Kracht uit eigen energie Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
”Kracht uit eigen energie” is een uitgave van NL Energie en Klimaat – van het Innovatieprogramma Klimaatneutrale steden. De brochure gaat over lokale duurzame energiebedrijven en biedt een korte, praktische verkenning hoe gemeenten een rol (kunnen) spelen in energiebedrijven. Met een viertal prakijkvoorbeelden geeft deze publicatie in vogelvlucht een beeld hoe andere gemeenten een lokaal duurzaam energiebedrijf (LDEB) hebben opgericht.
1. Opkomst van lokale duurzame energiebedrijven
Praktijkvoorbeeld: DEVO Veenendaal Gemeente
Naam Project
Bron
Techniek
Site
Veenendaal
DEVO
Bodemenergie
WKO en warmtepomp
www.devo-veenendaal.nl
Financier
Exploitant
Initiatief
Gemeente en Quattro Energie b.v.
DEVO
Overheid en marktpartijen (Quattro Energie b.v.)
Initiatiefnemer: gemeente Veenendaal Doel
Planning
240 woningen in Buurtstede, onderdeel van de uitbreidingswijk 1 Veenendaal-oost - worden voorzien van duurzame warmte .
Start in 2005, opening 2010.
Communicatie Techniek Het lokaal duurzame energiebedrijf (LDEB) wordt gezien als een veelbelovende optie om versnelling te geven aan het produceren van duurzame energie en energiebesparing. Een LDEB staat voor uiteenlopende initiatieven, waar vaak ook gemeenten bij betrokken zijn. Zo’n energiebedrijf is een zelfstandige organisatie met als doel om een of meerdere van de onderstaande activiteiten lokaal uit te voeren: - Productie, levering en beheer van duurzame energie in eigen regio - Financiering van en/of participatie in de duurzame energieprojecten - Energiebesparing
energieschaarste en de opwarming van de aarde. In april 2009 stelde de EU haar ambities vast met betrekking tot het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen hetgeen neer komt op 20% CO2-reductie voor de gezamenlijk 27 EU-landen. Voor Nederland is hierin als streefcijfer opgenomen 14 % hernieuwbaar in 2020.
Deze activiteiten kunnen zowel betrekking hebben op (duurzame) warmte als op duurzame elektriciteit.
Met de 20%-ambitie kwamen energiebesparing en het gebruik van duurzame energie hoog op de overheidsagenda’s te staan. Voor gemeenten is deze ambitie in november 2007 vertaald in het Klimaatakkoord tussen Rijk en VNG. Dit convenant en de bijbehorende stimuleringsregeling SLOK heeft het gemeentelijk klimaatbeleid een positieve impuls gegeven. Ruim driehonderd gemeenten voeren actief klimaatbeleid uit. Binnen deze groep hebben ca. 75 gemeenten zelfs de ambitie uitgesproken voor 2050 klimaatneutraal te willen zijn. Deze gemeenten zoeken naar mogelijkheden om deze ambitie waar te maken. Zo heeft Heerhugowaard de wijk ‘Stad van de zon’, waar ruim duizend woningen zijn voorzien van zonnenpanelen die 1.600.000 Wattpiek vermogen opleveren. In Apeldoorn wordt momenteel gewerkt aan het oprichten van een duurzaam energiebedrijf, dat bij zal dragen aan de primaire doelstelling van de gemeente: energieneutraliteit. Er zijn vele soorten van LDEB’s, die variëren in organisatievorm, financiering, en/of bron en techniek. De geselecteerde praktijkvoorbeelden in deze uitgave hebben gemeenschappelijk dat ze naast de vorm van duurzame energie die wordt opgewekt ook de doelstelling hebben andere vormen van duurzame energie op te willen wekken én energiebesparing tot doel hebben gesteld.
Tien jaar geleden was de keuze voor een LDEB niet mogelijk. Afhankelijk van de locatie was iedereen gebonden aan één energiebedrijf in de regio. Toen was er geen concurrentie tussen de energiebedrijven, zoals nu wel het geval is. Al die veranderingen zijn op gang gekomen door de liberalisering van de energiemarkt die eind jaren negentig op gang kwam. Dit leidde tot een fusiegolf onder de traditionele energiebedrijven. Hierdoor ontstonden megaconcerns die op internationale schaal zaken doen. In Nederland zijn NUON, Essent en Eneco de bekendste voorbeelden. De liberalisering heeft betrekking op de productie en levering van gas en elektriciteit. Aanleg, beheer en onderhoud van de netwerken bleef in handen van regionale en landelijke netbeheerders (zoals Tennet, en Gas Transportservices). Op dit gebied is geen keuzevrijheid. De opkomst van de grote, internationale energiebedrijven speelt zich af in een tijd van toenemende bezorgdheid over toekomstige
In juni 2007 presenteerde het kabinet haar werkprogramma schoon en zuinig met daarin voor 2020 opgenomen de 2% doelstelling energiebesparing per jaar, 20% duurzame energie en 30% CO2 reductie (mits andere EU-landen meedoen).
2 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
Warmte/koudeopslag in de bodem en warmtepompen voor verwarming en koeling.De warmte wordt middels een leidingnet van het Energiehuis naar de woningen gebracht. Om de warmtepompen te laten draaien wordt elektriciteit gemaakt uit aardgas-later eventueel biogas- middels een warmtekrachtinstallatie. Deze generator heeft als restproduct warm water – wordt naar de woningen geleid . Extra elektriciteit wordt teruggeleverd aan het net.
Veel geinvesteerd in communicatie met bewoners, gemeentes en woningcorporaties.
Informatie
[email protected] [email protected] www.devo-veenendaal.nl
Organisatievorm Drie partners – verenigd in Quattro Energie BV – werken samen met de gemeente in de PPS constructie Devo BV. Deze is voor 50% in handen van de gemeente Veenendaal en voor 50% in handen van Quattro BV. Deze publiek private samenwerking maakt het mogelijk het financiele voordeel uiteindelijk bij de bewoners terecht te laten komen.Quattro Energie BV (Patrimonium woonstichting, Latei Projectontwikkeling en De Smalle Akker b.v) en de gemeente hebben ingestemd met een minimaal rendement. Indien er meer rendement is, komt dit middels een revolving fund ten goede aan andere energieprojecten in Veenendaal. De exploitatie is ook in handen van DEVO BV. Zeggenschap bij eindgebruikers: Nee.
3 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
2. Waarom een lokaal duurzaam energiebedrijf in uw gemeente?
Praktijkvoorbeeld: Arnhem Centraal Gemeente
Naam Project
Bron
Techniek
Site
Arnhem
Arnhem Centraal
Bodemenergie
WKO
www.arnhemcentraal.nu
Financier
Exploitant
Initiatief
Overheid
Eerst overheid nu Brabant Water
Overheid
Initiatiefnemer: gemeente Arnhem Doel
Financiering bouw
Centraal Station en twee aangrenzende kantoortorens (en later nog andere functies, in totaal ruim 100.000 m2) worden voorzien van duurzame verwarming en koeling.
Gemeente Arnhem. Met winst verkocht aan Brabant Water.
Exploitatie Eerst gemeente Arnhem, sinds 2006 Brabant Water.
Techniek Het koude- en warmte opslagsysteem slaat warm en koud water op in de bodem en gebruikt dit voor koeling en verwarming van gebouwen. Het leidingsysteem is ontworpen in een gemeenschappelijke leidingentunnel van één kilometer lang. Hierin is ook een ondergronds afvaltransportsysteem aangebracht. Eind 2009 zijn ook de 13 verdiepingen hoge Park- en Rijntoren, het Luxor en de Place de la Gare op het systeem aangesloten. De hoogste gebouwen in het gebied hebben meer glasvlakken waardoor extra koelvermogen wordt gevraagd. Dit werkt prima in dit systeem: de warmtepompen hebben een totaal vermogen van 3.550 kW. Er zijn nu 6 putten geslagen: 3 warme en 3 koude.
Planning Start 1997, gereed in 2005 (oplevering laatste project in het gebied in 2015).
Informatie
[email protected] www.arnhemcentraal.nl
Organisatievorm Arnhem Centraal
Een lokaal duurzaam energiebedrijf opereert zelfstandig en bedrijfsmatig en behaalt op die basis een gezond financieel rendement. Een element voor veel gemeenten is de participatie van burgers en bedrijven, zodat zij betrokken worden bij de klimaatambities. Het lokaal duurzame energiebedrijf is vaak een lokaal samenwerkingsverband van burgers, bedrijven en/of lokale partijen met een publiek karakter, zoals gemeente of woningcorporatie. Argumenten om te kiezen voor een LDEB op een rij: • Een gemeente wil geformuleerde ambities op het gebied van duurzame energie waarmaken. Door het (mede) oprichten en te participeren in een LDEB geeft een lokale overheid een stevig signaal van wilskracht en vertrouwen af aan investeerders in de markt.
• Ervaringen uit het verleden laten zien dat realisatie van lokale duurzame energieprojecten in onvoldoende mate en eerst moeizaam van de grond komen. Een krachtige impuls (strategiewijziging) is dan wenselijk. • Behoefte aan een duidelijk ‘loket’ met een krachtige werkorganisatie ten behoeve van de verduurzaming van de lokale energievoorziening en het initiëren van duurzame energieprojecten. • De gemeente wenst een brug te slaan tussen projecten en betrokkenheid van burgers en lokale partners. Met een LDEB geven overheden grote betrokkenheid bij de energieen klimaatproblematiek concreet vorm.
4 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
De gemeente Arnhem nam de risico’s van de investering in een warmte/koudeopslag zonder dat alle aansluitingen gerealiseerd zijn. Marktpartijen durfden deze investering indertijd niet aan. Het systeem is werkend verkocht aan Brabant Water in 2006. Aandeel van de zeggenschap bij eindgebruikers: Nee.
Bronnen Grondwater.
5 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
3. De rollen van een gemeente
4. Financiering
Ook de financiering bij een lokaal duurzaam energiebedrijf kan op vele manieren. Afhankelijk van ideeën en belangen van de partijen die mee willen doen, zal de definitieve vorm ontstaan. In de ene gemeente zal een woningcorporatie samen met een groep bewoners een woonwijk willen voorzien van ‘eigen’ energie. In een andere gemeente wil een groep bedrijven lokaal een warmtenet opzetten. Of een groep burgers neemt het initiatief om een biovergistingsinstallatie te bouwen. Vaak is er bij de financiering sprake van maatschappelijk geld, variërend van subsidie tot risicodragend kapitaal. Een gemeente kan voorfinancieren. Ook zijn betalingsafspraken te maken met leveranciers. Leaseconstructies zijn mogelijk via
Een gemeente is vaak een cruciale partij om projecten zoals een LDEB op gang te helpen. De rol die een gemeente hierin kiest, hangt af van diverse aspecten. Wil een gemeente leidend zijn of is het ondersteunen van initiatieven het uitgangspunt? Wil een lokale overheid zich beperken tot faciliteren of actief participeren? Wat zijn de precieze doelstellingen. En wat zijn de beschikbare middelen en hoe actief zijn andere (lokale) marktpartijen? Enkele mogelijke belangrijke gemeentelijke rollen op een rij:
Dienstverlener of regisseur Optreden als dienstverlener kan bijvoorbeeld door een snelle en eventuele digitale afhandeling van vergunningaanvragen voor oprichting van een lokaal duurzaam energiebedrijf. Een andere vorm van dienstverlening is dat een gemeente fysieke capaciteit beschikbaar stelt. Dit kan bijvoorbeeld door het inhuren van energieconsulenten die vervolgens worden aangeboden aan de partijen die een lokaal duurzaam energiebedrijf willen oprichten. Er wordt dan kennis en organisatorisch vermogen beschikbaar gesteld. Naast de rol als dienstverlener kan de gemeente als regisseur gaan optreden. De gemeente neemt dan de rol op zich om, op eigen initiatief of dat van anderen, partijen bij elkaar te brengen.
een bank of investeerder. Een bank kan akkoord gaan met een lagere rente bij leningen met groenfinanciering of een gemeentegarantie. De gemeente kan ook zelf een laagrentende lening verstrekken. Of er is aanspraak te maken op subsidieregelingen en fiscale voordelen. Een mogelijkheid om een LDEB financieel rond te krijgen is het aangaan van een publiek–private constructie: gemeente en commerciële partijen worden beide deelnemer van de onderneming. Publieke en private partijen behouden daarbij hun eigen identiteit en maken duidelijke afspraken over de verdeling van de risico’s en de taken.
Launching customer Als launching customer treedt de gemeente op als ‘klant’ of opdrachtgever, bijvoorbeeld bij het opzetten van nieuwe woonwijken waar de gemeente dan een concessie verleent aan marktpartijen. De concessie is een recht om een energievoorziening te exploiteren. De gemeente kan dan bij de selectie van de marktpartij in de aanbestedingsstukken als eis opnemen dat er lokale duurzame energievoorzieningen worden opgezet en geëxploiteerd. Als de gemeente een complexe vraag aan de markt wil voorleggen, bijvoorbeeld meerdere vormen van duurzame energie op een bedrijven terrein, kan de gemeente kiezen voor de zogenoemde ‘concurrentie gerichte dialoog’ Dit is een speciale aanbestedings-procedure waarbij de gemeente in dialoog met marktpartijen kan treden.
Mede–financier De gemeente kan lokale initiatieven mede financieren door middel van subsidies of het verstrekken van (achtergestelde) leningen of garanties. Wanneer hiervoor gekozen wordt heeft de gemeente heeft dan te maken met de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast moet worden gekeken naar staatssteun. Hiervan is sprake als de overheid een specifiek voordeel aan een onderneming wil geven. Een lokaal duurzaam energiebedrijf wordt als onderneming aangemerkt. Verder moet de gemeente er rekening mee houden dat er voldoende middelen op de begroting zijn opgenomen of dat de risicobuffer (bij leningen/garanties) voldoende is.
6 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
7 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
Praktijkvoorbeeld: Energiebedrijf Thermo Bello BV, Culemborg Gemeente
Naam Project
Bron
Techniek
Site
Culemborg
Thermo Bello
Aardwarmte bodemenergie
Warmtepomp met dubbelzijdige platenwarmtewisselaar gescheiden van reinwaterbasin
www.thermobello.nl
Financier
Exploitant
Initiatief
Bedrijven, greenchoice, bewonersvereniging
Energiebedrijf Thermo Bello
Burgers
Initiatiefnemer: Een aantal bewoners en bedrijven uit de wijk.
5. Aandachtspunten bij het opzetten van een LDEB Het oprichten van LDEB begint bij de keuze voor een rechtsvorm. Welke vorm het beste past, is afhankelijk van de lokale situatie en wensen. Elke vorm heeft zijn eigen kenmerken met voors en tegens. De meest voorkomende rechtsvormen zijn: Besloten vennootschap – BV, Stichting, Coöperatieve vereniging – coöperatie, Vennootschap onder firma – vof en Commanditaire vennootschap – cv.
Ondernemen Doel
Bronnen
175 woningen en 7 bedrijven van duurzame verwarming voorzien tegen kosten die lager of gelijk zijn dan anders. En in de toekomst uitbreiding met afnemers en bronnen van duurzame energie en met koeling, warm tap water en elektra. Het vergaren en verspreiden van kennis over lokale energiewinning en energiebesparing.
Drinkwater opgepompt in het drinkwaterwingebied en opgeslagen in een rienwaterbasin van 250m3. Elektriciteit voor warmtepomp. Gas voor 2 gasketels bij piekvraag en als backup.
Totale investeringskosten Aanschaf van de tweede hands warmte-installatie en ondergronds distributienetwerk voor €152.700 ex BTW.
Organisatievorm De installaties voor de productie van warmte en het warmtenetwerk waren eigendom van drinkwaterbedrijf Vitens. De Raad van Bestuur van Vitens besloot in 2006 zich te concentreren op haar kerntaak – de winning en levering van drinkwater - en alle niet-kerntaken af te stoten. Na dit besluit werd het allereerst aangeboden aan de gemeente Culemborg. Deze zag af van overname met het argument dat exploitatie van energievoorzieningen niet strookt met de doelstellingen van de gemeente. Daarna werd de bewonersvereniging BEL -als de tweede partner van de bestaande raamovereenkomst tussen de drie- benaderd. Nadat de initiatiefgroep de buurt een jaar intensief informeerde over de kans, werd het besluit tot overname met grote meerderheid van stemmen genomen. Op 1 april 2009 werd de formele overdracht van Vitens aan Thermo Bello bekrachtigd. Zeggenschap bij eindgebruikers: Meer dan 51%
Financiers Het benodigde kapitaal voor de aankoop van het warmtenet werd verkregen door de storting van kapitaal in de BV (door de oprichters), risicodragende leningen van particuliere en zakelijke afnemers, Greenchoice, de bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (die het recht geven op certificaten van aandelen) en een lening van de bank.
Exploitatiebegroting Inkomsten en kosten liggen rond de €250.000 per jaar Exploitatie, eigendom netwerk en apparatuur: Energiebedrijf Thermo Bello
Zoals elk bedrijf zal ook een LDEB een ondernemingsplan of business case moeten opstellen waarin de investeringen, de exploitatiekosten en –baten en kasstromen zijn opgenomen. Zo zal de onderneming bijvoorbeeld moeten investeren in activa, zoals een energie-installatie. Het opzetten en exploiteren van een lokaal duurzaam energiebedrijf kent een aantal risico’s. Dit betreft risico’s in de opstartfase zoals het vinden van de goede partners en verandering van het politieke klimaat, als risico’s in de uitvoering. Deze risico’s zijn vergelijkbaar met duurzame energieprojecten. Denk hierbij aan een: • Investeringsrisico: Een Warmte Koude-project kan (technisch) niet slagen bijvoorbeeld door slechte bodemgesteldheid of een bioenergiecentrale valt duurder uit dan voorzien, of kan later opgestart worden dan gepland; • Bouwfaseringsrisico, bijvoorbeeld door een te late oplevering; • Exploitatierisico, denk aan verzakkingen, storingen of claims; • Een participant trekt zich terug of een faillissementsrisico, ontwikkelaar, installateur of afnemers kunnen failliet gaan. De bank kan eisen dat de gemeente dan (een deel van) de risico’s afdekt; • Politieke of beleidsmatige wendingen. Het maken van een risico-analyse en de wijze waarop de risico’s kunnen worden afgedekt, zal een onderdeel moeten zijn van de opstartfase.
Planning Techniek
Eerste gesprekken met Vitens in 2007, overname in 2009.
9000 GJ per jaar wordt verzorgd door een elektrisch aangedreven warmtepomp met een vermogen van 780 kWth. In het station staan ook twee gasketels (elk 640 kW) voor bijverwarming bij koud weer en om warmte te produceren bij uitval van de warmtepomp (service of storing).
Communicatie Veel informatiesessies en nieuwsberichten in verschillende uitgaven in de buurt verspreid.
Informatie
[email protected] www.thermobello.nl
8 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
9 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
6. Relevante Wet & Regelgeving
Voor zover de risico’s door een gemeente moeten worden gedekt, door bijvoorbeeld garantie, is mogelijk ook sprake van staatssteun. Staatssteun kan spelen bij verschillende aspecten van een lokaal duurzaam energiebedrijf. Zoals bij de oprichting, onkostenvergoedingen door de gemeente. En van belang is na te gaan op wiens grond het lokale duurzame energiebedrijf komt. Bij verkoop van grond van de gemeente aan het lokale duurzame energiebedrijf kan sprake zijn van staatssteun.
Praktijkvoorbeeld: Sanergy, Strijp-S in het centrum van Eindhoven Gemeente
Naam Project
Bron
Techniek
Site
Eindhoven
Sanergy
Bodemenergie
www.sanergy.nl
Financier
Exploitant
Initiatief
Overheid, Philips, VolkerWessels DEC
Brabant Water
Overheid
Initiatiefnemer: Culemborg
Specifieke wetgeving Voor de duurzame energieopties is er specifieke wetgeving, zoals de grondwaterwet, MER-plicht etc. Na oprichting zal het lokale duurzame energiebedrijf financiële verantwoording moeten afleggen en er zal belasting moeten worden betaald. Als de lokale overheid aandeelhouder is van een lokaal duurzaam energiebedijf, gelden de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De Wet FIDO bepaalt dat een decentrale overheid alleen leningen, aandelen of garanties mag verschaffen bij de uitoefening van een publieke taak. In het BBV staan de regels over het opzetten van onder andere de begroting.
Initiatief
Beheer
Park Strijp Beheer (samenwerking gemeente Eindhoven en VolkerWessels) en Philips
Hydreco (dochtermaatschappij van Brabant Water)
Planning Doel
Definitief opgeleverd in februari 2010.
Energiewinning uit de bodem en sanering van de bodem in één proces
Informatie
[email protected] www. volkerwessels.com
Organisatievorm
7. Na de risico, de kansen
De eerste vragen om te stellen:
Er hangt een mooie belofte voor de toekomst boven de gemeente: klimaatneutraal. De schoonheid van het idee, een nieuw lokaal duurzaam energiebedrijf spreekt aan.
Willen: Waarom wil de gemeente betrokken zijn bij het oprichten van een LDEB? Draagt de LDEB bij aan de klimaatdoelen van de gemeente?
Kunnen: Kan de gemeente een wezenlijke bijdrage leveren aan het LDEB? Heeft de gemeente instrumenten beschikbaar (kennis en geld)?
Mogen: Is er ook de politieke ruimte om mee te doen vanuit B&W en raad? Kent de gemeente de speelruimte die overheden mogen nemen?
De daadkrachtige bestuurder ruikt zijn kans en wie kan er nu tegen zo’n fantastisch idee zijn? • Lokaal en dus dicht bij de burger? • Ondernemend en toch onderdeel van de pubieke zaak? • Energiek richten op de lokale bronnen?
10 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
Gemeente Eindhoven en Volker Wessels herontwikkelen samen het oude Philips terrein in het centrum van Eindhoven Strijp-S in een PPS constructie waarin beide voor 50% aandeelhouder zijn. Gebiedsontwikkelaar Park Strijp Beheer is 100 procent eigenaar van lokaal energiebedrijf Park Strijp Energy, die weer 100% eigenaar is van Sanergy.
Techniek Voor de eerste keer in Nederland is bodemsanering gecombineerd met energiewinning uit de bodem: Sanergy genaamd. Onttrekkingen infiltratieputten maken onttrekking van warmte of koude aan het grondwater mogelijk. Zo ontstaat energie die gebruikt kan worden om Strijp-S van comfortabele en duurzame warmte en koude te voorzien. Bovenal houdt het systeem niet alleen de verontreiniging op zijn plek, maar leidt het tot een behoorlijke versnelling van de natuurlijke afbraak. Strijp-S heeft een ambitieuze energiedoelstelling (EPL >8,0) die door toepassing van Sanergy ruimschoots gehaald wordt voor de te realiseren 150.000 m2 BVO en 2.500-3.000 woningen.
11 | Kracht uit eigen energie | Gemeenten en lokale duurzame energiebedrijven
Wilt u meer weten ? Ga naar: www.agentschapnl.nl/klimaatneutralesteden www.lokaleduurzameenergiebedrijven.nl www.europadecentraal.nl
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0) 88 602 92 00 E
[email protected] www.agentschapnl.nl © Agentschap NL | April 2010 Publicatie-nr. 2FLOK1008 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.