15 september 2011 Toespraak Startdag
Krijg ik een bed in de Vlor? Geachte minister, beste genodigden,
Dat was de vraag van een lid van het Vast Bureau toen hij te horen kreeg wat er dit jaar allemaal op stapel staat in de Vlor. Het belooft inderdaad een heel intensief jaar te worden en ook heel boeiend maar vooraleer ik hierop inzoom toch even een blik op het vorig werkjaar.
Vorig werkjaar leverde de Vlor 47 adviezen af. Die staan allemaal beschreven in het jaarverslag dat u hebt ontvangen vandaag en ik wil alleen wijzen op enkele trends van dat voorbije jaar.
Het was een jaar waarin de minister en het parlement ons wisten te vinden voor dossiers die aan het rijpen waren: conceptnota’s of oriëntatienota’s. Ik noem er enkele: de oriëntatienota hervorming SO. Dit is een zeer rijk advies omdat alle stappen in het overleg binnen de Vlor zijn genomen en dat alle partners zich in dat advies kunnen herkennen. Een ander voorbeeld is de conceptnota inhoudelijke vernieuwing deeltijds kunstonderwijs: ook hier werden in de verschillende gremia van de Vlor de basisideeën grondig getoetst. Door mee te denken op een conceptuele manier vervult de Vlor zo zijn strategische missie. Het parlement heeft op zijn beurt advies gevraagd over een stimuleringsplan over wetenschappen en techniek in het onderwijs: dat zal ondermeer aanleiding geven tot een actieplan van vier verschillende ministers en dat zal onze minister begin oktober bekend maken. Een tweede adviesvraag ging over het inschrijvingsrecht en daar hebben we gewerkt aan een zeer concreet advies waar de Vlor volledig nieuwe pistes heeft uitgewerkt rond inschrijfprocedures in basis en secundair onderwijs. We hebben ook geprobeerd om impact te hebben op de Europese agenda. Zo heeft de Vlor een advies geformuleerd over de opvang en opvoeding voor het jonge kind; een thema dat heel actueel was tijdens het Hongaars voorzitterschap. Het was ook een jaar waar de Vlor veel tijd besteed heeft aan informatiedoorstroming van beleidsnota’s, wetenschappelijke en andere beleidsrapporten, o.a. van het Rekenhof. Om strategisch advies te kunnen geven moet men zich kunnen beroepen op evidence based materiaal en dat zal zeker zijn nut opbrengen voor de adviezen van dit jaar. De Vlor speelde ook in op vragen vanuit het veld. Zo organiseerde de Raad Basisonderwijs een studiedag: hoe om te gaan met time-out in het buitengewoon basisonderwijs? Een ander voorbeeld was de studiedag over trajectbegeleiding in het levenslang en levensbreed leren waar een kleine 200 medewerkers en beleidsverantwoordelijken hun ervaringen uitwisselden.
Dit jaar kondigt zich enigszins anders aan: het derde jaar van een legislatuur blijkt een beslissend jaar te zijn om zaken erdoor te krijgen voor deze legislatuur. Je merkte het al aan de
1
krantencommentaren: op het eind van vorig schooljaar kreeg de minister een rapport van de ene krant met zaken die nog te doen waren, een andere krant maakte begin september een top 5 van huiswerk voor het komend schooljaar. De Vlor wil geen rapport meegeven maar op de eerste plaats een analyse maken van de huidige toestand: wat is er al verwezenlijkt van de beleidsnota, hoever staan de dossiers in de besluitvorming? En van hieruit wil de Vlor een signaal geven aan de minister welke prioriteiten er samen met de onderwijspartners best binnen deze legislatuur nog afgewerkt zouden worden. Voor dit jaar zijn al afspraken gemaakt rond welke dossiers de minister een Vlor-advies wil en de Vlor zelf heeft daarnaast ook nog enkele adviezen of studiedagen op eigen initiatief vastgelegd. Ik overloop die niet per raad maar volgens de 8 strategische doelstellingen van de beleidsnota van de minister.
De eerste: open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen De eindtermen zijn een goed instrument om brede vormingsdoelen te expliciteren en de Vlor verwacht hier adviezen rond wetenschappen in de tweede en derde graad en rond vakoverstijgende eindtermen rond techniek. We willen dit jaar speciale aandacht besteden aan de verticale en horizontale samenhang van deze eindtermen zodat al deze eindtermen nog een coherent kader kunnen vormen binnen en tussen de onderwijsniveaus. De minister wil jongeren voorbereiden op actief burgerschap: er komt een adviesvraag over het minidecreet over de rechtspositie van de leerling in het leerplichtig en in het volwassenenonderwijs en over inspraak op school. De minister wil de psychische en fysieke gezondheid van leerlingen verhogen: gezondheidsproject aan de Vlor loopt verder. De minister wil het DKO verbreden en verdiepen: een tweede conceptnota over het DKO komt eraan en ook hier wordt de Vlor om advies gevraagd. De Vlor wil ook een seminarie organiseren over recente inzichten van hersenonderzoek op leren en ontwikkelen. We zijn op de hoogte van pedagogische, psychologische en sociologische inzichten maar veel minder van de medische inzichten naar leren en ontwikkeling toe. Prof. Peter Adriaenssens zal hier straks ook op ingaan en de Vlor wil deze knowhow meer ontsluiten voor de onderwijsgemeenschap. Nog even ingaan op de afgewerkte probleemverkenning gezin-school : hier volgt nog een interactieve studiedag voor een breder publiek en een sessie voor leerkrachten basisonderwijs op de boekenbeurs
Tweede strategische doelstelling: kansen geven aan elke talent De minister wil hier op alle onderwijsniveaus aan werken. Vooreerst wil hij de participatie aan het kleuteronderwijs maximaliseren. Hier wil de raad basisonderwijs een studiedag organiseren om samen met het beleid onderwijs en welzijn na te denken over voorschoolse kinderopvang. We hebben Prof. Melhuish uitgenodigd hiervoor: hij is
2
de Europees expert op vlak van voorschoolse opvoeding van 0 tot 6 jaar en consultant op dat vlak van heel wat regeringen; zijn onderzoeksinzichten nemen we mee op deze beleidsdag. De dringende dossiers rond leerzorg zullen vervat zitten in het verzameldecreet OD 22 waarover advies gevraagd zal worden en de Vlor wil nu al afspraken maken met de minister voor een goede, grondige en aparte consultatie hierover. De hervorming van het SO wordt verder op het spoor gezet en er komt een adviesvraag over de conceptnota. De minister wil ook het hoger beroepsonderwijs concreet vorm geven en vraagt een advies over het kwaliteitsprotocol HBO5. I.v.m. het hoger onderwijs wil de minister de participatie aan ho verhogen in het bijzonder van jongeren uit kansengroepen. Verschillende adviezen worden gevraagd: over het nieuwe decreet studentenvoorzieningen, het integratiedecreet en het decreet over het nieuwe accreditatiestelsel. Tot slot wordt een advies gevraagd over een conceptnota van EVC : erkenning van verworven competenties De Vlor plant binnen deze strategische doelstelling -kansen geven aan elk talent- ook eigen initiatieven. Een eerste is een advies over een belangrijke groep die nu te weinig vruchten plukt van het onderwijs de ongekwalificeerde uitstroom “naar een kwalificerend beleid”. Drie adviezen voor het hoger onderwijs: een strategisch advies over het profiel van het HO in de 21ste eeuw, een rond studentgecentreerd leren en een over het profiel van de beginnende student met een rondetafel over studiesucces. Tot slot wil de Vlor een probleemverkenning afwerken over denkpistes voor een hogere participatie in het levenslang leren.
Derde strategische doelstelling : leren van Nederlands en vreemde talen stimuleren om mee te doen in de geglobaliseerde samenleving De minister heeft in de vakantie een talennota gelanceerd en vraagt hierover advies aan de Vlor.
Vier: leerlingen voorbereiden op een succesvolle start op de arbeidsmarkt De uitvoeringsbesluiten van de kwalificatiestructuur zullen voor advies worden voorgelegd en daarnaast wil de Vlor op eigen initiatief een prioriteitenlijst aan de minister voorleggen –welke beroepskwalificaties moeten nu eerst aangepakt worden- zodat ook de onderwijspartners in dit verhaal gehoord worden. Verder voorziet de Vlor in heel veel overleg tussen beroepssectoren en onderwijs ondermeer voor de verdere planning van het onderwijsaanbod, voor de voorbereiding van de sectorconvenants, voor het opvolgen van de competentieagenda.
3
Juist omdat beroepssectoren zo weinig afweten van de planning van het onderwijsaanbod wordt er in het najaar een ontmoetingsdag voor sectoren georganiseerd om hen te informeren over de organisatie van het brede beroepsgerichte onderwijsveld Studiedag over trajectbegeleiding in systemen van leren en werken
Vijf: de leraar erkennen als sleutelfiguur in de vorming Hier kijkt iedereen uit naar het loopbaandebat maar daar heeft de Vlor geen rechtstreekse inbreng. Wel wordt een verkenning opgezet over een mogelijke vermastering van de geïntegreerde lerarenopleiding en wordt nagedacht over het profiel van de toekomstige leerkracht basisonderwijs. Rond professionalisering van de leraar zet de Vlor in op praktijkgericht onderzoek en eind november komen er vier reviews uit die te maken hebben met verbetering van klaspraktijken. De commissie COMDIVGOK plant een seminarie over recente pedagogische antwoorden op multiculturaliteit. Daarnaast zal ook een Oeso-review over educating teachers for diversity vertaald worden naar de Vlaamse situatie.
Zes: de maatschappelijke verwevenheid van onderwijs met lokale,regionale en internationale netwerken versterken Hieraan koppelt de ministers twee dossiers: brede scholen en flankerend onderwijsbeleid. Over beide conceptnota’s zal advies gevraagd worden. .
Zeven: ervoor zorgen dat elke onderwijsinstelling topkwaliteit kan bieden Voor het basisonderwijs is er nu een advies gevraagd over een nieuw omkaderingssysteem waarbij het kleuteronderwijs evenwaardig omkaderd wordt. Voor het secundair onderwijs zit heel wat vervat in de conceptnota. Voor het hoger onderwijs wordt advies gevraagd over de aanpassing van het accreditatiestelsel.
De laatste doelstelling nummer acht: investeren in duurzame infrastructuur De Vlor heeft hierover al een eerste advies gegeven. De Vlor wil echter een probleemverkenning houden over het capaciteitsprobleem niet enkel uitgedrukt in termen van gebouwen en centen maar vanuit de brede vraagstelling: hoe moeten we kijken naar de inrichting van het leren, wetende dat er tekorten aankomen van gebouwen, van leerkrachten, dat er nieuwe technologieën zijn, enz.?
Dit is in grote lijnen het werkprogramma. Volgens mij coveren we de meeste strategische dossiers en leggen we zelf nog via adviezen op eigen initiatief, via probleemverkenningen en 4
studiedagen nog enkele belangrijke accenten die we willen meegeven aan de minister en het parlement.
Om dit alles te kunnen bolwerken moeten er goed afspraken zijn met de overheid ivm tijdig leveren van teksten en het vermijden van paralleloverleg, moet de Vlor zo efficiënt mogelijk werken en het secretariaat zo goed mogelijk ondersteunen. Ook hier staan actiepunten op stapel die ik in de verschillende raden zal komen toelichten. Een punt wil ik wel vandaag in de verf zetten maar daarvoor wil ik eerst een filmpje tonen. (http://www.youtube.com/watch?v=QSQrNUrGFr0&feature=related) De Vlor dus en sociale media: geen paniek we gaan nog niet op Youtube. Maar als je die cijfers ziet weet je dat sociale media een realiteit zijn waar je als organisatie niet omheen kunt .We weten dat heel wat van onze stakeholders gebruik maken van deze sociale netwerken : ministers,parlementsleden, pers, directies,leerkrachten,jongeren allemaal gebruiken ze die online communicatie. De Vlor moet daar dus ook zichtbaar zijn. Bij het secretariaat waren er al medewerkers die hiermee experimenteerden en een beleid hierrond vroegen. Om dat beleid uit te tekenen hebben wij inspiratie gevonden bij onze collega’s van de Nederlandse Onderwijsraad maar ook bij de eigen organisaties zoals VVS die ons wees op mogelijkheden en valkuilen. De Vlor wil op de kar springen van online communicatie niet om discussies in de publieke opinie te gooien: de discussie moet in de eerste plaats gevoerd worden aan de gesprekstafels in de Vlor. Waarvoor dan wel? Vooral om kennis op het spoor te komen en om al het degelijke werk dat door jullie gebeurt meer op de kaart te zetten. Dat kan de impact, de output van al het advieswerk alleen maar verhogen. U kan de Vlor dus voortaan volgen via Twitter, Facebook en LinkedIn. En U kan de Vlor ook delen. Op uw sociale mediaprofielen kan u via www.vlor.be onze adviezen, activiteiten en ander nieuws delen met uw netwerken.
Wij staan dus met onze secretariaatsploeg klaar voor degelijk ondersteunend werk, wij hopen samen met alle partners grondige strategische adviezen te formuleren en die veel gehoor vinden bij de minister en het parlement . En over dat bed in de Vlor kan nog altijd onderhandeld worden…
Ik dank u.
Mia Douterlungne administrateur-generaal
5