Koopstromenonderzoek Provincie Fryslân 2007
Gemeente Leeuwarden
Koopstromenonderzoek Provincie Fryslân 2007
Gemeente Leeuwarden
Opdrachtgever: Projectnummer: Datum:
Kamer van Koophandel Friesland 0507.030 14-02-2008
Broekhuis Rijs Advisering Wederik 1 9801 LX Zuidhorn tel. (0594-528358) fax: (0594-528487) e-mail:
[email protected] internet: www.broekhuisrijs.nl
Broekhuis Rijs Advisering
2
Inhoudsopgave
1.
Inleiding a. Aanleiding en doelstelling b. Opbouw van het rapport
4 4 5
2.
Landelijke trends
6
3.
Gemeente Leeuwarden a. Ligging b. Demografische gegevens c. Detailhandelsaanbod
8 8 9 9
4.
Binnenstad a. Aanbod b. Koopkrachtcijfers c. Economisch functioneren d. Bezoekgedrag en –motieven
11 11 13 16 16
5.
Schrans a. Aanbod b. Koopkrachtcijfers c. Bezoekgedrag en –motieven
21 21 22 24
6.
De Centrale a. Aanbod b. Koopkrachtcijfers c. Bezoekgedrag en –motieven
29 29 30 32
7.
Samenvatting Leeuwarden
37
8.
Conclusies Leeuwarden
38
9.
Resultaten Vraaghetdevries.nl
39
Bijlage: 1. Verantwoording 2. Verklarende woordenlijst 3. Overzicht deelnemende gemeenten
45 45 46 47
Appendix: Aanvullende gegevens t.b.v. binnenstadsmonitor Leeuwarden
48
Broekhuis Rijs Advisering
3
1. Inleiding a. Aanleiding en doelstelling Het voorzieningenniveau in een gemeente wordt voor een belangrijk deel bepaald door het detailhandelsaanbod. Dit aanbod draagt bij aan de leefbaarheid van een kern en vormt een belangrijk deel van de locale economie. Bij een voldoende aantrekkelijk aanbod vervult een kern bovendien een functie voor de omliggende regio. De dynamiek in de detailhandel is groot. Vraag en aanbod zijn sterk in ontwikkeling. Binnen deze dynamiek verandert de rol van gemeente en provincie ook. De provincie en de gemeente krijgen meer eigen beleidsvrijheid ten aanzien van het formuleren van het beleid inzake detailhandel. Taken vanuit het Rijk zijn gedecentraliseerd naar de provincies en gemeenten. In de Nota Ruimte is deze rol voor provincie en gemeenten, als regisseur van ruimtelijk economische ontwikkelingen, helder onderstreept. Vanwege het economische belang van de sector detailhandel voor de Friese economie heeft de Kamer van Koophandel, in direct overleg met de provincie Fryslân, medio 2007 aan Broekhuis Rijs Advisering gevraagd om een volledig koopstromenonderzoek in de provincie uit te voeren. Een koopstromenonderzoek is het middel bij uitstek om een beter beeld te krijgen van de dynamiek in het koopgedrag en in het functioneren van de diverse winkelcentra. Een dergelijk onderzoek vormt vaak de basis voor distributieplanologisch onderzoek en voor detailhandelsbeleid. Het biedt, met name op gemeentelijk niveau, diverse bouwstenen voor op te stellen en uit te voeren beleid. De doelstelling van het onderzoek is om inzicht te verkrijgen in de Friese koopstromen. Van belang is om de koopstromen tussen de verschillende kernen/gebieden in kaart te brengen, en om daarmee ook de onderlinge verhouding tussen kernen aan te kunnen geven. Daarnaast is er aandacht voor diverse kwalitatieve aspecten, om het ruimtelijk gedrag beter te begrijpen. De Kamer van Koophandel heeft aangegeven een dergelijk onderzoek eens in de vijf à zes jaar te willen houden. Het thans voorliggende koopstromenonderzoek kan beschouwd worden als een 0-meting. Wanneer over een aantal jaren het onderzoek herhaald wordt, kan tevens de ontwikkeling van de detailhandel in Fryslân beschreven worden. Het onderzoek valt uiteen in een kwantitatief en een kwalitatief gedeelte. In het kwantitatieve deel gaat het vooral om het in beeld brengen van de koopkrachtbindingscijfers en de koopstromen. In het kwalitatieve deel vindt een analyse plaats van de beweegredenen achter de cijfers. Het waarom van het boodschappen doen of shoppen op een bepaalde plaats is een belangrijke vraagstelling.
Broekhuis Rijs Advisering
4
Dit koopstromenonderzoek is in samenwerking met het Kenniscentrum van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden in de maanden september, oktober en november 2007 uitgevoerd. In totaal zijn bijna 14.000 vraaggesprekken gevoerd. Deze vraaggesprekken zijn zowel telefonisch in de gehele provincie, als ter plekke door middel van straatinterviews in tevoren geselecteerde winkelgebieden verricht. De methodische verantwoording is omschreven in bijlage 1. Naast de provincie Fryslân hebben 14 gemeenten geparticipeerd in het onderzoek (zie bijlage 3), waarbij in totaal 24 winkelgebieden of kernen betrokken waren. Eén van de deelnemende gemeenten is de gemeente Leeuwarden. Hier is onderzoek verricht in drie verschillende delen van de stad, te weten Binnenstad, Schrans en De Centrale. In totaal zijn in de gemeente Leeuwarden bijna 1.400 vraaggesprekken gevoerd. Dit rapport geeft de resultaten weer van het onderzoek in deze specifieke winkelgebieden. b. Opbouw van het rapport In hoofdstuk 2 is een korte weergave gegeven van een aantal landelijke trends, die zich ook op regionaal en locaal niveau zullen laten voelen. In hoofdstuk 3 wordt de positie van de gemeente Leeuwarden in Fryslân geschetst. Enige belangrijke demografische kengetallen worden op een rij gezet. Het detailhandelsaanbod wordt weergegeven voor de totale gemeente, met onderscheid naar hoofdbranches, en naar de verschillende kernen in de gemeente. In de hoofdstukken 4,5 en 6 worden de deelnemende kernen – te weten Binnenstad, Schrans en De Centrale – in detail besproken. Het aanbod in de detailhandel wordt geschetst, met daarnaast alle uitkomsten van het koopstromenonderzoek. Naast het cijfermatige gedeelte over de koopkracht en de koopstromen worden hier ook de resultaten weergegeven met betrekking tot de kwalitatieve beoordeling van het winkelgebied door de consument. In hoofdstuk 7 wordt een samenvatting van de belangrijkste bevindingen voor de gehele gemeente gegeven. In hoofdstuk 8 worden een aantal conclusies getrokken naar aanleiding van de bevindingen van het koopstromenonderzoek. Tenslotte volgt in hoofdstuk 9 nog een weergave van de resultaten van het “Vraaghetdevries.nl”-onderzoek. Dit onderzoek is niet specifiek voor Leeuwarden gehouden, doch voor de hele provincie.
Broekhuis Rijs Advisering
5
2. Landelijke trends Op landelijk niveau speelt een aantal trends, dat ook op regionaal of locaal niveau zichtbaar is. Diverse trends zullen vroeg of laat gevolgen geven voor het te voeren detailhandelsbeleid. De belangrijkste trends geven we hier weer. Trends op gebied van de detailhandel Schaalvergroting doet zich binnen vrijwel alle branches voor. Binnen de food sector betekent het onder andere dat supermarkten groter zijn geworden, maar ook speciaalzaken zijn groter en specifieker geworden. Het aantal speciaalzaken (slager, bakker, AGF) is wel afgenomen. Een andere opvallende branche waar de schaalvergroting zich vooral heeft voorgedaan is die van de bouwmarkten en tuincentra. Maar ook in de modische sector is te zien dat mede door de sterkere mate van filialisering de vraag naar grotere panden is toegenomen. Ook in Fryslân is hiervan sprake. De trend naar schaalvergroting heeft ook een duidelijke ruimtelijke component. In Fryslân is een aantal locaties te vinden met grootschalige winkelunits buiten de oorspronkelijke winkelgebieden. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn te vinden in de meeste grote kernen, zoals in Leeuwarden met “De Centrale”, Drachten met de MLKsingel en Heerenveen met bedrijventerrein Nijehaske. Sterk samenhangend met de schaalvergroting is de trend van de branchevervaging. Een ieder kent de voorbeelden in zijn eigen omgeving; bouwmarkten verkopen ook planten, tuincentra verkopen ook huishoudelijke artikelen, supermarkten verkopen ook mediaproducten. Hier is sprake van een onomkeerbaar proces. Ook tussen sectoren treedt vervaging op, horecaconcepten met detailhandelsverkopen en omgekeerd komen steeds meer in beeld. Behalve van schaalvergroting is ook sprake van schaalverkleining. Mede doordat provincies en gemeenten zich actief inzetten voor een behoud van voorzieningen worden deze voorzieningen zoveel mogelijk geconcentreerd. Daardoor wordt het voor diverse (filiaal-)bedrijven aantrekkelijk om concepten te ontwikkelen, die ook in kernen van geringere omvang levensvatbaar zijn. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van kleinschalige HEMA vestigingen in de afgelopen jaren. De opkomst van de postorder- en internetbedrijven is de afgelopen jaren heel sterk geweest. Volgens het CBS lag het aantal bedrijven in deze sector dat zich in de detailhandel begeeft in 2006 op 3.300, terwijl in het jaar 2000 sprake was van 800 bedrijven. Het totale bedrag aan bestedingen is in deze periode gestegen van € 1.420 naar € 2.093 miljoen (bron: Thuiswinkel.org). Het aandeel van de onlineverkopen in de totale detailhandelsomzet bedraagt tot op heden slechts 2,8 %. Naar verwachting zal het percentage in 2012 zijn toegenomen tot 10%. Vooralsnog zullen de ruimtelijke Broekhuis Rijs Advisering
6
gevolgen van het internetwinkelen de komende jaren meevallen. Hoewel brancheafhankelijk worden de grootste gevolgen verwacht voor de winkeliers op het platteland en in binnensteden. Winkelgebieden voor de dagelijkse boodschappen merken nauwelijks iets (bron: RPB, “Winkelen in internettijdperk”, april 2007). Trends op gebied van de demografie Enkele belangrijke trends in Nederland op demografisch gebied zijn de vergrijzing en gezinsverdunning. De ontwikkeling van het ouder worden van de bevolking is al jaren aan de gang, en lijkt nog niet tot een einde te komen. Ook in Fryslân is hiervan, in iets sterkere mate, sprake. Landelijk is ook een tendens te zien naar gezinsverdunning. In Nederland komen steeds meer eenoudergezinnen, terwijl door de vergrijzing ook het aantal alleenstaanden toeneemt. Het percentage eenpersoonshuishoudens ligt in Fryslân op 13,7% van de totale bevolking, in Nederland totaal op 15,0%. Deze trends hebben verschillende effecten op het detailhandelsaanbod. Zo zullen mogelijk meer speciaalzaken voor bepaalde doelgroepen (zoals ouderen) ontstaan, en komen er ook meer specifieke producten op de markt. Een zeer belangrijke demografische trend is de verwachting dat het bevolkingsaantal in Noord-Nederland binnen afzienbare tijd stabiliseert en dat binnen enkele gebieden er sprake zal zijn van krimp van de bevolking. Volgens de Prognose Bevolking & Woningbehoefte van de provincie Fryslân zal het totale inwonertal van de provincie nog enigszins blijven groeien tot ongeveer 2030 (afhankelijk van de variant), waarna de daling zich zal inzetten. Regionaal zijn er wel verschillen; zo zullen de stadsregio‟s langer en sterker blijven groeien, terwijl in bijvoorbeeld Noordoost-Fryslân nu al nauwelijks sprake meer is van groei. Vanzelfsprekend zal dit effect hebben op het detailhandelsaanbod.
Broekhuis Rijs Advisering
7
3. Gemeente Leeuwarden a. Ligging De gemeente Leeuwarden bestaat hoofdzakelijk uit de stad Leeuwarden. Dit is de hoofdstad van Fryslân, en is verreweg de grootste kern in de provincie. Leeuwarden kent goede verbindingen met de rest van de provincie en zeker met de belangrijkste andere kernen als Heerenveen, Drachten en Sneek. Er wordt momenteel fors geïnvesteerd in het verbeteren van de infrastructuur. In de richting de stad Groningen ligt een provinciale verbindingsweg. Een kwalitatief betere en daardoor snellere hoofdverbinding tussen beide provinciehoofdsteden wordt gevormd door de pas geopende dubbelbaans autoweg richting Drachten, die daar vervolgens aansluit op de A7 naar Groningen. Ook de verbinding met de noordelijke Randstad via de Afsluitdijk wordt momenteel verbeterd door de verdubbeling van het traject Harlingen-kop Afsluitdijk. Per spoor is Leeuwarden ook van meerdere kanten goed bereikbaar. Geografisch gezien ligt Leeuwarden iets ten noorden van het centrum van de provincie. Kaart 1
Ligging Leeuwarden
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
8
Gemeente Leeuwarden
b. Demografische gegevens De gemeente Leeuwarden telt in totaal 92.900 inwoners (per 1-1-2008), waarvan 87.500 in de stad zelf wonen. De overige kernen zijn deels al opgenomen in het stedelijk gebied van Leeuwarden, zoals Goutum. De rest ligt op zeer geringe afstand van de stad. In vergelijking met het Fries gemiddelde is binnen de gehele gemeente de leeftijdsgroep van 20- tot 30-jarigen sterk oververtegenwoordigd. Leeuwarden is een stad met veel (hoge)scholen, en dus met veel studenten. Kinderen en de leeftijdsgroepen van 40 tot 65 jaar zijn minder vertegenwoordigd in Leeuwarden. Het inkomensniveau van de provincie Fryslân blijft achter bij het gemiddelde inkomen van geheel Nederland (per inwoner). Het inkomensniveau van Fryslân ligt ongeveer 9% onder het Nederlands gemiddelde. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner van Leeuwarden ligt daarentegen 3% boven het Fries gemiddelde. In Leeuwarden wonen slechts 1,94 personen per huishouden. Het gemiddelde voor Fryslân ligt op 2,32 en voor Nederland op 2,27 personen per huishouden. De huishoudens in Leeuwarden zijn in deze gemeente relatief klein, wat gezien de leeftijdsopbouw niet verrassend is. Het aandeel eenpersoonshuishoudens ligt in Leeuwarden op 23.9%, terwijl dat in Fryslân op 13.7% ligt. c.
Detailhandelsaanbod
In Leeuwarden bedraagt de totale metrage aan detailhandel bijna 220.000, waarvan door de sector food 31.000 m2 (14%) wordt ingenomen, wat een gemiddeld percentage is voor steden van deze omvang. Figuur 1
Detailhandelsaanbod in m² wvo
Bron: Locatus Retailverkenner 2007, bewerkt door Broekhuis Rijs Advisering Broekhuis Rijs Advisering
9
Gemeente Leeuwarden
In vergelijking met een eerder detailhandelsonderzoek van DrooghTrommelen Broekhuis (2000) is het winkelvloeroppervlak met ongeveer 12% toegenomen. Voor geheel Fryslân bedroeg de toename ongeveer 30%. Het aanbod in de binnenstad is in meters iets afgenomen, maar het aantal winkels is vrijwel gelijk gebleven. In figuur 1 is onderscheid gemaakt naar de drie onderzochte winkelgebieden. De Centrale is de perifere detailhandelslocatie van Leeuwarden, die de afgelopen jaren aan invulling en bekendheid heeft gewonnen. Hier bevindt zich dan ook een belangrijke concentratie van het aanbod in de doelgerichte non-food. Maar ook elders in Leeuwarden (o.a. Leeuwarden-West, Businesspark en De Hemrik) zitten concentraties van deze branches. Het modisch recreatieve aanbod concentreert zich vooral in de binnenstad, maar is ook op de Schrans aanwezig. De leegstand in totaal Leeuwarden is met 5% gering, en kan gezien worden als frictieleegstand. Enige leegstand zal namelijk altijd aanwezig zijn. Het totale winkelvloeroppervlak in de detailhandel is fors en is vergelijkbaar met steden van ongeveer 135.000 inwoners. Per 1.000 inwoners is 2.380 m² aan detailhandel beschikbaar, hetgeen ook boven het gemiddelde van kernen van vergelijkbare omvang ligt. Vooral het aanbod doelgericht non-food zorgt voor deze bovengemiddelde getallen. In totaal zijn in de gemeente Leeuwarden circa 800 winkels aanwezig, waardoor de gemiddelde oppervlakte per winkel op 275 m² komt. Dit ligt iets boven het Nederlands gemiddelde, en is de afgelopen jaren ook iets toegenomen. Van alle winkels zijn er 450 in binnenstad te vinden (zie figuur 2); dat is meer dan de helft van alle winkels in Leeuwarden. Het aantal van 450 past ook bij steden met een iets hoger inwonertal; de verhouding van winkels in binnenstad en elders in de stad is vergelijkbaar met die van andere steden. Figuur 2
Aantal verkooppunten
Bron: Locatus Retailverkenner 2007, bewerkt door Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
10
4. Binnenstad a. Aanbod De bewinkeling in de binnenstad speelt zich af in het historische centrum, binnen de singels en grachten. De belangrijkste straten zijn vooral de Nieuwestad, de Wirdumerdijk, Zaailand, de Voorstreek en de verschillende straten die hierop uitkomen. Hier bevinden zich de belangrijkste trekkers op het gebied van de modisch en overige recreatieve branches. Als belangrijke trekkers zijn te noemen V&D, C&A, HEMA, H&M, Esprit, Oilily, Intertoys en Mexx. Kaart 2
Binnenstad
Binnenstad
Bron: Digitale Stratenatlas Het dagelijkse aanbod in het centrum bestaat vooral uit speciaalzaken. De supermarkten bevinden zich aan de rand van het centrum; een grote Super de Boer aan het Hoekstereind, Poiesz aan de Oostersingel en een kleine AH aan de Pr. Hendrikstraat.
Broekhuis Rijs Advisering
11
Binnenstad
De totale metrage van de binnenstad bedraagt ongeveer 72.500. In figuur 3 is de verdeling aangegeven. Figuur 3
Winkelvloeroppervlak per branche in m² wvo
Bron: Locatus, bewerkt door Broekhuis Rijs Advisering De verhouding tussen het aanbod in het centrale winkelgebied en de rest van de stad is vergelijkbaar met dat van andere grote steden. Ook wanneer gekeken wordt naar de verdeling van de branches dan is hier niets afwijkends of opvallends te constateren. Ook het aantal winkels is vergelijkbaar met dat in andere binnensteden van grote steden.
Het parkeren in het centrum kan op meerdere plekken. Vooral de parkeergarages, met name Zaailand en de nieuwe onder het Oldehoofsterkerkhof, worden veelvuldig gebruikt en fungeren als bronpunt voor het centrum (zie ook de appendix).
Broekhuis Rijs Advisering
12
Binnenstad
b. Koopkrachtcijfers Wanneer in deze paragraaf gesproken wordt over koopkracht, dan gaat het over de bestedingen van mensen. In figuur 4 geven we eerst de koopkrachtbinding van de totale gemeente weer. Wanneer hier opvallende zaken in aanwezig zijn, dan heeft dit immers ook zijn weerslag op de gegevens van de binnenstad. De koopkrachtbinding in de dagelijkse en niet-dagelijkse sector is evenwel zoals verwacht mag worden in een stad van deze omvang. In de dagelijkse sector bedraagt de binding 95%; in de niet-dagelijkse sector wordt 85% van de koopkracht gebonden. Dit is een percentage dat past bij steden als Leeuwarden. Het percentage voor nietdagelijks is een gewogen gemiddelde van alle niet-dagelijkse categorieen. Figuur 4
Koopkrachtbinding gemeente Leeuwarden (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Binnen de niet-dagelijkse sector lijkt het bindingspercentage in de woninginrichting wellicht aan de lage kant, maar dit is niet afwijkend van hetgeen andere grote steden laten zien. Voor aankopen in deze branche is de consument het meest geneigd om ook op andere locaties te gaan shoppen.
Broekhuis Rijs Advisering
13
Binnenstad
Figuur 5
Koopkrachtbinding onderzoeksgebieden (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering In figuur 5 is de koopkrachtbinding van de drie onderzoeksgebieden afzonderlijk te zien. Hier zijn een aantal opvallende zaken waar te nemen. Voor de niet-dagelijkse sector is de binnenstad uiterst belangrijk voor de totale koopkrachtbinding in Leeuwarden. Van de totale binding van 83% neemt de binnenstad 42% voor haar rekening. Uiteraard is in de binnenstad vooral de binding in de branches kleding/schoenen en huishoudelijke artikelen hoog. In vergelijkbare steden neemt het hoofdwinkelcentrum gemiddeld iets meer koopkrachtbinding voor haar rekening, namelijk ruim 50% (bron Bolt). Verder is duidelijk te zien, dat de Centrale vooral veel binding weet te realiseren in de branches electro, DHZ-artikelen, en woninginrichting. Dit levert een totale binding in de niet-dagelijkse sector sector op van 13%. Tenslotte is te zien, dat de Schrans 6% van de koopkracht in Leeuwarden aan zich weet te binden, in de dagelijkse en niet-dagelijkse sector. De dagelijkse koopkrachtafvloeiing uit Leeuwarden is met 5% nagenoeg te verwaarlozen. De niet-dagelijkse koopkrachtafvloeiing vanuit Leeuwarden bedraagt 17%. Dit percentage past bij een stad met de omvang van Leeuwarden. Deze bestedingen komen heel gespreid over de provincie en het land terecht, overal in geringe percentages. De enige plaats, die veelvuldig genoemd wordt is Groningen. Binnen de niet-dagelijkse sector zit hier nog wel enig onderscheid in. Dit is het duidelijkst het geval in de branche woninginrichting, waar de afvloeiing ook het grootst is. Maar ook hier is Groningen de vaakst bezochte plaats (IKEA). Voor kleding/ schoenen is de consument uit Leeuwarden ook bereid om elders te gaan shoppen, zoals Groningen of elders in het land.
Broekhuis Rijs Advisering
14
Binnenstad
In figuur 6 gaat het om de herkomst van de bestedingen in de binnenstad, en dus om de toevloeiing naar de binnenstad toe. Figuur 6
Herkomst bestedingen binnenstad (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Van alle bestedingen in de dagelijkse sector in de binnenstad wordt 82% door de eigen inwoners verricht(zie figuur 8). Dit betekent dat 18% van buiten Leeuwarden, waarvan het merendeel (16%) uit de rest van de provincie. Hierbij gaat het vooral om de direct aan Leeuwarden grenzende gemeenten. In de niet-dagelijkse sector is de omzet van buiten Leeuwarden bijna even groot als de omzet uit Leeuwarden zelf. Van alle bestedingen in de niet-dagelijkse sector komt 47% van buiten Leeuwarden. Hiervan is 42% afkomstig uit de provincie, waarbij mensen uit de hele provincie naar Leeuwarden komen. Alleen vanuit het zuidoosten en het zuiden van de provincie komen relatief minder mensen naar Leeuwarden. Van de 42% uit Fryslân is ongeveer de helft afkomstig uit de gemeenten die direct aan Leeuwarden grenzen. Gemiddeld ligt het percentage vreemde koopkracht in kernen van de omvang van Leeuwarden op ongeveer 49%. Uit het eerder uitgevoerde onderzoek van DTB (in 2000) kwam uit de indicatieve klantenherkomstmeting (dus niet bestedingen) het volgende naar voren. Van de klanten in het centrum van de binnenstad was toen 49% afkomstig uit Leeuwarden zelf, 33% uit de rest van de provincie, en de resterende 19% van buiten de provincie. Tijdens het huidige onderzoek was 62% afkomstig uit Leeuwarden zelf, 27% uit de rest van de provincie en 11% van buiten de provincie. Veelal besteden bezoekers uit de eigen kern meer dan bezoekers van buiten de kern.
Broekhuis Rijs Advisering
15
Binnenstad
c.
Economisch functioneren
De vloerproductiviteit in het noorden van het land ligt over het algemeen iets lager dan in het midden of westen van het land. Dit heeft vaak te maken met het feit dat de meters goedkoper te verkrijgen zijn, waardoor supermarkten en ook non-food winkels vaak groter van omvang zijn. Met dit gegeven wordt in de berekening voor het economisch functioneren rekening gehouden. Daarentegen blijkt uit landelijke cijfers (bron:Bolt) dat grotere steden hogere vloerproduktiviteiten laten zien dan kleinere plaatsen. In de berekeningen voor de bestedingen is ook een correctie toegepast voor het inkomensniveau van de gemeente. Omdat de vloerproductiviteit van de non-foodzaken een gemiddelde is voor meerdere sterk uiteenlopende branches, dient dit cijfer als een indicatie van het economisch functioneren beschouwd te worden. In de dagelijkse sector ligt de vloerproductiviteit in Leeuwarden dichtbij het Nederlands gemiddelde van ongeveer € 6.500 omzet per m²; daarmee functioneert deze sector naar behoren. Vloerproductiviteit (omzet per m², in €)
Tabel 1
Leeuwarden
Nederland
dagelijks
6.342
6.500
niet-dagelijks
1.808
2.000
Bron: Broekhuis Rijs Advisering In de niet-dagelijkse sector ligt de vloerproductiviteit iets onder het Nederlands gemiddelde, terwijl verwacht mocht worden dat de vloerproductiviteit iets boven het gemiddelde zou liggen. Een deel van de verklaring hiervoor kan gevonden worden in het relatieve grote aanbod aan detailhandel in de stad. Dit geeft een neerwaartse druk op de vloerproductiviteit. d. Bezoekgedrag en –motieven Een belangrijk onderdeel van het koopstromenonderzoek is de beoordeling door de bezoeker van dat winkelgebied. Op basis van een aantal kwalitatieve vragen is de waardering gepeild. Aan de klant is gevraagd om voor een aantal onderwerpen een rapportcijfer op de schaal van 1 tot 10 te geven. De onderwerpen waarover naar een mening gevraagd is luiden als volgt:
Het aantal winkels in het winkelgebied De kwaliteit van de winkels De bereikbaarheid van het winkelgebied per auto
Broekhuis Rijs Advisering
16
Binnenstad
De parkeermogelijkheden met de auto De stallingsmogelijkheden voor de fiets De gezelligheid en sfeer in het winkelgebied De inrichting en aankleding van het winkelgebied
Waar het onderscheid tussen de regiobezoekers en de inwoners van Leeuwarden een significant verschil oplevert, wordt dit vermeld. De bezoekers waarderen het winkelgebied over het algemeen voldoende (zie figuur 7). Vooral het aantal winkels en de kwaliteit van de winkels worden goed beoordeeld. Daarentegen ligt de score van de bereikbaarheid per auto aan de lage kant. De score is absoluut gezien niet zorgelijk laag, maar is herkenbaar voor binnensteden van grote plaatsen. Wat wel om aandacht vraagt is vooral het element inrichting/aankleding van het winkelgebied. Hoewel de bezoeker van buiten Leeuwarden hier een iets hogere score geeft dan de inwoner zelf (6.8 ten opzichte van 6.6), is dit voor een centrum met een bovenregionale functie een belangrijk onderdeel. Ook in het aanvullende onderzoek zijn hier diverse suggesties voor gedaan (zie appendix). Figuur 7
Waardering winkelgebied
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Zowel voor aankopen in de dagelijkse als de niet-dagelijkse sector blijkt de factor afstand (dichtbij woning) een hele belangrijke te zijn voor keus voor een winkelgebied (zie figuur 8). Maar opvallend in vergelijking met andere winkelgebieden in de provincie is de factor „handige combinatie van winkels‟ in vooral de niet-dagelijkse sector in de binnenstad. Verder wordt relatief vaak aangegeven, dat het dicht bij het werk ligt, en
Broekhuis Rijs Advisering
17
Binnenstad
dat specifieke producten of winkels bezocht worden. Diverse winkels zijn alleen in Leeuwarden te vinden; daar komen bezoekers ook voor. Figuur 8
Bezoekreden winkelgebied
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Het winkelgebied in de binnenstad wordt regelmatig bezocht (figuur 9); de totale verdeling is heel gelijkmatig. Van alle centrumbezoekers komt 36% enkele malen per maand of minder vaak. De bezoekfrequentie van de inwoners van Leeuwarden ligt uiteraard veel hoger dan die van de bezoekers van buiten Leeuwarden. Dit geeft duidelijk het karakter van een bovenregionaal verzorgend winkelgebied weer, waar het recreatief shoppen belangrijk is. Figuur 9
Bezoekfrequentie
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Broekhuis Rijs Advisering
18
Binnenstad
De inwoners van de gemeente Leeuwarden komen veelal op de fiets naar het centrum van Leeuwarden, zowel voor de dagelijkse als de niet-dagelijkse aankopen (zie figuur 10). Voor de bezoekers van buiten Leeuwarden is vooral de niet-dagelijkse sector relevant. Het overgrote deel (79%) komt hier met de auto. Tevens komt 15% met het openbaar vervoer; dit is een hoog percentage. In de appendix is meer te lezen over de gekozen invalsroutes met de auto naar de binnenstad, en waar de bezoekers hun auto parkeren. Ten tijde van het indicatieve DTB-onderzoek (uit 2000) kwam 41% van alle bezoekers met de auto naar het centrum. Figuur 10
Vervoerswijze (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Naast deze algemene vragen is in de kernen van Leeuwarden nog een aantal specifieke vragen gesteld tijdens de mondelinge enquêtes over wat bezoekers in het centrum van plan zijn te gaan doen, en hoeveel geld ze hebben uitgegeven of denken uit te gaan geven. Bij de vraag naar het bezoekdoel (figuur 11) konden de bezoekers meerdere antwoorden geven, zodat het totaal op meer dan 100% uitkomt. Deze bezoekers van de binnenstad komen met name voor het shoppen. Daarnaast is het gericht een aantal niet-dagelijkse winkels bezoeken ook een belangrijk bezoekdoel. Door 13% wordt aangegeven, dat ze (ook) een bezoek brengen aan andere voorzieningen. Hierbij valt te denken aan de markt, de horeca, of een museum. Ook hierover is meer in de appendix te lezen.
Broekhuis Rijs Advisering
19
Binnenstad
Figuur 11
Bezoekdoel (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Tot slot is de bezoeker nog gevraagd naar het te besteden bedrag (figuur 12). De uitkomst hiervan is zeer gevarieerd. Hieruit kan worden afgeleid, dat de binnenstad inderdaad voor meerdere doelen bezocht worden. Het aandeel bestedingen boven de € 200,-- ligt hoger dan in andere plaatsen van Fryslân. Figuur 12
Besteed bedrag in € (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
20
5.
Schrans a. Aanbod De Schrans en de Verlengde Schrans vormen samen één van de belangrijkste routes vanuit het zuiden van Leeuwarden naar het centrum. De Schrans ligt centraal in de wijk Huizum. In feite is hier sprake van een wijkcentrum in een aanloopstraat naar het centrum met een divers aanbod. Aan de noordzijde vormt de spoorlijn de grens met het centrumgebied. Kaart 2
Schrans
Bron: Digitale Stratenatlas De belangrijkste trekkers in dit winkelgebied zijn de supermarkten van AH en Aldi, en daarnaast diverse aanbieders in de niet-dagelijkse sector, zoals Blokker, Expert, Scapino, Kruidvat, Top1Toys, Jilly&Mitch en Action. Het parkeren geschiedt vooral in de middenberm, waar P-plaatsen zijn aangelegd, en op het parkeerterrein aan de Sixmastraat.
Broekhuis Rijs Advisering
21
Schrans
Het totale winkelvloeroppervlak detailhandel van Schrans bedraagt ongeveer 12.500. Leegstand komt hier vrijwel niet voor (1% van het aanwezige winkelbestand).
Figuur 13
Winkelvloeroppervlak per branche in m²
Bron: Locatus, bewerkt door Broekhuis Rijs Advisering Behalve het foodaanbod en diverse aanbieders op het gebied van de mode is in figuur 13 te zien, dat op de Schrans ook een aanzienlijk aanbod in de doelgerichte non-food is te vinden. Hieronder vallen o.a. Jan de Jong Wonen en Jan Terpstra Tweewielerzaak. b. Koopkrachtcijfers Wanneer in deze paragraaf gesproken wordt over koopkracht, dan gaat het over de bestedingen van mensen. Het winkelgebied de Schrans weet in de zowel de dagelijkse sector 6% koopkrachtbinding te realiseren binnen Leeuwarden en in de niet-dagelijkse sector 5% (zie figuur 14). Het percentage voor niet-dagelijks is een gewogen gemiddelde van alle niet-dagelijkse categorieën. De bindingspercentages binnen de niet-dagelijkse sector verschillen Broekhuis Rijs Advisering
22
Schrans
nogal, maar zijn te verklaren uit het aanbod aan de Schrans. Naast de aanwezigheid van de supermarkten zijn de vestigingen van Blokker en Expert (met aanbod in de huishoudelijke en electrobranche) herkenbaar in deze uitkomsten. Ondankt de geringe afstand tot de binnenstad weet de Schrans toch in alle branches de nodige koopkracht aan zich te binden. Figuur 14
Koopkrachtbinding Schrans (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering In de volgende figuur (figuur 15) kijken we naar de toevloeiing van koopkracht. Het aandeel koopkracht van buiten Leeuwarden ligt op de Schrans op 15% in de nietdagelijkse sector. De Schrans is goed bekend binnen Leeuwarden; voor bezoekers van buiten is een winkelgebied als de Schrans veel minder interessant. Het winkelgebied is evenwel goed bereikbaar. De bezoekers van buiten Leeuwarden komen vooral uit Menaldumadeel en Littenseradiel.
Broekhuis Rijs Advisering
23
Schrans
Figuur 15
Herkomst bestedingen op de Schrans (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering c. Bezoekgedrag en –motieven Een belangrijk onderdeel van het koopstromenonderzoek is de beoordeling door de bezoeker van dat winkelgebied. Op basis van een aantal kwalitatieve vragen is de waardering gepeild. Aan de klant is gevraagd om voor een aantal onderwerpen een rapportcijfer op de schaal van 1 tot 10 te geven. De onderwerpen waarover naar een mening gevraagd is luiden als volgt:
Het aantal winkels in het winkelgebied De kwaliteit van de winkels De bereikbaarheid van het winkelgebied per auto De parkeermogelijkheden met de auto De stallingsmogelijkheden voor de fiets De gezelligheid en sfeer in het winkelgebied De inrichting en aankleding van het winkelgebied
Waar het onderscheid tussen de regiobezoekers en de inwoners van Schrans een significant verschil oplevert, wordt dit vermeld.
Broekhuis Rijs Advisering
24
Schrans
Figuur 16
Waardering winkelgebied
Bron: Broekhuis Rijs Advisering De bezoekers waarderen het winkelgebied over het algemeen goed; de cijfers zijn allemaal voldoende (figuur 16). Opvallend is de lage score voor de stallingsmogelijkheden van de fiets. Dit onderwerp wordt door de bezoeker van buiten Leeuwarden significant beter beoordeeld dan door de inwoners zelf (7.1 ten opzichte van 6.6). De inwoners van Leeuwarden maken veel meer gebruik van de fiets voor een bezoek (zie figuur 19), en kunnen dit mogelijk beter beoordelen. De gezelligheid en sfeer wordt door de eigen inwoners significant beter beoordeeld dan door de bezoekers van buiten Leeuwarden (7.4 respectievelijk 7.1). Figuur 17
Bezoekreden winkelgebied
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
25
Schrans
Voor de dagelijkse bestedingen blijkt de factor afstand (dichtbij woning) verreweg de meest bepalende voor de keus voor een winkelgebied (figuur 17). Ook bij de nietdagelijkse aankopen is dit het geval, maar hier speelt een handige combinatie van winkels op de Schrans ook een belangrijke rol. Daarnaast valt bij de dagelijkse sector vooral de factor prijs op. De relatie met de Aldi discount supermarkt valt hier te leggen. Tenslotte speelt de sfeer op de Schrans in de niet-dagelijkse sector ook een rol van betekenis. Figuur 18
Bezoekfrequentie
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Het winkelgebied in Schrans wordt zeer regelmatig bezocht (figuur 18). Maar liefst 53% geeft aan meerdere keren per week hier te winkelen. Dat komt overeen met de eigenschappen van een echt boodschappencentrum met enkele aanvullende branches. Uiteraard is ook hier duidelijk te zien, dat de bezoekfrequentie onder de inwoners van Leeuwarden veel hoger ligt dan bij de bezoekers van buiten Leeuwarden.
Broekhuis Rijs Advisering
26
Schrans
Figuur 19
Vervoerswijze (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Bijna de helft van de consumenten komt met de auto naar Schrans; dit geldt zowel voor de dagelijkse als niet-dagelijkse aankopen (figuur 19). De bereikbaarheid en de parkeergelegenheid worden goed gewaardeerd. Het veelal voor de deur kunnen parkeren van de auto geeft de Schrans iets extra‟s ten opzichte van een aantal andere winkelgebieden. De inwoners van Leeuwarden zelf maken wel iets vaker gebruik van de fiets (61% in de dagelijkse sector). De groep overig vervoer is met name het openbaar vervoer. Naast deze algemene vragen is in de kernen van Leeuwarden nog een aantal specifieke vragen gesteld tijdens de mondelinge enquêtes over wat bezoekers in het winkelgebied van plan zijn te gaan doen, en hoeveel geld ze hebben uitgegeven of denken uit te gaan geven. Bij de vraag naar het bezoekdoel (figuur 20) konden de bezoekers meerdere antwoorden geven, zodat het totaal op meer dan 100% uitkomt. De bezoekers van Schrans komen veelal gericht één of twee winkels voor de dagelijkse dan wel de nietdagelijkse artikelen bezoeken. Ook de combinatie van dagelijks met niet-dagelijks wordt regelmatig genoemd (13%). Opvallend is daarnaast toch ook, dat een fors deel van de bezoekers van de Schrans ook komen om recreatief te winkelen (24%).
Broekhuis Rijs Advisering
27
Schrans
Figuur 20
Bezoekdoel (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Tot slot is de bezoeker nog gevraagd naar het te besteden bedrag (figuur 21). Het merendeel van de bezoekers van de Schrans denkt minder dan € 15,-- of een bedrag tussen de € 15,-- en € 50,-- uit te geven. Maar ook hogere bedragen worden besteed op de Schrans, hetgeen niet verwonderlijk is bij het aanbod op de Schrans. Het gaat niet alleen om uitgaven in de dagelijkse sector. Figuur 21
Besteed bedrag in € (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
28
De Centrale
6.
De Centrale a. Aanbod De Centrale is een winkelgebied aan de binnenring van Leeuwarden, oostelijk van het centrum. Dit winkelgebied is specifiek ontwikkeld voor de grootschalige detailhandel. Als grote trekkers zitten hier de Mediamarkt, ToysRUs e BCC. Als subtrekkers kunnen Kwantum, Praxis, Leen Bakker, beddenzaken en Brugman Keukens genoemd worden. Tussen de verschillende winkels is parkeergelegenheid. Kaart 2
De Centrale
Bron: Digitale Stratenatlas Het totale winkelvloeroppervlak van De Centrale bedraagt bijna 22.000 m². Dit aanbod zit vrijwel geheel in de branche doelgerichte non-food (zie figuur 22).
Broekhuis Rijs Advisering
29
De Centrale
Figuur 22
Winkelvloeroppervlak per branche in m²
Bron: Locatus, bewerkt door Broekhuis Rijs Advisering
b. Koopkrachtcijfers Wanneer in deze paragraaf gesproken wordt over koopkracht, dan gaat het over de bestedingen van mensen. Bij de koopkrachtbinding op De Centrale draait het vooral om de binding in de niet-dagelijkse sector (figuur 23). De Centrale weet 16% van alle bestedingen door inwoners uit Leeuwarden in de niet-dagelijkse sector aan zich te binden. De koopkrachtbinding wordt met name behaald in de branches woninginrichting, electro en DHZ. Het aanbod op de Centrale bestaat ook voor het merendeel uit deze branches. Bijna de helft van alle bestedingen van de inwoners van Leeuwarden, in de electrobranche, komt terecht op de Centrale.
Broekhuis Rijs Advisering
30
De Centrale
Figuur 23
Koopkrachtbinding De Centrale (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering In de volgende figuur kijken we naar de toevloeiing van koopkracht naar De Centrale (figuur 24). Ruim de helft is afkomstig uit Leeuwarden zelf. Maar veel bezoekers van de Centrale komen van elders uit de provincie. De inwoners uit de gemeenten, grenzend aan Leeuwarden (Menaldumadeel, Tytsjerksteradeel, Leeuwarderadeel en Boarnsterhim) zijn samen goed voor 21% van de bestedingen op de Centrale. De inwoners uit de rest van de provincie nemen ongeveer evenveel voor hun rekening bij de bestedingen. Dit geeft aan, dat de reikwijdte van de Centrale provinciaal is. Figuur 24
Herkomst niet-dagelijkse bestedingen op De Centrale (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
31
De Centrale
c.
Bezoekgedrag en –motieven
Een belangrijk onderdeel van het koopstromenonderzoek is de beoordeling door de bezoeker van dat winkelgebied. Op basis van een aantal kwalitatieve vragen is een waardering ontstaan. Aan de klant is gevraagd om voor een aantal onderwerpen een rapportcijfer op de schaal van 1 tot 10 te geven. De onderwerpen waarover naar een mening gevraagd is luiden als volgt: Het aantal winkels in het winkelgebied De kwaliteit van de winkels De bereikbaarheid van het winkelgebied per auto De parkeermogelijkheden met de auto De stallingsmogelijkheden voor de fiets De gezelligheid en sfeer in het winkelgebied De inrichting en aankleding van het winkelgebied Waar het onderscheid tussen een regiobezoeker en de inwoner van De Centrale een significant verschil oplevert, wordt dit vermeld. Figuur 25
Waardering winkelgebied
Bron: Broekhuis Rijs Advisering De bezoekers waarderen het winkelgebied over het algemeen goed (figuur 25); vooral de eerste vier onderdelen krijgen hoge waarderingen. Op de laatste drie onderdelen ligt de score aanmerkelijk lager. Gezien de vervoerswijze (zie figuur 28) levert een lagere score voor de fietsstallingen niet direct tot lastige situaties. De gezelligheid/sfeer en de inrichting/aankleding dragen bij aan het algemene winkelklimaat. Dit zijn niet de belangrijkste redenen om naar een winkelgebied als de Centrale te gaan (in tegenstelling tot de binnenstad). Overigens geven de bezoekers van buiten Leeuwarden voor de inrichting en aankleding een hogere score (6.5) dan de inwoners
Broekhuis Rijs Advisering
32
De Centrale
van Leeuwarden (6.2). Wel erg belangrijk voor de Centrale zijn de waarderingen op de onderdelen parkeren en bereikbaarheid. Deze aspecten vormen belangrijke aantrekkingspunten van een grootschalig winkelgebied. Hierop worden hoge scores gegeven. Figuur 26
Bezoekreden winkelgebied, niet dagelijkse sector (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Veruit de belangrijkste reden om de Centrale te bezoeken is de handige combinatie van winkels bij elkaar (figuur 26). Deze factor wordt door meer dan de helft van de bezoekers genoemd. Daarnaast speelt ook hier de factor afstand (dichtbij woning) een rol van betekenis. Verder worden ook vaak genoemd, dat hier bepaalde winkels of producten te koop zijn waarvoor men graag de Centrale bezoekt. Bij de antwoordcategorie „anders‟ is tot slot nog in 3% van de gevallen de openingstijden/koopzondag genoemd. De bezoekfrequentie laat een zeer opvallend, maar ook kenmerkend beeld zien (figuur 27). Een relatief lage bezoekfrequentie past bij een grootschalig winkelgebied met branches zoals op de Centrale. De Centrale wordt onregelmatig bezocht
Broekhuis Rijs Advisering
33
De Centrale
Figuur 27
Bezoekfrequentie
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Evenmin verrassend is de wijze waarop de Centrale bezocht wordt. De meeste bezoekers komen met de auto naar de Centrale, waarbij de bezoekers van buiten Leeuwarden dit nog vaker doen dan de inwoners zelf (figuur 28).
Figuur 28
Vervoerswijze (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
34
De Centrale
Naast deze algemene vragen is in de winkelgebieden van Leeuwarden nog een aantal specifieke vragen gesteld tijdens de mondelinge enquêtes over wat ze in dat winkelgebied van plan zijn te gaan doen, en hoeveel geld ze hebben uitgegeven of denken uit te gaan geven. Bij de vraag naar het bezoekdoel (figuur 29) konden de bezoekers meerdere antwoorden geven, zodat het totaal op meer dan 100% kan uitkomen. In De Centrale is daar nauwelijks sprake van. De mensen die winkelen in De Centrale komen veelal gericht een aantal winkels in de niet-dagelijkse sector bezoeken. Daarnaast geeft nog 19% aan, dat ze komen shoppen of zich oriënteren op producten. Figuur 29
Bezoekdoel (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Als laatste is de bezoeker nog gevraagd naar hun te besteden bedrag (figuur 30). Ruim 1 op de 5 bezoekers geeft meer dan € 100,-- uit op de Centrale, terwijl nog bijna een kwart tussen de € 50,-- en € 100,-- uitgeeft. Deze percentages liggen duidelijk hoger dan in vele andere winkelgebieden. Toch geeft 28% van de bezoekers aan slechts een gering bedrag (< € 15,--) te besteden. Ook voor kleinere aankopen gaat de bezoeker gericht naar de Centrale, waarbij de goede bereikbaarheid en het parkeren ongetwijfeld een rol spelen.
Broekhuis Rijs Advisering
35
De Centrale
Figuur 30
Besteed bedrag in € (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
36
7.
Samenvatting Leeuwarden
Leeuwarden is met meer dan 90.000 inwoners verreweg de grootste plaats in de provincie Fryslân. Zowel het aantal meters aan detailhandel als het aantal vestigingen is in Leeuwarden royaal. Het aanbod isvergelijkbaar met steden van iets grotere omvang, van ongeveer 135.000 inwoners. Leeuwarden is echter een provinciale hoofdstad in een landelijk gebied waardoor een royaler aanbod verklaarbaar is.
De koopkrachtbinding in Leeuwarden is zowel in de dagelijkse (met 95%) als in de niet-dagelijkse sector (met 85%) op een niveau dat past bij een stad van deze omvang. Alleen voor de woninginrichting gaan inwoners van Leeuwarden nog wel eens naar elders, zoals naar Groningen. De winkels functioneren economisch gezien naar behoren, met name in de dagelijkse sector.
De binnenstad van Leeuwarden kent een gevarieerd aanbod aan detailhandel. Van alle bestedingen komt bijna de helft van bezoekers van buiten Leeuwarden, en wel uit de hele provincie, en zelfs van daarbuiten. De overall waardering voor het winkelgebied van de binnenstad is redelijk. De bereikbaarheid met de auto en de inrichting/aankleding laten de laagste scores zien. Vooral het aantal winkels en de kwaliteit hiervan worden goed gewaardeerd.
In de binnenstad is het recreatief shoppen uiteraard erg belangrijk. Daarbij vindt men het handig, dat diverse winkels op geringe afstand van elkaar te vinden zijn. Ook komt de bezoeker naar het centrum voor specifieke winkels of producten.
Het winkelgebied aan de Schrans kenmerkt zich door een gevarieerd aanbod, met zowel op dagelijks als niet-dagelijks gebied een aantal belangrijke trekkers. Het winkelgebied wordt vooral bezocht om gericht naar een aantal winkels te gaan. Ook hier worden de kwaliteit en het aantal winkels goed gewaardeerd. Maar ook de andere onderdelen, zoals het parkeren, laten een goede score voor de Schrans zien. Velen komen dan ook regelmatig met de auto hier naar toe. Het winkelgebied is vooral voor de eigen inwoners van Leeuwarden van belang.
De Centrale is in alles een ander winkelgebied dan andere winkelgebieden. Het grootschalige aanbod bestaat hoofdzakelijk uit de non-food branches. Vooral in de electrobranche neemt de Centrale een sterke positie in. Met het huidige aanbod weet de Centrale veel omzet van buiten Leeuwarden aan te trekken, uit de hele provincie.
De bezoeker is zeer te spreken over de bereikbaarheid en het parkeren, elementen die erg belangrijk zijn voor de Centrale. De sfeer/gezelligheid en de aankleding scoren beduidend minder, maar niet onvoldoende. Bezoekers komen veelal 1x per maand of nog minder om gericht een aantal winkels te bezoeken. De handige combinatie van winkels wordt gezien als een pluspunt. Uiteindelijk liggen de bestedingen op de Centrale redelijk hoog.
Broekhuis Rijs Advisering
37
8.
Conclusies Leeuwarden
De verzorgingsfunctie van (de binnenstad van) Leeuwarden is duidelijk provinciaal. De binnenstad haalt veel omzet uit zowel de aangrenzende gemeenten als ook uit verder weg gelegen kernen. Leeuwarden steekt duidelijk boven de andere plaatsen in de provincie uit.
In de binnenstad is sprake van een sterk winkelgebied, dat goed gewaardeerd wordt. Maar de inrichting en aankleding van de binnenstad vraagt wel om aandacht. Het aanbod voldoet aan de verwachtingen van de consument. Het recreatieve aspect speelt een grote rol bij het winkelen in de binnenstad.
De Schrans kan beschouwd worden als een functioneel boodschappencentrum met een aantal extra elementen. De meeste bezoekers van de Schrans komen uit Leeuwarden zelf, en komen veelal gericht een aantal boodschappen halen. Maar daarnaast kan het gezien worden als een goed bereikbaar en ook sfeervol/gezellig winkelgebied. De Schrans heeft een combinatie van winkels, die blijkbaar goed voldoet aan de wensen van de bezoeker. Men gaat hier regelmatig naar toe, zoals in de meeste boodschappencentra.
De Centrale is een perifeer winkelgebied in Leeuwarden, dat evenals de binnenstad in staat is om klanten (en dus bestedingen) uit de hele provincie naar zich toe te trekken. Zowel binnen Leeuwarden als erbuiten is de positie van de Centrale vooral in de branche electro sterk. Elementen waarvan een winkelgebied als de Centrale veelal afhankelijk is, zoals de bereikbaarheid en het parkeren, worden goed gewaardeerd.
Het winkelgebied op de Centrale is een welkome aanvulling op het overige aanbod in Leeuwarden, en met name op dat in de binnenstad. Van alle bezoekers op de Centrale is een aanzienlijk deel (18%) ook van plan de binnenstad te bezoeken of heeft dat al gedaan. Ook tussen de Schrans en de binnenstad is sprake van veel combinatiebezoek (32%).
Broekhuis Rijs Advisering
38
9.
Resultaten Vraaghetdevries.nl In het kader van het koopstromenonderzoek is voor aanvullende consumenten informatie gebruik gemaakt van het consumentenpanel “Vraaghetdevries.nl” van het Kenniscentrum van de Noordelijke Hogeschool te Leeuwarden. Dit onderzoek is niet specifiek voor Leeuwarden gehouden, doch voor de hele provincie. De uitkomsten hebben geen directe relatie met het voorgaande. Naast informatie over het koopgedrag van de panelleden geven de uitkomsten zicht op een tweetal specifieke onderwerpen in de hele provincie. Deze onderwerpen betreffen de beleving van veiligheid en het online shoppen. a. Veiligheid Het consumentenpanel is gevraagd naar het gevoel van veiligheid in winkelgebieden, zowel overdag als ‟s avonds. Dit is door de consument met een rapportcijfer van 1 tot 10 beoordeeld. De uitkomsten hiervan staan in figuur 31. Figuur 31
Gevoel van veiligheid
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Over het algemeen wordt de veiligheid met een 7 of 8 beoordeeld. Er zijn echter grote verschillen waarneembaar tussen de cijfers over de veiligheid overdag, en die over de veiligheid ‟s avonds. Ongeveer 1 op de 3 panelleden geeft voor ‟s avonds een 6 of lager als cijfer. Dit geeft aan, dat het veiligheidsgevoel vooral „s avonds veel aandacht vraagt. Factoren als leeftijd, geslacht en inkomensniveau laten bij deze beoordeling vrijwel geen significante verschillen zien.
Broekhuis Rijs Advisering
39
Wanneer gericht gevraagd wordt of de veiligheid een rol speelt bij het maken van een keuze van het winkelgebied, dan blijkt dit wel het geval te zijn bij 1 op de 3 van de panelleden (zie figuur 32). Ondanks dat mannen en vrouwen de winkelgebieden dezelfde rapportcijfers geven voor de veiligheid overdag en ‟s avonds, speelt voor vrouwen de veiligheid significant vaker een rol bij het selecteren van een winkelgebied. Figuur 32
Rol veiligheid bij keuze winkelgebied
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Tevens is gevraagd naar de oorzaak van de gevoelens van onveiligheid, bij hen die de veiligheid met een 6 of lager beoordeelden. Hieruit komt vooral naar voren, dat men beducht is voor het rondhangen van personen, die daar niet aan het winkelen zijn. Agressief gedrag en het lastig gevallen worden zijn ook veel genoemde oorzaken. In combinatie met deze antwoorden wordt ook de beperkte aanwezigheid van de politie veelvuldig genoemd. Tabel 2
Oorzaken onveiligheidsgevoel
Rondhangen van jongeren/zwervers/dronken mensen
80%
Vernieling aan fietsen/bushokjes
13%
Gebrek aan straatverlichting
13%
Graffiti, rommel op straat
7%
Weinig politiesurveillance
21%
Agressief gedrag, lastig gevallen worden door onbekenden
24%
Eigen slechte ervaringen
3%
Anders
10%
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
40
Om het gevoel van onveiligheid te verminderen is door de panelleden aangegeven dat er vooral veel behoefte is aan meer toezicht door de politie, bewaking en/of camera‟s is. Daarnaast zou men meer verlichting in het winkelgebied op prijs stellen. Op dit onderdeel is geen verschil te zien naar leeftijd, geslacht of inkomen. Tabel 3
Suggesties ter verbetering
Meer toezicht door personen en/of camera's
81%
Geen dode hoeken
6%
Meer verlichting
28%
Minder bosjes en struiken die het zicht belemmeren
3%
Anders
11%
Bron: Broekhuis Rijs Advisering b. Online shopping Tegenwoordig worden steeds vaker aankopen gedaan via het internet. Aan het consumentenpanel is de vraag voorgelegd in hoeverre gebruik gemaakt wordt van aankopen via het internet. Uit de antwoorden blijkt dat maar liefst 55% wel eens aankopen via het internet doet. Een minderheid (45%) doet het dus nog niet. Van de Friezen tot 40 jaar doet ruim driekwart wel eens aankopen via het internet. Bovendien maken mannen iets vaker gebruik van het internet voor aankopen. Friezen met een hoger inkomen doen dit ook vaker. Figuur 33
Online shopping
Wel of niet online shoppen Zo nee, waarom niet
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
41
In figuur 33 staat aangegeven waarom de panelleden (nog) geen gebruik maken van het internet voor het doen van aankopen. Voor 40% geldt dat ze geen computer hebben of er geen verstand van hebben. Vooral 60+-ers geven aan nog geen computer te hebben. Ook bij de inkomens beneden modaal speelt dit nadrukkelijk een rol. Van het totaal geeft 36% aan het betreffende product liever eerste te willen zien of voelen alvorens het aan te schaffen. Degene die wel via internet aankopen verrichten is gevraagd wat zij dan zoal kopen op deze manier (zie tabel 4, met meerdere antwoordcategorieën). Dit blijkt zeer divers te zijn; van alles wordt via internet aangeschaft. Wel scoort een aantal categorieën hoog; dat zijn o.a. mode, uitstapjes/reizen en boeken, cd‟s en dvd‟s. Opgemerkt dient te worden dat de online bestellingen bij postorderbedrijven als Wehkamp, Neckermann en Otto in deze getallen zijn meegenomen, evenals aankopen via sites als “marktplaats.nl”. Tabel 4
Aanschaf soort producten
Levensmiddelen / drogisterijartikelen
3%
Kleding en/of schoenen
37%
Reizen / weekendjes weg / uitstapjes
37%
PC Hardware / software / games
23%
Telecom / telefoons
10%
Boeken/cd's/dvd's
32%
Woninginrichting
4%
Witgoed / elektronische producten
7%
Overig
21%
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Uit het onderzoek is verder naar voren gekomen, dat vrouwen vaker kleding en schoenen via internet aanschaffen, terwijl mannen vaker computerspullen kopen via internet. Friezen met een hoger inkomen kopen vaker reizen en weekendjes weg. De leeftijd laat geen wezenlijke verschillen zien in de soort producten, die men koopt. De meeste mensen kopen enkele keren per jaar iets via internet, maar een aanzienlijk aantal (33%) toch al op zeer regelmatige basis, vaker dan 6 keer per jaar (zie figuur 34). Met name de groep 30-40 jarige internetshoppers is actief in het regelmatig aankopen doen. Het aantal keren aankopen doen verschilt niet naar geslacht of inkomen.
Broekhuis Rijs Advisering
42
Figuur 34
Aankoopfrequentie internet
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Uit figuur 35 blijkt, dat het niet alleen om geringe bedragen gaat; 27% geeft aan dat ze de laatste keer meer dan € 100,- hebben uitgegeven per aankoop op het internet. Het besteed bedrag van de laatste aankoop verschilt niet naar geslacht, leeftijd of inkomensniveau. Figuur 35
Aankoopbedrag
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
43
Uit vergelijkbare onderzoeken in Nederland (o.a. HBD, 2005) blijkt dat internet duidelijk aan populariteit wint. Het onderzoek van de HBD geeft aan dat het landelijk gemiddelde op € 113,- per online bestelling ligt, hetgeen redelijk overeenkomt met de uitkomsten van dit onderzoek.
Broekhuis Rijs Advisering
44
Bijlage: 1. Verantwoording In de gehele provincie Fryslân zijn voor het koopstromenonderzoek telefonische enquêtes gehouden. Dat wil zeggen, dat ook in de gemeentes die niet aan het onderzoek deelnemen, vraaggesprekken zijn gevoerd. Hiermee is het mogelijk om met voldoende betrouwbaarheid (95%) uitspraken te doen over de koopstromen binnen Fryslân. De betrouwbaarheid van de uitkomsten is een harde randvoorwaarde geweest in het onderzoek. In alle deelnemende gemeenten zijn minimaal 385 telefonische vraaggesprekken gevoerd. Daarnaast zijn in alle deelnemende gemeenten minimaal 100 straatinterviews gehouden, om de toevloeiing naar de gemeente en/of het winkelgebied goed te kunnen berekenen. Om over een aantal kwalitatieve aspecten meer duidelijkheid te krijgen, is door diverse gemeenten de keus gemaakt om de straatinterviews op te hogen naar 300, zodat ook hierover met voldoende zekerheid uitspraken gedaan kunnen worden. Hierdoor is de representativiteit gewaarborgd. In totaliteit zijn bijna 14.000 vraaggesprekken gevoerd. Door de combinatie van telefonisch en mondeling enquêteren is het mogelijk om te komen tot een goed gevulde en representatieve steekproef van de bevolking per herkomstgebied. Per gemeente heeft naar leeftijdsopbouw een weging plaats gevonden. Telefonisch worden over het algemeen meer ouderen ondervraagd, terwijl dit op straat vaker jongeren zijn. Uiteraard is ook een weging toegepast op het inwonertal van de verschillende gemeenten en kernen. Bovendien is ook in een aantal aan Fryslân grenzende gemeenten in Groningen, Overijssel en Flevoland telefonisch onderzoek verricht. Vraaghetdevries.nl Vraaghetdevries.nl is een bestaand consumentenpanel van het Kenniscentrum van de Noordelijke Hogeschool te Leeuwarden, in samenwerking waarmee dit onderzoek is uitgevoerd. Dit middel is ingezet om enerzijds een aantal vragen over het koopgedrag ook hierbij te stellen, anderzijds om eenvoudig een aantal aanvullende vragen te kunnen stellen. Het panel bestaat uit 1.500 respondenten, van wie alle achtergrondeigenschappen bekend zijn. De extra vragen zijn niet specifiek per gemeente, doch voor de gehele provincie een waardevolle aanvulling. De onderzochte onderwerpen betreffen de veiligheid in winkelgebieden en het online shoppen.
Broekhuis Rijs Advisering
45
2. Verklarende woordenlijst
Dagelijkse artikelen
Levensmiddelen (food) en artikelen voor de persoonlijke verzorging.
Niet-dagelijkse artikelen
Alle artikelen die niet onder dagelijks vallen( o.a. kleding, elektronica, huishoudelijke artikelen, DHZartikelen, bruin- en witgoed, wonen, vrije tijdsartikelen)
Food
Voedings- en genotmiddelen
Frequent benodigd non-food
Huishoudelijke artikelen, drogist, parfumerie
Modisch recreatief
Kleding, schoenen, lederwaren
Overig recreatief
Warenhuis, juwelier, optiek, hobby, media, sport, antiek
Doelgericht non-food
Doe-het-zelf, wonen, bruin- en witgoed, plant & dier, auto & fiets
Overige detailhandel
2 hands artikelen, audicien, erotiek
Koopkrachtbinding
De mate waarin inwoners uit een bepaald gebied (kern of gemeente) hun bestedingen in dat betreffende gebied doen.
Koopkrachtafvloeiing
De mate waarin inwoners uit een bepaald gebied hun bestedingen buiten dat gebied doen.
Koopkrachttoevloeiing
Het aandeel van de bestedingen in het betreffende gebied afkomstig van inwoners van buiten dat gebied.
Wvo=winkelvloeroppervlak
Winkelvloeroppervlak dat voor de consument toegankelijk is (dus exclusief kantoren, magazijn ed.)
Koopstromen
Koopkrachtbewegingen tussen kernen, gemeenten of winkelgebieden door binding, afvloeiing en toevloeiing van koopkracht.
Vloerproductiviteit
Gemiddelde detailhandelsomzet per vierkante meter winkelvloeroppervlak
Broekhuis Rijs Advisering
e
46
3. Overzicht deelnemende gemeenten
Gemeenten
Kernen/winkelgebieden
Boarnsterhim
Grou
Boarnsterhim
Akkrum
Bolsward
Bolsward
Harlingen
binnenstad
Harlingen
Kimswerda
Heerenveen
centrum
Het Bildt
St. Annaparochie
Kollumerland c.a.
Kollum
Kollumerland c.a.
Kollumerzwaag
Leeuwarden
binnenstad
Leeuwarden
De Centrale
Leeuwarden
Schrans
Lemsterland
Lemmer
Littenseradiel
Wommels
Littenseradiel
Mantgum
Littenseradiel
Winsum
Nijefurd
Workum
Skarsterlân
Joure
Smallingerland
Drachten centrum
Smallingerland
Drachten-MLK singel
Sneek
Sneek
Tytsjerksteradiel
Burgum
Tytsjerksteradiel
Hurdegaryp
Tytsjerksteradiel
Gytsjerk
NB. Opsterland heeft niet deelgenomen aan het onderzoek, maar uitkomsten van een eerder in opdracht van de gemeente uitgevoerd onderzoek zijn in het provincierapport opgenomen.
Broekhuis Rijs Advisering
47
Appendix: Aanvullende gegevens t.b.v. binnenstadsmonitor Leeuwarden Gelijktijdig met het koopstromenonderzoek Fryslân is voor de gemeente Leeuwarden tijdens de mondelinge enquêtes een aantal extra vragen gesteld aan het winkelend publiek. Het gaat hierbij om drie specifieke locaties, te weten de binnenstad, de Centrale en de Schrans. Voor alle overige uitkomsten uit het koopstromenonderzoek, waaraan de gemeente Leeuwarden ook heeft deelgenomen, verwijzen we naar de algemene gemeentelijke rapportage. In totaal zijn in de binnenstad ruim 600 vraaggesprekken gehouden. Zowel op de Centrale als in de Schrans zijn ruim 300 vraaggesprekken gevoerd. In deze appendix volgt een weergave van de uitkomsten. In figuur 1 is te lezen, dat van de centrumbezoekers 8% van plan is om diezelfde dag nog naar de Centrale te gaan, of daar al geweest is. Van de centrumbezoekers gaat 10% nog naar de Schrans, en 6% gaat nog ergens anders naar toe. Figuur 1
Combinatiebezoek van centrumbezoekers (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Van de ondervraagden op de Centrale is 18% van plan om nog naar het centrum van Leeuwarden te gaan, of is daar al geweest. Naar de Schrans gaat slechts 2% van de Centrale bezoekers. Acht procent gaat nog naar een ander aankoopgebied.
Broekhuis Rijs Advisering
48
Figuur 2
Combinatiebezoek van Centrale bezoekers (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Van de bezoekers op de Schrans is 32% ook in het Centrum geweest, of gaat daar nog naar toe. Naar de Centrale gaat nog 5%, en hetzelfde percentage gaat nog naar elders.
Figuur 3
Combinatiebezoek van Schrans bezoekers (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
49
Uit de voorgaande 3 figuren kan worden geconcludeerd, dat sprake is van combinatiebezoek tussen de verschillende winkelgebieden. Het duidelijkst is dat het geval tussen de Schrans en het centrum. Daarnaast gaat bijna 1 op de 5 (18%) van de Centralebezoekers ook nog naar de binnenstad van Leeuwarden.
Figuur 4
Niet dagelijkse bestedingen op jaarbasis (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Aan de respondenten op de drie verschillende locaties is gevraagd welk gedeelte van hun bestedingen in de niet-dagelijkse sector zij gemiddeld over een jaar in elk van de onderscheiden winkelgebieden doen. Figuur 4 laat zien, dat van de centrumbezoekers ruim de helft van al hun niet-dagelijkse uitgaven in het centrumgebied doen. Van de centrumbezoekers komt 8% terecht op de Centrale en 7% op de Schrans. Specifiek voor de bezoekers van het centrum zijn een aantal aanvullende vragen gesteld. In figuur 5 staat grafisch weergegeven via welke invalsroute de centrumbezoekers, die met de auto zijn, in de binnenstad komen. Bijna een kwart komt via de Vrouwenpoortsbrug naar het centrum. Verder is vooral de Hoeksterpoortbrug belangrijk als invalsroute.
Broekhuis Rijs Advisering
50
Figuur 5
Invalsroute van centrumbezoekers naar centrum (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Verder is onderzocht waar de centrumbezoekers hun auto geparkeerd hebben, voor zover ze met de auto zijn gekomen. Vooral de parkeergarage Zaailand wordt veelvuldig genoemd. Over het algemeen worden de parkeergarages veel gebruikt, waaronder de nieuwe Oldehoofsterkerkhof p-garage. Figuur 6
Gebruikte parkeerlocatie centrumbezoekers (in %)
Bron: Broekhuis Rijs Advisering In de binnenstad is tevens gevraagd of de bezoekers iets besteed hebben op de markt of in een horecagelegenheid, en of ze van plan waren dat te gaan doen. Van alle ondervraagde centrumbezoekers heeft 30% ook bestedingen in de horeca gedaan. Broekhuis Rijs Advisering
51
Gemiddeld gaven ze € 12,80 uit in de horeca. In tabel 1 staat een overizcht van de gemiddelde bestedingen. Van alle centrumbezoekers deed 5.5% ook een uitgave op de markt. Hier lag de gemiddelde besteding op € 10,85. Vooral de uitgaven van de afgeronde bedragen (5, 10, 20 of 30 euro) worden veelvuldig genoemd. Tabel 1
Bestedingen in horeca en op markt door centrumbezoekers (in %)
Horecabesteding
Marktbesteding
<€5
3%
<€7
14%
€ 5 - € 10
15%
€ 7 - € 10
14%
€ 10 - € 25
46%
€ 10 - € 15
29%
€ 25 of meer
36%
€ 15 - € 25
16%
> € 25
27%
Bron: Broekhuis Rijs Advisering Op de vraag of bepaalde winkels, horecagelegenheden of andere voorzieningen in de binnenstad gemist werden, is zeer veelzijdig geantwoord. Tabel 2
Gemiste voorzieningen (in aantallen)
Gemiste voorzieningen Uitgaansgelegenheden, restaurants, croissanterie Specifieke winkels (Action, muziek, Only) Kleine winkels, boetiekjes, geen ketens Ikea Merkwinkels, ouderen, hoge kwaliteit (lady)Sting (grote) discotheek mannenkledingwinkels Bijenkorf Burgerking/Kentucky Musea/kunst/cultuur zara Schoenenwinkels mango grote supermarkt Klimwand/lasergamehal M&S meer/grotere terrasjes overig Bron: Broekhuis Rijs Advisering
Broekhuis Rijs Advisering
# keren genoemd 29 23 21 15 15 11 10 10 9 9 8 7 7 6 6 4 4 4 23
52
Vooral een aantal grote landelijke ketens, zoals de Bijenkorf, Ikea, Burgerking, Zara ed. worden meerdere malen genoemd. Veelvuldig wordt melding gemaakt van bepaalde vormen van uitgaansgelegenheden, zowel restaurants, eethuisjes als cafés. Daarnaast wordt regelmatig om een discotheek gevraagd (10x). Tenslotte kunnen nog genoemd worden diverse boetiekjes, winkels voor een specifieke doelgroep (mannenkleding, ouderen, hoge kwaliteit, muziek), en gelegenheden voor kunst en cultuur. In bijlage 1 is een volledig overzicht opgenomen. Tenslotte is gevraagd of de centrumbezoeker suggesties of aanbevelingen kon doen ter verbetering van het „winkelklimaat‟ in de binnenstad van Leeuwarden. Tabel 3
Suggesties ter verbetering winkelklimaat binnenstad (in aantallen)
Meer groen/aankleding in het centrum. Gezelligheid/sfeer/verlichting Toegankelijkheid/doorstroom verbeteren Rommel, reclameborden, stoep Betere bestrating Politie/veiligheid/bewaking Evenementen, muziek in het centrum Andere, meer of minder winkels Niet meer bouwen/anders bouwen, oude stijl, overdekt Meer parkeergelegenheden. Geen verkeer meer in de binnenstad. Fietsenstallingen Boetiekjes, kleine winkels Meer terrasjes Niets doen, is goed zo Winkels dichterbij elkaar/beschutting Horeca/uitgaansgelegenheden Openingstijden Overig Bron: Broekhuis Rijs Advisering
36 23 17 17 16 15 13 11 11 10 9 9 9 8 7 5 5 4 26
Veel opmerkingen hebben te maken met de sfeer en aankleding in de binnenstad. Meer groen en/of bloemen, minder rommel, meer verlichting, meer bankjes worden veelvuldig genoemd. Daarnaast worden opmerkingen gemaakt over het verkeer: betere doorstroom in de binnenstad, auto‟s uit de binnenstad, betere bestrating, meer parkeergelegenheid. Een volledig overzicht staat in bijlage 2.
Broekhuis Rijs Advisering
53
Bijlage 1
Gemiste voorzieningen, in aantallen keer genoemd
Uitgaansgelegenheden, restaurants, croissanterie Specifieke winkels (Action, muziek, Only) Kleine winkels, boetiekjes, geen ketens Ikea Merkwinkels, ouderen, hoge kwaliteit (lady)Sting (grote) discotheek Mannenkledingwinkels Bijenkorf Burgerking/Kentucky Musea/kunst/cultuur Zara Schoenenwinkels Mango Grote supermarkt Klimwand/lasergamehal M&S Meer/grotere terrasjes Goed beveiligde fietsenstalling London, Walvisvaarder Sns-bank Mediamarkt moet in het centrum Meer evenementen, kart, casino Verschillende kledingwinkels zoals Lodewijk. Internet café Grotere H&M Mooiere zaken/hoying Viswinkel 55+ activiteiten of ontmoetingsplekken Meer invalide voorzieningen Sfeer/horecapleintje Wierook/kruidenwinkel H&S Meer voorzieningen voor oudere mensen. Politie Meer voorzieningen voor de jeugd van 14-18 jaar Karwei in het centrum. Meer voor kinderen ( nu is dat alleen in de zomer) Electronica Grote activiteiten in de stad
Broekhuis Rijs Advisering
29 23 21 15 15 11 10 10 9 9 8 7 7 6 6 4 4 4 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
54
Bijlage 2
Verbetering winkelklimaat, in aantallen keer genoemd
Meer groen/aankleding in het centrum. Gezelligheid/sfeer/verlichting Toegankelijkheid/doorstroom verbeteren Rommel, reclameborden, stoep Betere bestrating Politie/veiligheid/bewaking Evenementen, muziek in het centrum Andere, meer of minder winkels Niet meer bouwen/anders bouwen, oude stijl, overdekt Meer parkeergelegenheden. Geen verkeer meer in de binnenstad. Fietsenstallingen Boetiekjes, kleine winkels Meer terrasjes Niets doen, is goed zo Winkels dichterbij elkaar/beschutting Horeca/uitgaansgelegenheden Openingstijden Sommige stukken zijn lastig begaanbaar voor invalidenvoertuig (te heuvelachtig, stijl of te smal) Een centraal gelegen skatepark en meer kleur in het centrum Markt op goed toegankelijke plek Centrum heeft te weinig kleur Klantvriendelijker personeel Leeuwarden loopt achter op andere steden. Lichtvervuiling in de stad moet verminderd worden. Minder zwervers, minder parkeerboetes Te veel enquêteurs Het centrum moet fleuriger, het ziet er nu saai uit. Kunst op straat. Bus & vrachtvervoer op bepaalde tijden!! Het plein moet anders. De centrale te ver weg Minder regels. Alleen mensen laten winkelen die echt iets nodig hebben, en er zijn teveel winkels en voorzieningen. Een centrum net zo aantrekkelijk maken als Sneek. Een grotere woonboulevard Voorstreek meer promoten Minder muziek in de winkels Geen boerendiscotheken meer Prijzen omlaag. Beetje allure. Fietsers geen voorrang op rotonde Inspelen op de seizoenen, zoals een verwarmd terras en een ijsbaan. De aankleding van de winkels kan beter.
Broekhuis Rijs Advisering
36 23 17 17 16 15 13 11 11 10 9 9 9 8 7 5 5 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
55