Korenwolf wereld Dit is een uitgave van de Korenwolfcommissie. We zijn klaar! Op 31 december 2010 liep namelijk de opdracht af die wij als Korenwolfcommissie in 2005 van gedeputeerde Driessen hadden meege kregen. Het doel was in die periode middels een pilot het hamsterbeheer zodanig op poten te
In dit nummer
Februari 2011
1 Het Korenwolfproject is de
Een toekomst voor de korenwolf ...
4 Hoeveel nestjes krijgen korenwolven in 5 Hamster- of akkervogelovereenkomst en erosieregels ...6 De korenwolfpopulatie in 2010: achteruitgang, stabilisatie en herstel ...6 voorloper geweest van particulier natuurbeheer ... Limburg? ...
zetten, dat wij als commissie niet meer nodig zouden zijn. Sinds onze eerste vergadering destijds in de huidige vorm en samenstelling, is daar door alle partijen hard aan gewerkt. Door uitgebreid onderzoek hebben we veel kennis verzameld over de hamster en over de omstandigheden waaronder hij het beste g edijt. Bijvoorbeeld in welke gronden zit hij het liefst en waarom, welk beheer is het beste, hoe zit het met de voortplanting, hoe overwintert hij, hoe ver verplaatst hij zich en nog veel meer. Verder hebben we veel tijd besteed aan een goede communicatie tussen alle partijen, met name ook die in het veld. In deze nieuwsbrief blikt gedepu teerde Driessen terug op de pilot en vindt u een samenvatting van het evaluatierapport van de pilot. Naast de belangrijkste resultaten en conclusies van het onderzoek van Alterra worden ook duidelijke aanbevelingen gedaan over wat nodig is om een duurzame toekomst voor de hamster te realiseren. Zo is er bijvoorbeeld meer areaal nodig dat door boeren hamstervriendelijk wordt beheerd. En daar is ook animo voor, want de 300 ha die vanaf 1 januari 2011 via de SNL regeling weggezet kon worden, was snel vergeven. Al met al hebben we nu in totaal 8 hamsterleef gebieden ingericht waar in 2011 ruim 400 ha hamstervriendelijk beheerd wordt. We zijn met zijn allen dus hard op weg om voor de hamster een vaste plek op de Limburgse akkers te creëren, maar we zijn zeker nog niet klaar. En wij willen ook doorgaan. De steun van de Provincie Limburg is er, want ondanks dat er landelijk nog geen duidelijkheid is over de financiering van de hamster bescherming, heeft de Provincie al aangegeven dat zij het h amsterbeheer in 2011 garandeert en de commissie ook blijft functioneren. Ons takenpakket wordt zelfs uitgebreid met het akkervogelbeheer in Zuid-Limburg. Genoeg te doen dus nog! Jean van der Linden Voorzitter Korenwolfcommissie
De evaluatie van de Korenwolfpilot:
Een toekomst voor de korenwolf in Nederland > door Loek Kuiters, Gerard Müskens, Maurice La Haye & Ruud van Kats, Alterra
Nadat de Europese hamster in 1999 in Nederland nagenoeg was uitgestorven, is de afgelopen jaren veel werk verzet om de hamster weer terug te krijgen op de Limburgse akkers. Er is een fokprogramma opgezet met de laatste hamsters die nog in het wild konden worden gevangen. Verder zijn er leefgebie den ingericht met hamstervriendelijk beheer, waar in de periode 2002-2010 meer dan 750 hamsters opnieuw zijn u itgezet. De hamsters bleken goed te reageren op het aangepaste beheer en het aantal hamsters is de laatste
jaren sterk toegenomen. Daarmee lijkt de herintroductie voorlopig een succes. De komende jaren moet er nog veel gebeuren om de populaties verder te kunnen laten groeien tot een niveau waarbij de uitsterfkans binnen aanvaardbare risicogrenzen valt. Het beheer dient verder te worden geoptimaliseerd en het aantal hamstervriendelijk beheerde hectares moet verder worden uitgebreid van de huidige 500 ha naar minimaal 750 ha. Ook moet veel aandacht worden besteed aan het onder ling verbinden van de huidige leefgebieden. Alterra heeft de belangrijkste resultaten van de hamsterbescherming over de afgelopen jaren samengevat in een rapport.
Lees verder op pagina 2 >
Korenwolf wereld
Vervolg van pagina 1 Herintroducties en hamsterexperiment
Figuur 1: Geografische ligging van de leefgebieden van de hamster in Zuid-Limburg.
Beschermingsplan Hamster In 2000 werd het Beschermingsplan H amster officieel van kracht, nadat de Europese hamster (Cricetus cricetus) in 1999 in Nederland nagenoeg was uitgestorven. In het Beschermingsplan waren een aantal concrete beschermingsmaatregelen geformuleerd met als doel de hamster in Nederland duurzaam te behouden. Onderdeel daarvan was het opzet ten van een fokprogramma met de laatste hamsters die nog in het wild konden worden gevangen en het introduceren van hamster vriendelijk akkerbeheer in voormalige leef gebieden van de hamster in Zuid-Limburg op een oppervlak van in totaal 500 ha (fig. 1).
pagina 2
De afgelopen jaren is langs twee sporen aan de terugkeer van de hamster in Limburg gewerkt. Enerzijds zijn op een achttal locaties geschikte leefgebieden opnieuw bevolkt met hamsters afkomstig uit het fokprogramma. Anderzijds is door Alterra, in opdracht van het ministerie van LNV (thans EL&I), een zesjarig hamsterexperiment opgezet. Doel van het experiment was om uit te zoeken welk agra risch beheer het beste aansluit bij de eisen die de hamster aan zijn leefomgeving stelt en hoe dit hamstervriendelijke beheer in de praktijk door agrariërs en natuurbescherming organisaties het beste kan worden uitgevoerd. Binnen het oorspronkelijke Programma Beheer waren nauwelijks wijzigingen in het beheer mogelijk. Daarom is voor een experimentele aanpak gekozen.
fluctuaties doormaakt, zoals bij andere knaagdieren het geval is. De hamster is een echte prooisoort met een hoge predatiekans. Onderzoek heeft uitgewezen dat 90% van de mannelijke en 70% van de vrouwelijke hamsters binnen een jaar sneuvelt. Het is dus belangrijk dat het beheer van de hamster leefgebieden zo optimaal mogelijk is om de worpgrootte, het aantal worpen en de over levingskans zo hoog mogelijk te laten zijn.
Hamstervriendelijk beheer
Herintroductie en hamstervriendelijk beheer
Als cultuurvolger voelt de hamster zich prima thuis in monoculturen van granen en luzerne. Graanakkers zijn daarom geschikt als hamster leefgebied, mits het gewas voldoende dekking biedt voor de hamster. Dit vraagt om aange past agrarisch beheer. Om dit te realiseren is een bouwplan nodig waarin de percelen met hamsterbeheer rouleren. Daarmee kan worden voorkomen dat verschraling en veronkruiding na enige jaren toeslaan.
Vanaf 2002 zijn de eerste hamsters in het akkerreservaat Sibbe geïntroduceerd. Sinds dien zijn in een achttal leefgebieden in totaal 762 hamsters uitgezet. Tot nu toe lijkt het hamsterbeheer succesvol te zijn. Het aantal burchten nam toe van 1 in 2002 tot ruim 1200 in 2007 (najaarsaantallen fig. 2). De forse terugval van de populatie in 2008 heeft echter laten zien dat de populatie nog steeds kwetsbaar is voor uitsterven. Het is nog niet duidelijk of de hamster cyclische populatie
Hamsters leven in de wintermaanden onder de grond. Vanaf eind maart worden de dieren weer bovengronds actief en is de aanwezig heid van dekkinggevende gewassen voor hen van levensbelang. Hamstervriendelijk beheer is daarom vooral gericht op het aanbieden van voldoende dekking in de periode van eind maart tot eind oktober. Dekkinggevende gewassen, met name wintergranen, zijn in het voorjaar ook op regulier beheerde percelen
Korenwolf wereld aanwezig. Het verschil met hamstervriendelijk beheerde percelen (die niet of slechts ten dele worden geoogst) is echter, dat regu lier beheerde akkers na de oogst niet meer geschikt zijn voor de hamster.
Beheerpakketten voor de hamster Een hamsterbeheerpakket bestaat uit een combinatie van luzerne, wintergraan en zomergraan. Op ongeveer een derde deel van de percelen wordt luzerne 3 jaar achter elkaar geteeld. Op de overige percelen wisselen winter- en zomergraan elkaar af. Om de onkruiddruk laag te houden, wordt af en toe een jaar rammenas gezaaid. Daarvan profiteren vooral overwinterende zangvogels. Voor een perceel binnen het bouwplan kan worden gekozen voor 50%, 67% of 75% hamsterbeheer. De omlooptijd bedraagt 6 tot 8 jaar, met een minimum aantal percelen van 3-4, waarbij een perceel ten minste 1 hectare bestrijkt. V oorkomen moet worden dat de percelen verschralen, waardoor het gewas te open wordt en te weinig dekking biedt. Het in beperkte mate toelaten van bemesting en het rouleren van hamstervriendelijk beheerde per celen binnen een bouwplan kan dit probleem oplossen. Voor de nieuwe Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer heeft Alterra in samenwerking met de Korenwolfcommissie speciale hamsterbeheerpakketten ontwikkeld. De vergoeding die agrariërs voor hamster vriendelijk beheer van hun akkers ontvangen, wordt jaarlijks vastgesteld door een groep van deskundigen en besproken in de Korenwolf commissie.
Fokprogramma De komende jaren zal het fokprogramma nog nodig zijn om hamsters te kunnen leveren ingeval de wilde hamsterpopulaties in gevaar komen. Tevens is het nodig om alle genetische variatie die nog in het noordwestelijke deel van het hamsterareaal (België, Nederland en aangrenzend Duitsland) aanwezig is, veilig te stellen. De fok van ca. 20 nesten per jaar is voldoende om: a) de genetische variatie in stand te houden; b) jaarlijks een aantal van ca. 80-100 hamsters beschikbaar te hebben voor bijplaatsing in de leefgebieden; c) de genetische variatie maximaal verankerd te krijgen in de bestaande populaties.
Hamsterbescherming als succesformule voor agrarisch natuurbeheer De afgelopen jaren is door vele partijen in Limburg nauw samengewerkt om de hamster bescherming tot een succes te maken. Daarbij speelt de Korenwolfcommissie een centrale rol. Het is het belangrijkste adviesorgaan voor Gedeputeerde Staten van Limburg voor wat betreft de praktische uitvoering van het hamsterbeheer. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van alle partijen die in de Provincie Limburg bij de hamsterbescherming betrokken zijn. Een van de grote verdiensten van de commissie is dat er de afgelopen jaren veel draagvlak is ontstaan voor de bescherming van de hamster in het Limburgse akkerland schap. Nederland is daardoor één van de weinige landen in Europa met een groeiende hamsterpopulatie.
Figuur 2: Aantal bewoonde hamsterburchten in Limburg in de periode 1994-2009.
1400
Aantal burchten in najaar
1200 1000
Hoe verder?
De kernvraag is hoe de hamster in de toe komst duurzaam kan voortbestaan in Limburg. Daarbij zijn de volgende punten van belang: • De Korenwolfcommissie dient een centrale rol te vervullen als belangrijkste platform voor de hamsterbescherming. • Er dient een collectief beheerplan per cluster van hamsterleefgebieden te w orden opgesteld, waarin de doelstellingen voor de hamster en de ruimtelijke ligging van de percelen met een beheerovereenkomst worden vastgelegd. • Het areaal hamstervriendelijk beheerde akkers dient te worden uitgebreid van 500 naar minimaal 750 ha (verdeeld over 3 clusters van leefgebieden), z odat de popu laties groot genoeg zijn om duurzaam in stand gehouden te k unnen worden. Deze noodzakelijk g eachte uitbreiding moet worden ingezet om de leefgebieden te versterken en onderling beter met elkaar te verbinden. • Een gebiedscoördinator dient ervoor te zorgen dat de hectares hamstervrien delijk beheer goed worden aangewend en er v oldoende ruimtelijke samenhang is tussen de percelen met een beheer overeenkomst. Tevens dient hij als vraag baak en aanspreekpunt voor agrariërs. • Er dient monitoring van hamstervriende lijk beheer en van de hamsterpopulaties plaats te vinden, belangrijke kennis leemtes dienen te worden opgevuld, het beheer moet verder worden geoptima liseerd en het fokprogramma zal nog enige tijd in stand moeten worden gehouden. • Er is samenwerking nodig met de buurlanden, vooral met België en Duitsland (Nordrhein-Westfalen), om (aangrenzende) hamsterpopulaties opti maal te beschermenen te versterken.
800 600
Start herintroductie
400 200 0 1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
2010 pagina 3
Korenwolf wereld Gedeputeerde Ger Driessen:
“Het Korenwolfproject is de voorloper geweest van particulier natuurbeheer.” In 2005 nam de Provincie Limburg het hamsterdossier over van het Rijk en werden er afspraken gemaakt voor de bescherming van de in ons land ernstig bedreigde hamster of korenwolf. De in het leven geroepen Korenwolfcommissie pakte het project zes jaar geleden voortvarend en met overtuiging op. Nu de looptijd van het project is verstreken, is het een goed moment om terug te kijken met gedeputeerde Ger Driessen. Ger Driessen stond in 2005 mede aan de wieg van het Korenwolfproject. Als een echte uitdaging zag hij het destijds om dit natuur beheerproject goed op de rit te krijgen. “Door de kosten van de beschermingsmaatregelen bestond er aanvankelijk onder de burgers een negatief beeld van dit project”, blikt Ger Driessen terug. “We hebben echter met succes leefruimte weten te creëren voor de korenwolf in combinatie met mooie nieuwe kansen voor de landbouw. De Korenwolfcommissie heeft het voortreffelijk gedaan. Door de uitvoering van het hamsterbeheer niet bij de Provincie neer te
leggen maar bij die partijen die in de leefge bieden van de korenwolf bekend zijn, hebben we grote stappen vooruit kunnen zetten. En het imago van het project hebben we gaande weg ook van negatief naar positief kunnen ombuigen.”
Win-winsituatie Of het moeilijk was om de agrarische sector en natuurbeheerders op één lijn te krijgen? Ger Driessen: “Natuurlijk heeft dat even tijd gekost. Maar de landbouw, die van oudsher een sterke verbondenheid met de natuur heeft, en de natuurbeheerders hebben al snel de handen in elkaar geslagen. Dat bereik je alleen als er dui delijk sprake is van een w in-winsituatie: leef ruimte voor de hamster en een aantrekkelijke financiële vergoeding voor de agrariër. Onze leefgebiedenbenadering heeft zijn v ruchten afgeworpen. Er bestaat ook veel belangstelling voor van buiten de Provincie. Ik denk dat het Korenwolfproject een belang rijke voorbeeldfunctie heeft vervuld en deze benadering daarom ook elders steeds meer navolging krijgt.”
Imago Niet alleen het imago van het project is in de loop der jaren verbeterd. In de ogen van Ger Driessen heeft het Korenwolfproject ook een positief effect gehad op het imago van Limburg. Ger Driessen: “We zijn erin geslaagd om een diersoort die op sterven na dood was weer terug te brengen in onze P rovincie. Bovendien hebben we door het project ook andere interessante fauna weten aan te trekken. Het blijft toch bijzonder als je kunt zeggen dat in jouw gebied soorten voorkomen die ergens anders niet voorkomen. Het Koren wolfproject heeft Limburg goed gedaan. Zelfs in commercieel opzicht. Kijk naar Gulpener bier, ze hebben een speciaal bier naar de hamster vernoemd.”
Toekomst? Hoewel het voortbestaan van de korenwolf hem na aan het hart gaat, is het ook voor Ger Driessen nog onduidelijk hoe de toekomst van het Korenwolfproject eruit gaat zien. “Kijkend naar de kabinetsplannen hebben we een algemeen financieel probleem met betrek king tot natuurbeheer”, aldus Ger Driessen. “Er zullen keuzes gemaakt gaan worden. Het gaat absoluut moeilijker worden. Ik voorzie een redelijke kans voor het Korenwolfproject in de prioriteitenstelling die aangebracht gaat worden. Concrete uitspraken kan ik hier echter niet over doen, omdat ik het zelf ook nog niet weet. Maar laat ik duidelijk zijn: als je zo veel moeite hebt gedaan om de populatie van de korenwolf te laten groeien en het beestje vervolgens weer laat uitsterven, dat zal door niemand worden begrepen. Het is vooral zaak dat we het hamsterbeheer in de komende jaren voldoende in de steigers kunnen houden.”
Mijlpaal Wat was voor Ger Driessen de belangrijkste mijlpaal in het Korenwolfproject? “Het mooiste vind ik dat we door een succesvolle en nauwe samenwerking tussen alle betrokken partijen de korenwolf in zes jaar tijd hebben kunnen laten groeien naar een populatie van bijna 500 dieren. Ik zie het Korenwolfproject als de voorloper en een goed voorbeeld van particu lier natuurbeheer. Er komt steeds meer vraag naar deze vorm van natuurbeheer en dat is een goede zaak. Daar hebben wij absoluut aan bijgedragen.” Ger Driessen (rechts) tijdens uitzetting van hamsters in Wittem.
Korenwolf wereld
Hoeveel nestjes krijgen korenwolven in Limburg? Het is (nog) niet mogelijk om het aantal nestjes direct te bepalen door de aan wezigheid van de jongen vast te stellen. Daarvoor zouden de vrouwtjes gevangen moeten worden, wat te veel verstoring met zich meebrengt. Uiteindelijk zijn 3 groepen (gezenderde) vrouwtjes bekeken: a) vrouwtjes uit het fokprogramma die in het wild zijn losgelaten; b) vrouwtjes die in het wild zijn geboren; c) vrouwtjes die in het wild zijn geboren, maar naar een nieuw leefgebied zijn verplaatst.
eegenomen, dan blijkt een vrouwtje uit het m fokprogramma gemiddeld slechts 0,9 nestje te krijgen, de in het wild geboren vrouwtjes 1,9 en de in het wild geboren en verplaatste vrouwtjes 1,4 nestje per seizoen. Uit dit onderzoek kan worden geconclu deerd dat uitgezette vrouwtjes uit het fokprogramma te weinig jongen krijgen om voor een stabiele populatie te zorgen. De nakomelingen van deze vrouwtjes zijn echter beter aangepast in het wild en krijgen wél voldoende nestjes om een stabiele populatie te kunnen handhaven. In het wild geboren
Sarah Faye Harpenslager & Maurice La Haye
In Limburg wordt veel moeite gedaan om de korenwolf in het wild te herintroduceren. Om dit herintro ductieprogramma tot een succes te maken, is het belangrijk dat de uitgezette korenwolven en hun nakomelingen goed worden gevolgd. Hoe meer er bekend is over de korenwolf, hoe beter het diertje kan worden beschermd. Tot voor kort was nog onbekend hoeveel nestjes een vrouwtje van de korenwolf in de zomer zou kunnen krijgen. Wel was duidelijk dat ieder vrouwtje ongeveer 2 nestjes per zomer moet krijgen om de populatie in stand te houden. Minder dan 2 nestjes b etekent een afname en meer dan 2 nestjes een toename van de populatie. De afgelopen jaren zijn vele honderden korenwolven door middel van een zendertje gevolgd. Deze gegevens zijn gebruikt om te bepalen hoe lang vrouwtjes in leven waren tijdens de voortplantingsperiode van mei t/m september. Ook werd bekeken hoeveel nestjes die vrouwtjes gehad zouden kunnen hebben. Het krijgen van een nestje en het opvoeden van de jongen kost ca. 42 dagen. Dit betekent dat een vrouwtje maximaal 3 nestjes in één seizoen zou kunnen krijgen.
Percentage vrouwtjes met 0, 1, 2 of 3 nestjes 100% 90% 80% 70% >2-3
60%
>1-2
50%
>0-1
40%
0
30% 20% 10% 0% Fok uitgezet
Als alleen wordt gekeken naar de tijd (het aantal dagen) dat een vrouwtje in het wild weet te overleven, dan kunnen de vrouwtjes uit het fokprogramma in het wild gemiddeld 1,6 nestje krijgen. De in het wild geboren vrouwtjes krijgen gemiddeld 2,5 nestje en de in het wild geboren en verplaatste vrouwtjes gemiddeld 1,8 nestje. Deze uitkomsten zijn gebaseerd op het aantal dagen dat een vrouwtje weet te overleven. Soms moet een vrouwtje echter verhuizen. Als dat gebeurt op het moment dat het vrouwtje jongen heeft, zullen die dat niet overleven en moet het vrouwtje opnieuw beginnen. Als deze verhuizingen in de berekening worden
Wild
Wild verplaatst
vrouwtjes van de korenwolf krijgen nét genoeg nestjes voor een stabiele populatie, maar de marge is niet erg groot. Als de voortplanting een keer lager uitvalt, zal de populatie direct afnemen. In het wild geboren vrouwtjes die worden verplaatst naar een nieuw leefgebied krijgen meer nestjes dan een uitgezet vrouwtje uit het fokprogramma, maar minder dan een niet verplaatst, in het wild geboren vrouwtje. De hier gepresenteerde resultaten zijn door Sarah Faye Harpenslager uitgewerkt in het kader van haar stage aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
pagina 5
Korenwolf wereld
Hamster- of akkervogelovereenkomst en erosieregels
Vanaf 1 januari 2009 gelden de huidige voorschriften voor de erosiebestrijding in Zuid-Limburg. Het toepassen van de niet-kerende grondbewerking (NKG) in combinatie met een bodembedekking is vanaf 2013 leidend. De periode tot 2013 is een overgangstermijn. Tijdens deze overgangstermijn is NKG belangrijk, maar wordt de praktische haalbaarheid onder kritische omstandigheden en voor kritische g ewassen getest en verbeterd. Hiervoor is in de regio een breed onderzoek opgezet, waarbij via kenniscirkels geïnteresseerde ondernemers zijn betrokken. Degenen die tijdens de overgangsperiode de NKG in combinatie met bodembedekking al toepassen, kunnen hiervoor subsidie ontvangen. De erosievoorschriften zijn van toepassing op landbouwgronden die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen binnen de Provincie Limburg ten zuiden van de doorgaande wegen Sittard-Wehr (tot de grens Nederland-Duitsland) en SittardUrmond (tot de grens Nederland-België). De erosieverordeningen bevatten algemene en specifieke voorschriften. De algemene voor schriften (Artikel 4) zijn van toepassing op alle percelen (ook ‘vlakke’ percelen) binnen
De korenwolfpopulatie in 2010: ach De laatste Korenwolfwereld (februari 2010) opende met de zin ‘2010: Een spannend jaar voor de hamster’. 2009 toonde namelijk een licht herstel van de populatie na de ‘crash’ in 2008. Uiteindelijk bleek dit herstel in 2009 uitsluitend in het gebied Sittard-Puth te zijn opgetreden, waar de populatie bijna verdub belde. In Koningsbosch en Wittem-Heerlen bleef het aantal ongeveer gelijk, maar het cluster Amby-Heer-Sibbe verloor in vergelijking met 2008 een derde van het aantal burchten. De grote vraag was dan ook hoe het in 2010 zou gaan. Deze vraag kan op dit moment slechts ten dele worden beantwoord, omdat
pagina 6
tot nu toe nog maar de helft van de hamster percelen is afgezocht. En dat is veel minder dan in voorgaande jaren. Daar zijn verschillende redenen voor. Allereerst was de dekking van de percelen in de herfst nog té goed om al veel burchten te kunnen vinden. Verder kon in de maand december vanwege de sneeuwbedekking niet naar burchten worden gezocht. Ook was er het afgelopen jaar aanzienlijk minder tijd beschikbaar voor de monitoring van burchten in verband met een bezuiniging op het beschikbare b udget. Uit de burchtentelling van de P rovincie Limburg op de geoogste percelen is g ebleken dat de aantallen in 2010 enigszins vergelijkbaar zijn met 2009. De (onvolledige)
burchtentelling door Alterra op de nietgeoogste h amsterpercelen ondersteunt dit beeld. De gebieden rond Sittard en Puth zijn redelijk en op sommige plaatsen goed bezet. Amby-Heer lijkt niet verder achteruit te zijn gegaan, maar de situatie in Sibbe, Koningsbosch en Wittem is zorgelijk. In het nieuwe gebied Jabeek-Schinveld en bij Bocholtz werden in 2010 hamsters uitgezet. Vooral in Jabeek-Schinveld was deze uitzet succesvol. Ook bij Kerkrade bleken de h amsters zich wederom goed te hebben gehandhaafd en zich zelfs in aangrenzende Duitse akkers te hebben gevestigd. Uit deze gegevens lijkt het beeld naar voren te komen dat met name de leefgebieden
Korenwolf wereld het gebied. Eén van deze algemene voor schriften is de verplichting om na elke oogst in het betreffende teeltjaar een grondbewerking uit te voeren met een minimale diepte van 15 centimeter. Het doel van de bewerking is het opheffen van verslemping, verdichting, korstvorming en wielsporen (van de oogst). Ook leidt de bewerking tot een open structuur, waardoor water beter kan infiltreren. De bewer king is bij voorkeur niet-kerend. Niet-kerende grondbewerking is een grondbewerking waarbij de bodem niet dieper wordt gekeerd dan 12 cm. Dieper dan 12 cm mag de bodem alleen worden gebroken.
Degenen die een akkervogelovereenkomst hebben, dienen gewoon te voldoen aan de erosieverordening. Daarvoor gelden geen uitzonderingen.
Belangrijk voor degenen met een hamster overeenkomst is dat de grondbewerking niet uitgevoerd hoeft te worden als dat in strijd is met de bepalingen in die overeenkomst, dus als de overeenkomst de (diepe) grondbewerking verbiedt (Artikel 4 lid 2).
• Door aanpassing van de definitie van bodembedekking wordt een lichte inwer king (mulchen) van de bodembedekker toegestaan. Gebleken is dat gewassen vaak onvoldoende verweren en de bodem te lang nat blijft bij sterk ontwikkelende bodem bedekkers. • De uiterste datum van inzaai van de bodem bedekking is vervroegd van 1 december naar 15 oktober, omdat gebleken is dat een laat ingezaaide bodembedekking zich niet voldoende kan ontwikkelen en daardoor niet effectief is. De inzaai is alleen verplicht als het hoofdgewas vóór 15 oktober is geoogst.
Alle overige voorschriften inclusief de speci fieke erosievoorschriften (Artikel 5) omtrent het ploegen en het melden van het ploegen gelden voor iedereen die landbouwgrond in gebruik heeft waarop de erosievoorschriften van toepassing zijn, dus ook voor ondernemers met een hamsterovereenkomst.
Wijziging verordening Begin 2010 hebben het Waterschap Roer en Overmaas (WRO), de Provincie Limburg (PL) en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) de erosiebestrijding door de landbouw geëvalueerd. Naar aanleiding daarvan heeft het productschap de verordening op een viertal punten aangepast. Deze aanpassing is per 1 januari 2011 in werking getreden.
• De uiterste datum van 1 december voor de grondbewerking vervalt, omdat gebleken is dat bepaalde gewassen steeds later worden geoogst en deze datum dan leidt tot een onnodige administratieve last in verband met het aanvragen van een ontheffing. Wel volgt uit de aanpassing dat na de oogst van het late gewas alsnog een grondbewerking moet worden uitgevoerd. • Het melden van een andere dan een niet- kerende grondbewerking (bijv. ploegen) wordt ook verplicht bij niet-erosiebevor derende gewassen (zoals wintertarwe en -gerst) indien het gaat om een perceel met een hellinglengte van meer dan 50 meter en een hellingspercentage van 2% of meer. Dit voorkomt onduidelijkheid omdat tot nu toe het ploegen alleen gemeld moet worden bij teelt van erosiebevorderende gewassen (alle éénjarige gewassen die worden gezaaid, geplant of gepoot na 1 januari van het betreffende teeltjaar).
Voor meer info (bijv. een folder met alle regels) zie www.productschapakkerbouw.nl/ teelt/erosie-zuid-limburg.
teruitgang, stabilisatie en herstel met relatief veel hamsterpercelen het beter doen. Het oppervlak met hamsterpercelen moet voldoende groot zijn en de hamsterpercelen moeten in een mozaïek liggen, waarbij de onderlinge afstand zeker niet meer dan 250 meter bedraagt. Het gebied Puth-Sittard is met in totaal ongeveer 130 hectare hamsterbeheer op dit moment verreweg het grootst. Door de uitbreiding van het hamsterbeheer met 65 hectares in het gebied Jabeek-Schinveld is het de verwachting dat de groei van de hamster populatie hier zal doorzetten. Daarmee komt dit cluster steeds meer in de buurt van de minimale grootte van 250 hectare die nodig is voor een duurzame populatie.
Het lijkt erop dat in de meer geïsoleerde leefgebieden, zeker die leefgebieden met minder dan 100 hectare, de hamster populatie na een aantal jaren toch onder het kritische aantal van 100 burchten kan komen. Er treedt dan een vergrote kans op uitsterven op. Het leefgebied Amby-Heer is momenteel ongeveer 75 hectare groot en heeft op enkele plaatsen grotere afstanden tussen hamsterpercelen dan wenselijk. Sibbe en Koningsbosch zijn met elk grofweg 50 hectare aan hamsterbeheer kleine eilanden, omdat ze te ver van de andere hamsterpopulaties af liggen. De verbindingszone W ittem-Heerlen bestaat uit een aantal kernen van resp. 20, 15, 15 en 10
hectaren die ook nog niet goed met elkaar zijn verbonden. Dat betekent dat er veel meer hectaren hamsterbeheer zullen moeten komen in het cluster Amby-Heer-Sibbe en in de verbindingszone Wittem-Heerlen. Echter, ook in het gebied tussen Puth/Doenrade en Schinveld is nog uitbreiding nodig. Vandaar de dringende aanbeveling in het evaluatierapport voor minimaal 250 extra hectare hamstervriendelijk beheer, bovenop de huidige 500 hectare beheer (waarvan er op dit moment ruim 400 zijn gerealiseerd).
pagina 7
Korenwolf wereld
De toekomst van de Korenwolfcommissie In 2005 is tussen de Provincie Limburg en het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de afspraak gemaakt, dat er ten b ehoeve van een goede bescherming van de hamster voor de periode 2005-2010 een commissie zou worden opgericht. Zoals iedereen inmiddels wel weet, is dat de Korenwolf commissie geworden, die onder voorzitter schap van de heer Jean van der Linden zeer succesvol heeft gefunctioneerd. In 2005 ging men ervan uit dat, als het hamsterbeheer eenmaal op poten zou zijn gezet, deze commissie vanaf 2011 overbodig zou zijn geworden. Inmiddels weten we dat een goede communicatie tussen alle partijen die met de bescherming van de hamster te m aken hebben, essentieel blijft voor het behoud van de hamster. De korte lijnen zorgen ervoor dat onduidelijkheden, misverstanden en fouten snel worden opgelost en dat adviezen, nieuwe inzichten in beheermaatregelen en voorlichting snel en goed op de juiste plaats terechtkomen. Het staat daarom als een paal boven water dat er een vervolg moet komen op de Korenwolf commissie. De ‘oude’ commissie heeft dan ook de Provincie Limburg geadviseerd een vervolg mogelijk te maken. De Provincie Limburg is hier inmiddels van overtuigd en dringt er bovendien op aan dat de taak van de commissie uitgebreid wordt tot advisering van niet alleen het hamster
beheer, maar ook dat van het akkervogelbeheer in Zuid-Limburg. Naar blijkt sluiten deze beheervormen goed op elkaar aan en zal de beproefde succesvolle formule ook voor de akkervogels positief uitwerken. Hoewel zowel de Provincie Limburg als de Korenwolfcommissie het erover eens zijn dat er een vervolg moet komen, is er nog onze kerheid over de financiering van de hamster bescherming. Door de val van het kabinet Balkenende werden de onderhandelingen over de toekomstige financiering met het ministerie van LNV gestaakt. Vervolgens zijn we gecon fronteerd met verregaande bezuinigingen op het natuurbeleid door de nieuwe regering. Er is enerzijds weliswaar kenbaar gemaakt dat op het agrarisch natuurbeheer niet gekort gaat worden. Anderzijds is er op dit moment echter nog geen harde toezegging van het ministerie van EL&I dat de middelen voor de hamster bescherming (en dus het hamsterbeheer) er ook daadwerkelijk komen.
Voor actuele informatie:
www.korenwolfwereld.nl
Colofon: De Korenwolfwereld is een uitgave van de Dienst Landelijk Gebied Limburg in samenwerking met de Provincie Limburg en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Redactieadres: Dienst Landelijk Gebied Limburg Postbus 1237 6040 KE Roermond
Concept en uitvoering: Coppen communications+marketing, Roermond
De Provincie Limburg wil haar verantwoordelijk heid in deze niet ontlopen en zal in elk geval voor 2011 garanderen dat het hamsterbeheer doorgaat en de Korenwolfcommissie dus nog een jaar zal blijven functioneren. Hierbij zal de commissie ook het akkervogelbeheer in ZuidLimburg onder haar hoede nemen. In de loop van 2011 zal duidelijk worden of het ministerie van EL&I bereid is om door te gaan met de financiering van het hamsterbeheer.
Informatiebijeenkomst op 16 februari 2011 Woensdag 16 februari 2011 vindt weer de jaarlijkse informatiebijeenkomst over het hamsterproject plaats voor agrariërs met hamsterbeheer, terreinbeheerders en leden van de Wildbeheereenheden. Daarnaast zijn ook agrariërs met akkervogelbeheer uitgenodigd. Er zal onder meer aandacht worden besteed aan de resultaten van het project tot nu toe, het beheer onder de nieuwe subsidieregeling SNL en natuurlijk de prijs voor het beste beheer. De bijeenkomst vindt plaats in Restaurant & Partycentrum La Montagnard, Dirksstraat 2 in Ubachsberg. Aanvang 19.30 uur. De genodigden hebben een uitnodiging ontvangen.
Stichting Faunabeheereenheid Zuid-Limburg Stichting Faunabeheereenheid Midden-Limburg
Foto’s zijn eigendom van fotograaf Gerard Müskens en de Dienst Landelijk Gebied Limburg. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.