Relatietijdschrift #11_ maart 2012
Kralingse Plaslaan
Krachtig gekruid RTM vroeg Wouter le Duc (tweedejaars student van de Rotterdamse Willem de Kooning Academie) om een ondernemende Rotterdammer in beeld te brengen. ‘Deze Chinese man werkt bij Accupunctuurpraktijk Tong Dao Tang op de Schiedamsedijk. Het strakke interieur met al die potten vol kruiden die nauwelijks van kleur verschillen, trok mijn aandacht. De ondernemer wordt bijna één met z’n omgeving.’
Schiedamsedijk _ 2/3
inhoud
_ _ _ _ _ _ ____ D A M R E T T O R M_T E E _ N _ _ R O_N_D_E___
!
RTM#11_maart 2012 Rotterdam onderneemt! Door mensen aan het werk te helpen en aan een nog bruisender binnenstad te bouwen. Door ontwikkeling van Park 16Hoven, Stadsinitiatief en Jong Burger Blauw. Allerlei Rotterdammers en bedrijven ondernemen tegelijkertijd net zo hard mee. De RET zorgt ervoor dat iedereen met tram, metro en bus veilig naar het werk kan. David Crouwel en Sereni Horton bieden een kijkje in hun ondernemende keukens. En waar zou de stad zijn zonder bevlogen vrijwilligers? Juist! Rotterdam onderneemt!
Stadstrip 8/9
10/13 ‘Steeds meer ondernemers zien potentie’
Vasteland_RotterdamLab Sport is heel wat waard
20/21 Loofrijk_Bouwen aan RTM Prettig wonen in ‘Rotterdams buiten’
24/25 Chroomstraat_RTM Onderneemt Zo veel mogelijk mensen uit de kaartenbak
28/29
Wij zijn Rotterdammers! Reny Winkelman_Dress for Success Martin Roos_Stichting Vrijwilligerswerk Rotterdam
30/31 Stad_Leven in RTM Rotterdam krijgt een Luchtsingel hippe mix van oud en nieuw
Zuidlaardermeer 14/19
34/35 Wolphaertsbocht_RTM Veiliger Jong Burger Blauw
38/43 Binnenstad_Achtergrond Stadshart klopt meer en meer
44/47 ‘s Gravendijkwal_Portret David Crouwel Jazz & Crouwel weer helemaal terug
‘Haal het maximale uit de mensen’
50 Nieuwe Binnenweg_Gastcolumn Sereni Horton ‘De koek is nog lang niet op’
ROBEDRIJF neemt en geeft WERK UIT HANDEN
Stad
48/49
‘De liefde voor OV gaat van vader op zoon’ in de sporen van de RET
Column Yvonne Nesselaar
De agenda van...
De ABN AMRO Marathon Rotterdam is al twaalf jaar achter elkaar het grootste eendaagse sportevenement van Nederland. Directeur van de marathon, Mario Kadiks, laat zien welke afspraken hij in zijn agenda heeft staan in de aanloop naar 15 april. Lullen én poetsen
‘‘Hoe is het in Rotterdam, nog steeds niet lullen maar poetsen?’ Die vraag kwam via Twitter van een vriend, die de stad al jaren geleden inruilde voor een warmer werelddeel. Tot mijn verbazing kon ik niet direct een spitsvondig antwoord bedenken, maar sloeg aan het mijmeren. Hoe is het eigenlijk met de stad en haar stoere typeringen? Passen die nog wel bij het Rotterdam van 2012 of devalueren ze onder druk van de veelbesproken economische crisis? Op het stadhuis wordt, al dan niet na veel gelul, vooral van alles weggepoetst. Wie een ID-baan heeft loopt grote kans dat hij de mouwen dit jaar niet hoeft op te stropen en bij de culturele clubs lijkt het vooral liefdewerk oud papier te worden. In mijn stamcafé zegt de een: ‘Daadkrachtige bezuinigingen, want zachte heelmeesters maken stinkende wonden’. De ander spreekt van een onzinnig sloopbeleid dat de stad nog lelijk gaat opbreken. Gelukkig ben en blijf ik een optimist als het om Rotterdam gaat. Dat komt vooral door de Rotterdammers; recht voor z’n raap en met het hart op de tong. Betrokken bewoners die actief zijn in nieuwe projecten als ‘Buurt Bestuurt’ en meedenken en -werken aan de leefbaarheid van hun wijk. Buren die elkaar een handje helpen, vrijwilligers die in alle hoeken en gaten van de stad inzetbaar en onmisbaar zijn. Zij maken de stad, tegen de hele stroom van bezuinigingen in. En zijn niet te beroerd om aan te pakken als dat nodig is. Je zou kunnen zeggen dat iedere Rotterdammer beschikt over een typisch vrouwelijke eigenschap. We kunnen twee dingen tegelijk; praten én breien, lullen én poetsen. Zo heb ik het mijn verre vriend dan ook uiteindelijk geantwoord.’
Yvonne Nesselaar Maakt radioprogramma’s over gezondheid en welzijn bij Radio Rijnmond en Radio West. Daarnaast werkt ze mee aan patiënttevredenheidsonderzoeken en communicatie projecten van diverse Rotterdamse zorginstellingen.
09.30 uur Technisch overleg: Op de dag zelf is het natuurlijk een drukte van jewelste op de Coolsingel. Wij hebben daarom al in een vroeg stadium uitgebreid technisch overleg met de NOS en RTV Rijnmond. We nemen de hele productie door van de live-uitzending. 11.00 uur Special bespreken: De zaterdag voor de marathon brengt het Algemeen Dagblad een special uit over het evenement, met daarin interessante informatie en wetenswaardigheden. Bij de bespreking nemen we de inhoud door en maken we afspraken over de interviews, nieuwsartikelen en het beeldmateriaal. 12.30 uur Sponsorcomité: Met het sponsorcomité bespreken we het sponsor- en plaatsingsplan. Is alles rond en waar komen bijvoorbeeld de banners te hangen? Ik onderhoud zelf de contacten met de grote sponsors. 14.00 uur Voorzittersoverleg: Een overleg met de voorzitters van de technische-, medische- en atletencommissie over de stand van zaken. Wat moet er nog worden geregeld? Zijn er nog knelpunten en zo ja, hoe lossen we die op? 16.00 uur VIP-ontvangst: Een groep gasten krijgt op 15 april een speciaal ontvangst in het Rotterdamse stadhuis, waarbij de organisatie en de gemeente gastheer zijn. Met een medewerker van de gemeente neem ik het draaiboek hiervoor door. Mario Kadiks organiseert sinds 1985 de marathon van Rotterdam. Als directeur is hij op hoofdlijnen overal bij betrokken. ‘Maar ik houd me vooral bezig met de commerciële zaken zoals sponsoring, de topatleten en de media.’
6/7
Ondernemende ambtenaren Werken waar en wanneer de stad dit nodig heeft. Desgewenst vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week. Met hart voor Rotterdam en door rechtstreeks contact met bewoners, ondernemers en bezoekers. Zoekend naar de beste en slimste oplossingen die werken en versterken. Daar maken Ondernemerts zich sterk voor. De Ondernemerts vormen een snel groeiende groep ambtenaren binnen de gemeente Rotterdam. Beleidsmedewerkers, projectleiders, programmamanagers, adviseurs, trainers, vormgevers, communicatieadviseurs… Allemaal hebben ze eenzelfde doel: nog efficiënter, effectiever en slimmer werken.
Omdat de stad daar steeds meer om vraagt én omdat de gemeente het komende tijd met minder financiële middelen moet doen. Door hun flexibele inzetbaarheid ‘brengen’ de Ondernemerts hun ervaring en kennis naar waar dit nodig en gewenst is. Een belangrijk Ondernemerts-uitganspunt: inspringen waar behoefte bestaat. Door daarin tegelijkertijd hun netwerk binnen en buiten de gemeente mee te nemen, kunnen naast gemeentelijke collega’s ook Rotterdamse ondernemers, organisaties, bewoners en bezoekers hier hun voordeel mee doen. Dat de Rotterdamse Ondernemerts stevig
Rotterdam in Beeld
aan de flexibele weg timmeren, is niet onopgemerkt gebleven. Het initiatief sleepte de Ynnovate FlexChallenge prijs in de wacht. Een prijs speciaal voor projecten die flexibel werken binnen de overheid aanjagen. Aanleiding voor oprichting van Ondernemerts was de 24-uursactie vorig jaar juni. Na aankondiging van bezuinigingsmaatregelen, besloot het jongerennetwerk binnen de gemeente niet te staken, maar juist een etmaal lang te werken aan alternatieve voorstellen. Eén van die voorstellen leidde tot dit initiatief. deondernemert.nl
Ze is afgebeeld op een reclamebord dat nergens reclame voor maakt. Melly Shum lacht vriendelijk, maar rode letters beweren dat ze haar baan haat. Geen product, geen prijs, geen telefoonnummer, geen website. En... is deze vrouw Melly Shum eigenlijk wel?
Sinds 1990 vormt Melly een vertrouwd straatbeeld op de hoek van de Witte de With- en de Boomgaardstraat. Kunstenaar Ken Lum gebruikt duidelijk de stereotiepe vormgeving van de reclame. Maar een ‘gewoon’ reclamebord prijst bijvoorbeeld een product aan dat Melly Shum meer plezier in haar werk geeft, of haar een leukere baan oplevert. Ken Lum maakt hier geen reclame, maar dit bord bevat wel degelijk een boodschap. Hij laat zien hoe ingesleten onze kijkgewoonten zijn. Automatisch maken we een verbinding tussen woord en beeld en voelen ons aangesproken door de directe taal. Melly kijkt vriendelijk in de camera, terwijl naast haar het woord ‘haat’ in rode letters van het bord af spat. Foto en tekst vertellen niet hetzelfde verhaal. Welke van de twee is nu eigenlijk waar? Voor kunst en cultuur in de stad vormt de gemeente Rotterdam het beleid en zorgt voor de uitvoering. Daarnaast beheert zij het subsidiebudget en stelt zowel structurele subsidies beschikbaar als subsidies voor de uitvoering van eenmalige projecten. rotterdam.nl/kunstencultuur
sculptureinternationalrotterdam.nl
Vasteland
Lekker bewegen doet iedereen voor plezier en een goede gezondheid. RotterdamLab stelt: ‘Daar blijft het bij. Sport heeft geen economische toegevoegde waarde’. En lokt daarmee meteen twee scherpe reacties uit.
Sport is heel. wat waard. Bianca Dumay Beleidsadviseur Sport Gemeente Rotterdam
‘In de stelling gaat het al krom. Alsof gezondheid zelf geen economische waarde zou vertegenwoordigen? Gezondheid heeft een waarde die ook in geld is uit te drukken. Denk bijvoorbeeld aan ziekteverzuim op het werk. Dat kost de samenleving jaarlijks veel geld.’ ‘Naast gezondheid levert sport ook op tal van andere gebieden directe economische opbrengsten. Dan moet je denken aan de omzet van sportclubs en verenigingen. Ook evenementen brengen geld in het laatje, net als kaartverkoop. En wat te denken van de toena-
me van bezoekers aan de stad die een hapje en drankje komen doen?’ INDIRECTE OPBRENGST
‘Naast de directe opbrengsten zie je dat sport ook andere opbrengsten kent. Sport vergroot leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Dat is ook zeker uit te drukken in een economische waarde, die volgens cijfers van het Economic Development Board Rotterdam de samenleving 500 miljoen euro per jaar oplevert. Een onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen laat zien, dat sport ook uitval op scholen terugdringt. Zo zie je dat sport een belangrijke maatschappelijke en economische functie heeft. Gelukkig ziet Rotterdam dat belang. Daarom stopt de stad ook in tijden van crisis zes miljoen euro extra per jaar in sport.’
Bianca Dumay
HARDE EFFECTEN
‘Dat sport een belangrijke maatschappelijke en economische functie heeft, wordt steeds duidelijker. Neem het Olympisch plan 2028. Bij het op Olympisch niveau brengen van Rotterdam en heel Nederland, wordt niet alleen gekeken naar het voor de hand liggende maatschappelijk belang en de toegevoegde waarde voor de citymarketing.’ ‘Ook de ‘harde’ economische effecten als infrastructuur, bezoekersaantallen en het effect daarvan op bijvoorbeeld de horeca in de stad, worden meegerekend. Al deze componenten vertegenwoordigen een economische waarde. Voor de stad Rotterdam én voor Nederland.’ rotterdam.nl/sportenrecreatie
RotterdamLab _ 8/9
Sanne Scholten
Sanne Scholten Programmamanager Rotterdam Sportsupport
‘Het mag duidelijk zijn dat ik er helemaal niet achter sta. Bianca heeft gelijk. Gezondheid zelf vertegenwoordigd een economisch uit te drukken waarde. Neem bijvoorbeeld overgewicht. Dat gaat de samenleving door ziektekosten, arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim minimaal vier à vijf miljard euro per jaar kosten. Gelukkig ziet Rotterdam hoe belangrijk het tegengaan van overgewicht is. Daarom zet de gemeente flink in op programma’s die bewegen stimuleren.’ ‘Naast de directe opbrengsten van evenementen zoals kaartverkoop, heeft sport zeker nog
een andere belangrijke economische waarde. Neem de Tour de France in Rotterdam. Die beelden gingen de hele wereld over. Of wat te denken van het WK Tafeltennis? Miljoenen mensen in China hebben voor de tv gezeten en via het wereldkampioenschap kennisgemaakt met de stad. En China is en wordt steeds meer een belangrijke handelspartner.’ ‘Vanuit het oogpunt van citymarketing bewijst sport iedere keer haar toegevoegde waarde. Als je al die zendtijdminuten omrekent naar advertentieruimte, dan gaat dat om enorme bedragen.’ SPORT PLUS
‘Sport heeft dus zeker economische waarde, maar het omrekenen daarvan is soms wel
moeilijk. Kun je van tevoren bepalen of mensen die sporten echt altijd minder ziek zijn? Als ze niet sporten, worden ze misschien ook niet ziek. Toch zie je dat effecten steeds meer worden gemeten.’ resultaat
‘Neem de dertig sportplusverenigingen. Dat zijn verenigingen die niet alleen sport aanbieden aan hun leden, maar die tegelijkertijd reintegratieplekken leveren of aan de slag gaan met jeugdzorgjongeren. Dan bekijken we echt wat zoiets de sportvereninging oplevert en welke resultaten worden behaald. En ook hier geldt weer dat een deel van die resultaten om te rekenen zijn in geld.’ rotterdamsportsupport.nl
Zwaanshals Het Oude Noorden bruist als nooit tevoren. Er valt van alles te doen, te kopen en te proeven. Van vintage meubels tot kookspullen, van taart tot vis. De ondernemers aan het Noordplein, Zaagmolenkade, Zaagmolendrift en het Zwaanshals hebben allemaal hun eigen verhaal. Paul Elleswijk en Ahmed Harika worden overal gastvrij ontvangen.
Hippe mix van. oud en nieuw.
1
11.00 UUR ZOETE VERLEIDING
Paul Elleswijk Programmamanager Havensteder
‘Deze frisse maar mooie dag beginnen met een espresso is geen slecht idee’, lacht Ahmed Harika. Meer mensen denken er zo over, want alle tafels bij Lof der Zoetheid zijn bezet. Op de hoek van het Noordplein hebben moeder Anastasia en dochter Elena hun zaak geopend met zoete verleidingen voor ontbijt en lunch. Paul Elleswijk wordt aangeschoten door een ondernemer uit de buurt. Of hij nog een pand rondom het Zwaanshals vrij heeft? ‘Hij ziet hier potentie, dat is een goed teken’, concludeert Elleswijk tevreden.
Stadstrip _ 10/11 Op de Zaagmolenkade zijn de bergingen onder de huizen omgebouwd tot kleine bedrijfsruimten. ‘Voor de bewoners hebben we nieuwe bergingen gecreëerd’, vertelt Elleswijk. ‘Een aantal bedrijfsruimten staat nog leeg, maar de meeste zijn verhuurd aan nieuwe ondernemers.’ We nemen een kijkje op nr. 124 bij Artego Keukendesign. Ahmed Harika wijst naar twee olijfbomen die voor de ingang staan. ‘Kijk, deze ondernemer geeft zo allure aan deze plek. Ze trekken ook mensen veel klanten aan van buiten de stad. We hopen natuurlijk dat die hier nog even een uitgebreider rondje lopen.’
5
4
3 6
7
2
11.05 UUR ZEE AAN RUIMTE
2
8 1
ROTABS Stylecenter is een bolwerk voor creatieve ondernemers. Het prachtige industriële pand, dat vroeger een depot van Roteb was, is nu de werkplek van jonge ontwerpers. In kleine units hebben zij hun winkeltje of atelier. Initiator Paul Posse runt er onder meer de espressobar. ‘We hebben hier een wolwinkel voor hogeschoolbreien, een vintagewinkel met een collectie waarvoor mensen helemaal uit Antwerpen komen en nog veel meer. Op zaterdag komen hier heel wat Rotterdammers uit Kralingen in hun PC Hooft tractor een espresso drinken.’ 3
11.15 UUR ODE AAN ROTEB
Zwaanshals Elleswijk is programmamanager bij woningcorporatie Havensteder en verantwoordelijk voor het food, fashion en design concept rondom het Zwaanshals. ‘Tachtig procent van de panden is eigendom van Havensteder. Voor de intensieve samenwerking met de deelgemeente Noord, zagen veel van de vooroorlogse panden er verwaarloosd uit. Na een grondige opknapbeurt kwamen er prachtige gevels tevoorschijn. Ook de branchering hebben we aangepakt. Grote ketens kom je hier niet tegen. Veel huurders en bezoekers vinden dat juist de kracht en charme van deze buurt.’
4
11.30 UUR GEWELDIGE GEVELS 5
11.40 UUR BACK TO THE SIXTIES Als je de vintagewinkel Spam binnenloopt, waan je je in een mix van de jaren 60 tot 80. Marcel Niehoff en Sandra Breuer hebben hun winkel gevestigd in de voormalige elektronicazaak op de Zaagmolendrift. Een wand met oude beeldbuizen verwijst nog naar hun voorgangers. Trots loopt Niehoff naar twee Charles Eames stoelen. ‘Dit is de Lobby Chair. De Rolls Royce onder de stoelen.’
Na een kort bezoek aan de twee enthousiaste dames van Dunya Hammam op de Zaagmolendrift, lopen de heren weer het Zwaanshals op. Ze staan stil bij bakkerij Al Hoceima. Op de gevel ‘zit’ een meisje. ‘Samen met het CBK hebben wij negen kunstenaars uitgenodigd om de historische ornamentlijsten boven de panden op het Zwaanshals een eigentijdse invulling te geven’, vertelt Elleswijk. ‘Ze horen bij de historie van het Oude Noorden en daarom hebben we ze in ere hersteld.’
6
11.45 UUR even naar de hammam
Stadstrip _ 12/13 Het begon allemaal met een website die uitgroeide tot de grootse whiskydatabase van de wereld. Sinds kort heeft Menno Bachess ook zijn eigen winkel Whiskybase.com op het Zwaanshals. ‘Ik denk dat ik op dit moment de meest gefotografeerde winkel van Nederland ben’, vertelt hij trots. ‘Dagbladen, glossys: allemaal schrijven ze een artikel over mijn zaak. Via mijn site krijg ik orders binnen uit de hele wereld. Daar staat een bestelling klaar voor een klant in Israël.’ Op de stoep voor vishandel Marost wordt intussen verse vis uitgeladen. De eigenaar zwaait enthousiast naar Harika en Elleswijk.
7
11.50 UUR WHISKY PARADIJS
5
4
3 6
7
2
8 1
8
12.00 UUR DE VERLEIDERSROL
Het Kookpunt, ooit begonnen als pionier, heeft inmiddels het hele Noordplein in beslag genomen. ‘Steeds meer ondernemers zien dat deze buurt potentie heeft’, aldus Harika ‘Onze volgende stap is de Noorderboulevard en de Zwartjanstraat. We hebben een Europese subsidie gekregen en hopen dat ondernemers daar gebruik van gaan maken en zo het imago van deze straat opkrikken. Helaas zit niet iedereen te wachten op een opknapbeurt van zijn pand. Wat dat betreft moeten we ze verleiden.’
Ahmed Harika Vicevoorzitter Deelgemeente Noord
Zuidlaardermeer
14/15
Vol concentratie buigen medewerkers in de loods aan de Zuidlaardermeer zich over lange werktafels. Voor wie de stap naar een ‘gewone’ baan te groot is, kan terecht in een van de werkbedrijven van Robedrijf, onderdeel van Roteb. Daar steken deze zogeheten Sw’ers (een afkorting van sociale werkvoorziening) de handen uit de mouwen. De gemeente zoekt aansluiting bij het bedrijfsleven om hen te plaatsen. In oplopend tempo, want er moet bezuinigd worden en de regeling ‘Werken naar vermogen’ is in aantocht.
Zuidlaardermeer ‘I
eder mens kan iets, daar geloven wij in’, stelt Marlin Huygens, directeur Markten en Bedrijven van Roteb. ‘Bij onze werkbedrijven werken zo’n 2.500 mensen die om welke reden dan ook niet makkelijk op de arbeidsmarkt terechtkomen. Door een geestelijke of lichamelijke beperking. Of omdat zij lang werkloos zijn en dat duwtje in de goede richting nodig hebben. Bedrijven huren bij ons capaciteit in of besteden werk uit. Wij zijn ervoor om voor iedereen passende en zinvolle arbeid mogelijk te maken. En hen terug te begeleiden naar een baan op de arbeidsmarkt.’ De visie hangt nauw samen met veranderende regelgeving rond de sociale werkvoorziening. De Sw is straks alleen bedoeld voor mensen die uitsluitend in een ‘beschutte om-
Arthur de Bruin Manager Trital BV ‘Bij Robedrijf aan de Zuidlaardermeer zijn ze altijd bereid om een spoedklus op te pakken. Of het krijgt even voorrang, ook geen probleem. Kniezakken bij honderd overalls erop zetten bijvoorbeeld. Want Trital verzorgt beschermingsmiddelen, zoals veiligheids(hand)schoenen en helmen. Roots BV, van dezelfde eigenaren als Trital, is gespecialiseerd in veiligheid voor de offshore en verzorgt brandvertragende, antistatische en gecertificeerde overalls. Werk aan die kleding gaat allemaal naar Robedrijf, waar we nu zo’n drie jaar mee samenwerken. Ik kom veel naar de Zuidlaardermeer en zie Sw’ers aan het werk. Een fantastische manier om ondanks een fysieke of geestelijke beperking goed werk te verrichten. Daar heb ik veel respect voor. De kwaliteit? Die is prima. Via Roteb RO Logistics worden bij ons mensen met een sociale dienstuitkering geplaatst om stage te lopen. Ze doen werkervaring op en we leiden hen op. Zo proberen ze dan weer een baan in de maatschappij te vinden.’
geving’ kunnen werken. Mensen met een arbeidshandicap gaan voor het percentage dat ze wél kunnen werken zo veel mogelijk bij gewone bedrijven aan de slag. Deze nieuwe regeling ‘Werken naar vermogen’ (zie infokader volgende pagina) gaat in 2013 in. SAMENWERKING ZOEKEN
Iedereen aan het werk naar zijn of haar eigen mogelijkheden. Het liefst bij een reguliere werkgever. Hoe pakt Rotterdam dat aan? Huygens: ‘Voor Robedrijf betekent het dat we onderdelen naar de markt afstoten en samenwerking met bedrijven opzoeken om mensen te plaatsen. Voor mensen voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt echt te groot is, blijft ons vangnet bestaan. De overige Sw’ers, driekwart van de 2.500 medewerkers, worden zo
16/17 veel als mogelijk in reguliere bedrijven geplaatst. Waar is de vraag naar mensen? Daar moet je zijn. Containerleverancier Bronij neemt vanaf begin maart de productie van onze metaalassemblage over, inclusief ruim honderd werknemers. Wij blijven werkgever, Bronij verzorgt de huisvesting en materialen. Hierdoor kan Robedrijf de productielocatie aan De Roer sluiten. Een forse bezuiniging dus. We moeten wel. De werkbedrijven van Roteb, waar zo’n 100 miljoen euro per jaar in omgaat, draaien verlies en de subsidie wordt minder.’ Ronald Bergman, manager Commercie, Marketing en Ontwikkeling van Robedrijf: ‘Vorig jaar is onze fietsenfabriek aan de Schuttevaer afgestoten. Zo’n 150 man die naar ander werk moesten worden begeleid. Iedereen is her-
plaatst. Bijvoorbeeld via Robedrijf groen bij aannemers in de markt en bij Beenhakker, die mobiliteitshulpmiddelen levert. Wat mij opvalt, is dat Sw’ers bij zo’n bedrijf merken dat ze meer kunnen dan ze dachten.’ HANDMATIG EN SECUUR
Zijn bedrijven bereid mee te werken? Huygens: ‘Voor degenen met een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt, die meer dan pakweg zeventig procent van het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, wel. Het gaat dan om werknemers die een klein zetje nodig hebben om te re-integreren en een individueel arbeidscontract binnen te halen. Dat doen wij samen met het Rotterdamse werkgeverspunt DAAD. De groep met een verdiencapaciteit tussen 20 en 70 procent is fors.
Ron Broeders Directeur Bronij ‘Bronij heeft veel werk aan het plaatsen en leveren van boven- en ondergrondse afvalcontainers in Rotterdam. Met de overname van de metaalsector van Robedrijf kunnen wij realiseren dat de afvalcontainers, die wij eerst compleet kregen aangeleverd, nu door Sw’ers in elkaar worden gezet. Hier worden ook onderdelen voor de afvalcontainers geproduceerd. De overname betreft honderd fte’s, medewerkers die niet alleen containers in elkaar zetten, maar ook andere werkzaamheden op metaalgebied verrichten. Sociaal maatschappelijk ondernemen staat bij Bronij hoog in het vaandel. Wij kunnen ook als partner fungeren bij gemeentelijke aanbestedingen en bedrijven van dienst zijn op het gebied van de sociale werkvoorzieningen. Tegenwoordig is hier een passage over opgenomen in de gemeentelijke aanbestedingen. Mét de garantie dat de producten die we leveren, van een hoogwaardige kwaliteit zijn. Wij denken dat commercieel denken en doen prima samengaan met sociaal ondernemen. Gezien het enthousiasme van de medewerkers hebben wij daar alle vertrouwen in.’
Zuidlaardermeer
Cos Kreuseler Gedetacheerd vanuit Robedrijf Beenhakker ‘Werkt de verlichting? Toetert-ie goed? Lopen ze aan? Ik kijk of scootmobiels en rolstoelen goed schoon zijn en lekker rijden. Vaak is de accu leeg of pomp je even de bandjes op. De stoelen komen uit Capelle aan den IJssel en Rotterdam. Het zijn er best veel hoor. Ik loop elke dag zo’n vijftien rolstoelen en scootmobiels na: schroefje, boutje, moertje. Fouten oplossen is het leukste. Bij de Fietsfabriek heb ik achttien jaar lang gewerkt en zette fietsmodellen in elkaar. Heel jammer dat de Schuttevaer moest sluiten. Ik had het enorm naar mijn zin. Het was wel wennen om hier aan de slag te gaan. Maar ik pas me wel aan en we hebben lol met andere collega’s. Je leert van elkaar en helpt als het nodig is. Inderdaad, nu heb ik een andere naam op mijn werkkleding. Al maakt Roteb of Beenhakker me eigenlijk niets uit. Er is genoeg te doen zoals je ziet. Ik ga nog even een stoeltje pakken.’
Ronald Bergman en marlin huygens
Hier staat de werkgever niet echt om te springen. Een oplossing is groepsdetachering. We werken al jaren samen met Verstegen, waar bijvoorbeeld zakjes met laurierblaadjes worden gevuld. Dat moet handmatig en secuur gebeuren, want de blaadjes mogen niet breken. Die kansen moet je benutten.’ Ook met Post.nl voert Robedrijf gesprekken om te peilen of ‘hun’ mensen bij het postsorteerbedrijf aan de slag kunnen. Huygens: ‘De werkgever die Sw’ers inschakelt, ontvangt een financiële tegemoetkoming. Het vraagt wel om begeleiding en het risico bestaat dat werknemers eerder uitvallen. Voor ons is het een uitdaging om de belemmeringen die werkgevers voelen, weg te nemen.’
INFO . WERKBEDRIJVEN
Robedrijf baan en markt: diverse werk-leertrajecten en begeleiding naar reguliere baan.
KRACHT VAN INKOOP
Voor het plaatsen van mensen heeft Rotterdam nog een andere troef in handen: social return on investment (zie pagina 24/25). Bergman: ‘De gemeente zet voor 800 miljoen aan werk in de markt. Benut die inkoopkracht. De gemeente maakt bij grote aanbestedingen gebruik van aannemers die weer veel Oost-Europeanen inschakelen. Wij hebben die inzet ook in huis! In zogeheten ‘bestekken’ staat voortaan dat aannemers een percentage aan mankracht voor het uitvoerende werk bij ons weghaalt. Op die manier zijn 170 Sw’ers van Robedrijf groen aan het werk. Zij lopen in een jasje van een aannemer. Ze zijn trots dat ze bij dat bedrijf werken. En zijn hierdoor ook van het stempel ‘Sw’ af.’
Robedrijf diensten: verzorgt o.a. reprowerk, mailings en callcenteractiviteiten. Robedrijf productie: van metaalassemblage en -bewerking tot elektromontage. Robedrijf groen: o.a. een kwekerij voor sierteeltproducten en interieurbeplanting.
18/19
Frans Schlosser Postkamermedewerker Gemeentebelastingen Rotterdam
Werk is er voldoende, daar is Huygens van overtuigd. ‘Je moet de klanten wel vínden. Bij Robedrijf zijn we gewend om werkgevers te benaderen en ruimte in de markt te zoeken.’ Bergman vult aan: ‘We werken al jaren met ondernemers. We pakken kerstpakketten in, verzorgen speciale mailings voor klanten als Coca Cola en Heineken. De ‘Pletterpet’ bijvoorbeeld is een eenmalige activiteit die niet zomaar te automatiseren is. Onze kracht? Ze noemen ons ook wel een ‘rustige enclave’. Onze Sw’ers zijn gebaat bij repeterend werk. Bedrijven willen meer handjes in een drukke periode of bij seizoenspieken. Daar spelen wij op in. We nemen werk uit handen. Robedrijf biedt een perfecte leeromgeving voor mensen om hen klaar te stomen voor de arbeids-
markt. Als je echt niet kunt werken, dan word je opgevangen. Kun je nog wel iets doen? Dan vragen we inzet. Om uiteindelijk terug te keren naar een reguliere baan’, aldus Bergman
WERKEN NAAR VERMOGEN
Werken naar vermogen vervangt in sommige gevallen de verschillende regelingen die er zijn voor mensen met een arbeidsbeperking. Zoals de Wet investeren in jongeren en de Wet werk en bijstand. Mensen kunnen bij hun gemeente aankloppen voor begeleiding.
Wat kunnen mensen wèl? Doel van de Wet werken naar vermogen is dat iedereen werkt naar het percentage dat hij of zij kán werken. Om zo te stimuleren zo veel mogelijk te werken. Kan iemand uitsluitend in een beschutte werkomgeving aan de slag, dan blijft instroom in de Wet sociale werkvoorziening mogelijk.
Huygens: ‘Beweeg mensen naar een plek waar je het maximale uit iemand kan halen. Onze koffiedame Janny zat door omstandigheden lang in de bijstand. Via een re-integratietraject werkt ze nu bij ons. Ze is een supertalent in de catering.’ Tijdens de koffieronde bevestigt Janny dat ze nu op de juiste plek zit. ‘Het is leuk om weer te werken en je spreekt allerlei mensen. Nu verdien ik mijn eigen geld, ik hoef mijn hand niet meer op te houden.’
robedrijf.nl
‘WOZ-bezwaren, vragen over hondenbelastingen en andere regelingen. Bij de postkamer van Gemeentebelastingen komt het in grote hoeveelheden binnen. Ik sorteer onder andere de post en scan de stukken voor het digitale archief. Nadat ik een poosje werkloos was, werkte ik hiervoor bij het werkbedrijf aan de Zuidlaardermeer. Ik verzorgde mailings en zette dakvensters in elkaar. Allemaal klussen in opdracht van andere bedrijven. Tot ze me vroegen om bij Gemeentebelastingen aan de slag te gaan. Leuk natuurlijk, ik heb meteen ja gezegd! Het zou gaan om een tijdelijke baan, maar ik werk er inmiddels al vijf jaar. Hier voel ik me meer thuis. Veel mensen vinden het moeilijk om de beschermde werkomgeving van Roteb uit te stappen. Krijg je de kans? Dan moet je die aangrijpen. Vooral jongeren kunnen die stap vaker zetten dan ze denken. Mocht iets anders mijn pad kruisen, denk ik erover na. Maar voorlopig zit ik hier prima.’
Loofrijk
Prettig wonen in ‘Rotterdams buiten’ Veel ruimte, groen en water. Het is een voor Rotterdam unieke nieuwbouwwijk. Park 16Hoven is een wijk met circa 150 vrije kavels, vrijstaande villa’s, twee- en meerkappers, ruime eengezinswoningen en appartementen. Daarnaast zijn er veel voorzieningen die het leven in de wijk aangenamer maken.
Bouwen aan RTM _ 20/21
Park 16Hoven richt zich vooral op mensen met een middelhoog en hoger inkomen. Het gaat om Rotterdammers die houden van ruimte, luxe en bijzondere architectuur en die toch goed ontsloten en dicht bij de binnenstad willen wonen. In totaal krijgt de wijk zo’n 1.800 woningen. Er komen ook voorzieningen zoals een sportcomplex, een basisschool met naschoolse opvang en een kinderdagverblijf. Een ponyclub en een golfcentrum liggen om de hoek. De ontwikkeling van Park 16Hoven is al even bezig en duurt zeker tot 2020.
Aan de westzijde van de wijk ligt een uitgestrekt park van 25 hectare. Het westelijke deel van dit park, is in Engelse landschapstijl ontworpen en inmiddels gerealiseerd. Deze stijl kenmerkt zich door veel bomen, bijzondere struiken, water, fraaie doorkijkjes, bijzondere bruggen en open plekken die overgaan in de bosranden. In januari 2012 is gestart met de renovatie van het oostelijk deel van het park. In dit deel van het park komen onder meer een hertenkamp, een speeleiland en woonappartementen. GROEN WONEN
BINNENWERK
Inmiddels hebben meerdere ontwikkelaars woningen in de wijk gerealiseerd. Zij maken -- vaak gezamenlijk -- verschillende deelplannen met aparte binnenwerelden. Binnenwerelden zijn intieme buurten rondom een groen of waterrijk gebied, met een geheel eigen uitstraling en sfeer. De meer westelijk gelegen deelplannen zijn ruim opgezet, met veel openbaar groen, grote villa’s en twee- of meerkappers én riante tuinen. Naar de oostelijke kant van de wijk wordt de bebouwing meer stedelijk, met rijwoningen en appartementen. TUIN OM OP TE ETEN
Op de 150 kavels mogen toekomstige bewoners naar eigen inzicht en zonder al te veel regels bouwen. Een aantal kavels is inmiddels bebouwd. Een goed voorbeeld daarvan is het ecohuis gebouwd door Mathilde van Wansdronk. Dit huis is onder andere helemaal ‘zelfvoorzienend’. Het is CO2-neutraal, de constructie is van hout, de isolatie van vlas, binnenwanden van leem. Bijzonder is dat Van Wansdronk er met haar ouders woont. ‘Ik kwam tot de conclusie dat het huis wel erg groot werd voor mij alleen’, vertelt Van Wansdonk. Ze besloot het huis in tweeën op te delen zodat onder één dak, twee woningen ontstonden. ‘Mijn ouders zijn gezellige mensen, dus waarom niet?’ Komend voorjaar staat de duurzame tuin op de planning waaruit gegeten kan worden. Een vijver vangt regenwater op voor in het huis, met daarin planten die het water zuiveren. ORGANISCH OVERGAAN
De wijk ligt op slechts vier kilometer van de binnenstad, maar toch woont men écht buiten. ‘Buiten’ staat voor het rustige, ruime, groene en waterrijke karakter. Maar het heeft ook betrekking op de uitstraling van vooral het westelijke deel, dat organisch overgaat in Park De Buitenplaats. Verder komen in de wijk karakteristieken uit het oude polderlandschap terug. Denk dan aan watergangen, twee wilgenlaantjes, een molen en een oud gemaal. De IJskelder blijft als waardevol stukje natuurgebied bestaan. Het is inmiddels een ware vogelspotplaats inclusief ooievaarsnest.
In 2012 gaan er weer zo’n 150 nieuwe gezinnen wonen in de wijk die in totaal 220 hectare groot is. De hele ontwikkeling duurt nog een flink aantal jaren. ‘Tijdens de bouw kun je bewoners wiens huis of straat al af is, niet in een zandbak laten wonen’, vertelt Gina Kranendonk, de groencurator van 16Hoven. Kranendonk bedenkt groenevenementen die er tijdens het project voor zorgen dat het ‘alvast’ goed wonen is in de wijk. ‘Ik verzorg alle tussentijdse groenoplossingen. Zo hebben we een verplaatsbare kas die door de wijk zwerft. En picknicktafels die steeds ergens anders kunnen staan. Ieder jaar verzin ik daarbij een ander thema.’ Tijdens de evenementen die Kranendonk organiseert, leren oude en nieuwe bewoners elkaar kennen. Kranendonk: ‘Zo organiseren we pluk- en proefrondleidingen. Wijkbewoners gaan dan met elkaar op stap en leren welk groen eetbaar is. Daar maken we salades van die we gezamenlijk eten. Zo groeit Park 16Hoven met de tijd uit tot een volwaardige, groene wijk waar bewoners goed met elkaar samenleven.’ TOEKOMSTIGE WIJKGENOTEN
Door de grootte van het gebied, de duur van het project en de verschillende ontwikkelaars die verschillende woningen bouwen, is het belangrijk om bestaande en toekomstige bewoners te informeren over wat er allemaal gebeurt. Yvonne Kremer is als gemeentelijke communicatieadviseur een van de mensen die zich daarmee bezighoudt. ‘Uiteraard kun je op de website veel informatie vinden. Daar is ook het blog van Gina Kranendonk te lezen met de nieuwste ontwikkelingen in de wijk. Maar we organiseren ook geregeld evenementen zoals de ‘Walk en Talk’ rondleiding op 14 april tijdens de Landelijke Nieuwbouwdag. Dat is een rondleiding voor het publiek door onder andere architecten en projectontwikkelaars die over hun aandeel in de wijk vertellen. Die rondleiding is gratis. Op de site is altijd terug te vinden wanneer we die evenementen organiseren.’ park16hoven.nl park16hoven.blogspot.com
Marconiplein Ingenieursbureau pakt de regierol De gemeente heeft een eigen Ingenieursbureau. Taak? De projecten in Rotterdam op het gebied van grond-, weg- en waterbouw, milieu en havens voor elkaar krijgen zoals de bedoeling is. Het bureau pakt hierbij steeds meer de regierol en draagt taken over aan marktpartijen. ‘Maar wel gedoseerd, want we moeten een gelijkwaardig gesprekspartner blijven’, legt directeur Johan Vermeer uit. ‘We willen ervan af dat de gemeente de stad ontwikkelt. Dus niet een overheid die alles doet. Het Ingenieursbureau wil sterker aan de voorkant van plannen en projecten meedenken en adviseren, en de uitvoering juist meer overlaten aan de markt.’ De keuze om meer over te laten aan de markt, speelt al een jaar of drie. ‘Vroeger berekenden we alles tot in detail en schreven we alles in uitgebreide plannen uit. Deze
activiteiten laten we nu meer over aan de markt’, licht de directeur toe. ‘We willen bijvoorbeeld een warmwaterleiding aanleggen om restwarmte uit de industrie te gebruiken om huizen te verwarmen. Of het Havenbedrijf wil een haven verbreden. Wij beschrijven dan wat er moet gebeuren. Een commercieel ingenieursbureau kan vervolgens de berekeningen uitvoeren, een aannemer de bouw en eventueel het onderhoud.’ Het overdragen van taken is ook een efficiencyslag. Telde het Ingenieursbureau een aantal jaar geleden nog 1.100 medewerkers, over een paar jaar is dit aantal gehalveerd. ‘Heb je te veel mensen in dienst voor de hoeveelheid werk, dan kost dat geld. We willen het werk daarom anders organiseren. Vooral regisseren en deels blijven uitvoeren.’ ‘De markt is even goed of beter in bepaalde taken en kan veel flexibeler omgaan met het
aantrekken van personeel. Ze kunnen dus goedkoper werken. We kijken veel naar andere projecten en zien voorbeelden genoeg waarbij te snel te veel taken zijn overgedragen aan het bedrijfsleven. Als overheid moet je altijd een gelijkwaardig kennisniveau hebben. Alleen dan kun je goed plannen maken en resultaten controleren en beoordelen. Het Ingenieursbureau heeft bepaalde specifieke kennis, denk aan bruggen en ondergrond, die heel belangrijk is voor Rotterdam. Die moeten we zeker behouden. Daarom blijven we altijd een deel van een project zelf uitvoeren.’ Het gemeentelijk Ingenieursbureau is betrokken bij projecten op het gebied van infrastructuur, civiele techniek en milieu in Rotterdam. Taken van het bureau: meedenken bij planvorming, projectvoorbereiding, planningsadvies, projectmanagement, directievoering, toezicht en specialistisch advies.
Slappe grond vraagt stevige oplossing Rotterdam is een stad op klei en veen. Een vrij slappe ondergrond, waarin bebouwing snel wegzakt. Een manier om de fundering te versterken, is de grond weg te graven en op te hogen met zand. Een kostbare methode. Het gemeentelijk Ingenieursbureau ontwikkelde daarom twee alternatieven.
‘Bij het ophogen met zand, moet de gemeente de afgegraven grond afvoeren en zand aankopen. Dit kost ook weer extra transport’, vertelt Joep Van Leeuwen, adviseur Milieu en Klimaat bij het Ingenieursbureau. ‘Wij zoeken daarom naar een technische innovatie om dit op te lossen en zo de doelen voor Rotterdam te behalen, zoals extra besparen en minder CO2-uitstoot.’ ‘We willen niet zelf het wiel uitvinden en werken daarom samen met aannemers’, legt Van Leeuwen uit. Deze samenwerking leidde tot een kleinschalige proef in bedrijvenpark Noordwest. ‘Bij dit project gaat het om vijfhonderd ton grond. Een kleine hoeveelheid als je bedenkt dat Rotterdam een miljoen ton slappe grond per jaar verwerkt. Maar wel een goede mogelijkheid om ervaring op te doen. We voeren bij dit project nu stapsgewijs nieuwe technieken in’, aldus de adviseur.
joep van leeuwen
Het Ingenieursbureau ontwikkelde twee alternatieven om de grond te versterken. ‘We mengen de afgegraven grond ter plaatse met een restproduct uit de papierindustrie of met primaire kalk. Deze versterkte grond storten we weer terug.’ Na uitgebreide evaluatie bekijkt Van Leeuwen welke methode qua kosten én duurzaamheid het beste is. Een volgende stap is de alternatieven toe te passen bij een groter project.
Bouwen aan RTM _ 22/23
geprojecteerd Stad van vandaag en morgen Making City, oftewel: hoe maken we een stad? Dat is de centrale vraag van de 5e Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR), die in april wordt geopend en tot september duurt. Making City verkent stedelijke toekomstscenario’s en zet daarbij ontwerp voorop. Met tentoonstellingen op verschillende locaties, een conferentie, debatten en publicaties. In april 2012 komen 35 projecten uit meer dan 25 wereldsteden naar Rotterdam. Projecten uit onder meer New York, Parijs, São Paulo, Delhi, maar ook Rotterdam, Den Haag, Groningen en Almere tonen aan dat standaardoplossingen niet langer toereikend zijn. De onvermijdelijke verstedelijking vormt een enorme politieke, sociale, economische en ecologische uitdaging. Tegelijkertijd bieden steden zelf de oplossingen voor deze opgaven. Ook Rotterdam is op zoek naar manieren om de stad zo goed mogelijk te ontwikkelen. Martin Aarts, hoofd ruimtelijke ordening bij de gemeente Rotterdam: ‘Geld is er niet. Maar dat is geen reden om te wachten tot de crisis voorbij is. Integendeel. Dit is juist de tijd om het anders
iabr.nl
aan te pakken. We hebben gemerkt dat bewoners, ondernemers, corporaties en ambtenaren enorm veel creatieve ideeën hebben om de stad op een duurzame manier te ontwikkelen.’ Rotterdam wil zich de komende jaren vooral richten op het verdichten van de binnenstad. Aarts: ‘Je hoort mensen wel eens zeggen: ‘Maar het is al zo druk in de stad.’ Dat hebben we wetenschappelijk laten onderzoeken en wat blijkt? In Rotterdam woont vijf procent van de inwoners in de binnenstad, terwijl het landelijke gemiddelde op tien procent ligt. Daar valt dus nog veel winst te behalen. Als de binnenstad bruist, heeft dat gevolgen voor heel Rotterdam.’ De Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam is opgericht in 2001 in de overtuiging dat architectuur en stedenbouw van publiek belang zijn. De belangrijkste opdracht voor de architectuur is om een bijdrage te leveren aan de woon- en leefkwaliteit van miljarden mensen. Vanuit die grondgedachte werkt de IABR aan de stad van morgen.
Chroomstraat In een overall komt Ricardo de kantine binnen bij het groenaannemingsbedrijf Punt. In gebarentaal brengt hij zijn teamleider Michel Valeriano van Robedrijf groen op de hoogte. ‘Gelukt met de klus’, aldus Michel. ‘Ricardo heeft een lasdiploma op zak. Eerst schoffelde hij bij Robedrijf. Bij Punt sleutelt hij in de werkplaats. Supertechnisch die jongen.’
Zo veel mogelijk mensen uit de kaartenbak Ricardo is samen met 32 anderen bij Punt gedetacheerd vanuit Robedrijf groen, een van de werkbedrijven die onderdeel zijn van Roteb. Hier werken Sw’ers, mensen in de sociale werkvoorziening. Punt was een van de inschrijvers bij een aanbesteding door Gemeentewerken voor groenonderhoud. Een eis in het bestek (omschrijving van uit te voeren (bouw)werk, red.): een deel van de aanneemsom gaat naar ‘social return on investment’. Dit betekent dat Punt mensen inschakelt die door een periode van werkloosheid of een beperking niet zo makkelijk aan een gewone baan kunnen komen. OVER BAGGER EN BOUTEN
De samenwerking met de groenaannemer illustreert wat Rotterdam voor ogen heeft. ‘Rotterdam zet voor 800 miljoen euro per jaar aan werk in de markt. Van bagger- en bestratingsbestekken tot het bezorgen van lijkkisten. We willen die inkoopkracht gebruiken bij alle bestekken om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten’, vertelt René van Wilgenburg. Het hoofd Inkoop van Roteb heeft legio voorbeelden waar mogelijkheden liggen om Sw’ers in te schakelen. ‘Bij Rotterdam Centraal gaan veel klussen naar ProRail. Leggen zij de rails aan en zijn daarvoor bouten nodig? Neem ze af in onze fabriek. Sw’ers in-
zetten bij Ernst & Young, dat gaat niet zo gemakkelijk. We kunnen wél vragen of Ernst & Young bij stichtingen in Charlois mensen wegwijs maakt in de boekhouding. Daarover willen wij graag in gesprek.’ ‘Meer mensen aan het werk, daar draait het om’ vervolgt Van Wilgenburg. ‘We willen mensen uit de kaartenbakken halen, in samenwerking met het Rotterdamse werkgeverssteunpunt DAAD. Voor een groot afvalverwerkingsbestek overleggen we met specialisten. Wat kunnen afvalverwerkers op het gebied van social return betekenen? Wij kunnen een afvalmanager leveren die afvalscheiding verzorgt voor ondernemers die bij Rotterdam Centraal werken. Weer iemand uit de kaartenbak. Je kunt ook via sociale uitzendbureaus mensen benaderen. Of via het mobiliteitscentrum van de gemeente voor Rotterdammers met een gesubsidieerde baan die dreigen hun werk kwijt te raken. Ben je werkloos? Zorg dat je weer meedoet. Van thuis zitten word je niet gelukkig.’ HARTELIJKE ONTVANGST
Ron Haag, ook gedetacheerd bij Punt, herkent dit. ‘Werken is fijn, ik heb die regelmaat nodig. Ik was elf jaar toen ik door een ongeluk hersenletsel opliep en mijn linker-
RTM onderneemt _ 24/25
helft verlamd raakte. Automonteur wilde ik worden, maar dat zat er niet in en ik kwam in de Sw terecht. Ik zette dynamo’s op fietsen, vrij eentonig werk. Op een gegeven moment kon ik gaan tuinieren. In Plaswijckpark en later in de Botanische tuin in Kralingen. Wat een prachtige sfeer, ik heb veel plantenkennis opgedaan. Na veertien jaar moest ik door bezuinigingen de tuin verlaten. Ik zag het niet meteen zitten om bij een aannemer aan de slag te gaan. Dat zie ik nu anders. Vooral de ontvangst was heel hartelijk. In de tuin werkte ik met een speciale kruiwagen met twee wielen. De eerste dag dat ik begon stond ook hier zo’n kruiwagen voor me klaar.’ ‘Natuurlijk, dat regelen we’, haakt Bastiaan Punt, één van de directeuren van het gelijknamige groenbedrijf, hierop in. ‘De jongens zijn gemotiveerd en leveren goed werk. Ze hebben veel kennis en ervaring. Dat valt ons op. We willen het beste uit de mensen halen en kunnen hen mogelijkheden bieden. Wij doen groenonderhoud op alle gebieden. Dan is het belangrijk dat onze mensen positief in het werk staan. We hebben het bestek goed doorgenomen en zagen wat betreft social return geen enkel bezwaar.’ Juist dat zijn de inschrijvers waar Rotterdam graag mee wil samenwerken. Van Wilgenburg: ‘Om werkgevers te betrekken bij het plaatsen van mensen, organiseerden Robedrijf groen en Gemeentewerken een informatiebijeenkomst voor inschrijvers op een bestek. Verstegen, waar medewerkers van werkbedrijven al jaren werkzaam zijn, heeft daar verteld wat hun ervaringen zijn met de inzet van Sw’ers. Uiteindelijk blijven de inschrijvers over die weten waar ze aan toe zijn. Die zoeken we.’ ‘Social return kent ook ‘minnen’, vervolgt Van Wilgenburg. ‘Je ziet wel eens dat er mensen afvallen. En projecten als Rotterdam Centraal zijn straks afgerond. Ook al is het tijdelijk, je doet wel ervaring op als je werkt. Daarom kijk ik als inkoper bij een klus om welk werk het gaat en voor welke doelgroep dit werk kan betekenen. Om mensen in te zetten, moeten we samen met de markt een oplossing vinden en initiatieven nemen. Het gaat erom dat je aan het werk kunt, bent en blijft.’ SOCIALE TERUGVERDIENSTE
Zomaar instromen naar een gewone baan in het bedrijfsleven is niet voor iedereen weggelegd. Door lichamelijke of geestelijke beperking of omdat iemand al langdurig werkloos is. Daarom wil de gemeente dat bij elke aanbesteding een deel van de aanneemsom gaat naar de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een gedachte die aansluit bij de nieuwe Wet werken naar vermogen (zie pagina 14 t/m 19) die in 2013 ingaat. Die stelt dat iedereen werkt naar het percentage dat hij of zij dat kan. robedrijf.nl groen-puntbv.nl
Stad Al het ondernemende onder één dak Het loopt als een trein in het Ondernemershuis Zuid. Steeds meer mensen maken gebruik van het huis om zich als startende ondernemer aan te melden of als zelfstandige advies in te winnen bij één van de negentien aangesloten partijen. Het Ondernemershuis Zuid helpt (startende) ondernemers op Zuid. Negentien aangesloten partijen staan klaar om ondernemers te registreren, begeleiden en adviseren. Van Belastingdienst tot Kamer van Koophandel (KvK), van commerciële banken tot het Regio-
naal Bureau Zelfstandigen. ‘Dat is nou mooie van het Ondernemershuis’, vertelt Alex Blonk, manager aldaar. ‘Het is niet alleen overheid of alleen de KvK. Ook commerciële partijen als banken, notarissen en accountantskantoren leveren expertise.’
Startende ondernemers krijgen in het Ondernemershuis bijvoorbeeld begeleiding bij het opstellen van een ondernemersplan. Maar ook na registratie als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst houdt het aanbod van het Ondernemershuis niet op. ‘We bieden de ondernemende Rotterdammers verschillende workshops en trainingen. Laatst hebben we Social Media trainingen aangeboden voor kleine ondernemers. Maar workshops als financieel beheer of het voeren van een goede administratie verzorgen we ook. Daarbij schakelen we uiteraard een van onze partners in’, licht Blonk toe. Steeds meer mensen vinden hun weg naar het Ondernemershuis. Volgens Blonk trekt het gemak van ‘alles onder één dak’ ook de ondernemers van de Noordoever naar Zuid. ‘Het idee van one-stop-shopping is aantrekkelijk. Hoewel de Noordelingen ook bij de Kamer van Koophandel aan de Blaak terechtkunnen, kiezen ze toch steeds vaker voor onze dienstverlening. Sterker nog, twintig procent van de registraties die we nu doen, komen voort uit bezoekers van buiten de stad. Daar zit wel één nadeel aan. De wachttijd aan de balie kan iets oplopen.’ Het samenwerkingsverband is ooit opgericht om speciaal de ondernemers op Zuid te faciliteren. Blonk: ‘Misschien is het tijd om die gedachte los te laten.’ ondernemershuiszuid.nl
Jaarlijks economisch verkend Hoe staat het met de Rotterdamse economie? Wat is er de afgelopen tijd allemaal gebeurd en welke thema’s zijn de komende tijd belangrijk? Het is allemaal te lezen in de Economische verkenning van 2012. Willem Hamel, gemeentelijk projectleider van de Economische verkenning, legt uit dat de jaarlijkse uitgave van de gemeente tot stand komt in samenwerking met twaalf partners. ‘Denk daarbij aan bedrijven als de Rabobank en KPMG, maar ook aan instellingen zoals Albeda of InHolland. Allemaal organisaties die een beeld kunnen schetsen van de Rotterdamse economie.’
In de Economische verkenning komt duidelijk naar voren dat ook in Rotterdam de crisis toeslaat. ‘Zo valt de overslag in de haven de laatste maanden van 2011 tegen’, aldus Hamel. ‘Maar op de lange termijn laat Rotterdam een positief beeld zien. Het opleidingsniveau in de stad is gestegen en er zijn 58.000 nieuwe banen bijgekomen.’ De verkenning laat ook zien waar voor Rotterdam de komende tijd economisch de nadruk moet liggen. Hamel legt uit dat Rotterdam zich meer en meer moet beseffen dat ze opereert in een netwerk van steden. ‘Onderzoek naar het Havenbedrijf leert dat
hoe meer de haven samenwerkt met andere havens, hoe sterker de Rotterdamse haven wordt. Datzelfde geldt ook voor Rotterdam als stad, in combinatie met omliggende steden.’ De Economische verkenning is meer dan alleen een eenmalige printuitgave. ‘We organiseren ‘road shows’ en een seminar over het onderwerp Rotterdam als netwerkstad. Daarin wordt de vraag wat de komende tijd belangrijk is, verder uitgediept’, besluit Hamel. rotterdam.nl/evr2012
RTM onderneemt _ 26/27 geprojecteerd Het plein dat even ‘vijver’ kan zijn… Het Benthemplein, vlakbij het Hofplein, wordt het eerste grootschalige waterplein van de wereld. Over ruim een jaar moet het klaar zijn. Dan moet deze nu nog wat stenige en saaie vlakte zijn verbouwd tot een plek waar je kunt relaxen, spelen en sporten. En waar – als het hard regent – het hemelwater op een milieuvriendelijke manier wordt opgevangen. Doordat het klimaat verandert, regent het steeds vaker en harder. Net als veel andere gemeenten heeft Rotterdam in dichtbebouwd gebied weinig ruimte om al dat water op te vangen en vast te houden. Als het hard en lang regent, kunnen riolen en singels overlopen, waardoor water op straat blijft staan of terechtkomt in kelders. De aanleg van waterpleinen, zoals het Benthemplein, biedt hiervoor een oplossing. Het water dat straks op en rond het plein wordt opgevangen stroomt dan via duurzame roestvrijstalen goten naar twee ondiepe bassins. Bij stevige regenval kan het water vanuit deze bassins overstromen naar het sportveld dat
geprojecteerd
rotterdamclimateinitiative.nl
ruim twee meter dieper ligt. Dit diepe bassin laat het water vervolgens geleidelijk door naar het grondwater en naar de nabijgelegen Noordsingel. Daniël Goedbloed is een van de mensen die zich binnen de gemeente bezighoudt met waterpleinen. ‘Het is een van de maatregelen waarmee Rotterdam op een duurzame wijze de gevolgen van de klimaatverandering aanpakt. We zetten onder andere ook in op groene daken en ondergrondse wateropvang, zoals bij het Museumplein.’ Bij het Kleinpolderplein is sinds medio vorig jaar ook een watervoorziening gevestigd. Deze vangt alleen overvloedig oppervlaktewater uit de omgeving op. Verder is de gemeente bezig om op het Bellamyplein in Spangen een waterplein te ontwikkelen. Is Rotterdam hiermee voorloper? Goedbloed: ‘Jazeker. Voor zover ik weet, gebeurt er alleen in Tiel en Schiedam het één en ander op dit gebied. Inderdaad werkt Rotterdam hard aan het klimaatbestendig maken van de stad.’
Stad ‘Wij verbeteren de kwaliteit van het vrijwilligerswerk’
Martin Roos – 62 jaar Directeur Stichting Vrijwilligerswerk Rotterdam
Vrijwilligersorganisaties die een steuntje in de rug kunnen gebruiken, kunnen terecht bij Stichting Vrijwilligerswerk Rotterdam (SVR). Deze stichting staat hen bij met raad en daad. Zowel incidenteel als structureel. WAT doet SVR precies?
‘In Rotterdam doen 150.000 mensen in georganiseerd verband aan vrijwilligerswerk. In de jaren 80 ondersteunden wij enkel het jeugd- en jongerenwerk. Dat hebben wij – met ondersteuning van de gemeente – breder getrokken. De consulenten van SVR helpen vrijwilligersorganisaties met allerlei zaken. Welke rechtsvorm is het best, hoe regelen we de financiering en waar vinden we vrijwilligers? Door goed te luisteren naar de klant en de bestuursvergaderingen bij te wonen, bepaalt de consulent waar behoefte aan is. We organiseren ook cursussen die van pas komen bij het vrijwilligerswerk, zoals een calamiteitentraining. We hebben ongeveer honderd leden. Deze organisaties maken op zeer regelmatige basis gebruik van onze diensten. Maar er zijn ook organisaties die incidenteel aankloppen.’ DAT KLINKT ALS ERG DANKBAAR WERK?
‘Dat is het ook. Maar het is niet allemaal koek-en-ei. Soms moeten we ook bemiddelen. Maar als er successen te vieren zijn, feesten wij mee. Eén van ‘onze’ organisaties – Jeugdcentrum CJV Feijenoord – won laatst de Ring van Feijenoord. Deze vrijwilligersprijs van de deelgemeente wordt jaarlijks uitgereikt aan een vrijwilliger of vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor de bewoners van de deelgemeente. Dan zijn wij natuurlijk ook trots! Ons doel is eigenlijk om onszelf overbodig te maken. We helpen de organisaties totdat ze op eigen benen kunnen staan. Natuurlijk is er verloop en verdwijnt er kennis, dus helemaal overbodig zullen we niet zo snel worden.’ WAAR BEN JE TROTS OP?
‘Op de betrokkenheid van de Rotterdammers. Ze zijn zo betrokken dat ze uit zichzelf dingen voor de stad gaan doen. En het zelfs zo goed willen aanpakken, dat ze bij ons aankloppen om een ‘professionele’ organisatie op te zetten. Zij doen dit niet voor zichzelf. Natuurlijk halen ze er voldoening uit, maar ze doen het vooral voor anderen. Vrijwilligerswerk komt vanuit het hart. Wij zijn blij als we het iets makkelijker voor hen kunnen maken en de kwaliteit van het vrijwilligerswerk kunnen verhogen. Uiteindelijk heeft de Rotterdammer daar baat bij.’ svr-rotterdam.nl
Wij zijn Rotterdammers! _ 28/29 ‘Die eerste indruk kun je nooit meer overdoen’
Reny Winkelman – 55 jaar Coördinator Dress for Success
Vrijwilligersorganisatie Dress for Success rust Rotterdammers met een klein budget uit met een gratis outfit die ‘sollicitatieproof’ is. Zij mogen de kleding houden en krijgen na het sluiten van een arbeidsovereenkomst of langdurige vrijwilligersovereenkomst bovendien nog een nieuwe set kleding. WAAR KOMT DIT IDEE VANDAAN?
‘Uit Amerika. Stichting Mara heeft het in 2001 naar Nederland gehaald. We zijn begonnen als een wijkgebonden project in deelgemeente Prins Alexander en inmiddels uitgegroeid tot een landelijke vereniging. Onze kleding krijgen we van particuliere kledingdonateurs. Sommige mensen doneren al jaren. Rotterdammers met goedbetaalde banen die regelmatig nieuwe kleding aanschaffen, brengen hun ‘oude’ kleding bij ons. Maar het komt overal vandaan. Van de buurvrouw om de hoek tot leden van de Tweede Kamer, bij wijze van spreken. Er worden ook grote acties voor ons gehouden, door bijvoorbeeld KPMG en ABN Amro. We krijgen soms ook nieuwe kleding van lokale kledingbedrijven.’ HOE KLEED JE DE ROTTERDAMMER?
‘’Mijn dames’ vragen altijd goed door bij de klant. Waar gaat u solliciteren en voor welke baan? Daar passen we de kleding op aan. Bij een bank moet je nu eenmaal strak in het pak. We letten er vooral op dat de kleding bij de klant past. Hij of zij moet zich er lekker in voelen. En ik moet zeggen, tien van de tien keer lukt het ook gewoon. Het komt heel soms voor dat we moeite hebben iemand te kleden. Heel kleine heren- en damesmaten hebben we niet veel. Dat is in reguliere kledingwinkels al moeilijk, dus bij ons helemaal. De vrijwilligers geven ook advies over make-up en haar. Als de klant hier de deur uitgaat, is het zelfvertrouwen gegroeid. Dat straalt iemand uit en dat is enorm belangrijk bij het solliciteren. Die eerste indruk kun je nooit meer overdoen.’ WAAR BEN JE TROTS OP?
‘Dat de gemeente de meerwaarde inziet van Dress for Success. We krijgen subsidie, ondanks de bezuinigingen. Dat we zijn uitgegroeid van een wijkgebonden project tot landelijke vereniging, vervult mij ook met trots. Maar het allermooiste is toch de erkenning van de Rotterdammer. Zij komen met mooie verhalen terug naar de winkel. Het is echt een heel blij project.’ dressforsuccess.nL
Stad
Rotterdam krijgt een Luchtsingel Binnen afzienbare tijd is Rotterdam een Luchtsingel rijker. Dit Stadsinitiatief bleek met 48 procent van de stemmen het populairst onder Rotterdammers, en kan rekenen op een gemeentelijke bijdrage van maximaal vier miljoen euro. De top vijf - de winnaar voorop - nog een keer op een rij:
Leven in RTM _ 30/31
De Luchtsingel
Een houten voetgangersbrug van 360 meter lang verbindt het Centraal Station met Pompenburg, de Hofbogen en de Delftsepoort. Deze brug voert langs parken, winkels, scholen en andere zogeheten publieke plekken. Zo vormt het een nieuwe ruggengraat voor het sociale en zwengelt ook rondom de brug levendigheid en activiteit aan. Langs, onder en op de luchtsingel worden projecten gestart die dit alles nog eens versterken. De luchtsingel wordt een icoon, een ontmoetingsplek, een plek voor zakendoen en voor vrije tijd. Net als bijvoorbeeld de Rialtobrug in Venetië of de Ponte Vecchio in Florence. Eerbetoon aan de Rotterdammers
Alle Rotterdammers bedanken voor de bijdrage die ze geleverd hebben aan de wederopbouw van de stad sinds de Tweede Wereldoorlog. Dat is precies waar dit eerbetoon om draait. Maar hoe bedank je al die Rotterdammers nu persoonlijk? Juist! Door hun namen één voor één te laten verschijnen op een net van led-lampjes aan De Hef. De namen komen in willekeurige volgorde ‘aan het licht’ aan één of beide zijden van deze historische brug. Via het sturen van een sms via een mobiele telefoon, kan iedere Rotterdammer zijn of haar eigen naam of die van een ander vanaf De Hef eventjes laten schitteren. Het Geluid van Rotterdam
De manifestatie Het Geluid van Rotterdam viert de muziek in Rotterdam van vroeger en van nu. Pop naast klassiek, dance naast jazz. Alle genres passeren de revue tijdens concerten, presentaties en
tentoonstellingen. En verschijnen in boekvorm en via een online en interactief archief van de Rotterdamse muziekgeschiedenis. Aan deze ‘digitale jukebox’ kan elke Rotterdammer bijdragen door verhalen, herinneringen, beelden geluidsopnamen toe te voegen. Via tijdslijnen en kaarten wordt het mogelijk om door de muziek in een wijk en door de tijd te wandelen. En bouwt de stad letterlijk aan haar eigen geluid. Stiltepunt Rotterdam
Even op adem komen. Gewoon even rust midden op de dag. Waar vind je daarvoor letterlijk de ruimte? Stiltepunt Rotterdam gaat juist over die plek om tot rust te komen, keuzes te maken én inspiratie en hernieuwde energie op te kunnen doen. Maar het gaat hier niet om een pand of kamer waar je binnen kunt lopen. Het Stiltepunt is een plek in jezelf. Door middel van ‘aandachtstraining’ kan elke Rotterdammer dit stille punt in zichzelf ontdekken. Want wie heeft soms geen behoefte aan meer rust in een druk bestaan? Door het volgen van deze aandachtstraining kun je op elk gewenst moment even ‘bijtanken’. Uit eigen stad
De afstand tussen stad en platteland wordt groter. Sommige kinderen weten niet meer waar hun eten vandaan komt. Daarom moet het eerste stadslandbouwbedrijf van Europa binnenkort in Rotterdam liggen. Met vestigingen op verschillende braakliggende plekken in de stad, bijvoorbeeld bij het Marconiplein, op Katendrecht en op het dak van de Hofbogen. Op deze locaties groeit dan groenten en fruit en scharrelen kippen. Rotterdammers kunnen er strakjes producten van het stadsland oogsten, eten en kopen. Hiermee wordt de productie van eten teruggebracht naar Rotterdam en haar Rotterdammers. Stadsinitiatief
DE Jury
Voorzitter – Marianne van den Anker (politica en oud-wethouder Rotterdam) Stef Fleischeuer (projectdirecteur) Andino Asporaat (presentator & comedian) Henk de Bruijn (directeur Havenbedrijf) Rudy Stronk (CEO, bestuurslid en gastdocent) Dick van Well (Nederlands bestuurder)
Doel is ervoor te zorgen dat Rotterdammers actief bijdragen aan het nog beter en mooier maken van de stad. Rotterdammers krijgen de gelegenheid om hun allergrootste droom of idee voor onze stad waarheid te laten worden. Er werden maar liefst 93 plannen ingediend. Nog dit jaar wordt gestart met een nieuwe ronde van Stadsinitiatief. stadsinitiatief.nl
Stad Geweld stopt niet zonder hulp Sanne zit op bed met haar knuffel Droef. Aan hem vertelt ze al haar geheimen. ‘Ik speelde met mama’s mobiel en toen gebeurde het weer. Ze werd heel boos en trok me aan mijn haar naar boven.’ Met het actieprogramma Veilig Thuis 2011- 2014 richt Rotterdam zich op het versterken van een thuis waar kinderen veilig opgroeien en waar volwassenen geweldloos samenleven. Rotterdam heeft met de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld al veel resultaten geboekt. Het actieprogramma Veilig Thuis 2011- 2014 moet deze aanpak de komende jaren verankeren. Veilig Thuis richt zich op het versterken van een thuis waar kinderen zich ongestoord kunnen ontwikkelen en volwassenen zonder geweld kunnen samenleven. Anita Oltshoorn (programmamanager Veilig Thuis bij de gemeente) is erg blij
dat huiselijk geweld, kinder- en oudermishandeling zowel landelijk als gemeentelijk veel aandacht krijgt. ‘We hebben het hier over een forse problematiek, die nog veel groter is dan ik vermoedde. In Rotterdam alleen al speelt huiselijk geweld in 17.500 gezinnen. Eén op de dertig kinderen is slachtoffer van kindermishandeling en één op de twintig ouderen. Je kunt het als gemeente niet alleen. Deze aanpak zorgt ervoor dat alle partijen nauw met elkaar samenwerken.’ Welke soorten geweld komt Olsthoorn tegen? ‘Huiselijke twist, stalken, bedreiging, eenvoudige- en zware mishandeling, zedenzaken en doodslag en moord. In veel gevallen wordt er pas hulp ingeroepen, als het al een tijd aan de gang is. Vaak gaat het om multi-probleemgezinnen. Er is een scala aan redenen waarom het escaleert. In Rotterdam zijn we gelukkig al heel ver met deze gezinnen. Door
de invoering van de Rotterdamse Meldcode pakken steeds meer professionals signalen op en melden dat. Verder hebben we het tijdelijk huisverbod ingevoerd, waardoor we eerder en stevig kunnen ingrijpen in gezinnen waar geweld speelt.’ Olsthoorn: ‘Helaas is geweld iets van alle tijden. Omdat het taboe er afgaat, komen steeds meer gevallen naar buiten. Het aantal meldingen via kinderopvang, scholen en huisartsen neemt dus ook toe.’ Veilig Thuis kent vijf uitgangspunten. De belangrijkste: bij geweld in huis is een kind altijd slachtoffer, niets doen is geen optie, melden wel én geweld stopt niet zonder hulp. Olsthoorn: ‘Daarvoor moeten we eerder en beter signaleren, steviger en effectiever ingrijpen en werken aan een veilige toekomst.’ ggdrotterdamrijnmond.nl
Van blinde muur naar groene tuin De Gaffelstraat en Sint Mariastraat zijn een stuk groener dan voorheen. Eind vorig jaar is op de plek waar deze straten samenkomen een zogenoemde Copy Garden geopend. Schiedam wil het idee graag overnemen. De Copy Garden kopieert een deel uit een nabijgelegen stadspark of tuin naar een kale muur in een stedelijke omgeving. Aan de gevel in de Gaffelstraat enSint Mariastraat prijkt nu een enorme foto van tien bij tien meter van het stadspark aan de West-Kruis-
kade. Tegen de gevel is een zogeheten ‘pocket garden’ ingericht waarin struiken en een Japanse sierkers zijn gepland. Samen zorgen boom en foto voor een trompe l’oeil-effect. Je krijgt het idee een echt park te zien en er zo in te kunnen lopen.
Kunstproducent Mothership heeft voorgesteld dit effect hier toe te passen en heeft het project ook uitgevoerd. Het idee sluit aan bij de trend om steden groener te maken. ‘Het fenomeen bestaat al sinds de Romeinen. En je ziet het ook veel in Chinese en Japanse steden’, vertelt Jeroen Everaert van Mothership. ‘Omwonenden van de Gaffelstraat en Sint Mariastraat vonden die kale, lelijke muur in hun buurt maar niks. Waarom niet het nabijgelegen, verstopte parkje kopieëren, zo stelden we voor. Inmiddels zijn we ook in gesprek met de gemeente Schiedam en met een woningcorporatie om te kijken of we de Copy Garden ook op andere plekken kunnen uitvoeren.’ De gevel aan de Gaffelstraat is in opdracht van de gemeente Rotterdam, met financiële steun van Woonstad Rotterdam, Rotterdam Climate Initiative en Stadsontwikkeling mogelijk gemaakt. De opening van de Copy Garden was ook het startschot voor de vergroening van de wijk Het Oude Westen. De metamorfose voor het gebied is vastgelegd in de Wijkvisie Oude Westen met als belangrijk onderdeel de aanpak van de buitenruimte. enterthemothership.com
Leven in RTM _ 32/33 Energiezuinig zwemmen Op korte termijn minder zorg om onderhoud, op lange termijn vijfendertig procent besparen op energiekosten. Dat is de bedoeling van de aanbesteding op het energiebeheer. Negen Rotterdamse zwembaden worden tien jaar door een zogeheten Energy Service Company (esco) beheerd. Rotterdam wil al haar vastgoed zo energiezuinig mogelijk maken. Daartoe behoren ook de zwembaden in beheer van de gemeente. Bij deze ‘energieslurpers’ is grote winst te behalen door de energiekosten terug te dringen. Een manier om dat te doen, is het energiebeheer uit te besteden aan een esco. ‘Een esco doet het onderhoud en beheer van bijvoorbeeld boilers en ketels. Op dat punt worden we als gemeente ontzorgd. We hebben er geen omkijken meer naar. Dat levert op korte termijn winst op’, legt Bart Gaell (projectleider groene zwembaden bij de gemeente) uit. ‘Ander bijkomend voordeel is dat de lasten voor energieverbruik vastliggen voor de komende tien jaar. Ook de deelge-
meenten komen dus niet voor verrassingen te staan.’ In tien jaar tijd neemt een esco maatregelen om de zwembaden zo energiezuinig mogelijk te maken. Na die periode betaalt de gemeente meer dan een kwart minder aan energieverbruik. Gaell: ‘We hebben alle energierekeningen van 2009 bij elkaar opgeteld. Over tien jaar moeten we daar dus vijfendertig procent op besparen. Het is de bekende win-win situatie. We besparen als gemeente uiteindelijk geld. We maken ons vastgoed duurzamer en dragen daarmee bij aan de Rotterdamse klimaatdoelstellingen. Bovendien hoeven we ons niet meer druk te maken om onderhoud en beheer.’ De zwembaden zijn een proef en dienen als voorbeeld voor het andere vastgoed van Rotterdam. De gemeente, eigenaar en beheerder van de zwembaden, trekt samen met de deelgemeenten in dit project op. ‘De samenwerking verloopt goed en de kostenbesparing halen we. Een succesvolle proef dus’, vindt een trotste Gaell.
geprojecteerd rotterdam.nl/groenezwembaden
Wolphaertsbocht
Jong Burger Blauw Automobilisten die snel hun gordel omdoen omdat jongeren voorbij lopen. Klinkt misschien raar, maar gebeurt echt, sinds elke donderdagavond de jongeren van Jong Burger Blauw in de Tarwewijk surveilleren. Door dit buurtpreventieproject zijn voormalige hangjongeren nu de ogen en oren van de wijk.
RTM veiliger _ 34/35
Het is ijskoud als de jongeren van Jong Burger Blauw in groepjes de straat op gaan. ‘Mogen die auto’s hier geparkeerd staan?’ vraagt één van de deelnemers terwijl hij zijn zaklamp over de nummerborden laat schijnen. ‘Kijk, een vuilniszak, midden op de stoep!’ zegt een ander. Jongerenwerker Taylan Cicek kijkt met ze mee in de zak. Er zit vuile kleding in, verder niets. Bij de debriefing in het buurthuis vertellen de jongeren wat ze allemaal hebben gezien. Wijkagent Marijn van Loenen zegt waarschuwend dat ze nooit zomaar in tassen mogen kijken. ‘Je weet nooit wat voor gekke dingen iemand erin doet. Dus zie je een tas, doe daar dan niets mee, maar geef dat gelijk aan ons door.’ JONGE VERSIE
Van Loenen heeft vele jaren ervaring met overlastgevende jongeren in de Tarwewijk. ‘Het is stoer om dingen te doen die niet mogen, om niet je best te doen op school. De jeugd heeft een positieve stimulans nodig om te stoppen met rondhangen’, legt hij uit. De achttienjarige deelnemer Erzan Osmanov beaamt dit. ‘Veel jongeren van onze leeftijd zijn bezig met ruzie zoeken of gewoon rondhangen.’ Om contact met de jongeren te krijgen en ze de kans op een andere toekomst te bieden, werd Jong Burger Blauw in het leven geroepen. Het is een jongere versie van het project Burger Blauw, dat al langere tijd loopt. Hierbij surveilleren volwassen buurtbewoners door de wijk, spreken mensen aan en melden zaken als kapotte lantarens. ‘Mijn plan om hier een jeugdversie van op te richten, besprak ik met de Stadsmarinier en deelgemeente Charlois. In september vorig jaar startte de proef’, vertelt Van Loenen. Die loopt tot september 2012. ANDERS KIJKEN
Samen met Cicek benaderde de politie de jongeren die ze kennen van de straat. Maar iedereen is welkom. ‘Doordat ze vrijwillig meedoen, tonen ze hun betrokkenheid bij de wijk. Ze kijken nu zelf ook anders tegen hangjongeren aan’, vertelt Cicek. Osmanov bevestigt dat. ‘In mijn vrije tijd chill ik op straat. Soms praat ik te hard en mensen spraken me daar op aan. Nu snap ik waarom dat vervelend kan zijn.’ Osmanov leerde dit in de training van de politie. ‘Ze leren om mensen op een neutrale manier aan te spreken. Ze leren dat ze niet hun gelijk moeten halen. In het begin was het nog best lastig voor ze, maar je ziet dat ze veranderen’, zegt Cicek. Osmanov knikt: ‘Ik ben echt beter geworden in hoe ik mensen benader. Ik leerde om mensen met respect te behandelen, niet door te zeg-
gen ‘hey joh, niet doen!’ Eerst vond ik het ook wel spannend om jongeren van mijn eigen leeftijd aan te spreken, maar dat gaat nu goed. Ik stel me gelijk voor en maak kennis met ze. Ze weten nog niet allemaal wat Jong Burger Blauw is, dus dat leg ik dan uit en dat begrijpen ze.’ VEEL OPENER
Ook de enige vrouwelijke deelnemer in het project, Petra den Turk (23) vond de politietrainingen heel leerzaam. ‘Ik heb echt geleerd hoe je met mensen moet praten. Maar ook de verdedigingscursus was heel goed. Je leert om niet terug te vechten maar hoe je loskomt als iemand je aanvalt. Ik vind dat elke vrouw dit moet leren.’ Binnenkort krijgen de jongeren ook een EHBO-cursus. ‘In de zomer is het veel drukker op straat. Dan is het handig als ze eerste hulp kunnen toepassen’, legt Van Loenen uit. De sociale vaardigheidstrainingen hebben ook op een andere manier vruchten afgeworpen. Van Loenen: ‘Ze zijn veel opener. Hun houding is heel anders dan toen ze net binnenkwamen. Ze praten meer met ons, ook over cultuurverschillen. De Bulgaarse jongeren willen nu bijvoorbeeld vaak van iets weten hoe het zit, hoe dat hier gaat. Ja, ze gedragen zich echt netjes, dat is mooi om te zien.’ KANSEN VOOR LATER
Het project trekt vanwege het succes ook de aandacht van agenten uit de Schilderswijk in Den Haag. Zij kwamen onlangs kijken hoe het project precies werkt. ‘Jong Burger Blauw is ideaal voor wijken waar veel jongeren op straat hangen’, vertelt van Loenen. ‘Rondlopen op straat is namelijk niet het hoofddoel. Het hoofddoel is om contact met jongeren te krijgen. Ze krijgen naast trainingen ook coaching en begeleiding, zodat ze hopelijk over een paar jaar klaar zijn voor de maatschappij en bijvoorbeeld weer naar school gaan.’ Cicek voegt toe: ‘Ik vind het een meerwaarde dat de jongeren anders naar hun gedrag kijken. Als ze doorstromen naar een baan is dat helemaal mooi!’ Den Turk ziet dat deelname goed is voor haarzelf. ‘Ik zie nu duidelijker wat wel en niet kan op straat. Maar ik merk ook dat mensen nu anders naar mij kijken, net zoals ik meer respect voor de politie heb gekregen. Ik geloof echt dat dit kansen biedt voor later.’ Ook Osmanov ziet het positief in. ‘Mijn lerares Nederlands vindt het echt heel goed dat ik dit doe. Dit staat goed op mijn cv!’ rotterdam.nl/charlois
Stad Grip op de volumeknop Dansen, drinken en oude en nieuwe vrienden ontmoeten. Het Stadhuisplein is een favoriete uitgaansplek voor veel jonge Rotterdammers. Omwonenden genieten vaak tegen hun zin mee van de muziek. Overschrijdt het geluid van de cafés de wettelijk norm? Geluidssensoren wijzen het uit. De horecaondernemers kunnen het volume daarop afstellen. Een gezellig plein om uit te gaan en tevreden omwonenden. Dat is volgens stadsmarinier Rien van der Steenoven het doel van de proef op het Stadhuisplein. ‘Het geluid dat uit de cafés komt is gewoon hard, dat is duidelijk. Maar overschrijdt het de wettelijke norm of niet?’ Met geluidssensoren is dat per horecagelegenheid te meten. ‘We weten dus exact om welke zaak het gaat.’ Dankzij inzet van deze nieuwe techniek, een initiatief van milieudienst DCMR, meten de sensoren het geluid op de versterker en bij de uitgang van horecagelegenheden. ‘Elke ondernemer kan zelf zien hoeveel geluid zijn café produceert’, legt Van der Steenoven uit. ‘En DCMR houdt op afstand in de gaten of ondernemers zich aan de spelregels houden.’ De sensoren komen ook op de buitenkant van zogeheten ‘gevoelige gebouwen’. Dit zijn de huizen van bewoners die geluidsoverlast ervaren, met name bij Doelwater en de Lijnbaanhoven. Als alles volgens planning verloopt zijn de sensoren voor de zomerperiode ingeregeld en zijn de resultaten in november bekend. De verwachtingen van de stadsmarinier zijn hoog. ‘Maar het blijft
natuurlijk afwachten tot we aan het eind van de rit de resultaten hebben.’ Het plaatsen van de geluidssensoren is de opmaat van een pakket van maatregelen om overlast op het Stadhuisplein terug te dringen. Deze actie is primair op geluidshinder gericht, omdat dit voor omwonenden een groot probleem is. Van der Steenoven: ‘Of het nu klassieke muziek of house is, het gaat erom dat mensen prettig kunnen wonen en geen last van hebben van geluid.’ Omdat een ondernemer de metingen van zijn café zelf kan inzien, kan hij ook zelf het volume direct bijstellen. ‘Dit systeem stimuleert de onderne-
mer zelf zijn verantwoordelijkheid te nemen. Met als resultaat ook minder betutteling van de overheid.’ De geluidssensoren zijn voor ondernemers een goede stimulans zich aan de afspraken te houden. ‘Blijkt het een succes dan kunnen we deze maatregel mogelijk ook toepassen op andere plekken waar veel horeca dicht bij elkaar zit.’ Bij de proef met de geluidssensoren zijn de gemeente, milieudienst DCMR, de ondernemers en Koninklijke Horeca Nederland betrokken.
[email protected]
Stadsfamilie in Delfshaven Vijf stoere mannen uit hartje Spangen zien dat er in hun wijk werk aan de winkel is. In Delfshaven richten ze daarom een eigen stichting op: The Urban Family. In eerste instantie om jongeren verder te helpen. ‘Maar we richten ons niet op één doelgroep. The Urban Family is er voor de hele wijk’, zegt mede-oprichter Jean-Paul Olieberg. Na goedkeuring van de plannen en ondersteuning van welzijnsorganisaties Thuis op Straat en Reel Events, gaat The Urban Family in 2011 van start. ‘We proberen jongeren met werk op het rechte pad te brengen en te
houden’, legt Olieberg uit. ‘Ze kunnen workshops volgen in bijvoorbeeld rap, dans en graffiti, om zichzelf te ontwikkelen. Ook bieden we betaald werk, zodat ze een zakcentje bijverdienen en werkervaring opdoen.’ De hele wijk is bij de activiteiten betrokken. ‘We verzorgen catering bij vergaderingen. Daar helpen moeders aan mee. Andere moeders begeleiden de brassband. Jongeren doen ook klussen voor verschillende wijkbewoners, zoals de tuin bijwerken. Zo is iedereen geholpen en daar gaat het ons om’, vertelt een trotse Olieberg.
Als succesvol projecten noemt Olieberg de cd ‘Samen gaan we ervoor’. Kinderen van basisscholen uit Spangen maakten deze muziek-cd om de wijkregels onder de aandacht te brengen. ‘We proberen een saai onderwerp op een originele manier aan te pakken. En te combineren met de belevingswereld van de kinderen.’ De cd was een groot succes, net als het outdoor hiphopfestival Bellamy Beats. ‘We doen alles samen met de jongeren. Tijdens het festival werkten zij in de beveiliging. Zo kunnen ze weer wat geld verdienen én ervaring opdoen.’ theurbanfamily.nl
RTM veiliger _ 36/37 ’s Avonds zichtbaar aanwezig Extra toezicht in de Rotterdamse metro en op de perrons. Een wens van veel OV-reizigers, waaraan de RET tegemoet is gekomen. En de gemeente Rotterdam steunt dit financieel. Sinds eind vorig jaar zijn er 33 surveillanten actief op de Calandlijn tussen metrostation Kralingse Zoom – Nesselande en tussen Oostplein – Marconiplein. Op de Erasmuslijn wordt gesurveilleerd tussen Centraal Station en het Zuidplein. De surveillanten hebben de taak zichtbaar aanwezig te zijn en actief toezicht te houden. Ze gaan vanaf 17.00 uur ’s middags tot laat in de avond aan de slag en letten erop dat alle reizigers zich houden aan de RET-regels. Denk dan aan geen geluidsoverlast veroorzaken, het schoon houden van de metro en geen vandalisme plegen. Ook zijn de
surveillanten bevoegd om mensen aan te houden op het moment dat zij zich misdragen. De gemeente Rotterdam vindt de inzet van surveillanten zo belangrijk, dat zij hiervoor in 2011 een subsidie van 1,5 miljoen euro beschikbaar stelt. In 2012 is een maximum subsidie van 2,0 miljoen euro gereserveerd. ‘En waarschijnlijk wordt deze subsidie met nog eens twee jaar verlengd’, vertelt Eveline de Groot, coördinator veiligheid bij de gemeente. ‘Het was niet zo dat er in de metro meer incidenten waren. Wel voelden reizigers zich met name ’s avonds onveilig en gaven ze aan behoefte te hebben aan menselijk toezicht naast de camera’s die er al hangen.’ Het is de bedoeling dat het team dit jaar verder uitgroeit naar vijftig surveillanten. Begin mei vindt er een tussentijdse rapportage plaats over de effecten van het extra toezicht.
geprojecteerd ret.nl
Binnenstad
Stadshart klopt. meer en meer.
Schaterlachend rent een jochie van nog geen twee turven hoog fanatiek een duif achterna. Die zoekt koerend van protest haar heil op het kleurige beschot rond de bouwplaats van de B-Tower. Ook hier bonkt het hart van Rotterdam, zo valt daarop te lezen. En dat is overal beter en beter ‘te horen’.
38/39
Astrid Sanson
Binnenstad ‘E
en locatie waar eigenlijk niets gebeurde’, zo omschrijft Astrid Sanson het beperkt aantal vierkante meters pal naast De Bijenkorf. De programmadirecteur Binnenstad bij het gemeentelijke Stadsontwikkeling, vindt het daarom bijzonder dat juist hier de B-Tower steeds meer vorm krijgt. Het project torent al hoog boven het winkelend publiek uit. Er wordt hard gebouwd aan – van onder naar boven beschreven – drie etages winkelruimte, twee parkeervloeren en daarbovenop vijftien etages met huur- en koopwoningen. Sanson: ‘Binnen dit bouwproject komen verschillende ambities samen. Levendigheid en ruimte voor ondernemen op straatniveau. En de binnenstad als aantrekkelijke plek om te wonen. Want wees eerlijk: meer het in hart van de stad wonen kán bijna niet.’ Ambities? Dat begrip verdient meteen meer uitleg. Het veelomvattende Binnenstadspro-
Job van Maurik Projectmanager Erasmus University College Erasmus Universiteit ‘Zodra het Onderwijsmuseum verhuist, bouwt de gemeente Rotterdam het pand aan de Nieuwemarkt voor ons om tot ideale locatie voor het Erasmus University College. Een nieuwe, internationaal gerichte en kwalitatief hoogstaande opleiding. Een kleine zevenhonderd studenten uit binnenen buitenland, kunnen er de intensieve Liberal Art en Sciences opleiding volgen. Het eerste jaar bieden we een uniek, breed programma op hoog intellectueel niveau. Vervolgens kunnen studenten voor verdieping in specifieke wetenschapsgebieden kiezen, bijvoorbeeld Life Sciences, Philosophy of (Neuro)Economics. Bijzonder aan deze opleiding is dat we in de buurt van het opleidingsgebouw ook huisvesting voor deze studenten creëren. Zo willen we een kleinschalige academische gemeenschap opbouwen, waar studenten gemakkelijk met elkaar en Rotterdammers samen leven en samen werken. Volgend jaar bestaat de Erasmus Universiteit honderd jaar en starten we met deze topopleiding. Dit alles komt tot stand door samen met de gemeente op te trekken. Door dit partnerschap kunnen we als stad deze bijzondere opleiding realiseren.’
gramma kent vijf kernbegrippen, oftewel ambities: Levendige Stad, Gastvrije Stad, Verbonden Stad, Bedrijvige Stad en Stad om in te wonen. Hieraan zijn inspanningen gekoppeld, waaraan vele partijen samenwerken. ‘Het uiteindelijke doel is een binnenstad als Citylounge’, omschrijft Sanson. ‘Waar iedereen zich happy voelt. Of je er nu komt winkelen, uitgaat, er woont of er werkt. Waar aantrekkelijke winkels en activiteiten op pleinen voor constante levendigheid zorgen. Waar je als voetganger, fietser en automobilist ruimte hebt om naast én met elkaar te bewegen.’ RUIMTE VOOR VERBETERING
Om de ambities van nu helemaal te begrijpen, is even teruggaan in de tijd noodzakelijk. Rotterdam raakte tijdens het bombardement in 1940 haar hart voor een groot deel kwijt. Tijdens de wederopbouw lag de nadruk
40/41 vooral op het zakelijke, het functionele. Moderne architectuur op grote schaal, kantoren die steeds verder naar de hemel reikten. Wonen werd steeds verder buiten de binnenstad gedrukt en de winkel- en uitgaansgebieden kwamen meer versnipperd terug. Niet verbazingwekkend dus dat de stad door sommigen niet altijd als ‘even sfeervol’ werd ervaren. Tegelijkertijd bood al die ontstane ruimte letterlijk ruimte voor verbetering. EVEN ZITTEN
Bij de B-Tower de hoek omlopend, bewijst een korte wandeling dit meteen. Slenterend over de Lijnbaan weven winkels met grote en kleinere namen zich aaneen in een fris lichtgrijze omlijsting. De transparante overkappingen van het winkelgebied maken het licht. Hoogglanslak doet de verscheidenheid aan etalages chique weerspiegelen. Perken met groen
wisselen af met bankjes waar menig echtgenoot geduldig wacht op zijn kleding passende eega. ‘Kwalitatief hoge en goed passende buitenruimte is erg belangrijk. Zo zorgen we ervoor dat winkelend publiek er niet alleen doorheen loopt, maar ook uitgenodigd wordt tot er een tijdje gaan zitten. Dat zie je na de herinrichting van het Binnenwegplein bijvoorbeeld duidelijk gebeuren. Mensen eten er rustig zittend hun patatje en moeders vertoeven er terwijl hun kinderen met de mistfontein spelen.’ Afslaand richting Coolsingel, doet dit deel van de Kruiskade op het eerste gezicht wat leeg aan. ‘Een goed voorbeeld van waar door samenwerking verbetering mogelijk is’, licht Sanson toe. De gemeente heeft de Kruiskade net helemaal nieuw ingericht. ‘Het Hilton is in januari begonnen aan een grootscheepse verbouwing. De ingang van het hotel, die nu
Eric den Hartigh Directeur Stichting Roodkapje ‘De gemeente vroeg ons ongeveer twee jaar geleden of wij het pand aan de Meent tijdelijk een nieuwe bestemming konden geven. We introduceerden het concept van de Culturele Supermarkt. Je vindt hier nu een wisselende tentoonstelling en een Work-in-progress ruimte, waar je een kunstenaar letterlijk aan het werk ziet. Een ruimte waarin we workshops geven en eentje waar het podium wordt gebruikt voor lezingen, feesten en presentaties. Een minishop waar steeds andere jonge ontwerpers hun mode verkopen. En BURGERTRUT, waar je wat kunt drinken en eten. Met deze opbrengst financieren we de helft van alles dat we doen. De andere helft met private fondsen. Inmiddels zitten we hier alweer twee jaar. De locatie is echt super. Essentieel om mensen die niet meteen naar ons op zoek gaan, toch te zien binnenlopen. Contact met een breed publiek maakt ons concept succesvol. We kunnen hier sowieso tot september blijven. Misschien nog wat langer. Hopelijk tot we volgend jaar gaan samenwerken met Worm.’
Binnenstad
Nicole Maarsen Algemeen directeur Maarsen Groep ‘Samen met MAB Development ontwikkelen we First Rotterdam; een onderscheidend en duurzaam gebouw tegenover het Centraal Station. First Rotterdam is de eerste fase van de herontwikkeling van Weenapoint tot een verdichtte, verduurzaamde multifunctionele locatie. De eerste fase bestaat uit nieuwbouw voor onder meer Nauta Dutihl. Zij verhuizen uit het naastgelegen pand naar de First Tower. Naast bieden van hoogstaande kwaliteit, hebben we als belangrijke waarde dat we iets toevoegen dat er nog niet is. Zo creëren we met First XL vooral transparante, open en grote kantoorvloeren. Een kantoorvorm die perfect aansluit bij Het Nieuwe Werken en binnen het bestaande aanbod nog niet beschikbaar is. First XL voldoet aan de wensen van Robeco, die zich daar zal vestigen. Natuurlijk zijn we trots op de keuze van deze twee gerenommeerde bedrijven voor First. Met de vele kwaliteitsverbeteringen binnen het Central District volgen er hopelijk meer bedrijven. Samenwerken is daarin het belangrijkste. Door gemeentelijke investeringen in onder meer het nieuwe station, de Kruispleingarage en vele andere gebouwen in het gebied, binden we bestaande én nieuwe bedrijven aan Rotterdam.’
nog aan de Kruiskade zit, wordt verplaatst naar de Hofpleinzijde. Dat maakt een restaurant aan de Kruiskade mogelijk. Waar nu nog niets gebeurt, zullen op termijn mensen op een terras zitten.’ Ertegenover zal de ingang van een nieuw gebouw met onder andere woningen, voor nog meer levendigheid zorgen. MEER BELOPEN
De Coolsingel overstekend – waar de aanplant van extra bomen binnenkort meer groen oplevert – nodigt de Meent uit tot verder wandelen. Nu al druk, maar over een paar jaar nog meer ‘belopen’. ‘Hier wordt het nieuwe Stadskantoor gebouwd’, legt Sanson uit. ‘Het wordt niet alleen een erg duurzaam en architectonisch heel sterk gebouw, maar ook nóg
INFO . PROGRAMMAPLAN
Het programmaplan Binnenstad 2011 – 2014 is in samenwerking met allerlei partijen tot stand gekomen. Gezamenlijk doel? De binnenstad als Citylounge. Een levendig, bedrijvig en gastvrij gebied, waar iedereen zich wonend, werkend en tijdens het uitgaan nóg prettiger voelt. De vijf ambities:
een plek waar het straks prachtig wonen is.’ Honderd appartementen, winkels, horeca… Dat zal ongetwijfeld een extra stimulans aan deze omgeving geven. ‘Zeker’, knikt de programmadirecteur. ‘Essentieel is om niet alleen te kijken naar de lange termijn. Nadrukkelijk ook naar vandaag en morgen. In plaats van een groot bouwhek is hier met groen en speelplekken ruimte voor activiteiten. En worden leegstaande winkelruimten aan de Meent tijdelijk gebruikt door creatieve ondernemers. Door leegstand te voorkomen, sluiten winkels op elkaar aan. Mensen lopen gemakkelijker verder omdat er continu iets te zien en te beleven valt.’ Niet alleen bij het Stadskantoor, ook binnen ‘First Rotterdam’ worden werken, wonen,
Bedrijvige Stad De stad als nog gewildere vestigingsplek en motor van de stedelijke economie. Acties: realisatie van Post Rotterdam, de Markthal en Central District. Verbetering van de kwaliteit van het winkelgebied en meer bedrijvigheid op en aan het water. Stad om in te wonen Meer bewoners betekent meer klandizie voor winkels, restaurants en terrassen en meer levendigheid. Acties: Bouwprojecten die gevarieerde en vraaggerichte woningen bieden, kindvriendelijkheid, duurzaam bouwen, aantrekkelijke buitenruimte en meer voorzieningen.
42/43
Jan Rutgers Hotel Manager Hilton Rotterdam
vrije tijd en uitgaan met elkaar gecombineerd. Het maakt deel uit van de ontwikkelingen binnen het Rotterdam Central District, het gebied rond CS. Daar gaan bouwprojecten hand in hand met aantrekkelijke buitenruimte. Werk met vrije tijd, toerisme met wonen. Sanson: ‘Wanneer je begin 2014 het nieuwe Centraal Station uit wandelt, sta je meteen middenin een bruisende binnenstad.’
Grotekerk- en Schouwburgplein en het Museumpark, gastheren en -dames die op cruciale plekken in de stad de weg wijzen.
Er staat nog veel meer op het Binnenstadsprogramma. Denk aan een grasveld aan De Boompjes, Post Rotterdam als luxe Shopping Mall in wording, ontwikkeling van een University College, allerlei activiteiten op het
‘Ondernemersfederaties, verenigingen, bedrijfsleven, kleine zelfstandigen, actieve bewoners, gemeente, stakeholders, galeriehouders’, Sanson kan nog wel even doorgaan met opsommen welke partijen hier hun schouders onder zetten. ‘De som der delen maakt het geheel. Al deze partijen maken dit programma echt samen tot een succes. Geen enkele partij kan dit alleen. Maar iedereen vindt elkaar door het gemeenschappelijke doel: de Rotterdamse binnenstad als Citylounge. Een levendig stadshart is in ieders belang. Want laten we voorop stellen: Het is hier al goed, het wordt gewoon nóg beter.’
Gastvrije Stad Rotterdam is een stad met veel verborgen parels, die men moet weten te vinden. Acties: Leesbaarheid en bereikbaarheid verbeteren door ontwikkeling parkeergarages op loopafstand van het centrum, hospitalitytraining en moderne bewegwijzering.
Verbonden Stad De openbare ruimte moet uitnodigen om in te verblijven en bewegen. Acties: Herinrichten van pleinen, winkelstraten en kades, meer groen waaronder op de daken en voldoende ruimte voor zowel fiets, auto als voetganger.
Levendige Stad Structurelere en kleinschaliger evenementen en hoogbouw met veel activiteit op straatniveau. Acties: Verfraaien van straatniveau en gevels, gevarieerder uitgaansaanbod, meer programmering op pleinen en winkelpanden tijdelijk een creatieve invulling geven.
5% meer bewoners 5% meer ondernemers 10% meer bezoekers
SOM DER DELEN
BEOOGDE RESULTAAT
rotterdam.nl/binnenstad
‘Al onze 254 kamers worden de komende maanden opnieuw opgebouwd. Ook worden onze suites, vergaderzalen en executive lounge aangepakt, de lobby flink vergroot en voegen we een Presidential Suite toe. Een ideale faciliteit voor politici, artiesten die in Ahoy moeten optreden en natuurlijk het bedrijfsleven. De meeste boekingen ontvangen wij van internationale bedrijven. Veel van deze bedrijven hebben een vestiging die bij ons op loopafstand ligt. Tegelijkertijd grenst ons hotel aan het winkel- en uitgaansgebied en is erg goed bereikbaar. Dat maakt deze locatie voor ons de beste in Rotterdam. Het restaurant gaat volledig op de schop en wordt verplaatst naar de Kruiskadekant. Bovendien zal tijdens de herstructurering van het Weena een aanrijdroute voor ons hotel worden gerealiseerd. Taxi’s kunnen gasten daardoor voor de ingang van het hotel afzetten. De kosten hiervoor delen we met de gemeente. Natuurlijk is de ontwikkeling van het Central District voor ons van belang, net als verbetering van het winkelgebied. Door naast én met elkaar te werken aan kwaliteit, zal dit elkaar ongetwijfeld blijven versterken.’
’s Gravendijkwal
Jazz & Crouwel. weer helemaal. terug. Luisteren naar de zwoele klanken van een sax onder het genot een perfect getapt biertje met mooi krokante bitterballen. Of een eerlijk cafégerecht begeleid door een goed glas wijn. Dankzij David Crouwel is Dizzy sinds januari 2012 weer een jazzcafé zoals het moet zijn.
44/45
’s Gravendijkwal
A
an de leestafel voor het raam zit de nieuwe eigenaar van jazzcafé Dizzy aan de telefoon. Terwijl hij luistert, missen zijn ogen geen enkel detail van wat er om hem heen gebeurt. Ondertussen checkt hij ook nog even sms’jes op zijn mobiele telefoon en steekt zijn hand op naar een vertrekkende klant. Stilzitten is niet besteed aan David Crouwel, die zijn horeca-imperium weer gestaag opbouwt. ‘Ik weet niets van jazz’, laat Crouwel al snel weten. ‘Maar Dizzy is altijd een instituut geweest en het is een sport om te laten zien dat ik het weer nieuw leven kan inblazen.’ Dat is ondernemen volgens de horecaman. Zo ligt voor hem ook een uitdaging in gekke of moeilijke locaties. ‘Met Rosso waren wij de eerste in het Westelijk Handelsterrein, een oud pakhuis zonder daglicht. Mensen verklaarden ons voor gek.’ Maar weinig mensen versleten Crouwel voor gek toen hij Dizzy kocht. Muzikanten, klanten… velen zijn hem dankbaar dat hij het jazzicoon weer in ere heeft hersteld. Het oude vertrouwde Dizzy in een nieuw jasje. KRIEBELEND INSTINCT
Zijn compagnon Rob Jansen komt aanlopen en beaamt dat ze maar liefst zeven en een halve kilometer elektriciteitsdraad hebben weggehaald. Alle leidingen zijn vernieuwd. ‘Het was hier vies, vies en nog eens vies’, zegt Crouwel. Het achterstallig onderhoud was niet gering. De bar is volledig gestript van houtrot, de tafels zijn schoongeschrobd en hebben een nieuwe laklaag gekregen. Het plafond is bedekt met zwartgoud leer. Witte metrotegels sieren de muur en de bank langs de hele wand is van zacht bruin leer. Daarboven hangt een spiegel over de hele lengte. Een rij van zo’n dertig lampjes die warm geeloranje licht geven, maken het geheel af. ‘Toen binnenhuisarchitect Rob Couwenberg met het idee van het leren plafond kwam aanzetten, moest ik wel even slikken.’ Nu kijkt Crouwel tevreden rond in het art-decostijl opgeknapte Dizzy en is blij met zijn comeback. ‘Eigenlijk was ik wel een beetje klaar met Rotterdam. Ik was hier ook al anderhalf jaar weg.’ Totdat hij een tele-
46/47
foontje krijgt met de mededeling: ‘Heb je het al gehoord? Dizzy is dicht.’ Op dat moment rijdt hij net over de ’s Gravendijkwal en kriebelt zijn ondernemersinstinct, dat niet gespeend is van een beetje nostalgie. ‘Ik at elke zondag met mijn kinderen hiernaast bij restaurant Lux. Dizzy is gewoon een begrip.’ Zijn dochter en zoon uit zijn eerste huwelijk zijn ondertussen achttien en veertien jaar. Met zijn tweede vrouw heeft hij een dochter van vier jaar. ‘Ik houd van kinderen, hoe meer hoe beter. Ik ben echt een familyman. Dat komt misschien door mijn Griekse achtergrond.’ GESCHEIDEN VERDER
Toen Crouwel zelf nog kind was en met zijn ouders op vakantie ging, sliepen zij de ene avond in een goedkoop onderkomen en de andere avond in duur hotel. ‘Dat deden ze speciaal voor mij, want ik werd helemaal wild van de strak ingedekte tafels, mooie glazen en dat soort dingen.’ Er was geen ontkomen aan en vanaf zijn zeventiende werkt Crouwel in de horeca. Samen met Herman den Blijker opende hij in 1993 De Engel en meer restaurants volgden. Het duo schitterde vervolgens in tv-shows waar zij noodlijdende restaurants een flinke duw in de goede richting gaven. Alhoewel de heren al weer een paar jaar geleden hun eigen weg zijn gegaan, wordt de naam Crouwel nog steeds in één adem genoemd met Den Blijker. Dat stoort hem niet. ‘Het is niet anders, Herman is hot. Ik ben in 1993 iets met hem begonnen en we hebben tot 2009 een leuke reis met elkaar gemaakt. Toen zijn we gestopt. Een gemiddeld huwelijk duurt zeven jaar, dus reken maar uit.’ Nu is de naam Crouwel onlosmakelijk verbonden met Dizzy. De man die het failliete jazzcafé weer op poten zette. Na de allereerste jamsessie in januari had hij het gevoel dat hij op het goede spoor zat. ‘Het was de combinatie; hapjes, drankjes, jonge gasten en muzikanten die helemaal begeisterd op het podium hun ding doen.’ Aan kwaliteit toornt Crouwel niet. Voor de programmering heeft hij naar eigen zeggen hele goede programmeurs aangesteld. Frank van Berkel en Marloes de Jager bepalen welke bands op dinsdagavond hun muzikale kunsten mo-
‘Vroeger werd ik wild van strak ingedekte tafels’
gen vertonen. De maandagavond is gereserveerd voor jamsessies. Jonge mensen die voor Crouwel werken, krijgen zeker een kans. Dé ondernemer pikt hij er zo uit. ‘Waar ik zo iemand aan herken? Gedrevenheid. Zo’n jongen of meisje neem initiatief en is mij steeds een stapje voor. Zo iemand krijgt van mij ook een mogelijkheid, bijvoorbeeld door aandelen in het bedrijf te verdienen.’ OP GROTE HOOGTE
Crouwel werkt zeventig uur per week. Hij begint vroeg en laat de late uurtjes aan zijn compagnon over. Drie keer per week is hij om half acht ’s ochtends in de sportschool te vinden. Eten doet hij het liefst thuis, maar hij gaat nog regelmatig uit eten. Dat doet hij dan wel bij zijn vaste stekkies, zoals La Pizza in het Scheepvaartkwartier en de Thai Hua Hin aan de Oudedijk. In Amsterdam eet hij graag bij Toscanini aan de Lindengracht. Wil Crouwel nog van een avondje uit kunnen genieten, dan moet het concept goed zijn. ‘Het is het ergst als het eten goed, maar de bediening ruk is. Als het niet klopt, kom ik niet meer.’ Gastvrijheid staat bij hem hoog in het vaandel. ‘Voor de sfeer is bediening zó bepalend. Een goeie is serieus met zijn vak bezig, heeft een glimlach, is ontwapenend en oprecht leuk. Zo weinig mensen zijn zo.’ Dromen heeft Crouwel nog genoeg. Bovenaan zijn verlanglijstje staat een groot visrestaurant op de tachtigste verdieping van een hotel in een rijk oliestaatje. Dat is behoorlijk specifiek. ‘Klopt, wie weet komt het er binnenkort ook van. Een buitenlands avontuur, een andere sfeer en cultuur. Het lijkt onmogelijk en het lijkt me geweldig om het wél mogelijk te maken.’
Stad
In de sporen Onvervalst Rotterdams ‘had je ook zo’n fijn gevoel toen je wakker werd?’ klinkt door de warme ruimte van de tramremise Beverwaard. Twee trambestuurders slaan elkaar gebroederlijk op de rug. Het begin van een etmaal achter de schermen van de RET. 14.58 uur Sharida, een van de conductrices, neemt een slok van haar koffie en checkt het bord met vertrekkende trams. Buiten, in de meest duurzame remise van Europa, staan de trams strak uitgelijnd. Schoongemaakt met opgevangen regenwater, opgeruimd en net gestofzuigd. Klaar om uit te rukken en de duizenden passagiers te vervoeren. Alles bij elkaar zo’n 600.000 per dag. Een van de machinisten gaat op weg naar tramlijn twee. ‘Goedemorgen. Iedereen een rustige dienst!’ Zich nog onbewust van wat er kilometers verder gebeurt. ROOD LICHT
05.16 uur Een klein rood lampje op een bord bij de centrale verkeersleiding. Het begin van allesbehalve een rustige dienst. Een wisselstoring bij de Waalhaven. Metroverkeer tussen Zuidplein en de Slinge is niet mogelijk.
Edwin Roukema, hoofd verkeersleiding houdt het hoofd koel en inventariseert de verschillende mogelijkheden. Vanuit alle hoeken en gaten trommelen verkeersleiders buschauffeurs op voor vervangend vervoer. ‘Het komt misschien niet altijd zo over, maar negenennegentig procent van onze medewerkers wil dat onze passagiers op tijd op hun werk komen en daar doen we alles aan’, vertelt een beheerste Roukema tussen de drukte door. Twee dames informeren de passagiers real time via de elektronische borden op de perrons. Radio Rijnmond aan de lijn om de laatste stand van zaken ook via de radio door te geven. De collega’s van HTM in Den Haag worden ingeseind. Roukema: ‘We hebben de nieuwste metro’s, bussen en trams rijden, maar dit kan altijd gebeuren. Het is dan onze taak onze klanten zo goed mogelijk te informeren en zo snel mogelijk met oplossingen te komen. Onze investering in het informeren van klanten betaalt zich terug. Ieder jaar stijgt de klantwaardering.’ 09.47 uur Cameratoezicht krijgt een melding van de politie. Een jongedame is weggelopen van huis. Of ze uit willen kijken naar 1.73m,
blond haar, een rode jas en groene laarzen. Camera’s zoemen in en speuren de perrons af. Binnen no-time wordt de jonge meid gevonden. Met een rechtstreekse verbinding zoekt Cameratoezicht contact met politie. ‘We werken echt goed samen met de politie. Als wij problemen hebben, dan reageren ze direct. Andersom bellen ze ons om uit te zien naar bijvoorbeeld gezochte verdachten. Hoe vaak wij weggelopen kinderen vinden’, vertelt een toezichthouder met een lichte trots in zijn stem. VERLIEFDE BLIK
11.09 uur Zestien voertuigen op vier sporen. Aan de ’s Gravenweg vindt het onderhoud aan de metro plaats. Met een bijna verliefde blik bekijkt chef onderhoud Jaap Steffe de voertuigen die ter controle in onderhoud staan. Alle storingen, aanpassingen en reparaties worden nauwkeurig bijgehouden en geanalyseerd. Steffe: ‘Door de storingen te analyseren kunnen we steeds beter inschatten welk onderdeel wanneer aan vervanging toe is. Zo zorgen we er voor dat de metro’s op tijd het juiste onderhoud krijgen. Dat verhoogt de veiligheid en voorkomt dat een metro tijdens de dienst
24 uur in... _ 48/49
van de RET uitvalt. En daarmee voorkomen we weer vertraging.’ VERVOERSBEWIJS GRAAG
13.00 uur Na de briefing zijn de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) van de RET de metro ingedoken. Sommigen werken al 27 jaar met elkaar samen. Rob heeft er wel een verklaring voor dat mensen zo lang bij de RET werken. ‘Het is een groot familiebedrijf. Heel sociaal allemaal. De liefde voor het OV gaat hier van vader op zoon.’ Ondertussen spreekt Peter, een boom van een vent, twee schooljochies vriendelijk aan. Waarom ze geen vervoersbewijzen hebben? Geroutineerd, kalm en vriendelijk maakt de BOA procesverbaal op. ‘Mensen denken altijd dat wij willen bekeuren, maar dat is helemaal niet waar. We willen wel graag dat iedereen een geldig vervoersbewijs heeft. Mensen hebben soms het idee dat OV gratis moet zijn, maar bij de Albert Heijn reken je toch ook gewoon je pak melk af?’ 14.58 uur Noodoproep vanuit de coupé. Een passagier met een hartstilstand. De bestuurder van de simulator wordt tot op de
seconde gevolgd door een instructeur. Zijn mede-metrobestuurders kijken een ruimte verder via een beamer mee. Noodoproep plaatsen, deuren aan de goede kant openen, stoppen op het perron… De handelingen volgen elkaar razendsnel op. Eens in de zoveel tijd komen de metrobestuurders naar de simulatorruimte aan het Wilhelminaplein. Daar oefenen ze op levensechte scenario’s die door de instructeurs zijn gemaakt. Jan Remmelts is een van de instructeurs. ‘Het blijkt toch iedere keer goed dat we onze bestuurders bij de les houden. Soms sluipt er routine in je werk en is het goed te oefenen op bijvoorbeeld plotseling heel slecht weer of iemand die onwel wordt in de metro. Het houdt onze chauffeurs scherp en alert.’ VOETEN VAN DE BANK
20.12 uur Het pas ingevoerde OV-surveillanceteam is speciaal ingezet op de metrolijn C van Beurs naar Nesselande. In duo’s houden ze de metrolijn scherp in de gaten. Ascha en Mahmud werken deze avond samen en springen ‘van bak naar bak’, zoals dat in vakjargon heet. Op ieder perron wisselen ze van coupé. ‘Mensen voelen zich in de metro in de avonduren relatief onveilig. Juist daarom
zijn wij op deze momenten zichtbaar aanwezig op de verschillende metrolijnen’, vertelt Ascha. Ze lacht vriendelijk, dolt wat met één van de reizigers die ze zo langzamerhand begint te kennen. Maar ze is zeker even streng als iemand de voeten niet van de bank wil halen. ONZE KINDJES
0.01 uur De eerste trams draaien de remise in. Sommige metro’s hebben hun slaapplaats voor de nacht gevonden. Een metro stopt aan de ’s Gravenweg voor onderhoud. Haar wielen moeten worden geslepen. Conducteurs zwaaien af. Een bestuurder geeft zijn tram een klopje op de voorkant en spreekt dezelfde woorden als Steffe uit: ‘Het zijn net je kinderen he?’ Even, heel even, is het voor twee uur rustig. Dan start het hele ‘circus’ weer van voren af aan. (RTM maakt er de gewoonte van achternamen te vermelden, maar vanwege de veiligheid van de surveillanten zijn soms alleen voornamen gebruikt.) ret.nl
Nieuwe Binnenweg
Gastcolumn Sereni Horton De liefde trok haar twintig jaar geleden naar Nederland. Nu is de uit Amerika afkomstige Sereni Horton alweer negen jaar eigenaar van Koekela, samen met haar man Jeroen Smit en zakenpartner Hans Verhoeven. De verleidelijkste koekjeswinkel van Rotterdam is verhuisd en heeft op de Nieuwe Binnenweg een veel ruimere winkel gekregen. Haar huisgemaakte wortelnotentaart, lemon bar, oatmeal cookies en andere zoete lekkernijen zijn inmiddels beroemd. Niet alleen in de Maasstad, maar ook ver daarbuiten.
De koek is nog lang niet op
‘Trakteren als je jarig bent. Of iets lekkers meenemen als je je rijbewijs hebt gehaald. Toen ik twintig jaar geleden in Nederland kwam wonen, vond ik dat zo iets vreemds. Inmiddels ben ik maar wat blij met deze Hollandse traditie. Het is fantastisch om elke dag te ervaren hoe klanten genieten van onze producten. Van de economische crisis hebben we nauwelijks last. Juist nu willen mensen comfort food en dus gaan onze taarten, brownies, muffins en cookies als warme broodjes over de glazen toonbank van onze nieuwe winkel. Als kind bakte ik al. Ik combineerde van alles op mijn moeders bakplaat en wachtte vol spanning naast de oven op het resultaat. Zo ontdekte ik ook mijn Magic Cookie bar. Alles waar ik van houd, zit erin: witte en pure chocola, cranberry’s, rozijnen en pecannoten. Deze nieuwe bar is niet alleen mijn favoriet, maar sinds kort ook die van veel van onze klanten.
Er wordt ons regelmatig gevraagd waarom we geen hartige taarten bakken. Een lastig dilemma. Zoet mag niet de smaak van hartig aantrekken, dus dat betekent gescheiden vitrines. En voor de bedrijfsvoering heeft het ook consequenties. Want als je hartige taarten bakt, moet dat na de zoete omdat de geur blijft hangen in de ovens. We zijn er dus nog niet uit. Net zoals ik blij ben met de Nederlandse traktatietraditie, ben ik dat ook met deze stad en z’n inwoners. Hoe Rotterdammers open staan voor
nieuwe dingen bijvoorbeeld. Toen wij negen jaar geleden met Koekela begonnen, sloten ze ons meteen in de armen. Geen gelikt concept op een A-locatie met fraai gedecoreerde taarten. Maar een kleine winkel met homemade baksels op de Nieuwe Binnenweg. Toch gingen ze er voor en dat vind ik mooi. Koekela is nu van Rotterdam en de koek is nog lang niet op!’ koekela.nl
Colofon RTM is het relatietijdschrift van de gemeente Rotterdam, gericht aan iedereen die vanuit professie of passie betrokken is bij het wel en wee van de stad en haar inwoners. RTM werpt een blik op de toekomst en legt verbanden tussen het gemeentelijke beleid en voor wie dit bedoeld is. RTM verschijnt vier maal per jaar. Abonnementen zijn gratis. Stuur hiervoor uw adresgegevens naar:
[email protected] RTM online: rotterdam.nl/rtm Hoofdredactie: Bestuursdienst, gemeente Rotterdam (Ronald Leer) Eindredactie: Servicedienst, gemeente Rotterdam (Afke Vermeer) Fotoredactie: Servicedienst, gemeente Rotterdam (Miranda Spek) Redactie: Servicedienst, gemeente Rotterdam (Marsha Correljé, Rivka de Jonge, Marcel Jongmans, Rob Michilsen, Claudie Post, Marianne Post, Marjon van Schie, Miranda Spek, Afke Vermeer, Marjanne Wondergem) en Yvonne Nesselaar (vaste columniste) Fotografie: Hannah Anthonysz (P 7, 14/15, 16/17, 18/19, 20, 26, 32, 48/49), Wouter le Duc (P 2/3), Jos Kottmann (P 30/31), John Vane (Cover, P 6, 23, 33, 38/39, 40/41, 42/43, 44/45, 46, 50) en Levien Willemse (P 6, 8/9, 10/11, 12/13, 22, 24/25, 27, 28/29, 34/35, 36/37) Met dank aan: Peter den Bok, Marian Mulder-’t Jong, Guiseppe Rapisarda, Marleen de Ruijter / Ellen Stuit (allen gemeente Rotterdam). Ontwerp: Lava Opmaak: Trichis communicatie en ontwerp Druk: Veenman Drukkers