat direct bekomen wordt via de geoctrooieerde werkwijze op het aangegeven grondgebied. Grafiek 4: Belgische (BE), Europese (EP) en internationale (PCT) octrooiaanvragen ingediend bij de DIE 800
BE
700 635
EP
PCT
648
622
709 617
600 500 400 300
299
293 183
200
192 132 139
132
106
72
100
51
0 2004
Bron: FOD Economie, DIE.
2005
2006
2007
2008
25
De grafiek 4 toont een duidelijke toename van het aantal Belgische octrooiaanvragen (BE). De verlaging van de onderzoekstaks die verschuldigd is voor de Belgische octrooiaanvragen is ongetwijfeld een verklaring voor deze evolutie. Dit bedrag werd aanzienlijk verlaagd door een wet van 6 maart 20072. Voor de Belgische octrooiaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2008, bedraagt de onderzoekstaks 300 euro, i.p.v. 887,06 euro zoals voorheen. Het onderzoeksrapport wordt opgesteld door het Europees Octrooibureau voor rekening van de Belgische staat. Het onderzoekt de mogelijke anterioriteiten in de stand van de techniek. Het bevat voortaan ook een advies (“schriftelijke opinie” genaamd) over de octrooieerbaarheid van de uitvinding. Het onderzoeksrapport en de schriftelijke opinie worden met het oog op informatie aan derden openbaar gemaakt op het moment dat het Belgische octrooi wordt verleend.
26
De verlaging van de onderzoekstaks voor de deposant heeft als doel het Belgische octrooisysteem toegankelijker te maken voor de kmo’s die een belangrijke rol in de Belgische economie spelen. Door deze maatregel is het aantal Belgische octrooiaanvragen in de loop van het jaar 2008 toegenomen. De toegenomen aantrekkelijkheid van het Belgische octrooi draagt bovendien ten volle bij aan de bevordering van de innovatie, die in overeenstemming is met de doelstellingen bepaald in de Lissabonstrategie van de Europese Unie. Bovendien werd al in 2007 een forse daling van het aantal bij de DIE ingediende Europese (EP) en internationale (PCT) octrooiaanvragen vastgesteld. Deze daling wordt bevestigd in 2008 en is te verklaren door het toegenomen gebruik door de grote firma’s en de Belgische erkende octrooigemachtigden van de elektronische indiening bij het Europees Octrooibureau en bij de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom. 2 Wet van 6 maart 2007 tot wijziging van de regeling betreffende de aflevering van het uitvindingsoctrooi en het takssysteem inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten, BS 12 april 2007.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 5: Oorsprong van de Belgische aanvragen 800 België
Buitenland
700 135 600
120
106
159
515
516
489
2004
2005
2006
500
163
400 300
574
200
454
100 0 2007
2008
Bron: FOD Economie, DIE.
De grafiek 5, stelt de evolutie voor van het aantal Belgische octrooiaanvragen van 2004 tot 2008 en verdeelt deze naargelang de oorsprong ervan. Uit deze grafiek blijkt enerzijds dat in de periode 2007-2008 het aantal indieningen verricht door de Belgische aanvragers gestegen is met 26 % en anderzijds dat het aantal indieningen verricht door de buitenlandse aanvragers verminderd is met 17 %. Dat wijst erop dat de verlaging van de onderzoekstaks tot 300 euro vooral ten goede is gekomen aan de in België gevestigde deposanten.
27
Grafiek 6: Verleende Belgische octrooien 800 713 700
708
600
548
519
526
2007
2008
500 400 300 200 100
28
0 2004
2005
2006
Bron: FOD Economie, DIE.
In 2008 is het aantal octrooiverleningen licht toegenomen ten aanzien van het vorige jaar. Deze toename zal waarschijnlijk bevestigd worden in 2009 en 2010 gelet op de toename van het aantal indieningen van octrooiaanvragen in 2008 (zie grafiek 4).
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 7: Aard van de verleende Belgische octrooien 800 BE octrooi 6 jaar
BE octrooi 20 jaar
700 600 500
447
466
400
340
292
303
208
227
223
2006
2007
2008
300 200 100
266
242
2004
2005
0
Bron: FOD Economie, DIE.
Tot einde 2008 konden twee types van Belgische octrooien worden aangevraagd: het octrooi van 6 jaar, ook het ‘kleine octrooi‘ genoemd, d.w.z. een octrooi verleend zonder een onderzoeksrapport en het octrooi van 20 jaar, verleend met een onderzoeksrapport. Grafiek 7 stelt voor de laatste 5 jaar, het aantal kleine octrooien voor dat t.o.v. het aantal octrooien van 20 jaar werd verleend. Het aantal kleine octrooien dat verleend werd, blijft lager dan het aantal octrooien van 20 jaar. Toch wordt het verschil kleiner. Er dient aan herinnerd dat het systeem van het kleine octrooi sinds 8 januari 20093 is afgeschaft om de rechtszekerheid van het Belgische octrooisysteem te versterken.
3 Artikelen 78 tot 82 van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen, BS 29 december 2008.
29
Grafiek 8: Oorsprong van de verleende Belgische octrooien 800 België
Buitenland
700 600
204
178
500
125
115
133
423
404
393
2006
2007
2008
400 300 509
530
200 100
30
0 2004
2005
Bron: FOD Economie, DIE.
Grafiek 8, die de oorsprong van de verleende Belgische octrooien weergeeft, vertoont een duidelijke parallel met grafiek 5 die de oorsprong van de octrooiaanvragen voorstelt. Dus zonder enige verrassing blijven de octrooien verleend aan Belgische houders duidelijk in de meerderheid.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 9: Gevalideerde Europese octrooien in België met en zonder vertaling 25.000 Gevalideerde EP met vertaling in BE
Gevalideerde EP zonder vertaling in BE
20.000
11.829
15.000
13.508
11.584
13.364
10.608 10.000
5.000 7.619
6.581
7.288
2005
2006
9.430 5.966
0 2004
2007
2008
Bron: FOD Economie, DIE.
Parallel met de verleningsprocedure van Belgische octrooien sensu stricto registreert en publiceert de DIE de vertalingen van de Europese octrooien in één van de Belgische landstalen, met het oog op de validatie ervan in België. Deze procedure is noodzakelijk voor de in het Engels verleende Europese octrooien. Het totale aantal validaties van Europese octrooien is de laatste jaren onophoudelijk toegenomen, een directe weerspiegeling van de toename van het aantal door het EOB verleende octrooien waarbij België wordt aangeduid. De zonder vertaling gevalideerde octrooien blijven hierbij in de meerderheid (zie grafiek 9). 2.3.2. Aanvullende beschermingscertificaten (ABC) Het aanvullende beschermingscertificaat maakt het mogelijk om de beschermingsduur van een geoctrooieerd geneesmiddel of gewasbeschermingsmiddel te verlengen met een maximumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de vervaldatum van het octrooi. De verlening ervan kan de termijn voor het verkrijgen van een vergunning voor het in de handel brengen van het geneesmiddel of gewasbeschermingsmiddel, die de exploitatieperiode van het octrooi in gelijke mate beperkt, compenseren.
31
De grafieken 10 en 11 geven voor de jaren 2004 tot 2008 het aantal aanvragen van een ABC en het aantal verleende ABC aan. Grafiek 11 “verlening van ABC” kent in zekere mate dezelfde evolutie als die welke beschreven wordt door grafiek 10 “indienen van ABC-aanvragen”. De factor ‘tijd’ speelt in mindere mate een rol want vaak wordt een ABC slechts enkele jaren na het indienen van de aanvraag verleend. Het ABC wordt immers slechts actief bij het einde van het overeenkomstige basisoctrooi, waardoor de verleningstermijnen van de ABC langer kunnen zijn. Uit deze beide grafieken blijkt heel duidelijk dat de ABC voor geneesmiddelen talrijker zijn dan de ABC voor gewasbeschermingsmiddelen. Grafiek 10: Aanvragen van Belgische aanvullende beschermingscertificaten 90 80
BE ABC fytofarmaceutisch product
70
32
80
BE ABC geneesmiddel
60 50 40 30
43
38 35 26
20 8
10
3
6
2
6
0 2004
Bron: FOD Economie, DIE.
2005
2006
2007
2008
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 11: Verleende Belgische aanvullende beschermingscertificaten 39
40 35
BE ABC geneesmiddel
35
BE ABC fytofarmaceutisch product 30 26 25
22
21 20 15
10
10
6 5
2
1
2004
2005
33
0
0 2006
2007
2008
Bron: FOD Economie, DIE.
2.3.3. Kwekerscertificaten Een kwekerscertificaat is een rechtstitel op het gebied van industriële eigendom die aan de titularis ervan een territoriaal beperkte, tijdelijke exclusiviteit verleent voor de exploitatie van het teeltmateriaal van een kweekproduct. Het wordt slechts verleend voor een ras dat nieuw, onderscheidbaar, voldoende homogeen en bestendig is en een conforme benaming draagt. . De bescherming door het kwekersrecht wordt verkregen volgens soort en geslacht voor een duur van 20 tot 30 jaar. De kweekvariëteit is in de Belgische wet gedefinieerd als zijnde iedere kloon, lijn, stam, hybride die geteeld kan worden, evenals elke cultivar. De grafieken 12 en 13 geven voor de jaren 2004 tot 2008 respectievelijk het aantal aanvragen van een Belgisch kwekerscertificaat aan en het aantal verleende Belgische kwekerscertificaten aan. Uit deze twee tabellen blijkt dat het aantal Belgische kwekerscertificaten gering is. Dat is enerzijds te wijten aan het feit dat de Belgische wetgeving dateert van 1975 en niet werd aangepast aan de juridische evolutie die zich sindsdien op internationaal en Europees niveau heeft voorgedaan en anderzijds aan de mogelijkheid om een eenvormige en gecentraliseerde bescherming van de nieuwe plantenvariëteiten voor het hele grondgebied van de Europese Gemeenschap te krijgen. Een wetsontwerp om het Belgische systeem van de bescherming van kweekproducten aantrekkelijker te maken, werd uitgewerkt in 2008.
Grafiek 12: Aanvragen van Belgische kwekerscertificaten 8 7
7
6 5
5
5
4 3 2 1
1
34
0
0 2004
2005
2006
2007
2008
Bron: FOD Economie, DIE.
Grafiek 13: Verleende Belgische kwekerscertificaten 9 8
8 7 6
6
5 4
4 3
2
2 1
0
0 2004
Bron: FOD Economie, DIE.
2005
2006
2007
2008
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
2.3.4. Benelux merken, tekeningen en modellen Het merk is een onderscheidend teken van een product of van een dienst. Het wordt beschermd voor een duur van 10 jaar, hernieuwbaar tot in het oneindige. De essentiële functies van het merk zijn het toelaten om producten en diensten van een onderneming te onderscheiden van deze die een andere herkomst hebben, en het zo aan de gebruiker garanderen van de identiteit van het product of de dienst aangeduid door het merk. De bescherming van tekeningen en modellen is van toepassing op het uiterlijk van een product of van een deel van een product, dat eraan wordt gegeven, in het bijzonder, door de kenmerken van lijnen, omtrekken, kleuren, vorm, textuur of materialen van het product zelf of van de versiering ervan. Tekeningen omvatten alle tweedimensionale vormen zoals dessins en patronen op stoffen en papier. Onder modellen vallen de driedimensionale vormen van gebruiksvoorwerpen. De bescherming is voor 5 jaar, vernieuwbaar met periodes van 5 jaar tot maximum 25 jaar. De DIE verstrekt informatie en documentatie over de registratieprocedures voor Benelux-merken, tekeningen en modellen en Gemeenschapsmerken en -modellen en over de eventuele internationale inschrijving ervan. Aanvragen van Benelux merken, tekeningen en -modellen kunnen zowel bij het Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom (BBIE) als bij de DIE worden ingediend. Grafiek 14 toont aan dat slechts een kleine fractie van het totale aantal aanvragen van een Beneluxmerk bij de DIE wordt ingediend. Het feit dat deze fractie in de periode 2004 – 2008 ieder jaar kleiner is geworden, is te wijten aan het toenemende succes van de mogelijkheid tot elektronische indiening van een aanvraag van een Benelux-merk bij het BBIE. Grafiek 15 geeft dezelfde tendens aan voor de aanvragen van een Beneluxmodel. De grafiek 16 informeert over de herkomst van de aanvragen van Benelux-merken in de periode 2004-2008.
35
Grafiek 14: Aanvragen Benelux-merk Alle aanvragen Benelux-merk
35.000
Aanvragen Benelux-merk bij DIE
30.689 30.000 27.221 25.000
24.646 23.454
22.614
20.000
15.000
10.000
5.000 607
36
398
0 2004
2005
319
301 2006
2007
314 2008
Bron: FOD Economie, DIE en BBIE.
Grafiek 15: Aanvragen Benelux-model 1.600
Alle aanvragen Benelux-model
1.479
Aanvragen Benelux-model bij DIE
1.400 1.200
1.105
1.086
1.036
1.000 844 800 600 400 200
208
153
159
125
100
0 2004
Bron: FOD Economie, DIE en BBIE.
2005
2006
2007
2008
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 16: Oorsprong van de aanvragen Benelux-merk 35.000 België 30.000
Nederland
Luxemburg
Andere landen
4.071 526
25.000
3.216 578
1.806 20.000
1.682
566
1.614
452 20.385
15.000
18.259
17.077
15.777
15.588
679
10.000
5.000 4.768
5.707
5.168
5.321
5.384
2004
2005
2006
2007
2008
0
Bron: BBIE.
2.4. Taksen en vergoedingen innen De Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) int de proceduretaksen (indiening, voorrang en onderzoek), de speciale rechten en de instandhoudingstaksen voor de (aanvragen van) octrooien en certificaten. Hij int eveneens de vergoedingen voor octrooiopzoekingen en –kopieën die werden besteld door zijn klanten. Deze ontvangsten worden naargelang het geval overgemaakt aan de Belgische Schatkist, aan het Europees Octrooibureau (EPO) en aan de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO). 2.4.1. De proceduretaksen De proceduretaksen en de speciale rechten die door de DIE worden geboekt, zijn opgesomd in tabel 4.
37
Tabel 4: De proceduretaksen en de speciale rechten die door de DIE worden geboekt Procedure Aanvraag BE octrooi
Taks
Bedrag (op 01/01/08)
Bestemming
Indieningstaks
50 euro
Belgische Schatkist
Voorrangstaks
12 euro
Belgische Schatkist
Onderzoekstaks
887,06 euro (<01/01/08)
EPO
300 euro (>31/12/07) bijkomende taks voor onderzoeksrapport v/h internationale type
6 euro
Belgische Schatkist
speciaal recht voor de aflevering van een voor eensluidend verklaarde kopie van een octrooidocument
5 euro (*)
Belgische Schatkist
speciaal recht voor de correctie of regularisatie van een octrooiaanvraag
12 euro (*)
Belgische Schatkist
Indieningstaks
200 euro
Belgische Schatkist
speciaal recht voor de aflevering van een voor eensluidend verklaarde kopie van een ABC-document
5 euro
Belgische Schatkist
speciaal recht voor de correctie of regularisatie van een ABCaanvraag
12 euro (*)
Belgische Schatkist
Registratie van een licentie, inpandgeving, overdracht, … voor een octrooi of ABC
speciaal recht
12 euro (*)
Belgische Schatkist
Aflevering van een officieel attest voor een octrooi of ABC
speciaal recht
12 euro (*)
Belgische Schatkist
Internationale octrooiaanvraag (PCT)
transmissietaks
40 euro
Belgische Schatkist
Onderzoekstaks
1700 euro
EPO
internationale indieningstaks
848 euro
WIPO
bijtaks in geval van laattijdige betaling
50 % van de onbetaald gebleven taksen (min. 40 euro)
Belgische Schatkist
Indieningstaks
150 euro
Belgische Schatkist
Voorrangstaks
50 euro
Belgische Schatkist
Aanvraag BE ABC (**)
38
Aanvraag BE kwekerscertificaat
taks voor rasonderzoek 250 à 455 euro
Onderzoeksinstituut
(*) werden tot en met 31/12/2006 betaald onder de vorm van fiscale zegels die de klant eerder bij de Post of de FOD Financiën had aangekocht. (**) ABC = aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen of fytofarmaceutische producten. Bron: FOD Economie, DIE.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
In grafiek 17 wordt de evolutie weergegeven van de ontvangsten van indieningstaksen, voorrangstaksen, speciale rechten en PCT- transmissietaksen en –bijtaksen in de periode 2004 – 2008. De stijging van de ontvangsten aan indieningstaksen in 2007 wordt verklaard door het grotere aantal aanvragen van een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen in 2007: 80 tegen 35 in 2006 . De toename van de ontvangsten van indieningstaksen in 2008 wordt verklaard door de stijging van het aantal Belgische octrooiaanvragen in 2008: 709 tegen 617 in 2007. Sinds 01/01/2007 worden de speciale rechten rechtstreeks aan de DIE betaald en dus niet langer met fiscale zegels (die de klanten eerder bij de Post of de Federale Overheidsdienst Financiën aankochten). Bijgevolg stegen de ontvangsten aan speciale rechten in de boekhouding van de DIE aanzienlijk in 2007 en 2008. Grafiek 17: Proceduretaksen, speciale rechten en PCT-taksen (in euro) 60.000
39
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0 Indieningstaksen BE octrooien en ABC Voorrangstaksen BE octrooien Speciale rechten Transmissie- en bijtaksen PCT
2004
2005
2006
2007
2008
35.500
37.500
36.250
42.650
47.800
1.440 1.776 8.273
1.200 985 9.084
1.584 1.157 5.570
1.572 44.739 5.330
1.524 55.285 4.506
Bron: FOD Economie, DIE.
In grafiek 18 wordt de evolutie weergegeven van de ontvangsten van taksen en van de voorziening in subsidies voor de opstelling van een Belgisch onderzoeksrapport door de examinatoren van het Europees Octrooibureau (EPO) in het kader van de Belgische octrooiprocedure.
Op 01/01/2008 werd de wet van 6 maart 2007 van kracht die onder andere voorzag in een verlaging (van 887,06 naar 300 euro) van de taks voor het opstellen van een onderzoeksrapport voor een Belgische octrooiaanvraag, en in een verhoging (met gemiddeld 12 %) van het tarief der jaarlijkse instandhoudingstaksen voor octrooi(en)(aanvragen) met uitwerking in België. Aangezien de kostprijs gefactureerd door het EPO voor het opstellen van een onderzoeksrapport voor een Belgische octrooiaanvraag niet daalde in 2008, leidde de verlaging van de door de aanvrager van een Belgisch octrooi te betalen onderzoekstaks tot een toename van het door de DIE te voorziene subsidiebedrag. Grafiek 18: Taksen en subsidies voor BE-onderzoeksrapporten (in euro) 900.000 800.000 700.000
40
600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 BE onderzoekstaksen Bijkomende taksen voor BE onderzoek van het internationale type Subsidies BE onderzoeksrapport
2004
2005
2006
2007
2008
291.843
286.520
252.812
259.909
145.696
1.134
1.134
1.014
930
1.602
195.755
191.590
169.575
174.355
813.260
Bron: FOD Economie, DIE.
2.4.2. De instandhoudingstaksen In België zijn twee soorten octrooien van kracht: Belgische octrooien en Europese octrooien die in België werden gevalideerd. Belgische octrooien waarvoor geen officieel verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, hebben een maximale levensduur van 6 jaar. Belgische octrooien met een dergelijk onderzoeksrapport en Europese oc-
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
trooien hebben een maximale levensduur van 20 jaar. Met het oog op de instandhouding ervan geeft ieder(e) octrooi(aanvraag) aanleiding tot de betaling van een jaartaks, vanaf het derde jaar te rekenen van de indieningsdatum van de octrooiaanvraag. Het bedrag voor een 3de jaartaks is 35 euro en loopt op tot 85 euro voor een 6de jaartaks en tot 545 euro voor een 20ste jaartaks. Ook voor (aanvragen van) aanvullende beschermingscertificaten en kwekerscertificaten worden jaarlijkse instandhoudingstaksen geïnd. Grafiek 19: Octrooien in voege in België (in eenheden) 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000
41
50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
2004
2005
2006
2007
2008
BE octrooien in voege
6.052
5.785
5.620
5.452
5.461
Ep octrooien in voege
84.287
84.937
87.936
88.143
94.910
Bron: FOD Economie, DIE.
De grafiek 19 geeft aan dat de Europese octrooien die in België werden gevalideerd, meer dan 90 % uitmaken van alle octrooien die in België momenteel van kracht zijn. Bijgevolg maken de jaarlijkse instandhoudingstaksen voor de in België gevalideerde Europese octrooien het grootste deel uit van de ontvangsten van de DIE. Ongeveer de helft van deze ontvangsten wordt overgemaakt aan het EPO dat deze Europese octrooien heeft verleend. De andere helft wordt overgemaakt aan de Belgische Schatkist, onder voorbehoud van het bedrag dat bestemd is voor de financiering van de kosten van de realisatie door het EPO van de onderzoeksrapporten voor rekening van de Belgische Staat in het kader van de verleningsprocedure van Belgische octrooien.
Grafiek 20: Ontvangen jaarlijkse instandhoudingstaksen voor octrooien (in euro) 18.000.000 16.000.000 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0
42
2004
2005
2006
2007
2008
Jaartaksen EP
13.394.670
13.829.845
13.892.955
14.946.130
16.442.420
Jaartaksen EP aandeel EPO
6.627.128
6.728.565
6.876.757
7.397.923
7.853.023
Jaartaksen EP aandeel België
6.767.543
7.101.280
7.016.197
7.548.207
6.902.845
733.275
685.307
625.910
621.320
681.935
BE octrooien in voege
6.052
5.785
5.620
5.452
5.461
Ep octrooien in voege
84.287
84.937
87.936
88.143
94.910
Jaartaksen BE
Bron: FOD Economie, DIE.
In de grafiek 20 ziet men dat de geïnde bedragen aan jaartaksen voor Europese octrooien in de periode 2004 – 2008 de evolutie volgen van het aantal Europese octrooien die in België van kracht zijn in dezelfde periode (zie grafiek 19). Dezelfde observatie kan ook worden gedaan voor de geïnde bedragen aan jaartaksen voor Belgische octrooien in de periode 2004 – 2008. Op 01/01/2008 werd het bedrag van de taks voor het opstellen van een Belgisch onderzoeksrapport door de examinatoren van het Europees Octrooibureau in het kader van de Belgische octrooiprocedure verlaagd van 887,06 euro naar 300 euro. Tegelijkertijd werd het tarief der jaartaksen voor octrooi(en)(aanvragen) met uitwerking in België met gemiddeld 12 % verhoogd. Bovenop de toename van het aantal gevalideerde Europese octrooien die in België van kracht zijn, zorgde de verhoging van het tarief der jaartaksen voor een aanzienlijke stijging van het geïnde bedrag aan jaartaksen voor de octrooien die in België van kracht zijn. De meeropbrengst van de in 2008 geïnde jaartaksen voor octrooien volstaat ruimschoots om de meeruitgave aan subsidies voor het opstellen van EPO onderzoeksrapporten voor Belgische octrooiaanvragen te financieren, zoals grafiek 21 aantoont.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Grafiek 21: Financiering van de subsidie voor een Belgisch onderzoeksrapport (in euro) 1.750.000
1.250.000
750.000
250.000
-250.000
-750.000
2008
Meerontvangst jaartaksen 2008 vs 2007
1.556.905
Meeruitgave aan subsidie BE onderzoeksrapporten 2008 vs 2007
-638.905
Bron: FOD Economie, DIE.
2.4.3. De vergoedingen voor octrooiopzoekingen en -kopieën Ofschoon het aantal octrooiopzoekingen bij de sectie Octrooi-informatie van de Dienst voor de intellectuele Eigendom (DIE) in 2008 daalde ten opzichte van 2007 (540 versus 634, zie rubriek 2.1.5), nam het totale bedrag aan ontvangen vergoedingen voor octrooiopzoekingen toe. Dit is te wijten aan de toegenomen complexiteit van de uitgevoerde octrooiopzoekingen, die een langere connectietijd op de geraadpleegde octrooidatabanken vergt. De vergoedingen worden berekend volgens het aantal minuten connectietijd, vermenigvuldigd met een eenheidsprijs van 1,20 euro per minuut connectietijd.
43
Grafiek 22: Vergoedingen voor octrooiopzoekingen en octrooikopieën (in euro) 60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
44
0
2007
2008
Octrooiopzoekingen
50.943
54.953
Octrooikopieën
17.911
14.439
Bron: FOD Economie, DIE.
Het totale bedrag aan vergoedingen voor de door de sectie Octrooi-informatie gemaakte en afgeleverde octrooikopieën daalde in 2008 met 20 % ten opzichte van 2007 (zie grafiek 22). De in 2008 toegenomen mogelijkheden om octrooidocumenten gratis te downloaden vanuit de octrooidatabanken Esp@cenet en EPATRAS (zie rubriek 2.1.4) die de DIE via zijn internetsite ter beschikking stelt van het publiek, hebben grotendeels geleid tot deze evolutie.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
2.5. Ontwerpen en aanpassen van het wettelijke kader rond de intellectuele eigendom De reglementering heeft onder meer tot doel de voorwaarden vast te leggen voor de bescherming, de draagwijdte en de beperkingen van de innoverende creaties, en bepaalt ook wie ervan kan genieten. Ze moet een evenwicht brengen tussen het monopolie toegekend aan de uitvinders en scheppers, enerzijds, en de toegang van derden (publiek, concurrenten) tot de knowhow, de wetenschappelijke kennis en de cultuur. In 2008 kwamen verschillende initiatieven tot stand om het ondernemersklimaat aantrekkelijker te maken en de kenniseconomie te stimuleren.
Octrooirecht In 2008 werden grootscheepse maatregelen getroffen om de kwaliteit van het Belgische octrooisysteem en de toegankelijkheid ervan te verbeteren. Terugbrengen van de onderzoekstaks voor de Belgische octrooien Zoals hierboven aangegeven in verband met de toename van het aantal Belgische octrooiaanvragen in 2008, bestaat een eerste maatregel in het terugbrengen van de onderzoekstaks van 887,06 euro tot 300 euro voor de octrooiaanvragen die vanaf 1 januari 2008 worden ingediend. Mits betaling van deze taks ontvangt de indiener enerzijds een verslag van nieuwheidsonderzoek waarin eventuele anterioriteiten in de stand van de betrokken techniek worden vastgesteld, en anderzijds een advies over de octrooi-
45
eerbaarheid van de uitvinding bedoeld in de octrooiaanvraag (schriftelijke opinie). Het verslag van nieuwheidsonderzoek en de schriftelijke opinie worden opgesteld door het Europees Octrooibureau (EPO). Deze documenten worden publiek gemaakt op het ogenblik waarop het octrooi wordt verleend, met de bedoeling derden te informeren. Deze maatregel heeft het aantal Belgische octrooiaanvragen in de loop van 2008 met 15 % doen toenemen. Afschaffing van het klein octrooi Een andere maatregel om de kwaliteit van het Belgische octrooisysteem te verbeteren is de afschaffing, via de wet van 22 december 2008, van het “klein octrooi”, d.i. een octrooi afgeleverd zonder nieuwheidsverslag voor een maximale duur van zes jaar. Dit soort octrooi creëert in feite een juridische onzekerheid, aangezien het werd verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de stand van de techniek, noch advies over de octrooieerbaarheid van de uitvinding. Sinds de onderzoekstaks werd teruggebracht van 887,06 euro tot 300 euro, was er trouwens nog weinig verschil in kostprijs in vergelijking met het gewone octrooi, zodat ook dat argument niet langer in het voordeel van het behoud van het kleine octrooi kon worden ingeroepen. De afschaffing van het klein octrooi werd effectief op 8 januari 2009.
46
De afschaffing van het octrooi van 6 jaar betekent, dat in de toekomst nog enkel octrooien van 20 jaar kunnen worden aangevraagd, die het voorwerp uitmaken van een nieuwheidsverslag vergezeld van een schriftelijke opinie. Het 6-jarig octrooi vertoonde in feite grote leemtes op het vlak van de juridische zekerheid (geen voorafgaand onderzoek in verband met de nieuwheidsvoorwaarde en geen schriftelijke opinie) en de transparantie, zowel voor de houder van het octrooi als voor derden. Octrooien konden tegen lagere kostprijs worden verleend, maar met mindere kwaliteit, wat nadelig kon zijn voor het gehele octrooistelsel. De afschaffing van het klein octrooi is een maatregel die samen met de verlaging van de proceduretaksen de octrooibescherming vlotter toegankelijk maakt voor de kleine en middelgrote ondernemingen. Protocol van Londen In september 2008 diende de regering bij het Parlement een wetsontwerp in tot goedkeuring van het Protocol van Londen, teneinde de kosten voor de validering in België van Europese octrooien verleend in het Engels, te verlagen. Na goedkeuring van het Protocol van Londen zal de vereiste om in het Engels verleende Europese octrooien in één van de nationale talen te vertalen, wegvallen. Op 31 december 2008 keurden veertien lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie, waaronder Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Luxemburg, het Protocol van Londen goed. Als België het Protocol van Londen niet bekrachtigt, dan zal de validering in België van de in het Engels verleende Europese octrooien duurder zijn dan in de buurlanden. Er zal immers een vertaling in het Nederlands of in het Frans
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
moeten worden gemaakt van het in het Engels verleende Europese octrooi, uitsluitend voor de validering ervan in België. De houders van Europese octrooien verleend in het Engels zouden dus België wel eens terzijde kunnen schuiven. Dat zou zeer nadelig uitvallen voor de Belgische economie, want een onderneming die haar octrooien in België niet valideert is een onderneming die zeer waarschijnlijk niet zal investeren in Belgische sleutelsectoren op het gebied van innovatie. De ratificatie van het Protocol van Londen door België moet uiteindelijk ook worden gesitueerd in het perspectief van de goedkeuring door de Europese Gemeenschap van een gemeenschapsoctrooi, dat beantwoordt aan de verwachtingen van de gebruikers van het octrooisysteem in Europa. Over de ratificatie van het Protocol van Londen moet nog worden gestemd in het parlement. Modernisering van de wetgeving op de uitvindingsoctrooien Parallel met deze maatregelen zette de DIE de overlegronde voort met de betrokken milieus, waarmee in 2007 binnen de Raad voor de Intellectuele Eigendom gestart was, met het oog op een grondige herziening van de octrooiwet. Het doel van deze herziening is, het Belgische recht inzake octrooien aan te passen om het in overeenstemming te brengen met het Verdrag inzake octrooirecht (PLT) van 1 juni 2000 en het nieuwe Europese octrooiverdrag, herzien door de Akte van 29 november 2000. De Raad voor de Intellectuele Eigendom heeft zich tijdens zijn werkzaamheden gebogen over de volgende thema’s: • de invoering in Belgisch recht van een procedure van totale of gedeeltelijke intrekking van octrooien uitgevoerd door de houder van het recht hetzij bij de DIE hetzij naar aanleiding van een geschilprocedure; • de aard van de gerechtelijke instantie die uitspraak doet over de beroepen tegen de beslissingen van de DIE ; • de automatische publicatie van de octrooiaanvragen. Deze maatregel beoogt een betere rechtszekerheid voor de gebruikers van het Belgische octrooistelsel. Aldus krijgen zij een meer getrouw beeld van de stand van de techniek en kunnen ze hun onderzoek en strategie daarop afstemmen; • de controle van de eenheid van uitvinding en het indienen van afgesplitste aanvragen; • de voorwaarden voor herstel van rechten (restitutio in integrum); • de definitie van de stand van de techniek;
47
• de uitdrukkelijke bevestiging, via wetgevende weg, van de toepassing in Belgisch recht van de equivalententheorie; • de herziening van de samenstelling en werking van de Commissie voor dwanglicenties; • het regime van vertegenwoordiging voor de DIE, enz. De Raad voor de Intellectuele Eigendom zal zijn werkzaamheden in 2009 voortzetten, om een advies voor te leggen aan de minister, zodat de parlementaire procedure kan worden opgestart.
Kwekersrecht
48
En 2008 werd door de administratie een voorontwerp van wet tot bescherming van kweekproducten uitgewerkt en ter goedkeuring voorgelegd aan de minister van Ondernemen. Het ontwerp beoogt een volledige herziening van de wet van 1975 tot bescherming van kweekproducten, om die in overeenstemming te brengen met het UPOV-verdrag, in zijn versie van 1991. Dank zij deze nieuwe wetgeving zal België hetzelfde beschermingsniveau kunnen garanderen als op communautair niveau en aldus zijn kwekers een effectieve keuze kunnen bieden wat het beschermingsstelsel van hun nieuwe kweekproducten betreft. Sommige bepalingen worden verduidelijkt in het licht van de opgedane ervaring, er wordt een grotere bescherming geboden en er is rekening gehouden met de technologische evolutie. De belangrijkste wijzigingen zijn de uitbreiding van de bescherming naar het gehele plantenrijk, de bescherming van het product van de oogst en van het product dat hier direct van afgeleid is, de invoering van het concept van rassen die in wezen afgeleid zijn, en de formalisering van het “farmer’s privilege”.
Auteursrecht en naburige rechten In 2008 lanceerde de FOD Economie twee structurele hervormingen van het wettelijke kader toepasselijk op het auteursrecht, om zodoende rekening te houden met de technologische evolutie en het groeiende belang van het collectieve beheer van de rechten. Hervorming van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik De eerste hervorming betreft de vergoeding voor privékopie. Het betreft een vergoeding die tot doel heeft de inkomsten te compenseren die de rechthebbenden verliezen door het privékopiëren van beschermde werken. De huidige hervormingswerkzaamheden hebben meer bepaald tot doel te bepalen of geheugenkaarten, usb-sleutels, mp3-spelers, enz. moeten onderworpen worden aan die vergoeding voor privékopie, en zo ja, onder welke voorwaarden. Deze hervorming wordt sinds juli 2008 gerealiseerd in overleg met de betrokken milieus, binnen de Adviescommissie betreffende het vergoeden voor kopiëren voor eigen gebruik.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Statuut en toezicht op het collectieve beheer van de rechten De tweede structurele hervorming betreft het statuut en de controle op de vennootschappen voor het beheer van de rechten. Gezien de enorme bedragen waarover zij het beheer hebben, meer dan 200 miljoen euro per jaar, en gezien hun positie als verplichte partner ten opzichte van zowel rechthebbenden als gebruikers, spelen die vennootschappen een eersterangsrol bij de valorisatie van literaire en artistieke creaties en producties. De regering streeft ernaar om het wettelijke kader dat van toepassing is op deze vennootschappen te verbeteren en meer transparantie te brengen in hun werking, meer bepaald door een harmonisatie van de boekhoudpraktijken en een verbetering van de interne en externe controleprocedures van hun activiteiten. Hiertoe werd van februari tot september 2008 binnen de Raad voor de Intellectuele Eigendom een overlegronde georganiseerd, die is uitgemond op een advies van 17 september 2008 betreffende het wetsontwerp over het statuut en de controle op de vennootschappen voor het beheer van de rechten. Digitale bibliotheken Parallel met deze structurele hervormingen heeft de FOD Economie een denkproces op gang gebracht over de digitale bibliotheken binnen de Raad voor de Intellectuele Eigendom. Dit kadert in het project van de Europese Gemeenschap “i2010: Digitale bibliotheken” dat ertoe strekt het cultureel en wetenschappelijk erfgoed, dat zich in de musea, de archieven en de bibliotheken bevindt, te digitaliseren en toegankelijk te maken. Eén van de concrete realisaties van dit project is de website van het prototype “europeana”, die in november 2008 door de Europese Commissie werd gelanceerd en die tot doel heeft de gebruikers toegang te verschaffen tot meer dan 10 miljoen digitale inhouden via een meertalig portaal voor Europa. Het verwezenlijken van digitale bibliotheken stelt problemen op het vlak van het auteursrecht, omdat de werken en prestaties die men wenst te digitaliseren niet allemaal binnen het openbare domein vallen. Een bijkomend probleem rijst bovendien wanneer de beschermde werken en prestaties verweesd zijn (houders van de rechten niet lokaliseerbaar of niet gekend), uitgeput (geen exemplaren meer op de markt) of onderworpen aan technische beschermingsmaatregelen. In het ontwerpadvies dat de Raad voor de Intellectuele Eigendom zal uitbrengen tijdens het eerste semester van 2009 wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende hypothetische situaties waarin bibliotheken, musea, filmzalen of archieven zich kunnen bevinden wanneer ze werken, databanken of beschermde prestaties reproduceren of aan het publiek meedelen. Voor elke hypothetische situatie zal worden onderzocht welke wettelijke bepalingen van toepassing kunnen zijn, zowel wat betreft de minder dwingende (de uitzonderingen) als de meer dwingende (exclusieve rechten) voor deze instellingen, rekening houdend met de Europese en internationale verplichtingen van België.
49
Intellectuele rechten op het immateriële erfgoed van de staat In 2008 lanceerde de FOD Economie een project met de bedoeling, in overleg met de FOD Personeel en Organisatie adequate normen uit te werken en deze in te lassen in het statuut en in de overeenkomsten die de ambtenaren van de staat binden, met betrekking tot de overdracht van hun intellectuele eigendomsrechten ten gunste van de staat. In de uitoefening van hun functie genereren de ambtenaren van de overheidsdiensten een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermde goederen, zoals databanken, computerprogramma’s, infobrochures, websites, enz. Op dit ogenblik is er over het beheer, door de federale staat, van de intellectuele eigendomsrechten op deze immateriële goederen, weinig duidelijkheid, aangezien het statuut van de ambtenaren van de staat alsook de contracten gesloten met de contractuele personeelsleden geen uitdrukkelijke regeling voorzien over de voorwaarden van overdracht van rechten in hoofde van de staat.
50
Deze situatie is niet bevorderlijk voor het promoten van innovatie, aangezien de staat geen mogelijkheid krijgt om zijn immaterieel erfgoed op zekere en coherente manier te beheren. Sommige gemeenschappen en gewesten werkten al normen uit waarbij er een overdracht wordt voorzien van bepaalde intellectuele eigendomsrechten op de goederen die door de personeelsleden van hun overheidsdiensten in de uitoefening van hun functie worden gecreëerd.
2.6. Vertegenwoordigen van België in de internationale instellingen en samenwerken aan projecten gelanceerd in het kader van deze instellingen De DIE garandeert de Belgische vertegenwoordiging binnen de Europese, internationale en Benelux-organisaties, die bevoegd zijn voor de intellectuele eigendom. Het betreft meer bepaald de Europese Unie, de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO), de Wereldhandelsorganisatie (WHO), de Europese Octrooiorganisatie (EPO), Het Bureau ter Harmonisatie van de Interne Markt (OHIM), de Benelux-organisatie voor de Intellectuele Eigendom (BOIE) en het Communautair Bureau voor Plantenrassen (OCVV).
Octrooirecht Europese Unie De DIE nam actief deel aan de onderhandelingen rond het creëren van het gemeenschapsoctrooi en het invoeren van een Europees rechtssysteem op het gebied van uitvindingsoctrooien. Het voorstel voor een verordening inzake het gemeenschapsoctrooi beoogt het invoeren van een communautair recht inzake uitvindingsoctrooien, dat van toepassing is op elk octrooi, verleend door het Europees Octrooibureau op grond van
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
het Europees Octrooiverdrag, voor het volledige grondgebied van de Gemeenschap. Het gemeenschapsoctrooi zou in heel de Gemeenschap dezelfde rechtsgevolgen hebben. De vorderingen inzake namaak en inzake ongeldigheid van het gemeenschapsoctrooi zouden onderworpen worden aan een gespecialiseerde Europese rechtbank, die echter eventueel zou opgericht worden door een niet-communautaire rechtsakte (intergouvernementeel verdrag). Deze gespecialiseerde rechtbank zou een exclusieve bevoegdheid hebben voor de gemeenschapsoctrooien, maar eveneens voor de Europese octrooien, waarvan de geschillenregeling tot nog toe versnipperd is tussen de hoven en rechtbanken van de lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie. Ze zou een eerste aanleg omvatten, met een centrale afdeling, lokale afdelingen gevestigd in de lidstaten en eventueel regionale afdelingen gemeenschappelijk aan verschillende lidstaten, alsook een tweede gecentraliseerde aanleg en een griffie. Al deze afdelingen zouden deel uitmaken van de Europese rechtbank en uniforme procedures toepassen. België staat achter de creatie van een gemeenschapsoctrooi en het invoeren van een geïntegreerd Europees rechtssysteem voor de octrooien. De Belgische delegatie onderstreepte het belang van het verstrekken, aan de gebruikers van het octrooisysteem, van een beschermingstitel die aan hun noden zou beantwoorden (lage kostprijs, rechtszekerheid, uniforme bescherming), en die kan worden ingepast in het Europees octrooistelsel, waarbij de centrale rol van de EPO zou worden gevrijwaard als administratie die belast is met het verlenen van octrooien in Europa. België wenst overigens dat de twee luiken van dit dossier (gemeenschapsoctrooi en geïntegreerd rechtssysteem voor de octrooien) gezamenlijk zouden worden aangenomen door de Raad van de Europese Unie. Europese Octrooiorganisatie De DIE vertegenwoordigt België binnen de Raad van bestuur van de Europese Octrooiorganisatie. In 2008 hadden de werkzaamheden vooral betrekking op • verbetering van het bestuur binnen de Europese Octrooiorganisatie (rationalisering van het budgettaire beslissingsproces, oprichting van een auditcomité, hervorming van het pensioenstelsel, enz.) ; • aannemen van een Europees systeem van kwaliteitsbeheer, toepasselijk op de nationale octrooidiensten en op de EPO, waarvan de normen zowel gelden voor de producten (verleende octrooien) als voor de procedés (procedure voor het verwerken van octrooiaanvragen); • de reëvaluatie, voor de periode 2009-2011, van het tarief dat wordt betaald aan het EPO voor het opstellen van een nieuwheidsverslag (al dan niet samen met een schriftelijke opinie) in het kader van de implementering van de samenwerkingsakkoorden met de lidstaten van het vroegere Internationaal Octrooi Instituut (Frankrijk, België, Nederland, Luxemburg, Turkije);
51
• het goedkeuren van de veralgemeende invoering in alle lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie van een systeem, waarbij het mogelijk wordt dat het EPO voor de Europese procedure gebruik maakt van nationale producten. Dit “hergebruik” zou een snellere Europese octrooiverleningsprocedure mogelijk maken en het werk van de nationale diensten te valoriseren. Voor deze beslissing door de Raad van bestuur genomen werd, nam de DIE deel aan het Toezichtscomité van het pilootproject ”Gebruik“ dat belast was met het analyseren van de resultaten van dat project en met het voorstellen van aanbevelingen aan de Raad van bestuur voor de verdere opvolging ervan.
Recht op het gebied van merken, tekeningen en modellen
52
Het Bureau ter Harmonisatie van de Interne Markt (merken, tekeningen en modellen) is het communautaire agentschap dat belast is met de registratie van gemeenschapsmerken, en -tekeningen of modellen. De lidstaten zijn er vertegenwoordigd binnen de Raad van bestuur en het Begrotingscomité. In 2006 lanceerden de lidstaten binnen de raad van bestuur van het BHIM een strategisch debat over de toekomstige evolutie van het communautaire merkensysteem. Naast de budgettaire kwestie (evenwicht herstellen door een vermindering van de begrotingsoverschotten), hebben de lidstaten de globale werking van het merkensysteem in Europa willen onderzoeken, in het perspectief van het behoud van een evenwichtig samenbestaan van gemeenschapsmerken en nationale merken. In 2008 werd tijdens een buitengewone vergadering van de Raad van bestuur een overeenkomst bereikt tussen de lidstaten en de Europese Commissie over een pakket maatregelen waarvan sommige een herziening van de verordening op het gemeenschapsmerk zullen vereisen. Deze maatregelen houden vooral een vermindering in van de gemeenschapstaksen, de verwezenlijking van een grondige studie over het communautaire merkensysteem en een reeks financiële maatregelen, met het oog op een versterking van de middelen van de lidstaten om projecten te leiden ter bescherming en promotie van het communautaire systeem inzake merken, tekeningen en modellen.
Auteursrecht Op het vlak van het auteursrecht werd in 2008 voornamelijk een voorstel van richtlijn besproken tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten. In het voorstel van richtlijn wordt in hoofdzaak voorgesteld om de beschermingsduur voor op fonogrammen vastgelegde prestaties te brengen op 95 jaar in plaats van de huidige 50 jaar.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
2.7. Het secretariaat waarnemen van de adviesverlenende organen over intellectuele eigendom Bij de FOD Economie werden verscheiden adviesverlenende organen opgericht over intellectuele eigendom. De DIE verzorgt er het secretariaat van. Het betreft onder meer de Raad voor de Intellectuele Eigendom en de Commissie tot erkenning van de gemachtigden. Raad voor de Intellectuele Eigendom De Raad voor de Intellectuele Eigendom is een adviesorgaan van de betrokken milieus, opgericht bij de FOD Economie sinds 1 januari 2006. De Raad heeft als hoofdopdracht adviezen uit te brengen aan de bevoegde minister over alles wat de intellectuele eigendom betreft. Het is immers wenselijk dat de overheden die beslissingen hierover moeten nemen, rekening houden met de adviezen van de academische milieus en de betrokken sectoren. De Raad voor de Intellectuele Eigendom bestaat uit twee secties: de sectie “industriële eigendom” en de sectie “auteursrecht en de naburige rechten”, die respectievelijk belast zijn met vraagstukken van industriële eigendom en met vraagstukken van auteursrecht en naburige rechten. De Raad komt in plenaire zitting bijeen om de vraagstukken te behandelen die gemeenschappelijk zijn voor de hele intellectuele eigendom.
53
De samenstelling van beide secties van de Raad voor de Intellectuele Eigendom is gemengd, in die zin dat ze zowel personen bevatten die erkend zijn omwille van hun expertise over intellectuele eigendom (universiteitsprofessoren, magistraten, advocaten) en personen die de betrokken sectoren vertegenwoordigen: ondernemingen, rechthebbenden, gemachtigden en consumenten (tien effectieve en tien plaatsvervangende leden per sectie). In 2008 vonden binnen de Raad voor de Intellectuele Eigendom verschillende overlegrondes plaats. Ze hadden vooral betrekking op de ratificatie van het Protocol van Londen, de herziening van de wet op de uitvindingsoctrooien, het statuut en de controle op de vennootschappen voor het collectieve beheer van de rechten, en de digitale bibliotheken. Commissie tot erkenning van de gemachtigden
54
De Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien, zoals voorzien in artikel 61 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, heeft voornamelijk tot taak na te gaan of de personen die in het Belgische register van erkende gemachtigden wensen te worden ingeschreven, voldoen aan de voorwaarden bepaald in de wet, en het examen af te nemen over de materie van de industriële eigendom (de uitvindingsoctrooien). Op basis van dit onderzoek en van de resultaten van het examen, geeft de Commissie een advies aan de bevoegde minister, wat betreft de inschrijving of niet in het register van de erkende gemachtigden. Het examen wordt jaarlijks georganiseerd en de DIE verzorgt het secretariaat in de verschillende etappes van dit proces; van de publicatie van het ministerieel besluit tot vaststelling van de datum, het examenreglement en het -programma, tot de effectieve inschrijving van de laureaten in het Belgische register van gemachtigden.
2.8. Coördineren van de strijd tegen de namaak In België stond de strijd tegen namaak de voorbije jaren hoog op de prioriteitenlijst, en vormde de wetgevende kernactiviteit van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom in 2007. De Belgische wetgeving werd niet enkel gemoderniseerd op het strafrechtelijke maar ook op het burgerrechtelijke niveau. Er werden drie wetsontwerpen aangenomen, waardoor de overheid, de ondernemingen en de particulieren een aanzienlijk instrument in handen kregen ter bestrijding van inbreuken op hun intellectuele eigendomsrechten4. 4
Wet van 9 mei 2007 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten, BS,10 mei 2007, wet van 10 mei 2007 betreffende de aspecten van gerechtelijk recht van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten,BS, 10 mei 2007, en de wet van 15 mei 2007 betreffende de beteugeling van namaak en piraterij inzake rechten van intellectuele eigendom, BS, 18 juli 2007.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
De belangrijkste kenmerken van de nieuwe regelgeving over strafrechtelijke beteugeling van namaak zijn de volgende: • de inbreuken op alle intellectuele eigendomsrechten worden voortaan strafrechtelijk bestraft; • het morele element van de inbreuk is het kwaadwillige of bedrieglijke opzet, zoals reeds het geval voor de namaak van auteursrechten en voor sommige namaakinbreuken op merken. Om bovendien strafbaar te zijn, moet de inbreuk in principe in het zakenleven worden gepleegd; • het indienen van een klacht door de benadeelde partij is geen voorafgaande voorwaarde meer voor het instellen van de vervolging door het Openbaar Ministerie, dat voortaan op eigen initiatief kan optreden; • de straffen worden verzwaard, waardoor de wet een groter ontradend effect krijgt voor de gevallen van namaak en grootschalige piraterij, en gediversifieerd, om meer rekening te kunnen houden met de nieuwe ontwikkelingen van dergelijke fenomenen; • een waarschuwingsprocedure werd ingevoerd voor de vaststellingen van inbreuk. Ze heeft voornamelijk een preventieve waarde. De ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet kunnen de inbreukmaker ook een minnelijke schikking voorstellen; • de wet kent de bevoegdheid voor opsporing en vaststelling van namaak toe aan de ambtenaren van de Administratie der Douane en accijnzen van de FOD Financiën, evenals aan de ambtenaren van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie. Deze laatste instantie wordt versterkt met een nieuwe afdeling, gewijd aan de strijd tegen namaak. In 2008 werkte de DIE voort aan de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 mei 2007. Enerzijds werd een ontwerpbesluit betreffende de minnelijke schikking en de wijzen van vernietiging van de goederen vermeend inbreukmakende goederen, gefinaliseerd. Anderzijds zette de ad hoc groep, die binnen de Interdepartementale Comissie voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding werd opgericht, zijn coördinerend werk voort. Deze werkgroep is samengesteld uit alle officiële instanties die betrokken zijn bij de strijd tegen namaak. Het betreft hoofdzakelijk de FOD Economie (DIE en Algemene Directie Controle en Bemiddeling), de FOD Financiën (Administratie van Douane en Accijnzen), de FOD Justitie, het Parket van de federale politie, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV). In 2008 werd door de ad hoc groep een coördinatieproces op gang gebracht, dat in de eerste plaats gericht was op het uitwisselen van informatie tussen de betrokken overheidsinstanties, het sensibiliseren van het publiek, het bewaren en vernietigen van vermeend inbreukmakende goederen, het opleiden van de betrokken ambtenaren en de interventie van de douane op de interne markt.
55
56
AFKORTINGENLIJST ABC
Aanvullend beschermingscertificaat
EPI
European Patent Institute
BBIE
Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom
CPVO
Community Plant Variety Office
EPO
European Patent Office
OHIM
Office for Harmonization in the Internal Market
WTO
World Trade Organisation
WIPO
World Intellectual Property Organisation
DIE
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
PATLIB
Patent Libraries
PCT
Patent Cooperation Treaty
KMO
Kleine of middelgrote onderneming
FOD
Federale Overheidsdienst
UPOV
International Union for the Protection of new Varieties of Plants
57
Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348 http://economie.fgov.be